Twee koorleden, zij kennen elkaar niet, beiden in dezelfde omstandigheden, met een zo n groot geloofsvertrouwen

GEBEDSBRIEF

Nijkerk, januari/februari 2013 - 2e jaargang, nr. 5 “Wees stil voor het aangezicht voor God, want heilig is de Heer”

MIJN HERDER IS DE HEER MIJN GOD! “Hoe gaan wij dit nieuwe jaar beginnen?” Met goede voornemens. Heel véél plannen. Repeteren voor de komende concerten. Uitzien naar de concertreis in het najaar naar Karinthië/Slovenië. Allemaal uitdagingen en fijn om naar uit te zien. Totdat……….. Voor de jaarwisseling werd ik even “stil gezet” door het bericht van een koorlid. Zij is ernstig ziek en heeft op 2 januari haar eerste chemokuur gehad. Het behandeltraject is lang. Zij weet niet hoe de behandeling haar “aanpakt” Maar schrijft zij: “Zingen is mijn lust en mijn leven. Nu ik waarschijnlijk niet naar alle repetities en concerten kan komen, zing ik thuis!” Ik stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God. Hij geeft mij vrede. Zijn stille tegenwoordigheid, daar geniet ik van en daar word ik door opgetild. God kan Wonderen doen. Zijn hand houdt mij vast in de dagen van wachten op de volgende chemokuur. Die hand laat mij niet los. Hij is dicht bij mij en zelfs in mij. Mijn herder is de Heer mijn God!” Het gedicht aan het einde van deze Gebedsbrief stuurde zij mij ter bemoediging voor alle zieken van ons HOLLAND-KOOR. Hier word ik zó stil van! Nog stiller, even lam geslagen, werd ik tijdens de repetitie in Voorthuizen (12 januari) door óók een koorlid met eenzelfde “boodschap”. Bij haar was de kanker weer terug gekomen. Maar óók zij is vol vertrouwen. De Here God doet Wonderen!! “’k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God, want in Zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij. ‘k Zie naar Hem op en ik weet: Hij is mij steeds nabij” . (Opwekking Lied 42) Twee koorleden, zij kennen elkaar niet, beiden in dezelfde omstandigheden, met een zo’n groot geloofsvertrouwen. Wat een getuigenissen! De Here is mijn Herder De 23e Psalm, met woorden die zó geliefd zijn en troost geven. Op deze Psalm zijn wel honderden melodieën gecomponeerd om deze Psalm te zingen. Op onze nieuwe CD klinkt dit lied indrukwekkend mooi. Wij hebben een Herder nodig die ons leven leidt. Een Herder waarop wij mogen vertrouwen. Een Herder die onveranderlijk is en altijd dezelfde blijft. De Herder als “een rustpunt” in een wereld die constant verandert. Mij ontbreekt niets Want in alle zorgen, onzekerheden, angst en pijn, hebben wij één grote zekerheid: “Er is een God die hoort”. De Herder luistert naar Zijn schapen. Omringt hen met Zijn zorg en liefde. De Here Jezus was zelf het Offerlam voor onze zonden. Door Zijn offer aan het kruis en door Zijn opstanding schenkt Hij ons dagelijks Zijn genade. Mij ontbreekt niets! En Zijn hemelse heerlijkheid in het vooruitzicht. 1

Hij doet mij nederliggen in grazige weiden De Herder kiest de weiden uit en bepaalt de weg die Zijn schapen moeten gaan. Wij, Zijn schapen, moeten letten op de Herder, onze ogen gericht houden op de Herder zodat wij kunnen rusten in Zijn weide. De grazige groene weide rond Judea zijn grassprieten, lange scherpe grassen, doornstruiken en veel stenen. De groene grazige weide zie ik als dat heerlijke vooruitzicht voor ons. De Herder laat ons rusten in Zijn voltooide werk. Met Zijn doorboorde handen heeft Hij de stenen verwijderd, de doornstruiken eruit getrokken en verbrand. Oók uit ons eigen leven! Hij voert mij aan rustige wateren, Hij verkwikt mijn ziel Moe zijn de schapen van het klauteren en klimmen langs rotswanden en ravijnen en over de smalle paadjes. Wij kunnen ook zó moe zijn! Gewoon door onze dagelijkse werkzaamheden, onze zorgen, alles wat er door de media op ons afkomt, slechte nachtrust. Dan……voert Hij ons aan rustige wateren. Geeft Hij ons het Levende water (Openbaringen 22 :17). Lees de vorige Gebedsbrief, blad 2. En Openbaring 7: 16 en 17. Water dat geneest en nieuwe krachten geeft. In de Bijbel komt het woord “water” veel voor. Water uit de rots. Water in de woestijn. Het water van de Tempelbeek. Het water des levens, voor de Samaritaanse vrouw en voor ons!!! Sla je concordantie er maar op na, dan ga je de grote rijkdom ontdekken uit Gods Woord. Hij leidt mij in de rechte sporen, om Zijns naam wil De Here Jezus is de Goede Herder. De Herder die Zijn schapen bij hun naam kent en hen beschermt. Wij hebben die Herder nodig anders verdwalen wij, blijven wij niet op de goede weg (Jesaja 53 : 6). De Herder gaat op zoek naar het verloren schaap en wanneer Hij het vindt tilt Hij het op en neemt het op Zijn schouders (Lucas 15: 4 t/m 6). Wanneer wij ons “verloren voelen” (dat kan door allerlei omstandigheden komen), dán tilt Hij ons op en draagt Hij ons op Zijn schouders. Wij worden gedragen! Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want: “Gij zijt bij mij!”. Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij David, zijn bestaan als herder, is de inspiratiebron geweest voor Psalm 23. Hij heeft de bescherming van de Altijd Aanwezige ervaren. Net zoals voor David, is dat óók onze grote zekerheid bij zorgen, twijfel, verwardheid, ziekten, rouw en verdriet (Zondag 1 van de Heidelbergsche Catechismus). De stok en de staf vormen samen het kruis. De Eeuwige is bij ons, met ons in alle omstandigheden van ons leven: Bij de geboorte van een kind. Hij kent je naam. Hij zal je niet vergeten, jouw naam staat in Zijn handpalm gegrift (Jesaja 49 : 16). Hij staat naast je, tilt je op en draagt je bij ziekte en dood. Wanneer je zonder werk komt, door een gedwongen ontslag, alleen komt te staan door een echtscheiding, in financiële problemen komt. “ Gij zijt bij mij!”. Bij je gemopper over het weer, over je werkgever, de regering, het gebroken kopje van oma, de treinvertragingen en de preek van afgelopen zondag! In al deze daagse beslommeringen is God erbij. Wij zijn Zijn kinderen (1 Johannes 3 : 1). Wij worden kinderen van God genoemd. En dat zijn wij ook.

2

Gij richt voor mij een dis aan, voor de ogen van wie mij benauwen; Gij zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over De Here God is de Herder die leidt en de Here die zorgt en je uitnodigt, aan Zijn tafel: het Heilig Avondmaal. Weiger die uitnodiging niet, maar kom en ga! Oók al heb je het gevoel volledig gefaald te hebben, want je wordt niet meer veroordeeld. Je bent gerechtvaardigd (Romeinen 5 :1 t/m11). Je bent bevrijd (Romeinen 8 :1 t/m17). De Herder verzorgt met zalf de wonden van de schapen. Wonden die zijn opgelopen door scherpe rotspunten, stenen, stekels en doornstruiken. Net zoals bij de schapen kunnen ook wij geestelijk of lichamelijk gewond raken. Moeten ook wij verzorgd worden. Door wie? Door de Heelmeester. Ga naar Hem met al je pijn, nood en verdriet! Wij zijn de schapen die Hij weidt (Psalm 110 : 3). Wij worden door de Goede Herder verzorgd. Hij wil ons zalven met Zijn olie. Denk daarbij aan de ziekenzalving. Onze beker vloeit over van zegeningen. Het is ook de beker waaruit wij mogen drinken en gedenken tijdens het Heilig Avondmaal. Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen, al de dagen van mijn leven; Ik zal in het huis des HEREN verblijven, tot in lengte van dagen Wat een prachtige Nieuwjaarswens is dit! Goedheid, Genade, Heil, zullen mij volgen, alle dagen van mijn leven! Totdat…. ik voor eeuwig mag verblijven in het huis van mijn Hemelse Vader! De Here Jezus vertelde aan Zijn discipelen op de avond voordat Hij gevangen genomen werd: “Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. Ik ga naar het huis van mijn Vader om voor jullie een plaats gereed te maken. En Ik kom terug, dan neem ik jullie mee. Dan zullen jullie zijn, waar Ik ben. Jullie kennen de weg!” (Johannes 14 :1 t/m 4). Bij dit bemoedigende Bijbelgedeelte word ik weer “stil gezet”. Van harte hoop ik dat jullie hier óók bemoedigd door worden. Zodat wij met elkaar mogen danken voor alle zegeningen. Danken, dat de Goede Herder altijd naast ons loopt. Danken, dat Hij ons draagt wanneer wij niet meer verder kunnen. Danken, dat Hij de God is die naar ons hoort. Danken, dat de Here God ons kracht geeft voor iedere dag. Danken, voor Gods Woord; het troostboek. Danken, voor het Lam dat onze zonden heeft gedragen. Danken, dat wij als “bevrijde” mensen mogen leven. Danken, voor het vooruitzicht op het Huis met de velen woningen. Danken, dat wij als HOLLAND-KOOR weer met de repetities zijn begonnen. Danken, voor de concerten die wij weer mogen gaan geven. Danken, voor onze enthousiaste en bevlogen dirigent Jan Quintus. Danken, voor alle vrijwilligers en het bestuur. Danken, dat het HOLLAND-KOOR vóór Israël zingt. Danken, voor de stromen van Zegen die neerdaalden als regen en sneeuw in Israël. Danken voor de HOLLAND-KOOR-bidders.

3

Wij willen ook met elkaar bidden. Bidden, voor de ernstig zieke koorleden die nog een lange behandeling moeten ondergaan. Bidden, voor alle zieken die in de Nieuwsbrief staan; noem hen ook bij hun naam. Bidden, voor de zieken die niet genoemd staan, maar in stilte hun verdriet en pijn verwerken. Bidden, voor de rouwende koorleden. Wij hebben als koor hierbij stil gestaan. Bidden, dat de koorleden door het samen zingen getroost worden. Bidden, dat zij mogen ervaren dat de Goede Herder naast hen loopt en hen ook draagt. Bidden, dat wij als HOLLAND-KOOR naar elkaar omzien, meeleven en bewogen zijn. Bidden, dat wij als HOLLAND-KOOR onze missie en visie blijven verstaan en uitdragen. Bidden, voor de vrede van Jeruzalem. Bidden, dat wij zingende getuigen zijn ter bemoediging voor Gods verbondsvolk Israël. Bidden, voor onze predikanten voorgangers, kerkenraden en oudsten dat zij óók gaan zien: “Waarom Israël? Waarom Jeruzalem?. Bidden, dat zij, maar óók wij, niet zullen zwijgen om Sions wil (Jesaja 62: 6 en 7). Bidden, dat wij letten op “de tekenen der tijden”. Want: “De HEER komt spoedig weer!” Als bemoediging voor alle zieken, het gedicht van een koorlid, dat zelf ook ziek is. Een hand die mij vasthoudt Er is een hand, die mij vasthoudt, ’t Is de hand, die mij draagt, Die in moeite en zorgen, Mij vertroost en mij schraagt. Er is een hand, die mij vasthoudt, ’t Is een hand, die mij leidt, Die uit zond’ en verzoeking Mij verlost en bevrijdt. Er is een hand, die mij vasthoudt, Ook al zie ik die niet, Als ik denk weg te zinken, In mijn angst en verdriet. Er is een hand, die mij vasthoudt, In het golvengedruis, ’t Is de hand van mijn Heiland. Hij brengt mij veilig THUIS. (Dit gedicht is van de dichteres: M.A. Groenewegen-de Reuver) Wanneer jullie ook onderwerpen, gedachten of een gedicht hebben of iets willen delen, mail, bel, of schrijf mij dan. Graag voor D.V. 23 februari 2013. Gebedsbrief nr 6 verschijnt D.V. 2 maart 2013.

4

Hartelijk dank voor jullie persoonlijke reacties, mailtjes, brieven, telefoontjes en de gesprekken tijdens de repetities. Jullie bemoedigen mij. Graag wil ik voor jullie een luisterend oor en een klankbord zijn. Willen jullie dat óók voor elkaar zijn? Ik bid jullie Gezegende stille gebedsmomenten toe (de vrijdag). Elke dag een stukje uit de gebedsbrief lezen en bidden in je stille tijd kan ook. Gewoon doen. Met een hartelijke groet. In Christus verbonden. Shalom. Aad Zoetemeijer-Manintveld Willem Barentszstraat 91 3902 DJ Veenendaal tel nr: 0318-555691 e-mail: [email protected]

5