Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1995–1996
24 298
Wijziging van hoofdstuk IV (Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken) van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 1994 (slotwet/rekening)
Nr. 3
VERSLAG HOUDENDE LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 19 oktober 1995 De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken1 heeft, ter voorbereiding van de openbare behandeling van bovenstaand wetsvoorstel, de navolgende vragen geformuleerd. De vragen hebben deels betrekking op het Rechtmatigheidsonderzoek 1994 van de Algemene Rekenkamer (stuk 24 275). De bijbehorende antwoorden zijn eveneens in dit verslag opgenomen. De voorzitter van de commissie, Bukman De griffier van de commissie, Van Overbeeke
1
Samenstelling: Leden: Mateman (CDA), Korthals (VVD), Te Veldhuis (VVD), Van der Heijden (CDA), Van Rey (VVD), Lilipaly (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Rosenmo¨ller (GroenLinks) ondervoorzitter, Scheltema-de Nie (D66), Ybema (D66), Apostolou (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Bijleveld-Schouten (CDA), Middel (PvdA), Remkes (VVD), Bukman (CDA), voorzitter, Boogaard (Groep Nijpels), Schuurman (CD), Noorman-den Uyl (PvdA), Fermina (D66), Van Oven (PvdA), Van der Stoel (VVD), Oudkerk (PvdA), Van Dijke (RPF), vacature D66. Plv. leden: V. A. M. van der Burg (CDA), Vouˆte-Droste (VVD), Rijpstra (VVD), Reitsma (CDA), Verbugt (VVD), Valk (PvdA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), vacature D66, De Graaf (D66), Rehwinkel (PvdA), Van den Berg (SGP), Smits (CDA), Van Traa (PvdA), Weisglas (VVD), De Hoop Scheffer (CDA), Aiking-van Wageningen, (Groep Nijpels), Poppe (SP), H. Vos (PvdA), De Koning (D66), De Cloe (PvdA), Van den Doel (VVD), Woltjer (PvdA), Leerkes (U55+), Wolters (CDA).
5K2839 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat ’s-Gravenhage 1995
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 298, nr. 3
1
Vragen naar aanleiding van de slotwet 1
Aangegeven wordt dat een aantal wachtgeld- en pensioenregelingen gevoelig is voor misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O), met name ten aanzien van de aspecten arbeidsverleden en neveninkomsten. Kan nader geduid worden welke regelingen gevoelig zijn voor misbruik en oneigenlijk gebruik en of er ook daadwerkelijk sprake is van misbruik dan wel oneigenlijk gebruik? Op grond van het verstrekken van onjuiste gegevens inzake arbeidsverleden en neveninkomsten kunnen aanvragers onrechtmatig uitkeringen of wachtgelden ontvangen. Is bekend, dan wel wordt vermoed, dat dit ook gebeurd is? (blz. 2) De uitvoering van de wachtgeld- en pensioenregelingen is een verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken, in casu de Dienst Uitvoering Ontslaguitkeringsregeling (DUO). Het betreft daarbij de uitvoering van de regelingen: – Uitkeringsregeling 1966; – Rijkswachtgeldbesluit; – Regeling voor pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs van de Nederlandse Antillen en Aruba. Bij mij is geen informatie bekend omtrend misbruik en oneigenlijk gebruik hiervan. 2
Bij brief van 25 november 1994–1995 (23 848, nr. 5) werd aangegeven dat er complicaties zijn met betrekking tot het eind 1993 ingevoerde computersysteem DUAS. Kan nader uiteengezet worden waarom thans, bijna een jaar later, de Minister van Binnenlandse Zaken nog steeds geen accountantsverklaring bij deze uitgave heeft kunnen overleggen? (blz. 2). Beantwoording van deze vraag behoort tot de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken. 3
Waarom wordt een borgstelling door de Nederlandse Staat voor twee leningen van de EIB (pas) in deze Slotwet opgenomen als verplichting? (blz. 7) Begin april 1995 is van de Europese Investeringsbank een overzicht ontvangen van de stand van de leningsbedragen van de Nederlandse Antillen en Aruba per 31 december 1994. Eerst aan de hand van deze opgave, gedateerd 31 maart 1995, kon de betreffende verplichting worden verwerkt. 4
Om welke projecten gaat het in artikel 02.04, en wat is het resultaat tot nu toe? (blz. 7) De overschrijding van het verplichtingenbudget 1994 is veroorzaakt door het noodzakelijk goedkeuren van de volgende projecten: – Rehabilitatie scholen Bonaire, fase 3 f 2,03 mln – Belastingen, uitzending medewerker controle f 0,44 mln – Belastingen, uitzending chef de bureau f 0,51 mln – Cursus wetgevingstechniek f 0,03 mln De uitvoering van het project Rehabilitatie scholen Bonaire, fase 3, is in volle gang en zal geheel conform de planning in 1996 zijn afgerond. De
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 298, nr. 3
2
beide uitzendingen voor de Belastingdienst gelden voor een periode van drie jaar. Beide plaatsen zijn ingenomen. De cursus wetgevingstechniek heeft plaatsgevonden. 5
Kan een nadere toelichting en specificatie verschaft worden bij de in deze slotwet opgenomen mutatie t.b.v. een vermogensversterking van het luchthavenbedrijf op Curac¸ao? (blz. 9 en 10) In samenwerking met Schiphol Management Services N.V. is door het luchthavenbedrijf van Curac¸ao, Curinta N.V., een investeringsprogramma voor de korte termijn (ad NAf 6 mln) en voor de middellange termijn (ad NAf 19 mln) opgesteld. Met deze investeringen wordt beoogd een gezonde bedrijfs-economische basis te verkrijgen voor het bedrijf. De investeringen betreffen infrastructurele verbeteringen (een ILS-installatie, renovatie van het banenstelsel; totaal NAf 8 mln), inkomstenverhogende voorzieningen (onder meer kantoorvoorzieningen en parkeergarage; totaal NAf 11 mln), kostenverlagende voorzieningen en investeringen in de organisatie van Curinta (resp. NAf 3 mln en NAf 3 mln). De financiering van dit programma geschiedt door een vermogensversterking ad NAf 15 mln (waarvan NAf 10 mln toegezegd en verwerkt in de slotwet 1994) en door een commercie¨le financiering ad NAf 10 mln. 6
De Nederlandse Antillen hebben in 1994 geen gebruik gemaakt van haar faciliteit bij de Nederlandse Krediet Maatschappij. Waarom is dit niet gebeurd en waarom is het premiebedrag overgeboekt t.g.v. artikel 02.04 Schenkingen? (blz. 10) Evenals in voorgaande jaren werd in 1993 geen gebruik gemaakt van de zogenaamde supertranche die gecree¨erd is boven het bestaande basisobligo t.b.v. de exportkredietverzekering. Volgens afspraak kan de vrijgekomen premie dan aangewend worden voor andere samenwerkingsactiviteiten. Artikel 02.04 is hiervoor het meest gee¨igende artikel. 7
Bij de toelichting op Artikel 02.09 (Subsidies) staat aangegeven dat in 1994 accountantsrapporten van de Nederlands-Antilliaanse Stichting voor Klinisch Hoger Onderwijs(NASKHO) zijn ontvangen voor de jaren 1990 tot 1992. Kunnen deze accountantsrapporten door de Tweede Kamer worden ingezien? Kan tevens worden aangeduid wat wordt bedoeld dat het Artikel ten behoeve van nabetalingen in de kas is verhoogd met f 0,6 mln? (blz. 11) De verhoging van het artikel ten behoeve van nabetalingen in de kas met f 0,6 mln is het gevolg van het feit dat voor de uitvoering van de programma’s 1990 t/m 1992 bijdragen uit de begroting van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken werden goedgekeurd, maar deels nog in 1994 tot betaling moesten komen. De accountantsrapporten worden door de interne accountantsdienst beoordeeld. Indien de NASKHO hiermee instemt kan de Tweede Kamer inzage krijgen in deze rapporten. Dezerzijds zal de NASHKO gevraagd worden of er bezwaar is tegen inzage. 8
Bij Artikel 02.11 (Studiefinanciering) wordt aangegeven dat de Minister van Onderwijs van Aruba dient te bevestigen dat de begunstigden ook daadwerkelijk belanghebbenden zijn. In afwachting hiervan is de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 298, nr. 3
3
bevoorschotting opgeschort. Is er het vermoeden dat er daadwerkelijk een onjuiste afstemming heeft plaatsgevonden tussen begunstigden en belanghebbenden? Wanneer is de reactie van de Minister van Onderwijs van Aruba te verwachten? (blz. 12) Van de Regering van Aruba (Minister van Onderwijs en Minister van Welzijn) is eind april 1995 een autorisatie ontvangen op het overzicht «kosten Kabinetsstudiebeurzen vanaf het studiejaar 1986/1987». 9
Hoe is het mogelijk dat er nog vorderingen uitstaan m.b.t. geleverde paspoorten? Geldt hier niet het principe «boter bij de vis?» (blz. 18) De vordering op de balans voor geleverde paspoorten heeft betrekking op een correctie. De inwerkingtreding van nieuwe regelgeving met de daaraan verbonden financie¨le consequenties, werd op een verantwoording van een van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen niet op de juiste wijze verwerkt, waardoor deze vordering is ontstaan. Inmiddels is de vordering afgewikkeld. Vragen met betrekking tot het Rechtmatigheidsonderzoek, bladzijden 37 tot en met 42 10 Op pagina 37 staat aangegeven dat de Algemene Rekenkamer heeft besloten dit jaar « nog » geen bezwaar te maken aangezien er over dit onderwerp overleg is geweest tussen de Minister voor NederlandsAntilliaanse en Arubaanse Zaken en de minister-president van de Nederlandse Antillen. Kan worden aangeduid welke feitelijke lading moet worden toegekend aan de aanduiding «nog»? De indruk wordt gewekt alsof de grens bijna is bereikt van wat nog aanvaardbaar is. In 1994 zijn er positieve organisatorische ontwikkelingen geweest. Maatregelen zijn genomen om achterstanden in te lopen. Het resultaat was dat er nog steeds niet voldoende voortgang is geboekt omdat de afgesproken data steeds verder werden overschreden. Indien de rapporten er in 1995 nog niet zijn, zal de Algemene Rekenkamer waarschijnlijk wel bezwaar maken. 11 Op pagina 39 wordt gesteld dat de Rekenkamer vaststelde dat er positieve organisatorische ontwikkelingen zijn geweest maar dat deze nog niet hebben geresulteerd in het terugdringen van de achterstanden in de accountantscontrole. De vraag is waarom e.e.a. nog steeds stokt? Wat is de reden van de waarschuwing van de Algemene Rekenkamer? Om de onderbezetting bij de Landsaccountantsdienst van de Nederlandse Antillen en het Eiland Accountants Bureau van het Eilandgebied Curac¸ao structureel op te lossen zijn beide accountantsdiensten samengevoegd. Hiertoe werd in oktober 1994 de Stichting Overheidsaccountantsbureau (OAB) opgericht. De Stichting OAB heeft in 1994 een controleplan opgesteld waarin staat dat de controlerapporten tot en met 1993 uiterlijk op 1 juli 1995 worden opgeleverd. Deze datum werd niet gehaald.
Eilandgebied Curac¸ao De controle van de verantwoordingen van 1991 en 1992 van het eilandgebied Curac¸ao is aan een openbare accountant uitbesteed. Om doelmatigheidsredenen is later ook de controle 1993 uitbesteed. De
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 298, nr. 3
4
rapportage 1994 is pas in september 1995 door de OAB ontvangen. Zodat de werkzaamheden hiervan pas nu kunnen worden aangevangen. De rapportage tot en met 1993 is inmiddels door mij ontvangen. Ondergetekende is toegezegd dat gecontroleerde rapportage over 1994 in november 1995 beschikbaar zal zijn.
Land, Bonaire en Bovenwindse eilanden (Land) Bij controle door de OAB bleek dat de administratie moeilijk toegankelijk was. Volgens de OAB is de rapportage 1992 inmiddels aan de Minister van Financie¨n aangeboden. In week 41 van dit jaar zal de rapportage 1993 aan de Minister van Financie¨n worden aangeboden en de rapportage 1994 wordt in concept besproken. Ondergetekende heeft de toezegging deze rapportages in november in zijn bezit te hebben. 12 Is de uitbesteding van de accountantscontrole over de jaren 1993 t/m 1995 gedaan aan dezelfde accountant als de uitbesteding over de jaren 1991 en 1992? Zo ja, op grond van welke overwegingen? Als hierbij sprake is van «volledige» uitbesteding, welke rol is bij de uitwerking en rapportage dan nog weggelegd voor de Stichting Overheids Accountants Bureau (OAB)? Wat moet in deze context verstaan worden onder de zin: «De stichting OAB had inmiddels een joint-auditplan voor de samenwerking met de openbare accountant ingediend»? (blz. 38–40) De uitbesteding voor de accountantscontrole voor OHP-projecten 1991, 1992, 1993 en 1994 is aan dezelfde accountant gegund op basis van een offerteprocedure. De controle 1995 is voor zover mij bekend nog niet gegund. De uiteindelijke eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de OAB. Ten aanzien van het joint-audit plan was de opzet om de controle 1993 en 1994 uit te besteden aan een openbare accountant onder eindverantwoordelijkheid van de OAB. Uit praktische overwegingen is gekozen voor het volledig uitbesteden van de OHP-projecten Curac¸ao aan een openbare accountant. De controle Land is uitgevoerd door de OAB met assistentie van een openbare accountant. 13 Wat is de verklaring dat de controlerapporten over 1992, 1993 en 1994 ook op de toegezegde datum van 1 juli jl. nog niet gereed waren? Wanneer kan e.e.a. nu naar verwachting zijn beslag krijgen? (blz. 38–40) Zie het antwoord op vraag 11. 14 Onder welke omstandigheden zal de tijdige ontvangst van de verantwoording en de controle over de uitgaven m.b.t. overheidsprojecten we´l als voorwaarde gesteld dienen te worden voor de beschikbaarheid van gelden door KABNA? (blz. 38–40) Voorwaarde voor de beschikbaarstelling van gelden voor overheidsprojecten door KabNA zal steeds blijven een tijdige verantwoording van en controle over de hiermee gemoeide uitgaven. Ten aanzien van de ontstane achterstanden op dit gebied doe ik er in overleg met de Nederlands-Antilliaanse regering alles aan om de ontstane achterstanden
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 298, nr. 3
5
zo spoedig mogelijk weg te werken en het ontstaan van nieuwe achterstanden te voorkomen. Gezien de reeds ontvangen rapporten van Curac¸ao over de jaren 1991 t/m 1993 en de gedane toezeggingen op dit terrein door de Nederlandse Antillen verwacht ik dat dit jaar nog een groot deel van de achterstand zal worden ingelopen. 15 Wanneer is herziening van de regelgeving voor overheidsprojecten op de Ned. Antillen te verwachten, en welke inbreng en invloed zal de Nederlandse regering daartoe aanwenden? (blz. 38–40) Bij de regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba bestaat, evenals bij de Nederlandse regering, de wens om te komen tot een nieuwe samenwerkingsovereenkomst, waarvan ook (nieuwe) regels met betrekking tot de overheidsprojecten deel uit zullen maken. Met beide regeringen is afgesproken op bilaterale basis tot een nieuwe overeenkomst met Nederland te komen. Beide af te sluiten overeenkomsten zullen uiteraard op dezelfde uitgangspunten moeten zijn gebaseerd. Hiertoe is in overleg met de regering van Aruba een gemengd samengestelde werkgroep in het leven geroepen die een voorstel zal formuleren voor een nieuwe overeenkomst. Deze werkgroep zal naar verwachting eind dit jaar met zijn werkzaamheden starten. In overleg met de regering van de Nederlandse Antillen is besloten de gesprekken over een nieuwe samenwerkingsovereenkomst aan te vangen, nadat het land en de eilandgebieden hiertoe de nodige voorbereidingen hebben kunnen treffen. Door de regering van de Nederlandse Antillen is de verwachting uitgesproken dat deze voorbereidingen eind dit jaar zullen zijn afgerond. Ondergetekende hecht aan de totstandkoming van nieuwe overeenkomsten, die immers als belangrijk doel hebben een adequate uitvoering en verantwoording van de door Nederland medegefinancierde activiteiten te waarborgen. 16 Zal de aanbeveling van de Rekenkamer, om zonodig een plan van aanpak op te stellen, worden overgenomen? (blz. 38–40) Indien de bevindingen uit de nog af te ronden accountantscontrole mij aanleiding geven tot het nemen van nadere maatregelen zal worden overwogen om hiertoe een plan van aanpak ter verbetering van het financie¨le beheer op te stellen. Verder verwijst ondergetekende naar het antwoord op vraag 14. 17 Wat is de omvang (absoluut en relatief) van de niet-goedgekeurde projectuitgaven over 1993? (blz. 40) Een bedrag van Af 331 618 is door de accontant in de jaarrapportage over 1993 aangemerkt als afgekeurd. Het betreft uitgaven op de volgende projecten – Rioolwaterzuiveringsinstallatie Bubali Af 328 718 – Om-, her- en bijscholing, 7e begroting Af 140 – Om-, her- en bijscholing, 8e begroting Af 2 760 Relatief gezien is in 1993 0,8% van de projectuitgaven afgekeurd. 18 Wanneer en hoe zal de Kamer geı¨nformeerd worden over de resultaten van het overleg over de afwikkeling van de afgekeurde bedragen? (blz. 40)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 298, nr. 3
6
Informatie omtrent de afwikkeling van de afgekeurde bedragen zal terug te vinden zijn in de rapportage van de accountant alsmede in de rapportage van de Algemene Rekenkamer. Indien U dat wenst kan ik u schriftelijk informeren over de gang van zaken. Vooruitlopend hierop kan ik u mededelen dat een externe accountant in opdracht van de Vertegenwoordiging van Nederland in Oranjestad op dit moment onderzoek verricht naar de gang van zaken met betrekking tot het Luchthaven Aruba project. 19 Hoe is het onderzoek in samenwerking met de Vertegenwoordiging op Aruba naar de afwikkeling van een aantal oude projecten tot op heden feitelijk verlopen, en wanneer zal het naar verwachting kunnen worden afgesloten? (blz. 40) Zie het antwoord op vraag 18. 20 Welke stappen worden overwogen om de tijdige (administratieve) afsluiting van overheidsprojecten, met name op het eilandgebied Curac¸ao en op Aruba, te bevorderen? (blz. 40) Aan ondergetekende is toegezegd dat nog dit jaar de accountantsrapportage tot en met 1994 zal worden opgeleverd. Op basis van deze rapportage zal in samenwerking met de Interne Deskundige, zowel op de Nederlandse Antillen als op Aruba, een programma voor het afsluiten van de overheidsprojecten worden opgesteld. 21 Wordt de goedkeuring die alsnog aan eerder afgekeurde uitgaven (van Aruba) wordt verleend, ook ter beoordeling voorgelegd aan de openbare accountant? – Zo ja, wat is het oordeel van de accountant? – Zo neen, waarom niet? (blz. 40+41) Het voorleggen van alsnog goedgekeurde uitgaven aan de openbare accountant is in principe de verantwoordelijkheid van de regering aldaar. Bij volledige afgeronde projecten is dit niet noodzakelijk. De accountantscontrole wordt uitgevoerd in opdracht van de regering aldaar. De accountant toest de uitgaven aan de hand van de regelgeving en de ter plekke aangetroffen bewijsstukken. Het is mogelijk dat de bewijsstukken wel bij KabNA aanwezig zijn, zodat ik de uitgaven (conform de regelgeving) alsnog kan goedkeuren. In elke situatie maak ik zorgvuldig een overweging om al dan niet tot terugvordering over te gaan. 22 Betreft het in mindering brengen van niet terugbetaalde vorderingen op het permanente voorschot, een definitieve verrekening of een in de tijd vooruitschuiven van de verrekeningsproblematiek? (blz. 40+41) Het in mindering brengen van niet terugbetaalde vordering op het permanente voorschot is een definitieve verrekening. Indien de Nederlandse Antillen of Aruba dit bedrag niet zelf aanvullen zou dit optisch lijken op het vooruitschuiven van de verrekeningsproblematiek. In werkelijkheid blijft het bedrag van het voorschot evenals de schuld aan Nederland ongewijzigd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 298, nr. 3
7
23 Is de in augustus 1995 zelf ter hand genomen M&O-controle van alle medewerkers afgerond? (blz. 41+42) De controle van alle medewerkers omtrent de juiste toekenning van de Interim Regeling Ziektekosten is in augustus 1995 van start gegaan. Naar verwachting zal dit onderzoek in november 1995 zijn afgerond.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 298, nr. 3
8