Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zitting 1978-1979
Rijksbegroting voor het jaar 1979
15
Begroting van uitgaven
3°°
2
Hoofdstuk XVI Departement van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
Nr. 3
BIJLAGEN I t/m XV VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING
18 vel
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
1
BIJLAGE I.
Toelichtende staat van de uitgaven
Artikel en omschrijving
Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop
9 363 906 000
9 283 951 000
8 1 1 7 6 4 3 400
206 649 600
178 541400
296 844 600
Onderafdeling I. Algemene leiding
2 025 000
1 697 600
1 455 400
Minister, Staatssecretarissen en personeel algemene leiding
2 025 000
1 697 600
/ 455 400
Minister: Jaarwedde Vakantietoelage Sociale lasten
160 507 13161 10 232
158 918 12712 10 020
136 372 11 611 12 867
11.11 11.12 11.2
Staatssecretarissen: Jaarwedden Vakantietoelagen Sociale lasten
281 186 23 057 23107
139 201 11 139 11 410
88 810 12 983 11 057
11.11 11.12 11.2
1 020 350 80 400 413 000
912 530 77 100 364 570
800 194 62 400 319106
11.11 11.12 11.2
180114600
154 760 500
259 528 500
Personeel
62 080 000
57 376 000
49 532 400
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Betalingen aan uitzendbureaus Aandeel in de sociale lasten
41 1 59 000 3 375 000 800 000 100 000 16 646 000
37 731 000 3 099 000 750 000 Memorie 1 5 796 000
32 978 000 2 616 000 561 000
2 500 000
4 800 000
TOTAAL
A F D E L I N G I. M I N I S T E R I E
Personeel: Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten
Onderafdeling II. Centrale diensten van algemene aard A. 2
1977
Algemeen
Personeel nader te verdelen
2B
Salarismaatregelen nader te verdelen
3
Materieel Raad voor de Harmonisatie van het Specifiek Welzijn
573 400
400 000
350 000
Algemene uitgaven
573 400
400 000
350 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
200 000
Materieel Sociaal Cultureel Planbureau
567400
567 400
245 600
Algemene uitgaven Aanschaffingen
433 200 134 200
433 200 134 200
175 600 70 000
Kosten van onderzoek Sociaal Cultureel Planbureau
1 962 000
1 962 000
877 900
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
1 462 000
1 704 300
1 588 200
5
28400000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden 6
Economische code
08.0 09.0
08.0 09.0 11.11 11.12 11.12 12.1 11.2
13 377 400
2A
4
Functionele code
08.0
11.11
08.0
11.11
08.6 12.1
50000
08.6 12.1 74.2 09.0
33
500 000 1 800 000
die in 500 000
500 000
Materieel provinciale bureaus Landelijk Contact
1 958 000
1 728 000
1 547 000
Algemene uitgaven Aanschaffingen
1 890 000 68 000
1 670 000 58 000
1 487 000 60 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
25 000
09.0 12.1 74.2
25 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
2
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Geraamd voor 1979
Artikel en omschrijving
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Internationale betrekkingen
8266000
8 266 000
7 271 800
Voorlichting gericht op het buitenland, studie, observatie en bevordering internationale samenwerking Bilaterale samenwerking Multilaterale samenwerking in Europees verband Multilaterale samenwerking op mondiaal niveau Internationale studiebijeenkomsten
1 438 000 5 983 000 461 000 260 000 124 000
1 438 000 5 983 000 461 000 260 000 124 000
1 263 800 5 300 000 409 000 229 000 70 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
5 000 000
4893
4 600 000
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
400
Economische code
08.0
12.0 12.0 35.3 35.6 12.1
die in 3 500 000
3 500 000
Civiele verdedigingsvoorbereiding
379 000
678 000
482 300
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
279 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
100 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
900 000
195000
905 300
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
300 000
300 000
907000
692 500
B. Planning en
Functionele code
1
04.7
72
09.1
33
09.44
33
die in
coördinatie 1
Onderzoek" en ontwikkelingsprojecten 1. Onderzoek" en ontwikkelingsprojecten Centr. Directie P. en C.
30 600
710 000
2. Ontwikkelingsprojecten Kaderwet Welzijn
1 197 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
1 607 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
300 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
400 000
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
69 400
die in 300 000
300 000
10
Subsidies en rijksbijdragen voor sociale planning
15 690 000
15 345 500
13 865 200
11
Subsidies functionele Raden voor Cultuur, Sport, Jeugd en Maatschappelijke Dienstverlening
874 800
1 580 000
2 343 400
08.6
33
12
Subsidies in investeringskosten voor voorzieningen in het kader van de stadsvernieuwing
1 363 000
7 370 000
5 047 800
09.44
33
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
1 000 000
25 000 000
19 432 200
16 675 000
09.44
33
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zul/en leiden 13
363 000
die in 4 000 000
6 000 000
Subsidies in investeringskosten vallend onder de plafonnering van de stadsvernieuwing
3 410 000
Memorie
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
2 410 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
1 000 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
1 000 000
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
Memorie
die in 10 000 000
9 000 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
3
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) aamd voor 1979
Artikel en omschrijving
waarvan voor: Monumenten Club- en buurthuizen Dienstencentra voor bejaarden Sportaccommodaties Accommodaties voor meervoudig gebruik Voorzieningen t.b.v. sociaal-culturele infrastructuur stadsvernieuwing
3 000 000 Memorie Memorie 3 000 000 3 000 000
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Functionele code
Economische code
09.44
33
3 000 000 3 000 000 3 000 000
1 000 000
14
Subsidies en bijdragen ten behoeve van welzijnsvoorzieningen in gebieden met bijzondere structuurveranderingen
2 802 000
2 582 000
1 143 700
15
Subsidies voor ontwikkeling, studie en voorlichting ten behoeve van accommodaties voor meervoudig gebruik
5 947 000
940 100
667 100
08.6
33
11 598 000
17 615 000
36 273 700
08.6
52.1
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
8 598 000
14 615 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
3 000 000
3 000 000
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden 16
die in
2 000 000
Subsidies accommodaties voor meervoudig gebruik
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 7976 tot een maximum van
20 000 000
9 394 600
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
14 000 000
16 000 000
8 700 000
9 700 000
9 700 100
08.6
52.1
Memorie
2 465 000
5 804 500
08.6
52.1
5
8 362 800 09.6
60
09.6
60
09.6
60
09.6
60
09.6
60
17
Afkoop van nog door de gemeenten te betalen schuldrestanten op voor 31 december 1970 gebouwde accommodaties voor meervoudig gebruik
18
Subsidies in de rente en aflossing van leningen voor de stichtingskosten van voor 31 december 1970 gebouwde accommodaties voor meervoudig gebruik Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
18A
Uitgaven verband houdende met het extra werkgelegenheidsprogramma 1973 Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
18B
Uitgaven verband houdende met het programma bestrijding excessieve werkloosheid 1973 Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
18C
18D
8 000 000 Memorie 4 000 000
723300 Memorie
4517500
Memorie
Memorie
3 361 900 7 879 400 127 800
2 500 000
2 599 800
Uitgaven verband houdende met het Tweede Werkgelegenheidsprogramma 1972
Memorie
Memorie
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
500 000
Uitgaven verband houdende met de extra werkgelegenheidsprogramma's 1974
Memorie
Memorie
11 504 900
6 000 000
6 587 400
18 092 300
Memorie
Memorie
52 752 300
5 000 000
5 000 000
31 358 700
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van 18F
27 588 300
die in
Uitgaven verband houdende met het extra werkgelegenheidsprogramma 1975 Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
82 300
2 727 600 282 000 364 300
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
4
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
18G
Geraamd voor 1979
Uitgaven verband houdende met het Extra stimuleringsprogramma 1976
Memorie
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van 18H
8
30
19A
44543
Memorie
Economischa code
09.6
60
09.6
60
09.6
60
08.6
60
08.6
60
08.6
60
100
7525 900
000000 Memorie
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van 19
Functionele code
35 763 100
8 780 000
Memorie
Uitgaven verband houdende met het extra werkgelegenheidsprogramma 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Memorie
000000
Uitgaven verband houdende met de extra werkgelegenheidsprogramma's 1977 Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
181
Toegestaan voor 1978
30 000 000
Subsidies voor investeringen in het kader van het bijzonder regionaal welzijnsbeleid tot en met 1976
Memorie
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
5 000 000
Subsidies voor investeringen in het kader van het bijzonder regionaal welzijnsbeleid 1977 tot en met 1980
18 700 000
17 800 000
10 700 000
9 800 000
8 000 000
8 000 000
10 848500
waarvan ten laste van: hoofdstuk XV hoofdstuk XVII
Memorie Memorie
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden 20
15300
000
14578
500
4 500 000
4500
000
2 437 000
2 893 000
Bijzondere subsidies voor activiteiten op cultureel en maatschappelijk terrein in verband met de herstructurering van Zuid-Limburg en het stimuleringsbeleid in het Noorden des Lands Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
21
23
225 000
Onderafdeling III. Uitgaven van algemene aard
24 510 000
22 083 300
35 860 700
Materieel
15 033 000
13 033 000
71 871 900
Algemene uitgaven Aanschaffingen Aanschaffingen
13 506 300 74 900 1 451 800
11 506 300 1 451 800
10 885 000 72 000 914 900
; 200 000
7 200 000
174 700
90 000
90 000
86 500
Representatie
74 900
Nihil
Sociale lasten via pensioenverzekering verhaal op pensioengerechtigden via de sociale verzekering rechtstreeks aan werknemers restitutie van kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank overige Waarvan wordt doorberekend aan de artikelen „personeel"
2
2 179 000
500 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van 22
8 427 000
die in
af
43 12 34 5
784 022 346 029
000 000 000 000
af
800 200 300 100
12.1 74.1 74.2
08.0 09.0
12.1
Nihil
Nihil 41 929 11513 32 891 4 816
08.0 09.0
37 541 500 af
10 308 600 29 449 300 4 312 600
11.2 11.2C 11.2 11.3
af
968 000 639
af
927 500
af
830 300 130
11.3C 11.2
af
7 0 1 6 9 639
af
67 196 500
af
6 0 1 6 4 630
11.2T
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
5
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
24
Toegestaan voor 1978
Geraamd voor 1979
Andere uitgaven aan of ten behoeve van personeel, voormalig personeel of hun betrekkingen Gratificaties Premiespaarregeling rijksambtenaren Bijdrage personeelsactiviteiten Tegemoetkomingen in de studiekosten van ambtenaren Uitkeringen ingevolge de spaarregeling (artikel 15a A.R.A.R. en artikel 14 A.O.B.) Hiervan wordt verrekend met de bijdrage voor inkoop van diensttijd Non-activiteitswedden en wachtgelden Aanvulling van salarissen van personeel in militaire dienst Langdurig zieken Pensioenen en onderstanden aan voormalig personeel of hun betrekkingen Aandeel in de sociale lasten
6529
6 651 000
af
000
11.12 33 33
400 000
375 000
260 300
11.12
Nihil
Nihil
Nihil 3 604 000
af
Nihil 3 103 500
5 356 700
09.26
11.2C 11.31
09.26 09.26
11.31 11.31 11.31 11.2
10 000 1 895 000
15 000 587 000
15 000 741 500
616 000
09.26 09.26
200 000
08.0
346000
26
304 900
Memorie
Doorlichtingsonderzoeken
1 400 000
1 400 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
1 000 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
400 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
400 000
395 900
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
700 000
700 000
484 600
484 600
12.1
09.1
12.3
504 100
08.1
33
466 000
08.7
12.0
16 132 700
09.0
01
09.0
01
•
die in
Bijdrage aan de provincie Friesland voor de bevordering van de Friese taal en cultuur Uitgaven betreffende afgesloten dienstjaren, als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Comptabiliteitswet (Stb. 1927, 259) Bouw alsmede aankoop van gronden en opstallen door bemiddeling van de Rijksgebouwendienst Aandeel in het onder hoofdstuk XI uitgetrokken bouw- en aankoopprogramma 207 845 000 De financiering van het hiervan te verwerken bedrag geschiedt ten laste van hoofdstuk XI, zodat wordt uitgetrokken Onvoorziene uitgaven
Nihil
Nihil
Nihil
200 500
200 700
449 917 000
436 825 700
397 544 700
O n d e r a f d e l i n g I. Algemene leiding
9 439 400
8 772 000
8 1 7 7 300
Personeel
7 530 000
6920
000
6 189 800
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Betalingen aan uitzendbureaus Aandeel in de sociale lasten
5 009 411 8 50 2 052
4 631 000 379 000 5 000 Memorie 1 905 000
4 191 200 326 900
AFDELING II. CULTURELE ZAKEN
31
11.12
10 000 1 630 000
346 000
30
08.0 09.0
500
262 500 100 000 4 000
Verbetering van de rechtspositie van personeel van gesubsidieerde instellingen
29
Economische code
285 000 100 000 4 000
Subsidies en andere uitgaven voor te houden conferenties en congressen
28
6599
Functionele code
300 000 100 000 5 000
25
27
Vermoedelijk beloop 1977
000 000 000 000 000
1 671 700
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
08.7 11.11 11.12 11.12 12.1 11.2
6
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
32
33
Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Kosten van onderzoek
694 600
661 000
934 500
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
394 600
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
300 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
600 000
543 600
802 500
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
300 000
300 000
Subsidies aan instellingen voor studie en onderzoek
214800
1 191 000
1 053 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
600 000
213 490 200
209 705 600
190 819100
1 327 000
1 301 000
1 219 700
888 000 73 000 2 000
869 000 71 000 3 000 358 000
825 900 64 400
450 500
433 200 428 000 5 200
Personeel Raad voor de Kunst Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen Aandeel in de sociale lasten
35
36
37
38
Materieel Raad voor de Kunst
364 000 527 000
Algemene uitgaven Aanschaffingen
521 000 6 000
Personeel Inspectie Kunstzinnige Vorming
295 000
445 100 5 400 289 000
Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten
197 000 17 000 81 000
194 000 15 000 80 000
140 600 14 400 57 300
Materieel Inspectie Kunstzinnige Vorming
52 800
52 800
43 200
Algemene uitgaven Aanschaffingen
50 600 2 200
50 600 2 200
41 000 2 200
143 500
Andere adviesorganen
33
08.1
33
133 500
32 000 3 000 13 400 92 000
29 900 3 100 12 200 88 300
Subsidies en andere uitgaven voor muziek en dans
89 456 000
87 677 000
79218
1. Subsidies ten behoeve van orkesten
41 592 000
40 451 000
38 900 000
9 553 000
9 391 000
9 265 100
25 746 000
25 782 000
22 700 000
4. Subsidies en andere uitgaven voor dans
11 366 000
10 846 000
7 053 000
1 199 000
1 207 000
1 300 700
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
600 000
576300
7 034
08.7 12.1 74.2 08.7 11.11 11.12 11.2 08.7 12.1 74.2 08.7 11.11 11.12 11.2 12.3 08.7
12.0
200
Subsidies en andere uitgaven voor toneel
29 535 000
28 944 500
22 992 300
1. Subsidies toneelkunst
27 146 300
25 098 000
19 302 300
2 388 700
3 846 500
3 690 000
2. Subsidies en andere uitgaven voor instellingen en manifestaties toneel
11.11 11.12 11.12 11.2
800
3. Subsidies en andere uitgaven voor muziek dramatische kunst
5. Subsidies, prijzen, opdrachten en stipendia aan componisten en subsidies voor uitvoering van werk van Nederlandse componisten
08.7
212 300
140 400
34 2 14 92
2. Subsidies ten behoeve van andere instellingen en manifestaties
40
08.1
329 400
500 800 200 000
Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten Overige uitgaven 39
Economische code
die in
Onderafdeling II. Kunsten 34
Functionele code
08.7
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
12.0
7
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Functionele code
41
Subsidies en andere uitgaven mime
2 919 000
2 780 000
2 383 000
08.7
42
Subsidies en andere uitgaven letteren
5 984 000
6
006500
5 326 900
08.7
1. Subsidies en andere uitgaven voor instellingen en manifestaties letteren
5 063 000
5 094 500
4 282 000
710 000
703 000
770 000
12.0
3. Subsidies en opdrachten toneelschrijfkunst
211 000
209 000
274 900
12.0
246600
1 428 500
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
100 000
Subsidies en andere uitgaven voor incidentele produkties
44
Subsidies en andere uitgaven Beeldende Kunsten en Bouwkunst
1
Memorie
100 000 Memorie
08.7
12.0
10 611 000
10 155 000
8 680 100
1. Subsidies ten behoeve van instellingen
4 462 000
4 400 000
3 970 000
33
2. Manifestaties en collectievorming
1 220 000
1 203 000
1 130 000
33
3. Opdrachten en overige uitgaven
1 477 000
4 237 000
3 580 100
12.0
4. Aankopen en subsidies ten behoeve van de kunstuitleen
3 452 000
315 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
fj 600 000
6313
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
3 300 000
3 000 000
9256 000
9 085 000
8 378 100
100
08.7
33 5
396800
die in
Subsidies en andere uitgaven voor Film
08.7
1. Subsidies en andere uitgaven voor instellingen en het Nederlandse filmwezen
1 836 000
1 802 000
2 052 000
33
2. Stichting Produktiefonds voor Nederlandse films
4 381 000
4 300 000
3 700 000
32.1
3. Subsidies voor de vervaardiging van korte kunstzinnige en culturele films
2 262 000
2 220 000
1 990 000
12.0
407 000
400 000
346 100
12.0
5. Subsidies en andere uitgaven voor manifestaties in binnen- en buitenland
370 000
363 000
290 000
33
6. Prijzen
Memorie
4. Subsidies voor de vervaardiging van films die als onderwerp hebben de werkgebieden van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en andere uitgaven
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van Personeel Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
3 500 000
2 413 200 4 435 000
1 221 000
Materieel Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam
34.0
Memorie
2 967 000 243 000 4 000
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten 47
/ 300 000
33
die in
43
46
12.0
2. Subsidies, prijzen, opdrachten, toelagen en aankopen voor letterkunde en de literatuurhistorie
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
45
Economische code
2 500 000 4
4 348 000
2 911 000 238 000 2 000 1 197 000
066300
08.42
2753 400 214 700
11.11 11.12 11.12 11.2
1 098 200
/ 261 000
7 767 000
7 120 000
700 000 410 000 1 51 000
647 000 379 000 135 000
626 000 364 000 130 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
08.42 12.1 12.3 74.2
8
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
48
Subsidie voor de Jan van Eyckacademie te Maastricht
49
Wedstrijd Prix de Rome
50
Rijksstudietoelagen aan studerenden aan instellingen van kunstonderwijs
51
Subsidies en andere uitgaven bestemd voor de kunstzinnige vorming, amateuristische kunstbeoefening en volkscultuur 1 . Subsidies en andere uitgaven v o o r d e ontwikkeling en vernieuwing van de kunstzinnige vorming en de kadervorming 2. Subsidies aan organisaties voor amateuristische kunstbeoefening en volkscultuur 3. Subsidies aan organisaties voor ideële belangenbehartiging 4. Bijzonder Regionaal Welzijnsbeleid 5. Commissies, tentoonstellingen en manifestaties 6. Subsidies Muziekscholen 7. Subsidies aan centra voor Audiovisuele, Beeldende en Dramatische vorming Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
52
Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Functionele code
2 109 000
2 183 000
1 969 000
08.42
44
25 900
25 900
28 100
08.7
34.0
460 700
08.7
43 814 600
08.7
405300
43 697 000
8 262 000
495300
42 981 000
12.0
33
8 088 000
6 270 000
6 060 000
1 754 000 511 000 50 000 17 200 000
1 725 000 558 000 50 000 17 200 000
9 650 000
9 300 000
400 000
310 500
Subsidies aan organisaties en gemeenten in de investeringskosten van culturele centra met een streekkarakter
2 276 000
2 176 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
2 076 000
1 976 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
200 000
200 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
700 000
691 300
2 000 000
1 000 000
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
Economische code
300 000
1 450 000
08.7
52.1
106300
die in
53
Subsidies en andere uitgaven voor internationale uitwisseling en voor het Holland-Festival
1 811 000
1 806 000
1 680 000
08.7
12.0
54
Subsidies voor en kosten van spreiding van de vormen van kunst over het land
494 400
493 300
647 500
08.7
12.0
55
Subsidies en andere uitgaven voor niet-literaire tijdschriften en voor publikaties
294 400
294 400
430 100
08.7
12.0
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
150 000
149 900
296 900
56
Tegemoetkomingen voor studie in het buitenland
328 100
328 100
315 500
08.7
12.0
57
Subsidies aan algemene instellingen en andere uitgaven
3 260 000
3 446 000
2 663 500
08.7
33
1. Subsidies ten behoeve van instellingen 2. Experimenten en kunstzinnige vernieuwingen
1 640 000 1 620 000
1 849 000 1 597 000
1 823 000 840 500
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
7 400 000
/ 382 100
801 000
963 600
944 900
1 256 000
08.7
12.0
2 023 200
2 141 000
1 896 700
08.7
34.0
58
Stipendia en andere toelagen aan kunstenaars
59
Eregelden en andere persoonlijke toelagen aan kunstenaars
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
9
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
226 987 400
218 348100
198 548 300
Personeel Rijksmusea
45 593 000
42 209 000
38 827800
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten
29 670 000 2 372 000 1 194 000 12 357 000
27 262 000 2 1 82 000 1 323 000 11 442 000
25 990 800 2 050 700 300 000 10 486 300 12 810 900
Onderafdeling III. M u s e a , m o n u m e n t e n en archieven A. 60
61
Materieel Rijksmusea
19306000
18 078 000
Geraamde uitgaven
19 456 000
18 228 000
Ontvangsten terzake
af
1 000 000
600 000
Aankopen voor de musea en betaling van termijnen voor in vorige jaren gekochte kunstwerken en voorwerpen
2 045 000
2 045 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
2 045 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
Memorie
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
500 000
64
Tentoonstellingen in rijksmusea Geraamde uitgaven Ontvangsten terzake
67
68
af
8 410 000 2 988 900 16 000 1 396 000
12.1 12.3 74.1 74.2
326500
2 754 000
2 000 000
2 000 000
Memorie
Memorie
163 400 25 000
163 400
af
201 000
08.7
12.3
08.7
12.3
08.7
12.4
08.7
12.3
188 400 25 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
60 000
63 100
135 800
Commissies van advies
33 900
13 900
13 400
16 500 15 200 2 200 1 215 000
8 500 3 200 2 200 1 191 000
8 200 3 100 2 100
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten
812 000 67 000 2 000 334 000
794 000 65 000 4 000 328 000
847 200 66 000
Materieel Dienst verspreide rijkscollecties
499 900
499900
584 100
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
144 900 340 000 15 000
144 900 340 000 15 000
208 000 350 000 26 100
32 000
32 000
51 100
Aankopen Dienst verspreide rijkscollecties
08.7
321 000
138 400
Personeel Dienst verspreide rijkscollecties
11.11 11.12 11.12 11.2
die in
Spoedaankopen van uitzonderlijke kunstwerken en voorwerpen, die dreigen voor Nederland verloren te gaan
Rijksmusea Centraal laboratorium Natuurhistorische musea
08.7
1 50 000 13 299 000 3 250 000 18 000 1 511 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
63
66
1 50 000 af 14 203 000 3 471 000 18 000 1 614 000
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
65
Economische code
Musea
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen Aanschaffingen
62
Functionele code
1 251 100
08.7 11.11 11.12 11.12 11.2
337 900
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
08.7 12.1 12.3 74.2
08.7
12.3
10
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop
Personeel Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
2 055 000
2 015 000
1 747 500
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociaie lasten
1 362 000 112 000 15 000 566 000
1 336 000 109 000 15 000 555 000
1 183 200 92 300
Materieel Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
415 500
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
271 000 126 000 18 500
415 500 271 000 126 000 18 500
Personeel Centraal laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap
2 051 000
2 010 000
7 949 900
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten
1 362 000 112 000 12 000 565 000
1 343 000 110 000 4 000 553 000
1 320 400 102 900
Materieel Centraal laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap
627 600
537 600
538800
Geraamde uitgaven
677 600
587 600
Artikel en omschrijving
69
70
71
72
Ontvangsten terzake
af
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
73
74
50 000 367 400 11 5 300 144 900
af
1977
361 100
11.11 11.12 11.12 11.2 08.7 12.1 12.3 74.2
219 300 1 22 000 19 800 08.7
11.11 11.12 11.12 11.2
526 600 08.1
50 000 314 700 98 800 124 100
288 000 100 000 150 800
100 000
Personeel Rijksdienst Kastelenbeheer
989 000
911 000
854300
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten
626 000 51 000 40 000 272 000 222 200
576 000 47 000 37 000 251 000
518 500 45 100 60 000 230 700
222 200
244 400
205 600 8 500 8100
205 600 8 500 8 100
219 000 7 200 12 500 5 700
Materieel Rijksdienst Kastelenbeheer
Economische code
08.7
472 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen Aanschaffingen
Functionele code
12.1 12.3 74.2
08.7 11.11 11.12 11.12 11.2 08.7 12.1 12.3 74.1 74.2
75
Subsidies op het gebied van de Rijksdienst Kastelen• beheer
282 800
249 400
282 000
08.7
33
76
Opleiding restauratoren
689 600
689 600
171 900
08.7
33
77
Bouw van het Rijksmuseum „Zuiderzeemuseum" te Enkhuizen
813 300
813 300
1 773 600
08.7
72
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
400 000
408 400
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
500 000
500 000
956 200
980 000
/ 198 300
08.7
52.2
08.7
die in
78
Betaling van rente en aflossing van de door de Vincent van Gogh-Stichting opgenomen geldlening ten behoeve van de aankoop van de collectie van ir. V. W. van Gogh
79
Personeel Nederlands Instituut te Rome
916 000
898 000
400 700
Salarissen Vaste toelagen Verblijfsvergoedingen Aandeel in de sociale lasten
521 000 20 000 1 96 000 179 000
504 000 18 000 200 000 176 000
271 400 21 100 108 200
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
35.3 35.3 35.3 11.2
11
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Materieel Nederlands Instituut te Rome
281 300
281 300
222 400
Geraamde uitgaven
331 300
331 300
Artikel en omschrijving
80
50 000
Ontvangsten terzake
81
82
160 700 52 200 9 500
Subsidies voor niet aan het Rijk toebehorende musea
5 442 000
5 416 000
6 607 300
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
1 000 000
840 000
562 300
Subsidies voor het herstel van voorwerpen van kunst of wetenschap, toebehorend aan lagere publiekrechtelijke lichamen, genootschappen, stichtingen en dergelijke, die zich in openbare gebouwen bevinden
158900
208 900
201 500
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
108 900
459 900
460 500
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
84
85
12.1 12.3 74.2 08.7
33
08.7
40
50 000 400 000 100 000
100 000
358 600
406 600
Toezicht i n - en uitvoer van werken van culturele betekenis Aankopen van en subsidies in publikaties van kunst en wetenschap Museumverslagen Overige uitgaven
1 000
1 000
102 000 80 000 175 600
100 000 80 000 225 600
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
100 000
100 000
11 307 000
10 724 000
226 200
08.7 12.4
78 500 78 500 69 200
12.3 12.4 33
Monumenten
Personeel Rijksdienst voor de Monumentenzorg
8 581 800
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten
7 622 000 610 000 21 000 3 054 000
7 187 000 583 000 20 000 2 934 000
5 810 900 453 200
Materieel Rijksdienst voor de Monumentenzorg
2 451 000
2 200 000
2 345 900
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen Aanschaffingen
2 160 700 161 500 13 400 115 400
1 939 400 145 000 12 000 103 600
2 096 145 11 92
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van 86
08.7
die in
Subsidies en overige uitgaven musea
B.
Economische code
50 000 218 300 53 500 9 500
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
83
af
218 300 53 500 9 500
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
Functionele code
08.7 11.11 11.12 11.12 11.2
2 317 700 08.7
000 100 900 900
12.1 12.3 74.1 74.2
700 000
Subsidies en andere uitgaven voor monumentenzorg
98 156 000
98 054 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
17 1 56 000
17 054 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
81 000 000
81 000 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
20 000 000
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
97 000 000
88 811 500
08.7
60
die in 97 000 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
12
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
87
Schadevergoedingen op grond van artikel 15, vierde lid, artikel 23, eerste lid, en artikel 25, tweede lid, van de Monumentenwet
88
Subsidies en overige uitgaven aan verenigingen en stichtingen, werkzaam op het gebied van de monumentenzorg
89
Subsidies en andere uitgaven ten behoeve van de aanleg van brandblusinstallaties in gebouwen, die oudheidkundige of kunstwaarde hebben
90
Personeel Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
217000
1 273 000
Functionele code
997400
Memorie
Memorie
3 282 000
3 124 000
3 120 200
2 198 000 180 000
2 112 800 164 700
2 288 000
2 288 000
2 078 000
811 000 1 332 000 20 000 125 000
811 000 1 332 000 20 000 125 000
700 000 1 233 000 12 000 133 000
Economische code
08.7
50
08.7
33
08.7
52.1
08.7 11.11 11.12 11.12 11.2
842 700 08.7
12.1 12.3 74.1 74.2
100 000
100 000
90 000
25 600
25 600
24 600
08.7
33
120 500
106 000
08.7
33
66 700
66 700
71500
08.7
43.2
12 654 000
11 745 000
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten
8 490 000 687 000 25 000 3 452 000
7 882 000 638 000 22 000 3 203 000
7 651 100 596 700
Materieel rijksarchieven
4248
000
2 498 000
2 229 000
4 448 000
2 698 000
Verzorging van aan het Rijk behorende of bij het Rijk in gebruik zijnde monumenten
94
Contractuele kosten van onderhoud van de Domtoren te Utrecht C.
120500
Archieven
Personeel rijksarchieven
Geraamde uitgaven Ontvangsten terzake
af
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
200 000 al 2 355 000 672 000 1 221 000
11 299 500
08.7
12.1 12.3 74.2
1 033 000 884 000 312 000
500 000
450 000
107 700
104 000
98 200
53 000 4 000 22 000 28 700
50 600 4 000 20 700 28 700
47 300 3 700 18 800 28 400
1 050 000
1 030 000
684 000 47 000 278 000 5 900 35100
672 000 45 000 272 000 5 900 35100
1. Personeel Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten 2. Archiefexamens 3. Overige uitgaven Rijksarchiefschool
11.11 11.12 11.12 11.2
200 000 1 385 000 395 000 718 000
Archiefraad
Rijksarchiefschool en archiefexamens
08.7
3 051 700
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
1. Personeel Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten 2. Overige uitgaven
3
30 000
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen Aanschaffingen
93
98
64 200
904 000
Subsidies voor oudheidkundig bodemonderzoek door andere dan rijksinstellingen
97
64 200
Materieel Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
92
96
Vermoedelijk beloop 1977
2 084 000 173 000 7 000 860 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
95
Toegestaan voor 1978
1
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten 91
Geraamd voor 1979
997700
645 600 50 400 257 500 6 000 38 200
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
08.42 11.11 11.12 11.2 12.4 08.42 11.11 11.12 11.2 12.4 12.4
13
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
Geraamd voor 1979
99
Tegemoetkomingen als bedoeld in het tweede lid van de artikelen 27 en 34 van de Archiefwet 1962 en in artikel 42 van het Archiefbesluit
100
Subsidies archiefwezen
Economische code
112 500
58200
08.7
43.2
1 841 000
1 460000
08.7
33
Verrichte diensten voor rijksmusea e.d.
2 855 000
2 791 000
2 965 500
08.7
Huishoudelijk hulppersoneel Aandeel in de sociale lasten
2 068 400 786 600
2 022 000 769 000
2 164 600 800 900
935138 500
865 883 200
8 1 3 627 400
O n d e r a f d e l i n g I. A l g e m e n e l e i d i n g
13 547 700
12 762 700
11 3 6 9 1 0 0
Personeel
12 272 000
11 601 000
10 028 800
8 1 8 1 000
7 765 000 642 000 Memorie 3 194 000
6 790 700 529 600
7 107 000
1279 800
2 573 400
2 901 100
uitgaven
Salarissen Vaste toelagen Betalingen aan uitzendbureaus Aandeel in de sociale lasten 103
Functionele code
112500
A F D E L I N G III. N A T U U R B E H O U D . RECREATIE EN MEDIA
102
Vermoedelijk beloop 1977
1 860 000
D. Overige 101
Toegestaan voor 1978
671 000 56 000 3 364 000
Kosten van onderzoek
/ 221 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
die in
2 500 000
54 700
60 500
Onderafdeling II. Sportzaken
37 027 300
37 993 300
35 446 000
Subsidies ten behoeve van organisaties en opleidingen sport
19 286 000
22 340 000
16 006 000
5 000 000 14000000 286 000
4 000 000 14287000 4 053 000
1. Opleidingen en bijscholingen 2. Landelijke organisaties 3. Overige
08.1
33
08.6
12.3
08.6
33
600 000
600 000
105
11.11 11.12 12.1 11.2
621 000
54 700
Commissies
08.6
2 708 500
600 000
104
12.1 11.2
106
Sportieve recreatie
3 491000
2 615 000
1907 000
08.6
33
107
Subsidies in investeringen sportaccommodaties
9 790 000
12 066 000
16 650 900
08.6
52.1
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
8 290 000
10 566 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
1 5 0 0 000
1 5 0 0 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
9 000 000
9315
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
9 000 000
12 000 000
4 107 000
889 000
802 000
08.6
33
353 300
83 300
80100
08.6
33
500
13 987 600
die in
108
Subsidies en andere uitgaven voor arbeidsaangelegenheden in de sport
109
Subsidies en uitgaven voor tentoonstellingen, manifestaties en gestructureerd overleg
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
14
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
Geraamd voor 1979
Onderafdeling III. Natuurbehoud en openluchtrecreatie 110
Personeel Natuurbeschermingsraad en Natuurwetenschappelijke Commissie Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten
111
112
113
115
158 359 000
158 550 000
1 014 000
901 500
694 600
680 000 55 000 279 000
604 000 49 500 248 000
470 300 36 700 187 600
196000
196 000
201 000
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
184 600 3 100 8 300
184 600 3 100 8 300
190 000 3 000 8 000
Subsidies aan instellingen en organisaties welke werkzaam zijn voor natuurbehoud en openluchtrecreatie
4 725 000
4 587 000
3 990 000
Natuurbescherming Openluchtrecreatie
1 949 000 2 776 000
1 892 000 2 695 000
1 790 000 2 200 000
Bijdragen en subsidies ten behoeve van voorlichting, educatie en bijzondere activiteiten voor natuurbehoud en openluchtrecreatie
7 775 000
/ 717 000
1 500 000
827 000 213 500 734 500
800 000 206 500 710 500
41.1
08.7
41.1
08.7
50
17 452 000 3 241 000
11 729 000
10 079200
9 221 000
117
Subsidies voor de kosten van rente en aflossing van leningen ten behoeve van organisaties werkzaam op het gebied van de natuurbescherming voor de aankoop van natuurgebieden en waardevolle landschappen, waarop in mindering worden gebracht de ontvangsten ter zake van betalingen, gedaan op grond van door andere publiekrechtelijke lichamen gegeven sub-garanties
118
Uitgaven verband houdende met de toepassing van de wetgeving op het gebied van de natuurbescherming Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
12.1 12.3 74.2
08.7
20 693 000
19 032 000 3 517 800
10 480 000 1 249 000
8 979 800 1 099 400
8 260 000 961 000
1 500 000
/ 000 000
814 000
Memorie
08.7
33 33 33
22 549 800
In 1979 te verlenen garanties:
11.11 11.12 11.2
08.7 08.6 08.6
21 481 000 3 772 000
Garantie van rente en aflossing van leningen, alsmede van het subsidie daarin gedurende de looptijd van de betrokken leningen voor organisaties werkzaam op het gebied van de natuurbescherming voor de aankoop van natuurgebieden en waardevolle landschappen
08.7
700 000 200 000 600 000
25253 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Economische code
33 33
1 . Staatsbosbeheer 2. Rijksinstituut Natuurbeheer Bijdragen aan hoofdstuk XIV van de rijksbegroting voor de kosten van het Staatsbosbeheer ten behoeve van de natuurbescherming; materieel
Functionele code
08.7 08.6
Bijdragen aan hoofdstuk XIV van de rijksbegroting v o o r d e kosten van het Staatsbosbeheer ten behoeve van de natuurbescherming; personeel
Staatsbosbeheer Rijksinstituut Natuurbeheer
116
Vermoedelijk beloop 1977
Materieel Natuurbeschermingsraad en Natuurwetenschappelijke Commissie
Educatie en voorlichting Bijzondere activiteiten natuurbescherming Bijzondere activiteiten openluchtrecreatie 114
187 015 500
Toegestaan voor 1978
Memorie
15 000 000
15 000 000
15 000 000
9 944 000
8 944 000
7 444 000
08.7
50
232 000
332 000
123 800
08.7
30
1 000 000
1 000 000
1 023 800
Tweede Kamerzitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
15
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) aamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Aankoop van gronden voor natuurbehoud en openluchtrecreatie alsmede investeringen in natuurgebieden
55 031 000
30 927 000
34 239 800
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen; natuurbehoud
20 098 000
27 927 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen; openluchtrecreatie
9 529 000
Artikel en omschrijving
119
Uitgaven in verband met de uitvoering van de relatienota
120
121
123
Memorie
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen; openluchtrecreatie
500 000 40 000 000
41 700 800
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
60
14 000 000
14 000 000
Subsidies en andere uitgaven voor voorzieningen openluchtrecreatie
45 499 000
48 725 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
08.6
60
5 000 000
5 000 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
40 499 000
43 725 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
55 000 000
42 884 100
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
45 000 000
45 000 000
15 339 000
13 281 000
08.7
33
9 392 400
8 289 500
7 860 000
31 494 500
die in
53 704 500
67 107 700
die in
Bijdragen en subsidies in de kosten van beheer en onderhoud voor de natuurbescherming
12 165 000
5 946 600
4 991 500
4 305 000
Bijdragen en subsidies in de kosten van beheer en onderhoud van gebieden voor de openluchtrecreatie
9714 000
6 680 000
2 1 8 4 000 7 530 000
2 000 000 4 680 000
7 425 000 1 925 000 5 500 000
08.6
1 2
3 120 000
1 657 500
08.6
Recreatiegebieden Uitvoering Beschikking bosbijdragen
Nationale parken en nationale landschapsparken
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
60
1 000 000 1 400 000
1 383 200
die in
1 500 000
Garantie van rente en aflossing van leningen voor organisaties, werkzaam op het gebied van de openluchtrecreatie, voor de stichting, uitbreiding en inrichting van gebouwen en terreinen In 1979 te verlenen
3 120 000
60 33
2 1 20 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
125
08.6
3 000 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
124
Economische code
24 904 000
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen; natuurbehoud
1. Subsidies in de kosten van beheer en onderhoud van natuurterreinen van particuliere natuurbeschermingsorganisaties 2. Bijdragen aan derden voor de instandhouding en het beheer van natuurgebieden en waardevolle cultuurlandschappen 122
Functionele code
garanties:
Memorie
1 500 000
Memorie
10 000 000
10 000 000
Voorzieningen openluchtrecreatie in de w o o n omgeving
3 275 000
6 160 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen
2 275 000
08.6
5 336 700
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
08.6
60
16
126
8 000 000
9 270 600
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
3 000 000
6 000 000
Materieel Consulentschappen
169 500
159 500
154 100
Algemene uitgaven Aanschaffingen
165 700 3 800
155 700 3 800
150 400 3 700
656 768 200
608 262 300
61 400
48 100
Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten
44 300 3 600 18 500
41 100 3 400 16 900
32 600 2 500 13 000
Materieel Omroepraad
62 400
62 400
60 000
Aandeel in de sociale lasten Materieel Dienst van de Regeringscommissaris
131
Algemene uitgaven Bijdrage aan de omroep 1. Exploitatiekosten en reservering 2. Zenderhuur en straalverbinding 3. Uitgaven voor studieopdrachten in het belang van de televisie
132 133
62 400
62 400
60 000
«952 000
777 400
812 000
571 000 46 000 235 000
523 100 42 400 211 900
566 800 43 800 201 400
186800
186 800
184 600
186 800
186 800
184 600
653 033 000
586 412 000
564 712 000
616 458 000 36 500 000
534 437 000 51 900 000
524 690 000 40 000 000
12.1 08.8 11.11 11.12 11.2 08.8 12.1 08.8
16.12
33
42 400 300
08.8
Personeel Persraad
65 000
59 800
33 400
08.8
Salarissen Vaste toelagen
44 000 4 000 17 000
41 500 3 300 15 000
22 600 1 800 9 000
50 300
50 300
11 900
50 300
50 300
11 900
Materieel Persraad
Subsidies perswezen
54 100
Steunmaatregelen Pers
A F D E L I N G IV. M A A T S C H A P P E L I J K E ONTWIKKELING
CD >
08.8
75 000
Bijdrage aan de Wereldomroep
CD
11.11 11.12 11.2
41 604 000
Storting in het Bedrijfsfonds voor de Pers
136
08.8
75 000
Algemene uitgaven
135
12.1 74.2
43 178 000
Aandeel in de sociale lasten 134
697 548 000 66 400
Personeel Dienst van de Regeringscommissaris
08.6
3 000
Personeel Omroepraad
Salarissen Vaste toelagen 130
Economische code
die in
Algemene uitgaven
129
8 847 700
1 000 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Onderafdeling IV. Radio, televisie en pers
128
Vermoedelijk beloop 1977
Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
127
Toegestaan voor 1978
o.
Geraamd voor 1979
Artikel en omschrijving
c
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg)
2 250 742 200
22 000
11.11 11.12 11.2 08.8 12.1
54 100
08.8
33
1 500 000
08.8
33
26 000 000
08.8
33
2 167 012 700
1 937 431 900
Onderafdeling I. Algemene leiding
53193 600
35 852 600
33 159 900
Personeel
24 089 000
21 697 000
21 174300
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Betalingen aan uitzendbureaus Aandeel in de sociale lasten
16 593 000 1 233 000 40 000 24 000 6 199 000
14 475 000 1 187 000 61 000 Memorie 5 974 000
14 337 400 1 118 300
5 718 600
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
09.44 11.11 11.12 11.12 12.1 11.2
17
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
137
138
Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Materieel rijksinspectie voor het openbare bibliotheekwerk
172 800
392 800
370 000
Algemene uitgaven Aanschaffingen
165 000 7 800
383 500 9 300
361 100 8 900
26400
26400
25 400
08.6
33
531 100
510 700
09.1
12.3
Memorie
Memorie
08.6
Memorie
09.44
Memorie
09.44
Memorie
09.44
Subsidies en andere uitgaven voor tentoonstellingen en andere manifestaties op het gebied van sociaalcultureel werk
139
Studie- en begeleidingscommissies en overige uitgaven
531 100
140
Garantie van rente en aflossing van leningen voor organisaties en instellingen van sociaal-cultureel werk voor de stichting, uitbreiding en inrichting van gebouwen
Memorie
In 1979 te verlenen 141
Garantie van rente en aflossing van leningen voor organisaties, werkzaam op het gebied van de opvang en begeleiding van niet-sedentaire personen voor de stichting, uitbreiding en inrichting van gebouwen In 1979 te verlenen
142
145
garanties:
garanties:
Garantie van rente en aflossing van leningen voor de bouw van accommodaties voor gehandicapten In 1979 te verlenen
Memorie 23 000 000
Garantie van rente en aflossing van leningen voor organisaties, werkzaam op het gebied van de opvang en begeleiding van allochtone groepen, voor de aankoop, verbouwing en inrichting van ontmoetingscentra en soortgelijke accommodaties In 1979 te verlenen
144
garanties:
Garantie van rente en aflossing van leningen voor sedentaire vestigingen van woonwagenbewoners In 1979 te verlenen
143
10 000 000
garanties:
garanties:
Memorie
Memorie
Memorie 2 000 000
Memorie
Memorie
5 000 000
5 000 000
12.1 74.2
Memorie
583 000 Memorie
100 000 000
42 800 000
Onderzoek en studie
5 536 000
4 468 000
5 080 800
1. Kosten van onderzoek 2. Subsidies aan instellingen voor studie en onderzoek
2 036 000
2143 000
2 541 500
3 500 000
2 325 000
2 539 300
2 200 000
2 176 700
2 535 000
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
08.6
23 000 000
100 000 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Economiserie code
10 000 000
2 000 000
Memorie
Functionele code
09.44
09.1
33
08.42
33
die in 300 000
300 000
Subsidies voor bevordering van deskundigheid
1 796 000
1 441 000
1. Opleidingen en cursussen 2. Ontwikkelingswerk en organisatie-onderzoek
508 000 1 288 000
478 000 963 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976
538400
780 400
146
Praktijktraining en scholing
1 204 000
735 200
1 208 600
09.44
33
147
Algemene voorzieningen voor vrijwilligersbeleid
1 439 000
534 800
500 000
09.44
33
148
Materieel Emancipatiecommissie
454300
454 300
446 400
09.44
Algemene uitgaven Aanschaffingen
429 300 25 000
429 300 25 000
441 200 5 200
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
100 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
12.1 74.2
18
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Functionele code
Subsidies en overige uitgaven met betrekking tot het emancipatiebeleid
8 901 000
2 975 000
702 700
09.44
33
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
4 700 000
1 691 800 09.44
33
09.44
33
09.44
33
Artikel en omschrijving
149
149A Subsidies in verband met het jaar van het kind Geraamde uitgaven waarvan ten laste van andere artikelen
956000 1 125 000 af
169 000
150
Subsidies projecten onderwijsstimuleringsbeleid
4 115 000
1 51
Gevolgen knelpunten decentralisatie
5 769 000
Onderafdeling II. Sociaal-cultureel w e r k 152
153
154
155
Economische code
620 226 400
2 242 000
582 570 300
1 700 000
490 746 800
Personeel Raad voor de Jeugdvorming
510 000
495 800
466200
Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten
342 000 28 000 140 000
332 000 27 300 136 500
315 700 24 600 125 900
Materieel Raad voor de Jeugdvorming
155 100
145 100
130 700
Algemene uitgaven Aanschaffingen
1 51 200 3 900
141 200 3 900
127 000 3 700
Personeel Commissie Filmvertoningen
280 000
274200
141 600
Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten
188 000 15 000 77 000
183 600 15 000 75 600
95 900 7 500 38 200
Materieel Commissie Filmvertoningen
150 800
150 800
110 000
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
137 800 3 000 10 000
137 800 3 000 10 000
97 000 3 000 10 000
66500
66 700
900
156
Commissie van overleg bijzonder jeugdwerk
157
Uitgaven op grond van de rijksbijdrageregeling sociaal-cultureel werk
Memorie
158
Experimenten jeugd- en jongerenwerk, sociaalcultureel werk, volksontwikkeling en permanente educatie
9985 000
6 019 700
3714 100
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
1297800
08.6 11.11 11.12 11.2 08.6 12.1 74.2 08.6 11.11 11.12 11.2 08.6 12.1 12.3 74.2 08.6
12.3
08.6
33
08.6
33
2 000 000
1 173 700
159
Subsidies en andere uitgaven voor organisaties en instellingen jeugd- en jongerenwerk
43 017 000
41 581 000
39 598500
08.6
33
160
Uitvoering van de Interim Rijksbijdrageregeling vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk
11 019 000
9 937 000
9071 500
08.6
33
161
Subsidies in investeringen voor accommodaties jeugd- en jongerenwerk
2 917 000
2 917 000
2 623 700
08.6
33
1. Plaatselijk jeugd- en jongerenwerk 2. Jeugdherbergwerk
1 567 000 1 350 000
1 567 000 1 350 000
1 326 000 1 297 700
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
2 000 000
2 833 800
917 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
3 000 000
2 915 100
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
2 500 000
2 500 000
153 530 000
154 767 000
139 099 400
09.44
33
10 072 000
9 928 000
8 849 000
08.6
33
3924000
2 422 000
08.6
33
die in
162
Subsidies en overige uitgaven voor diverse vormen van club- en buurthuiswerk
1 63
Subsidies plaatselijk vormingswerk
164
Subsidies overige vormen van volksontwikkelingswerk
3 624 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
19
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Subsidies en overige uitgaven voor diverse vormen van opbouwwerk
8 500 000
8 614 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
600000
Artikel en omschrijving
165
166
Subsidies aan organisaties en instellingen in het kader van de stadsvernieuwing
167
Personeel Bijzonder jeugdwerk in internaatsverband
37238
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten Materieel Bijzonder jeugdwerk in internaatsverband
168
000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van Uitvoering Wet op het openbare bibliotheekwerk 1 . Bijdragen aan provincies en gemeenten in de kostenvergoeding voor openbare bibliotheken 2. Bijdragen aan provincies en gemeenten in de kostenvergoeding voor de regionale steunfunctie 3. Landelijke bibliotheekcentrale 4. Landelijke blindenbibliotheken en andere bijzondere bibliotheekvoorzieningen 5. Landelijke organisaties voor het openbare bibliotheekwerk 6. Experimenten bibliotheekwerk 7. Pensioenbijdragen openbare bibliotheken 8. Garanties op grond van artikel 40, derde lid, van de Bibliotheekwet
9344
600 000 3 600 000
3 421 000
22 813 000 1 875 000 2 320 000 10 230 000
21 989 000 1 791 000 2 273 000 9 874 000
20 549 300 1 782 300 2 044 000 9 011 600
10 168 000
9 133 000
8474
4 160 100 3 692 500 643 400 21 000 616 000
4 064 000 3 100 000 680 400 20 800 608 800
500 000 000
Economische code
09.44
33
09.44
33
3 477 000
33
269306
Functionele code
000
35 927 000
4 868 000 3 790 000 660 000 50 000 800 000
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen Aanschaffingen
169
3 807 000
Vermoedelijk beloop 1977
367200
000
08.6 11.11 11.12 11.12 11.2 08.6 12.1 12.3 34.0 74.1 74.2
100 000 241285
000
'
178 947 800
237 056 100
211 813 000
5 892 900 2 901 300
5 418 000 2 666 000
4 1 57 900 2 368 200
13 578 400
12165 000
10 118 900
7 718 500 1 043 600 46 200
7 096 000 959 000 47 000
6 152 200 800 000 43 000
1 069 000
1 121 000
1 538 000
08.6
30
153 769 600
170
Uitvoering Wet op de Bibliotheekraad
599 000
573 000
549 000
08.6
30
171
Subsidies volksontwikkelingswerk
50 040 000
48 806 000
45 700 700
08.6
33
1. Landelijke organisaties voor overleg en advies 2. Volksontwikkelingswerk in verenigingsverband 3. Volksontwikkelingswerk in internaatsverband 4. Subsidies aan instellingen en organisaties, die de vrijetijdsbesteding bevorderen
1 011 500 2 590 500 45 888 400
997 000 2 391 000 44 875 000
936 000 2 244 000 42 008 900
549 600
543 000
511 800
Memorie
Memorie
08.6
53
5 282 000
4 426 000
4 715 500
09.44
33
193 023 300
206111 900
151 593 300
59 739 000
52 693 000
34 100 700
09.44
43
4 600 000
600 000
700 000
172
Subsidies aan organisaties, werkzaam voor volksontwikkelingswerk in internaatsverband, in de investeringskosten bij aankoop van gronden, opstallen en inrichting en bij de bouw van gebouwen
173
Subsidies voor deeltaken in het kader van het opbouwwerk
O n d e r a f d e l i n g III. C u l t u r e l e m i n d e r h e d e n 174
Rijksbijdragen, subsidies en overige uitgaven voor woonwagencentra en woonwagenwerk Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
20
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
175
Subsidies en overige uitgaven voor allochtone groepen 1. Buitenlandse werknemers 2. Migranten uit Suriname en de Nederlandse Antillen 3. Overige groepen Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
176
177
178
179
Bijzondere uitgaven in verband met het gecoördineerd beleid voor migranten (I.C.B.M.)
42 294 000
41 760 500
35 707 000
42 059 400 762 600
43 044 000 768 500
29 466 000 722 000
5 200 000
13 566 000 8 077 000 al 2 500 000
2 163 600
3 136 400
4 000 000
932 500
3 700 000
3 975 000
5 700 000
5 254 900
Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten
2 662 000 218 000 1 095 000
3 771 000 358 000 1 571 000
3 558 200 277 500 1 419 200
14 800 000
21 900 000
20 400 000
Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen
1 400 000 13 300 000 100 000
1 457 000 20 320 000 123 000
1 386 000 18 900 000 114 000
Subsidies bevordering van deskundigheid
Onderafdeling IV. Maatschappelijke dienstverlening 182
Subsidies voor het algemeen maatschappelijk werk en de organen van samenwerking
183
Subsidie Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn
184
Subsidies en overige uitgaven gezinsverzorging en gezinshulp
09.44
16 761 500 09.44/02.4
Materieel Centraal Bureau uitvoering vestigingsbeleid rijksgenoten
5 000 000 11 605 000
Economische code
33
33
13 100 000 7 900 000
Personeel Centraal Bureau uitvoering vestigingsbeleid rijksgenoten
Subsidies, uitgaven voor materieel beheer, w o o n oorden en overige uitgaven voor Molukkers
Functionele code
3 600 000
17 392 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
4
65 895 000 09.44/02.4
12 202 000
1 . Exploitatiesubsidie Molukkers 2. Materieel woonoorden Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaffingen 3. Pensioenvervangende uitkeringen 4. Passage- en bijkomende kosten 5. Inspraakorgaan Molukkers
181
85 573 000
Vermoedelijk beloop 1977
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van 180
85 116 000
5489 000 af
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Toegestaan voor 1978
3000 000
Eerste opvang van asielgerechtigden (vluchtelingen) Geraamde uitgaven waarvan komt ten laste van hoofdstuk V
Geraamd voor 1979
12.3
02.4 11.11 11.12 11.2 02.4 12.1 12.3 74.2
11 400 000 17 558 000
5954 800
09.41
4 341 500
3 814 800
2 300 000
33
4 376 800 844 000 168 200 519 600 1 153 400 201 500
6176 800 844 000 168 200 1 019 600 5 353 400 181 200
1 547 000 619 400 161 200 1 227 200 100 000
12.1 12.3 74.2 34.0 12.0 33
6 000 000
5 500 000
97 300
95 900
1 384 298 900
1 342 477 900
77 854 000
75 353 000
2 722 000 1 046 996 000
90000
08.42
33
71 241 300
09.44
33
2 545 000
2 324 000
09.44
33
1 010 875 000
982 789 800
09.44
33
1 261 931 900
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
21
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Functionele code
Economische code
1 85
Subsidies voor bureaus voor levens- en gezinsvragen
37831
000
30 695 000
35 979 300
09.44
33
186
Subsidies voor hulpverlening aan drugverslaafden
26 916 000
19 800 000
5 000 000
09.44
33
187
De Nederlandse gezinsraad
972 400
959 600
832 800
09.44
33
1 066 100 93 700
1 052 000 92 400
958 800 126 000
Geraamde uitgaven waarvan komt ten laste ten laste van hoofdstuk XIII 188
Subsidies voor ontwikkelingskosten gezinsbeleid
af
af
£if
7 187 000
7 155 000
7 205 100
09.44
33
22 623 000
27 872 000
17 537 000
09.44
33
189 190
Subsidies kinderdagverblijven Subsidies Werkgemeenschap Kindercentra in Nederland
1 381 000
1 345 000
1 295 700
09.44
33
191
Subsidies voor gezinsvoorlichting en consumentenaangelegenheden
2 445 000
2 400 000
2 085 000
09.44
33
192
Wachtgelden personeel en liquidatiekosten huishoudelijke voorlichting
2 491 000
4 403 000
1 980 000
09.44
33
193
Subsidies voor maatschappelijke dienstverlening bejaarden
65 108 000
102 739 000
87 653 000
33 400 000
193A Kosten Pas 65 194
Centrale Commissie voor de bejaardenoorden
195
Subsidies voor maatschappelijke dienstverlening gehandicapten 1. Geestelijk gehandicapten 2. Lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten 3. Ontwikkelingsprojecten niet-geestelijk gehandicapten 4. Bevordering deskundigheid 5. Projecten gespecialiseerd jeugd- en volwassenenwerk
196
Subsidies voor diverse vormen van maatschappelijke dienstverlening
197
Commissie wet op het consumptief geldkrediet
1 98
Informatie en coördinatieorgaan voor dienstverlening aan oorlogsgetroffenen (Icodo)
AFDELING V.
199
BIJSTANDSZAKEN
293 500
290 500
174 700
48 585 000
50 771 000
41 600 000
35 535 000 8 373 000
37 263 300 9 828 000
29 502 000 8 679 000
1 888 000 1 586 000
1 291 000 1 757 000
1 201 000 1 635 000
1 203 000
631 700
583 000
11 490 000
11 271 000
4 000
3 800
10230
500
3 700
2 000 000
4 774 574 000
4 886 764 000
4 076 345 500
Personeel
8 407 000
7 934 000
6 905 800
Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Betalingen aan uitzendbureaus Aandeel in de sociale lasten
5 720 000 461 000 11 000 Memorie 2 215 000
5 451 000
4 676 000 364 700
409 000 13 000 Memorie 2 061 000
09.44
33
09.44
33
09.44
12.3
09.44
33
09.44
33
09.3
12.3
09.3
12.3
09.3 11.11 11.12 11.12 12.1 11.2
1 865100
200
Vergoeding aan de gemeenten in de kosten van bijstand aan thuiswonenden
1 626 000 000
1 841 100 000
1 385 966 000
09.3
201
Vergoeding aan de gemeenten in de kosten van bijstand aan bejaarden in bejaardenoorden
1 653 900 000
1 577 600 000
1 322 026 000
09.3/02.4
43.2
202
Vergoeding aan de gemeenten in de kosten van bijstand aan in inrichtingen verblijvende personen
450 300 000
418 800 000
354 359 000
093
43.2
1. Rijksgroepsregeling thuislozen 2. Zonder gemeente van thuisbehoren 3. Overigen
1 7 500 000 7 400 000 425 400 000
17 100 000 12 400 000
15 916 000 5 700 000 332 743 000
389 300 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
43.2
22
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
Rijksgroepsregelingen oorlogsslachtoffers, gerepatrieerden en Molukkers
29 800 000
38 400 000
31 380 000
1. Oorlogsslachtoffers 2. Gerepatrieerden en Molukkers 3. Vergoeding van uitvoeringskosten aan gemeenten
11 200 000 17 000 000 1 600 000
16 400 000 20 300 000 1 700 000
10 880 000 18 700 000 1 800 000
09.3 09.41 09.41
Artikel en omschrijving
203
7 700 000
Tijdelijke rijksgroepsregeling mindervaliden 204
Rijksgroepsregeling werkloze werknemers
205
Rijksgroepsregeling zelfstandigen
206
af
Bijstand aan woonwagenbewoners en rechtstreeks door het Rijk verleende bijstand 1. Bijstand aan woonwagenbewoners 2. Bijstand aan Nederlanders in het buitenland en bijstand van bijzondere aard
207
208
23 442 000
09.3
43.2
09.3
43.2
24 800 000
40 100 000
162 400 000
09.45
35 800 000 11 000 000
33 700 000 6 400 000
50 400 000 112 000 000
720 700 000
96 400 000
86 992 000
118 400 000
94 300 000
85 454 000 1 538 000
2 300 000
Onderzoek en voorlichting
2 267 000
2 230 000
1 474 700
1. Subsidies aan instellingen voor onderzoek 2. Kosten van onderzoek en voorlichting
509 000 1 758 000
500 000 1 730 000
474 700 1 000 000
3 318 900
4 327 200
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, latere jaren tot betaling zullen leiden
2 000 000
2 000 000
Garantie van rente en aflossing van leningen ten behoeve van inrichtingen voor verzorging en verpleging van gerepatrieerden
Memorie
Memorie i 000 000
746 884 700
748 924 000
595 849 300
Onderafdeling I. Algemene leiding
7 725 000
Personeel
7 725 000
7 263 000 7 263 000
7 073 200 7 073 200
92 000
1 475 000 95 000
1 252 400 97 600
463 000
596 000
510 000
4 018 000 330 000 40 000
3 441 000 274 000
3 537 100 275 800
1 656 000
1 382 000
1 400 300
Onderafdeling I I . B u i t e n g e w o n e pensioenen, uitkeringen en uitvoeringskosten
735 159 700
741 661 000
588 776100
210
Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers
350 755 000
344 308 000
304
211
Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. waaronder begrepen regularisatievoorschotten
333 977 000
340 730 000
234 309 000
18 759 000
19 681 000
19 490 000
garanties:
09.3
30 33
09.41
EN
Hoofdafdeling Salarissen Vaste toelagen Aandeel in de sociale lasten
1 126 000
Uitkeringsraad Salarissen Vaste toelagen Overige toelagen en uitkeringen Aandeel in de sociale lasten
212
43.2
die in
1 000 000
209
09.3
767 000 4 000 000
AFDELING VI. VERZETSDEELNEMERS VERVOLGDEN
43.2 85.32
1 500 000
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
In 1979 te verlenen
43.2
701 400 000
856500
2 100 000
Uit hoofde van in het dienstjaar aan te gane verplichtingen Uit hoofde van in vorige dienstjaren aangegane verplichtingen
Economische code
000
858 400 000
1. Uitkeringen 2. Bedrijfskredieten
Functionele code
Algemene oorlogsongevallenregeling (A.O.R.)
254500
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
09.3 11.11 11.12 11.2 11.11 11.12 11.12 11.2
09.3
34.0
09.3
33
09.41
34.0
23
Toelichtende staat van de uitgaven (vervolg) Artikel en omschrijving
213
Vergoeding van apparaatskosten verbonden aan de uitvoering van de onder de artikelen 210 t / m 212 vermelde wetten en regeling 1. Stichting 1 9 4 0 - 1 9 4 5 2. Buitengewone Pensioenraad 3. Bureaus Buitenland 4. Overige instellingen 5. Materieel Uitkeringsraad Algemene uitgaven Specifieke uitgaven Aanschaftingen 6. Uitvoeringskosten A.O.R.
214
Geraamd voor 1979
Toegestaan voor 1978
Vermoedelijk beloop 1977
35 216 000
35 956 000
30 557 000
24 116 000 6 749 000 556 400 2 227 500
24 300 000 6 521 300 957 900 2 864 500
20 655 000 5 882 000 890 500 2 574 500
43.2 34.0 34.0 43.2
000 000 000 100
616 200 577 100 119 000
444 000
12.1 12.3 74.2 34.0
22 200
22 500
9 600
09.3
33
537 500
150 000
09.3
33
426 000
6 000
09.3
33
750 600 120 97
Onderzoek en voorlichting omtrent verzetsdeelnemers en vervolgden Werk en adviescollege, resp. bijdrage in kosten realisering W.A.C.-advies
215
Informatiecentrum voor oorlogsslachtoffers
430 500
Functionele code
09.3
111 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
Economische code
24
BIJLAGE II. Overzicht personeelssterkte en overzicht van het personeel naar rang A. Overzicht personeelssterkte Organisatie-eenheid
Werkelijke sterkte
Geraamde werkelijke sterkte in de begroting 1979 30-6-1978
31-12-1976
31-12-1977
Ministerie Culturele Zaken Natuurbehoud, Recreatie en Media Maatschappelijke Ontwikkeling Bijstandszaken Verzetsdeelnemers en Vervolgden
887 1 417 225 1 087 112 140
979 1 447 241 1 070 111 137
992 1 483 253 1 087 116 137
1 151 1 577 265 1 109 142 154
Totaal
3 868
3 985
4 068
4 398
T w e e d e Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk X V I , nr. 3
25
B. Overzicht van het personeel naar rang
Begrotingsartikel
Begrotingsartikel
Aantal
Aantal Schalen
Schalen 1978
1
Personeel behorende tot de algemene leiding Secretaris-Generaal Directeur Raadadviseur Administrateur Referendaris M i d d e l b a a r personeel O v e r i g personeel
(153) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
1979
Personeelszaken 16
18
1 1 2 1 2 3 6
1 1 2 1 2 4 7
Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel O v e r i g personeel
Voorlichting,
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Centrale diensten van algemene ie aard
974
1053
Financiële en Economische Zaken ter?
125
129
1 4 12 1 2 94 11
1 4 11 1 2 102 8
14
14
1 2 5 3 1 2
1 2 7 1 2 1
Directeur Administrateur Referendaris Wetensch. hoofdambtenaar Wetensch. ambtenaar Middelbaar personeel Overig personeel
(152) (148) (130) (150) (130) (43-130) (tot 43)
Wetgeving en Juridische Zaken Directeur Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(152) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
Directeur Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Wetensch. hoofdambtenaar Wetensch. ambtenaar(1e kl.) Middelbaar personeel Overig personeel
82
86
1 4 9 63 5
1 4 10 62 9
42
45
1 2 3 31 5
1 2 3 35 4
20
22
Directeur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(151) (148) (130) (43-130) (tot 43)
1 4 9 4 2
1 4 11 5 1
1 5 2
1 6 1
42
43
1 4 5 27 5
1 4 6 26 6
52
58
1
1 1 4 2 48 2
Civiele verdediging en beveiliging Administrateur Middelbaar personeel Overig personeel
(148) (43-130) (tot 43)
betrekkingen
57 (153) (150) (148) (130) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Algemene Zaken Administrateur Referendaris M i d d e l b a a r personeel O v e r i g personeel
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Organisatie en efficiency
Internationale Planning en coördinatie
19792
documentatie en
bibliotheek
2
1978'
(148) (130) (43-130) (tot 43)
1 5 8 8 1 2 19 13
1 5 11 9 3 2 24 11
253
267
1 2 51 199
1 2 76 188
Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Accountantsdienst Hoofdaccountant Hoofdadministrateur Accountant (1e klasse) Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(151) (150) (149) (130) (43-130) (tot 43)
T w e e d e Kamer, zitting 1978-1979,15 300 h o o f d s t u k XVI, nr. 3
2 3 44 2
26
Begrotingsartikel
Aantal
Begrotingsartikel
Aantal Schalen
Schalen 1979
13
16
1 2 3
1 2 6 1 5 1
Kunsten
Raad voor de Harmonisatie van het specifiek welzijn Secretaris Hoofdadministrateur Wetensch. hoofdambtenaar Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
1978
(151) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
6 1
Directeur Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel Musea, monumenten
Sociaal Cultureel
planbureau
(154) Directeur (152) Adj. "directeur Wetensch. hoofdambtenaar (148-150) (A) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) (43-130) Middelbaar personeel (tot 43) Overig personeel
28
28
1 1
1 1
5 11 9 1
5 13 7 1
Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
11
11
1 1 4 2 3
1 1 3 4 2
227
260
Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
33 35 121 38
33 42 148 37
(148) (130) (43-130) (tot 43)
Nader te verdelen
760
80
31
Culturele Zaken
102
110
17
17
1 1
1 1
1 7 1 3 3
2 7 1 3 2
Algemene
leiding
Directeur-Generaal (150) Raadadviseur Wetensch. hoofdambtenaar (148/150) (A) Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) (130) (130) Referendaris (43-130) Middelbaar personeel (tot 43) Overig personeel
59
63
1 1 4 11 35 7
1 1 4 10 41 6
26
30
1 1 5 2 12 5
1 1 5 5 15 3
23
23
1 5 8 9
1 5 9 8
5 1 2
2
2
1 2
(43-130) (tot 43)
-
1
Rijksakademie van beeldende kunsten
52
52
Hoogleraar-Directeur Adj.-directeur Hoogleraar Lector' Middelbaar personeel Overige personeel
1 1 13 17 7 13
1 1 13 17 11 9
(148) (148) (43-130) (tot 43)
Andere adviesorganen op het gebied van de kunsten Middelbaar personeel Overig personeel
46
(150) (130) (43-130) (tot 43)
19792
Inspectie Kunstzinnige Vorming Inspecteur Administrateur Middelbaar personeel Overig personeel
38 2A
(152) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Raad voor de Kunst Hoofdadministrateur Referendaris Middelbaar personeel Overige personeel
36 Provinciale bureaus Landelijk Contact
en arch leven
Directeur Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel O v e r i g personeel
34 Landelijk Contact
(152) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
1978'
(153) (150) (150) (130) (43-130) (tot 43)
1
' De telling van het aantal onderwijzend personeel/lectoren is een fictieve; deze is verkregen door het aantal door hen te geven lesuren te delen door het aantal lesuren, dat normaliter wordt gegeven.
Tweede K a m e r z i t t i n g 1978-1979, 15 300 h o o f d s t u k X V I , nr. 3
27
Aantal
Begrotingsartikel
Begrotingsartikel
Aantal Schalen
60
1978'
19792
Rijksmusea
758
810
1 Rijksmuseum, Amsterdam
286
288
1 4 5 1 1 15 3 28 228
1 4 5 1 1 17 1 40 218
Hoofddirecteur Directeur Wetensch. hoofdambtenaar Administrateur Hoofdrest. v. schilderijen Wetensch. ambtenaar (1e kl.) Referendaris Middelbaar personeel Overige personeel
(154) (151) (148) (148) (130) (130) (130) (43-130) (tot 43)
2. Rijksmuseum Vincent van Gogh, Amsterdam
36
46
Directeur (150) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130 Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 1 5 9
1 1 11 33
1978'
1979*
7. Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Stenen, 's-Gravenhage Directeur (150) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Wetensch. hoofdambtenaar (148) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
8. Koninklijk Kabinet van Schilderijen, (Mauritshuis), 's-Gravenhage
1 3
4
11
Directeur (151) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
16
1 1 3 11
9. Rijksmuseum Hendrik Willem Mesdag, 's-Gravenhage 3. Rijksmuseum voor Volkskunde, «Het Nederlands Openluchtmuseum», Amhem
84
86
Directeur (151) Wetensch. hoofdambtenaar (148) Referendaris (130) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 2 1 4 25 51
1 2 1 4 30 48
4. Rijksmuseum «Huis Lambert van Meerten», Delft Directeur Overig personeel
(150) (tot 43)
(1) 1
(1) 1
5. Rijksmuseum «Zuiderzeemuseum», Enkhuizen
21
25
Directeur (149) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 1 7 12
1 1 8 15
6. Rijksmuseum Twenthe, Enschede Directeur (149) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
11
12
1 1 2 7
1 1 4 6
Directeur Middelbaar personeel Overig personeel
(151) (43-130) (tot 43)
(1) 3 2
(1) 3 2
10. Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum, 's-Gravenhage
6
7
Directeur/conservator Wetensch. hoofdambtenaar Middelbaar personeel Overig personeel
1 2 3
-
18
18
1 1 4 3 9
1 1 3 6 7
67
67
1
1
12 4 24 26
12 3 33 18
(148) (148) (43-130) (tot 43)
11. Rijksmuseum voor de Geschiedenis van de Natuurwetenschappen en van de geneeskunde «Museum Boerhave», Leiden Directeur Wetensch. hoofdambtenaar Wetensch. ambtenaar (1e kl.) Middelbaar personeel Overig personeel
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
12. Rijksmuseum van Natuurlijke Historie. Leiden Directeur Wetensch. hoofdambtenaar
(152)
(148/150) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) (tot 43) Overig personeel (A)
T w e e d e Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 h o o f d s t u k XVI, nr. 3
1 3 3
28
Begrotingsartikel
Schalen
13. Rijksmuseum van Oudheden, Leiden Directeur Onderdirecteur Wetensch. hoofdambtenaar
(152) (150)
(A) (148/150) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1978'
19792
36
36
1 1
1 1
3 2 7 22
3 2 8 21
14. Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden
53
53
Directeur Onderdirecteur Wetensch. hoofdambtenaar Wetensch. ambtenaar (1e kl.) Middelbaar personeel Overig personeel
1 1 8 2 10 31
1 1 8 2 15 26
(152) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
66
71 15. Rijksmuseum G. M. Kam, Nijmegen
5
5
Directeur (148) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 1
-
3
2 2
16. Rijksmuseum Króller-Müller, Otterlo
36
36
Directeur (152) Adj.-directeur (148) Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 1 2 3 29
1 1 2 6 26
17. Rijksmuseum 't Loo, Apeldoorn
33
35
Directeur (148) Referendaris (130) Wetensch. ambtenaar (Ie kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 1 1 2 28
1 1 1 4 28
18. Rijksmuseum «Nederlands Scheepvaartmuseum», Amsterdam
31
31
Directeur (148) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 2 8 20
1 2 10 18
19. Rijksmuseum «Het Catharijne Convent», Utrecht
10
35
Directeur (148) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 2 4 3
1 4 9 21
1978'
19792
Dienst verspreide rijkscollecties
25
25
Wetensch. hoofdambtenaar (148) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) (tot 43) Overig personeel
1 3 8 13
1 3 11 10
Rijksbureau voor Kunsthistorische documentatie
35
35
Directeur Wetensch. hoofdambtenaar Wetensch. ambtenaar (1e kl.) Middelbaar personeel Overig personeel
1 1 9 15 9
1 1 6 19 8
31
30
1
1 1
(148/150) (A) Wetensch. ambtenaar (1 e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) (tot 43) Overig personeel
1 4 14 11
4 16 8
73
Rijksdienst Kastelenbeheer
12
14
1 1 10
1 1 12
Wetensch. hoofdambtenaar Middelbaar personeel Overig personeel
79
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Centraal laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap Directeur Adj."directeur Wetensch. hoofdambtenaar
1
(151) (150)
(148) (43-130) (tot 43)
Nederlands Instituut te Rome Directeur Adj.-directeur Wetensch. hoofdambtenaar Overig personeel
84
5
Aantal
Begrotingsartikel
Aantal Schalen
(150) (148) (148) (tot 43)
1 1 1 3
Rijksdienst voor de Monumentenzorg
773
179
1 3
1 1
4 7 20 10 5 78 45
18 14 10 5 87 43
Hoofddirecteur Directeur Wetensch. hoofdambtenaar
(152) (150)
(A)
(148/150) (148/150) (130) (130) (130) (43-130) (tot 43)
Hoofdarchitect (A) Architect (1e kl.) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
T w e e d e Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
-
29
Begrotingsartikel
Aantal
Begrotingsartikel
Aantal
Schalen
90
Schalen
19781
19792
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
52
53
Directeur (152) Wetensch. hoofdambtenaar (148) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
1 6 7 26 12
1 8 5 34 5
226
232
1 13 27 1 2
1 13 30 1 1
95 87
106 80
Natuurbehoud en
openluchtrecreatie
Directeur Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(153) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Rijksarchieven Algemeen rijksarchivaris (153) Rijksarchivaris (150) (Hoofd)chartermeester (Ie kl.) (130/148) Administrateur (148) Referendaris (130) Middelbaar personeel (43-130) Overig personeel (tot 43)
Directeur Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(152) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
110 Natuurbeschermingsraad en Natuurwetenschappelijke Commissie 97
116
1 5 20 35 32 19
1 4 18 37 41 15
16
1
1
1 3 3 4 3
1 3 4 4 3
13
14
-
1 2 2 5
Archiefraad Referendaris
98
112
15
Radio, Televisie en Pers 95
19792
1978'
Directeur Secretaris Adj.-secretaris Wetensch.ambtenaar (1e kl.) Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(130)
-
2 2
114 Rijksinstituut voor natuurbeheer
57
60
Directeur Wetensch. hoofdambtenaar (A) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) Middelbaar personeel Overig personeel
1
1
(148)
Directeur-Generaal Directeur Wetensch. hoofdambtenaar
(152)
(A) (148/150) Wetensch. ambtenaar (1e kl.) (130) Referendaris (130) Middelbaar personeel (43-130) (tot 43) Overig personeel
Sportzaken Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
177
15
16
1 1
1 1
2 3
2 4
CO
leiding
169
CM
Natuurbehoud, Recreatie en f/ledia Algemene
1 2 5 1 4
Rijksarchiefschool Directeur
(150) (148/150) (130) (130) (130) (43-130) (tot 43)
1 3
3
4
29
1 4 6 9
1 4 8 10
7
6
(148/150) (130) (43-130) (tot 43)
127 Omroepraad
129
9
9
10 21 16
11 22 17
2
2
(130) (tot 43)
1 1
Dienst van de Regeringscommissaris
11
11
11
11
Secretaris Overig personeel 27
(151)
Overig personeel
(tot 43)
1
133 Persraad
Referendaris
(130)
T w e e d e Kamer, zitting 1 9 7 8 - 1 9 7 9 , 1 5 300 h o o f d s t u k X V I , nr. 3
1
30
Begrotingsartikel
Aantal
Begrotingsartikel
1978'
19792
367
373
40
40
1 1 2
1 1 2
4 15 5 12
4 16 4 12
136 Maatschappelijke Ontwikkeling Algemene
leiding
Directeur-Generaal Hoofdadministrateur Referendaris Wetensch. hoofdambtenaar (A) W e t e n s c h . a m b t e n a a r (1e kl.) M i d d e l b a a r personeel O v e r i g personeel
Directie
Aantal Schalen
Schalen
(150) (130) (148/150) (130) (43-130) (tot 43)
1978 1
1979 2
2 2 2 2
2 1 3 2
152 Raad voor de Jeugd vorming Administrateur Referendaris Middelbaar personeel O v e r i g personeel
(148) (130) (43-130) (tot 43)
6
154 Bureau voor de Filmkeuring Administrateur M i d d e l b a a r personeel Overig personeel
(148) (43-130) (tot 43)
1 5
emancipatiezaken
Directeur Administrateur Referendaris M i d d e l b a a r personeel O v e r i g personeel
Sociaal-Cultureel
Hoofdafdeling
(153) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
114
91
1 3 7 21 62 20
1 2 7 19 50 12
Minderheden
Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris M i d d e l b a a r personeel O v e r i g personeel
Maatschappelijke
van de openbare
Hoofdinspecteur Inspecteur Middelbaar personsei O v e r i g personeel
Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel O v e r i g personeel
1 5 11 40 12
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
(153) (150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
1 5 10 47 13
123
136
1 4 14 19 71 14
1 3 15 23 79 15
21
21
1 5 6 9
1 6 8 6
bibliothe-
(148) (130) (43-130) (tot 43)
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Internaten Directeur(trice) Middelbaar personeel Overig personeel
76
Dienstverlening
Directeur Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris M i d d e l b a a r personeel O v e r i g personeel
Rijksinspectie ken
167 Bijzonder jeugdwerk in internaatsverband
Werk
Directeur Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris M i d d e l b a a r personeel O v e r i g personeel
Culturele
(152) (148) (130) (43-130) (tot 43)
(114/130) (43-130) (tot 43)
178 Centraal Bureau uitvoering vestigingsbeleid rijksgenoten Directeur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel O v e r i g personeel
199
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Bijstandszaken Directeur Hoofdadministrateur Hoofdgeneeskundige Administrateur Referendaris M i d d e l b a a r personeel O v e r i g personeel
(153) (150) (151) (148) (130) (43-130) (tot 43)
T w e e d e K a m e r , zitting 1 9 7 8 - 1 9 7 9 , 1 5 3 0 0 h o o f d s t u k X V I , nr. 3
661
663
56
56
2 5 12 23 14
2 5 12 25 12
605
607
21 504 80
20 511 76
90
59
1 3 2 64 20
1 3 2 41 12
136
142
1 6 1 17 23 59 29
1 5 1 18 25 66 26
31
Begrotingsartikel
Aantal Schalen
209 Verzetsdeelnemers en Vervolgden Hoofdafdeling Hoofdadministrateur Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel
(150) (148) (130) (43-130) (tot 43)
Uitkeringsraad Hoofdgeneeskundige Geneeskundig adviseur Secretaris Administrateur Referendaris Middelbaar personeel Overig personeel Totaal
(151) (150) (148) (148) (130) (43-130) (tot 43)
1978'
19792
740
754
26
23
1 1 4 16 4
1 1 3 14 4
114
131
2 3 1 3 45 60
2 3 1 1 3 68 53
4 314
4 398
-
T w e e d e Kamer, zitting 1978-1979, 1 5 3 0 0 h o o f d s t u k XVI, nr. 3
32
BIJLAGE III.
A. Vóór 1978 aangegane verplichtingen
Artikel en omschrijving
Waarop te betalen in 1979
in 1980
in 1981
na 1981
1 6 0 0 000
400 000
2 1 8 0 0 000
20 300 000
19 500 000
Ministerie 13
Plafonnering stadsvernieuwing
500 000
1 6 0 0 000
16
Subsidies accommodaties meervoudig gebruik
2 000 000
3 000 000
Subsidies en voorschotten verband houdende met investeringen in het kader van het B.R.W.
8 000 000
17500000
19/ 19A
Culturele Zaken 52
Subsidies aan organisaties en gemeenten in de investeringskosten van culturele centra met een streekkarakter
8B
Subsidies en andere uitgaven voor de monumentenzorg
400 000 77 200 000
6 6 1 0 0 000
49 800 000
1 500 000
1 000 000
300 000
15 700 000
5 800 000
500 000
104 900 000
95 400 000
74 000 000
N a t u u r b e h o u d , recreatie en media 107
Subsidies en investeringskosten sportaccommodaties
119
Aankoop van gronden voor natuurbehoud en openluchtrecreatie
1 20
Subsidies en andere uitgaven voor voorzieningen openluchtrecreatie
Totaal
40 200 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
33
B. In 1978 aangegane en nog aan te gane verplichtingen Artikel en omschrijving
Waarop te betalen in 1979
in 1980
in 1981
na 1981
Geraamd in de begroting 1978
Ministerie Kosten van onderzoek Sociaal Cultureel Planbureau
500 000
500 000
3 437 000
63 000
Civiele verdedigingsvoorbereiding
100 000
100 000
Onderzoek en ontwikkelingsprojecten
300 000
12
Subsidies in investeringskosten voor voorzieningen in het kader van de stadsvernieuwing
363 000
1 437 000
1 400 000
2 800 000
6 000 000
13
Subsidies in investeringskosten vallend onder de plafonnering van de stadsvernieuwing
500 000
2 500 000
2 500 000
3 500 000
9 000 000
16
Subsidies accommodaties voor meervoudig gebruik
1 000 000
3 000 000
3 000 000
9 000 000
16 000 000
19A
1 500 000
400 000
1 500 000 300 000
1 500 000
27
Subsidies voor investeringen in het kader van het bijzonder regionaal welzijnsbeleid Doorlichtingsonderzoeken
4 500 000 700 000
32
Kosten van onderzoek
300 000
300 000
42
Subsidies en andere uitgaven letteren
100 000
100 000
44
Subsidies en andere uitgaven beeldende kunst en bouwkunst
7
Internationale betrekkingen
8 9
3 500 000 100 000
300 000 300 000
Culturele Zaken
52
Subsidies aan organisaties en gemeenten in de investeringskosten van culturele centra met een streekkarakter
62
Aankopen voor de musea en betaling van termijnen voor in vorige jaren gekochte kunstwerken en voorwerpen
77
Nieuw- aan- en verbouw van het Rijksmuseum Zuiderzeemuseum te Enkhuizen
82
Subsidies voor het herstel van voorwerpen van kunst of wetenschap toebehorend aan lagere publiekrechtelijke lichamen, genootschappen enz.
86
Subsidies en andere uitgaven voor monumentenzorg
1 000 000
1 000 000
1 000 000
200 000
200 000
200 000
1 000 000
1 000 000
3 000 000
400 000
1 000 000
2 000 000
500 000
500 000
50 000
50 000
100 000
3 800 000
19 400 000
25 100 000
48 700 000
97 000 000
N a t u u r b e h o u d . Recreatie en M e d i a 103
Kosten van onderzoek
107
Subsidies in investeringskosten sportaccommodaties
600 000
600 000 1 500 000
1 500 000
9 000 000
12 000 000
500 000
2 500 000
2 500 000
8 500 000
14 000 000
4 500 000
119
Aankoop van grond voor natuurbehoud en openluchtrecreatie
1 20
Subsidies en andere uitgaven voor voorzieningen openluchtrecreatie
24 800 000
15 700 000
123
Nationale parken en nationale landschapsparken
1 0 0 0 000
500 000
Voorzieningen openluchtrecreatie in de woonomgeving
1 000 000
1 000 000
125
45 000 000 1 5 0 0 000
1 000 000
3 000 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
6 000 000
34
Artikel en omschrijving
Waarop te betalen
in 1979
Geraamd in de begroting
in 1980
in 1981
na 1981
1978
Maatschappelijke ontwikkeling
300 000
145
Onderzoek en studie
300 000
161
Subsidies in investeringskosten voor accommodaties jeugd- en jongerenwerk
917 000
983 000
600 000
2 500 000
767 000
500 000
733 000
2 000 000
41 934 000
53 733 000
46 633 000
Bijstandszaken 207
Onderzoek en voorlichting
Totaal
86 400 000
228 700 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
35
C. In 1979 aan te gane verplichtingen Artikel en omschrijving
Waarop te betalen in 1979
in 1980
in 1981
na 1981
Geraamd in de begroting 1979
Ministerie 5
Kosten van onderzoek Sociaal Cultureel Planbureau
1 462 000
500 000
7
Internationale betrekkingen
4 829 000
1 500 000
1 000 000
1 000 000
3 500 000
8
Civiele verdedigingsvoorbereiding
279 000
100 000
100 000
100 000
300 000
9
Onderzoek en Ontwikkelingsprojecten
1 607 000
300 000
12
Subsidies in investeringskosten voor voorzieningen in het kader van de stadsvernieuwing
1 000 000
1 000 000
500 000
300 000
1 000 000
2 000 000
4 000 000
6 200 000
700 000
10 000 000
13
Subsidie in investeringskosten vallend onder de plafonnering van de de stadvernieuwing
2 410 000
3 1 0 0 000
15
Subsidies ontwikkeling en studie accommodaties voor meervoudig gebruik
5 947 000
1 000 000
1 000 000
16
Subsidies accommodaties voor meervoudig gebruik
8 598 000
5 500 000
5 500 000
3 000 000
1 4 000 000
19A
Subsidies voor investeringen in het kader van het bijzonder regionaal welzijnsbeleid
10 700 000
1 500 000
1 500 000
1 500 000
4 500 000
1 000 000
700 000
700 000
27
Doorlichtingsonderzoeken
2 000 000
Culturele Zaken 33
Kosten van onderzoek
394 600
300 000
300 000
42
Subsidie en andere uitgaven letteren
5 884 000
100 000
100 000
44
Subsidies en andere uitgaven beeldende kunst en bouwkunst
9 611 000
1 100 000
1 100 000
1 100 000
3 300 000
52
Subsidies voor organisaties en gemeenten in de investeringskosten van culturele centra met een streekkarakter
2 076 000
500 000
500 000
1 000 000
2 000 000
62
Aankopen van de musea en betaling van termijnen voor in vorige jaren gekochte kunstwerken en voorwerpen
2 045 000
500 000
500 000
1 000 000
2 000 000
77
Nieuw- aan- en verbouw van het Rijksmuseum Zuiderzeemuseum te Enkhuizen
813 300
82
Subsidies voor het herstel van voorwerpen van kunst of wetenschap toebehorend aan lagere publiekrechtelijke lichamen, genootschappen
108 900
86
Subsidies en andere uitgaven voor monumentenzorg
1 7 1 56 000
500 000
500 000
50 000
50 000
100 000
11 000 000
11 000 000
75 000 000
97 000 000
N a t u u r b e h o u d . Recreatie en M e d i a 103
Kosten van onderzoek
107
Subsidies in investeringen sport accommodaties
119
Aankoop van gronden voor natuur behoud en openluchtrecreatie
1 20
Subsidies en andere uitgaven voor voorzieningen openluchtrecreatie
123
Nationale parken en nationale landschapsparken
125
Voorzieningen openluchtrecreatie in de woonomgeving
621000
600 000
600 000
8 290 000
2 800 000
2 800 000
3 400 000
9 000 000
54 531 000
2 500 000
2 500 000
9 000 000
14 000 000
4 999 000
20 000 000
20 000 000
5 000 000
45 000 000
2 120 000
500 000
500 000
500 000
1 5 0 0 000
2 275 000
1 000 000
1 000 000
1 000 000
3 000 000
Tweede Kamerzitting 1978-1979,15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
36
Artikel en omschrijving
Waarop te betalen
Geraamd in de begroting
in 1979
in 1980
in 1981
na 1981
1979
Maatschappelijke Ontwikkeling 145
Onderzoek en studie
5 236 000
300 000
161
Subsidies in investeringskosten voor accommodaties jeugd en jongerenwerk
300 000
2 000 000
1 000 000
1 000 000
1 500 000
1 000 000
1 000 000
157 492 800
58 450 000
57 750 000
500 000
2 500 000
Bijstandszaken 207
Onderzoek en voorlichting
Totaal
2 000 000
105 800 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
223 000 000
37
A + B + C tezamen Artikel en omschrijving
Waarop te betalen
in 1979
in 1980
Kosten van onderzoek Sociaal Cultureel Planbureau
1 962 000
500 000
7
Internationale betrekkingen
8 266 000
8
Civiele verdedigingsvoorbereiding
379 000
9
Onderzoek en ontwikkelingsprojecten
1 907 000
300 000
12
Subsidies in investeringskosten voor voorzieningen in het kader van de stadsvernieuwing
1 363 000
13
Subsidies in investeringskosten vallend onderde plafonnering van de stadsvernieuwing
15
Subsidies ontwikkeling en studie accommodaties meervoudig gebruik
16
Subsidies accommodaties voor meervoudig gebruik
19A
Subsidies voor investeringen in het kader van het bijzonder regionaal welzijnsbeleid
27
Doorlichtingsonderzoeken
in 1981
na 1981
1 563 000
1 000 000
1 000 000
200 000
200 000
100 000
2 437 000
2 400 000
4 800 000
3 410 000
7 200 000
10 300 000
4 600 000
5 947 000
1 000 000
1 000 000
11 598 000
11 500 000
8 500 000
12 000 000
18 700 000
20 500 000
24 800 000
23 300 000
1 400 000
1 000 000
694 600
300 000
5 984 000
100 000
Ministerie
Culturele Zaken 33
Kosten van onderzoek
42
Subsidies en andere uitgaven letteren
44
Subsidies en andere uitgaven beeldende kunst en bouwkunst
10 611 000
2 100 000
2 100 000
1 100 000
52
Subsidies voor organisaties en gemeenten in de investeringskosten van culturele centra met een streekkarakter
2 276 000
1 100 000
700 000
1 400 000
62
Aankopen van de museau en betaling van termijnen voor in vorige jaren gekochte kunstwerken en voorwerpen
2 045 000
1 500 000
1 500 000
1 000 000
77
Nieuw-, aan- en verbouw van het Rijksmuseum Zuiderzeemuseum te Enkhuizen
813 300
500 000
500 000
82
Subsidies voor het herstel van voorwerpen van kunst of wetenschap toebehorend aan lagere publiekrechtelijke lichamen, genootschappen enz.
158 900
100 000
50 000
86
Subsidies en andere uitgaven voor monumentenzorg
98 1 56 000
96 500 000
85 900 000
143 200 000
N a t u u r b e h o u d , Recreatie en M e d i a 103
Kosten van onderzoek
1221000
600 000
107
Subsidies in investeringen sportaccommodaties
9 790 000
5 300 000
4 600 000
12 400 000
119
Aankoop van gronden voor natuurbehoud en openluchtrecreatie
55 0 3 1 0 0 0
5 000 000
5 000 000
17 500 000
1 20
Subsidies en andere uitgaven voor voorzieningen openluchtrecreatie
45 499 000
4 1 5 0 0 000
25 000 000
5 000 000
123
Nationale parken en nationale landschapsparken
3 120 000
1 000 000
500 000
500 000
1 25
Voorzieningen openluchtrecreatie in de woonomgeving
3 275 000
2 000 000
2 000 000
4 000 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
Artikel en omschrijving
Waarop te betalen in 1979
in 1980
in 1981
na 1981
Maatschappelijke o n t w i k k e l i n g 145
Onderzoek en studie
5 536 000
300 000
161
Subsidies in investeringskosten voor accommodaties jeugd- en jongerenwerk
2 917 000
1 983 000
2 267 000
1 500 000
1 733 000
304 326 800
207 583 000
179 383 000
1 600 000
500 000
Bijstandszaken 207
Onderzoek en voorlichting
Totaal
232 400 000
Tweede Kamerzitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
39
BIJLAGE IV'. Overzicht van garanties Artikel
Omschrijving
Risico van de Staat aan het einde van:
1977
78
116
124
140
141
142
143
144
208
Subsidies en andere uitgaven voor muziek en dans (Nederlandse Opera Stichting) Garantie van rente en aflossing van door de Vereniging Rembrandt te Amsterdam opgenomen geldleningen ten behoeve van de aankoop van schilderijen Betaling van rente en aflossing van de door de Vincent van Gogh-Stichting opgenomen geldlening ten behoeve van de aankoop van de collectie van ir. V.W. van Gogh Garantie van rente en aflossing van leningen, alsmede van het subsidie daarin gedurende de l o o p t i j d van de betrokken leningen voor organisaties werkzaam op het gebied van de natuurbescherming voor de aankoop van natuurgebieden en waardevolle landschappen Garantie van rente en aflossing van leningen voor organisaties, werkzaam op het gebied van de openluchtrecreatie, voor de stichting, uitbreiding en inrichting van gebouwen en terreinen Garantie van rente en aflossing van leningen ten behoeve van de Nederlandse Omroep Stichting voor de stichting, uitbreiding en inrichting van gebouwen Garantie van rente en aflossing van leningen voor organisaties en instellingen van sociaalcultureel werk voor de stichting, uitbreiding en inrichting van gebouwen Garantie van rente en aflossing van leningen voor organisaties, werkzaam op het gebied van de opvang en begeleiding van niet-sedentaire personen voor de stichting, uitbreiding en inrichting van gebouwen Garantie van rente en aflossing van leningen voor sedentaire vestigingen van woonwagenbewoners Garantie van rente en aflossing van leningen voor organisaties, werkzaam op het gebied van de opvang en begeleiding van allochtone groepen, voor de aankoop, verbouwing en inrichting van ontmoetingscentra en soortgelijke accommodaties Garantie van rente en aflossing van leningen voor de bouw van accommodaties voor gehandicapten Garantie van rente en aflossing van leningen ten behoeve van inrichtingen voor verzorging en verpleging van gerepatrieerden
6 000 000
1978
1979
6 000 000
Machtiging tot het verlenen van garanties krachtens begroting:
Te verlenen garanties:
1978
1978
1979
6 000 000
1 000 000
9 900 000
9 000 000
8 300 000
9 1 7 0 0 000
105 700 000
119 700 000
15 000 000
15 000 000
200 000
200 000
200 000
10 000 000
10 00U 000
5 000 000
22 700 000
22 000 000
21 300 000
10 000 000
10 000 000
7 700 000
7 600 000
7 500 000
23 000 000
23 000 000
100 000
90 000
80 000
2 000 000
2 000 000
2 900 000
2 800 000
2 700 000
5 000 000
5 000 000
2 4 1 9 0 0 000
2 9 1 9 0 0 000
3 4 1 9 0 0 000
100 000 000
100 000 000
3 300 000
3 100 000
2 900 000
1 000 000
1 000 000
1979
BIJLAGE V
DE PRESTATIEBEGROTING In artikel 4, lid 4, van de Comptabiliteitswet 1976 wordt het streven tot uitdrukking gebracht, zover mogelijk en van belang zijnde prestatiegegevens te verstrekken. Volgens de memorie van toelichting bij de wet is het begrotingssysteem gericht op het zichtbaar maken van de eindprodukten van overheidsactiviteiten, de kosten die daarvoor nodig zijn, alsmede de relaties tussen de bedoelde prestaties en kosten. De activiteiten ten departemente ter voorbereiding van de invoering van de prestatiebegroting zijn voornamelijk gericht geweest op het onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden en de technische problemen, ten aanzien waarvan is gebleken dat de theorie een verdere uitdieping vereist. Mede met het doel om de leemte in de theoretische grondslag ook aan de hand van praktische ervaringen op te vullen, is inmiddels in enkele sectoren een begin gemaakt met een prestatiebegrotingsonderzoek. In nauw overleg met Financiën wordt aan deze projecten gewerkt. Daar geen der projecten inmiddels is voltooid, kan nog geen presentatie van prestaties met hiermee verband houdende kostprijzen plaatsvinden. Voor het departement kan globaal een drietal terreinen worden onderscheiden welke in beginsel voor toepassing van de prestatiebegroting in aanmerking komen, te weten - de departementale dienst zelf, - de onder het departement ressorterende diensten en instellingen, - het werkterrein van de gesubsidieerde instellingen. Een beslissing op welke terreinen in concreto de prestatiebegroting zal worden toegepast, is nog niet genomen. De wet laat hier, waar deze spreekt van « . . . uitgaven waarvoor dit mogelijk en van belang is,. . .», ruimte voor een nader oordeel. Voor een juiste begrenzing van het toepassingsgebied kan, al naargelang de omstandigheden, gebruik worden gemaakt van de volgende criteria: - de mogelijkheid tot het aanwijzen van een prestat ; e-eenheid, - de mate van financiering door de overheid, - de voorwaarden waaronder deze financiering plaatsvindt. Het bepalen van prestaties is een proces waarin rekening dient te worden gehouden met een aantal randvoorwaarden, te weten: 1. De prestatie moet een relatie hebben met de doelstelling(en) van de betrokken sector. 2. De prestatie moet kwantificeerbaar zijn. 3. Aan een prestatie moeten de kosten kunnen worden gerelateerd. 4. De prestaties moeten homogeen, d.w.z. vergelijkbaar, zijn. De eerstgenoemde relatie is daarom zo moeilijk aan te geven, omdat de doelstellingen van een sector voor een directe aansluiting met de prestaties vaak nog te abstract zijn geformuleerd. Homogeniteit (de vierde voorwaarde) wordt op maatschappelijk en cultureel terrein zelden aangetroffen. Dit vindt zijn oorzaak in de grote verscheidenheid in aard en kwaliteit van de geleverde «produktie», waardoor ook weer verschillen in kostenstructuur ontstaan. De mate waarin het CRM-beleid de aard van de prestaties en de wijze van voortbrengen kan beïnvloeden, speelt hier eveneens een rol. Een en ander zou ertoe leiden dat de hieruit voortkomende, in kwaliteit van elkaar verschillende, prestaties niet zonder meer onderling mogen worden vergeleken. Homogeniteit zou bereikt kunnen worden door middel van een classificatie van prestaties, waarmee beoogd wordt dat de prestaties tot groepen worden geformeerd, waarbinnen aan de eis van homogeniteit wel voldaan wordt. Uit een en ander volgt dat zich bij de opzet van de prestatiebegroting talrijke problemen voordoen waarvan het oplossen veel tijd en overleg vraagt. Een verantwoorde presentatie in de CRM-begroting van voorlopig als prestatie aan te nemen grootheden blijkt niet mogelijk, omdat aan bepaling van prestaties een gedegen onderzoek bij elk der sectoren zal moeten voorafgaan. Uit het voorgaande moge blijken dat met de opzet van de prestatiebegroting binnen het departement een aanvang is gemaakt, maar dat tot publikatie van concrete prestatiegegevens nog niet kan worden overgegaan. Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
41
BIJLAGE VI
Aantal vanwege CRM behandelde aanvragen in het kader van Interimmaatregel Jeugdige Werklozen Positief beoordeelde aanvragen: per 18-7-1975 per 22-6-1976 per 3-5-1977 per 25-8-1978
1049 1285 1911 3345
aanvragen aanvragen aanvragen aanvragen
Tevens werden 584 aanvragen behandeld van instellingen, die niet onder CRM ressorteren (afhandeling geschiedt door Sociale Zaken), terwijl ten aanzien van 145 aanvragen negatief werd geadviseerd. Negatieve adviezen werden uitgebracht omdat geen part-time werk is toegestaan of geen adequate begeleiding was gewaarborgd of anderszins de aanvragen niet voldeden aan de eisen van de Interimmaatregel, dan wel dat het voorgestelde objekt niet overeenkwam met het (formatie-)beleid van het ministerie ( bij voorbeeld uitbreiding met andere taken of vervanging tijdensvakantie). De positieve adviezen hebben betrekking op de volgende funkties, onderverdeeld naar provincies: Provincie
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Aank. agogisch
Totaal
Aank. admin.
Aank. huish.
172 197 270 301 413 188 389 453 65 596 301
105 134 146 193 273 124 252 319 46 419 205
41 31 57 72 58 43 78 104 17 132 73
26 32 67 34 82 21 59 30 2 45 20
3345
2216
706
418
Aank. maatsch. w .
2
3 5
Verdeeld over de verschillende sectoren van het departement, onderverdeeld naar provincies Provincie
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Totaal
DGCZ
DGNRM
DSCW
4
Diversen
BBW 50 84 59 143 219 70 140 189 28 326 39
22 5 19 9 66 6 20 24 2 39 27
14 13
2 2 15 7 8 6 26 37 3 7 9
1347
239
49
122
4 10 2 2 1 5 17 6 12 18
21
90 93 169 138 116 94 176 192 32 198 174
3345
77
39
1472
2 1 2 7 3
P&C
CBW 172 197 270 301 413 188 389 453 65 596 301
3
DMD
6 2 5 3 2
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
42
BIJLAGE VII
Aantal vanwege CRM behandelde aanvragen in het kader van de Experimentele Werkgelegenheidsprojekten voor Vrouwen In het kader van deze regeling werden 334 aanvragen positief beoordeeld, 69 aanvragen werden behandeld van instellingen die niet onder CRM ressorteren en 3 aanvragen werden negatief geadviseerd. De positieve adviezen hebben betrekking op de volgende funkties, onderverdeeld naar provincies: Provincie
Totaal
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Aank. admin.
Aank. agogisch
23 22 23 36 58 17 47 50 6 23 29
6 11 18 11 12 11 21 31 4 12 4
17 11 5 24 22 6 26 19 2 11 25
334
141
168
Aank. huish.
Aank. maatsch.w.
Verdeeld over de verschillende sectoren van het departement, onderverdeeld naar provincies Provincie
Totaal
DGCZ
DSCW CBW
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
DMD
P&C
Diversen
DGNRM
BBW
23 22 23 36 58 17 47 50 6 23 29
19 6 10 29 26 4 20 23 2 13 21
1 11 9 2 7
334
173
64
12 12 3 7
1 5 3 2 25 2 10 2 1 2 4
4
57
4
2 1 1 11 2
1
18
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
43
BIJLAGE VIII
Overzicht van sociaal-wetenschappelijke onderzoeken, waaraan het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk zijn medewerking verleent c.q. heeft verleend Toelichting: a = Toelichting op de naam van het onderzoek (indien noodzakelijk). b = Onderzoeker(s) en/of onderzoekinstelling(en). c = Eventueel medeverantwoordelijke personen en/of instanties. A. Lopend Onderzoek (Per juni 1978) I. Onderzoek op het terrein van Culturele Zaken Onderzoek naar de structuur van de zangtechniek in Nederland a = Natuurwetenschappelijk onderzoek naar bepaling toonhoogte van in opleiding zijnde toonkunstenaars. b = Theodora Versteegh Stichting. c = Onderzoek oordeelvorming moderne beeldende kunst a = Onderzoek naar percepties en attitudebepalende factoren. b = Afdeling Experimentele Psychologische Statistiek van de RU te Leiden. c = Commissie Sociaal Onderzoek van de Raad voor de Kunst. Onderzoek naar spanning en ontspanning bij het musiceren a = Medisch-pedagogisch onderzoek. b = H. Gort te Eindhoven. c = Instituut voor Zintuigphysiologie te Soesterberg. Onderzoek naar de financiering van culturele activiteiten toegespitst op de activiteit-lezen a = Onderzoek naar de mogelijkheden voor waarneming en verklaring van de geldstromen op het terrein van het cultuurbeleid. b = Stichting voor Economisch Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. c = Joint studie nr. 8 van UNESCO. Onderzoek naar het functioneren van de Plastic Werkplaats Nederland a = Evaluatie van de werkplaats voor beeldende kunstenaars, die werken met moderne materialen. Evaluatie van de positie van kunstenaars tussen opleiding en beroepsuitoefening. b = Instituut voor Toegepaste Sociologie (voorbereiding).
c = Onderzoek naar de archieven a = Beschrijvend en inventariserend onderzoek naar de overheidsarchieven in Nederland. b = Centraal Bureau voor de Statistiek. c = Commissie Archiefnota. Beschrijving van nieuwe praktijksituaties van beeldende kunstenaars a = Evaluatie van nieuwe beroepsposities en de maatschappelijke effecten van het werken van beeldende kunstenaars in deze positie. b = c = Stuurgroep Praktijkonderzoek Beeldende Kunsten. Onderzoek naar de bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten en historische steden a = Vergelijkend onderzoek naar de juridische en bestuurlijke situatie in een aantal deelnemende landen. b = Dr. N. Nelissen, Katholieke Universiteit te Nijmegen. c = Joint studie nr. 12 van de UNESCO.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
44
Vooronderzoek naarde beleving van monumenten a = Theoretische en methodologische studie naar de mogelijkheden van sociologisch onderzoek naar de beleving van monumenten, b = Sectie Rurale en Urbane sociologie van de faculteit der Sociale Wetenschappen, Katholieke Universiteit te Nijmegen, c = Onderzoek naar de subsidieregelingen van orkesten, niet-Rijksmusea en onderhoudskosten van grote monumenten a = Subsidieonderzoekingen, zoals ontwikkeld door de COBA-commissie. b = Eigen beheer. c = COBA-commissie. Onderzoek naar subsidiesystemen voor de bescherming van de gebouwde omgeving a = b = Research Instituut voor de Gebouwde Omgeving. c = Onderzoek naar de educatieve functie van het Centraal Museum Utrecht a = Inventarisatie educatief werk van de Nederlandse musea en onderwijskundige evaluatie van een educatief project. b = Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam. c = Onderzoek naar de conservering en restauratie van roerende monumenten a = Onderzoek naarde behoefte aan en capaciteit voor conservering en restauratie. b = IVA te Tilburg. c = Onderzoek pensioensituatie kunstenaars a = Theoretische studie naar mogelijkheden van de pensioenverzekering voor vrije kunstenaars. b = Drs. P. M. de Roo. c = Aid to artistic creation (muziek) a = Inventarisatie van de wijze van financiering van componeren. b = Dr. E. Boekmanstichting en de heer P. Blanken. c = Raad van Europa. Evaluatie «Propositie 10» a = Evaluatie van een multi-mediataal kunstgebeuren. b = Sylvio de Montoya. c = Werkgroep «de Montevideo». Theoretisch onderzoek naar de relatie kunst, kunstenaar en samenleving a = b = Universiteiten van Nijmegen en Amsterdam en de Hogeschool te Tilburg. c = Inventarisatie-onderzoek relatie kunst-samenleving a = Inventarisatie van onderzoek naar theoretische grondslagen, methoden van onderzoek en onderzoeksresultaten. b = Universiteit van Amsterdam. c = -
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
«
II. Onderzoek op het terrein van Natuurbehoud, Recreatie en Media 1. Onderzoek op het gebied van de vrije tijd Onderzoek Socialisatie en Vrijetijdsgedrag a = Onderzoek naar de beïnvloeding van socialisatieprocessen op dimensies van het vrijetijdsgedrag. b = Drs. T. Kamphorst e.a. Sociologisch Instituut, RU te Utrecht. c = Onderzoek Non-participatie aan Recreatief-Culturele Voorzieningen a = Onderzoek naar de faktoren die het niet-deelnemen aan recreatief-culturele voorzieningen kunnen verklaren. b = Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek van de Katholieke Hogeschool (IVA) te Tilburg. c = Openbaar Lichaam Rijnmond te Rotterdam. 2. Onderzoek op het gebied van de
Openluchtrecreatie
Bodemstatistiek a = b = Centraal Bureau voorde Statistiek. c = Rijksplanologische Diensten de Ministeries van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Economische Zaken en Landbouw en Visserij. Onderzoek Voorkeuren Verblijfsrecreanten a = Onderzoek naar de voorkeuren van verblijfsrecreanten, gerelateerd aan het eventuele gebruik van het verblijfsrecreatieve aanbod. b = Nederlands Research Instituut voor Toerisme en Recreatie te Breda. c = Uitwisselbaarheidsonderzoek a = Onderzoek naar de mate, waarin de verschillende vormen van (openlucht)recreatie onderling uitwisselbaar zijn. b = Instituut voor Toegepaste Sociologie te Nijmegen. c = Onderzoek Ruitersportvoorzieningen a = Onderzoek naar de opzet van ontwerprichtlijnen voor de inrichting inzake ruitersportvoorzieningen. b = Nederlands Research Instituut voor Toerisme en Recreatie te Breda, c = Landinrichtingsdienst te Utrecht. Onderzoek Beleving en Gebruik Openbare Ruimte a = Deelonderzoek naarde beleving en gebruik openbare ruimte in Eindhoven en Rijswijk (Z.H.) voor de herinrichting van stedelijke gebieden. b = Instituut voor Toegepaste Sociologie te Nijmegen c = Ministeries van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. 3. Onderzoek op het gebied van Natuur- en
Landschapsbescherming
Ornithologisch Atlasproject a = b = Stichting Ornithologisch Veldonderzoek Nederland. c = Kromme Rijn-project a = Multidisciplinair milieukundig onderzoek in het Kromme Rijn-gebied. b = Instituut voor Systematische Plantkunde, RU te Utrecht. c = Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
46
Milieukundig Onderzoek Noordelijke Vechtstreek a = b = Instituut voor Systematische Plantkunde, RU te Utrecht. c = Gewest Gooi en Vechtstreek en Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. BOEDE-project (v/h BOVA-project) a • Biologisch onderzoek in het Eems-Dollard estuarium. b = Verschillende onderzoekers onder de coördinatie van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee te Texel. c = Ministeries van Verkeer en Waterstaat en Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Atlas a = b = c =
van de Nederlandse Flora Beschrijving van plantensoorten met toelichtende tekst. Rijksherbarium te Leiden. -
Arctisch Zeehonden-onderzoek a = b = NederlandseStichting voor Arctisch Natuurwetenschappelijk Onderzoek, c = Van Tienhovenfonds. Evaluatie Landschappenkaart-project a = b = Stichting voor Research en Marketing te Heerlen. c = Voorlichtingsraad. Vegetatie-onderzoek a = Bestudering Waterhuishouding Gelderland. b = Diverse onderzoekers. c = Commissie Waterhuishouding Gelderland. Nederlands Duinvalleien-onderzoek a = Onderzoek naar de ecologische toestand van de vochtige duinvalleien in Nederland, gezien zowel in historisch perspectief als in geografisch (NW Europees) kader. b = Commissie TNO voor het onderzoek van het Milieubeheer te Delft. c = Ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening; Volksgezondheid en Milieuhygiëne en Landbouw en Visserij. European Invertebrate Survey a = Ten behoeve van natuurbehoud en natuurbeheer vastleggen en operationeel maken van gegevens over de invertebraten. b = EIS Bureau Nederland en het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden.
c = 4. Onderzoek op het terrein van de sport Onderzoek Subsidiabele Formatie Bondsbureaus Landelijke Sportorganisaties a = Het uitwerken van voorstellen voor de te hanteren kriteria en normen. b = Nederlandse Organisatie Kring te Utrecht. c = Onderzoek Deelname Bevolking aan Sportbeoefening a = Het verzamelen van kwantitatieve gegevens over omvang en frequentie van sportbeoefening. b = Inter/view b.v. te Amsterdam. c = -
Tweede Kamerzitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
47
Onderzoek Drempels en Stimulansen voor Sportbeoefening a = Onderzoek naar drempels voor en stimulansen tot sportbeoefening. b = Instituut voor Toegepaste Sociologie te Nijmegen. c = Onderzoek Open Sportparken a = Onderzoek naar faktoren die bepalen dat gemeenten wel of niet bereid zijn sport-en recreatievoorzieningen binnen dezelfde projecten op te nemen. b = Grondmij b.v. te De Bilt.
c = 5. Onderzoek met betrekking tot
Mediavraagstukken
Onderzoek slechtst bereikte Groepen a = Onderzoek naarde informatievoorziening ten aanzien van de slechtst bereikte groepen in de samenleving. b = CEBEON te Amsterdam.
c = Onderzoek Regionale Dagbladen a = Onderzoek naarde binding van de lezer aan regionale dagbladen. b = Werkgroep Massacommunicatie van de RU te Utrecht.
c = Onderzoek experimenten Regionale Radio Omroep (Brabant en Amsterdam) a = b = Instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek Katholieke Hogeschool te Tilburg. c = Stichting Amsterdamse Draadloze Omroep en Stichting Radio Omroep Brabant. III. Onderzoek op het terrein van Maatschappelijke Ontwikkeling Project onderzoekpublikatie a = Overzichten evaluatie van onderzoek periode 1969 t/m 1978. b = Drs. A.Tj. de Jong te Amsterdam. c = Studie inzake beleidsevaluatie op het terrein van DGMO a = Methodiekontwikkeling beleidsevaluatie. b = Technische Hogeschool Twente, Onderafd. Bestuurskunde te Enschede. c = 1. Onderzoek op het gebied van gezin, sexualiteit en maatschappij GezinssociologischeCensusmonografieën a = Analyse van volkstellingsgegevens van 1971, met gebruikmaking van gegevens van voorgaande tellingen, alsmede van gegevens uit binnen- en buitenlandse literatuur. b = SISWO alsmede een 10-tal instituten. c = Ministeries van Sociale Zaken, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Onderwijs en Wetenschappen. Evaluatie-onderzoek budgetadviezen a = Onderzoek naar het effect van individuele budgetadviezen. b = Het Economisch Instituut van de RU te Leiden. c = Stichting Economisch Huishoudelijk Beheer te Den Haag.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
48
Ontwikkeling van een activiteitenpakket voor jongeren met betrekking tot het leren omgaan met elkaar in meer persoonlijke relaties a • Experimentele toetsing. b = NISSO te Zeist. c = Nederlandse Gezinsraad te Den Haag. Onderzoek sociale en juridische problematiek niet-huwelijkse relaties a = Inventarisatie van onderbonden prblemen. b = NISSO te Zeist. c = Ministerie van Justitie en Nederlandse Gezinsraad te Den Haag. Vooronderzoek naar echtscheiding a = Vooronderzoek gericht op theorievorming en de ontwikkeling van een voorstel voor onderzoek naarde motieven van echtscheiding. b = Landbouwhogeschool Wageningen te Wageningen. c = Evaluatie project communicatiecursus a = Onderzoeknaar het effect van een cursus ter verbetering van de relaties tussen partners. b = Rijksuniversiteit te Leiden. c = 2. Onderzoek op het terrein van de maatschappelijke
dienstverlening
Evaluatie van gezondheidscentra (S1) a = Onderzoekin het kader van de projectgroep S1 (informatie en advies aan gezondheidscentra); financiering door Volksgezondheid en Milieuhygiëne, CRM en Praeventiefonds. b = Onderzoeker in dienst van de projectgroep van de Joint, Nederlands Huisartsen Instituut en het Nederlands Centrum voor Kruiswerk. c = JOINT, Landelijke Organisatie voor Maatsch. Dienstverlening, Nederlands Huisartsen Instituut, Nederlands Centrum voor Kruiswerk. Evaluatie-onderzoek bij het algemeen maatschappelijk werk a = Vervolgstudie, het achterhalen van gehanteerde doeleinden bij maatschappelijk werk(st)ers. b = NIMAWOteDenHaag. c = JOINT, Landelijke Organisatie voor Maatschappelijke Dienstverlening. Registratiesysteem samenwerkingsvormen eerstelijn a = b = Stichting Nederlands Huisartsen Instituut. c = Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Landelijke Huisartsen Vereniging en Ziekenfondsraad. Tijd-Norm studie algemeen maatschappelijk werk a = Oriënterende studie. b = Technische Hogeschool Twente te Enschede, c = JOINT te's-Hertogenbosch. Programmeringscollege Onderzoek en Studie op het terrein van de maatschappelijke dienstverlening en haar raakvlakken (PCMDj a = Secretariaat van de commissie, b = NIMAWOteDenHaag. c = NRMWenKJFteDenHaag. Experiment maatschappelijke dienstverlening buiten kantooruren a = Experiment 24-uurs weekend bereikbaarheid van het maatschappelijk werk. b = Stichting de Opbouw en Bureau Berenschot te Utrecht. c = Ministerie van Binnenlandse Zaken, KJF en Gemeente Utrecht.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
49
Project nieuwe structuren in de sociale hulpverlening in Europa a = Deelname aan een onderzoek uitgevoerd door de Raad van Europa. b = NIMAWOteDenHaag. c = Raad van Europa. Verwerking gegevens thuislozenonderzoek a = Verwerking registratie-en onderzoeksgegevens. b = Dr. Veeger Instituut te Nijmegen.
c = Cliëntenregistratie Bureaus voor Levens- en Gezinsvraagstukken a = Registratie in het kader van de Nederlandse Vereniging van Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg. b = NVAGG te Utrecht. c = Ziekenfondsraad te Utrecht. 3. Onderzoek op het terrein van geestelijk en lichamelijk
gehandicapten
Experiment begeleiding oudere geestelijk gehandicapten a = b = Dr. Pameyer Vereniging te Rotterdam. c = Onderzoek naar mogelijkheden van alternatief vervoer voor gehandicapten a = Onderzoek naar oplossingen voor vervoersproblemen van gehandicapten. b = Adviesgroep voor Verkeer en Vervoer te Utrecht. c = Ministeries van Sociale Zaken, Verkeer en Waterstaat enen Volksgezondheid en Milieuhygiëne en de Nederlandse Vereniging voor Revalidatie te Den Haag. Register lichamelijk gehandicaptenonderzoekingen a = Literatuuronderzoek, b = NIMAWOteDenHaag. c = -
1950-1977
4. Onderzoek op het terrein van bejaarden Onderzoek leefsituatie van bejaarden a = Verzamelen van gegevens bij de leeftijdsgroepen 55/65 en 65 en ouder met betrekking tot mate van zelfredzaamheid, huisvesting, inkomen en participatie. b = CBSenNIMAWO. c = Ministeries van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Milieuhygiëne en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Nederlandse Federatie voor Bejaardenbeleid. Uitvoering registratie commissies ex. artikel 6j. a = Onderdeel van de evaluatie van de opnamecommissies bejaarden ex. art. 6J.WBO. b = NIMAWOteDenHaag. c = KJF. Planninggroep voor het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de ouder wordende mens a = Secretariaat van de planninggroep. b = Nederlands Instituut voor Gerontologie te Nijmegen. c = Directoraat-Generaal Wetenschapsbeleid, Ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Sociale Zaken en de Interdepartementale Stuurgroep Bejaardenbeleid.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
50
Onderzoek naar het indicatiesysteem van het Besluit opneming in belaardenoorden. a = De analyse van de adviezen en de voorbereiding van het onderzoek naar de aanvragen bij de commiseies ex. artikel 6 j . WBO. b = NIMAWOteDenHaag. c = 5. Onderzoek op het terrein van culturele
minderheden
Segregatie van allochtonen in Rotterdam a = Onderzoeknaar het spreidingspatroon van allochtonen over Rotterdamse buurten. b = Economisch-geografisch Instituut Erasmusuniversiteitte Rotterdam. c = Gemeente Rotterdam. Surinamers in Bijlmermeer a = b = Anthropologisch-sociologisch centrum Universiteit van Amsterdam. c = Onderzoek Chileense vluchtelingen a = Onderzoek naar de mate van integratie van en het functioneren van de dienstverlening aan Chileense vluchtelingen. b - NIMAWOteDenHaag. c = Adviescommissie Onderzoek Culturele Minderheden a = Secretariaat van de commissie, b = Rijksuniversiteit te Leiden. c = -
(ACOM)
Onderzoeksproject Molukkers in Nederland a = Onderzoek naar de positie van Molukkers. b = Katholieke Universiteit Nijmegen te Nijmegen, c = Evaluatie-onderzoek beleid Surinamers a = Vooronderzoek voor bevolkingsonderzoeken evaluatieve studies. b = ITS te Nijmegen. c = ICBM (Interdepartementale Commissie voor Beleidscoördinatie ten behoeve van migranten uit Suriname en de Nederlandse Antillen) en Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsstichtingen voor Surinamers. Onderzoek 2e generatieprobleem in mediterrane gezinnen a = Inventarisatie van de problematiek en ontwikkeling hulpverleningsmethodieken. b = Averroès Stichting te Amsterdam. c = Opzetten van een cliëntenregistratie bij de Centra voor Beroepsuitoefening en Beroepsoriëntatie a = Kwantitatief inzicht in het functioneren van de CBB's. b = NIMAWOteDenHaag. c = CBB's. Inspanningen van Overheid en Maatschappij om sociale isolatie van etnische minderheden te verminderen a = Vergelijkende studie van de situatie tussen Canada en Nederland. b = Prof. Dr. H. Campfens, Ontario (Canada).
c = -
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
51
6.
Emancipatieonderzoek
Onderzoek Waarden en Overheidsbeleid (o.a. ten aanzien van emancipatie) a = Vervolgstudie. b = Instituut Sociale Psychologie van de VU te Amsterdam. c = Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Ministerie van Sociale Zaken, Rijksplanologische Dienst en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Onderzoek Vrouwencaberet a = Effect op de bezoekers van het cabaret «Een vrouw is ook een mens». b = Heymenberg b.v. te Haarlem. c = Verkennend onderzoek naar de behoeften aan kadertraining a = b = Stichting «De Beuk» te Wieringen. c = Onderzoek vrouwenwerk in Openbare Bibliotheken a = Onderzoek naarde positie van vrouwen in Openbare Bibliotheken. b = Nederlands Bibliotheek en Lectuurcentrum te Den Haag. c = 7. Onderzoek op het terrein van het Sociaal-Cultureel Werk Onderzoek Samenwerkingsvormen Opbouwwerk/Vormingswerk a = Samenwerking opbouwwerken vormingswerk tegen de achtergrond van het gedecentraliseerde welzijnsbeleid. b = NIMO en Studiecentrum NCVO. c = NRMW. 8. Onderzoek op het terrein van het Opbouwwerk Onderzoek Werkplaats Opbouwwerk Noord-Nederland a = Experimenteel onderzoek naar probleemgericht opbouwwerk in project-aanpak. b = WONN. c = Rijksuniversiteit te Groningen. Onderzoek kwaliteitscriteria a = Oriënterende voorstudie naar kwaliteitscriteria voor het educatieve werk. b = Studiecentrum NCVO.
c = Onderzoek vrijwilligers a Oriënterende voorstudie naar de rol van de vrijwilliger in de volwasseneneducatie. b = Studiecentrum NCVO.
c = Onderzoek decentralisatie a = Oriënterende studie naarde rol van het opbouwwerk in het kader van de locale welzijnsplanning. b = NIMO te's-Hertogenbosch. c = -
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
52
9. Onderzoek op het terrein van het Vormings- en
Ontwikkelingswerk
Project Ervaringsleren a = Onderzoek naar de inhoudelijke, methodische en structurele aspecten van het zogenaamde «ervaringsleren». b = Studiecentrum NCVO. c = Katholieke Universiteit Nijmegen en de Universiteit van Amsterdam. Project Gedecentraliseerd Educatief Beleid; Deelproject III a = Evaluatie van gedecentraliseerde Innovaties; studie gericht op: — beschrijving en evaluatie van procedures en processen van lokale/regionale educatieve planning; — empirische onderbouwing van theoretische inzichten omtrent innovaties op het betrokken veld. b = Studiecentrum NCVO. c = Rand Corporation, Santa Monica, USA. Beleidsontwikkeling Internaatsvormingswerk a • Het ontwikkelen van beleid ten behoeve vaneen nieuwe subsidieregeling. b = Nederlandse Organisatie Kring b.v. te Utrecht en Adviesgroep Mens en Organisatie n.v. te Amsterdam. c = Vormingsinternaten en Landelijke Organisaties. 10. Onderzoek onder auspiciën van de Commissie Bevordering Educatieve Netwerken (CBPEN)
Plaatselijke
Onderzoek volwasseneneducatie a = Onderzoek naar de financieel-economische problemen van de volwasseneneducatie. b = Drs. J. Hajer te Rotterdam en Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven. c = Commissie Bevordering Plaatselijke Educatieve Netwerken en Commissie Open School (COS). Onderzoek Ondersteuningsfuncties a = Onderzoek naar ondersteuningsfuncties binnen plaatselijke educatieve netwerken. b = Pedagogisch Instituut Rijksuniversiteit te Leiden. c = CBPEN, COS, Stichting Proefprojecten Open School. Project Gedecentraliseerd Educatief Beleid; Deelproject II a = Project gericht op de constructie van een leidraad en instrumentarium ten behoeve van het opstellen van educatieve plannen op locaal/regionaal niveau. b = Studiecentrum NCVO. c = CBPEN, VNGe.a. Desk-research bestuurskundige aspecten van de volwasseneneducatie a = Tweede deelstudie; Onderzoek naarde verhouding tussen locaal en bovenlocaal beleid op het terrein van de volwasseneneducatie. b = VNG. c = CBPEN e.a. 11. Onderzoek op het terrein van de jeugd Onderzoek jeugd en sexualiteit a = b = NISSO te Zeist. c = Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
53
Inventarisatie van statistische informatie met betrekking tot jeugd a = b - CBS. c = Ministeries van Sociale Zaken, Justitie en Onderwijs en Wetenschappen. Voorstudie problematisch Druggebruik a = b = Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek van de Katholieke Hogeschool te Tilburg (IVA). c = 12. Onderzoek op het terrein van de
vrijwilligers
Project «Werk en Welzijn» a = Het nagaan van mogelijkheden van de inschakeling van vrijwilligers in het welzijnswerk. b = Werkplaats Opbouwwerk Noord-Nederland te Drachten.
c = Vrijwilligers in de psychosociale hulpverlening a = b = Landelijke Stichting Werkwinkel te Utrechten ITOBA te Amsterdam. c = Vorming van vrijwilligers in de georganiseerde burenhulp a = Onderzoek naar burenhulporganisaties en de relatie tot de vrijwilligercentrale. b = Vormingsinstituutvoor Maatschappelijk Werkte Den Haag. c = IV. Onderzoek op het terrein van de bijstandverlening Onderzoek Maatschappelijke Positie Bijstandscliënten a = Onderzoeksprogramma waarin deelonderzoeken opgenomen zijn met betrekking tot diverse aspecten van de maatschappelijke positie van bijstandscliënten, b = ITS te Nijmegen, c = Onderzoek Management en Organisatie van de GSD a = Onderzoek ten behoeve van een instrumentarium voor inrichting en besturing van g.s.d.' en. b = IVA te Tilburg. c = Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Vereniging van Directeuren van Overheidsorganen voor Sociale Arbeid (DIVOSA). Onderzoek Professionalisering van taak en taakopvatting van g.s.d.-ambtenaren a = Onderzoeknaar het vormgevingsproces van de bijstandsmaatschappelijk werker. b = IVA te Tilburg. c = VNG en DIVOSA Behoefte-onderzoek Stichting 1940-1945 a = Onderzoek naar behoefte aan immateriële hulpverlening onder exverzetsdeelnemers en hun nagelaten betrekkingen. b = IVA te Tilburg. c - Stichting 1940-1945.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
54
Onderzoek Bevordering Statistische Informatie Voorziening a = Onderzoek gericht op de ontwikkeling van een geactualiseerde en versnelde methode van statistische informatievoorziening, b - CBS. c = DIVOSA. Onderzoek Werkgelegenheidssituatie Woonwagenbewoners a = Onderzoek gericht op het verkrijgen van een beleidsinstrumentarium ten behoeve van de her- en inschakeling van de woonwagenbewoners in het arbeidsproces. b = Stichting het Nederlands Economisch Instituut (NEI) te Rotterdam. c = Ministeries van Sociale Zaken en Economische Zaken. Onderzoek Inkomenswaardering a = Onderzoek naar criteria betreffende inkomen en vrije tijd. b = CBS en Rijksuniversiteit te Leiden. c = CBS en Ministerie van Sociale Zaken. Onderzoek Psycho-analyse ten behoeve van oorlogsslachtoffers a = Een 2-jarig werkgroepproject inzake psychotherapeutische hulp op psycho-analytische basis aan oorlogs- en verzetsslachtoffers. b = Psycho-analytisch Instituut van de Nederlandse Vereniging voor Psycho-analyse (PAI). c = Werken Adviescollege. Onderzoek Voorlichting a = Reeks van kleine, praktisch gerichte onderzoekjes op het gebied van de communicatieve werking van voorlichtingsmateriaal. b = Inter/view b.v. te Amsterdam. c = Onderzoek Organisatie Stichting 1940-1945 a = Een onderzoek naar de noodzaak van bijstelling van de organisatiestructuur van de Stichting '40-'45. b = Organisatiebureau van Dien & Co. te Amsterdam, c = Stichting 1940-1945. Studie bestuurlijke organisatie van de bijstandsverlening en enkele andere beleidssectoren a = Verkrijgen van inzicht in de bestuurlijke organisatiestructuur en ontwikkeling(en) hiervan met betrekking tot de sectoren sociale zekerheid, bijstand, welzijnsbeleid (met name specifiek welzijn) en gezondheidszorg. b = Instituut voor Bedrijfskunde te Delft. c = V. Onderzoek van Algemene Aard Onderzoek Bestuur-Bestuurden a = Action-research naar de gevolgen van experimentele veranderingen in de bestuurlijke praktijk bij stadsvernieuwing en bijstandverlening, b = Vakgroep Bestuurskunde en Instituut Sociale Psychologie VU te Amsterdam, c = Ministerie van Binnenlandse Zaken en Rijksplanologische Dienst. Nationaal Programma Demografisch Onderzoek a = b = diverse instituten en individuele onderzoekers c = Directoraat Wetenschapsbeleid en diverse ministeries
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
55
Onderzoek BRW-beleid Zuid-Limburg a = Evaluatie van het gevoerde bijzonder regionaal welzijnsbeleid in het Limburgse herstructureringsgebied. b = IVA te Tilburg. c = Interdepartementale Commissie BRW. Onderzoek hergebruik schoolgebouwen a = Onderzoek naar andere gebruiksmogelijkheden van gerenoveerde schoolgebouwen. b = Informatiecentrum Scholenbouw (ICS) te Rotterdam. c = Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek a = b = Diverse Instituten en individuele onderzoekers. c = Directoraat-Generaal Wetenschapsbeleid en diverse Ministeries. Nationaal Programma Onderzoek Milieuhygiëne a = b = Diverse Instituten en individuele onderzoekers. c = Directoraat-Generaal Wetenschapsbeleid en diverse Ministeries. Decentralisatie en Welzijnsbeleid a = Evaluatie van de effecten van beleidsdecentralisatie op het welzijnswerk in Rotterdam. b = VU te Amsterdam. c = NRMW, GAMMA, JOINT en KJF.
Tweede Kamer, zitting 197&-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
56
B. Afgesloten onderzoek (juli 1977-juli 1978) I. Onderzoek op het terrein van Culturele Zaken Studie naar de relatie economie en cultuur a = b = Instituut voor Economisch Onderzoek van de RU te Groningen. c = Drs. H. R. Abbing. Sociaal-economische positie van de scheppende kunstenaars in Nederland a = Inventarisatie van overheidsmaatregelen, die van invloed zijn op de inkomens- en beroepspositie van scheppende kunstenaars en improviserende musici. b = Stichting voor Onderzoek van Overheidsuitgaven. c = Evaluatie museummanifestatie Amsterdam a = Evaluatie van de presentatie van museale collecties aan de bevolking in de woonomgeving. b = ITS te Nijmegen. c = Werkgroep Amsterdam 700. Evaluatie van de oriëntatiecursus lichte muziek a = Evaluatie van een eerste opzet voor een opleiding voor docenten in de lichte muziek. b = Eigen beheer. c = Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en de Organisatie van Muziekscholen. Onderzoek in het kader van het Museale Experiment Twente a = Onderzoek naar de relatie tussen de Twentse bevolkingen de Twentse musea. b = mevrouw drs. J. Bettenhaussen-Verbey. c = Omnibusenguête Amateuristische Kunstbeoefening a = Onderzoek naar de wijze, waarop in Nederland amateuristische kunstbeoefening wordt bedreven. b = NV v/h Nederlandse Stichting voor de Statistiek. c = Onderzoek naar de bijscholingsbehoefte van dirigenten van muziekgezelschappen a = b = NV v/h Nederlandse Stichting voor de Statistiek. c = Centraal Beraad Algemene Muziekbeoefening. Onderzoek in het kader van de opstelling van het rapport over in het landelijk gebied a = b = Dr. N. Nelissen, Katholieke Universiteit te Nijmegen. c = Raad der Europese Gemeenten.
amateuristische
monumenten
Onderzoek naar de macro-economische betekenis van de restauratiebouw a = Een kosten-baten analyse op macro-econmisch niveau van de restauratiebouwkosten in vergelijking tot nieuwbouwkosten, b = Centraal Bureau voor de Statistiek, c = -
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
57
Publieksonderzoek onder de gebruikers van a = b = Eigen beheer. c = Dr. E. Boekmanstichting.
kunstuitleencentra/'artotheken
II. Onderzoek op het terrein van Natuurbehoud, Recreatie en Media 1. Onderzoek op het gebied van de vrije tijd Vooronderzoek Sociaal-Cultuureel Toerisme a = Vooronderzoek naar de drempels voor het deelnemen aan velerlei vormen van sociaal-cutureel toerime. b = Sub-faculteit sociaal-culturele wetenschappen van de Katholieke Hogeschool te Tilburg. c = Onderzoek akkomodatie-advisering Sociaal-Culturele en a = b = Nederland Organisatie Kring b.v. te Utrecht. c = NSF, Stichting Ruimte en VNG. 2. Onderzoek op het gebied van de
Sportakkomodaties
Openbluchtrecreatie
Onderzoek Fietsen a = Onderzoek naar de relatie tussen feitelijk en gewenst fietsen. b = Instituut voor Toegepaste Sociologie te Nijmegen. c = Landinrichtingsdienstte Utrechten Rijkswaterstaat. Onderzoek «Recreatieverkeersgedrag» a = Onderzoek naar recreatiegedrag, deelnamepercentages, vervoerspatronen en vervoersmiddelen. b = CBS en ITS te Nijmegen. c = Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Onderzoek Voorkeuren voor Intensieve en Extensieve Openluchtrecreatie a = Onderzoek naarde voorkeuren van de bevolking voor landschapsrecreatie en/of recreatie in specifieke voorzieningen, b = ITS te Nijmegen. c = 3. Onderzoek op het terrein van de Sport Onderzoek Kaderbehoefte Sportverenigingen a = b = ITS te Nijmegen. c = Nederlandse Sport Federatie. Vooronderzoek Drempels en Stimulansen Sportbeoefening a = Vooronderzoek naar drempels voor en stimulansen tot sportbeoefening. b = ITS te Nijmegen. c = 4. Onderzoek met betrekking tot
Mediavraagstukken
Onderzoek begeleiding 4 experimenten lokale kabelomroep a = b = Instituut voor Massakommunikatie Universiteit Nijmegen. c = Deelnemende experimenterende instellingen kabelomroep te Melick/ Herkenbosch, Goirle, Dronten en Zoetermeer.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
58
Vooronderzoek «Mogelijkheid tot onderzoek naar de effecten van STERreclame» a = b - Prof. dr. I. Gadourek; prof. dr. G. M. van Veldhoven; dr. P.S. H. Leeflang.
c = III. Onderzoek op het terrein van de Maatschappelijke Ontwikkeling 1. Onderzoek op het gebied van gezin, seksualiteit en maattschappij Ontwikkeling van een activiteitenpakket voor jongeren met betrekking tot het leren omgaan met elkaar in meer persoonlijke relaties. a = Oriënterende fase. b = NISSO te Zeist. c = Nederlandse Gezinsraad te Den Haag. Centraal Wonenproject a = b = Instituut voor Voorlichtingskunde en Communicatie te Rotterdam. c = Centraal Wonen te Hilversum en Ministerie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Onderzoek levensloop homofielen a = Vergelijkend onderzoek naar homo-en heterofiele leefsituaties. b = Rijksuniversiteit te Groningen en NISSO te Zeist. c = Onderzoek Kasbah te Hengelo a = Evaluatie van het woningbouwproject. b = ITS te Nijmegen. c = Ministerie van Volkshuisvestingen Ruimtelijke Ordening. 2. Onderzoek op het terrein van de maatschappelijke
dienstverlening
Evaluatie indicatiestelling in de gezinsverzorging a = Vervolgstudie, inventarisatie van kwaliteits- en urgentierichtlijnen. b = NIMAWOteDenHaag. c = Centrale Raad voor Gezinsverzorging. Evaluatie indicatiestelling in de gezinsverzorging a = Onderzoek naar de hanteerbaarheid van de bijgestelde formulieren in de gezinsverzorging. b = NIMAWOteDenHaag. c = Centrale Raad voor Gezinsverzorging. Evaluatie indicatiestelling in de gezinsverzorging a = Proefpolders urgentie- en kwaliteitsbepaling in de gezinsverzorging. b = NIMAWOteDenHaag. c = Centrale Raad voor Gezinsverzorging. Samenwerking Algemeen Maatschappelijk Werk en 1e lijns gezondheidszorg a = Opvatting van maatschappelijk werk(st)ers over diverse samenwerkingsvormen met de gezondheidszorg. b = Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk en JOINT. c = -
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
59
3. Onderzoek op het terrein van geestelijk en lichamelijk
gehandicapten
Onderzoek Niveauverschillen a = Onderzoek naar voor gehandicapten problematische niveauverschillen en hellingshoeken. b • Technische Hogeschool te Delft, Instituut voor Bouwkunde.
c = Evaluatie experimenteel project Raalte a = Evaluatie woonproject geestelijk gehandicapten. b = Sociologisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Groningen. c = Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. 4. Onderzoek op het terrein van bejaarden Enquête verkeersinstructie voor bejaarden a = b = Gemeensch. Instituut voor Toegepaste Psychologie te Nijmegen; afd. Sociale Gerontologie. c = Nederlandse vereniging tot Bescherming van Voetgangers. 5. Onderzoek op het terrein van culturele
minderheden
Onderzoek begeleiding van cultureel gemengde gezinnen a = Betreft gezinnen met name meteen vader uit de mediterrane landen en met een Nederlandse moeder. b = Stichting Averroès te Amsterdam. c = Stichting Averroès te Amsterdam. Onderzoek Marokkaanse Gezinnen in Nederland a = Onderzoek naar de leefsituatie van een aantal Marokkaanse gezinnen. b = Universiteit van Amsterdam te Amsterdam. c = 6.
Emancipatie-onderzoek
Onderzoek Vrouwenhuis (film en emancipatiepraatjes) a = b = Heymenberg b.v. te Haarlem.
c = Evaluatie diaserie «Mieke ben je er nog» a = b = Eigen beheer.
c = Internationaal onderzoek naar vrouwen en besluitvorming a = Proefonderzoek naar de maatschappelijke participatie van vrouwen. b = Cebeon te Amsterdam.
c = Oriënterende fase van het emancipatie-onderzoek a = Het opzetten van onderzoek voor evaluatie van vrouwenhuizen, vrouwen bellen vrouwen en voor inventarisatie van emancipatiewerk. b • NIMAWOteDenHaag. c = Emancipatiecommissie en betreffendevoorzieningen. 8. Onderzoek op het terrein van het Opbouwwerk Evaluatie Welzijnsactiviteiten a = b = Eigen beheer. c = -
Vakcentrales
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
60
Onderzoek kabel-tv-experiment Bijlmermeer a = Onderzoek naar de mogelijkheden van lokale kabeltelevisie in het kader van processen van samenlevingsopbouw, b = SISWO. c = Lokale Omroep Bijlmermeer; Baschwitz Instituut, Instituut voor Wetenschap der Andragogie, Sociologisch Instituut voor Perswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Onderzoek NIMO a = Intern-organisatorische doorlichting en functionele plaatsbepaling van het Nederlands Instituut voor Maatschappelijke Opbouw. b = Bureau Berenschot bij voorbeeld te Utrecht. c = NIMOte's-Hertogenbosch. Evaluatie-onderzoek binnengemeentelijke decentralisatie Zaanstad a = b = Afdeling Sociaal-Geografisch en Bestuurskundig Onderzoek van de VNG. c = Ministerie van Binnenlandse Zaken en Gemeente Zaanstad. Onderzoek Herzenbroeken en 't Karregat a = Onderzoek functioneren nieuwbouwwijk als integratiekaderende rol van het wijkdienstencentrum daarbij (multifunctionele accommodatie). b = Stichting Bedrijfskunde van het Interuniversitair Instituut Bedrijfskunde te Delft. c = Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en gemeente Eindhoven. Onderzoek Regionale Samenlevingsopbouw a = Actie-onderzoek naar doel, functie en werkwijze van de regionale organen voor samenlevingsopbouw. b = NIMO en Studiesecretariaat FORS (Functionarissen Overleg Regionale Samenlevingsopbouw). c = 9. Onderzoek op het terrein van het Vormings- en
Ontwikkelingswerk
Onderzoek «Het leren van volwassenen» a = Oriënterende voorstudie rond de problematiek van het leren van volwassenen. b = Studiecentrum NCVO. c = Onderzoek dageducatie a = Voorstudie gericht op een inventarisatie van vraag, aanbod en knelpunten op het terrein van de dageducatie voor volwassenen. b = Studiecentrum NCVO. c = Instituut voor Pedagogische en Andragogische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit te Utrecht. 10. Onderzoek onder auspiciën van de Commissie Bevordering Educatieve Netwerken (CBPEN)
Plaatselijke
Project Gedecentraliseerd Educatief Beleid; Deelproject I a = Onderzoek naar scholingsbehoeften en kwalificatie-eisen bij planning van educatieve netwerken op lokaal niveau. b = Studiecentrum NCVO. c = CPBENe.a.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
61
Project Gedecentraliseerd Educatief Beleid; Deelproject Ha a = Onderzoek naar participatie bij educatieve planning op lokaal niveau. b = Studiecentrum NCVO. c = CBPEN,e.a. Desk-research bestuurskundige aspecten van de volwasseneneducatie a = Eerste deelstudie; De structurering van het planningsproces binnen de gemeente. b = VNG. c = CBPEN,e.a. 11. Onderzoek op het terrein van de jeugd Effectiviteitsonderzoek a = Onderzoek bij 10 landelijke organisaties op het gebied van hetvrijwilligers jeugd- en jongerenwerk, zowel op landelijk, regionaal als provinciaal niveau. b = Nederlandse Organisatie Kring te Utrecht. c = IV. Onderzoek op het terrein van de bijstandverlening Onderzoek naar de effectiviteit van de verstrekking van bedrijfskapitaal krachtens de Rijksgroepsregeling zelfstandigen a = b = Eigen beheer.
c = Onderzoek Gemeentelijke Sociale Diensten a = Onderzoek naar het bestuurlijk en organisatorisch functioneren van gemeentelijke sociale diensten: Gemeentelijke sociale dienstverlening in ontwikkeling; Sociale dienstverlening in kleine gemeenten; Gemeente en GSD; De GSD in verhouding tot andere lokale dienstverlenende organisaties; Managementopvattingen, organisatiestructuur en arbeidsbeleving in GSD'en; GSD-cliënten en hun belevingswereld; De GSD als dienstverlenend systeem; Waardestelsel en opleidingen met betrekking tot het functioneren van GSD'en; GSD'en en verandering. b = Instituut voor Arbeidsvraagstukken te Tilburg, Organisatie- en Adviesbureau Bosboom en Hegener, Sociaal Geografisch en Bestuurskundig Onderzoekbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). c = De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Vereniging van Directeuren van Overheidsorganen voor Sociale Arbeid (DIVOSA). Onderzoek Bijstandsdichtheid (deel I) a = Onderzoek naar de factoren die van invloed zijn op de bijstandsdichtheid. b = Drs. J. Beljon; Instituut voor Arbeidsvraagstukken te Tilburg. c = Onderzoek Rijksgroepsregeling werkloze werknemers a = Onderzoek naar samenstelling van het bestand met betrekking tot dossieranalyse. b = Eigen beheer. c = -
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
62
, Onderzoek Consultatie Gemeenten inzake beleidsadvies Bestuur-Bestuurden a = Follow-up van hoofdonderzoek Bestuur-Bestuurden. b = Vakgroep Bestuurskunde VU te Amsterdam, c = Ministerie van Binnenlandse Zaken. Onderzoek schoolverlaters a = Onderzoek onder de schoolverlaters in de R.w.w. in de gemeente Rotterdam 1976-1977. b = Erasmusuniversiteit te Rotterdam. c = Voorstudie Onderzoek Maatschappelijke Positie a = Voorstudie probleemstelling, b = ITS te Nijmegen, c = DIVOSA.
Bijstandscliënten
Onderzoek Rijksgroepsregeling oudere zelfstandigen a = Onderzoek ter voorbereiding van de invoering R.o.z. b = Eigen beheer, c = Onderzoek Rijksgroepsregeling Vrijlating Oudedagsvoorziening a = Inventarisatie van gegevens van cliënten in het kader van de RVO (evaluatie-onderzoek). b = Eigen beheer. c = Onderzoek Droge Boeren a = Onderzoek naar de afhandeling van de bijstandsaanvragen van dein 1976 door droogte getroffen boeren. b = ITS te Nijmegen.
c = Onderzoek Alimentatie a = Onderzoek van de alimentatiebedragen. b = NEI te Rotterdam. c =—
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
63
BIJLAGE IX Enige gegevens over bejaarden, bejaardenoorden en verzorgingsbedden, gerangschikt naar provincie Aantal' bejaarden (CBS gegevens)
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid Holland Zeeland Noord Brabant Limburg Nederland
Aantal bejaarden in % van de bevolking (CBS gegevens)
68 440 70 826 43 962 102 950 171 171 9 0 987 275 0 0 1 5 363 1 6 8 s 45 939 165 142 92817
12,6 12,6 10,8 10,4 10,4 10,4 11,9 11,9 13,8 8,3 8,8
1 491 0 5 9 3
10,8
% bejaarden' t.o.v. het totale aantal bejaarden
4,5 4,7 2,9 7 11,5 6,1 18.5 24,4 3 11,1 6,3 100
Aantal2 bejaardenoorden
Aantal verzorgmgsbedden in bejaardenoorden
Verzorgings- 2 bedden in bejaardenoorden in % van het totale aantal bejaarden
84 92 45 94 267 131 350 277 55 179 87
6 111 7 230 3818 9 203 17 262 10 221 28 019 26 742 4211 15 890 7 853
8,92 10,20 8,68 8,93 10,08 11,23 10,18 7,36 9,16 9,62 8.46
1661
136 560
9,15
Drie grote gemeenten uitgesplitst Amsterdam Rotterdam Den Haag
52 45 53
7 515 6 234 4 229
150
17 978
' Per 1 januari 1976. 2 Per 1 januari 1978. 3 De Zuidel. IJsselm. polders zijn niet gespecificeerd Hierin zijn niet begrepen de bedden in kloosterbej. oorden inclusief de drie grote steden
VGB
1977
Toestemming
Weigering
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord Holland Zuid Holland Zeeland Noord Brabant Limburg
14 16 7 16 26 7 46 27 7 18 9
11 3 3 1 12 3 11 7 2 3 1
's-Gravenhage Rotterdam Amsterdam Kloosterbej. o.
5 4 16 9 227
Nog niet gereed
1 (voor 1978)
57
Het totaal aantal gevraagde VGB's bedraagt 284
Tweede Kamer, zitting 197a-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
64
Gegeven VGB's 1977
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord Holland Zuid Holland Zeeland Noord Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Bej. o.
Cap. uitbr.
Ren.
Expl.
Verb.
9
5 3 4 4 6 2 6 9
7 5 2
4 10 2 10 20 5 27 13 2 9 4 6
2 2 3
— 6 1 2 1
-
— 6 2 1
— — — 1 3 2 2
— 2 4 1
Groningen:
Overn. expl.
— 1
— 1 1 1
— — _
2
Nwb.
1
— —
4 2 22 2 3 1 2 6 2
Omz. st. h.sch. venn.
VGB T
_ -
VGB W
14 16 7 16 26 7 46 27 7 18 9 16 4 5 9
11 3 3 1 12 3 11 7 2 3 1
227
57
1 4 1 1
— 1 1
_
_ —
10 weigeringen voor uitbreiding capaciteit 1 weigering vervanging en renovatie
Friesland:
1 weigering voor renovatie 1 weigering voor verbouwing 1 weigering voor in gebruikneming van een personeelskamer door bejaarden
Drenthe:
1 weiger ng voor vervanging en renovatie 2 weiger ngen voor capaciteit uitbreiding
Overijssel:
1 weiger ng voor capaciteit uitbreiding
Gelderland:
2 4 3 2 1
Utrecht:
2 weiger ngen voor nieuwbouw 1 weiger ng voor verbouwing recreatiezaal
Noord-Holland:
8 weiger ngen voor nieuwbouw 1 weiger ng voor renovatie 2 weiger ngen voor verbouwing
Zuid-Holland:
3 1 2 1
Zeeland:
1 weiger ng voor vervanging door nieuwbouw 1 weiger ng voor vervanging door middel van nieuwbouw met cap. uitbr.
Noord-Brabant:
2 weigeringen voor renovatie 1 weigering voor verbouwing
Limburg:
1 weigering voor renovatie met cap. uitbreiding 1 gesprek aangevraagd «Alderhof» Maastricht 1 meerdere gegevens opgevraagd «St. Jan Baptist» Swalmen
weiger weiger weiger weiger weiger
weiger weiger weiger weiger
ngen voor capaciteit uitbreiding ngen voor nieuwbouw ngen voor renovatie ngen voor verbouwing ng voor verbouwing personeelsvleugel
ngen voor capaciteit uitbreiding ng voor nieuwbouw ngen voor verbouwing ng voor renovatie
Kloosterbejaardenoorden 1978 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
_ —
15 180 403
—
121 208
-
1385 833 3145
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
65
Overzicht toegestane personeelsuitbreidingen Bejaardenoorden (Periode jan 1977—mrt 1978) Aantal behandelde aanvragen 1977
1977 totaal aangevraagd
waarvan toegestaan
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Totaal provincies
7 12 7 3 32 3 11 6 3 11 7 102
Amsterdam Den Haag Rotterdam Totaal 3 grootste gemeenten Totaal Generaal
106
12,5 22,15,54 4,67,855 3,2 32,515 15,10,27,11 10,1
Aantal aanvragen jan/febr '78
11,5 18,25 7,54 1,54,055 3,2 25,515 15,6.23,10,1
jan en febr 1978
Periode: 1 9 7 7 - m r t 1978
totaal aangevraagd
Aantal
afgewezen
waarvan toegestaan
2,48 3,9
1,3,75 8,3,13,8
9,925 1,2,6,-
4,4,11
5,-
219,82
175,16
44,66
35,
10,4
24,6
2,2,5
35,-
10,4
24,6
4,5
254,82
185,56
69,26
27
29
50,305
54,805
3,4
5,-
46,905
3,4
waarvan toegestaan
afgewezen
2,48 3,9 6,525 1,12.16.-
Aangevraagd
afgewezen
10 16 7 3 38 4 14 14 3 13 7
14,98 25,9 15,54 4,77,78 4.2 44.515 31,10.32,11 10,1
13,98 22,15 7,54 1,60,58 4,2 37,515 31.6,28,10,1
1,3,75 8,3.17,20
129
270,125
222,065
48,06
—
7,-
—
4,4,11
-
2,5
2 37,5
2,10,4
27,1
2,-
2.5
39,5
12,4
27,1
48,905
5,9
309,625
234,465
135
75,16
BIJLAGE XI Overzicht van de bij CRM ingediende aanvragen met betrekking tot extra kosten in verband met sociaal-culturele activiteiten ten behoeve van (jeugdige) werk lozen op plaatselijk/regionaal niveau. definitief 1977
1978 (stand 15-8-1978) aanvragen
aantal
bedrag
afgewezen
aantal
bedrag
in behandeling aantal bedrag
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
2 5 6 9 13 2 4 8 1 4 12
79 196 67 129 113425 248 331 240 506 25 117 259 649 263 832 5 194 82 974 398 609
9 9 8 11 7 9 6 7 2 17 18
251 820 205 395 151 628 297 671 348 064 55 881 1 204 601 1 098 000 59 040 472133 838 120
7 6 4 7 4 9 4 2 1 10 12
Totalen
66
1 783 962
103
4 982 353
66
131 71 59 200 205 55 187 375 21 120 454
820 495 628 171 064 881 501 000 040 133 620
1 882 3 5 3 '
aantal 2 3 4 4 3
bedrag 120 133 92 97 143
000 900 000 500 000
1 017 723 38 352 383
100 000 000 000 500
2 5 1 7 6 37
-
3 100 000
Er zijn aanvragen te verwachten met betrekking tot het seizoen 1978-1979.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
67
BIJLAGE XII Overzicht besteding middelen interim-rijksbijdrageregeling vrijwilligers jeugd en jongerenwerk, peuterspeelzalen en speeltuinen 1977. Totaal ontvangen aanvragen
Groningen Friesland Drenthe
Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Totaal
Totaal toegewezen aanvragen
220 228 133 381 476 196 635 741 124 822 449
200 191 103 315 429 174 564 683 115 674 403
4405
3851
1 Hiervan is besteed: a. voor het vrijw. jeugd-en jongerenwerk b. voor de peuterspeelzalen c. voor de speeltuinen 2 Bovendien is aan investeringssubsidiesten behoeve van vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk besteed
Totaal bedrag 2 toewijzing
Aantal toewijzingen jeugd- en jongerenwerk
Aantal toewijzingen peuterspeelzalen
Aantal toewijzingen speeltuinen
919 228 274 279 142 373 469 772 357 799 889
67 73 11 112 143 31 104 180 37 301 185
93 95 68 147 237 99 349 386 66 339 187
40 23 24 56 49 44 111 117 12 34 31
8 700 501
1244
2066
541
446 413 242 720 973 418 1 352 1 585 257 1 377 912
f 2 313 035 f 5 165 000 f 1 222 466 f
198 000
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
68
BIJLAGE XIII
Overzicht investeringssubsidies jeugd- en jongerenwerk 1977 Totaal beschikbaar Ingediende aanvragen Toegewezen in 1977 Afgewezen Restant
f 1 507 000 240 115 waarvan 38 t.b.v. speeltuinen 45 80
Van het restant van 80 aanvragen zijn in het jaar 1978 43 aanvragen toegewezen.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
69
Overzicht investeringssubsidies jeugdherbergen 1977.
BIJLAGE XIV
In 1977 zijn middelen besteed voor verbeteringen en verbouwingen aan de jeugdherbergen te Denekamp, Amsterdam, Egmond en Noordwijk tot een totaalbedrag van f 2 249996. Dit bedrag is samengesteld uit de beschikbare bedragen op de rijksbegroting van de jaren 1976 en 1977. Gemeente (groeikern)
Aanwezigheid direct uitvoerbare plannen
Alkmaar Almere Capelle a/d IJssel Hellevoetsluis Hoorn Huizen/Blaricum Lelystad Nieuwegein Purmerend Spijkenisse Zoetermeer
X X X X X X X X X X X
Totaal
Benaderd aantal inwoners per 1-1-1978
69 2 39 18 28 40 29 29 35 34 53
Subsidiebedrag per hoofd van de bevolking incl. factor sociale zorg per 1-1 '78
250 400 987 800 762 268 100 980 900 900 000
23,68 26,00 15,52 4,22 35,57 11,15 17,06 27,50 27,82 26,68 21,89
382 347
21,67
Verwachte groei in 1978 absoluut en relatief abs. rel.%
1 3 2 3 2 1 5 5 2 2 8
850 600 798 500 818 869 500 420 800 600 000
2,6 150,0 7,0 18,6 9,8 4,6 18,9 18,1 7,8 7,5 15,1
40 755
10,7
Voorstel verdeling beleidsruimte 1978
60 60 120 100 60 100 120 100 80 60 140
000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000
1 0 0 0 000
Benaderd aantal inwoners per 1-1-1979
71 6 42 22 31 42 34 35 38 37 61
Verwacht subsidiebedrag per hoofd van de bevolking incl. factor sociale zorg (1-1-'79)
Totaal verwacht subsidiebedrag voor de gemeente incl. factor sociale zorg (1-1-1979)
100 000 785 300 580 137 600 400 700 500 000
24,59 28,40 19,55 11,63 35,82 14,93 20,59 28,37 29,53 27,71 23,15
1 748 038 170413 836 633 259 488 1 131 165 629 039 712 456 1 004 350 1 142 748 1 039 135 1 412312
423 102
23,84
10 085 737
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,15300 hoofdstuk XVI, nr. 3
70
BIJLAGE XV
Overzicht van de in de Interdepartementale Coördinatie-commissie Welzijnsbeleid behandelde onderwerpen in de periode augustus 1977 - juli 1978. - Wijziging van de samenstelling van het begeleidingscollege van het Sociaal en Cultureel Planbureau. - De personeelsvoorziening in de kwartaire sector, studie van het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau. - Nota Internationaal Jaar van het kind. - Brief aan de Tweede Kamer over het Revalidatiebeleid. - Algemene maatregel van bestuur ingevolge de Wet op de Raad voor de Kunst 1977 met betrekking tot de omvang van de raad, schorsing en ontslag van leden en de dienstverlenende taak van de raad. - Gewijzigd Ontwerp van wet Raad voor het Jeugdbeleid. - Brief aan de Tweede Kamer over het beleid op middellange termijn ten aanzien van migranten uit Suriname in Nederland. - Instelling van een lnformatie- en Coördinatie orgaan voor dienstverlening aan oorlogsslachtoffers. - Sociaal en Cultureel Rapport 1978.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15 300 hoofdstuk XVI, nr. 3
71