Dagmar Frenssen
TUSSEN HIER EN NERGENS Waar bevind jij je momenteel? Waar zou je je willen bevinden? “Ik loop waar ik val en mij op moet rapen. Geen boom en geen struik en geen horizon. Er hangen alweer stormen voor die zon. Ik wou dat ik één uur, één uur kon slapen.” (H. Andreus)
DOELSTELLING/VISIE:
Dit is een sessie uitgewerkt voor o de sessies zingeving in PZ Asster (Sirius (ouderenzorg) en Libra (afhankelijkheid)) o groepen bestaande uit patiënten die op zeer verschillende cognitieve niveaus functioneren. Binnen één groep zijn er dikwijls patiënten aanwezig die wel/niet kunnen lezen wel/niet kunnen schrijven zich al dan niet goed kunnen uitdrukken verschillende opleidingsniveaus hebben genoten … Hierdoor is er nood aan differentiatie in materiaal (prenten kiezen, woorden lezen, zinnen lezen, poëzie lezen, zelf iets opschrijven) en werkwijze (aanspreken van hoofd, hart, handen). Het is de bedoeling dat de sessie voor iedereen zinvol is, dat de cognitief sterken zich niet vervelen en niet voortdurend op de zwakkeren moeten wachten en dat de cognitief minder sterke personen niet het gevoel hebben uit de boot te vallen. De deelnemers proberen visueel in kaart te brengen hoe o zij de plek waarop ze momenteel staan, ervaren (huidige toestand). o de plek waarvan zij dromen eruit ziet (visioen/droom/toekomst). Wie wil mag deze ervaringen/bevindingen delen in groep.
THEMA’S:
reizen – zwerven – dolen – plek vinden verdwalen opstaan, vallen, staan, gaan, opgevangen worden nacht en dag, duister en licht, orde en chaos
BENODIGDHEDEN:
pennen, stiften grote blaren papier met vragen materiaal voor op tafel: gedichten, prenten, woorden, zinnen,… (verschillende dubbele exemplaren!) (zie bijlage) grote tafel waarrond iedereen kan zitten en waarop het werkmateriaal uitgestald kan worden
OPMERKING O.w.v. auteursrechten werden de foto’s uit deze sessie verwijderd. Wie deze sessie wenst te gebruiken, kan zelf afbeeldingen zoeken m.b.t. het thema. (vb. bomen, bossen, straten, bergen, woestijn, ijslandschap, stad, dorp, station, bus, muur, vogel in de lucht, akker, gras, plantjes, zand, stenen, strand, zee, kerk, moskee,…)
VERLOOP VAN DE SESSIE 1. namenrondje (5’) 2. werkwijze: a) Waar bevind ik me (15’) De tafel ligt vol gedichten, begrippen, vragen, tekeningen,… die met het onderwerp ‘tussen hier en nergens’ te maken hebben. De deelnemers worden uitgenodigd om kaartjes/tekeningen/gedichten waardoor ze zich aangesproken voelen/waarin ze iets van zichzelf herkennen, uit te kiezen. Iedere deelnemer ontvangt een groot blad met het opschrift: ‘Tussen hier en nergens. Waar bevind ik me momenteel? Wat is mijn huidige plek?’. [Verdere opdracht: ‘Probeer a.h.v. de foto’s, gedichten, woorden, vragen en zinnen die op tafel liggen een antwoord te formuleren op de bovenstaande vragen. Zoek elementen uit waarin je je herkent of waardoor je je aangesproken voelt. Durf out of the box te denken. Wees creatief. Je mag ook zelf dingen opschrijven.'] De deelnemers worden uitgenodigd om aan de hand van de elementen die ze uitgekozen hebben, een antwoord te formuleren op deze vraag. Ze mogen de uitgekozen elementen op een bepaalde manier op hun blad schikken, er dingen bijschrijven, antwoorden geven op de uitgekozen vragen,… Wie de opdracht snel af heeft, krijgt een tweede blad met het opschrift: ‘Tussen hier en nergens. Waar zou ik me willen bevinden? Van welke plek droom ik?’ De deelnemers werken deze vragen op dezelfde manier uit. b) Uitwisseling (35’) Wie wil mag vertellen wat er op zijn/haar blad staat. Waarom koos je voor die tekening, dat gedicht of deze begrippen? Leg uit en ga in gesprek.
3. afronding (5’)
TUSSEN HIER EN NERGENS WAAR BEVIND IK ME MOMENTEEL? WAT IS MIJN HUIDIGE PLEK? Probeer a.h.v. de foto’s, gedichten, woorden, vragen en zinnen die op tafel liggen een antwoord te formuleren op de bovenstaande vragen. Zoek elementen uit waarin je je herkent of waardoor je je aangesproken voelt. Durf out of the box te denken. Wees creatief. Je mag ook zelf dingen opschrijven.
TUSSEN HIER EN NERGENS WAAR ZOU IK ME WILLEN BEVINDEN? VAN WELKE PLEK DROOM IK? Probeer a.h.v. de foto’s, gedichten, woorden, vragen en zinnen die op tafel liggen een antwoord te formuleren op de bovenstaande vragen. Zoek elementen uit waarin je je herkent of waardoor je je aangesproken voelt. Durf out of the box te denken. Wees creatief. Je mag ook zelf dingen opschrijven.
De blaren vallen, vallen als van ver, als welkten in de hemel verre tuinen; Ze vallen met ontkennende gebaren. En in de nachten valt de zware aarde uit alle sterren in de eenzaamheid. Wij allen vallen. Deze hand zal vallen. En kijk je naar de andere: het is in alle. Maar Eén is er. Hij vangt dit vallen oneindig teder in zijn handen op. Rainer Maria Rilke
Ik loop waar ik val en mij op moet rapen. Geen boom en geen struik en geen horizon. Er hangen alweer stormen voor die zon. Ik wou dat ik één uur, één uur kon slapen. Heet mij toch welkom, wereld van vandaag. Of van vandaag niet dan misschien van morgen. Ik ga in mijn splinters en onweer verborgen en ga alleen en weet niet wat ik vraag. Maar ik wil de moed hebben tot het laatste, niet meer aan mij denken of aan die ander of aan wat mijn woorden aan zon terugkaatsten. Dood is hier. Ik wil zien hoe ik verander en of ik weggaan of alweer leven moet. Maar wil niet zonder zijn, niet zonder moed. Hans Andreus
Nevelheim
Kleine ballade Voor Lucebert
Er woonde liefde diep bij u in huis. De jaren maken hoeken in een mens, zodat hij eenmaal komt te staan ergens op een van god verlaten wegenkruis, waar hij geen richting weet. Hij is abuis. Eenzaam en leeg, zonder enig agens, bekruipt hem daar de fluisterende wens: ik ga weer op mijn schreden terug naar huis, Reeds hebben wind en regen uitgewist het spoor dat kronkelde door stad en land en staan de sterren anders dan voorheen. Maar 's avonds op een landweg in de mist verrijzen de kastelen aan de kant, die hij herkent tot in de laatste steen.
Ik loop maar in mijzelf verzonken met mijzelf de wegen zijn van glas de hemel is van ijzer. Ik weet niet wie ik ben ik weet niet wie ik was ik loop alleen maar men wordt nooit van iets iets wijzer. Er hangt een mist van licht ik loop met mijn gezicht mijn kleren en mijn huid het leven in en uit. H. Andreus
Gerrit Achterberg
vroeger was ze uitgestrekt nu nog een gevouwen duin glimlachen zegt ze is een act tegen de zwaartekracht tussen twee huizen door huilt ze schuilend of andersom zoals je bij een sjaal denkt aan de kou zo denkt ze aan het leven thuisgekomen haalt ze het speelplein onder de nagels van het kind vandaan raadt granaatappels juist op tv gaat slapen zo uitgestrekt mogelijk morgen is haar territorium weer twee voeten maat 38 groot
Maud Vanhauwaert
ze wou dat ze iets terugvond, een verlaten binnenhof, gestolen geld een handschoen waarin nog warmte over dat ze iets herkende: de geur op de trap de verschoten kleuren van de gevels ze wou het liever niet alleen op de trein, op de roltrap, in de straten schuin tegen het sneeuwen in ze wou liever storm op zee en niet verdwalen
Miriam van Hee
Tussen de lage kamer met het grote vuur en buiten, hoog verrezen en bevroren, is maar een dunne muur. En ‘k weet niet welke zijde ik moet toebehoren. Ik sta bij ‘t raam en ruik het dun beslag van kou, langs ‘t glas, waar ik zoveel van hou. De sterren sidderen in onzichtbre netten, zij zijn zo licht, zo schuldeloos en vrij, fonklend verkerend in hun trotse wetten. En ik weet niet wat mijn eigenlijke wetten zijn, ik zoek een ver, onmenselijk en zeker teken uit deze wildernis van pijn en zelve ben ik te verward, te warm, te klein.
M. Vasalis
Ik wil het altijd weer: wonen in een dik huis, mij warmen aan heilig vuur. Maar ik sta op open land, geen mens of dier om mij heen, de wind van het licht in de rug. Ik kan niet terug.
H. Andreus
Eerste liefde
Zeventien. - 's Avonds viel voor 't eerst een ster voor je venster in drie wensen uiteen: schittertranen op een wereld van steen. Maak me mooi. Laat me beven. Breng me ver. En de dagen werden opeens een strand om blootsvoets op te dansen. Nergens kon een rok wijder staan dan jouw horizon, en de appel zon trilde in je hand. Maar je stelde de beet wervelend uit voor het reiken naar lucht, vluchten van grond. Ogen had je en benen; nog geen mond. Adem was je en dorst; nog geen besluit. De zee en één duin maar hebben je zien uitduizelen: vogelvrij zeventien.
Michel van der Plas
Als je zelf nergens woont moet je altijd als je slapen wil aanbellen bij mensen die wel ergens wonen. Maar als nou niemand opendoet of ze hebben geen logeerbed en de bank is voor de hond? Dan moet je buiten in de regen in de wind in de put zitten huilen op de stoep. Komt er plots een schrijver langs. Verzint die een verhaal voor jou, schrijft hij jou een boek kado, een sprook om in te wonen. Huis van woorden, dak van taal, lees maar lang en wees gelukkig Tim Gladdines
Zwerven Ik zwerf maar voort, maar ja, dat wou ik, ik vind geen rust, maar waarom zou ik? Dus zwerf ik voort zo lang ik kan, en rust? Nou ja… wat is dat dan?
Toon Hermans
In je hoofd kun je alles. Fietsen naar de maan, op de wolken staan. Strelen met je handen los, lopen door een donker bos. Vechten als een tijger, dansen met een elf. Afscheid nemen zonder tranen. Alles gaat vanzelf.
Theo Olthuis
De voetstappen die ik achterlaat zijn bezit van de grond. Mijn leven is van het verleden. Mijn woord is in de monden van anderen. Ik ben niet. Ik was. Zo is het met alle dingen. Jan Arends
We groeien door de tijd met onze reusachtige voeten maken de wereld klein met onze reizen dat maakt ons groot als goden de tijd zit in ons hart de ruimte op zak, in ons hoofd. Een kamer is een doos die ons bevat maar wij omvatten het huis wij varen uit in het donker ontsteken de nacht met onze dromen.
Fetze Pijlman
Reizen
zwerven
Dolen
plek vinden
verdwalen
Opstaan
vallen
Staan
gaan
opgevangen worden
Nacht
dag
Licht
duister
orde
Chaos
reiziger
Zwerver
doler
op mijn plaats staan
stil staan
ergens naartoe gaan
richtingaanwijzer
weg
wegen
Volgen
tegen de richting in
belangrijk gebouw
belangrijke plaats
licht
Schaduw
ochtend
Avond
middag
uur
Minuut
seconde
Ik sta recht op mijn voeten.
Ik lig op de grond.
Ik spring in het rond.
Ik ben juist gevallen en krabbel (moeizaam) terug recht.
Ik val.
Ik word opgevangen.
Ik ga ergens naartoe.
Ik ga nergens naartoe.
Ik beweeg.
Ik sta stil.
te voet
fiets
auto
Trein
vliegtuig
Boot
Mijn voeten stappen stevig in de aarde.
Mijn stap is licht.
Ik loop snel.
Ik loop traag.
Ik huppel.
Ik loop bedachtzaam.
levenstocht
Gerust
zenuwachtig
Angstig
vrolijk
verdrietig
vogelvrij
Hoe ziet de grond waarop ik me bevind eruit?
rennen
vluchten
Dromer
Reizen
zwerven
Dolen
plek vinden
verdwalen
Opstaan
vallen
Staan
gaan
opgevangen worden
Nacht
dag
Licht
duister
orde
Chaos
reiziger
Zwerver
doler
op mijn plaats staan
stil staan
ergens naartoe gaan
richtingaanwijzer
weg
wegen
Volgen
tegen de richting in
belangrijk gebouw
belangrijke plaats
licht
Schaduw
ochtend
Avond
middag
uur
Minuut
seconde
Ik sta recht op mijn voeten.
Ik lig op de grond.
Ik spring in het rond.
Ik ben juist gevallen en krabbel (moeizaam) terug recht.
Ik val.
Ik word opgevangen.
Ik ga ergens naartoe.
Ik ga nergens naartoe.
Ik beweeg.
Ik sta stil.
te voet
fiets
auto
Trein
vliegtuig
Boot
Mijn voeten stappen stevig in de aarde.
Mijn stap is licht.
Ik loop snel.
Ik loop traag.
Ik huppel.
Ik loop bedachtzaam.
levenstocht
Gerust
zenuwachtig
Angstig
vrolijk
verdrietig
vogelvrij
Hoe ziet de grond waarop ik me bevind eruit?
rennen
vluchten
Dromer