Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2001–2002
21 501-02
Algemene Raad
Nr. 434
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 juni 2002 Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij de geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 17 juni as. aan te bieden. De Minister van Buitenlandse Zaken, J. J. van Aartsen
KST62136 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2002
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 21 501-02, nr. 434
1
Geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 17 juni 2002
Stand van zaken overige Raadsformaties In het kader van zijn horizontale, coördinerende functie zal de Raad zoals gebruikelijk kort de werkzaamheden van de overige Raadsformaties bezien en, waar noodzakelijk, bespreken.
Voorbereiding Europese Raad Sevilla: algemeen De Algemene Raad van 17 juni zal de laatste voorbereidingen treffen voor de Europese Raad van Sevilla (21–22 juni). Ofschoon de formele agenda van de Europese Raad nog niet bekend is – deze wordt gewoonlijk pas enkele dagen voor de top vastgesteld in een brief van de voorzitter nadat hij zijn traditionele rondreis langs de hoofdsteden heeft afgerond – lijkt het aannemelijk dat drie dossiers tijdens de top centraal zullen staan: – asiel en migratie; – hervorming van de Raad; – uitbreiding EU.
Voorbereiding Europese Raad Sevilla: asiel en migratie De Raad zal ter voorbereiding van de Europese Raad van Sevilla conclusies aannemen die betrekking hebben op de samenwerking met derde landen inzake het beheer van migratiestromen. De discussie zal zich toespitsen op het beheer van migratie in algemene zin, waarbij het voorzitterschap een mechanisme zal voorstellen om samenwerking met landen van herkomst en doorreis te verbeteren. Als blijkt dat dit niet leidt tot afname van de migratiestroom doordat de partners niet meewerken zou de Raad kunnen besluiten tot het nemen van maatregelen om de niet-coöperatieve partners hierop aan te spreken. De voorgestelde maatregelen variëren van het afleggen van officiële bezoeken tot – in het uiterste geval – het intrekken van financiële steun. De Raad zal in verband met de strijd tegen illegale immigratie tevens een discussie voeren over een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de Europese Unie. Nederland hecht groot belang aan integratie van migratie in het externe optreden van de Unie. Het accent zou daarbij moeten liggen op samenwerking met de herkomst- en doorreislanden inzake het management van migratiestromen, waarbij bijzondere aandacht dient te zijn voor preventie van illegale immigratie, het afsluiten van terug- en overname overeenkomsten en het meewerken aan de daadwerkelijke terugkeer van illegalen. Het door het voorzitterschap voorgestelde mechanisme dient uitdrukkelijk een aanvulling te zijn op bestaand extern beleid, met een balans tussen carrots en sticks. Nederland hecht er aan dat derde landen sterker worden aangesproken op de door hen aangegane verplichtingen. Een breed scala aan middelen van het buitenlands beleid kan worden ingezet ten behoeve van een beter beheer van migratiestromen. Dit laat echter onverlet de bijzondere verantwoordelijkheid van de Unie jegens de Minst Ontwikkelde Landen. Nederland verwelkomt de discussie over een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen van de Europese Unie. Hierbij dient evenwel duidelijkheid verschaft te worden over de uiteindelijke bevoegdheidsverhouding tussen de lidstaten en de Europese Gemeenschap, de financiering en de democratische en juridische controle.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 21 501-02, nr. 434
2
Voorbereiding Europese Raad Sevilla: hervorming Raad De Raad zal een rapport over mogelijke hervormingen van de Raad bespreken dat het voorzitterschap heeft opgesteld ten behoeve van de Europese Raad van Sevilla. Dit voorzitterschapsrapport zal zijn gebaseerd op het rapport van SG Solana ten behoeve van de Europese Raad van Barcelona in maart jl., de discussie die daarover in Barcelona heeft plaatsgevonden, tussentijdse contacten met «correspondenten» in de lidstaten en de resultaten van de traditionele rondreis van de voorzitter langs de hoofdsteden, die deze weken plaatsvindt. Tijdens zijn bezoek aan Den Haag op 4 juni jl. liet Minister-president Aznar weten dat het rapport aanbevelingen zal bevatten voor hervormingen van de Europese Raad, de Algemene Raad, het EU-voorzitterschap en op het gebied van transparantie. Hij voegde daar evenwel aan toe in Sevilla ook een reductie van het aantal Raadsformaties ter sprake te willen brengen. Het voorzitterschapsrapport zal eerst op 14 juni worden vrijgegeven, waardoor de voorbereidingstijd voor de Raad zeer beperkt is. Voor het Nederlandse standpunt over genoemde hervormingen zij verwezen naar het Benelux-memorandum over de hervorming van de Raad dat Ministerpresident Kok op 4 juni aan zijn Spaanse collega overhandigde.
Voorbereiding Europese Raad Sevilla: uitbreiding EU Dit agendapunt zal betreffen: 1. bespreking van een Commissierapport betreffende de Actieplannen voor versterking van de bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit en monitoring van de inspanningsverplichtingen van de kandidaatlidstaten; 2. evt. voortzetting van de bespreking van de EU Draft Common Positions voor het hoofdstuk landbouw, in het bijzonder de invulling van het onderdeel inkomenssteun (afhankelijk van de uitkomsten van de Algemene Raad van 10 juni); 3. bespreking van de ontwerp conclusies inzake uitbreiding voor de Europese Raad van Sevilla (nog niet ontvangen). In april verscheen voor elk van de twaalf kandidaat-lidstaten een Actieplan voor de versterking van de bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit. Hierin wordt een overzicht gegeven van: – de inspanningsverplichtingen van de kandidaten voortkomend uit de toetredingsonderhandelingen en het Partnerschap voor toetreding; – de daarvoor beschikbaar gestelde EU-steun; – lopende en geplande monitoringactiviteiten. Op 5 juni presenteerde de Commissie een rapport over de Actieplannen. Dit rapport zal aan de Europese Raad van Sevilla worden aangeboden. In het rapport constateert de Commissie dat de kandidaten goede voortgang boeken. Het merendeel van de tijdens de onderhandelingen gemaakte afspraken wordt goed nagekomen. Wel blijven verdere inspanningen benodigd om de bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit te versterken. De Unie volgt deze inspanningen met monitoring en peer reviews en reserveerde in 2001 een bedrag van € 250 miljoen binnen Phare voor extra Institution Building activiteiten. Nederland hecht sterk aan verdere versterking van de bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit in de kandidaat-lidstaten. De Actieplannen en het rapport van de Commissie bieden hiertoe een nuttig overzicht. Een echte evaluatie wordt evenwel pas verwacht in de voortgangsrapporten die op 16 oktober as. zullen verschijnen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 21 501-02, nr. 434
3
(evt.) Staalconflict met de Verenigde Staten Op 6 juni is besloten om dit agendapunt toe te voegen aan de agenda van de Algemene Raad van 10 juni. De Kamer is hierover tijdens het Algemeen Overleg van 6 juni jl. mondeling door de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken geïnformeerd.
EU-Zwitserland De Raad zal de resterende onderhandelingsmandaten vaststellen voor de onderhandelingen met Zwitserland. Het gaat om de Zwitserse deelname aan Schengen, Dublin (de toekomstige Dublin-verordening) en Eurodac, aan het mediaprogramma en het vrij verkeer van diensten. Daarnaast zal de Raad een krachtige oproep doen aan Zwitserland om nu zonder dralen formele onderhandelingen te starten over spaarfiscaliteiten en flexibiliteit te betrachten op het dossier fraudebestrijding, opdat de nu al maanden durende impasse kan worden doorbroken. Uitgangspunt voor de onderhandelingen over Schengen/Dublin en vrij verkeer van diensten is volledige overname van het huidige en toekomstige acquis op deze terreinen. Gezien de betrokkenheid van Noorwegen en IJsland zullen de onderhandelingen over Schengen/Dublin zich in eerste instantie richten op het institutionele raamwerk. Nederland kan akkoord gaan met vaststelling van de mandaten door de Raad.
Iran De Raad zal opnieuw spreken over de ontwerp-onderhandelingsrichtlijnen voor een handels- en samenwerkingsakkoord tussen de EU en Iran. De Nederlandse inzet blijft onveranderd gericht op een duidelijke koppeling tussen eventuele handelsvoordelen en vooruitgang op de zorgpunten, met name de ontwikkeling en proliferatie van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, mensenrechten, strijd tegen terrorisme en de rol van Iran in het Midden-Oosten conflict en bij de stabilisering van Afghanistan. Een kritische politieke dialoog, in het bijzonder over deze punten van zorg, dient een integraal onderdeel uit te maken van de samenwerking tussen de EU en Iran.
Midden-Oosten De Raad zal tijdens de lunch de situatie in het Midden-Oosten bespreken. De centrale vraag zal daarbij zijn hoe de EU op een constructieve manier kan bijdragen aan de internationale inspanningen om de partijen weer aan de onderhandelingstafel te brengen. Nederland hecht hierbij in het bijzonder aan een goede afstemming met de VS. In dit kader zal op 12 juni as. een ontmoeting plaatsvinden tussen Hoge Vertegenwoordiger Solana en President Bush. Het is allerminst zeker of een internationale conferentie, die volgens het voorstel van het Kwartet (EU, VS, VN, Rusland) nog deze zomer gehouden zou moeten worden, doorgang zal vinden. De grimmige sfeer, veroorzaakt door voortdurende Palestijnse aanslagen enerzijds en Israëlische militaire acties anderzijds, is niet bevorderlijk voor de bereidheid van de partijen om over vrede te spreken. De Israëlische premier Sharon heeft bovendien voorwaarden gesteld die voor verschillende Arabische partijen onacceptabel zullen zijn. Tijdens de recente reis van HV Solana naar het MiddenOosten bleek dat tussen de belangrijkste spelers weinig overeenstemming bestaat over modaliteiten, voorwaarden en het nut van een conferentie onder de huidige omstandigheden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 21 501-02, nr. 434
4
Nederland is van mening dat een conferentie in elk geval de volgende uitgangspunten zou moeten hebben: – een commitment van beide partijen om te komen tot een politieke oplossing op basis van twee staten; – een duidelijke koppeling tussen het politieke en het veiligheidsspoor; – hervorming van de Palestijnse Autoriteit en opbouw van «goed bestuur» in de Palestijnse Gebieden. Overigens is het houden van een conferentie in de Nederlandse optiek geen doel op zich, maar een middel tot het bereiken van een politieke oplossing. Als zou blijken dat een conferentie geen haalbare kaart is, moeten andere initiatieven om terug te keren naar de onderhandelingstafel worden ondersteund.
India-Pakistan De Raad zal de aanhoudende spanning tussen India en Pakistan bespreken. De relatie tussen beide landen is na recente terreuraanslagen in Kashmir in mei jl. verder op scherp komen te staan. De zorg is groot dat de situatie in de komende periode door een incident of geplande actie escaleert tot een openlijke oorlog met de mogelijkheid van het gebruik van nucleaire wapens. Aan weerszijden van de grens bevindt zich reeds een troepensterkte van circa 1 miljoen. Er is sprake van verschillende initiatieven om beide partijen tot dialoog te brengen en het gebruik van wapens te ontmoedigen. Wat de EU betreft, acht Nederland het bezoek van HV Solana aan de regio, voorzien rond 18 juni, van groot belang. Nederland zal tijdens de Raad een oproep van de Unie aan Pakistan om infiltraties tegen te houden ondersteunen. India zal worden opgeroepen terughoudendheid te betrachten. Uiteindelijk zal ook hier slechts een politieke dialoog uitkomst bieden.
EVDB Met betrekking tot het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) kunnen twee onderwerpen aan de orde worden gesteld: – het financieringsvraagstuk; – de permanente arrangementen tussen de EU en de NAVO. Ten aanzien van de financiering is bij de ambtelijke voorbereiding gebleken dat nog immer sprake is van aanzienlijke verschillen van inzicht, zodat dit onderwerp mogelijk nog niet aan de Raad kan worden voorgelegd. Op 15 april werd al een akkoord op hoofdlijnen bereikt volgens het model «costs lie where they fall» (lees: het uitzendende land draait op voor eigen kosten) met een common costs-element (een hoofdelijke omslag die ofwel wordt gefinancierd uit de EU-begroting ofwel buiten de begroting om over de lidstaten wordt verdeeld via de BNP-sleutel). De lidstaten kunnen het echter nog niet eens worden over de exacte toedeling van specifieke kostenposten naar een van beide genoemde categorieën. Nederland streeft naar een spoedige oplossing opdat ad hoc regelingen bij de financiering van toekomstige operaties kunnen worden vermeden. Met betrekking tot de relatie tussen de EU en de NAVO zetten HV Solana en het voorzitterschap hun inspanningen voort om overeenstemming te bereiken over een permanente regeling met betrekking tot de toegang van de EU tot NAVO-middelen. De Griekse reserve hierop is nog steeds niet ingetrokken. Door de Europese Raad van Barcelona is de eventuele overname door de EU van operatie Fox in Macedonië gekoppeld aan permanente regelingen tussen EU en NAVO.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 21 501-02, nr. 434
5
Financiering Speciale Vertegenwoordigers De Unie beschikt thans over zes bijzondere gezanten: Ashdown (Bosnië), Ajello (Grote Meren), Busek (Stabiliteitspact), Klaiber (Afghanistan), Leroy (Macedonië) en Moratinos (Midden-Oosten). Zij vervullen een belangrijke rol in het externe optreden van de Unie en zijn een belangrijk en zichtbaar instrument van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid. Zij assisteren HV Solana in de taken die het Verdrag hem hebben toegekend. De Raad zal kort spreken over de wijze waarop de Speciale Vertegenwoordigers en hun staf moeten worden gefinancierd. Er is namelijk sprake van een zeer krappe begroting in 2002 en 2003 als gevolg van andere prioriteiten van de Raad, waaronder maatregelen voor de voorbereiding op de uitbreiding (onder meer aanpassing van de gebouwen, aanstellen tolken), de logistiek van de Conventie en het EVDB. Nederland meent dat er bezuinigingen kunnen worden gevonden door de financiering van de staf van de Speciale Vertegenwoordigers ten laste te brengen van de seconderende lidstaat. De Speciale Vertegenwoordiger zèlf dient evenwel uit de communautaire begroting te worden gefinancierd (budget Raadssecretariaat). Een dergelijke formule biedt enige financiële ruimte zonder dat het «gemeenschappelijke» karakter van de Speciale Vertegenwoordiger wordt aangetast. In verband met het belang dat Nederland hecht aan de effectiviteit van het externe beleid en de noodzaak tot het stellen van prioriteiten en posterioriteiten, meent Nederland dat de Raad periodiek het functioneren van de Speciale Vertegenwoordigers tegen het licht moet houden. Indien de politieke situatie in het desbetreffende land of gebied normaliseert, ligt het in de rede het mandaat van de Speciale Vertegenwoordiger niet meer te verlengen. Evenzo moet de Raad kunnen inspelen op actuele politieke ontwikkelingen door een nieuwe Speciale Vertegenwoordiger te benoemen.
Westelijke Balkan De Raad zal overeenstemming willen bereiken over de onderhandelingsrichtsnoeren voor de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst van de EU met Albanië. Stabilisatie- en Associatieovereenkomsten zijn pijleroverstijgende overeenkomsten (onder meer mensenrechten, handel, politieke dialoog, JBZ-samenwerking, verplichting tot intra-regionale samenwerking) tussen de EU en de landen van de Westelijke Balkan. In deze overeenkomsten wordt herbevestigd dat de landen van Westelijke Balkan sinds 1999 de status hebben van «potentieel kandidaat-lid» van de EU. Nederland is tevreden over het onderhandelingsresultaat. De belangrijkste Nederlandse wensen (een anti-terrorisme clausule en een versterkte terug- en overname clausule) zijn overgenomen. Voorts zal de Raad zich moeten uitspreken over het moment waarop de Commissie daadwerkelijk de onderhandelingen met Albanië zal openen. Twee lidstaten menen dat de onderhandelingen terstond moeten aanvangen, andere – waaronder Nederland – zijn van mening dat een en ander pas na de zomer zijn beslag zou moeten krijgen nadat meer duidelijkheid is verkregen over het verloop van de Presidentsverkiezingen in Albanië (juli as.). Politieke instabiliteit zou kunnen leiden tot vertraging van het hervormingsmomentum in Albanië. Bovendien zijn vergaande politieke, economische en administratieve hervormingen nodig om te zijner tijd de overeenkomst te kunnen implementeren.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 21 501-02, nr. 434
6
Tevens zal de Raad de ontwikkeling van de FRJ tot de Unie ServiëMontenegro bespreken, nu het Federale Parlement zijn goedkeuring heeft gehecht aan het Belgrado-akkoord van maart jl. over de constitutionele verhoudingen tussen beide republieken (waarbij HV Solana een bemiddelende rol speelde). De Raad zal tenslotte stil staan bij de wisseling van de wacht in Bosnië, waar de Speciale Vertegenwoordiger Petritsch is opgevolgd door Lord Paddy Ashdown.
Zimbabwe Het voorzitterschap zal verslag uitbrengen van het recente bezoek van de EU-trojka aan Zuid-Afrika, Mozambique en Malawi. Mede op basis hiervan zal worden gesproken over de verslechterde politieke en humanitaire situatie in Zimbabwe en de visie van de SADC-landen hierop. De Raad zal spreken over mogelijke nieuwe stappen tegen de regering van Zimbabwe. Nederland steunt het voorstel van onder andere Duitsland en het VK om de gerichte sancties tegen het Zimbabwaanse regime en ZANU-PF uit te breiden. Te denken valt aan uitbreiding van de visarestricties. Gebleken is dat de effecten van beperkte reismogelijkheden voor het regime duidelijk voelbaar zijn. Daarom valt te overwegen de restricties uit te breiden naar een bredere kring van aan het regime gelieerde functionarissen en naar familieleden van de regeringsfunctionarissen op de huidige lijst.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 21 501-02, nr. 434
7