Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005–2006
30 300 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2006
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 september 2005 Van 29 augustus tot en met 3 september jongstleden bezocht ik samen met mijn Antilliaanse collega D.A. Dick Colombia en Venezuela om met deze landen andere afspraken te maken in het kader van de gezamenlijke bestrijding van de smokkel van verdovende middelen waar elk van de betrokken landen door wordt getroffen. In Colombia was de ontvangst zeer gastvrij. Er vonden ontmoetingen plaats met president Uribe, vice-president Santos, minister van Defensie Ospina (verantwoordelijk voor politiezaken en drugsbestrijding), viceministers van Defensie, ministers van Buitenlandse Zaken Barco, Binnenlandse Zaken en Justitie Sabas, vice-minister van Justitie, hoofd van het Openbaar Ministerie, hoofden en medewerkers van diverse eenheden die zich bezighouden met de verschillende facetten van de narcoticabestrijding, opperbevelhebber van de marine in het Caribische gebied en overige marine staf. Bezocht werden Bogotá, Santa Marta (inclusief vlucht over cocavelden) en Cartagena (met nadruk op havensamenwerking). Tijdens gesprekken werd geconcludeerd dat er sprake is van goede en doeltreffende samenwerking tussen Colombia en het Koninkrijk bij de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, in het bijzonder met betrekking tot smokkel van verdovende middelen in beide landen. Nadruk bij nagenoeg alle gesprekken werd gelegd op de verwevenheid tussen drugshandel, witwassen, wapen- en mensenhandel, binnenlands geweld en terreur en internationaal terrorisme. Colombia en het Koninkrijk zijn buurlanden en de regio waarin zij liggen wordt hierdoor getroffen. Reden om in het belang van de internationale en nationale rechtsorde bedreigingen gezamenlijk te bestrijden. De reeds bestaande samenwerking werd in dit verband geprezen, inclusief de trainingen die in Nederland en op de Ned. Antillen hebben plaatsgevonden van Colombiaanse opsporingsfunctionarissen en de aanwezigheid van KLPD-liaisons op de Nederlandse ambassade evenals de operationele afstemming tussen de kustwachten voor de NA&A en van Colombia.
KST89957 0506tkkst30300VI-3 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 VI, nr. 3
1
Bij deze brief voeg ik een gezamenlijke verklaring toe waarin de gemaakte afspraken zijn opgesomd.1 Afgesproken is om nog dit jaar een (ambtelijk) vervolgoverleg te hebben over de verdere uitvoering daarvan. Ook het werkbezoek aan Venezuela verliep succesvol. Dit bezoek was meer verkennend van karakter dan het bezoek aan Colombia dat immers kon voortborduren op de al bestaande nauwe samenwerkingsrelatie. Toch konden concrete afspraken worden gemaakt. In contacten met leden van de Venezolaanse regering en met Conacuid, de drugsbestrijding belaste dienst, bleek aan Venezolaanse kant grote bereidheid te bestaan de samenwerking met Nederland en de Ned. Antillen in de bestrijding van smokkel van verdovende middelen te intensiveren. Tijdens de gesprekken werden geen dissonanten van Venezolaanse zijde over moeizame politieke verhouding met VS vernomen, noch werden duidelijke pogingen ondernomen dit hoge bezoek uit Nederland (Europa) en de Ned. Antillen in dat opzicht politiek uit te buiten. We spraken met Vice-President Rangel, de minister van Defensie Maniglia, Vice-minister van Binnenlandse zaken en Justitie Villegas, de President van het Hooggerechtshof Mora en ViceProcureur-Generaal mw García, alsmede met de President van CONACUID (de Venezolaanse Drugsbestrijdingscommissie), Correa. De gemeenschappelijke noemer «transitland» bleek een goed bindend element. Ook hier werden gemaakte afspraken vastgelegd in een gezamenlijke verklaring die u bijgevoegd treft en waarnaar ik kortheidshalve verwijs. Graag informeer ik u ook over de korte reis die ik op 27 juni naar Curac¸ao maakte ter gelegenheid van het tripartiete overleg van ministers van Justitie in het Koninkrijk en de minister voor BVK en de ministeriële stuurgroep in het kader van het Plan Veiligheid Ned. Antillen. Over deze laatste vergadering heeft collega Pechtold u op 12 september jongstleden (2005– 0000207218) kenmerk reeds afzonderlijk geïnformeerd. Bijgaand treft u de besluitenlijst van het tripartiete overleg. Van deze gelegenheid heb ik gebruik gemaakt om zowel met de Arubaanse als met de Antilliaanse minister van Justitie kort bilateraal te overleggen. De Minister van Justitie, J. P. H. Donner
1
Over de formulering van de positie van de Regionale Maritieme Overeenkomst in de verklaring is na afloop van het bezoek nog verder overlegd. Het resultaat daarvan is nog onbekend.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 VI, nr. 3
2
De regering van Colombia en de ministers van Justitie van Nederland en van de Nederlandse Antillen Verheugd over de goede samenwerking tussen Colombia en het Koninkrijk der Nederlanden die tot stand is gekomen bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, in het bijzonder met betrekking tot de smokkel van verdovende middelen tussen beide landen. Overwegende dat drugshandel, wapen- en mensenhandel, binnenlands geweld en terreur, internationaal terrorisme en de onderlinge verwevenheid daartussen een gevaar vormen dat alle landen bedreigt en in het belang van de internationale en nationale rechtsorde gemeenschappelijk moet worden bestreden, maar dat Colombia en het Koninkrijk als buurlanden en de regio waarin zij liggen in het bijzonder raakt, Overwegende dat de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het leven en goed van hun burgers, voor de handhaving van vrede, vrijheid en recht en voor de bescherming van welvaart en welzijn een voortgaande ontwikkeling en versterking van de onderlinge samenwerking vergt bij het bestrijden van de handel in verdovende middelen en alle verschijnselen waar dit mee gepaard gaat, zoals het witwassen van geld, de financiering van geweld en terreur, wapen- en mensenhandel, en de verspreiding van internationaal terrorisme, Spreken hun wil en bereidheid uit om de onderlinge samenwerking op de volgende terreinen te ontwikkelen en te versterken. bestrijding drugssmokkel, met name door • vernieuwing van het Port Security Project • verdergaande controle van alle vaar- en vliegbewegingen, met name van kleine vlieg- en vaartuigen, ook via derde landen, onder meer door verbetering van – Kustwachtactiviteiten door samenwerking in het kader van de Regionale Maritieme Overeenkomst van San José (2003) – politiesamenwerking en informatieuitwisseling, o.a. door de plaatsing van politieliaisons en de versterking van special investigation units, het trainen van politiefunctionarissen met analist notebook en het uitwisselen van informatie over nieuwe opsporingstechnieken (DNA, gezichtsherkenning, onderscheppen van communicatie etc) – samenwerking op het gebied van synthetische drugs, o.a. door het uitwisselen van technische informatie en expertise – uitwisseling van gegevens met betrekking tot (de herkomst van) precursoren met het oog op het tegengaan van de verspreiding daarvan – onderzoek naar de mogelijkheid tot overdracht van strafexecutie in Colombia van in de Ned. Antillen veroordeelde Colombianen bestrijding van witwassen en ontneming van onrechtmatig verkregen voordeel – versterkte samenwerking en informatieuitwisseling van FIU’s van de betrokken landen – het bezien van mogelijkheden om ook de financiering van terrorisme hierin te betrekken – verdergaande samenwerking ten aanzien van bevriezing van criminele tegoeden en het ontnemen daarvan – de uitwisseling van informatie over smokkel van sigaretten en alcohol bestrijding van terrorisme – het uitwisselen van strategische informatie inzake terroristische activiteiten, criminele groepen, hun modus operandi en hun financiën
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 VI, nr. 3
3
–
het tegengaan van de smokkel van wapens, munitie en explosieven
Deze samenwerking vergt een adequaat juridisch kader dat gekarakteriseerd wordt door de waarborging van de integriteit van het juridisch systeem, de bevordering van internationale samenwerking in overeenstemming met internationale instrumenten als het VN-verdrag van Wenen (1988) en eventuele regionale uitwerkingen daarvan en een open dialoog waarin gebleken knelpunten maar ook bezorgdheden over en weer besproken kunnen worden en mogelijke misverstanden uit de weg geruimd. De landen spreken af deze onderwerpen nader te bespreken en nog in 2005 te komen tot gezamenlijke verdere stappen. Bogotá, 30 augustus 2005
GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE VENEZOLAANSE AUTORITEITEN EN DE MINISTERS VAN JUSTITIE VAN NEDERLAND EN DE NEDERLANDSE ANTILLEN De Venezolaanse autoriteiten en de Nederlandse en Antilliaanse ministers stellen vast dat het Koninkrijk der Nederlanden en Bolivariaanse Republiek Venezuela als buurlanden belang hebben bij goede samenwerking, dat de smokkel van verdovende middelen een groot probleem is met ernstige gevolgen voor de rechtsorde en de economie van de landen en het welzijn van de burgers, dat dit probleem alleen goed bestreden kan worden door goede samenwerking, zijn vastbesloten om het transport van verdovende middelen over hun grondgebied met alle middelen te bestrijden en spreken hun wil en bereidheid uit om de onderlinge samenwerking te ontwikkelen en te versterken door onder andere: •
te komen tot de instelling van een Special Investigation Unit in Venezuela,
•
De reeds bestaande praktische samenwerking tussen de Kustwachten uit te bouwen en de mogelijkheid te onderzoeken om toe te treden tot de Regionale Maritieme Overeenkomst van San José 2003.
•
de praktische politiesamenwerking op punten als: – analyse van beschikbare recherche-informatie – de mogelijkheid van uitbreiding en verdieping van analysecapaciteit bij de politie van de landen – samenwerking en expertise-uitwisseling op het gebied van synthetische drugs en precursoren – de mogelijkheden van toepassing van bijzondere opsporingsbevoegdheden zoals gecontroleerde aflevering – de bestrijding van witwassen – de waarborging van de integriteit van de samenwerkende diensten en van de vertrouwelijkheid van de uit te wisselen informatie
•
het op korte termijn samenroepen van de Gemengde Commisie die
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 VI, nr. 3
4
voortvloeit uit de bilaterale overeenkomst tussen Venezuela en het Koninkrijk van 1988 inzake verdovende middelen. In deze Gemengde Commissie kunnen de bovengenoemde onderwerpen worden besproken. Caracas, 2 september 2005 Besluitenlijst tripartiete justitieel overleg van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba 27 juni 2005
Programma’s rechtshandhaving Nederlandse Antillen en Aruba Aruba zal voor half september 2005 indicatoren, nul- en streefwaarden aanleveren voor het programma-Rechtshandhaving van Aruba. Bij goedkeuring kan het programma terstond in uitvoering worden genomen. Inzake het Bovenwindenonderzoek van UNA en WODC heeft de Ned. Antillen een begeleidingscommissie ingesteld; de resultaten worden half november verwacht.
Bestrijding drugssmokkel Als Aruba cijfers aanlevert die daartoe aanleiding geven is Nederland bereid de noodzakelijke uitvoercontrole voor xtc naar Aruba in te stellen. De Ned. Antillen en Nederland maken nadere afspraken om te voorkomen dat ingenomen paspoorten elders opnieuw kunnen worden verstrekt.
Terrorismebestrijding De Ned. Antillen zal half juli met een voortgangsrapportage komen waarin de stand van zaken beschreven wordt ten aanzien van afgesproken maatregelen. Overigens zal er nader overleg plaatsvinden tussen de OM’s van de Ned. Antillen en Nederland. RST • Besloten wordt de aanstelling van teamchef Dautzenberg met een jaar te verlengen. • Het protocol-RST wordt in november 2006 geëvalueerd. Als er sprake is van bestendig gebruik zullen materieelkosten voor het RST niet in rekening worden gebracht bij de landen. • Het jaarverslag 2004 en de jaarrekening 2004 worden goedgekeurd. Voogdijregeling De Ned. Antillen zijn bezig de uitvoering van de Voogdijregeling zodanig bij te stellen, dat voor minderjarige Antillianen die voornemens zijn zich in Nederland te vestigen, de voogdij reeds vóór vertrek volledig is geregeld. Wetgeving • De Ned. Antillen en Aruba wensen medegelding voor het VN-Verdrag inzake corruptie. De noodzakelijke wetgeving zal zo spoedig mogelijk tot stand worden gebracht. • De Ned. Antillen treft een wettelijke voorziening inzake belastingrechtspraak in tweede aanleg op grond van een verplichting die voortvloeit uit internationale verdragen. Ook Aruba is zich ervan bewust dat dit een verplichting is. • Alle landen maken een overzicht van rijkswetgeving en de momenten waarop ambtelijk contact daarover heeft plaatsgevonden met het oog op het verbeteren van de communicatie over en voorbereiding van dergelijke wetgeving.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 VI, nr. 3
5
Visumregeling De landen onderschrijven dat niet afgeweken moet worden van geldende regelgeving dat visumplichtige vreemdelingen altijd in het bezit moeten zijn van een internationaal erkend visum. De behoefte aan versnelling van de afgifte van visa zal door de Nederlandse minister van Justitie met de minister van Buitenlandse Zaken worden opgenomen. Aruba zal Nederland het rapport inzake paspoortuitgifte van de Arubaanse Rekenkamer toesturen. Het volgende tripartiete overleg vindt plaats rond 19 december 2005 op Sint Maarten. Curac¸ao, 27 juni 2005 De Ministers van Justitie, Aruba H. R. Croes De Nederlandse Antillen D. Dick Nederland J. P. H. Donner en de Minister voor BVK, Nederland A. Pechtold
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 VI, nr. 3
6