Tweede Kamer der Staten-Generaai Vergaderjaar 1986-1987
2
Rijksbegroting voor het jaar 1987
19700 G Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie
Nr. 6
LIJST VAN VRAGEN EN A N T W O O R D E N Ontvangen 26 november 1986 1 Kan de minister bevorderen dat de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Zijlstra en Spieker (dd. 12-9-1986) inzake tarieven telegramverkeer en de vragen van het lid van Es (dd. 18-9-1986) inzake privacy in het telefoonverkeer tijdig voor de UCV PTT beschikbaar zullen zijn? Deze vragen zijn inmiddels beantwoord.
Kan een overzicht worden gegeven van de «meest» nijpende knelpunten die in paragraaf 1.1. worden genoemd? Er bestaan momenteel aanzienlijke knelpunten in de telecommunicatieinfrastructuur: 1. Er bestaan momenteel aanzienlijke knelpunten in de verwerking van het telefoonverkeer in het bestaande telefoonnet met name in de randstad. Om deze knelpunten op te lossen is het zogenaamde project «SNEL-86» in uitvoering. Dit houdt in dat de verwerkingscapaciteit van het telefoonnet met ca. 10% opgevoerd wordt. Daartoe worden in het gehele land telefooncentrales (veelal digitaal) ingericht of uitgebreid en wordt de transmissiecapaciteit met behulp van glasvezelkabel sterk uitgebreid. Ondanks een aantal tegenslagen bij de uitvoering wordt in december 1986 een begin gemaakt met de indienststelling van de uitbreidingen in het kader van het project SNEL-86 waardoor een deel van de knelpunten, met name in de telecommunicatiedistricten Amsterdam en Utrecht opgelost wordt. De positieve effecten hiervan zullen in de loop van december 1986 merkbaar zijn voor de klant. In het eerste kwartaal 1987 zal de extra capaciteit van het SNEL-project vrijwel volledig in dienst gesteld worden. 2. In het telecommunicatiedistrict Amsterdam zijn (of dreigen) wachttijden te ontstaan voor abonnee-aansluitingen. Om dit probleem het hoofd te bieden zijn dit jaar al enkele duizenden nieuwe abonnee-aansluitingen opgeleverd en in gebruik genomen. In december 1986/januari 1987 worden in het kader van het SNEL-86-project nog enkele duizenden nieuwe abonnee-aansluitingen opgeleverd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 700 G, nr. 6
1
3. De capaciteit van de 06-centrale (in Rotterdam) is te gering om de explosieve groei van dit verkeer op te vangen. Daarom wordt in de loop van 1987 de capaciteit van de 06-centrale verdubbeld. Deze uitbreiding zal deels midden, deels eind 1987 in dienst gesteld worden. 3 Aan welke noodzakelijke omvang der investeringsmiddelen moet gedacht worden om de gewenste nieuwe moderne infrastructuur te kunnen realiseren? Om de moderne infrastructuur te kunnen realiseren is na 1989 een verhoging van het investeringsniveau met enkele honderden miljoenen boven het huidige noodzakelijk. In 1987 en 1988 is het investeringskrediet reeds verhoogd met f 100 min. Onder verwijzing naar de Memorie van Toelichting (blz. 3) wordt opgemerkt dat op korte termijn, als gevolg van een verdere groei van de vraag naar telecommunicatiecapaciteit danwei door een behoefte aan nieuwe diensten, verdere verhoging van het investeringskrediet nodig kan blijken. 4 In hoeverre passen de taken van opsporingsdiensten van de PTT in de nieuw te vormen NV PTT? Kan de uitvoering van hun mede door het gestelde in de Wetboeken van Strafrecht en van Strafvordering bepaalde taak - gedacht kan bijvoorbeeld worden aan de Radio Controledienst en de Dienst Omroepbijdragen - door de te vormen NV PTT geschieden? Zo neen, waar worden deze diensten dan ondergebracht? Er zijn bij PTT verschillende diensten waarvan de medewerkers een afgeleide opsporingsbevoegdheid hebben. Het gaat daarbij om de Radio Controledienst (RCD) en Dienst Omroepbijdragen (DOB) daarnaast is er Opsporingsdienst PTT (0D), ook wel aangeduid als de Postale Recherche, daarin werken functionarissen van de Rijkspolitie met PTT-ambtenaren samen. Er vinden momenteel onderzoeken plaats waarbij positie, taken en bevoegdheid van de OD en de DOB aan de orde zijn. De taken van de RCD zijn onderwerp van overleg in verband met de vorming van het departementale orgaan Regelgeving en Vergunningen Post en Telecommunicatie (RVTP). De gedachtenwisseling over de positie, taken en bevoegdheden van de bedoelde diensten past binnen het project Verzelfstandiging PTT en zal te zijner tijd in de discussie over deze verzelfstandiging worden betrokken. 5 Kan een vergelijking gegeven worden met het in het omringende buitenland voorgenomen investeringsvolume, met name voor wat infrastructuur en randapparatuur telecomminicatie betreft? Gegevens over het voorgenomen investeringsvolume in het omringende buitenland wat de infrastructuur en randapparatuur telecommunicatie betreft, zijn niet beschikbaar. Uit studies, publicatie e.d. blijkt evenwel dat ook in omringende landen de modernisering van de infrastructuur grote investeringsbedragen zal vergen. 6 Binnen welke periode wordt de noodzakelijke digitalisering thans bereikt, en spoort dit tijdpad met een eventueel noodzakelijke planperiode waarbinnen «de verdere versnelling van onder meer de digitalisering» bereikt zou moeten worden? De vigerende vernieuwingsplannen van de infrastructuur zijn er op gericht om in 1995 alle elektro-mechnische telefooncentrales te hebben vervangen door moderne digitale computerbestuurde telefooncentrales.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 700 G, nr. 6
2
Voor wat betreft de transmissiemiddelen zullen volgens dezelfde plannen alle «versterkte verbindingen» in 1996 digitaal zijn uitgevoerd. Het telefoonnet bestaat dan uit een volledig gedigitaliseerd transmissiestelsel en volledig gedigitaliseerde verkeerscentrales. Van de nummer centrales is op dat tijdstip ca 40% van het type computer-bestuurd met analoog schakelnetwerk - de overigen zijn digitaal. Deze nummercentrales zijn door ingebouwde analoog-digitaal omzettingen aan het digitale net verbonden. Aangezien de meeste abonnees analoog zullen zijn aangesloten (m.u.vde ISDN-aansluitingen, zie antwoord op vraag 46) heeft dat geen bijzondere consequenties. De voordelen van het digitale net voor de telefoongebruiker (maximale overdrachtskwaliteit, snelle verbindingsopbouw, extra faciliteiten) gelden vooralsnog analoog zullen zijn aangesloten (m.u.v. de ISDN-aansluitingen, Het hierboven omschreven tijdschema gaat uit van een aanzienlijke vergroting van de investeringen in de periode '89-'95 t.o.v. het huidige niveau. Bij handhaving van het huidige investeringsniveau is de looptijd van het vernieuwingsplan ca 5 jaar langer. 7 Zijn de plannen voor de nieuwe concernorganisatie voor onder meer de vakorganisaties?
reeds beschikbaar
Voorzover de plannen zijn uitgewerkt worden personeelsvertegenwoordigingen, vakorganisaties, management en personeel geïnformeerd en betrokken. 8 Welke categorie lasten valt er buiten de doorberekende, op basis van art. I, onder de artikelen 2, 3, 4, 5 en 7? Waar zijn deze aan gerelateerd? Buiten de, op basis van artikel 1, doorberekende lasten onder ce artikelen 2, 3, 4, 5 en 7 vallen de volgende lastencategorieën: personele lasten, materiaalverbruik, diensten door derden, interne lastenverrekening, aandeel in lasten Centrale Directie en andere hulpdiensten, diverse lasten, 3,5% over de baten en overige lasten (zie bijlage I van de begroting 1987, blz. 2, 3 en 4). Inzake de relatie moge de benaming voor zich spreken. 9 Bestaat reeds inzicht omtrent de datum van de verzelfstandiging RAC?
van de
Tijdens de vergadering van de Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat (d.d. 14 april 1986), heeft de toenmalige staatssecretaris verklaard dat de in een eerder stadium afgesproken verzelfstandigingsdatum voor de RAC, t.w. 1 januari 1987, geen op zich staande doelstelling is en dat in goed overleg met de Bijzondere Commissie PTT tot een haalbare datum zal worden gekomen. De zaken die ten behoeve van die verzelfstandiging geregeld dienen te worden zijn zeer complex en vergen veel tijd, zodat er vanuit gegaan moet worden dat de verzelfstandigingsdatum voor RAC en PTT niet ontkoppeld kunnen worden. Het overleg met de Bijzondere Commissie bij PTT zal zoals nu is te voorzien, begin januari 1987 kunnen worden afgerond. 10 Volgens kamerstuk 19200 G nr. 2 luidde de begroting voor 1986 (excl. PCGD) als volgt: Post f84 min; Telecommunicatie f964,9 min.; Bedrijfsresultaat f880,4 min. Volgens kamerstuk 19 700 G nr. 2 is de herziene raming voor 1986 Post f65,1 min; Telecommunicatie f 1058,0 min.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1 986-1987, 19 700 G, nr. 6
3
Bedrijfsresultaat f992 min. Hoe vallen deze cijferreeksen te rijmen met de toelichtende gegevens onder het hoofdje «Bedrijfsresultaat» op pagina 4 van de memorie van toelichting? De toelichtende gegevens op pagina 4 van de memorie van toelichting bij de begroting 1987 zijn gebaseerd op vergelijking tussen de Herziene Raming 1987 (19 700 G, nr. 2) en het gewijzigd voorstel van wet inzake de begroting 1986 (kamerstuk 19 200 G, nr. 9, herdruk). In laatstgenoemd kamerstuk zijn de begrotingsmutaties als gevolg van de oprichting van de Postbank volgens de nota van wijziging (kamerstuk 19 200 G, nr. 8) verwerkt. In de kamerstukken nrs. 8 en 9 is rekening gehouden met de wijzigingen van de baten van Post en Telecommunicatie die ten tijde van de opstelling van de begroting nog niet kwantificeerbaar waren. Onder verwijzing naar de nota van wijziging en bijbehorende memorie van toelichting (19 200 G, nr. 8) wordt opgemerkt dat deze aanpassing van de baten onder meer haar oorzaak vindt in het conceptcontract met betrekking tot het lokettenverkeer ten behoeve van de Postbank en van het gewijzigd liquiditeitenbeheer. De wijzigingen van de baten en daarmee van het bedrijfsresultaat van Post en Telecommunicatie bedraagt respectievelijk - / - f 5 min. en - / - f 2 0 m l n . 11 Aan welke oorzaken is de nogal forse stijging van het aantal taken in 1986 toe te schrijven? Was deze volledig voorzien? De stijging van het aantal taken in 1986 dient voornamelijk te worden toegeschreven aan de arbeidstijdverkorting. Daar ten tijde van de opstelling van de begroting de mate waarin de arbeidstijdverkorting invloed zou hebben op de personeelssterkte nog niet was te kwantificeren, is hiermee bij de raming van de personeelsaantallen in de begroting nog geen rekening gehouden. 12 Waarom is, gezien de toename waarvan in par. 2 op blz. 5 sprake is, het resultaat bij de telegrafie thans f21 min. lager geraamd? Voor zowel 1986 en 1 987 is er sprake van groei voor het merendeel van de belangrijkste opbrengstcategorieën bij telegrafie. Het voor de Herziene Raming 1986 aangegeven verschil van (f22 min. en niet f 21 min. als aangegeven) ten opzichte van de Begroting 1986 komt echter voort uit een geringere groei van de opbrengsten dan bij de opstelling van de begroting 1 986 was voorzien. 13 Wat is thans het effect van particuliere bezorgdiensten op de ontwikkeling van omzet en inkomsten van PTT Post? Betrouwbare verkeers- en omzetgegevens van de particuliere bezorgdiensten zijn niet voorhanden. Ruwe schattingen, waarin persmededelingen hunnerzijds zijn meegewogen, indiceren een lichte groei van het aantal door deze bezorgdiensten verwerkte poststukken, voornamelijk in de sector «drukwerk». De geschatte omvang daarvan is ca. 25 min. stuks ofwel 0,6% van het totale landelijke postverkeer. Rekening houdend met de overwegend lokale of regionale verspreidingsgebieden van deze diensten beloopt de inkomstenderving van PTT Post ca. f 11 min. ofwel 0,4% van de opbrengsten van het genoemde postverkeer. 14 Hoe ontwikkelt zich het dataverkeer, uitgesplitst naar huurlijnen en Datanet?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19700 G, nr. 6
4
Het dataverkeer ontwikkelt zich gunstig zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin. Steeds meer bedrijven gaan over tot toepassing van het internationaal gestandaardiseerde protocol X.25 voor datacommunicatie, waardoor de onderlinge data-uitwisseling efficiënt kan verlopen. Dit geldt voor datacommunicatie zowel via het Datanet 1 als via huurlijnen. Voor 1986 is een groei geraamd van 17% van het aantal interlokale en internationale datacommunicatie-huurlijnen en van 70% van het aantal aansluitingen op het Datanet. 15 Hoe staat het met het uitgangspunt «vandaag gepost, morgen besteld»? PTT Post hanteert dit uitgangspunt reeds sedert jaren voor alle categorieën gewone post die op werkdagen voor 18.00 uur is terpostbezorgd. Uitzondering daarop vormt de partijenpost waarvoor «dagverwerking» is overeengekomen en waarvan de bestelling plaatsvindt uiterlijk op de derde werkdag na de aanbieding ter verzending. Onder gewone post wordt verstaan alle post waarvoor geen bijzondere behandeling wordt gevraagd, zoals aantekenen of express-verzending. 16 Valt de toename van de uit het buitenland ontvangen post met 4 miljoen stuks bij een gelijkblijvende verkeersstroom andersom wellicht (deels) te verklaren uit een frankeervlucht naar het buitenland van binnenlandse post? Neen. De ontwikkeling van het postverkeer, afkomstig uit het buitenland houdt, zoals blijkt uit het overzicht op blz. 6 van de memorie van toelichting, ongeveer gelijke tred met die van het binnenlandse postverkeer. 17 Kan aangegeven worden welk deel van de lokethandelingen stijgt?
het sterkst
De stijging is het sterkst bij de niet PTT-handelingen, zoals die voor de Rijksoverheid en voor de Postbank NV. 18 Kan voldaan worden aan de vraag naar aansluiting op het net?
autotelefoon-
De capaciteit van het huidige autotelefoonnet (ATF-2) is ruimschoots voldoende. Om de toenemende vraag naar autotelefoons ook in de verdere toekomst het hoofd te kunnen bieden wordt vanaf eind 1988 een nieuw autotelefoonnet geïnstalleerd (ATF-3). 19 Hoe kan de divergerende ontwikkeling van respectievelijk het binnenlandse en het buitenlandse telefoonverkeer verklaard worden? Het binnenlandse telefoonverkeer is in een verder gevorderd groeistadium dan in het telefoonverkeer met het buitenland. Het buitenlandse verkeer vertoont een sterkere groei doordat particulieren aan het internationale telefoonverkeer gaan deelnemen als gevolg van de automatisering en het toegenomen toerisme. Daarnaast vertoont de groei van het telefoonverkeer met het buitenland een sterke samenhang met de ontwikkeling van de wereldhandel die als gevolg van het economisch herstel een sterke groei doormaakt.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 700 G, nr. 6
5
20. Waaruit bestaat de «beheersing van de overheid», waar het personeel bij de Centrale Directie met 81 taken toeneemt terwijl notabene de Gelddiensten zijn gesplitst? De toename van de gemiddelde personeelsbezetting met ongeveer 81 taken bij de Centrale Directie is te verklaren door: 1. Als gevolg van externe ontwikkelingen (afzetmarkten, verzelfstandiging e.d.) wordt extra aandacht geschonken aan voor PTT strategisch van belang zijnde werkvelden. Afdelingen die belast zijn met administratieve organisatie, commerciële beleidsontwikkeling, automatisering, technologische vernieuwingen en research en development m.b.t. telematica worden daartoe versterkt. 2. Als gevolg van het spreidingsproces ontstaan afstemverliezen die zowel tot tijdelijke als tot structurele capaciteitsuitbreiding leiden. 3. Bij de Centrale Directie zijn ook een niet onbelangrijk aantal uitvoerende - en ondersteunende diensten te onderscheiden. Ook bij die diensten wordt uiteraard gestreefd naar een verdere produktiviteitsverbetering. 4. Door de verzelfstandiging en de reorganisatie bij PTT worden taken en bevoegdheden verder gedecentraliseerd resp. gedelegeerd. De effecten daarvan op de personeelsbezetting van de Centrale Directie worden de komende jaren pas zichtbaar. 5. De afbouw over de jaren 1985 t/m 1987 tengevolge van de afsplitsing van Gelddiensten is in cijfers verwerkt. Het gaat hierbij om 120 taken. 21 Is onderzoek verricht naar de gevolgen van het invoeren van de lokale tijdtelling voor de bevolkingsgroepen, die door hun gerichte mobiliteit meer dan gemiddeld op telefonische communicatie aangewezen zijn, zoals bejaarden, zieken en gehandicapten? Zo ja, welke resultaten wierp dit onderzoek af? Zo nee, wordt het alsnog uitgevoerd? Bekend is uit metingen, dat in het lokale verkeer de gemiddelde gespreksduur 3 minuten bedraagt. Aangezien het overgrote deel van de lokale gesprekken door particulieren wordt gevoerd, is voor de tarifering daarvan een impulstijd van 5 minuten overdag en 10 minuten 's avonds en in het weekend vastgesteld, zodat deze maatregel voor particuliere gebruikers met een gemiddeld gebruik geen nadelige financiële gevolgen hoeft te hebben. Overigens is geen specifiek onderzoek verricht als bedoeld, gelet op het bovenstaande. Lokale tijdtelling wordt met name ingevoerd om langdurige gesprekken (o.m. van zakelijke gebruikers voor dataverkeer) in overeenstemming met de kosten te kunnen tariferen. 22 Kan met cijfers aangegeven worden hoe zich de dienstverlening bij de Post met behulp van tijdelijke werkkrachten en werkkrachten met kortlopende contracten ontwikkelt? Het totale personeelsbestand van ca 47 000 taken bij de postdienst bestaat voor ca 94% (44 000 taken) uit vast personeel, te weten 40 000 volletijdwerkers en 20 000 deeltijdwerkers met een dienstverband langer dan 6 maanden. De overige 6% bestaat voor 2/3 deel (2 000 taken) uit vakantiewerkers en hulpkrachten tijdens de kerst- en nieuwjaarsperiode en voor 1/3 deel (1 000 taken) uit hulpkrachten met een arbeidscontract voor een bepaalde periode of voor een beperkt aantal uren per week, alsmede uit noodzakelijk verricht overwerk. De aanwending van deze 6%, noodzakelijk om fluctaties op te vangen, vindt plaats binnen een met de vakorganisaties overeengekomen beleidskader.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1 987, 19 700 G, nr. 6
6
23 Kan een volledig overzicht worden gegeven van alle voorgenomen tariefsmaatregelen, afgezien van die zoals vermeld onder de bijlagen VI en VII? De in de bijlagen VI en VII vermelde tariefaanpassingen betreffen de sector Telecommunicatie. Bij de postdienst zullen slechts enkele beperkte tariefwijzigingen plaatsvinden, zoals vermeld onder hoofdstuk IV, §2 van de Memorie van Toelichting. 24 Wil de minister de brief van de Inspectie der Invoerrechten en Accijnzen d.d. 28 augustus 1986, gericht aan de PTT, bekend maken? Welke gevolgen zal de PTT geven aan deze brief? 1. Openbaarmaking brief: geen bezwaar (zie bijlage). 2. Toelichting en gevolgtrekkingen. PTT volgt in de aangehaalde situatie een reeds vele jaren bestaande gedragslijn. Deze komt erop neer dat de aangehaalde BTW-vrijstelling voor (monopolie-)diensten in het telegraaf" en telefoonverkeer inderdaad van toepassing wordt geacht indien de mobilofooninstallatie een koppeling met het openbare net heeft. Voor zover het PTT-monopolie voor beschikbaarstelling van gesloten mobilifoonnetten met doorkoppeling op de telecommunicatie-infrastructuur na de verzelfstandiging van PTT komt te vervallen, zal alsdan sprake zijn van een BTW-belaste prestatie. Voor zover de beschikbaarstelling van de randapparatuur in kwestie na de verzelfstandiging van PTT niet wordt opgenomen in de concessie, zal alsdan sprake zijn van een BTW-belaste prestatie. 25 Welke andere tariefwijzigingen zijn bij de post voorzien, behalve die welke voortvloeien uit de afspraken met de uitgeversorganisaties en uit het congres van Hamburg? Bij de Postdienst zijn, zoals reeds vermeld in antwoord 23, geen andere tariefwijzigingen voorzien dan die welke zijn genoemd in §2 van hoofdstuk IV van de memorie van toelichting. 26 Valt de toename van de baten bij de Telegrafie uitsluitend toe te schrijven aan de toename van het verkeer, of ook uit tarief aanpassingen? Zo ja, om welke aanpassingen gaat het dan? De toeneming van de baten bij telegrafie, waaronder tevens begrepen datatransmissie en tekstcommunicatie, in 1987 vormt de resultante van het effect van de verkeersstijging (ad f 4 8 min.) en het effect van tariefaanpassingen die per saldo een opbrengstverlagende werking heeft (ad f 17 min.). Het opbrengstverlagend effect bestaat uit de verhoging van de telegraaftarieven en een verlaging van de datanettarieven alsmede uit de doorwerking van per 1 juli 1986 doorgevoerde verlaging van de internationale telextarieven. 27 Kan de doelstelling van concurrerende tarieven wel voldoende gereaih seerd worden onder de voorwaarde, dat het resultaat van de tarifaire herstructurering per saldo opbrengsten neutraal is? De doelstelling van concurrerende tarieven bij Telecommunicatie kon worden bereikt door een per saldo opbrengsten-neutrale aanpassing
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 700 G, nr. 6
van de tarieven. Het opbrengsten-neutrale effect was bij de samenstelling van het tarievenpakket geen doel op zich, doch vloeide voort uit tal van afzonderlijke maatregelen. Het bereiken van concurrerende tarieven stond daarbij niet haaks op een opbrengstenneutrale aanpassing. Uiteraard kan in voorkomende gevallen blijken dat de primaire doelstelling van concurrerende tarieven niet tot een budgetneutrale uitkomst leidt. 28 Wordt met de laatste volzinnen onderaan pag. 10 bedoeld dat mogelijkerwijze in 1987 nog thans niet genoemde tariefsaanpassingen kunnen plaatsvinden? Zo neen, kan dan worden uitgelegd wat wel precies wordt bedoeld? De tekst onderaan pagina 10 heeft nadrukkelijk niet betrekking op de tarieven van toekomstige concessiediensten maar op de prijzen van diensten en produkten die in de toekomst in concurrentie zullen worden geleverd, en waarbij nu reeds veelal sprake is van concurrentie. Onder verwijzing naar het antwoord op vraag 29 wordt opgemerkt dat de kortcyclische marktbewegingen, het snel reageren op veranderende situaties noodzakelijk kunnen maken. De twee aangegeven volzinnen zijn bedoeld om er op te wijzen dat, hoewel thans hiervoor geen concrete aanwijzingen bestaan tussentijdse prijsaanpassingen op deze gebieden niet uitgesloten mogen worden geacht.
29 Kan nader worden uiteengezet wat wordt bedoeld met «slagvaardig hanteren van het prijsinstrument»? Voor tal van diensten en produkten is nu reeds sprake van feitelijke concurrentie. De PTT dient met de prijsstelling adequaat te kunnen reageren op de vaak kort cyclische marktontwikkelingen, m.n. op prijswijzingen door de concurrentie. Daarom is het gewenst dat de PTT de betrokken prijzen op korte termijn moet kunnen aanpassen. 30 Wat is de ontwikkeling tot nu toe van resp. zijn de verwachtingen de verkopen van apparatuur door PTT?
over
Direct na de introductie voor verkoop van toestellen op 1 juli 1986 is een toeneming van de vraag ontstaan. Met de introductie van het nieuwe kooptoestel, de Twintoon, op 2 oktober 1986 heeft een sterke verschuiving in de richting van kooptoestellen plaatsgevonden. Tot nu toe hebben zich geen grote veranderingen voorgedaan in de totaalvraag naar telefoontoestellen. De verwachting is dat de verdere introductie van apparatuur met een gunstige prijs/prestatieverhouding en een aanpassing van de wijze van distributie van toestellen tot een verbetering van de positie van de PTT op deze markt zullen leiden. 31 Hoe groot zou de PM-Post voor NEPOSTEL kunnen worden? Het opnemen van een artikel in de begroting inzake een bijdrage aan de stichting «NEPOSTEL» vloeit voort uit de Memorie van Toelichting bij de machtigingswet «Stichting NEPOSTEL» (kamerstuk 16 536, nr. 4). Hierin is aangegeven dat indien de algemene kosten van NEPOSTEL niet volledig uit opslagen bestreden zouden kunnen worden, deze ten laste van de PTT kunnen komen en dat de PTT een dergelijke bijdrage eventueel in een afzonderlijke begrotingspost zal opnemen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1 986-1987, 1 9 700 G, nr. 6
8
Na het jaar van oprichting is er geen sprake geweest van verliezen bij de Stichting NEPOSTEL. Ook dit jaar wordt naar verwachting zonder tekorten afgesloten. In de verwachting dat deze trend zich zal voortzetten in 1987 wordt thans geen uitgave op dit artikel voorzien. 32 Wat is de doelstelling van de Wubbo Ockels Stichting? De doelstelling van de Wubbo Ockels Stichting is het eens in de twee jaar toekennen van een prijs aan een op enigerlei wijze met de stad Groningen verbonden persoon, meerdere personen of een groep personen op grond van uitnemende verdiensten op het gebied van wetenschap en techniek. 33 Waaruit is het voortdurende positieve verschil tussen en verschuldigde rente te verklaren?
ingecalculeerde
Bij de incalculatie-rente is sprake van een rekenrente die gebaseerd is op de totale waarde van de bedrijfsmiddelen en een percentage dat een redelijke afspiegeling vomt van de reële rente. De verschuldigde rente komt op geheel andere wijze tot stand. Deze is namelijk het resultaat van een door de Minister van Financiën vastgesteld rentepercentage en de kapitaalschuld die bepaald wordt door de investeringen verminderd met de aflossingen in de vorm van afschrijvingen. Als gevolg van de relatief lage rentestanden en de relatief hoge aflossingen ligt de verschuldigde rente op een lager niveau dan de incalculatie-rente. 34 Op grond van welke overwegingen is, gezien de ontwikkeling van de begrote bedrijfsresultaten, de stijging van het totaal netto uit te keren bedrag aan het Rijk met deze omvang te rechtvaardigen? Is in dit bedrag reeds rekening gehouden met de toegestane vergrote ruimte voor investeringen? De stijging van het begrote netto uit te keren bedrag aan het Rijk gaat uit boven het begrote bedrijfsresultaat met een bedrag van f46,7 min. Dit valt per saldo toe te schrijven aan het positieve effect van hogere afschrijvingen ad f 114,2 min. een hogere 3,5%-heffing van de bedrijfsbaten ad f 14,4 min, hogere kapitaalrente ad f 11,1 min. en het negatieve effect van hogere kapitaaluitgaven ad f 9 3 min. In dit bedrag is reeds rekening gehouden met de toegestane vergrote ruimte voor investeringen. 35 Hoe groot is in procenten en in guldens de deelneming aan Geo-Marktprofiel? In welk jaar zal dit op de begroting komen? Is voor deze deelname aan Geo-Marktprofiel BV geen wettelijke regeling nodig? Hoe past deze binnen het profileren van de PTT op het terrein van nieuwe diensten? Met verwijzing naar bijlage 1 bij de begroting over 1987 wordt opgemerkt dat de deelneming in Geo-marktprofiel in 1986 geraamd is op f 9 3 0 0 0 . Inmiddels zijn met de bestaande aandeelhouders contracten gesloten, die tot resultaat hebben, dat de PTT met f 9 6 000 voor 20% deelneemt in het geplaatst kapitaal van Geo-marktprofiel. Deze deelneming komt ten laste van de begroting 1986. Voor deze deelneming is geen machtigingswet nodig omdat deze blijft beneden de in de Comptabiliteitswet 1976 gestelde limiet. Geo-Marktprofiel beoogt een meer selectieve verspreiding van met name huis-aan-huis reclamefolders etc, hetgeen zal leiden tot minder irritatie bij de ontvangers. Het ligt in de lijn van het produktvernieuwingsbeleid van PTT Post om actief aan dit soort ontwikkelingen deel te nemen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 700 G, nr. 6
9
36 Waarom is de lening ad 0,9 miljoen voor het Personeel en Kinderfonds nodig? Is dit eenmalig? De lening aan het Personeel" en Kinderfonds is in belangrijke mate bestemd voor de medefinanciering van de uitbreiding van de faciliteiten en capaciteit van een tweetal bungalowparken van het PKF. Met deze investering wordt beoogd de faciliteiten aan te passen aan de eisen van deze tijd. Om het draagvlak van de vaste beheerskosten te verbreden en te voldoen aan de vraag van het personeel is tevens een uitbreiding van de capaciteit noodzakelijk. Vrijwel ieder jaar is sprake van her verstrekken van een lening aan het PKF, zij het dat door bovengenoemde uitbreiding van de capaciteit en faciliteiten tijdelijk van hogere leningsbedragen sprake zal zijn dan gebruikelijk. 37 Kan een volledig overzicht worden gegeven van de thans bestaande en op korte termijn voorziene knelpunten in de telecommunicatie-infrastructuur met daarbij vermeld wanneer deze zullen worden opgeheven, al dan niet in het kader van SNEL- '86. Zie antwoord op vraag 2. 38 Wordt uitgesloten dat de deelname aan Geo-Marktprofiel BV niet tot minder, maar meer irritatie bij de ontvanger zal leiden? Kan een overzicht gegeven worden van de negatieve reacties op de voornemens van de PTT betreffende postreclame? Geo-Marktprofiel heeft als doelstelling te komen tot een betere afstenv ming van de verzonden postreclame op de werkelijke behoefte van de ontvanger. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat er meer irritatie bij de ontvanger zal optreden. Dit kan mede worden afgeleid uit het feit dat met betrekking tot de deelneming van PTT Post in Geo-Marktprofiel geen negatieve reacties zijn ontvangen.
39 Gerbeurtde «belangstellingsregistratie» alleen op basis van uitdrukkelijke individuele toestemming van de betrokkenen? De belangstellingsregistratie van de Stichting Consumenten Informatie gebeurt doordat de betrokkenen een vragenlijst invullen op vrijwillige basis. In de begeleidende brief bij de vragenlijst wordt expliciet vermeld dat invulling van de vragenlijst tot gevolg heeft dat men over de ingevulde onderwerpen postreclame zal ontvangen. 40 Wordt bij het aanleggen van koppelnetten voor kabel tv vooruitgelopen op de rapportage van de commissie Zegveld? Zo nee, waarom niet? Bij de instelling van de Commissie Zegveld is gesteld dat in afwachting van het advies van de commissie en de conclusie van de regering het vigerende beleid gehandhaafd blijft. 41 In welke mate zijn loketterminals bedoeld voor activiteiten van PTT, resp. voor de Postbank? Hoe komt de investeringslast voor PTT er uit te zien? Wat voor dienstverlening voor de klant aan het loket zullen loketterminals kunnen geven?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1 986-1987, 19 700 G, nr. 6
10
De mutaties in de kassen van de postinrichtingen worden dagelijks verwerkt. Naast deze financiële gegevens dienen er periodiek gegevens beschikbaar te komen voor de verschillende gebruikers van de PTT-loketdiensten alsmede voor de besturing van het bedrijf. De loketterminals zullen als hulpmiddel voor deze processen (het zgn. backoffice-traject) worden ingezet. Daarnaast is het uiteraard mogelijk deze terminals ook te gebruiken voor dienstverleningen aan de balie (de zgn. front-officedienstverlening). Daardoor zal het veelal mogelijk moeten zijn on-line verbindingen tot stand te brengen met centrale computers. Te denken valt hierbij aan een breed scala van dienstverleningen die met behulp van loketterminals verricht kunnen worden, bijvoorbeeld informatie-verstrekking, advisering, en registratie. De investeringslasten zullen in totaal een bedrag van f 130 min. belopen, verdeeld over een periode van 5 jaar. Tegenover deze lasten staan besparingen door efficiency-verbeteringen in de back-officie-administratie en de inkomsten van nieuwe of vernieuwde loketdiensten. 42 Kan worden aangegeven wat wordt bedoeld met «een gevarieerd pakket»? De klanten van PTT Post hebben in toenemende mate behoefte aan een dienstverlening die is toegesneden op hun specifieke wensen. PTT Post speelt daarop in door een verscheidenheid van diensten op het gebied van berichten- en goederenverkeer aan te bieden. De verscheidenheid heeft dan betrekking op zaken als: overkomstduur (24 uur service, dagverwerking, express-zendingen e t c , nieuwe vormen van dienstverlening (Cassettepost, Faxpost, Telepost). Hierdoor krijgt de klant de mogelijkheid om die dienst te kiezen die voor zijn situatie het meest geschikt is. Bovendien wordt hierdoor een betere benutting van de infrastructuur gerealiseerd. 43 Kan worden aangegeven op welke wijze de klanten zelf worden ingelicht omtrent overleg met overkoepelende organisaties van klanten en klantengroepen? Het in de vraag bedoelde overleg vindt plaats tussen PTT Post enerzijds en organisaties als de NOTU, de NDP en de Nederlandse Postorderbond anderzijds, alsmede met de concernleiding van een aantal grote bankbedrijven. Deze lichten zelf de aangesloten leden resp. de filiaaldirecties in over de uitkomsten van het gevoerde overleg. Uiteraard worden ook - via de eigen kanalen van PTT Post - de regionale en plaatselijke postdirecteuren ingelicht, die veelvuldige contacten hebben met de betrokkenen. 44 Wordt aan gezinshuishoudingen mail» zij wensen te ontvangen?
gevraagd of en zo ja, welke «direct
Ja, de belangstellingsregistratie, welke met medewerking van PTT Post op proef is gehouden door de Stichting Consumenten Informatie, houdt in dat de gezinshuishoudingen vrijblijvend aangeven voor welke onderwerpen/gebieden ze interesse hebben. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid op een meer gerichte wijze direct mail te versturen zodat eventuele irritatie bij de ontvanger wordt verminderd. 45 Wordt met het samenwerkingsverband op blz. 18, 18e regel van boven, wellicht het eerdervermelde Geo-Marktprofiel bedoeld? Zo neen, wat dan wel?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 700 G, nr. 6
1 1
Met het samenwerkingsverband wordt niet gedoeld op de deelneming van PTT Post in Geo-Marktprofiel BV, maar op de activiteiten, welke onder toezicht van de Stichting Consumenten Informatie worden ontplooid door Omnidata, een samenwerkingsverband van PTT Post en Distrimedia Services BV (een dochteronderneming van Readers Digest NV). 46 Ligt er een planning achter het realiseren van een ISDN? Welke ervaringen zijn er tot nu toe in bijv. de BRD opgedaan met de gekozen aanpak van ISDN? Blijkt de Nederlandse ontwikkeling volledig te koppelen aan buitenlandse netwerkontwikkelingen? De realisatie van het ISDN sluit aan op de in gang zijnde digitalisering van het Nederlandse telefoonnet. Het moet uiteindelijk op abonnee-niveau een gestandaardiseerde, universele, digitale toegang bieden tot het digitale telecommunicatienet. Met deze tweede fase van de digitalisering zijn t.g.v. de schaalgrootte (6 miljoen abonnees) bedragen gemoeid die vergelijkbaar zijn met die voor de eerste fase. De eerste, in Europa geaccepteerde, standaarden voor de basisfuncties van de ISDN-aansluiting worden naar verwachting in de tweede helft van 1987 vastgesteld. De industrieeën anticiperen weliswaar maximaal en dragen bij aan het lopende standaardisatiewerk, doch in serie vervaardigde apparatuur op basis van de aanvaarde normen wordt pas in de loop van 1989 verwacht. PTT is derhalve in 1989 in staat om op commerciële basis, gestandaardiseerde ISDN-aansluitingen te bieden. Die standaardisatie is van groot belang voor de leveranciers van randapparatuur, te meer daar er in 1989 geen PTT-monopolie meer zal gelden voor randapparatuur. Bij de introduktie van ISDN tracht PTT zoveel als mogelijk de EEG-richtlijn te volgen, met inachtneming van de boven aangegeven verwachte vertraging in de vaststelling van de standaarden. De stand van zaken m.b.t. de digitalisering volgens het huidige vernieuwingsplan levert in het verkeersdeel van het net geen belemmeringen voor deze introduktie. De onzekerheden m.b.t. de beschikbaarheid van benodigde ISDN-voorzieningen bij de leveranciers en de prijs ervan, de onzekerheid van de daaruit voortvloeiende prijsstelling en de daarmee samenhangende marktacceptatie maken een stap-voor-stap benadering noodzakelijk om de risico's te beperken. Binnen de PTT is de voorbereiding gestart voor ISDN-introductie in 1989. In deze voorbereidingsfase worden de technische, exploitatieve en commerciële voorwaarden gerealiseerd die daarvoor noodzakelijk zijn. Een hoge prioriteit in deze voorbereidingsfase heeft de verdere ontwikkeling van diensten die optimaal van de ISDN-faciliteiten gebruik kunnen maken. Mede daartoe is ook in de RIT (Raad voor Informatie Technologie) door PTT een project aangemeld dat gericht is op de gecoördineerde ontwikkeling van diensten en randapparatuur door PTT en derden. Gezien de stap-voor-stap benadering en de genoemde onzekerheden zal pas in de loop van 1987 een meer definitieve introductie-datum kunnen worden genoemd. In de BRD en ook in andere Europese landen vinden experimenten met ISDN plaats, vooruitlopend op de uiteindelijke standaardisatie. Deze experimenten dragen veel bij tot de verdere ontwikkeling van de ISDNtechnologie en tot de opstelling van de benodigde standaarden. Nederland heeft gekozen voor laboratorium-experimenten en niet voor min of meer grootschalige veldproeven, gezien de beperkte meerwaarden en de ruime aanwezigheid van dergelijke veldproeven elders.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1 987, 1 9 700 G, nr. 6
12
Ook in de BRD zal gestandaardiseerde commerciële introductie van ISDN pas in 1989 kunnen plaatsvinden. Eerdere met ISDN aangeduide voorzieningen zullen systeemgebonden oplossingen kennen. Deze betreffen meer de digitalisering van het net dan het zuiver toepassen van een ISDN. Door de nadruk op standaardisatie zullen de Nederlandse ontwikkelingen maximaal koppelbaar zijn aan buitenlandse netwerkontwikkelingen. 47 Wat zijn thans de ervaringen met de experimenten in Zuid-Limburg en in Amsterdam? Tot nu toe is in het kabelexperiment Zuid-Limburg als nieuwe dienst alleen de raadpleging van de Gouden Gids mogelijk. Deze mogelijkheid is ook in enkele andere kabelnetten ingevoerd. Andere nieuwe diensten worden eerst begin 1987 gerealiseerd. Het experiment met Ditzitel in Amsterdam start op grote schaal einde van dit jaar. 48 Kan geraamd worden welk aandeel de NV PTT in de markt van de bedrijfstelefooninstallaties zal kunnen verwerven? Van welke doelstelling gaat men uit? De verwachting is dat onder invloed van de ontwikkelingen op het gebied van de informatica en telematica vraag en aanbod van bedrijfstelefooninstallaties zich zullen bewegen in de richting van geïntegreerde bedrijfstelecommunicatiecentrales. Dit is een duidelijke groeimarkt. Goede basisvoorzieningen zijn van toenemend en nationaal belang. Gezien de gewenste coördinatie en stimulering van deze ontwikkelingen is het van belang, dat PTT een substantieel aandeel in deze markt verwerft. Dat is dan ook de doelstelling van het bedrijf. 49 Is te verwachten dat de ontwikkeling van doelgroepnetten met een daarop geënte tarievenstructuur op grotere schaal van de grond kan komen, zoals bijv. in winkelcentra (t.b.v. electronisch betalen bijv.), kantorencentra (shared services)? Kunnen deze als een gebruiker gezien worden? Deze verwachting bestaat inderdaad. Voor doelgroepnetten bestaan thans reeds verscheidene voorzieningen op het gebied van datacommunicatie t.w. het Datanet 1, lokale, interlokale en internationale huurlijnen en de zgn. PAD-faciliteit t.b.v. kleine gebruikers. In een gevorderd stadium van onderzoek is de mogelijkheid tot het inrichten van lokale of specifieke datacentrales met koppeling op het Datanet 1. De tariefstelling is zodanig gedifferentieerd, dat voor doelgroepnetten een goede prijs/prestatieverhouding bereikt wordt, d.w.z. de tarieven zijn afgestemd op de aard en intensiteit van de toepassing van de communicatiefaciliteiten. T.b.v. lokale doelgroepnetten kunnen afhankelijk van de aard daarvan gepaste voorzieningen worden aangeboden. De landelijke doelgroepnetten kunnen de beschikking hebben over huurlijnen en eigen aansluitingen op het Datanet 1. Met de PAD-faciliteit wordt toegang gegeven tot een groot aantal nieuwe diensten t.w. Memocom, Datanet 1, Viditel, Teletex, Documentcommuncatie en op Databanken. Wat betreft de vraag of deze doelgroepnetten als één gebruiker kunnen worden bezien, wordt medegedeeld dat een algemene uitspraak in deze niet valt te geven. Dit zal per geval worden bezien mede gelet op de overige (economische) relaties tussen de deelnemers.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19700 G, nr. 6
13
50 Kunnen mededelingen worden gedaan over de nieuwe van Viditel?
prijsstructuur
Voor Viditel geldt bij toegang via een 06-telefoonnummer één landelijk tarief t.w.: - 3 cent per minuut voor de telefoonverbinding; deze kosten worden via de telefoonnota verrekend (geen BTW); - 10 cent per minuut voor het gebruik van Viditel, in perioden van het vrijetijd-tarief 8,6 cent per minuut. Deze kosten worden verrekend via de Viditelnota (BTW-plichtig). 51 Hoe zijn de ervaringen met geïntroduceerde buitenland te waarderen?
koopnummers in het
In de Verenigde Staten kent men koopnummers al enige jaren onder verschillende benamingen: «900-service», «dial-it service», «audiotex», «976-service». Er zijn grote verschillen in de dienstkenmerken, bereikbaarheid, tarieven en voorwaarden tussen de diverse dienstverleningen. Bij de start van deze diensten hebben vooral de sex-lijnen veel publiciteit gehad. Het aantal oproepen naar deze lijnen blijft op een constant hoog niveau. Er zijn daarnaast vele andere toepassingen: weerberichten, horoscoop, grappen, sport, menu's etc. De meeste landen beschikken nog niet over de technische mogelijkheden. Waar dat wel het geval is, zijn de mogelijkheden van koopnummers bijzonder groot en aantrekkelijk. 52 Welke technische maatregelen kunnen worden getroffen om (de financiële gevolgen van) diefstal van autotelefoons te voorkomen? PTT lijdt aan de diefstal van autotelefoontoestellen geen directe schade, omdat de abonnee daarvoor aansprakelijk is o.g.v. de voorwaarden van aansluiting. De abonnees wordt dan ook geadviseerd daarvoor een verzekering af te sluiten. Om illegaal gebruik van gestolen autotelefoons in het autotelefoonnet te voorkomen zullen op korte termijn alle niet-uitgegeven autotelefoonnummers in het autotelefoon I-net worden geblokkeerd. In het autotelefoonnet II is dit reeds het geval. In het autotelefoonnet I zal bovendien een identificatie van de abonnees worden ingebouwd, waardoor onbevoegd gebruik wordt voorkomen. Het autotelefoonnet II is daartegen reeds in hoge mate beveiligd. Bij melding van diefstal van een autotelefoon wordt het betrokken nummer onmiddellijk geblokkeerd. 53 Hoe zijn de verwachtingen met betrekking tot ontwikkeling van de post buitenland in de komende jaren? Hoe is de kostendekking hieromtrent? De omvang van het postverkeer naar het buitenland is, afgezien van de trendmatige ontwikkeling, jaar voor jaar sterk afhankelijk van het moeilijk te voorspellen verzendpatroon van een beperkt aantal grote verzenders. Om deze reden is in het overzicht op blz. 6 van de memorie van toelichting voor 1987 uitgegaan van een aan 1986 gelijkblijvende verkeersomvang en zijn in het overzicht op blz. 29 geen verkeersgegevens over de postverzending naar het buitenland opgenomen. Door de algemene tariefverhoging per 1 juli 1986 zijn de tarieven voor losse post naar het buitenland weer op kostendekkend niveau gebracht.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 700 G, nr. 6
14
Dit geldt ook voor de tarieven voor partijenpost naar het buitenland, met dien verstande dat de tarieven voor de grote verzenders contractueel niet in één keer maar geleidelijk aan het kostenniveau worden aangepast. 54 Kan de sterke stijging van de investeringen bij bedrijfsmiddelen telecommunicatie van 1987 naar 1988 nader gespecificeerd worden? 54 De sterke stijging van de investeringen bij bedrijfsmiddelen telecommunicatie van 1987 naar 1988 kan voor f 3 0 min. worden toegeschreven aan de voor 1988 voorgenomen introductie van meetapparatuur voor lokale kabels. Daarnaast is de stijging van de investeringen in deze categorie het gevolg van hogere investeringen in kantoormachines, waarvan met name computerapparatuur. Bijlage bij vraag 24 's-Gravenhage, 28 augustus 1986 Aan: Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, Centrale Directie Een nederlandse ondernemer heeft mij geschreven over een zijns inziens onrechtvaardig verschil in handelwijze tussen hem en de P T T . Zo stelt hij, dat de PTT. mobilofoons verhuurt voor f 53,50 (excl. BTW). Als in een dergelijke situatie de klant verzoekt om een telefoonkoppeling bij de mobilofooninstallatie, dan wordt voor de koppeling huur berekend. Echter over het gehele huurbedrag wordt door de PTT. géén BTW berekend. Het lijkt mij dan dat door de PTT. de vrijstelling van artikel 11, lid 1, letter m, van de Wet op de omzetbelasting 1968 is toegepast. In het onderhavige geval leidt dit tot een wetsongelijkheid. Aan u is bij de brief van het Ministerie van Financiën van 2 april 1 976, kenmerk 27-51 9714 de regeling op bepaalde punten nader uitgelegd. Ik wilde uit onderhavige brief het navolgende citeren. «De in de vrijstellingsbepaling bedoelde diensten kunnen blijkens de jurisprudentie alleen worden verricht door de monopoliehouder van dat verkeer, te weten het Staatsbedrijf der P T T » . Dit houdt dan mijns inziens in, dat indien zich concurrentieverstoring zou voordoen, de transactie niet onder vrijstelling valt, maar aan het algemene tarief (in casu 1 9%) onderworpen is. Hopende u hiermede geïnformeerd te hebben, De inspecteur, R. J. M. Hofstede, hoofdcontroleur.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 700 G, nr. 6
15