Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2000–2001
27 400 XII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2001
Nr. 7
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 20 oktober 2000 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft op 28 september 2000 overleg gevoerd met staatssecretaris J.M. de Vries van Verkeer en Waterstaat over de brief van 11 september 2000 inzake kerktelefonie (VM-00-954). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Reitsma (CDA), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Valk (PvdA), Van Gijzel (PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter, Feenstra (PvdA), Van Heemst (PvdA), Verbugt (VVD), Giskes (D66), Stellingwerf (RPF/GPV), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Niederer (VVD), Van Bommel (SP), Eurlings (CDA), Herrebrugh (PvdA), Hindriks (PvdA), De Swart (VVD). Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Th. A. M. Meijer (CDA), Stroeken (CDA), Van Gent (GroenLinks), Waalkens (PvdA), Crone (PvdA), Atsma (CDA), Duivesteijn (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Schutte (RPF/ GPV), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Spoelman (PvdA), Buijs (CDA), Van Walsem (D66), Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Poppe (SP), Dankers (CDA), Dijksma (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Nicolaï (VVD).
De heer Van den Berg (SGP) benadrukte het maatschappelijk en sociaal belang dat met de kerktelefoon is gediend. Voor ongeveer 80 000 à 90 000 mensen vormt de kerktelefoon een absolute voorwaarde om betrokken te blijven bij de kerkelijke gemeenschap. Gedacht moet worden aan ouderen, bewoners van bejaardentehuizen, gehandicapten, in het algemeen mensen met een relatief smalle beurs. Het gaat niet alleen om kerkdiensten op zondag, maar ook om activiteiten die door de week in kerkgebouwen plaatsvinden, zoals zangavonden, bijbelstudie en wat dies meer zij. De kerktelefoon past uitstekend binnen het beleid van de regering om ouderen en hulpbehoevenden zo lang mogelijk in hun eigen woonomgeving te laten verblijven. Per 1 mei jl. is een zeer onbevredigende situatie ontstaan door een enorme tariefstijging van f 7 naar f 36 of f 81 per maand. Een meerderheid van de Kamer bepleitte een verlenging van de overgangstermijn tot invoering van hoge tarieven te realiseren. De ontstane situatie waarin per 1 mei een jaarlijkse kostenpost van ten minste 25 mln. extra volledig werd geplaatst bij kerk of kerktelefoongebruikers werd door iedereen als ongewenst beschouwd. De heer Van den Berg vond de brief van de staatssecretaris van 11 september buitengewoon teleurstellend. De brief biedt voor de komende tijd geen enkel perspectief voor een oplossing van de ontstane problematiek: geen overgangstermijn en ook geen structurele oplossing. Ze doet ook absoluut geen recht aan het verzoek van de Kamer om een concrete oplossing te vinden. De ideale oplossing is – technisch en juridisch mogelijk – het aanmerken van de kerktelefoon als universele dienstverlening. Naar de mening van de staatssecretaris stuit dit op Europese regelgeving. In diverse Europese landen – België, Spanje en Griekenland – zijn voorzieningen van soortgelijke aard (de Nederlandse kerktelefoon is uniek) die onder de universele
KST48734 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2000
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 400 XII, nr. 7
1
1
dienstverlening zijn gebracht. Het kan geen toeval zijn dat die landen niet worden genoemd in het aan de Kamer gestuurde staatje. De heer Van den Berg vermoedde dat de staatssecretaris geen oplossing wil. Het is een goede zaak dat de staatssecretaris in overleg met de LOK werkt aan alternatieven. In de overgangstijd dient een bepaald deel van de kosten te worden gecompenseerd. Als vergelijkbare voorziening noemde heer Van den Berg de Pas 65 in het kader van het stads- en streekvervoer. Door liberalisering van de telecommarkt ziet de overheid miljarden naar zich toevloeien. Voorkomen moet worden dat zwakkere groepen negatieve werking van de marktwerking ondervinden. De heer Eurlings (CDA) merkte op dat de kerktelefoon een groot maatschappelijk belang dient. Voor velen is de kerktelefoon de enige mogelijkheid om nog aan de kerkdienst deel te nemen. In de toekomst dient deze dienst breed beschikbaar en voor eenieder toegankelijk te blijven. Bij de behandeling van de Telecommunicatiewet heeft het CDA tezamen met de christelijke partijen gepoogd om de kerktelefoon onder de universele dienst te brengen, maar dat lukte niet. De kerktelefoon is hierdoor onder de werking van de vrije concurrentie gekomen. Een klacht van een lokaal kabelbedrijfje was voldoende om voor goed een einde te maken aan de lage tarieven die KPN sinds jaar en dag hanteerde. Een kostenstijging van meer dan 400% is het trieste gevolg. De heer Eurlings zette vraagtekens bij de brief van de staatssecretaris van juni, waarin wordt gemeld dat het brengen van de kerktelefoon onder de universele dienst niet mogelijk is. Hij pleitte voor uitwerking van een compensatieregeling die de gebruikers van de kerktelefoon gedurende een overgangsperiode compenseert voor de extra kosten. De LOK en het PCOB krijgen dan de tijd om alternatieven uit te werken, die voor iedereen toepasbaar zijn. De resultaten van het eerste onderzoek dat LOK en PCOB naar mogelijke alternatieven hebben uitgevoerd, maken de wenselijkheid van een compensatieregeling alleen maar groter. Kerktelefoon via de kabel of via internet blijkt uit te kunnen groeien tot een volwaardig alternatief, met geschatte maandkosten van f 10 tot f 12. De organisaties zijn al met proefprojecten begonnen. Brede invoering zal nog enkele jaren op zich laten wachten. De heer Eurlings waardeerde het zeer dat de belangenorganisaties van kerktelefoongebruikers niet bij de pakken zijn gaan neer zitten, maar hun uiterste best doen om een goed alternatief te ontwikkelen. Aan de proefprojecten dient alle ruimte te worden gegeven. Het zou wrang zijn als de staatssecretaris de uitkomsten van deze projecten bij voorbaat irrelevant zou maken door de prijsstijging nu onverkort door te laten gaan. De heer Eurlings toonde zich ontevreden over de brief van de staatssecretaris van 11 september. De enige escape die zij de gebruikers voorhoudt namelijk het maken van aanspraak op gemeentelijke sociale voorzieningen is nauwelijks serieus te noemen. Hij deed een klemmend beroep op de staatssecretaris om een compensatieregeling in het leven te roepen, tot het moment waarop de proefprojecten tot reële alternatieven hebben geleid. De regeling moet ook steun inhouden voor die organisaties die de zware last op zich hebben genomen om tot het ontwikkelen van alternatieven over te gaan. De heer De Swart (VVD) meende dat de staatssecretaris zich binnen bestaande mogelijkheden – er is weinig ruimte – heeft ingespannen voor het vinden van een aanvaarde oplossing. Hij schaarde zich achter het antwoord van de staatssecretaris inzake het brengen van de kerktelefoon onder de universele dienst. De heer De Swart toonde zich geen voorstander van compensatie. Ten slotte wees hij erop dat er al alternatieven, zoals internet, beschikbaar zijn. Het is zaak dat die voor iedereen beschikbaar komen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 400 XII, nr. 7
2
De heer Van der Steenhoven (GroenLinks) vond het wrang en te gek voor woorden dat enerzijds sprake is van een enorme rijkdom in Nederland en anderzijds geen oplossing kan worden gevonden voor de problemen van de groep van kerktelefoongebruikers. De staatssecretaris dient uit te zoeken of de kerktelefoon onder de universele dienst kan worden gebracht. Kan dit niet, dan dient er een compensatieregeling in het leven te worden geroepen. De heer Stellingwerf (RPF/GPV) meende dat de afgelopen maanden te weinig prioriteit is gegeven aan het oplossen van het onderhavige vraagstuk. Waarom kan de aanwijzing niet worden teruggedraaid? Kan een nieuwe aanwijzing worden gegeven? De LOK gaat ervan uit dat telefoonabonnementen geen toekomst hebben en verwacht veel van nieuwe technieken. De heer Stellingwerf meende dat de overheid hier een verantwoordelijkheid heeft om een reële bijdrage te leveren aan een adequate oplossing van de probleem van de overgangsperiode. Ten gevolge van wetswijziging en het achterwege blijven van een wettelijke status zijn er problemen ontstaan. Ten slotte verwees de heer Stellingwerf naar de problematische opstelling van een van de grootste kabelexploitanten, UPC: kerktelefoon past niet in haar strategisch beleid. De houding van UPC is een wrange vrucht van de liberalisering, die vraagtekens oproept over de beschikbaarheid van de publieke ruimte en dienstverlening via infrastructuur in handen van een monopolist. Kan de staatssecretaris hierin verandering brengen? Mevrouw Wagenaar (PvdA) constateerde dat de gang van zaken met de kerktelefoon een wrang bijproduct van de marktwerking is. Zij pleitte ervoor de kerktelefoon voortgang te laten vinden. Heeft de LOK nog juridische mogelijkheden? Internet biedt mogelijkheden om actiever bij sociale gebeurtenissen betrokken te zijn. Wat de compensatieregeling betreft, wenste mevrouw Wagenaar eerst de daden van de regering af te wachten. Antwoord van de regering De staatssecretaris noemde de ontstane situatie weinig bevredigend en erkende het belang van kerktelefoon. De stijging van de tarieven is overigens niet zo groot als wordt aangegeven. Bij een eventuele tegemoetkoming stuit zij op wetten en regelgeving. Zij herinnerde aan de voor de zomer gedane toezegging dat zij tezamen met LOK en PCOB naar alternatieven zal zoeken. Dit onderzoek wordt door Verkeer en Waterstaat mede gefinancierd. In overleg met Economische Zaken zal bekeken worden in hoeverre innovaties verder vorm kunnen worden gegeven. OPTA heeft meegedeeld dat ze gezien de uitspraak van de rechter, geen kans ziet de overgangstermijn te verlengen. Een aanwijzing bij een individueel dossier kan niet worden gegeven. De staatssecretaris benadrukte dat zij KPN niet kan subsidiëren want Brussel zou het direct als staatssteun aanmerken. Individuele steun is een lastige zaak omdat de kerkgemeentes een abonnement met KPN hebben. Enige vorm van bijstand is ook niet mogelijk omdat dit een individuele toetsing vraagt. Zij gaf toe dat zij in de overgangsperiode niet veel meer kan doen dan maximaal meewerken aan onderzoek naar alternatieven. In de Europese landen is geen vergelijkbare voorziening aanwezig. Het onderbrengen van de kerktelefoon onder de universele dienst is niet mogelijk omdat ze een specifieke dienstverlening voor een specifiek deel van de bevolking is. In Brussel is dit uitdrukkelijk aan de orde gesteld.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 400 XII, nr. 7
3
Nadere gedachtewisseling De heer Van den Berg (SGP) toonde zich niet tevreden met het antwoord van de staatssecretaris. Hij bleef van mening dat de kerktelefoon onder de universele dienst kan worden gebracht. Hij was blij met het onderzoek naar alternatieven. De interim-situatie vormt het grote knelpunt. Mensen worden gedwongen van deze dienst af te zien. Het stak de heer Van den Berg dat terwijl de liberalisering op dit terrein veel geld opbrengt, geen voorziening kan worden getroffen voor een kleine groep, die met een sociaal probleem te maken heeft. Hij deed een beroep op het kabinet om een oplossing te vinden. Welke wettelijke regels verzetten zich tegen een compensatieregeling voor individuele gebruikers? De heer Eurlings (CDA) constateerde een herhaling van zetten door de staatssecretaris. Hij meende dat de kerktelefoon onder de universele dienst kan worden gebracht. OPTA heeft hem verzekerd dat een aanwijzing mogelijk is. Hij meende dat moet worden ingezet op de meest zekere weg, een compensatieregeling tot het moment waarop de alternatieven voorhanden zijn. Het gaat om 25 mln. per jaar voor een kwetsbare groep. Hij was tevreden met de toezegging dat het onderzoek van de LOK en het PCOB door Verkeer en Waterstaat mede gefinancierd wordt. Ten slotte deelde hij mee dat als geen compensatieregeling in het leven wordt geroepen, hij de Kamer om een oordeel zal vragen. De heer Van der Steenhoven (GroenLinks) meende dat er bij de liberalisering fouten zijn gemaakt, als blijkt dat nu niets kan worden gedaan voor de gebruikers van de kerktelefoon. Hij benadrukte met klem dat er iets gedaan moet worden. De heer Stellingwerf (RPF/GPV) was er niet van overtuigd dat het onderbrengen van de kerktelefoon onder de universele dienst een niet begaanbare weg is. De vraag rijst of OPTA zelf niet een aanwijzing kan geven. Hij herinnerde aan zijn vraag over UPC. Kan, als het over een compensatieregeling gaat niet worden gedacht aan een stichting die het geld over de aangesloten abonnees verdeelt? Mevrouw Wagenaar (PvdA) pleitte ervoor dat het zoeken naar alternatieven versneld moet worden. Kunnen analoog aan de digitale trapveldjes van minister Van Boxtel niet sneller initiatieven worden ontwikkeld? Bijzondere bijstand is een zaak van de gemeentes, maar waar een wil is, is een weg. Wellicht kan in een circulaire worden aangegeven dat deze aangelegenheid onder de bijzondere bijstand valt. De staatssecretaris toonde zich bereid om kansrijke innovatieve initiatieven met behulp van de technischevernieuwingspot van EZ versneld in de markt te zetten. Brussel heeft een heldere uitspraak gedaan over wat onder universele dienst valt en wat niet. Het gaat hier om een huurlijn. De staatssecretaris wees erop dat zij geen maatregelen kan nemen die gerelateerd zijn aan inkomen. Ook in geval van een stichting moeten er duidelijke toetsingscriteria zijn. Wat een circulaire aan de gemeentes over bijzondere bijstand betreft, is uit ambtelijk contact met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gebleken dat het hiermee zeer grote moeite heeft. Zij betreurde de uitspraak van UPC. Zij kan een kabelmaatschappij evenwel niet dwingen om iets aan te bieden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 400 XII, nr. 7
4
Ten slotte deelde zij tot haar spijt mee dat zij met betrekking tot de overgangstermijn geen wettelijke mogelijkheden heeft om het probleem op te lossen. De voorzitter van de commissie, Blaauw De griffier van de commissie, Roovers
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 400 XII, nr. 7
5