Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1994–1995
22 181
De situatie in Joegoslavie¨
Nr. 114
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 3 augustus 1995 De vaste commissie voor Defensie1 en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken2 hebben op 29 juni 1995 algemeen overleg gevoerd met minister Van Mierlo van Buitenlandse Zaken en minister Voorhoeve van Defensie over de situatie in voormalig Joegoslavie¨. Van het gevoerde overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissies De heer De Hoop Scheffer (CDA) constateerde dat de situatie in voormalig Joegoslavie¨ wederom is verslechterd. Over de rapid reaction force is verwijdering ontstaan tussen de Verenigde Staten enerzijds en de EU en de VN anderzijds. De CDA-fractie stemt overigens nog steeds in met het uitzenden van een rapid reaction force en gaat ervan uit dat mandaat en commandostructuur niet zijn gewijzigd. Dat de eenheid functioneert «under the direction» van Akashi en het VN-hoofdkantoor in New York heeft hopelijk niets van doen met de commandolijnen ter plaatse. Welke concessies zijn er gedaan om de gijzelaars vrij te krijgen en is inderdaad sprake geweest van een Franse alleingang? Stelt het vliegverbod nog iets voor als duidelijk blijkt dat de Bosnische Servie¨rs er zich weinig van aantrekken en een verzoek van generaal Smith om luchtaan-
1
Samenstelling: Leden: Mateman (CDA), Wolters (CDA), Korthals (VVD), voorzitter, Weisglas (VVD), H. Vos (PvdA), Van den Berg (SGP), Van Traa (PvdA), Van Gelder (PvdA), Zijlstra (PvdA), Hillen (CDA), Valk (PvdA), Sipkes (GroenLinks), Van Hoof (VVD), Bukman (CDA), Hoekema (D66), ondervoorzitter, Leerkes (Unie 55+), De Koning (D66), Vouˆte-Droste (VVD), Van den Bos (D66), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Verkerk, Van Waning (D66), Sterk (PvdA), Van den Doel (VVD). Plv. leden: Terpstra (CDA), Beinema (CDA), Van Rey (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Dijksman (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Houda (PvdA), Middel (PvdA), Oudkerk
(PvdA), Verhagen (CDA), Woltjer (PvdA), Rosenmo¨ller (GroenLinks), Hoogervorst (VVD), Mulder-van Dam (CDA), Ter Veer (D66), Stellingwerf (RPF), De Hoop Scheffer (CDA), Hessing (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Wingerden, Roethof (D66), Rehwinkel (PvdA), Keur (VVD) en Marijnissen (SP). 2 Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Linden (CDA), Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), H. Vos (PvdA), Van Traa (PvdA), ondervoorzitter, Verspaget (PvdA), De Hoop Scheffer (CDA), Ybema (D66), Apostolou (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Valk (PvdA), Sipkes
5K2098 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat ’s-Gravenhage 1995
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
(GroenLinks), Bukman (CDA), voorzitter, Boogaard (AOV), Woltjer (PvdA), Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), Roethof (D66), Rouvoet (RPF), Van den Doel (VVD). Plv. leden: Leers (CDA), Bremmer (CDA), Korthals (VVD), Van der Stoel (VVD), VouˆteDroste (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Dijksma (PvdA), Lilipaly (PvdA), Gabor (CDA), De Graaf (D66), Van Gijzel (PvdA), Van den Berg (SGP), Houda (PvdA), Rosenmo¨ller (GroenLinks), Deetman (CDA), Hendriks, Van Oven (PvdA), Hoogervorst (VVD), Dittrich (D66), Hillen (CDA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Van Waning (D66), Leerkes(U55+) en Bolkestein (VVD).
1
vallen uit te voeren wordt afgewezen? Ook vroeg de heer De Hoop Scheffer zich af wat Akashi aan Karadzic, die kenbaar heeft gemaakt geen rapid reaction force in zijn omgeving te dulden, heeft geschreven. Wat betekent dit alles voor het mandaat voor Unprofor?Kunnen de bewindslieden aangeven welke gevolgen de financiering van het rapid reaction force heeft voor de Nederlandse begroting? De heer De Hoop Scheffer complimenteerde de minister van Defensie die erin is geslaagd de aflossing van de Nederlandse militairen in Srebrenica te regelen. Wanneer denkt hij dat de Oekraı¨ense militairen in Srebrenica zullen arriveren? Het is van groot belang dat het Nederlandse 13e bataljon volgens schema wordt afgelost, desnoods door het 42ste bataljon tijdelijk in te zetten. Als het 42ste bataljon wordt geroepen voor nieuwe taken elders in Bosnie¨ zal in het overleg tussen Kamer en regering een nieuwe afweging moeten worden gemaakt als bekend is waaruit die taken bestaan. Wat verstaan de bewindslieden onder een «zinvolle taak»? De CDA-fractie gaat akkoord met het toevoegen van extra staffunctionarissen en liaison-officieren ten behoeve van de voormalig Joegoslavie¨. Het is goed dat de NAVO klaar is voor een onverhoopte evacuatie van Unprofor en dat de Amerikanen daaraan zullen meedoen. Kan de minister dit laatste bevestigen en kan hij iets meedelen over de logistieke component van de evacuatie-macht? Ten slotte ging de heer De Hoop Scheffer nog in op de gemelde misdragingen van Nederlandse militairen. Hij ging ervan uit dat elk incident nauwgezet wordt onderzocht. Hij was blij dat er een nieuw onderzoek wordt gestart om in ieder geval de indruk te vermijden dat veel militairen zich hebben misdragen. Hoeveel militairen zijn inmiddels teruggeplaatst naar Nederland? De heer Blaauw (VVD) sloot zich aan bij de complimenten van de heer De Hoop Scheffer aan het adres van de minister van Defensie voor zijn inspanningen om de problemen rond de aflossing van de Nederlandse militairen in Srebrenica op te lossen. Moet de bevoorrading van de post in Srebrenica overigens worden beschouwd als een eenmalige zaak of als een begin van een min of regelmatige aanvoer van voedsel en medicijnen? De heer Blaauw vroeg verder naar het tijdschema van de aflossing. Is er ondertussen een officieel VN-verzoek in Kiev ontvangen en hebben de Bosnische Servie¨rs rond Srebrenica aangegeven dat zij akkoord gaan met de aflossing? Ook vroeg hij naar de mogelijkheden van tussentijdse aflossing van het infanteriebataljon te Srebrenica. Is er duidelijkheid gekomen in de positie van de VS wat betreft de financiering van Unprofor en de snelle-reactiemacht? De heer Blaauw herhaalde dat zijn fractie prijs stelt op samenvoeging van het 42ste bataljon. Dit bataljon dient verder zo dicht mogelijk bij de transport- en logistieke eenheid te zitten opdat er een organisch geheel ontstaat met zo kort mogelijke lijnen. De fractie van de VVD gaat akkoord met het beschikbaar stellen van meer staffunctionarissen en liaison-officieren, maar gaat ervan uit hiermee de grens is bereikt. Onder verwijzing naar enkele uitspraken van de heer Stoltenberg voor de Noorse Vluchtelingenraad en de reacties daarop uit o.a. Kroatie¨ vroeg de heer Blaauw zich af of de heer Stoltenberg niet zijn eigen positie heeft ondergraven. Of moeten die uitspraken worden beschouwd als een onderdeel van de propaganda-oorlog die ook van geen ophouden weet? De nieuwe vice-premier van Kroatie¨ zou gezegd hebben dat kinderen onderwezen moeten worden om Servie¨rs te haten en dat hij heeft deelgenomen aan de vervolging van Servie¨rs toen hij nog minister van Justitie was. Is de minister bekend met deze uitlatingen en hoe oordeelt hij daarover?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
2
De heer Blaauw vroeg waarom het onderzoek naar eventuele wangedragingen zich niet heeft uitgestrekt tot alle eenheden van Nederlandse militairen in voormalig Joegoslavie¨. Zorgelijk is dat sommige militairen te kennen hebben gegeven hun verhaal niet kwijt te kunnen. Hieraan zal in ieder geval ook aandacht moeten worden besteed in het nieuwe onderzoek. De heer Hoekema (D66) vroeg of er geheime onderhandelingen zijn gevoerd en geheime afspraken zijn gemaakt met de Servische autoriteiten om tot vrijlating van de gegijzelden te komen. Het eerste is een normaal onderdeel van de diplomatie, maar iets anders is natuurlijk als de afspraak is gemaakt om bijvoorbeeld af te zien van het gebruik van het luchtwapen. Dat gebruik is immers een van de weinige realistische opties voor Unprofor en het is teleurstellend dat verzoeken om inzet van dat wapen niet werden gehonoreerd door het politieke niveau. Kan de minister bevestigen dat het luchtwapen nog steeds een bruikbare optie is en dat het vliegverbod wordt gehandhaafd en gecontroleerd? De heer Hoekema vroeg verder of het nieuwe onderzoek naar eventueel wangedrag van Nederlandse militairen een zuiver strafrechtelijk karakter heeft. Zo ja, waarom heeft Defensie dat onderzoek niet verricht? Hoeveel militairen zijn naar huis gestuurd vanwege onoorbaar gedrag? Betrof het vorige onderzoek alle Nederlandse militairen? Zo nee, waarom niet? Ook de heer Hoekema complimenteerde de minister van Defensie voor zijn inspanningen om de aflossing van het 12e bataljon te Srebrenica te regelen. Kan het gebaar van Oekraı¨ne worden beschouwd als een resultaat van de inspanningen van Nederland in de wederopbouw van Oost-Europa? De heer Hoekema sloot zich aan bij de vragen naar het tijdschema. Is er een officieel verzoek gedaan door de VN en hebben de Oekraı¨ense autoriteiten alle benodigde formaliteiten verricht en de aflossing voorbereid? Het is wellicht wenselijk het 42ste bataljon alvast in te zetten om zoveel mogelijk te voldoen aan het afgesproken rotatieschema. Kan de minister een toelichting geven op de diverse modaliteiten op dit punt? Hoe is de stand van zaken momenteel wat betreft voedsel- en medicamentenvoorzieningen, post- en telefoonverbindingen in Srebrenica? De fractie van D66 kan zich vinden in het voornemen van het kabinet om voor het 42ste bataljon een zinvolle bestemming te vinden na het aantreden van de Oekraı¨ense militairen. Wat gebeurt er met deze militairen als een dergelijke zinvolle taak niet kan worden gevonden? Er is inderdaad iets voor te zeggen voor het zoveel mogelijk op e´e´n plaats situeren van deze mensen en zo dicht mogelijk bij het logistieke bataljon, maar dat mag geen doel op zich worden. Wordt er nog onderhandeld in het kader van de contactgroep en zijn de werkgroepen, die zich bezighouden met de wederopbouw van het voormalig Joegoslavie¨ en de ordening van Bosnie¨, nog steeds actief? Welk mandaat heeft de heer Bildt en wat gaat hij precies doen? Helaas wordt het politieke klimaat voor vredesonderhandelingen en het zenden van een rapid reaction force er niet beter op. Is de minister ook niet van mening dat het jammer is dat de steun voor dit laatste afbrokkelt? Ging de Russische onthouding in de VN-raad voor de rapid reaction force gepaard met veel verbaal geweld tegen dit initiatief of was het meer iets van: wij zien de voordelen er niet van in, maar wij verzetten ons er ook niet tegen? Ingaande op de resolutie zelf vroeg de heer Hoekema zich af of de demilitarisering van de veilige gebieden nog wel realiteitswaarde heeft. De D66-fractie stemt in met het uitzenden van de rapid reaction force en het Nederlandse aandeel daarin en ook met het meesturen van enkele stafofficieren en enige logistieke ondersteuning. Wanneer denkt de minister dat de militairen operationeel worden?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
3
De bewindslieden schrijven terecht dat de VN-aanwezigheid in het voormalig Joegoslavie¨ mede de voorwaarden schept voor een duurzame politieke oplossing en bijdraagt aan een matiging van het oorlogsgeweld. Nederland wil zich niet onttrekken aan de aangegane verplichtingen en wil zich samen met andere landen blijven inspannen om deze belangrijke humanitaire missie te doen slagen. De fractie van D66 kan zich hierin geheel vinden en zal zich hierop ook baseren als rond de jaarwisseling een oordeel moet worden geveld over aard, omvang en samenstelling van de Nederlandse bijdrage aan de VN-vredesmacht. Als de omstandigheden niet drastisch veranderen, dienen de Nederlandse militairen hun humanitaire taken voort te zetten. Het is goed om eenheden in beginsel voor een half jaar uit te zenden en telkens opnieuw te bezien of die eenheden zinvol werk kunnen doen. Er is voorshands geen reden om van dat beginsel af te wijken. De heer Hoekema stemde in met de door het kabinet voorgestelde bijdrage aan de evacuatie-operatie en ging ervan uit dat overleg met de Kamer zal worden gevoerd als op dit punt nadere stappen worden genomen. Zeer onlangs heeft de NAVO wederom een evacuatie-plan goedgekeurd. Wat is de meerwaarde van dit plan ten opzichte van eerdere evacuatie-plannen en heeft Nederland in dezen altijd dezelfde positie ingenomen? De heer Stellingwerf (RPF) zei in het algemeen in te kunnen stemmen met het kabinetsbeleid. De slagvaardigheid van de VN-troepen is er na de recente gijzelingen bepaald niet groter op geworden. Hoe oordeelt de regering over de kansen van de diverse vredesplannen? De fractie van de RPF hecht aan een spoedige aflossing van de Nederlandse militairen in Srebrenica. Gelukkig is die aflossing nu in zicht. Wel is het gewenst dat bij de VN aandacht wordt gevraagd voor de noodzaak van meer structurele aflossingsmechanismen. Het is bijvoorbeeld merkwaardig dat op het moment dat de brief werd opgesteld nog steeds geen officieel VN-verzoek in Kiev was ontvangen. De RPF-fractie blijft het concept van de rapid reaction force ondersteunen; wel wilde de heer Stellingwerf graag iets meer horen over de financiering ervan. Hij sloot zich aan bij de vragen over de evacuatieplannen. Hoe is de positie van de niet-NAVO-landen in dezen? De heer Van den Berg (SGP) constateerde dat de huidige situatie weinig aanleiding geeft tot optimisme en vroeg zich af of de wijze waarop de rapid reaction force zal worden ingezet een substantie¨le bijdrage zal leveren aan een verbetering. Te vrezen valt immers dat het mandaat van deze macht te weinig omvattend zal zijn. Hoe kan ervoor worden gezorgd dat er echt een einde komt aan de situatie van voortmodderen? De heer Van den Berg sloot zich aan bij de vragen over de inzet van het luchtwapen. Hij zei bevreesd te zijn dat dit instrument verstrengeld raakt in de politieke molen van de VN. Is al duidelijk waar de Nederlandse onderdelen van de snellereactiemacht worden ontplooid? De heer Van den Berg ging ervan uit dat de NAVO beslist over inzet en dat de VN daar niet tussen zit. Ook hij wenste meer duidelijkheid over de financiering ervan. Hij zou het onjuist vinden als het defensiebudget voor alle kosten zou moeten opdraaien. De Nederlandse bijdrage aan een (onverhoopte) evacuatie-operatie is bij nadere analyse niet zo indrukwekkend. Het geheel is namelijk nogal versnipperd en waarom wordt slechts e´e´n peloton commando’s ingezet? Hoe staat het met de paraatheid van de eenheden die de rapid reaction force vormen? De heer Van den Berg was verheugd dat de Nederlandse militairen in Srebrenica nu eindelijk kunnen worden afgelost. Hij sloot zich aan bij de vragen hierover. Wat moet worden verstaan onder de overdracht van
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
4
Nederlandse uitrustingsstukken en hoeveel kost dat de Nederlandse schatkist? Het is goed dat Nederland veel werk verzet in voormalig Joegoslavie¨, maar als er geen zinvolle taak voor het 42ste bataljon kan worden gevonden, moet niet alles op alles worden gezet om deze militairen toch aan de slag te krijgen. Het terug halen naar Nederland ligt dan meer voor de hand. De heer Van den Berg sloot zich ten slotte aan bij de vragen over het nadere onderzoek naar eventueel wangedrag van Nederlandse militairen in voormalig Joegoslavie¨. De heer Valk (PvdA) vroeg zich ook af waar de «generositeit» van de Bosnische Servie¨rs vandaan komt die leidde tot de vrijlating van de gegijzelden. Zijn er concessies gedaan of geheime onderhandelingen gevoerd? Hebben de Bosnische Servie¨rs nu de vrijheid om de zogenaamde veilige gebieden te bombarderen en is de VN-resolutie (bescherming van die gebieden met alle noodzakelijke middelen) in feite een dode letter geworden? Moet uit het feit dat er geen maatregelen zijn genomen na schending van Servische vliegtuigen van het vliegverbod worden afgeleid dat dit verbod in het geheel niet meer wordt gesanctioneerd? De Europese Raad heeft opheffing van het beleg van Sarajevo en het instellen van een corridor naar die stad gee¨ist. Chirac heeft te kennen gegeven dat de VN-soldaten harder gaan optreden, maar hoe valt dit te rijmen met berichten over geheime afspraken tussen de VN en de Bosnische Servie¨rs? Of moet worden vastgesteld dat bedoelde eisen en de uitspraken van Chirac tamelijk gratuit zijn? De heer Valk ging ervan uit dat er eerst overleg zal plaatsvinden tussen Kamer en regering alvorens wordt besloten daadwerkelijk 2200 militairen naar voormalig Joegoslavie¨ te zenden ter ondersteuning van een eventuele evacuatie-operatie. De heer Valk sloot zich aan bij de vragen over de aflossing van de Nederlandse militairen in Srebrenica. Zo nodig moeten in afwachting van aflossing door de Oekraı¨eners andere Nederlandse militairen in Srebrenica worden gestationeerd. Worden de kosten van transport en vervanging inderdaad volledig vergoed door de VN? Ten slotte sloot de heer Valk zich aan bij de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen over eventuele wangedragingen van Nederlandse militairen in voormalig Joegoslavie¨. Wat is overigens de betekenis van het feit dat de desbetreffende soldaten pas met hun beschuldigingen zijn gekomen nadat zij de dienst hebben verlaten? Was er onvoldoende ruimte om nog tijdens de diensttijd hun klachten kwijt te kunnen? Het antwoord van de regering De minister van Buitenlandse Zaken betoogde dat de situatie in voormalig Joegoslavie¨ niet alleen ernstig is, maar ook een gespleten karakter heeft. Aan de ene kant lijkt het erop dat alle partijen steeds meer kiezen voor een militaire optie, maar aan de andere kant is de heer Bildt aangetreden die wellicht tot een nieuwe aanpak kan komen. Het Bosnische regeringsleger tracht de omsingeling van Sarajevo te doorbreken en voert voor het overige ook gevechten in geheel Bosnie¨ zodat de Bosnische Servie¨rs gedwongen worden hun troepen op verschillende punten te laten opereren. De Bosnie¨rs hopen vurig op een opheffing van het wapenembargo en boeken hier en daar kleine overwinningen. Het is dan ook voorstelbaar dat zij betrekkelijk weinig aandacht hebben voor de onderhandelingstafel. Geconstateerd moet dus worden dat de houding van de VS een averechts effect heeft. De Bosnische Servie¨rs hebben echter nog steeds een materieel overwicht en daarom hebben zij ook weinig behoefte aan vredesonderhandelingen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
5
Ook in Kroatie¨ verslechtert de situatie. Aan de ene kant benadrukt de Kroatische regering dat de geschillen met de Kroatische Servie¨rs op een vreedzame manier moeten worden opgelost, maar aan de andere kant wordt het optreden van Kroatische voormannen als provocerend ervaren. Ook hier moet worden geconstateerd dat er weinig prikkels zijn om aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. De heer Bildt, die een ruim mandaat heeft gekregen van de Europese Top, kan in zekere zin met een schone lei beginnen. Het contactplan is nog steeds de basis van zijn handelen. De termen die hij bezigt om de problemen te duiden, spreken iedereen aan en als zodanig heeft hij het vertrouwen van de Eurotop. De bewindsman zei de heer Bildt te hebben gevraagd ook een Nederlander in zijn politieke staf op te nemen en hij heeft laten blijken daar wel oren naar te hebben. De woorden van de heer Chirac over een totaal nieuwe koers zijn op z’n minst overdreven te noemen en de door de heer Valk aangehaalde eisen dienen in ieder geval via onderhandelingen en niet via militaire middelen te worden gerealiseerd. Onderhandelaar Bildt zal trachten op een zodanige manier met Karadzic in contact te treden (dat moet rechtstreeks nu de invloed van Milosevic op Karadzic welhaast nihil is) dat Karadzic daaraan geen prestige kan ontlenen. Het zou de minister niet verbazen als het nog enige tijd zou duren alvorens Bildt naar Pale gaat. De onderhandelaar heeft nog laten blijken dat de onzekerheid van de Bosnische Servie¨rs is toegenomen door het voornemen om een rapid reaction force te sturen. Het werk van de contactgroep ligt niet stil, maar figureert op dit moment niet op de voorgrond. Het werk van de werkgroepen staat echter al geruime tijd op een laag pitje. De bewindsman meende dat, afgezien van de financie¨le paragraaf, niet kan worden gesproken van een almaar wijder wordende kloof tussen Europa en de VS. Zo is er overeenstemming over het mandaat voor de rapid reaction force. De stemonthouding van de Russen getuigt van hun welhaast normale afstandelijkheid tijdens de stemmingen. Voor zover de minister wist, zijn er geen concessies gedaan aan Pale om de gegijzelden vrij te krijgen. Als ze al gedaan zijn, is dat volstrekt buiten de regering om gegaan. In de brief van Akashi aan Karadzic stond o.a. dat Unprofor in ieder geval onpartijdig zal blijven. Als het militair vliegverbod wordt overtreden, mag nog steeds tot actie worden overgegaan. Het is echter niet mogelijk om een airstrike op het vliegveld te ondernemen als het verzoek daartoe te laat wordt gedaan. Onlangs heeft de secretaris-generaal wat betreft de close air support de uitvoeringsbevoegdheid wederom overgedragen aan Akashi, maar hij behoudt zelf die bevoegdheid voor de air strikes. De toegenomen dreiging van Bosnisch-Servisch afweergeschut belemmert echter eventuele NAVO-operaties. Momenteel wordt overleg gevoerd over de vraag hoe hiervoor een oplossing kan worden gevonden. Voorlopig worden er geen air strikes meer gedaan op zware wapens in de exclusion zones, maar deze optie is nog wel voorhanden als sprake is van systematische en grootschalige beschietingen van de safe areas. De heer De Hoop Scheffer had begrip voor het ontzag voor de Servische luchtverdediging, maar meende dat daaruit de conclusie moet worden getrokken dat daaraan iets moet worden gedaan, als de VN tenminste het mandaat inhoud wil geven. Hij voegde hieraan toe dat de Duitse Tornado’s daartoe actie kunnen ondernemen. De minister van Buitenlandse Zaken onderschreef de stelling van de heer De Hoop Scheffer, maar wees er nog op dat de angst dat er opnieuw VN-soldaten zullen worden gegijzeld ook iets van doen heeft met een terughoudend beleid ten aanzien van air support. Desgevraagd verklaarde hij nadrukkelijk dat er, voor zover hij wist, geen verband bestaat tussen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
6
een dergelijk terughoudend beleid en het vrijlaten van de gegijzelden, ook al vond de gijzeling plaats direct na een luchtactie. Ingaande op opmerkingen van de heren Hoekema en Blaauw over het kennelijk ineffectief worden van het luchtwapen, merkte de minister op dat het de bedoeling is dat de rapid reaction force de effectiviteit en de veiligheid van de VN-militairen vergroot. Hij was trouwens ook de mening toegedaan dat het luchtwapen effectiever moet worden gebruikt dan nu het geval is. De secretaris-generaal van de VN heeft gezegd dat geen enkele optie is uitgesloten, maar feit is dat het luchtwapen al geruime tijd niet meer wordt ingezet om de aanwezigheid van zware wapens tegen te gaan. Het leek de minister verstandig geen commentaar te geven op de uitspraak van de heer Stoltenberg dat zowel de Kroaten als de moslims eigenlijk Servie¨rs zijn. Het feit dat betrokkenen zelf daar iets anders over denken, is e´e´n van de redenen waarom het in voormalig Joegoslavie¨ zo’n bende is. De minister van Defensie stelde voorop dat het overgrote deel van de Nederlandse militairen in Bosnie¨ hun werk met grote inzet doen en zich voor de volle 100% aan de regels houden. Het is grievend dat de militairen door enkele geruchten over misdragingen van slechts een paar militairen min of meer collectief in een kwaad daglicht zijn komen te staan. Dit alles laat onverlet dat niet de garantie kan worden gegeven dat in al die tijd nooit eens misdragingen hebben plaatsgevonden; ook de beste oogst bevat wel eens vruchten waaraan iets mankeert. Er zal in ieder geval moeten worden gewaakt tegen generaliserende uitspraken. In het eerste onderzoek, dat betrekking had op het 13e bataljon van de luchtmobiele brigade, zijn niet alleen Nederlandse militairen maar ook plaatselijke bewoners, hun leiders en leden van humanitaire hulporganisaties gehoord. Dat onderzoek heeft geen strafbare gedragingen aan het licht gebracht. Ook het gerechtelijk vooronderzoek, waarbij 43 personen van het 12e bataljon zijn gehoord, heeft geen bewijzen van strafbare feiten opgeleverd. Naar aanleiding van uitlatingen van twee militairen heeft de officier van justitie in Arnhem een justitieel onderzoek gelast. Het ministerie van Defensie heeft te kennen gegeven dat eventuele misdragingen direct moeten worden aangemeld. Als er klachten worden geuit, wordt onmiddellijk werk gemaakt van het onderzoek. Het is te betreuren dat de in de media geuite klachten niet direct zijn gemeld bij de commandant, de geestelijk verzorger, de bedrijfsmaatschappelijk werker of de psycholoog. Daarnaast kan aangifte worden gedaan bij de marechaussee die op elke lokatie is vertegenwoordigd. Bovendien had het kunnen gebeuren bij de individuele debriefing bij terugkeer uit voormalig Joegoslavie¨. Ten slotte vindt ongeveer vijf weken na terugkeer nog een groepsreı¨ntegratie-gesprek onder leiding van de maatschappelijke dienst van Defensie plaats. Het leek de bewindsman niet opportuun om thans in te gaan op de mogelijke omvang en achtergronden van de misdragingen. Wel wilde hij nog opmerken dat er een zeer streng beleid wordt gevoerd ten aanzien van het gebruik van verdovende middelen. Bij drugsgebruik wordt de betrokken militair onmiddellijk gerepatrieerd. Sinds het begin van de stationering van Nederlandse militairen in voormalig Joegoslavie¨ is dat 29 keer gebeurd. Er is dus geen sprake van grootschalig drugsgebruik. Ook kan niet worden gesteld dat de Nederlandse chauffeurs onverantwoordelijk rijgedrag vertonen. Het aantal door hen veroorzaakte ongelukken is verhoudingsgewijs ongeveer gelijk aan het aantal ongelukken, veroorzaakt door andere eenheden. In de afgelopen drie jaar hebben zich 200 verkeersongevallen voorgedaan, waarvan de helft met zware schade. Ongeveer 30 voertuigen zijn afgevoerd naar de VN-verzamelplaats. Men moet wel bedenken dat er grote afstanden moeten worden afgelegd over uiterst slechte wegen onder gevaarlijke omstandigheden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
7
Naar aanleiding van de uitlatingen van de twee militairen in de media wordt een nauwkeurig onderzoek ingesteld, maar de minister meende wel te kunnen stellen dat er geen sprake is van structureel wangedrag van Nederlandse militairen in voormalig Joegoslavie¨. Zodra het justitie¨le onderzoek is afgerond, zal de Kamer van de resultaten daarvan op de hoogte worden gebracht. In Kiev is op 24 juni jongstleden het officie¨le VN-verzoek om de Nederlandse militairen in Srebrenica af te lossen ontvangen. Inmiddels is de politieke besluitvorming in Kiev afgerond. Ook de Bosnische regering heeft ingestemd met aflossing. Er doemen echter nog vele praktische vragen op: Wanneer kunnen de Oekraı¨eners uit hun huidige lokatie vertrekken? Worden die konvooien belemmeringen in de weg gelegd? Krijgen de Nederlanders toestemming om te vertrekken en zo ja, wanneer? Hoeveel tijd is nodig voor de feitelijke overdracht? Een Oekraı¨ns verkenningsteam zal binnenkort in Srebrenica arriveren om de aflossing te regelen. De aflossing van de compagnie in de Sapnaduim door een compagnie van het 42ste bataljon is voorzien in de eerste helft van juli. Bezien wordt of het mogelijk is eenheden in Srebrenica af te laten lossen door eenheden van het 42ste bataljon, die dan vervolgens hun taken aan de Oekraı¨eners moeten overdragen. Hierover is nog geen zekerheid, vooral niet omdat nog niet duidelijk is in hoeverre de Bosnische Servie¨rs willen meewerken en hoe het strijdtoneel zich de komende tijd zal ontwikkelen. In ieder geval zal er alles aan worden gedaan om te vermijden dat de Nederlandse militairen, die al zes maanden in Srebrenica verblijven, daar nog langer moeten blijven. Gedacht moet worden aan een tijdsbestek van minimaal enkele weken tot ongeveer twee maanden voordat alle taken aan de Oekraı¨eners zijn overgedragen. Bij dit alles speelt de zorg voor de Nederlandse militairen in Srebrenica, die al een half jaar onder zware omstandigheden hun werk hebben moeten doen, een belangrijke rol. Er dient verder sprake te zijn van een zorgvuldige aflossing in die zin dat de Oekraı¨eners goed op de hoogte worden gesteld van de plaatselijke situatie en de verhoudingen met de plaatselijke groeperingen. De oorlogvoerende partijen ter plekke mogen geen munt slaan uit haperingen in het aflossingsschema. Over de vraag welke uitrustingsstukken aan de Oekraı¨ense militairen zullen worden overgedragen, vindt nog overleg plaats. Het is niet de bedoeling dat pantservoertuigen worden overgedragen want Oekraı¨ne beschikt zelf over voldoende van deze voertuigen. Voor overdracht komen in aanmerking de infrastructuur, enige medische apparatuur, generatoren, keukens en een sportzaal. Financiering vindt plaats conform de VN-afspraken. Er wordt momenteel overleg gevoerd met de VN over mogelijke nieuwe taken voor het 42ste bataljon zodra de aflossing van Nederlandse militairen in Srebrenica is voltooid. Een en ander is afhankelijk van een hergroeperingsplan van Unprofor waar momenteel aan wordt gewerkt. Hierbij speelt o.a. de vraag welke lokaties zullen worden opgeheven door Britse eenheden die onderdeel gaan uitmaken van de rapid reaction force. Uiteraard wordt gezocht naar zinvolle taken waarbij de risico’s goed zijn te overzien. Als die niet worden gevonden, zal de eenheid niet worden uitgezonden. Zodra in het overleg met de VN zinvolle en verantwoord uit te voeren taken zijn vastgesteld, zal de Kamer op de hoogte worden gebracht. Nederland zal adequaat zijn vertegenwoordigd in de staf van de rapid reaction force en levert bijvoorbeeld de plaatsvervangend chef-staf. De rapid reaction force moet volgens plan op 15 juli volledig ontplooid zijn. Een deel van de Franse en Britse bijdrage is al in Bosnie¨ aangekomen. Het transport van materieel en personeel van de Nederlandse eenheden wordt gecoo¨rdineerd door de Koninklijke Marine. Op of rond 10 juli zal het transport in Split arriveren. Op 11 juli zal de hoofdmacht van ongeveer
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
8
125 militairen vertrekken; hopelijk zal het geheel omstreeks 15 juli onder bevel van de commandant kunnen worden geplaatst. De standplaats zal waarschijnlijk in de omgeving van Vitez worden gesitueerd. Aan het mandaat van de rapid reaction force wordt niets toe- of afgedaan; de militairen staan onder het operationeel bevel van de militaire bevelhebbers en dus niet van de heer Akashi. De kosten van het Nederlandse aandeel aan de rapid reaction force bedragen jaarlijks zo’n 14 mln. Daarvan zal ongeveer 9 mln. door de VN worden terugbetaald. De kostenpost zal ten lasten worden gebracht van het artikel «vredesoperaties». De minister verwachtte dat de regering van de Verenigde Staten ook een bijdrage zal leveren aan de financiering van de rapid reaction force, maar nog niet zeker is of hierbij de VN-sleutel zal worden toegepast. De Verenigde Staten hebben los van de financie¨le bijdrage C-130 gunships, een inlichtingeneenheid en overig noodzakelijk materieel (zonder personeel) toegezegd. Het zal niet gemakkelijk zin om van deze toezegging optimaal gebruik te maken omdat de deskundigheid om met het materieel om te gaan niet altijd voorhanden is. De bewindsman ging ervan uit dat de gunships in NAVO-verband zullen opereren en dus door Amerikanen worden gevlogen, maar ook dat deze vliegers onder commando komen te staan van de staf van de rapid reaction force. Er wordt hierover nog overleg gevoerd. Verwacht mag worden dat de inzet van de rapid reaction force in de tweede helft van juli van buitengewoon groot politiek en militair belang is. Als deze eenheden op een verstandige manier voor een afschrikkingsfunctie worden ingezet op kritieke plekken, worden de beoogde effecten bereikt. Dat betekent dat ze niet versnipperd mogen worden ingezet. De Kamer zal met een zekere regelmaat op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen ter zake. De minister verwachtte niet dat voor eind juli een besluit zal worden genomen over positie en aantallen UNMO’s. Zodra hierover meer bekend is, zal de Kamer op de hoogte worden gebracht. Alle inspanningen zijn erop gericht om de vredesmacht te handhaven en het werk van de VN-soldaten effectiever te doen zijn. Er zijn echter gedetailleerde plannen opgesteld om een onverhoopte evacuatie zo snel mogelijk en met zo weinig mogelijk risico’s te laten plaatsvinden. Het Nederlandse peloton commando’s zal in dat geval onderdeel gaan uitmaken van een internationale eenheid. Zodra hierover meer duidelijkheid bestaat, zal de Kamer worden ingelicht. Het luchtmobiele bataljon heeft de status van lichte infanterie-eenheid, vergelijkbaar met de eenheid mariniers binnen de UK/NL Landing Force. De eenheid beschikt over draagbare anti-tankwapens; de NAVO heeft kenbaar gemaakt geen behoefte te hebben aan Hawk- of Patriot-systemen. Wel gaan radarinstallaties en 40 L-70 kanonnen mee. Stingereenheden kunnen zo nodig worden toegevoegd. Ten slotte deelde de minister mee dat de mogelijkheden voor Nederland om nog meer logistieke eenheden te zenden beperkt zijn. De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Korthals De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Bukman De griffier van de vaste commissie voor Defensie, Teunissen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 22 181, nr. 114
9