Tweede Kamer der Staten Generaal
2
Vergaderjaar 1992-1993
21 516
Rampenbestrijding
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 13 november 1992 1. Inleiding
Op 3 november jl. heb ik met de firma Siemens Nederland N.V. een overeenkomst gesloten voor de aanleg en de instandhouding van een nieuw waarschuwingsstelsel. Gaarne informeer ik u over de opzet van het nieuwe systeem, de gevolgde procedure van aanbesteding en gunning, de hoofdlijnen van de overeenkomst en de wijze waarop het nieuwe stelsel zal worden gereali– seerd en ingevoerd. 2. De opzet van het nieuwe systeem
Het politieke besluit voor een nieuw waarschuwingsstelsel werd genomen in het kader van de besluitvorming over de voorlichting bij grootschalige rampen en incidenten (Kabinetsstandpunt naar aanleiding van het advies van de Commissie VORAMP, TK, 1989-1990, 21 516, nr. 1 d.d. 12 april 1990). «(...) Het oude sirenenet wordt vervangen door een modern op de huidige risico's afgestemd en selectief waarschuwings– systeem (...)». Het nieuw ontwikkelde waarschuwingsstelsel bestaat uit een landelijk dekkend netwerk van elektronische sirenes, die apart en/of groepsgewijs draadloos vanuit de alarmcentrale van de regionale brandweer kunnen worden ingeschakeld. De belangrijkste randvoorwaarden voor het nieuwe systeem zijn: - technische betrouwbaarheid; - optimale dekking; - maximale selectiviteit. De eis van technische betrouwbaarheid is vertaald in toepassing van nieuwe technologie ( onderhoudsvrije/-arme elektronica), draadloze
215832F ISSN0921 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1992
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 21 516, nr. 3
aansturing via radio in plaats van inschakeling via telefoonverbindingen en de beschikbaarheid van noodvoorzieningen voor o.a. de bediening en de energievoorziening. Ten aanzien van de dekking wordt gestreefd naar een zodanige planning van het geluidsbereik dat elke burger waar hij zich ook bevindt, gewaarschuwd kan worden. De keuze van de lokaties en het type sirene (licht, zwaarder, zwaar) worden echter wel primair afgestemd op woonkernen en tijdelijke concentratiegebieden zoals recreatiecentra. In risicogebieden wordt de dekkings-eis strikter gehanteerd dan in regio's waar relatief weinig (directe) risico's zijn. Anders dan bij het huidige net, waarbij de sirenes alleen groepsgewijs kunnen worden aangezet, kan in het nieuwe stelsel elke sirene afzon– derlijk worden geactiveerd. De mogelijkheid van (elke vorm van) groeps– gewijze aansturing blijft uiteraard gehandhaafd. Daarmee kan volledig worden voldaan aan de eis van selectiviteit. Met het nieuwe stelsel wordt waarschuwing van de bevolking maatwerk. Aan de ene kant moet iedereen kunnen worden bereikt, anderzijds moet het gebied waarin wordt gewaarschuwd, goed kunnen worden afgebakend. Alleen degenen voor wie de waarschuwing is bestemd, wordt geïnformeerd. 3. De aanbesteding en de gunning Gelet op het vermoedelijke beloop van de aanneemsom, valt de opdracht binnen de werkingssfeer van de EG-voorschriften ten aanzien van de aanbesteding van overheidsopdrachten. De vernieuwingsoperatie is dan ook aanbesteed onder toepassing van de «EG-Coördinatierichtlijn 77/62 ten aanzien van overheidsopdrachten voor leveringen». Aanvullend is een «Regeling Inschrijving en Aanbe– steding vernieuwing waarschuwingsstelsel» opgesteld. De aankondiging van de opdracht vond plaats in het EG-Publikatieblad 5.59/38 d.d. 26 maart 1991. Gelet op de aard en de omvang van de geïnteresseerde bedrijven, werd besloten de long list tevens te hanteren als short list; allen werden in de gelegenheid gesteld aan de verdere procedure van inschrijving en aanbesteding deel te nemen, hetzij als kandidaat-hoofdaannemer hetzij als kandidaat voor een of meerdere onderdelen van de opdracht. In de periode april 1991-december 1991 is de aanvraagspecificatie tot stand gekomen. In dit proces hebben de aangemelde bedrijven gepartici– peerd via twee schriftelijke rondes van vragen en opmerkingen, in beide gevallen afgesloten met een zogenaamde Pre-bid meeting. Hierbij werd tevens inzicht geboden in het proces van offerte-evaluatie en leveran– cierskeuze. Op 23 december 1991 werd de aanvraagspecificatie aan de kandidaat-inschrijvers aangeboden. De dag van aanbesteding werd vastgesteld op 14februari 1992. Op 14februari 1992 dienden zeven bedrijven of combinaties van bedrijven hun inschrijving in. Vijf aanbiedingen hadden betrekking op het gehele project, twee bedrijven dongen mee naar projectonderdelen. Van het verloop van de aanbesteding is Proces-Verbaal opgemaakt. De evaluatie van de offertes verliep volgens een vooraf vastgestelde methodiek en in een vooraf vastgestelde organisatie-structuur. De
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 21 516, nr. 3
aanbiedingen zijn per discipline (techniek, commerciëel, juridisch, finan– cieel-economisch en kwaliteitszorg) door Offerte-evaluatie-teams beoor– deeld op de eisen en wensen uit de aanvraagspecificatie. In aanvulling op de fase van «desk research», zijn in een daarop volgende fase van «field research», de aangeboden sirenes door TNO/lnstituut voor Zintuig– fysiologie beoordeeld op hun akoestische eigenschappen en zijn de hoofdaannemers en hun belangrijkste toeleverancier doorgelicht op hun niveau van kwaliteitszorg. Op 9 juli 1992 heb ik ingestemd met het advies van de Evaluatiecom– missie om de firma Siemens in principe aan te wijzen als beoogd hoofd– aannemer. De daarop volgende onderhandelingen over de precieze formulering van de contractvoorwaarden werden met succes afgerond. Op 3 november 1992 kon deze fase via de contractondertekening worden afgesloten. Ik heb door Twijnstra Gudde, Management Consultants, op het gehele proces van aanbesteding, gunning en contractopstelling een contra– expertise laten uitvoeren. Het proces bleek volgens de geldende regels te zijn doorlopen en in het contract bleken de belangen van de Staat in ruime mate te zijn veilig gesteld c.q. risico's te zijn afgedekt. 4. De overeenkomst op hoofdlijnen De overeenkomst is tot stand gekomen op basis van de overweging dat de contractpartners beide het gevoel moeten hebben dat hun belangen evenwichtig zijn gediend en hun risico's evenwichtig zijn verdeeld. Dat gevoel is bij beiden in ruime mate aanwezig, de realisatie wordt aangepakt vanuit een gemeenschappelijk besef van gedeelde verantwoordelijkheid. In de overeenkomst zijn afspraken vastgelegd ten aanzien van de volgende hoofd-elementen: De omvang van het project Het nieuwe net wordt aangelegd in de periode 1993-1996 en vervolgens in stand gehouden tot en met 2016. Om aard en omvang te bepalen, maken initiële dekkingsplannen voor elke brandweer-regio deel uit van de overeenkomst. De tijdplanning In de overeenkomst is een tijdschema opgenomen, waarin per regio is aangegeven wanneer met de installatie wordt begonnen en wanneer elk nieuw deelstelsel moet worden opgeleverd. De prijs en wijze van betaling De aanneemsom bedraagt 120 miljoen gulden. Met de aanleg is een bedrag gemoeid van 95 miljoen, de instandhouding over twintig jaar kost 25 miljoen. De investeringen zullen in de aanlegperiode worden betaald, het onderhoud wordt betaald in twintig jaarlijkse termijnen. De initiële dekkingsplannen vormen de grondslag voor deze bedragen. Mutaties in de definitieve regionale plannen werken uiteraard door in de prijsstelling voor de aanleg en het onderhoud. Afspraken over eenheidsprijzen, meer-/minder kosten, verrekening van onvoorzien en extreem onderhoud, indexering, verrekening van schom– melingen in valutakoersen e.d. maken deel uit van de overeenkomst.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 21 516, nr. 3
De kwaliteit van het produkt In de overeenkomst is vastgelegd op basis van welke technische speci– ficaties het stelsel wordt aangelegd. Onderdeel daarvan vormen afspraken voor beproeving, acceptatie, oplevering, service, garantie en onderhoud. Via een uitgebreid systeem van kwaliteitstoezicht, wordt het vereiste niveau van kwaliteit in alle onderdelen van de projectrealisatie gewaarborgd.
De procedures In dit deel van de overeenkomst zijn alle randvoorwaardelijke condities en spelregels opgenomen. Het gaat daarbij om zaken als toepasselijk recht, eventuele arbitrage, risico-aansprakelijkheid in de diverse fasen van het uitvoeringsproces, verzekeringen en schade, overdracht van rechten bij continuïteitsproblemen zoals surséance of faillissement, te stellen zekerheden, tussentijdse beëindiging van de overeenkomst met de daarbij behorende schadeloosstellingen e.d.
5. Realisatie en invoering De realisatie verloopt gefaseerd. Eerst wordt in een tweetal proefge– bieden ervaring opgedaan met de systeemopzet en de installatie. De proefgebieden zijn de brandweerregio's Rotterdam/Rijnmond en Zeeland. Deze regio's bieden samen een zodanige diversiteit aan risico– opbouw, bodemgesteldheid en begroeiing, bebouwing, bevolkings– spreiding e.d., dat op alle relevante onderdelen van de uitvoering de vereiste ervaring kan worden verkregen. De voorbereidingen zijn in gang gezet, naar verwachting kan de «eerste paal» worden geslagen in mei 1993. Eind 1993 dient oplevering te hebben plaatsgevonden. Na de proeffase wordt het nieuwe net in de overige brandweerregio's geïnstalleerd. De volgorde van aanleg is bepaald aan de hand van: - een analyse van de risico's (invloedssfeer van kerncentrales op grond van het NPK, het aantal bedrijven dat valt onder de EG-Post-Seveso richtlijn en de mate waarin er hoofdtransportroutes gevaarlijke stoffen door de regio lopen); - de technische staat van het huidige net; - de dekkingsgraad van het huidige net; - overwegingen van installatie-organisatorische aard. Alle elementen tezamen hebben geresulteerd in een installatie– en opleveringsschema. Landelijke oplevering is voorzien in december 1996. Begin 1997 wordt in één keer voor het gehele land op een ander signaal overgeschakeld. Een signaal met een hogere attentiewaarde dan het huidige signaal van de motorsirene. Onderzoek naar dit nieuwe signaal maakt deel uit van de activiteiten in de proeffase. Tot deze overgang zullen de electronische sirenes het signaal van de motorsirene nabootsen. Met het nieuwe systeem behoeft niet meer maandelijks luid te worden proefgedraaid. De conditie van het net kan via een «stil alarm» worden vastgesteld. Nagegaan wordt nog in hoeverre met het oog op herkenning van en bewustzijn met betrekking tot het signaal, een vorm van luide proefalarmering nuttig is. Voorlichting over het projectverloop is in deze fase vooral van belang voor betrokken bestuurlijke en operationele autoriteiten. Op deze groep is de informatievoorziening gedurende de aanleg dan ook primair gericht. De voorlichting aan de bevolking over risico-bewustzijn en gewenst gedrag «als de sirene gaat....» vormt onderdeel van het VORAMP-traject,
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 21 516, nr. 3
waarvan zoals u weet, op 8 maart 1993 de landelijke campagne van start gaat. Ik hoop dat ik u hiermede naar behoren heb geïnformeerd over het reeds afgelegde en nog af te leggen traject op weg naar een beter instrument in handen van de overheid om in voorkomend geval de burgers te waarschuwen voor dreigend gevaar. Omtrent de voortgang van de realisatie zal ik u periodiek, doch tenminste één maal per jaar, informeren. De Minister van Binnenlandse Zaken, C. I. Dales
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 21 516, nr. 3