Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Zitting 1980-1981
14496
Emancipatiebeleid
IMr.42
BRIEF V A N DE STAATSSECRETARIS V A N CULTUUR, RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK
De vroegere stukken zijn gedrukt in de zittingen 1976-1977, 1977-1978,1978-1979 en 1979-1980
Aan de Voorzitter van de T w e e d e Kamer Rijswijk, 26 september 1980 In v e r v o l g op m i j n toezegging tijdens de behandeling v a n de begroting v a n het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in f e b r u ari 1980 bied ik u hierbij aan een totaaloverzicht van d e aan de gemeenten verleende rijksbijdragen ten behoeve van plaatselijke emancipatie-activiteiten in 1980, alsmede een t o e l i c h t i n g o p dit overzicht. Als bijlage' hierbij ontv a n g t u de tabellen met een o p s o m m i n g van de g e h o n o r e e r d e activiteiten, uitgesplitst naar g e m e e n t e . De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, J . G. Kraaijeveld-Wouters
Nedergelegd op de bibliotheek.
2 vel
Tweede Kamer, zitting 1 9 8 0 - 1 9 8 1 , 1 4 4 9 6 , nr. 42
1
Provincie:
Totaal aantal gemeenten per 1-1-1980:
Totaal aan- Aantal tal inwoners aanvragende per gemeenten: 1-1-1980:
Groningen Friesland Drenthe Overijssel incl. Flevopolder Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
50 44 34
553 644 583 954 418 450
35 42 26
50 97 45 99 151 30 131 106
1 083 529 1 634 276 885 7 5 6 ' 2 299 1 7 5 ' 3 063 6 2 5 ' 455 280 2 050 762 1 069 017
39 65 27 57 77 21 80 62
Totaal
837
14 097 468
Aantal inwoners aanvragende gemeenten:
504 556 582 138 391 386 944 1 465 772 2 110 2 724 320 1 681 863
531
678 418 263 967 825 674 411 766
12 362 082
Toegekende bijdrage
Max. op basis van 34 et. p. inwoner:
f
f 157 3 5 1 ' 190 493 126 510 286 454 228 670 856 100 526 275
7883 493' 814' 323' 363 2 164 9732 6673
3 873 939
171 549 198 545 142 273
Aantal gemeenten dat minder gevraagd heeft dan max. bijdrage:
Aantal gemeenten dat ca. max. bijdrage heeft aangevraagd:
6 8 4
12 23 14
400 655 157 720 633 796 259 466
9 15 9 12 21 4 22 19
10 36 7 31 24 10 21 18
4 776 453
129
206
368 555 301 781 1 041 154 697 363
Gegevens per 1-1-1979. Aantal gemeenten nog in behandeling.
Toelichting op het overzicht van rijksbijdragen ten behoeve van plaatselijke en regionale emancipatie-activiteiten 1980 1. Gang van zaken In n o v e m b e r 1979 is de Tijdelijke Rijksbijdrageregeling ter stimulering van emancipatie-activiteiten, die op 1 januari 1980 in w e r k i n g is getreden met de bijbehorende toelichting naar alle gemeenten gestuurd (30 n o v e m b e r 1979 DCE-U-1966III). De m a x i m a l e rijksbijdrage w e r d vastgesteld op f 0,34 per inwoner met een d r e m p e l b e d r a g van f 1000 v o o r kleinere g e m e e n t e n . De uiterste t e r m i j n van indiening w a s 1 april 1980. Aan een aantal g e m e e n t e n is uitstel verleend tot 1 mei 1980. In de maanden april t / m augustus zijn ten d e p a r t e m e n t e de aanvragen verwerkt. O p vruchtbare wijze is hierbij gebruik gemaakt van de adviesfunctie van de provinciale bureaus Landelijk Contact v a n dit ministerie. Via een toetsing aan de in de circulaire v e r m e l d e criteria is dezerzijds bepaald welke activiteiten v o o r een bijdrage in aanmerking k o m e n . Ik heb hierbij uiteraard geen uitspraak gedaan over een eventuele prioriteitsstelling binnen de als emancipatie-activiteit aangemerkte projecten. Een v o o r s c h o t w e r d verstrekt hetzij ter h o o g t e van de m a x i m a l e bijdrage, hetzij ter hoogte v a n het aangevraagde bedrag - wanneer dit lager was dan de m a x i m a l e bijdrage - hetzij een b o d e m b e d r a g van f 1000 v o o r d e kleine g e m e e n t e n (zie het v o o r b e e l d van een toezeggingsbrief; (bijlage 7)). 2. Emancipatie-activiteiten:
criteria voor
toetsing
De criteria v o o r emancipatie-activiteiten die gebruikt zijn bij de toekenning van de bijdrage 1980 en die ook o m s c h r e v e n staan in de Rijksbijdrageregeling, luiden als v o l g t : Onder emancipatie-activiteiten versta ik activiteiten, o n d e r n o m e n d o o r particuliere organisaties of al d a n niet rechtspersoonlijkheid bezittende groeperingen, die: - het zelfbewustzijn van v r o u w e n als individu en als groep o n t w i k k e l e n ; - kunnen leiden tot d o o r b r e k i n g van rolbeperkingen v o o r v r o u w e n en mannen;
T w e e d e Kamer, zitting 1 9 8 0 - 1 9 8 1 , 14496, nr. 42
2
- gericht zijn op het veranderen van situaties waarin sprake is van een ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen mannen en vrouwen; - gericht zijn op het veranderen van maatschappelijke structuren en verhoudingen die belemmeringen en achterstanden voor vrouwen veroorzaken. Er werden ruim 560 aanvragen ingediend. Toetsing van de ingediende projecten aan bovenstaande criteria leverde een aantal categorieën activiteiten op die zonder meer als emancipatie-activiteit konden worden aangemerkt. Dit waren voor 1980: - VOS-cursussen (vrouwen oriënteren zich op de samenleving) - vrouwentrefcentra, vrouwenhuizen, vrouwencafe's - themabijeenkomsten met «emancipatie»-onderwerpen - activiteiten van VIDO-groepen (vrouwen in de overgang) - informatiemarkten, manifestaties en voorlichtingsbrochures over emancipatie (-activiteiten), vrouwenfestivals - politieke vorming en scholing voor vrouwen - gesprekstechnieken, cursussen «samen denken, samen praten» voor vrouwen - kadertrainingen emancipatiewerk - VLAM-cursussen (vrouwen leren actief meedoen) - VLOO-cursussen (vrouwen leren over ontwikkelingssamenwerking) - vrouwentelefoons - FORT (feministiese oefengroepen radikale therapie) - assertiviteitstrainingen voor vrouwen - activiteiten voor buitenlandse vrouwen. Naast deze categorieën van activiteiten die dus zonder meer als emancipatie-activiteit konden worden aangemerkt, zijn ook andere activiteiten in beschouwing genomen. Deze activiteiten zijn afzonderlijk per geval aan de criteria getoetst; bij de toetsing ging het steeds om de aard van de activiteiten en niet om de organiserende groepering. Activiteiten die meerdere malen in gemeentelijke aanvragen voorkwamen en niet als emancipatie-activiteit zijn erkend zijn o.a.: Themabijeenkomsten over: brandpreventie, EHBO, reclame en postorderbedrijf, generatieconflict, milieuvervuiling, verstandig met energie, medicijngebruik, jeugdcriminaliteit, gezonde voeding, geestelijk gehandicapte kinderen, a-sociale jeugd, hart- en vaatziekten, vervaardigen van geneesmiddelen, drugs en alcohol, veilig verkeer, jeugdvandalisme, kern-energie, groente kweken, toekomst van het gezinsbedrijf, euthanasie, de staat Israël, hospitaalschip «de Hoop», molenaar in Kinderdijk, gezinsbegroting, natuurgeneeswijze. Cursussen: «Hoe blijf ik in gesprek met mijn kinderen», verstandig met energie, gezondheid en goed gewicht, opvoeding, eerste hulp in huis en omgeving, verzorging van bloemen en planten, fijne keuken, stoel bekleden, diverse creatieve cursussen, pech onderweg, boekhouden, kunstgeschiedenis, financiëel beheer, Engels, Frans, yoga, bejaardencursus, cursus gesprek als hulp aan de medemens, «kies waar voor je geld», ziekenverpleging, «van oud weer nieuw», cursussen: Nederlandse taal, algemene ontwikkeling, ouders op herhaling indien niet expliciet op emancipatie gericht, training vrijwilligsters voor spel-o-theek, jazzballet, kantklossen. Excursies naar: thermenmuseum, diverse bedrijven, Keukenhof, provinciale elektriciteitsmaatschappijen, politie, brandweer, spaarbank, stichting mensen in nood, tuinbouwschool.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,14496, nr. 42
3
Tevens zijn aanvragen afgewezen indien volstaan werd met het vermelden van de organiserende groepering, of indien er geen activiteiten genoemd werden en hierover via de Bureaus L.C. geen toelichting kon worden verstrekt. Aanvragen ten behoeve van salariskosten van emancipatiewerkers konden evenmin worden gehonoreerd, omdat de tijdelijke rijksbijdrageregeling in 1980 slechts betrekking had op emancipatie-activiteiten. Ten slotte zijn activiteiten waarvoor een andere bekostigingsregeling van toepassing is conform art. 3 van de regeling niet gehonoreerd.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,14496, nr. 42
4
Bijlage
Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Onderwerp: Rijksbijdrageregeling emancipatie-activiteiten 1980 Geacht college, In antwoord op uw bovenvermelde brief/brieven deel ik u mede dat ik voor 1980 bereid ben een rijksbijdragete verlenen voorde navolgende in uw gemeente plaatsvindende emancipatie-activiteiten:
De rijksbijdrage 1980 kan maximaal bedragen f zijnde: • het maximale bedrag/gevraagde bedrag voor de activiteiten, welke voor een bijdrage in aanmerking komen. • het bedrag verkregen uit de norm van f 0,34 per inwoner vermenigvuldigd met het aantal inwoners van uw gemeente. • het maximale drempelbedrag dat voor de kleinere gemeenten in ieder geval beschikbaar is gesteld. Het genoemde bedrag zal zo spoedig mogelijk bij wijze van voorschot aan u worden overgemaakt, onder vermelding van CR.O. no. en kostenplaats 85.00.00. Na ontvangst van uw declaratie van de door u verleende subsidies en de hierop betrekking hebbende door u gemaakte kosten zal de rijksbijdrage definitief worden vastgesteld en met het inmiddels verleende voorschot worden verrekend. Deze declaratie dient vóór 1 okt. 1981 bij mij te worden ingediend in 2-voud en voorzien van een verklaring van een deskundige als bedoeld in artikel 265bis van de gemeentewet. Ik zal het op prijs stellen indien u deze declaratie vergezeld doet gaan van een inhoudelijk verslag over het verloop van de activiteiten. De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, J. G. Kraaijeveld-Wouters namens deze, het Hoofd van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid, E. J. Mulock Houwer
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 14496, nr. 42
5