Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2006–2007
26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
28 333
WAO-stelsel
Nr. 329
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 13 april 2007
Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van Gent (GroenLinks), Blok (VVD), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Van Vroonhoven-Kok (CDA), Nicolaï (VVD), Smeets (PvdA), voorzitter, Van Hijum (CDA), Kos¸er Kaya (D66), Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Verdonk (VVD), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Bosma (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Bouchibti (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Gesthuizen (SP). Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Vendrik (GroenLinks), De Krom (VVD), Jan Jacob van Dijk (CDA), Roland Kortenhorst (CDA), Weekers (VVD), Depla (PvdA), Hessels (CDA), Pechtold (D66), Irrgang (SP), Lempens (SP), Zijlstra (VVD), Cramer (ChristenUnie), Biskop (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Schinkelshoek (CDA), Fritsma (PVV), Hamer (PvdA), Tichelaar (PvdA), Bouwmeester (PvdA), Ouwehand (PvdD), De Wit (SP), Gerkens (SP), Omtzigt (CDA) en Jacobi (PvdA).
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 22 maart 2007 overleg gevoerd met minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over: – de brief d.d. 1 juni 2006 over de uitkomsten rapport «De meerwaarde van arboconvenanten» (25 883, nr. 77); – de brief d.d. 20 juni 2006 over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de loonsanctie WAO/WIA (30 318, nr. 12); – de brief d.d. 18 augustus 2006 over regresrecht van de werkgever (30 034, nr. 77); – de brief d.d. 29 augustus 2006 over de stand van zaken ten aanzien van de herbeoordelingen (26 448, nr. 292); – de brief d.d. 27 september 2006 houdende de twaalfde voortgangsrapportage SUWI bij de halfjaarverslagen van UWV, CWI, SVB, BKWI en IB voor wat betreft het onderdeel herbeoordelingsoperatie (26 448, nr. 294); – de brief d.d. 12 oktober 2006 houdende de Arbeidsgehandicaptenmonitor 2005 (29 461, nr. 23); – de brief d.d. 18 oktober 2006 over de knelpunten bij re-integratie (28 333, nr. 79); – het verslag van het schriftelijk overleg d.d. 18 oktober 2006 over onder meer de verzekerbaarheid van werknemers die bij ingang van verzekering ziek zijn (30 034, nr. 79); – de brief d.d. 20 december 2006 over praktijksignalen in het kader van de WAO-herbeoordelingsoperatie (26 448, nr. 314); – de brief d.d. 20 december 2006 over afschaffen premiedifferentiatie in de WAO en IVA-uitkering verhogen (30 800 XV, nr. 65); – de brief d.d. 20 december 2006 houdende de evaluatie Wet Verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 (30 915, nr. 1); – de brief d.d. 17 januari 2007 houdende het IWI-rapport «De WIA-claim beoordeeld» (26 448, nr. 316); – de brief d.d. 26 januari 2007 houdende IWI-rapporten «Duurzaamheid van re-integratie» en «De burger aan zet» (28 333, 26 448, nr. 80);
KST106373 0607tkkst26448-329 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2007
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 26 448 en 28 333, nr. 329
1
1
–
de brief d.d. 1 februari 2007 houdende het onderzoeksrapport «Vooronderzoek pilot participatiebudget» (30 800 XV, nr. 68); – de brief d.d. 16 februari 2007 houdende deelonderzoeken van cohorten over inkomens- en arbeidsmarktpositie van herbeoordeelden en toezegging met betrekking toto de systematiek van verdiencapaciteit in de WAO en WIA (26 448, nr. 323); – de brief d.d. 16 maart 2007 houdende nadere informatie inzake arbeidsongeschiktheidszaken (28 333, nr. 81). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand samenvattend verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer Van Hijum (CDA) constateert dat de hervormingen op het terrein van de sociale zekerheid op basis van het uitgangspunt dat iedereen naar vermogen moet meedoen in de samenleving in grote lijnen succesvol zijn. Het ziekteverzuim daalt en het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen neemt af. – Terecht is in het coalitieakkoord opgenomen dat de uitkering voor alle volledig arbeidsongeschikten in de WAO, Wajong en WAZ wordt verhoogd tot 75%. Wanneer verschijnt de brief over de uitwerking van het coalitieakkoord? – Er is sprake van een nieuwe solidariteit: mensen worden aangesproken op hetgeen zij nog wel kunnen, maar voor volledig arbeidsongeschikten moet er een goede regeling zijn. – In hoeveel gevallen leidt de herbeoordeling tot verlaging of beëindiging van de uitkering? – Het is hoopvol dat het aantal gedeeltelijk arbeidsongeschikten dat aan het werk is gestegen van 36% tot 51%, maar dat is nog onvoldoende. Wat is de doelstelling op het punt van werkhervatting? – Het rapport van de ombudsman toont aan dat het UWV na de herkeuring soms steken laat vallen. Er is behoefte aan actieve voorlichting, respectvolle bejegening, een goede bereikbaarheid van de re-integratiecoach, individuele re-integratietrajecten voor elke werkzoekende en een zorgvuldige keten van herbeoordeling, uitkering en re-integratie. De bureaucratie bij het aanvragen van een IRO moet worden teruggedrongen. – De primaire verantwoordelijkheid voor het aan het werk houden van de groep die voor minder dan 35% is afgekeurd, ligt bij werkgevers en werknemers. Sommige bedrijven hebben daar goede afspraken over gemaakt, maar dat is lang nog niet overal het geval. Wat is de reactie op de suggesties van MKB Nederland ten aanzien van deze groep? De heer Ulenbelt (SP) stelt vast dat door de wijziging van het schattingsbesluit een soort «Lourdes van de lage landen» is gecreëerd. Zieke mensen blijken ineens toch arbeidsgeschikt te zijn. Is er wel oog voor de sociale gevolgen van deze wonderbaarlijke genezingen? Deze mensen zijn kansloos op de arbeidsmarkt. Na WW en bijstand zal het huis verkocht moeten worden. Is de minister bereid om met betrokkenen te praten? – Er is sprake van gegoochel met cijfers. Van de herbeoordeelde werklozen heeft slechts 5% na anderhalf jaar een vast contract. Het merendeel van degenen die weer aan het werk gaan, heeft uitzendwerk of oproepcontracten met weinig tot geen perspectief. – Waarom is de leeftijdsgrens van 45 jaar voor herkeuringen gerelateerd aan de ingangsdatum van 1 juli 2004? Hierover is veel onzekerheid ontstaan. – Het rapport van de ombudsman roept het UVW op om betrokkenen als mensen te behandelen en niet als nummers. – Worden degenen die schade hebben opgelopen als gevolg van een herbeoordeling die wordt teruggedraaid, gecompenseerd?
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 26 448 en 28 333, nr. 329
2
– –
Wordt gevolg gegeven aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over het schattingsbesluit? Wordt de minister een barmhartige Samaritaan voor WAO’ers?
De heer Blok (VVD) herinnert eraan dat de arbeidsongeschiktheid lange tijd probleem nr. 1 is geweest. Het is dan ook een ongelooflijke vooruitgang dat de jaarlijkse instroom van 100 000 arbeidsongeschikten is teruggebracht tot 30 000. Het uiteindelijke doel is nog lang niet bereikt, maar de cijfers geven hoop voor de toekomst. Bovendien kan door dit beleid ruimte op de arbeidsmarkt worden gecreëerd. – Wat is de reactie op de conclusie dat de arboconvenanten wel invloed hebben op het ziekteverzuim, maar niet op de WAO-instroom? Wegen de kosten wel op tegen de baten? – Het baart zorgen dat het UWV er nog steeds niet in slaagt, alle uitkeringen tijdig te regelen. Overigens moet ook gezegd worden dat volgens de Inspectie voor Werk en Inkomen het UWV de WIA-operatie voortvarend heeft aangepakt. – Hoe komt het de arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten stelselmatig daalt? Waarom stijgt het aantal Wajongers sneller dan verwacht? – Op welke wijze wordt getracht, de stijgende kosten van de SUWI in de hand te houden? – Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt werkt het averechts om mensen van 45 jaar en ouder niet te herkeuren. Hoe wordt getracht, het aantal werkende arbeidsgehandicapten te verhogen? Mevrouw Van Gent (GroenLinks) moet tot haar spijt vaststellen dat arbeidsongeschikten steeds verder in het nauw worden gedreven. Betrokkenen moeten daadwerkelijk kansen krijgen. Herkeuringen mogen alleen op grond van het oude schattingsbesluit plaatsvinden om te voorkomen dat zieke en gehandicapte mensen worden goedgekeurd. – Hoe wordt ervoor gezorgd dat het beleid de komende periode socialer wordt? Er is snel behoefte aan concrete maatregelen. – Om mensen aan de slag te helpen, is maatwerk nodig, maar de werkgevers zijn te terughoudend. Wat is de inzet van de minister op de participatietop? – UWV-artsen blijken moeite te hebben, het begrip «duurzaamheid» in te vullen. Dit leidt ertoe dat nog maar heel weinig mensen in aanmerking komen voor een IVA-uitkering. – Waarom worden de klachten van mensen met ME/CVS niet serieus genomen? – Hoe wordt voorkomen dat degenen die op 1 juli 2004 jonger waren dan 45 jaar te streng worden gekeurd, terwijl het UWV ouderen links laat liggen? Er moet niet naar leeftijd worden gekeken, maar naar kansen en mogelijkheden. – Waarom wordt het goede instrument van de PEMBA afgeschaft? – Er is een grotere inzet nodig ten aanzien van het starten van een eigen bedrijf, werkplekaanpassingen, loonkostensubsidies en microkredieten. – Hoe krijgt het vangnet van brugbanen gestalte? Deze banen moeten voor alle arbeidsongeschikten open staan. Worden gemeenten hierbij ingeschakeld? De heer Heerts (PvdA) stemt namens zijn fractie in met de omslag in denken over arbeidsongeschiktheid. In plaats van de nadruk te leggen op wat men niet kan, moet uitgegaan worden van men nog wel kan. – Nemen werkgevers en werkgevers in voldoende mate hun verantwoordelijkheid om de instroom in de WIA te voorkomen? – Onderschrijft de minister de stelling dat, wanneer werkgevers degenen die voor minder dan 35% zijn afgekeurd niet van werk naar werk bege-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 26 448 en 28 333, nr. 329
3
– – – –
–
–
leiden, op termijn een ontslagverbod voor deze groep niet moet worden uitgesloten? Worden de poortwachtercentra gestimuleerd? Wat is de stand van zaken bij het omzetten van arboconvenanten naar arbocatalogi? Wat is het oordeel van de ILO over de nieuwe WIA in relatie tot de WGA? Wanneer is de WGA volledig geprivatiseerd? Kunnen brugbanen ook participatiebanen zijn? Voor degenen die na herbeoordeling een hogere uitkering hebben gekregen en voor degenen die hun uitkering hebben behouden verandert er niets. Krijgen de 45-plussers van wie de uitkering is verlaagd of stopgezet zo snel mogelijk, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007, een arbeidsongeschiktheidsuitkering op hun oude niveau? Worden degenen van wie de uitkering is verhoogd, goed geïnformeerd over de consequenties voor de toeslagen van de Belastingdienst? Kunnen degenen die onder het oude schattingsbesluit vallen ook een professionele herbeoordeling krijgen? Wat doet het kabinet om deze groep te verleiden tot deelname op de arbeidsmarkt? Zijn alle medewerkers van het UWV ervan doordrongen dat de menselijk maat leidend is?
De heer Bosma (PVV) brengt naar voren dat vanwege het vervuilde WAO-bestand de herkeuringen hard nodig zijn, maar stelt ook vast dat het nieuwe schattingsbesluit tot zeer veel klachten leidt. – Wat is de verhouding tussen kosten en baten van de arboconvenanten? – Waarom daalt het aantal werknemers bij SUWI-bedrijven onvoldoende? – Kan er in verband met de pilot met het participatiebudget eerst een evaluatieonderzoek naar het PGB worden verricht? De verhouding tot de kosten van zorg in natura is niet duidelijk. Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie) is benieuwd naar de uitwerking van de plannen van de minister. Mensen die onder de 45-plusregeling vallen moeten recht op re-integratie behouden. Deze groep mag niet de indruk krijgen dat zij wordt vergeten. – Wanneer komt er duidelijkheid over het verhogen van de WAO- en WIA-uitkering voor duurzame arbeidsgehandicapten? – Waarom nemen verzekeringsartsen niet standaard contact op met de huisarts of de behandelend specialist? Kunnen verzekeringsartsen meer tijd nemen voor het stellen van hun diagnose? – Hebben mensen jonger dan 45 jaar die bij herkeuring geschikt zijn verklaard voor een functie die zij in de praktijk niet aankunnen, recht op een nieuw re-integratietraject? – Waarom zijn er in het kader van het nieuwe schattingsbesluit geen periodieke herbeoordelingen? – Hoeveel mensen zijn verwikkeld in bezwaar- en beroepsprocedures? Moeten mensen tussen de 45 en 50 jaar hun procedure afbreken? – Waarom komt het tweede spoor van de re-integratie niet goed van de grond? Wat wordt hieraan gedaan? – Kunnen voor mensen met een beroepsgerelateerde beperking de subsidie-instrumenten al voor de WIA-keuring worden ingezet om herplaatsing mogelijk te maken? De fractie van de heer Van der Vlies (SGP) was voorstander van de wijzigingsvoorstellen van het vorige kabinet, zij het dat er niet altijd kon worden voldaan aan de voorwaarde van de menselijke maat bij de consequenties van het aangepaste schattingsbesluit en herbeoordelingen. Niet vergeten mag worden dat het om (soms kwetsbare) mensen gaat, die hulp en solidariteit nodig hebben. – Het aantal herbeoordeelden dat werk vindt, blijft achter bij de ambities.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 26 448 en 28 333, nr. 329
4
– –
Werkgevers en werknemers hebben hierin het voortouw. Is het echter moreel te verantwoorden dat mensen die (gedeeltelijk) zijn goedgekeurd, maar geen baan kunnen vinden, terugvallen tot bijstandsniveau? Leidt de privatisering van de WGA niet tot risicoselectie bij de werkgevers die eigenrisicodrager zijn? Wat is de reactie van de minister op de berichten dat kwetsbare mensen vrij fors ontregeld raken na het volgen van een bepaald type re-integratietrainingen?
Antwoord van de minister De minister verduidelijkt dat overheidsbeleid niet gebaseerd kan worden op individuele gevallen, hoewel natuurlijk niet vergeten mag worden dat het om mensen gaat. Het algemeen belang is leidend. Een overheid als rechtsstaat kan geen barmhartige Samaritaan zijn. De essentie van recht is dat het, in tegenstelling tot barmhartigheid, zonder aanziens des persoons wordt toegepast. Als men een hemel van de staat wil maken, leidt dit vaak tot een gruwelijke dictatuur. Rechtvaardigheid hoeft niet altijd barmhartig te zijn. Overheden gaan dan ook niet naar de hemel. – De wijzigingen die door het vorige kabinet zijn aangebracht, werpen hun vruchten af. Door de beperking van de instroom in de WAO kon de IVA-uitkering worden verhoogd van 70% tot 75%. Ook het terugdringen van het ziekteverzuim is een belangrijk winstpunt. Betrokkenen worden aangesproken op werk dat zij nog wel kunnen verrichten. – De aantrekkende economie geeft vertrouwen dat de kansen op werk voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten verder zullen toenemen. Het structureel verbeteren van deze kansen is onderdeel van het overleg met sociale partners, die hiervoor primair verantwoordelijk zijn. – Arbeidsorganisaties doen meer aan verzuimbeheersing en re-integratie. Een steeds groter deel van degenen die herbeoordeeld zijn, vindt na verloop van tijd werk, maar dit kan nog beter. Bij de uitvoering van de re-integratie komt maatwerk steeds meer centraal te staan. – Er zijn doelstellingen voor het aantal re-integratieprocessen, maar niet voor de resultaten daarvan. De overheid kan geen baangaranties geven. Met sociale partners en met gemeenten wordt gesproken over de invulling van brugbanen. De vraag is of deze banen ook moeten dienen om mensen aan de regelmaat van werk te laten wennen, ook als er geen uitzicht bestaat op een reguliere baan. – De WAO was een gouden kooi geworden. Het schattingsbesluit is aangescherpt omdat er geen reden is om mensen in de arbeidsongeschiktheidsregeling die kunnen werken maar geen werk hebben, anders te behandelen dan mensen die een beroep moeten doen op de WW of de bijstand. De vraag is of iemand objectief bepaalde arbeid kan verrichten. Als de norm voor de instroom wordt aangescherpt, is het gerechtvaardigd om ook het zittende bestand te herbeoordelen. – In 2006 is de uitkering na herbeoordeling bij 13,1% verlaagd, bij 21,2% is de uitkering beëindigd, bij 60,5% is de uitkering gelijk gebleven en bij 5,2% is de uitkering verhoogd. Een derde van de betrokkenen werkte op het moment van herbeoordeling. 18 maanden later bleek 82% daarvan nog een reguliere baan te hebben. 32% van herbeoordeelden van wie de uitkering is beëindigd of verlaagd, is weer aan het werk. Het aandeel werkenden in dit bestand is gestegen van 36% tot 51%. De resterende 49% zal gebruik moeten maken van de WW of de bijstand, zoals anderen die geen werk hebben. Het kabinet wil de komende periode over de hele linie een hogere arbeidsparticipatie realiseren. Er zullen ook kwantitatieve doelstellingen worden geformuleerd. – De verhoging van de uitkering kan effecten hebben voor allerlei (ook gemeentelijke) subsidieregelingen. De Belastingdienst zal duidelijke
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 26 448 en 28 333, nr. 329
5
– –
–
–
–
–
–
– –
–
–
–
– –
–
voorlichting geven over de consequenties voor de toeslagen. Van gemeenten zal eenzelfde actie worden gevraagd. De beeldvorming van gedeeltelijk arbeidsgeschikten bij werkgevers moeten worden verbeterd. Een herbeoordelingsoperatie van een dergelijke omvang kan niet in alle gevallen leiden tot een bevredigende uitkomst, zeker niet voor de betrokkenen. Vanaf het begin is toegezien op de zorgvuldigheid van de procedures. Op grond van de ervaringen zijn er de afgelopen tijd stapsgewijs verdere verbeteringen aangebracht. Er worden gesprekken met herbeoordeelde arbeidsgeschikten gevoerd. Die gesprekken leveren wel informatie op, maar geen objectieve werkelijkheid. De verzekeringsarts kan contact opnemen met de behandelend arts, maar dat is altijd een professionele afweging. Een verzoek van de patiënt hiertoe zal altijd worden gehonoreerd. De vraag is niet of iemand ziek is, maar of die ziekte ook arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft. De Gezondheidsraad stelt een protocol op voor het vaststellen van ME/CVS. De leeftijd voor vrijstelling van beoordeling volgens het nieuwe schattingsbesluit wordt verlaagd van 50 naar 45 jaar op de peildatum in verband met de kansen op de arbeidsmarkt. Overigens wordt dit beeld door recent onderzoek genuanceerd. De Kamer wordt zo snel mogelijk geïnformeerd over de effecten van de verlaging van de leeftijdsgrens. De herbeoordeling van degenen die op de peildatum ouder waren dan 45 jaar is tijdelijk geschorst. De lopende TRI-uitkeringen zijn verlengd tot 12 maanden. Re-integratiemiddelen zijn ook beschikbaar voor de groep van 45 jaar en ouder. Het aantal bezwaar- en beroepszaken is niet bekend. Degenen die door het terugdraaien van de peildatum hun oude uitkering weer ontvangen, moeten zelf beoordelen of zij de procedure doorzetten. Uitspraken van de rechter in beroepszaken kunnen eventueel tot aanpassing van het beleid leiden. De problematiek van degenen die voor minder dan 35% zijn afgekeurd, is onderwerp van overleg met werkgevers. De loondoorbetalingsverplichting leidt tot succesvolle initiatieven, zoals poortwachterscentra. Subsidiëring van deze centra werkt averechts. De bedrijfsarts moet bij bepaalde ziekteverschijnselen zo snel mogelijk bezien of er perspectief is op terugkeer in de oude baan. Is dit niet het geval, dan moeten de mogelijkheden van re-integratie elders worden bezien. De suggesties van MKB Nederland zijn interessant, maar kunnen niet allemaal worden overgenomen. Duurzaamheid is een wezenlijk onderdeel van de beoordeling. Een arts kan vaststellen dat een bepaalde aandoening waarschijnlijk niet zal verdwijnen. Het onderzoek naar de arboconvenanten kon alleen betrekking hebben op het ziekteverzuim omdat door de introductie van de twee jaar loondoorbetalingsverplichting de instroom in de arbeidsongeschiktheid in die periode terugliep. Er wordt bezien op welke wijze gevolg moet worden gegeven aan de uitspraak van de Centrale Raad voor Beroep. Er wordt overlegd met het UWV over de verbeteragenda voor de komende jaren. De bureaucratie moet worden teruggedrongen, maar is in een dergelijke organisatie nooit helemaal uit te bannen. Er wordt onder andere getracht, de kosten van het uitvoeringsapparaat te beperken door samenvoeging van functies. De wijziging in het werkproces van de Ziektewet heeft ertoe geleid dat er in het eerste kwartaal van 2006 meer klachten waren. Toen is het klachtenpercentage gestegen van iets minder dan 2 tot bijna 5. Nu zijn
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 26 448 en 28 333, nr. 329
6
– – – – –
er in 2% van de gevallen klachten over de Ziektewet. Bij andere sectoren ligt het klachtenpercentage onder de 1. Eind mei brengt de SER advies uit over de verontrustende instroom in de Wajong. Daarna volgt een kabinetsstandpunt ter zake. De ILO oordeelt aan het eind van dit jaar over de houdbaarheid van de WIA. De pilot met het participatiebudget wordt geëvalueerd. Er wordt contact opgenomen met het UWV over de berichten over omstreden trainingsmethoden. Het TRI-aanpassingsbesluit is al gepubliceerd in de Staatscourant.
Toezeggingen –
– –
De Kamer krijgt volgende week een brief over de verlaging van de leeftijdsgrens onder het voorbehoud dat hierover niet in het kabinet gesproken hoeft te worden. In dat geval komt de brief zo snel mogelijk na het kabinetsberaad. Er wordt schriftelijk gereageerd op de vraag over de gevolgen van een bepaald type re-integratietrainingen. De Kamer krijgt zo spoedig mogelijk de nadere cijfers over werkhervatting en over het aantal klachten bij het UWV.
De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Smeets De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Esmeijer
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 26 448 en 28 333, nr. 329
7