Tweede Kamer aan het werk
Inhoudsopgave
De Nederlandse democratie
4
De Tweede Kamer vergadert
6
Taken en rechten
8
Van wetsvoorstel tot wet
10
Verkiezingen
12
Kabinetsformatie
14
Prinsjesdag
16
Rijksbegroting
18
Verantwoordingsdag
20
Uw mening telt
22
De Nederlandse democratie De koning is staatshoofd. Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, ook wel de Staten-Generaal genoemd. Tijdens de verkiezingen kiest de Nederlandse bevolking haar vertegenwoordigers in de Tweede Kamer.
In een parlementaire democratie controleert het parlement de regering en maakt het samen met de regering nieuwe wetten. De leden van het parlement, de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, vertegenwoordigen de kiezers. Eenmaal gekozen, zorgen volks vertegenwoordigers ervoor dat zij weten wat er in de samenleving leeft. Elke politicus doet dat op eigen wijze. Politici praten zoveel mogelijk met hun achterban en met allerlei belangenvertegenwoordigers. Zij leggen werkbezoeken af, lopen stages, houden enquêtes, hoorzittingen en spreekbeurten en doen mee aan discussies.
4
Tweede Kamer De belangrijkste taken van de Tweede Kamer zijn medewetgeving en controleren of de regering haar werk goed doet. De leden van de Tweede Kamer worden direct gekozen door de Nederlandse stemgerechtigden. Door te stemmen tijdens de landelijke verkiezingen bepalen de kiezers welke 150 Tweede Kamer leden hen de komende kabinetsperiode verte genwoordigen. Minimaal eens in de vier jaar zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Rechten Kamerleden De leden van de Tweede Kamer hebben rechten
om hun taken zo goed mogelijk uit te voeren. Zij mogen zelf wetsvoorstellen indienen of wijzigingen voorstellen op wetsvoorstellen van de regering. Tweede Kamerleden kunnen de ministers en staatssecretarissen vragen stellen en ter verantwoording roepen. Ministers en staatssecretarissen zijn verplicht om deze vragen te beantwoorden. Eerste Kamer De belangrijkste taak van de Eerste Kamer is medewetgeving. Dat houdt in dat de Eerste Kamer wetsvoorstellen moet goedkeuren die de Tweede Kamer heeft aangenomen. Pas dan kan een wetsvoorstel ook daadwerkelijk een wet worden. In tegenstelling tot de Tweede Kamer mag de Eerste Kamer geen wijzigingen aanbren gen in een wetsvoorstel. Getrapte verkiezingen De leden van de Eerste Kamer worden getrapt gekozen. Dat betekent dat zij niet rechtstreeks gekozen worden door de Nederlandse be volking. De Nederlandse stemgerechtigden kiezen de leden van de Provinciale Staten. Deze kiezen op hun beurt de Eerste Kamerleden. De Provinciale Statenverkiezingen zijn eens in de vier jaar.
sen de coalitiepartijen over de hoofdlijnen van het toekomstige regeringsbeleid. Coalitie versus oppositie De partijen die niet deelnemen aan de regering zijn de oppositiepartijen. In een democratie heb ben zowel regeringspartijen als oppositiepartij en een stem in het parlement. Vaak probeert de oppositie regeringsvoorstellen tegen te houden of te veranderen. Door oppositie te voeren wordt de regering dus scherp gecontroleerd. Coalitiepartijen moeten ook kritisch zijn, maar zullen het kabinetsbeleid eerder steunen dan afkeuren, omdat hun partijen deel uitmaken van de regering. Rol koning De macht van de koning is zeer beperkt. Zo leest koning Willem-Alexander op Prinsjesdag de troonrede voor, waarin de regering de plannen voor het komende jaar bekend maakt. Hij leest dit voor, maar de regering stelt de troonrede op. De ministers zijn verantwoordelijk voor het han delen van de koning, de zogenoemde ministeri ële verantwoordelijkheid. Verder zet de koning zijn handtekening onder alle wetten en alle Koninklijke Besluiten, zoals de benoeming van een burgemeester.
Kabinet De minister-president, de ministers en de staats secretarissen vormen samen het kabinet. De regering bestaat uit de koning plus de minis ters. Het kabinet maakt het regeringsbeleid en is daar verantwoordelijk voor. Na de Tweede Kamerverkiezingen is de kabinetsformatie. Tijdens de formatie wordt gekeken welke partijen samen gaan regeren. Dit zijn de coalitiepartijen. Vervolgens onderhandelen de coalitiepartijen over de verdeling van de posten van de ministers en de staatssecretarissen en over het regeerakkoord. Dat is een akkoord tus
5
De Tweede Kamer vergadert Het werk van Kamerleden bestaat voor een groot deel uit vergaderen en stemmen over politieke onderwerpen. Grote politieke vergaderingen zijn in de plenaire zaal, de zaal die herkenbaar is aan de blauwe stoelen met het logo van de Tweede Kamer. Daarnaast vergaderen Tweede Kamerleden in commissies, waar onderwerpen tot in detail kunnen worden besproken.
De vergadering waarbij alle 150 Tweede Kamer leden aanwezig kunnen zijn, heet de plenaire of voltallige vergadering. Plenaire vergaderingen zijn op dinsdag, woensdag en donderdag. Soms tot diep in de nacht. Als er ten minste 76 Kamer leden in het Kamergebouw aanwezig zijn, mag er plenair worden vergaderd. Het gaat hierbij om de helft van 150 plus één. Dit heet het quo rum. Bij grote politieke debatten, zoals debat ten over actuele zaken en de behandeling van wetsvoorstellen en begrotingen, gaat het vrijwel
6
altijd om een plenaire vergadering. Dan zit de zaal vaak vol. Bij vergaderingen over onderwer pen die eerst in een commissie zijn besproken, zijn meestal niet alle zetels bezet. Dan gaan alleen de Kamerleden van verschillende fracties die woordvoerder zijn op dat beleidsterrein met elkaar in debat. Commissievergadering Van maandag tot en met donderdag zijn er commissievergaderingen. Commissieverga
deringen zijn vergaderingen van een vaste groep Kamerleden uit de verschillende fracties. Iedere commissie houdt zich bezig met vaste onderwerpen die in principe overeenkomen met de beleidsterreinen van de ministeries. Kamerleden die zitting hebben in een bepaalde commissie hebben het woordvoerderschap op dat terrein. Commissievergaderingen zijn voorbereidend van aard, waardoor details niet meer plenair besproken hoeven te worden. De commissievergaderingen zijn in kleinere ver gaderzalen, vaak tegelijkertijd met de plenaire vergadering. Algemeen overleg De belangrijkste commissievergadering is het algemeen overleg (AO). Een algemeen overleg is een overleg tussen een commissie en een minister of staatssecretaris. In een AO stellen Kamerleden vragen aan de minister of staatsse cretaris, die daar vervolgens op antwoordt. De Voorzitter De Voorzitter van de Tweede Kamer opent en sluit de plenaire vergadering. Kamerleden, ministers en staatssecretarissen spreken nooit rechtstreeks tot elkaar, maar altijd via de Voorzitter. De Voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door een van de ondervoorzitters van de Tweede Kamer.
Spreektijd Tijdens vergaderingen debatteren Kamerleden met de minister of staatssecretaris en ook met elkaar. Kamerleden hebben een van tevoren afgesproken spreektijd van een aantal minuten. Eventuele interrupties en antwoorden daarop vallen buiten de spreektijd. Daardoor kan een debat lang duren. Het debat is op zijn levendigst wanneer sprekers elkaar onderbreken en in hun betoog scherpe vragen stellen. De zogenaamde interrupties. Stemmingen De Tweede Kamer neemt besluiten door na discussie over een onderwerp te stemmen. Er kan op drie manieren worden gestemd. Door handopsteken, hoofdelijk en schriftelijk. Omdat elke stem telt, is het belangrijk dat zo veel mogelijk Kamerleden naar de vergaderzaal komen. Daarom laat de Voorzitter voor een stemming in het hele gebouw een bel gaan. De meeste stemmingen staan op de agenda en zijn van tevoren bekend. Openbaarheid De vergaderingen van de Tweede Kamer zijn vrijwel altijd openbaar. Van alle openbare vergaderingen worden verslagen gemaakt die iedereen kan raadplegen op www.tweedekamer. nl. U kunt een openbare vergaderingen ook bij wonen of live volgen via www.tweedekamer.nl.
Het debat Een debat verloopt volgens een vast patroon. Eerst komen de Tweede Kamerleden aan het woord. De minister of staatssecretaris reageert hierop. Dit heet de eerste termijn. Meestal zijn nog niet alle vragen voldoende beantwoord. Dan volgt een tweede termijn, waarin verschil lende Kamerleden opnieuw het woord voeren. De minister of staatssecretaris antwoordt weer. Als de vragen nog niet afdoende zijn beant woord, kan nog een derde termijn volgen.
7
Taken en rechten De Tweede Kamer heeft twee hoofdtaken: de regering controleren en samen met de regering wetten maken. Om de Tweede Kamer de gelegenheid te geven de regering goed te controleren, is de regering verplicht de Tweede Kamer te informeren. De Tweede Kamer heeft een aantal speciale rechten om haar taken te kunnen uitvoeren.
Het budgetrecht is het recht om de staatsuitga ven (de rijksbegroting) en de staatsinkomsten (de belastingheffing) te beoordelen, te verwer pen of goed te keuren. Zo bepaalt de Tweede Kamer samen met de regering hoeveel geld de overheid mag uitgeven en aan welk doel zij dit gaat besteden. In het budgetrecht komen beide hoofdtaken van de Tweede Kamer, controle en wetgeving,
8
samen. Een begroting heeft namelijk de vorm van een wetsvoorstel. Net als bij een wetsvoor stel van de regering kan de Tweede Kamer in een begrotingswetsvoorstel wijzigingen aan brengen. Nadat de begroting is aangenomen, controleert de Tweede Kamer de uitvoering ervan. Begro tingsdebatten hebben een centrale plaats in het overleg tussen regering en parlement.
Amendementsrecht Het recht om wijzigingen aan te brengen in wetsvoorstellen van de regering of in initiatief voorstellen, heet het recht van amendement. De Tweede Kamer stemt over de voorgestelde wijzigingen of amendementen en over het bij behorende wetsvoorstel. Als de amendementen worden aangenomen, gaan ze deel uitmaken van het wetsvoorstel. Recht om moties in te dienen Tweede Kamerleden kunnen tijdens de verga dering moties indienen. Daarmee kunnen zij de regering vragen om ergens aandacht aan te besteden, een wetsvoorstel te maken of een oordeel te geven over het gevoerde beleid. Met een motie van wantrouwen kan de Tweede Kamer het vertrouwen in een minister opzeg gen. De minister kan dan niets anders doen dan daar consequenties aan verbinden en opstappen.
initiatiefvoorstel heeft ingediend het voorstel in de Tweede Kamer verdedigt. Onderzoeks- en enquêterecht Als het parlement vindt dat een bepaalde zaak tot op de bodem uitgezocht moet worden, kan het een parlementair onderzoek instellen. De zwaarste onderzoeksvorm is de parlementaire enquête. Bij een parlementaire enquête mogen getuigen onder ede worden ondervraagd. Bij een gewoon onderzoek niet. Een onder zoekscommissie kan ook tot de conclusie komen dat een parlementaire enquête ongewenst is. Voor het instellen van een parlementair onder zoek of enquête is een meerderheid nodig in de Tweede Kamer.
Interpellatierecht Ieder Kamerlid mag een minister of staatssecre taris ter verantwoording roepen en mondelinge of schriftelijke vragen stellen. Dit heet het recht van interpellatie. Een minister of staatssecretaris is verplicht antwoorden te geven op deze vragen. Tenminste dertig Kamerleden moeten het verzoek tot interpellatie ondersteunen. Behalve interpellaties kent de Tweede Kamer ook ‘dertigledendebatten’. Voor het houden van een dergelijk debat is de steun van tenminste dertig leden nodig. Recht van initiatief Tweede Kamerleden hebben ook het recht om op eigen initiatief een wetsvoorstel in te dienen. Initiatiefvoorstellen worden op dezelfde wijze behandeld als wetsvoorstellen van de regering. Het enige verschil is dat het Kamerlid dat het
9
Van wetsvoorstel tot wet In de samenleving moet duidelijk zijn wat er wel en niet mag. De overheid maakt daarom regels, zodat alles goed verloopt. Deze regels worden vastgelegd in wetten. Er wordt veel werk verzet voordat een nieuwe wet klaar is. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer moeten het wetsvoorstel grondig bekijken en goedkeuren.
10
De regering en de Tweede Kamer zoeken voortdurend naar oplossingen voor problemen. Op deze manier willen ze ervoor zorgen dat de maatschappij goed functioneert. Dat er werk, onderwijs en gezondheidszorg is voor iedereen. Om ervoor te zorgen dat dit lukt, is het soms nodig dat er een nieuwe wet komt.
het namelijk van belang dat bepaalde zaken op dezelfde manier zijn geregeld. De Nederlandse regering vertaalt de Europese richtlijnen in Nederlandse wetten. De regering en de Tweede Kamer hebben beperkte invloed op de inhoud van dit soort wetten omdat de richtlijnen moe ten worden gevolgd.
Europese richtlijnen Ook de Europese Unie maakt regels, die worden vastgelegd in Europese richtlijnen. Voor de samenwerking tussen de Europese landen is
Wetsvoorstel Als een minister of staatssecretaris iets wettelijk wil regelen, laat hij zijn beleidsambtenaren een wetsvoorstel maken. De ministers bespreken dit
voorstel in de ministerraad. Het komt ook voor dat leden van de Tweede Kamer aan de regering vragen om een wetsvoorstel op te stellen, maar dat de regering dit niet wil. In dat geval kun nen een of meer Kamerleden zelf het initiatief nemen om een wetsvoorstel te maken. Daarbij krijgen zij hulp van Bureau Wetgeving van de Tweede Kamer of van de ministeries. Advies Raad van State Wanneer de tekst van een wetsvoorstel klaar is, gaat die naar de Raad van State. Dit is een belangrijk adviesorgaan dat kritisch bekijkt of de voorgestelde wet niet in strijd is met andere wetten of verdragen. Ook bekijkt de Raad van State of de wet goed zal uitpakken voor de bevolking. De opsteller van een wetsvoorstel hoeft het advies van de Raad van State niet op te volgen. Meestal gebeurt dat wel en wordt het wetsvoorstel aangepast. Indiening Tweede Kamer Een wetsvoorstel van de regering gaat samen met het advies van de Raad van State naar de koning. De koning dient het wetsvoorstel met een aanbiedingsbrief in bij de Tweede Kamer. De aanbiedingsbrief wordt Koninklijke Bood schap genoemd. Voorbereidend onderzoek In de Tweede Kamer wordt het wetsvoorstel behandeld in de commissie voor dat beleidster rein. Tijdens deze behandeling kan elke fractie haar eigen kijk, opmerkingen en vragen over het wetsvoorstel inbrengen. Bij gevoelige of omstreden plannen kan de commissie besluiten om deskundigen en belanghebbenden uit de samenleving om commentaar te vragen.
Tweede Kamer verdedigd door de indiener(s), meestal één of meer ministers of staatssecreta rissen en soms één of meer Kamerleden. In het debat proberen ze elkaar te overtuigen van de eigen visie op het wetsvoorstel. Als Kamerleden het met een deel van het wets voorstel niet eens zijn, kunnen zij voorstellen om dat te veranderen. Zo’n wijzigingsvoorstel heet een amendement. Na de plenaire behande ling stemmen de Kamerleden over de amende menten en het wetsvoorstel. Eerste Kamer: ja of nee? Nadat een wetsvoorstel in de Tweede Kamer is aangenomen, gaat het door naar de Eerste Kamer. De Eerste Kamer onderzoekt en bespreekt het wetsvoorstel op hoofdlijnen en mag een wetsvoorstel alleen goedkeuren of afkeuren. Zij kan het wetsvoorstel dus niet, zoals de Tweede Kamer, wijzigen door het aannemen van amendementen. Nieuwe wet treedt in werking Wanneer ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen, ondertekent de koning het voorstel. Vervolgens tekent de verantwoordelij ke minister. Dit is het zogenoemde contraseign, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat niet de koning maar de minister verantwoordelijk is voor de inhoud van de wet. Tot slot tekent de minister van Veiligheid en Justitie, die de wet bekendmaakt op http://zoek.officielebekend makingen.nl. De wet kan nu in werking treden, iedereen moet zich houden aan de regels die erin staan.
Aanpassen en aannemen Na de behandeling in de commissie wordt het wetsvoorstel in de plenaire vergadering van de
11
Verkiezingen Minimaal één keer in de vier jaar kiest de Nederlandse bevolking een nieuwe vertegenwoordiger in de Tweede Kamer. Door te stemmen bepalen kiesgerechtigde Nederlanders door wie en hoe Nederland wordt bestuurd.
Nederland kent sinds 1919 algemeen kiesrecht. Iedereen die achttien jaar of ouder is en de Nederlandse nationaliteit heeft, mag stemmen en zich kandidaat stellen voor de Tweede Kamer. Dit heet ‘actief’ en ‘passief’ kiesrecht. Door te stemmen, maken kiezers kenbaar welke poli tieke partij het beste hun mening verkondigt. Kandidaat stellen Wie de Nederlandse bevolking wil vertegen woordigen, moet zich kandidaat stellen. Iemand kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een politieke partij of een nieuwe partij oprichten.
12
Zowel politieke partijen als particulieren kunnen meedoen aan de verkiezingen. Campagne voeren Een politieke partij wil zo veel mogelijk mensen enthousiast maken voor haar plannen. Want, hoe meer stemmen, hoe groter het aantal zetels, des te meer invloed op het beleid. En bovendien ook meer kans om in de regering te komen. Vlak voor de verkiezingen gaan de poli tieke partijen campagne voeren. Zij maken hun plannen bekend in de verkiezingsprogramma’s. Tijdens de verkiezingscampagne promoot elke
partij haar standpunten op internet en tijdens lijsttrekkersdebatten op radio en televisie. En door het land in te gaan, spreekbeurten te ge ven en folders uit te delen. Stemmen Uiterlijk veertien dagen voor de verkiezingen ontvangen kiesgerechtigde Nederlanders thuis een oproepkaart of stempas. Ook krijgen de kiezers uiterlijk vier dagen voor de verkiezingen een kandidatenlijst in hun brievenbus. Verkiezingsuitslag Na de verkiezingen worden de stemmen geteld. Het Centraal Stembureau in Den Haag verzamelt alle uitslagen, telt ze op en stelt de uitslag van de verkiezingen vast. Dan wordt vastgesteld hoeveel zetels elke partij krijgt. Geloofsbrieven De voorzitter van het Centraal Stembureau brengt alle gekozen Kamerleden na de verkie zingen officieel op de hoogte van hun benoe ming. De Kamerleden laten dan weten of zij hun benoeming aanvaarden. Zij geven de Tweede Kamer een uittreksel uit het bevolkingsregister. Ook doen zij opgave van eventuele openbare betrekkingen, zoals een baan of een bestuurs functie. Deze verklaringen samen heten de geloofsbrieven. De commissie voor het onder zoek van de Geloofsbrieven van de Tweede Kamer onderzoekt de geloofsbrieven. Ook stelt de commissie vast of de verkiezingen goed zijn verlopen.
de hierop volgende vergadering worden alle nieuwe en opnieuw gekozen Kamerleden door de Kamervoorzitter beëdigd. Eed en belofte Een Kamerlid legt de volgende eed of verklaring en belofte af: “Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.” “Ik zweer (verklaar en beloof), dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.” “Ik zweer (verklaar en beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet. Ik zweer (beloof) dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen.”
Nieuwe Kamerleden De voorzitter van de commissie voor het onder zoek van de Geloofsbrieven brengt verslag uit van het onderzoek in de Tweede Kamer. Dat gebeurt tijdens de laatste vergadering van de Tweede Kamer in de oude samenstelling. In
13
Kabinetsformatie Na de verkiezingen voor de Tweede Kamer begint de formatie van een nieuw kabinet. Een ingewikkeld en spannend proces. In de Grondwet staan geen regels over de procedure voor de kabinetsformatie. De Grond wet behandelt alleen het begin en einde van de kabinetsformatie: het ontslaan van het oude kabinet en benoemen van het nieuwe kabinet door het staatshoofd. De procedure van de ka binetsformatie berust dan ook voornamelijk op ongeschreven staatsrecht en gewoontes. Reglement van Orde Op 27 maart 2012 besloot de Tweede Kamer de regels over de formatie aan te passen in het Reglement van Orde. Doel van deze wijziging is dat de Tweede Kamer voortaan zelf het initiatief kan nemen bij de kabinetsformatie. Voordat de
14
Tweede Kamer tot de wijziging van het Regle ment van Orde besloot, speelde het staatshoofd een belangrijke rol bij de formatie. In het Reglement van Orde is nu opgenomen dat de Tweede Kamer uiterlijk een week na de installatie van een nieuwe Kamer debatteert over de verkiezingsuitslag. In dit debat wordt een informatieopdracht opgesteld en een informateur benoemd, die deze opdracht uitvoert. Ook kan de Kamer besluiten om de informatiefase over te slaan en direct te begin nen met de formatie. Het debat heeft dan als doel een of meer formateurs te benoemen en aan hem of hen een formatieopdracht mee te geven.
Informateur De informateur gaat na welke partijen met elkaar een nieuw kabinet kunnen en willen vormen en welke eventuele problemen daarbij overwonnen moeten worden. Het is in Neder land nog nooit voorgekomen dat één partij meer dan 50% van de stemmen kreeg. Daarom moeten partijen samenwerken om te regeren: de coalitie. Partijen die geen deel uitmaken van de coalitie vormen de oppositie. Hoe ver de opdracht van de informateur reikt, hangt af van de verkiezingsuitslag. Als twee partijen een meerderheid hebben en het eens zijn, kan de informateur een beperkte opdracht krijgen. Dat was in 2012 het geval. De opdracht aan de informateurs luidde toen om op zo kort mogelijke termijn de mogelijkheid te onderzoe ken van een stabiel kabinet bestaande uit VVD en PvdA. Na afronding van hun werkzaamheden stellen de informateurs of informateur de Kamer voor een formateur te benoemen. Formateur Meestal is de beoogde minister-president de formateur. Over het algemeen levert de grootste partij de minister-president. De formateur rondt de besprekingen af en verdeelt de ministersposten. Daarna kan hij/zij mensen gaan zoeken die namens de coalitiepartijen minister of staats secretaris kunnen worden. Zodra de nieuwe ministersploeg compleet is, komt het nieuwe kabinet bijeen voor een constituerend, vor mend, beraad. Daarbij verklaren de ministers het eens te zijn met het regeerakkoord. Daarin staan de gezamenlijke doelstellingen en de hoofdlijnen van het beleid van het toekomstige kabinet. Vervolgens beëdigt het staatshoofd de ministers en staatssecretarissen. Kort daarna legt het kabinet in de Tweede Kamer de rege ringsverklaring af.
Kabinetsformatie Soms duurt een kabinetsformatie in Nederland erg lang. Dat is lastig omdat het demissio naire kabinet in principe alleen lopende zaken afhandelt. Een kabinet wordt demissionair zodra de minister-president het ontslag bij het staatshoofd heeft ingediend. Vanaf 1946 is de gemiddelde duur van een kabinetsformatie 89,5 dagen. De kortste formatie was die van het kabinet-Drees I in 1948; deze duurde tien dagen. De langste formatie – 208 dagen – was die in 1977 van het eerste kabinet-Van Agt. De formatie van het huidige kabinet-Rutte II werd in 52 dagen afgerond.
Verandering formatieproces Op 27 maart 2012 besloot de Tweede Kamer om de regels over de formatie aan te passen in het Reglement van Orde. Doel van deze wijziging is dat de Tweede Kamer voortaan zelf het initiatief kan nemen bij de kabinets formatie. Voordat de Tweede Kamer tot de wijziging van het Reglement van Orde besloot, speelde het staatshoofd een belang rijke rol bij de formatie en verliep deze vol gens een vast patroon. Na raadpleging van haar adviseurs benoemde het staatshoofd een informateur, die moest onderzoeken of er een kabinet kon worden gevormd dat kon rekenen op voldoende steun in de Tweede Kamer. Als dat onderzoek tot een duidelijk resultaat leidde, benoemde het staatshoofd een formateur.
15
Prinsjesdag Elke derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Prinsjesdag is een belangrijke dag voor de Nederlandse politiek. Koning Willem-Alexander leest dan de troonrede voor in de Ridderzaal. In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar. Later op de dag biedt de minister van Financiën de rijksbegroting en de Miljoenennota aan de Tweede Kamer aan.
Op Prinsjesdag rijdt koning Willem-Alexander in de gouden koets naar het Binnenhof. Als staats hoofd en als lid van de regering leest hij in de Ridderzaal de troonrede voor. Koning WillemAlexander schrijft de troonrede niet zelf. Alle ministers schrijven een stuk over hun eigen be leidsterrein. De minister-president maakt van al die stukken een geheel. In de Ridderzaal zitten onder meer de leden van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. Deze Verenigde Vergadering
16
vormt het begin van het nieuwe parlementaire vergaderjaar. Rijksbegroting Na de troonrede gaan de leden van de Tweede Kamer en de minister van Financiën naar de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Daar biedt de minister van Financiën de rijksbegro ting en de Miljoenennota aan de Tweede Kamer aan.
In de rijksbegroting staat wat de regering wil bereiken, op welke wijze en wat dat gaat kosten. De rijksbegroting bestaat uit de afzonderlijke begrotingen van alle ministeries. Deze begro tingen hebben betrekking op het komende begrotingsjaar dat loopt van 1 januari tot en met 31 december. Miljoenennota De Miljoenennota is de financiële vertaling van de troonrede en gaat over miljarden euro’s. De nota beschrijft de huidige economische en financiële situatie van Nederland en de ver wachte ontwikkelingen in Nederland, Europa en daarbuiten. Ook geeft de nota inzicht in de overheidsfinanciën; de schatkist. Algemene politieke beschouwingen Voordat het kabinet de kabinetsplannen mag uitvoeren, moet het parlement ze beoordelen en goedkeuren. Dit gebeurt tijdens de alge mene politieke beschouwingen. Deze vinden na Prinsjesdag plaats en duren meestal twee dagen. Het voltallige kabinet, de ministers en staatssecretarissen, en alle Tweede Kamerleden zijn aanwezig. De Tweede Kamer debatteert dan over de betekenis van de gepresenteerde kabi netsplannen voor de Nederlandse samenleving. De minister-president voert het woord namens de regering en de fractievoorzitters spreken namens de fracties. Tijdens deze vergadering wordt bepaald wat de regering het komende jaar gaat doen. De Kamerleden kunnen met moties laten weten dat ze het niet eens zijn met onderdelen van de voorstellen van de regering, of er iets aan toevoegen. Algemene financiële beschouwingen In oktober volgen de algemene financiële beschouwingen in de Tweede Kamer. De financi eel specialisten van de Kamerfracties gaan
dan met de minister van Financiën in debat over de rijksbegroting. Begrotingsdebatten In de volgende twee maanden verdedigen alle ministers hun eigen begroting in de Tweede Kamer. De Tweede Kamerleden hebben tot 1 januari de tijd om alles met elkaar door te spreken. Op 1 januari begint het begrotingsjaar waarin de ministeries de begrotingen uitvoeren. De Tweede Kamer controleert of de ministe ries dat goed doen en of wordt gedaan wat is beloofd. Op 31 december eindigt het begro tingsjaar. Verantwoordingsdag Op de derde woensdag van mei is het Verant woordingsdag. Op deze dag biedt de minister van Financiën het Financieel Jaarverslag van het Rijk aan de Tweede Kamer aan in een speciaal koffertje. Naast het Financieel Jaarverslag van het Rijk zijn er jaarverslagen per ministerie die laten zien waaraan de regering het afgelopen jaar geld heeft uitgegeven. Aan de hand hiervan kunnen de Eerste Kamer en de Tweede Kamer controleren wat er van de regeringsplannen terecht is gekomen. Wettelijke regels De Algemene Rekenkamer controleert de jaar verslagen en beoordeelt of de regering de plan nen goed heeft uitgevoerd. En of het kabinet zich aan de wettelijke regels heeft gehouden. De president van de Algemene Rekenkamer biedt het rapport op Verantwoordingsdag aan de Tweede Kamer aan. De ministers moeten zich verantwoorden tegenover de Eerste Kamer en de Tweede Kamer over wat men wilde bereiken, wat men daarvoor heeft gedaan en wat dat heeft gekost.
17
Rijksbegroting Prinsjesdag is niet alleen de dag van de troonrede, het is ook de dag van de rijksbegroting. Nadat de troonrede is voorgelezen, komt de minister van Financiën naar de Tweede Kamer om ‘het koffertje’ aan te bieden. In dit koffertje zitten de rijksbegroting en de Miljoenennota. Bijna een jaar lang is er op de ministeries en door het kabinet aan gewerkt. Nu moet het kabinet afwachten wat de verschillende fracties ervan vinden.
Cijfers en getallen, daaruit bestaat de rijksbegro ting. Alle geplande uitgaven en inkomsten van de overheid voor het komende jaar staan erin. Verder legt de regering uit wat zij wil bereiken, wat zij daarvoor gaat doen en wat dat mag kosten. Ieder kalenderjaar moet dit opnieuw worden vastgesteld. Voor ieder ministerie is er een aparte begroting.
18
Miljoenennota In de troonrede vertelt de koning hoe Neder land er als land voor staat en wat de regering van plan is het komende jaar te doen. De Miljoenennota is de financiële ‘vertaling’ van de troonrede. De minister van Financiën geeft in de Miljoenennota een toelichting op de rijksbegroting.
Miljoenen? Miljarden! Dagelijks maakt iedereen gebruik van voor zieningen die de overheid verzorgt of (mede) betaalt: openbaar vervoer, politie, onderwijs. Al deze collectieve voorzieningen kosten geld. Het gaat om miljarden euro’s. Het meeste geld dat voor de collectieve voorzieningen nodig is, betalen burgers en bedrijven via belastingen. Er is accijns op bijvoorbeeld sigaretten of ben zine, btw op brood en kleding en loonbelasting op salaris. Daarnaast krijgt de regering geld van premies en uit de verkoop van aardgas. Algemene beschouwingen Voor de regering al haar plannen mag gaan uitvoeren, moeten de Eerste Kamer en de Tweede Kamer de plannen goedkeuren. Daarom gaat de minister-president meteen na Prinsjes dag in debat met de fractievoorzitters van de Tweede Kamer. Ze praten over wat de voorstel len betekenen voor de Nederlandse samen leving. Alle Kamerleden, ministers en staats secretarissen zijn daarbij aanwezig. Dit debat heet de algemene politieke beschouwingen en duurt meestal twee dagen. De Tweede Kamer leden kunnen met moties laten weten dat ze het niet met de voorstellen eens zijn of dat zij een eigen voorstel hebben.
Wijzigen of schrappen Met amendementen kan de Tweede Kamer de plannen en de begrotingen van de ministers wijzigen of schrappen en zelf met nieuwe voor stellen komen. Meestal zijn er niet meer dan enkele tientallen wijzigingen. Dit komt omdat de bedragen niet alleen betrekking hebben op nieuw beleid, maar ook op lopende zaken of eerder aangegane verplichtingen. En die kun nen niet meer gewijzigd worden. Een jaar voorbereiding Kort na Prinsjesdag stuurt de minister van Financiën een brief aan de andere ministers waarin staat hoe zij hun begrotingsvoorstellen moeten voorbereiden die zij op Prinsjesdag van het volgende jaar zullen presenteren. In april spreken de ministers samen de grote lijn van de begroting af. Zij besluiten aan welke zaken meer en aan welke minder wordt uitgegeven. De ministeries werken de hele zomer aan hun begrotingsvoorstellen om ze voor Prinsjesdag af te krijgen. De minister van Financiën schrijft de Miljoenennota.
Eind september of begin oktober volgen de algemene financiële beschouwingen. De finan cieel specialisten van de Tweede Kamerfracties praten dan met de minister van Financiën over de rijksbegroting. In de twee daaropvolgende maanden komen alle ministers één voor één naar de Tweede Kamer om hun eigen begrotin gen te verdedigen. De minister van Onderwijs legt bijvoorbeeld uit waarom er extra leraren moeten komen. Ook licht hij toe hoe die er moeten komen en wat dat gaat kosten.
19
Verantwoordingsdag Bijna iedereen kent Prinsjesdag op de derde dinsdag in september. Koning WillemAlexander leest dan de troonrede voor. Daarna worden in de Tweede Kamer de regeringsplannen gepresenteerd in de rijksbegroting en de Miljoenennota. Om te controleren wat er van deze plannen terecht is gekomen, is het op de derde woensdag in mei Verantwoordingsdag.
Net als op Prinsjesdag komt de minister van Financiën op Verantwoordingsdag met een koffertje naar de Tweede Kamer. Alleen zitten er geen rapporten in over wat de regering gaat doen, maar verslagen over wat er het afgelo pen jaar is gedaan. Voor elk ministerie is er een apart jaarverslag. Daarin staat welke prestaties het ministerie heeft geleverd, hoe deze passen in het regeringsbeleid en hoeveel geld de activi teiten hebben gekost.
20
Het gaat om de vragen: - Heeft de regering bereikt wat zij in de rijksbegroting als doel had gesteld? - Heeft de regering gedaan wat zij had gepland? - Heeft de uitvoering van de plannen gekost wat de regering ervoor begroot had? Natuurlijk gaat de verantwoording niet over de plannen van dit jaar. In dit jaar wordt er
verantwoording afgelegd over de plannen die op Prinsjesdag twee jaar geleden zijn ingediend en afgelopen jaar zijn uitgevoerd.
wandelgangen wordt Verantwoordingsdag ook wel ‘woensdag gehaktdag’ genoemd; het idee is dat ministers stevig aan de tand gevoeld worden over hun resultaten.
Financieel jaarverslag Naast de jaarverslagen van alle ministeries biedt de minister van Financiën ook het over koepelende ‘Financieel Jaarverslag van het Rijk’ aan. Onder het Rijk wordt de centrale overheid verstaan. In het Financieel Jaarverslag van het Rijk staat informatie over de financiële prestaties van de centrale overheid als geheel. Ook de president van de Algemene Rekenkamer biedt de Tweede Kamer een rapport aan. De Rekenkamer kijkt zelfstandig of de gewenste doelen zijn bereikt en controleert bovendien of de regering de wettelijke regels heeft gevolgd. In een apart verslag geeft de Rekenkamer commentaar op de jaarverslagen. Debat Tweede Kamer In de weken na Verantwoordingsdag overleggen de Kamerleden over de jaarverslagen. Half juni debatteren zij vervolgens met de ministers over de jaarverslagen. Verbeterde controle Verantwoordingsdag is een belangrijk hulpmid del om de regering te controleren; dat is immers een van de taken van de Tweede Kamer. Wanneer de regering de volgende begroting opstelt, kan zij rekening houden met het com mentaar van de Tweede Kamer. Het regerings beleid wordt zo bijgestuurd of veranderd. Gehaktdag Op Verantwoordingsdag komt de koning niet naar het Binnenhof in zijn gouden koets en dragen de vrouwen geen fraaie hoeden. Verantwoordingsdag bestaat pas sinds het jaar 2000 en moet zijn tradities nog verdienen. In de
21
Uw mening telt Door te stemmen, bepaalt u hoe en door wie ons land wordt bestuurd. Maar ook buiten de verkiezingen om is kritiek op het doen en laten van de regering en de Tweede Kamerleden mogelijk. Door uw mening te laten horen, kunt u de politiek beïnvloeden.
Tijdens verkiezingen kiest u, de Nederlandse bevolking, wie u de komende vier jaar in de Tweede Kamer mogen vertegenwoordigen. De Tweede Kamerleden zijn uw politieke verte genwoordigers. Als u hen wilt spreken of uw mening wilt geven, kunt u Kamerleden, Kamer commissies of de hele Tweede Kamer op ver schillende manieren benaderen. U kunt bellen, mailen, schrijven of langskomen in de Tweede Kamer. Kamerleden zijn actief in het land. Zij zijn aanwezig op bijeenkomsten van hun partij in de regio en gaan op bezoek bij scholen, ziekenhui
22
zen, fabrieken, kantoren en verenigingen. Dat zijn goede gelegenheden om contact te maken met Kamerleden. Politieke partijen Mensen met gelijke opvattingen over de samen leving vinden elkaar in politieke partijen. Als lid van een politieke partij kunt u proberen uw idee ën bekend te maken bij uw vertegenwoordigers in het parlement en de regering. Politieke partijen vormen een brug tussen kiezers en politiek. Politieke partijen hebben contact met hun
chterban, met kiezers zoals u. In de Tweede a Kamer zijn politieke partijen vertegenwoordigd door fracties. Het aantal zetels dat een partij heeft in de Tweede Kamer, is afhankelijk van het aantal behaalde stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Lobbyen Maatschappelijke bewegingen, belangenorgani saties, verenigingen en actiegroepen proberen op allerlei manieren de politiek te beïnvloeden. Deze groepen hebben weliswaar geen directe stem in het parlement, maar via hun lobbyisten proberen ze Kamerleden te overtuigen. Politici houden rekening met standpunten van deze groepen, vooral als ze veel aanhang onder de bevolking hebben en met goede argumenten komen. Hun lobbyisten zijn dagelijks te vinden in het gebouw van de Tweede Kamer.
nemen of juist na te laten. Vaak wordt een petitie namens een groep mensen aangeboden. Hoe meer handtekeningen er onder een petitie staan, hoe beter. Verzoekschrift Wanneer u meent dat de rijksoverheid u onzorg vuldig of onjuist heeft behandeld, kunt u een klacht indienen bij de commissie voor de Verzoekschriften van de Tweede Kamer. Het moet gaan om een individuele kwestie, waar tegen geen bezwaarschriftprocedure of beroep bij de onafhankelijke rechter mogelijk is.
Burgerinitiatief Heeft u een voorstel om de samenleving te verbeteren? Wilt u dat de Tweede Kamer een onderwerp op de agenda zet? Dan kunt u een burgerinitiatief indienen. Een burgerinitiatief is een voorstel om bijvoorbeeld het milieu, onderwijs of openbaar vervoer te verbeteren, of een regel eenvoudiger te maken of zelfs af te schaffen. Met een burgerinitiatief verzoekt u de Tweede Kamer om uw voorstel te bespreken en er een standpunt over in te nemen. Voor een burgerinitiatief heeft u ten minste 40.000 handtekeningen nodig van mensen die uw plan steunen. Het moet ook een nieuw voorstel zijn en het mag de laatste twee jaar niet in de Tweede Kamer aan de orde zijn geweest. Petitie Als u het niet eens bent met het beleid van de regering kunt u een petitie aanbieden aan Kamerleden. Een petitie is een verzoekschrift waarin u vraagt een bepaalde maatregel te
23
Colofon Dit is een uitgave van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Fotografie Hans Kouwenhoven
Bezoekadres Plein 2, Den Haag
Meer informatie Telefoon: 070 - 318 30 40 E-mail:
[email protected] Website: www.tweedekamer.nl
Postadres Postbus 20018, 2500 EA Den Haag Tekst en ontwerp Dienst Communicatie
Vermenigvuldigen van informatie uit deze publicatie is niet toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.
Druk DamenVanDeventer
april 2013