LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vak:
TV Toegepaste economie Specifiek gedeelte
Studierichting:
Boekhouden-informatica
Studiegebied:
Handel
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
derde graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2007/063 (vervangt: 2005/085)
Nummer inspectie:
2007 / 34 // 1 / J / SG / 1 / III / / D/ (vervangt: 2004/154//1/J/SG/2h /III/ /D/)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
6/3 lt/w
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................5 Pedagogisch-didactische wenken ..........................................................................................................14 Minimale materiële vereisten..................................................................................................................51 Evaluatie .................................................................................................................................................52 Bibliografie ..............................................................................................................................................53
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
2
VISIE De studierichting Boekhouden-informatica beoogt een dubbel doel: enerzijds is deze studierichting een voorbereiding op het hoger onderwijs, in hoofdzaak het economisch hoger onderwijs van het korte type (professionele bachelor). Anderzijds bereidt deze studierichting de leerlingen voor op een professionele loopbaan als (hulp)boekhouder. Het vak toegepaste economie komt, zoals de andere handelsvakken in deze studierichting, tegemoet aan de beide doelstellingen. Door het inzichtelijk aanbieden van een aantal bedrijfseconomische items ontwikkelt de leerling een logisch redeneervermogen dat een extra troef vormt voor zijn verdere studies. Daarnaast worden aan de leerlingen noodzakelijke basiscompetenties meegegeven op het gebied van kennis, vaardigheden en attitudes, die noodzakelijk zijn om met voldoende bagage een professionele loopbaan in de boekhoudkundige richting uit te bouwen. Deze verschillende invalshoeken uiten zich in een tweevoudige aanpak van een aantal bedrijfseconomische probleemstellingen. Om het inzichtelijk redeneervermogen op te bouwen, wordt regelmatig vertrokken vanuit het waarom van de probleemstellingen en wordt er gezocht naar de achterliggende mechanismen. Op deze manier wordt het probleemoplossend denken gestimuleerd. Om optimaal in te spelen op de professionele aspiraties van deze leerlingen vinden ook zuiver praktische toepassingen hun plaats in dit leerplan. Het subvak bedrijfseconomie past in de visie om de leerlingen op het ondernemerschap voor te bereiden. Reeds in de tweede graad zijn de leerlingen in contact gekomen met een aantal typische aspecten uit de wereld van het ondernemen, maar geschetst in een ruimer economisch geheel, waarin ook de gezinnen hun plaats hebben. In de derde graad worden de handelsaspecten verder uitgewerkt. Indien de leerlingen het volledig leerplan Toegepaste economie uit de tweede graad Handel of Handel-talen én de verschillende leerplannen “handelsvakken” uit de derde graad Boekhouden-informatica hebben doorlopen, komen ze in aanmerking voor het attest Bedrijfsbeheer. Alle items uit de omzendbrief “Leerstof bedrijfsbeheer in het secundair onderwijs” (SO 44 – aanpassing van 13/04/2006) komen immers in deze leerplannen aan bod. De school dient er wel over te waken dat eventuele toegevoegde items na deze datum eveneens behandeld zijn vooraleer het attest wordt uitgereikt. Bij het opstellen van dit leerplan is zowel rekening gehouden met de omzendbrief “Leerstof bedrijfsbeheer in het secundair onderwijs” (SO 44 – aanpassing van 13/04/2006) als met de “voorstellen specifieke eindtermen Boekhouden-informatica”.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
3
BEGINSITUATIE De meeste leerlingen in de derde graad Boekhouden-informatica zullen instromen vanuit de studierichting Handel of Handel-talen. In de 2e graad Handel/Handel-talen hebben ze kennisgemaakt met een aantal basisbegrippen en hun achterliggende mechanismen en relaties. Voor deze leerlingen sluit dit leerplan naadloos aan bij de leerstof van de 2e graad. De leerlingen die instromen vanuit ASO Economie zijn meer theoretisch geschoold, maar hebben eveneens kennisgemaakt met de bedoelde basisbegrippen en hun achterliggende mechanismen en relaties zodat ze eveneens probleemloos kunnen aansluiten bij dit leerplan. Anders is het gesteld met leerlingen die afkomstig zijn uit niet-economische studierichtingen. Zij zijn nog niet vertrouwd met de bedoelde basisbegrippen en hun achterliggende mechanismen en relaties. De leraar zal er over waken dat wanneer hij een beroep doet op de voorkennis van de leerlingen, hij speciale aandacht geeft aan deze leerlingen. Uiteraard wordt van deze leerlingen ook verwacht dat ze zelf een ernstige inspanning leveren om zo snel mogelijk en met de steun van de leraar, op het gemiddelde niveau van de klas te geraken.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De handelsvakken omvatten een verzameling (sub)vakken die een groot gedeelte van het economische gebied beslaan. Het doel is de leerlingen kennis en inzicht in het economische mechanisme met zijn entiteiten, instellingen en relaties te verschaffen om hen zo toe te laten de nodige competenties te verwerven die gericht zijn enerzijds op een doorstroming naar het Hoger onderwijs, anderzijds naar een succesvolle participatie in het beroepsleven. In het geheel van de handelsvakken dienen de leerlingen verder aan de volgende vaardigheden te werken: •
hanteren van de documenten;
•
reken- en cijfervaardigheid;
•
vaardigheid in het zien van details;
•
analytisch en kritisch vermogen;
•
sociale en communicatieve vaardigheden;
•
zelfwerkzaamheid en aanpassingsvermogen;
•
oog voor afwerking, orde, netheid en nauwkeurigheid;
•
kunnen werken in teamverband.
In elk geval moeten zij bijzondere aandacht besteden aan een correct taalgebruik. In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat zij de volgende attitudes verder ontwikkelen en nastreven. •
Accuratesse: erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig te voltooien.
•
Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om hun competentie te verbreden en te verdiepen.
•
Resultaatgerichtheid: gedreven naar het einddoel van de activiteit toewerken.
•
Zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen durven aanpakken.
•
Zin voor orde, netheid en nauwkeurigheid: erop gericht zijn nauwkeurig, net en met zin voor orde te werken.
•
Zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen.
5
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN BEDRIJFSECONOMIE 1e jaar: 2 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
1
Ik wil mijn eigen onderneming oprichten!
1.1
Alleen of samen?
•
formuleren wie zich als zelfstandig ondernemer (handelaar, ambachtsman/-vrouw) kan vestigen.
•
enkele belangrijke voor- en nadelen van zelfstandig ondernemen 1.1.2 versus ondernemen via vennootschappen opzoeken en toelichten.
•
enkele voor- en nadelen van de belangrijkste ondernemingsvormen opzoeken en toelichten.
1.1.1
1.1.3
1.2
Kan ik ondernemer worden? Start ik alleen of samen met anderen?
Hoe werk ik samen?
Wat moet ik vooraf doen om te kunnen starten?
•
de voorwaarden om zich als ondernemer te kunnen vestigen m.b.t. bekwaamheid, faillissement en bankbreuk opzoeken en toelichten.
1.2.1
Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?
•
actuele informatie over de wettelijke verplichtingen die vooraf moeten vervuld worden bij het starten van een eigen zaak opzoeken en toelichten.
1.2.2
Welke voorafgaandelijke verplichtingen heb ik?
•
de beroepsuitoefeningsvoorwaarden m.b.t. de vestigingswet en andere reglementeringen opzoeken en toelichten.
1.2.3
Zijn er beroepsuitoefeningsvoorwaarden?
•
opzoeken welke vergunningen noodzakelijk zijn om een bepaalde activiteit op te starten.
1.2.4
Moet ik een vergunning hebben?
6
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1.2.5
Wat moet ik regelen?
•
de instellingen noemen waar de formaliteiten moeten vervuld worden om aan de gestelde verplichtingen te voldoen.
1.2.5.1 Tot welke instellingen moet ik mij richten?
•
informatie opzoeken m.b.t. reglementering i.v.m. de handelsnaam.
1.2.5.2 Hoe kies ik mijn handelsnaam?
•
het doel van de kruispuntbank omschrijven.
1.2.5.3 Wat gebeurt er met mijn gegevens?
•
het doel van het ondernemingsloket omschrijven en het ondernemingsloket raadplegen.
1.2.5.4 Wat regel ik bij het ondernemingsloket?
•
de voor- en/of nadelen van verschillende huwelijksstelsels evalueren in functie van het beroep van zelfstandig ondernemer.
1.2.5.5 Hoe kies ik mijn huwelijksstelsel?
•
opzoeken hoe er kan aangesloten worden bij een sociale verzekeringskas en een mutualiteit en het belang ervan verwoorden.
1.2.5.6 Hoe stel ik mijn persoonlijk leven veilig?
1.3
Waar hou ik rekening mee om vlot te starten?
•
de keuze voor een vestigingsplaats in een concrete situatie motiveren.
1.3.1
Waar vestig ik mij?
•
de voor- en nadelen afwegen bij het keuzeprobleem: kopen, leasen of huren van een onroerend goed.
1.3.2
Ga ik kopen, huren of leasen?
•
de rechten en plichten van de handelaar opzoeken en toelichten. 1.3.3
•
informatie m.b.t. de controleorganen opzoeken.
1.3.4 1.4
•
de instellingen (financiële instellingen, beroepsverenigingen ...) 1.4.1 waar startende ondernemers informatie, advies en ondersteuning kunnen bekomen, opzoeken, opsommen en kort toelichten.
•
de steunmaatregelen voor startende ondernemers (oprichting van de zaak, aanwerving personeel ...) opzoeken en toelichten.
1.4.2
Heb ik als ondernemer extra rechten en plichten? Word ik gecontroleerd? Sta ik alleen als ondernemer? Kan ik advies krijgen?
Kan ik steun krijgen?
7
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1.5
Moet ik rekening houden met de omgeving?
•
de wettelijke verplichtingen inzake vergunningen, heffingen en attesten m.b.t. milieu en ruimtelijke ordening, waaraan een ondernemer moet voldoen, opzoeken en toelichten.
•
het principe van de terugnameplicht van verpakkingsafval (FOST 1.5.2 PLUS en VAL-I-PAC) verklaren.
•
het principe van de aanvaardingsplicht van elektro (recupel) verklaren.
1.5.3
Wat met elektro?
•
het milieuloket raadplegen.
1.5.4
Waar vind ik informatie?
1.5.1
1.6
Wat met milieu en ruimtelijke ordening?
Wat met verpakkingsafval?
Zijn er nog andere reglementeringen waarmee ik rekening moet houden?
•
de basisprincipes van de wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en de bescherming van de consument (prijs- en hoeveelheidsaanduiding, voorlichting consument, koopjes, uitverkoop, verkoop met verlies, oneerlijke handelspraktijken, gezamenlijk aanbod, reclame, bedenktijd bij aankopen) opzoeken en voor concrete situaties toetsen aan de wet.
1.6.1
Wat met de wet op de handelspraktijken en op de voorlichtingen en de bescherming van de consument?
•
verwoorden dat er speciale reglementeringen in verband met de openingstijden (wekelijkse rustdag, zondagssluiting, openingsuren, nachtwinkels) bestaan, deze reglementeringen opzoeken en toelichten.
1.6.2
Wat met openingstijden?
•
formuleren wat de reglementering inhoudt van de wet op de auteursrechten en de werking van SABAM en Reprobel opzoeken en toelichten.
1.6.3
Wat met auteursrechten en Sabam/Reprobel?
•
verwoorden dat er softwarelicenties bestaan en de juiste betekenis ervan omschrijven.
1.6.4
Wat met softwarelicenties?
•
verwoorden dat elke vorm van kopiëren een inbreuk kan betekenen op het auteursrecht.
1.6.5
Mag ik vrij kopiëren?
8
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2
2
Ik start goed voorbereid!
2.1
Welk product ga ik verkopen?
•
het belang van een marktonderzoek verwoorden, een marktonderzoek uitvoeren en een productkeuze verantwoorden.
2.1.1
Hoe kies ik mijn product?
•
verschillende soorten indelingen van producten (naargelang het koopproces, merk …) herkennen, illustreren met voorbeelden en een assortiment samenstellen in functie van de doelgroep.
2.1.2
Welk soort product verkoop ik?
•
de levensloop van een product grafisch weergeven en de kenmerken van de verschillende fasen illustreren met voorbeelden.
2.1.3
Heeft mijn product nog toekomst?
•
het belang van een goede merknaam en logo illustreren.
2.1.4
Welke naam geef ik mijn product?
•
het nut van een goede verpakking illustreren.
2.1.5
Hoe verpak ik mijn product?
•
de keuze illustreren tussen een handelsonderneming en een industriële onderneming aan de hand van een concreet voorbeeld en de specifieke aankoopkanalen (groothandel, gezamenlijke aankoop, tussenpersonen, invoer, franchising) opzoeken, opsommen en toelichten.
2.1.6
Zelf produceren of doorverkopen?
•
aspecten van elektronische handel omschrijven en illustreren met een voorbeeld (e-commerce, e-business, e-marketing …).
2.1.7
Kan ik virtueel verkopen?
2.2
Tegen welke prijs verkoop ik mijn product?
•
de kostprijs van een product berekenen en verduidelijken dat dit de bodemprijs vormt.
2.2.1
Wat is mijn laagste prijs?
•
factoren die de plafondprijs (maximale grensprijs voor de consument) beïnvloeden (zoals kwaliteit, imago, beschikbaarheid, modetrends …) omschrijven.
2.2.2
Wat is mijn hoogste prijs?
•
enkele prijsbepalingmethoden (cost-oriented, demand-oriented, competition-oriented …) en prijsstrategieën (penetratiestrategie, afroomstrategie …) omschrijven en met voorbeelden illustreren.
2.2.3
Welke prijs kies ik?
9
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.3 •
verschillende vormen van promoties (reclame, sales promotion, public relations, sponsoring …) onderscheiden en omschrijven.
Hoe maak ik mijn product bekend?
2.3.1
Welke mogelijkheden heb ik?
2.3.2
Hoe bouw ik mijn promotie op?
•
verwoorden dat het opzetten van een promotieactie vertrekt van een budgetbepaling.
2.3.2.1 Welk budget heb ik?
•
de kostprijs van enkele promotiekanalen (bijvoorbeeld advertenties, flyers, TV …) opzoeken en berekenen.
2.3.2.2 Wat is de kostprijs van de mogelijke promotiekanalen?
•
voorbeelden van te bereiken doelstellingen bij een promotieactie formuleren.
2.3.2.3 Welke doelstellingen wil ik bereiken?
•
vertrekkend van het budget de keuze voor een promotieactie verantwoorden.
2.3.2.4 Welke promotieactie kies ik?
•
doelgroepen opdelen via verschillende criteria (objectieve en subjectieve criteria) en in concrete situaties de doelgroepen omschrijven.
2.3.3
•
de verschillende vormen van distributie-intensiteit (intensieve, selectieve en exclusieve) en distributiekanalen (directe en indirecte afzet) omschrijven en illustreren met voorbeelden.
2.4
Zal mijn product overal te koop zijn?
2.5
Is er wel voldoende geld?
Aan wie krijg ik mijn producten verkocht?
•
een raming maken van de uitgaven (lopende en investeringsuitgaven) bij het opstarten van een onderneming.
2.5.1
Verwacht ik uitgaven?
•
een raming maken van de inkomsten bij het opstarten van een onderneming.
2.5.2
Zullen er inkomsten zijn?
•
vertrekkend van de verwachte uitgaven en verwachte inkomsten de financieringsbehoefte bepalen.
2.5.3
Volstaan mijn inkomsten voor mijn uitgaven?
•
financieringsbronnen opzoeken, vergelijken en een keuze motiveren.
2.5.4
Waar haal ik het nodige geld vandaan?
10
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
een ondernemingsplan (inclusief een marketingplan en een financieel plan) voor een onderneming naar keuze opstellen.
2.6
Ik vat samen!
2.7
Is het wel een goed idee om een eigen zaak op te starten? Hoe maak ik een SWOT-analyse?
•
de zwakke en sterke punten uit een marketingplan en een financieel plan afleiden.
2.7.1
Welke zijn mijn sterke en mijn zwakke punten?
•
de kansen en opportuniteiten uit een marketingplan en een financieel plan afleiden.
2.7.2
Waar liggen mijn kansen en waar dreigt er gevaar?
3
3
Ik ben gestart!
3.1
Ben ik nu een bedrijfsleider?
•
de begrippen management, beheer, beleid, marketing en human resources management inhoudelijk situeren.
3.1.1
Wat betekent dit?
•
een aantal managementmethoden (zoals MBO, MBWA, teammanagement) op een eenvoudige wijze omschrijven en daarbij de kracht van het teammanagement vooropzetten.
3.1.2
Hoe leid ik een bedrijf?
3.2
Wat als ik personeel aanwerf?
•
de instrumenten bij selectie bondig omschrijven op basis van een 3.2.1 functiebeschrijving.
Hoe selecteer ik nieuwe personeelsleden?
•
de instrumenten bij werving bondig omschrijven.
3.2.2
Hoe werf ik nieuwe personeelsleden aan?
•
het belang van een degelijke introductie van ‘nieuw’ personeel aantonen.
3.2.3
Hoe zorg ik er voor dat nieuwe personeelsleden in mijn onderneming functioneren?
•
op basis van de functiebeschrijving personeelsbegeleiding versus personeelsbeoordeling plaatsen.
3.2.4
Hoe kan ik mijn personeel nog beter laten renderen?
•
opzoeken en toelichten waarvoor men bij aanwerving van personeel beroep kan doen op een sociaal secretariaat.
3.2.5
Kan ik hulp inroepen?
11
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 3.3
Brengen mijn inspanningen op?
•
3.3.1 de kengetallen winstmarge en bedrijfscoëfficiënt aan de hand van een formularium berekenen, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
•
het kengetal bedrijfskapitaal aan de hand van een formularium berekenen, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
3.3.2
Kan ik een financiële tegenslag aan?
•
kengetallen voor liquiditeit aan de hand van een formularium berekenen, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
3.3.3
Kan ik mijn schulden op korte termijn terugbetalen?
•
de omloopsnelheid en omlooptijd (algemeen, van de voorraden, van de vorderingen, van de leveranciers) aan de hand van een formularium berekenen, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
3.3.4
Rolt mijn geld wel?
•
kengetallen voor solvabiliteit aan de hand van een formularium berekenen, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
3.3.5
Heeft mijn onderneming een stevige financiële basis?
•
het kengetal voor zelffinanciering aan de hand van een formularium berekenen, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
3.3.6
Heb ik zelf wel geldmiddelen ingebracht?
•
de cashflow aan de hand van een formularium berekenen, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
3.3.7
Hoeveel geld komt er jaarlijks binnen?
•
kengetallen voor rendabiliteit aan de hand van een formularium berekenen, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
3.3.8
Brengen mijn inspanningen wel op?
•
de financieringswinst aan de hand van een formularium 3.3.9 berekenen en hieruit het hefboomeffect afleiden, interpreteren en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.
Is mijn bedrijfsactiviteit rendabel?
Was het wel verstandig om te lenen?
12
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
aan de hand van een concreet voorbeeld een investeringsbeslissing op basis van verschillende methoden (terugverdientijd, gemiddeld rendement - ROI, netto contante waarde – NPV …) motiveren.
4
3.4
Ik moet investeren! Hoe maak ik een correcte keuze?
4
Ondernemen leer ik door het zelf te doen: project!
4.1
Keuze van het project
•
een overzicht geven van enkele haalbare projecten en deze projecten toelichten.
•
een brainstorm organiseren waaruit de definitieve keuze van een 4.1.2 project volgt.
4.1.1
4.2
Haalbare projecten Keuze van een project
Bedrijfseconomische activiteiten
•
een marktonderzoek opstellen, organiseren en de bekomen resultaten interpreteren.
4.2.1
Marktonderzoek
•
een ondernemingsplan opstellen conform de leerplandoelstellingen van hoofdstuk 2 (inclusief bedenken van een naam, ontwerpen van een logo, toelichten van de missie, opstellen van een planning, opstellen van een organogram, opstellen van functiebeschrijvingen …).
4.2.2
Het ondernemingsplan
•
een prijsberekening uitvoeren en toelichten.
4.2.3
Prijsberekening
•
een marketingmix uitwerken, toepassen en verantwoorden.
4.2.4
Marketingmix
•
een budget opstellen en opvolgen.
4.2.5
Budgetbeheer
•
de boekhouding bijhouden en een toelichting geven over de financiële prestaties van hun project (zie ook leerplan boekhouden).
4.2.6
Boekhouding
13
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4.3
Ondersteunende activiteiten
•
een logboek bijhouden.
4.3.1
Logboek
•
een vergadering organiseren, waarbij vergadertechnieken toegepast worden.
4.3.2
Vergaderen
•
een multimediapresentatie over het project samenstellen en demonstreren.
4.3.3
Multimediapresentatie
•
het verloop van het project schriftelijk weergeven (door gebruik te 4.3.4 maken van een tekstverwerker) en mondeling toelichten.
Rapport
•
hun prestaties evalueren en bijsturen (= zelfevaluatie).
Evaluatie - zelfevaluatie
4.3.5
14
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
RECHT EN WETGEVING 1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 0 lestijden/week
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Deel A: Burgerlijk recht 1
1
Algemene begrippen van het recht en van de gerechtelijke inrichting
•
de noodzaak en het belang aantonen van rechtsregels.
1.1
Nut van het recht
•
de verschillende bronnen van het recht die ons in staat stellen kennis te nemen van het burgerlijk recht (wet, rechtspraak, rechtsleer, gewoonte) opsommen en beschrijven.
1.2
Bronnen van het recht
•
de toenemende invloed van internationale verdragen op ons recht (voornamelijk in Europese context) aantonen.
1.3
Invloed van internationale verdrag
1.4
Gerechtelijke inrichting
•
aan de hand van een concreet voorbeeld het belang en de noodzaak van een efficiënt juridisch apparaat aantonen teneinde een rechtsstaat te waarborgen.
1.4.1
Belang en noodzaak van een gerechtelijk apparaat
1.4.2
Belgische gerechtelijke organisatie
•
de Belgische gerechtelijke organisatie (rechtbanken en hoven) schematisch voorstellen en de onderdelen bondig toelichten.
1.4.2.1 Schema gerechtelijke inrichting
•
de belangrijkste actoren van de gerechtelijke organisatie (o.a. openbaar ministerie, procureur, onderzoeksrechter, parket …) aanduiden en op basis van concrete situaties beknopt hun rol omschrijven.
1.4.2.2 Actoren in het gerechtelijk apparaat
•
de Europese gerechtelijke organisatie bondig omschrijven.
1.4.3
De Europese gerechtelijke organisatie
15
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2
2
Personenrecht
2.1
Natuurlijke en rechtspersonen
•
de begrippen natuurlijke en rechtspersonen omschrijven en de natuurlijke en rechtspersonen van elkaar onderscheiden.
2.1.1
Begrippen
•
het onderscheid tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke personen aan de hand van voorbeelden illustreren.
2.1.2
Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke personen
2.2
Uitdieping begrip natuurlijke persoon
•
de te vervullen formaliteiten met betrekking tot het begin en het einde van een persoon opzoeken en toelichten.
2.2.1
Begin en einde van de persoon: geboorte en dood
•
de Wet op de privacy opzoeken en de essentie ervan verwoorden.
2.2.2
Wet op de privacy
•
de begrippen naam, woonplaats en nationaliteit omschrijven en de procedures voor het aanvragen van wijzigingen opzoeken en toelichten.
2.2.3
Naam - woonplaats - nationaliteit: begrippen en procedures
•
de begrippen bloedverwantschap en aanverwantschap omschrijven en het onderscheid met voorbeelden illustreren.
2.2.4
Bloedverwantschap en aanverwantschap
•
de gevolgen van een erkenning omschrijven.
2.2.5
Erkenning
•
de gevolgen van een adoptie omschrijven.
2.2.6
Adoptie
2.2.7
Onbekwaamheid
•
het begrip onbekwaamheid omschrijven.
2.2.7.1 Begrip
•
de rechten en de plichten van de minderjarige omschrijven in zijn relatie met de meerderjarige inzake goederen, zijn persoon (hoede- en bewakingsrecht), de school en het strafrecht (jeugdrechtbank en correctionele rechtbank).
2.2.7.2 Minderjarigheid: rechten en plichten
•
andere vormen van onbekwaamheid omschrijven.
2.2.7.3 Andere onbekwamen
16
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.2.8
Het huwelijk
•
de begrippen huwelijk en contract van huwelijk omschrijven.
2.2.8.1 Begrippen
•
de hoofdverplichtingen van het huwelijk opsommen en omschrijven.
2.2.8.2 Hoofdverplichtingen
•
de vereisten voor het afsluiten van een huwelijk opsommen en omschrijven.
2.2.8.3 Vereisten
•
de beletsels voor het afsluiten van een huwelijk opsommen en omschrijven.
2.2.8.4 Beletsels
•
de formaliteiten voor het afsluiten van een huwelijk opzoeken en toelichten.
2.2.8.5 Formaliteiten
•
de rechten en de plichten van ouders en kinderen t.o.v. elkaar omschrijven.
2.2.8.6 Relatie ouders - kinderen: rechten en plichten 2.2.9
Echtscheiding
•
de procedures voor een echtscheiding opzoeken en toelichten.
2.2.9.1 Procedures
•
de gevolgen van een echtscheiding t.a.v. goederen, kinderen en de personen zelf, omschrijven.
2.2.9.2 Gevolgen
•
andere samenlevingsvormen buiten het huwelijk opsommen en bondig omschrijven.
2.2.10 Andere samenlevingsvormen buiten het huwelijk 2.2.11 Huwelijksvermogensrecht
•
de rol van de notaris m.b.t. het huwelijkscontract duiden.
2.2.11.1 Rol van de notaris
•
de huwelijksvermogenstelsels (Wettelijk stelsel. Scheiding van goederen. Uitbreiding van de gemeenschap) praktijkgericht bespreken.
2.2.11.2 Huwelijksvermogenstelsels – de praktijk
•
de te vervullen formaliteiten bij een wijziging van het huwelijksvermogenstelsels opzoeken en bondig toelichten.
2.2.11.3 Formaliteiten bij wijziging van huwelijksvermogenstelsels
17
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.2.12 Erfrecht •
de basisbegrippen van de familiale erfregeling omschrijven en toepassen.
2.2.12.1 Basisbegrippen
•
het erfrecht van de langstlevende echtgenoot in relatie tot de afstammelingen (inclusief vruchtgebruik) schetsen.
2.2.12.2 Erfrecht van de langstlevende echtgenoot in relatie tot de afstammelingen
•
de mogelijkheid van het al dan niet aanvaarden van een nalatenschap verduidelijken.
2.2.12.3 (Niet-) Aanvaarding van de erfenis
•
de schenking onderscheiden van het testament (o.a. het voorbehouden erfdeel, de legaten en de fiscale aspecten).
2.2.12.4 Testament versus schenking
3 •
het juridisch begrip goed omschrijven.
3
Zakenrecht
3.1
Goederen
3.2
Indeling
•
de indeling tussen roerende goederen en onroerende goederen concretiseren en het belang van het onderscheid omschrijven.
3.2.1
Roerende goederen en onroerende goederen
•
de indeling tussen lichamelijke goederen en onlichamelijke goederen concretiseren en het belang van het onderscheid omschrijven.
3.2.2
Lichamelijke goederen en onlichamelijke goederen
3.3
Eigendomsrecht
•
het begrip eigendomsrecht verklaren.
3.3.1
Begrip
•
wijzen van verkrijging (o.a. testament, erfopvolging, schenking, overdracht, bezit, overeenkomst, natrekking, verkrijgende verjaring) opsommen en met voorbeelden illustreren.
3.3.2
Wijzen van verkrijging
•
de splitsing omschrijven.
3.3.3
Splitsing
18
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de beperkingen op het eigendomsrecht (onteigening, erfdienstbaarheden en voorschriften) omschrijven en met voorbeelden illustreren.
3.3.4
Beperkingen
•
de begrippen vruchtgebruik en naakte eigendom omschrijven en het onderscheid illustreren.
3.3.5
Vruchtgebruik en naakte eigendom
4
4
Verbintenissen
•
het begrip verbintenis omschrijven en met concrete voorbeelden illustreren.
4.1
Begrip
•
de bronnen van verbintenissen (wet, contract, oneigenlijk contract, onrechtmatige daad) opsommen, bondig omschrijven en met voorbeelden illustreren.
4.2
Bronnen
•
de modaliteiten hoofdelijkheid en deelbaarheid verklaren aan de hand van een voorbeeld.
4.3
Modaliteiten: hoofdelijkheid en deelbaarheid
4.4
Voornaamste gevolgen van verbintenissen
•
de voornaamste gevolgen van verbintenissen uit contracten beknopt bespreken.
4.4.1
Gevolgen van verbintenissen uit contracten
•
de voornaamste gevolgen van verbintenissen uit onrechtmatige daden beknopt bespreken.
4.4.2
Gevolgen van verbintenissen uit onrechtmatige daden
•
oorzaken van het tenietgaan van verbintenissen (o.a. betaling, verjaring …) summier omschrijven aan de hand van voorbeelden.
4.5
Tenietgaan van verbintenissen – oorzaken
19
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4.6
Bewijsmiddelen
•
de schriftelijke bewijsmiddelen in het burgerlijk recht (authentieke 4.6.1 akte, onderhandse akte, andere geschriften) opsommen, omschrijven en de waarde van deze bewijsmiddelen praktijkgericht bespreken.
Schriftelijke bewijsmiddelen
•
4.6.2 de niet-schriftelijke bewijsmiddelen in het burgerlijk recht (bekentenis, getuigen, vermoeden, eed) opsommen, omschrijven en de waarde van deze bewijsmiddelen praktijkgericht bespreken.
Niet-schriftelijke bewijsmiddelen
5
•
de grondbeginselen van contracten (wilsautonomie, consensualisme, contract als wet, goede trouw) concreet omschrijven.
5
Courante contracten (Opmerking: de contracten worden bestudeerd aan de hand van concrete documenten)
5.1
Grondbeginselen
5.2
Analyse van een concreet contract: koopcontract
•
het begrip koopcontract omschrijven.
5.2.1
Omschrijving
•
de geldigheidsvereisten in een koopcontract (toestemming, bekwaamheid, voorwerp, oorzaak) concretiseren.
5.2.2
Geldigheidsvereisten
•
de vormvereisten afleiden en het bewijs van het koopcontract omschrijven.
5.2.3
Vormvereisten en bewijs
•
de verplichtingen van de verkoper herkennen en toelichten.
5.2.4
Verplichtingen van de verkoper
•
de verplichtingen van de koper herkennen en toelichten.
5.2.5
Verplichtingen van de koper
20
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5.3
Analyse van een concreet contract: huurcontract
•
het begrip huurcontract omschrijven.
5.3.1
Omschrijving
•
de geldigheidsvereisten in een huurcontract (toestemming, bekwaamheid, voorwerp, oorzaak) concretiseren.
5.3.2
Geldigheidsvereisten
•
het onderscheid tussen de huur van diensten en de huur van goederen verduidelijken.
5.3.3
Onderscheid goederen en diensten
5.3.4
Woninghuurwet
•
de noodzaak van een registratie van het huurcontract aantonen.
5.3.4.1 Registratie
•
een plaatsbeschrijving als element van een huurcontract verantwoorden en concretiseren.
5.3.4.2 Plaatsbeschrijving
•
het belang van een waarborg en de daarbij horende geblokkeerde rekening verduidelijken.
5.3.4.3 Waarborg en geblokkeerde rekening
•
het mechanisme van de huurindexering verduidelijken en toepassen.
5.3.4.4 Huurindexering
•
de duur en het einde van het huurcontract beoordelen op basis van de opgezochte reglementering ter zake.
5.3.4.5 Duur en einde
•
verplichtingen van de huurder en de verhuurder illustreren en evalueren.
5.3.4.6 Verplichtingen van huurder en verhuurde
•
de woninghuurwet opzoeken en een aantal bijzonderheden van een huurcontract (zoals registratie, plaatsbeschrijving, waarborg en geblokkeerde rekening, huurindexering, duur en einde van het contract) toetsen aan deze woninghuurwet.
5.3.4.7 Huurcontract en woninghuurwet
21
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5.4
Analyse van een concreet contract: lening
•
het begrip en de kenmerken van de lening omschrijven.
5.4.1
Begrippen en kenmerken
•
het begrip bruiklening en de kenmerken van een bruiklening omschrijven.
5.4.2
Bruiklening
•
het begrip verbruiklening en de kenmerken van een verbruiklening omschrijven.
5.4.3
Verbruiklening
•
de hypothecaire lening begripsmatig omschrijven en de voorwaarden en de gevolgen opzoeken en bespreken.
5.4.4
Hypothecaire lening – begrip, voorwaarden en gevolgen
5.5
Analyse van een concreet contract: verzekeringscontracten
•
de begrippen in een concreet verzekeringscontract en m.b.t. de partijen omschrijven.
5.5.1
Begrippen
•
de verzekeringen in verzekering van schade en verzekering van personen indelen en illustreren met voorbeelden.
5.5.2
Indeling van verzekeringen
5.5.3
Verzekering van schade
•
het begrip franchise omschrijven en illustreren met een voorbeeld.
5.5.3.1 Franchise
•
het begrip evenredigheidsregel omschrijven en illustreren met een voorbeeld.
5.5.3.2 Evenredigheidsregel
•
de procedure voor het tot stand komen van een verzekeringscontract beschrijven.
5.5.4
Totstandkoming van het verzekeringscontract
•
de geldigheidsvereisten in een verzekeringscontract herkennen en verduidelijken.
5.5.5
Geldigheidsvereisten
•
verplichtingen en rechten van de partijen omschrijven.
5.5.6
Verplichtingen en rechten van de partijen
22
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5.5.7
Brandverzekering
•
de risicodekking binnen een brandverzekering omschrijven.
5.5.7.1 Risicodekking
•
de verzekerde waarde in een brandverzekering bepalen.
5.5.7.2 Bepaling van de verzekerde waarde
•
aan de hand van een concrete polis algemene en de bijzondere voorwaarden van een brandverzekering beknopt verduidelijken.
5.5.7.3 Algemene en bijzondere voorwaarden
•
mogelijke dekkingen via de verzekering BA-motorrijtuigen toelichten.
5.5.8.1 Dekking
•
algemene en bijzondere voorwaarden van de verzekering BAmotorrijtuigen toelichten a.d.h.v. een modelpolis.
5.5.8.2 Algemene en bijzondere voorwaarden
•
de verzekeringsplicht bij een verzekering BA-motorrijtuigen duiden.
5.5.8.3 Verzekeringsplicht
•
bijkomende verzekeringen inzake motorrijtuigen opzoeken en toelichten.
5.5.8.4 Bijkomende verzekeringen
•
een aangifte van een ongeval concretiseren aan de hand van het aanrijdingformulier.
5.5.8.5 Aangifte van ongeval
•
mogelijke dekkingen via de verzekering BA-familie toelichten.
5.5.9
•
mogelijke dekkingen via de verzekering BA-beroep toelichten.
5.5.10 BA – beroep
5.5.8
BA – motorrijtuigen
BA – familie
5.5.11 Rechtsbijstandverzekering •
mogelijke dekkingen via de rechtsbijstandverzekering toelichten.
5.5.11.1 Dekking
•
het nut van een rechtsbijstandsverzekering omschrijven.
5.5.11.2 Nut 5.5.12 Levensverzekering
•
mogelijke dekkingen via de levensverzekering toelichten.
5.5.12.1 Dekking
•
het nut van een levensverzekering omschrijven.
5.5.12.2 Nut
•
de voordelen van een levensverzekering omschrijven.
5.5.12.3 Voordelen
23
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
het bestaan van speciale organismen m.b.t. verzekeringen (beroepsvereniging, controledienst, gemeenschappelijk waarborgfonds) opzoeken en hun doel toelichten.
5.6
Speciale organismen m.b.t. verzekeringen
•
de mogelijkheden waardoor een verzekeringscontract kan eindigen in een contract opzoeken en bondig toelichten.
5.7
Einde van het verzekeringscontract
6
Zekerheden
6 •
zekerheden begripsmatig omschrijven.
6.1
Begrip
•
het onderscheid tussen persoonlijke en zakelijke zekerheden duiden.
6.2
Persoonlijke en zakelijke zekerheden
6.3
Borgstelling
•
de borgstelling omschrijven en aan de hand van een voorbeeld concretiseren.
6.3.1
Begrip
•
aantonen dat de borgstelling een eenzijdig contract is.
6.3.2
Aard van het contract
•
de voorwaarden van de borgstelling verduidelijken.
6.3.3
Voorwaarden
6.3.4
Gevolgen van de borgstelling
•
de gevolgen van de borgstelling tussen schuldeiser en borg verduidelijken.
6.3.4.1 Tussen de schuldeiser en de borg
•
de gevolgen van de borgstelling tussen schuldenaar en borg verduidelijken.
6.3.4.2 Tussen de schuldenaar en de borg
24
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6.4
Pandgeving
•
het begrip pandgeving omschrijven en illustreren met voorbeelden.
6.4.1
Begrip
•
het bewijs van een pandgeving tussen de partijen en t.o.v. derden verduidelijken.
6.4.2
Bewijs
•
de rechten van de pandhouder verduidelijken.
6.4.3
Rechten van de pandhouder
6.5
Hypotheek
•
het begrip hypotheek omschrijven.
6.5.1
Begrip
•
de geldigheidsvereisten van de hypotheek opsommen en verduidelijken.
6.5.2
Geldigheidsvereisten
•
de rechten van de schuldeiser (hypotheekverkrijger) opsommen en verduidelijken.
6.5.3
Rechten van de schuldeiser
•
de belangrijkheid van de openbaarheid (door inschrijving) van de 6.5.4 hypotheek aantonen.
Inschrijving van de hypotheek – openbaarheid
•
de gevolgen van een hypotheekcontract voor de partijen en voor derden bespreken.
Gevolgen van het hypotheekcontract voor de partijen en derden
6.5.5
6.6
Voorrecht
•
het begrip voorrecht omschrijven.
6.6.1
Begrip
•
soorten voorrechten noemen.
6.6.2
Soorten
•
de rangorde van voorrechten verklaren.
6.6.3
Rangorde
•
verschillen tussen een voorrecht en een hypotheek omschrijven.
6.6.4
Verschillen tussen een hypotheek en een voorrecht
25
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Deel B: Handelsrecht 1
1
Kooplieden en daden van koophandel
1.1
Kooplieden
•
het begrip kooplieden omschrijven.
1.1.1
Begrip
•
de wettelijk voorziene voorwaarden voor de kooplieden opsommen en verduidelijken (wie kan handel drijven).
1.1.2
Voorwaarden
•
de daden van koophandel opzoeken en verduidelijken.
1.2
Daden van koophandel
2
Bewijs van handelsverbintenissen
2 •
het verschil in bewijsvoering bij een handelaar en een niethandelaar weergeven.
2.1
Relatie met het burgerlijk recht – verschil in bewijsvoering
•
de schriftelijke bewijsmiddelen (akten, handelsdocumenten, boekhouding, briefwisseling) opsommen, omschrijven en evalueren.
2.2
Schriftelijke bewijsmiddelen
•
de niet-schriftelijke bewijsmiddelen (getuigen, vermoeden, eed, bekentenis) opsommen, omschrijven en evalueren.
2.3
Niet-schriftelijke bewijsmiddelen
3
Handelscontracten
3 •
het begrip handelshuur omschrijven en het onderscheid met de woninghuur aantonen.
3.1
Begrip
•
het begrip pacht omschrijven en de specifieke kenmerken verduidelijken.
3.2
Pacht
26
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de betekenis van een handelspand omschrijven en het verband leggen met een gewoon pand.
3.3
Handelspand
•
de betekenis van het vervoerscontract omschrijven en de relatie met het koopcontract duiden.
3.4
Vervoerscontract
4
Uitstel van betaling, gerechtelijk akkoord, faillissement en bankbreuk
4.1
Uitstel van betaling
4.2
Gerechtelijk akkoord
4 •
het begrip uitstel van betaling omschrijven.
•
de omstandigheden waarbinnen een gerechtelijk akkoord mogelijk is, verduidelijken.
4.2.1
Omstandigheden
•
het verloop van de procedure voor het gerechtelijk akkoord schematisch voorstellen en van commentaar voorzien.
4.2.2
Schematische voorstelling van de procedure
4.3
Faillissement
4.3.1
•
het begrip faillissement omschrijven en preciseren dat faillissement een "bevoorrechte" behandeling is voor een handelaar die tegenslag heeft.
•
aantonen dat de oorzaken van een faillissement van diverse aard 4.3.2 zijn (tegenslag, wanbeheer, onbekwaamheid ...). 4.3.3
Begrip en achtergrond
Oorzaken Gevolgen van het faillissement
•
de gevolgen van het faillissement beschrijven voor de persoon van de schuldenaar.
4.3.3.1 Gevolgen voor de persoon van de schuldenaar
•
de gevolgen van het faillissement beschrijven voor het vermogen van de schuldenaar.
4.3.3.2 Gevolgen voor het vermogen van de schuldenaar
27
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de gevolgen van het faillissement beschrijven voor de schuldeiser.
•
de werkzaamheden van de curator bij het beheer van het faillissement noemen en verduidelijken.
4.3.3.3 Gevolgen voor de schuldeisers – Link met huwelijkscontract van schuldenaar 4.3.4
4.4
Beheer van het faillissement
Eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk
•
omschrijven wat de betekenis is van een eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk.
4.4.1
Betekenis
•
de gevolgen van een eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk verduidelijken.
4.4.2
Gevolgen
•
een omschrijving geven van het begrip eerherstel en van de voorwaarden waaraan een gefailleerde moet voldoen om al zijn rechten terug te bekomen.
4.5
Eerherstel
28
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Deel C: Sociale wetgeving 1
1
Collectieve arbeidsverhoudingen: overlegmodel – chronologie – rol
1.1
Federaal niveau
•
op federaal niveau de rol van de NAR schetsen.
1.1.1
Nationale Arbeidsraad
•
op federaal niveau de rol van de CRB schetsen.
1.1.2
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
1.1.3
Interprofessionele akkoorden – CAO
•
de betekenis, de inhoud, het ontstaan en de gevolgen van interprofessionele akkoorden en van CAO's beschrijven.
1.1.3.1 Betekenis, inhoud, ontstaan en gevolgen
•
de deelnemers aan het overleg op federaal niveau (werkgeversorganisaties, vakbonden en overheid) noemen en omschrijven.
1.1.3.2 Deelnemers
1.2
Gewestelijk niveau
•
op gewestelijk vlak de rol van de SERV schetsen.
1.2.1
Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen
•
op gewestelijk vlak de rol van het VESOC schetsen.
1.2.2
Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité
•
de deelnemers aan het overleg op gewestelijk vlak (werkgeversorganisaties, vakbonden en overheid) noemen en omschrijven.
1.2.3
Deelnemers
1.3
Sectorniveau
•
op sectorniveau de rol van de paritaire comités schetsen en de betekenis, de inhoud, het ontstaan en de gevolgen van de CAO beschrijven.
1.3.1
Paritaire comités – CAO
•
de deelnemers aan het overleg op sectorniveau noemen en omschrijven.
1.3.2
Deelnemers
29
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1.4 •
op ondernemingsniveau de rol van de ondernemingsraad en het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk schetsen en de betekenis omschrijven.
•
de deelnemers aan het overleg op ondernemingsniveau noemen 1.4.2 en omschrijven.
2
1.4.1
Ondernemingsniveau Ondernemingsraad / Comité voor Preventie en Bescherming op het werk Deelnemers
2
Arbeidsovereenkomsten (AO)
2.1
Arbeidsovereenkomst voor arbeiders en bedienden
•
de geleidelijke verdwijning van het onderscheid tussen arbeiders en bedienden becommentariëren.
2.1.1
Vervaging en verdwijning van het onderscheid
•
de contractuele elementen in de AO (toestemming, bekwaamheid, voorwerp, oorzaak) aan de hand van een concreet en realistisch document herkennen en toelichten.
2.1.2
Contractuele elementen in de AO
•
de overige elementen in een AO (doel, loon als tegenprestatie van arbeid, gezagsverhoudingen tussen de partijen) herkennen en toelichten.
2.1.3
Overige elementen van de AO
2.2
AO voor onbepaalde duur voor arbeiders en bedienden
•
de AO voor onbepaalde duur bondig begripsmatig omschrijven.
2.2.1
Begrip
•
de bepalingen in de AO voor onbepaalde duur (beding van proeftijd, concurrentiebeding, schorsing) aan de hand van een concreet en realistisch document analyseren en toelichten.
2.2.2
Bepalingen in de AO
•
2.2.3 de rechten van de werknemer (recht op verlof en recht op vergoeding) m.b.t. de schorsing van het contract (o.a. overmacht, jaarlijkse vakantie, moederschapsrust, vorming, kort verzuim, arbeidsongeschiktheid …) opzoeken en toepassen in concrete situaties met behulp van deze informatie (waar nodig het onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden).
Schorsing van de AO
30
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
enkele wijzen waarop de AO voor onbeperkte duur kan eindigen (o.a. beëindiging in onderling akkoord, opzegging, ontslag om dringende redenen, sluiting van (een deel van) de onderneming, collectief ontslag) beschrijven.
2.2.4
Einde van de AO voor onbeperkte duur
•
ingeval van opzegging van de AO voor onbeperkte duur, de nodige regelgeving opzoeken om aan de hand hiervan een concrete opzeggingstermijn te bepalen (waar nodig het onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden).
2.2.5
Opzegging van de AO
•
het belang en het beschermend aspect van de arbeidsovereenkomsten aantonen.
2.2.6
Beschermend aspect van de AO
•
enkele alternatieve systemen van tewerkstelling (zoals deeltijdse 2.3 arbeid, uitzendarbeid, stage voor jongeren, tewerkstelling van studenten) opzoeken, daarover rapporteren en situeren in de toenemende personeelsflexibilisering.
Alternatieve systemen van tewerkstelling
•
enkele steunmaatregelen en tegemoetkomingen bij aanwerving van personeel opzoeken en toelichten.
2.4
Steunmaatregelen en tegemoetkomingen
3
Reglementering van de arbeid
3 •
het begrip arbeidsreglement omschrijven en de inhoud van een arbeidsreglement becommentariëren.
3.1
Het arbeidsreglement
•
het begrip loon, het recht op loon, de hoogte van het loon, het overheidsingrijpen op dit loon (afvlakking van het indexeringsmechanisme en vrijwaring van het concurrentievermogen van het land) en de beschermende maatregelen (munt, wijze van betaling, frequentie en tijdstip van betaling van het loon, plaats van betaling, loonbeslag) omschrijven.
3.2
Wettelijke bescherming van de lonen
31
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
het begrip arbeidsduur omschrijven en, gekoppeld aan arbeidsduurgrenzen, overwerk en inhaalrust, verduidelijken.
3.3
Arbeidsduur
•
het begrip nachtarbeid omschrijven, de reglementering terzake opzoeken en erover rapporteren.
3.4
Nachtarbeid
•
het begrip zondagsrust omschrijven, de reglementering terzake opzoeken en erover rapporteren.
3.5
Zondagsrust
•
het begrip wettelijke feestdagen omschrijven, de reglementering terzake opzoeken en erover rapporteren.
3.6
Wettelijke feestdagen
•
het begrip jaarlijkse vakantie omschrijven, de reglementering terzake opzoeken en erover rapporteren.
3.7
Jaarlijkse vakantie
•
het begrip vrouwen- en jeugdarbeid en moederschap omschrijven, de reglementering terzake opzoeken en erover rapporteren.
3.8
Vrouwen- en jeugdarbeid (inclusief moederschap)
•
de gelijkheid man/vrouw situeren en evalueren in de huidige maatschappij.
3.9
Gelijkheid man/vrouw
•
de toepassing van de wet op het welzijn, nl. gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk illustreren.
3.10 Het welzijnsbeleid
32
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4
4
Sociale Zekerheid
4.1
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
•
de algemene organisatie van de R.S.Z. schematisch weergeven. 4.1.1
•
de functie van de RSZ kaderen in het maatschappelijk leven.
Algemene organisatie
4.1.2
Functie van de RSZ
4.1.3
Financiering van de RSZ
•
de R.S.Z.-bijdragen door werkgever en werknemer opzoeken.
4.1.3.1 Bijdragen – Inning
•
opzoeken en verduidelijken hoe de RSZ gefinancierd wordt.
4.1.3.2 Financiering
4.2
De sectoren van de RSZ
•
het belang en het doel van elke sector van de RSZ omschrijven.
4.2.1
Belang en doel van elke sector
•
de organisatie van de uitbetalingen, de instellingen en organismen van de sectoren van de RSZ omschrijven.
4.2.2
Organisatie van de uitbetalingen – Instellingen of organismen
5
5
De zelfstandige
5.1
Sociaal statuut – rechten en plichten
•
de belangrijkste sociale rechten en verplichtingen aangeven van de zelfstandige (in hoofdberoep).
5.1.1
Zelfstandige in hoofdberoep
•
de belangrijkste sociale rechten en verplichtingen aangeven van de zelfstandige (in bijberoep).
5.1.2
Zelfstandige in bijberoep
•
de belangrijkste sociale rechten en verplichtingen aangeven van de echtgeno(o)t(e)-help(st)er van een zelfstandige.
5.1.3
Echteno(o)t(e) – help(st)er
•
het sociaal statuut van de zelfstandige schematisch vergelijken met dat van de werknemer en evalueren.
5.1.4
Verschillen tussen werknemer en zelfstandige
•
de functies van de sociale verzekeringskassen omschrijven.
5.2
Sociale verzekeringskassen
33
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de dienstverlening van een sociaal secretariaat omschrijven.
6
5.3
Sociaal secretariaat
6
De werkloosheidsvergoeding
•
het doel van de wetgeving i.v.m. de werkloosheid omschrijven.
6.1
Doel van de wetgeving
•
de algemene organisatie van de sector beknopt omschrijven.
6.2
Algemene organisatie
•
toelaatbaarheidsvoorwaarden en de toekenningsvoorwaarden voor een werkloosheidsvergoeding opsommen en omschrijven.
6.3
Toelaatbaarheidsvoorwaarden en toekenningsvoorwaarden
•
werkloosheidsuitkeringen en de speciale regeling voor jongeren opzoeken en toelichten.
6.4
Werkloosheidsuitkeringen – speciale voorwaarden voor jongeren
•
de uitbetalingsorganismen van de werkloosheidsvergoedingen noemen en omschrijven.
6.5
Uitbetalingsinstellingen – vakbonden – Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen
7
De wet op het bestaansminimum
•
het doel van de wetgeving i.v.m. het bestaansminimum omschrijven.
7.1
Doel van de wetgeving
•
de toekenningsvoorwaarden voor een bestaansminimum opzoeken en toelichten.
7.2
Toekenningsvoorwaarden
•
de procedure voor het bekomen van het bestaansminimum opzoeken en erover rapporteren.
7.3
Procedure
•
het bedrag van het bestaansminimum en de uitbetalingswijze opzoeken en erover rapporteren.
7.4
Bedrag en uitbetaling
34
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Deel D: Fiscale wetgeving 1
1
Belastingen
•
de noodzaak van belastingen aantonen.
1.1
Noodzakelijkheid
•
het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen omschrijven en illustreren.
1.2
Directe - indirecte belastingen
•
het onderscheid tussen progressieve, degressieve en evenredige 1.3 belastingen omschrijven.
2
Progressieve - degressieve - evenredige belastingen
2
Personenbelasting
2.1
Algemene kenmerken
•
de basisprincipes van de personenbelasting (progressief klimmend aanslagtarief – totaal netto-inkomen – huwelijk – belastingvrije sommen – personen ten laste - huwelijksquotiënt) omschrijven.
2.1.1
Basisprincipes
•
de belastingplichtigen aanduiden.
2.1.2
Belastingplichtigen
2.2
•
2.2.1 de aanslag van de bedrijfsinkomsten schetsen, de bedrijfsvoorheffing vaststellen met behulp van de nodige tabellen en de betaling van de bedrijfsvoorheffing schetsen.
Bondige studie van de diverse inkomstencategorieën en voorheffingen: aanslag - berekening – betaling (Uit te werken op basis van één of meer concrete gevallenstudies) Bedrijfsinkomsten – Bedrijfsvoorheffing
35
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de aanslag van de roerende inkomsten schetsen, de roerende voorheffing vaststellen en de betaling van de roerende voorheffing schetsen.
2.2.2
Roerende inkomsten - Roerende voorheffing
•
de aanslag van de onroerende inkomsten schetsen, de onroerende voorheffing vaststellen en de betaling van de onroerende voorheffing schetsen.
2.2.3
Onroerende inkomsten - Onroerende voorheffing
•
het principe van de globalisatie omschrijven.
2.3
Globalisatie
•
forfaitaire bedrijfskosten omschrijven en berekenen.
2.4
Forfaitaire bedrijfskosten
•
werkelijke bedrijfskosten verantwoorden, berekenen en de keuze 2.5 motiveren.
Werkelijke bedrijfskosten
•
mogelijke vormen van belastingaftrek opzoeken, toelichten en toepassen.
2.6
Belastingaftrek
•
mogelijke vormen van belastingvermindering opzoeken, toelichten en toepassen.
2.7
Belastingverminderingen
•
op basis van een aanslag de berekeningen analyseren en toelichten met betrekking tot geglobaliseerd inkomen en belastbaar inkomen.
2.8
Belastbaar inkomen, geglobaliseerd inkomen en belastingsaanslag: de berekeningen
•
het systeem van de verrekening van de voorheffingen omschrijven.
2.9
Verrekening van de voorheffingen
•
een belastingaangifte van een loon- of weddetrekkende (eenvoudig) invullen.
2.10 Invullen belastingsaangifte van een loon- en/of weddetrekkende
36
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
met behulp van software de verschuldigde belastingen berekenen.
2.11 Berekenen van de verschuldigde belasting
•
met behulp van software simulaties maken op basis van wijzigingen in de aangifte en deze evalueren.
2.12 Simulaties
3
3
Fiscaal statuut van de zelfstandige
3.1
Situering
•
een schematische vergelijking maken tussen het fiscaal statuut van de zelfstandige en dat van de loon- en weddetrekkende.
3.1.1
Schematische vergelijking
•
de essentiële fiscale plichten en rechten van een zelfstandige in hoofdberoep opzoeken en toelichten.
3.1.2
Zelfstandige in hoofdberoep
•
de essentiële fiscale plichten en rechten van een zelfstandige in bijberoep opzoeken en toelichten.
3.1.3
Zelfstandige in bijberoep
•
het principe van de voorafbetalingen omschrijven.
3.2
Voorafbetalingen
•
een eenvoudige (ingevulde) belastingaangifte toelichten.
3.3
Belastingaangifte
•
de diensten van een fiscaal raadgever omschrijven en illustreren. 3.4
4
De fiscaal raadgever
4
Vennootschapsbelasting
•
het begrip vennootschapsbelasting omschrijven.
4.1
Begrip
•
omschrijven wie belastingplichtig is.
4.2
Belastingplichtige
•
de grondslag van de vennootschapsbelasting weergeven.
4.3
Grondslag
37
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de tarievenstructuur in de vennootschapsbelasting opzoeken en toepassen.
4.4
Tarievenstructuur
•
een berekening van de vennootschapsbelasting analyseren.
4.5
Analyse van een berekening van de verschuldigde belasting
5
De BTW
5.1
BTW-plichtigen
5 •
formuleren wie BTW-plichtig is.
•
de belangrijkste bepalingen in verband met de aftrekregeling van 5.2 BTW opzoeken en toelichten.
•
de administratieve verplichtingen in verband met BTW (facturatie, aangifte, voorschotten en betaling, listing, boekhouding) van een kleine onderneming opzoeken en toelichten.
5.3
Administratieve verplichtingen
•
de belastbare handelingen herkennen en illustreren met voorbeelden.
5.4
Belastbare handelingen
5.5
Aangifte
Aftrekregeling
•
de BTW-aangiften bespreken (eenvoudige kwartaal en/of maandaangifte) (zie ook boekhouden)
5.5.1
Kwartaalaangifte - maandelijkse aangifte
•
de inhoud van verschillende BTW-stelsels en de gevolgen ervan omschrijven.
5.5.2
BTW-stelsels - inhoud – gevolgen
•
forfaitaire stelsels omschrijven.
5.5.3
Forfaitair stelsel
38
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6
6
Registratierechten
•
omschrijven in welke situaties registratierechten van toepassing zijn.
6.1
Toepassingsgebied
•
het belang van de registratie omschrijven.
6.2
Belang
7
Successierechten
7.1
Belastbare grondslag
7.2
Berekening van de successierechten
7 •
de belastbare grondslag omschrijven.
•
de successierechten berekenen voor een erfenis van verwanten in rechte lijn en in zijlijn met behulp van de nodige tabellen (eenvoudige situaties).
7.2.1
Erfenis van verwanten in rechte lijn en in zijlijn
•
de successierechten berekenen voor een erfenis van samenwonenden met behulp van de nodige tabellen (eenvoudige situaties).
7.2.2
Erfenis van samenwonenden
•
de successierechten berekenen voor een erfenis van andere personen met behulp van de nodige tabellen (eenvoudige situaties).
7.2.3
Erfenis van andere personen
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
39
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
1.1
Vakoverschrijdende eindtermen
1.1.1.
Wat?
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming. De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting).
1.1.2.
Waarom?
Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen.
1.1.3.
Hoe te realiseren?
Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
1.2
ICT
1.2.1.
Wat?
40
Onder ICT verstaan we het geheel van computers, netwerken, internetverbindingen, software, simulatoren, enz. Telefoon, video, televisie en overhead worden in deze context niet expliciet meegenomen.
1.2.2.
Waarom?
De recente toevloed van informatie maakt levenslang leren een noodzaak voor iedereen die bij wil blijven. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT. Enerzijds speelt het in op de vertrouwdheid met de beeldcultuur en de leefwereld van jongeren. Anderzijds moeten jongeren niet alleen in staat zijn om nieuwe media efficiënt te gebruiken, maar is ICT ook een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Het nastreven van die competentie veronderstelt onderwijsvernieuwing en aangepaste onderwijsleersituaties. Er wordt immers meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, het zelfstandig of in groep leren werken, het kunnen omgaan met enorme hoeveelheden aan informatie... In bepaalde gevallen maakt ICT deel uit van de vakinhoud en is ze gericht op actieve beheersing van bijvoorbeeld een softwarepakket binnen de lessen informatica. In de meeste andere vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers: −
het leerproces in eigen handen nemen;
−
zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;
−
op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).
1.2.3.
Hoe te realiseren?
In de eerste graad van het SO kunnen leerlingen onder begeleiding elektronische informatiebronnen raadplegen. In de tweede en nog meer in de derde graad kunnen de leerlingen “spontaan” gegevens opzoeken, ordenen, selecteren en raadplegen uit diverse informatiebronnen en –kanalen met het oog op de te bereiken doelen. Er bestaan verschillende mogelijkheden om ICT te integreren in het leerproces. Bepaalde programma’s kunnen het inzicht verhogen d.m.v. visualisatie, grafische voorstellingen, simulatie, het opbouwen van schema’s, stilstaande en bewegende beelden, demo... Sommige cd-roms bieden allerlei informatie interactief aan, echter niet op een lineaire manier. De leerling komt via bepaalde zoekopdrachten en verwerkingstaken zo tot zijn eigen “gestructureerde leerstof”. Databanken en het internet kunnen gebruikt worden om informatie op te zoeken. Wegens het grote aanbod aan informatie is het belangrijk dat de leerlingen op een efficiënte en een kritische wijze leren omgaan met deze informatie. Extra begeleiding in de vorm van studiewijzers of instructiekaarten is een must. Om tot een kwaliteitsvol eindresultaat te komen, kunnen leerlingen de auteur (persoon, organisatie...) toevoegen alsook de context, andere bronnen die de inhoud bevestigen en de onderzoeksmethode. Dit zal het voor de leraar gemakkelijker maken om het resultaat en het leerproces te beoordelen. De resultaten van individuele of groepsopdrachten kunnen gekoppeld worden aan een mondelinge presentatie. Een presentatieprogramma kan hier ondersteunend werken. Men kan resultaten en/of informatie uitwisselen via e-mail, blackboard, chatten, nieuwsgroepen, discussiefora... ICT maakt immers allerlei nieuwe vormen van directe en indirecte communicatie mogelijk. Dit is zeker een meerwaarde omdat ICT op die manier niet alleen de mogelijkheid biedt om interscolaire projecten op te zetten, maar ook om de communicatie tussen leraar en leerling (uitwisselen van cursusmateriaal, planningsdocumenten, toets- en examenvragen...) en leraren onderling (uitwisseling lesmateriaal …) te bevorderen. Sommige programma’s laten toe op graduele niveaus te werken. Ze geven de leerling de nodige feedback en remediëring gedurende het leerproces (= zelfreflectie en -evaluatie).
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
1.3
Begeleid zelfgestuurd leren
1.3.1.
Wat?
41
Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: −
de opdrachten meer open worden;
−
er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;
−
de leerlingen zelf keuzes leren maken en verantwoorden;
−
de leerlingen zelf leren plannen;
−
er feedback wordt voorzien op proces en product;
−
er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.
De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter.
1.3.2.
Waarom?
Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. −
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken;
−
leerlingen voorbereiden op levenslang leren;
−
het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.
Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als: −
keuzebekwaamheid;
−
regulering van het leerproces;
−
attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.
In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang.
1.3.3.
Hoe te realiseren?
Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: −
de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht;
−
de leraar krijgt de rol van coach, begeleider;
−
de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.
De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
42
“klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat −
doelen voorop stellen;
−
strategieën kiezen en ontwikkelen;
−
oplossingen voorstellen en uitwerken;
−
stappenplannen of tijdsplannen uitzetten;
−
resultaten bespreken en beoordelen;
−
reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen;
−
verantwoorde conclusies trekken;
−
keuzes maken en verantwoorden
is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
2
43
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
BEDRIJFSECONOMIE Nr. 1
Pedagogisch-didactische wenken Dit leerplan geldt voor een lestijdenpakket van 25 weken op schooljaarbasis. De leraar heeft de mogelijkheid zelf de spreiding van de leerplandoelstellingen binnen de graad te bepalen in overleg met de vakgroep. Indien de volgorde van het leerplan wordt nageleefd, is het aangewezen in het eerste leerjaar de leerstofitems 1 en 2 te behandelen. In het tweede leerjaar worden dan leerstofitems 3 en 4 aangeboden. Indien in het eerste leerjaar de leerstofitems 1 en 2 worden aangeboden, kunnen deze leerlingen worden samengezet met de leerlingen van Handel. Het biedt pedagogisch een meerwaarde als dezelfde leraar voor dit vak aangeduid wordt in het eerste jaar en in het tweede jaar. Indien verschillende leraren optreden, is samenspraak binnen de vakgroep vanzelfsprekend.
2
De leraar streeft naar het bereiken van leerwinst bij alle leerlingen.
3
Het is aangewezen om in een gepaste omgeving (i.f.v. de leerstofitems, doelstellingen en de gekozen werkvormen) hedendaagse didactische media (beamer, overheadprojector, computer) aan te wenden. Op deze wijze worden de lessen aantrekkelijker gemaakt en verbetert de klassfeer.
4
Bij het aanbrengen van de leerstof wordt maximaal vertrokken vanuit concrete situaties, bij voorkeur uit de leefwereld van de leerlingen en via cijfermateriaal, krantenartikels, nieuwsberichten, folders …
5
Er dient rekening gehouden te worden met een verschuiving naar zelfstandige kennisverwerving en leren leren, hoewel kennisoverdracht een basisconcept blijft om de economische realiteit te verklaren. Dit om de terugkoppeling naar de realiteit te realiseren en te beantwoorden aan de verwachtingen van het levenslang leren. Ook de maatschappelijke vraag naar het versterken van de attitude- en waardevorming wordt uitdrukkelijker geïmplementeerd. De overdracht van leerfuncties van de leraar naar de leerlingen dient geleidelijk te gebeuren. Wanneer de leraar in het eerste leerjaar opteert voor het zelfstandig werken, dient deze werkvorm verder gezet te worden in het tweede leerjaar.
6
Belangrijk is dat de leerlingen een uitgebreid economisch begrippenarsenaal leren hanteren. Het gebruik van het juiste begrip in een bepaalde context en het kunnen toelichten en concretiseren van economische begrippen primeert op de definiëring. De leraar waakt erover dat de leerlingen steeds de geijkte vakterminologie aanwenden.
7
Om te kunnen garanderen dat de programmavereisten van het bedrijfsbeheer volledig worden behandeld en om overheidscontrole hierop mogelijk te maken, zal de onderwijsinstelling een zogenaamde ‘checklist’ opstellen. Deze checklist, waarvan de vorm vrij wordt gelaten (maar waarvoor de omzendbrief SO 44 of het leerplan Toegepaste economie/bedrijfsbeheer inspirerend kunnen werken), moet aantonen enerzijds waar de diverse leerinhouden worden gegeven en anderzijds dat de leerstof evenwichtig is verdeeld (jaarplanning). De leraar en de vakgroep waken er over dat voor het uitreiken van het attest van bedrijfsbeheer de meest recente omzendbrief SO 44 in aanmerking wordt genomen. De omzendbrief is te raadplegen op www.ond.vlaanderen.be/edulex. Nuttige informatie kan bekomen worden op de websites en/of in de tijdschriften van de beroepsverenigingen, de Kamers van Koophandel en van Ambachten en Neringen, economisch georiënteerde ministeries … Eventueel kan leerstof aangebracht worden via een gevallenstudie, via gerichte studieuitstappen of via gastsprekers.
Timing
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Nr. 8
Pedagogisch-didactische wenken ICT kan op verschillende wijzen aangewend worden ter ondersteuning van het realiseren van de leerplandoelstellingen. Waar mogelijk en nuttig voor een grotere efficiëntie zal ICT geïntegreerd worden. Voor dit leerplan kan dit, ter illustratie en niet limitatief, op de volgende manieren gebeuren. •
•
•
•
•
Zoeken, verwerken en bewaren van informatie 3
Voor het opzoeken van actuele informatie over de wettelijke verplichtingen die vooraf moeten vervuld worden bij het starten van een eigen zaak (1) kunnen de leerlingen gebruik maken van het internet.
3
Voor het analyseren van de jaarrekening (3.3) kunnen de leerlingen jaarrekeningen opzoeken via de websites van deze ondernemingen, de websites van gespecialiseerde kranten en tijdschriften ...
3
Voor het opstellen van een ondernemingsplan (2.6) is er veel informatie beschikbaar op de website van het Ministerie van Economische Zaken, op de websites van UNIZO …
Communiceren van informatie 3
De leerlingen moeten in het kader van het opstellen van een ondernemingsplan (2.6) informatie verzamelen (bijvoorbeeld rentetarieven …). Om dit te verkrijgen, kunnen de leerlingen beroep doen op de moderne communicatietechnieken zoals e-mail …
3
Binnen het project (4) kunnen uitnodigingen voor vergaderingen verstuurd worden via e-mail, de elektronische leeromgeving …
3
De leerlingen kunnen als ondersteuning voor hun project (4) en in samenwerking met andere vakken, een website ontwikkelen waarop ze belangrijke informatie zoals verkoopdata, beschrijving van hun product, financiële verslaggeving … meedelen en zelfs elektronische bestellingen laten plaatsen.
Oefenen met behulp van ICT 3
Voor het opstellen van een ondernemingsplan (2.6) is er vrij toegankelijke software voor handen op het internet of op Cd-roms die verkrijgbaar zijn bij financiële instellingen, beroepsorganisaties …
3
Het berekenen van ratio’s (3.3) kan gebeuren door gebruik te maken van een elektronisch rekenblad.
3
Het bijhouden van de boekhouding (4.2.6) gebeurt uiteraard via een boekhoudpakket (zie ook leerplan boekhouden).
Creatief vormgeven met behulp van ICT 3
Een ondernemingsplan (2.6) wordt meestal opgesteld vanuit het oogpunt een financiële instelling te overtuigen een lening toe te staan. Het is van groot belang dat dit document op een ordelijke en overzichtelijke wijze wordt opgesteld. Uiteraard dienen de leerlingen hiervoor gebruik te maken van een tekstverwerker, een rekenblad …
3
De leerlingen kunnen ter ondersteuning van hun project (4) en in samenwerking met andere vakken een website ontwerpen.
3
Voor het maken van affiches, flyers, uitnodigingen … (4) kunnen de leerlingen gebruik maken van ondersteunde software.
Voorstellen van informatie aan anderen 3
Het is aangewezen dat de leerlingen bij het toelichten van hun ondernemingsplan (2.6 / 4), bij openbare vergaderingen (4) gebruik maken van moderne media zoals een beamer, overhead …
3
In samenwerking met andere vakken is het aanmaken van een website voor het project (4) aangewezen.
44 Timing
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Nr.
Pedagogisch-didactische wenken •
9
Zelfstandig leren met behulp van ICT
Voor het opstellen van een ondernemingsplan (2.6 / 4) kunnen de leerlingen beroep doen op ondersteunende programma’s van financiële instellingen, beroepsorganisaties … Opzoeken komt vaak voor in de leerplandoelstellingen. Opzoeken is geen doel op zich. Het is de bedoeling dat de leerlingen met het opgezochte materiaal aan de slag gaan om een bepaalde leerinhoud op een duidelijke en overzichtelijke manier samen te vatten, toe te passen in een concrete situatie, te vergelijken met andere voorbeelden …
10
Dit vak leent zich, zonder afbreuk te doen aan de traditionele didactische werkvormen zoals het onderwijsleergesprek, uitstekend tot het gebruik van activerende werkvormen zoals groepswerk, zelfstudie … Voor welke werkvorm de leraar ook kiest, de leerling moet steeds actief bij het onderwijsgebeuren betrokken worden.
11
In hoofdstuk 1 ligt de nadruk, gezien de steeds wijzigende regelgeving, op het kunnen opzoeken, toepassen op concrete situaties en toelichten van de gevonden resultaten boven het cognitief verwerken van deze items.
12
Het biedt een pedagogisch-didactische meerwaarde indien reeds van bij dit stadium wordt vertrokken vanuit de idee om zelf een onderneming op te richten. De link met het project van hoofdstuk 4 kan hier reeds worden gelegd door de leerplandoelstellingen aan te bieden in functie van de onderneming die de leerlingen in een volgende fase gaan oprichten. Ook in hoofdstuk 2 en 3 wordt bij voorkeur vertrokken vanuit het project van hoofdstuk 4 of een ander project. De concrete toepassingen primeren steeds op zwaarwichtige theorieën. Het opstellen van een ondernemingsplan kan gebeuren in het kader van projecten zoals OMOO, de minionderneming … Om op een vlotte wijze een ondernemingsplan te kunnen opstellen, worden de leerinhouden aangeboden in de vorm van vragen die kunnen opgenomen worden in het ondernemingsplan.
13
14
Bij ‘Analyse ven de jaarrekening’ is de berekening van de kengetallen geen doel op zich. De interpretatie daarentegen staat centraal. Het volstaat dan ook om de leerlingen één maal de berekeningen te laten maken om vervolgens interpretaties mogelijk te maken door de kengetallen van andere jaren en/of andere ondernemingen te geven. Uiteraard is het ook steeds mogelijk de leerlingen in groepen onder te verdelen en de verschillende groepen de kengetallen van verschillende jaren en/of ondernemingen te laten berekenen. De minionderneming, ondersteund door VLAJO en VOKA, is bijzonder geschikt en geniet de voorkeur om als invulling te dienen van het project van hoofdstuk 4. Scholen die echt niet in de mogelijkheid zijn om een minionderneming op te starten (bijvoorbeeld te beperkt aantal leerlingen), kunnen (uitzonderlijk) een gelijkwaardig project formuleren. Dit mag een schooljaarvullend project zijn of een combinatie van enkele kleinere projecten (bijvoorbeeld sportdag, quizavond, tentoonstelling, debatavond, opendeurdag, restaurantdag). Elk project is slechts aanvaardbaar als er duidelijk een economisch karakter bestaat, zodat er telkens een kostprijs kan berekend worden, een boekhouding kan gevoerd worden, met geld kan omgegaan worden … Alle doelstellingen uit hoofdstuk 4 dienen immers binnen het project te worden gerealiseerd. Een aantal van de hier aangegeven doelstellingen kunnen in andere (sub)vakken worden gerealiseerd. Het gedeelte boekhouden in het bijzonder (4.2.6) kan dienen voor de realisatie van leerplandoelstelling 6 (deel A) uit het leerplan boekhouden, maar ook de leerplandoelstellingen 4.2.3 en 4.2.5 kunnen in de lessen boekhouden worden behandeld. Het boekhoudkundig aspect staat centraal in het project en alle leerlingen worden nauw bij dit aspect betrokken.
45 Timing
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Nr. 15
46
Pedagogisch-didactische wenken Voorzie voor het project penningmeester, secretaris ...).
een
Timing duidelijke
taakverdeling
(verantwoordelijke,
Waak erover dat er efficiënte vergaderingen georganiseerd worden: uitnodiging – agenda – taakverdeling – verslag – afspraken – evaluatie. Las regelmatig evaluatiemomenten in. Attituden zijn zeer belangrijk en kunnen geëvalueerd worden d.m.v. schalen voor attitudemeting (bijvoorbeeld SAM-schaal). Organiseer minstens twee openbare vergaderingen buiten de klasomgeving. Een mogelijk publiek kan zijn: leerlingen, leraren, directie, ouders …
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
47
RECHT EN WETGEVING Nr.
Pedagogisch-didactische wenken Algemene wenken voor recht en wetgeving
1
De lessen recht vormen een boeiend verhaal. De leraar zal zeker vermijden eentonig les te geven. De lessen dienen uit te gaan van de realiteit, van concrete en scherp gestelde situaties. De leerlingen worden begeleid om waar mogelijk op te treden als probleemoplossers. Zij werken oplossingen uit die correct en rechtvaardig zijn en passen in het Pedagogisch Project. De volgende bronnen kunnen aangewend worden: reële contracten, akten, het Belgisch Staatsblad, arresten en vonnissen, verslagen van processen, krantenartikels, rechtskundige tijdschriften ... Verder leveren de onderscheiden didactische tijdschriften interessante gevallenstudies op. De gevallenstudie stimuleert het denkwerk van de individuele leerling, maar lijkt eveneens interessant voor het opzetten van een groepsdiscussie.
2
De systematische aanknoping met de realiteit en de actualiteit (bijv. via didactische uitstappen) creëert een toegevoegde waarde tot de lessen recht. Verder versterkt het gebruik van de didactische media (overheadprojector, video, internet) de impact van de lessen. Transparanten kunnen ondersteuning bieden bij de schematische voorstelling van structuren.
3
Het is niet de bedoeling om de leerlingen steeds te overladen met details. Parate kennis kan soms wenselijk zijn, maar er dient vooral gestreefd te worden naar het bereiken van een algemeen praktisch juridisch inzicht bij de leerlingen. De praktijkgerichte benadering staat hierbij centraal. We dienen er tevens rekening mee te houden en de leerlingen hier ook op te wijzen dat de verschillende wetgevingen vaak wijzigen.
4
De leraar zal zorgvuldig de leerplandoelstellingen analyseren. Het gebruikte werkwoord is daarbij van belang. Het geeft aan hoe de overeenkomende leerinhouden dienen benaderd te worden. De aandacht gaat vaak uit naar opzoeken en toelichten, d.w.z. dat de leerling het opgezochte materiaal achteraf mag gebruiken, ook bij de evaluatie. Dit betekent dat niet verwacht mag worden dat ze deze materie achteraf uit het hoofd kunnen reproduceren. Daarnaast mag van een leerling ook verwacht worden dat hij begrippen en situaties kan beschrijven. Het komt aan de leraar toe om te bepalen of de leerling hierbij gebruik mag maken van lesmateriaal.
5
Dit vak leent zich, zonder afbreuk te doen aan de traditionele didactische werkvormen zoals het onderwijsleergesprek, uitstekend tot het gebruik van activerende werkvormen zoals groepswerk, zelfstudie, opdrachten... Voor welke werkvorm de leraar ook kiest, de leerling moet steeds actief bij het onderwijsgebeuren betrokken worden.
6
Het gebruik van ICT is stilaan normaal geworden voor heel wat vakken. Ook voor recht kan er regelmatig gebruik van gemaakt worden (opzoeken van informatie, raadplegen van een nieuwe wet, onderzoeksopdracht). Via ICT kan het zelfstandig leren geïntroduceerd en gestimuleerd worden. De leraar heeft een voorbeeldfunctie en zal er naar streven om minimaal 10 tot 15% van de beschikbare tijd te besteden aan opdrachten die op een of andere wijze te maken hebben met ICT (internet, cd-rom)
7
De leraar zorgt via zijn jaar(vorderings)plan voor een gelijkmatige spreiding van de leerstof over het schooljaar, waarbij alle onderdelen de nodige aandacht krijgen.
8
Het is wenselijk “recht en wetgeving” steeds toe te vertrouwen aan dezelfde leraar, die zich kan specialiseren in de materie en zo zijn competentie kan vergroten.
9
De vakoverschrijdende eindterm burgerzin kan zonder twijfel nagestreefd worden in dit subvak van de toegepaste economie, in het bijzonder in de onderdelen sociale – en fiscale wetgeving.
Timing
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Nr. 10
Pedagogisch-didactische wenken ICT kan op verschillende wijzen aangewend worden ter ondersteuning van het realiseren van de leerplandoelstellingen. Waar mogelijk en nuttig voor een grotere efficiëntie zal ICT geïntegreerd worden. Voor dit leerplan kan dit, zuiver ter illustratie en zeker niet limitatief, op de volgende manieren gebeuren: •
•
Zoeken, verwerken en bewaren van informatie 3
Voor het opzoeken van actuele informatie over formaliteiten bij huwelijk, geboorte, dood, echtscheiding, huwelijksvermogenstelsels ... kunnen de leerlingen gebruik maken van het internet, meer bepaald de websites van de notaris, advocaat of de eigen gemeente.
3
Voor informatie over verzekeringen, daden van koophandel, schorsing van arbeidsovereenkomsten, elementen uit het arbeidsreglement, werkloosheidsuitkeringen, bestaansminimum, mogelijkheden voor belastingaftrek... zijn achteraan in de bibliografie een groot aantal websites aangegeven.
Communiceren van informatie 3
•
Oefenen met behulp van ICT 3
•
•
De leerlingen moeten in het kader van het rapporteren over hun werkzaamheden in geval van bijv. zelfstudie of begeleid zelfgestuurd leren (BZL) beroep doen op de moderne communicatietechnieken zoals e-mail. Hierbij ook gebruik makend van documenten die vervaardigd zijn met behulp van een tekstverwerker of presentatiepakket.
Voor het maken van simulaties in de personenbelasting kunnen de leerlingen gebruik maken van specifieke software.
Creatief vormgeven met behulp van ICT 3
In geval van het rapporteren is het van groot belang dat die documenten op een ordelijke en overzichtelijke wijze wordt opgesteld. Uiteraard dienen de leerlingen hiervoor gebruik te maken van een tekstverwerker, een rekenblad, een presentatiepakket
3
Het rapporteren kan ook uitmonden in het voorstellen van informatie aan de medeleerlingen met behulp van een presentatiepakket.
3
Het is aangewezen dat de leerlingen bij het toelichten ook gebruik kunnen maken van moderne media zoals een beamer.
Zelfstandig leren met behulp van ICT 3
Voor het opzoeken van gegevens, het maken van berekeningen... kunnen de leerlingen soms beroep doen op ondersteunende programma’s van financiële instellingen, beroepsorganisaties... Deel A – Burgerlijk recht
11
De begrippen over recht in het algemeen en de gerechtelijke organisatie in het bijzonder worden best aangebracht via teksten over actuele rechtszaken en andere actuele publicaties.
12
Het hoofdstuk personenrecht is bij uitstek geschikt om dicht bij de leefwereld van de leerlingen te blijven. De advocaat en de notaris zijn bereid om hun ervaring ter beschikking te stellen, evenals het plaatselijk OCMW. De leerstof krijgt hierdoor een bijzondere realiteitswaarde.
13
De courante contracten worden praktijkgericht bestudeerd. De leraar zal vertrekken van deze concrete documenten om daaruit de theoretische achtergronden en de betekenis van de gehanteerde begrippen te achterhalen.
14
De zekerheden geven de leraar de mogelijkheid in te gaan op de gevaren van o.a. een persoonlijke borgstelling en de mogelijke juridische gevolgen.
48 Timing
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Nr.
Pedagogisch-didactische wenken Deel B – Handelsrecht
15
Het hoofdstuk over kooplieden en daden van koophandel kan beknopt worden behandeld.
16
Het bewijs van verbintenissen sluit uiteraard nauw aan bij het overeenkomende item in burgerlijk recht. De leraar benadrukt de bijzondere aspecten van het bewijs bij handelsverrichtingen.
17
Het hoofdstuk over het faillissement vertrekt van de andere mogelijkheden om uit een financiële impasse te geraken. De wet voorziet immers dat het faillissement slechts een ultieme maatregel is. De actualiteit levert beslist materiaal om deze materie aanschouwelijk en levensecht te behandelen. Deel C – Sociale wetgeving
18
De hoofdprincipes van ons sociaal recht – bescherming, zekerheid, solidariteit en overleg – vormen de basis van dit leerplanonderdeel. Via heldere begripsomschrijvingen, concrete situatiebeschrijvingen en schematiseringen van structuren en organen worden de leerlingen vertrouwd gemaakt met de essentiële aspecten van de sociale wetgeving.
19
Hoewel de leerlingen een eerder technische materie moeten verwerken, kan dit leerplanonderdeel op een boeiende wijze ingevuld worden. De leraar zal variatie brengen in zijn didactische aanpak en de keuze van de werkvorm. Interesse, nieuwsgierigheid en motivering van de leerlingen worden aangescherpt door een praktijkgerichte benadering. De leraar moet erover waken niet voor alle problemen die de leerlingen uit hun familiale situatie aanbrengen onmiddellijk oplossingen te leveren. De problemen zijn soms complexer dan uit de voorstelling van de leerlingen blijkt en kunnen de leraar achteraf in verlegenheid brengen. Het is aan de leraar om de situatie juist in te schatten. Niemand verwacht van de leraar dat hij alles weet. Het is soms beter een antwoord in beraad te houden en een en ander eerst nog eens op te zoeken dan spontaan een onnauwkeurig of onjuist antwoord te formuleren. Het is pijnlijk om achteraf zijn ongelijk te moeten erkennen.
20
Gezien de evolutie in het vakdomein met zijn talrijke wetswijzigingen moeten de leerlingen vertrouwd gemaakt worden met de zelfwerkzaamheid, het actualiteitsprincipe en het zelfstandig leren. Het opzoeken en verzamelen van gegevens, die uiteraard ook bij toetsen en taken kunnen aangewend worden, behoren tot het handelingsrepertoire van de leerlingen. Tevens kunnen zij een documentatiemap met het nodige cijfermateriaal en actuele artikels aanleggen. Het opzoeken hoeft niet steeds via het internet te gebeuren, ook boeken, tijdschriften en kranten (mediatheek of bibliotheek, eventueel via teksten van de leraar, zijn collega’s of de leerlingen) en brochures bieden waardevolle mogelijkheden.
21
De collectieve arbeidsverhoudingen vormen het uitgangspunt van de lessen over onze sociale wetgeving. Leerlingen worden vertrouwd gemaakt met het overlegmodel, dat op de diverse niveaus gehanteerd wordt.
22
Het hoofdstuk over de arbeidsovereenkomst (AO), wordt de AO voor onbeperkte duur als voorbeeld genomen. Het is geenszins de bedoeling dat er een theoretische beschouwing gegeven wordt van dit rechtsonderdeel. Integendeel zal ook hier de praktijkgerichte aanpak op basis van concrete documenten de leerlingen beter motiveren. Alle mogelijkheden voor schorsing van de AO dienen uiteraard niet tot de parate kennis van de leerlingen te behoren. Zij zullen wel in staat zijn om te kunnen bepalen op basis van hun opzoekingen of een werknemer recht heeft op een bepaald verlof en in welke mate daar vergoedingen aan gekoppeld zijn.
23
In het hoofdstuk “reglementering van de arbeid”, ligt de klemtoon op het opzoeken en rapporteren.
49 Timing
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
24
De sociale zekerheid wordt niet tot in detail geanalyseerd en behandeld. De algemene organisatie en de sectoren worden bestudeerd. Als voorbeeld wordt één aspect van de sociale zekerheid uitgediept, namelijk de werkloosheidsvergoeding. Daarnaast verdient de wet op het bestaansminimum toch wel onze aandacht en deze van de leerlingen.
25
Er gaat ook aandacht naar de zelfstandige in functie van de realisatie van doelstellingen uit de SO 44 (attest bedrijfsbeheer). Deel D – Fiscale wetgeving
26
De praktijk haalt het ook hier op de theorie. Na enkele inleidende begrippen over belastingen in het algemeen wordt de fiscale wetgeving vooral praktisch benaderd.
27
De leraar kan voor de personenbelasting nuttig gebruik maken van de handleiding die jaarlijks bij het aangifteformulier van de personenbelasting gevoegd is. Voor de berekening van de personenbelasting en voor de simulaties zal hij gebruik maken van een specifiek softwarepakket.
28
Het is belangrijk dat de lessen leiden tot een beter begrip, inzicht en kritische (daarom niet negatieve) opstelling t.a.v. het domein van de fiscale wetgeving.
29
Belangstelling en betrokkenheid van de leerlingen kunnen versterkt worden door het stimuleren van hun zelfwerkzaamheid (bijv. het laten opzoeken van interessante artikels).
30
Er gaat ook aandacht naar de zelfstandige in functie van de realisatie van doelstellingen uit de SO 44 (attest bedrijfsbeheer).
31
Voor de BTW zal de leraar waar mogelijk de link leggen met boekhouden. Indien hij zelf geen titularis is van het vak boekhouden, zal hij overleggen met de betreffende collega.
32
De successierechten worden praktisch benaderd via toepassingen, waarbij de leerlingen de beschikking krijgen over de nodige tabellen of deze zelf eerst mogen opzoeken.
50 Timing
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
51
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN 1 Een uitgerust leslokaal met bord, prikbord of magneetbord, kast (voor en met documentatie en tijdschriften, documenten, naslagwerken en boeken) en een overheadprojector of beamer. Het lokaal wordt zodanig ‘aangekleed’ dat het geheel het uitzicht heeft van een ‘economische leeromgeving’. Daarnaast is er een leerboek, werkschrift of cursus. Er wordt gestreefd naar de aanwezigheid van computermateriaal in het vaklokaal. De leerlingen hebben alleszins toegang tot een informaticalokaal met internetaansluiting. Voor het uitvoeren van hun project beschikken de leerlingen over een lokaal waar ze hun goederen kunnen stockeren en hun activiteiten kunnen voorbereiden.
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
52
EVALUATIE De evaluatie dient te passen binnen het eigen evaluatiebeleid dat de school heeft uitgewerkt. Het staat de school vrij om te kiezen voor om het even welke vormen van evaluatie, zoals permanente evaluatie. Daarnaast zal de vakgroep afspraken maken en nakomen binnen de krijtlijnen van dit coherent evaluatiebeleid. Een goede evaluatie vertrekt vanuit de leerplandoelstellingen en sluit aan bij het voltrokken didactisch proces. De evaluatie zal vooral dienen om de leerlingen een spiegel voor te houden m.b.t. de mate waarin ze in staat zijn de leerplandoelstellingen te realiseren. Problemen met betrekking tot de leerinhouden en doelstellingen worden gedurende het schooljaar deskundig opgevolgd en geremedieerd. In aansluiting op het Pedagogisch Project wordt van de leerlingen verwacht dat zij de vermelde attitudes ontwikkelen en/of nastreven.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
53
BIBLIOGRAFIE De onderstaande bronnen zijn in hoofdzaak bedoeld als achtergrondinformatie voor de leraar. Bij gebruik in de klas dient de leraar er over te waken dat de informatie op het niveau van de leerlingen wordt aangeboden. Uitgeverijen www.deboeck.com
De Boeck
www.pelckmans.be
Pelckmans
www.woltersplantyn.be
Wolters Plantyn
www.kluwer.nl
Kluwer
www.denarend.be
Den Arend
Onderwijs www.ond.vlaanderen.be
Departement onderwijs
www.gemeenschapsonderwijs.be
Gemeenschapsonderwijs
www.ond.vlaanderen.be/edulex
Wetten, decreten en omzendbrieven voor het Vlaamse onderwijs
www.ond.vlaanderen.be/dbo
Dienst beroepsopleiding van het departement onderwijs
www.ond.vlaanderen.be/adiovwww
Automatisch documentatie- en informatiesysteem voor onderwijs in Vlaanderen
www.onderwijsinspectie.be
Onderwijsinspectie
www.vlor.be
Vlaamse Onderwijsraad
www.vl-leonardo.be
Europese projecten
www.viabo.be
Vlaams Instituut voor Advies in Bedrijfsbeheer en Opleiding
www.klasse.be
Tijdschrift klasse
Federale, Europese en Vlaamse overheid www.fgov.be
Portaalsite van de federale overheid
www.vlaanderen.be
Portaalsite van de Vlaamse overheid
www.fed-parl.be
Federaal parlement
www.vlaamsparlement.be
Vlaams parlement
www.staatsblad.be
Het Belgisch staatsblad
www.europa.eu.int
Europese Unie
www.europarl.eu.int
Europees parlement
Internationaal www.imf.org
IMF
www.worldbank.org
Wereldbank
www.oecd.org
OESO
www.ryckevelde.be
Internationaal vormings- en informatiecentrum
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Kranten en tijdschriften www.krantenkoppen.be
Artikels uit de belangrijkste kranten
www.destandaard.be
De Standaard
www.tijd.be
De Tijd
www.hbvl.be
Het Belang van Limburg
www.hln.be
Het Laatste Nieuws
www.gva.be
Gazet van Antwerpen
www.demorgen.be
De Morgen
www.hetvolk.be
Het Volk
www.nieuwsblad.be
Het Nieuwsblad
www.freemetro.be
Metro
www.knack.be
Knack
www.trends.be
Trends
www.trends.be/trendsopschool
Trends op school
www.test-aankoop.be
Testaankoop
www.vacature.com
Vacature
www.jobat.be
Jobat
www.econict.be
Didactisch tijdschrift
Bedrijfsleven, bedrijfseconomie en bedrijfsbeheer www.mineco.fgov.be
Ministerie van economische zaken
www.banvlaanderen.be
Business angels netwerk
www.ondernemen.vlaanderen.be
Ondernemend Vlaanderen
www.startersservice.be
Startersservice van UNIZO
www.unizo.be
UNIZO
www.vbo.be
VBO
www.lvz.be
Liberaal verbond voor zelfstandigen
www.voka.be
Vlaams netwerk van ondernemingen
www.kmobizz.be/
Portaalsite voor de ondernemer
www.dvo.be
De Vlaamse ondernemer
www.europages.com
Gids voor bedrijven
www.acv-csc.be
ACV
www.abvv.be
ABVV
www.aclbijv.be
ACLVB
www.marketing.pagina.nl
Portaalsite over marketing
http://marketing.startkabel.nl/
Portaalsite over marketing
www.stichtingmarketing.be
Stichting marketing
www.marketing-online.nl
Website over marketing
http://management.pagina.nl/
Portaalsite over management
www.pouseele.be
Actuele bedrijfsinformatie
54
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Verzekering, bank en beurs www.abb-bbijv.be
Belgische Vereniging van Banken
www.assuralia.be
Beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen
www.febelfin.be
Belgische federatie van financiewezen
www.bnb.be
Belgische Nationale Bank
www.ecb.int
Europese Centrale Bank
www.ethias.be
Ethias
www.kbc.be
KBC
www.fortis.be
Fortis
www.dexia.be
Dexia
www.ing.be
ING
www.axa.be
Axa
www.euronext.com
Euronext
Economie en ethiek www.dirkbarrez.be
Economie en ethiek
www.menscentraal.nl
Economie en ethiek
Sociaal recht www.inami.fgov.be
RIZIV
www.onprvp.fgov.be
Rijksdienst voor pensioenen
www.svmb.be
Sociaal zekerheidsfonds voor zelfstandigen
Economie www.meta.fgov.be
Ministerie van tewerkstelling en arbeid
www.mineco.fgov.be
Ministerie van economische zaken
http://ecodata.mineco.fgov.be/
Ecodata
www.statbel.fgov.be/
Nationaal instituut voor de statistiek
www.plan.be
Federaal planbureau
www.begroting.be
Ministerie van begroting
www.serv.be
SERV
www.vdab.be
VDAB
http://economie.pagina.nl
Portaalsite economie
http://www.xs4all.nl/~mkalk/economie.htm
Portaalsite economie
http://economie.2link.be/
Portaalsite economie
http://nu.nl/rubriek.jsp?n=99&c=30
Economische artikels
http://home.wanadoo.nl/econworld/index.ht Economische artikels m www.mesotten.be
Portaalsite voor economie
55
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) Burgerlijk – en handelsrecht http://www.cass.be/
Portaalsite van de rechtbanken
www.notaris.be
Belgisch notariaat
www.advocaat.be/
Orde van Vlaamse balies
www.just.fgov.be
Federale overheidsdienst justitie
www.gerechtsdeurwaarders.be
Nationale kamer van gerechtsdeurwaarders
Fiscaal recht www.fiscalcedities.be
Actuele bedrijfseconomische en fiscale informatie
www.fiscalnet.be
Actuele informatie over fiscaliteit
www.taxtoday.be
Actuele informatie over fiscaliteit
www.hamburg-mannheimer.be
Actuele informatie over fiscaliteit
www.dvv.be/taxweb
belastingprogramma
www.finform.fgov.be
Ministerie van financiën
www.taxup.com
Actuele informatie over fiscaliteit
Virtuele leeromgevingen www.openleerhuis.be
Digitale toepassingen voor economie
www.digikids.be
E-learning
www.smartbit.be
E-learning
www.digitaledidactiek.nl
E-learning
www.leerhof.be
Centrum voor levenslang leren
http://web.uvic.ca/hrd/hotpot/
Hot patatoes
Didactiek www.cito.nl
Instituut voor toetsontwikkeling
www.lweo.nl
Werkgroep economie-onderwijs
http://leraaren.start.be
Portaalsite voor leraren
http://www.docentenplein.nl/
Portaalsite voor leraren
http://klascement.net
Onderwijssite voor leraren
www.pienternet.be
Onderwijssite voor leraren
www.bin.be
Belgisch Instituut voor Normalisatie
http://www.o-twee.be/o2/attitude.asp
Sam-schaal
http://www.spelinfo.be/
Educatieve spelen
http://www.motherearth.org/bulletin/01_10/ Educatieve spelen gec.htm http://www.vecon.nl/software/lijst_software. Educatieve spelen html
56
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
57
Lerarenverenigingen www.vlew.be
VLEW
www.vecon.nl
VECON
www.vvl-onderwijs.be
VVL
Projecten www.vlaamse-jongeondernemingen.be
Vlaamse jonge ondernemingen
www.rys.be
Responsible young starters
www.vives-comito.be
Onderwijs en ondernemen
Tijdschriften Macro-Micro, Tijdschrift van de vereniging voor leraren in de economische wetenschappen Trends Op School Premium, Assuralia, Brussel Budget en Recht Test Aankoop
Bedrijfssimulaties Minionderneming, VLAJO, Kapeldreef 60, 3001 Heverlee, www.vlajo.org Ondersteuning voor micro-ondernemers in opleiding, www.omoo.be Actief ondernemen, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005 Jieha!, VLAJO, Kapeldreef 60, 3001 Heverlee, www.vlajo.org Bizzkidz, http://bkinschr.bitpresseducatie.nl/be/ Bizzgames, http://www.bizzgames.be/ Top Team Starters, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005 Teddytronic, http://www.kuleuven.ac.be/alo-etew/ttartikel.htm Bedrijfssimulatie ING, www.futuris.be Virtueel kantoor, www.fvisem.nl Virtueel kantoor, www.kantoorsimulatie.be Virtuele oefenfirma, www.cofep.be
Boeken Afstuderen in je eigen onderneming – Handleiding voor begeleidende leraren miniondernemingen, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2006. BELIÊN, V., e.a., Economix 5 – Bedrijfswetenschappen, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005. BELIËN, V., e.a., Economix 6 – Bedrijfswetenschappen, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005. BOUCKAERT, B., e.a., Beginselen van het handelsrecht, Uitgeverij Novum. BULCMANS, D., e.a., Economische Topper 5 – Bedrijfswetenschappen, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. CARTON, G., e.a., Voor eigen rekening – Bedrijfsbeheer 1, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005. CARTON, G., e.a., Voor eigen rekening – Bedrijfsbeheer 2, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005.
TSO – 3e graad – Specifiek gedeelte Boekhouden-informatica TV Toegepaste economie (1e jaar: 6 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
58
COOLS, C., e.a., Bedrijfseconomie en analytisch expolitatieboekhouden, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2000. COPPIETERS, A., e.a., Economie on Line – 1e jaar van de 3e graad, Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005. COPPIETERS, A., e.a., Economie on Line – 2e jaar van de 3e graad, Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005. DEBBAUT, D., Bedrijfsbeheer voor het beroepsonderwijs, Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005. DE TROYER, W., Bedrijfsbeheer, Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005. GOVAERTS, A., e.a., Praktisch basisboek bedrijfsbeheer, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. HERTVELDT, F., e.a., Wetgeving – Sociaal en fiscaal recht, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. HERTVELDT, F., e.a., Wetgeving – Sociaal recht, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. HOYE, T., e.a., Economische Topper 5 – Bedrijfswetenschappen, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. KELLENS, M., e.a., Vennootschapsboekhouden, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 1998. LEMMENS, G., e.a., Handelswijs 5, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2006. SMEKENS, K., e.a., Bedrijfsbeheer, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. VAN CAER, F., e.a., Handelswijs 6, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2004. VAN ROMPAEY, M., Burgerlijk - en handelsrecht, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. VAN ROMPAEY, M., Handelsrecht, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. VAN ROMPAEY, M., Wetgeving – Inleiding tot het recht en burgerlijk recht, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. VAN ROMPAEY, M., Wetgeving – Fiscaal recht, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2005. VERBERCKT, F., e.a., Bedrijfsbeheer, Uitgeverij De Boeck, Antwerpen, 2006.