Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1984-1985
Vaststelling van de begroting voor het jaar 1985
18 600 G
Begroting van uitgaven en inkomsten
2
Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie en de Rijkspostspaarbank
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
I. ALGEMEEN §1
De financiële resultaten van het bedrijf geven zowel aanleiding tot optimisme als tot zorg. Het bedrijfsresultaat bij de Telecommunicatie en de Postcheque- en Girodienst zal in 1985 verder verbeteren. Het resultaat bij de Post zal daarentegen afnemen. Bij de Telecommunicatie zal de groei van het verkeer en de daaruit voortvloeiende groei van de opbrengsten en verbetering van de efficiency voldoende zijn om de toeneming van de lasten, met name als gevolg van loon- en prijsstijging, te compenseren. De in de begroting voorziene maatregelen bij de Telecommunicatie - prijsverhogingen voor randapparatuur en montage-activiteiten en verlagingen bij de internationale telecommunicatietarieven - zijn vooral gericht op het verkrijgen van een evenwichtige opbrengstenstructuur. In 1985 zal het bedrijfsresultaat van de Post met f 100 min. afnemen. Deze ontwikkeling wordt veroorzaakt door de onmogelijkheid voor dit arbeidsintensieve bedrijf de loon- en prijsstijging geheel te compenseren door produktiviteitsverbetering. Met het oog op deze ontwikkelingen bij de Post in 1985 zal bezien worden welke maatregelen genomen moeten worden om het bedrijfsresultaat in positieve richting om te buigen. Mede dankzij een beleid dat gericht is op lastenbeheersing, bijvoorbeeld door efficiency-maatregelen, zal het resultaat bij de PCGD in 1985 met f 13 min. toenemen. Het bedrijfsresultaat van de PTT neemt af met f 30 min. tot f 575 min. De rente over bij het Rijk belegde fondsen en reserves zal met f 105 min. toenemen. Het totaalresultaat in 1985 zal hierdoor f 75 min. hoger uitkomen dan in 1984 en wel op f1428 min.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
1
Het beeld van de bedrijfsresultaten van de dienstonderdelen is als volgt: 1985 Post Telecommunicatie Postcheque- en Girodienst Bedrijfsresultaat Rente fondsen en reserves Totaalresultaat PTT Resultaat Rijkspostspaarbank
/.
1984
192,8 786,4
7.
93,2 729,5
19,0
7.
31,6
574,6 853,1
604,7 748,4
1427,7
1353,1
633,6
632,7
In 1984 zijn enige voor de PTT belangrijke regeringsstandpunten aan het parlement voorgelegd. Met de brief inzake het regeringsstandpunt met betrekking tot «Taak en functie van de PTT met betrekking tot informatie- en telecommunicatietechnologie» (kamerstuk 17 370, nrs. 2-3) is een belangrijke stap gezet in de besluitvorming over de taak en functie van de PTT met betrekking tot informatie- en telecommunicatietechnologie. Voorts is het standpunt van de regering met betrekking tot het «Eindrapport van de stuurgroep ter begeleiding van de PTT praktijkproef Viewdata» uitgebracht (kamerstuk 18368, nr. 1), waarin de definitieve invoering van Viditel wordt voorgesteld. De parlementaire behandeling van deze standpunten zal naar verwachting nog in 1984 worden afgesloten. De parlementaire behandeling van het wetsontwerp inzake de Postbank (kamerstuk 18 346, nr. 1) zal mogelijk op korte termijn worden afgerond. In afwachting hiervan is de PCGD in de begroting van de PTT begrepen en is uitgegaan van de bestaande relaties tussen de PCGD en de rest van de PTT. Aangenomen mag worden dat een groot aantal in deze begroting geschetste ontwikkelingen bij de PCGD en RPS ook van toepassing zijn op de Postbank. Binnen de PTT-organisatie wordt een onderzoek verricht naar de mogelijkheden van privatisering van de Rijksautomobielcentrale. In de loop van het derde kwartaal van 1984 zal het onderzoek worden afgesloten waarna het rapport van de werkgroep met een advies van de Interdepartementale Begeleidingscommissie Privatisering (IBP) ter besluitvorming aan de ministerraad zal worden aangeboden. Omtrent de voortgang van de spreiding wordt de Kamer gerapporteerd via halfjaarlijkse voortgangsrapportages, laatstelijk bij kamerstuk 12831 nr. 71 dd. 20 juni 1984. Aan het adviesbureau Berenschot werd de opdracht verstrekt na te gaan op welke wijze de spreiding van de Centrale Directie van de PTT naar Groningen kan worden uitgevoerd overeenkomstig de brief van de Minister van Verkeer en Waterstaat (kamerstuk 12831 nr. 70 dd. 8 juni 1984). §2 Herziene raming Ten opzichte van de begroting zijn de exploitatiebaten in de herziene raming per saldo f71,6 min. lager geraamd, te weten bij Post f 90,1 min., bij Telegrafie f 17,4 min., bij Telefonie f 16,1 min. en bij Omroep en Televisie f6,9 min., terwijl de baten van de Postcheque- en Girodienst f58,9 min. hoger zijn geraamd. Op grond van de ontwikkelingen in het eerste halfjaar van 1984 is het totale binnenlands postverkeer thans 30 min. stuks hoger geraamd. De toeneming van het aantal telefoonaansluitingen is nagenoeg gelijk geraamd. Voornamelijk als gevolg van een verwachte lichte stijging van het saldotegoed is bij de Postcheque- en Girodienst de beleggingsopbrengst voor 1984 thans f54 min. hoger geraamd dan in de begroting. De bedrijfslasten worden in de herziene raming 1984 ten opzichte van de begroting f 254,5 min. lager geraamd. Deze lagere raming is onder meer een gevolg van lagere personeelslasten, lagere rente over de kapitaalschuld,
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
2
een lagere rentevergoeding aan rekeninghouders bij de Postcheque- en Girodienst en lager geraamde kosten van materialen en diensten door derden. De ca. f 82,8 min. lager geraamde personeelslasten zijn de resultante van een hoger geraamde personeelsbezetting en een geringere stijging van het gemiddeld loon per taak. De f 11,2 min. lagere rente over de kapitaalschuld vloeit voort uit een lagere kapitaalschuld als gevolg van minder investeringen in 1983. De rentevergoeding aan rekeninghouders bij de PCGD is f 13,6 min. lager, voornamelijk als gevolg van een lagere rentevergoeding aan zakelijke rekeninghouders. De kosten van materialen en diensten door derden zijn f 102,2 min. lager als gevolg van een geringer materiaalverbruik en minder diensten door derden, met name bij de Post en de Telecommunicatie. De bedrijfsresultaten van de dienstonderdelen samen zullen ongeveer f 182,9 min. hoger uitkomen dan volgens de begroting. Bij de Post verslechtert het bedrijfsresultaat met f 6,7 min., bij de Telegrafie de Telefonie en de PCGD verbetert het met respectievelijk f 28,0 min., f44,5 min. en f 117,1 min. De rente van fondsen en reserves zal f71,5 min. hoger uitkomen, gedeeltelijk als gevolg van een iets hoger rentepercentage en voor het overige als gevolg van een hogere toevoeging in 1983. Het totaalresultaat komt in de herziene raming 1984 door al deze oorzaken f254,4 min. hoger uit dan het in de begroting vermelde bedrag ad f 1098,7 min. §3 Financiering Het hierna volgende overzicht geeft een beeld van de financieringssituatie over het begrotingsjaar en een aantal daaraan voorafgaande jaren. Begroting 1985
Herziene raming 1984
1983
1982
1981
1980
Investeringen in duurzame activa Voorraadmutaties Deelnemingen Geldleningen
1731,0 memorie 13,9 0,1
1736,7 memorie 23,1 0,2
1516,1 29,2 15,4 0,5
1449,1 44,7 14,7 0,3
1455,1 34,8 10,8 0,1
1511,2 76,8 12,4 0,1
Kapitaaluitgaven
1745,0
1760,0
1561.2
1508,8
1500,8
7500,5
memorie memorie 1541,4
memorie memorie 1454,9
5,5
5,3
3,3
5,6
1357,8
1293,0
1203,5
1105,7
1412,7
1338,1
1175,9
994,5
810,3
746,8
292,3 15,0
282,7 15,0
270,7 15,0
262,5 15,0
245,9 15,0
231,8 15,0
Financieringsmiddelen: Verkoop bedrijfsmiddelen Opbrengst deelnemingen Afschrijvingen Toevoeging aan de reserves minus onttrekking 31/2%-heffing over de bedrijfsbaten Winstuitkering
Netto bijdrage in de algemene middelen Aan het Rijk wordt voorts uitgekeerd: Kapitaal rente Minus rente van bij het Rijk belegde reserves Per saldo aan het Rijk uit te keren rente Totaal door de PTT netto uit te keren aan het Rijk
V.
3261,4
3090,7
2824,9
2570,3
2278,0
2104,9
1516,4
1330,7
1263,7
1061,5
777,2
504,4
717,5
673,6
654,3
819,6
711,4
594,6
853,1
748,4
600,0
785,7
653,4
496,3
135,6
74,8
54,3
33,9
58,0
98,3
1380,8
1255,9
1318,0
1095,4
835,2
602,7
Het bedrijf zal, evenals in 1983 en 1984, in staat zijn de investeringsmiddelen zelf te genereren en daarbij de afdracht op ruim f1380 min. te brengen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
3
II. MARKTONTWIKKELINGEN §1. Post In 1985 zal het binnenlandse postverkeer met bijna 1% toenemen ten opzichte van 1984. Daarbij is verondersteld dat de binnenlandse losse post een groei zal laten zien (bijna 11/2%), terwijl de partijenpost met ruim 1/2% zal groeien. De oorzaak hiervan is dat bij de binnenlandse partijenpost de drukwerken en ongeadresseerde stukken niet zullen groeien, onder andere omdat in 1985 geen verkiezingen worden voorzien. Daarnaast is ook de groei van de periodieken gering en zullen de dagbladen zelfs afnemen als gevolg van een verdere daling van het beschikbaar inkomen. Zowel bij de binnenlandse losse post als bij de binnenlandse partijenpost is de belangrijkste groei te vinden bij de brieven. Voor de ontvangen buitenlandse post wordt in 1985 een toeneming verwacht van 1 Vi%. Daarentegen zal de verzonden buitenlandse post op hetzelfde niveau blijven als in 1984. Het loketverkeer zal in 1985 met bijna 11/2% stijgen. Deze toeneming is de resultante van geringe dalingen bij de RPS-handelingen en de kascheques, een groei van de verzilverde girobetaalkaarten en in mindere mate door een toeneming van de verkoop op de postkantoren van buitenlands geld en strippenkaarten. § 2. Openbare telegrafie en telex De daling in het openbaar telegraafverkeer zal zich verder voortzetten. Volgens verwachting daalt het buitenlandse verkeer (met 10%) sterker dan het binnenlandse verkeer (5%). De nettovraag naar telexaansluitingen zal onder invloed van verzadigingsverschijnselen verder afnemen. Er wordt hier een daling van de groei met ca. 15% ten opzichte van het voorgaande jaar verwacht. De groei van het telexverkeer zal zich voortzetten. Het buitenlandse telexverkeer zal met 5% groeien. De groei van de buitenlandse handel oefent in dit opzicht een positieve invloed uit. Op basis van de huidige marktsituatie wordt voor de diensten Datanet, Telefax en Viditel verwacht dat de produktvernieuwing op dit terrein en de hierop gerichte inspanningen in 1985 tot een sterke groei van deze diensten zal leiden. Voor deze periode wordt voor Telefax en Viditel een toeneming van het aantal aansluitingen met respectievelijk 25% en 40% verwacht. Het aantal aansluitingen op het Datanet zal in 1985 met circa 1150 toenemen en daarmee uitkomen op ruim 2000. Voor Teletex wordt met een bescheiden afzet rekening gehouden, dit in verband met de beginfase waarin dit produkt zich bevindt. §3. Telefonie De groei van het aantal telefoonaansluitingen zal onder invloed van de optredende verzadiging bij de eerste aansluitingen verder dalen. De zuivere vraag naar aansluitingen - de vraag naar eerste aansluitingen plus de vraag in verband met verhuizing - zal constant blijven op een niveau van circa 656 000. Op de particuliere markt zal de afzet van toestellen - met name druktoestellen - zich gunstig ontwikkelen, onder meer door produktvernieuwing en assortimentsuitbreiding. De markt van tweede toestellen zal sterk onder druk staan van de concurrentie. Mede dankzij de produktvernieuwing bij bedrijfstelefonie en mobiele telecommunicatie en de toegenomen commerciële activiteiten zal de zakelijke markt een continue groei te zien geven. Bij de recent geïntroduceerde produkten zal er vooral een grote vraag zijn naar aansluitingen op het nieuwe autotelefoonnet.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
4
Het telefoonverkeer zal in het binnenland toenemen met ruim 3% en naar het buitenland met ca. 9%. De introductie van Service 06 - telefonisch antwoordnummer en dergelijke - zal de verkeersgroei slechts beperkt in positieve zin beïnvloeden. In latere jaren zal de invloed hiervan echter steeds meer merkbaar worden. § 4. Postcheque- en Girodienst Omdat de markt voor betaalrekeningen een hoge mate van verzadiging heeft bereikt, neemt de groei van het aantal girorekeningen af. Het aantal girorekeningen zal in 1985 echter nog met ca. 105 000 toenemen tot 5185 000. Het aantal betalingstransacties zal in 1985 praktisch gelijk blijven ten opzichte van 1984. Het aantal stortingen (chartale inlegging) stabiliseert zich, terwijl tegenover een geringe stijging bij de cheques, waaronder te verzilveren girobetaalkaarten, een daling van het aantal overschijvingen staat. Het zakelijk saldotegoed zal zich naar verwachting stabiliseren op het lage niveau van 1984. Als gevolg van een verwachte toeneming van het tegoed op particuliere rekeningen stijgt het gemiddeld saldotegoed in 1985 met 0,6% ten opzichte van 1984 naar een niveau van f 16,3 mld. gld. Het daarmee corresponderende marktaandeel in de girale geldhoeveelheid vertoont voor het vijfde achtereenvolgende jaar een achteruitgang tot minder dan 28% (1980: 34,3%). De geringe groei van het saldotegoed, en daarmee ook van het gemiddeld belegbare bedrag, gevoegd bij een naar verwachting afnemend beleggingsrendement, legt een druk op de beleggingsopbrengsten. §5. Rijkspostspaarbank Het aantal spaarrekeningen zal in 1985 met 57 000 toenemen tot 7330 000. Naar verwachting neemt het gemiddelde spaartegoed met f 940 min. toe. De belangstelling van de spaarders zal naar verwachting vooral gericht blijven op de girale spaarvormen. In de sector particuliere kredietdiensten (consumptief krediet en hypothecaire kredietverlening) wordt een zelfde groei als in 1984 verwacht.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
5
Overzicht ontwikkeling verkeer Omschrijving
Eenheid
Begroting 1985
Herziene raming 1984
1983
1982
1981
1980
POST Losse post
binnenland
Brieven/brief kaar ten Drukwerken Pakjes/postpakketten
min. min. min.
999 385 47
984 380 46
987 376 47
991 395 50
1 025
1 058
390 50
390 51
Totaal
min.
1 431
1 410
1 410
1 436
1 465
1 499
Br ieven/briel kaarten Drukwerken Dagbladen Periodieken Ongeadresseerde drukwerken Pakjes/postpakketten
min. min. min. min. min. min.
1 376
1 362
1 297
1 248
1 178
1 149
580 51 605 275 53
580 52 600 275 53
549 52 603 227 57
574 57 632 226 57
551 62 649 235 55
540 64 651 264 47
Totaal
min.
2 940
2 922
2 785
2 794
2 730
2 715
Totaal binnenlandse post
min.
4 371
4 332
4 195
4 230
4 195
4 214
Ontvangen buitenlandse post
min.
208
205
205
205
204
204
Totaal bestelde post
min.
4 579
4 537
4 400
4 435
4 399
4418 319 184
Partijenpost
binnenland
Verzonden buitenlandse post
min.
277
277
285
301
316
Lokethandelingen
min.
218
215
207
205
197
TELEGRAFIE Binnenlandse telegrammen Verzonden buitenlandse telegrammen Nettovraag telexaansluitingen Aantal telexaansluitingen ultimo Wachtenden op telexaansluitingen ultimo Uitgaand buitenlands telexverkeer
min. min. 1000 1000 1000 min. min.
0,42 0,34 0,6 38,1 0,4 92,4
0,44 0,38 0,7 37,4 0,5 88,0
0,49 0,41 0,7 37,7 0,6 84,7
0,51 0,47 0,9 36,6 0,7 78,6
0,53 0,54 1,0 35,5 0,8 76,6
0,58 0,62 1,8 34,0 0,9 71,8
TELEFONIE Nettovraag telefoonaansluitingen Aantal telefoonaansluitingen u l t i m o ' Toeneming aantal aansluitingen uit. Totale aanleg telefoonaansluitingen 2 Geregistreerde aanvragers ultimo Lokale gesprekken'' Interlokale gesprekken Internationale gesprekken
1000 1000 1000 1000 1000 min. min. min.
131 5 744 135 656 55 3 170 2 540 125
143 5 609 153 656 59 3 090 2 450 115
155 5 462 170 632 63 3010 2 375 107
177 5 292 189 625 62 2 863 2 263 98
181 5 103 211 598 69 2 829 2 185 92
242 4 892 291 645 98 2 757 2 106 85
5 185 16 300 595 34
5 080 16 200 599 34
4 949 16 370 597 33
4819 15 850 593 35
4 658 15 930 583 36
4 554 16 200 571 36
120
115
108
103
99
95
330 000 340 300 990
7 273 22 060
7 219 20 990 49 17 456 3 264
6821 17 455 7. 1 15 190 3 460
6 559 16 350 7. 133 13 350 3 750
POSTCHEQUE- EN GIRODIENST Aantal girorekeningen ultimo Saldotegoed gemiddeld 4 Aantal overschrijvingen Aantal stortingen Aantal cheques w.o. verzilverde betaalkaarten
1000 min. gld. min. min. min.
RIJKSPOSTSPAARBANK Aantal spaarrekeningen ultimo Inleggerstegoed gemiddeld Spaarverschil excl. bijgeschreven rente Aantal spaarhandelingen waarvan via postkantoren
1000 min. gld. min. gld. 1000 1000
7 23 7. 19 2
7. 380 18 400 3 200
7 071 19 223 891 17 830 3 390
1 Inclusief dienstaansluitingen en openbare spi eekgelegen heden. 3 Inclusief verhuizingen. 3 Inclusief tijdmeldingen en weerberichten. 4 Inclusief overheidsrekeningen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
III. PERSONEEL EN PERSONEELSBELEID De vraag naar PTT-diensten vertoont enige groei. Per saldo daalt echter de totale werkgelegenheid in 1985 door de verbetering van de arbeidsproduktiviteit als gevolg van de invoering van nieuwe technieken. De totale werkgelegenheid komt daardoor op 88 206 taken, te verrichten door gemiddeld 103766 personen, waarvan circa 26854 personeelsleden met een deeltaak. (1983 23089 en 1984 24418) en waarvan circa 22 200 vrouwen (1983 22112 en 1984 22150). De gesignaleerde teruggang in de personeelsbezetting vindt met name plaats bij de telefoondistricten en de Postcheque- en Girodienst. Voorts wordt gewezen op de teruggang van de personeelssterkte bij de Rijksautomobielcentrale, dit als gevolg van de bedrijfseconomische herstructurering bij dit bedrijfsonderdeel. De personeelslasten zullen, enerzijds als gevolg van de stijging van de gemiddelde loonkosten per medewerker en anderzijds door de geringe afname van de personeelssterkte, met f 71,3 min. toenemen. Voor een overzicht van de ontwikkeling van de personeelssterkte (gespecificeerd naar bedrijfs- c.q. dienstonderdeel) en de personeelslasten wordt verwezen naar de volgende tabellen: Gemiddelde personeelsbezetting PTT, inclusief Postcheque- en Girodienst (excluslief militairen, afwezigen met non-activiteitsverlof, enz.) Dienstonderdeel
Ramingen 1985
Herziene Ramingen
Uitkomsten 1983
1984 Postdistricten Telefoondistricten Omroep- en televisiestations Postcheque- en Girodienst Radiodienst Centrale Werkplaats Rijksautomobielcentrale Dr. Neherlaboratorium Dienst Omroepbijdragen Dienst Zegelwaarden te Haarlem Centrale Directie en diverse centrale diensten
45 275 25 845 82 8810 256 625 480 595 328 56 5 854
45 100 26 095 82 9 206 260 631 506 595 326 56 5 878
44 490 25 425 83 9 718 258 642 512 597 319 58 5 807
Totaal PTT
38 206
88 735
87 909
1 018
995
989
Rijkspostspaarbank
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
7
Overzicht personeelskosten PTT inclusief Postcheque en Girodienst (in duizenden guldens) Ramingen 1985
Herziene Ramingen 1984
Uitkomsten 1983
Loon
2 787 136
2 729 887
2 684 416
Sociale lasten uit hoofde van: Pensioen, wachtgeld, AOW/AWW enz. Vakantie-uitkering Ziekte en ongevallen Jubileumgratificaties enz. Algemene Kinderbijslag Wet Flex-uit
1 080 114 214613 341 435 8 344 133 774 69 668
1 057 210 334 8 131 95
829 223 402 175 030 544
1 000 740 205 985 326 357 8 531 154 631 104 775
Soc. Lasten in overige pers. lasten
4 635 084 7. 74 926
4 567 090 7. 72 669
4 485 435 7. 67 722
Loon (incl. soc. lasten)
4 560 158
4 494 421
44/7773
Overige personeelslasten: 80 087 1 78 635 46 011 59 351
Overwerk- en wachttijdvergoeding Toelagen onregelmatige diensten Stuklonen' Toelagen, vergoedingen en gratificaties 2 Totaal Rijkspostspaarbank
83 377 173 950 44 611 56 566
85 795 171 652 40 987 53 615
4 924 242
4 852 925
4 769 762
50 440
48 333
47 332
1 Vergoeding aan postagenten, alsmede de vergoedingen per stuk voor het bezorgen van telegrammen, expresse-stukken e.d. 2 Diverse toelagen aan personeel voor bepaalde dienstprestaties, vergoedingen voor verplaatsingskosten, reis- en pensionkosten bij wonen buiten standplaats, loonbetaling tijdens militaire dienst en personeelskosten van afgesloten boekjaren.
Jaar
Totale personeelslasten (in m i n . gld.)
Gemiddelde personeelsbezetting
GemidcJ lasten p
Indexcijfers personeelslasten per man
PTT:
1981 1982 1983 1984 1985
88 87 87 88 88
586 849 909 735 206
50 52 54 54 55
800 900 200 700 800
100 104 107 108 110
RPS:
1981 1982 1S83 1984 1985
4500,2 4643,9 4769,7 4852,9 4924,2 43,4 45,8 47,3 48,3 50,4
967 989 989 995
44 46 47 48 49
900 300 900 600 500
100 103 107 108 110
1 018
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
8
IV. FINANCIËLE RESULTATEN § 1. Algemeen De voor 1985 begrote uitkomsten van het bedrijf laten het volgende beeld zien: in min. gld. Post Telegrafie Telefonie Postcheque- en Girodienst Lasten van het fonds tot dekking van pensioenvervangende uitkeringen aan personeel van de voormalige radiodistributiecentrales
7. 7.
192,8 79,9 707,0 19,0
7.
0,5
Resultaat bedrijfsvoering Tezamen met de rente van fondsen en reserves van bedraagt het totaalresultaat van de PTT hiervan wordt uitgekeerd aan het Rijk aan fondsen en reserves wordt toegevoegd voorts wordt toegevoegd aan het fonds tot dekking van pensioenvervangende uitkeringen aan personeel van de voormalige radiodistributiecentrales 0,5 waarvan als balansmutatie 7. 0,5
574,6 853,1 1427,7 15,0 1412,7
0,0 De totale toevoeging aan fondsen en reserves bedraagt
1412,7
Resultaat van de Rijkspostspaarbank
633,6
Voor 1985 worden de effecten van de zogenaamde bedrijfsvreemde lasten geraamd op ca. f86,5 min. Zij worden voor een bedrag van f45 min. veroorzaakt door het vervoer van dagbladen en periodieken. De overige bedrijfsvreemde lasten hebben eveneens betrekking op diensten die slechts gedeeltelijk of in het geheel niet aan de opdrachtgever of de begunstigde kunnen worden aangerekend. §2. Post (artikelen 1a, 9a en 10a) Het nadelige bedrijfsresultaat bij de Post zal in 1985 ten opzichte van 1984 met f 99,6 min. toenemen tot f 192,8 min. Deze toeneming is het saldo van een lastenstijging met f 137,7 min. en een batenstijging met f 38,1 min. De lastenstijging is voor f 60,6 min. een gevolg van hogere personeelslasten. Voorts zullen zich belangrijke stijgingen voordoen bij de lasten van interne verrekeningen a f 16,7 min., bij afschrijvingen a f 16,5 min., bij diensten door derden a f 16,3 min., bij rente van bedrijfsmiddelen en voorraden a f 11,4 min. en bij materiaalverbruik a f8,2 min. De stijging van de baten wordt veroorzaakt door een lichte verkeersgroei en door overeengekomen aanpassingen van de tarieven voor dagbladen en periodieken alsmede voor de postorderbedrijven. De baten van de binnenlandse post nemen toe met f22,4 min. (losse post f 10,2 min. en partijenpost f 12,2 min.). § 3. Telegrafie inclusief tekstcommunicatie en data (artikelen 1b, 9b en 10b) In de sector openbare telegrafie zet de daling in het binnen- en buitenlandse verkeer zich ook in 1985 voort. Het telexverkeer, met name het buitenlandse, blijft ook in 1985 toenemen. Als gevolg van tariefverlagingen zullen de baten echter dalen. De nieuwe diensten Datanet, Viditel, Telefax en Teletex vertonen eveneens een groei. Als gevolg daarvan nemen de baten toe met f7,5 min. Het bedrijfsresultaat voor de Telegrafie wordt geraamd op f79,9 min.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
9
§4. Telefonie (artikelen 1c, 9c en 10c) De geraamde vermeerdering van de baten bij de Telefonie bedraagt, ten opzichte van 1984, f240,4 min. Hiervan is f 115,4 min. te danken aan hogere verkeersopbrengsten en f28,5 min. aan opbrengst abonnementen netaansluitingen. De nieuwe diensten Alarmering, Doorschakeldienst en Service 06 zullen naar schatting zorgen voor een batenvermeerdering met f 28,2 min. De overige opbrengststijgingen bestaan voornamelijk uit hogere periodieke vergoedingen voor apparatuur en voor beschikbaar gestelde geleidingen. Het totaal van de exploitatiebaten voor de Telefonie wordt geraamd op f 5246,8 min. Tegenover de batenstijging staat een stijging van de exploitatielasten met f 164,6 min. Van dit bedrag komt f 53,4 min. voor rekening van de rente- en afschrijvingskosten van de bedrijfsmiddelen. Als gevolg van de stijging van de gemiddelde loonkosten per man en een daling van de personeelssterkte zullen de personeelslasten per saldo toenemen met f 14,5 min. Zowel als gevolg van prijsstijgingen als van volumetoeneming zullen de kosten van materialen en van diensten door derden stijgen met f52,5 min. Het bedrijfsresultaat zal per saldo f75,8 min. hoger uitkomen dan in 1984. §5. Postcheque- en Girodienst (artikelen 1e, 9e en 10d) In 1985 zal het bedrijfsresultaat ten opzichte van 1984 een stijging te zien geven van f 12,6 min. en uitkomen op / f 19,0 min. De vermeerdering van de baten zal naar schatting ca. f 15,8 min. bedragen, zulks als gevolg van een iets hoger belegbaar saldotegoed, een nagenoeg gelijkblijvende rentevoet en een toeneming van de diverse baten. Het totaal van de baten wordt geraamd op f 1549,4 min. De lasten worden met f 1568,4 min. f3,2 min. hoger geraamd dan in 1984. Deze lastenstijging is voorf 11,7 min. een gevolg van hogere afschrijving en rente van bedrijfsmiddelen terwijl de rentevergoeding aan rekeninghouders f4,0 min. hoger wordt geschat. De daling van de personeelslasten met f 11,7 min. is de resultante van een hoger gemiddeld loon per man en een afname van de gemiddelde personeelsbezetting. §6. Subsidies (artikel 2) Toekenning van subsidies vindt in het algemeen plaats in gevallen dat het bedrijfsbelang door de werkzaamheden van de gesubsidieerde instellingen - zij het vaak op indirecte wijze - wordt gediend en deze instellingen door onvoldoende middelen genoodzaakt zijn een beroep op externe instanties te doen.
1
De «Koning Willem I Stichting» wil met de toekenning van onderscheidingen bijdragen aan verbetering van het ondernemingsklimaat in ons land.
1. Stichting «Personeel, en Kinderfonds PTT» 2. Stichting «Personeel" en Kinderfonds PTT» tot een bedrag gelijk aan de verliezen op verstrekte voorschotten aan personeel, geleden in gevallen, waarin op verzoek van het Staatsbedrijf tot kredietverlening werd overgegaan, geraamd op 3. Stichting «Het Nederlands Postmuseum» 4. Delfts Hogeschool fonds 5. Studiefonds Technische Hogeschool Delft 6. Eindhovens Hogeschool fonds 7. Stichting Hogeschoolfonds Twente 8. Union Radio Scientifique Internationale 9. Nederlands Elektronica- en Radiogenootschap 10. Stichting Toekomstbeeld der Techniek 11. Vereniging tot bevordering van het elektronisch vakonderwijs te Amsterdam 12. Stichting Vervoerswetenschappelijk Instituut 13. Wereld Natuurfonds 14. Nederlands Instituut voor Nijverheid en Techniek te Amsterdam 15. Koning Willem I Stichting'
f
500
f f f f f f f f f
1 000 55 000 5 000 1 000 6 000 5 000 800 500 10 000
f f f f f
1 200 12 000 2 000 10 000 5 000
f
115 000
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
10
§ 7. Bijdrage aan de «Stichting Nepostel» (artikel 3) Aangezien de vraag of in 1985 de algemene kosten van «Nepostel» volledig zullen worden gedekt uit de opbrengsten van projecten, nog niet met zekerheid positief kan worden beantwoord, is in de PTT-begroting ter zake een PM-post opgenomen. Hierop zal uiteraard slechts dan een beroep worden gedaan als geen andere bronnen kunnen worden gevonden. § 8. Afschrijvingen (artikel 4) Afschrijvingen op bedrijfsmiddelen worden bij de PTT op basis van hun vervangingswaarde berekend. Als gevolg hiervan is dan ook de ontwikkeling van het prijsniveau mede bepalend voor de grootte van het bedrag aan afschrijvingen. § 9. Rente (artikel 5) De ingecalculeerde rente wordt berekend op basis van de vervangingswaarde van de bedrijfsmiddelen. In 1985 bedraagt deze rente f979,2 min. De verschuldigde rente over het door het Rijk verstrekte kapitaal zal in 1985 f717,5 min. bedragen. Het verschil tussen de ingecalculeerde en de verschuldigde rente bedraagt f261,7 min. Een specificatie naar de diverse bedrijfsonderdelen is opgenomen in artikel 10. § 10. Fondsen en reserves (artikel 7) In 1985 zal aan fondsen en reserves in totaal een bedrag van f 1412,7 min. worden toegevoegd. Dit bedrag is als volgt samengesteld. Onderdeel a. (Reserve ter verzekering van een evenwichtig beheer) Na de toevoeging van de gekweekte rente ad f95,2 min. bereikt deze reserve een niveau van f 1274,1 min. Onderdeel b. (Vernieuwingsfonds) Het vernieuwingsfonds wordt verhoogd met f 1235,1 min. De rente bedraagt f 675,5 min. Na deze toevoeging wordt het niveau bereikt van f9964,1 min. Onderdeel c. (Reserve tot dekking van het risico van brand) Deze reserve wordt verhoogd met de gekweekte rente ad f9,4 min. Hierna bedraagt de hoogte f 125,7 min. Onderdeel d. (Fonds tot dekking van pensioenvervangende uitkeringen aan het personeel van voormalige radiodistributiecentrales) Het niveau van dit fonds blijft gehandhaafd op f9,5 min. Er vindt per saldo geen toevoeging plaats (zie hierna volgende specificatie). x f 1000 De over dit fonds verkregen rente (art. 11 onderdeel d) Het saldo van de inkoopbedragen en de uitbetaalde pensioenvervangende uitkeringen (art. 6 onderdeel a) Ontstane balansmutatie Toegevoegd ten laste van de algemene verlies- en winstrekening
805 1300 7.
495 495 0
Onderdeel e. (Reserve tot dekking van mogelijke koersverschillen op de beleggingen van de Postcheque- en Girodienst) Aan deze reserve wordt de gekweekte rente ad f70,4 min. toegevoegd. De reserve bedraagt dan f941,9 min.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
11
Onderdeel f. (Fonds tot dekking van extra kosten in verband met automatisering) De gekweekte rente ad f2,7 min. zal dit fonds doen groeien tot f 35,7 min. §11. Uitkering aan het Rijk In het kader van de financiële verhouding met het Rijk zullen in 1985 de volgende uitkeringen van en aan het Rijk worden verricht: a. door het Rijk zal voor investering in duurzame bedrijfsmiddelen, voorraadmutaties, geldleningen en deelnemingen worden verstrekt
f
1745,0 min.
b. aan het Rijk zal worden uitgekeerd: — de afschrijvingen — de heffing van 3 1 /J% over de bedrijfsbaten — de toevoeging aan fondsen en reserves — de winstuitkering
f f f f
1541,4 292,3 1412,7 15,0
f
3261,4 min.
c. nettobijdrage aan het Rijk
f
1516,4 min.
d. voorts zal aan het Rijk worden uitgekeerd: — de rente over de kapitaalschuld — minus de van het Rijk ontvangen rente over de fondsen en reserves
f f
717,5 min. 853,1 min.
min. min. min. min.
per saldo van het Rijk ontvangen rente
f
135,6 min.
e. totaal zal door de PTT aan het Rijk worden uitjekeerd
f
1380,8 min.
§ 12. Financiële gevolgen voor de PTT na afsplitsing van de Gelddiensten Tegen de achtergrond van de ingediende ontwerp-Postbankwet wordt in deze paragraaf ingegaan op de positie van de PTT exclusief de op de Gelddiensten betrekking hebbende uitkomsten. Dat hierbij geen volledig inzicht wordt geboden vindt zijn oorzaak in het feit dat nog geen definitieve besluitvorming inzake het wetsontwerp heeft plaatsgevonden als gevolg waarvan de uitwerking van een aantal regelingen nog niet is geschied. Nader inzicht wordt gegeven tijdens de komende parlementaire behandeling van de wetsontwerpen Postbank. Met inachtneming van het voorlopige karakter van de financiële cijfers kan het volgende resultaten- en financieringsoverzicht van de PTT, in- en exclusief de PCGD, voor 1985 worden gepresenteerd. Resultatenoverzicht 1985
Post Telecommunicatie Postcheque- en Girodienst Bedrijfsresultaat Rente fondsen en reserves Totaalresultaat PTT
PTT incl. PCGD
PTT excl. PCGD
7.
7.
7.
192,8 786,4 19,0
192,8 786,4
-
574,6 853,1
593,6 760,5
1427,7
1354,1
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
12
Financieringsoverzicht Begroting 1985 incl. PCGD
Begroting 1985 excl. PCGD
Investeringen in duurzame activa Voorraadmutaties Deelnemingen Geldleningen
1731,0 memorie 13,9 0,1
1671,0 memorie 13,9 0,1
Kapitaaluitgaven
1745,0
1685,0
memorie memorie 1541,4 1412,7 292,3 15,0
memorie memorie 1477,3 1339,1 292,3 15,0
3261,4
3123,7
1516,4
1438,7
717,5 853,1
700,1 760,5
Financieringsmiddelen: Verkoopbedrijfsmiddelen Opbrengst deelnemingen Afschrijvingen Toevoeging aan de reserves minus onttrekking 3>2%-heffing over de bedrijfsbaten Winstuitkering
Netto bijdrage in de algemene middelen Aan het Rijk wordt voorts uitgekeerd: Kapitaalrente Minus rente van bij het Rijk belegde reserves Per saldo aan het Rijk uit te keren rente Totaal door de PTT netto uit te keren aan het Rijk
7.
135,6 1380,8
7.
60,4 1378,3
Uit bovenstaande overzichten kunnen met betrekking tot het resultaat en de financiering van de PTT als gevolg van het vertrek van de Gelddiensten de volgende conclusies worden getrokken: - het totaalresultaat ondergaat een verslechtering met f 73,6 min. - het bedrag waarmee de financieringsmiddelen worden verlaagd bedraagt f 137,7 min. Deze wijziging is samengesteld uit f 64,1 min. aan lagere afschrijvingen, f92,6 min. minder rente over fondsen en reserves en f 19,0 min. meer bedrijfsresultaat door het wegvallen van het verlies van de PCGD uit de PTT-begroting. - als gevolg van de f 137,7 min. lagere financieringsmiddelen en de f60 min. lagere kapitaaluitgaven zal de netto bijdrage in de algemene middelen slechts f77,7 min. lager uitkomen dan thans in de ontwerp-Begroting 1985 is genoemd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
13
In veelvouden van een miljoen gulden Ramingen 1985
Herziene raming 1984
Uitkomst 1983
Uitkomst 1982
Uitkomst 1981
Uitkomst 1980
2814,7 321,4 4410,6 98,7 1552,0
2741,6 311,8 4230,6 102,1 1547,6
2633,4 290,3 4079,4 85,5 1434,0
2591,5 260,3 3799,2 78,6 1289,5
0,9
0,2
0,2
Exploitatielasten Post Telegrafie Telefonie Omroep en televisie Postcheque- en Girodienst Lasten pensioenfonds voormalig radiodistributiepersoneel
3 077,7 385,4 4 764,0 102,9 1 568,4
2940,0 355,7 4599,4 100,6 1565,2
0,5
0,5
Totaal
9 898,9
9561,4
9196,5
8933,9
8522,8
8018,4
2 854,9 465,3 5 246,8 102,9 1 541,9
2818,5 454,5 4999,0 100,6 1526,1
2724,5 423,6 4774,1 98,7 1498,1
2753,7 400,5 4488,5 102,1 1432,6
2553,8 367,2 4263,6 85,5 1429,8
2426,0 324,1 4003,0 78,6 1380,0
10211,8
9898,7
9519,0
9177,4
8699,9
8211,7
30,0
28,3
-
-
10,9 9,7 10,2 1,8
-
7,2
-
-
0,7
Exploitatiebaten Post Telegrafie Telefonie Omroep en televisie Postcheque- en Girodienst Totaal
Verschil ingecalculeerde en verschuldigde rente: Post Telegrafie Telefonie Postcheque- en Girodienst
224,2 7,5
231,6 7,5
34,1 1,7 227,7 7,5
Totaal
261,7
267,4
271,0
-
192,8 79,9 707,0
- 93,2 98,8 631,2
- 56,1 103,9 591,2
-
19,0
-
-
18,3 6,6 49,8 3,8
-
20,5 1,7 97,5 4,6
65,3
120,9
61,3 70,3 234,0
-145.0 62,1 301,3
Resultaten Post Telegrafie Telefonie Omroep en televisie Postcheque- en Girodienst Pensioenfonds voormalig radiodistributiepersoneel Resultaat bedrijfsvoering Rente van fondsen en reserves Totaal resultaat
—
0,5
—
- 31,6 -
—
- 46,4
23,0 79,0 247,7
—
-
—113,2
-
-
-
—
—
0,4
95,1
0,2
0,7
0,5
0,9
574,6 853,1
604,7 748,4
593,5 600,0
236,3 785,7
242,4 653,4
314,2 496,3
1 427,7
1353,1
1193,5
1022,0
895,8
810,5 15,0
0,2
Uitkering aan het Rijk Toevoeging aan fondsen en reserves uit het totaalresultaat Ten laste van AVW Als balansmutatie
15,0
15,0
15,0
15,0
15,0
1 412,7 0,5 0,5
1338,1 0,5 0,5
1178,5 0,9 0,5
1007,0 0,2 0,2
880,8 0,1 0,2
Totale toevoeging aan fondsen en reserves
1 412,7
1338,1
1177,1
1007,0
881,1
-
795,5 0,7 0,3
794,5
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
14
Lastenanalyse (x f 1 min.) Herziene raming 1984 Post
Telegrafie
Telefonie
Oen T
2145,1 101,3 141,8 116,3 351,9
125,5 35,3 80,1 39,7 58,7
1532,3 752,2 1146,4 340,1 664,2
45,3 5,8 8,8 16,3 23,4
83,6
16,4
164,2
2940,0
355,7
Post
PCGD
Totaal
1,0
934,1 46,4 77,8 79,4 275,2 134,8 17,5
4782,3' 941,0 1454,9 591,8 1373,4 134,8 282,7
4599,4
100,6
1565,2
9560,9
Telegrafie
Telefonie
Oen T
PCGD
Totaal
2225,7 107,0 153,6 128,3 375,0
132,8 38,0 88,4 44,5 64,0
1544,4 782,6 1211,1 366,9 690,6
45,2 5,9 9,2 17,5 24,1
88,1
17,7
168,4
3077,7
385,4
Dienstonderdeel
Begroting 1985
Post Telegrafie Telefonie Hulpdiensten Centrale Directie Bijzondere bedrijfslasten Totaal
Personeelslasten Rente Afschrijving Materiaal Diensten door derden Rentevergoeding 3VS% heffing
Begroting 1985
Personeelslasten Rente Afschrijving Materiaal Diensten door derden Rentevergoeding 314% heffing
1.0
908,5 45,7 79,1 90,0 290,0 138,0 17,1
4856,6' 979,2 1541,4 647,2 1443,7 138,0 292,3
4764,0
102,9
1568,4
9898,4
Herziene raming 1984
Uitkomsten 1983
Uitkomsten 1982
Uitkomsten 1981
Uitkomsten 1980
96 226 16 115 176 400 792 785 2 000
94 668 15 475 169 000 787 759 2 000
91 509 14 273 161 610 721 666 1 961
92 612 13 432 153 264 849 659 1 719
86210 12 242 144 757 792 727 1 139
81 792 10 881 136 783 717 672 953
292 318
282 689
270 740
262 535
245 867
231 798
Exclusief investeringsloon.
De3'/ 2 % heffing (x f 1000)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
15
V. INVESTERINGEN Voor de realisatie van het investeringsprogramma 1985 is een bedrag van f1745 min. beschikbaar gesteld. Het bedrag is als volgt samengesteld: — f 1731 min. ten behoeve van de voorbereiding, oprichting, uitbreiding en vernieuwing van duurzame bedrijfsmiddelen; - f 0,1 min. voor een kasgeldlening aan de «Stichting Personeel" en Kinderfonds PTT»; - f 13,5 min. voor deelneming in «International Telecommunications Satellite Organization» en f 0,4 min. voor deelneming in «Inmarsat». De investeringen worden hieronder nader toegelicht en gespecificeerd. Terreinen en gebouwen f 296 min. (art. 14, onderdeel a) Voortzetting en voltooiing van bouwwerken in uitvoering Nieuwe projecten Aankoop terreinen en opstallen Uitbreiding en vernieuwing van installaties Beveiligingsvoorzieningen gebouwen
145,3 84,5 14,7 34,5 17,0 f
min. min. min. min. min.
296,0 min.
Het plan omvat onder meer de volgende projecten Post - expeditieknooppunten: Amsterdam, 's-Gravenhage, Haarlem, 's-Hertogenbosch, Leeuwarden en Zwolle (uitbreiding); - railaccommodatie: 's-Gravenhage, Haarlem en Leeuwarden; - voorsorteercentra: Emmen, Gouda, Maastricht, Oosterhout, Veldhoven, Vriezenveen, Waddinxveen en Winsum; - overige bouwprojecten: Alkmaar, Amstelveen, Amsterdam, Assen, Eist, Ermelo, Gorredijk, Groningen en Sint Oedenrode. Telecommunicatie - de uitbreiding van het buitendienstgebouw te Tilburg; - de uitbreiding van het Telegraaf Transit Centrum te Bussum; - de nieuwbouw c.q. uitbreiding van gebouwen voor telefoonapparatuur; - projecten te Almelo, Amsterdam, Breda, Delft, 's-Gravenhage, Helmond, 's-Hertogenbosch. Overige diensten Voor de PCGD zal de bouw van het administratiekantoor 's-Gravenhage worden voortgezet. Voorts zullen de vestiging van het Directoraat Materiaalvoorziening te Leidschendam en de vestiging van de Centrale Werkplaats in 's-Gravenhage worden verbouwd. Tevens is rekening gehouden met mogelijke nieuwbouwprojecten voor de Centrale Directie en met de realisatie van een computercentrum. Ten slotte is er rekening gehouden met een aantal vernieuwbouwprojecten welke in 1985 zullen beginnen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
16
Telegrafie en Datacommunicatie f94 min. (art. 14, onderdelen j, k, I, m, n) De verdeling is als volgt: a. b. c. d. e. f. g. h.
Telegraafcentrales Telegraaf transmissie-apparatuur Verreschrijvers en toebehoren bij aangeslotenen Datacommunicatie Viditel Facsimilé Teletex Memocom
f f f f f f f f
1 8 20 36 15 4 8 2
min. min. min. min. min. min. min. min.
f
94 min.
Een bedrag van f29 min. (a, b en c) is onder andere nodig voor verkeersfaciliteiten en uitbreiding en vernieuwing van telex-apparatuur. Op de groeiende tekstcommunicatiemarkt dienen zich, als gevolg van snelle ontwikkelingen in technologie en in toepassingen, nieuwe vormen van tekstcommunicatie (Teletex) aan. De veranderingen zullen voor een deel ten koste gaan van de traditionele telex. Het bedrag voor datacommunicatie is grotendeels bestemd voor het aansluiten van abonnees op Datanet 1, alsmede voor de introductie van enkele nieuwe faciliteiten en de koppeling van Datanet 1 met de Verenigde Staten. Tevens is f9 min. opgenomen voor de invoering van digitale datacommunicatie-huu Mijnen. Centrale inrichtingen telefonie f380 min. (art. 14 onderdeel o) Het begrote bedrag van f380 min. is als volgt samengesteld: —
Lokaal: Uitb-eiding met 93 000 nummers Vervanging van 250 000 nummers
f
131 min.
f
127 min.
f
3 min.
f
15 min.
— Overige apparatuur
f
98 min.
— Integratieheffing
f
6 min.
f
380 min.
—
Interlokaal: Uitbreiding met 6 300 ingangen Vervanging van 7 400 ingangen
—
Internationaal: Voorzieningen t.b.v. internationaal verkeer
— Stroom
voorzieningen
BTW
In 1985 zal onder andere met de volgende grote projecten een aanvang worden genomen: - inrichting van digitale centrales te Amsterdam, Nijmegen, Leeuwarden, Hengelo en Zwolle en van semi-electronische centrales te 's-Gravenhage, Noordwijkerhout en Heerlen-Heerlerbaan; - uitbreiding van centrales te Middelburg-Centrum, Groningen-Centrum, 's-Gravenhage-Rijswijk en Tilburg-Centrum. De inrichtingen/uitbreidingen dienen naast de voorziening in de groeibehoefte ook voor vervanging van oude systemen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
17
Interlokale verbindingsmiddelen
f 164 min. (art. 14, onderdeel p)
Specificatie: a. Interlokale kabels b. Versterkerinrichtingen c. Straalverbindingen d. Voorzieningen t.b.v. de omroep e. Integratieheffing BTW
36 min. 86 min. 39 min. 1 min. 2 min. f
164 min.
In 1985 zal 600 km interlokale kabel worden gelegd, mede in verband met de digitalisering van het telefoonnet. Er zullen 710 groepseinden worden geïnstalleerd, alsook extra digitale lijnapparatuur in verband met de digitalisering. Het straalverbindingsnet zal in 1985 geschikt worden gemaakt voor 2 GHZ-transport. Het project SMS (Satellite Multiservice System) zal als gevolg van leveringsproblemen met betrekking tot de apparatuur in 1985 worden uitgevoerd. Lokale kabels telefonie f250 min. (art. 14, onderdeel q) Het bedrag is bestemd voor: a. Het uitbreiden van de lokale verbindingskabelnetten. Deze uitbreiding is noodzakelijk door de voortgaande toename van het telefoonverkeer, de groeiende behoefte aan bijzondere verbindingen en het stichten van nieuwe telefooncentrales. b. Het leggen van voedingskabels tussen de telefooncentrales en kabelverdelers om aan de vraag naar telefoonaansluitingen te voldoen. c. Het leggen van kabelnetten voor nieuw te bouwen woningen. d. Het uitbreiden en/of vervangen van de kabelnetten in de bestaande bebouwing, waar de voorzieningen ontoereikend zijn ten opzichte van de verwachte vraag. e. Het ombouwen van kabelnetten ten gevolge van het stichten van nieuwe of het vervangen van oude telefooncentrales. f. Het vervangen van kabels ten gevolge van wegreconstructies. g. Het vervangen van kabels die technisch verouderd zijn. h. De integratieheffing BTW over de eigen lonen. i. Agglomeratienetten (Amsterdam en Rotterdam). Toestellen f92 min. (artikel 14, onderdeel r) Het geraamde bedrag is nodig om: a. De nieuwe aansluitingen en huistelefooninstallaties te voorzien van toestellen en nevenapparatuur. b. Het bestand op reeds bestaande aansluitingen te kunnen uitbreiden. c. De vervanging van niet meer te reviseren toestellen te realiseren. Huistelefoon- en signaalinrichtingen
f93 min. (artikel 14, onderdeel s)
Dit bedrag is bestemd voor zowel nieuw te plaatsen als te vervangen bedrijfstelefooninstallaties alsmede voor het aanleggen van het PTT-alarmcommunicatiesysteem. Mobilofonie/semafonief67mln.
(artikel 14, onderdeel u)
Het geraamde bedrag dient voor de uitbreiding en vervanging van openbare mobilofoondiensten, niet-openbare mobilofoondiensten, semafoondiensten en stadsoproepdiensten en autotelefoon.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
18
VI. ONTWIKKELINGEN OP MIDDELLANGE TERMIJN § 1. Algemeen In de komende jaren zullen reeds gaande, belangrijke ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en de marktsituatie bij de PTT zich voortzetten. Gedacht wordt hierbij onder andere aan de automatisering van de postverwerking, de digitalisering van het telefoonnet en het op de markt brengen van een toenemend assortiment randapparatuur en een toenemend aantal toepassingen door de Telecommunicatie hiervan. Daarbij zal vooral op het gebied van de Telecommunicatie sprake zijn van toenemende concurrentie, met name op het gebied van de nieuwe diensten. Deze ontwikkelingen lopen parallel aan een blijvend lage groei van de traditionele diensten bij de Post en de Telecommunicatie. De wijze waarop de PTT de talrijke toekomstige ontwikkelingen op de communicatiemarkt tegemoet zal kunnen treden wordt uiteraard mede bepaald door de definitieve besluiten naar aanleiding van het rapport van de commissie-Swarttouw en het, uitgaande van deze beslissing, aan de commissie-Steenbergen opgedragen onderzoek. Dit onderzoek betreft: «de voor de toekomst gewenste status, structuur, regelgevende taak en toezicht van en op het PTT-bedrijf». Voorde gelddiensten van de PTT zal het komende besluit inzake de oprichting van de Postbank van belangrijke invloed zijn op de toekomstige bedrijfsvoering van deze dienstonderdelen. §2. Post Onder invloed van een licht economisch herstel wordt ten aanzien van de ontwikkeling van het postverkeer voor de komende periode rekening gehouden met een jaarlijkse verkeersgroei van gemiddeld 1 %. Gelet op de jaarlijkse toeneming van het woningbestand met 90 a 100-duizend woningen, is deze verkeersgroei ontoereikend om de huidige postdichtheid (gemiddeld aantal stuks te bestellen post per woning) te kunnen handhaven. Dit heeft een nadelig effect op de produktiviteitsontwikkeling. Om dit effect te kunnen ondervangen is het streven erop gericht om, naast een wervend beleid ten aanzien van bestaande en een stimulerend beleid ten aanzien van nieuwe diensten, de verwerkingskosten zo laag mogelijk te houden. De in de afgelopen jaren tot stand gebrachte herstructurering van het postale verkeersbedrijf speelt hierbij een belangrijke rol. In aansluiting op de gereedgekomen expeditieknooppunten te Arnhem, Groningen, Roosendaal, Sittard en Utrecht zullen in de komende jaren nog nieuwe gebouwen voor expeditieknooppunten in gebruik worden genomen te Haarlem (1986), 's-Hertogenbosch (1987), Leeuwarden (1987) en 's-Gravenhage (1988). Elk van de twaalf expeditieknooppunten met een eigen perronaccommodatie voor het postvervoer per rail zal daarmee in een passend gebouw zijn gehuisvest. De concentratie van de postsortering op deze knooppuntkantoren maakt het mogelijk op rendabele wijze gebruik te maken van mechanisatie en van automatische verwerkingsapparatuur. De toepassing van de modernste technische mogelijkheden is voor de postdienst een voorwaarde om bij de vervulling van zijn maatschappelijke taak op de communicatiemarkt ook op de langere termijn de vereiste kwaliteit tegen een aanvaardbare prijs te blijven leveren. Het werkgelegenheidsaspect van deze maatregelen dient ook tegen deze achtergrond te worden bezien. Het inzetten van automatische sorteermachines gaat onvermijdelijk met enig verlies aan arbeidsplaatsen gepaard. In totaliteit zal de werkgelegenheid echter niet teruglopen want de toeneming van het aantal afgiftepunten in de bestelling en de groei van de totale hoeveelheid te verwerken post leveren een voldoende compensatie op. Een gunstig gevolg van de invoering van automatische postsortering is voorts, dat werkzaamheden wegvallen welke nu nog in de nachtelijke uren moeten plaatsvinden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
19
Tegen de achtergrond van de huidige economische omstandigheden zal in de komende periode veel aandacht worden besteed aan het marktaandeel van de Post wat de bezorging van geadresseerde stukken betreft. Een vermindering van dit marktaandeel zou namelijk afbreuk doen aan de vullingsgraad van het postale verkeersapparaat als gevolg waarvan op de gemiddelde kosten per stuk en daarmee op de tarieven een opwaartse druk zou worden uitgeoefend. Mede als gevolg van de heersende werkloosheid en het streven van gemeenten en instellingen bezuinigingen door te voeren is het aantal particuliere bezorgdiensten gegroeid en de zelfbezorging toegenomen. Het op dit gebied verloren gegane verkeer ligt in de orde van ca. V2 a 1% van het totale landelijke postverkeer. In sommige plaatselijke gebieden ligt dit percentage beduidend hoger. De indruk is opgedaan dat het verschijnsel mede is veroorzaakt door onvoldoende bekendheid met de PTT-tarieven. Vandaar dat het terugwinnen van dit verkeer vooral zal moeten plaatsvinden door een betere bekendmaking van de tarieven en mogelijkheden voor verzending van kleine partijen lokale/regionale post (bij de partijenpost vanaf 50 stuks per partij). Hiervoor bestaan reeds jaren lagere partijentarieven, waarbij de best mogelijke kwaliteit van dienstverlening wordt geboden. Daarnaast zal er ruime aandacht moeten zijn voor nieuwe behoeften in de markt. In goed overleg met het bedrijfsleven wordt nagegaan in hoeverre de postale dienstverlening beantwoordt aan de algemene en bijzondere behoeften. Zo is er ten aanzien van snel vervoer van poststukken een toenemende en geschakeerde behoefte te onderkennen. De Postdienst speelt daarop in met de Exprespost welke zowel de binnenlandse als de buitenlandse snelle dienstverlening omvat. Waar mogelijk maakt de Exprespost uiteraard gebruik van de vervoerscapaciteit, waarmee het massale dagelijkse postverkeer van gemiddeld 16 min. stuks wordt verwerkt. Waar nodig wordt afzonderlijk snel vervoer, per personentrein of per auto, ingelegd. Voor de loketdiensten wordt de komende jaren een geleidelijk afnemende groei verwacht, tenzij zich nieuwe opdrachtgevers met nieuw loketverkeer aandienen. Het toenemend gebruik van loketterminals als onderdeel van een goed geoutilleerd modern bedrijf biedt daartoe goede mogelijkheden. Toepassing van loketterminals werkt bovendien serviceverhogend voor het publiek. In aansluiting op de activiteiten van de Postgiro/Rijkspostspaarbank zullen in de regio Eindhoven/Tilburg in de loop van 1985 nieuwe terminals worden geplaatst. Tegelijkertijd zullen in dit gebied gelduitbetaalautomaten worden geïnstalleerd, zodat een beeld kan worden verkregen van het gedrag van klanten die voor het opnemen van geld de keuze hebben tussen gewone geldloketten, met terminals uitgeruste loketten en gelduitbetaalautomaten. Tevens zal een beter inzicht verkregen worden in de organisatorische, sociale en financiële aspecten van deze ontwikkeling. Tegen het einde der 80-er jaren kan het loketverkeer onder invloed van een verdere invoering van apparatieve betaalmogelijkheden een daling van het aantal chartale handelingen te zien geven. §3. Telecommunicatie Marktontwikkelingen Inleiding Verwacht wordt dat in de komende jaren de toepassing van nieuwe technologieën op het telecommunicatie-terrein in sterke mate zal plaatsvinden. De overdracht van spraak zal niettemin de eerste decennia de belangrijkste taak van de telecommunicatie blijven. In de eerstkomende periode zullen de nieuwe ontwikkelingen vooral toepassing vinden bij bedrijven en instellingen, met name op het gebied van tekst- en datacommunicatie.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
20
In toenemende mate zal er behoefte ontstaan aan integratie van telecorrv municatiefuncties (spraak, tekst, data); hiermee kan een waardevolle bijdrage en stimulans worden geleverd op het gebied van kantoorautomatisering. Gezien de complexiteit van deze problematiek is internationale samenwerking in dit kader, bij voorbeeld in de vorm van gezamenlijke marktstudies, noodzakelijk. Het beleid van de PTT is erop gericht haar aktieve rol ten aanzien van standaardiseren, coördineren en stimuleren van informatietransport en daarmee ook het gebruik, in deze te continueren en zonodig uit te breiden. Telecommunicatievoorzieningen nicatie)
voor het bedrijfsleven
(bedrijfstelecommu-
Algemeen Bij de introductie van nieuwe telecommunicatie-technieken en -diensten ten behoeve van het bedrijfsleven zal het accent worden gelegd op de diensten die stimulerend zijn voor de positie van het Nederlandse bedrijfsleven. Gezien het toenemend belang van telecommunicatievoorzieningen voor de bedrijven en met name de kwaliteitsaspecten ervan, zal met prioriteit worden gewerkt aan verdere verbetering van de service-organisatie, gebaseerd op de specifieke wensen van het bedrijfsleven. Hierbij zal met name ook aan de service-verlening in het weekend aandacht worden geschonken. De PTT stelt zich actief op om het bedrijfsleven te attenderen op en te voorzien van nieuwe telecommunicatiemogelijkheden. Hiertoe wordt het overleg met het bedrijfsleven geïntensiveerd. De voorlichtings- en adviesfuncties inzake telecommunicatiemogelijkheden voor het bedrijfsleven zullen daarbij een belangrijke factor zijn; de bedrijfstelecommunicatie-adviescentra en het informatieblad Telescope zijn daarvoor nuttige instrumenten gebleken. De PTT ziet voor zichzelf, als onderdeel van de dienstverlening, bij het leveren van telecommunicatie-apparatuur, een belangrijke taak op het gebied van standaardisatie en coördinatie van technische opzet, overdracht en stimuleren van het gebruik. Hiermee wordt de onderlinge samenwerking tussen apparatuur en systemen bevorderd, met een stimulerend effect op de ontwikkeling van het informatietransport en de informatie-uitwisseling. Agglomeratienetten Amsterdam en Rotterdam De groeiende informatiebehoeften van bedrijven en instellingen en de daarmee samenhangende groei van de informatiestromen in de stedelijke agglomeraties Amsterdam en Rotterdam zijn aanleiding geweest plannen te ontwikkelen voor versterking van de telecommunicatie-infrastructuur in deze agglomeraties. Ter voorziening in deze behoeften zal het noodzakelijk zijn op voldoende schaal verbindingen beschikbaar te stellen voor breedbandcommunicatie, onder meer voor datatransmissie met hoge snelheden, videoconferencing, de onderlinge koppeling van Local Area Networks (LAN) en de koppeling van digitale bedrijfscentrales. Deze verbindingen zullen ook mogelijkheden moeten bieden voor de diensten die in het kader van de SMS (Satellite Multi Services van Eutelsat) en IBS (Intelsat Business Services) geleverd kunnen worden (zie ook onder satellieten). Deze plannen, die voorzien in de aanleg van glasvezelnetten, zijn voor genoemde agglomeraties ontwikkeld omdat de geschetste behoeften zich daar het duidelijkst manifesteren. Ook voor andere agglomeraties zullen dergelijke plannen tot ontwikkeling worden gebracht, indien de marktbehoefte daartoe aanleiding geeft.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
21
Datacommunicatie De sterk toenemende behoefte aan verschillende toegangsmogelijkheden tot computers, databestanden, terminals etc. en aan snelle overdracht van informatie tussen deze apparatuur, onderstreept de maatschappelijke betekenis van telecommunicatie ten behoeve van het datatransport. Door uitbreiding van diensten en faciliteiten zullen de gebruiksmogelijkheden van het datanet in de komende jaren verder toenemen. Inmiddels zijn koppelingen van het openbare datanet met openbare datanetten in België, Frankrijk, West-Duitsland en het Verenigde Koninkrijk tot stand gekomen. Koppeling met dergelijke netten in andere landen, onder andere in de Verenigde Staten, wordt binnen afzienbare tijd gerealiseerd. Mede hierdoor zullen de mogelijkheden tot internationaal afwikkelen van dataverkeer sterk verruimen. Teneinde de toepassing van het datanet te bevorderen en de aantrekkelijkheid daarvan te verhogen zijn onlangs de datanettarieven verlaagd. De abonnementen voor X.25-aansluitingen van de onderscheiden snelheidsklassen zijn verlaagd met 7 tot 20%. Ook een aantal gebruikstarieven zijn verlaagd. De mogelijkheid hiertoe werd geopend door kostprijsverlagingen, die op deze wijze aan de gebruikers ten goede komen. Van deze tariefwijzigingen worden drempelverlagende effecten verwacht die potentiële gebruikers zullen stimuleren tot toepassing van het openbare geschakelde datanet in plaats van huurlijnconfiguraties. De nieuwe tarieven vertonen nu meer overeenkomst met de datanettarieven in de omringende landen. Voorts zijn tarieven bepaald voor PAD-aansluitingen (Packet Assembier Disassembler) waardoor ook apparatuur die niet is gebaseerd op de X.25 CCITT-standaard, het datanet als transportmedium kan gebruiken. De introductie van asynchrone PAD-aansluitingen wordt verwacht in het laatste kwartaal van 1984. Bedrijfstelefonie In het assortiment ten behoeve van de zakelijke markt zijn thans digitale bedrijfsinstallaties beschikbaar. Hiermee kunnen spraak, data en tekst binnen een bedrijf door dezelfde telecommunicatiecentrale worden verwerkt, zoals thans de telefonie door de telefooncentrale wordt verwerkt. Mobiele communicatie In toenemende mate wordt in de sector mobiele communicatie de schaarste aan radiofrequenties een probleem. Een goed en efficiënt beheer van de ether is dan ook noodzakelijk. De technologische otwikkelingen en onderzoekingen zijn vooral gericht op een efficiënter gebruik van de ether. Op middellange termijn zullen hierdoor nieuwe frequentiebesparende systemen beschikbaar komen. Het bevorderen van standaardisatie en efficiency is hierbij een belangrijke taak voor de PTT. Het Autotelefoon net 2 biedt naast enkele nieuwe faciliteiten - automatische overschakeling van staande gesprekken van het ene basisstation op het andere, doorschakeling van inkomende gesprekken naar een ander telefoonnummer - een ruime verkeers- en aansluitingscapaciteit, in eerste instantie voor 15000 en bij volledige uitbouw voor 50000 aansluitingen. In CEPT-verband wordt deelgenomen aan studies naar de mogelijkheden van een autotelefoonnet dat werkt in de 900 Mhz-band. Hierdoor zou een Europees net tot de mogelijkheden gaan behoren. Bij de semafonie zijn ontwikkelingen gaande, die kunnen leiden tot een eenvoudiger apparaat met 4 in plaats van 8 code-mogelijkheden, een compactere uitvoering en een betere bereikbaarheid in gebouwen. Dit apparaat zal populairder geprijsd kunnen worden dan de huidige apparaten. Verwacht mag worden dat het beoogde semafoon-apparaat een grote marktpotentie heeft. Daarnaast wordt een meer geavanceerde semafoon-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
22
ontvanger ontwikkeld, bestemd voor gebruikers die meer (met name alfa-numerieke) informatie met de semafoon willen ontvangen. Het streven is er op gericht beide ontwikkelingen in 1986 te realiseren. Interactieve videotex De door de PTT verzorgde openbare dienst Viditel blijkt vooral voor kleinzakelijke toepassingen een geschikt medium te zijn. Het betreft hier onder andere het verstrekken van specifieke informatie c.q. diensten ten behoeve van bepaalde doelgroepen. Het is te verwachten dat deze tendens zich de komende jaren zal voortzetten. Ook de vraag van particulieren naar Viditel-aansluitingen trekt aan. De mogelijkheid van koppeling via Vidipoort met bestanden die reeds in computers van bedrijven aanwezig zijn, zal de ontwikkeling van interactieve videotex in het algemeen en Viditel in het bijzonder stimuleren. Aandacht wordt besteed aan de internationale koppeling van openbare videotex-systemen en de verbetering van de gebruikers-vriendelijkheid van Viditel. Dit laatste zal evenwel, in verband met de daaraan verbonden technische problemen, geruime tijd vergen. Het aantal particuliere videotex-systemen neemt toe, waaruit af te leiden valt dat videotex steeds meer zijn weg vindt naar de gebruikers. Nu de regering haar standpunt met betrekking tot het rapport van de stuurgroep ter begeleiding van de praktijkproef met interactieve videotex heeft bepaald en zich met name heeft uitgesproken voor continuering van Viditel, kan een actiever marketingbeleid worden gevoerd. Tekstcommunicatie De introductie van de teletexdienst zal de ontwikkeling in deze sector in belangrijke mate beïnvloeden. Van een volwaardige teletexdienst is sprake wanneer de conversie telex-teletex is gerealiseerd. Dit zal in de loop van 1985 het geval zijn. Dan zullen telex- en teletexgebruikers onderling kunnen communiceren. Deze dienst vertoont grote overeenkomst met de huidige telexdienst, maar biedt een hogere snelheid van overbrengen van tekst (dertig maal sneller dan de telex) en een groter repertoire van letters, cijfers, leestekens en dergelijke. Deze dienst is als het ware een samengaan van tekstverwerking en tekstcommunicatie. Reeds nu kunnen teletexterminals verkeer afwikkelen via het datanet. In het leveringsprogramma van de PTT is op het gebied van tekstcommunicatie inmiddels een teletexterminal opgenomen. Het ligt in het voornemen de faciliteiten daarvan uit te breiden in de richting van toepassingen op het terrein van de kantoorautomatisering. In internationaal verband zijn protocollen overeengekomen, zodat internationale koppelingen mogelijk zijn. Memocom Eind 1984 wordt gestart met Memocom, een dienstverlening waarbij door middel van centrale intelligentie in het netwerk berichtenverkeer mogelijk wordt gemaakt tussen terminals met een beperkte intelligentie en veelal specifieke, niet geheel compatibele protocollen. De centrale intelligentie biedt eveneens conversie- en gateway-mogelijkheden. Koordloos toestel Er wordt gestart met een koordloos toestel. Het koordloos toestel dient ter complementering van het toestelassortiment en voorziet vooral in de behoefte op de zakelijke markt.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
23
Telecommunicatievoorzieningen voor particulieren Gegeven de marktsituatie met betrekking tot de woningtelecommunicatie, te weten een hoge mate van verzadiging van de vraag naar aansluitingen, richt de aandacht zich vooral op de toenemende gevarieerde behoefte aan telefoonapparatuur. In het recente verleden is het assortiment telefoonvoorzieningen reeds aanzienlijk uitgebreid. Op deze weg zal worden voortgegaan. Hometerminal Er is een uitgebreide studie verricht naar toepassingsmogelijkheden en gebruiksaspecten van de zogenaamde hometerminal; dat wil zeggen een terminal die naast spraakcommunicatie tevens andere telecommunicatiefuncties kan vervullen. Voorgenomen is om in 1987 op experimentele basis hometerminals te plaatsen. Verkeersdiensten In oktober 1984 zal de Service 06 worden ingevoerd waarbij enige nieuwe gebruiksmogelijkheden aan het telefoonnet worden toegevoegd: - telefonische antwoordnummers (de opgeroepene betaalt het gesprek); - incassodiensten (een deel van de gespreksprijs wordt uitbetaald aan de opgeroepene); - universeel toegangsnummer (één telefoonnummer voor geografisch gespreide aansluitingen, zoals 008, en voor Viditel) met een landelijk uniform tarief (bij gesprekken naar een abonnee van deze service geldt hetzelfde tarief, ongeacht waarvandaan in ons land men het gesprek voert). Openbare telefooncellen Het eerder herziene plaatsingsbeleid (afgestemd op de behoefte van passanten) vindt verdere toepassing, onder meer door het plaatsen van cellen bij herkenbare punten als stations en winkelcentra. Inbraken in telefooncellen en het vandalisme, waardoor mede het verlies in de hand wordt gewerkt, nopen tot het voortdurend treffen van nieuwe voorzieningen. Steeds vaker zullen ook telefooncellen naar andere, veiliger punten moeten worden verplaatst. De proeven met een ander type telefooncel - van verbeterde constructie - zullen worden voortgezet. Voorts zullen proeven worden voortgezet met «mobiele» cellen bij evenementen en tijdens het zomerseizoen in toeristische gebieden. Studies zijn gaande naar andere wijzen van betalen vanuit openbare telefooncellen, bijvoorbeeld het gebruik van een soort strippenkaart of een credit card. Technisch is dit zonder meer mogelijk, de vraag is echter of het ook economisch verantwoord is en of het voor de gebruiker wel een goede oplossing is. Uitgangspunt tot nu toe was dat iemand met pasmunt op zak in een telefooncel moet kunnen telefoneren. Dit uitgangspunt zou dan vervallen. Internationale communicatie Algemeen Nagenoeg het gehele internationale telefoon- en telexverkeer wordt automatisch afgewikkeld. Het internationale en vooral het intercontinentale telefoon- en telexverkeer is een sterk groeiende sector; mede als gevolg van de technologische en maatschappelijke ontwikkeling zal deze trend zich voortzetten en zal ook de internationale datacommunicatie zich sterk uitbreiden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
24
Satellieten Het grondstation voor satellietcommunicatie te Burum wordt uitgebreid met een derde en een vierde antenne. De indienststelling van de derde antenne kan in oktober 1984 en van de vierde antenne in januari 1985 plaatsvinden. Burum zal dan beschikken over twee antennes gericht op INTELSAT - satellieten boven de Atlantische Oceaan en twee antennes gericht op INTELSAT - satellieten boven de Indische Oceaan. In beide regio's wordt gebruik gemaakt van een zogeheten primary path satellite (waarop alle aan satellietverkeer deelnemende landen toegang hebben) en van een zogeheten major path satellite (waarop het verkeer met de belangrijkste relaties wordt afgewikkeld). De uitbreiding van het grondstation hangt samen met de sterke groei van het intercontinentale verkeer (vooral telefonie), waaronder met name het verkeer met het Verre Oosten. De tien belangrijkste relaties (waaronder Singapore, Hong Kong, Indonesië, Japan en Australië) gaven in 1983 tesamen een groei van het telefoonverkeer te zien van 15%. Via de antennes die gericht zijn op de satellieten boven de Indische Oceaan, wordt ook verkeer afgewikkeld afkomstig van of bestemd voor Noorwegen, Zweden, Denemarken, Finland, Ierland en België. Voorts zijn Nederland en België overeengekomen van eikaars grondstations gebruik te maken voor de verkeersafwikkeling via de satellieten boven de Atlantische Oceaan. Naast satellieten spelen in het intercontinentale verkeer ook kabels in de relatie met de meeste bestemmingen nog een belangrijke rol, mede uit overwegingen van risicospreiding en veiligstelling van het verkeer. Zo neemt Nederland deel aan zeekabelprojecten naar het Verre Oosten en naar Amerika. Kabel-en satellietverbindingen in de Noord-Atlantische regio zijn qua kosten onderling concurrerend. De kosten van kabelverbindingen naar het Verre Oosten zijn hoger dan die van satellietverbindingen als gevolg van de grote afstanden. Naar verwachting zal in 1985 een begin worden gemaakt met een nieuwe dienstverlening via satellietverbindingen, welke in Europees verband bekend staat onder de naam Satellite Multiservice System (SMS). Met een dergelijk systeem heeft een onderneming de flexibele beschikking over digitale, breedbandige telecommunicatieverbindingen voor geïntegreerd gebruik zoals voor vergaderingen met beeldoverdracht, facsimilé, (snelle) data etc. De PTT heeft inmiddels voorbereidingen getroffen tot de bouw van een grondstation te Rotterdam, waarmede de SMS-diensten in het gehele land kunnen worden aangeboden. In het verkeer met Noord-Amerika worden vergelijkbare diensten geleverd door Intelsat Business Services (IBS). Plaatsing van een grondstation in Nederland voor deelname aan IBS ligt in het voornemen. Glasvezel zeekabel In samenwerking met Engeland, West-Duitsland en België wordt deelgenomen aan de aanleg van een glasvezelkabel tussen Engeland en België. Deze kabel zal medio 1985 worden opgeleverd, waarna proefnemingen kunnen aanvangen. Na een proefperiode van twee jaar zal deze kabel medio 1987 operationeel worden. Voorts neemt Nederland met andere CEPT-landen deel aan een zeekabel-project, uit te voeren met glasvezelkabel tussen de Verenigde Staten en Europa. De oplevering van deze kabel zal medio 1988 geschieden. Tarieven Lokale tijdtelling In januari 1986 zal een begin worden gemaakt met de invoering van lokale tijdtelling. Het gebied waarvoor dit geldt is het lokale net (abonnees
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
25
met hetzelfde netnummer). Gestart zal worden in de drie grote steden. In de eerste helft van 1986 zal de lokale tijdtelling in de rest van Nederland worden ingevoerd. Het tarief bedraagt 1 telimpuls per 5 minuten buiten vrije tijd en 1 telimpuls per 10 minuten in vrije tijd. Technische ontwikkelingen Schakelapparatuur In het begin van de jaren zeventig is een aanvang gemaakt met het installeren van computerbestuurde telefooncentrales. Momenteel is bijna 40% van het aantal telefoonabonnees op een computerbestuurde semi-elektronische centrale aangesloten. In oktober 1984 zal een aparte computerbestuurde centrale in dienst worden gesteld voor Service 06 als beschreven onder het hoofd verkeersdiensten. In het kader van de modernisering van het Nederlandse telecommunicatienet is een aanvang gemaakt met het geleidelijk vervangen van de oudste typen elektro-mechanische centrales door digitale. Begonnen wordt met de vervanging van knooppunt- en districtscentrales. Voor de digitale eerste orde verkeerscentrales in Amsterdam, Hengelo, Leeuwarden, Nijmegen en Zwolle is gekozen voor het systeem 5 ESS-PRX. De systeemkeuze voor andere centrales is nog gaande. De thans aanwezige computerbestuurde analoge centrales kunnen zonder problemen nog 20 jaar mee. Door toepassing van digitale centrales zal, in combinatie met de reeds in gang zijnde digitalisering van het transmissienet, een volledig digitaal net ontstaan voor telefonie, dat ook geschikt is voor datacommunicatie. Deze ontwikkeling sluit aan bij de reeds vermelde ontwikkelingen op het gebied van de kantoorautomatisering en de informatieverwerking. Tevens worden hierdoor mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe toepassingen geboden. Transmissiemiddelen Digitalisering In de komende jaren zal zowel om technische en economische redenen als op basis van toekomstige vraag van de gebruikers de digitalisering van het interlokale transmissienet worden voortgezet. Met glasvezelverbindingen op lange afstand zal een aanvang worden gemaakt. Zodra de prijs/ prestatieverhouding, in vergelijking met de coaxiale kabel, dit toelaat, zal de glasvezelkabel op den duur het bij uitstek geschikte kabeltype voor dit netvlak worden. Onlangs is een tweetal glasvezelroutes tussen de beide verkeerscentrales te Rotterdam ten behoeve van het telefoonverkeer in dienst gesteld. De kabels zijn ingericht volgens het monomode-systeem, waarbij over één vezel - beide kabels omvatten 6 vezels - 1920 telefoongesprekken tegelijkertijd kunnen worden afgewikkeld. Hierbij is sprake van een Europese primeur. Deze verbindingen passen in de toekomstige structuur van het genoemde transmissienet voor het lange en middellange afstandsverkeer. Dit net zal in 1988 zover gevorderd zijn dat dan de in alle 22 technische districten beschikbare digitale verkeerscentrale-eenheden verbonden zullen zijn door digitale straal-, coax- of glasvezelverbindingen. Digitalisering lokale netten Toepassing van digitale transmissiesystemen of van nieuwe transmissiemiddelen, bijvoorbeeld coaxiale, of glasvezels in lokale netten, wordt onderzocht. De huidige prijs/prestatieverhouding verhindert nog de toepassing op grote schaal. Ook in andere landen wordt glasvezel voor operationele toepassing in lokale telefoon- of kabeltelevisienetten momenteel nog te duur geacht.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
26
L-SAT Door de PTT zal worden deelgenomen aan de experimenten met de in 1986 of 1987 te lanceren Europese satelliet L-SAT (large satellite). Deze omvatten communicatie- en propagatie-onderzoek met behulp van het experimentele grondstation in Nederhorst den Berg. In samenwerking met de Technische Hogeschool te Delft zullen experimenten worden uitgevoerd met antennes op de TH en op het Dr. Neherlaboratorium. De samenwerking met de Technische Hogescholen zal in de vorm van door de PTT opgedragen contract-research geschieden. L-SAT zal waarschijnlijk een omroep-transponder hebben ten behoeve van een europees satelliet-programma ten behoeve van de EBU. Omroep In opdracht van de N.V. NOZEMA zullen voor 1988 alle band-IV/V televisiezenders worden vervangen door een moderner type. Door toepassing van de een nieuw type zendbuis worden hierbij energiebezuinigingen bereikt. Deze televisiezenders zullen geschikt worden gemaakt voor het stereofonisch uitzenden van het bijbehorende geluidskanaal. Tradtionele televisie-ontvangtoestellen kunnen op de oude wijze dat geluid ontvangen. §4. Gelddiensten Op 27 april 1984 heeft de regering het ontwerp-Postbankwet en het bijbehorende ontwerp-Personeelswet Postbank aan de Tweede Kamer aangeboden. Uit een oogpunt van voorbereiding wordt rekening gehouden met de totstandkoming van de Postbank op 1 januari 1985. De hieronder geschetste ontwikkelingen zullen zich voortzetten in de Postbanksituatie. Zo zal de mate van automatisering van het betalingsverkeer in de komende jaren toenemen als gevolg van toepassing van moderne randapparatuur; de mate waarin is sterk afhankelijk van de reactie van de consumenten als eindgebruikers van de nieuwe faciliteiten (gelduitbetalingsautomaten, betaalautomaten en home-terminals). De Postgiro/Rijkspostspaarbank beschikt over een omvangrijk klantenbestand in de betaalsector, waardoor toepassing op landelijke schaal goed mogelijk zullen zijn ten voordele van bedrijfsleven en consumenten. Met name van de kant van die sectoren van het bedrijfsleven welke dagelijks een groot aantal kleinere kassabetalingen te verwerken hebben (zoals warenhuizen en benzinestations) wordt een toenemende belagstelling verwacht. Thans bevinden zich de eerste toepassingen van elektronisch betalen nog in een experimenteel stadium. Begin 1985 zal de Postgiro/Rijkspostspaarbank in samenwerking met de banken en de benzinemaatschappijen in de regio Eindhoven/Tilburg een POS-proef opzeten. In dezelfde regio zullen bij postkantoren gelduitbetalingsautomaten worden geplaatst. Overigens zal nog gedurende vele jaren het conventionele betaalsysteem blijven bestaan naast het elektronische. Ten behoeve van de voorgenomen proefnemingen zal een nieuwe betaalpas, voorzien van een magneetstrip, worden uitgegeven. Deze zogenaamde giromaatpas, bruikbaar zowel voor conventioneel als elektronisch betalen en geld opnemen, zal de komende jaren geleidelijk aan beschikbaar worden gesteld aan alle rekeninghouders, die een vergunning hebben voor het gebruik van gegarandeerde betaalmiddelen; de nieuwe pas zal namelijk tevens een belangrijk middel tot fraudepreventie zijn. De Postbankwetgeving zal ruimte scheppen om de belangrijkste financiële diensten voor zakelijke rekeninghouders als rekening-courantkrediet en termijndeposito's op de markt te kunnen brengen. Daarmee zal geleidelijk aan de dalende tendens in de omvang van het saldotegoed op zakelijke rekeningen kunnen worden omgebogen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
27
Het buitenlands betalingsverkeer van Postgiro/Rijkspostspaarbank is een beperkte, maar wezenlijke faciliteit en dient aan de eisen van de tijd te blijven voldoen. Inmiddels is de Postgiro/Rijkspostspaarbank lid geworden van SWIFT, het internationale datatransmissie-systeem, om aldus met correspondentbanken over de gehele wereld op snelle wijze opdrachten uit te wisselen. Na de noodzakelijke voorbereidingen zal deelname aan SWIFT in 1985 effectief kunnen zijn. Uiteraard blijft daarnaast de relatie met buitenlandse girodiensten bestaan. Zoals op 19 maart 1984 aan de Tweede Kamer is bericht vermindert de behoefte aan arbeidscapaciteit in de komende jaren met ca. 1310 dagtaken als gevolg van de conversie van ponskaart naar optisch leesbare formulieren, het kostenbeheersingsonderzoek, het Nationaal Betalingscircuit en in een later stadium het doorwerkend effect van de verdergaande automatisering van het betaalverkeer. Wel zal de S 06-dienstverlening bij de postgiro tot enig verlies van arbeidsplaatsen bij de 0017-dienst van de Post leiden. Naast deze daling zal echter een toeneming van de werkgelegenheid met 280 dagtaken optreden als gevolg van de reeds geplande wervingsbehoefte 1984 en de projecten «S 06-informatiefunctie» en «uitbreiding dienstbetoon aan zakelijke relaties». Dit resulteert in een per saldo teruglopende werkgelegenheid van ca. 1030 plaatsen ofwel ca. 10% van de huidige bezeting. § 5. Marktontwikkelingen In het onderstaande overzicht wordt van een aatal belangrijke verkeerscategorieën de verwachte ontwikkeling voor de periode 1985 t/m 1989 weergegeven.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
28
Overzicht ontwikkeling verkeer Eenheid
1985
1986
1987
1988
1989
Post Losse post
binnenland
Brieven/briefkaarten Drukwerken Pakjes/postpakketten
min. min. min.
999 385 47
1 011 389 47
1 022 401 47
1 033 405 47
1 044 409 47
Totaal
min.
7 431
/ 447
1 470
7 4S5
7 500
Brieven/briefkaarten Dagbladen/periodieken Overige partijenpost
min. min. min.
1 376 656 908
1 399 650 947
1 421 649 952
1 440 653 956
1 454 656 962
Totaal
min.
2 940
2 996
3 022
3 049
3 072
min.
4 371
4 443
4 492
4 534
4 572
Partijenpost
Totaal binnenlandse
briefpost
Telegrafie 1 000 1 000
Nettovraag telexaansluitingen Aantal telexaansluitingen ultimo
0,4 38,7
0,6 38,1
0,2 39,2
0,4 38,8
0,1 39,1
Telefonie Nettovraag telefoonaansluitingen Aantal telefoonaansluitingen ultimo Toeneming aantal aansluitingen Totale aanleg telefoonaansluitingen Geregistreerde aanvragers ultimo Lokale gesprekken Interlokale gesprekken Internationale gesprekken
131 5 744 135 656 55 3 170 2 540 125
121 5 865 121 652 55 3 265 2 635 136
116 5 981 116 654 55 3 360 2 740 148
110 6 091 110 654 55 3 455 2 845 161
104 6 195 104 656 55 3 555 2 955 174
1 000 min. gld. min.
5 185 16 300 749
5 275 16 575 748
5 355 16 900 748
5 425 17 300 748
5 485 17 800 749
1 000 min. gld. min. gld.
7 330 23 000 7. 340
7 385 24 100 7. 210
7 405 25 400
7410 26 900 0
7415 28 600 100
1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 min. min. min.
PCGD Aantal girorekeningen ultimo Saldotegoed gemiddeld Aantal transacties RPS Aantal spaai rekeningen Inleggerstegoed gemiddeld Spaarveischil excl. bijgeschreven ren te
7. 100
§ 6. Sociaal beleid Bedrijfsmatige
ontwikkelingen
De richting van het sociaal beleid wordt sterk bepaald door de bedrijfsmatige en markt-georiënteerde ontwikkelingen, alsmede door maatschappelijke en politieke invloeden. De effecten hiervan zijn vaak tegenstrijdig. Het personeelsbeleid draagt mogelijkheden aan zo te reageren dat de PTT haar functie in de maatschappij kan blijven vervullen. Steeds vindt een afstemming plaats op de snelle ontwikkelingen en indringende eisen die techniek en commercie stellen. a.
Arbeidsvoorwaarden
Het PTT-bedrijf zal zich moeten inspannen om in concurrerende sectoren van de arbeidsmarkt te kunnen beschikken over passende arbeidsvoorwaarden. Daarom zal verdergaand overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken nodig zijn. Met dit overleg is een begin gemaakt.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
29
De overheid vraagt van haar ambtenaren solidariteit ten opzichte van de niet-werkenden in de vorm van arbeidstijdverkorting en inlevering van inkomen. Gemotiveerd personeel is voor het bedrijf van essentieel belang. In dit opzicht zou het gewenst kunnen zijn na te gaan hoe de PTT ruimte ware te verlenen, met name op het terrein van de arbeidsvoorwaarden. Het gaat er in dit verband om te bezien in hoeverre het mogelijk is bij vele noodzakelijke reorganisaties armslag te verkrijgenten aanzien van bijvoorbeeld toepassing van regelingen op het terrein van woon-werkverkeer, verplaatsing, afbouwregeling onregelmatige diensten en afvloeiingsregeling. De invoering van de ARBO-wet in het PTT-bedrijf betekent inhoudelijk een voortzetting van het gevoerde personeelsbeleid waarin de Bedrijfsgeneeskundige Dienst van oudsher een belangrijke functie vervult. De medezeggenschap op dit punt wordt waar mogelijk gelegd op het niveau van de diensteenheid. Een ongevallenregistratie wordt opgezet voor de jaarverslaglegging. De dienstonderdelen stellen een activiteitenplan op waarin zij een overzicht geven van activiteiten en maatregelen, die in de eerste fase van de ARBO-wet moeten worden ondernomen. b.
Personeelsvoorziening
Door technologische en marktontwikkelingen is het meer dan voorheen noodzakelijk nieuwe functies te bezetten met mensen die extern worden geworven. Dit is nodig omdat de vereiste kennis en ervaring binnen PTT schaars is. Door om- en bijscholing kan hierin slechts gedeeltelijk worden voorzien. De deelname van vrouwen in de middelbare en hogere rangen is gering. Daarom zal in het aanstellings- en bevorderingsbeleid voor die werkvelden waarin vrouwen ondervertegenwoordigd zijn, in het geval van gelijke geschiktheid, aan vrouwelijke kandidaten de voorkeur worden gegeven. Dit zal worden geconcretiseerd door middel van streefcijfers voor dienstonderdelen en worden getoetst aan ontwikkelingen in de feitelijke personeelsbezetting. Promotiemogelijkheden voor vrouwen zullen worden geschapen door functie-opleidingen en studiefaciliteiten, en er zijn besluiten genomen om een aantal belemmeringen, die vrouwen ontmoeten in de combinatie van gezinstaken en loopbaan, weg te nemen. In het wervingsbeleid zal aan de positie van jeugdigen nadrukkelijk aandacht worden geschonken. c. Motivatie van personeel Een doorslaggevende factor voor het al dan niet bereiken van bedrijfsdoelstellingen vormt de inzet van alle personeelsleden. De hieruit voortvloeiende eisen die aan de personeelsleden worden gesteld, waarvan met name genoemd de kwaliteit in de te leveren prestaties, zijn een levensnoodzaak voor de PTT die voor de markt zijn produkten en diensten levert en dat in toenemende mate doet in concurrentie met anderen. § 7. Investeringen Op basis van het in de vorige paragrafen uiteengezette beleid kunnen voor de periode 1984 tot en met 1989 benodigde investeringsmiddelen als volgt nader worden gespecificeerd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
30
Kapitaaluitgeven 1984 t/m 1989 Min. gld./prijzen betrokken jaar
1984
1985
1986
1987
1988
1989
272 104
250 92
219 93
219 92
253 107
263 111
334 180
380 164
359 158
358 166
402 164
418 170
Gebouwen Huistelefonie Cellen Bedrijfsmiddelen
77 96 8 84
68 93 8 66
84 100 8 42
90 101 8 55
104 112 8 50
108 116 8 52
D.
75
94
113
113
123
128
55
67
102
99
113
117
194 88
164 106
175 95
178 95
104 126
80 145
I. A.
Telecommunicatie Lokale voorzieningen
Telefonie
Lokale kabels Toestellen B. Verkeersvoorzieningen
Telefonie
Centrale inrichtingen Interlokale verbindingsmiddelen C. Diversen
Telegrafie
E. Mobilofie,
II.
Semafonie en Radio
Post
Gebouwen Posttechnische voorzieningen
III.
PCGD
60
60
60
60
60
60
IV.
Overige dienstonderdelen
66
73
101
109
51
40
V.
Automobielen
44
46
47
48
49
50
VI.
Deelnemingen e.d.
23
14
14
14
14
14
1760
1745
1770
1805
1840
1880
Totaal
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
31
Balans van de PTT-diensten (exclusief de PCGD) per 31 december 1983 (in duizenden guldens) Passiva
Activa in het bedrijfwerkzaam: bedrijfsmiddelen in gebruik daarop afgeschreven bedrijfsmiddelen in uitvoering totaal bedrijfsmiddelen deelnemingen verstrekte leningen belegd pensioenfonds voormalig radiodistributiepersoneel voorraden debiteuren bedrijfsmiddelen op lease-contract buitenlandse administraties h/r buitenlandse administraties o/r rekening courant met Postgiro geldmiddelen
totaal niet in het bedrijf werkzaam: bij het Rijk belegd(e) reserve brandschade, automatiseringsfonds, algemene reserve en vernieuwingsfonds
29 678 539 14 189 977 15 488 562 461 863
15 950 425 65 862 5 430
in het bedrijf werkzaam: kapitaal verstrekt door het Rijk verminderd met de normale aflossing daarop extra afgelost wegens afschrijving op vervangingswaarde kapitaalschuld aan het Rijk herwaardering bedrijfsmiddelen herwaardering voorraden
12576615 4 223 923 8 352 692 8 285 124 134 126 8 419 250
9 466 750 225 1 692 328 32 939 357 583 7 589 852 511
19 724 358
8 784 596
pensioenfonds voormalig radiodistributiepersoneel crediteuren crediteuren wegens lease-verplichtingen buitenlandse administraties h/r buitenlandse administraties o/r Rijkspostspaarbank saldo in rekening-courant met Ministerie van Financiën
9 466 1 222 293
12 958 544 134 4 626 1 158 939 19 724 358
totaal niet in het bedrijf werkzaam: reserve brandschade automatiseringsfonds algemene reserve vernieuwingsfonds
107 569 30 545 1 090 437 7 556 045 8 784 596
totaal
28 508 954
totaal
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
28 508 954
32
Balans van de Postcheque en Girodienst per 31 december 1983 (in duizenden guldens) Passiva
Activa in het bedrijf werkzaam: liquide middelen debiteuren lopende rente van de beleggingen diversen rekeninghouders beleggingen op korte termijn daggeldleningen schatkistpapier kasgeldleningen rijksschatkist overige
33 196 607 327 17 060 624 387 250 890
-
voorraden bedrijfsmiddelen bedrijfsmiddelen in gebruik daarop afgeschreven
285 803 70 978
herwaardering bedrijfsmiddelen crediteuren opgenomen gelden diversen
81 000 975 900 2 022 634
214 825 210371 964 758 106 699
370 117 3 449 651
beleggingen op lange termijn obligaties onderhandse leningen
in het bedrijf werkzaam: kapitaal kapitaal verstrekt door het Rijk verminderd met de normale aflossing daarop extra afgelost wegens afschrijving
rekening-courant met PTT rekeninghouders
1 071 457 7 589 16 281 482
1 707 356 11 295 048 13 002 404 915 686 389 262 108 424 281
bedrijfsmiddelen in uitvoering
424 281 17 785 724
niet in het bedrijf werkzaam: belegde reserve koersverschillen totaal
806 065
niet in het bedrijf werkzaam: reserve koersverschillen
18 591 789
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 600 hoofdstuk G, nr. 2
17 785 724 806 065 18 591 789
33
RIJKSPOSTSPAARBANK Voor 1985 wordt het spaarverschil, dat is het verschii tussen inleggingen en uitbetalingen op spaarrekeningen, geraamd op -/- f340 min. Als gevolg van de rentebijschrijving zal het gemiddelde spaartegoed toch toenemen met f940 min. tot f 23 000 min. De groei van de beleggingen in hypotheken en consumptief krediet zal zich voortzetten. De baten zullen in 1985 met f87 min stijgen tot f 2357 min. Deze toename zal nagenoeg geheel het gevolg zijn van de hogere rente van de beleggingen als resultante van een groter belegd bedrag en een lager gemiddeld rendement. Het rendement op beleggingen zal negatief worden beïnvloed door de met name ten opzichte van de periode 1980 tot en met 1982 lagere rente op de geld- en kapitaalmarkt. De rentevergoeding zal in 1985 f1350 min. bedragen en daarmee f70 min. hoger uitkomen dan in 1984. Deze toeneming vloeit voort uit de groei van het spaartegoed en een stijging van de gemiddelde rentevergoeding door substitutie van laagrentende spaarvormen in hoogrentende spaarvormen. Voornamelijk als gevolg van de loon- en prijsstijging zullen de administratiekosten met f 11 min. toenemen tot f 274 min. Door de reeds genoemde toename van de baten met f87 min. en een toeneming van de lasten met f81 min. zal het resultaat voor belasting met f 6 min. stijgen. De rentetarieven voor de beleggings- en spaarvormen zullen worden aangepast aan de rente-ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt. Mede gezien de onzekerheid ten aanzien van de rente-ontwikkeling en de mate van invloed op de rente van de beleggingen en de rentevergoeding is het resultaat moeilijk voorspelbaar. De vennootschapsbelasting is bepaald op basis van de wettelijke afbouwregeling voor de spaarbankvrijstellingen. In 1985 zal de vennootschapsbelasting f 99 min. bedragen (in 1984 f 94 min.), zodat het resultaat na belasting uitkomt op f 634 min. Dit wederom zeer gunstige resultaat wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de onevenwichtige balansstructuur van de RPS en de dalende kapitaalmarktrente in de afgelopen jaren. Dit resultaat zal voor f 165 min. worden gereserveerd en ingevolge artikel 13 van de wet op de Rijkspostspaarbank voor f469 min. worden uitgekeerd aan het Rijk. Het aantal spaarhandelingen via het postkantoor zal als gevolg van een voortgaande giralisering van het spaarverkeer blijven afnemen. Het bedrag van f9 min. voor de aanschaffing van bedrijfsmiddelen in 1985 is bestemd voor investeringen in bestaande gebouwen, apparatuur en meubilair.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
34
Balans van de Rijkspostspaarbank per 31 december 1983 (in duizenden guldens) Activa
Passiva
liquide middelen giro-en kasmiddelen rekening-courant met PTT banken
24 539 4 626 1 267 30 432
debiteuren lopende rente van de beleggingen diversen vooruit betaalde kosten beleggingen op korte termijn daggeldleningen schatkistpapier kasgeldleningen overige
798 748 39 266 838 014 3 183
reservefonds herwaardering bedrijfsgebouwen voorziening onroerend goed voorziening kredietverlening toevertrouwde middelen crediteuren opgenomen gelden afdracht aan het Rijk Vennootschapsbelasting diversen
3 241 794 67 14 22 21 611
100 468 673 963
1 517 963 158 129
27 925 33 252 1 737 269
391 540 1 028 392
717 400 950 605 2 353 672
beleggingen op lange termijn obligaties onderhandse leningen hypotheken aan particulieren consumptief krediet aandelen onroerend goed
3 8 9 1
155 153 843 141 706 694 058 976 160818 194 246 23 119 028
bedrijfsmiddelen bedrijfsmiddelen in gebruik daarop afgeschreven
416409 65 471 350 938
bedrijfsmiddelen in uitvoering totaal
Gelet op het bepaalde in artikel 25a, vierde lid jo derde lid, onder b van de Wet op de Raad van State is de Raad van State van oordeel, dat openbaarmaking van het te dezer zake uitgebrachte advies achterwege dient te blijven (z.g. blanco advies).
— 26 695 267
26 695 267
De Minister van Verkeer en Waterstaat, N. Smit-Kroes
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18600 hoofdstuk G, nr. 2
35