Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005–2006
30 503
Verslag van een werkbezoek van een delegatie uit de vaste commissie voor Justitie aan Madrid en Parijs van 19 tot en met 21 oktober 2005
Nr. 1
VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK Vastgesteld 27 maart 2006 Gedurende de periode 19 tot en met 21 oktober 2005 heeft een delegatie uit de vaste commissie voor Justitie een werkbezoek gebracht aan Madrid, Spanje, en Parijs, Frankrijk. De delegatie bestond uit de leden De Pater-van der Meer (CDA; delegatieleider), Van Fessem (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Straub (PvdA) en Visser (VVD). De delegatie werd vergezeld door een adjunct-griffier van de vaste commissie voor Justitie, De Groot. Doel van het werkbezoek was het vergaren van informatie over de veiligheid en beveiliging van luchthavens vanuit justitieel oogpunt. Het werkprogramma voorzag hiertoe onder meer in gesprekken met regeringsvertegenwoordigers, parlementariërs en bestuurders. Voorts heeft de delegatie ontmoetingen gehad met luchthavenautoriteiten en luchthavenbedrijven. Een overzicht van het volledige programma is als bijlage bij dit verslag opgenomen. Dit verslag behelst een beschrijvende verslaglegging van de inhoudelijke onderdelen van het werkbezoek van de delegatie en bevat om die reden geen politieke conclusies. Op enkele plaatsen is het verslag aangevuld met passages van stukken of verwijzingen naar stukken waarover de delegatie ter voorbereiding op de gesprekken de beschikking had of stukken die tijdens de gesprekken beschikbaar zijn gesteld door gesprekspartners. De delegatie dankt alle gesprekspartners die aan het welslagen van het werkbezoek hebben bijgedragen en HM Ambassades te Madrid en Parijs voor de goede verzorging van het programma. Zonder de Ambassadeurs en ambassademedewerkers tekort te willen doen, gaat hierbij bijzondere dank uit naar de Gevolmachtigd Minister Hogewoning, de KMar Attaché Bosma (beiden Madrid) en de Raad voor Politiële Samenwerking en Binnenlandse Zaken Gräeve en de Eerste Secretaris politieke zaken
KST96025 0506tkkst30503-1 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2006
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
1
Gregoire-van Haaren (beiden Parijs) voor hun inzet voorafgaand aan en tijdens het werkbezoek. De voorzitter van de delegatie, De Pater-van der Meer De griffier van de delegatie, De Groot
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
2
19 oktober 2005
Madrid Presentaties en rondleidingen betreffende de luchthaven Barajas en de veiligheid op de luchthaven in aanwezigheid van de directeur van de Luchthaven Barajas, het Hoofd afdeling Veiligheid Luchthaven, het Hoofd van de Guardia Civil op de Luchthaven en het Hoofd van de Policía Nacional op Barajas en van de zijde van HM Ambassade de Gevolmachtigd Minister en de KMar Attaché De luchthaven van Barajas ligt 13 kilometers ten noordwesten van de hoofdstad Madrid en wordt beheerd door de Aeropuertos Espaáoles y Navegación Aérea (Aena). Aena is een publieke rechtspersoon. Barajas is geopend in 1931. In 1972 heeft Barajas een vliegtuigkaping op haar platform gehad. Dat heeft grote gevolgen gehad voor beveiliging en veiligheid op de luchthaven. Barajas groeit fors. De door Aena gepresenteerde groeicijfers uit 2004 laten dat zien: CHARLES DE GAULLE SCHIPHOL MADRID-BARAJAS
50 860 561 passagiers 42 541 180 passagiers 38 718 614 passagiers
5,48% groei 6,46% groei 8,00% groei
Een groei die Aena heeft willen vertalen in extra uitbreiding, het zogenoemde Plan Barajas met een nieuwe terminal, de Neuva Area Terminal (NAT). Barajas rekent met de forse uitbreiding op twee voordelen: een goede positie ten opzichte van de andere Europese luchthavens, met 25% van de directe vluchten van en naar Latijns-Amerika en de geografische situatie als «hub» met Madrid als «Atlantische deur van Europa». De visie van Aena richt zich op een 7e plaats wereldwijd (thans de 13e plaats). Barajas heeft in de oudbouw drie terminals. Terminal 1 voor de internationale vluchten, Terminal 2 voor de Iberia- en Schengen-vluchten en Terminal 3 voor de binnenlandse vluchten. Met het eerdergenoemde Plan Barajas is de mogelijkheid geopend om niet alleen een nieuwe landingsbaan en de controletoren te realiseren, maar ook – in een tweede fase – nog eens twee nieuwe landingsbanen, een hoofdgebouw voor binnenlandse vluchten en Schengen-vluchten en een satellietgebouw voor internationale vluchten: de Neuva Area Terminal (T4 en T4a) te verwezenlijken. De nieuwe faciliteiten zullen 10 400 passagiers per uur moeten kunnen verwerken. De forse uitbreiding moet het mogelijk maken om jaarlijks 70 miljoen passagiers te bereiken en de capaciteit van de landingen tot 120 verrichtingen per uur uit te breiden. De directie geeft aan dat de voordelen van de uitbreiding ook Madrid en haar omgeving in positieve zin zullen beïnvloeden. Zij rekenen op een toename van toerisme en groei van het Spaanse bedrijfsleven. Op dit ogenblik is Barajas één van belangrijkste aanjagers van de economie in het gebied van Madrid. Aan de regionale economie zou Aena met circa 170 000 banen bijdragen, in geld uitgedrukt in 10 217 miljoen euro, 13% van het Bruto Regionaal Product. Dat moet in tien jaar 18 030 miljoen euro zijn. Volgens de schattingen van Aena, voegt elke landing 11 900 euro aan het Bruto Regionaal Product toe. Spaanse regelgeving betreffende de veiligheid en beveiliging van luchthavens loopt niet via het ministerie van Justitie, maar via de Dirección General de Tráfico van het ministerie van Binnenlandse Zaken (Ministerio del Interior). De zogenoemde FFCCSE-coördinatie zorgt voor nationale samenwerking tussen de Policía Nacional, de Guardia Civil, de lokale politie en private partijen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
3
De lokale veiligheidstop staat onder voorzitterschap van de directeur van de luchthaven Barajas. Elk seizoen worden de verhoudingen en lokale aanspraken vastgelegd. De Policía Nacional beheert de publieke zone, de parkeerplaatsen en de landzijde. De Guardia Civil de luchtzijde en de lokale politie van het Stadsdeel Barajas fungeert als verkeerspolitie op de toegangswegen Het onderlinge overleg loopt goed, zo stelt Aena. De verdeling van bevoegdheden van de verschillende autoriteiten oogt wat versnipperd. Bij de «oudbouw» van Barajas hebben de politiediensten nog eigen controleruimtes; in het Plan Barajas wordt van één gezamenlijke ruimte gebruik gemaakt. De lokale politie is, gelet op haar rol, uitgezonderd. Dat is ook de bestaande situatie.
Policía Nacional Voor de Policía Nacional is Barajas een grenspost en daarmee ook vergelijkbaar met het Officina de Asilo y Refugio, de immigratiedienst, en het Officina de Extranjeros, de vreemdelingendienst. Hoofdtaken van de Policía Nacional zijn naast immigratie ook de openbare veiligheid in het publieke gebied, de landzijde. Het voorkomen van terroristische aanslagen is eveneens een taak, voor zover dat al niet binnen de openbare orde valt. De Policía Nacional coördineert de particuliere beveiligers aan de landzijde. Zij heeft een initiërende rol bij noodplannen en bij de Aena zelf, als het om beveiliging en veiligheid gaat. Wat betreft de immigratie-taken, schaart de Policía Nacional daar ook handelingen met gevangenen, persona non grata, opgeeiste personen in het kader van internationaal strafrecht, asielzoekers en vreemdelingen onder. De asiel- en vluchtelingenregelgeving is gebaseerd op de Spaanse Grondwet (artikel 13.4). Grenscontrole vindt ook plaats bij het vliegtuig, controle aan de gate of op het platform. Het gaat om 20 tot 35 controles per dag, vooral de zogenoemde derde landen risicovluchten. Vaak ook voordat de passagiers uit het vliegtuig komen. Met vliegende brigades houdt men immigratiecontroles op het platform. Het gaat dan om het vaststellen van de identiteit met het oog op het asielrelaas. Het niet hebben van een paspoort, levert de luchtvaartmaatschappij boetes op van 6000 tot 60 000 euro, oplopend tot een half miljoen euro bij chartervluchten. Dat werkt effectief. Vóór de grens spreekt de Policía Nacional vermeende illegale vreemdelingen en mogelijke asielzoekers. Zij krijgen hun rechten voorgelezen in aanwezigheid van een (piket)advocaat en, zo nodig, een tolk (beiden op kosten van de Spaanse staat). Visa en uitnodigingen worden bekeken en er volgt een uitspraak in het geval van niet-toelaten van niet-asielzoekers. In de zogenoemde Sala tres (zaal 3), ter beschikking gesteld door Aena, wacht de betrokkene vervolgens op een retourvlucht. Doorreizen kan overigens ook. Maximum wachttijd is 72 uur. Voor valse paspoorten en andere documenten wordt de betrokkene niet vervolgd, tenzij de genoemde termijn van 72 uur wordt overschreden. In het geval van een asielverzoek vóór de grens, schorst het verzoek de toelatingsprocedure en start de asielprocedure met termijnen van 24 uur tot één week (vijf werkdagen) waarin een uitspraak volgt over het toelaten tot Spanje. Bij een negatief besluit eindigt de schorsingsbeslissing en volgt uitzetting naar het land van herkomst. De betrokkene heeft 24 uur om bezwaar tegen die beschikking aan te tekenen, met een beslistermijn van twee werkdagen. Tegen zowel de beslissing als de beslissing in bezwaar kan de betrokkene beroep aantekenen bij de Tribunales de Justitia, wat geen schorsende of opschortende werking heeft. De Policía Nacional geeft desgevraagd aan dat het in Barajas om 7000 heenzendingen gaat (per september 2005-over het jaar 2005), op 42 miljoen passagiers en met 9 á 10 miljoen controles. De document-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
4
controles gaan niet ten koste van commerciële belangen. Er is breed begrip voor de controles.
Guardia Civil De Guardia Civil valt net als de Policía Nacional onder het ministerie van Binnenlandse Zaken (Ministerio del Interior). Zij heeft douane- en beveiligingstaken. Zij heeft op de luchthaven een explosieven-commando met een hondenbrigade. Er is ook een drugshondenbrigade. Op basis van de Nationale wet 2/86 dient de Guardia Civil alle wegen, kusten, grenzen, havens, luchthavens en bijzondere installaties te bewaken. De belangrijkste taak op Barajas is gericht op inspectie van passagiers en bagage, toegangscontroles en surveillance, ook van de randgebieden van de luchthaven. De inspectie van bagage van vertrekkende passagiers heeft een vlucht genomen na de opbouw in verschillende verdragen, Chicago 44, Tokio 69, Den Haag 70, Montreal 71, Montreal 88 en EU-regelgeving 2320/2002, 622/2003, 68/2004 en 118/2004. De Nationale wet 21/03 en het Koninklijk Decreet 57/2002 implementeren de belangrijkste regelgeving. De Guardia Civil laat zich bij de controle van de luchtzijde ook bijstaan door private partijen. De werkzaamheden zijn gebaseerd op tweejarige contracten met het ministerie voor Binnenlandse Zaken en Aena. De private partijen spelen vooral een rol bij de scanpunten van handbagage en passagiers. Daarbij neemt de Guardia Civil alleen de supervisie en het doorzoeken van de bagage voor haar rekening, alsook het at random fouilleren bij de zogenoemde Punto inspeccíon aleateoria continua (piac). De private partijen bedienen veelal ook de schermen met de beelden van de bagage, volgens het TIP-protocol (TIP; Threat Image Projection). De inspecties voor luchthavenpersoneel zijn dezelfde als voor passagiers. Dat geldt ook voor cabinepersoneel. Vluchten naar de Verenigde Staten en Israël (EL Al-vluchten) kennen extra maatregelen, waaronder extra tomografisch onderzoek (röntgenfotografie waarbij slechts één vlak scherp wordt afgebeeld). Alle cabinebagage wordt gecontroleerd. Dat geldt ook voor transitbagage uit derde landen. Bij transitbagage op Schengen-vluchten en nationale vluchten vindt controle alleen op verzoek van de luchtvaartmaatschappij plaats. Alle bagage volgt een ASLT-check (automatic system for luggage treatment), met vijf inspectieniveaus: 1. automatische inspectie op moleculair gewicht 2. inspectie door beveiligingspersoneel 3. controle door de Guardia Civil 4. samenbrengen van bagage en passagier en een politieprocedure 5. safe transport and controlled blow up (zgn. TEDAX). In 2004 zijn 15 455 163 stuks bagage geïnspecteerd met deze ASLT-check, waarvan 2 293 het vierde niveau hebben gehaald. De Douane afdeling van de Guardia Civil bij aankomende vluchten inspecteert passagiers van Schengen-vluchten en nationale vluchten at random. Van de derde landen is het veelal at random en bij risicovluchten worden alle passagiers gecontroleerd (vooral Zuid-Amerika). Transitpassagiers worden eveneens aan controle onderworpen. Hetzelfde geldt voor (hand)bagage bij derde landen. Barajas is bekend met drugsmokkel, zij het dat het om een gesteld relatief probleem gaat. Enkele bolletjesslikkers, de zogeheten boleros, per maand uit Amsterdam, drie á vier per dag uit vooral Brazilië en Colombia. Gecon-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
5
stateerd zou kunnen worden dat als gevolg van de 100 procentcontroles in Nederland mogelijk meer Nederlanders in Spaanse gevangenissen zitten dan voorheen. Verder richt de Guardia Civil zich op valse munterij (14 060 256 inbeslaggenomen euro’s in 2004), beschermde diersoorten (CITES) en (steek)wapens. De Guardia Civil controleert de buitengrenzen van de luchthaven met dubbele hekwerken, infrarood camera’s, surveillance, videocamera’s en alarmsystemen.
Luchthavenpassen De Aena geeft de luchthavenpassen uit, maar de Guardia Civil speelt daarbij een belangrijke rol. Het gaat om 33 000 passen per jaar, waarvan 30 000 voorlopige. De Guardia Civil doet daarvoor het antecedentenonderzoek. De Spaanse regelgeving is nog niet aan alle Europese vereisten aangepast, waaronder Schengen-regelgeving. Daarvoor is nationale aanpassing van vooral databeschermingsregels nodig. Zo kan op dit moment geen gebruik gemaakt worden van politiegegevens. De Guardia Civil geeft aan dat wachten op aanpassing langs nationale weg te lang duurt. De hoop is gevestigd op nieuwe EG-regelgeving met directe werking. Aena geeft overigens een goede relatie met de Spaanse veiligheidsdienst CNI en ook de eigen veiligheidsdiensten van de Policía Nacional en de Guardia Civil spelen een belangrijke rol. En langs die weg komt het met de uitwerking van de antecedentencontrole goed. 20 oktober 2005
Madrid Rondleiding nieuwe terminal en satelliet terminal, Neuva Area Terminal (NAT; T4 en T4a). In aanwezigheid van de directeur van de Luchthaven Barajas, het Hoofd afdeling Veiligheid Luchthaven, het Hoofd van de Guardia Civil op de Luchthaven en het Hoofd van de politie van Barajas en van de zijde van HM Ambassade, HM Ambassadeur, de Gevolmachtigd Minister en de KMar Attaché Het nieuwe hoofdgebouw van de architecten Rogers en Lamela is gelegen in het noordelijke deel van de luchthaven. Het zal meer dan 35 miljoen passagiers per jaar aan moeten kunnen, uitgaande van de eerder genoemde verwerkingscapaciteit van 10 400 passagiers per uur. In het gebouw is alles opgenomen, zoals het inchecken, de veiligheidscontroles, het boarden met directe toegang tot het vliegtuig, het ontschepen, het inzameling van bagage, de controle van douane en commerciële activiteiten (winkels) et cetera. De nieuwe terminal heeft een oppervlakte van 470 261 m2 op zes niveaus: drie voor incheck, veiligheidscontroles, het inchecken en inzamelen van bagage, en drie bestemd voor onderhoud, afhandeling van bagage en de pendel tussen terminals. Het gebouw bestaat uit drie gescheiden blokken. In het eerste blok (facturador) zijn 174 incheckbalies, twee daarvan zijn voor speciale bagage. In de tweede (procesador) zullen de veiligheidscontroles worden uitgevoerd (op 26 plaatsen) en een deel van de commerciële bedrijven worden gevestigd. In derde (dique) zal het boardgebied zijn, met 38 terminals voor nationaal verkeer en Schengenvluchten. De satelliet terminal T4a, met dezelfde architectonische kenmerken als het hoofdgebouw, zal de capaciteit hebben om vijftien miljoen passagiers te verwerken. De terminal T4 richt zich vooral op luchtvaartmaatschappijen uit de OneWorld alliantie. Het bestaat uit twee gescheiden blokken, één voor aankomende en vetrekkende passagiers en een andere voor de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
6
paspoortcontrole en commerciële bedrijven. Beide blokken tellen drie niveaus. De satelliet, heeft een oppervlak van 286 984 m2, het zal 26 terminals krijgen, voor de passagiers van alle internationale vluchten (niet Schengen). Voor paspoortcontrole zijn 24 punten ingericht voor vetrekkende passagiers en 36 voor binnengekomen passagiers. De nieuwe terminal zal met de satelliet worden verbonden door een ondergronds geautomatiseerd treinsysteem, een zogenoemde Tren Automático Subterráneo of Automatic People Mover (APM) die het nieuwe hoofdgebouw met de satelliet verbindt. De pendeltrein zal zonder bestuurder worden geleid door een ondergrondse tunnel met twee haltes: één gevestigd in het hoofdgebouw, met twee platforms en één in de satelliet, met een centraal platform. De pendeltrein zal 24 uren per dag gebruikt kunnen worden en overbrugt een afstand van 2100m. De APM heeft zes treinen, die met een maximale snelheid van 60 kilometers per uur, ongeveer 13 000 passagiers per uur aankan (6500 mensen per uur, één richting). Dit aantal zou tot 10 000 mensen in elke richting kunnen worden uitgebreid. De reistijd tussen de haltes is een kleine vier minuten, met een frequentie van twee minuten in piekuren en een stop van 30 seconden per halte. Het nieuwe hoofdgebouw is ontworpen met een geautomatiseerd systeem van afhandeling van bagage, Sistema Automático de Transporte de Equipajes (SATE), dat het mogelijk maakt om 16 500 stuks per uur te verwerken. SATE kent een lay-out van 91,3 kilometers, waarvan 41,3 met hoge snelheid. SATE start bij de 172 incheckbalies, verdeeld over negen «eilanden». Naast deze functies, zal SATE ook de veiligheidsinspectie van honderd procent van de bagage in de nieuwe terminal moeten vergemakkelijken. Er zijn 31 scans voor een veiligheidscontrole van bagage in SATE opgenomen. Het platform rond het hoofdgebouw zal na de uitbreiding een oppervlakte van 841 000 m2 hebben en biedt plaats aan 60 vliegtuigen. Het platform rond de satelliet is aanzienlijk groter: 1 680 000 m2. Het platform kent wel minder posities met slurven, namelijk 26. De beveiliging wordt gecoördineerd vanuit één grote centrale ruimte. Alle politiediensten en de luchthavenautoriteiten zijn daar gezamenlijk aanwezig. Zij kunnen de duizenden camera’s met ook gezichtsherkenning en voertuig- en kentekenherkenning bedienen op de tientallen breedbeeldschermen op de muren en de 70 werkplekken. Opschalinghandelingen, supervisie en coördinatie zijn vrij eenvoudig, ook tussen de diensten onderling.
Parijs Gesprek op het luchthaventerrein van Charles de Gaulle te Roissy met de Sous-Préfet, de Controleur-général de la Police aux Frontières, de Commandant de la Gendarmerie des transports Aériens, de Directeur Interrégional des Douanes et droits indirects, de onderdirecteur van de Aeroports de Paris, in aanwezigheid van de Commandant de Police en van de zijde van HM Ambassade, de Raad voor Politiële samenwerking en Binnenlandse Zaken en de Eerste Secretaris politieke zaken De luchthaven Roissy-Charles de Gaulle ligt 30 kilometer ten noordwesten van Parijs. Het bedrijf Aeroports de Paris stuurt deze luchthaven en de luchthavens Le Bourget en Orly aan. Aansturing van de veiligheidsketen loopt via het ministerie van Binnenlandse Zaken (Ministère de l’Intérieur
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
7
et de l’Aménagement du territoire). In maart 2003 heeft de minister van Binnenlandse Zaken, Sarkozy, de heer Lebrot benoemd op de post van Sous-Préfet spécialisé pour les problèmes de sécurité dans les aéroports de Paris. Hij werkt onder de Prefect van Seine-Saint Denis. Een Prefect is een soort liaison van de Centrale overheidsinstanties en heeft vergaande bestuurlijke bevoegdheden op vooral administratief en economisch terrein. Hij waarborgt de handhaving van de openbare orde, de veiligheid van personen en goederen. Hij is ook met de toepassing van weten de regelgeving belast. De Prefect is de enige bestuurlijke vertegenwoordiger van de regering in de Departementen. Hij kan met autoriteit optreden namens de ministers en dus achtereenvolgens of gelijktijdig optreden namens verschillende ministers. Hij heeft een vorm van doorzettingsmacht. Aardig voorbeeld was de reden waarom de heer Lebrot wat verlaat was bij de bijeenkomst. Hij moest vlak voor de bijeenkomst namens Le Ministère de la Santé et des Solidarités, het ministerie voor Volksgezondheid, binnen de Parijse luchthavens de net actuele problematiek rond de grippe aviaire, de vogelgriep, aanpakken. Op 22 december 2003 heeft de minister van Binnenlandse Zaken namens de Staat een contract gesloten met Aeroports de Paris, luchtvaartmaatschappijen en enkele ondernemingen. Het contract realiseert een samenwerking op het gebied van de verbetering van veiligheid en beveiliging van de Parijse luchthavens, waaronder Roissy-Charles de Gaulle dat jaarlijks 51,3 miljoen (2004) passagiers ontvangt. Het contract regelt daarvoor de verplichtingen. Als belangrijkste toeristenbestemming van de wereld ontvangt Frankrijk elk jaar tientallen miljoenen personen (128 miljoen passagiers in 2003). Verschillende politiediensten dragen bij aan de relatieve rust van deze vrij massale verplaatsingen en proberen om de veiligheid met commerciële activiteiten te verenigen. Na de aanslagen van Madrid, is het alarmeringssysteem Vigipirate van de code geel op code oranje overgegaan (geel < > oranje < > rood < > scharlaken). Daarmee zijn na 12 maart 2004 op de belangrijkste luchthavens meer functionarissen, ook militair personeel, aanwezig. De Sous-Préfet kan gebruik maken van militairen voor civiele taken. Zo zijn bijvoorbeeld bij de metrolijnen naar de luchthavens militairen van bijvoorbeeld de Armée (landmacht) gestationeerd. Het Directoraat-Generaal van de burgerluchtvaart van het (Ministerie van Transport) heeft een coördinerende functie en werkt de regelgeving uit, waaronder de regelgeving van Internationale organisaties, de EU et cetera. De coördinerende functie heeft plaats in de interministeriële werkgroep JIS. Het zwaartepunt van de coördinatie is na 2003 wel deels verlegd naar: de Sous-Préfet, die naast lokale ook landelijke belangen dient. De lokale veiligheids commissie wordt voorgezeten door de SousPréfet, met maandelijks een controlethema. De commissie werkt met een afwisselende bottom-up en top-down benadering, goed. De Sous-Préfet wijst vluchten aan die naast EL Al en Amerikaanse maatschappijen extra beveiliging nodige hebben. Het gaat om 200 tot 500 vluchten per jaar. Er is een soort CTinfobox. Gegevensuitwisseling is mogelijk, maar niet met de veiligheidsdienst, Direction de la surveillance du territoire, DST, en militaire diensten. Bestandsuitwisseling geschiedt wel vaker. Internationale informatie loopt via Europol, horizontaal én verticaal. De eenheid voor antiterrorisme (UCLAT), die zowel uitvoerend als adviserend opereert, werkt goed. Het heeft een snelle structuur en is zeer operationeel.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
8
De Sous-Prefet geeft ook de toegangspassen uit, met persoonsgegevens, foto en biometrische gegevens. Op de passen staan autorisatiecodes voor toegang tot verschillende zones en gebieden. Ook de geldigheidsduur staat vermeld. Voor een antecedentencontrole wordt gebruik gemaakt van administratieveen politieregisters. Een blanco strafblad is een vereiste, maar ook de vraag of iemand anderszins een bekende van de politie is, speelt een rol. Ook andere aspecten spelen een rol bij weigering tot verstrekking van een pas, zoals een vakantie naar Afghanistan. De betrokkene kan tegen een weigering in administratief beroep gaan. De magistraten die de weigering beoordelen, zijn na de aanslagen in Londen duidelijk voorzichtiger geworden, hoewel de staat nog steeds wel eens in het ongelijk wordt gesteld. Er zou sprake zijn van een wetswijziging waarbij de weigering niet meer gestaafd hoeft te worden. Het gaat om 80 000 passen, en inclusief een verloop: 100 000. De passen zijn maximaal drie jaar geldig. Na de vervaldatum worden alle onderzoeken weer uitgevoerd. Ook maakt men gebruik van steekproeven. Er is een aparte eenheid die at random screent. Elke politieagent moet op patrouille enkele personen controleren, waarmee circa 1000 personen dagelijks een extra pascontrole ondergaan. De politieagenten kijken naar de zone de persoongegevens op de pas en die op de identiteitskaart van betrokkene. Een en ander kan gevolgen hebben voor verdere controle op persoon, zone of dienst. Private beveiligingsdiensten controleren at random personen, bagage en auto’s. Werknemers van die diensten hebben twee werkvergunningen nodig, van de Prefect én van de Procureur. Zij staan onder toezicht van Gendarmerie, Douane et cetera. Verantwoordelijk is de dienst zelf en Aéroports de Paris als opdrachtgever. Ook vinden er regelmatig nationale controles plaats evenals de gebruikelijk internationale controles, van bijvoorbeeld de EU. Daarbij wordt gebruikgemaakt van dezelfde methoden, indicatoren en parameters. De aanslagen in New York van 11 september 2001 hebben een versterking van de hulpmiddelen tot gevolg gehad. De wet van 15 november 2001 heeft aan de veiligheidsagenten meer onderzoeksmogelijkheden gegeven. Het uitrustingsprogramma van de luchthavens werd aanzienlijk uitgebreid, ook om de controle van 100 procent van de bagages te kunnen realiseren. Ook nieuwe technologieën worden toegepast: SINDBAD: een database van de Police aux Frontieres, PAF, met meer dan 1000 documenten van 130 landen. Deze database kan aangepast worden voor verplichtingen die voortkomen uit de toekomstige Europese database FADO (False and Authentic Documents). COVADIS: een geautomatiseerd controlesysteem bestemd voor de analyse van de grensdocumenten. Het personeel van de PAF kan daarmee snel documenten scannen, in het bijzonder het nieuwe Europese paspoort, en het bestand van gesignaleerde personen raadplegen. Ook de inzet van biometrische gegevens groeit progressief. Op korte termijn zullen de biometrische technieken zowel op het niveau van de toegangscontroles in de beveiligde zones als controles bij het boarden (chips op de paspoorten en de nationale identiteitskaarten, digitale afdrukken, iris- en gezichtserkenning) op bredere schaal worden ingezet. Een airmarshal (gewapend) in de vliegtuigen is een norm die de Verenigde Staten stelt en ook al in enkele andere landen ingang vindt, zoals Duitsland, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Anderen overwegen deze mogelijkheid, zoals Spanje en Portugal. Wat Frankrijk betreft wordt dit hulpmiddel op specifieke en beperkte wijze ingezet, op enkele vluchten. De beslissing om een airmarchal gewapend aan boord te laten, kan alleen worden gerechtvaardigd door inlichtingen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
9
van gespecialiseerde diensten, waaronder de eerder genoemde veiligheidsdienst DST. De DST is in 1944 als politiedienst opgericht om de activiteiten van spionage en de inmenging van de buitenlandse machten op de gebieden die onder de Franse soevereiniteit vallen, te bestrijden. De taken zijn nadien aangepast en uitgebreid. De grenspolitie, de al genoemde Police aux Frontières (PAF), een in 1999 opgericht onderdeel van de Police National, neemt veel politietaken op het terrein van veiligheid en openbare orde en bestrijding van de illegale immigratie op de grote Franse luchthavens op zich. Zij registreren negen van de tien passagiers. De taken van de PAF omvatten daarmee – controle van het grensverkeer – bestrijding van onrechtmatige immigratie op het luchthavenplatform – algemene veiligheid en bescherming van de openbare orde – deelname aan de veiligheidstaken bij vluchten – uitvoering en bijstand aan de uitvoering van de maatregelen van verwijdering en uitzetting van vreemdelingen die niet gemachtigd zijn om Frankrijk binnen te reizen. De PAF houdt zich ook bezig met inspectie van passagiers en handbagage; Bepaalde entiteiten zijn rechtstreeks aan de Directeur-generaal van de Police Nationale verbonden, zoals de anti-drugseenheid (MILAD) en de al genoemde eenheid voor anti-terrorisme (UCLAT). Drugsbestrijding is op luchthavens echter toch vooral een Douane aangelegenheid. Alleen bij de bestuursrechtelijke beslissing om iemand toegang tot Frans grondgebied te weigeren, speelt drugs wel eens een rol. Maar eerder dan de PAF is daar weer een taak bij (het Parket van) de Procureur de la Republique neergelegd. Er zijn speurhonden voor drugs, wapens en explosieven. De PAF kan niet transigeren en moet altijd proces-verbaal opstellen. De Douane heeft wel meer mogelijkheden tot afdoening. Indien de PAF minder dan drie gram drugs aantreft, kan het Parket zelf een beslissing nemen. Men mag Frankrijk echter niet in. In het geval de PAF meer dan drie gram aantreft, moet de betrokkene aan de rechter worden voorgeleid en krijgt hij of zij daarmee toegang tot Frans grondgebied. De PAF werkt goed samen met Nederland. De PAF signaleert steeds meer Zuid-Amerikanen die doorreizen naar Nederland. Een visumplicht voor Bolivia en Colombia zou heringevoerd moeten worden. De Gendarmerie Nationale heeft een militaire status en doet voor 95% politietaken. Haar werkterrein omvat 95% van Frans grondgebied en ziet op 50% van de bevolking. Zij hebben bestuursrechtelijke taken op genoemde 95% van het grondgebied en juridische taken op het gehele grondgebied. De Gendarmerie des Transport Aériens (ressorterend onder het ministerie van Defensie, gedetacheerd bij het ministerie van Transport) is in 1953 opgericht en controleert de beveiligde luchtzijde; onder de Gendarmerie valt ook de PSIG, een dienst met honden, scherpschutters, recherche en anti-terrorisme eenheden. De Gendarmerie levert ook de verkeerspolitie op de luchthaven (veel alcoholcontroles), de gerechtelijke politie, rampenbestrijdingseenheden (in 2004: 110 ongelukken, vooral ultra light vliegtuigjes) en de service honneur voor VIP’s. 85% van de taken ziet op veiligheid en beveiliging. De Douane (ressorterend onder het ministerie van Financiën) neemt de controle van de vracht (goederen) en de ruimbagage voor haar rekening. De Douane heeft een economische taak, een fiscale taak en een beschermende taak. Die laatste taak ziet ook op het onderscheppen van drugs. Zij richt zich op passagiers, vracht en medewerkers op het luchthaventerrein. Zij controleert bij het uitstappen uit vliegtuigen uit derde landen. Zij controleert in uniform en in burger in de aankomsthal en bij de bagage-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
10
afhandeling, zowel in het openbare als het afgesloten gedeelte. In toenemende mate is sprake van targeting: gerichte controle van passagiers aan de hand van informatie van luchtvaartmaatschappijen. Risicovluchten zijn de vluchten uit de zogenoemde DOM-TOM’s, de overzeese gebiedsdelen.1 Ook vluchten vanuit Latijns-Amerika, vaak via Afrikaanse landen. Ook Madrid-Parijs en vice versa zijn beruchte vluchten, zij het dat die niet worden gecontroleerd. De «DOM-TOM-vluchten» liggen gevoelig, het zijn immers min of meer binnenlandse vluchten. Omdat de aanpak en organisatie in bijvoorbeeld Guadeloupe en Martinique dezelfde is als in Frankrijk levert dat wel veel voordelen op. Dat zou anders zijn met de verhouding Nederland – Nederlandse Antillen. De Douane wijst overigens nog op het gegeven dat Frans Sint-Maarten (Saint-Martin2) geen overzees gebiedsdeel zou zijn. Daar komt veel drugs vandaan en daarop wordt scherp gecontroleerd. Profilering van passagiers geschiedt op basis van atypische profielen. Wat betreft bolletjesslikkers zou het gaan om 150 per jaar. Andere vormen van drugstransport meegerekend, gaat het om meer passagiers. De 100 procentcontroles in Nederland hebben geen verschuivend effect. Er is wel een toename van cocaïne vervoer in koffers, oplopend tot meer dan 50%, van 400 kilo naar 1000 kilo. Dat is weinig in vergelijking met Nederland en Spanje. De grootste drugsvangsten in Frankrijk vinden plaats op de luchthavens, in het bijzonder Charles de Gaulle, Orly en Rochambeau (Frans Guyana). De Douane constateert een criminele leergang bij personeel op het luchthaventerrein. De leergang start bij de invoer en heling van namaakartikelen en krijgt vervolg in de handel in drugs. Aangescherpte controles op stations en aanvoerwegen hebben effect. Gesprek met de ondervoorzitter van de Commission des lois uit de Assemblée Nationale, de heer Geoffroy (Kamerlid voor het district Seine-et-Marne), in het Palais Bourbon, zetel van de Assemblée Nationale, in aanwezigheid van de Raad voor Politiële Samenwerking en Binnenlandse Zaken en de Eerste Secretaris politieke zaken De Commission des lois constitutionnelles, de la législation et de l’administration générale de la République (verder Commission des lois) is één van de zes vaste commisies uit de Assemblée. Relevant voor het onderwerp van het gesprek zijn overigens ook de Commission de la défense nationale et des forces armées, de Commission des affaires économiques, de l’environnement et du territoire en de Commission des finances, de l’économie générale et du Plan.
1
De status van al deze départements et régions d’outre-mer (DOM en ROM), territoires d’outre mer (TOM) en pays d’outre-mer (POM) maar ook de collectivités d’outre-mer (COM) of collectivités sui generis zijn na een aanpassing van de Grondwet op 28 maart 2003 niet direct inzichtelijk. Niet alle gebiedsdelen zijn onderdeel van de EU en zij hebben steeds verdergaande autonome bevoegdheden. 2 Het Franse deel (Saint-Martin) viel onder het departement Guadeloupe, maar koos op 7 december 2003 bij referendum voor zelfbestuur.
Vrijwel alles wat met securité en sûreté te maken heeft, valt toch vooral onder de Commission des lois. De Commission des lois heeft geen rol of functie in het kader van de JBZ-raad als het gaat om een vorm van mandatering van de minister vooraf. Zij is naar eigen zeggen vaak laat in de controle van voorstellen maar ook in het kader van de controle van de implementatie van Europese regelgeving. De afgevaardigden en de regering hebben het recht om de wetgeving op te stellen. De wetsvoorstellen van de zijde van de regering worden projets de loi genoemd. Initiatiefwetsvoorstellen propositions de loi. In de meeste gevallen worden de wetsvoorstellen in handen gesteld van één van de zes vaste commissies. Zij kunnen één of meerdere andere vaste commissies om advies vragen. Commissies benoemen in de regel een rapporteur. Wetgeving op het terrein van veiligheid en beveiliging van luchthavens is vooral gerelateerd aan terrorismebestrijding. 11 september 2001 was ook
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
11
in Frankrijk een omslagpunt, ondanks de ruime «ervaring» met terroristische acties, denk bijvoorbeeld aan Algerijnen, Corsicanen en Basken die zich veelvuldig hebben ingezet voor terroristische acties op Frans grondgebied. De Franse ervaring met terrorisme gaat daarmee terug tot de jaren ’60, met de Organisation de l’Armée Secrète (OAS). In zoverre verschilt Frankrijk niet van Spanje en Engeland. Twee tijdelijke wetten en een wetsvoorstel zijn relevant. De tijdelijkheid en dus de horizonbepaling in de wetten is overigens ongebruikelijk in Frankrijk. De tijdelijke wet van 15 november 2001 (2001–1062) ziet op de binnenlandse veiligheid en kent veelsoortige bepalingen. Zo biedt het een juridische grondslag voor de beveiliging van private ondernemingen en videosurveillance op straat bij gebedshuizen en warenhuizen bijvoorbeeld. Ook regelt de wet identiteitscontroles in de transnationale treinen, videotoezicht in de metro, op de luchthavens en op stations, de bewaarplicht van elektronische communicatie (ook gericht op Internet providers) en automatisch toezicht op voertuigen in bepaalde risicogebieden. De tijdelijke wet van 18 maart 2003 (2003–239) richt zich onder meer op verdergaande bevoegdheden om het ICT-systeem met de naam STIC, Système de Traitement des Infractions Constatées, te gebruiken. Het STIC koppelt politie- en justitiebestanden en voegt daar persoonsgegevens uit administratieve bestanden aan toe. Een nieuw wetsvoorstel wordt binnenkort verwacht, het Projet de loi relatif à la lutte contre le terrorisme et portant dispositions diverses relatives à la sécurité et aux contrôles frontaliers. Het ziet op antiterreurregelgeving die het voor de politie verdergaand mogelijk maakt om informatie over burgers in te winnen. Telefoon- en internetverkeer zal sneller kunnen worden afgetapt en er mogen videocamera’s in het openbaar worden opgehangen. Verder mogen terreurverdachten volgens het voorstel langer worden vastgehouden zonder aanklacht. Ook regelt het een hogere strafbedreiging. De wetten en wetsvoorstellen op het terrein van terrorismebestrijding richten zich op de persoon van de terrorist en dat raakt de individuele vrijheid van personen en brengt mogelijk een constitutionele inbreuk mee. Verder is er een tendens dat immigratieregels en antiterrorismewetgeving samenkomen. Strategische en fragiele plekken in de grensbewaking zijn ook vanuit het oogpunt van terrorismebestrijding relevant. Probleem blijft de inhaalslag van wetgeving op de voorsprong der techniek.
1
Artikel 421-2-1 Code Penal: «Constitue également un acte de terrorisme le fait de participer à un groupement formé ou à une entente établie en vue de la préparation, caractérisée par un ou plusieurs faits matériels, d’un des actes de terrorisme mentionnés aux articles précédents».
Relevant is de verdergaande preventieve functie van het strafrecht. Op het delict samenspanning1 staat thans tien jaar. Dat wordt 15. Provisionele detentie wordt steeds meer mogelijk gemaakt. Iets dergelijks geldt voor voorlopige hechtenis, waarbij ook hechtenis voor de duur van vier jaar wordt genoemd bij verdenking van een misdrijf, gepleegd met een terroristisch oogmerk. Verder speelt een rol dat de inlichtingendiensten vrijwel allemaal politiediensten zijn. Dat maakt het eenvoudig om de strafwaardigheid van gedrag als begin van bewijs op een steeds vroeger moment te bepalen, de strafbaarstelling van ideeën. Individuele vrijheid is niet altijd meer de grens. De heer Geoffroy stipt nog een aspect aan. Namelijk het gegeven dat alleen de rechter inzage heeft in alle stukken betreffende een terrorismezaak waarin gegevens van inlichtingendiensten een rol spelen. De magistratelijke overtuiging, althans de invulling van het begrip overtuigend bewijs, berust op een niet te controleren veronderstelling. Dat is een lacune, ook vanuit Europees perspectief.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
12
Gesprek bij de Direction des Affaires Criminelles et des Grâces van het Ministerie van Justitie, in het gebouw van de Garde des Sceaux, het Hôtel de Bourvallais aan de Place Vendôme, in aanwezigheid van de Justitie Raad Van Erve, de Raad voor Politiële Samenwerking en Binnenlandse Zaken en de Eerste Secretaris politieke zaken De onderdirecteur van de Direction des Affaires Criminelles et des Grâces geeft aan dat wetgeving en beleid gericht op de veiligheid en beveiliging van luchthavens vooral een afgeleide is van de terrorismewetgeving. Het is die wetgeving en de plaats in het Franse (straf)recht die de Dienst met de delegatie zou willen bespreken. Terrorisme is universeel en Frankrijk heeft helaas al 20 jaar recente ervaring met het fenomeen. De wetgeving is – net als in Nederland – vooral geïncorporeerd in het commune strafrecht. De strafrechtwetgeving is thans vrijwel compleet en de procedures efficiënt. Er zijn twee lijsten met strafwaardig terroristisch handelen, één voor handelingen in groepsverband en één voor individueel handelen. Het gaat vooral om oogmerkdelicten. Delicten waarbij geen sprake is van schuld maar van opzet in de vorm van oogmerk, bijvoorbeeld gericht op het ondermijnen van de ordre public. Het strafwaardig handelen moet uit feiten volgen niet uit gedachten. Een discussie over de grensvervaging tussen feit en gedachte is in veel landen te zien, vanuit de wens het strafrecht (eerder) in te zetten tegen vermeende terroristen. De strafvorderlijke procedure is voor terroristische misdrijven gecentraliseerd, in Parijs. Een nieuw wetsvoorstel ziet ook op centrale tenuitvoerlegging van straffen, in Parijs. Thans is er concurrerende competentie, vooral met Corsica en Baskenland. Parijs trekt via het Tribunal de Grande Instance zaken naar zich toe. Centralisering heeft ook met beveiliging te maken. Beveiliging van stukken, magistraten en rechters bijvoorbeeld. De strafvorderlijke procedures zijn standaard. Er is voor terroristische misdrijven geen specialis in het leven geroepen. Uitzonderingen in de strafvordering bestaan er bij de inverzekeringstelling (die is langer mogelijk) en het gegeven dat een op verdenking van terroristische misdrijven aangehouden persoon pas na 72 uur in aanmerking komt voor toevoeging van een advocaat: een vorm van incommunicado-bewaring, voorlopige hechtenis waarbij de verdachte alle contact met de buitenwereld wordt onthouden. Een actueel debat is of de periode van bewaring naar zes dagen kan worden gebracht. Een voorstel behelst een verlenging van de voorlopige hechtenis bij aanvang, ook om vervoer naar Parijs te verdisconteren in de termijn. Nu is dat «verloren» tijd. Internationale uitwisseling van gegevens is een andere vertragende factor op grond waarvan het mogelijk zou moeten zijn om de hechtenis langer dan nu gebruikelijk is te laten voortduren. Afluisteren is mogelijk na verlof van de Juge d’instruction, de onderzoeksrechter. De termijn is relatief kort, 15 dagen met een verlengingsmogelijkheid. Er is dan nog niet altijd een gerechtelijk vooronderzoek gestart. Rechterlijke controle geschiedt door de Juge de la liberté et de la detention. Een functie die bij wet van 15 juni 2000 in het leven is geroepen. Het betreft (vice-)presidenten van rechtbanken die oordelen over de rechtmatigheid en doelmatigheid van voorlopige maatregelen, zoals de détention provisoire.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
13
Rondleiding Roissy-Charles de Gaulle bij de Douane, de hondenbrigade en een controle aan de gate door de Police Nationale, in aanwezigheid van de Commissaris van politie, en van de zijde van HM Ambassade de Raad voor Politiële Samenwerking en Binnenlandse Zaken en de Eerste Secretaris politieke zaken
Douane De Douane werkt met een ICT-systeem om gericht op drugs te zoeken. Het systeem wordt gevoed – op vrijwillige basis – door luchtvaartmaatschappijen. 30% van de luchtvaartmaatschappijen werkt mee, het gaat in het bijzonder om Air France en Iberia. De Douane wijst in dit kader op het belang van een EU-aanpak. De eerste stap op basis van het systeem is het inzien van de lijst met transitgegevens, eindbestemmingen en stoelnummers. Zij kijken naar afwijkende patronen, zoals tickets, laat inchecken en veel of juist weinig bagage. Vervolgens kijken zij op naam. Zij krijgen dan een dossier met vluchthistorie op persoon, bagage et cetera. Alles met de gebruikelijke engelse codes. Voorts werken zij met een intern know-how systeem met bijvoorbeeld reisbureaus op een grijze of zwarte lijst. Het systeem wordt 24 uur per dag gebruikt voor systematische controle. Er zijn 30 man per terminal beschikbaar voor uitvoerend werk. Een vrije uitwisseling van gegevens is niet mogelijk, gerichte uitwisseling wel. Een koppeling met de bestanden van bijvoorbeeld de Gendarmerie is er niet. Paspoortcontrole in de slurf werkt goed, vaak ook veel bijvangst: de zenuwachtige passagiers in de rij zijn er zo uit te pikken.
Hondenbrigade Op één van de cargoterreinen laat de speurhond Otto zien wat hij kan. Het is een voorbeeld van de standaard controle van uitgaande vracht op explosieven. Ditmaal met een kleine hoeveelheid springstof in een buisje, als lokaas. Vanwege de combinatie van een zowel actief karakter als een groot reukvermogen worden vooral herders getraind als speurhond. De Police Nationale heeft honden van een hondenschool uit de Dordogne, met 50 privaat getrainde honden. Een speurhond wordt getraind op het herkennen van één specifieke geur. De hond kan dat in het geval van explosieven aan de hand van basisgeuren die in explosieven aanwezig zijn. Hij kan (combinaties van) explosieven of springstoffen waarnemen en richt zich op ontplofbare vaste stoffen. De explosieven-speurhond is ook geschikt voor het zoeken naar wapens. De hond zal bij een vondst niet blaffen of goederen aanraken omdat dat juist een explosie kan veroorzaken. De Police National werkt op Roissy-Charles de Gaulle met vijf honden, ook omdat als de hond ziek is de geleider niet werkt en als de geleider ziek is, de hond niet kan worden ingezet. Als een speurhond gewoon ademt, ruikt hij niet op volle sterkte. Als hij gaat speuren verandert de ademhaling. Deze wordt sneller. Een speurhond kan om die reden niet lang achtereen ingezet worden.
Gatecontrole De delegatie woont een paspoortcontrole aan de gate bij, afgenomen door de PAF. Het betreft een vlucht uit Tunesië. Dat geldt als een risicovlucht. Vooral transitpassagiers worden ondervraagd. Zo ook de vijf passagiers met een ticket naar Sjanghai, China.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
14
Reizend met alleen handbagage, waaronder veel etenswaren, is het een opvallend gezelschap. Betrokkenen worden door de Police naar de gate van de aansluitende vlucht naar Sjanghai gebracht en tot en met het boarden begeleid. Mochten zij, zoals valt te verwachten, vanuit Sjanghai direct retour worden gezonden, dan worden zij weer bij de gate opgewacht en begeleid naar hun aansluitende vlucht. Deze handelwijze voorkomt dat risicopassagiers «verdampen» in de enorme transitruimte van het vliegveld en op die manier illegaal Frankrijk – en dus het EU-Schengengebied – binnenkomen. PROGRAMMA Woensdag 19 oktober 08:00 uur 09:25 uur MADRID 11:55 uur
12:00 uur
12:15 uur
13:15 uur 13.45 uur
14:30 uur 16:00 uur 17:00 uur 18.00 uur 19.45 uur 20:00 uur
PM
Vertrekhal 2 Vlucht naar Madrid
Aankomst Madrid Barajas, ontvangst door Gevolmachtigd Minister en Kmar-Attaché en Commandant Guardia Civil aan de gate/bagageafhandeling • Ontvangst Hoofdkantoor AENA op Barajas, welkomstwoord door Directeur Luchthaven • Aanvang Programma Luchthaven Barajas, tot stand gekomen in samenwerking met de Staatssecretaris van Veiligheid, de Commandant van de Nationale Politie (CPN), de Commandant van de Guardia Civil en de luchthavenautoriteiten (AENA) Presentatie over passieve technische veiligheid op de Luchthaven (AENA). Organisatie, controlesystemen, technische hulpmiddelen, beveiliging, ook aan de buitengrenzen van het luchthaventerrein Olv: 1. De directeur van de Luchthaven Barajas 2. Het Hoofd afdeling Veiligheid Luchthaven 3. Het Hoofd van de Guardia Civil op de Luchthaven 4. Het Hoofd van de politie van Barajas (CNP) Presentatie immigratie-emigratie, beveiliging publiek gebied (CNP) • Presentatie door Hoofd afdeling Veiligheid Luchthaven • Bezoek aan relevante onderdelen van terminals 1,2,3, vertrekhal en aankomsthal, platform, beveiligd gebied, airside, landside Lunch in Restaurant Madroáo op de luchthaven, aangeboden door de Ambassade Bezoek aan zgn. filters in bagagecontrole, van afgifte tot opslag of transport naar de vliegtuigen Bezoek paspoortcontrolepunten en punten voor veiligheidscontroles Vervoer naar hotel Verplaatsing van hotel naar de Residentie Receptie op de Residentie, op uitnodiging van HM ambassadeur Baron S. van Heemstra en zijn vrouw. Uitgenodigd zijn ook: de Spaanse organisatoren (Guardia Civil, nationale politie, binnenlandse zaken, autoriteiten vliegveld), een aantal immigratie-liaisons van andere ambassades en de voorzitters en vice-voorzitters van de commissies voor Justitie en Binnenlandse Zaken van het Spaanse Congres van Afgevaardigden en fractiewoordvoerders. Retour hotel, Vrij avondprogramma
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
15
Donderdag 20 oktober 08.15 uur
09:00 uur
12:15 uur 13:30 uur PARIJS 15.35 uur 16.30–18.30 uur
18.45 uur
Vrijdag 21 oktober 9.30 uur 10.00–11.00 uur
11.00–11.30 uur 11.30–12.30 uur
12.30–13.00 uur 13.00–15.30 uur
15.30–16.30 uur 16.30–18.00 uur
v.a. 18.00 uur 20.50 uur 22:05 uur
vertrek uit hotel met bagage, richting Terminal 2; aansluitend verplaatsing naar Terminal 4. In aanwezigheid van HM Ambassadeur • Ontvangst door de directie van het «Plan Barajas»; terminal 4 van Barajas die nog niet in gebruik is genomen. • Presentatie door de CGA (Centro de Gestión Aeroportuario, het luchthavenmanagements-centrum) Presentaties over de inrichting van de veiligheidsketen op de nieuwe terminal en sateliet. • bezoek/rondleiding. Vertrek naar terminal voor vlucht Parijs Vlucht naar Parijs
Aankomst delegatie luchthaven Charles de Gaulle Ontvangst Ambassadepersoneel aan de gate Rondetafelgesprek met de Franse «Luchthaven Veiligheid-top»: Jaques LEBROT, Sous-Préfet chargé de la sécurité aéroportuaire Jean-Yves TOPIN, Contrôleur général de la Police aux Frontières Frédérique NOURDIN, Commandant de la Gendarmerie des Transports Aériens Georges FRAGA, Directeur Interrégional des Douanes et Droits Indirects Adres: 6, rue des Bruyères, 95 Roissy Charles de Gaulle Contactpersoon: Commandant de Police Michel Siquot Vervoer naar hotel Vrij avondprogramma
Vertrek uit hotel met bagage Bezoek aan Assemblée Nationale op uitnodiging van de vice-voorzitter van de Commission des Lois, M. Guy Geoffroy Adres: Palais Bourbon, 126, rue de l’Université Verplaatsing naar Ministerie van Justitie Ontvangst Direction des Affaires Criminelles et des Grâces, Ministerie van Justitie (Salle du sous-sol de la DACG) Adres: 13, Place Vendôme Verplaatsing naar Residentie Lunch op uitnodiging van HM ambassadeur, Drs. Chr. M.J. Kröner met briefing over veiligheid en beveiliging luchthavens in Frankrijk met: • Jan Eric van den Berg (plv. CdP) – achtergrond & doelstellingen JBZ-cluster ambassade • Rob Gräeve (Politieraad) – Schets FR repressieve activiteiten mbt drugs • Cees Verhaeren (Politie attaché) • Kees Beaufort/Frouwe Ebbens (Douane attaché) • Henk Erik Sierink (Verkeersraad) • Marc van Erve (Justitieraad) samenwerking mbt de criminaliteit op de luchthavens F-NL tussen de hoofdofficieren van justitie • Helcha Prins (beleidsmedewerker JBZ) • Lise Gregoire-van Haaren (Eerste Secretaris Politiek) Vertrek naar Charles de Gaulle Rondleiding over de luchthaven Charles de Gaulle o.l.v. SCTIP Programma is maatwerk, afhankelijk van het rondetafelgesprek kunnen zwaartepunten worden aangegeven Contactpersoon: Commandant de Police Michel Siquot Inchecken retourvlucht vertrek Aankomst Schiphol
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 503, nr. 1
16