Tussenrapportage programma Op één lijn
Tussenrapportage programma Op één lijn
mei 2012
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Colofon ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie Vooruitgang vraagt om onderzoek en ontwikkeling. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek én stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis – om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO. Voor meer informatie over het programma Op één lijn kunt u contact opnemen met het secretariaat via e-mail
[email protected] of telefoon 070 349 52 24.
Auteur: Annette Pietersen Datum: mei 2012 Oplagenummer: 1/05/2012/KD
ZonMw Laan van Nieuw Oost-Indië 334 Postbus 93245 2509 AE Den Haag Tel. 070 349 51 11 Fax 070 349 53 58 www.zonmw.nl
[email protected]
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Inhoud 1.
2.
3.
Inleiding ......................................................................................................................................... 3 1.1
Leeswijzer ................................................................................................................................. 3
1.2
Programmacommissie .............................................................................................................. 3
Aanleiding, uitgangspunten en doelstellingen Op één lijn ............................................................. 5 2.1
Achtergrond en opdracht .......................................................................................................... 5
2.2
Programmadoelen .................................................................................................................... 5
2.3
Budget ...................................................................................................................................... 6
Voorlopige inhoudelijke programmaresultaten .............................................................................. 7 3.1
Stimulering van organisatieontwikkeling: praktijkprojecten ...................................................... 7
3.2
Vergroten en bundelen van kennis over vormen, processen en effecten van organisatieontwikkeling ............................................................................................................ 9
3.3
Vertaling van kennis en ervaring in implementatieondersteuning .......................................... 11
3.4
Delen van programmaresultaten en -ervaringen met relevante stakeholders ....................... 12
3.5
Overige programma-activiteiten ............................................................................................. 14
4.
Financieel overzicht ..................................................................................................................... 15
5.
Voorlopige lessen en aandachtspunten ...................................................................................... 17
6.
5.1
Stimulering van organisatieontwikkeling: de eerste ervaringen in de praktijkprojecten ......... 17
5.2
Vergroten en bundelen van kennis over vormen, processen en effecten van organisatieontwikkeling .......................................................................................................... 21
5.3
Vertaling van kennis en ervaring en delen van ervaringen met stakeholders........................ 21
Beschouwing ............................................................................................................................... 23
Bijlagen Bijlage A
Overzicht gehonoreerde praktijkprojecten 2010-2012 (naar thema)............................... 24
1
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
1.
Inleiding
Het programma Op één lijn loopt van najaar 2009 tot eind 2013. Het is in mei 2012 tijd om de voorlopige balans op te maken. In deze rapportage wordt beschreven hoe de tussenresultaten zich verhouden tot de oorspronkelijke uitgangspunten en doelstellingen van het programma. Het geheel leidt tot een aantal beschouwingen over het succes van het programma tot nu toe en tot aandachtspunten voor zowel het programma als voor ZonMw en VWS.
1.1
Leeswijzer
Deze rapportage is ingedeeld in de vijf hoofdstukken. Hoofdstuk 2 bevat een samenvatting van de aanleiding, doel en uitgangspunten van het programma. In hoofdstuk 3 wordt beschreven welke projecten en activiteiten binnen het programma reeds gestart zijn en welke nog voorbereid worden. In hoofdstuk 4 wordt de financiële stand van zaken in beeld gebracht. Hoofdstuk 5 rondt af met de voorlopige lessen en aandachtspunten die de programmacommissie signaleert en een korte beschouwing.
1.2
Programmacommissie
De programmacommissie Op één lijn bestaat op dit moment uit Dhr. Hans Simons, voorzitter Mw. Joke Lanphen, vice-voorzitter Dhr. Wil van den Bosch Mw. Carla Dubbelman Mw. Miranda Laurant Mw. José Manshanden Dhr. Lex Maussart Mw. Aldien Poll Dhr. Guus Sikkema Dhr. Eric Veldboer Dhr. Frederik Vogelzang De betrokken waarnemers vanuit het ministerie van VWS zijn Mw. Elvira van Eijk, directie CZ Mw. Inge Rasser, directie LZ
3
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
2.
Aanleiding, uitgangspunten en doelstellingen Op één lijn
2.1
Achtergrond en opdracht
Het programma Op één lijn is in september 2009 van start gegaan na een periode van intensief vooroverleg met de VWS-directies Curatieve Zorg en Langdurende Zorg. Het programma is geïnspireerd op het in 2008 verschenen visiedocument ‘dynamische eerstelijnszorg’ en de brief ‘programmatische aanpak van chronische ziekten’. Een tweetal verkenningen van ZonMw met betrekking tot versterking van de eerstelijnszorg speelden een aanvullende rol. De opdracht van VWS aan ZonMw was om een implementatieprogramma te ontwikkelen dat zou bijdragen aan: samenhang en versterking van de eerstelijns organisatie; verbreding van het eerstelijns zorgaanbod met, vanuit een doelgroeporiëntatie, aandacht voor preventie, arbocuratieve zorg en de gemeentelijke taken in het kader van de Wmo en de WPG; ondernemerschap en innovatie. VWS heeft verder gevraagd om in het programma inhoudelijk in ieder geval aandacht te besteden aan diabetes, hartfalen, cardiovasculair risicomanagement, COPD, psychische aandoeningen, klachten aan het bewegingsapparaat en ouderen. Het programma Op één lijn is gebaseerd op de aanname dat er een relatie bestaat tussen organisatiestructuren, werkprocessen en uitkomsten van zorg. Verwacht wordt dat stevige organisatiestructuren positief bijdragen aan (borging van) kwaliteit en innovatie. Slim organiseren moet daarnaast een bijdrage leveren aan efficiënte benutting van zowel financiële middelen als arbeidscapaciteit.
2.2
Programmadoelen1
De opdracht van VWS is verwerkt tot een viertal programmadoelen. Het programma Op één lijn: 1. stimuleert organisatieontwikkeling in de eerstelijnszorg door ondersteuning van 80-100 praktijkprojecten; 2. vergroot en bundelt kennis over het proces van organisatieontwikkeling, over verschillende varianten in samenwerkingsstructuren en over het effect van georganiseerde samenwerking op cliënt, professie en efficiëntie; 3. vertaalt kennis en ervaring in toegankelijke informatie en bruikbare instrumenten voor implementatie voor zorgverleners en zorgorganisaties; 4. deelt de in het programma vergaarde kennis en ervaring met beleidsmakers en andere relevante stakeholders.
1
Ten behoeve van de leesbaarheid is de formulering van de programmadoelen aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke programmatekst. Inhoudelijk zijn de doelen ongewijzigd.
5
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
In de programmatekst is de samenhang tussen de programmaonderdelen gevisualiseerd
INVENTARISEREN & LEREN
VERDIEPEN VAN KENNIS
OPSCHALING IN ACTIE
ONDERSTEUNEN VAN SAMENWERKINGSVERBANDEN
INSTRUMENTEN VOOR OVERDRACHT & IMPLEMENTATIE
ONDERZOEK
2
BORGEN & AFRONDEN
‘opwarmen’ van het veld
subsidies voor samenwerkingsprojecten inventariseren successen en mislukkingen
begeleidend actie-onderzoek ontwikkelen businesscases
informatieve producten implementatietools
opsporen succesen faalfactoren bij implementatie
adviserende ondersteuning
opstellen onderzoeksagenda
2009
bundelen en overdragen van programmaresultaten
onderzoek
2010
2011
2012
2013
Figuur 2.1 Visualisatie programma Op één lijn
2.3
Budget
Het programma heeft een budget van € 16.625.000* (binnen de reguliere programmamiddelen van ZonMw). Het programmabudget is op de volgende manier bestemd: Tabel 2.1 Budgetverdeling
Ondersteuning van praktijkprojecten Kennisontwikkeling (wetenschappelijk onderzoek) Informatie en implementatie-instrumenten voor zorgverleners / delen van kennis met beleidsmakers en andere stakeholders
€ €
9.000.000 4.000.000
€
2.875.000
Programmakosten (communicatie, commissie, evaluatie, algemene kosten)
€
450.000
Evaluatiecommissie Integrale Bekostiging**
€
300.000
Totaal
€ 16.625.000
*Het oorspronkelijke programmabudget was € 18.650.000. Hierop is in 2011 door VWS een korting toegepast van € 2.025.000. **Het werk van de Evaluatiecommissie Integrale Bekostiging maakt geen onderdeel uit van het programma, maar wordt wel uit het programmabudget bekostigd.
2
Let wel: bij de fasering in dit overzicht werd nog uitgegaan van een start medio 2009
6
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
3.
Voorlopige inhoudelijke programmaresultaten
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het aantal en de aard van de projecten en activiteiten die binnen het programma van start zijn gegaan. Als kader worden de programmadoelen gebruikt.
3.1
Stimulering van organisatieontwikkeling: praktijkprojecten 3
Een drietal open subsidierondes heeft geresulteerd in een totaal van 65-67 projecten.In 2010-2011 zijn 50 praktijkprojecten van start gegaan. In het voorjaar van 2012 komen daar nog eens 15-17 projecten bij. De belangstelling voor de subsidierondes was groot, mede door een publiciteitscampagne in samenwerking met de ROS'en. De commissie heeft veel werk verzet door uit maar liefst 467 projectideeën eerst 117 ideeën te selecteren die in aanmerking kwamen voor verdere uitwerking. De 115 daadwerkelijk ingediende subsidieaanvragen zijn beoordeeld door referenten en commissie, waarna nogmaals streng geselecteerd werd. Bij de beoordeling van de projectvoorstellen is gelet op de kwaliteit van de uitwerking, op de relevantie van het project voor de programma-doelstellingen en vooral ook op de kans dat de projectresultaten te borgen zijn voor de langere termijn. Beoordelingscriteria Om in aanmerking te komen voor honorering binnen Op één lijn moet een project (grotendeels) voldoen aan de volgende criteria: Het project richt zich op het (door)ontwikkelen van een organisatievorm voor multidisciplinaire samenwerking in de zorg dicht bij huis. Het gaat hierbij om de organisatieprocessen en –vormen tussen zorgverleners, niet om de inhoud of logistiek van de patiëntenzorg. De organisatieontwikkeling in het project draagt bij aan winst op belangrijke aspecten van zorg als kwaliteit, toegankelijkheid, service, doelmatigheid en transparantie. De programmacommissie verwacht van indieners dat zij zorginhoudelijke doelen, bestuurlijke en bedrijfsmatige overwegingen passend op elkaar afstemmen. Het project richt zich op samenhang in zorg in wijk, dorp of regio. Analyse van de patiëntendoelgroep en bijbehorende behoeften en wensen moet deel uitmaken van het project. Factoren voor analyse zijn bijvoorbeeld leeftijdsopbouw, sociaaleconomische kenmerken en epidemiologie van de patiëntenpopulatie in het verzorgingsgebied. De keuze voor de projectdoelen worden aan de hand van deze analytische informatie gemotiveerd. Op welke manier burgers en patiënten profiteren van de opbrengsten van het project wordt expliciet gemaakt. De projectgroep wordt multidisciplinair samengesteld. Aanvragers motiveren de keuze voor de betrokken disciplines/partijen. De relevante zorgverleners/partijen worden bij het project betrokken. In het project is aandacht voor de rol die verschillende achtergronden en competenties spelen bij succesvol samenwerken. Alle projectpartners dienen een commitmentverklaring te ondertekenen. Het project is gericht op een duurzame organisatiestructuur die kan voortbestaan na afloop van de projectperiode. Een stevig draagvlak, een gezamenlijke visie en verkenning van financieringsmogelijkheden voor lange termijn (zowel voor de te leveren zorg als voor coördinatiekosten) zijn daarbij essentieel. De inzet op borging van resultaten moet herkenbaar zijn in het projectidee en in de uitgewerkte aanvraag. Aan definitieve garanties mag tijdens de uitvoering van het project nog worden gewerkt. Van indieners wordt verwacht dat zij de relevante reguliere zorgfinanciers (zorgverzekeraars en/of gemeenten) in een vroeg stadium bij het project betrekken. Patiënten of patiëntvertegenwoordigers worden zodanig betrokken bij het project dat zij daadwerkelijk een relevante bijdrage kunnen leveren en invloed kunnen uitoefenen op de vormgeving van zorg. Aandacht voor governance-aspecten maakt onderdeel uit van het project. Het project levert nieuwe kennis op over (deelaspecten van) organisatiestructuren in de zorg dichtbij huis. 3
Over een tweetal projecten uit de 3e subsidieronde is nog geen definitief besluit genomen.
7
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Projectvoorstellen konden worden ingediend door (startende) organisaties van eerstelijns zorgverleners met relevante partners (bijvoorbeeld GGD, thuiszorg, ouderenzorg, welzijnsorganisaties, arbeidsgezondheidsdiensten, tweede lijn). Aan minder ervaren indieners werd geadviseerd experts of adviseurs bij de aanvraag te betrekken. Hiervoor was een (bescheiden) ‘voorloopsubsidie’ beschikbaar. De subsidiegelden mogen alleen worden besteed aan projectwerkzaamheden. Voor de zorgverlening moeten reguliere middelen beschikbaar zijn. Inhoudelijke verrassingen en tegenvallers Op de inhoudelijk door VWS meegegeven aandachtspunten waren er mee- en tegenvallende resultaten. Aandacht voor chronische ziekten en ouderen was er in de ingediende projecten voldoende. Het onderwerp ‘klachten aan het bewegingsapparaat’ blijkt in de praktijk niet erg te leven. Op dit thema werden slechts tien projectideeën ingediend, resulterend in slechts één gehonoreerd project. Op gebied van psychische stoornissen zijn er vooral projecten ingediend die gericht zijn op inzet bij lichte, psychosociale klachten. Een positieve verrassing was daarbij het aantal projecten waarin een verbinding wordt gelegd tussen preventie, welzijn en zorg. Aandacht voor de verbinding tussen eerste lijn en arbeidsgeneeskundige zorg is er in het veld wel, maar een tweetal subsidiecriteria stonden honorering in de weg. Voor arbeidsgeneeskundige zorg in de eerste lijn is geen reguliere financiering beschikbaar. De kans dat projectresultaten geborgd kunnen worden is daardoor zeer klein. De commissie heeft vastgehouden aan de subsidiecriteria en daarom verschillende projectideeën op dit thema afgewezen. Projectfinanciering is geen oplossing voor het verbeteren van verbindingen tussen arbeidsgeneeskundige zorg en eerstelijnszorg. Onverwacht waren de projectideeën voor betere organisatie van zorg rond zwangerschap en geboorte. De actualiteit van het rapport van de Stuurgroep zwangerschap en geboorte ten tijde van eerste subsidieoproep speelde daarbij waarschijnlijk een rol. Tabel 3.1 Themaverdeling projecten Inhoudelijk thema
Aantal
Verbinding preventie-welzijn-zorg
17-18
Ouderen
15-16
Lokale samenwerking
12-13
Chronische ziekten
11
Focusprojecten*
6
Zwangerschap en geboorte
3
GGZ Totaal
1 65-67
*Focusprojecten zijn projecten die zich richten op een specifiek deelaspect van organisatieontwikkeling, bijvoorbeeld ICT of patiëntenparticipatie
Landelijke spreiding De gehonoreerde projecten zijn redelijk verdeeld over Nederland (zie figuur 3.1). Een aantal steden/regio’s lijken bovengemiddeld actief: regio Nijmegen, Utrecht, Amsterdam, Zwolle, Den Haag. Dit beeld lijkt ook in de andere ZonMw-programma’s rond Zorg in de Buurt op te treden. Hierop volgt nog nadere analyse, vooral op de vraag of er tussen de verschillende projecten al dan niet zinvolle verbindingen bestaan. Een aantal regio’s, met name Groningen, Zeeland, NoordHolland, Flevoland, heeft weinig tot geen projectactiviteit. Het vermoeden bestaat dat deze regio’s (m.u.v. Flevoland) enigszins achterlopen op gebied van organisatieontwikkeling. De programmacommissie heeft daar (nog) geen gericht onderzoek naar gedaan, maar de ervaring in Op één lijn lijkt aan te sluiten bij gelijksoortige ervaringen van verzekeraars.
8
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Figuur 3.1 Landelijke spreiding van Op één lijn projecten
In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van gehonoreerde projecten naar inhoudelijk thema, met een heel korte karakterisering van elk project. In hoofdstuk 5 leest u meer over de indruk die de beoordeling van projectideeën en subsidieaanvragen heeft achtergelaten bij de programmacommissie en over de voortgang van de lopende projecten.
3.2
Vergroten en bundelen van kennis over vormen, processen en effecten van organisatieontwikkeling
Binnen Op één lijn wordt gewerkt aan het vergroten van wetenschappelijk inzicht in organisatieontwikkeling in de eerstelijnszorg door het volgen van alle gehonoreerde projecten en door het uitzetten van onderzoeksopdrachten op specifieke thema’s. Begeleidend onderzoek bij praktijkprojecten: SMOEL
Figuur 3.2 Onderzoeksopzet Samenwerkings Monitor Eerste Lijn (SMOEL)
Alle praktijkprojecten worden gevolgd door een begeleidend onderzoek met een dubbele doelstelling. Het onderzoek moet algemene lessen genereren over organisatievormen voor 9
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
samenwerking, de ontwikkelprocessen voor deze organisatievormen (met succes- en faalfactoren) en de effecten op cliënten, professies en efficiëntie. De onderzoekers hebben echter ook de opdracht gekregen de projecten kortcyclisch te voorzien van feedback. Een goede invulling van een dergelijke complexe onderzoeksvraag vereist een bundeling van expertise. Voor het onderzoek Samenwerkings Monitor Op Een Lijn (SMOEL) is dan ook een uniek consortium tot stand gekomen bestaande uit het Nivel, Research voor Beleid, iBMG en Jan van Es Instituut. De onderzoekspartners bevragen zowel de betrokken projectleden als samenwerkingspartners en patiënten. Hiervoor worden enquêtes en interviews gebruikt. Enkele projecten worden zeer diepgaand gevolgd als kwalitatieve casestudy. Zo hopen we niet alleen inzicht te krijgen in wat er zich aan de oppervlakte van projecten afspeelt, maar vooral ook in de wijze waarop subjectiviteit, gedrag en interpersoonlijke relaties het succes van projecten in deze sector van de gezondheidszorg beïnvloeden. Figuur 2.2 geeft de structuur van het begeleidend onderzoek weer. Meer informatie over het onderzoek vindt u op www.smoel.org. Het onderzoeksconsortium rapporteert halfjaarlijks aan de programmacommissie. In hoofdstuk 5 zijn de eerste bevindingen verwerkt. Aanvullend wetenschappelijk onderzoek Al voor de start van het programma is een opdracht uitgezet bij ZorgConsult (Robbert Huijsman) om mogelijke onderzoeksthema’s voor het programma te definiëren. Het resultaat was een uitgebreide lijst met onderwerpen die aandacht zouden kunnen krijgen. Niet voor alle gesuggereerde onderwerpen leek wetenschappelijk onderzoek de meest geëigende aanpak. De commissie heeft uit de lijst vijf thema’s gekozen die zij het meest relevant vond voor wetenschappelijk onderzoek. Enkele andere onderwerpen zijn genoteerd als aandachtspunten voor andere programmaonderdelen. Vanwege de opgelegde budgetkorting is het aantal onderzoeksthema’s teruggebracht tot vier: 1. 2. 3. 4.
Competenties en interpersoonlijke factoren in relatie tot multidisciplinaire samenwerking. De rol van patiënten bij vormgeving van brede eerstelijnszorg. De effecten/meerwaarde van samenwerking. Doorvoering van de public health oriëntatie.
Op deze thema’s zijn tot nu toe de volgende stappen gezet: Thema 1: Competenties en interpersoonlijke factoren in relatie tot multidisciplinaire samenwerking De programmacommissie heeft door IQ healthcare een literatuurreview laten uitvoeren op het thema 'zachte factoren bij samenwerking'. IQ heeft de opdracht geconcretiseerd tot vijf deelthema’s: cultuur in organisaties, samenstelling en functioneren van teams, leiderschap, samenwerkingscompetenties van zorgverleners en het functioneren van sociale netwerken. De commissie beraadt zich nog op verdere onderzoeksopdrachten. In dit beraad wil zij ook de resultaten meenemen van de inventarisatie van beschikbaar en gewenst implementatieinstrumentarium (zie 3.3). Dat betekent dat hierover pas na de zomer van 2012 besloten kan worden. Thema 2: De rol van patiënten bij vormgeving van brede eerstelijnszorg Voor dit thema hebben de NPCF en Zorgbelang een project 'Gebiedsgerichte eerstelijnszorg vanuit patiëntenperspectief' ontwikkeld dat ligt op het raakvlak tussen toegepast onderzoek en 4 implementatie. In dit project wordt onderzocht hoe beschikbare instrumenten als de VAAM en Door 5 Cliënten Bekeken ten dienste kunnen worden gebracht van populatiegerichte inrichting van de zorg, hoe cliënten daar een actievere rol in kunnen spelen en hoe de kwaliteit van deze patiëntparticipatie verhoogd kan worden. Via drie regionale pilots wordt input verzameld voor een breed toepasbare 4 5
Vraag en Aanbod Analyse Monitor, zie www.nivel.nl/vaam DCB is een project van de NPCF i.s.m. Argo, Zie www.argo-rug.nl/html/dcb_door_clienten_bekeken.php
10
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
werkwijze. De drie pilots zijn zo gekozen dat er ook samengewerkt wordt met drie verschillende verzekeraars: Menzis, De Friesland en UVIT. Thema 3: De effecten/meerwaarde van samenwerking De aanname dat multidisciplinaire samenwerking of geïntegreerde zorg leidt tot betere uitkomsten voor de patiënt en tot efficiënte benutting van beschikbare middelen wordt door veel partijen gedeeld. Wetenschappelijk bewijs daarvoor is er echter niet of nauwelijks, niet in de laatste plaats vanwege de methodologische complexiteit van dergelijk onderzoek. Het Nivel, RIVM en Jan van Es Instituut hebben in 2011 een onderzoeksvoorstel op dit thema ontwikkeld en dit voor financiering voorgelegd aan de programmacommissie Op één lijn, ZN en het ROS-netwerk. De beoordelingsprocedure voor het onderzoeksvoorstel loopt. De drie beoogde financiers werken daarbij samen. Thema 4: Doorvoering van de public health oriëntatie Dit thema staat niet alleen op de agenda in het programma Op één lijn, maar ook in het ZonMwprogramma Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid (AWPG). In 2011 is vanuit AWPG een verkenning bekostigd van het thema. In april 2012 is een gezamenlijke subsidieronde opengesteld waarin academische werkplaatsen en eerstelijns organisaties gezamenlijk projectvoorstellen kunnen indienen voor het werken aan wijk/populatie-analyses en een daaruit voortvloeiende visie op verbinding van het werk van de twee domeinen. In het laatste kwartaal van 2012 zullen maximaal zes projecten van start gaan.
3.3
Vertaling van kennis en ervaring in implementatieondersteuning
In dit programmaonderdeel staat de vraag centraal hoe goede initiatieven kunnen worden opgeschaald. In eerdere verbeterprogramma’s heeft ZonMw geleerd dat het publiceren van informatie over goede voorbeelden onvoldoende is om opschaling tot stand te brengen. Ook is duidelijk geworden dat de verwachting dat best practices elders eenvoudig gekopieerd zullen worden een illusie is. Elk nieuwe setting moet zijn eigen ontwikkelingsproces doormaken. Daarbij is wel behoefte aan bruikbare, op de situatie toegesneden informatie en aan passende advisering en/of ondersteuning met modellen of andersoortige hulpmiddelen. Op één lijn zet daarom in op het verkennen van het reeds beschikbare instrumentarium en de behoeften van het veld. Daarin wordt de samenwerking gezocht met de partijen die op dit gebied al actief zijn. Waar behoefte is aan nieuwe instrumenten kunnen ontwikkelopdrachten uitgezet worden. Overigens zullen ook de praktijkprojecten een groot aantal praktische producten opleveren, zoals voorbeelden van individuele zorgplannen, implementatiehandleidingen voor zorgprogramma’s e.d. Inventarisatie vraag en aanbod In maart 2012 is, na verschillende rondes van vooroverleg, aan het ROS-netwerk een opdracht verstrekt om te inventariseren welk instrumentarium voor ondersteuning van organisatieontwikkeling op dit moment beschikbaar is voor het veld. Daarbij wordt niet alleen het aanbod van ROS’en zelf in beeld gebracht, maar ook van adviseurs, kennisinstituten en andere relevante aanbieders. De ROS’en werken bij het uitvoeren van de opdracht samen met het Jan van Es Instituut. Naast de inventarisatie zal ook onderzoek gedaan worden naar de behoeften van het veld aan ondersteuning. Daarmee krijgt de commissie inzicht in de match van vraag en aanbod. Op basis van deze inzichten zal ingezet worden op vergroten van de vindbaarheid van relevante instrumenten en/of kan opdracht gegeven worden tot ontwikkeling van aanvullend instrumentarium. De term instrumentarium wordt daarbij breed opgevat. Het kan gaan om de technische instrumenten, maar evengoed om opleidings- of adviesaanbod. De programmacommissie kent de LOVE-website www.samenwerkeneerstelijnszorg.nl. Indien mogelijk zullen Op één lijn resultaten ingebracht worden in deze website. Andere opties worden overigens open gehouden.
11
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Businesscasetool Vooruitlopend op de brede inventarisatie zijn al een tweetal ontwikkelprojecten opgestart. Al snel na de start van het programma is via een subsidieronde aan TNO een project gegund om een instrument te ontwikkelen ter ondersteuning van het maken van businesscases bij vernieuwing in de eerste lijn. Praktische bruikbaarheid moest bij het ontwerp voorop staan. Bij de ontwikkeling is door TNO gebruik gemaakt van de praktijkkennis van vrijgevestigde adviseurs en van de ROS’en. Het instrument is in januari 2012 opgeleverd en vrij te gebruiken via www.businesscase-eerstelijn.nl.
Figuur 3.3 Screenshot businesscasetool
Op dit moment wordt aan de hand van reacties uit het veld beoordeeld op welke manier het gebruik van het instrument gestimuleerd en ondersteund kan worden. Daarbij wordt een link gelegd met een aanpak voor businessmodelling, die TNO ontwikkelde in het kader van een Branche Innovatie Contract met de LVG. Bedrijfsbezoeken In 2012 wordt een pilot opgestart met het organiseren van bedrijfsbezoeken bij organisaties die voorop lopen met vernieuwing. Zekere deelnemers aan dit traject zijn het inloopcentrum in Schiedam, het academisch gezondheidscentrum Thermion en zorggroep Syntein. Met een vierde locatie wordt overlegd. Het idee bij deze bedrijfsbezoeken is dat deelnemers een echt kijkje achter de schermen van vernieuwing kunnen krijgen (voorbij de succesverhalen die op congressen vaak te horen zijn) en hun vragen kunnen stellen aan ‘peers’. Een huisarts krijgt de beste antwoorden op zijn vragen van een andere huisarts, een fysiotherapeut van een andere fysiotherapeut en een manager van een andere manager. In de opzet van de pilot wordt toegewerkt naar een systeem dat ook los van financiële ondersteuning uit een subsidieprogramma levensvatbaar is. Als de bedrijfsbezoeken succesvol zijn wordt het aantal gastlocaties uitgebreid.
3.4
Delen van programmaresultaten en -ervaringen met relevante stakeholders
In de opzet van het programma Op één lijn is veel aandacht voor het delen van kennis en ervaring, niet alleen met zorgverleners, maar vooral ook met partijen die het speelveld mede bepalen. De programmacommissie onderscheidt de volgende relevante groepen: beleidsmakers, financiers, adviseurs, onderzoekers en kennisinstituten, beroeps- en brancheorganisaties en patiëntenorganisaties. Omdat adviseurs, onderzoekers en kennisinstituten ook een rol spelen in andere programmaonderdelen is in dit programmaonderdeel vooral aandacht voor verzekeraars, gemeenten, VWS, beroeps- en brancheverenigingen en patiëntenorganisaties. In 2012-2013 worden de beroepsopleidingen als aandachtsgroep toegevoegd. 12
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Verzekeraars ZonMw en de programmacommissie Op één lijn zijn zich er sterk van bewust dat de verzekeraars een belangrijke rol spelen bij de borging van projectresultaten. In de subsidiecriteria is daarom aandacht gevraagd voor contacten met de verzekeraars. Er zijn commissieleden aangezocht vanuit de wereld van de zorgverzekeraars en vanuit het ZonMw-bureau is er regelmatig contact met de coördinator modernisering eerstelijnszorg bij ZN. Door opname van overleg met verzekeraars als selectiecriterium heeft ZonMw redelijk goed in beeld welke verzekeraar bij welk project betrokken is. Bij een aantal projecten zit een vertegenwoordiger van de verzekeraar in de projectgroep, soms worden verzekeraars in de projecttekst genoemd, soms hebben verzekeraars de vereiste commitmentverklaring mede ondertekend. In het tweede kwartaal van 2012 zal een verkennend onderzoek gedaan worden naar de motivatie van verzekeraars voor betrokkenheid bij projecten en wat dat betekent voor de kansen op langere termijn. Daarover zijn tot nu toe verschillende signalen te beluisteren. Verder wordt op dit moment verkend wat geëigende manieren zijn om kennis en ervaring uit het programma met verzekeraars te delen. Dat is overigens een onderwerp dat ZonMw-breed op de agenda staat. Gezien het belang van de verzekeraars voor meerdere ZonMw-programma’s is enige coördinatie van de contacten gewenst. Gemeenten Hoewel gemeenten een rol spelen in verschillende projecten en ook in de programmacommissie gemeentelijke en GGD-expertise vertegenwoordigd is, is de manier waarop vanuit het programma kennis gedeeld kan worden met gemeenten nog beperkt geconcretiseerd. Deels is dit omdat ZonMw verkent hoe vanuit een combinatie van programma’s communicatie en implementatie-inzet kan bundelen (zie hieronder). Daarbij is het logisch dat vanuit het programma Gezonde Slagkracht het voortouw genomen wordt richting gemeenten. Ook in 2011 is op voorlichtingsbijeenkomsten voor wethouders over het voor hen relevante werk van ZonMw al informatie over Op één lijn verwerkt. VWS Vanuit het programma Op één lijn wordt nauw contact onderhouden met de directie Curatieve Zorg. De waarnemer vanuit de directie Langdurende Zorg krijgt de vergaderstukken maar volgt het programma wat meer van een afstand. Naast deze programmagebonden contacten zet ZonMw ook in op het combineren van kennis en ervaring vanuit de verschillende programma’s rond Zorg en ondersteuning in de buurt. Deze programma’s zijn bij ZonMw over verschillende teams en bij VWS over verschillende directies verdeeld. Dit betekent dat we voor het delen van inzichten met elkaar nieuwe werkwijzen moeten ontwikkelen. Dit is aan beide zijden een uitdagend traject, waarin tot nu toe positief en constructief stappen worden gezet. Meer uitleg leest u hieronder. Beroeps- en brancheverenigingen ZonMw neemt deel aan het Landelijk Overleg Versterking Eerstelijn (LOVE). Via dit overleg wordt de voortgang van het programma gedeeld en wordt feedback gevraagd. Waar mogelijk worden de kanalen van beroeps- en brancheorganisaties benut voor het delen van kennis en ervaringen uit projecten. Patiënten(organisaties) Een bijzondere groep stakeholders zijn patiënten(organisaties). Zij kunnen gevoed worden met kennis en ervaring uit het programma, maar nog belangrijker is dat behoeften en wensen van zorggebruikers een rol spelen in de vormgeving van samenwerking en bijbehorende organisatiestructuren. Het programma Op één lijn werkt aan aandacht voor het patiëntperspectief door vertegenwoordiging van de NPCF in de programmacommissie en door in de selectiecriteria voor de praktijkprojecten aandacht voor het patiëntperspectief op te nemen. In het eerder genoemde project van NPCF en Zorgbelang worden methoden ontwikkeld om het werken vanuit het patiëntperspectief in de praktijk verder kwalitatief te verbeteren.
13
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Samenwerkingsverband Zorg en ondersteuning in de buurt In deze tussenrapportage zijn al verschillende ZonMw-programma’s genoemd die raken aan het programma Op één lijn. In totaal zijn er zeven programma’s die gericht zijn op wat in het afgelopen jaar Zorg en ondersteuning in de buurt is gaan heten. Naast Op één lijn zijn dit: Diseasemanagement Chronische Ziekten (DMCZ), Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO), Zichtbare Schakel, Gezonde Slagkracht, Preventiekracht dicht bij huis en Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid (AWPG). Het programma Patiëntparticipatie in onderzoek, kwaliteit en beleid is een achtste programma met raakvlakken. De zeven programma’s rond Zorg in de Buurt hebben allemaal een opdracht om verspreiding en implementatie van goede projectresultaten te bevorderen. Binnen ZonMw wordt verkend hoe de verschillende programma’s hierbij kunnen samenwerken, zodat de begrijpelijkheid en toepasbaarheid van resultaten voor het veld wordt bevorderd. Een complicerende factor is dat de programma’s voortkomen uit verschillende beleidstheorieën en dat de faseringen van de programma’s verschillend is. Niettemin zijn de betrokken programmamedewerkers erin geslaagd uit de ervaringen in verschillende programma’s (waarbij ook eerdere ZonMw-programma’s als Sneller Beter, Zorg voor Beter en Beter Voorkomen zijn meegenomen) een aantal generieke lessen te destilleren. Een ander inzicht dat in overleg met de verschillende commissievoorzitters is gegroeid, is dat de resultaten uit de verschillende programma’s alleen door het veld geabsorbeerd kunnen worden als daar netwerken ontstaan die de verschillende ontwikkelingen in preventie, curatie en ouderenzorg met elkaar kunnen verbinden. ZonMw heeft dit inzicht inmiddels gedeeld met VWS en voorgesteld om de lessen, gekoppeld aan het nieuwe VWS-beleid rond Zorg in de Buurt, ook met vertegenwoordigers van de relevante veldpartijen, waaronder ook de hierboven genoemde stakeholders, te bespreken op een werkconferentie in juni 2012. Deze werkconferentie moet duidelijker maken of de lessen breed herkend worden, of er interesse en bereidheid is om aan bredere (implementatie)netwerken te gaan werken en hoe ZonMw en VWS hierbij kunnen ondersteunen. Aan de hand van de resultaten van de werkconferentie kunnen vervolgstappen gezet worden. Een veelbelovend voorbeeld van een dergelijk netwerk bestaat overigens al in Nijmegen en omgeving onder leiding van de hoogleraren Chris van Weel en Koos van der Velden. Dit initiatief wordt door ZonMw gevolgd. Met het LOVE is afgesproken om de jaarlijkse strategiedag van het LOVE in 2012 aan dezelfde thematiek te wijden.
3.5
Overige programma-activiteiten
‘Opwarmen’ van het veld Bij de start van het programma Op één lijn was niet helemaal zeker of ZonMw voldoende bekend was bij eerstelijns zorgverleners om hen zonder meer met een subsidieronde te kunnen bereiken. Om het programma bij de doelgroep bekend te maken is daarom de samenwerking met de ROS’en gezocht. In hoog tempo hebben de ROS’en meer dan twintig voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd, veelal aan het eind van de dag of in de avonduren, waar ZonMw-ers of de landelijke ROS-projectleider de doelen van het programma en de werkwijze bij de subsidierondes konden uitleggen. De bijeenkomsten werden zeer goed bezocht. Communicatie Het programma Op één lijn publiceert in elk nummer van De Eerstelijns. De vakbladen van de verschillende beroepsgroepen zijn vooral geïnteresseerd in het publiceren van project- of onderzoeksresultaten. Daarvoor komen in de loop van 2012 steeds meer kansen. In enkele bladen zijn door initiatieven van projectleiders al artikelen gepubliceerd. Daarbij is helaas niet altijd de relatie met het programma vermeld. Nieuwsberichten uit het programma duiken regelmatig op in digitale media. Het programma Op één lijn presenteert zich op relevante congressen in Nederland. Internationaal is vooral het congres van het European Forum for Primary Care relevant.
14
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
4.
Financieel overzicht
Het programma volgt in grote lijnen het geplande uitgavenpatroon. De projectsubsidies zijn iets eerder verstrekt dan oorspronkelijk gepland. De uitgaven voor kennisontwikkeling en implementatie zijn later dan gepland op gang gekomen. Een belangrijke afwijking van de planning vormt het totale aantal praktijkprojecten van 66-67, waar er 80-100 gepland waren. De commissie beraadt zich op de besteding van de laatste middelen (zie ook hoofdstuk 6). Tabel 5.1 Bestedingsoverzicht
Ondersteuning van praktijkprojecten Besteed t/m april 2012 Reeds bestemd 2012-2013 Nader in te vullen
€ 9.000.000 € 7.050.000 € 450.000
Kennisontwikkeling Besteed t/m april 2012 Reeds bestemd 2012-2013 Nader in te vullen
€ 4.000.000 € 2.433.000 € 850.000
Implementatie-instrumenten / delen met stakeholders Besteed t/m april 2012 Reeds bestemd 2012-2103 Nader in te vullen
€ 2.875.000 € 265.000 € 150.000
Programmakosten Besteed t/m april 2012 Reeds bestemd 2012-2013 Nader in te vullen
€ € €
Evaluatiecommissie Integrale Bekostiging
€
300.000
NB
Totaal
€ 16.625.000
€ 4.677.000
€ 1.500.000
€
717.000
€ 2.460.000 450.000 205.000 245.000 €
0
15
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
5.
Voorlopige lessen en aandachtspunten
In dit hoofdstuk worden voorlopige lessen gedeeld. Bij de formulering van deze lessen is zowel gebruik gemaakt van de indrukken van de commissie en het ZonMw-bureau als van het werk van het SMOEL-onderzoeksconsortium. De paragraafindeling volgt opnieuw de vier programmadoelstellingen.
5.1
Stimulering van organisatieontwikkeling: de eerste ervaringen in de praktijkprojecten
De enorme belangstelling voor de subsidierondes van het programma indiceren dat de eerste lijn geïnteresseerd is in vernieuwing. Dat er ondanks het grote aantal projectideeën slechts 64-68 projecten van start zijn gegaan in plaats van de geplande 80-100 geeft aan dat organisatieontwikkeling in de eerstelijnszorg een lastig onderwerp is. In de eerste twee jaar van het programma hebben we de in het beoordelingsproces, het begeleidend onderzoek en de eerste voortgangsrapportages van de projecten al het nodige geobserveerd. De observaties zijn soms te onderbouwen op basis van tellingen. In een aantal gevallen zijn het vooral indrukken die door onderzoek verder bevestigd moeten worden. Organisatie: een verwarrend begrip Bij de eerste subsidieronde van het programma spraken we in de oproeptekst zowel over organisatiestructuren als over samenwerking. Ook werden de inhoudelijke doelgroepen benoemd. Ondanks de uitleg over de doelen van het programma op de voorlichtingsbijeenkomsten waren veel van de ingediende projectideeën gericht op de inhoudelijke ontwikkeling van zorgprogramma’s. Zorgverleners denken bij de term organisatie aan werkafspraken en niet of veel minder aan bestuurlijke structuren. Zelfs bij persoonlijk telefonisch contact bleek het soms moeilijk om uit te leggen dat wij met organisatiestructuren iets anders bedoelen dan het ontwerp van werkprocessen. Bij de tweede en derde subsidieronde zijn de oproepteksten aangepast en is de misvatting minder geworden. Verdwenen is zij echter niet. Waar we in het programma last van hebben ondervonden zijn de drie betekenissen van organisatie 6 zoals door Keuning en Eppink beschreven in hun standaardwerk over management en organisatie. Wanneer we spreken over organisaties bedoelen we de organisatie in institutionele zin: een concreet waarneembaar geheel van mensen zoals gezondheidscentra of zorggroepen. Daarnaast spreken we van de organisatie van de organisatie. Dit is organisatie in instrumentele zin. Hierbij gaat het over de organisatiestructuur of bepaalde aspecten daarvan: arbeidsverdeling, coördinatie, beslissingsbevoegdheden, het beleid, de planning etc. Als we spreken over de organisatie van een bepaald proces of bepaalde activiteiten dan gebruiken we organisatie in functionele zin. In de terminologie van Keuning en Eppink is het programma Op één lijn gericht op organisatieontwikkeling in institutionele en instrumentele zin (als pijlers onder organisatie in functionele zin). Dat de meeste zorgverleners primair aan organisatie in functionele zin denken komt niet onverwacht, maar de moeite die gedaan moest worden om uit te leggen dat in Op één lijn iets ander bedoeld wordt met organisatieontwikkeling was toch nog veel groter dan vooraf ingeschat. Samenwerken of concurreren? Op één lijn is gericht op het ontwikkelen van organisatiestructuren voor betere samenwerking. In de eerste subsidierondes werden er echter een heel aantal projectideeën ingediend die meer ingegeven leken door een concurrentiemotief: ziekenhuizen die eerstelijns aanbod wilden organiseren, ouderenzorgorganisaties die de zorg voor ouderen wilden overnemen van de eerste 6
Keuning, D en Eppink, D.J. 2008. Management & Organisatie, 9e druk, pg. 4.
17
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
lijn, en verloskundigen die zich sterk wilden maken ten opzichte van gynaecologen. De programmacommissie heeft dergelijke voorstellen afgewezen. Alleen wanneer er in projecten deelname was van de eerste lijn zelf, of in de zorg voor zwangerschap en geboorte van eerste lijn en ziekenhuis, kwamen voorstellen in aanmerking voor honorering. Desondanks zijn er gehonoreerde projecten waar concurrentiemotieven een aandachtspunt moeten blijven. Bijvoorbeeld wanneer huisartsen samenwerken met VVT-organisaties voor zorg aan ouderen is belangrijk om in het oog te houden wat dit betekent voor de positie van vrijgevestigde paramedische behandelaars. Veel partijen betrokken, verschillende disciplines goed vertegenwoordigd, voorlopig? Bij 75% van de projecten zijn minimaal vijf partijen betrokken. Het totaal aantal samenwerkingspartners loopt in een enkel geval op tot boven de dertig. Het niveau van samenwerking ligt voornamelijk op wijkniveau of op regionaal niveau, maar ook stedelijke of bovenregionale samenwerking komt voor. De voor de eerstelijnszorg meest relevante disciplines zijn alle in de projecten vertegenwoordigd. Tabel 5.1 Betrokkenheid eerstelijns disciplines (NB. voor de eerste 40 projecten) Discipline
Aantal projecten
Huisarts
31
Diëtist
12
Wijkverpleegkundige
9
Psycholoog
9
Praktijkondersteuner
9
Maatschappelijk werk
9
Fysiotherapeut
9
Apotheker
9
Ergotherapeut
7
Verloskundige
7
ZonMw heeft bij de subsidieaanvragen getekende commitmentverklaringen gevraagd om te garanderen dat genoemde partners in projecten ook daadwerkelijk betrokken waren. Desondanks blijkt in het begeleidend onderzoek dat de betrokkenheid van partners soms onder druk staat. Personele wisselingen bij organisaties hebben, zoals altijd, invloed op betrokkenheid. Specifieker voor dit programma lijkt het dat zorgverleners en zorgverlenende organisaties op verschillende paarden lijken te wedden. Het veld is behoorlijk in beweging en verschillende opties voor samenwerking bestaan naast elkaar. Deelnemers lijken hun kansen te spreiden en houden de optie open om voor andere initiatieven te kunnen kiezen die meer succesvol zijn of meer tegemoetkomen aan de eigen belangen. De keuze voor samenwerkingspartners blijkt sterk te worden bepaald door bestaande contacten. Aan de subsidievoorwaarde om de keuze voor samenwerkingspartners te motiveren werd zeer slecht voldaan. In het begeleidend onderzoek blijkt dat veel partners elkaar al kenden, bijvoorbeeld via verwijsrelaties. Keuzes voor samenwerkingspartners lijken vooralsnog weinig strategisch te worden gemaakt. Hoeveel moet organisatieontwikkeling kosten? In de eerste twee rondes voor praktijkprojecten was geen maximum subsidiebedrag opgenomen. Dat resulteerde in ideeën met begrotingen uiteenlopend van enkele duizenden tot enkele honderdduizenden euro’s. In het selectieproces zijn de meest extreme begrotingen afgevallen. Toch is de variatie in begrotingen en gevraagde subsidiebedragen hoog (zie tabel 5.2). Opvallend is dat projecten waarbij VVT-organisaties, ziekenhuizen of bestaande organisaties zoals verenigingen van gezondheidscentra betrokken zijn duurder zijn dan andere projecten. Ziekenhuizen en VVT-organisaties berekenen forse overheadpercentages op personele kosten. Bij bestaande eerstelijns organisaties lijkt het verschil in aangevraagde subsidie vooral te verklaren
18
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
door het inrichten van een steviger projectstructuur en meer inzet van externe adviseurs en projectleiders. Tabel 5.2 Variatie in subsidieomvang Toegekende subsidie
Aantal
Percentage
<= 50.000
10
15%
51.000 - 100.000
38
58%
101.000 - 150.000
11
17%
151.000 - 200.000
5
8%
> 200.000
1
2%
65
100%
totaal
Voor de referenten, programmacommissie en ZonMw was het moeilijk om het realiteitsgehalte van de begrotingen goed te beoordelen. In een aantal gevallen bestaat het vermoeden dat begrotingen te laag of te hoog zijn. Gedurende het programma zullen we meer inzicht krijgen of duurdere projecten ook betere resultaten opleveren. Bij de eindafrekeningen zal duidelijk worden in hoeverre er sprake de opgestelde begrotingen passend waren. Bestedingen moeten op dat moment verantwoord worden. Interessant is de verdeling tussen gevraagde subsidie en cofinanciering/eigen bijdrage. Hoewel de omvang van de cofinanciering per project sterk verschilt is er over de hele linie toch een goede balans tussen ZonMw-subsidie en financiële steun uit andere bronnen. Tabel 5.3 Verhouding subsidie – eigen bijdrage/co-financiering Opbouw projectbudgetten
Bedrag
Percentage
Goedgekeurde begrotingen
€ 5.970.737
57%
Co-financiering / eigen bijdrage
€ 4.527.283
43%
€ 10.562.969
100%
totaal
Te weinig aandacht voor visievorming, verkennen van belangen en juridische vormen In de eerste ronde van interviews door de SMOEL-onderzoekers is gebleken dat veel projectgroepen weinig aandacht besteedden aan het formuleren van een gezamenlijke visie, aan het verkennen en bespreken van de belangen van verschillende projectdeelnemers en aan het ontwikkelen van ideeën over de gewenste juridische structuur voor samenwerking. Projectbetrokkenen wisten vaak wel het belang te benoemen dat de eigen organisatie heeft bij het project, maar hadden meer moeite om te benoemen wat het belang van de projectpartners kan zijn. Daarover lijkt niet vanzelfsprekend te worden nagedacht. Een gezamenlijke visie en missie was meestal niet expliciet geformuleerd. Vragen naar onderwerpen als zeggenschap, leiderschap en beoogde juridische structuren leverden in de eerste interviewronde van het SMOEL-onderzoek nog weinig concrete antwoorden op. Het stellen van vragen over deze onderwerpen, en het agenderen van deze onderwerpen op themabijeenkomsten voor projectleiders, helpt het bewustzijn van projectbetrokkenen van het belang van deze onderwerpen te vergroten. Opvallend is dat in de voortgangsverslagen die ZonMw begin 2012 ontvangen heeft veelvuldig melding wordt gemaakt van visiedocumenten als deelresultaat van projecten. Ook op het onderwerp juridische structuren zijn de voortgangsverslagen al iets meer uitgesproken. Het lijkt aannemelijk dat de spiegelgesprekken in het SMOEL-onderzoek op dit gebied vruchten afwerpen. Visievorming, leiderschap en verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden en formele vastlegging zijn een wezenlijk onderdeel van organisatieontwikkeling en blijven belangrijke aandachtspunten voor monitoring van de projecten.
19
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Betrokkenheid van adviseurs en experts wisselend In de subsidierondes is nadrukkelijk ruimte georganiseerd voor inhuur van adviseurs en experts bij het ontwikkelen van projectvoorstellen. Wij hebben de indruk dat daar wisselend gebruik van is gemaakt. Waar gebruik werd gemaakt van adviseurs, externe projectleiders en bureaus voor ondersteuning bij het schrijven van subsidieaanvragen leek dit vooral te gebeuren door partijen die al een zekere structuur hadden. Zorgverleners die een project ‘trekken’ lijken veel zelf te (willen) doen, mogelijk omdat zij beperkt inzicht hebben in het aanbod van ondersteuners? Projectideeën waarbij een ROS of een andere adviseur betrokken was, bleken wel beter te voldoen aan de verwachtingen van de commissie en hadden een beduidend hogere kans op honorering. Patiëntparticipatie blijft een moeilijk onderwerp Het vormgeven van aandacht voor het perspectief van patiënten blijkt ook in dit programma lastig voor indieners. Veel indieners kregen bij de uitnodiging tot het uitwerken van een projectidee tot een volledig projectvoorstel de instructie mee om meer inzet te plegen op het betrekken van patiëntvertegenwoordigers. Ook in honoreringsbrieven is hier nog meermalen extra aandacht voor gevraagd. Uiteindelijk is bij vrijwel alle projecten wel een patiëntvertegenwoordiger betrokken. Ook zijn er twee projecten die volledig aan verbetering van patiëntparticipatie zijn gewijd. In een van deze projecten, waarin patiënten worden betrokken bij de inrichting van een gezondheidscentrum, komen verrassende inzichten over de prioriteiten van patiënten aan het licht. Patiëntenparticipatie blijft voor de meeste projecten echter een punt van aandacht. De SMOEL-onderzoekers ondervinden bijvoorbeeld ook bij het uitzetten van patiëntenquêtes aarzeling bij verschillende projecten. Populatiebewustzijn zeer wisselend In de Op één lijn subsidiecriteria was de eis opgenomen van een beschrijving van de populatie als onderbouwing voor nut en noodzaak van het project. De kwaliteit van de populatieanalyse was zeer wisselend van algemene stellingen (veelal niet gehonoreerd) tot vergelijking van lokale prevalentie van klachten met landelijke cijfers. De indruk bestaat echter dat het projectonderwerp meestal al gekozen was voordat de onderbouwende analyse werd uitgevoerd. In de projectvoorstellen was gewoonlijk geen informatie opgenomen over andere gezondheidsvraagstukken dan het vraagstuk waar het project op gericht is. Zijn projectdoelen voldoende SMART? Bij de beoordeling van projectvoorstellen heeft de programmacommissie gelet op helderheid in projectdoelen en plan van aanpak. De onderzoekers constateren dat projectdoelen weinig SMART zijn en dat daardoor bij afronding moeilijk vast te stellen zal zijn of projecten succesvol zijn. Onderzoekers en commissie moeten nog verder met elkaar in gesprek over de definitie van succes in het programma Op één lijn. Daarbij zal ook de vraag een rol spelen of de aard van de ontwikkelingen in het Figuur 5.1 Maakprocessen en zoekprocessen bij verandering veld de eis dat doelen SMART geformuleerd worden wel
20
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012 7
rechtvaardigt. Ten Have en Peek gebruiken voor veranderprocessen een indeling tussen maak- en zoekprocessen. Duidelijk is dat de projecten in Op één lijn veelal zoekprocessen zijn, waarbij vooraf onzekerheid bestaat over werkwijze en/of te bereiken eindresultaten. Eerste voortgangsrapportages en eindresultaten positief, extra ondersteuning voor borging en verbreding gewenst In januari 2012 heeft ZonMw van alle lopende projecten een voortgangsverslag ontvangen. Vrijwel alle projecten rapporteren dat ze op schema liggen en het project grotendeels zoals gepland kunnen afronden. In enkele gevallen wijkt het totaal aantal deelnemende teams of locaties negatief af van de planning. Het omgekeerde komt echter ook voor. Opvallend is het aantal rapportages waarin melding gemaakt wordt van een afnemende motivatie voor deelname van de huisartsen sinds de opgelegde korting door het ministerie. Ook het schrappen van diëtetiek uit de basisverzekering is voelbaar in de projecten. Eén project is beëindigd. De onderzoekers brengen de faalfactoren in kaart. De eerste projecten naderen de geplande einddatum. Daarmee komen ook de eerste verzoeken binnen voor verlenging van ondersteuning, ofwel omdat nog niet alle projectresultaten zijn behaald of in voldoende mate geborgd, ofwel omdat het project heeft geleid tot hogere ambities. Of verlengde ondersteuning geëigend is en wat daarvoor werkbare vormen zijn, wordt beoordeeld. Op vragen naar opschalingsplannen en behoefte aan ondersteuning daarbij worden in de voortgangsrapportages ook genoemd: ondersteuning bij implementatie en communicatie van projectresultaten, aandacht geven aan projectoverstijgende dilemma's, het faciliteren van contacten tussen vergelijkbare projecten. Aan deze zaken kan en zal ZonMw werken.
5.2
Vergroten en bundelen van kennis over vormen, processen en effecten van organisatieontwikkeling
Het is goed gelukt om het begeleidend onderzoek vrijwel tegelijk met de eerste projecten van start te laten gaan. Dat is belangrijk omdat projectleiders zich dan direct bewust zijn van de inhoud van het onderzoek en inzicht hebben in de inspanning die deelname aan het onderzoek van hen vraagt. Onderzoek dat later van start gaat stuit vaak op weerstand van projectleiders, omdat het als een toegevoegde verplichting ervaren wordt. Het kiezen van thema’s en inhoud voor aanvullende onderzoeksprojecten heeft de nodige tijd gekost. In de eerste plaats speelde daarbij een rol dat het grote aantal ingediende projectvoorstellen veel tijd en aandacht heeft gevergd van commissie en bureau, ten koste van vorderingen in andere programmaonderdelen. Daarnaast lijken veel vragen in de eerste lijn misschien meer op te lossen met begeleid experimenteren (zoals in de uitgezette praktijkprojecten) dan met losstaand wetenschappelijk onderzoek. Duidelijke wetenschappelijke vragen zijn er op gebied van effecten van samenwerking op de langere termijn. De duur van het programma vormt echter een beperking om dergelijk onderzoek uit te zetten.
5.3
Vertaling van kennis en ervaring en delen van ervaringen met stakeholders
Ook deze programmaonderdelen zijn enigszins vooruitgeschoven door de benodigde tijd voor de subsidieaanvragen. Verder is een belangrijke constatering dat overleg met partijen die opdrachten binnen het programma uitvoeren, of waarmee anderszins samengewerkt moet worden, veel tijd kost. Ook hier speelt een rol dat een primaire focus op organisatieontwikkeling in plaats van op zorginhoud nieuw is; dat moet aan samenwerkingspartners goed uitgelegd worden. Daarnaast is een belangrijke constatering dat er veel parallelle initiatieven zijn waarin soms dezelfde ondersteunende partijen een rol moeten spelen. Iedereen probeert schaarse tijd zinvol te verdelen.
7
Ten Have en Peek. 2007. Veranderprogramma’s anders. Holland Management Review, nr. 112.
21
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Relatief banale zaken als het matchen van agenda’s voor overleg zorgen regelmatig voor ongewenste vertragingen.
22
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
6.
Beschouwing
De jaren 2009-2011 hebben voor het programma Op één lijn in het teken gestaan van opstarten: bekendmaking, subsidierondes en verstrekken van opdrachten. De tijd en aandacht van commissie en ZonMw-bureau was, mede door het grote aantal aanvragen, sterk gericht op beoordeling en procedures. Inmiddels is het programma in vol bedrijf en komt de commissie, met gebruik van de resultaten van het begeleidend onderzoek en de voortgangsverslagen toe aan reflectie en bijsturing. De commissie constateert dat organisatieontwikkeling een lastig onderwerp is in de eerstelijnszorg. De primaire focus is gericht op zorg en kwaliteit en minder op bedrijfsmatige aandacht. In de subsidierondes zijn veel ineressante projecten ingediend, maar geen echte nieuwe organisatieconcepten. De commissie accepteert dat in de huidige tijd de nadruk meer ligt op ‘meer van hetzelfde’, dat wil zeggen gezondheidscentra, zorggroepen en netwerken. Er worden wel duidelijke vorderingen gemaakt in relaties tussen eerste lijn en GGD’en, welzijn en gemeenten. Dit is een zeer waardevolle ontwikkeling. Een tweede belangrijke constatering in het programma Op één lijn, die aansluit bij eerder ZonMwervaringen, is dat projecten die slechts gemotiveerd zijn door de beschikbaarheid van financiële middelen kwetsbaar zijn. Partijen met een sterke visie op zorgvernieuwing presteren beter. Zij gebruiken subsidies om hun plannen te verwezenlijken, in plaats van hun plannen te laten leiden door tijdelijk beschikbare subsidies. De noodzaak van visievorming wordt in het programma actief onder de aandacht gebracht van projectgroepen. De commissie merkt dat patiëntenparticipatie in de vormgeving van zorg helaas nog niet steeds vanzelf tot stand komt. In de communicatie over project- en programmaresultaten zal aan positieve voorbeelden extra aandacht worden besteed. Een vierde constatering is dat enkele regio’s achterblijven in ontwikkeling. Duidelijk is dat subsidies niet het geëigende instrument om de kloof tussen koplopers en achterblijvers te dichten. De commissie zal zich beraden op mogelijkheden om ook in deze regio’s resultaten te boeken. De commissie constateert tenslotte dat landelijke beleidsbeslissingen, zoals de financiële kortingen voor huisartsen en diëtetiek direct voelbaar zijn in de motivatie en mogelijkheden om mee te werken aan lokale projecten. Omgekeerd werken financiële prikkels zoals invoering van keten-dbc’s of beleidsmatige aandacht voor de verbinding van preventie, zorg en welzijn, of verloskundige zorg ook direct door in de aard van de ingediende projecten. Daarmee zijn de resultaten van een programma als Op één lijn afhankelijk van beleidsontwikkelingen. Brede implementatie van programmaresultaten is niet mogelijk zonder ondersteunend beleid. De programmacommissie zal hieromtrent in een later stadium adviezen formuleren aan VWS, maar ook aan andere beïnvloedende partijen, zoals de verzekeraars.
23
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
Bijlage A Overzicht gehonoreerde praktijkprojecten 2010-2012 (naar thema) 154012122 Een integraal zorgnetwerk georganiseerd door de patiënt
UMC St Radboud, UMC St Radboud, ParkinsonNet, Postbus 9101 Instituut voor Neurologie, 6500 HB NIJMEGEN Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN
Gelderland
Chronische ziekten Verbetering van de coördinatie van individuele zorg voor Parkinson-patiënten door eigen inzet van de patiënt, het netwerk van zorgverleners (ParkinsonNet) en ICT.
154012224 Eerstelijns zorg op maat voor mensen met verstandelijke beperkingen
UMC St Radboud, Dichterbij, Postbus 9 Eerstelijnsgeneeskunde 117 6590 AA GENNEP ELG, Postbus 9101 6500 HB NIJMEGEN
Gelderland
Chronische ziekten Kwaliteit en continuïteit van medische zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen in de eerste lijn verbeteren door het ontwikkelen van een samenwerkingsmodel tussen de eerste lijn en de categorale zorg.
154012115 Alle ketenzorg integraal onder één De Galan Groep, Rutgers paraplu van Rozenburglaan 2 3744 MC BAARN
Chronische Ketenzorg Land Gelderland, van Cuijk en Noord Limburg Limburg BV, Loerangelsestraat 1 5831 HA BOXMEER
154012117 Netwerkzorg COPD Waterland
Stichting Gezond Noord-Holland Chronische ziekten Monnickendam, Pierebaan 1a 1141 GV MONNICKENDAM
Stichting Gezond Monnickendam, Pierebaan 1a 1141 GV MONNICKENDAM
Chronische ziekten Eerstelijns Centrum Tiel en Zorgroep Syntein willen ketenzorg die beter aansluit op behoefte van patiënt met meerdere aandoeningen door operationalisering van de ‘meta-zorgstandaard’. Oprichting van een organisatie voor brede multidisciplinaire samenwerking tussen alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor circa 3.000 COPD-patiënten in Waterland.
154012106 Samen sterk en gezond in Zwolle: Medisch Coördinatie Zorggroep Zwolle, Dr. een nieuwe kijk op diabetes in de Centrum Klik, Dr. Stolteweg Stolteweg 17 wijk 23 8025 AV ZWOLLE 8025 AV ZWOLLE
Overijssel
Chronische ziekten Verbeteren van samenwerking bij diabeteszorg, zodat cliënt beter ondersteund wordt bij zelfmanagement. Pilot met vijf wijkteams.
154012113 Hartfalen, een stap erbij! Netwerk hartfalen eerste en tweede lijn, Enschede
Overijssel
Chronische ziekten Opzetten/verbeteren van een netwerk voor patiënten met hartfalen zodat meer patiënten fysiotherapie wordt aangeboden en inspanningsvermogen en kwaliteit van leven verbetert.
Fysiotherapie de Eekmaat, Schoolstraat 20 7534 CC ENSCHEDE
154012101 Implementatie van ketenzorg IJsvogel 2, 3602 XN COPD door gestructureerde MAARSSEN multidisciplinaire samenwerking in de regio Noordwest Utrecht 154012212 Ontwikkelen businesscase ondersteuning wijkgerichte samenwerkingsverbanden.
Fysiotherapie de Eekmaat, Schoolstraat 20 7534 CC ENSCHEDE
Coöperatie ROH Noordwest Utrecht Utrecht, inzake COPDProject, Postbus 22 3450 AA VLEUTEN
Stichting Lijn1, Postbus 138 EersteLijns Zorggroep 2270 AC VOORBURG Haaglanden (ELZHA), President Kennedylaan 15 2517 JK DEN HAAG
154012217 Cura saliceae: drie initiatieven voor Apotheek Zorgbureau Vierstroom, Postbus 571 multidisciplinaire samenwerking in Leiden, Gouda & Rijnmond, 2800 AN GOUDA de zorg voor patienten met een Industrieweg 12 bewegingsbeperking 2382 NV ZOETERWOUDE
Chronische ziekten Coöperatie van 120 huisartsen werkt met partners van andere disciplines aan implementatie van COPD-zorg.
Zuid-Holland
Chronische ziekten Realiseren van wijkgerichte samenwerking tussen eerstelijns professionals voor patiënten met CVRM waardoor de patiënt de best mogelijke zorg krijgt.
Zuid-Holland
Chronische ziekten In regionaal netwerkverband realiseren van één geïntegreerd zorgprogramma voor de behandeling en begeleiding van mensen met bewegingsbeperkingen. De zorg wordt in groepsverbanden op wijkniveau aangeboden.
25
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
80-8290098-581
CVA nazorg op orde (CNOO)
Thuiszorg Rotterdam
3001 AZ ROTTERDAM
Zuid-Holland
Chronische ziekten Door multidisciplinaire samenwerking tussen regionale eerste en tweedelijns zorgpartners structurele borging en monitoren van de CVAnazorg binnen de regio R'dam realiseren.
154012103 Gezondheidscentra Nieuwegein ontwikkelen samen integrale zorgprogramma's DM, COPD, Depressie, CVRM en Hartfalen
Vilans, Postbus 8228 3503 RE UTRECHT
Gezondheidscentrum De Roerdomp, Kauwenhof 12 3435 SN NIEUWEGEIN
Utrecht
Chronische ziekten Ontwikkelen en implementeren van gestandaardiseerde integrale zorg voor de zorgprogramma's diabetes, COPD, cvrm, hartfalen en depressie.
154012105 Businesscase lokale multidisciplinaire zorggroep
Stichting Een Plus Samenwerking, Rozendaalselaan 34-9 6881 LD VELP
Stichting Een Plus Samenwerking, Rozendaalselaan 34-9 6881 LD VELP
Gelderland
Focusprojecten
154012102 Krachten bundelen voor wijkgerichte zorg in de eerste lijn! Multidisciplinaire (netwerk)samenwerking Gezondheidscentra ZuidNederland 154012216 Versterken van de samenwerking tussen patiënten en de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven. Het organiseren van patientenparticipatie op instellings (meso) niveau. 154012219 Borg de zorg! Bereiken van geïntegreerde, gecoördineerde zorg door de toepassing van workflowmanagement.
Triage Plus, Maastrichtsestraat 7 2587 XB DEN HAAG
Maatschap huisartsen 'sHertogenbosch, Rompertcentrum 19 5233 RG 'SHERTOGENBOSCH
Noord-Brabant Focusprojecten
Achttien gezondheidscentra in Zuid-Nederland werken samen aan kennisdeling, (product)ontwikkeling en willen zo winst boeken in kwaliteit van zorg, zorginnovaties en efficiëntie in bedrijfsvoering.
Stichting Gezondheidscentra Stichting Gezondheidscentra Noord-Brabant Focusprojecten Eindhoven, Kloosterdreef 90 Eindhoven, Kloosterdreef 90 5622 AB EINDHOVEN 5622 AB EINDHOVEN
Versterken van de samenwerking tussen patiënten en de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven. Het organiseren van patientenparticipatie op instellings (meso) niveau.
Arts en Zorg, Tolsteegsingel Arts en Zorg, Tolsteegsingel Noord-Holland Focusprojecten 2 2 3582 AC UTRECHT 3582 AC UTRECHT
Toepassing van workflow Case Management Systeem verbreden door keten-zorgprocessen te analyseren, beter in te richten en te beschrijven om geintegreerde, gecoordineerde zorg te bereiken. Cliënten in een vroeg stadium laten meedenken over het te bouwen gezondheidscentrum en de te leveren zorg door de deelnemende zorgverleners.
154012203 Actieve cliëntenparticipatie bij het Gezondheidshoes, realiseren van een Broekheurnerweg 13 B gezondheidscentrum 7481 PX HAAKSBERGEN
Gezondheidshoes, Broekheurnerweg 13 B 7481 PX HAAKSBERGEN
Overijssel
Focusprojecten
80-8290098-565
3119 NE SCHIEDAM
Zuid-Holland
Focusprojecten
1441 AK PURMEREND
Noord-Holland Ggz
Inloopcentra,voor vragen over gezondheid, leefstijl en kleine klachten
Centrum Huisartsen Schiedam
154012315 Psychiatrische zorg bij de huisarts Psygro BV onder één dak
Verkenning van businesscase voor een lokale multidisciplinaire zorggroep.
In kaart brengen van juridische/organisatorische randvoorwaarden en het omzetten daarvan in een effectief organisatieconcept voor het laagdrempelige inloopcentrum voor zorg- en welzijnsvragen in de wijk. Ontwikkelen van een samenwerkingsvorm waarmee met de inzet van een multidisciplinair team de zorgvraag van psychiatrische patiënten, gecoördineerd door de huisarts, beter beantwoord kan worden.
26
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
154012108 Behoud en versterken van multidisciplinaire eerstelijnsgezondheidszorg (zorg en welzijn) dichtbij huis en afgestemd op de populatie, in een kleine kern op het platteland.
Huisartsenpraktijk de Tweestroom, Rooysestraat 53a 6621 AJ DREUMEL
Kring-apotheek West Maas Gelderland en Waal, Rooijsestraat 99 A 6621 AL DREUMEL
Lokale samenwerking
154012109 “Ateliers in de eerstelijn, de kunst van geïntegreerd samenwerken”
UMC St Radboud, ZZG Zorggroep locatie Gelderland Eerstelijnsgeneeskunde 117 Zonnebaars, Postbus 6810 ELG, Postbus 9101 6503 GH NIJMEGEN 6500 HB NIJMEGEN
Lokale samenwerking
154012112 Samen voor het kind
Gezondheidscollectief Onder de Linden, Onder de Linden 9 7241 EL LOCHEM
Gezondheidscollectief Gelderland Onder de Linden, Onder de Linden 9 7241 EL LOCHEM
Lokale samenwerking
Oprichting/inrichting van een centrum voor paramedische behandeling van kinderen.
154012207 Multidisciplinair Eerstelijns Oncologie Netwerk
FysioAlign, Soembalaan 2 6712 AL EDE GLD
Fysiotherapie Vis, Plantsoen Gelderland 75 C 6701 AS WAGENINGEN
Lokale samenwerking
Opzetten netwerk van samenwerkingsverbanden van oncologische professionals in de eerste lijn om geïntegreerd zorgaanbod te creëren voor mensen die een behandeling (hebben) ondergaan voor kanker.
154012218 Zelfstandigheid in verbondenheid; Psychologiepraktijk Jolande Oefentherapie Mensendieck Gelderland organisatieontwikkeling van een Zewuster, Stationsweg 111 Oprel, Stationsweg 111 themagericht zorgcentrum voor 6711 PN EDE GLD 6711 PN EDE GLD geïntegreerde psychologische- en (para)medische zorg te Ede.
Lokale samenwerking
Ontwikkelen en implementeren van een organisatiemodel dat kleine zelfstandige eerstelijnspraktijken verbindt tot een geïntegreerd samenwerkend geheel.
154012226 De organisatie van Sittard, Breda, Middelburg interdisciplinaire (kinder)zorg in de eerste lijn in verschillende samenwerkingsvormen
Lokale samenwerking
Borgen van de organisatorische randvoorwaarden voor interdisciplinaire samenwerking in de eerste lijn bij drie verschillende soorten samenwerkingsverbanden en het verbreden van de keten voor de doelgroep kinderen naar andere domeinen van zorg en/of onderwijs.
Limburg, NoordBrabant, Zeeland
Ontwikkeling van een woonservicepunt met zorgsteunpunt als mogelijkheid om voorzieningenniveau te handhaven en mogelijk zelfs te verbeteren.
Inrichten van werkplaatsen voor wijkgerichte innovatie. Elk atelier kiest eigen onderwerpen. Resultaten worden onderling gedeeld.
154012116 Nieuwe samenwerking in Nieuwendam Noord
Rascha Thomas, De Draai 20 1151 CE BROEK IN WATERLAND
Fysiotherapie MCN, Loenermark 162 1025 SP AMSTERDAM
Noord-Holland Lokale samenwerking
Samenwerking met zorg- welzijn- en maatschappelijke dienstverlening in Nieuwendam Noord verkennen en daadwerkelijk in gang zetten zodat het aanbod van zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening rond de bewoner goed aansluit.
154012308 Moderne netwerkzorg voor de inwoners van Achterveld e.o.
SESA
3791 AR ACHTERVELD
Utrecht
Ontwikkelen van de organisatie voor het voeren van regie in regionale samenhangende, moderne netwerken die kwalitatief hoge zorg- en dienstverlening kunnen leveren aan de bewoners van Achterveld en omgeving.
Lokale samenwerking
27
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
154012111 GC-Parkzoom; Samen voor een sterke eerste lijn
154012208 Samenwerken in palliatieve zorg: Implementatie Zorgprogramma Palliatieve Zorg
Gezondheidscentrum Parkzoom, St. Coople, Tjeerd Kuipersstraat 3 2662 GM BERGSCHENHOEK Triage Plus, Maastrichtsestraat 7 2587 XB DEN HAAG
Gezondheidscentrum Parkzoom, St. Coople, Tjeerd Kuipersstraat 3 2662 GM BERGSCHENHOEK Zorggroep Rijnmond, Van Moorselplaats 2 3067 SH ROTTERDAM
Zuid-Holland
Lokale samenwerking
Inrichting / doorontwikkeling gezondheidscentrum met breed spectrum deelnemers.
Zuid-Holland
Lokale samenwerking
Concept om hiaten in de samenwerking binnen de palliatieve zorg terug te dringen wordt uitvoeriger uitgewerkt, geëvalueerd en gereed gemaakt voor uitrol in de gehele regio van het Netwerk Palliatieve Zorg Rotterdam en omstreken.
Zuid-Holland
Lokale samenwerking
Partners gaan de samenwerking op stadsniveau ontwikkelen om de programmatische multidisciplinaire wijkgerichte zorg te verbeteren en vervolgens uit breiden naar 2de en 0-de lijn.
3067 ZJ ROTTERDAM
Zuid-Holland
Lokale samenwerking
In vier eerstelijnsgezondheidszorg instellingen ontwikkelen van een optimale organisatievorm voor diagnosegebonden zorg in de eerstelijns multidisciplinaire antroposofische gezondheidszorg.
154012225 Ontwikkelen samenwerking tussen Alphen aan den Rijn eerstelijnsgezondheidsorganisaties in Alphen aan den Rijn 80-8290098-551*
Het optimaal organiseren van Therapeuticum Helianth diagnosegebonden zorg in de eerstelijns multidisciplinaire antroposofische gezondheidszorg
154012119 Multidiscipliniar Samenwerkings Model: optimale en bereikbare zorg op het platteland
Multidisciplinaire Samenwerkingsverband Maasgouw, Marktstraat 13 6019 AZ WESSEM
Multidisciplinaire Samenwerkingsverband Maasgouw, Marktstraat 13 6019 AZ WESSEM
Limburg
Lokale samenwerking
Realisatie van een gecoördineerde aanpak en organisatie van multidisciplinaire zorg aan bewoners op het platteland dmv het Multidisciplinaire Samenwerkings Model.
154012305 Netwerk kwetsbare ouderen. Preventie, vroegsignalering en anderhalve lijn-zorg
Regionale Ondersteunings Structuur Friesland
8448 EW HEERENVEEN
Friesland
Ouderen
Opzetten provinciaal netwerk Kwetsbare Ouderen met gemeenten, welzijn en eerste lijn om de begeleiding en zorg samen met de cliënt zo effectief en efficiënt mogelijk in te richten.
154012123 Ouderenloket Bennekom: één loket voor welzijn en gezondheidszorg in een eerstelijnscentrum
Bennekomse Apotheek BV, Bennekomse Apotheek BV, Gelderland Dorpsstraat 49 Dorpsstraat 49 6721 JJ BENNEKOM 6721 JJ BENNEKOM
Ouderen
Realiseren van een ouderenloket in het eerstelijnscentrum Bennekom. De ouderen en hun mantelzorgers kunnen terecht voor vragen op het gebied van welzijn, gezondheid en ziekte.
154012220 Multidisciplinaire Samenwerkingsstructuur Kwetsbare Ouderen
Stichting Een Plus Samenwerking, Rozendaalselaan 34-9 6881 LD VELP
Stichting Een Plus Samenwerking, Rozendaalselaan 34-9 6881 LD VELP
Gelderland
Ouderen
Instellen van een multidisciplinaire samenwerkingsstructuur met een specialist ouderengeneeskunde als coördinator in de eerste lijn.
154012309 De zorgverlening voor alle ouderen Maastricht Universitair in een dorp onder één dak. De Medisch Centrum+ opzet van een zorgnetwerk
6200 MD MAASTRICHT
Limburg
Ouderen
Komen tot een toekomstbestendig netwerk van zorgverleners rondom alle kwetsbare ouderen in het dorp.
154012104 eerstelijns geriatrische zorg in de wijk
Stichting Groenhuysen, Postbus 1596 4700 BN ROOSENDAAL
Noord-Brabant Ouderen
Stichting Groenhuysen, Postbus 1596 4700 BN ROOSENDAAL
Verbeteren van zorg aan kwetsbare ouderen in de wijk door samenwerking tussen VVT-organisatie en huisartsenpraktijk.
28
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
154012306 Een nieuwe ordening voor eerstelijnszorg aan kwetsbare ouderen in Den Bosch: het organiseren van een multidisciplinaire wijkgerichte netwerkstructuur in zorg, welzijn en wonen.
Stichting Samen Beter
5213 VG 'SHERTOGENBOSCH
Noord-Brabant Ouderen
Uitbouwen van een stedelijke en wijkgerichte netwerkstructuur voor geïntegreerde wijkgerichte ouderenzorg in ’s-Hertogenbosch door het formuleren van een stedelijke zorgagenda met als resultaat dat deze oudere zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen.
154012304 Samen naar beter in de Schooten Omring Thuiszorg
1780 AD DEN HELDER
Noord-Holland Ouderen
Ontwikkelen van een gezamenlijke visie en een transparant wijknetwerk om de integrale aanpak en de eigen regie voor ouderen met een complexe zorgvraag thuis te versterken en onnodige inzet van zorg te voorkomen.
154012107 Huisartsenpraktijk heeft eigen thuiszorgteam.
Praktijk Duiverman, IJslandsmos 5 2914 SH NIEUWERKERK AD IJSSEL
Praktijk Duiverman, IJslandsmos 5 2914 SH NIEUWERKERK AD IJSSEL
Zuid-Holland
Ouderen
Inrichting thuiszorgteam door samenwerking van huisarts en wijkverpleegkundige.
154012110 Ambulante huisartsenpraktijk ten behoeve van bewoners van verzorgingshuizen
Stichting Zorg op Noord, Postbus 85201 3009 ME ROTTERDAM
Stichting Zorg op Noord, Postbus 85201 3009 ME ROTTERDAM
Zuid-Holland
Ouderen
Door verbetering van de multidisciplinaire zorgverlening tussen huisartsenzorg en verzorgingshuis de zorgverlening aan ouderen verbeteren.
154012227 Samen voor een sterke eerste lijn Den Haag (Scheveningen) in Scheveningen
Zuid-Holland
Ouderen
Partners willen de zorg- en welzijnsketens in Scheveningen versterken en formaliseren met het doel optimale geïntegreerde zorg te bieden.
154012313 Communicatie en Organisatie Op Stichting Transmurale Zorg 2571 AA DEN HAAG Eén Lijn
Zuid-Holland
Ouderen
Samenwerkingsvorm ontwikkelen voor zorgverleners gericht op een betere afstemming van het zorgaanbod op de zorgbehoefte van de thuiswonende dementiepatiënt in regio Haaglanden.
154012202 Ouderenzorg in de gemeente Vereniging Langs de Linde, Vereniging Langs de Linde, Friesland Weststellingwerf (zuidfriesland) en Markeweg 23 C Markeweg 23 C de plaatsen Oldemarkt en Kuinre 8398 GK BLESDIJKE 8398 GK BLESDIJKE (NWO) optimaliseren door gestructureerde multidisciplinaire samenwerking binnen de huisartsenzorg,verzorgingshuizen woonzorgcentra en apotheek.
Ouderen
Optimaliseren van de ouderenzorg in Weststellingerwerf, Oldemarkt en Kuinre door het realiseren van multidisciplinaire samenwerking van huisartsen met woonzorgcentra, verzorgingshuizen, verpleeghuizen en de apotheken voor de aanpak van polyfarmacie.
154012211 Participatie vraagt om bewegen
Ouderen
Samenwerking tussen 1ste en 2e lijn, met welzijn en gemeente, gericht op behoud of verbetering van maatschappelijke participatie van 65plussers.
Spectrum Leeuwarden, Wijnhornsterstraat 196 8932 EZ LEEUWARDEN
Spectrum Leeuwarden, Wijnhornsterstraat 196 8932 EZ LEEUWARDEN
Friesland
29
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
154012215 Kwetsbare ouderen: gewoon organiseren
Adiantar Healtcareconcepting, Eikklop 15 8375 CP OLDEMARKT
Palet, Badweg 1 8934 BW LEEUWARDEN
154012213 Ketenzorg Ouderen Met Partners in Laagdrempelig EErstelijns Thuiszorg (KOMPLEET).
Praktijkondersteuning ZuidOost Brabant (CV), Provincialeweg 44 5503 HG VELDHOVEN
Praktijkondersteuning Zuid- Noord-Brabant Ouderen Oost Brabant (CV), Provincialeweg 44 5503 HG VELDHOVEN
154012307 Multidisciplinaire integrale zorg dicht bij huis in een krimpregio
GGZ Drenthe
9400 RA ASSEN
Drenthe
Verbinden Opzetten van een multidisciplinair preventie, welzijn en samenwerkingsverband gericht op community zorg care, preventie en behandeling van in de regio veelvoorkomende ziektebeelden.
154012302 De zorg-buurtsuper. Door samenwerking in de 1e lijn, versterken van de nulde lijn.
ZuidOostZorg
9203 KP DRACHTEN
Friesland
Verbinden Vormgeven en invoeren van multidisciplinaire preventie, welzijn en samenwerkingsverbanden (buurtzorgsupers) zorg gericht op integrale ondersteuning van mantelzorgers om de zorg aan cliënten in de thuissituatie zo goed mogelijk te faciliteren.
5688 EW OIRSCHOT
Noord-Brabant Verbinden Opbouwen van een lokale netwerkstructuur zorg preventie, welzijn en en welzijn gericht op het aanbieden van zorg geïntegreerde zorg ter verbetering van de gezondheid en het gedrag (leefstijl) van inwoners van de gemeente Oirschot.
80-8290098-544*
De geboorte van een lokale Huisarstenpraktijke De beweging in Oirschot! Plataan Samen werken aan gezondheid en een gezonde leefstijl.
Friesland
Ouderen
Optimalisering van zorg aan kwetsbare ouderen, multidisciplinair en integraal georganiseerd vanuit de domeinen wonen, zorg, welzijn, cure en care Ontwikkelen van een keten ouderenzorg waarbij de multidisciplinaire zorg wordt gecoördineerd vanuit een huisartsenzorggroep om kwetsbare ouderen zo lang mogelijk in hun voorkeursomgeving te laten wonen.
154012301 Inrichten Schakelteam
Regionale Kruisvereniging West-Brabant
4700 BJ ROOSENDAAL
Noord-Brabant Verbinden Integrale samenwerking tussen zorg en welzijn preventie, welzijn en concreet vorm geven door de disciplines samen te zorg voegen tot één team en de optimale inrichting en aansturing van een dergelijk team vinden.
154012311 versterken burgerkracht en verminderen zorgvraag
Travers
8001 BB ZWOLLE
Overijssel
Verbinden Versterken van burgerkracht van preventie, welzijn en zorgbehoevenden om zo een vermindering van zorg zorgvraag te realiseren gericht op bieden van informele zorg, doorbreken van sociaal isolement en ontwikkelen van competenties.
154012314 Bewegen bij Diabetes: Geïntegreerd beweegaanbod in een Krachtwijk
Stadsmaatschap Huisartsen 3500 AA UTRECHT Utrecht
Utrecht
Verbinden Ontwikkelen en organiseren van een duurzame preventie, welzijn en integrale samenwerking tussen disciplines uit de zorg 0e en 1e lijn die betrokken zijn bij de patiënt met DM2.
154012303 Geïntegreerde eerstelijnszorg in de Bilt (MENSplus).
Gezondheidscentrum De Bilt 3732 EX DE BILT
Utrecht
Verbinden Ontwikkelen van een (bestuurlijke) preventie, welzijn en organisatievorm waarbinnen de zorg,welzijn, zorg gemeente en wonen met elkaar wijkgerichte multidisciplinaire programma’s ontwikkelen.
30
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
154012221 Project Kapstok: Huisartsencooperatie Zodiac Gemeente Emmen, Postbus Drente Samenwerkingsverband 1e lijn en U.A., 't Harde 10 30001 welzijn in Emmen 9752 VD HAREN 7800 RA EMMEN
Verbinden preventie-welzijnzorg
Verankeren en opschalen van multidisciplinaire samenwerking door samenwerking tussen zorg en welzijn om zo mantelzorgers eerder in beeld te krijgen en hen adequater te ondersteunen.
154012223 IJburg, Zorg zonder scheidslijnen
Dénijs management in zorg, SAG-Amsterdam, Donker Jekerstraat 41-3 Curtiusstraat 7 1078 LX AMSTERDAM 1051 JL AMSTERDAM
Noord-Holland Verbinden preventie-welzijnzorg
Gebiedsgerichte infrastructuur voor zorg en welzijn verder organisatorisch ontwikkelen en bestuurlijk te verankeren en samenwerking in de zorgpraktijk te professionaliseren/onderbouwen.
154012120 Implementatie van het zorgprogramma Gezond Gewicht gericht op kinderen met overgewicht en obesitas en hun ouders in Zwolle
Icare, Postbus 900 7940 KE MEPPEL
Icare, Postbus 900 7940 KE MEPPEL
Overijssel
Verbinden preventie-welzijnzorg
Realiseren van een multidisciplinaire samenwerking vanuit een evidence-based ketenaanpak gericht op kinderen met overgewicht en obesitas.
154012114 Versterking eerstelijns psychosociale zorg Stad Utrecht
Indigo, Postbus 85314 3508 AH UTRECHT
Indigo, Postbus 85314 3508 AH UTRECHT
Utrecht
Verbinden preventie-welzijnzorg
Komen tot een integrale en vroegtijdige aanpak in de eerste lijn voor bewoners met psychosociale problemen in de Stad Utrecht door versterking van de samenwerking tussen zorgverleners.
154012201 Gebiedsgerichte zorgketens in Nieuwegein
Hulsebosch Advies, Lissenvaart 43 2724 SJ ZOETERMEER
Stichting Welzijn Nieuwegein, Kerkveld 63 3431 EC NIEUWEGEIN
Utrecht
Verbinden preventie-welzijnzorg
Realiseren van structurele ketensamenwerking tussen eerste lijn, welzijn, zorg en wonen en deze organisatorisch vorm te geven per woonservicezone, als instrument om kwaliteit van leven van bewoners in wijken te verbeteren
154012205 Zorg en welzijn op een lijn, Organisatorische integratie van wijkgerichte zorg en welzijn
Gezondheidscentrum De Roerdomp, Kauwenhof 12 3435 SN NIEUWEGEIN
Gezondheidscentrum De Roerdomp, Kauwenhof 12 3435 SN NIEUWEGEIN
Utrecht
Verbinden preventie-welzijnzorg
Opbouwen van structurele samenwerkings- en verwijsrelatie tussen welzijn en gezondheidszorg in de wijk Doorslag in Nieuwegein.
154012206 SOLK - Gezond georganiseerd vanuit de 1e lijn
Overvecht Gezond!, Kastordreef 1 3561 EJ UTRECHT
Overvecht Gezond!, Kastordreef 1 3561 EJ UTRECHT
Utrecht
Verbinden preventie-welzijnzorg
Concretiseren en implementeren van een visie op zorg en een organisatiemodel in de eerste lijn om beter geïntegreerde zorg te leveren.
154012214 Wijkgerichte sectoroverstijgende samenwerking op het gebied van preventie en vroegsignalering op vinex locatie
Stichting Gezondheidscentra Stichting Gezondheidscentra Utrecht Utrecht, Oeral 1 Utrecht, Oeral 1 3524 DS UTRECHT 3524 DS UTRECHT
Verbinden preventie-welzijnzorg
Wijkgerichte sectoroverstijgende samenwerking op het gebied van preventie en vroegsignalering op vinex locatie.
154012222 Persoonlijke preventie in de wijk. Samenwerkjngsnetwerk voor persoonlijke preventie in public health en 1e lijnszorg
Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra, locatie Parkwijk, Eerste Oosterparklaan 78 3544 AK UTRECHT
Verbinden preventie-welzijnzorg
Met de betrokken partijen uit de eerstelijns en openbare gezondheidszorg en de private sector een compleet, geïntegreerd en op elkaar afgestemd aanbod van ICT-, zorg- en preventiediensten organiseren en te implementeren op wijkniveau.
Leidsche Rijn Julius Utrecht Gezondheidscentra, locatie Parkwijk, Eerste Oosterparklaan 78 3544 AK UTRECHT
31
ZonMw – Tussenrapportage Op één lijn mei 2012
154012121 ‘Lekker in je vel’, een project van de Stichting Woonservicewijken Centrum i.o. over een lokale samenwerkingsstructuur voor de aanpak van lichte psychosomatische en depressieve klachten.
Stichting Woonservicewijken Centrum, p/a STIOM, Vaillantlaan 96 2526 HM DEN HAAG
Stichting Woonservicewijken Zuid-Holland Centrum, p/a STIOM, Vaillantlaan 96 2526 HM DEN HAAG
Verbinden preventie-welzijnzorg
Door preventieve benadering komen tot verminderen van lichte psychische klachten bij kwetsbare allochtonen met zoveel mogelijk behandeling in de brede eerste lijn door betere afstemming en samenwerking tussen de partners in het veld en het toegankelijk maken van het bestaande aanbod.
154012210 Van beweeginterventie naar beweegbehoud
Fysiotherapie Alkemade BV, Lucas van Leydenlaan 2B 2371 RW ROELOFARENDSVEEN
Fysiotherapie Alkemade BV, Zuid-Holland Lucas van Leydenlaan 2B 2371 RW ROELOFARENDSVEEN
Verbinden preventie-welzijnzorg
Opzetten van een duurzame samenwerking tussen organisaties ten aanzien van bewegen. Focus ligt op mensen met overgewicht met een hoog risico op een chronische aandoening.
154012118 Oostwaarts! Onze Lieve Vrouwe Naar een nieuwe organisatie voor Gasthuis, Postbus 95500 zwangerschap en bevallen in 1090 HM AMSTERDAM Amsterdam Oost
Verloskundigenpraktijk Noord-Holland Zorg rond Astrid Limburg, Sarphatipark zwangerschap en 97 geboorte 1073 CV AMSTERDAM
Samenwerking tussen eerstelijns verloskundigenpraktijken en de 2e lijn waarbij de patiënt centraal staat in Amsterdam Oost.
154012204 De zwangere centraal; multidisciplinaire samenwerking rondom geboortezorg in de Regio Rivierenland
Eerstelijns verloskundig en Prenataal Screeningscentrum Iris, President Kennedylaan 1 4002 WP TIEL
Eerstelijns verloskundig en Prenataal Screeningscentrum Iris, President Kennedylaan 1 4002 WP TIEL
Zorg rond zwangerschap en geboorte
Multidisciplinaire samenwerking rondom geboortezorg, met de (zwangere) vrouw, haar (ongeboren) kind en partner centraal, in eerste lijn waar mogelijk, in tweede lijn indien nodig, en een eerstelijnsverloskundige of gynaecoloog als casemanager en zorgorganisator.
154012209 Centrum Zwangerschap en Bevalling
Medisch Centrum Haaglanden, Postbus 432, 2501 CK DEN HAAG
Geboortekliniek Den Haag, Zuid-Holland Lijnbaan 32 2512 VA DEN HAAG
Zorg rond zwangerschap en geboorte
Realisatie van één centrum voor eerste- en tweedelijnsgeboortezorg in Den Haag. Het Centrum biedt zorg op maat onder één dak met als resultaat een gezonde zwangerschapsuitkomst en tevreden cliënt.
Gelderland
*Over deze projecten is nog geen definitief besluit genomen
32
1