NATIONALE BANK VAN BELGIE
TUDSCHRIFT voor Document atie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELUKS
Departement Studiën e n Do c u m e n t a t I e
I
XXXIIC Jaargang, Deel I, Nr 5
Mei 1957
Dit tijdschrift wordt ala objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank.
INEOUD : De elasticiteit van de geldhoeveelheid, door de H. P. Dieterlen - De jongste ontwikkeling van de economische
toestand in Belgie - Rentenlonds : Versiag over de verrichtingen van het jaar 1956 - Literatuur betreffende de monetaire en flnanciöle toestand van Belgie - Economische wetgeving - Gratleken van de economiscke toeS stand van Belgie - Statistieken.
DE ELASTICITEIT VAN DE GELDHOEVEELHEID door de H. P. DIETERLEN, Besearch-directeur aan Itet
Centre National de la Recherche Scientifiqne >> te Parijs.
I. - Kwantiteitstheorje en monetair evenwicht. 1. De aloude discussie over de kwantiteitstheorie van bet geld (1) is nog steeds niet volledig gestild. Om ons tot een recent verleden te beperken, waren in de schoot van de Franse school de meest markante voorstander en tegenstander de betreurde Bertrand Nogaro en Charles Rist. De eerste had bet bij het rechte eind op korte termijn, de tweede op lange termijn (2). De kwantiteitstheorie wordt op korte termijn bijna steeds door de feiten gelogenstraft, terwiji ze op lange termijn in grote trekken wordt bewaarheid. Ze geldt min of meer in de onderontwikkelde landen (3), terwiji ze in de outwikkelde volkshuishoudingen nog riauwelijks te onderscheiden valt. Voor zover het debat thans nog actueel is, heeft hat terrein waarop bet zich beweegt zich tegelijkertijd verengd en uitgediept : sedert Wicksell en bij de meeste hedendaagse geldtheoretici wordt het gevoerd rond het centrale begrip van bet monetaire evenwicht. Dit is een zeer vruchtbaar begrip, te (1) Cf. Paul Lambert, e La théorie quantitative de Ia monnaie a, Parija, 1934. (2) Bij afwezigheid van elke structuurwijziging. (3) Cf. Alexandre Chabert, a Structure éconornique et théorie monétaire a, Parijs, 1956.
- 333
oordelen naar bet aantal en de hoedanigheid van de werken die daaiaan, sedert Myrdal, werden gewijd en waarvan de studie van Prof. de Jong, die in dit Tijdschrift werd gepubliceerd (1), naar ons weten de baste bijclrage is. 2. Het begrip monetair evenwicht hangt samen met dat van de elasticiteit der geldhoeveelheid, d.w.z. van de gecombineerde elasticiteiten van liet geldaanbod en de geldvraag.
De elasticiteit van het geldaanbod houdt verband met de structuur van het geld- en bankwezen. Historisch gezien, betekent de overgang van bet metaal geld naar bet inwisselbaar chartaal geld, en vervolgens naar bet niet inwisselbaar cbartaal en giraal geld, even zovele etappes van een star naar een steeds soepeler geidsysteem. Eens dat de geldschepping volledig los staat van elke band met een metaalbasis of met welke geldstandaard ook en made door de wisseiwerking van kredieten en depo(1) Cf. E. J. de Jong : C Statistisehe methoden voor het onderzoek van de anonetaire toestand a. Overdruk uit maart- en aprilnummers 1956. Alhoewel deze studie hoofdzakelijk de Nederlautlse monetaire theorie behandeld, die trouwens zeer rnerkwaardig en in het buitenland al te weinig gekend is, vervijst ze expliciet naar de belangrijkste stellingen die elders over gelijkaardige puriten werden uitgewerkt. In dat opzicht moet ze ala volledig beschouwd worden.
sito's, m.oet de elasticiteit van bet geldaanbod als one indig beschouwd worden tegen de geldende rentevoet (1). Zij wordt slechts beperkt door de verwachte ontwikkeling der rentevoeten (2) en door de elasticitezt van de geldvraag, die de hoofdregulator (3) van de geldhoeveelheid is geworden. 3. Hoe gebeurt flu deza regeling? Deze vraag wordt bet meest nauwkeurig beantwoord in bet belangrijke werk van Don Patinkin (4) die de verspreide formuleringen van de meest vooraanstaande geldtheoretici bij eenbrengt, kritisch onderzoekt en verrijkt. De werkelijk zeer restrictieve voorwaarden van tie kiassieke monetaire analyse, haar over het algemean miskend verband met de economiscbe analyse in ruime zin zoals ze door Hicks (5) werd bepaald, worden er duidelijk in bet licbt gesteld. De bijdrage van de eminente professor aan de Universiteit to Jeruzalem, die zonder aarzelen de gebruikelijke, doch verkeerde dichotomie (invalid dichotomy) tussen geld en goederen verwerpt, bestaat erin de substitutie- en inkomenseffecten van Hicks te combineren met wat hij het effect der redle kasvoorraden noemt (real balance effect) (6). Wanneer hat geld neutraal is, is de elasticiteit van de geldvraag volstrekt gelijk attn .1 en neemt de evenwichtskromme van de geldmarkt de vorm aan van een regelmatige byperbool (7). Wij zullen de talrijke beschouwingen terzijde laten die de auteur ertoe leidden deze vaststelling te nuanceren, na ze nauwkeurig te bebben omschreven, daar zij het opzet van onderbavige bijdrage to buiten gaan. Doorheen gans zijn uiteenzetting houdt hij zich aan de veronderstelling van de volmaakte verwacbting, want : < eens de Pandoradoos der verwachtingen en der ouzekerheid geopend... kan om het even wat gebeuren (8). 4. Dit x om hat even wat >> leant zich gewis niet (1) Mening over bet algemeen aanvaarcl door de theoretici en waarvan Hayek de oorsprong toekent aan Joplin (1803). Cf. Price and production, London, 1935. Het gaat hier otn bet kredietaanbod in verhouding tot de geldhoeveelheid. in de hierna volgende b1adziden zal de verhouding gemaakt worden tussen (Ic elasticiteit en de schoinmelingen van het prijsnlveau of van het nominaal inkoinen, of wel tussen de elasticiteit en de schominelingen van de rentevoet. Daze verschillende bete. kenissen van het begrip elasticiteit zijn gebruikelijk. Het onderseheid Inag echter niet uit het oog worden verloren. () Daar de eventuele stijging der rentevoeten de banken aan verliezen 01) hun portefeuille blootstelt, zal bet vooruitzicht van een dergelijke stijging ipso facto een kredietheperking met zich brengen. Dit geldt in hat bijzonder voor de Angelsaksische bankstelsels waar een gedeelte der deposito's belegd wordt in langlopende overheiclsfondsen. (3) In die zin dat mle geldoverheid haar controle nitoefent, en meer in het bijzonder haar kwantitatieve controle, volgens de wijze waarop de lopende geldvraag naar haar oordeel moat worden geinterpreteerd. (4) Cf. Don Patinkin, s Money, intrest and prices a, Evaston, (Ill.), White Plain (N.Y.), 1950. (5) In a Value and Capital a. Het laatste werk van Hicks, a A Revision of Demand Theory a, Oxford, 1956 werd gepubliceerd na bet werk van Don Patnkin, doch doet blijkbaar niets af van dazes besluiten. (6) Dit is de invloed van de schommnelingen van het prijspeil op de reOle waarde der kasvoorraden en de aalipassingen die emit voortvloeien. (7) Don Patinkin, op. cit., hlz. 44. (8) Op. cit., blz. 180.
tot de nauwkeurige formuleririgen waarvoor tie schrijver veal talent en voorliefde ecu de dag lcgt. Is zulks can reclan orn hat over bet hoofd te zien en om de monetaire analyse to beperken tot can kader waaruit can der wezenlijke functies van het geld wordt gesloten, die functie welke bet geld juist zijn neutraal karakter ontneemt, het in ieder geval actief maakt : zijn functie van onzekerheid 2 Vaider zullen wij meer uitleg geven over de zin die hieraeu moat worden gehecht, zonder achter can positiave bijdrage te willen leveren tot de nog zeer onvolmeakte theorie der wisselvallige keuzen. Wet men er ook over denke, er ligt can nict to ontwijken moeilijkheid in hat fait dat hat gebruik van hat geld varbondcn is can de wisselvallige keuzen; het is uiteraard hat gevolg van dergelijke kauza. Hat geld verplicht als hat ware op ieder ogenblik diagene die hat bezit, tot tie keuza tussen besteden of oppottan en, in hat cerstc gavel, besteden am to verbruiken of om ta invasteren. Gegeven (le steeds terugkerande gelegenheden tot bestedan, is de niet-besteding evenzear can steeds herhealde keuze, evengoed als tie geririgste bestading. Hat aanhouden van geld drukt ecu optic nit dat werkalijk wordt uitgaoefend en dat zicb steeds hcrhaalt. Wanneer men in die zin ken spreken van inactief geld of inactieve kasvoon:aden, dan gaat het bier cm een door de geltibezitter gewilde inactiviteit, die hat bewijs levcrt van ziju actief economisch oordeel. Hier moat immers can misvarstand word an uit do wag geruimd : can febriek die niet wcrkt, is teehnisch inactief; ecoiiomisch is zij wel actief omdat hear uitschakeling do vorming van hat inkomen beInvloedt; zij oefcnt als hat ware cart negatieve activiteit uit (1). Dit is eveneens hat gavel mat da geldoppotting : impliciteit stunt iedere inectieve kasvoorraad gelijk hetzij met can fabriak die niet of in ecu vertraagd tempo •werkt, d.w.z. met ecu vermindering of can klcinare verhogung van tie unvesteringen, in volume zo er onvollediga tewcrkstalling hearst, in nominale waarde zo er volledige tewerkstelling bestaat, betzij mat ecu vermindering of ecu kleinere verhoging van hat verbruik near hoeveetheid of naar waarde, hetzij met al die varschijnscleu tegelijk. Omgekeard, brengt ieclere ontpotting of, zo mcii hat verkiast, iedere omzettung van inactieve kasvoorraden in actief geld tegenovargestalde gcvo]gen met zich; zij is can positieve activiteit, met als gevolg can ontwikkeling van inflatoire card bij volledige tawerkstelling, zonder belangrijke prijsstijging bij onvollcdige tewerkstelling. Doch hat dient onderstreept dat hat geld in beide gevallen actief is; het kau nict als nautraal wordeu bestcmpeld (2). A. (1) Ret salnengaan van beide woorden lijkt strijdig te zijn net de klassieke logica. Dc hedendaagse micro-fysica doet echter hetzelfde waar zij het heeft over de negatieve enemgie. Dit dualisme, dat ertoa leidt de aristoteliaanse logica te herzien, beantwoordt beter aan de inenselijke gedragiugen en aan hun d ialectisch kamakter. (2) Dc neutmaliteit van het geld is slechts wederzijdse nantralisatie van actieve effecten in tegenovergestelde richting.
334 -
fortioi'i speelt bet krecliet steeds een actieve rol positief bij zijn aanwendiug, negatief bij ziju terug betaling. 5. Uit dien hoofde cii zoals do best uitgewerkte clef inities (1) bet trouwens aantonen, wordt bet monetair evenwicht statisch dan ook slechts bereikt wanneer do geldontpotting en do kredietverlening enerzijcls, de geldoppotting en do kred i etterugbetaling anderzijcls, op een gegeven peil van het redle inkomen aan elkaar zijn aarigepast (2), en dynemisch, wanneer dezelfde aanpassing geschiedt tijclens én of verscheidene achtereenvolgende perioden, rekening gehouden met de veranderingen van bet redle inkomen of produkt.
In tie hierna volgende uiteenzetting vet'wizen we naar onclerstaande vergelijking van tie H. J. G. Koopmans C+S+M=C+I+AII, (3)
waai.in C hot verbruik (consumption), S hot sparen (saving), M het actieve geld (en niet tie totale geldhoeveelheid), I do investei.ingen en L do inactieve kasvoorraden (liquiciitaiten) voorstellen. In die vergelijking is C per definitie neutraal. Zo C+I=C+S, den is 1=5 en AAI=AL (4). Near do formule van de H. Koopmans, bestaat er een versohil tussen bet monetair evenwicbt en hot inkornensevenwichf. Zoals de H. de Jong (5) er do nadruk op legt, ken or monetair evenwicht zonder inkomensevenwieht bestaan, doch er kan goon inkoniensevenwicht, d.w.z. C + I = C + 5, zijn zonder monetair evenwicbt. < Het inkomensevenwicht is eeii speciaal geval van het monetair evenwicht >> (6). In tegenstelling met hot micro-economisch evenwicht van do kiassieke statica, is bet monetair evenwicht, zoals ieder macro-economiseli evenwicht, in wezen niet .stabiel. ledere toevallige afwijking van eon aanvankelijke evenwiehtstoestand zal bet systeem voeren tot eon verscbillencie evenwichtstoe(1) In al vat hierna volgt eu ten einde c1e analyse noch ingewikkcld, noch uitermate breedvoerig te maken, wordt bet systeein ale een gesloten geheel opgevat en de betalingsbalans huiten beschouwing gelaten. Dc bewegingen van deze laatste zouden trouwens onze besluiten niet wijzigen. (2) Zulks betekent met dat zij elkaar cornpenseren. Verder zal blijken in welke zin de aanpassing dient opgevat (para. graaf 29). (3) Cf. J. G. I{oopmans, a Zum Problem des neutralen Geldes a, in Bcitragc zur Gcldthcoric, 1933. (4) Cf.De Jong, op. cit., blz. 5, noot 1. Zoals de H. Goedhart het onderstreept, komen her alleen in aanmerking de spontanc geidsehepping en ontpotting enerzijds, de spontane gehlvernietiging en oppotting anderzijds. Dc veranderingen van dezelfde geinduceerde grootheden door inflatie of deflatie zijn daarentegen een aspect van onevenwichtigheid of. C. Goedhart, a Monetair evenwicbt en betalingsbalansevenwicht als doelstellingen der economische politicka, Tijdschrift voor Documentatie on Voorlichting, juli 1955, blz. 3. (5) Cf. bovengenoemd artikel, blz. 6. (6) In verband met de ontledingen van bet Nederlands Centraal Plavbureau wijst schrijver op ecu andere verwarring die vaak heerst tussen monetair evenwicht en betalingsbalauseveuwicht. In werkelijkheid zijn dit twee verschillende problemen.
stand (1). Bovendien, dam: bier hot enige evenwieht van betekenis het ex-aute - evenwieht is (Myrdal) en bet ex-postevenwicht per definitie steeds is verwezenlijkt, wordt eon evenwicht in do voile betekenis van bet woord, d.w.z. de cx-antecompensatie tier betrokken grootheden, zuiver toevallig verkregen; cut betekent dat dit evenwiclit bijne nooit strikt woi.cit bereikt wegens do correctieve of versterkende gevolgen die zicli voordoen wanneer uitgogaan wordt van een feitelijke onevenwichtigheid. Die effecten zijn driedrlei of bet actieve geld (M) groeit aan en de inactieve kasvoorraden (L) verminderon; dit is het inflatieversterkende effect (2) - of do actiove geidhoeveelbeid vermindert en tie inactieve kasvoorraden vermeertieren; dit is bet ticflaiieversterkende effect; - of de actieve geidhoeveelbeid en de inactiove kusvoorraden veranderen in dezelfde richting (3) dit is, zoals voider in doze studio zal blijken (4), hot coirccfzevc of evenwicht-bevorderende effect. Do elasticiteit van do geldhoeveelheid vloeit voort uit bet afwisselend optreden van een dier drie effect en. II. - Geldhoeveelheid en haar motiveringen. 6. Al Nvie do monetaire statistieken interpreteerde, woes op do moeilijkheid om in hot arsonaal der cijfers eec aanvaardbaar eriterium to vinden. Hiermee wordt erkend dat do desbetreffende theoriedn zich niet lenen, tenzij met een grote benaderingsmerge tot statistiscbe verificatie (5). Meer dan de cijfers zeif is hun onderling aangetrokken zijn (leur gravitation) betekenisvol, m.a.w. bun veranderingen de one t.o.v. de andere, zoveel mogelijk ontdaan van toevallige of struoturele wijzigingen. Zo zijn by., om bij eon hoofdgrootheid to blijven, de nominale veranderingen van de geldhoeveolheid sedert een twintigtal jeron aanzienlijk geweest. Wanneer men ze beschouwt in functie van tie gewone grootheclen zoals nationaal produkt en inkornen, algemeen prijspeil, toont de geidhoeveelheld afwijkingen can, niet t.o.v. eon niet te achter(1) Cf. Don Patinkin, op. cit. blz. 189. Prof. Goedhart, in vorengenoemd artikel, neemt een meer geschakeerd standpunt in : hij maakt ondersoheid tussen omkeerb are evenwichtsverstoringen, by. voortvloeiend uit een abnormale en tijdelijke voorraad vorni ing, en niet omkecrba re verstoringen. Die tegenstelhng, welke aanvaardbaar is als nuttige benadering voor een economisch-politiek oordeel, is het niet vanuit het standpunt der analytisehe precisie. Rekening gehouden met de onderlinge afhankelijkheid der hetrokken verschijnselen en gelet op het feit dat hat geld niet neutraal is, keert bet monetair evenwicht nooit joist naar zijn vroegere stand terug. Men kan this niet van een stabiel evenwicht spreken. (2) Laten svij crop wijzcn dat het bier uitsluitend gaat om cen versterkeiid effect en niet om bet totaal inflatoir effect. Dit ]aatste zal slechts terloops in deze studie worden aangeraakt. We betwijfelen overigens of die analyse ooit grondig werd gedaan. (3) Docb nict noodzakelijk op gelijke wijze. (4) Cf. paragraaf 29. (5) Cf. Goedhart, hovengenoemd artikel, blz. 4.
- 335 -
halen evenwicht, doch tegenover een bepaalde basisperiode. Ten opzichte van die basiscriteria zal de geldhoeveelheid flu eens groter dan eons kleiiier ziju en men zal die verschillen trachten to verkiaren. Laten wij maar dadelijk bekonnon dat zuiks een ingewikkeld en ten dele onoplosbaar probleem is, doch niet vat de voornaamste onbekenden ervan betreft. Immers, ofschoon de niet omkeerbai'e verancleringen van structurele oorsprong en de toevallige en kortstondige veranderingen niet duidelijk kunnen onderscheiden worden, zijn ze voor een analyse op korte termijn niet van beslissende betekenis. De meest belangwekkende bewegingen ziju van conjuncturele aard. Zij houden verband met do cigen elasticiieit van de geidhoeveelbeid. Het zijn derhalve de kenmerken van die elasticiteit welke nader dienen onderzocht en welke het voorwerp van onderhavig artikel uitmaken. 7. Eeri beginmoeilijkheid ligt in do bepaling zeif van de geldhoeveelheid. Welke grootheden moeten hieronder worden begrepen of welke moeten hieruit worden geweerd ? Zullen alleen de primaire liquiditeiten in aanmerking komen geld + dadelijk opvraaghare deposito's met inbegrip van do postrekeningen P De secundaire liquiditeiten : termijudeposito's, spaardeposito's, deviezen, dadelijk mobiliseerbaar overheidspapier, datgene wat do Engelsen near money >> heten P De terfiaire liquiditeiten, d.w,z. de vermogensbestanddelen die op do kapitaalmarkt kunnen verhandeld worden? Dit hangt af van het doel van do analyse, alsook van de omstandigheden. lElet is hekend welke grote betekenis op zekere ogenblikkon werd gehecht aan hot probleem der iegeldemaking van de schatkistbons, d.w.z. do plotselinge en massale aangroei van primaire liquiditeiten voortvloeiend uit do secundaire liquiditeiten. Dergelijke voorbijgaando moeilijkheclen houden echter meestal verband mef de niet-aanpassing der rentevoeten, met con buitensporige goedkoop-geldpolitiek. Ze kunnen overwonnen worden, hetzij door een politiek van miridergoedkoop geld (1) (zoals dit sedert 1951 in do Vorenigde Staten hot geval is), hetzij door eon gedeeltelijke consolidatie der betrokken secundaire liquiditeiten (zoals dit in Frankrijk sedert september 1948 hot geval is met do instelling van do zogenoomde s planchers d'effets publics )>). Omgekeerd is hot niet zeker dat de postrekeningen zich juist op dezelfde wijze gedragen als do bankdeposito's, waaronder vooral do deposito's ontstaan uit debetsaldi in rekening-courant of uit welko andere krediotverrichting ook. Do postrekeningon dienen vooral voor transactie- of voorzorgsliquiditeiten. 1)o rekening-courantsaldi bij do banken worden ook gebruikt - en soms in sterke mate - voor speculatieliquiditeiten. Zij zijn dan ook mindor constant. Wij raken hier echter eon der wezenskenmerken van (1) Hetgeen niet wil zeggen
duur
geld.
bet probleem aan dat zal worden behandeld on waarop wij verder zullen terugkomen (1). Hoe ruimer het bogrip geldhoeveelheid wordt gomaakt, hoe moeilijker het valt de cijfers in to delén, al was hot maar om dubbeltellingen to vormijden, hoe kieser ook hun interpretatio wordt. In hot hiernavolgond betoog en behalve bij uitdrukkelijke vermelding, zullen wij one houden aan do enge betekenis van do geldhoeveelheid, d.w.z. het chartalo geld plus de dadelijk opvraagbare deposito's. Dit is ook do meest gangbare opvatting. 8. Welko ook do grens zij die men aan de geldhoeveelheid stelt, do echte dichotomie van do geldhoeveelbeid is niet do tamelijk formele die steunt op de liquiditeitsgraad, doch die welke do motieven onderscheidt waaraaLl do liquiditeitsvoorkeur (2) beantwoordt. Hoewel wij bier niet meer zullon blijvon stilstaan bij eon thema dat reeds word afgezaagd, vooral wegens do kritiek waartoe het aanleiding gaf, lijkt ons de Keynesiaanse dichotomie tussen transactio- en voorzorgsliquiditeiten (L 1 ) en speculatioliquiditeiten (L 2 3) fundamenteel, want zij beantwoordt aan twee types van gedragingen, die in zekere zin elkaar aanvullen doch in eon andere zin bijna togenover olkaar staan. Hot transactiemotief steunt, zoals bekend, op de vertraging tussen do vorming en do aanwending van bet jnkomen. Het houdt verband met hot mechanicme van het inkomen. Hot voorzorgsmotief houdt verband met do afwezigheid van een kapitaal dat desnoods onmiddellijk kan worden gemobiliseerd, welke afwezigbeid zelf meestal gebonden is ann de aard van het inkomen. Niet alleen is de loonarbeider als zodanig geen kapitaalbezitter, doch wanneer hij van een zeker fortuin geniet, dan is hij meestal eon bescheiden kapitalist, die weinig vertrouwd is met kapitaalbeleggingen, weinig geneigd tot speculeren on weinig geschikt om to ontlenen (4). Hieruit volgt dat zijn liquiditeiten beheerd worden in functie van zijn lopende behoeften en inkomens. De transactieen voorzorgsmotioven zijn dan doorsiaggevend. )
(
Do kapitaalbezitter daarentegen is eon speculant uit roeping. Bestonden or in de XIX eeuw renteniers die er alleen op bedacht waren regelmatig hun coupons to incasseren, dit soort is hoden ten dage verdwenen. De kapitalist die thans niet waakzaam (5) is, gaat op korte tijd ten onder. Eon wijs vermogenshierna paragraaf 8. (2) Om de reclenen die we zullen uiteenzetten, lijkt ons bet aforisme van Hicks, waarbij a do geldvraag zelf uiteraard steeds speculatief is s (Cf. Valeur et capital, Franse vertalmg, Parijs, 1956, blz. 50) juist, doch jets te beknopt. (3) Volgens de Keynesiaanse thans klassiek geworden begrippen. (4) Het verbruikskrediet is met onze zienswijzc niet in strijd, in die zin dat de aankoop van een huisboudapparaat of van een duurzaam verbruiksgoed het tegengestelde is van can speculatie. Overigens vertegenwoordigt zelfs in de Verenigde Staten bet verbruikskrediet slechts een klein deel van de kredietmassa. (5) Persoonlijk, of door tussenkomst van een Investment Trust, of van een specialist. (1) Cf.
— 336 —
beleid is veel renderender dan de lopende inkomsten die bet inkomen versehaft, daar deze inkomsten lager en soms veel lager ziJn dan de valorisatie van bet kapitaal die uit oordeelkundige arbitrageverrichtingen kan verkregen vorden (1) of, in minder gunstige conjunctuuromstandigheden, dan de germgere waardevermindering. Kortom, de kapitaaimutaties hebben op verre na de overhand op bet inkomen. Bovendien rekent de kapitalist, in de voile betekenis van bet woord, niet op zijn inkomen voor zijn levensonderhoud. Onder bepaalde omstancligheden, bij voorbeeld in periode van open inflatie, geldt die zienswijze zowel voor de bedrijven als voor de particulieren. De bedrijfswinst telt dan minder mee dan die speculatiewinst. Daaruit volgt dat voor de kapitalist-speculant of voor de ondernemerspeculant het lopende inkomen bijkomstig is; de valorisatie of aithans de instandhouding van bet kapitaal is zijn eerste bekommernis hij redeneert in termen van kapitaal. Daarmee is ecbter nog niet alles gezegd als kapitaalbezitter die gewoon is met kapitalen om te gaan, kan hij krediet opnemen en het aanwenden. Zoals Sebumpeter (2) het zegde, is hij de typische debiteur. Wij zullen eraan toevoegen dat bij ontleent omdat hij rijk is. Daar bet hem niet aan secundaire liquiditeiten ontbreekt, kent hij het voorzorgsmotief niet. Vermits zijn lopende uitgaven weinig te betekenen hebben vergeleken met zijn kapitaalverrichtingen, speelt bet transactiemotief in engere zin een beperkte rol. Daarentegen zijn zijn kasmiddelen strategisch speculatieliquiditeiten. 9. Bij elk goed kasbeleid (3) worden de transactieliquiditeiten als een last beschouwd; zij word en dan ook tot een minimum beperkt. Per definitie beantwoorden zij aan de lopende betalingsnoodwendigheden bij een gegeven omzetcijfer; bun omvang wordt dus bepaald door bet volume van de bedrijvigheid en door bet prijzenpeil, buiten welke andere beschouwing ook, zoals rentestand. Daar zij helemaal gedetermineerd zijn, zijn zij geen determinerende factor bet geld dat door de transactiekasvoorraden vloeit is neutraal. Hetzelfde kan gezegd worden van de voorzorgsliquiditeiten. Micro-economiscb zijn zij weliswaar onderhevig aan plotse verminderingen wanneer één der toevallige gebeurlijkheden waarvoor ze werden aangelegd, zich vootdoet. Macro-economisch echter, gehoorzamen deze laatste aan de wet der grote getallen. De gedraging van de globale voorzorgsliqui(1) Dit punt is welbekend. De meest vooraanstaande theoretici op reonetair gebied hebben reeds lang op het belang hiervan gewezen. Cf. Albert Aftalion : Les Fondements du .cocialtsme, Parijs, 1923, blz. 128. Vanzelfsprekend ook al de latere nionetaire analyses. (2) Weliswaar in een andere analyse waarin een duidelijk onderseheid wordt geinaakt tussen de ondernemer en lie kapitalist. Maar lit onderseheid, dat trouwens niet zeer realistisch is, is voor onze -uiteenzetting zonder belang. (3) Wij zullen nocht.ans verder zien (cf. paragraaf 31) dat goed beheerde kasvoorraden uitzondering zijn.
diteiten is zo regelmatig als die van de transactieliquiditeiten, waarmee zij gebeel kunnen gelijkgesteld worden. Dit geldt althans in normale tijden. In buitengewone omstandigheden, bij voorbeeld in geval van hyperinflatie, worden de voorzorgsliquiditeiten aangetast en hebben ze een neiging z icheals speculatieliquiditeiten to gedragen, d.w.z. to verdwijnen. Het voorzorgsmotief zou aldus als een hybridisehe categone dienen beschouwd, die meestal dicht bet transactiemotief benadert, doch desgevallend door speculatie wordt aangetast. 10. Na de geldhoeveelheid to hebben bepaald, kunnen wij thans, in bet licht van voorgaande
beschouwingen, de inactieve liquiditeiten (L) omschrijven : zij zijn in wezen voorzorgsliquiditeiten tot bet ogenblik waarop én der gebeurlijkheden waarvoor zij werden aangelegd, zieb voordoet en zij aanleidiug geven tot een transactie en hierdoor momenteel in actief geld (M) worden omgezet. Zij zijn anderzijds speculatieliquiditeiten tot bet ogenblik waarop de liquiditeitsvoorkeur die tot bun ontstaan aanleiding gaf, de plaats ruimt voor de omgekeerde voorkeur. 11. Waaruit bestaat ecbter deze laatste ? Zij is
arbitrage van primaire liquiditeiten tegen relle goederen of waarden (roerende of andere) die met redle goederen gelijk to stellen zijn. Zij veroorzaakt, naar de uitdrukking van H. Neisser, een zuivere vraag (reine Nachfrage) waarvoor geen onmiddellijke tegenwaarde bestaat, vermits zij toegevoegd wordt aan de lopende vraag die staat tegenover een gegeven lopend aanbod, waarop zij een opbod uitoefent. Zodoende zet zij een liquide kapitaal in geinvesteerd .kapitaal om door aanwending van een deel van bet beschikbaar lopende inkomen. De transact,ies, gevoed door de speculatie]iquiditeiten, wanneer bet hierin begrepen inactieve geld in actief geld wordt omgezet, zijn dus kapitaaltransacties (1) met bet oog op de valorisatie of de instandhouding van bet kapitaal of, in meer algemene termen, op het kapitaalbeleid. Waar transactieen voorzorgsliquiditeiten functioneel verbonden zijn met de vorming en de aanwending van het inkomen, zijn de speculatieliquiditeiten het met het kapitaal. Deze laatste ziju slecbts can bet inkomen verbonden in de mate waarin bet kapitaal zeif inkomen vormt en ziju waarde gelijk is can een toekomstig vervacbt inkomen (Irving Fisher). Daarom ook zijn de speculatieliquiditeiten op veel engere wijze gebonden aan de rentevoeten dan de transactie- en voorzorgsliquiditeiten. Terwiji deze laatste weinig gevoelig zijil aan de rentevoet en er baast niet op inwerken, is dit des to meer bet geval met de (1) Die transacties dienen afzonder!ijk beschouwd alleen reeds omdat zij niet rechtstreeks tot de vorming van het
itikornen bijdragen. In die zin, cf. F. W. Paish : s Open and Repressed Inflation s, Economic Journal , september 1953, b!z. 527-552.
- 337 -
speculatieliquiditeiten binnen de grenzen die wij verder zullen verduidelijken (1). Die tegenstellingen golden vanzelfsprekend slechts op korte termiju. Op lange termiju echter verdwijnt bet onderscheid tussen kapitaal en inkomen en beeft het begrip monetair evenwicht niet veel zin meer. Volledigheidsb1ve en om de scbakeringen duide1ijker to doen uitkomen, kan men stellen dat, met betrekking tot bet monetair evenwicht op korte termijn, de transactie- en voorzorgsliquiditeiten rechtstreeks van het inkomen en onrechtstreeks van het kapitaal afhangen, terwiji de speculatieliquiditeiten direct gebonden zijn aan bet kapitaalbeleid waarvan zij een integrerend deel uitmaken en, indirect, aan do latere vorming van bet inkomen dat van bet kapitaal wordt verwacht. In ieder geval dient onderstreept dat, terwijl de transactie- en voorzorgsliquiditeiten passief de invloed van de omgeving ondergaan, de bouders van speculatieliquiditeiten die omgeving interpreteren, ze soms gebeel scbeppen en er meestal op reageren. In die zin zijn do matorieel inactieve Iiquiditeiten, vanaf hun ontstaan tot bun verdwijning, actief en ze blijven het steeds; ze zijn meer determinerend dan gedetermineerd. Zo een verstoring van bet monetaire evenwicht zich voordoet, dan moet zij in de eerste plaats aan die liquiditeiten worden toegesebreven.
III. - De inthviduele geldvraag. 12. Een geldeconomie, waar slechts transactieen voorzorgsliquiditeiten zouden bestaan, wijkt niet of van de normen der kwantiteitstheorie in de zin van Tooke. Do geldvraag zou zich aanpassen aan iedere verandering van de inkomens en van do prijzen, binnen de termijnen die eigen zijrl aan de inertie van het stelsel en onder voorbeboud van uiteraard trage structuurveranderingen. D e verwachting zou per definitie volmaakt zijn. Juister flog, er zou geen verwachting zijn. De substitutie-, inkomens- en reele-liquiditeiteneffecten zouden zich als geheel gedetermineerde effecten doen gelden, vrij van alle onzekerheden, exogene schokken uitgezonderd. Het economisch-monetair mechanisme zou overeenstemmen met de analyse van Don Patinkin. We stellen echter vast dat, bebalve in kalme periodes die tamelijk kort zijn, de meest oppervlakkige statistiscbe waarneming een gebeel ander beeld te zion geeft. Do ontwikkeling op korte termijn schijnt de kwantiteitstheorie tegen te spreken. Zelfs in reële waarde uitgedrukt, vertoont de geldhoeveelheid aanzienlijke en tamelijk duurzame veranderingen. Daar de transactie- en voorzorgsliquiditeiten door do omvang van de bedrijvigheid en door het prijzenpeil worden bepaald, d.w.z. door bet globale nominale inkomen, en daar zij tegenover (1) Cf. paragraaf 17 hieronder.
dir laatste (1) nagenoeg stabiol blijven, ligt do oorzaak van do veranderingen in do inactieve liquiditeiton, weerspiegeld door do veranderingen van de geldboeveetheid in verhouding tot hot inkomen, in de liquiditoitsvoorkeur en derhalve in do spoculatieliquiditeiten. Zo mon echtor, om de hiorvoren verrnelde redenen, moot aannemon dat do elasticiteit van do geldvraag tegenover do prijzen en do inkomens ongeveer gelijk is aan 1 (2) wat do transactie- en voorzorgsmotieven betreft, is dit niet hot geval voor de spoculatiemotieven. 13. Van eon elasticiteit in vorhouding tot bet inkomon kan geon sprake moor zijn omdat, zoals wij reeds zagen, hot speculatiomotiof niot aan bet inkomon doch aan bet kapitaal gebonden is en omdat bet een wijze van kapitaalbelegging bepaalt. Hot ware ongerijmd te spreken van een elasticiteit van bet kapitaal tegonover bet kapitaal. Wat de prijzen bet,reft, is het duidelijk dat hier niet, zoals bij het transactiemotief, de acuele prijzen, doch de verwachLe prijzen optreden. Wolke zijn flu die prijzon ? Vermoedelijk diegene waaruit eon nieuwo vermeerderde of verminderde waarde van hot kapitaal, dat bet voorwerp is van de speculatie, zal voortvloeien. Hot begrip van Hicks over do elasticiteit der ve'rwachtingen (3) houdt hiermee rekening, zij het ook op oppervlakkige wijzo. 14. Opgemerkt zij vooreerst dat do twee verwachtingselasticiteiton - do positieve (verhouding van do verwachto stijging tot do lopende stijging van de prijzen) en de negatieve (verbouding van de verwacbte doling tot de lopende stijging) - geen symetrische invloed uitoefenen. Een positieve elasticiteit hoeft slechts een destabiliserende invloed boven do waarde 1, d.w.z. voor eon verwachte stijging die groter is dan de lopende stijging, dan wanneer eon negatieve elasticiteit in ieder geval een destabiliserende invloed uitoefent (4). In eon stelsel dat zekere ruimte loot aan de speculatie, bij voorbeeld in eon kapitalistisch of in eon onvolledig gecontroleerd collectivistisch systeem. kan men zich echter geen prijsstijging indenken die zich sporadisch in constante mate zou voortzetten. De stijging zal hotzij scherper worden, hetgeen een verwacbtingselasticiteit groter dan 1 onderstelt, hetzij tot staan komen om al dan niet plaats te ruimen voor eon doling, hetgeen in hot one zowel als in het andere geval een negatieve verwachtingselasticiteit insluit, altbans op eon gegeven ogenblik. (1) Uiteraard en per definitie zouclen ze totaal stabiel moeten blijven. Zo wij de term nagenoeg gebruiken, dan ligt dit aan de inerlieverschijnselen. (2) Mits inachtneming van bet voorbehoud door Don Patinkin gemaakt en dat berust op bet effect van de reële kasvoorraden. (3) Cf. Value and capital, hoofdstuk XVI. (4) In verhouding tot de lopende prijstendens. Zo, in overeenstemming met bet geval dat bier zal worden beschouwd, de negatieve elasticiteit zonder meer een einde stelt aan een baussebeweging, dan oefent zij -eon stabiliserende inyloed uit, docb dit is slecbts toevallig.
- 338 -
De elasticiteiten die ons voor bet ogenblik aanbelangen, ni. diegene die het monetair evenwicht in gevaar brengen, zijn hetzij positieve elasticiteiten groter dan 1 (1), hetzij negatieve eJasticiteiten van om bet even welke waarde. De eerste sporen ertoe aan liquiditeiten in redle goederen om te zetten; ze leiden tot een verhoging van de actieve geidhoeveel. heid (M) en tot een verlaging der inactieve liquiditeiten (L). De tweede hebben het tegenovergestelde gevoig.
gekend zi.jn - tussen de vraag en de prijs var een goed, hebben wij een ingewikkelder verhouding die door bet begrip zelf van de verwaebtingselasticiteit gebrekkig wordt weergegeven.
Daar de verwachtingselasticiteiten verband houden met subjecten die elk voor eigen rekening bandelen, zullen zij niet noodzakelijk alle in dezelfde richting hun invloed doen gelden. Het opinieonderzoek is op dit gebied veelzeggend : de zienswijzen die bier aan de dag treden, zijn bijna she verdeeld. Ze ziJn het op de Beurs, want zoniet zou deze laatste slechts een boom >> of een paniekstemming kennen.
Dc elementen in de berekening zijn de verwachte prijsverandering van de redle goederen (1), tie kosten van bet bezit ervan, d.w.z. grosso modo de rentevoet (2).
15. Nochtans zijn die zienswijzen nooit gelijkmatig verdeeld. Daarom is bet dat de Beurs op en neer gaat, dat het monetair evenwicbt in de gewone betekenis welke san die term wordt gehecht, geen rekening houdt met de lopende veranderingen van C, S, I, Al en L, zo lang zij geen grote omvang aannemen. Daarom is bet tenslotte dat een pathologiscbe monetaire ontwikkeling blijkt uit de brutale wijzigingen van Al en L, welke het directe gevoig zijn van positieve verwachtingselasticiteiten (E5 groter dan 1, of van negatieve elasticiteiten (En). )
Het criterium voor die pathologiscbe toestand is dat niet alleen E5 en E zich niet meer, zelfs niet bij benadering, compenseren, doch dat één van beide elasticiteitstypen verdwijnt. Niet alleen worden LXM en AL niet meer aan elkaar aangepast, doch de ene schakelt de andere uit zodat, uitgaande van ons basisevenwicht (2)
C+S+VI=C+I+zL,
wij kunnen schrijven
hetzij S < I en en derhalve S+tM=I hetzij S > I en en derhalve S=I+L 16. Op dit punt doet bet beroep op de verwachtingselasticiteiten een moeilijkheid oprijzen. De analogie der termen mag geen illusie scheppen. De verwachtingselasticiteit leent zich niet tot een zo gemakkelijke aanwending als de kiassieke elasticiteit van de vraag in verhouding tot de prijzen. In plaats van een functionele, lineaire, meetbare (3) verhouding - voor zover de elasticiteiten (1) Cf. N. Kaldor e Speculation and Economic Stability a, of Economic Studies, dl. VII, 1939-1940. De auteui doet eveneens de elasticiteit van de vraag optreden. Verder zullen we zien (paragraaf 15) waarom een elasticiteit, zelfs groter dan 1, geen destabiliserende invloed kan uitoefenen. (2) Cf. hierboven paragraaf 5. (3) Mits inachtneming van het hieronder in paragraaf 18 gemaakt voorbehoud. Scrncw
Vooreerst komt het er niet op aan te weten met hoeveel de vraag naar een goed vermeerdert of vermindert, doch wel of voor de aanwending van bet bescbikbare deel van zijn kapitaal, het subject reële goederen of de liquiditeit verkiest.
Zo de verwachte prijsstijging groter is, in welke geringe mate ook, dan de rentevoet vermeerderd met de bijkomende kosten (3), heeft de speculant er belang bij zijn eigen liquiditeiten te investeren, d.w.z. aan zichzelf te lenen, en zoveel mogelijk te outlenen. Wij zullen dit de drempel van de in/latoire speoviatie noemen (4). Zo de verwachte prijsstijging beneden deze drempel b!ijft, a fortiori zo een prijsdaling wordt verwacht, heeft de speculant er belang bij zijn hiquiditeiten te bebouden, zijn vorige leningen terug te betalen door zijn vroegere posities af te wikkelen, zo mogelijk zijn geld uit te lenen en, rekening gehouden met de risico's of de mogelijkheden, bet zelfs niet uit te lenen. Dit zullen wij tie drempel van de deflatoire speculatie noemen. Om de gedacbten te bepalen, stel!en wij dat de drempel van de inflatoire speculatie 10 pet. per jaar bedraagt (5) en dat de lopende stijging 5 pet. is, dan zaJ een verwachtingselasticiteit ten minste gehijk san 2 nodig zijn om de omzetting van liquiditeiten in red!e goederen te veroorzaken. Anderzijds, zal die noodzakelijke voorwaarde gebeel voldoende zijn een elasticiteit groter dan 2 zal streng rationeel gesproken geen bijkomende speculatie uit!okken. (1) Voor de speculant, voor hem die koopt om te verkopen, of die op krediet verkoopt om terug te kopen, hebben de goederen geen ander nut dan de prijsverandering. (2) Met inbegrip van alle bikomende kosten : commissieloon, verzekeringspremies, opslagkosten, aankoop. en verkoopkosten, enz. (3) En desgevallend met een veiligheidsmarge waarbij reke. fling gehouden wordt met de onzekerheid, die eigen is aan de speculant, en met zijn risiconeiging. Die marge zal des te groter zijn naarmate de speculant schroomvalliger en minder zeker van zijn stuk zal zijn. (4) Overeenkomstig Wicksell zou men kunnen zeggen dat (le (irempel van de inflatoire speculatie bereikt wordt wanneer de << natuurlike a rentevoet boven de monetaire rentevoet nitgaat. Wij zullen niet meer terngkomen op de meningsverschillen waartoe het concept van de natuurlij/ce rentevoet aanleiiling gaf. Onze verwijzing naar de verwachte prijs is eenvoudiger en stelt zich niet aan die betwisting bloot. De verwachte prijs kan voortvloeien nit een gewone stijging (speculatie in enge zin) of nit de valorisatie van factoren door hun produktieve coinbii'atie (speculatie in brede zin). De gedachtengang is dezelfde in het ene als in liet andere geval. De verwachte prijsstijging is de objectieve vorm van de depreciatie van de toekomst zoals de speculant zich deze voorstelt. (5) Bletgeen, rekening gehouden met de gebruikelijke rentevoeten en de bijkomende kosten, niet buitengewoon is.
- 339 -
17. Hieruit blijkt hoezeer de voorwaarden die de speculatiekasvoorraden beheersen, in strijd zijn met die van het neutrale geld. Dichthij het monetaire evenwicht en voor zover de verwachte prijsveranderingen kleiner blijven dan de kosten van afwikkeling der bestaande posities en de kosten verbonden aan hat aangaan van nieuwe posities, zijn de speculatieliquiditeiten ongevoelig in die zin dat, wegens de verdeling der tegengestelde verwachtingen, A M en zL zich bij benadering compenseren. Daarentegen is de elasticiteit van de geldvraag in functie van de rentevoet hoog : een geringe verandering van het percentage kan de vooruitzichten van de speculant volledig wijzigen. Wanneer echter een der beide drempels van de speculatie is overschreden, wordt de elasticiteit van de geldvraag nagenoeg gelijk aan nul : in geval van inflatie ontleent de speculant tegen om het even welke rentevoet daar hij er omzeggens zeker van is dat dit percentage lager is dan het rendement van de operatie; m.a.w. hij betaalt in rele termen een negatieve rentevoet. Daar in geval van deflatie iedere vervanging buiten die van reële goederen door liquiditeiten tot verarming leidt, is geen enkele rentevoet laag genoeg om haar uit te lokken en is de elasticiteit van de geldvraag eveneens gelijk aan nul. 18. Derhalve, zo wij ons bepalen tot de speculatiekasvoorraden, d.w.z. tot de onvolmaakte verwachting, zal de kromme van de geldvraag in functie van de rentevoet in het geheel niet de vorm aanemen van een regelmatige hyperbool, doch van twee verticale rechten welke door een nagenoeg horizontale rechte gescheiden zijn.
noeg onbestaande geldvraag, dus een bijna verticale en bijna aan de ordinaat rakende krornme; boven de drempel van de. inflatoire speculatie (S i ), d.w.z. rechts, een eveneens inelastische geldvraag die echter kwantitatief zeer hoog is (1), dus een bijna verticale en van de X-as zeer verwijderde kromme. 19. Die voorstellingswijze, hoe e realistisch > ook, doet evenwel een bezwaar oprijzen : zij duidt drie verschillende toestanden aan die zich achtereenvolgens kunnen voordoen, doch waarvan de ene de andere uitsluit zo men zich houdt aan een statisch evenwicht op korte termijn (2). Zij heeft aithans de verdienste een beperking te doen uitschijnen die hear niet eigen is en die waarschijnlijk geldt - hoewel zij meestal verwaarloosd wordt voor iedere analyse in termen van aanbod- en vraagkrommen of vau indifferentiekrommen. Om het bekende voorbeeld van Pareto te her. nemen, is het waarschijnlijk dat de vervdngingsvoet tussen brood en wijn en de lijn van de relatieve prijzen die hieruit wordt afgeleid, gelden voor kleine veranderingen der betrokken hoeveelheden : 1 kg brood - 1 liter wijn; 1,2 kg brood - 0,8 liter wijn; 0,8 kg brood - 1,2 liter wijn, doch dat daarboven de verhouding niet meer lineair is en rnisschien zelfs zinloos wordt. De indifferentiekrommen worden verlengd derwijze dat zij het grootste deel van het diagramvlak bestrijken en de analyse derhalve duidelijker tot uiting doen kornen. Zij zijn wellicht slechts geheel geldig dichtbij bet optimum. Evenzo, vat de aanbod- en vraagkrornmen betreft, zijn de in figuur gebrachte elasticiteiten hoe langer hoe minder betrouwbaar naarmate men zich van het evenwichtspunt verwijdert. Zo, alle andere omstandigheden gelijkblijvend, de hoeveelheden brood en wijn waarover de veibruiker beschikt sterk veranderen, wordt een zuiver logische keuze onzeker en dit is eveneens het geval met de meeste goederen waarvoor een economische berekening in reele termen wordt gemaakt.
t
20. Wet de geldvraag betreft, weten wij daarentegen ongeveer wet zich voordoet niet alleen clichtbij het evenwicht, doch ook in sterk afgetekend inflatoire of deflatoire toestanden, d.w.z. die van het evenwicht verwijderd zijn. Overgaande van links near rechts, is de kromme dd' niet minder waarschijnlijk aan hear twee uiteinden, links van Sd en rechts van S, dan tussen die twee punten, en historisch wordt zij vaak bevestigd. Wij zijn beter ingelicht over de gedraging van het economisch subject wat betreft zijn geldvraag dan wet betreft de vraag
Iq Sd
Tekenen wij op de abscis de gevraagde geldhoeveelheden (q) en op de ordinaat de renteschaal (t) aan, dan bekomen wij een ongeveer horizontale rechte die een grote elasticiteit van de geldvraag tussen de twee drempels van inflatoire en deflatoire speculatie uitdrukt; boven de drempel van de deflatoire speculatie (Sd) d.w.z. links, een inelastische en nage-
(1) Geldvraag is hier synoniem van kredietvraag. (2) Strikt genomen hebben wij hier te doen, niet met een niet lineaire kromme, doch met drie verschillende vraagkrommen overeenstemmend met verschillende gegevens. Tussen 8d en S is de geldvraag een afnenzende functie van de rentevoet, d.w.z. van de prijs, hetgeen normaal is. Links van S d en rechts van S i slaat de verhouding schijnbaar om. In werkelijkheid heeft zij een andere betekenis, zoals wij in paragraaf 28 zullen zien.
- 340 -
naar welk ander goed ook. Zuiks rechtvaardigt de ietwat ongewone voorstellingswijze die we bier hebben aa.ngewend. Daar elke statistische analyse ons uiteraard onwetend last over de termijn waarbinnen het evenwichtspunt wordt bereikt en vermits dit punt wordt bepsald onder de enige voorwaarde dat de gegevens niet veranderen, is men gerechtigd hetzelfde te zeggen van de kromme die de geldvraag voorstelt en is het normaal - vermits bet tenslotte alleen gaat om een virtualiteit - dat die kromme van haar ene uiteinde naar het andere gaat door een evenwichtspunt en door twee drempels waarvan cle ene deflatoir en de andere inflatoir is. Alen zou eveneens kunnen zeggen - hoewel deze uitdrukking verseheidene betekenissen verkregen heeft - dat bet deel van de kromme begrepen tussen Sd en S i datgene is waar de monetaire illusie voortduurt, terwiji haar twee uiteinden daarentegen de afwezigheid van een monetaire illusie uitdrukken.
IV. - De collectieve geldvraag. 21. Zoals voor de vraagkromme van om bet even welk goed, gaat men zonder moeilijkheid over van de individuele naar de collectieve vraagkromme, en zuiks te meer daar op monetair gebied juist de collectieve vraagkromme van betekenis is. Zij is bet wegens haar strategische draagwijdte en haar sociologische structuur, waarbij overigens het strategische aspect aan het sociologische verbonden is. Om de betekenis van het woord sociologischc .structuur toe te lichten, kunnen wij bij voorbeeld zeggen dat de vraag naar echte parels zich niet in dezelfde kringen voordoet als de vraag naar aardappelen. Hoewel de geldvraag het meest universele verschijnsel is - waarbij echter dient opgemerkt dat, rekening gehouden met baar motiveringen, zij niet overal op dezelfde wijze tot uiting komt -, staat de geldvraag van de liuisvrouw niet gelijk met die van de speculant en zuiks is, volgens een kiassiek onderscbeid, nog minder bet geval met de geldvraag van de firma en die van de verbruiker. Van zuiver monetair standpunt gezien, leert ons echter de dichotomie ondernemingen-buishoudens niet veel, want de twee hiermee overeenstemmende soorten geldvraag vullen elkaar aan daar zij de ene door de andere bepaald zijn, d.w.z. onderling afhankelijk in de zin van Wairas. Aan de kosten van de onderneming beantwoordt haar vraag. Evenzo drukt de vraag van hat huishouden een kostprijs uit, die van zijn levensonderhoud. Vanuit die gezichtshoek beschouwd, wordt bet oude onderscbeid tussen inflat:ie door de kosten, en inflatie door cia vraag onvrucbtbaar (1). In wezen komt het erop san te weten welk (1) De verschillende redenen die de H. Emile James aanhaalt, lijken one eveneens geldig. Cf. zijn artikel e De inflatie door de kostenstijging , in het decembernummer 1956 van dit Tijdschrift.
deal in de geldvraag beantwoordt, aan bet, transactieof voorzorgsmotief (L 1 ), d.w.z. aan de lopende bedrijfskosten zo het gaat om de onderneming, aan het levensonderhoud zo het gaat om hat huishouden, en welk deel san bet speculatiemotief (L 2 ), d.w.z. san cia valorisatie of de instandhouding van het kapitaal, en hoe die twee typische vragen de ene op de andere reageren. 22. ledere individuele geldvraag gehoorzaamt
tegelijkertijd aan transactie- en voorzorgsmotieven en San speculatiemotieven (1), doch in versohillende grad en. De transactie- en voorzorgsmotieven kunnen als constanten in verhouding tot hat redle inkomen van bet subject worden beschouwd. Hat spaculatiemotief is daarentegen de wezenlijke veranderlijke (2). Dc collactieve vraag vloeit darhalve voort uit een bundel van individuele vragen waarin de transactieen voorzorgsmotiaven, van de laagste tot cia hoogste, veranderen in functie van de overeenstemmende reeie inkomens en hat speculatiemot,ief in functie van cia individuele neigingen der subjecten en der kapitalan (eigen kapitaal en krediet) waarover zij bescbikken. In een andere zin mag men aannemen dat cia collectieve geldvraag een geheel van verwachtingselasticiteiten en reactietermijnen uitdrukt, waarbij cia langste reactietermijnen vanzelfsprekend gepaard gaan met de zwakste verwachtingselasticiteiten, cia kortste termijnen met de sterkste elasticiteiten. Hat is natuurlijk niet mogelijk da gehele schaal van die elasticiteiten en van de hiermee overeenstemmenda termijnen op te maken; dit zou ovengens niet nuttig zijn. Ret feit van betekenis, waardoor cia collectieve geldvraag can operationeel karakter verkrijgt, is cia aanwezighaid van een dispariteit den verwachtingselasticiteiten en der reactietermijnen. We zullen dus geen belang hechten aan cia gemiddelde gedragingen, die op zichzelf zonder betekenis zijn, doch san de uiterste gedragingen (elasticiteit van maximale en minimala verwachtin. gen), aan hun samenbestaan, aan de acties en reactias die hiaruit voortvloeian of, dialectisch uitgedrukt, aan hun tegenstrijdige complementaniteit. 23. In bet middenste deal van cia kromme begrepan tussan 8d en S i zijn die disparitaitan onbeduidand. Zij wordan daarantegen duidalijk markbaan dichtbij hetgaan wij de drampels van cia inflatoit'e en daflatoire speculatia hebban genoemd. Die drempals wordan inderdaad niet gelijktijdig door al de subjecten ovarschraden, doch in de eerste plaats door diegenan bij wia hat speculatiemotiaf bet sterkst is en slacbts nadien, an soms veal later, door cia anderan, in functia van hun aigen reactietermijnan. Dank zij die vartraging, zijn inflatie en defistic prograssieve en duurzame varschijnsalen die niet dadalijk ontaardan in hyparinflatie of hyperde(1) Het gebeurt dat die motieven samenvallen zodanig dat ze zich vermengen. (2) Cf. hierboven paragraaf 12.
- 341 -
flatie. Dank zij eveneens die vertraging is de speculatie renderend en wel om de redenen die hierna zullen worden verduidelijkt (1). 24. In termen van sociaal determinisme (2) kan het verschijnsel worden ontleed in een clualistisohe opeenvolging (sequence) van acties en reacties die een << wederkerigheid der perspectieven ,> (3) uitdrukt. Stellen wij, om de gedachten te bepalen en het probleem zoveel mogelijk vereenvoudigend, dat het economisch stelsel samengesteld zij uit twee maatschappelijke groepen : de ondernemers-kapitalisten en de verbruikers-loontrekkers (4). Men mag aannemen dat de eersten de hoogste verwachtingselasticiteit en de kortste reactietermijnen zullen hebben, de tweeden de zwakste verwachtingselasticiteit (5) en de langste reactietermijuen. Wegens hun eigen sociaal determinisme beantwoordt de verwachtingselasticiteit der ondernemers-kapitalisten aan een << economische horizont >> (6), welke diep is, vermits hij verwachtingen op lange termijn inhoudt, uitgestrekt en heterogeert, vermits hij ieder verschijnsel, dat de conjunctuur kan beinvloeden, omvat. De verwachtingselasticiteit van de verbruikersloontrekkers beperkt zich tot de kosten van levensonderhoud en tot de bestanddelen ervan. Zij is aan hun veranderingen eerst gevoelig wanneer deze een zekere drempel hebben overschreden en het is bethkenisvol dat recente wetgevingen deze drempel hebhen vastgesteld op 5 pct. van een indexcijfer dat derwijze wordt samengesteld en gemariipuleerd dat de veranderingen van bet redle inkomen stelselmatig worden verzacht (7). Het welbekende verschijnsel van de << loon- en prijsspiraal >> is hier slechts van belang wegens het licht dat het werpt op bet dualistisch aspect van de collectieve geldvraag, op de aaneenschakeling der aches en reacties die haar bepalen. Is die aaneenschakeling omkeerbaar? Mag men zich geen aanvankelijke loonstijging indenken, de later zonder versterking op de prijzen doorwerkt (zuivere looninflatie) of die geheel onaangetast blijft wegens een doelmatige blokkering of een afdoende kredietheperking (zuivere deflatie van de (1) O.i. heeft Keynes in zijn Treatise terecht de nadruk gelegd op de a windfall profits )). Gewis zijn die winsten, zoals de H. de Jong (vorengenoemd artikel,blz. 41) het aantoont, statistisch niet uitgedrukt. Daarentegen lijkt ons de theoretische waarde van het criterium bewezen, om de redenen die wij elders hebben uiteengezet (in Au delà du capitalisne, Hoofdst. XII) en in ons artikel over a Schumpeter, analyste du profit a, Economic Appliquée, nrs 3-4, 1950. (2) Cf. Georges Gurvitch : Déterminismes sociaux et liberté humaine, Parijs, 1953. (3) Naar de uitdrukking van de H. Georges Gurvitch, cf. Vocation actuclle de to sociologic, Parijs, 1950. Het woord a dualistiseh a heeft bier de epistemologische betekenis, die be de H. Gaston Bachelard eraan geeft, cf. met name rationalisme appliqué en La Philosophic du non. (4) Naar een model gelijkaardig aan dat van Kalecki. (5) Te oordelen naar de eisen van de vakbondleiders, is die elasticiteit bijna steeds begrepen tussen 0 en 1, behalve in geval van hyperinflatie. (6) In de zin van Tinbergen. (7) De zorg voor stabiliteit die bij de wetgever voorzat, is trouwens begrijpelijk.
winsten) ? Zeker niet en we zouden voorbeelden kunnen aanhalen waarin één van beide gevallen zich voordeed. Ret minst wat men echter kan zeggen, is dat zij niet bet meest voorkornen en zij bovendien een bewusbe en voortdurende overheidstussenkomst onderstellen, m.a.w., een politiek van teruggedrongen of bedwongen inflatie (1). Hoewel de hypothese van een alternerend proces zich kan voordoen, waarbij niet bet optreden der ondernemers-kapitalisten de reactie van de loontrekk ers-verbruikers uitlokt, doch het tegenovergestelde, is liet meest voorkomende geval cen prijsstijging die de verwachte loonstijging voorafgaat, zoals zij desgevallend bet begrotingstekort voorafgaat (2) of de directe gevolgen van een om bet even welke gebeurtenis, alleen wegens bet feit dat deze niet onverwacht was. Of bet nu gaat om een loon-, begrotings- of zuivere geldinflatie, zij vertoont slechts ernstige gevaren wegens de maximale vetwachtingselasticiteiten die zi1 in beweging brengt en deze zijn niet veroorzaakt, door de verbruikersloontrekkers. 25. Deze laatsten zijn nochtans niet vreemd aan bet proces. Hoewel zijn ontstaan ben bezwaarlijk kan worden toegeschreven, dragen zij bij tot zijn versterking. Zoals wij het reeds helen vermoeden, heeft elke wederaanpassing van de lonen aan de prijsstijging tot gevoig de verwachtingselasticiteiten van de kapitahistische ondernemers, dus de prijsstijging, als het ware aan te wakkeren (3). Verder zijn de reactietermijnen van de loontrekkers des to korter naarmate de prijzen sneller stijgen. Eenmaal dab de aaneenschakeling van acties en reacties der twee typische categorieen die de geldvraag bepalen (4), in bewegiug is gebracht, neemt bet verschijnsel volgende vorm aan : enerzijds, is de verwachtingselasticiteit der ondernemers-kapitalisten een toenemende functie van de sneiheden en van de omvang der reacties van de loontrekkers; anderzijds, is de vertraging der reactie van deze laatsten een afnemende functie van de verwachtingselasticiteit der ondernemers-kapitalisten. Ret is duidelijk dat de samenvoeging van die twee functies een versnellende en versterkende invloed uitoefent (1) Cf. hieronder paragraaf 36. Bij zuivere looninflatie zal de overheid erover waken dat de winsten in reble waarde constant blijven; bij deflatie van de winsten, dat de loonstijging geheel door de doling der winsten wordt opgeslorpt. Do inflatie is in het eerste geval bedwongen en in bet tweede teruqgc dron pen.
(2) Vooral wanneer de politieke kleur van de regering niet strookt met de belangen van de kapitalisten.speculanten. In het tegenovergestelde geval kunnen de gevolgen van bet begrotingstekort duurzaam worden geneutraliseerd door afdoende verwachtingselasticiteiten. (3) Naar het proces dat o.m. geanalyseerd wordt door D. Holzman, a Income Determination in open Inflation A Review of Economics and Statistics, mci 1950. (4) Men zou er ook nog andere kunnen aanvoeren. Zulks zoo de analyse weinig wijzigen, want beide categoriedn zija in het regime van industrieel kapitalisme de meest belangrijke. Doch, zoals de H. James bet terecbt aantoont, komen hierbij alle inkomenscategoriebn te pas. Cf. bovengenoemd artikel, blz. 433.
- 342 -
,
waaruit het expon.entieel karakter volgt van elke inflatoire ontwikkeling die niet tijdig werd bestreden, doch waaruit tevens haar duurzaam karakter voortvloeit en het feit dat de inflatie niet terstond in hyperinflatie ontaardt en slechts zeer uitzonderlijk tot dit uiterste komt.
pathologische hyperdeflatie, waar de geldvraag naar nul gaat, niet omdat het geld niet wordt gezocht, doch wel omdat het te veel gevraagd wordt en het in de betekenis van de wet van Gresham als het ware uit de omloop werd verdreven (i). - tussen Hd en 8d ligt de deflatoire zone, waar de geidvraag vermindert omdat het krediet minder wordt gezocht en de kredieten verder worden terugbet aald; - tussen 5d en S j is er een zone die rond bet monetair evenwicht ligt, waar hat speculatiemotief neutraai is en waar A L en A M zich aan elkaar aanpassen (wij zullen op dit laatste punt terugkomen) (2);
26. Hoe moet de hyperinflatie worden bepaald? Wanneer wij de termen zeif van het proces gebruiken waarvan ze het eindpunt is, dan wordt de drempel van de hyperinflatie bereikt wanneer de verwachtingselasticiteiten oneindig groot en de reactietermijnen nihil worden, zodat de inactieve liquiditeiten tot nul dalen. Van dit ogenblik immers breidt zich de vlucht voor de munt uit tot de transactieliquiditeiten : de grondsiagen zeif van het lopende geldverkeer, van de vorming van het geldinkornen en van zijn aanwending worden op hun beurt ondermijnd. Het geld zeif kan niet meer tot ruilmiddel dienen.
- tussen S i en Hi iigt de inflatoire zone, waar - en zulks is geenszins paradoxaai - de geldvraag stijgt wegens een vlucht voor de munt : kredietinflatie en gelijktijdige ornzetting van inactieve liquiditeiten in actief geld, waarbij eerst de specu latieliquiditeiten der ondernemers-kapitalisten (bijv. speculatie op voorraden) en vervolgens de voorzorgsliquiditeiten der verbruikers-loontrekkers worden betrokken (vlucht in de redle goederen). Danrom gaat de kromme D5 opwaarts op geheel haar lengte tussen S i en H, waar dit voor de kromrne D. siechts bet geval is vanaf S. Vanaf dit punt begint ecu ieder, voigens zijn middelen, te speculeren. Nog is de drempel van de hyperinflatie niet bereikt, vermits er nog inactieve liquiditeiten overblijven, ni. een deel der voorzorgsliquiditeiten; dit is echter de voorbode;
27. Bovenstaande uiteenzettingen leiden tot twee besluiten, het ene betreffende de vraagkromme en bet andere betreffende de elasticiteit van de geldhoeveelheid. Wat de kromme van de geldvraag betreft, is er niets veranderd aan het middenste gedeelte gelegen tussen Sd en S. In de vorm die wij haar vroeger hebben gegeven, ni. één enkele kromme, weerspiegelen de twee uiterste delen daarentegen veeleer een toestand van hyperdeflatie en hyperinflatie. Urn de redenen die zoëven werden uiteengezet, zullen de eigenhijke inflatoire ontwikkeling, d.w.z. de overgang van monetair evenwicht naar hyperinflatie, en omgekeerd de eigenlijke deflatie, beter voorgesteld warden door de exponentiele ontwikkeling van twee losse krommen : de ene (D e is die der ondernemerskapitalisten, voorlopend op de andere, (D8 ), van de verbruikers-loontrekkers.
- vanaf Hi bevinden wij ons in voile hyperinflatie, en de geldvraag, synoniem geworden van vlucht voor de munt (3), neemt verticaal toe.
)
28. Op bet vorige diagram waren do rentevoeten op de ordinaat aangetekend. Doch uit do nieuwe voorstellingswijze, zoals zij bier gecommeuteerd werd, blijkt dat die rentestand pas een rol speelt in de nabijheid van het monetair evenwicht, d.w.z. tussen d en tj die op de abscis overeenstemmen met de zone begrepen tussen Sd en S. Binnen die grenzen doen zich de speculatieve spanningen nag maar sporadisch voor, zodat de rentevoet tj als het ware een pre-infiatoir effect heeft, omdat hij de geldvraag tot S j zal doen stijgen; do rentevoet td zal een pre-deflatoir effect hebben, vermits hij de geldvraag tot Sd zal terugbrengen. Buiten die twee greuzen, d.w.z. links van S d en rechts van S, of indien men het verkiest, boven t, en beneden t, moet warden aangenomen dat de reutevoet machteloos wordt (4) en dat de prijsverwachtingen in ieder geval de overhand halen, onder voorbehoud van de matigencle en vertragende invloed - binnen lid en Hi - die door do vertraging van D 8
Ph
td
Pb
Hd
5 d'
Sd
5j
S.
Hi Q
in die herziene vorm (1) vergt het diagram do hiernavolgende oomrnentaar : gaande van links naar rechts, zijn 5 zones op de abscis aangetekend - tussen 0 en Hd ligt de zone van de bij uitstek
(1) Omdat de geldoppotting een maximum heeft bereikt en kredietvraag nihil is. (2) Cf. paragrafen 29 en 30. (3) De geldvraag wordt aisdan gelijk met lie vraag naar zuiver speculatief krediet. (4) De inelasticiteit van de geldvraag in verhouding tot lie rentevoet drukt juist die machteloosheid uit. (IC
(1) Daar hij op dezelfde wijze werd opgevat als fig. I, gelden hier this eveneens dezelfde opmerkingen. Cf. paragraaf 19.
343
tegenover D wordt uitgeoefend. Veeleer dan een renteschaal, die aisdan haar betekenis verliest, zou op do ordinaat tusson td en Ph prijsstijgingsverwachtingen dienen aangetekend die boven Ph oneindig worden verondersteld, en tussen t j en Pb prijsdalingsverwachtingen die onder Pb (1) oneinclig wordon verondersteld. Wij zullen bij dit punt niet langer blijven stilstaan en sleehts herhalen da.t dergolijke voorstellingswijzo de gedachten grosso modo bepa.alt, doch dat op dit gebied iedere poging tot strenge formulering tot een mislukking leidt of bet wezen zeif van het verschijnsel moet prijsgeven. V. - De elasticiteit van de geldhoeveelheid. 29. Ten einde de elasticiteit van do geidhoeveelheid - bet voorwerp van onderhavige studie duidelijker in het licht te stellen, rhoeterf wij nochtans onze analyse jets verder doordrijven. Daar het probleem van de deflatie en de hyperdeflatie thans weinig actuoel is, laten wij bet buiten besehouwing; alleen zij eraan herinnerd dat bet met het probleem van de inflatie slechts zichtbaar overeenkomt binnen de algemene trekken waartoe wij ons hebben bepaald. Zodra wij echter nader toekijken, treden daarentegen specifieke versehillen te voorschijn. Zo bet juist is dat, bij voorbeeld, de lonen zich met vertraging aan de daling of de stijging van de prijzen aanpassen, doet de vermindering van de totale koopkracht der loontrokkers-verbruikers zicb wegens de werkloosbeid nagenoeg onmiddellijk voor; eon deel van do werkkrachten, diegenen die de ondernemingerl wensen te behouden omdat zij anders bet gevaar lopen ze later iaiet terug te kunnen aanwervon, wordon daarentegen begunstigd. Alleen zij aangestipt dat do aanpassing der inkomens veel ingewikkelder is bij eon daling dan bij een stijging, zoals dit eveneens met do liquiditeiten hot geval is. In hot inflatiestadium en tot aan de drempel van de hyperinflatie waar do kasvooiraadfunctie vordwijnt, is hot verloop der kasvoorraden vrij eenvoudig en wij moeten niets toevoegen aan hetgeen wij reeds hierover bobben gezegd. Alleen willen wij or de nadruk op leggon - want dit punt wordt soms onopgemerkt voorbijgogaan - dat do nominale uitzetting der liquicliteiton en hun vermindering in redla waarde kenmerkend zijn voor hot inflatoire stadium, m.a.w. de prijzeu stijgen sneller dan de geldhoeveelheid. 30. In een toestand dichtbij hot monotair evenwicht leidt hot onderzook tot meer verrassende vaststellingen. Daar do prijzen bij ondersielling stabiel blijven of niet in sterke mate veranderen, moet geen enkel onderscbeid worden gemaakt tussen de nominale en do redle veranderingen van do goidhoeveel(1) Under t bereikt de rentevoet snel het minimum waar hij, om technisohe redenen, niet verder kan dalen. In tegenstelling met sommige theoretici, menen wij met Keynes dat de rentevoet niet tot nol kan vallen en ze zelfs niet assymptotisch kan benaderen.
heid. Naar hot oordeel van de verstokte aanhangers van de kwantiteitstheorie zoudon do enige waarscbijnlijko veranderingen diegene zijn welke met het volume van do bedrijvigbéid verband houden. Gestold ecbter dat er eon zeker parallellisme tussen beide variabelen bestaat, dan heeft hot niets euclidisch in zich. Het zou overigens alleen kunnen verklaard worden door eon simplistische, verminkte opvatting van do geldfunctie, juist diegene die do theoretici van do kwantiteitstbeorie voorstaan en volgons welke de schommelingen van C en I, moor bepaald van hun nominale waarde, geheel en onmiddollijk zouden bepaald worden door die van do geldhoevoolheid. Wanneer men ochter, met Keynes, do verbruiksfunctie op zeer lcorte termijn en in normale omstandigheden als constant beschouwt, kunnen zich steeds omstandigheden voordoen waarin do gegevens van bet verbruik zich plotsoling, zij bet ook tijdelijk, wijzigen onafhankolijk van de veranderingon van do geldhoeveelheid, ja zelfs in tegengestelde richting van doze laatste. Hot gaat bier natuurlijk om eon vrij ongewone gobeurlijkbeid beweren dat zij ook mear in enigo mate bet monetair evenwicbt beheerst, zou overdreven zijn. De neutraliteit van C, die do vergelijking van de H. Koopmans onderstelt, is dan ook eon waarschijnlijke benadering. Do ox ante-ongelijkheid van I on S, m.a.w. do onevenwichtigheid dor inkomens, vooral to wijten atm do onstabilitoit van 1 (1), is daarontegen bet gevoelige punt : moest hot monetair evenwicht zich tot die twee termen beperken, hot zou nooit worden bereikt (2). Hot proces van aanpassing door bet onverwachte sparen of do onverwachte investering dat door de Zweedse school wordt bepaald, drukt niets anders dan eon chronische onevenwichtigheicl van bet cx ante-inkomen uit. Dot bet monetair ovenwicht niet alleen mogelijk is, doch vaak benaderd wordt, is to danken aan bet correctieve effect (3) uitgeoofend door do vorancleringen van AM en L (4), hetzij dat I = S + M, betzij dat S = I + AL. • Volgt bieruit dat tM en zL elkoar uitsluiten, zoals dit hot geval is (5) in eon kenmerkende toestand van inflatie of deflatie ? Geenszins. In do vergelijking van do H. Koopmans komen AM en AL naast olkaar Indien I >S, dan is tM > tL. Omgekeerd, indien S > I, don is zL > liltI (6). Men kan zich do opbrengst van eon transactio in T. indenken, die in T (AL) wordt opgepot, terwiji een transactie (1) Zoals bekend is de zogenaamde aufonome investering uiteraard onstabie!. (2) Of a!!een toevaflig. (3) Cf. hierboven paragraaf 5. (4) Ten onrechte zoo men in dit verband mogen spreken over voorziene veranderingen, want zij zijn natuur!ijk niet samengebundeld. Daar het om édn enke!e inkomensperiode gaat, kunnen zij evenmin als geinduoeerd worden beschouwd. Zii zijn spontaan, in de zin die de H. Goedhart aan dit woord geeft. Cf. hierboven paragraaf 5. (5) CI. hierboven paragraaf 15. (6) Overeenstemmende verhoudingen ontstaan zo AM en AL negatief zijn. Op dit punt, cf. paragraaf 33 hieronder.
- 344 -
Y op hetzelfde ogenblik door een krediet gefinancierd wordt (SM), zodat M (1) en L tegelijkertijcl, doch niet gelijkmatig toenemen. 31. In die zin ook is het monetair evenwicht strijdig met deflatoire of inflatoire toestanden. Wij zagen reeds dat in een deflatoire toestand de geleidelijke verdwijning van de geld-(en krediet)vraag de vermindering van M uitdrukt samen met de vermeerdering van L (oppotting), de relatieve toeneming van de geldhoeveelheid in verhouding tot bet lopende inkomen, het overschot van de besparingen op de iiivesteringen, cle daling van de totale vraag. In een inflatoire toestand drukt de toeneming van de geld-(en krediet)vraag de stijging van M uit samen met de vermindering van L (vlucht voor de munt), de relatieve vermindering van de geldhoeveelheid in verliouding tot het lopende inkomen, het overschot van de investeringen op de besparingen, de stijgiug aan de totale vraag. Terwiji echter de veranderingen van M en L aan elkaar tegengesteld zijn in deflatoire en inulatoire toestauden, zijn die veranderingen in een evenwichtstoestand normaal ongelijk, doch gelijkgericht (2). Het is geheel normaal, in het bijzonder bij bet einde van een inflatieperiode, zoals de H. Jean Gabillard die beschreven heeft (3), dat M en L tegelijkertijd stijgen, de eerste in functie van de ontwikkeling der bedrijvigheid en detweede door bet weder op peil brengen van de inactieve liquiditeiten, zodat de geldhoeveelheid relatief veel sterker toeneemt dan de bedrijvigheid. Het criterium van de diagnose is in alle gevallen de prijstendens. Zolang de prijzen niet stijgen (4), is de toeneming van de geldhoeveelheid op zich zeif niet inflatoir. In dit verband rijzen twee vragen op draagt .die aangroei een grens in zich? Houdt hij mettertijd een inflatiegevaar in 2 32. Dc toeneming van de inactieve kasvoorradeu wordt alleen begrensd door hun kosten, door het rendement voortvloeiend uit hun omzetting in secundaire of tertiaire liquiditeiten en, tenslotte, door de maatregelen van de monetaire overheid. De eerste beperking welke verband houdt met de kosten, is in werkelijkheid uiterst vaag. Gewis zijn de kosten van de kasvoorraden, zelfs in een stelsel van (1) Ten einde iedere verwarring te voorkornen, herinneren wij eraan dat bil de H. Kooprnans het syinbool M het actieve geld aanduidt. (2) Daarom is het, zoals Prof. de Jong, bovengenocmd artikel, blz. 4, bet schrilft, dat e bet monetair evenwicht kan bestaan zonder constantheid van de geldvoorraad a. Daarom ook is bet dat de K van Marshall, die alleen rekening houdt met de transactie- en voorzorgsliquiditeiten, een te beperkt begrip is. (3) Cf. Jean Gabillard, La fin de l'inflation, Parijs, 1953. (4) Het gaat hier vauzelfaprekend orn het algemene prijzenpeil. De veranderirigen van een afzonderlijke prijs ten gevo]ge van de technische vooruitgang (Davidson), de toeneming van de produktiviteit of, in de tegenovergestelde betekenis, ten gevolge van een knelpiint, tasten het monetair evenwicht niet can. Eveninin beInvloedt de verkrapping der liquiditeiten in een bepaalde sector dit evenwicht voor zover de liquiditeiten elders toenerneu.
papiermunt en van goedkoop geld, soms niet te verwaarlozen. Doch, behalva voor de banken die hiermee hun bedrijf uitoefenen en de grote maatschappijen die een groot bedrag aan kasmiddelen beheren, zijn de kosten ervan niet nauwkeurig berekend. Ecu deel der inactieve kasvoorraden beantwoordt noch aan het voorzorgsmotief, noch aan het speculatiemotief bet zijn liquiditeiten aangehouden uit gemakzucht (1). De tweede grens, die voortvloeit nit, de mogelijkheid om primaire liquiditeiten in renderende secundaire of tertiaire liquiditeiten om te zetten, wordt bepaald door de mobilisatiemogelijkheden en de risico's van waardevermindering die hieraan verbonden zijn. Urn redenen die in onderhavig artikel niet breedvoerig dienen onderzocht, werd de uitbreiding van de secundaire liquiditeiten veeleer in de hand gewerkt en deze van de tertiaire liquiditeiten ontmoedigd (2). De tijdsornstandigh eden hebben echter de grensen, niet de juridische, doch de << operationele >>, die eertijds één liquiditeitstype van het andere onderscheidden, onzeker gemaakt. De ervaring leert ons dat het risico niet groter is voor de secundaire liquiditeiten (zij kunnen gedeeltelijk worden te gelde gemaakt ondanks de institutionele hinderpalen) dan voor de prirnaire liquiditeiten die blootgesteld zijn aan de verhoging van de verplichte reserves, daar waar zij bestaan, en aan bun wiliekeurige invoei.ing, waar dit nog niet het geval is. Daar, per slot van rekening, geen enkele arideie starre grens dan die willekeur (3) aan de inactieve kasvoorraden kan gesteld worden, mag aangenonien worden dat hun stijgingsmarge theoretisch onbegrensd is. Hieruit volgt dat aan de elasticiteit van de geidhoeveelbeid, die bepaald wordt door de toeneming van inactieve liquiditeiten in een evenwichtstoestand, evenmin ecu theoretisehe grens kan gesteld worden : bij een gegeven activiteits- en prijzenpeil en in een evenwichtstoestand, kan de geidhoeveelheid zich onbepaald uitbreiden (4). Hoewel het begrip liquiditeitsoverschot niet moet worden uitgesloten, kan men er niet met zaakkennis over spreken en nog mmdci het meten. U. Dc elasticiteit moet echter in beide richtingen worden verstaan : uitbreiding en inkrim ping. Zo de
geidhoeveelbeid zich onbepaald kan uitzetten (zouder inflatie), blijkt uit bovenstaande uiteenzetting dat zij niet onbepaald kan worden verlaagd. Daar de transactieliquiditeiten bepaald worden door de omvang van de bedrijvigheid en het prijspeil, kunnen zij uiteraard (5) niet worden verlaagd. (I) Er bestaan eveneens prestigeliquiditeiten. (2) Althaiis in (lie landen die ecu langdurige inflatie hebben inedegernaakt en grotendeels ten gevolge van deze laatste. (3) Hiernice is de willekeur van de theoreticus, zowel als die van de verantwoordelijke overheid, bedoeld. (4) Wij zeggen niet oncindig. In feite weten wij hierover niets. (5) Behalve bij daling van bet algeinene prijspeil en bier. litee evenredig, this in baseheiden mate.
- 345 -
Dit geldt eveneens voor de voorzorgsliquiditeiten, doch in mindere mate, vermits in een duidelijk afgetekende inflatoire conjunctuur de houders ervan er belang bij hebben ze te verlagen. Alleen de speculatieliquiditeiten bezitten een totale elasticiteit want zij kurmen in geval van cleflatie stijgen tot het maximum dat met de omvang der geldmiddelen verenigbaar is en in geval van inflatie daarenteen geleidelijk tot 0 dalen. Aangezien die liquiditeiten in werkelijkheid van de ene hand in de andere overgaan, en bijv. de speculant die zijn voorraden verhoogt dit alleen kan doen zo hij een koper vindt aan wie hij geld overmaakt, kan men zich afvragen hoe die liquiditeiten worden opgeslorpt. Dit geschiedt door ophod, door prijsstijging en door aangroei der behoeften aan transactieliquiditeiten die hiermee gepaard gaan. De verdwijning der speculatieliquiditeiten is voltooid wanneer, rekening gehouden met de prijsstijging, zij geheel de gedaante van transactieliquiditeiten hebben aangenomen. 34. Ret staat vast dat hierdoor een inflatoir effect wordt veroorzaakt, onverminderd de invloeden die aan andere oorzaken zijn toe te schrijven en die de beweging hebben uitgelokt. Hier komen wij aan het tweede probleem : het inflatiegevaar verbonden aan de inactieve kasvoorraden of, volgens een geijkte uitdrukking, de poteniële inflaie (1). Dit gevaar, dat op hat eerste gezicht evenredig is aan de ontwikkeling van de inactieve kasvoorraden, is moeilijk te becijferen. Meer nog dan door de relatieve hoeveelheid der inactieve kasvoorraden en in het bijzonder de speculatieliquiditeiten, wordt bet bepaald door de min of meer grote sneiheid waarmee deze laatste, desgevallend, in actief geld worden omgezet. Tevens gaat bet bijna steeds gepaard met een kredietinflatie door bet bankwezen dat de speculatie nieuwe middelen versehaft in vaak veel grotere hoeveelheden dan de aanvankelijke speculatieiquiditeiten. Laten wij voor bet ogenblik geen rekening houden met die bijkomende onbekende en laten wij aannemen dat het hier uitsluitend gaat om de reeds bestaande inactieve liquiditeiten. Zo deze laatste in één enkele omzetperiode van het inkomen (2) in actief geld ovrgaan, zou het inflatoire effect evenL
redig zijn aan de verbouding -
zoals ze zich in bet
begin van de periode voordoet, of, hetgeen op betzelfde neerkomt, -
, daar de actieve geldvoorraad M
(1) Cf. De Jong, bovengenoemd artikel, blz. 10. (2) Over dit begrip, cf. De Jong bovengenoemd artikel, blz. 12. Voor een grondige discussie, cf. J.W. Angell, The Behavior 'of Money : Exploratory Studies, New-York, 1936; e The Components of Circular Velocity of Money a, Quarterly Journal of Economics, feb. 1937; D. H. Robertson, Banking Policy and the Price Level, London, 1926; A.C. Pigou, Industrial Fluctuations, blz. 136 cv. 152; Schumpeter, s Das Sozialprodukt und die Rechnenpfennige, Archiv für Sozialwissenschaft und Sozialforschung, 1917-1918, blz. 627.
per definitie gelijk is aan bet inkomen Y voor elke inkomensperiode (1). Veronderstellen wij, bijv., dat de inactieve liquic1iteiten den derde van de geldboeveelheid bereiken, hetgeen niet buitensporig is (2), dan zou de inflatie bijna 50 pet. bedragen en de drernpel van de hypeiinflatie zou in enkele maanden bereikt zijn (3). Dc ervaring leert ons daarentegen dat de overgang van een evenwiehtstoestand naar de hyperinflatie uiterst traag is; hij is niet in maanden, doch in 'ja'ren te berekenen en zulks ondanks de meest rampspoedige omstandigheden die de inflatie kunnen versnellen. Zo komt het dat in een land ale Frankrijk, waar de heriunecing aan de inflatie na de eerste wereldoorlog nog lang niet uitgewist was, de inflatie die in de zomer van 1936 ecu aanvang nam en daarna nagenoeg ononc1erbroken aanbield, pas in september 1948 in cell dreigende hyperinflatie outaardde, d.w.z. na twaalf jaar getekend door oorlogsdreiging, invasie, bezetting, bevrijdiug en wedeiopbouw, en wanneer geen enkele ernstige anti-inflatoire maatregel in deze periode werd getroffen. In .1948 en vervolgens na de post-Korea-inflatie, in oktober 1951, volstonden relatief weinig ingrijpende maatregelen (4) om de stijging te stuiten. 35. Daarbij kwam dat gedurende die lange periode de kredietinflatie in verbanci met de sehatkistbehoeften, de bezettingskosten, de kosten van de wederopbouw en, inzonderheid in 1950 en 1951, de zuivere speculatie (5) een veel grotere rol speelde dan de reeds bestaande inactieve liquiditeiten; die kredietinflatie vermenigvuldigde de tofale geldhoeveelheid in ecu mindere mate dan de lopentle prijsstijging en de ontwikkeing van de bedrijvigheid, doch in veel sterkere mate dan de inactieve liquiditeiten die aan de vooravond van de oorlog konden vastgestelcl worden. Men ken tot in bet oneindige discussies voeren (1) D.w.z. your can functionela periode die moeilijk nauwkeurig kan berekend worden, doch die in ieder geval kleiner is dan een jaar. Volgens de berekeningen (lie wij voor Frankrijk hebben gadaan en die analoge berekeningen voor de Verenigde Staten bevestigen, zon die periode ongeveer drie maanden belopen. Cf. one boek Quelqucs cnseignements de l'volution monétaire française de 1948 5 1952, Parijs, 1954; F. Maehliip a Period Analysis and Multiplier Theory a, Quarterly Journal of Economics, nov. 1939, blz. 1-27. In dezelfde zin, J. Zijlstra, a De omloopsnelheid van het geld en haar betekenis voor geldwaar(la en monetair evenwicht a, Lei(len, 1948; De ,Jong,
aangehaald art., blz. 38-39. (2) Cf. de in ons aangehaald boek bevatte ramingen. (3) In vergelijking met diegene die in Belgie in 1944, in Italid in 1947, in Duitsland in 1948 getroffen werden. (4) Zo de inactieve kasvoorraden bijv. fr . 50 miljard of fr. 150 miljarcl vertegenwoordigen en so die inactieve liquiditeiten in actief geld worden omgezet, zal het totaal van dit iaatste van fr. 100 miIard tot fr. 150 miljard stijgen, di. met 50 pet. Daar anderzijds het nationacl inkomen of produkt bij onderstelling gelijk blilft, zal het indexcijfer van het algemeen prijzenpeil van 100 tot 150 kliinmen. De duur van eukele maanden heeft betrekking op de toelichtingen die in bovenstaande noot 1 werden gegeven. Il)e drempel van de hyperinflatie werd in § 26 bepaald. (5) Wat laatstgenoenid punt betreft, de verslagen van de a Conseil National dii Credit a verstrekken hierover ruime inlichtingen.
- 346 -
over de diepere oorzaken van de inflatie. Die oorzaken lagen niet, aithans wat Frankrijk betreft, in de inactieve kasvoorraden. In bet algerneen kunnen wij haast zeggen dat deze nooit een specifieke oorzaak van inflatie zijn. Waar is echter dat in eon inflatoire ontwikkeling de tendens tot omzetting van inactieve liquiditeiten in actief geld het de centrale bank moeilijker maakt de toestand in handen te houden. Tijderis de boomperiode 1955-1956 werd de toestand sneller beheerst in de Duitse Bondsrepubliek, waar het geld schaars was, dan in Groot-Brittanië, waar de ondernemingen over ruime zelffinancieringsmarges beschikten. Welke ook do zone zij waarin de verandei.ingen zich voordoen : in do nabijheid van bet monetair evenwicbt, d.w.z. in do zone waar de veranderingen van M en L gelijkgericht zijrl, of in do inflatoire en deflatoire fase binnen de respectieve drempels van do hyperinflatie en de hypordeflatie waar de veranderingen van M en L tegengesteld zijn, bet is waa.rschijnlijk dat de veranderingen van M sterker zijn dan die van L. In de inflatoire fase is AM gelijk aan de geldontpotting (- 1L) vermeerderd met de uieuwe kredietverlening die, alle overigo omstandigheden geijk blijvend, door de inflatie wordt aangewakkerd; AM is dus groter dan - LIi. In de deflatoire fase is - AM gelijk aan do ge1doppotting (AL) vermeerderd met de kredietterugbetalingen die door de deflatie veroorzaakt worden; - AM is dus groter dan AL. Dichtbij bet evenwicht en afgezien van de veranderingen die eigen zijn aan het volume van de bedrijvigbeid en van bet inkomen (C+I en is iedere uitbreiding van de geldboeveetheid toe te scbrijven aan een toeneming van bet kreclietvolume (AM), waarvan slecbts een dccl de mactieve liquiditeiten doet aangroeien (AL); AM is dus groter dan AL. Omgekeerd, wordt iedere vermindering van de geldhoeveelheid veroorzaakt zowel door de krediettorugbetalingen (- AM) als door eon verkrapping der liquiditeiten (- AL), docb - al was het maar wegens de kosten van het krediet - de geldbezitters zullen hun kasvoorraden verlagen door eerst bun kredieten geheel of gedeeltelijk terug te betalen; do waarscbijnlijkbeid is dus zeer groot dat - zJI groter zal zijn dan - AL. Daarentegen, indien, zoals hierboven gezegd (1), S > I, zal door hat correctieve effect van L en M (2), AL groter worden dan AM, hoewel desgevallend —AM norrnaal groter zal zijn dan —AL. 36. Hot grootste inflatiegevaar scbuilt overigens niet in tie bijkomende vraag (of de zuivere vraag in tie zin van Neisser (3)), die door dc omzettingen van inactieve liquiditeiten in actief geld bij de lopende vraag wordtgevoegd en die - wij herhalen (1) Cf. paragraaf 30. (2) Dat bij veronderstelling wordt uitgeoefend, verrnits wij ons stellen in de nabilheid van bet evenwicht. (3) Cf. hierboveu paragraaf ii.
het nogmaals - tamelijk matig blijft, doch wel in do hiervan indirect afgeleide vraag (1), onversehillig of hot gaat om multipliereffecten (geInddceerd inkomen), versnellingseffecton (gêInduceerde investering of, moor algemeen (2), om do progressieve en exponentiele verhoging der verwacbiingselasticiteiten. I-Iierdoor is bet zeer waarscbijnlijk .dat tie omzetting van inactieve liquiditeiten in actief geld rnoer dan evenredigo effecten zal voortbrengen (3) Tevens zion we hoezeer niet alleen die effecten, doch ook do verandering die or de oorzaak van is, aan do kredietpolitiek gebonden zijn. Bebalve bij eon radicale geldhervorming, die met eon maximum politieke middelen wordt ondernomen, zoals zuiks met de Duitse geidhervorming van 1948 bet geval was, kan geen enkel voorbeeld worden aangebaald waarin de geldblokkeringsmaatregelen niet gedoeltelijk door de gelijktijdige kredietuitbreiding word ongedaan gemaakt, hetgeen overigens wonselijk kon zijn. Evenzo kan geen enkel voorbeeld worden aangehaald waarbij, zoals in Italid in 1947, eon krachtdadige politick van kredietbeperking de omzetting van inactiove liquiditeiten in actief geld niet snel heeft tot staan gebracbt, zonder dat het nodig was tot formele blokkering der primaire liquiditeiten over to gaan (4). 37. Dc doelmatigbeid van de kredietpolitiek, mcci bepaald van de kiassieke instrumenten der kwantitatieve controle (discontovoet, open market policy, verp]ichte reserves), onderstelt dat de geld- en kapitaalmarkten hun regelende rol intact vervullen. Zo is bet veieist dat aan tie onderlingo afbankelijkheid der rentevoeten that wordt getornd, betgeen niet moor hot geval is wanneer leningen tegen een preferente rentevoet in afwijking van die geiclend op de vrijo markt worden toogestaan. Hot is eveneens noodzakelijk dat de sociale misnoegdheid die iedere kredietbeporking verwekt, niet ondraaglijk zij, hetgeen weinig verenigbaar is met de mystiek van volledige tewerkstelling. Te recbt of ten onrechte keren sommige landen do monetaire orthodoxie do rug toe uit afkeer voor baar discipline. Meer is niet vereist om aan deze laatste iedere waarde to ontnemen. Desondanks en niettegenstaande do uiterlijke schijn, ware hot voorbarig te besluiten tot ecu onherroepelijke seculaire inflatie. Bovendien, en voor zover men hierover ken oordelen, beperkt tie technick der bedwongen inflatie die hiermee gepaard (1) Cf. onze studie e Deflation primaire, deflation secondatre it, kevue Econornique, janoari 1953, blz. 1-30. (2) Cf. hierbovert paragraaf 25. (3) Cf. onze studie a Inflation propagCe, inflation amplifide a, Revue Politique ct Parlementaire, november 1955. (4) Dc behandeling van de aecundaire liquiditeiten stelt ingewikkelde problemen die we bier niet hoeven aan te raken. Het is iminers duidelijk dat bet probleem zich stelt in de mate van tie legeidemaking tier secundaire liquiditeiten die kunnen te geide gemaakt worden. Na die tegeldemaking zijn de secundaire iiquiditeiten primaire liquiditeiten geworden welke in de geidhoeveelheid opgenomen zijn, zodat we tot one probleem tertigk-eren.
- 347 -
gaat, niet in bet minst de elasticiteit van de geldhoeveelheid. Integendeel, die doelmatig toegepaste techniek vertraagt onbepaald de exponentiële versnelling van de inflatie, hetgeen betekent dat zij bijdraagt tot een onbepaalde toeneming van de geldhoeveelheid, die meer dan evenredig is aan de prijsstijging. Tegelijkertijd begunstigt zij de ontwikkeling der kasvoorraden en maakt ze deze laatste onbeweeglijk. Zij neemt bet tegen het beginsel zeif van de liquiditeit op, vermits zij op min of meer indirecte en bedekte wijze er de aanwending van beperkt en de
ontpotting op grote schaal traeht te voorkomen. De elasticiteit waartoe zij ruimte laat,, gaat slechts in êén richting : het gelijktijdig weigeren van iedere krachtdadige kredietbeperking en elke open inflatie onttrekt de geldhoeveelheid, in reels termen uitgedrukt, aan de enige twee factoren die haar kunnen bedwingen. Heeft het begrip van bet geldevenwicht flog zin ? Het valt in ieder geval niet onder de betekenis waarnaar in die siudie verwezen werd. Dc geidhoevesiheid die hiermee overeensteint, vergt een andere typologie.
348 -
DE JONGSTE ONTWIKKELING VAN DE ECONOMISCHE TOESTAND IN BELGIE Gelijk in cia vorige onder deze titel versehenen artikelen, wordt in onderhavige uiteenzetting hoofdzakelijk de ontwikkeling van de industriële en bandelsbedrijvigheid in Belgie beschreven; een volgend artikel van het Tijdschriff zal gewijd worden aan de ontleding der monetaire en financiële verschijnselen. Sedert bet midden van 1956 zijn in cle Belgische economisehe toestand twee belangrijke wijzigingen ingetreden het centrum der industriële expansie heeft zich verplaatst naar de verbruiksgoederenindustrie, met name naar cia textielnijverheid; terzelfder tijd is hat saldo der transacties met het buitenland voor cle Belgisch-Luxemburgse Economische Unie minder gunstig geworden. In cia jongste maanden steeg cle vraag niet meer in cia zware nijverheid, waarin zich - volgens het kiassieke schema - vóór de andere bedrijfssectoren de funclamentele bewegingen van cia industriële en handelsbedrijvigheid openbaren. Over het algemeen blijkt de industriele conjunctuur tot stilstand gekomen to zijn, doch bet uitblijven van belangrijke speculatieve posities in de vorm van buitensporige voorraadvorming of prijsstijging vermindert bet gevaar voor een afgetekende teruggang. In vergelijking met hat eerste balfjaar vail 1956 verslechterde de handelsbalans aanzienlijk - bet percentage waarmee de invoer door de uitvoer woicit gedekt, viel van 101 op 02 pet. -, doch tijdens de jongste maanden deed zich een stabilisatie van cia toestanci voor. De eoffieiënt 92 is niet ongunstig, daar bij volstaat om het evenwicht der lopende rake.ning te verzekeran. Daar ecbter de nettokapitaalaf vloeiing tegen bet vroegere tempo aanhield, dienden de wisseireserves aangesproken, hetgeen neerkomt op een wijziging van de aard der vorderingen op bet buitenland. In tegenstelling met de toestand gedurende de vorige periode, heeft cia betalingsbalansontwikkeling tot een krappere geldmarkt aanleiding gegeven. De ommekeer van de handeisbalans in bet tweede halfjaar van 1956 vloeit voort uit een liebte teruggang van de uitvoar gepaard aan een merkelijke toefleming van de invoer. Deze laatste is ecbter blijkbaar slecbts ten belope van ongeveer én derde to wijten aan de niet toevallige vergroting van de binnenlandse vraag; de belangrijkste factoren van de uitbreiding der aankopen in bet buitenland waren de sleebte oogst, bet opdrijven van de voorraden van voedingsmiddelen door de particulieren, de stagnatie van de steenkoolproduktie en de prijsstijging der petroleumprodukten, de belangrijke aankopen van vliegtuigen
en vliegtuigonderdelen. Al die factoren bebben eveneens bijgedragen tot de vergroting van bet bandelstekort tegenover cia dollarzone vanaf de maand november, in weerwil van bet boge peil van de uitvoer naar die zone. De ommakeer van de Belgisohe positie in do Europese Betalingsunie komt in do eerste plaats voor rekening van de stijging van bet tekort tegenover West-Duitsland en in de tweede plaats aan sommige minder afgetekende bewegingen. De opwaartse druk op de binnenlandse prijzen hield aan. In enkele industrietakken blijkt het gemiddelde uurloon (rekening boudend met do inkrirnping van cia arbeidsduur) in 1056 sneller gestegen to zijn dan de kleinhandelsprijzen en de fysieke produktiviteit. Diii ongunstig verschil verdwijnt echter in de meeste sectoren, behalve in de steenkolenmijnen, wannear hat jaar 1953 ala referentieperiode wordt genomen. Uit can vergelijking van de gewerkte arbeidsuren met het aantal tewerkgestelde arbeiders blijkt dat, hoewel bet jaargemiddelde van de arbeidsduur per arbeider in cia verschillende industrieën tegenover 1955 enigszins verminderde, deze teruggang niettemin merkelijk beneden cia wettelijke inkrimping van cia wekelijkse arbeidsduur van 48 tot 45 uur blijft. In cia macste textielbedrijven nam de reële arbeidsduur per arbeider zalfs toe. Dit betekent dat in ruime mate overuren werden gemaakt. * ** TENDENSEN DEE WERELDOONJUNCTUUR Al de industrielanden van West-Europa evenals de Verenigde Staten zagen bet stijgingspercentage van bun re6el nationaal produkt in vergelijking met bet voorgaande jaar teruglopen. In Nederland en Frankrijk trad slechts een geringe vertraging in; in Duitsland, Italie, Zweden, hat Varenigd-Koninkrijk an cia Verenigde Staten, ecbter can meer afgetekende. Dc mindar snalle ontwikkeling van cia overeanstemmende nationale bestedingen had zowel betrek king op bet verbruik als op de brutokapitaalvorming; In de Verenigde Staten, Duitsiand, Italië en, in mindere mate, in Nederland stegen cia investeringan procentueel merkelijk minder anal dan in 1955, toan daze categoric van bestedingen veruit da belangrijkste factor van da economische expansia was. In bet Veranigd-Koninkrijk en in Frankrijk daarentagen, is bat ontwikkelingstempo der invasteringan that verzwakt.
- 349 -
in Frankrijk en in Italie een lichte inkrimping to zien. In de Verenigde Staten, Duitsiand en het Verenigd-Koninkrijk liep het echter meer afgetekend terug. Ret gaat bier noebtans om globale cijfers over hot jaa.r in zijn geheel, waaruit de tendenswijzigingen die zich in het tweede halfjaar van 1956 kennelijk hebben voorgedaan, niet kunnen afgezonderd woiden.
In geen enkel der besohouwde landen, met nitzondering van Neclerland, werd een versnelling van de voorraadvorming waargenomen; te dien opzichte cleden zich weinig speculatieve bewegingen voor, zoclat de wereldconjunctuur weinig kwetsbaar bleef. Ook wat het particuliere verbruik betreft, maakte Nederland een uitzondering op de algemene tendens; in tegenstelling met dit land werd overal een vertraging en in Zweden zelfs een vermindering van het verbruik woargenomen. Ret stijgingspercentage ga.f
De indexcijfers van de industriële produktie opgenomen in tabel I bevestigen de expansievertraging; de activiteit neemt echter in 1957 in versehillende
Indexcifers van de industriële produktie
Tabel I.
Basis 1953 = 100 Belgie
Munadgetniddeldeti
1950 1951 1953 1954 1955 1956
D
1and
Zweden
Nederh,iid
Franlirijk
......................................93,4
83,6
72,0
87,9
85,0
94,2
97,0
. 06,0
89,6 100,0 03,3
85,2 100,0 111,7
98,6 100,0 108,6
89,0 100,0 110,0
96,7 100,0 106,6
101,0 100,0 104,0
103,7
128,4
118,0
112,4
111,0
106,7 108,2 109,7 110,42 108,22
138,4 135,0 140,5 138,9 1, 147,6 2
118,6 129,3 136,42 142,02
124,0 128,0 119,1 126,02
113,2 114 9 0 118,1 2 117,82
113,0 118,0 122,0
....................................
.
.....................................
.....................................
.....................................
.....................................
1957 ,Tanuari Februari Maart April 1
\erenigde
......................... ......................... ............................
100,0 105,5 115,8 122,4 122,6 127,8 128,0 1
Programme.
'2 Voorlopig cijier.
landen verder uitbreiding, terwiji een stabilisatie intreedt in de Verenigde Staten en in het VerenigdKoninkrijk, waar de woningbouw en de automobielnijverheid een minder gunstige periode doormaken. Dit relatief kalme conjunctuurverloop vindt zijn weerspiegeling in de evolutie der grondstoffenmarkt. De fiindamentele tendensen die vóói' de maand juli 1956 overheersten - neerwaartse evolutie voor de industriSle grondstoff en en opwaartse tendens voor de landbouwproclukten - werden slechts tijdelijk door de gevolgen van de Suezerisis geneutraliseerd. De hausse die door de gebeurtenissen in het Midden-Oosten werd op gang gebracht, heeft niet de omvang bereikt van de beweging die ten tijde van do Koreaanse oorlog werd waargenomen : bet produktievermogen werd sedertdien, wat de grondstoff en betreft, ñrerkelijk opgovoerd en de Ameikaanse regering heeft geen nieuwe cankopen voor de 'strategische .voorraadvorming meer verricht. Sedert bet begin van 1957 werd de invloed van de internationale politieke spanning op de wereidnoteringen der grondstoff en veer opgeslorpt en de prijzen vielen geleidelijk .terug op •een rrieer met bun statistisehe positie overeenstemmende peil. Op 20 mei lagen de drie reekeen gezamenlijke indexcijfers, Reuter, Moody en Agefi, nagenoeg op bet peil dat bij hot begin van juni 1956 was bereikt. Tegenover begin december liep bet Moody-indexcijfer, dat in ruime mate op basis der meta1n is samengesteld, met 6,1 pct. terug en beide andere met ongeveer 8 pet.
De invloed van do politieke crisis in hot MiddenOosten openbaurde zich niet alleen op de grandstoffenmarkten, doch eveneens in do handelsTahel II.
Sti]gingspercentages van de in- en uitvoerwaarde Van hei tveedc hulfjaar van 1956 in verhouding ioi lici ecrute lialfjnar van 1055
Land
Invoer
Duitsiand Frankrijk Nederland Verenigd.Koninkrik B.L.E.0. Verenigde.Stateu Japan
..........
..........
..........
.............
.........
.
.............
Uitvoer
van hel comic kwartaal vaIl 1957 in verhouding toi lid ocrule kwariaal van 19511 1 Invoer
Iiilvoer
+ 13,5 + 13,1 + 21,5 + 21,4 + 3,4 + 2,6 + 23,8 + 9,9 + 7,9 + 3,5 + 25,7 + 13,2 3,1 0,6 + 7,5 + 2,0 7,9 2,6 + 16,5 + 9,9 0,4 + 25,2 1,6 + 7,2 + 15,4 + 16,4 + 53,2 + 18,0 -
-
+
-
-
-
1 Ecrete. vier icuanden voor Duitsland, i'rnnerijk on het vercnigdKoniulirijli; cersic iwee maceden voor do Verenigde Staten.
balansen der Europese landeñ. Reeds in het twedde halfjaar van 1956 was dc invoer van die landen toegenomen ten gevolge van de. slechte oogst en in sommige onder hen ook onder invloed van fundamentele inflatoire spanningen. Ret duurder worden der grondstoffen en de aankoopwoede die omstnieks bet. einde van .het jaar de produkten van 350 -
eerste noodweñcligheid trof, hebbell deze tendens versterkt en terzelfder tijd een nieuwe .ontwriehting van de wereidhandel veroorzaakt de Verenigde Staten hebben hun handelsoversehot merkelijk opgecireven wat met name weerspiegeld wordt in een verslechtering van de handeisbalans der Europese landen. Deze ontwikkeling, die in tabel II tot uiting komt, heeft sommige 1anIen ertoe genoopt een meer restrictieve economisohe politiek to voeren of - dit is het geval voor Frankrijk - nieuwe reohtstreekse invoerbeperkingen op to leggen. Ze heeft anderzijds nogmaals de aandacht gevestigd op het dollarprobleem, waarvoor nog geen duurame oplossing werd gevonden. De versterking van de verstoring van het haridelsevenwicht dreigt een latere expansie van bet iuternationaal ruilverkeer in do Nveg to staan.
voor bet gemiddelde van het eerste kwartaal van het jaar, hoewel het prijsiudexcijfer wellicht niet meer steeg. Tabel III.
B elgisch-Luxemburgse uitvoer Broti
Nationool I,iotif out voor do Statiotiok. \Vaarden Maandgemiddeldcn
(miljenon freshen)
Index1jfo. 1
van hot volume
Basisjaar
1053
=
100
1951
...................11.056 .
97
120
111
...................11.580
127
97
100
1956 Jaar .............13.177 10 kwartaal 12.721 2 0 kwartaal 13.905 3' kwartaal 12.494 4° kwartaal 13.588 1957 1° kwartaal 13.978 April v13.429
136 126 135 122 131
103 102 104 102 104
104 103 105 104 103
...
... ...
*
Indexcijiers van do ruilvoet
1955
...
**
...
1 De jaarlijkse indexcijfors van bet volume werden verbeterd ten einde rekening to hosdon met do versehillen tussen de percentages der posten in bet lotaal van do ulivoer gedurende do basisperiode en do berekoningsperiode. Dc ioaandindexcijlors zijn steeds voorlopige cijiers.
BUITENLANDSE VRAAG
De uitvoer viw do Belgisch-Luxernburgse Economisohe Unie heeft, naar waarde gemeten, in do maancl maart - laatste beschikbaar cijfer - iii de vroegere maxima overtroffen. Dit is ook bet geval Tabcl lv.
Indexcijfers van de prijzen
Sedert 1955 nam de uitvoer van de B.L.E.TJ. een snellere uitbreiding dan die van de meeste andere landen.
Sanienstelling van de Belgisch-Luxemburgse uitvoer (Maandgerniddeldcn in oniljoenen frankcn.)
Bron
Nat ionoal Inet,tuut voor do Stotiotiek - Borekeningen door bet Departenient Studida on Docu,ncntatie von do Nat jonale Beak ecu Betgi,i. 1959 Vooi'iiiounslc produbten
1948
1955
10
2e
30
40
2.951
2.222 1.127
3.113 2.288 1.243
6.300
6.644
2.400 294 358 204 116
kwartaal
Produkten cler hoogovenbedrijven Metaalfabrikaten Non-ferro metalen
1.430 1.196 550
2.471 2.120 1.068
2.768 2.216 1.250
3.171 2.506 1.353
3.176
5.659
6.234
7.030
Textielprodukten 1.145 Voedingemiddelen 83 Landbouwprodukten 188 Papier en boeken 71 Huiden en leder 47 Rubber ...........................................35 . Houl en meubelen 25 T abak 1 Diamanten .. 61
1.950 250 255 154 104 72 75 11 468
2.093 222
1.957
178 108 90 71 14 676
2.028 299 351 185 110 95 97 14 611
Verbruiksgocderen
1.756
3.339
3.807
3.790
3.395
4.190
Groeveprodukten ...............................50 . Ceramiek ........................................32 Glas en spiegeiglas .. 39 Cement . 84
65 29 285 95
54 33 332 50
88 35 355 94
82 33 314 117
81 37 298 86
Bouw?naterialcn
305
474
469
572
546
502
Minerale oljdn .................................. .92 Brandstoffen .. 23 Scheikundige produkten 590 Diversen 135
308 526 879 395
373 423 972 443
462 551 989 511
424 461 921 447
381
940
2.108
2.211
2.513
2.253
2.252
6.177
11.580
12.721
13.905
12.494
13.588
...........
................................
................................
Mctaalprodulcf,ic en .verwerking
..............
................................
............................. ..........................
................................
...................................
................................
............................................ ....................................
.............................
...........................
............................................
................................
.................................
.......................
.........................................
Brandstoffcn en divergen Totaal
.......................
...........................................
- 351 -
355
.
254 249 174 103 70 96 15 477
96
97 17 608
445
924 502
\rci.schillendo aanwijzingen wottigen de mening dat de concurrentiële positie van bet Belgische bedrijfsleven niet is verslechterd of zelfs is verbeterd de verhoging der lonen en der groothandelsprijzen Jag over het algemeen op hetzelfde en in sommige gevallen op een lager peil dan in bet buitenland, terwiji bet aandeel der afgewerkte produkten in do gezamenhijke uitvocr toeneemt, vooral in die sectoren waarin een zeer scherpe internationale concurrentie gevoerd wordt. Het indexcijfer van de ruilvoet heeft in bet tweede kwartaal van vorig jaar eon maximum bereikt; hot hop enigermate terug in de loop van de twee volgendo kwartalen, onder invloed van do stijging der invoerprijzerr. Do evolutie van dit indexcijfer verliep niet volgens bet kiassieke schema : in plaats van gedurende bet eerste stadium van de hoge conjurictuur eon minder gunstige en nadien een betere ontwikkeling te vertonen, gaf het in 1955 en in de eerse rnaanden van 1956 een verbetering te zion, orn in hot midden van hot jaar een ommekeer to ondergaan. Dit wijst erop dat het begin van de boge conjunctuui niet gepaard is gogaan met een algerneen vastere stemming op de grondstoffenmarkten. De verschillende industriesectoren waren in digszins uiteenlopende mate bij de algomene uitvoerbeweging betrokken. Uit do indeling van de uitgevoerde produkten in metaalprodukten, verbruiksgoederen, bouwmaterialen, brandstoffen en diversen kornt de verschuiving van hot centrum van do hoge conjunctuur naar do verbruiksgoederen duidelijk tot uiting. In de ijzer- en staalnijverheid gingen al do beschikbare hoeveelheden gemakkehijk van do hand, doch de stijging van do prijzen bij do uitvoer naar do landen buiten do E.G.K.S. nam bij hot begin van 1957 een einde. 'label V..
De buitenlancise afzet van do metaalverwerkende bodrijven bowoog zich onigszins boven hot gemicldolde poil van 1955, met uitzondering van eon verrneerdering in het tweede kwartaal van vorig jaar, die ten dele aan soizoenomstandigheden (afzet van automobielen) toe to schrijven was. Gedurende do eorste maandon van 1957 trad in do uitvocr van machines en olektrische apparaten con belangrijke stijging in vergoleken met dezelfde poriodo van vorig jaar. Do aangroei van de totabe leveringen van verbruiksgoedoron is in do eerste plaats op rekening to stehlen van do textielprodukten die sodert bet vierde kwaitaal van vorig jaar eon workelijke boomporiode doormaken. Geduroncle do eorste drie maanden van bet lopondo jaar steeg do toxtieluitvoer near waarde met 13 pot. togenover c1ezelfde periode van bet voorgoande jaar. Do verruiming van do buitenlandse afzetgebiedon der papiornijverbeid was in verhouding oven belangrijk als do uitbreiding van de uitvoer der textielprodukten. Wat de bouwrnaterialen betreft, gavell bet gins en bet spiegelgias in bet tweede haifjaar van vorig jeer eon teruggang to zion ingovolge dc mooilijkheden in do Amerikaanse automobielnijverboid. In weerwil van de stagnatie in do stoenkoolproduktio bboef do uitvoer naar do traditionehe clidnten op eon bevrodigend peil gehandhaa.fd. Ook do Suezcrisis beeft do gezamenbijke waarde van de uitvoer van vlooibare brandstoffen praktisch niet bemnvloed. Dc geografische verdeling van do uitvoer van de B.L.E.U. beeft in baar geheol goon belangrijke wijzigingen ondergaan. Eon niouwe expansie van do afzet in Nederhand werd ton dehe teniet gedaan door een hichte teruggang van do leveringen aan Duitsiand, Frankrijk en het Verenigd-Koninkrijk.
Geografische spreiding an de Belgisch-Luxemburgse uitvoer (Maandgemiddclden in miljoenen fran ken)
l3ron : Nationaal 1n8ti,tu ooao do Slal,8t,ok. 1956 Land van bcsamming
1948
1955
16
20
1
30
kwarbaal
2.397 1.361 1.158
Nederland .........................................954 West-Diiis1and ...................................272 Prankrijk .........................................572
..........................555 Varenigd.Koninkrijk Toiaal .........................................2.353 Andere landen van Europa ....................1.677 ToaaI Europa ...............................4.030
Verenigde SLaten ...............................371 Canada ............................................54 Latijns.Arnerika ...............................577 Afrika ...........................................635 waarvan Belgisch-Kongo en Rtzanda. Urundi .......................238 397 Andere landen van Afrika Azik ...............................................355 Oceanid ............................................75 Diversen .........................................71 6.168 Eindtotaal ... -
2.662 1.294 1.323
2.965 1.451 1.533
2.775 1.290 1.276
I 3.151 1.318 1.504
744 5.660 2.277 7.937
944 6.223
871 6.820
701 6.042
846 6.819
2.100 8.323
2.505 9.325
2.381 8.423
2.468 9.287
1.015 120 549 992
1.303 124 532 1.157
1.255 265 553 1.203
1.149 232 546 973
1.323 227 567 974
551 441 751 147 69 11.580
631 626 1.032 159 91 12.721
659 544 1.080 129 95 13.905
499 474 986 99 86 12.494
566 408 1.023 96 91 13.588
3
52 -
Wat Duitsiand betreft, is daarbij in de eerste plaats een minder levendige vraag naar ijzer- en staalprodukten gemoeid.
ni. van ft. 476,4 miljard tot ft. 508,5 miljard. Na uitschakeling van de prijsstijging zou de toeneming nog slechts 2,2 pet. bedragen, tegen resp. 5,2 en 3,1 pet. gedurende de beide voorgaande jaren. De.vertraging van bet expansietempo is toe te sehrijven aan bet feit dat de nieuwe vooruitgang meer afhangt van een vergroting van bet bestaande produktievermogen en van een verhoging van de produktiviteit elan van bet opnieuw in bedrijf nemen van inactieve produktiefactoren.
In verband met de andere Europese landen dient in bet tweede halfjaar van 1956 de uitbreiding aangestipt van de afzet van staal, schepen en, in mmdere mate, van zijde naar de U.S.S.R. In de uitvoer naar de overzeese landen wordt een stabilisatie van de handel met de Verenigde Staten waargenomen na de snelle opgang ervan gedurende de voorgaande periode. De afzet in dit land heeft hoofdzakelijk betrekking op diamant, metaalprodukten en, in mindere mate, op textiel- en glasprodukten.
De vraag near verbruiksgoederen werd in de hand gewerkt door de stijging der bezoldigingen en der winsten, evenals door bet groeiend bedrag der dividenden. Dc winsten door de Belgische en Kongolese aandelenvennootschappen in bet tweede halfjaar aangegeven, stegen van fr. 10.884 miljoen in 1955 tot fr. 13.975 miljoen in 1956; de betaalbaar gestelde dividenden bedroegen resp. fr . 6.270 mujoen en fr. 7.839 miljoen. Volgens de eerste canwijzingen houdt deze tendens in 1957 aan.
De inkrimping van het handelsveikeer met Afrika werd wellicht beInvloed door de wankele politieke toestand in sommige landen van dit continent.
*
**
Ret particuliere verbruik tegen courante prijzen zou in 1956 fr. 326,9 miljard bereikt hebben tegen fr. 313,8 miljard gedurende bet voorafgaande jaar. Tegen constante prijzen zou bet stijgingspercentage evenals tijdens de twee voorgaande jaren 2,5 pet. bedragen hebben. Wellicht heeft de internationale spanning in het vierde kwartaal tot speculatieve nankopen van produkten van eerste noodwendigheid aanleiding gegeven; voor bet jear in ziju geheel nochtans, waren bij de toeneming der hestedingen hoofdzakelijk de duurzame goederen en de ontspanning betrokken. Ret verbruik van voedingswaren nam nog enigszins toe, doch er werd een liebte inkrimping van de aankopen van boter en bier vastgesteld.
BINNENLANDSE VRAAG In veisehiflende bedrijfssectoren was de binnenlandse vesag tijdens de jongste maanden de belangrijkste expansiefactor. Ret stijgingspercentage der investeringen bleef hoger dan dit van het verbruik, doch het verschil tussen beide percentages kromp sedert het tweede semester van vorig jaar ogenschijnlijk in overeenkomstig de op interriationaal plan waargenomen tendens. Volgeus de voorlopige berekeningen der Afdeling voor rpoegePaste Economie van de Vrije Universiteit te Brussel zou het bruto nationaal produkt tegen coutante prijzen in 1956 met 5,7 pet. zijn gestegen,
Verbruikspeil I
Tabel VI.
1955
1956
Muandge,niddeiden 10
halijaur
Qe haltjaar
10
halljaar
20
halfjaar
I. Verb ruil: van voedingsmiddelen en van tabak
Indexcijfer van het voedselverbruik (1953 = 100) (a) 103 Vlees (nettogewicht gereed voor het verbruik) (duizen. elan tonnen) (b) ..............................................32 . Bier (duizenden tonnen) (c) ................................. 12,8 Sigarillo's (miljoenen staks) ................................. 42,0 Sigareiten (miljoenen stuks) ................................. 70,2
106 33 13,6 47,4 73,8
107 33,5 13,3 43,5 70,7
110 33 13,0 52,2 77,2
11. Aankopen van duurzame verbruiksgoedcren
- Metaalfabrikaten (indexcijfers 1953 = 100) (d) - Volume van de textielafzet in de grote warenhuizen (Indexcijfers 1953 = 100) (e)
1162
...
...........................
06
118
543,6
1.378,4
132,7 2 114
126
III. Toerisme.uitgaven
Aantal overnachtingen in Belgie (duizendtallen) lironuen
1.478 1 6
Inat,tuat voor iiJc000,n,ach on Soejaat Undeyzoel,. Nat jonaal Inatjtaut voor do Slat jat jet. Mjniaterie van FznanciJn. Ret goat hier om het veihri,jk van grondstoflen en meelstoffen welke voor do belasting werden aungegeven. Fehrimdtal. Verbond van do JletgiacheTextiainijverheid. 2 Gemiddelde van het jour. I
a) b) c) d) e)
580,8
353 -
Het tabaksverbruik steeg daarentegen gevoelig, bijzonder wat de sigarillo's en de sigaren betreft. De fundamentele expansie der uitgaven voor toerisme hield vercier aan. Dc aankopen van duurzame verbruiksgoederen stegen in de loop der jongste maanden verder tegen een sue! tempo. De afzet van textielprodukten nam gedurende bet tweede halfjaar van 1956 sterke uitbrei cling; dit was ook bet geval voor cia metaalfabrikaten, inzonderheid dank zij een meer actieve verkooppolitiek. In de ontwikkeling van bet afbetalingskrediet, dat grotendeels bestemd is ter financiering van de verkoop van duurzame verbruiksgoederen, trad in bet tweede balfjaar van 1956 een vertraging in, daar de beperkingen van overheidswege op het benzineverbruik opgelegd, de vraag naar automobielen heeft geremd.
Ingevolge een meer restrictieve kredietpolitiek blijken cia investeringen in woningen zich op een boogtegrens to bewegen in tegenstelling met de industriele bouwbedrijvigheid die door de overheid werd aangemoedigd. De investeringen van de openbare sector werden in 1956 reeds beinvloed door de Wereldtentoonstelling van 1958 die tot grote openbare werken noodzaakt, inzonderheid met bet oog op de verbetering der verkeerswegen. Anderzijds voercu de Regering en de lagere overheid werken uit tot verbetering van 's lands uitrusting op gebied van waterwegen, haveninricbting, spoorwegen en sneiwegen. Tabel VIII.
Investeringspell
B edragen der afbetalingskredieten
toegestaan ter financiering van de afzet van duurzame verbruiksgoederen 1
..................... ..................... ..................... ..................... .....................
Totaal
Automobielen, motorrijtuigen
Huishoudartikelen
2.419,5 2.624,4 2.716,4 2.838,3 2.838,6
1.220,6 1.480,0 1.394,0 1.594,7 1.353,3
931,5 922,1 1.048,6 1.018,5 1.173,7
Het indexcijfer der verkopen in de grootwarenhuizen met menigvuldige afdelingen overschreed al de vorige maxima.
Indexcilfers van de verkoop aan de verbruiker (Maandelijkse verkoop : basisjaar 1953 = 100) Nationaal lnotitaut oDor do Statioticic. Warenhuizen voeding
Kleding
lering
1954
...................
113
102
105
1955
...................
120
111 120 104 119 109 147 104
108 114 111 117 115 115 125
1956 Jaar 1° kwartaal 20 kwartaal 38 kwartaal 4° kwartaal 1957 1° kwartaal
...
133 135 121 115 159
...
128
... ... ...
16.005 2.469
15.693 2.952
16.206 2.676
I
2° lialfjao r
.
16.278 3.261
Aankopen van metaalfabrikaten (index 1953 = 100)
1222
139,3 1
C. Overheidsseetor (in miljoenen op 31 december)
1
2
10.150 8.130
7.050 7.710
Reële investerinoen Vastleggingen
Aantal eenhedcn. Het goat bier urn de gezarnenlijke waarde van do aanlcopen 01) do binnenlandee markt gedurende hot jaar.
De investeringen in industridle uitrustingsgoederen lagen op een bijzonder belangrijk peil dank zij de toegenomen mogelijkbeclen van zelffinanciering. Na een lichte inkrimping in bet tweede balfjaar van 1956 vertoonden de staatsuitgaven gedurende de eerste maanden van 1957 een gevoelige stijging. Hoewel de welvaart een inkrimping der toelagen en der uitgaven voor de opsiorping van de werkloosheid met zich bracht, stegen anderzijds de last van de overheidsschuld en de nieu we investeringsuitgaven,
rjahej VII.
Bron
je halfjaar
B. Uitrusting
Nationaal Iatituut voor do Statiotiot.
1954 20 halfjaar 1055 1° hatfjaar 20 halfjaar 1956 10 ha1faar 9e haifjaar
2° ludfjoar
A. Gebouwen
Woningen 1 Andere gebouwen
(Miljoenen franken) Bron
1956
1955 je holfjoor
Totoal
106 114
Tabel IX.
124 112 116 115 152
Gecomptabiliseerde Staatsuitgaven (Miljarden franken) llron
IJclqiech Stoatoblad.
115 uitgaven
Buitengewone uitgaveu
Totani
1954 1055 1956 Jaar 1°kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal .., 4° kwartaal
6,6
1,4
8,0
...
6,7 6,9 8,2 6,8 6,7 6,0
1,3 1,3 1,5 1,0 1,4 1,2
8,0 8,2 9,7 7,8 8,1 7,2
1957 1° kwartaal
...
9,1
1,5
10,6
Maandgemiddelden
Volgens de voorlopige gegevens berekend door de Afdeling voor Toegepaste Economie van de Vrije Universiteit te Brussel, steeg do brutokapitaalvorming tegen constante prijzen in 1956 met ruim 6 pet. Volgens een eerste raming van het Ministerie van Economisebe Zaken op basis cler investeringsgoederentransacties, beliep de investeringsaangroei voor dezelfde periode 13 pct. - 364
...................
...................
... ...
—
inzonderheid ingevolge cle werken voor de Wereldtentoonstelling 1958.
Een ontleding van tie toeneming van de invoer van tie B.L.E.IJ. is van wezenlijk belang voor een diagno-
De snelle stijging van de binnenlandse vraag en de spanningen op het gebied der prijzen hebben de Regering ertoe gebracht attn bet Parlement een bi3zondere heffing op de winsten voor te stellen; dit ontwerp werd op 12 maart 1957 door bet Pa.rlement goedgekeurd. Deze heffing treft de inkomens van tie jaren 19501957 die een bepaald bedrag overschrijden; de belastingvoet bedraagt 5,5 pet. IDe opbrengst van deze taks, die op fr. 1.500 miljoen wordt geraamd, zal gestort worden op een bijzondere, van tie gewone rekening-courant van tie Schatkist verschillende iekefling bij tie Nationale Bank. Het dod van deza niaatregel bestaat el dus in onmiddellijk een gedeelte van de koopkracht der volksbuishouding te steriliseren. Later zal deze reserve ten belope van 30/55eu aangewend worden voor sociale doeleinden en tie overige 25/55en voor algemene economische doeleinden, zoals bet wetenschappelijk onderzoek, de verbetering van de uitrusting der universitaire laboratoria en de opzoekingen inzake kernenergie. in geval van verslechtering der economische conjunctuui in 1957 mag de IRegering de uitzonderlijke taks afschaffen of aithans bet percentage ervan vetlagerl.
Tabel Xi.
Tabel X.
Belgisch-Luxemburgse invoer I3roo
Nationual Inotjiuut roar do Slutiotiek.
Waurden llaandgemiddelden
(milj000cn
frookoo) 1951
....................
1955
....................
10.626
97
109
11.850
122
96
...
13.635 12.668 13.584 13.198 15.091
136 124 130 125 143
99 99 98 98 101
kwartaal a
14.730
1956 Jaar 18
.............
kwartaal ..,
20 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal 1957
10
I Indexcijfers van het van do volume 1 prijzen Basiejaar 1953 = 100
.1 ndexcijters
... ...
1 Do jaarlijkee indexcijfers van het volume werden verbeterd ten einde rekening to houden met do verechillen tusoen do percentages der pooten in het totaal van do invoor gedurende do basisperiode en do berekonings. periode. Do niaandindexcijfers zijn steeds voorlopige cijfors.
se van tie economische toestand. Daar de aankopen in bet buitenland van bet eerste tot bet tweede halfjaar van 1956 met fr. 6,1 miljard of met 7,7 pet. stegen, en tie uitvoer terzelftier tijd enigszins inkromp, zon men inderdaad kunnen menen dat tie
Samenstelling van de Belgisch-Luxemburgse invoer (Maandgemiddeldcn in rniljoenen franken)
l3ron
Nat,onoal Iootztust roar do Statiatiok - Borokoningen door hot Dopartomont Studier or Documontatio ran do Nationaic Bunk ran Belgid 1956
Voornaumate produkten
.1048
1951
1955
1°
20
lialfjanr Itigemecit tot.aal
7.285
10.600
11.850
13.126
14.145
4.305
7.150
7.576
8.289
9.029
905 539 366 987 674 146 142 98 73 54 1.226 311 205 125 585
1.055 614 441 1.422 1.621 181 275 162 160 82 2.202 359 351 243 1.249
912 477 435 1.878 1.211 240 417 116 127 74 2.601 474 649 306 1.172
1.004 518 486 2.246 1.296 138 485 135 113 77 2.795 486 811 353 1.145
1.175 684 491 2.333 1.257 255 629 113 150 80 3.137 737 808 382 1.210
2.253
2.570
2.956
3.199
3.276
1.520 370
1.950 424
2.140 463
2.095 459
495 655 1.050
735 791 1.006
922 765 1.059
740 896 1.181
880
1.318
1.638
1.840
.....................................................
Produktiegoederen (exci. auto-onclerdelen, enz.)
voor mie Iandbouw en de voedselbedrijven svaarvan : graangewassen andere yoUr de metaalnijverheid, behalve auto-onderdelen voor de textielnijverheid voor de houtnijverheid voor de diamantnijverheid voor de ledernijverheid voor de papier. en grafische bedrijven voor (le tabaksnijverheid voor diverse produktiesectoren zonder onderscheid waarvan : brandstoffen minerae oliPn scheikundige produkten diversen
............................
........................................
..................................
.....................................
...............................
.....................................
...................
..................................
.
....
....
....
...............................
..
...............................
...
.......................
......................................
Verbruiksgoederen (mci. auto-onderdelen, enz.)
Goederen andere dan voedingsmiddelen gereed voor bet gebruik ..................................................... 1.043 waarvan textielprodukten ............................... 295 voertuigen, automobielen, rijwielen + aiito-onderdelen .........................359 . andere ........................................389 Voedingstniddelen gereed voor het verbruik ............ ..1.210 Uitrustingsgoederen
............................................727
- 355 -
binnenlandse vraag al te sterk door inflatoire spanningen werd vergroot.
de binnenlandse vraag slechts ten hoogste voor én derde de verhoging van tie aankopen in bet buiten land heeft veroorzaakt. Op bet einde van bet jaar en bij bet begin van 1957 weerspiegelde de invoer eveneens de toeneming van de voorraden voedingsmiddelen door de particulieren aangehouden in bet vooruitzieht van een verwikkeling in de internationale politieke toestand. Wegens de aard der extra-aankopen heeft de geografisehe indeling van de invoer, in bet bizonder tijdens het derde kwartaal van het jaar, belangrijke wijzigingen ondergaan. Gedurende die periode hebben de Verenigde Staten aan de B.L.E.U. vliegtuigen en een grotere hoeveelheid brandstoffen geleverd. De drie buurstaten van Belgie hebben eveneens de leveringen van een uitgebreide reeks produkten opgevoerd. Tenslotte dient, wat de over-
Een belangrijk gedeelte van de toeneming is nochtans op rekening te stellen van toevallige factoren : de invoer van vaste en vloeibare brandstoffen steeg gedurende de beschouwde periode met fr. 1,5 miljard, inzonderheid ten gevolge van de stagnatie in de Belgische steenkoolproduktie en de verhoging van de vracht en van de prijzen; de slechte oogst verklaart de stijging ten belope van fr. 1 miljard van de graanaankopen; tenslotte dient vermeld dat de invoer van vliegtuigen en vliegtuigonderdelen van het ene halfjaar tot bet andere van fr. 421 miljoen tot fr. 1.132 miljoen toenam. Gesteld dat een gedeelte van de aangroei van het resterende invoervolume na verwerking opnieuw wordt uitgevoerd, mag aangenomen worden dat tie niet toevallige expansie van
Geogratische spreiding van de Belgisch-Luxemburgse invoer
Tabel XII.
(Maandgemiddelden in miljoenen franken) flron : Nationoal Instituut voor de Statiatiek - i3erekeningcn door hat Dapartenient Stodijin on Documentatic von do Nationaic Bank van I3elgië. 1955 1948
Land van herkomst
1955
10
20
1
3e
40
kwartual
599 407 631 706
1.568 1.642 1.474 1.005
1.706 1.821 1.476 1.049
1.676 2.011 1.586 1.120
1.704 2.002 1.586 1.056
2.034 2.280 1.846 1.185
2.343
5.689
6.052
6.393
6.348
7.345
1.581
1.520
1.530
1.570
1.747
1.987
3.924
7.209
7.582
7.963
8.095
9.332
Verenigde Staten Canada Latijus-Amerika Afrika vaarvan Belgisch-Kongo en RuandaUrundj Andere landen van Afrika Azië Oeeauië Diversen
1.304 102 792 687
1.306 207 604 1.354
1.550 126 668 1.459
1.728 210 672 1.628
1.501 191 728 1.499
2.030 241 769 1.579
534 153 269 185 22
973 381 839 330 1
981 478 1.009 270 4
1.076 552 962 419 2
958 541 839 344 1
1.029 550 784 355 1
..
7.285
11.850
12.668
13.584
13.198
15.091
Nederland West-Duitsiand Frankrijk Verenigd-Koninkrijk
...................................... ................................
.........................................
..........................
Totaal dr vier buurlanden Andere landen van Europa
....................
Totaal Europa
...
...............................
........................................... ...............................
........................................... :
.......................
............................................... .........................................
.........................................
Eindtotaal
zeese leveranciers betreft, de teruggang van Azid en Oceanid vermeld ten gevolge van de sluiting van het Suezkanaal en van tie seizoenbewegingen, evenals de uitbreiding van de invoer va-n bout en gietijzer uit de U.S.S.R. ** PRODUKTIE
Volgens bet algemeen indexcijfer van de industridle bedrijvigbeid gepubliceerd door bet Instituut voor Economiseb en Sociaal Onderzoek van de Universiteit te Leuven, blijft de industridle produktie verder lichtjes stijgen na haar snelle opgang gedu-
rende de jongste twee jaar. Zoals reeds vermeld, werci de invloed van de conventionele vermindering van de wekelijkse arbeidsduur. op de omvang der produktie grotendeels opgevangen door overuren; anderzijds bield de stijging van de produktiviteit verder aan, zonder dat flu reeds ken nagegaan worden of bet tempo ten gevolge van de invoering van de 45-urenweek versiielde. De stagnatie in de steenkoolproduktie op een ogenblik dat de Belgische Volksbuishouding een beroep moet doen op belangrijke invoer, vormt een tegenstelling met de snelle expansie tier textielnijverheid. in de ijzer- en staalnijverheid werd nieuwe vooruitgang geboekt, naarrnate bet produktie-apparaat werd vergroot. In de rnetaalverwerkende bedrijven
- 356 -
verbeterde de activiteit nog slechts in zeei geringe mate; de fundamentele tendens der andere industriële sectoren komt ingevolge de invloed van seizoenfactoren in de indexcijfers der jongste Tabel XIII.
maanden niet tot uiting. Niettemin hanclhaaft de activiteit zich blijkbaar nabij het maximum in de bouwnijverheid en in de a.anverwante bedrijven, hoewel de vraag in levendigheid alnam.
Indexcijfers van de industriële produktie (Basis 1953 = 100)
Bron
fantito,tt voor Economjch en Sociaai Oedcrzoek.
Maandgemiddeldcn 1955
Aigerneen ]3randstoffen Indcxclifer en energie
................
1956 Jaar
1° kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4e kwai-taal 1957 Jantoarj
...
Februari Maart ...v ...
lJzer en sinai
Non-terro rneksicn
Mctaaifnbriknen
Scheikundige Bouwnijverheid maeriaien
Textielnijverheid
Voedselnijverheid
Diversen
.
116
103
129
113
125
117
118
110
107
110
122 120 127 116 126
104 108 109 93 107
140 141 142 133 145
120 121 120 116 123
135 130 144 128 137
129 133 131 127 124
124 105 135 128 127
118 115 116 111 131
109 101 114 109 111
116 114 120 112 118
123 129 127
102 106 104
152 151 152
126 125 124
134 147 142
107 109 120
114 110 120
125 129 126
99 101 106
121 124 123
*
** In de loop der jongste maanden heeft de steenkoolvoorNiening van de industrie en van de huishoudelijke sector de Belgische volkshuishouding voor ernstige moeilijkheden gesteld. Niet alleen cliende bet hoofd geboden aan een zeer grote vraag label XIV.
voortvloeiend uit het hoge bedrijvigheidspeil, doch tevens moest afgerekend worden met de buitengewone behoeften veroorzaakt door de moeilijkheden op de petroleummarkt. In de maand oktober bleek de toestand zeer
Afzet van Belgische steenkool en briketten op de binnenlandse inarkt (Maandgemiddclden in duizenden tonnen)
Bron : Blguch Knie,okontoor -
Cobccl,ar
D.
1950
Vcrbruik
1951
1955
4°
le kwartsal
kwartaai
Huishoudelijk en Staasverbruik
618
468
473
524
450
387
529
513
527 295 151 487
581 294 124 367
602 269 103 376
619 290 124 373
632 290 117 386
558 225 104 330
601 272 68 411
598 284 86 346
1.460 2.078
1.366 1.834
1.350 1.823
1.406 1.930
1.425 1.875
1.217 1.604
1.352 1.881
1.314 1.827
Niverheid
Cokes- en gasfabrieken Elektrische centrales Spoorwegen Allerhande bedrijfstakken
....................
.......................
................................ .................
Totaal Eindtotaal
. .
ernstig. Nochtans verliep de winter zonder grote moeilijkheden dank zij de grotere invoer van Amerikaanse steenkolen en de zeer gunstige weersomstandigheden. De steenkoolproduktie heeft de snelle aangroei van de binnenlandse behoeften niet kunnen volgen. Dc uitvoer, die grotendeels in het kader van langlopende contracten plaatsbeeft, werd zoveel mogeijk gedrukt, terwiji de invoer en inzonderheid die nit de Verenigde Staten en de Duitse Bondsrepubliek gedurende het laatste kwartaal van 1956 en de eerste twee maanden van 1957 verdubbelde in
vergelijking met de vorige overeenstemm end e periode. Aangezien de in Belgie ingevoerde Amerikaanse steenkolen wegens de stijging der vrachtprijzen merkelijk duurder waren dan de Belgische brandstof, werd het prijsverschi1 ten laste genornen door een vereveningskas gespijsd door verschillende industriesectoren. Na de gevoelige inkrimping van de steenkoolwinning in het derde kwartaal van 1956 ingevolge het terugtreden der mijnwerkers en de beroering verwekt door de ramp te Marcinelle, gâf de voortbrenging een herstel te zien; bet tevoren bereikte
- 357 -
Belgische steenkoolin- en -ultvoer
Tabel XV.
(Duizenden tonnen)
Bron
Belgiach
Kolcnkantoor -
Cobechar
.. Invoer
Uitvoer
1
waarvan
Maandgemiddelden
totale invoer
Did
Verenigde Staten
totale uivoer
totaal
Italit
Andere landen
Duitsland Frankrijk Nederland
1951
.....................................
167
27
108
169
130
49
-
46
32
39
1954
.....................................
308
166
21
492
375
48
13
132
178
117
1955
.....................................
300
102
65
612
439
15
49
124
246
173
157
142 196 123 165
98 109 119 95 70
143
67
1956 Jaar le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal
............................
1957
kwartaal April
16
...................... ...................... ...................... ......................
......................
............................
1 mcI.
397 275 318 392 604
97 64 77 115 133
165 119 115 131 295
404 388 503 352 373
306 279 384 257 303
8 9 8 9 6
20 5 35 23 17
117 117 140 98 111
531 446
144 144
221 192
343
276
4
16
108
de invoer door het Groothertogdom Luxernburg.
komst van Griekse arbeidskrachten en de terugkeer naar de mijn van een zeker aantal werknemeis maakten op bet einde van het jaar enig herstel van de arbeidersbezetting inogelijk.
peil werd echter niet geevenaard. Sedert de opsehorting van de aanwerving van Italiaanse arbeiders in februari 1956, doet zich nog steeds een seherp tekort aan arbeidskrachten gevoelen. De aan-
Steenkoolbalans van de B.L.E.U.
Tabel xvi. Bron Nationaal Inatztuut voor de Statiatiek.
Hoeveelheid
\Vaarde
lloeveelheid
Maandgemiddelden
ilandelabalana
Uitvoer
Invoer
Waarde
Hoeveelheid
Woarde
Hoeveethaid in diiae.ndoo tonnen Waarde in coil joe non Iielgiacke frankon
1951
205
..............................................
162
157
147 326
1954
..............................................
330
238
454
1955
..............................................
314
235
601
440
290 319 420 627
235 248 336 552
359 474 347 335
305 413 308 310
236
232
1956 1° 20 36 46
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
..
............................. ............................... ............................... ...............................
1957 Januari
Tabel XVII.
Steenkoolnilverheid Bron
DiracUo van hot Mcjnwozn.
DugProduktie Produktie rendement (in kg per Voorraad per per arboidor, werkdag macnd (duizondora
Periode
(duizondon tonnon)
ondor- on bovengrond aamon)
(maandgomiddotdon)
1951
..................
..97,9 .
2.471
tonnon)
(ode poriod)
739
225
1954
..................
..96,3
2.437
784
2.815
1955
....................98,6
2.498
826
371
96,9 00,6 104,3 84,9 97,9
2.463 2.616 2.573 2.151 2.512
841 833 860 829 841
179 377 275 218 179
96,5
2.444
1956 Jaar le kwartaal 2° kwartaal 30 kwartaal 4° kwartaal 1957 1° kwartaal .
... ... ... ...
213
+ + + + -
48 124 287 69 155 73 292
- 15 + 88 + 205 + 70 + 165 - 28 - 242
Op i oktober 1956 werden de lonen der mijnwerkers met ongeveer 11 pet. verhoogd; anderzijds, werd aan alle arbeiders een eindejaarspremie van fr. 3.000 toegekend. De stijging van het indexeijfer cler kleinhandelsprijzen leidde op 1 januari 1957 in de steenkolenmijnen tot een nieuwe loonsverhoging van 2,5 pet. De loonsverhogingen uitten zich driemaal in stijgingen van de steenkoolprijzen; in vergelijking met de maand oktober 1956 bedraagt de gemicidelcie prijsstijging ongeveer 12 pet. In bet kader van de E.G.K.S. werd het vereveningsstelsel volledig hervormd. Van 1 januari 1957 af genieten de rendabele mijnen de perekwatie niet meer; zij vertegenwoordigen bijna 45 pet. van de nationale produktie. De niet integreerbare mijnen worden van 10 februari 1957 af van bet genot der perekwatie uitgesloten. Het totale bedrag van de finaneiele huip gaat op dit ogenblik naar de steen-
- 358 -
kolenmijnen die op het einde van de overgangsperiode (d.i. op 10 februari 1958) het hoofd zullen kurnien bieden aan de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt. De marginale mijnen uit de Borinage blijven verder een speciale huip genieten vanwege de E.G.K.S. en de Belgisehe Staat.
Van 1 januari .1957 af is een nieuw nationaal tarief van kracbt geworden, waarbij een verlaging van de maximumprijs per kWh werd ingevoerd voorzowat 1.130 gemeenten waar de prijs nog hoger lag clan de nieuwe maximumprijs, evenals een Tabel XIX.
Produktie van elektrische stroom
**
(Miljoenen kWh)
Ingevolge de zeer levendige vraag vanwege de hoogovenbedrijven bleef de apparatuur der cokesfabrieken volledig bezet. Wegens de ontoereikende voorziening met Belgische steenkolen dienden zeer dure Amerikaanse steenkolen van vaak weinig bevredigende hoedanigheid gebruikt. Tabel XVIII.
Bron
Centralee van do producenten-verdelera
......................
509
41
494
......................
512
74
455
1955
......................
Jaar le kwartaal 2e kwartaal 3° kwartaal 4e kwartaal 1957 Januari Februari Maart 1956
................
.............
550
64
477
606 590 597 612 625
76 71 75 85 74
516 511 501 511 541
628 577 638
73
555
centen 330
......................
33
429
35
442
404
1955
......................
33
464
436
Jaar 10 kwartaal 2° kwartaal 3 0 kwartaal 40 kwartaal
36 32 29 42
508 529 473 460 572
443' 458 1 426 1 408 1 4801
kwartaal Januari Februari Maart
43 45 40, 42
572 617 543 554
4651 4851 445 1 4651
................
42
1957 1°
in hot binnenland
1954
Particuliere moatschappijen
......................
Leveringen Ran het buitenland
1951
Gemeentenregiebedrijven
1954
(Duizenden tonnen)
Totale prodoltie
Centrales vn de
1051
Nationual Inotitnut vaor do Stati8tielo.
Maandgemiddelden
- Directie : Eloktrioche Enorgie.
lhlaandgemiddelden
1956
B edrivigheid in de cokesfabrieken llron
Beotour von do Nijvorlzcid
.............
1 Van 19511 of, nettoproduktie logen vrocgero brutocijfere voor do individude centrales.
automatisch trapsgewijs a.fnemend tarief; de abonnent moet da.artoe dus geen aanvraag indienen. Het Comité heeft eveneens beslissingen getroffen in verband met de coörclinatie der uitrusting. **
De achtereenvolgende verhogingen van de steenkoolprijs hebben tweemaal een aanpassing van de cokesprijzen met zich gebracht.
De moeilijkheden bij de voorziening met ruwe petroleum hebben de bedrijvigheid der petroleumraffinaderijen merkelijk geremd; de hoeveelheid in bewerking genomen ruwe petroleum lag in hat
**
Gedurende bet laatste kwartaal van 1956 en de eerste maanden van 1957 steeg de totale voortbrenging van elektrische energic in Belgie met nagenoeg 10 pet. t.o.v. de vorige overeenstemmende periode. De toeneming beliep 12 pot. bij de producenten-verdelers, die in de eerste plaats op het particuliere verbruik afgestemd ziju. Deze ontwikkeling wettigt de mening dat Belgie, wat het peil van bet huishoudelijk elektriciteitsverbruik betreft, een gedeelte van ziju vertraging tegenover de buurlanden can het inlopen is. Om aan het steenkooltekort het hoofd te bieden, hebben de elektrische centrales bun toevlucht genomen tot een intensieve aanwending van minderwaardige steenkolen en tot residuprodukten van petroleum; de levering van deze laatste ward door de Suezerisis gehinderd. Het Beheerscomité der Elektriciteitsbedrijven heeft verder naar eenmaking der ,tarieven gestreefd.
Tabel XX.
Petroleumraffinaderij Bron
Mjninterio von Fi,,aneihn. Dionot Jar Aceijnzen.
Maandgeiniddclden
Verworking ruwe petroleum
Lihte olien
(duizenden
(duizendcn
kiloliters)
kiloliters)
Produktic Stookolitii Fuel-oil
I
Atidere
(duioenden to,i,ieo.)
1953
................
308
78
112
1954
................
365
95
126
75
1955
................
453
118
143
97
Jaar le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
522 528 603 489 467
134 140 142 132 121
164 169 201 152 133
117 123 137 117 91
kwartaal
375
105
124
66
1956
1957 1°
66
laatste kwartaal van 1956 en de eerste drie rnaanden van 1957 nagenoeg 17 pet. beneden die van de vorige overeenstemmende periode.
—359--
-
De Suezerisis heeft de structuur van de handel in geraffineerde petroleumprodukten cler B.L.E.TJ. gewijzigd : de invoer nam sterk toe, terwijl de uitvoer stabiel bleef. De langere transportweg voor de ruwe petroleum uit bet Midden-Oosten, de gevoelige stijging der petroieumvracht evenals de gestegen vraag naar Amerikaanse petroleumprodukten hebben de prijzen beInvloed, die van september tot maart met ongeveel 20 pet. stegen. In hot begin van de maand maart echtor begon zich een prijsdaling af to tekenen onder invloed van de ommekeer der vrachtprijzen en de gunstige vooruitzicbten in verband met de herueming van het verkoer langs Suez. Medio maart werd de iaatste der maatregelen opgeheven die de Regering einde november had getroffen om het verbruik van minerale oliën to beperken.
ontwikkeling van do Bolgisehe industrie dor kernonergio. Ze stelt in hot bijzondor belong in de bouw van do eigenlijke roactoron ovenals in do fa.bricago on do behandoling der splijtbare stoffen. *
**
Do produktie dor hoogovenbedrijven neemt vorder uitbreiding dank zij do vorruiming van bet gevestigd produktie-apparaat en do vergroting der arbeidersbezetting. Na de expansie der jongste twee jaar, vertegonwoordigt bet tbomasstaal, waarvan (10 kwaliteit merkelijk verboterde, nog 83 pet. van do totale staaiproduktio tegen 84 pet. in 1955 en 87 pet. in 1954. De Belgisehe ijzer- on staainijverbeid iijkt zieb dus moor on moor to riebten naar do voortbrenging van martinstaal en elektrostaal die do aanwending van een grote booveelheid scbroot vereisen.
*
** Tabel XXI.
Met de oprichting van de organism en die in Belgie belast zuilen worden met de voortbrenging en de industriële anwending van de kernenergic, is een aanvang gemaakt en ze nemon geleidelijk grotere uitbreiding. Do inspanningen op dit gebied zijn des to meer noodzakelijk, daar do studies met betrekking tot de expansie op lange termijn van de Beigisohe economie eon toenemend tekort aan traditionele energiebronnen in het vooruitzicht stellen. Na de stiebting van het < Syndicat d'Etude do (S.E.E.N.) in 1954 en van l'Energie Nucléaire bet < Syndicat d'Etude des Centrales Atomiques >> (S.Y.C.A.) in 1955, werden in bet jaar 1956 de << Sociétd Cooperative Electronucléaire >, het (B.E.N.) en de << Bureau d'Etudes Nucldaires < Soeiétd Beige pour 1'Industrie Nueléaire (]3elgo-Nu eieaire) opgericht. heeft zich de Do (( Societe Eleetronueléaire oprichting en de uitbating van do proefcentrale voor kernenergie ten doel gesteld, waartoe hot initiatief werd genomen door bet S.E.E.N. en hot S.Y.C,A. en waarvan de uitvoering die reeds was aangevat met bet oog op do Wereldtentoonstelling van 1958 moest worden uitgesteld, daar de plaats die yoUr do oprichting ervan was gekozen diendo opgegoven.
Bedrivigheid in de iizer- en staalnilverheid l3ro,,
Na,ionaa1 !,atituut voor do Stotiot,clo. Prod uktie Poriodo
GLetijeer
Row ,t,,o1
Afgewerk stool
(soondgomlddotdco) (duiocndon tonon)
...................
404
1955 ................... 1956 lear 1° kwartaal ... 20 kwartaal ... 3e kwaraa1 ... 4e kwartaal ...
449
417 492
480 476 481 471 492
532 532 535 510 552
1957 Januari ......v
503
576
1951
325 366 397 408 897 373 411
Aantal orbeiders
(oir&d, periode)
50.536 52.955 55.792 53.747 55.317 55.744 55.792 55.925
,,
Ret B.E.N. kreeg de taak van adviserend ingenieur bij de uitwerking van ontwerpen voor kerncentralos. Het neemt eveneens deel can de studies voor do opriebting van hot Centre d'Etudes et d'Appiieation de 1'Energio Nucléaire >> to Mol. Hot Centrum to Mol heeft do vorming van spo.eiaiisten tot doel en richt laboratoria op die in do verschiilonde domeinen van toepassing der kernenergie gospeeialisoerd zijn; in mei 1956 heoft bet do eerste in Belgie opgorichte reactor in bodrijf gesteld. Do rol van do << Soeiété Belgo-Nucléairo >> bostaat erin do Belgisehe constructeurs to richten bij do
In vergelijking met do overeenstemmende poriodo van 1955 steeg do voortbronging van ruw staal in bet tweede halfjaar van 1956 met bijna 7 pet. Gedurendo do eerste vior maanden van 1957 bedroeg do oxpansie 5 pet. tegonover dezoifde maanclen van bet jaar voordien. In do jongste jaron hield de aangroei van do Belgisehe staalproduktio nagenoeg golijke tred met die van do gezamenlijke lidstaten der Europese Gemeenschap voor Kolen en Staai. In woerwil van do toonoming dor produktie konden de beboeften niet binnen do normalo termijnen godekt worden. Do binnonlandse staalvraag handhaafde zicb op een zoor boog poil. Do bestellingon uit hot buiteniand en vooral uit do dollarzone waron oveneens zeor belangrijk. Do niouwo insehrijvingen voor rekening van West-Duitsiand maken daarentogon eon uitzondoring op do algemene tendons. In do ioop der eersto maanden van 1957 bebbon do Vorenigdo Staten, hot Verenigd-Koninkrijk on sommigo landen uit bet Vorro-Oosten hot tempo hunnor aankopon vertraagd, doch bet blijkt voorbarig die tendenswijziging als een conjunctuur-
- 360 -
teruggang te besehouwen. IDe staalbehoeften, inzonderheid voor de scheepsbouw, blijven inderdaad zeer belangrijk.
opnieuw verhoogd; wet de andere produkten betreft, gingen de reele prijzen meer en meer de hierboven vermelde minima benaderen.
IDe schrootprijzen evenals die van het wit gietijzer en der ertseu bleven tot in de lente van 1957 opwaarts gerieht.
Tabel XXII.
Uitvoer van izer- en staalprodukten
IDe vaste vraag en cle verhoging der produktiekosten hebben aanleiding gegeven tot een stijgiug der verkooprijzen. De Belgische tariefprijzen, panteit Seraing, die sdert januani 1956 op fr. 5.250 per ton voor bet handelsstaal en op fr. 5.750 voor de zware en middelzware ' platen gehandhaafd bleven, werden in januari 1957 rasp. op fr. 5.500 on fr. 6.150 gebracht. IDe minimumnteringen vastgesteld door de bedrijven die de Conventie van Brussel afsloten en toepasselijk op de afzet in de landen die geen deel uitmaken van de E.G.K.S., werden voor de meeste produkten verhoogd. Ret handelsstaal, behalve ronden voor beton, steeg van fr. 5.650 per ton in september 1956 tot fr. 5.900 einde 1956 en bleef nadien ongewijzigd; de zware en middelzware platen van fi. 6.370 per ton tot fr. 6.750; de minima voor de scheepsplaten el -I de profielstukken voor schepen werden in meant 11957 Tabel XXIII.
13,-on : Nationaaf lush! out floor do Statistick - Berejenjnqe,i door hot Departe to cut St odthn on Dcn, line ate! je van do Natiunate Banic van
13eIijil.
I
Waardon 9l cain! gcrniddeideiu
(suit joenin / /
boyce!heden
EnnheidsPrIJZOn
(duizeuden tonnen)
(fran/ion per ton)
6.319
1951
......................
2.420
383
1955
......................
2.471
444
5.565
3.001 2.768 3.171 2.951 3.113
481 462 469 485
6.239 5.991 6.230 6.292 6.419
3.550
540
6.574
1956 Jaar in kwartaal 2° kwartaal 3 0 kwartaal 4° kwartaal
.................
1957 Januari
.........
v
509
De eenheidspnijs bij de uitvoer volgde met een normale vertraging de stijging den noteringen. Van het derde kwantaal van 1954 tot het laatste kwartaal
Geograflsche spreiding van de nitvoèr van ijzer- en staalprodukten (Maandgemiddelden in duizenden tqnnen)
Bran : Nationeal Innttnut roar do Statistiek - Berekenjn,jen door hot Depaiteunent Stndiën en Donutnentatie
SilO
do Nationate Dank van Bclqil. 1951
Bootemming
1948
1951
1955
16
20
-
Se
4e
45,1
kovartani -
Verenigde Staten
..............................
Midden- en Zuid-Arnerika
..................
..10,6
43,3
19,4
38,1
35,8
33,9
37,8
44,9
36,6
30,5
29,9
32,8
39,9
244,8 64,8 53,9 1,4 19,3 44,3
341,3 67,2 46,3 86,9 19,2 39,4
347,3 64,8 33,1 76,6 39,4
370,2 73,5 40,2 73,0 31,8 58,8
326,5 57,9 36,6 61,2 27,9 54,8
319,1 68,7 34,7 53,3 21,4 49,1
..
EBU-landen ... waarvan : Nederland 44,1 Scandinavische landen 40,7 West-Duitsiand ................ 0,5 Verenigd-Koninkrijk 18,3 Overig sterlinggebied ii. V. .................................
...................
van 1956 steeg hij met 33 pet. daar wear de verhoging 117 pet. had bereikt gedurende de vorige periode van hoge conjunctuur, d.i. van hat derde kwartaal van 1950 tot bet eerste kwartaal van 1952. Deze betrekkelijke gematigdheid betekent een factor van stabiliteit voor de ijzer- en staaleonjunetuur. IDe afzet van ijzer- en staalprodukten in het buitenland nam in de tweede heift van 1956 toe, inzonderheid dank zij de vergrote leveringen can Noord-Amenika, Indonesie en Frankrijk. Dc U.S.S.R. heeft eveneens, voor de eerste maal, relatief belangrijke aankopen gedaan. IDe afzet in WestDuitsland liep daarentegen met 18 pet. terug in vergelijking met 1955. Het gaat hier waarschijnlijk om een definitieve beweging veroorzaakt door de snelle uitbreiding van de Duitse voortbrenging. Terzelfder tijd doet zich de mededinging van dit land op de wereldrnarkteu, rnzonderheid in het - 361
-
52,5
Midden-Oosten, gevoelen. Nederland werd dan ook opnieuw de eerste afnemer met rnaandelijkse aankopen van ornstreeks 66.000 ton. De leveningen aen Kongo, India en Canada geven eveneens een veibetening to zien. Onder de overzeese markten bleven de Venenigde Staten veruit het belangnijkste afzetgebied : de in 1956 near dit land verzonden hoeveelheden stegen met 97 pet. in vergelijking met vorig jaan. In Latijns-Amerika zijn Venezuela en Argentinid de beste afnemers. IDe hoeveelheden aangekocht door Mexico, Japan en Zuid-Afrika ovensehrijden ruim de traditionele cijfers. *
**
In het tweede halfjaar van 1956 en in hat begin van 1957 nam de activiteit in de mefaalverwerkende bedrijven vender uitbreiding, doch tegen een veel lager tempo dan gedurende de voongaande maanden.
be tijens de eerste twee maanten van het Iopenle jaar uitgevoerde leveringen en ingeschreven bestellingen bevestigen dat de bedrijvigheid zich op een hoogtegrens beweegt. De personeelbezetting bleef nochtans steeds verder aangroeien, inzonderheid wegens de geleidelijke invoering van de 45-urenweek. Bijzonder belangrijk was de aanwerving in de sectoren der metaaltoebehoren voor bet bouwbedrijf, in de elektrotechnische constructie, de vliegtuigbouw en de scheepsbouw; gedurende die periode werden anderzijds afdankingen vastgesteld in de automobielsector en in de groep draadtrekkerij, metaaltrekkerij en koudwalserij. Ret gezamenlijk bedrag der nieuwe inschrijvingen van bestellingen lag op nagenoeg hetzelfde peil als in bet eerste halfjaar van 1956, daar de aangroei van de binnenlandse vraag opwoog tegen de teruggang van de aankopen vanwege bet buitenland.
Nederland nam 30 pct. op van do uitvoer van metaalfabrikaten. In verbouding tot het eerste halfjaar steeg de afzet in dat land opniei.iw; hierbij
Bedrivigheid in de metaalverwerkende nijverheid
Tnbel XXIV. Bronnen
be utvoer nam In het eersbe halfjaar met lO pc. toe en met 2 pct. gedurende de laatste zes maanden van bet jaar. Die verbetering komt vooral op rekefling van de scbeepsbouw, de plaatbewerking, de metaaltoebehoren voor het bouwbedrijf, de sector der bruggen, gebinten en de zware ketelmakerij, evenals van die der pneumatiscbe, hydraulische on drijfkracbtmachines. De montagebedrijven zagen daarentegen hun uitvoer teruglopen. In de andere sectoren werd in dit opzicbt een betrekkelijke stabiliteit waargenomen. Dc geografische spreiding van de uitvoer weerspiegelt, enerzijds, een toegenomen afzet in de Verenigde Staten, Nederland, Frankrijk en de U.S.S.R. en, anderzijds, een inkrimping van de leveringen nan West-Duitsiand en nan het VerenigdKoninkrijk.
Nationaci Inelito'At voor do Stati8tick
en
Fabrjmdtal.
Binnentandse markt Periode
Aantal arbeiders (cindo
verrencunoen
eriodc)
Ingeschreven bestellingen
Buitenlancise rnarkt verzeiunngen
Ingeschreven bestetliiigoii
(maundgemiddcldcn in niiljoeacn fran/can)
....................................................
169.402
2.529
2.514
1.656
1.878
1955 ....................................................
187.467
3.611
3.487
1.927
1.960
1956 Jaar ....................................... v 1° kwaraaI .................................. 20 kwaraa1 .................................. 3° kwartaal .............................. g 4e kwartaal ..............................v
202.075 193.871 196.968 201.434 202.075
4.055 3.695 4.373 3.994 4.164
4.353 4.098 4.388 4.265 4.660
2.254 2.128 2.343 2.304 2.236
2.761 3.160 2.561 2.579 2.744
202.742 203.761
4.130 4.146
4.011 4.258
2.213 2.220
3.219 2.397
1951
1957 Januari Februari
....................................o .................................v
waren hoofdzakelijk de haiffabrikaten, het elektrisch en bet vliegtuigmaterieel betrokken.
gang van de afzet in hot Verenigd-Koninkrijk bereikt niet minder dan 35 pct.
Belgisch-Kongo bleef de tweede belangrijkste afnemer, boewel zijn aankopen licbtjes terugliepen. Ret aandeel van de B.L.E.U. in de gezamenlijke invoer van metaalfabrikaten in Kongo bleef niettemin op hetzelfde peil.
De leveringen nan do U.S.S.R. weerspiegelen daarentegen de geleide1ike uitvoering der belang. rijke in 1955 afgesloten bestellingen : ze zijn sedert de eerste beift van bet jaar meer dan verdubbelci.
De aankopen van Frankrijk stegen eveneens met 9 pct. Zij hebben betrekking op een ruime reeks produkten, waaronder inzonderbeid cle staalplaten met deklaag, waarvan de handel in bet kader van de E.G.K.S. is vrijgemaakt, bet spoorwegmaterieel, do textiel- en landbouwmachines. De verkopen aan de Verenigde Staten, bet vierde buitenlandse afzetgebied, stegen in het tweede halfjaar van 1956 met 23 pct. in vergelijking tot het eerste zij omvatten hoofdzakelijk produkten der draadtrekkerijen, wapens en munitie. De afzet in West-Duitsiand hop gedurende dezehfde periode met 16 pct. terug; hij omvat een groter percentage afgewerkte produkten. De terug-
Oncler de hierboven niet vermelde overzeese landen waren India en Liberia de baste afnemers; hat eerste kocht vooral rollend rnaterieel aan, het tweede schepen. In de uitvoer naar Zuid-Amerika deden zich geen belangrijke wijzigingen voor. IJit een overzicbt van do verschillende sectoren blijkt dat er zich uiteenlopende ontwikkelingen bebben voorgedaan. Under de bedrijven van eerste verwerking, konden de ijzergieterijen, de vormstaalgieterijen, de smederijen en de aanverwante bedrijven bun activiteit op een gunstig peil handbaven. In de draadtrekkerijen, de nagelmakerijen, de schroevenfabrieken en de metaaltrekkerijen stegen de verzendingen in het begin van 1957; tijdens de beschouwde periode
- 362 -
werden belangrijke bestellingen ingeschreven. De koudwalserijen en de klinknagelfabrieken maken een moeilijke periode door. De bedrijvigheid der galvanisators bleef op hetzelfde peil wegens de toegenomen mededinging op de wereldmarkt.
bromfietsen, die zeer onder de buitenlandse concurrentie te lijden hadden, werken in vertraagd tempo. Hot hoge investeringspeil in de meeste landen en do toenemende toepassing der elektroniek stelden de belangrijke sector der elektrotechnische constructie in staaii zijn expansie voort te zetten. Ook de fabrikanten der verschillende types van industriemachines vonden baat bij de investeririgsconjunctuur.
De producenten van toebehoren voor het bouwbedrijf en, in mindere mate, de sector der bruggen, gebinten en ketelmakerijen kenden een bevredigend arbeidstempo, doch sedert de laatste maanden van 1956 vertoont de vraag een neerwaartse tendens.
**
Evenals in do andere industrielanden vond de scheepsbouw baat bij een zeer vaste vraag naar verschillende scheepstypes. De genoteerde bestellingen verzekeren voor verschillende jaren eon hoge bedrijvigheid.
Do voortbi'enging van de non-f erro metaalnijverheid nam enigszins uitbreiding in bet tweede halfjaar van 1956 en in het begin van 1957, met uitzondering van do sectoren van hot ruw koper en hot aluminium. Hot stijgingspercentage lag enigszins hoger in do tak der halfafgewerkte produkten. De tinnijverheid ondervond de gunstige invloed van de instelling van do Internationale Tinraad op 29 juni 1956. ])e zinkfabrikanten hebben voor do eerste maal hun vooroorlogs bedrijvigheidspeil overschredeu; dit feit onderstreept de expansievertraging der non-f erro metaalnijverheid ingevolge de protectionistische politiek van sommige traditionele cliënten. De noteringen der non-ferro metalen kenden een uiteenlopende ontwikkeling. Het koper gaf een langdurige daling te zien die de prijsstijging der jongste
Het aantal gemonteerde autovoertuigen nam belangrijk toe, doch do afzet tijdens het laatste kwartaal van het jaar onderging de invloed van de moeilijkheden op het gebied van de benzinebevoorrading. De nieuwe van februari af ingeschreyen bestellingen wettigen nochtans de mening dat bet bier slechts gaat om een tijdelijke teruggang verschillend van die welke in de Verenigde Staten en in h et Verenigd-Koninkri.jk werci waargenom en. Wat het rollend materieel betreft, hielden do structurele moeilijkheden aan; een bestelling van 2.350 wagons werd door de N.M.B.S. overgemaakt. De constructeurs van motorrijtuigen, scooters en
Tabel XXV.
Bedrijvigheid in de non-ferro metaalnijverheid
Bron : U,aiom doe Induetne8 doe Mdtaetx no,a forroux. Produktie
(maandgeeniddeldcu in tonucu) Periode
Aantal arbeiders
Ruwe produkten labrikaten
(cindo parade)
117
16.470
17.102
Roper
Lood
Zink
Pin
Aluminium
5.887
16.741
835
1951
.....................................
11.846
1955
.....................................
13.076
6.898
17.661
879
201
16.542
16.079
1956 Jaar ............................ 10 kwartaal ...................... 20 kwartaa! ...................... 3e kwartaal ...................... 40 kwartaal ......................
14.072 13.853 14.492 14.054 13.888
8.521 8.471 8.601 8.358 8.652
19.224 18.788 19.078 19.239 19.791
871 885 832 790 976
228 249 238 221 203
16.604 17.407 16.175 14.817 18.017
15.909 16.151 .16.023 16.125 15.909
3957
12.991
8.989
20.399
831
220
16.968
16.110
10
kwartaat
...............v
jaren heeft ongedaan gemaakt : te Brussel viol de prijs van hot elektrolytisch koper van fr. 53,5 per kg in bet midden van april 1956 op fr. 34 in bet begin van mei 1957, na een licht herstel in augustusseptember.
schommelde binnen enge grenzon. Die van liet tin onderging een stijging van september tot november 1956; in do ioop der jongste maanden waren do bewegingen weinig afgetekend. Hoewel bet prijsbeloop niet dezelfde :invloed op de bedrijvigheid uitoefent als in de andeie indstrieën en dit wegens do betekenis van hot loonwet-ic, heeft het toch een directe weersiag op de uitvoerwaarde.
De teruggang van bet zink te Londen beeft van november 1956 tot februari 1957 voor eon prijsstijging plaats gemaakt; sedertdien overheerste een lichte neerwaartse tendens die zich in bet begin van de maand mei zelfs scberper aftekende in het vooruitzicht van een mogelijke stopzetting der Amerikaanse voorraadvorming. Do loodnotering
De totale uitvoer van non-ferro metalen daalde van eon rnaaudgemiddelde van fr. 1.302 rniljoen tijdens do eerste helft van 1956 tot fr. 1.185 fniloen 363
gedurende de tweede heift ten gevolge van de minder hoge afzet in Frankrijk, Nederland, de Scandinavisehe landen, evenals in het VerenigdKoninkrijk en in de sterlingzone over het algemeen. Van het eerste tot het laatste kwartaal van het jaar liep de eenheidsprijs bij cle uitvoer met 15,5 pet. terug. De afzet in het buitenland van ruw en half verwerkt koper steeg gedurende dezelfd.e periode van ecu maandgemiddelde van fr. 776 miljoen tot fr. 620 miljoen, daar de eenheidsprijs van het eerste tot het laatste kwa.rtaal van bet jaar met 16,5 pot. terugliep. Nederland en de Seandinavisehe landen verminderden hun aankopen. Dc eenheidsprijs bij de uitvoer van het ruw zink bleef stabiel om en bij de fr. 14.500 per ton. Dc afzetstromingen bleven praktisch ongewijzigd; een lichte inkrimping van de uitvoer uaar Frankrijk cii West-Duitsiand werd goedgemaakt door grotere leveringen aan de Verenigde Staten en het Verenigd-Koninkrijk. De eenheidswaarde bij de uitvoer van bet ruwe lood verminderde van bet eerste tot het laatste kwartaal van 1956 met 1,4 pet. De aaiikopen van Nederland, het Verenigd-Koninkrijk en dc Scandinavische landen liepen enigsins terug. Tabel
Dc leveringen van ruw tin aan bet buitenland bedroegen in bet eerste halfjaar van 1956 gemiddeld fr. 88 miljoen per maand tegen fr. 100 miljoen in het tweede; van bet eerste tot bet laatste kwartaal vermeerderde de eenheiclswaarde met 2,5 pet. *
** Dc versperring van het Suezkanaal heeft de ernstig gehandicapt en rneer in bet bijzonder de stikstofsector, die 60 pet. van zijn uitvoer op de markten van bet Verre-Oosten afzete. Daaruit vloeide een aetiviteitsverrnindering van 20 pet. voort, die eveneens de produktie van zwavelzuur beInvloed heeft. Anderzijds verzwa-kte de internationale eonjunetuur der stikstofrneststoffen onder invloed van de Amerikaa.nse mededinging; dc daling der wereldprijzen tijdens de tweede helft van 1956 heeft nochtans niet onmiddellijk dc Belgisehe afzet aangetast aangezien deze plaatsbeeft kraebtens vroeger afgesloten contracten. Op de binnenlandse markt wordt sedert de maand maart 1957 een gelcidelijke prijsstijging doorgevoerd ten einde de verzwaring van de produktiekosten goed te maken. Enkele sectoren zoals de zeepfabrieken, de ondei.boudsprodukten en de lucifers trokken geclurencle dc seheikundige nijverheid
Uitvoer van scheikundige produkten
XXVI.
(Milfoenen franicen) -
BC,C!,nniauen doer hot Donor tomcat Sto,Ijn en Documcnlatie von do Notionalc Bunk van Bcigié.
Maaudgemiddelden 1951 1955
....................................
....................................
1956 Jaar 1° kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
.
.
...........................
.
.....................
.
.....................
.
.....................
.
.....................
.
Nederiand
Frankrijk
109
51
Vereii
100
Vcenigde-
(IC
Duitsiund
49
70
562
941
510
879
565 611 587 541 518
952 972 989 921 924
118
61
51
57
82
127 104 137 129 136
71 67 70 72 77
49 59
68 67 71 71 65
72 64 77 70 78
beide laatste maauden van bet jaar voordeel uit de aankoopwoede die zich van de bevolking had meester gernaakt. Dc voorraden die op dat ogenblik bij de particulieren werden opgehoopt, drukten in de loop der volgende maanden op de markt. Do voortbreuging van plastisehe stoffen werd begunstigd door dc ontwikkeling van ecu niei.iwe verpakkingstechniek en de toegenomen aanwen ding van flessen en holle voorwerpen in thermoplastisehe stoffen. Do bedrijvigbeid in de andere sectoren der scheikundige nijverheid onderging over het algemeen weinig wijziging. Nochtans wordt de uitvoer, inzonderheid die van de rubberindustrie, geremd door tie in maart beshste verhoging van dc corripensatietaksen op de invoer in Frankrijk. **
Do bouwnijverheid heeft gedurende de beschouwde periode eon zeer gunstge bedrijvigheid gekend.
47 38 50
Totaal
Terwiji de premies van de wet-Dc Taeye en de toegestane bouwvergunningen verminderden heeft dc personeelbezetting alle vroegere cijfers overtroffeii dank zij bet groot aantal belangrijke openbitre werken. Wegens de bijzorider zachte weersomstandigheden was de seizoeriinkrimping van de aetivitcit in het eerste kwartaal van 1957 kleirier dan gewoonlijk op dat tijdstip van het jaar. Dc beslissing dc regeringsuitgaven in to krimpen door een spreiding van de programma's der openbare werkcn evenals tie meet restrictieve politick bij het toekennen van kredieten voor de woningbouw zijn nochtans van aard om tie spanninigen in die bedrijfssector to doen afnemen. Dc conjunetuur in de industrie der bouwniaterialen verloopt evenwijdig met die in de bouw nijverheid. Dc leveringcn op de binnenlandse niarkt vanwege de Belgische. cernentfabrie ken bercikten in 1956 racer dan 3 miljoen ton tegeni 2,7 miljocn
- 364 -
het jaar voordien. Gedurende de eerste maanden van het, lopende jaar kende de bedrijvigheid eveneens een gunstig verloop. De verbetering van de leveririgen ann de Belgische clienten moet echter de teruggang goecimaken vau de afzet in het buitenTabel XXVJ1.
Produktie van bouwmaterialen liroti : i\at ouai,I hint if out 000r do Statist jet;. Steensfing VOfl
Ueiiiciif porfier en zandoteen (duizenden (dnizeuden tmia;ss) fonnen)
Ma.iiidgeiiiiddeldeii
Oooue bakotcen (mitjoe lien stubs)
Vlokglas (basis. i =
100)
1951
...................361
366
195
1955
...................338
391
190
136
389 232 449 474 399
176 107 192 214 190
152 154 162 148 143
128 91
144 v 126
1956 Jaar 1 0 kwar(aal 2° kwartaal 30 kwartaal 40 kwar(aal
419 259 495 491 v 432 .
... ... ...
..-
1957 Januari Februari Maart
317
v 347 v 430
v
108
land die rneer en meer stuit op de rnededinging dciPool Se, Tsjechische, Israelische en Portugese concurrentie. De uitvoerprijen waren neerwaarts gericht. Op de billnenlandse markt daarentegen word eon stijging met fr. 42 per ton (d.i. ongeveer 7 pot.) voor bet portlandcement toegestaan. 'label Xxviii.
De glasfabrieken, waarvan do produktie in 1956 met ongeveer S pot. toenam, zagen gedurende de jongste maanden in bet tempo der nieuwe bestellingen een liohte vertraging intreden. De gevoelige sliijgingen der produkt1iekosten, to wijten ann de belangrijke aanwending van vaste en vloeibare brandstoffen, brachten een verhoging van de gemiddelde uitvoerprijs van ongeveer fr. 800 per ton met zich. In de maand april werd eveneens een prijsverhoging voor do binnenlandse markt toegestaan. De ontwikkeling van de naar bet buitenland verzonclen hoeveelheid hield gelijke tred met die van de procluktie. Do belangrijkste cliënten zijn Nederland, de Verenigde Staten, Canada en Italië. In de stcenbakkcrijen heefli de produktie de vraag niet kunnen volgen ten gevolgo van een staking in de Kempen in de loop van de zorner, en op het einde van 1956 werden de voorraden tot een minimum herleid. Dank zij de gunstige weersomstandigheden gedurende do eorste maanden van 1957 trad de seizoenherneming van de bedrijvigheid echter vroeger in en konden sommige voorraden opnieuw aangevuld worden. Spanningen kwamen tot uiting op bet gebied der prijzen, doch een aanvraag tot verhoging werd door de Regering verworpen. Het afzetverloop blijkt erop to wijzen dat de vraag zicb meer richt naar andere produkten dan bakstenen en wel naar natuur- of kunststoen, beton en sommige andere bouwmaterialen. In tie ceramiseho n.ijverheid werd een sterke stijging van de activiteit in do sector van de
Produktie van de ceramische bedrilven
Broii : Natio,ioat hiititu it tour do Stati8tick. Vaatsvcrk van f:uenee, a r i. Cfl van zandsteen on diversen
Kirartaulgemiddeldeu -
Vuatwcrk van porsoloin, isolatoren
Beklcdingstegels faacncc on ziai,dstecn (duizc,idc,i
(fonuc,u)
(ton,scn)
an2)
}(iezelaliiinachtigo produkten, tegels voor fabrieken, produkten van kiezelaardo cii andere
i)akpani;en
Cerainiek
Vaatwerk
on
voor
an gcbnkkon
toebelioren
orchitecintir
aarde
(dujacndcn fonncn)
(tonucu)
(tonnoiu)
1951
-------------------------------------
1.764
745
303
42
49
1.841
1.811
1955
-------------------------------------
1.255
560
386
28
50
1.991
2.096
1956 Jaar -------------------------------- 1.292 16 kwartaal ---------------------1.171 20 kwar(aaj -1.338 3e kwaraal 1.233 4 0 kwartaal 1.425
655 607 657 637 718
378 405 405 312 388
36 32 37 35 39
47 40 49 48 51
3.477 2.415 2.067 4.386 5.040
2.364 2.113 2677 2.363 2.304
...................
......................
.....................
ceramiek voor arcbitectuur vastgesteld. In do sector vaatwerk in gebakken aarde werden eveneens grotere boeveelhedon voortgebracht. In de andere sectoren narn do bedrijvigheid geen verdere uitbreiding. **
Gedurende hat tweede halfjaar van 1956 lag de produktie van de textielnijverheid 9 pet. boven
die tier overeenstemmende periode van vorig jaar. Doze kwantitatief gunstige ontwikkeling hield in hot eerste kwartaal van 1957 nan in weerwil van de invoering van do 45-urenweek in het begin van do maand december. De activiteit bewoog zich op eon bijzonder hoog peil in de katoen- on wolnijverheid en in do breigoedindustrie. Van 1953 tot 1955 word do Belgisohe textielconjunctuur gekenmorkt door oon goleidelijke ver-
- 365 -
Indexcilfers van' de groothande1sprizen der textielprodukten
Tabel 'XXIX.
(Basis 1953 = 100)
Bron
: Inatituut Door Bcon001i8ch
on Soeiaai
Ondcraock.
Corona van Gemi ddelden
Wol
Vias
............................... ..... .102,4
86,2
1956 J'aar ...............................97,5 In kwarlaal ......................994 20 kwaraal ......................97,8 30 kwartaal ......................96,0 4° kwaraal ......................96,7
87,0 88,1 82,6 89,2 93,3
1957 1° kwaraal ......................99,1 April ........................... .00,5
96,5 98,9
1955
Katoen
.
Wcefsels van Jute
Rayon
Katoen
\Vol
Vine
101,8
98,4
100,0
105,9
94,0
98,3
101,3
94,1
97,5 97,3 96,2 96,8 99,7
98,1 99,3 92,5 92,3 108,6
90,2 90,2 90,2 90,2 90,2
104,5 103,6 104,4 103,8 106,1
94,7 92,5 92,5 94,8 99,2
95,7 95,1 95,0 95,0 97,5
102,3 101,3 98,9 98,2 110,7
94,3 94,8 94,1 94,3 94,2
103,3 102,7
111,8 101,2
90,2 90,2
114,5 116,4
102,4 103,4
101,7 102,8
115,4 105,7
03,4 94,4
hoging van do voortgebrachte hoeveelheden gepaaicl aan een bijna voortdurende afbrokkeling van do verkoopprijzen. De fabrikanten zagen zich inderdaad verplicht prijstoegevingen te doen ten einde hun overtollige produktie te kunnen afzetten. Dit procddd verwekte onbehagen, daar de bedrijven, in tegenstelling met cle meeste andere industrietakkeu, verstoken bleven van de winst der hoge conjunotuur.
Jute
Rayon
spiegelt hij nochtans ook in sommige sectoren eec verbetering van de positie der fabrikanten bij de afsluiting der verkoopoontracten en een betere rendabiliteit. Aldus hebben de prijzen der katoenweefsels, waarnaar er bij bet einda van het jaar een bizonder levendige vraag bestond, een merkelijk sterkere stijging ondergaan dan die der katoengarens. Wat daarentegen de wol- en jutegarens en -weefsels betreft, houdt de prijsstijging hoofdzakelijk verband met de hogere kostprijs der verwerkte grondstoffeu.
Hoewel de ommekeer der prijzen tijdens de laatste maanden van 1956 grotendeels voortvloeide uit ecu aanpassing aan de verhoging der grondstoffen, weer-
Uitvoer van textielprodukten
Tabel XXX.
(Miljocnen franken)
Maandgemiddeiden
Totual
Nederiand
1951
............................ ............................ 1956 J'aar ................... le kwartaal ............. 2e kwartaal ............. 3° kwartaal ............. 4° kwartaal .............
2.525
574
1955
1.950
536
2.120 2.093 2.029 1.957 2.400
652 623 601 636 749
,
WestDuitaland
Andere landen
144
189
946
174
248
667
186 206 179 163 195
288 263 266 267 358
648 659 662 605 661
Frankrijk
Verenigd. Koninkrijk
Verenigde Staten
278
394
119
206
148 129 147 128 190
198 213 174 158 247
Het stijgingsperoentage van de uitvoer van textielproclukten lag van 1955 tot 1956 enigermate beneden dit van do produktie. Houdt men daarbij ook rekening met de inkrimping der voorraden van afgewerkte produkteu in de meeste seotoren, dan kan daaruit afgeleid worden dat de binnenlandse vraag do belangrijkste factor van do expansie der bedrijvigheid vormde. Gedurende bet laatste kwartaal van 1956 was do aangroei van de buitenlandse afzet van textiolprodukten in verhouding bela.ngrijker dan die van de totale uitvoer van de B.L.E.U. terwiji de verhouding tussen beide voor de eerste drie kwartalen samen 15,5 pot. bedroeg, beliep xc gedurende het laatste kwartaal van 1956 17,6 pot. Nederland, dat veruit het belangrijkste afzetgebied is, verhoogde zijn relatief aandeel in de textieluitvoer 'van 27,5 pot. in 1955 tot 30,7 pot. - 366
in de loop van verleden jaar. Dit land koopt in Belgie hoofdzakelijk halfafgewerkte wolprodukten, katoengarens, breigoedartikelen en kwaliteitsweefsels. Wat do andere vier belangrijkste buitenlandse cliënten betreft, ging alleen het relatieve aandeel van hot Verenigd-Koninkrijk aohteruit. In weerwil van een gevoelige stijging gedurende hot laatste kwartaal van bet jaar vertegenwoordigden do loveringen van textielprodukten aan dat land in 1956 flog slechts 9,4 pot. der totale verzendingen naar hot buitenland, tegen 10,5 pot. in 1955. Dc teruggang heeft vooral betrekking op hot gezwingeld vias. West-Duitsiand, dat onder de buitenlandse afnemers do tweede plaats bekleedt, zag zijn relatief aandeel in de totale buitenlandse afzet van 12,7 tot 13,6 pot. toenemen. De aankopen van dit land hebben hoofdzakelijk betrekking op wolprodukten.
Do uitvoor naar cle Verenigde Staten steeg met 6,7 pet. in waarde, vooral wegens do ontwikke]ing van cle afzet van wollen tapijten. De uitbreiding van de verzendingen naar Frankrijk is grotendeels op rekening te stellen van de toegenomen afzet van bereici vias en van de uitzonderlijke leveringen van viasgarens. Do opleving der activiteit die in 1955 in do wolnijvcrheicl tot uitirig kwam, heeft xich in 1956 seh erper afgetekend. Do gunstige eonj unctuur wuarbij deze nijverheid baat vond, bleef niet beperkt tot België, (loch openbaarde zich in al do grote verbrt iks] anden. Volgens het Economisch coinité van het Britse Commonwealth bereikte het wereldverbruik van vol in 1956 zijn naoorJogs maximum; het ovorschreed met 8 pot. bet peil van het voorafgaande jaar. Deze evolutie bracht eeii verhoging der wolnoteringen met zieh, hoewel nadien de prijsoriëntering zeif wellicht het wolverbruik heeft in do hand gewerkt. Op de markt to Antwerpen steeg do prijs van do kamwol - Australisch type merkelijk sedert rnaart 1956. Op hot einde van april beroikto hij gemiddold fr. 196 per kg, tegen fr. 145 op de ovoreonstemmende datum van 1956.
Produktie in de wolnijverheid (Tonncv) \(j0000(
Ia a I it eat voor
Maandgcrniddelden
1951 1955 1956
................... ................... Jaar .............
ale Stet alicia.
Wusse Spinnerijen rijen en Kammerijen carbo. (barnntsatie• wolKarnwol Iaardbedrij- linten) van 1.295 1.370
De tapijtwoverijen biedon regelmatig groeiende afzotmogelijkhoden, doch de afzet van garens voor (Ic wevorijon van kiedingsstoffen lijdt onder do moeilijkheclen waarmee doze sector hooft of te rekenen wegens do geleidolijke vorsohuiving van de vraag naar breigoedprodukton en do zoor scherpe buitenlandse modedinging op do binnenlandse markt in 1956 vertogenwoordigde do invoor van huitenlandse woofsols en inzondorheid van kaardweefsols ongovoor 30 pot. van de binnenlandso produktie. De tapijtweverijen vonden verder boat bij do, expansie van do vraag uit do Verenigdo Staten. Anderzijds, dient do toegenomen afzet in Canada,: Zwoden en Denomarkon vormeld.
rijen
Tabel XXXII.
1.350 2.084
1.561 1.5701 1.996
1.474
2.371
1.966 1.813 1 1.927 1.762' 2.111 1.775' 1.868 1.6981 1.959 2.0171
2.219 2.255 2.123 1.976 2522
1.559 1.541 1.540 1.453 1.703
2.574 2.551 2.548 2.478 2.717
2.533 2.458
1.717 1.693
2.841 2.660
1° kwartaal 20 kwartaal 3 0 kwartaal 4e kwar(aal 1957 Januari .......... 2.150 2.115 Februari 2.230 1.850 Maart 2.100 2.039 1
1.491
Minder voorspoedig was do ontwikkeling in do kaardwolspinnerijen. In weerwil van een toeneming van 5 pet. in 1956 blijft do produktie merkelijk boneden heti maximum van do Koroaanse periode.
In do katoennijverheid, zowel in do spinnerijon als in do woverijon, bonaderden de voortgobrachte hoevoelhoden do maxima van 1951. De ommekeor in do bedrijvighoid was zich beginnen of to tekonon ,rdór do Suezcrisis, doch doze heeft do fundamontele tendens morkolijk versterkt.
Tabel XXXI.
Bron s
\Vost-Duitsland, die veruit de belangrijkste afnemers zijn, nam nog toe. In hot eerste kwartaal van 1957 nam do bedrijvigheid verder uitbreiding; de onmiddellijke vooruitzichten voor deze industrietak blijken zeer gunstig.
Produktie in de katoennijverheid (Tonnen) Bron
I5'ati,,flael l,eetituazt
de Statilicia.
Meandgemiddetden
Spinnerijen
Weverijen
..................................... 8.750 ...................................... 7.889
6.591
1956
Jaar ........................... ..078 .8 10 kwartaal ...................... 8.442 20 kwartaal ...................... 7.846 30 kwartaal ...................... 7.270 4° kwartaal ...................... 8.755
6.636 6.499 6.159 6.083 7.804
1957
Tanuari ............................ Februari .........................
7.726 7.444
1951 1955
Inct. de produlctie voor buitenlendse derden.
Do evolutie der notoringen to Antwerpen woorspiegelt de fundamentelo tendeis van do industriële bedrijvigheid in do wasserijen en kammorijen. In die stadia van de wolbereiding was bet produktieapparaat praktisch maximaal bezet. Do produktiesfiijging beliep in bet tweede halfjaar in vergelijking met de overeenstemmende periode van 1955 30 pot. voor do wasserijon on 20 pet. voor do kammerijon. Belangrijke bestellingen werden voor rekening van hot buitonland uitgevoerd. Do kamwolspinnerijen, waarvan de produktie in het tweedo halfjaar van 1956 met 7 pet. toenam in vorgelijking met dezelfde periode van hot jaar voordion, vondon verder baat bij do expansie van de Belgische breigoednijverheid en bij eon grote buitenlandse vraag. De afzet in Nederland en in
veer
9.331 8.654
6.176
Do oxpansie in do spinnorijon steunt op do binnenlandse vraag aangozien do uitvoer terugliep. In do katoenweverijen werd eon krachtigere opleving van do bodrijvigheid vastgesteld dan in de spinnerijen ten gevolge van de gelijktijdigo vergroting van do buitenlandse en binnenlandso vraag. Doze Jaatste word aangewakkerd door de aankoopwoede in do ioop van de horfst on door do vorlaging, vanaf oktober, van 11 tot 1 pot. van do forfaitairo taks op do katoenweefsols. Doze fiscale vrijstelling is eveneens van toepassing op de vias- en fibranne-
- 367 -
oostelijke laiiden en van de contingentering, van juni 1956 af, van do invoer van Ja.panse weefsels. Gedurende hot twoedo semester van bet voorafgaande jaar steeg de voortbrenging van rayongarens en -vezels met 5 pet. in verge]ijking met de ovoreenstemmende perio(io van 1955. Dc uitvoer onderging van 1955 tot 1956 een verbetering van ongeveer 15 pet. voor de garens en eon vermiudering van 9,6 pet. voor de rayorivezels. Do produktie van nylongarens rieemt snel toe, doch er zijn dienaangaando geen offieiële statistdeken voorhanden.
woefsels; zij blijft van kracht tot einde 1957. De toeneming van de buitenlandso vraag komt in do eerste plaats voor rekening van bet YerenigdKoninkrijk en West-Duitsiand. In de rayonnijverheid kwam bet conjunctuuiherstel vooral ten goecle aan do weverijen. Ret herstel word krachtiger in bet vierde kwartaal ingevolge de uitzonderlijko stijging van do buitenlandse vraag. De binnonlandse markt was nochtans reeds vóór de Suezerisis verruimd, inzonderheid ten gevolge van de instelling, einde 1955, van compensatietaksen op de invoer van rayonweofsels nit do
Produktie in de vias-, lute- en kunstvezelnilverheid
Tabel XXXIII.
(Tonnen) Bron : Notionaal 1ntituut
000r
do Statistiek.
Vms Msandgeiniddeideii
Kiinstvezels
JuLe
Spinnarijen
We-verijen
Spinnerijen
\Veverijen
Kunsgereiis
1cunsvezeis
1951
..............................................
1.020
677
5.603
3.823
874
1.406
1955
..............................................
731
592
6.504
3.513
905
1.749 1.814 1.817 1.808 1.642 1.988 2.052 1.847
1956 Jaar ..................................... 10 kwartaal .............................. 2e kwartaal ............................... 30 kwartaal ............................... 4e kwartaal ...............................
763 783 726 675 865
601 628 577 540 659
6.381 7.326 6.234 5.556 6.409
3.221 3.371 3.295 2.835 3.384
917 938 912 826 993
1957 Januarj Februari
851 839
681 656
6.911 6.199
3.218 3.002
1.078 960
.................................. ..................................
De jutenijverheid geeft een sterke tegenstelling met de andere textielsectoren to zien; haar bedrijvigheid hop vooral in de weverijen belangrijk terug. Die ongunstige ontwikkeling is niet eigeml na-n Belgie maar komt in al de Westenropese landen tot uiting. Zij hield in de ioop van do eerste maanden van 1957 verder aan. In do spinnerijen liep do produktie in (10 tweede heift van 1956 met 7 pet. terug in vergeiijking met dezelfde periode van 1955. De uitvoer verminderde naar waarde van 1955 tot 1956 met 7 pet. \Vat do binnenlandse afzeb betreft, word do toofleming van de verkopon aan do tapijtweverijen teniet gedaan door de teruggang van do vraag vanwege do juteweverijen. Do inkrimping van do bedrijvigbeid van doze laatste is in do oorste plaats toe to schrijven aan do toruggang van de fabricage van gowone verpakkingsartikelen. Bovendien doet zich do mododinging van India en Pakistan op do buitenlandse markton en zelfs in Bolgie sterker govoelen. Do aetivitoitsverbotering in do viasnijverheid narn eon ñiet zo grote omvang nan als in do katoonnijver heid. Do spinnerijon konden hun produktio opdrijven dank zij do oploving van do binnenlandso vraag. Do afzet in bet buitenland daarentegen bleef stabiel op zijn vroeger peil. Do inkrimping van do afzet iii GrootBrittn.nie en in mindero mate in WestDuitsiand kon goedgemaakt worden door de nit-
zondorlijko verkopen aan Frankrijk. Dit land, dat gowoonlijk viasgarons naar België uitvoert, heeft zieb voor do eerste maal sedert verschillende jaren op onze rnarkt bevoorruad; bet nam onder do buitenlandse eliënton onmiddellijk do derde pleats in. J)e zonder twijfol voorbijgaando afwezigheid dci Franse concurrenten beeft do spinnorijon in staat gesteld hun vorkopen can do Belgische woverijon op to voeien. Gedurendo hot eersto kwartaal van 1.957 vorsleehterden echter do vooruitzichtemi de uitvoorbestellingen liepen temug, terwiji Frankrijk opnieuw do componsatietaks van 15 pet: invoerde die voor do viasgarens einde 1954 was gesehorst. Do weverijen vonden baat bij eon ruimere binnenlandso vraag. Do uitvoer, die boofdzakelijk naai de Verenigdo Staten' is gorieht, handhaafde zich op ziju vroeger peil. Do fundamontele expansie van do brciyoednijvcrheid heeft zich gedurende de beschouwde periode voortgezet. Do toenoming van do afzet in het buitenland trekt vooral do aandacht zij bereikte in 1956 niet minder dan 33 pet. Dezeverbetering is boofdzakelijk toe te schrijven ann do uitbmeiding van bet Nederlandse afzetgebied, dat moot dan 88 pet. opslorpt van de gezameulijke uitvoer van breigoodartikelen. In do kieding- en confecfienijverheid word, zowel voor hot binnenland als voor bet buitenland, eon toenemend bedrag bestehlingen geboekt. Ook in die
- 368 --
Tabel XXXIV.
Breigoed en confectie Bron
Nat ionaal Inst jtuut voor do .Stati8tjck.
Indexcijier van de induatriSle bedrijvigheid Basis 1953
1955
=
Breigoed
Confectie
100
.....................................118,4 .
1956 Jeer
100,5
...........................
.136,0 10 kwartaal ......................124,1 2e kwartaal ......................126,5 3e kwartaal .......................134,2 4e kwartaal ................... 159,3
1957 Januari
Februari
........................ .....................
.143,1 .139,9
106,2 107,8 111,5 96,6 109,0
v
98,8
sector betekent de vraag vanwege Nederland een krachtige steun voor de bedrijvigheid. *
**
De toestand in de lederrtijverheid heeft in cle loop der jongste maanden geen fundamentele wijziging ondergaan : de slapte houdtl aan in cle sector van het zwaar leder, terwiji de takken van bet licht leder en bet schoeisel hun bedrijvigheid zagen toenemen, vaak in weerwil van een inkrimping der personeelbezetting.
doch de bestellingen namen sedert de maand lebruari toe met het oog op de zomerbevoorrading. Daaruit vloeide een toeneming voort van de produktie van schoenen en van zoolleder. De producenten van licht leder vonden eveneens baat bij een uitbreiding van de afzet van lederen artikelen, marokijnwerk en reisartikelen. *
**
Na de vertraging in het derde kwartaal van 1956, die in zekere mate aan seizoenfactoren te wijten was, kende de papier- en kartonproduktie in het volgende kwartaal een sterke opleving, om gedurende de eerste maanden van het lopende jaar maximumcijfers te bereiken. Hoewel cle aankoopwoede veroorzaakt door de internationale gebeurtenissen ten dele can deze evolutie ten grondsiag ligt, wordt anderzijds een merkelijke aangroei van de uitvoer waargenomen die voor bet jaar 1956 20 pet. bedroeg: naar zekere papierkwaliteiten van Belgiseh fabrikaat bestaat er in bet buitenland een sterke vraag. Tabel XXXVI.
Produktie en buitenlandse handel van papier en karton (Tonnen) l3ror,
Tabel XXXV.
Nationoal Instituot coot do Stat jatiek.
Maandgemiddelden
Produktie
Invoer
Uitvoer
27.159
11.636
7.701
26.823
18.870
8.380
...
28.070 29.965 27.257 25.678 29.465
18.936 18.740 18.174 18.502 20.327
9.676 9.337 9.938 8.961 10.470
a
32.978
Produktie van afgewerkt leder en schoenen Bron
1951
s','ationaal lnatituiit coot do Stat j8t isis.
Zwaar leder (tonncn) Ifaandgemiddelden
1955 1956
....................558 ....................345 Jaar ..............264 10 kwartaal
20 kwartaal 3e kwartaal 4 0 kwartaal 1957 Januari
Februari
Lich leder (duizandcn
zoo 11 C 5er
1951
1955
... ... ... ...
319 276 239 221 242 283
Technioch leder 124 108 100
Geheel lecleren ochoenen
10 kwartaal
viorkanto (duizandon vacten) paar)
3.084 3.202
9e kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
611 1957
693
100 106 102
3.723 3.708 3.543 3.462 4.179
754 816 783 667 753
129 139
4.579 4.064
779 848
94
1956
De prijzen van bet gelooid leder stegen van september 1956 tot februari 1957 met ongeveer 1 pet. Bij de ruwe vellen werd eveneens een prijsstijging waargenomen, terwiji de prijzen van bet schoeisel gedurende de winter op een stabiel peil bleven. De in- en de uitvoer van schoenen evenals de uitvoer van gelooid leder namen in vergelijking met 1955 merkelijk toe. Sedert twee jaar wordt éen langzame, docb geleidelijke vermindering vastgesteld van de Belgiscbe invoer van Nederlandse schoenen, gepaard aan een geleidelijke toeneming van de Belgische afzet met bestemming naarNederlancl. De afzet van schoeisel op de binnenlandse markt was gedurende het winterseizoen niet zeer levendig,
................... ................... Jaar .............
10 kwartaal
... ... ...
10.726'
C .Januarl 1005.
Aangezien de invoer eveneens gevoelig toeneemt, blijkt dat een merkelijk gedeelte van de snelle aangroei der papierbeboeften door buitenlandse fabrikanten wordt gedekt. Er zouden dus op de binnenlandse markt ruime uitbreidingsmogelijkheden bestaan voor de Belgische papier- en kartonproducenten. Deze breidden trOuwens bun produktiecapaciteit uit. De drukking op de kostprijzen werd gedurende de eerste maanden van 1957 gevolgd door een nagenoeg algemene prijsverhoging. Het contingenteringsakkoord dat met de Nederlaudse fabrikanten werd afgesloten, werd voor een jaar verlengd. * * *,
De uitbreiding van de bedrijvigheid der diamanf. nijverheid was afhankelijk van de mogelijkheden inzake bevoorrading met ruwe stenen. Het stijgingspercentage van de gezamenlijke uitvoer van diamant, dat in 1955 32 pet. bedroeg, beliep in 1956 27 pet.
- 369 -
De leveringen vanwege de centrale organismen te Londen, speciaal wat de juweelstenen betreft, liepen gedurende de eorste heift van 1956 merkelijk terug en in weerwil van de grooiende betekenis van andore leveranciers, inzonderheid Liberia, vloeide daaruit een tijdelijke toenoming van de worklooshoid voort die zich uitstrekto tot do diamantzagers en zelfs tot de diamantslijpers. In hot begin van het tweode halfjaar deed zich te dien opziehte eon verbetering voor, doch op dat ogenblik vertraagde do afzet van industriële stenen wegens de voorlopige stopzetting van bet aanleggen van veiligheidsvoorraden in de Verenigde Staten. De bedrijvigheid werd over hot algomeen beter verzekerd in het vierde kwartaal, dank zij eon merkelijke stijging der bevoorrading en eon vastere vraag uit hoofde van de eindejaarsfeesten. Do voor 1957 beschikbare gegevens maken gewag van eon nieuwe vermindering van de leveringen van ruwe juweelstenen door de Diamond Trading Corporation. De voorzieuing met industriële stenen door de Industrial Distributors Ltd. ,> lag, op enkele uitzonderingen na, nooit op eon dergelijk hoog peil. De bedrijvigheid kon dan ook op eon nagenoeg normaal peil gehandhaafd blijven. Do werkloosheid blijft vrij bolangrijk hot gaat bier om eon probleem van rekiassering in andere bedrijfstakken, probleem dat in hot bijzonder bemoeilijkt wordt door de hogo gemiddelde leeftijd van do werkiozen do twee derdon hiervan zijn meer dan 55 jaar oud en 75 pet. meer dan 50 jaar. De prijzen van ruwo steen to London werden, evenals in het begin der beido voorafgaande jaren, in januari 1957 offieieel verhoogd : do stijging die versehilde naargelang de kwaliteit beciroeg ongeveer 5 pot. voor de juweelstenon en 8 pet. voor sommige types van industriele stenen. De Verenigde Staten vormen nog steeds het belangrijkste afzetgebied van do diamantnijverheid. Ret aandeel van Belgie in do Amerikaanse invoer van geslepen stenen, d.i. ongeveer 60 pet., steeg eehter niet moor tegen het tempo dor voorafgaande jaron. De afzet in de \Terenigde Staten loopt zelfs in evenredigheid terug ten gunste van do uitvoer naar de E.B.TJ.-landen. Doze evolutie en hot feit dat de in dollars betaalbare invoer van ruwe steen uit Liberia sterk toenam, doen do nettodollarontvangsten van de diamantnijverheid inkrimpen. *
**
Do algemene ontwikkeling van het verbruik kwam de voedselbedrijven ten goede, in het bijzonder gedurende het tweede halfjaar van 1956, toen do verkopen in do grote warenhuizen met moor dan 7 pet. toenamen. Gedurende de eerste maanden van 1957 vielen de aankopen nagenoeg terug op hot peil dat gedurende de ovoreenstemmonde periode van 1956 word bereikt, daar waar men zich, na de
speculatiegoif, aan eon moor afgotekonde inkrimping had kunnen verwachten. Ret blijkt dus dat do verbruikers blijvend eon grotero voorraad dan vroeger zullon aanhouden. 'label XXXVII.
Voedse1bedriven NaUonaal lootituot voor do Statiojick - Bcrckcningen door hot Departenent Studièn on Doe irnontotic van do Notionato Bank von Botyid.
Bron
Duizenden 11aandgemiddelden
Indexcijfer van do industritlo produktie I.E.S.O. (ba8Io 193
100)
1951 1955
...................... 10.941 .
1956 Jaar ................11.074 10 kwartaal 10.358 20 kwartaal 10.436 3e kwartaal 11.252 12.251 40 kwartaal . 8.6501 1957 Januari Februari v 77541 ............
.............
Uitvoer van voedingsmiddelen
(müjoencn franken)
93 107
404 250
109 101 114 109 111
267 222 298 254 294
99 101
275
1 Die cijfers zijn niet vergelijkbaar met de vorige wegens eon verande. ring van do referentioperiode.
De uitvoer van voodingsmiddelen steeg met 7 pet. in 1956. Die ontwikkeling kwam bet meest do industrie van do molk in dozen of in pooder ten goede evenals die van do malt, de chocolade, do groontenconsorven, bet bier, do veokoeken en do gezouten, gerookte of gedroogde vis. Do uitvoer van zaden en plantaardige olie hop daarentegen terug. De voortbrenging en het verbruik van margarine nomen steeds vordor too sedert betoro kwaliteiten op do markt werden gebracht; do vorkopen hebben gedurende do besehouwde periode een nieuw maximum bereikt. Hot verbruik van groenteneonserven nam belatigrjjk toe; do fabrikanten konden van maart 1956 tot maart 1957 hun voorraden met 18 pet. vermindoren, terwiji ze nagonoeg dezolfde hooveelheden als vroeger voortbrachten. De brouwerijen konden hun bedrijvigheid handhaven dank zij de ontwikkoling van do uitvoer naar do aangrenzende landen. To oordelen naar do bij do belasting aangegoven grondstoffen lag do voortbrenging godurende de eerste maanden van het lopende jaar merkelijk hoger dan die van do overoonstemmonde periode van 1956. Do toestand van do landbouw verslechterde in sommigo sectoren, daar do geoogste hoeveelhoid in 1956 beneden die van het voorgaande jaar lag. Do inkrimping van do produktie was vrij afgetekend voor do broodgranen en do suikerbioten, doch de vooruitziehten voor 1957 zijn beter. Vooi do oogst 1955-1956 bedroeg do inmonging van binnonlands graan door do maalderijen 612.000 ton, terwiji de toegestane subsidies fr. 275 miljoen bereikten. Voor de oogst 1956-1957 is eon 370 -
inmenging van 450.000 ton voorzien en een toelage van fr. 302 miljoen. De gemiddelde richtprijs werd vastgesteld op fr. 470 per 100 kg tegen fr. 450 voor de voorgaaude oogst. De maalderijen verkeren in een vrij benarde toestand wegens bet te hoge aantal molens die onderling eeu zeer scherpe concurrentie voeren. De Regering heeft dan ook een Ministeriële Commissie voor de Rationalisatie der Maalderijen opgericht, belast met de studie van de bijzondere omstandigheden van die sector. Op de markt van het rundvlees heerste er over het algemeen in 1956 een zeer vaste stemming. Sommige hoewel tijdelijke onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod hebben aanleiding gegeven tot prijsafwijkingen die de Regering ertoe genoopt hebben maatregelen te treff en om de daaruit voortvloeiende curnulatieve stijgingen tegen te gaan. In de loop van de eerste maanden van 1957 trod enige ontspanning in de markt kende een ruime bevoorrading, terwiji in de vraag een ontspanning intrad. De varkensmarkt bleef gedurende de beschouwde periode relatief gedrukt, met uitzondering van een lichte opleving gedurende het laatste kwartaal van vorig jaar. Ze werd gekenmerkt door een zeer overvloedig aanbod en door de moeilijke afzet der spekvoorraden. De boerproduktie steeg in 1956, doch liep gedurende bet eerste kwartaal van 1957 gevoelig terug. De prijzen werden dan ook vaster en overschreden de ricbtprijzen; aldus werd de relatieve zwakte gecompenseerd waarvan de prijzen gedurende het grootste gedeelte van bet voorgaande halfjaar hadden blijk gegeven. De suikerbietenoogst iced onder de ongunstige weersomstandigheden die het gewicht en het suikergehalte der bieten bebben aangetast, wat een daling van de produktie van ruwe suiker met 15 tot 20 pct. zal teweegbrengen. **
VERVOERWEZEN De expansie der economische bedrijvigbeid legt steeds grotere inspanningen op aan de transportsector, waarin zich de overbelastingproblemen, vooral wat het verkeer in de zeebavens betreft, steeds duidelijker openbaren. Evenals dit het geval is met de energie, gaat het bier om een vraagstuk op lange termiju, dat van nu af aan een grondige studie noodzakelijk maakt. Ret vervoer van goederen en reizigers per spoor werd begunstigd door een zeer actieve vraag die de Nationale Maatschappij der Belgiscbe Spoorwegen ertoe aanspoorde haar inspanningen voort te zetten op het gebied van de modernisering 'der stations, de elektrificatie van bet net en de vernieuwing van bet rollend materieel. - 371
De aanhoudende aangroei van het verkeer in de birtnenlandse vaart doet problemen rijzen in verband met de aanpassing van het Belgische waterwegenTabel XXXVIII.
Binnenlands goederenvervoer (Duizenden tonnen) Bronnen : Nutianaic Maatschappij van Belgi8che Spoorwcgen en Nationaal 1nttuut veer de Statiatib.
I\iaandgemiddelden
Spoorweg
J3innenacheep.
Binnenacheepvaart
Totaal
vaart van het totani
1951
...................
3.772
1.570
5.342
29
1955
...................
3.028
1.881
4.909
38
3.055 2.799 3.200 2.880 3.342
1.527 2.046 2.051. 2.130'
4.326 5.246 4.931 5.472
35 39 42 38
1956 Jaar 18 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal 1957 1° kwartaal 1
.
2.918
Oktol,er en november.
net. Ten einde deze het hoofd te bieden, heeft bet Parlement, in de loop der eerste maanden van 1957, kredieten goedgekeurd voor de verwezenlijking van een programma voor de modernisering van eeii belangrijk gedeelte van het net. Dc kredieten die voor de uitvoering van het geheel der werken werden voorzien en over een periode van tien jaar zijn verspreid, belopen fi. 11 miljard. Ingevolge de stijging van de kostprijs verhoogden de vrachtprijzen van 15 april af. De zeescheepvaart in de haven van Antwerpen heeft al de vroegere maxima overtroffen. Ret aantal in de haven binnengekomen schepen steeg van 13.731 in 1955 tot 15.585 in 1956 en deze tendens bandliaaft zich gedurende bet lopende jaar. Te oordeleu naar de statistieken der eerste maauden zulien de resultaten van 1957 nog beter uitvallen. De uitvoering van bet programma van uitbreiding der haveninrichtingen, dat door het Parlement in juni 1956 werd goedgekeurd, werd aangevat op 1 april 1957, toen met het graven van een vijfde havendok een begin werd gemaakt. Tabe! XXXIX.
Goederenvervoer ter zee in de Antwerpse haven (Duizenden tonnen) Bron : Nationaal 1atjtuut coo, dc Statietiek. Invoer en entrepot
Maaiidgemiddelden
1951
.....................
1955
...................
1956 Jaar P kwartau 2° kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
... ... ... ...
Inwaartse doorvoer
Uitvoer
Uitwnortge doorvoer
921
340
774
395
1.143
296
844
390
1.377 1.254 1.320 1.412 1.522
488 427 427 563 536
860 862 943 840 795
419 475 421 402 380
.
In maart 1957 heeft do Gemeenteraad van Antwerpen besloten drie haventarieven te verhogen; hot eersto betreft de havenrechten die door de zooschepen dienen gekweten, het tweede botreft de hggolden voor de droogdokken en het derde houdt verband met de kosten van aanwending van de vioLtende hijstoestellen in de dokken en op de Schelde. Evenals in de zeehaven van Antwerpen, nam ook in die van Gent het verkoor toe. **
PRIJZEN EN LONEN De voortzetting van de hoge conjunctuur betekende een steun voor de opwaartse tendens der prijzen die zich bij het begin van 1954 voor de groothandolsprijzen en in het midden van 1955 voor de kleinhandelsprijzen had boginnen af te tekenen. Deze beweging vertraagde van bij hot begin van 1957 ten gevolge van de daling van de meeste belangrijke grondstoffon en de goleideiijke verdwijning van de gevolgen van de crisis in het MiddenOosten op de vrachtkosten. Behoudens enkele onregelmatige bewegingen betreffende sommige wel bepaalde produkton, overheerste op de wereidmarkten in de lente een hicht neerwaartso tendens zowel voor de industriële produkten als voor de landbouwprodukten. Het gezamenlijk indexcijfer der groothandelsprijzen berekend door het I.E.S.O. steeg van juni 1956 tot april 1957 met 5,7 pet. De stijging der gezamenhijke industriële produkten bedroeg gedurende dezeffde periode 7,5 pet. Bij de meest govoelige stijgingon waren de steenkool- en staalprodukton betrokkon. De stijging, die aanvankelijk beperkt bleef tot het minst gevorderde stadium van de fabricage, heeft zich vervolgens uitgebreid Tabel XL.
peil gehandhaafd, evenals die van het schroot, nadat doze ten govolge van hot verbod van de Amerikaanse uitvoer gestegen was. De meesto non-ferro metalen volgden verder de neerwaartso beweging die in de lente van 1956 was begonnen. Het herstel van het hood en van het zirik in do herfst, veroorzaakt door de Suezcrisis, was van korte duur. Voor de ganse bosehouwde periode handhaafde het tin noehtans zijn positie en onderging hot aluminium een stijging van moor dan 4 pet. Do toeneming van bet woreldverbruik van ruwe wol on de vaste vraag naar katoenweefsels veroorzaakten in do betrokkon sectoren eon prijsverhoging. Hot vias en do synthetisehe vozels bleven gedrukt, terwiji do jute eon gedeolto hoeft prijsgegevon van de gunstige positio die hot op het einde van het jaar 1956 innam. Do lichte stijging van do landbouw- en voedingsprijzon in 1956 heoft in do ioop van hot oerste kwartaal van 1957 plaats gemaakt voor een afgetokende dahing. Do prijzen van de male, do cacao, do zuivelprodukten, do eieron en zeifs hot vhees ondorgingen govoehige dahingon ten deho wegens seizoenomstandighodon. Doze boweging heeft het indexcijfer dor kleinhandeisprijzen beinvloed, dat in fobruari 1957 niet vorder meer steeg. Tijdons do periodo juni 1956-april 1957 bleof do totale toeneming boperkt tot 2,5 pet. voor hot algemeen indexcijfer, tot 1,2 pet. voor do voodingsmiddelon, tot 3,1 pet. voor do niet-voedingsmiddelen en tot 6,6 pot. voor do dionsten. Doze haatsto gavon eon voortdurende stijging to zien onder do gezamenlijke invhoed van do loonsverhogingen on van do toogenomen vraag. Do prijzen van hot grootsto gedeelte der in hot indexeijfer opgenomen produkten stogen, doeh in uiteenlopondo mate. Do stijging was hot sterkst voor hot rund- en hot kahfsvlees, do olie, bet zout, sommige kledingstukken, do zeep en do steenkolen. De Tabel XLI.
Indexcijfer der groothande1sprizen
Algemeen indexcijfer der kleinhandelsprijzen
(Basis 1953 = 100)
(Basis 1953 = 100)
Inatitnut voor Economioch on Sociaal Ondercoek van do Universiteit te Leuven.
Bron
voedsel- LandbouwAlgemeen Niiyer. heidsprodukten produkten indexcijfer produken
Periodo
1955
...... . ...........
1956 Jeer 10 kwartaal 20 kwartaal 3° kwartaal 48 kwartaal 1957 1° kwartaal April
Bron
.98,7
............
.. ... ... ...
.............
101,8 101,4 100,5 100,9 104,1 105,0 105,5
100,7 104,5 103,6 103,5 103,8 107,1 109,3 111,1
93,8 96,4 97 9 3 95,1 95,0 98,0 95,3 93,5
92,2 94,4 95,9 91,5 93,2 97,1 91,1 90,8
tot do halfafgowerkte produkten die in do ioop der laatste maanden nog sterker ophiepen. De staalprijs heeft zich gedurende de jongste woken op eon stabiel
Miniolerie van Econornioche Zakcn.
Periode
1955 1956 Jaar 1° kwartaal 20 kwartaal 3° kwartaal 40 kwartaal 1957 1° kwartaal April Mei
...................
.............
.............
NietAlgemeen voedeelvoedselindexcijfor produkien produkten
Dienuten
99,2 101,5 100,3 101,1 102,0 102,5 103,8 104,6 104,5
101,0 105,5 103,2 104,2 106,5 108,0 110,0 111,5 111,5
100,8 103,6 102,5 103,3 103,9 104,9 106,0 106,1 106,3
101,6 104,2 103,4 103,9 104,1 105,5 106,1 105,5 105,7
betrekkelijke stabiliteit van hot algomoen indoxeijfor sedert februari dekt togengostelde bewegingen, ni. eon inkrimping van do prijzen. van talrijke voedings-
- 372 -
middelen, een lichte stijging van de andere produkten en een meer afgetekende verhoging der diensten.
tober 1956 de arbeidsduur voor nagenoeg 1.100.000 werknemers uit de particuliere sector benèden 48 uur per week gelegen hebben.
*
*
** De spalming op de arbeidsmarkt, de stijging van het indexcijfer der kleinhandelsprijzen en de tcekenning van hogere produktiepremies hebben van sector tot sector uiteenlopende loonsverhogingen teweeggebracht die echter over het algemeen sterker waren in de industrieën die bet meest bij de hoge conjunctuur baat vonden. Bij de loons- en weddeverhogingen die uit de toeneming van de kosten van levensonderhoud voortvloeiden, waren een groot deel der bezoldigingen betrokken. De stijging van de kleinhandelsprijzen in januari tot boven het kritische punt van 105,06 heeft aanleiding gegeven tot loonaanpassingen in de sectoren waar het volume der bezoldigingen hat belangrijkste is, ni. de basisindustrieën en de openbare en parastatale sectoren. De aanpassingen vonden plaats binnen van de ene conventie tot de andere verschillende termijnen, doch over het algemeen gedurende het eerste kwartaal van 1957. De lonen der mijnwerkers werden bovendien in oktober 1956 met ongeveer 11 pct. verhoogd ten einde de afstand te herstellen die er volgens het na de bevrijding aanvaarde beginsel moat bestaan tussen de bezoldigingen uitgekeerd door de steenkoolmijnen en die der andere categorieen van werknemers. De invloed van de loonsverhogingen werd enigszins getemperd door de verhoging - van fr. 5.000 tot fr. 6.000 per maand - van het bedrag waarop de bijdragen voor de Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid worden berekend. Terzelfder tijd werden do loonkosten verzwaard aangezien de werkgeversbijdragen voor de gezinstoelagen met 1 pct. verhoogd werden. De werkweek van 45 uur werd meer algemeen toegepast. Er zijn geen statistieken betrefferide de wekelijkse arbeidsduur voorhanden, doch volgens een telling van hat Ministerie van Arbeid zou op 31 ok-
WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID De arbeidsmarkt werd gekenmerkt door een haast algemene stijging van de personeelbezetting en door de aanhoudende spanningen in de industrieen- die door de conjunctuur bet meest begunstigd werden, ni. de hoogovenbedrijven, de metaalverwerkende bedrijven, de bouwnijverheid en onlangs nog de textielnijverheid. Sedert het einde van 1956 is nochtans een zekere ontspanning ingetreden : hat aantal towerkgestelde arbeiders groeit in do basissectoren nog verder aan, doch de spanningen op de arbeidsmarkt nemen geleidelijk af. Het tekort aan arbeidskrachten blijft echter nog steeds een ernstige handicap voor de steenkoolproduktie. In weerwil van een lichte verbetering op het einde van 1956 lag hot aantal in de steenkoolmijnen ingeschreven arbeiders in maart ji. ongeveer 4.700 eenheden beneden het cijfer van do overeenstemmende periode van 1956. De behoeften aan ondergrondse arbeiders belopen 5.000 eenheden. De Regering heeft getracht dit tekort aan mijnwerkers te verhelpen door buitenlandse arbeiders aan te werven. Een met Spanje gesloten akkoord voorziet de tewerkstelling in Belgie van 4.500 Spaanse mijnwerkers. Ook in Griekenland vond aanwerving plaats. De werkloosheid viel tot op haar laagste peil sedert 1948. Deze beweging kwam alle bedrijfssectoren ten goede evenals alle categorieën arbeiders, doch in het bijzonder de vrouwelijke arbeidskrachten. Dit verschijnsel is niet alleen op rekening to stellen van het gunstige conjunctuurverloop, doch vooral van de toepassing van bijzondere maatregelen waardoor het recht van do vrouwelijke werklozen op werkloosheidsvergoeding wordt beperkt. De teruggang van de volledige werkloosheid was sterker dan die van de gedeeltelijke werkloosheid,
Daggemiddelden der gecontroleerde werkiozen
Tabel XLII.
(Duizendtatlen)
Geheel werkiozen Daggemiddelden
1950 Juni
Totaal
Gedeeltelijk werkiozen
-
To1aa1
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
............................
208,3
157,5
117,2
40,3
50,8
35,5
15,3
.....................................
172,4
116,5
75,1
41,4
55,9
39,1
16,8
1956 Jaar 144,8 10 kwartaal 247,1 2e kwartaal 121,9 30 kwartaal ......................94,6 4e kwartaal 115,5
91 9 1 130,0 88,7 68,6 77,3
61,4 91,3 57,8 44,4 52,2
29,7 38,7 30,7 24,2 25,1
53,7 117,1 33,3 26,0 88,2
40,0 97,5 19,3 16,0 26,9
13,7 19,6 14,0 10,0 11,3
94,5 78,3
67,9 55,7
26,6 22,6
49,5 23,7
39,4 14,7
10,1 9,0
1955
...............................
...................... ......................
.....................
1957 le kwartaal April
......................
............................
144,0 102,0
- 373 -
aihoewel de eerste gevoelig geremd werd door de vermindering van het aantal door de provincien, de gemeenten en de overheidsinstellingen tewerkgestelcie werkiozen. Het daggemiddelde der door de overheid tewerkgestelde werklozen liep van 26.600 eenheden in het tweede halfjaar van 1055 terug tot 9.100 eenheden gedurende dezelfde periode van het volgende jaar en tot 3.500 gedurende het eerste kwartaal van 1957. Deze evolutie vloeit, enerzijds, voort uit het felt dat wegens de toegenomen behoeften van de private nijverheid mincler machtigingen tot aanwerving aan de overheid werden toegestaan en, anderzijds, uit de nieuwe wetsbepalingen waarbij de overgang van door de
overheid tewerkgestelde arbeiders naar andere betrekkingen vergemakkelijkt wordt. Krachtens het ministerieel besluit van 20 inaart 1956 ontvangt de door de overheid tewerkgestelde werkioze van de Rijksdienst voor A.rbeidsbemiddeling en Werkloosheid een << vergoeding > die overeenstemt met bet loon dat normaal voor dergelijk werk wordt uitgekeerd en niet meer een loon zoals dit voordien bet geval was. De werkloze die voor de overheid en de overheidsinstellingen arbeidt, valt dus niet binnen het kader der bezoldigden, doch blijft onderworpen nan de Rijksdienst voor Aibeidsbemiddeling en Werkloosheid waarvan hij de plantsaanbiedingen moet aanvaarden.
374.
-.
RENTENFONDS VERSLAG OVER DE VERRICHTINGEN VAN HET JAAR 1956
I. - ALGEMENE BESCEOUWINGEN De rentenmarkt kenmerkte zich in 1956 door ruimere schommelingen dan in de vorige jaren. Zuiks blijkt uit onderstaande tabel T'ortefeuille van het 11entenfond op hot eindc van de rnaand Hoogeto cijfer Laagoe cijier
Omvang van do schorurnelingen
(In miljoenen franken) 1950 1951 1952 1953 1954 1955 1956
.................... 5.234 .................. ...707 .5 .................... 4.561 .................... 4.414 .................... 5.244 .................... 5.757 .................... 6.237
3.629 4.857 3.673 3.404 3.213 4.321 3.693
1.605 850 888 1.010 2.031 1.436 2.544
Drie hoofdfactoren hebben de evolutie van de rentenmarkt tijdens bet jaar 1956 bepaald. Allereerst werd ze beInvloed door de herhaalde en belangrijke emissies van de Staat, de provinciale en gemeentelijke overheid, alsook van diverse instellin. gen van openbaar nut. Anderzijds kon ze niet ont-
snappen aan de stijgende tendons van de geldkoers, welke in perioden van hogeconjunctuur normaal is en die in alle landen tot uiting kwam. Tenslotte heeft de markt de gevolgen gedragen van de internationale spanning die het tweede semester van 1956 heeft gekenmerkt en hear hoogtepunt bereikte aan bet einde van oktober en begin november bij bet losbreken van de vijandelijkheden tussen Israel en Egypte en bij do ontscbeping van de Britse en Franse strijdkracbten in do zone van bet Suezkanaal. Na gedurende de eerste vijf maanden van het jaar vrij bevredigend te zijn gebleven, werd de stemming van de markt geleidelijk - doch gevoehg - flauwer tijdens de maanden juni tot november, om tenslotte een belangrijke inzinking te vertonen op bet ogenblik dat, op 5 december, de Nationale Bank haar discontovoet met én baif percent verhoogde. Enkele dagen later gaf de markt blijk van een merkwaardig berstel en de kooptendens ging opnieuw overheersen (1). Wet de evolutie van de koersen tijdens bet jaar 1956 betreft, deze blijkt uit volgende voorbeelden (1) Do kooptendens bleef aanhouden en is zelfs toegenomen tijdens de eerste twee maanden van 1957.
Maandeli)ko gemiddelde januari 196 4 pet. Geunificeerde
Maandelijks gemiddelde december
Uilerste noteringen Hoogote
Laags€e
1956
...........................................95,723 .. . 4 pet. Bevrijding ................................................93,588 4 1/ pet. Belgische lening 1952/1962 ..................... ... 01,926 4 1/4 pet. Belgisehe lening 1954/1974, 1° reeks 95,857
89,50
18.12
96,80
27.1
90,738
88,75
28.12
94,45
2-8
89,508
98,25
7.12
102,40
4-5
98,683
90,—
7-12
97,25
4.6
90,622
4 pct. Belgisehe lening 1955/1975 ...........................92,728 4 pet. Schatkist 1947 .......................................... 105,480
86,—
6-12
93,70
18.5
86,552
104,—
6.12
105,85
22.5
104,711
1.031,571
1.014,—
6-12
1.051,—
15-6
1.015,333
495,476
468,—
7.12
506,—
17.5
470,833
103,823
101,—
18.12
104,25
21.2
101,308
94,200
88,65
10.12
94,35
9.4
89,022
............................................. .................................... R.T.T. 1950 .............................................. Gemeentekrediet, 1° reeks ............................
2 pct. Loten
1953
4 pct. Preferente N.M.B.S. 4 pet. 4 pet.
..
De daling der koersen was dus zeer belangrijk vooral met betrekking tot de langlopende effecten. Er valt ecbter op te merken dab hot hier geen specifiek Belgisch verscbijnsel geldt. Over hot algemeen liepen de overbeidsfondsen nog sterker terug in do andere landen.
Anderzijds, zijn de rendementspercentages van de langlopende overheidsfondsen op do buitenlandse markten zowel als op de Belgische gestegen. Onder voorbehoud van de moeilijkheid om voor diverse landen de werkehijke rendementspercentages met elkaar to vergelijken uit boofde van de uiteen-
- 375 -
lopende leenvoorwaarden (fiscaal stelsel, terugbetalingspremie, uitgifteprijs, enz.), mag worden aangenomen dat de werkelijke opbrengst van de Belgische overheidsfondsen einde 1956 nagenoeg halfweg tussen het bijzonder hoge rendement van de Duitse en het betrekkelijk lage rendement van de Amerikaanse overheidsfondsen lag.
II. - EMISSIES EN TERUGBETALINGEN VAN LENINGEN De openbare machten en de parastatale instellingen hebben in 1956 de in onderstaande tabel vermelde leningen bij openbare insehrijving gedmitteerd
Emissiedata
Leningen
Belgische Staat 1956/1971 ...........................................9- 1 Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen 1956/1971 12- 3 Tentoonstelling 1958 .................................................... 21- 3 R.T.T. 1956/1971 ....................................................... 23- 4 Stad Antwerpen 1956/1971 ...........................................7- 5 Kongo 1956/1971 .. ....................................................... 28- 5 Nationale Kas voor Beroepskrediet 1956/1971 ......................1- 6 Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen 1956/1970 8- 6 Belgische Staat 1956/1973 ---------------------------------------------25- 6 Gent 1956/1971 ---------------------------------------------------------27. 8 Brussel 1956/1972 ....................................................... 24. 9 Provincie Luik 1956/1971 ----------------------------------------------8-10 Stad Luik 1956/1970 ----------------------------------------------------8-10 Stad Antwerpen 1956/1970 ............................................ 22,10 Belgische Staat 1956/1967 .............................................. 12,11 .
.
Nominaal in - .
Nominale rentevoet in pet.
Puur
5.436 800 1.200 1.200 750 2.100 150 1.600 3.500 450 600 350 650 750 4.704
4,25 4,25 2,-. 4,25 4,25 4,25 4 9 25 4,25 4,25 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
10-15jaar 10-15 jaar 4 jaar 10-15jaar 10-15jaar 15aar 5 jaar 14 jaar 11-17 jaar 10-15jaar 11.16jaar 10-15 jaar 9-14jaar 9.14 jaar 10 Y2 jaar
Gomiddcld C ama voor de inchrijver
Ernissie.. prljs
97,50 97,50 100,97,70 97,97,70 100,97,70 97,50 98,50 97,97,97,97,97,-
4,63 4,63 4,60 4,60 4,675 4,53 4,25 4,55 4,629 4,783 4,903 4,92 4,95 4,95 4,874
24.240
Bij voormelde leningen kwamen op 6 augustus 1956 nog de effecten van de vijfde reeks van de Muntsaneringslening, ter notering opgenomen voor een bedrag van fr. 2.060.904.000 en terugbetaalbaar voor de heift op 1 Januari 1961 en voor de andere heift op 1 januari 1962. Daarenboven werd van 6 februari 1956 af een bedrag van fr. 1.225.085.000 in de notering opgenomen, dat de effecten vertegenwoordigt van de derde reeks obligaties welke door de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade tussen 1 oktober 1955 en 30 september 1956 aan de gesinistreerden werden afgeleverd. Tenslotte werd in bovenstaande tabel geen rekefling gehouden met de plaatsingen in 1956 van de instellingen van openbaar nut aan hun loketten of door directe overdraeht. Het nominaal bedrag van fr. 24,2 miljard dat in de tabel van de openbare emissies voorkomt, dient met fr. 4,3 miljard verminderd, welke som bet totaal van de in 1956 terugbetaalde leningen uitmaakt, onverminderd de contractuele delgingen op verschillende leningen door inkoop ter beurze of periodieke uitlotingen.
3- 1
tot 31-3 3 pet. Lodelinsart 1895, op. naamstelling .............................. 1- 2 tot 30.4 3 pct. Aalst 1891, vervroegde terugbetaling .............................. 1- 4 3 pct. Berchem 1893 --------------------3- 4 tot 30-6 3,5 pet. Monceau-sur-Sambre 1898, vervroegde terugbetaling 2- 5 tot 1-6 4,5 pet. Regie van Telegraaf en Telefoon 1951/1961, terugbetalingsver. mogen ....................................... 15- 5 4 pet. Stad Antwerpen 1946/1956, bedrag dat in omloop bleef ............... 1- 6 4,5 pet. Nationale Kas voor Beroepskre. diet 1951 op 5 of 10 jaar ............... 1- 7 4 pct. Spoorwegen 1946/1956 ......... 1- 9 4 pet. Gent 1946/1956 -----------------1-10 4 pct. Staci Brussel 1946-1956 15-10 4,5 pet. Provincie Luik 1951/1956 15-10 4,5 pet. Stad Luik 1951/1956 2-11 4,5 pet. Stad Antwerpen 1951/1956 .
09.000 111.000 42.000 178.000 20.393.000 420.000.000 150.000.000 1.550.000.000 450.000.000 550.000.000 250.000.000 400.000.000 600.000.000 4.391.380.500
Het nettobedrag van de nieuwe middelen die op de kapitaalmarkt werden opgenmen bedraagt dus fr. 19,9 miljard, tegen fr. 14,2 miljard in 1955. Om het nettobedrag vast te stellen, dient rekening gehouden met de terugbetalingen en met het saldo van de schommelingen van de portefeuille van bet Rentenfonds 1055 1056 (in miljarden franken)
Terugbetalingen van leningen in 1956 2. 1 tot 30-3 3 pet. Stad Dendermonde 1898, vervroegde terugbetaling 2. 1 tot 30-6 3 pct. Gemeente Merksem 1893, vervroegde terugbetaling 3- 1 tot 31-3 2,5 pct. Stad Binche 1894, op. naamstelling ...............................
Brutobedrag van de emissies ...............14,8 Terugbetalingen ..............................- 0,6 350.500 28.500
Saldo van de beursverrichtingen waarvan het Rentenfonds wederpartij was
376 -
24,2 4,3
14,2 19,9 + 0,5 - 1,4 14,7
178.500
-
18,5
III. - EVOLUTIE VAN DE RENTENMARICT De volgende tabel geeft een korte samenvatting van de schommelingen van de portefeuille van het Rentenfonds gedurende het jaar 1956
Algemeen boeksaldo
Saldo der verrichtingen met beding van wederinkoop
Schommeling
-
\Verkelijk saldo
+ In miljoenen franken
29-12-1955 29- 3.1956 28- 6-1956 28- 9-1956 27-12-1956
........................................ ........................................ ........................................ ........................................ ........................................
3.533,3 2.985,1 3.330,4 3.869,8 5.129,8
1.000 900 800 800 800
4.533,3 3.865,1 4.130,4 4.669,8 5.929,8
668,2 265,3 539,4 1.260 2.064,7
668,2 + 1.396,5
De schommelingen van de portefeuille worden hierboven toegelicht. Wij herinneren eraan dat bet minimumbedrag bereikt werd op 17 mel 1956 (fr. 3.559 miljoen) en bet maximumbedrag op 7 december 1956 (fr. 6.548 miljoen). In de loop van de vorige jaren onderging bet volume van de portefeuille van bet Rentenfonds de volgende schommelingen
31 juli 1956; bet Rentenfonds heeft tevens de verdeling moeten wijzigen van de effecten waaruit zijn portefeuilles A en B bestaan. Met inachtnemiug van deze aanpassingen is de algemene toestand van de portefeuille van het Ponds op 31 december 1956, vergeleken met die op 31 december 1955, de volgende (Nominate waarde, in franken)
(in miljoenen hankers)
1949 1950 1951 1952 1953 1954 1955 1956
............................................. - 761 ............................................. ............................................. - 276 .............................................. 824 ............................................. - 580 ............................................. ............................................. - 489 .............................................
+ 1.353
+ 1.491
IV. - OMZETTEN De algemene omvang van de beursverrichtingen op de rentenmarkt vertoont volgend beeld (Nominate waarde, in miljoenen franken)
Aangeboden effecten ......... Gevraagde effecten ............
1958
31 december 1958
Portefeuille A (1) ... 2.977.528.245,— Portefeuille B (2) .. 1.555.753.539,—
3.612.354.557,50 2.317.493.698,—.
4.533.281.784,—
5.929.848.255,50
Afgestaan met beding van wederinkoop ...
1.000.000.000,—
800.000.000,-
Boeksaldo
3.533.281.784,—
5.129.848.255,50
............
+ 1.396
De tabel van de middenkoersen in 1956 van de voornaamste soorten leningen wordt in bijiage gepubliceerd en er wordt aan herinnerd dat de in de 'x algemene beschouwingen >> opgenomen opgave de uiterste noteringen voor enkele renten aanduidt.
1955
31 december 1955
Verschil
14.580 15.291
14.717 13.323
+ 137 - 1.968
29.871
28.040
- 1.831
Op verzoek van bet Ministerie van Financiën werden er wijzigingen aangebraeht aan de rubrieken B en D van de officiële notering met ingang van
Zoals hierboven gezegd, verhoogde de nominale waarde van de portefeuille in 1956 met fr. 1.396 miljoen, tegen ecu vermindering met fr. 489 miljoen tijdens bet vorige jaar. Het bedrag van de verricbtingen met beding van wederinkoop met organismen van openbaar nut werd in 1956 met fr. 200 miljoen verlaagd. Op 31 december 1956 controleerde het Rentenfonds op de beurzen van Brussel, Antwerpen, Gent en Luik de notering van 213 leningen met een totaal nominaal kapitaal van fr. 214,5 miljard. Dc portefeuille van bet Rentenfonds vertegenwoordigt 2,76 pct. van het kapitaal in omloop. In 1955 was deze verhouding 2,25 pet. Door het Rentenfonds werden alleen reeds voor de Beurs te Brussel voor ongeveer 14.400 effecten gemiddeld per dag verhandeld.
(1) Leningen ten laste van de Staat. (2) Door de Staat gewaarborgde leningen; leningen van het Gemeentekrediet, van de provinciën en de gemeenten; leniugen van Belgisch-Kongo.
- 377 -
V. - FINANCIERING
Volgende opgesteld
VAN DE VERRIGHTINGEN
bedragen
werden
kwartaal
einde
(in miljoenen franken) Xasbons Call
Zoals in 1955 werden de verrichtingen van bet Rentenfonds op de markt van de overheidsfondsen in 1956 voornamelijk gefinancierd door daggeldleningen (call money) en bijkomstig door bet disconteren van kasbons bij de Nationale Bank.
30 6 29 98 28
december 1955 ........................ april 1956 .............................. juni 1956 .............................. september 1956 ........................ december 1956 ........................
730 449 1.361 1.110 2.310
2.235 1.904 1.374 2.188 2.315
*
**
VI. - BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING OP 31 DECEMBER 1956
Balan8 op 31 december 1956
Resultaten op 31 december 1956
ACTIVA
CREDIT Opbrengsten uit overheidsfond sen Saldi op volledig geliquideerde posten van effecten
l3oekwaardc
Overheidsfondsen In portefeuille ................................. Onder beding van wederinkoop afgestane effecten
5.330.972.350,96
151.166.637,4 7 4382.269.25 .l.O.b40.iUO, (
732.502.500.o.uoo.lI seou,uo
Totaal Verkoop van effecten, to liquideren ......... Renteprorata op 31 december 1956 op overheidsfondsen in portefeuille Renteprorata op 31 december 1956 op gedisconteerde kasbons
83.705.168,106.516.736,5 5 5.735 .874.9 5 DEBET
:IwAwa,,wairn,aL,I
Interesten op kortlopende leningen 37.602.032,50 a) Daggeldverrichtingen 5) Voorschottenrekening de Nationale bij 181.506, Bank
PASSIVA Op termijn te betalen bedrag - wederinkoop (verrichtingen onder beding van wederinkoop) Kortlopende leningen ........................... Verdisconteerde kasbons ........................ Nationale Bank, voorschotrekening ......... Aankoop van effecten, to liquideren ......... Opgelopen renteprorata op kortlopende leningen Algemene reserve Op 31 december 1955 ... 796.693.790,18 76.163.622,92 Op 31 december 1956 ...
732.502.500,2.631.000.000,1.998.000.000 1 1.737.770,16 23.229.700,-
37.783.538,50
Interesten op verdiscon27.879.041,70 teerde kasbons Min herdisconto ............5.735.874,95 Courtages
105247,20
Algemene kosten
22.143.166,75 19.231.124,15 227.4 54 .40
872.857.413.10
Winstsaldo op de algemene reserve over te .......................................76.163.622,92 schrijven
fl ¶fl4 4.1 -AoflI4n
155.548.906,72
de werkelijke reserve fr. 386 miljoen tegen fr. 656 miljoen op 31 december 1955, fr. 584 miljoen op 31 december 1954, fr. 430 miljoen op 31 december 1953 en fr. 280 miljoen op 31 december 1952.
In de hierboven weergegeven balans komt een algemene reserve voor van fr. 873 miljoen. Deze reserve steunt op de boekwaarde van de ovei-heidsfondsen in portefeuille, die fr. 487 miljoen hoger is dan de beurswaarde op 31 december 1956. Rekening houdend met deze minderwaarde bedraagt 25 maart 1957.
De voorzitter, M. WILLIOT.
*
** - 378 -
1956 - Middenkoersen van de noteringen Januari
Portefeuille
4x
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
Oktober
November
December
A )>
3 pct. Belgische, II ........................... ..95,850 96,121 96,273 96,397 96,623 96,792 96,897 3 '/2 pCt. Belgische 1937 ...................88,430 88,433 88,433 88,592 88,747 88,983 89,045 3 '/2 pct. Belgische 1943 .................. ..89,988 89,911 89,919 89,926 90,068 90,185 90,211 4 pc.geunificeerde schuld .................. 95,723 95,523 95,607 95,686 95,628 05,642 95,700 4 pct. Bevrijdingslening 93,588 93,540 93,590 93,704 94 9 065 94,047 94,190 4 1/2 Ct. Belgische 1951/1966 100,778 100,854 101 2 026 101,305 101 9 600 101,540 101,295 4 '/2 pet. Belgisehe 1952/1962 101,926 101,814 101,869 102,171 102,394 102,302 101,690 4 1/2 pct. Belgische 1952/1964 101,028 101,061 101,619 101,765 102,078 101 9 614 101,042 4 '/2 pet. Belgische 1953/1973 99,876 100,033 100,352 100,355 100,360 100,323 100,362 4 '/2 pet. Belgisehe 1953/1968 100,011 100,009 100,100 100,418 100,568 100,176 99,869 4 '/2 fCt. Belgische 1954/1972 99,797 99,928 100,057 100,239 100,142 99,869 99,781 4 1/4 pct. Belgische 1954/1074, I 95,857 96,057 96,545 96,815 97,073 97,233 97,038 4 pct. Belgische 1055/1975 92,728 92,852 93,214 93,413 93,565 93,564 93,590 3 pct. Schatkistcerificaten 1942, I 114,840 114,907 114,978 115,113 115,050 115,028 115,045 4 pct. Schatkistcertificaten 1943/1963 108,521 108,450 108,433 108,257 108,160 108,054 108,159 4 pet. Schatkistcertificaten 1947/1957 105,480 105,611 105,671 105,747 105,728 105,607 105,435 4 pct. Schatkistcertificaten 1948/1958 108,023 108,061 108,126 108,318 108,257 107,969 107,802 4 pet. Schatkistcertificaten 1949/1960 104,091 104,221 104,145 103,950 103,942 103,626 103,473 4 pet. Schatkistcertificaten 1954/1959, I 100,314 100,280 100,240 100,200 100,131 100,100 100,078 4 pet. Belgisehe lotenlening 1933 ......... 1.098,523 1.098,333 1.098,190 1.102,372 1.102,578 1.101,145 1.098,952 4 pet. Belgische lotenlening 1941 ......... 1.004,428 1.004,761 1.001,047 999,894 1.000,947 1.001,666 1.000,571 2 pet. Belgieche lotenlening 1953 ......... ..1.031,571 1.034,095 1.030,523 1.033,897 1.041,105 1.048,714 1.044,285 4 pet. Oorlogssehade 1923 ...................529,190 .. 531,952 532,761 529,000 527,368 1.052,684 1.059,333 4 pet. Belgisehe Spoorwegen 1955, U ... 92,800 92,835 93,147 93,392 93,742 93,850 93,840 4 pet. pref. Beig. Spoorwegen, Beig. tr. 495,576 499,190 501,190 503,894 504,473 500,523 497,950 ..
...................
.
•
..
..
97,100 89,184 90,336 95,700 94,327 101,193 101,363 100,802 99,947 99,729 99,709 96,940 93,447 115,011 108.272 105,502 107,640 103,527 100,115 1.107,181 1.002,590 1.048,047 1.063,454 93,697 498,159
97,150 97,150 97,150 95,330 89.142 89,017 89,010 87,311 89,812 87,993 87,280 84,647 95,415 94,893 94,850 90,738 94,087 93,719 92,840 89,508 100,572 99,886 99,100 97,278 101,250 101,071 100,555 98,683 100,330 100,106 99,265 96,719 98,735 94,965 96,950 92 9 900 98,712 97,982 97,082 93,525 98,572 97,495 96,120 91,172 95,722 94,982 94,840 90,622 92,135 91,189 90,790 86,552 114,955 114,947 115,000 114,730 107,977 107,828 107 2 680 105,919 105,510 105,402 105,375 104,711 107,665 107,893 107,835 107,550 103,322 103,306 102,977 101,358 100,032 100,000 99,995 98,494 1.101,250 1.110,913 1.104,300 1.083,111 1.001,650 996,217 990,600 978,500 1.046,300 1.044,871 1.029,300 1.015,333 1.063,250 1.063,217 1.063,850 1.058,055 92,457 01,117 90,415 86,541 492,050 487,347 485,250 470,833 •
Portefeuille e B > 2 pet. Wederopbouw, I ..................... 1.046,666 1.050,476 1.040,142 1.035,421 1.034,263 1.034,952 1.035,000 1.035,863 1.032,050 1.026,218 1.017,700 1.011,944 2 pet. Wederopbouw, III ................... 1.063,238 1.075,047 1.058,047 1.047,947 1.051,315 1.053,666 1.056,857 1.056,636 1.052,800 1.046,260 1.028,800 1.013,000 3 pet. Buurtspoorwegen, J..J., IV 70,355 70,625 70,687 70,781 71,261 73,187 73,250 73,314 72,792 72,127 71,628 69,328 3 'A pet. IRegie T.T. 1943 .....................91,269 91,275 91,258 91,376 91,443 91,414 91,475 91,766 91,382 91,173 93,622 93,511 4 pet. Regie T.T. 1950 ..................... ..3,823 10 104,190 104,200 104,115 104,078 104,071 104,014 103,840 103,722 103,580 102,989 101,308 1/ 4 pet. Regie T.T. 1952, I 102,440 102,430 102,638 102,831 102,947 102,945 102,850 102,836 102,765 102,471 101,500 99,333 4 'A pet. Regie T.T. 1953, I ............... ..100,645 100,773 101,061 101,200 101,200 101,019 100,842 100,850 100,120 98,991 97,680 95,766 1/ 4 pet. Regie T.T. 1954/1974, I 95,866 96,278 97,157 97,926 97,713 97,361 97,097 96,997 95,870 94,497 93,650 89,725 4 1,4 pet. Belgisehe Spoorw. 1954/1972 . 99,888 100,050 100,050 100,028 100,073 99,950 99,757 99,752 98,680 97,452 95,745 91,597 4 pet. N.M.K.N. 1951 .................. ..101,992 102,035 102,000 102,015 102,086 102,232 102,100 102,036 101,830 101,328 100,475 99,116 4 1,4 pet. N.M.K.N. 1952/1962, I 102,480 102,461 102,509 102,650 102,792 102,730 102,702 102,868 102,590 102,360 101,150 99,369 4 '4 pet. Waterbedeling 1953 ............. 100,176 100,200 100,200 100,215 100,447 100,450 100,450 100,450 99,675 98,378 96,837 93,544 4 pet. Kongo 1936 ........................... ..94,800 94,800 94,800 94,800 94,810 94,850 94,850 94,854 94,367 91,478 90,402 88,144 4 pet. Tienarige koloniale sehuld 1950, II 98,850 98,790 98,614 98,542 98,694 98,795 99,254 99,300 99,050 98,852 99,522 98,137 4 '4 pet. koloniale sehuld 1954/1974 97 7 488 97,366 97,433 97,621 97,536 97,407 97,271 97,090 95,605 93,930 88,711 93,255 4 pet. Kongosehatkisteertifieaten 1950, I . 02,797 102,945 102,880 102,900 102,844 102,778 103,088 103,247 103,395 103,184 103,415 101,983 4 pet. Gemeentekrediet, I ...................94,200 94,200 94,190 94,307 94,318 94,300 94,295 94,213 94,010 92,945 91,972 89,022 4 pet. Geeentekrediet, m IV ............... ..94,707 94,583 94,521 94,444 94,528 94,145 94,430 94,600 94,410 93,713 92,900 89,911 4 '/ pet. Gemeentekrediet 1952 101,692 102,161 102,492 102,428 102,478 102,461 102,204 102,145 102,112 101,989 100,975 99,488 4 pet. Beig. Spoorw. 1937, ñiet gewaarb 909,380 910,476 910,190 910,894 912,000 912,000 913,047 915,181 910,950 901,869 893,402 864,666 Antwerpen 4 pet. 1919 . ..................... ..96,900 96,900 96,900 96,940 97,000 97,000 97,000 97,000 96,966 96,900 96,900 96,900 4 pet. Antwerpen 1931 ......................95,500 95,500 95,500 95,500 95,500 95,500 95,500 95,500 95,440 95,137 95,068 93,430 4 '4 pet. Antwerpen 1953/1968, I 99,800 99,942 99,826 100,100 100,136 100,215 100,200 100,138 99,270 97,956 96,925 94,286 4 pet. Antwerpen 1955 ......................92,750 92,750 92,795 92,865 92,915 92,921 92,864 92,850 91,892 90,808 89,960 85,900 4 pet. Brussel 1930 ............................94,000 93,956 93,900 94,000 94,000 94,000 94,000 94,000 93,129 90,373 89,811 87,390 4 '/ pet. Brussel 1952, I ................... 101,750 101,750 101,784 101,800 101,800 101,752 101,735 101,650 101,650 101,602 100,592 99,455 4 % pet. Gent 1954/1974 ................95,271 95,300 95,300 95,373 95,444 95,573 95,638 95,650 94,722 93,221 92,400 88,380 4 '4 pet. Luik 1951 ........................ 102,028 102,176 102,435 102,360 102,089 102,000 102,004 102,034 102,017 102,081 2 pet. Brussel 1905 ......................... 74,722 75,062 74,222 71,468 70,643 70,958 691,777 692,444 702,125 698,777 692,142 687,000 .
-
-
LITERATUUR BETREFFENDE DE MONETAIRE EN FINANCIELE TOESTAND VAN BELGIE
Onderstaande iiteratuuropgave slult aan bij diegene die wij gepubliceerd hebben in ons aprilnummer 1957 van het Ticischrift. Er weze opgemerkt dat in deze literatuuropgave noch de versiagen van de verschillende insteilingen, noch de statistische bronnen zijn overgenomen.
1. GELD- EN BANKWEZEN
De bankevolutie in Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi. (Tijdschrift van de Centrale Bank van BeigischKongo en Ruanda-Urundi, flr 3, maart 1957, blz. 93106.) Decreet op de bankcontrole in Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi. (Tijdschrift van de Centrale Bank van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi, n' 3, maart 1957, b12. 107-117.) de STRYCKER C., L'évolution du marché des changes. (Centre d'Etudes Bancaires, Bruylant, Brussel, 1957, 20 bl.) La lettre de change et le billet A ordre. Leur emploi comme moyen de paiement durant la période 1872-1955. (La Revue Beige des Sciences Commerciales, Brussel, nr 2, februari 1957, biz. 19-35.) Regies et usances uniformes relatives aux credits documentaires (revision 1951) et commentaires de la Commission de technique et pratiques bancaires de la Chambre de Commerce Internationale. (Sociëté Beige de Banque, Brussel, 1957, 29 bla)
3. PRIJZEN EN LONEN
HUILMAND R., Naar nieuwe loonbasis in de zeevisserij ? (V.E.V.-Berichten, Antwerpen, nr 8, 30 april 1957, biz. 939-941.) Salaires des ouvriers dans les industries de la Cornmunauté. Principales modifications intervenues au cours des années 1945-1956. (Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier, Luxemburg, 1956, 37 bl.) Salaires des ouvriers dans les industries de ia Communauté. Principales tendances de la politique salariale dans chacun des pays. (Communauté Europëenne du Charbon et de i'Acier, Luxemburg, 1956, 121 bl.)
4. BEGROTING EN OPENBARE FINANCIN
Budgets du Congo Beige et du Ruanda-Urundi pour l'exercice 1957. (Bulletin mensuel de la Banque du Congo Beige, Brussel, X, n' 3, maart 1957, blz. 8386.) DE BETHUNE E., De gemeentefinanciën na de jongste wijzigingen in de wet van 24 december 1948. (Tijdschrift voor Bestuurswetenschappen en Publiek Recht, Brussel, nr 1, januari 1957, bl. 2227.) De coOrdinatie van de overheidsinvesteringen. (Maandschrift van de Algemene Directie voor studiën en documentatie, Brussel, IX, nr 4, april 1957, blz. 28-32.)
2. BEURS- EN SPAARWEZEN
BASYN, 3., Moet men het spaarwezen en de on(V.E.V.roerende beieggingen aanmoedigen? Berichten, Antwerpen, nr 8, 30 april 1957, blz. 863867.) Consommation et investissements au sein de l'économie beige. (Bulletin d'In formation, Comité National de l'Epargne Mobilière, Brussel, nr 46, april 1957, blz. 2-7.) La Caisse d'Epargne du Congo Beige et du RuandaUrundi. (Bulletin de l'Institut d'Emission de l'Afrique occidentale francaise et du To go, Parijs, nr 21, april 1957, 9 blz.) MASOIN M., L'Epargne, une vertu ou un besoin? (Bulletin d'In formation, Comité National de l'Epargne Mobilière, Brussel, nr 46, april 1957, blz. 20-27.) Projet de 101 relatif aux fonds communs de placement. (Bulletin d'In formation, Comité National de Z'Epargne Mobiliêre, Brussel, nt 46, april 1957, bl. 9-19.) WILDIERS F., De gemeenschappelijke beleggingsfondsen. (V.E.V.-Berichten, Antwer pen, n r 8, 30 april 1957, blz. 919-921.)
5. FINANCIELE ORGANEN BEHEERST DOOR BIJZONDERE WETTELLIKE BESCHIKKINGEN OF GEPLAATST ONDER DE WAARBORG OF DE CONTROLE VAN DE STAAT
La Caisse d'Epargne du Congo Beige et du RuandaUrundi. (Bulletin de l'Institut d'Emission de i'Afrique occidentale francaise et du To go, Parijs, n' 21, april 1957, 9 bl.)
7. INTERNATIONALE FINANCIELE VERRICHTINGEN BALLMANN W., Die Steilung Deutschiands in der Weitbank. (Wirtschaftsdienst, Hamburg, n r 4, april 1957, bl. 204-210.) de STRYCKER C., L'évoiution du marché des changes. (Centre d'Etudes Bancaires, Bruylant, Brussel, 1957, 20 blz.) ROUX R., La constitution de la Soclété Financlére Internationale. (Revue de Science Financiêre, Parijs, nr 2, april-juni 1957, blz. 202-237.) The International Monetary Fund. (Skandinaviska Banken, XXXVIII, n r 2, april 1957, bl. 29-33.)
- 380 -
8. FINANCIELE ASPECTEN VAN BENELUX MEADE J, Negotiations for Benelux An Annoted
Chronicle 1943-1956. (Princeton University, Princeton, 1957, 89 blz.)
Salaires des ouvriers dans les industries de la Cornmunauté. Principales modifications intervenues au cours des années 1945-1956. (Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier, Luxemburg, 1956, 37 blz.) WIGNY P., Un témoignage de la Communauté des Six. (Communauté Euro pëenne du Charbon et de l'Acier, Luxemburg, 1957, 121 bl)
9. SCHUMAN-PLAN COPPE A., Lessons for a Common Market. (Publication Department of the European Community, Cambridge, 1957, 21 bla) La Belgique dans la Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier. (Communauté Euro pëenne du Charbon et de l'Acier, Luxemburg, 1956, rbl.) Salaires des ouvriers dans les industries de la Cornmunauté. Principales tendances de la politlque salariale dans chacun des pays. (Communauté EuropEenne du Charbon et de l'Acier, Luxemburg, 1956, 121 b12.)
10. ALGEMEEN
De bultenlandse handel van de B.L.E.U. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, n r 18, 4 mei 1957, b12. 173-1 75.) De econornlsche toestand van Belgie in het eerste kwartaal 1957. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, xJJ, flr 17, 27 april 1957, bl. 157-163.)
- 381 -
ECONOMISCHE WETGEVTNG Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere off iciële bekendmakingen die van bizonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigcl in de loop van de maancl aam deze van de publikatie van ons Tlj dschrlft voorafgaand. Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wif r in extenso >> overgenomen. Voor de anclere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desfloods door een verklarende nota verduidelijkt. Om het naslaan ervan te vergemakkelijken, hebben wij bovenbedoelde document atie in de volgende rubrieken ondergebracht
I. - Algemene economische wetgeving II. - Overheidsfinanciën (md. begrotingswetten), munt-, bank- en financiele wetgeving III. - Landbouw IV. - Nijverheid V. - Arbeid VI. - Binnenlandse handel VII. - Buitenlancise handel VIII. - Verkeerswezen IX. Prijzen en lonen X. - Sociale wetgeving (pensioenen, sociale verzekeringen en diverse sociale voordelen) Oorlogsschade XI.
-
I - ALGEMENE ECONOMISOHE WETGEVING
Wet van 30 lanuari 1957
Wet van 27 maart 1957
tot tijdelijke wijziging van het Wetboek der registratierechten met het oog op het bevorderen van de inbreng door vennootschappen van ëën of meer takken van hun bedrivigheid in andere vennootschappen (Staatsblad, 10 april 1957, blz. 2.530).
betreffende de gemeenschappelijke beleggings fond. sen en tot wiziging van het Wetboek der zegelrechten en het Wetboek der met het zegel gelikgestelde taksen (Staatsblad, 13 april 1957, blz. 2.614).
Enig artikel. - In het koninklijk besluit ur 64 van 30 november 1939 houdende het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten bekrachtigd bij artikel 2 der wet van 16 juni 1947, wordt een artikel 302ter ingelast, dat als volgt luidt
s Art. 302ter. - De bij artikel 115 bepaalde rechten worden onderscheidenhijk tot 0,50 pet. en tot 1,20 pet. verlaagd voor de inbrengsten door vennootschappen van de goederen the één of meer takken van hun bedrijvigheid uitmaken, aan een andere vennootschap die een soortgelijk maatschappelljk doel nastreeft, wanneer bedoelde inbrengsten worden vast. gesteld bij akten welke uiterlljk op 31 december 1957 aan de formaliteit der registratie worden voorgelegd en ertoe strekken de produktiviteit te verbeteren, de werkloosheid te bestrijden of het bedrijfsleven te rationaliseren. ,> De Minister van Economische Zaken levert daartoe een bewijsstuk af, waarvan de modaliteiten van ultreiking door de Koning worden geregeld. s Onderhavige bepalingen zijn evenwel niet van toepassing, zo de vennootschap welke de inbreng doet of die aan dewelke hij gedaan wordt, opgerieht werd na 1 januari 1955. s
Artikel 1. - Worden voor de toepassing van deze wet gemeenschappelijke beleggingsfondsen geacht, de onverdeelde hoeveelheden roerende waarden beheerd of geadministreerd in om bet even welke vorm voor rekening van eigenaren in het onverdeelde, wanneer de rechten van dezen vertegenwoordigd zijn door order- of toondereffecten of door effeeten die publiek geëmitteerd werden of worden. Worden Belglsche gemeenschappelijke beleggingsfondsen geacht, de in Belgie beheerde of geadministreerde fondsen.
Koninklijk besluit van 16 maart 1957
Art. 2. - Alleen de door de Bankcommissie erkende yennootsehappen mogen één of meer Belgisehe gemeenschappelijke beleggingsfondsen beheren of administreren en beroep doen op het publiek met bet oog op de deelneming aan dergelijke fondsen. Deze vennootsehappen worden hieronder als vennootschappen van beheer aangeduid. Op advies van de Bankcommissie stelt de Koning de voorwaarden van de in bet vorig lid bedoelde erkenning vast. De Koning mag aan de Bankcommissie het recht verlenen afwijkingen van hierboven reglement toe te staan. Is nietig elk in de reglementen van beheer voorkomend beding dat tot doel heef I de vennootschap van beheer blijvend bevoegd te verkiaren om de houders van certificaten te vertegenwoordigen op de algemene vergaderingen van de Belgisehe en Kongolese vennootsehappen waarvan de effecten in het fonds zijn opgenomen.
tot vast stelling van het tuchtreglement van het Instituut der bedrifsrevisoren (Staatsblad, 6 april 1957, blz. 2.435).
Art. 3. § 1.— De machtiging van de Bankcommissie is vereist voor 10 De verspreiding, de uitgave of het aanplakken door de vennootsebappen van beheer van alle om het even beseheiden,
- 382--
verslagen of geschriften in verband met de door hen beheertie of geadministreerde fondsen; 20 De wijziging der rechten van de eigenaren in het onverdeelde van deze fondsen. § 2. - De Bankcommissie stelt per reglement aan de Minister ter goedkeuring overlegd en in het Belgisch Staatsblaci bekendgemaakt, de verplichtingen en verbodsmaatregelen vast waaraan onderworpen zijn tie oprichting en het beheer of de administratie van de Belgische gemeenschappelijke beleggingsfondsen en de openbare emissie van de effecten ter vertegenwoordiging van de rechten van de eigenaren in bet onverdeelde. § 3. - Het of de bij toepassing van § 2 van dit artikel uitgevaardigd(e) reglement(en) mag (mogen) onder meer coëfficiënten van risicospreiding bepalen en wijzigingen aan deze coëfficienten aanbrengen zonder dat deze veranderingen toepasselijk zijn op de reeds opgerichte fondsen; deze reglementen mogen het opnemen van bepaalde waarden in een gemeenschappelijk belegglngsfonds niet opleggen. § 4. - De Bankcommissie mag afwijkingen toestaan van de door dit artikel voorziene reglementen.
Art. 4.
De Bankcommissie controleert de naleving van de naar luid van artikels 2 en 3 genomen reglementen. Op advies van de Bankcommissie bepaalt de Koning de modaliteiten van deze controle.
Art. 5. § 1. In geval van niet-naleving van deze wet en van tie voor haar uitvoering genomen reglementen, mag de Bankcommissle 10 Elk beroep om aan een Belgisch gemeenschappelijk beleggingsfonds deel to nemen schorsen; 20 De bij artikel 2 bepaalde erkenning lntrekken. § 2. - Bij intrekking van de erkenning neemt het mandaat van de vennootschap van beheer van rechtswege een elnde. De Bankcommissie neemt de nodige maatregelen voor het toeltomstig beheer of de invereufeningstelling van de door deze vennootschap beheerde of geadministreerde fondsen.
Art. 6. - Onverminderd artikel 108 van titel V van boek I van het Wetboek van koophandel is elk openbaar beroep in om het even welke vorm met het oog op de deelneming aan een niet-Belgisch gemeenschappelljk beleggingsfonds onderworpen aan tie machtiging van tie Bankcommissie. De Bankcommissie mag het bedrag en de duur van het beroep op het publiek beperken; zij bepaalt tie voorwaarden aan welker vervulling de toekenning en tie handhaving van haar machtiging onderworpen zijn. Dc Bankcommissie kan haar machtiging intrekken In geval van niet-naleving van tie door haar gestelde voorwaarden.
Art. 7. § 1. - Tegen tie bij toepassing van artikels 2, laden 1, 5, §1 1 en 6, leden 1 en 3, genomen beslissingen van tie Bankcommissie kan bij tie Minister van Financlen in hoger beroep worden gegaan. § 2. - Het hoger beroep dient aangetekenti binnen tie vijftien dagen na de aanzegging van de beslissing; het wordt per bij de post aangetekentie brief tegelijkertljti aan de Minister van Financin en aan de Bankcommissie aangezegti. § 3. -. Het hoger beroep schorst tie bij toepassing van artikels 5, II 1 en 6, lid 3, genomen beslissingen. § 4. - Wanneer tie Minister van Financien In hoger beroep uitspraak doet, heeft hij tie machten welke aan tie Bankcommissie zijn toegekend door de beschikklng bij welker toepassing tie beslissing waartegen in hoger beroep werti gegaan, genomen werd. § 5. - De beslissingen van de Minister van Financiën en van de Bankcommissie zijn met redenen omkleed en wortien per bij de post aangetekende brief aangezegd. § 6. - De Bankcommissie mag de bij toepassing van arti. kel 5 en van artikel 6, lid 3, genomen en tiefinitief gewortien beslissingen in het Belgisch Staatsbiad bekendmaken.
Art. 8. - De Koning bepaalt tie retributie aan tie Bankcommissie to storten door tie erkende vennootschappen van beheer, alsmede degene die haar verschuldigti is voor het onderzoek van de bij artikel 6 bedoelde aanvragen tot machtiging.
Art. 9. § 1. - Worden gestraft met ecn gevangenisstraf van één maand tot ëén jaar en met een geldboete van fr. 50 tot fr. 10.000 of met slechts één van deze straffen 10 Zij die Belgische gemeenschappelijke beleggingsfontisen beheren of die beroep doen op het publiek met het oog op de deelneming aan dergelijke fontisen in overtreding van artikels 2 en 5; 20 Zij die beroep doen op hat publiek met bet oog op tie deelneming aan gemeenschappelijke beleggingsfondsen in overtredlng van artikel 6, leden 1 en 3; 30 Zij die artikel 3, § 1, overtreden; 40 Zij die met een betirieglijk inzicht de in artikels 2, 3 en 4 bedoelde reglementen of de in artikel 6, lid 2, bedoelde voorwaarden of beperkingen niet naleven; 50 Zij die wetens en willens onjuiste of onvolletiige inlichtingen aan de Bankcommissie verstrekken of die met een bedrieglijk inzicht tie verificaties waaraan zij zich moeten onderwerpen verhinderen of weigeren lnlichtingen to geven die zij gehouden zijn to verstrekken. § 2. - Dc bepalingen van boek I van het Strafwetboek, zonder uitzondering van hoofdstuk VII en van artikel 85, zijn toepasselijk op de door daze wet gestrafte overtredingen.
Art. 10. - Voor de toepassing van de inkomstenbelastingen gelden volgende bepalingen 1 0 De Belgische gemeenschappelijke beleggingsfondsen wor den riiet aangemerkt als exploitaties bedoelti in artikels 25 en 27 van tie samengeordentie wetten betreffende tie inkomstenbelastingen; 20 De inkomsten toegekend aan bezitters of houders van effecten tot vertegenwoordiging van rechten van elgenaar in hat onvertieelde in een Belgisch gemeenschappelijk beleggingsfonds worden aangemerkt als reeds aangeslagen in de mobillenbelasting in de mate waarin zij voortkomen uit inkomsten bedoeld in artikels 14 tot 19 van dezelfde samengeortiende wetten, gewijzigd en aangevuld door tie wet van 21 juni 1927 en in dezelfde mate als reeds belaste Inkomsten in tie zin van artlkel 52 van bedoelde samengeordende wetten, wanneer tie begunstigtien de eigendom van bedoelde effecten hebben gehad gedurende het ganse maatschappelijk of boekjaar in tie loop waarvan zij deze inkomsten hebben genoten; 30 De effecten tot vertegenwoordiging van tie rechten van eigenaar in hat onverdeeltie in can gemeenschappelijk beleggingsfonds die in een nhjverhelds-, handels- of landbouwexploitatie belegti zljn, wortien aangemerkt als hebbentie een waarde ten minste gelijk aan hun terugbetalingswaarde vastgesteld overeenkomstig de statuten van hat gemeenschappelijk beleggingsfonds. Deze bepaling is niet toepasselljk op tie bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 december 1934 bedoelde private spaarkassen waarvan de voornaamste en hoofdzakelijke activiteit bestaat In het beheer van spaardeposito's, noah op tie bij koninklijk besluit van 7 janiiari 1936 bedoeltie ondernemingen, waarvan de activiteit zlch beperkt tot het bedrijf van hypothecaire leningen, noch, wat tie verzekeringsonder nemingen betreft, op tie vorengenoemde effecten die begrepen zijn in tie portefeuille tot vertegenwoordiging van de wiskundige reserves betreffende tie verzekeringstakken die onder controle staan van de Staat en waarvoor deze ondernemingen een afzonderlijk beheer moeten voeren; 40 Worden als tegen can zoals in 30 voorzien bepaalde prijs verwezenlijkt beschouwd, tie meerwaarden vastgesteld tar gelegenhelti van de omzetting van roerentie waartien belegti in een nijverheids-, handels- of landbouwexploitatie, In effecten tot vertegenwoordiging van rechten van eigenaar in het onverdeelde in can gemeenschappelijk beleggingsfontis.
Art. 11. - Dc Bankcommissie publiceert elk jaar een verslag over de toepassing van deze wet. Art. 12. - Zij die vóor tie inwerkingtreding van deze wet Belglsche gemeenschappelijke beleggingsfontisen beheertien of beroep deden op het publiek met het oog op tie deelneming aan dergelijke fondsen, zijn gehouden de bepalingen ervan na to leven binnen een termljn van één jaar na haar inwerkingtretiing.
- 383-
In het bij het vorig lid bedoeld geval zijn de bepalingen van de wet in verband met de intrekking van erkenning toepasselijk op äe weigering van erkenning. Art. 13. § 1.— In artikel 18, lid 1, van bet Regentsbeslult van 26 juni 1947 houdende het Wetboek der zegelrechten, bevestigd door de wet van 14 juli 1951, worden de woorden c 0,70 pet. vervangen door de woorden e 0,30 pct. s. § 2. - In artikel 121, ingelast in het Wetboek der met bet zegel gelijkgestelde taksen door artikel 12 van de wet van 13 juni 1951, worden na de woorden e of van certificaten van obligatien z de woorden gevoegd : e effecten geemltteerd door in Belgie of in Belgisch-Kongo gevestigde natuurlijke of rechtspersonen ter vertegenwoordiging of als tegenwaarde van om het even welke aandelen, obligaties of openbare fondsen uitgaande van derde vennootschappen, gemeensehappen of overheden of hoeveelheden van dergelijke aandelen, obligaties of openbare fondsen s. Art. 14. - Met uitzondering van artikel 13 treedt deze wet op 31 december 1961 buiten werking.
Koninklijk besluit van 4 april 1957
tingen In vreemde munt, in gemunt goud en in goudstaven uit te voeren op basis van de in het eerste artikel aangegeven wettelijke waarde van de frank. Dit artikel doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 6 van de besluitwet nr 5 van 1 mei 1944, waarbij de Koning gemachtigd wordt tot het bepalen van de voorwaarden inzake aankoop en verkoop van goud en buitenlandse munt en de Nationale Bank van Belgie ontheven wordt van de verplichting tot het handhaven van een kasvoorraad in goud en buitenlandse deviezen welke ten minste met 40 pet. van haar verbintenissen op zicht overeenstemt, gewijzigd bij de wet van 28 juli 1948. Art. 6. - Artikel 7, tweede lid, van bet konlnklijk beslult nr 29 van 24 augustus 1939 betreffende de bedrijvigheld, de inrichting en de bevoegdheden der Nationale Bank van Belgie, genomen ter uitvoering van de wet van 1 mel 1939, wordt door de volgende bepaling vervangen e De Bank is gehouden een kasvoorraad in goud te hebben die ten minte gelijk is aan een derde van bet bedrag van haar verbintenissen op zicht. s Artikel 30 der statuten van de Nationale Bank van Belglë zal met vorenstaande bepaling in overeenstemming worden gebracht. Art. 7. - Opgeheven worden
ter uitvoering van artikel 302ter van het Wet boek der registratie-, hypotheek- en grill ierechten (Staatsblad, 10 april 1957, b12. 2.531). Artikel 1. - Om vermindering als bedoeld in artikel 302ter van bet Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten te genieten, moeten de betrokken vennootschappen, ter verkrijging van een bewijsstuk waarin verklaard wordt dat de voorgenomen inbreng strekt tot het verbeteren van de produktiviteit, bet bestrijden van de werkloosheid of het ratio. naliseren van de economie, bij de Minister van Economlsche Zaken een aanvraag indienen. Dat stuk moet vôór de inbreng zijn verkregen. Bij de registratie wordt bet aan de akte gehecht.
Wet van 12 april 1957 betreffende het muntstatuut 1957, blz. 2.767).
(Staatsblad, 18 april
Artikel 1. - De frank, Belgische munteenheid, is gevormd uit 19,74824173 milligram goud met een gehalte van 900 duizendsten fijn metaal. Art. 2. - Alle vOOr de inwerkingtreding van deze wet geslagen goudmunten hebben niet langer wettelijke koers tussen particulieren en worden niet langer tot betaling In de openbare kassen aanvaard. Art. 3. - IDe biljetten van de Nationale Bank van Belgie moeten, niettegenstaande elke andersluidende overeenkomst, door openbare kassen en particulieren als wettelijke munt worden aanvaard. De voorgaande bepaling mag niet Ingeroepen worden door de Nationale Bank van België ten opzichte van de houders van haar biljetten.
10 artikel 6 van de wet van 20 junl 1873 op de checks en andere betallngsbriefjes en het aanbod van gerede betaling; 20 de artikelen 1, 4, 7, 8 en 9 van de wet van 30 december 1885 goedkeurende de akte van 12 december 1885 waarblj België bijtreedt tot de overeenkomst rakende bet rnuntwezen, op 6 november 1885 te Parljs gesloten tussen Frankrijk, Griekenland, Italie en Zwitserland, alsmede tot de er aangehechte schikking en verklaring; 30 het koninklijk besluit van 2 augustus 1914 betreffende de biljetten der Nationale Bank, bekrachtigd bij de wet van 4 augustus 1914; 40 bet konlnklijk besluit van 25 oktober 1926 betreffende de muntstabilisatie, evenals de tweede volzin van het eerste lid van artikel 10 van bet koninklijk beslult n r 29 van 24 augustus 1939 betreffende de bedrijvlgheid, de inrichting en de bevoegdheden der Nationale Bank van Belgle, genomen ter uitvoering van de wet van 1 mel 1939; 50 de muntwet van 30 maart 1935 gewijzigd bij bet koninklijk besluit nr 273 van 31 maart 1936; 60 de besluitwet van 10 mel 1940 houdende schorsing van de terugbetaling der briefjes van de Nationale Bank van België; 70 de artikelen 1 tot 5, 8 en 9 van de besluitwet nr 5 van 1 mel 1944 waarbij de Koning gernachtigd wordt tot bet bepalen van de voorwaarden lnzake aankoop en verkoop van goud en buitenlandse munt en de Nationale Bank van België ontheven wordt van de verpliebting tot bet handhaven van een kasvoorraad in goud en buitenlandse devlezen welke ten minste met 40 pet. van haar verbintenissen op zicht overeenstemt; 80 bet besluit der in raad vergaderde Ministers nr 6 van 1 mei 1944 genomen ter uitvoering van de besluitwet van 1 mel 1944 betreffende de voorwaarden inzake aankoop en verkoop van goud en bultenlandse munt. Art. 8. - Dc Koning is gemachtigd deze wet te cobrdineren met alle andere monetaire bepalingen der vorige wetten, betreffende de wettelijke goudmunten en de deelmunten evenals de biljetten, van de Nationale Bank van Belgie.
De Koning kan, bij besluit waarover in Ministerraad Is beraadslaagd, aan die vrijstelling een einde maken. 00k kan hij, in dezelfde vormen, andere voorwaarden inzake inwisseling en betaling der biljetten van de Nationale Bank van Belgie bepalen.
Daartoe kan hlj 10 de volgorde en de nummering van de te coördlneren artikelen wijzigen, ze onder andere bepalingen hergroeperen en de verwijzingen wljzigen ten einde ze met de nleuwe nummering te doen overeenstemmen; 20 zonder afbreuk te doen aan de beginselen neergelegd in de te coördineren bepalingen, en rekening houdend met de impliciete wijzigingen die zij mochten hebben ondergaan, de redactie ervan wijzigen met bet oog op hun overeenstemming en op eenvormigheid in de terminologie.
Art. 5. - Totdat bij toepassing van artikel 4 de inwisselbaarheid der blljetten van de Nationale Bank van Belgie opnieuw is ingevoerd, is de Bank gehouden haar verrich-
De coördinatie zal volgend opsebrift dragen e Gecobrdineerde wetten tot vaststelling van het muntstatuut van België. s
Art. 4. - De Nationale Bank van Belgie is tijdelljk vrljgesteld van de verplichting haar bijetten In specien terug te betalen.
- 384 --
II - OVERHEIDSFINANCIEN (INOL. BEGROTINGSWETTEN),
MUNT-, BANK- EN FINANCIELE WETGEVING
Financieel Verdrag tussen de Franse Republiek, de Verenigde Staten van Amerika en het Verenigd-Koninkrik GrootBrittannië en Noord-lerland, ener2ijds, en cle Bondsrepubliek Duitsland, ander2ijds, ono1ertekend op 26 mei 1952, te Bonn (tekst geamendeerd overeenlcomstig Bilage III van het Protocol tot het beeindigen van het bezettingsregime in de Bondsrepubliek Duitsiand, ondertekend op 23 oktober 1954, te Parijs) (Staatsblad, 14 april 1957, blz. 2.630).
Wet van 14 juli 1956 strekkende tot het verlenen van de Staatswaarborg voor de terugbetaling van een door de << Association intercommunale pour l'exploitation clu circuit de Francorchamps >, op te nemen lening (Staatsblad, 26 april 1957, bls. 2.994). Enig artikel. - De Minister van Financiën wordt ertoe gemachtigd de Staatswaarborg te verlenen voor de terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de interesten van een lening, maximaal ten bedrage van fr. 5.250.000 terugbetaalbaar in twintig jaar, op te nemen bij de Naamloze Vennootschap a Gemeentekrediet van Belgie s door de a Association intercommunale pour l'exploitation du circuit de Francorchamps a, voor de financlering van dringende verbeteringswerken aan het circuit.
Wet van 30 januari 1957 tot tijdelijke wijziging van het Wetboek der registratierechten met het oog op het bevorderen van de inbreng door vennootschap pen van ëén of meer takken van hun bedrijvigheid in andere vennootschappen (Staatsblad, 10 april 1957, blz. 2.530). (Zie tekst, rubriek L)
Er wordt een speciaal krediet van ft. 5 miljoen toegestaan, te brengen op het artikel 25 van de begroting van Economische Zaken voor het dienstjaar 1957 a Uitzonderingstoelagen a, bij littera 3 (nieuw), a aan de Samenwerkende Vennootschap voor Ondergrondse Vergassing (Socogaz) a.
Wet van 9 maart 1957 die de planning aangeeft van de toe te kennen begrotin gskredieten met het oog op het verwe2enliken van een pro gramma van werken om 2ekere waterwegen bevaarbaar te maken voor schepen van 1.350 ton of meer (Staatsblad, 12 april 1957, b12. 2.582). Artikel 1. - Worden van nationaal belang en dringend verklaard, de werken tot modernisering of tot aanleg van de hierna opgesomde waterwegen, om ze bevaarbaar te maken voor schepen van 1.350 ton of meer 1 0 Het kanaal van Charleroi naar Brussel, aismede de hoofdvertakking van Seneffe naar La Louvière; 20 Het kanaal Nimy-Péronnes; 30 De Samber, tussen Monceau en Namen; 40 De Maas, tussen Luik en de Franse grens; 50 De ringvaart rond Gent; 60 De Bovenschelde; 70 Het kanaal van het Centrum. Art. 2. - De Minister van Openbare Werken en van Wederopbouw is ertoe gemachtigd alle nodige schikkingen te tref ten met het oog op de vastlegging van het geheel der uitgaven - aankopen van onroerende goederen inbegrepen die betrekking hebben op de uitvoering van een beperkt programma, strikt noodzakelijk om de scheepvaart met schepen van 1.350 ton toe te laten op de waterwegen onder het eerste artikel opgesomd, progranima dat zich uitstrekt over een tijdperk van tien jaar, lopende van 1957 tot 1966. Art. 3. - Te beginnen vanaf 1957, zullen ieder jaar op de begroting van buitengewone ontvangsten en uitgaven minimum de in hierna volgende tabel (in miljoenen franken) opgegeven vastleggingskredleten aismede de erop betrekking hebbende betalingskredieten worden uitgetrokken Jaar ..............................1957 1958 1959 1960 1961 Vastleggingskredieten 1.000 1.250 1.250 1.250 1.250 Jaar ..............................1962 1963 1964 1965 1966 Vastleggingskredieten 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
Koninklijk besluit van 8 februari 1957 betreffende de toekenning van een toelage om de verbetering van zwijnenhokken en het bouwen van gierputten en mestkuilen aan te moedigen (Staatsblad, 17 april 1957, blz. 2.734).
Wet van 1 maart 1957 houdende toekenning van een speciaal krediet, te brengen op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken voor het dienstaar 1957, bestemd tot het verlenen van een toelage aan de Samenwerkende Vennootschap voor Ondergrondse Vergassing (Socogaz) (Staatsblad, 3 april 1957, b12. 2.346).
Koninklijk besluit van 23 maart 1957 tot regeling van het verlenen van de Staatswaarborg op de terugbetaling van de hypothecaire leningen, die toe gestaan worden voor het aanko pen of het bouwen van volkswoningen, kleine landeigendommen of daarmede gelijkgestelde woningen (Staats-blad, 8-9 april 1957, b12. 2.498). Artikel 1. - Do Staatswaarborg wordt, onder do blj dit artikel bepaalde vorwaarden, verleend voor de aflossing van de hoofdsom, interesten en bijkomende kosten van de hypothecaire leningen, die door de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom en hun erkende vennootschappen, toegestaan worden, voor het
- 385 -
aankopen of het bouwen van volkswoningen, kielne landeigendommen of daarmede gelijkgestelde woningen. Deze organismen doen driemaandelijks aan de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin en aan de Minister van Financien de lust van de leningen geworden, die zuj onder deze waarborg hebben toegestaan. Art. 2. § 1. - De Staatswaarborg voor goede afloop wordt enkel verkregen wanneer, op het ogenblik van de toekenning van de lening 10 De geldopnemer, noch zljn echtgenoot, een veroordeling tot een criminele of correctionele straf hebben opgelopen. De Minister van Volksgezondheid en van het Gezin mag nochtans, in geval van veroordeling tot een correctionele straf, van deze voorwaarde afwijken op voorstel van het leningorganisme. 20 De geldopnemer, noch ijn echtgenoot, een andere woning geheel en al bezitten, in eigendom of In vruchtgebruik.
Van deze voorwaarde wordt afgeweken wanneer deze waning door de burgemeester van de gemeente of door de Koning onbewoonbaar is verklaard als ongezond. Is de woning uiteraard ongezond, dan zullen de geldopnemer en zijn echtgenoot zich tegenover de leninginstelling, verbinden, wanneer zij eigenaars of vruchtgebruikers van de waning zijn, deze binnen een termijn van één jaar vanaf de toekenning van de lening buiten gebrulk te stellen. In geval van ongezondheid wegens overbevolking, zullen de geldopnemer en zijn echtgenoot zich verbinden hun rechten op het gebouw binnen een termijn van één jaar van de toekenning van de lening af te verkopen en onmiddellijk de verkoopprijs aan te wenden voor de gedeeltelljke terugbetaling van de lening. Art. 3. Dc terugbetaling van de lening moet gewaarborgd zijn door de inschrijving in eerste rang van een hypo. theek op het gebouw waarop de lening betrekklng heeft. Art. 4. - In geval van levensverzekering met enige premie, tot dekking van de terugbetaling van de lening, mag deze, met inbegrip van deze levensverzekeringspremie en eventueel verhoogd met het bedrag van de door de openbare besturen verleende premlen, niet meer bedragen dan 100 pet. van de verkoopwaarde wanneer het het aankopen van een yolkswoning of van een kleine landeigendom of wanneer het het bouwen van met volkswoningen gelijkgestelde waningen betreft, of 90 pct. van de verkoopwaarde indien het het aankopen van een met volkswoningen gelijkgestelde waning geldt. Bij ontstentenis van een dergelijke levensverzekering, wordt dit bedrag van 100 pct. tot 90 pet. verminderd, en dit van 90 pct. tot 80 pct. Wanneer de aankoopprijs van een volkswoning, een kleine landeigendom of een hiermede gelijkgestelde waning lager is dan de verkoopwaarde, worden deze bedragen berekend volgens de aankoopprljs. Na de verkoop van het gebouw, Is het door de Staat aan het leningorganisme ter üitvoering van de waarborg te betalen bedrag gelijk aan het verschil tussen het door deze instelling geleden verlies en het verlies dat deze zou hebben geleden in de veronderstelling dat de lening tot 70 pet. van de verkoopwaarde of van de aankoopprijs van het goed, valgens het bij vorig lid gemaakt onderseheid, zou beperkt zijn. De raming van de bedragen die, in deze veronder. stelling, op de hoofdsom zouden zijn terugbetaald, wordt opgemaakt door de werkelijk terugbetaalde bedragen te verminderen in de verhouding die bestaat tussen 70 pet, en het percentage van de lening ten opzichte van de verkoopwaarde of, eventueel, van de aankoopprijs. Art. 5. - De instelling die de lening verleent, laat over gaan tot de expertise van het goed, voor de aankoop of de bouw waarvan de lening aangevraagd wordt en bepaalt de verkoopwaarde van dit goed. Art. 6. - Zolang zij niet op algemene wljze bepaald werd, bij toepassing van artikel 3 van de wet van 29 mel 1948, gewijzigd bij de wet van 27 juni 1956, is de met de yolkswoningen en klelne landeigendommen gelijkgestelde waning, voor de taepassing van dit besluit, die waning waarvan de verkoopwaarde, noch de aankoopprijs, fr. 450.000 oversehrijdt, wannèer zij gelegen is in een gemeente van de agglomeraties Antwerpen, Brussel, Charleroi, Gent en Luik, zoals zij
bepaald warden bij de reglementaire besehikkingen betreffende de toekenning van de premien voor het aankopen van volkswoningen, en die waarvan de verkoopwaarde, noch de aankaopprujs fr. 400.000 overschrijdt, wanneer zij in een andere gemeente gelegen is. Deze waarden warden respectievelijk op fr. 500.000 en fr. 440.000 gebracht, za de geldopnemer twee of drie kinderen ten laste heeft, en op fr. 550.000 en fr. 480.000, zo hij vier of meer kinderen ten laste heeft. Art. 7. - De Dienst der Registratie en Domeinen kan gelast warden de door de Staat in uitvoering van zijn waarborg betaalde sommen te innen. Art. 8. - Het Regentsbesluit van 16 augustus 1948 waarbij de Staat ertoe gemachtigd wordt de terugbetaling te waarborgen van sommen verschuldlgd op de hypothecaire leningen toegestaan door kredietvennaotschappen die onder de Algemene Spaar- en Lijfrentekas ressorteren, of door de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom, voor het bouwen van goedkope waningen of kleine landeigendommen, wordt afgesehaft. Art. 9. - Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1956. Art. 10. - Onze Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, Onze Minister van Landbouw en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Wet van 26 maart 1957 houdende de begroting van het Ministerie van Landsverdediging voor het dienstjaar 1957 (Staatsblad, 3 april 1957, blz. 2.347). Voor de aan het dienstjaar 1957 verbonden uitgaven betreffende het Ivlinisterie van Landsverdediging, zijn kredleten geopend die de som van fr. 11.018.705.000 belopen.
Koninklijk besluit van 29 maart 1957 Eindakte der Financiële en Monetaire Con! erentie van de Verenigde Naties en biflagen, ondertekend op 22 juli 1944 te Bretton Woods - Benoeming van een plaatsvervangencte gouverneur van het Internationale Muntfonds (Staatsblad, 6 april 1957, blz. 2.430). Artikel 1. - Dc heer Williot, M., directeur-generaal van het Bestuur der Thesaurie en Staatsschuld, wordt, met ingang van 15 mci 1957, voor een termijn van vijf jaar, tat plaatsvervangende gouverneur van het Internationaal Muntfonds benaemd, ter vervanging van de heer Vanheurek, J., voornoemd. Art. 2. - Onze Ministers van Buitenlandse Zaken en van Financiën zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Wet van 30 maart 1957 waarbij nieuwe voorlopige kredieten komende in mindering van de begrotingen voor het dienstjaar 1957 geopend worden (Staatsblad, 1-2 april 1957, b12. 2.306).
Wet van 30 maart 1957 houdende de Riksschuldbegroting voor het dienstjaar 1957 (Staatsblad, 11 april 1957, blz. 2.546).
- 386 -
Artikel 1. - Voor de aan het dienstjaar 1957 verbonden ( ... ) uitgaven betreffende de rijksschuldbegroting, zijn kredieten geopend die de som van fr. 15.979.437.000 belopen. Art. 2. - Het werkelijk bedrag der leningen die de vereniging zonder winstoogmerken e Bond der Kroostrijke Gezinnen van België e gemachtigd is uit te geven onder staatswaarborg, voor zijn Studiefonds, wordt van fr. 57.250.000 op fr. 67.250.000 gebracht. De interest- en de delgingsvoorwaarden der nieuwe lening van fr. 10.000.000 zullen door Onze Minister van Financiën worden goedgekeurd. De interest is ten laste van de Schatkist.
Artikel 1. - Dc Staatswaarborg wordt gehecht aan een nieuwe lening van een werkelijk bedrag van driehonderddrieendertig miljoen frank, uit te geven door de Nationale Maatschappij voor de kleine landeigendom. Art. 2. - De lening zal uitgegeven worden per sneden en tegen de voorwaarden welke vooraf door de Minister van Financiën zullen goedgekeurd worden.
Ministerleel besluit van 1 april 1957
Wet van 30 maart 1957
houdencie vaststelling van het bedrag cler premies toe gekend aau de instellingen die uit Beigische melk zekere melkderivaten voortbrengen (Staatsblad, 12 april 1957, bin 2.617).
houdende de begroting van pensioenen voor het dienstjaar 1957 (Staatsblad, 11 april 1957, blz. 2.554).
Koninklijk besluit van 4 april 1957
Enig artikel. - Voor de aan het dienstjaar 1957 verbonden ( ... ) uitgaven betreffende de begroting van pensioenen, zijn kredieten geopend die de som van fr. 13.016.480.000 belopen.
ter uitvoering van artilcel 302ter van het Wet boelc der registratie-, hypotheek- en griffierechten Staatsblad, 10 april 1957, blz. 2.531). (Zie tekst, rubriek I).
Wet van 30 maart 1957 houdencie de begroting der kwade posten en terugbetalingen voor het dienstjaar 1957 (Staatsblad, 12 april 1957, blz. 2.584). Enig artikel. - Voor de aan het dienstjaar 1957 verbonden ( ... ) uitgaven betreffende de begroting der kwade posten en terugbetalingen, zijn kredieten geopend die de som van tr. 459.811.000 belopen.
Wet van 30 maart 1957 houdende de begroting van het Ministerie van Financiën voor het dienstjaar 1957 (Staatsblad, 14 april 1957, blz. 2.642). Voor de aan het dienstjaar 1957 verbonden uitgaven betreffende de begroting van het Ministerie van Financiën, zljn kredicten geopend die de som van fr. 5.455.063.000 belopen.
Wet van 30 maart 1957 houdende de begroting van het Ministerie van Middenstand van het ciienstjaar 1957 (Staatsblad, 15-16 april 1957, b12. 2.678).
Ministerieel besluit van 11 april 1957 houclende wi2iging van het ministerieel besluit van 1 september 1952 waarbij uitstel wordt verleend voor de betaling van de accijnzen (Staatsblad, 18 april 1957, blz. 2.769). Gelet op de wet van 19 maart 1951 (1) inzake accijnzen, namelijk op artikel 41; Gelet op het ministerieel besluit van 1 september 1952 (2) waarbij uitstel wordt verleend voor de betaling van de accijnzen, namelijk op artikel 4; Gelet op het advies van de Raad van State, Artikel 1. - Onder de titel (C A. - Accijnzen >, van de tabel in artikel 4 van het ministericel besluit van 1 september 1952, wordt onmiddellijk vOOr de post e Fabrikant van glucose s de navolgende post ingelast Rechthebbenden Fabrikant en importeur van mineraal water en van gashoudende of schuimende limonade. Voor de fiscale bandjes en capsules. Uitstel. - Datum waarop de termijn aanvang neemt Naar gelang het bestelbulletin gedurende de eerste of de tweede heift van een maand bij de ontvanger is toegekomen, mag de betaling tot de 15° of de laatste dag van die maand worden uitgesteld. Art. 2. - Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1957.
Voor de aan het dienstjaar 1957 verbonden uitgaven betreffende de begroting van het Ministerie van Middenstand, zijn kredieten geopend die de som van fr. 113.353.000 belopen.
Wet van 11 april 1957
Koninklijk besluit van 1 april 1957
houdende de begroting van buitengewone ontvangsten en uitgaven voor het dienstjaar 1957 (Staatsblad, 20 april 1957, bin 2.838). Erratum (Staatsblad, 26 april 1957, blz. 2.995).
waarbij de Nationale Maatschappij voor de kleine Lancleigendom ertoe gemachtigd wordt, onder Staatswaarborg, een lening van fr. 333 miljoen aan te gaan (Staatsblad, 10 april 1957, blz. 2.533). Gelet op de wet van 15 april 1949, gewijzigd door de wet van 27 juni 1956, tot instefling van een Nationaal Fonds voor de huisvesting, inzonderheid haar artikels 4 en 6;
TITEL I. - Buitengewone uitgaven. Artikel 1. - Vastleggingskredieten zijn geopend ten bedrage van fr. 9.513.842.000, onderverdeeld overeenkomstig de bij onderhavige wet gevoegde tabel I. Mogen met ingang van 1 januari 1958 gebruikt worden, de door onderhavige wet toegestane vastleggingskredieten welke op 31 december 1957 nog niet waren aangewend. Art. 2. - Betalingskredieten voortspruitend uit verplichtingen aangegaan in uitvoering van de door onderhavige wet
- 387 —
en vroegere wetten verleende machtigingen, zijn geopend ten belope van fr. 13.500.237.000, onderverdeeld overeenkomstlg de bij onderhavige wet gevoegde tabel I. Mogen met ingang van 1 januari 1958 gebruikt worden, de door onderhavige wet toegestane betalingskredieten welke op 31 december 1957 nog niet waren benut. Art. 3. - De totalen der vastleggingskredieten en der betalingskredieten vermeld in hoger aangehaalde artikelen 1 en 2 zijn, zoals hierna, per Ministerie en volgens de aard verdeeld Hoofdstukken en ministerles
Buitengewone uitgaven Vastleggings. Betalingskredieten kredieten (in duizenden franken)
I. - Dienst cier Rijksschuld. Totalen voor hoofdstuk I
500.415
...
II. - Kredieten betre//ende de voorschotten. Totalen voor hoof dstuk II
...
1.321.052
III. - Kredieten betre//ende de participaties. Totalen voor hoofdstuk III
41.354
...
IV. - Kredieten betre//ende cie beleggingen. A. - Nieuwe beleggingen 1. Werken en leveringen door de hoofdbesturen beheerd Totalen voor cijfer 1 van de sectie A van hoofdstuk IV 5.631.544 9.362.695
Deze machtigingen mogen aangewend worden overeenkomstlg lid 2 van de artikelen 1 en 2 hierboven. TITEL II. - Buitengewone ontvangsten. Art. 6. - Voor het dienstjaar 1957 worden de bultengewone ontvangsten geraamd op de som van fr. 701.167.000, overeenkomstig hierbij behorende tabel II.
Wet van 12 april 1957 tot wijiging van artikel 140 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Staats. blad, 20 april 1957, blz. 2.861). Artikci 1. - In artikel 140, eerste Jid, van het koninklijk beslult van 30 november 1939, nr 64, houdende het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, bekrachtlgd bij de wet van 16 juni 1947, wordt een 3 0 toegevoegd, dat als volgt luidt e 30 1 pet. voor de schenkingen, met inbegrip van de inbrengsten om niet, gedaan aan instellingen van openbaar nut of aan rechtspersonen die in het 2 0 bedoeld zijn, zo de schenker of de inbrenger zeif een instelling van openbaar nut of een dezer rechtspersonen is. >, Art. 2. Voorgaand artikel is van toepassing op de sedert 1 juli 1950 gedane schenkingen of inbrengsten. De rechten geheven boven het tarlef van 1 pet. zijn vatbaar voor teruggaaf. De vordering tot teruggaaf verjaart na twee jaar te rekenen van de inwerkingtreding van deze wet.
...
2. Subsidiën aan ondergeschikte besturen
Wet van 12 april 1957 Totalen voor cijfer 2 van de sectie A van hoofdstuk IV 3.233.000 1.900.200 Totalen voor de sectie A 8.864.544 11.262.895 van hoofdstuk IV (1 + 2) ...
...
B. - Herstelling van het openbaar
en ermede geiijkgesteld doinein Totalen voor de sectie B 373.521 van hoofdstuk IV 649.298 Totalen voor hoofdstuk IV 9.513;842 11.636.416 (A + B)
houclende cte begroting van het Ministerie van Justitie voor het clienstjaar 1957 (Staatsblad, 22-23-24 april 1957, b12. 2.911). Voor de aan het dienstjaar 1957 verbonden uitgaven betreffende het Ministerie van Justitie, zijn kredieten geopend die de sorn van fr. 1.742.915.000 belopen.
...
...
Wet van 16 april 1957
V. - Andere buitengewone uitgaven. Totalen voor hoofdstuk V Totalen voor de buitengewone uitgaven
...
...
1.000 9.513.842 13.500.237
Art. 4. - De Koning bepaalt, binnen de perken van elk van de machtigingen opgenomen in de tabel I van onderhavige wet, het bedrag dat aan de overeenstemmende rubriek van het dienstjaar 1958 dient gehecht, als zijnde noodzakelijk voor de verwezenlijking van het doel waarvoor het krediet werd verleend.
houdende de begroting van- de Diensten van de Eerste-Minister voor het dienstjaar 1957 (Staatsblad, 19 april 1957, blz. 2.798). Voor de aan het dlenstjaar 1957 verbonden ultgaven betreffende de begroting van de diensten van de EersteMinister, zijn kredieten geopend die de som van fr. 45.095.000 belopen.
III - LANDBOUW Koninklijk besluit van 8 februari 1957
Bericht
betreffencle de toekenning van een toelage om de verbetering van zwijnenhokken en het bouwen van gierputten en mestkuilen aan te moedigen (Staats. blad, 17 april 1957, blz. 2.734).
betreffende de samenstelling van het tarwemeel (Staatsblad, 20 april 1957, b12. 2.869). Bij toepassing van de artikels 1 en 2 van het koninklijk besluit van 20 september 1956 betreffende de Inmenging der inlandse tarwe, dienen de nijverheidsmolens vanaf maandag 22 april 1957, te 6 uur 's morgens, 60 pet. inlandse tarwe in hun gemaal te mengen.
- 388 -
IV - NIJVERHEID Ministerieel besluit van 1 april 1957 houdende vaststelling van het bedrag der premies toe gekend aan de instellingen die uit Belgische melk zekere melkderivaten voortbrengen (Staatsblad, 13 april 1957, blz. 2.617).
VII - BUITENLANDSE HANDEL Kothklijk besluit van 4 april 1957 betreffende de uitvoer van varkensvlees naar de Duitse Bondsrepubliek (Staatsblad, 12 april 1957, b12. 2.590).
VIII - VERKEERSWEZEN Wet van 9 maart 1957
Ministerieel besluit van 13 april 1957
die de planning aangeeft van de toe te kennen begrotin gskredieten met het oog op het verwe2enhijken van een pro gramma van werken om zekere waterwe gem bevaarbaar te maken voor schepen van 1.350 ton of meer (Staatsblad, 12 april 1957, hlz. 2.582). (Zie tekst, rubriek II.)
betreffende de vrachten en huurprijzem, alsmede hun toepassingsvoorwaarden, voor elk door bemiddeling van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart gesloten bevrachtings- of huurcontract (Staatsblad, 21 april 1957, blz. 2.887).
IX - PRLTZEN EN LONEN
Ministerieel besluit van 30 maart 1957
Ministerieel besluit van 3 april 1957
tot vaststelling van de maximumverdelingsmarges der steenkolen em steenkool- of bruinkoolbriketten (Staatsblad, 1-2 april 1957, blz. 2.314).
tot vast stelling van de maximumverkoopprijs van geraffineerde suiker (Staatsblad, 5 april 1957, blz. 2.414).
Artikel 1. - In afwijking aan artikel 15 van het ministerieel besluit van 19 oktober 1956 tot vaststelling van de maxiinumverdelingsmarges der steenkolen en steenkool- of bruinkoolbriketten, en aan artikel 5 van het ministerieel besluit van 16 november 1956, blijven de voornoemde ministeriële besluiten van kracht.
Artikel 1. - De verkoopprijs aan verbruiker van geraff ineerde klontjessuiker, gezaagd en verpakt in dozen van 1 kilogram, mag de fr. 14,20 per kilogram niet overschrljden.
Art. 2. - Onderhavig besluit treedt in werking op 1 april
1957.
Ministerieel besluit van 1 april 1957 tot vast stelling van de maximumverkoopprijs aan verbruiker van gesteriliseerde melk in flessen (Staatsblad, 3 april 1957, blz. 2.361).
Art. 2. - De verkoopprijs toegepast door de raffinadeur voor geraffineerde klontjessuiker, gezaagd en verpakt in dozen van 1 kilogram, mag de fr. 13,05 niet te boven gaan. Deze prijs dient verstaan : levering franco station groothandelaar, inclusief accijnsrecht en exclusief forfaitaire overdrachttaks, voor levering van minImum 15 ton. De prijsbljslag op dit ogenblik toegepast voor levering van kleinere hoeveelheden mag niet worden verhoogd. Art. 3. - Inbreuk op de bepaling van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken II en III van de besluitwet van 22 januari 1945 betreffende het beteugelen van elke inbreuk op de reglementering betreffende de bevoorrading van het land, gewijzigd en aangevuld blj de besluit-
- 389 -
deling van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart gesloten bevrachtings- of huurcontract (Staatsblad, 21 april 1957, blz. 2.887).
wetten van 7 mei 1945, 14 en 18 mei, 7 en 29 juni 1946 en door de wet van 14 februari 1948. Art. 4. - Onderhavig besluit treedt in werking de dag der bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Ministerieel besluit van 19 april 1957
Ministeriel besluit van 4 april 1957
in2ake prisvermindering op de farmaceutische specialiteiten (Staatsblad, 8-9 april 1957, blz. 2.497). Artikel 1. - De van toepassing zijnde verkoopprijzen der farmaceutische specialiteiten op 19 december 1956 dienen verminderd met het bedrag van de verlaging der forfaitaire belastingen ingevolge het koninklijk besluit van 14 december 1956 tot wijziging der Algemene Reglementering op de met het zegel gelijkgestelde taksen. Art. 2. - De toepassing van artikel 7bis van het ministerleel besluit van 14 januari 1953, houdende reglementering der prijzen van de farmaceutlsche specialiteiten, aangevuld door het ministerieel besluit van 27 februari 1953, is opgeheven gedurende de periode van verlaging van de forfaitaire belastingen.
tot aanvulling van het ministerieel besluit van 1 april 1957 tot vaststelling van de maximumverkooppris aan verbruiker van gesteriliseerde melk in flessen (Staatsblad, 22-23-24 april 1957, blz. 2.921). Artikel 1. - Dc verkoopprijs aan verbruiker van gesterillseerde melk in flessen van een halve liter mag fr. 3,60 niet overschrijden. Vermelde maximumprijs mag evenwel met fr. 0,15 worden verhoogd in de bij alinea 2 van artikel 1 van voornoemd ministerieel besluit van 1 april 1957 bedoelde agglomeraties. Art. 2. - Onderhavig besluit worcit op 25 april 1957 van kracht.
Tariefmaatregel Miniterieel besluit van 13 april 1957
betreffende de vrachten en huurprij2en, alsmede hun toepassingsvoorwaarden, voor elk door be mid-
in Belgisch binnenverkeer en gemengcl verkeer. Bericht van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (Staatsblad, 1-2 april 1957, blz. 2.315).
X - SOCIALE WETGEVING (PENSIOENEN, SOCIALE VBRZEERINGEN EN DIVERSE SOCIALE VOORDELEN)
Koninklijk besluit van 29 november 1956
houdende algemene verordening betreffende het ouderdomspensioen der 2elfstandigen - Erratum (Staatsblad, 22-23.24 april 1957, b12. 2.921).
Artikel 1. - De grens van fr. 5.000, voorzien bij artikel 3, lid 1, 10 , artikel 3, lid 3, 1 0, en artikel 3, lid 9, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelljke zekerheid der arbeiders, gewijzigd blj de wetten van 29 december 1953 en 14 juli 1955, wordt op fr. 6.000 gebracht. Art. 2. - In de voornoemde besluitwet van 28 december 1944, worden de volgende wijzigingen aangebracht 1 0 In artikel 3, lid 3, 1 0 gewijzigd bij de wet van 14 juli 1955, worden de woorden e 12 pet. of 18,25 pct. s vervangen door de woorden e 13 pet. of 19,25 pct. s; 20 In artikel 3, lid 10, gewijzigd bij de wet van 14 juli 1955, wordt het cijfer s 440 >, vervangen door het cijfer e 110 s; 30 In artikel 3, lid 11, gewijzigd bij de wet van 14 juli 1955, wordt het cijfer u 400 s vervangen door het cijfer e 100 s; 40 In artikel 4, lid 1, littera A, 40 , wordt het bedrag s 7,5 pct. >> vervangen door het bedrag s 8,5 pet. s. Hetzelfde gebeurt in artikel 4, lid 1, littera B, 40 ,
Ministerieel besluit van 7 maart 1957
tot wij2iging van het ministerieel besluit van 3 december 1938 houdende coördinatie van de verschillende besluiten betreffende de rangschikking van de gemeenten inzake werkloosheid (Staatsblad, 1-2 april 1957, b12. 2.312).
Koninklijk besluit van. 26 maart 1957
betreffende de grenzen tot dewelke het loon der arbeiders in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de bidrage, geind in toepassing van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke 2ekerheid der arbeiders, tot wijziging van de regels waarbij die grenzen aan de schommelingen van het indexcijfer der kleinhandelsprijzen worden aangepast en waarbij de werkgeversbijdrage met 1 pct. wordt verhoogd (Staatsblad, 1-2 april 1957, blz. 2.308).
.
Art. 3. - Dit besluit treedt in werking op 1 april 1957. Deze inwerkingtreding wordt nochtans uitgesteld tot 1 juli 1957 voor wat betreft de verhoging tot fr. 6.000 van de grens van fr. 5.000, bedoeld bij artikel 1, doch uitsluitend voor het gedeelte der bijdrage van werknemer en werkgever dat bestemd is om overeenkomstig artlkel 4, lid 1, littera B, 10 betreffende het bediendenpensloen gestort te worden.
,
Koninklik besluit van 26 maart 1957
betreffende de grenzen tot dewelke het loon der mijnwerkers in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de bijdrage gemnd in toepassing van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke 2ekerheicL van de mijnwerkers
- 390 -
en ermee gelijkgestelden, tot wijziging van de regels waarbij die grenzen aan de schommelingen van het indexcifer der kleinhandelsprijzen wor. den aangepast en waarbij de werlcgeversbijdrage met 1 pct. wordt verhoogd (Staatsblad, 1-2 april 1957, blz. 2.309).
Koninklijk besluit van 30 maart 1957 tot wiziging van het besluit van de Regent van 16 januari 1945 betreffende de werking van de Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid (Staatsblad, 1-2 april 1957, blz. 2.310).
Koninklijk besluit van 26 maart 1957
Ministerieel besluit van 3 april 1957
betreffende de grenzen tot dewelke het loon der 2eelieden ter koopvaardij in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de bidra gem geind in toepassing van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de zeelieden ter koopvaardi, tot wijziging van de regels waarbij die grenzen aan de schommelingen van het indexcijfer der kleinhandelsprijzen worden aangepast en waarbij de werkgeversbijdrage met 1 pct. wordt verhoogd (Staatsblad, 1-2 april 1957, blz. 2.310).
tot vaststelling van de ref ertelonen met het oog op de toepassing van artikel 80 van het besluit van de Regent van 26 mei 1945 betreffende de inrichting van de Rijksdienst voor arbeicisbemiddeling en werkloosheid, gewijzigd bij de koninlclijke besluiten van 26 september 1953 en 21 november 1955 (Staatsblad, 12 april 1957, blz. 2.588).
Ministerieel besluit van 28 maart 1957 tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 luli 1955, genomen in uitvoering van het besluit van de Regent van 31 december 1946 houdende toepassing van de besluitwet van 28 december 1944, betre If en. de de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, op de door eem wervingscontract voor de binnenscheepvaart verbonden werkgevers en werknemers (Staatsblad, 1-2 april 1957, blz. 2.313).
Koninklijk besluit van 9 april 1957 waarbij bindend wordt gemaakt de beslissing van 14 december 1956 van het Nationaal Paritair Comité van de metaalbouw, betreffende de vermindering van de arbeidsduur in het garagebedrijf (Staatsblad, 15-16 april 1957, blz. 2.684).
Koninklijk besluit van 10 april 1957 tot wijziging van de samengeordencle wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (Staatsblad, 15-16 april 1957, blz. 2.686).
XI - OORLOGSSCHADE
Koninklijk besluit van 25 maart 1957 betreffende de vaststelling, inzake oorlogsschade aan boten, van de integrale vergoedingscoëfficiënt toepasselijk op heel het Rijk voor de periode van 1 januari 1957 tot 31 maart 1957 (besluit nr 28) (Staatsblad, 3 april 1957, blz. 2.361).
DOORLOPENDE MAANDSTATISTIEKEN basis Tabel 11r 65' betreffende de verbruiksindexeijfers, c A. Maandelijlcse verkoopsindexcijfers genaamd, werd afgescliaft, daar bet Nationaal Instituut voor de Statismaandgemiddelde 1936-1938= 100 tick sedert januari 1957 onze statistiek Winkels met bijhuizen - Voedingswaren )> overgenomen heeft. Daarentegen publiceten wij in tabel 50 de Indexcijfers van de industriële bedrijvigheid en produktie , resp. opgemaakt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek en bet Instituut voor Economisch en Sociaal Onderzoek van de Universiteit te Leuven. Onze publikatie is echter tot de voornaamste industriële sectoren beperkt. - 39]. -
GRAFIEKEN VAN DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN BELGIE N.B.B. . RENTE VOOR DISCONTO EN IENINGEN Percent
Percent
AIGEMEEN INDEXCIJFER DER AANDEIEN 8a,isjaar 1953=100
Percent
6
200
-
-
Percent
500
ngen echatkietcerisF. met meer don 12 maceden Iooptid
I
I Geaccept., bij een bank gedamic. muscle
RENDEMENTEN VAN STAATSLENINGEN rercent
EMISSIES
-
Perceni
M putaraen tr.
I4
tnbreng in eat.+ bijvoeg. renerves + niet opgenr. ttorl.
• 'S
nervoldog binnen 5 tot 20 joar 131 ## #1
I ,
Muijarden
I
Stortingen in geld op obligation Slort. to geld op oondelen ( oitgilteprernidn inbegr.) 3
.P
5
/ 00.1
:
2
4 pct. Geliniliceerde .•
4
4
- ........••• .vervaldog binnen 2 rot 5 jaar'
.
St A ASS SC H
U ID
(5)
BE I A STING ON IVAN G ST EN
Mul1arden Fr.
Miljarden Fr.
Miljorden Fr.
Miljarden Fr.
rm.
1'l
12
M ,
8
4
1fl*w
•
1 100
•1
0
AIGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS Multorden Fr.
TEGOEDEN BIJ MET BESTUUR DER POSTCHEQUES Miljarden F..
MiUorden Fr.
Miljorden Fr. S
Gemidd.ld tegoed non porticalieren Overschot der stortingen
.5
Ta
_
Overschot
21
20
19 1955
1956
1957
20
f'
-
'\ 1955
1956
(1) Rendement oilcan berekend voigens de notering (2) Op
00510
datom torcgboloolboor (3,5 tot 4 oct. nominool
(2) TerogbetooIboor met veronderlijke anno(teiten (4 tot 4.5 pct. nominaol )
(i) Emissies nan Beigische 000mI000 vennootschoppen, commondiloire op oondelen. P.V.B.A. en Kongolese vennootechoppen (5) EacI. de cit do oorlog 1914.1918 voorroloelende intergoonernootentele scholdon
1957
19
GRAFIEKEN VAN DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN BELGIE
I
AIG
ALG. INDEXCIJFER DER KLEINHANDELSPRIJZEN
INDEXCIJFER DER GROOTHANDEISPRIJZEN Boijoor 1953= 100
Bonrnjoor 1953 = 100
Pernn
Porrenr
Per
108
108.
108
108
106
106
106
06
104
lod
104
04
02
'02
02
loo
00
100
100
98
98
9E
98
Portent
INDEXCIJFER DER INDUSTRIELE PRODUKTIE Bo,joor 1953 = 100
Percent
Pervenr
WERKLOOSHEID Doggenriddelde von hel ooniol gevonrroleerde werkioven. Doizvnden Doeenden
14C
140
400
400
13(
130
300
300
A
r
120
11)
V
In,
200
_____ _______
:
::
100
0
AFREKENING VAN DE MAANDELIJKSE NETTOPOSI1IE VAN DE B.L.E.U. Bli DE E.B.U. 9 > MiIn n reir nr.nnn heden
BUITENIANDSE HANDEL Miljorden Fr
M,ljordnn Fr.
16
16
14
14
12
12
40
40
30
30
20
20
10
0
10
B
8
0
+:..w
10
difl •.4
1.1
0
-10
—10
VOORRAAD CHARTAAI GELD
GELDVOORRAAD IN BELGISCHE FRANKEN
Miljorden Fr.
Miljorden Fr
Miljr
200
200
120
20
190
190
110
110
80
80
100
00
170
70
90
90
60
80
160 1955 (1)
ly56
End. de bilgierole erogbetolingen
I95l
80 1955
1956
1957
DOORLOPENDE MAANDSTATISTIEKEN (Inhoud. rio laatstc bladzijdc van het Tijdschrift)
GELDMARKT Ia.
-
2
OFFICIEEL RENTETARIEF VOOR DISCONTO EN BELENINGEN (in pct.) OfficiOle rentetarieven van de Nationale Bank van BelgiS Voorachotten in rekening-courant an beleningen
Diaconto Geaccepteerd in ecu hank gcdomicilieerd papier, warrants on bankaccepten vooraf door do Nationale Bank van Belgis geviseerd
Geaccepteerd niet in ceo bank gedomicilieerd papier
Nict geaccepteerd in can bank gedomieilieerd papier
Niet geaceepteerd, niet in eon bank gedomh papier, promeseen
Sehatkistcertificaten, uitgegeven op maximum 366 dagen
1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
2,85 3,04
3,46 3,79
4,35 4,54
1
4,70
2 2,1919
4,60 4,79
1956 Februari Maart ................... April ................... Mei ...................... Juni Juli ...................... Augustus September Oktober November December (vanaf ti) 1057 Januari ................... F'ehrnari Maart (vanaf 21) April ...................
3,3,3,3,3,3,3,3,_ 3,3,3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 4,25 4,25 4,25 4,25 4,25
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 5,5,5,5, 5,-
4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 5,25 5,25 5,25 5,25 5,25
2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,25 2,25 2 9 25 a
4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 5,25 5,25 5,25 5,25 5,25
Tijdvak
Speciale sehatkietccrtificaten, Alle andero uitgifte december 1053/ overheidsfondeen januari 1057
3,50 4 3,50 3,50 3,50 3,50
1
4,40; der promessen : 4,60. Gemiddelde in 1055 van Se rentevoeten der niet geaceepteerdo niet in can bank gedoniieilieerde wiesels Gemiddelde in 1055 van de rentevoet der voorchotten op certificaten met ten hoogete 120 dagen leoptijd : 2,078; certificaton met ten hoogete 12 meanloeptijd : 2,207. Bentevoet van bet certificant Plus 5/10 pet., minimum 2,25 pet.. 4 Vanaf 27 december 1000. Quotiteit van hot voorehot op 30 april 1957 Schathieteertificaten uitgegeven op maximum 300 dagen ......max. 05pet. 4 ½ pet. Obligaties Lening 1052/1004 met 12 jaar looptijd max 00 pet. 00 pet. Speeiale sehatkistcertificaten, nilgifte dec. 1050/jan. 1057 05 pet. 3 ½ pet. Obligat. f3luntsaneringnlen. 30 r. (pear) 4e an Se r i 00 pot. Seliatkisteertificaten, uitgegeven op meer dan 300 dagen 4 pet. Schatkiete. 1050 van Belg. Rongo met 5 of 10 j. loopt 00 pot. 4 ½ pet. Obligaties Leeing 1051 met 10 of 15 jaar looptijd a 00 pet. 4 pet. Iloloniale Schuld 1050/1960 ..................................... 00 pet. 4 ½ pet. Obligatieo Lening 1052/1062 met 10 jaar looptijd Andero oyerheidofondnen .................................................... 80 pet. o bO pet. 1
2
Alleen do effeeten eli overheidsfondeen a aan bonder a in Belgisehe frenken luidend, worden in onderpand iuinvaard. Worden i,iet in onderpand aanvaard do sehaticiatecrtificaten met 5, 10 of 15 dagen Iooptijd; - de sehat]iiatcertifieaten uitgegcvan in vervanging der certificaten uitgegeven door de Emieaiebouk to Brueeel; - do obligaties uitgegcven door de Zelfetandige Has veer Oorlogssehude.
lb. - RENTEVOET VAN HET CALLGELD
II. - RENTETARIEF VOOR BANKDEPOSITO'S EN TEGOEDEN BIJ DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS
EN DE SCHATKISTCERTIFICATEN OP ZEER KORTE TERMIJN
Getniddelden
bo
1055 ............... 1956 ...............
..1,35 ..1,58
1,50 1956 Februari Maart 1,50 April 1,50 Mei .......... 1,47 Juni 1,46 Juli .......... 1,58 Augustus 1,64 September . 1,65 Oktober 1,70 November . 1,70 December . 1,70 1957 Tanuari 1,70 Februari . 1,70 Maart ....... 1,70 April ....... 1,70 ...
...
I 2 :3 4 5
cc
-
-
ci
-
cc
-
1,702 1,802 1,661 1,76 1,60 1,60 1,60 1,61 1,63 1,68 1,74 1,75 1,80 1,80 1,80 1,80 1,80 1,80 1,80
1,70 1,70 1,70 1,71 1,72 1,78 1,84 1,85 1,90 1,90 1,90 1,90 1,90 1,90 1,90
-
-
-
-
1,60 5 1,60 1,65 1,65 1,65 1,70 1,70 1,70 1,70 1,70 1,70 1,70
1,70' 1,71 1,75 1,75 1,75 1,80 1,80 1,80 1.80 1,80 1,80 1,80
1,80 1,78 1,85 1.85 1,85 1,90 1,90 1,90 1,90 1,90 1,90 1,90
In en buiten verrekening. Gemiddelden van 27 februari 1056 tot 31 december 1956. Geniiddelden van 7 mci 1050 tot 31 december 1056. Vanaf 27 februari 1050. Vanaf 7 mci 1056.
Tijdvak
cc
1,85
Algemene in, Spuarkas op eo0cjea)
l3anken Depositorekeningen •
Sehatkisteertifieaten op zeer korte termijn
D eggs ½ 1
j
4
co
cc5° a 'dOse
ci
8
0
P
.
s
-
0
.
.t
1955 ............... 0,500,851,101,401,75 3,-1,50 1956 ............... . 0,500,851,101,401,75 3,-1,50
0,50 0,50
0,500,851,101,401,75 3,-1,50 1956 Februari Maart ...... . 0,500,851,101,401,75 3,-1,50 0,500,85 1,10 1,40 1,75 3,-1,50 April Mei ......... . 0,500,851,101,401,75 3,-1,50 0,50 0,85 1,10 1,401,75 3,-1,50 Juni Juli ......... .0,500,851,101,401,75 3,-150 0,500,85 1,10 1,40 1,75 3,-1,50 Augustus 0,500,851,101,401,753,-1,50 September 0,500,85 1,10 1,40 1,75 3,-1,50 Oktober 0,500,851,101,401,75 3,-1,50 November 0,500,851,101,401,75 3,-1,50 December 3,1957 5januari ... 0,500,851,101,401,75 . 0,500,851,101,401,75 3,Februari 3,Maart ....... 0,500,851,101,401,75 3,April ...... . 0,500,851,101,401,75
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 2,-
Gemiddelde van vier banken.
- 394 -
2,-
2,2,-
EDELE METALEN
8
GELDMABKT (vervoig) III. - Callgeldinczrkt
Notering der edele metalen
(miljoenen franken)
Totaal
niet ver rekenende instellingen 3
In verrekefling
verrekenende inetellingen
Daggemiddelden
Depositobanken
o
instellin gen 2
l3uiten verrekaning
Daggemiddelden
5
2
Zilver Goud Good Omrekening Oinrekening in sh. n . in oh. cii I. in peulee per oz. Din per or. fujn per oz. fipu
1955 ................ 2.325 1956 ................ 2.428
338 312
2.663 2.741
2.976 2.482
2.663 2.726
2.976 2.497
............. 250/11 1955 1956 ................ 250/3
1956 September . Oktober ... November December 1957 Januari ... Februari ... Maart : April 5 tot 11 . 12 tot 18 . 19 tot 25 . 26 tot 2/5 . Mei 3 tot 9 . 10 tot 16 .
2.356 2.747 3.109 2.630 2.483 2.267 2.730 2.513 2.292 3.018 2.463 2.025
224 302 353 336 415 227 187 212 167 200 458 214
2.580 3.049 3.462 2.966 2.898 2.494 2.917 2.725 2.459 3.218 2.921 2.239
2.233 2.132 3.829 3.301 3.054 3.281 3.353 2.496 2.500 2.445 2.622 2.655
2.567 3.049 3.460 2.960 2.898 2.494 2.917 2.725 2.459 3.218 2.921 2.239
2.246 2.132 3.831 3.307 3.054 3.281 3.353 2.496 2.500 2.445 2.622 2.655
2.008 2.720
290 265
2.298 2.985
3.279 3.318
2.298 2.985
3.279 3.318
1956 Februari ... Maart ....... April Mei .......... Juni Juli ......... . Augustus . September . Oktober ... November . December . 1957 Januari ... Februari ... Maart ....... April
1 Vanaf 27 februari 1956 bevatten de cijfers, desgevallend, de uitetaande cailgelden op 6 an 10 dagen. 2 mcI. het Gemeentekrediet van Belgis en de Centrale Bank van Belgiech Kongo en Ruanda-Urundi. 3 mcI. de Algemene Spaar- an Lijfrentekaa en de Rijksdienst voor Maatechappelijke Zekerheid. 4 Joel. hat Ilerdiecontering. en Waarborginetituut en de Nationale Delerederedienet. 5 mcI. het Rentenfonde en het Centraal Bureau voor Hypothecair Xrediet.
Bombay
Londen
Ontleende gelden
Gelden uitgeleend door de
249/3% 249/5 249/2 249/2/2 249/7 1/2 250/6% 251/7% 251/6% 251/5% 25113% 250/6% 249/6% 249/4% 249/11% 250 / 3 'e
376/5 409/10 1/2
79 84
391/0 412/0 421/4 1/2 415/8% 409/9% 404/10% 414/2% 412/4 414/6% 420/3 419/10% 426/1% 432/10 1/2 421/8% 4 22 /1 3 /8
84 85 87 85 82 83 83 83 83 83 83 87 89 85 87
I l'rijs van cen oz. fijn good to New-York 85 $ vanal I februuuri 1934. 2 Oorspronkelijke noteringen in rocpietn per fine tola en per 100 fine loins rcsp.
VALUTAMARKT I. - Officiële wisselkoersen vastgesteld door de in Verrekeningskamer te Brussel vergaderde bankiers (Belgz8che franken) 1
Gemuddelden
Z t. serse frank
1 dollar U.S.A.
............. 11,41 50,23 1955 1956 ................ 11,41 49,92 11,40 50,00 1956 Februari Maart ....... 11,40 49,94 11,39 49,91 April Mci .......... 11,39 49,92 Juni ....... 11,40 49,92 Juli .......... 11,41 49,81 11,42 49,87 Augustus 11,41 49,83 September 11,42 49,79 Oktober 11,42 49,95 November December - 11,44 50,14 11,45 50,23 1957 Januari 11,46 50,25 Februari Maart ....... 11,47 50,25 11,48 50,29 April
100 Franee frank
$
1 Canadese doiluir *
I(sbe)
100 Escudos
1 Po d Sterling Post
50,94 139,56 14,27 139,48 14,19 50,73 139,50 14,19 50,03 139,53 14,18 50,00 139,69 14,18 50,07 139,64 14,18 50,34 139,18 50,66 14,18 50,74 139,00 14,18 139,11 50,82 14,18 139,20 14,18 50,96 51,14 139,65 14,21 139,54 51,81 14,21 140,08 14,25 52,20 140,48 52,28 14,25 140,66 14,26 52,44 140,67 14,26 52,54 6 14,27 52,411152,407140,88
1 LI. h.E.U. 100 1 1 1 1 Nederl. /reedse Deense Deutsehu Noorse Argen- Italiounee kroon tilli8 lire Mark gulden kroon kroon
174,04 13,15 174,03 13,11
9,64 9,63
174,06 174,05 174,04 174,02 174,02 174,02 174,01 174,01 174,01 174,02 174,01 174,02 174 9 02 174,02 174,01
9,60 9,60 9,60 9,60 9,61 9,64 9,66 9,66 9,65 9,68 9,70 9,69 9,70 9,71 9,71
13,13 13,11 13,11 13,08 13,06 13,06 13,07 13,10 13,14 13,15 13,17 13,18 13,18 13,19 13,22
7,21 11,89 6,98 49,291 7 , 972 7,21 11,91 6,98 49,96 3 7,96 7,22 11,90 6,97 50,00 7,96 7,21 11,91 6,97 50,00 7,96 7,21 11,90 6,98 50,00 7,96 7,20 11,91 6,98 50,00 7.95 7,19 11,91 6,96 50,004 7,95 7,96 7,19 11,91 6,95 7,97 7,19 11,90 6,06 7,99 7,20 11,90 6,97 7,97 7,22 11,93 6,98 7,06 7,22 11,93 7,00 7,99 7,23 11,96 7,03 7,99 7,24 11.97 7,03 7,99 7,25 11,97 7,03 7,09 7,24 11,97 7,04 8,01 7,24 11,98 7,05
100 Oootcnr. echilling -
192,921 193,05 193,18 193,42
1 Gemiddelde van 1 maart tot 81 december 1955. - 2 (3emiddelde van 22 augustus tot 111 december 1555. - S (3emlddelde van 1 Janueru to; 80 juni 1956. - 4 Rekening afgeeloten op 80 juni 1956; geen koerenotering m ear to Bruaeel. - 5 To Brussel genoteerd sedert 2 januari 1957. - 3 Gemiddelde van 1 tot 22 maart 1957. Vanaf 25 maart 1957 wordt de Canadese dollar afzonderlijk genoteerd o nder do vorm van Canadese dollar to leveren per kabel en per pant. Genuiddeide 52,652 bclgische fr. van 25 tot 31 maart 1957 : 10) 1 Canadeso dollar-kabel : 52,654 belgioche fr.; 20) 1 Canadeso dollar.poat
II. - Officiële wisselkoorsen per. 30 april 1957 vastgesteld door de Nationale Bank van België krachtens besluit nr 6 genomen door de Ministerraad te Londen op 1 mei 1944 102 r (a Belgisch Staatsblad D van 5 september 1944, n 22) (Belgi8che franken) Vuta
Contractuele of gemiddelda koere
... 100 Kongolese frank .................................. 100 Luxemburgse frank ..................................694 ,44225 100 Tsjechoslowaakse kroon .........................
C,
Transf are Aankoopkoers
Verkoopkoere
100,100, -. 692,50
100,100,606,50
KAPITAALMARKT
14
I. - NOTERINGEN VAN ENKELE OVERHEIDSFONDSEN - VERGELIJKENDE TABEL Notering per Notering voor
Aard der effecten
I. - Rechtstr. Beig. binneni. Staatssch. (Rente bij to rek.). 3 '/ pct. Sehuld 1937 1 2 3 '/ pet. Schuld 1943 12 4 pet. GeOnificeerde Schuld 1° reeks 1 2 4 pet. Bevrijdingelening, 1945 2 4 34 pet. Lening, 1952-1962, op 10 jaar 2 4 34 pet. Lening, 1952-1964, op 12 jaar 2 4 34 pet. Lening, 1953-1973, op 20 jaar 2 4 34 pet. Lening, 1953-1968, op 15 jaar 2 4 3/ pet. Lening, 1954-1972, op 18 jaar 2 4 1% pet. Lening, 1954-1974, op 20 jaar, 1° reeks 2 4 1/4 pet. Lening, 1954-1974, op 20 jaar, 2° reeks 2 4 pet. Lening, 1955.1975, op 20 jaar 2 4 34 pet. Lening 1956-1971, op 15 jaar 2 4 'A pet. Lening 1956-1973, op 17 jaar 2 3 '/ pet. met ten hoogste 15 j. loopt. Schatkistc. 1942, 1° r. 1 2 4 pot. Schatkistcert. met ten hoogste 20 j. loopt., 1943, 1 2 4 pet. Vijf- of tienjaarsschatkistcertificaten, 1947 2 4 pet. Vijf- of tienjaarssehatkistcertifieaten, 1948 2 4 pet. Vijf- of tienaarssehatkistcertificaten, 1949 2 4 pet. Vijfjaarsschatkisteertifieaten, 1954 2 3 3% pet. Vijfjaarsschatkisteertificaten, 1954 2 Lotenlening 1941 (4 pet. sedert 1951) ........................... tiotenlening 1953 (2 pet., 5 pet. vanaf 1967) 2 2 pet. Lotenlening van de Tentoonstelling 1958 2 IL - Indir.. en gewaarb. Staatsschuld (Rente bij to rek.). 1 pet. Lotenlening der Verwoeste Gewesten 1923 1 2 Len. tot Wederopb. 1° schijf 1947 (5 pet. vanaf 1957) 2 Len. tot Wederopb. 2° sehijf 1949 (2 pet., 5 pet. vanaf 1958) 2 Len. tot Wederopb. 3 0 sehijf 1950 (2 pet., 5 pet. vanaf 1960) 2 4 34 pet. Lening van het Wegenfonds op 10 jaar, 1955-1965 2 4 pet. pref. aandelen van de N.M.B.S. (Belgisehe Schijf) 1 2 5 pet. Zelfst. Kas voor Oorlogssehade - 10 schijf 1953 2 4 '/ pet. Vijftienjaarsl. Beh. v. Telegr. en Telef. 1953, 1° r. 2 4 3-4 pet. Vijftienjaarsl. Beh. v. Telegr. en Telef. 1953, 2° r. 2 4 '4 pet. Twintigjaarsl. Beh. v. Telegr. en Telef. 1954, 1° r. 2 I 34 pet. Nat. Mast, van BeIg. Spoorw. 1954-1974 2 I pet. Nat. Mast, van Beig. Spoorw. 1955-1975,1°r. 2 1 1% pet. Tienjaarslen. v.d. Nat. M. yr Kred. a.d. Nijv. 1951 2 4 '/ pet. Tienjaarel. v.d. Nat. M. vT Kr. ad. Nijv. 2° r. 1952 2 III. - Rechtstreekse Kolonlale Schuld. Renteloos Belgisch-Kongo, Lotenlening 1888 ..................
..100,-.-..100,..100,100,.. ..100,..100,..100,...100,100,....100,....100,... 100,....100,... 100,100,100,...100,....100,....100,....100,....100,.00,1.0 . 1.000,-. 1.000,-
2
. anuar1 1057
1 februari 1057
1 meart 1957
1 april 1957
2 mci 1057
87,87,84,25 84,25 89,50 89,70 88,70 88,80 98,50 99,30 96,40 97,35 92,30 93,35 93,10 94,91,10 93,65 90,90,20 88,55 89,30 87,40 86,10 91,20 91,90,50 90,50 115,115,105,30 105,55 105,105,05 107,80 107,80 100.90 101,30 99,40 98,30 97,30 98,978,983,1.017,- 1.027,1.008,- 1.021,-
87,84,25 89,80 88,65 100,05 98,35 94,25 94,90 94,45 90,85 90,15 88,10 91,15 90,90 115,106,105,05 107,80 101,70 99,70 98,85 980,1.015,1.017,-
87,-. 86,90 83,90 83,20 88,15 87,75 86,05 85,90 98,70 98,55 96,50 96,70 91,70 91,75 92,75 92,15 90,70 90,30 89,30 89,05 88,05 87,80 86,85,75 89,75 89,95 89,10 89,114,90 114,90 105,90 105,80 105,104,95 107,65 107,35 101,15 100,85 98,65 98,45 98,05 98 1 960,947,1.010,- 1.008,1.009,- 1.007,-
1.058,1.012,1.011,1.016,92,469,97,25 95,60 93,20 88,80 88,75 87,98,95 99,05
1.059,1.015,1.016,1.042,92,50 474,97,70 96,05 94,20 90,89,25 87,99,30 100,70
1.053,1.008,1.019,1.034,93,05 478,99,50 97,70 96,10 91,90,87,20 100,05 101,65
1.043,1.004,1.014,1.016,91,50 481,97,15 95,70 94,70 89,88,05 86,50 98,40 99,75
1.044, 1.001,1.012,1.015,91,55 478, 96,60 95,70 94,80 89, 88,15 86,35 98,55 100,15
100,-
223,-
226,-
229,-
228,-
230,-
I pet. Koloniale Schuld 1936 ..........................................100,. 100,1 '4 pet. Koloniale Schuld 1954-1974 2 . 100,pet. Vijf- of tienjaarssehatkistcertificaten, 1950 2
87,30 87,90 102,-
87,15 89.15 103,40
86,65 90,30 103,35
85,90 88,20 102,10
84,65 87,80 101,80
1.050,-
. 1.000,1.000,1.000,100 1 500,. 100,100,100,100 1 . 100,. 100 1 100,100,-
-
-
-
.
-
ente btj to rekenen
-
aii
31 anuari 1057.
waorvoor ceo operasie in uitvoering is, 1,racntens cc lesiuiten van
S
Oiltober 1544. - a iltiecten na
0
01101cr less georeeera. - ' .itoers per
H. - MAANDINDEXCIJFERS DER AANDELENNOTERINGEN TER BEURZE VAN BRUSSEL EN ANTWERPEN
15'
CONTANTMARKT: BELGISCHE EN KOLONIALE EFFECTEN ,•, .s, .qi,e;e;
Datum
d fl
.
:
.
'J
.2
Indexcijfers t.o.v. de noteringen der voorgaande macmd 1957 1 april 2mei
99 101 100 98
99 101
101 101
1956 2 mei 1 juni 2 juli 1 augustus 3 september 1 oktober 2 novemb.ur 8 december 1957 2 januari 1 februari 1 maart 1 april 2 mei
166 162 163 164 160 163 156 155 163 163 164 163 163
179 174 176 175 173 180 172 169 180 184 184 183 184
176 174 174 175 168 173 164 159 169 172 172 173 174
1
98 97 99 1 102
99 112
98
101
101
100
99 98
100 99
Indexcijfers t.o.v. het gemiddelde 142 139 136 138 138 139 135 136 139 144 145 147 144
143 143 144 149 146 150 142 144 151 149 150 147 146
145 145 145 146 144 144 134 135 139 140 139 135 138
173 167 170 165 164 163 159 160 157 165 167 165 185
160 155 159 170 169 185 165 165 176 173 176 172 173
119 117 120 121 124 126 120 117 119 121 121 122 122
223 219 220 229 221 232 218 217 228 226 220 217 212
139 138 140 144 141 144 140 135 141 140 144 144 143
101
101
105 90
98 98
99 102
100 99 100 98 101 98 103 101 100 99
181 180 190 188 190 200 187 181 188 182 182 179 175
84 84 84 84 85 89 93 93 96 105 108 107 109
172 173 167 172 169 169 167 161 164 164 168 168 165
vwi 1953 140 143 150 154 135 144 125 135 136 138 147 148 149
249 244 237 259 256 246 240 233 240 239 231 243 241
204 201 217 212 197 201 188 180 191 195 203 201 208
162 171 173 190 190 200 197 191 200 203 206 206 209
176 168 166 164 159 160 157 156 166 163 163 160 160
143 141 142 148 145 146 141 136 138 133 135 137 136
152
III. - OMZET OP DE BEURS TE BRUSSEL Rn.P,,lli,Ii,
,aeZ doe . ioiiauga nabUd ,eer Ia Commie8ion do La J3eurec do Buoxcilea.
Obligaties van vennooteehappen Tijdvak
1955 1956
................... ...................
1956 Februari Maart April Mei J'uni Juli Augustus September Oktober November December 1957 Januari Februari Maart April 1
Aantal
Ii
beurodagen
Duizenden stukken
L
Verhandelde bedragen (miljoencn ft.)
I
Aandelen
I
Duizenden stukken
I
1
Totaal
I
Verhandelde bedragen Jr.)
(miljoencn
1
Verhandelde bedragen
Duizenden etukken
(miljoenen Jr.)
246 246
126 104
126 111
23.523 15.451
37.187 27.653
23.649 15.555
37.318 27.764
21 21 19 19 21 21 22 20 23 20 18 22 20 21 20
7 8 8 8 8 9 11 8 11 10 8 13 9 10 11
8 9 8 9 8 9 12 9 11 10 9 13 9 11 11
1.206 1.362 1.240 1.325 1.276 1.334 1.208 1.086 1.451 1.222 1.200 2.184 1.493 1.601 1.268
1.938 2.483 2.303 2.607 2.169 2.591 2.188 2.122 2.511 2.088 2.064 3.180 2.309 2.456 1.982
1.213 1.370 1.248 1.338 1.284 1.343 1.219 1.094 1.462 1.232 1.208 2.197 1.502 1.611 1.279
1.946 2.491 2.311 2.616 2.177 2.600 2.200 2.131 2.522 2.098 2.073 3.193 2.318 2.467 1.993
Nontant- en termijnmarkt.
IV. - RENDEMENT VAN VAST RENTENDE WAARDEN OP DE BEURS TE BRUSSEL (in prooenten)
Begin der maand
Getinitieeerde achuld (rende. ment eileen berekend volgens de noteri ng) 4 pet.
10
1956 Maart .................. ..4,19 April ...................... 4,18 Mei ...................... 4,18 Juni ...................... 4,18 J'uli ...................... 4,18 Augustus ................ 4,18 4,18 September Oktober ............... ..4,21 4,22 November 4,22 December 1957 Januari ................ 4,47 Februari ................ 4,46 4,45 Maart ................. April ...................... 4,54 Mei ...................... 4,56 1
Vervaldag binnen 2 tot 5 jane
Vervaldag binnen 5 tot 10 jaar
Vennooteehape Parastat. leningen on Steden (terugbeuitgegeven Stast taling op vaste van 1980 I van 1948 ___________ datum en t0t 1938 tot 1948 in vaste (terugbetaalbaar (Terugbetaling annuit.) in vaste annuiteiten) op vaste datum) Parastat. en Steden
Vervaldag binnen 5 tot 20 jaar
Stast
Parast. en Steden
I (terugbetaling in veranderlijke annuiteiten)
3,83 3,92 3,95 3,98 4,04 4,04 4,08 4,16 4,21 4,31 4,93 4,72 4,58 4,96 5,09
4,01 4,01 4,04 4,03 4,10 4,09 4,14 4,36 4,52 4,71 5,17 5,05 g4,80 g5,13 5,17
4,47 4,48 4,50 4,46 4,46 4,48 4,47 4,66 4,72 4,74 5,21 5,24 5,25 5,89 5,55
4,49 4,41 4,37 4,55 4,48 4,43 4,34 4,53 4,55 4,81 4,94 4,59 4,60 4,93 5,13
5,17 5,13 5,04 5,16 5,08 5,02 5,14 5,31 5,17 5,38 5,50 5,75 5,60 5,85 5,81
4,60 4,56 4,54 4,54 4,58 4,60 4,66 4,85 4,95 5,06 5,54 5,41 5,30 5,62 5,66
4,69 4,66 4,65 4,65 4,65 4,65 4,67 4,89 5,04 5,08 5,59 5,50 5,38 5,55 5,57
Vervaldag over meer dan 20 jeer
Directe SchWd 4 pot.
4 pot.
4,37 4,35 4,35 4,36 4,37 4,37 4,35 4,38 4,39 4,46 4,53 4,51 4,53 g4,61 4,69
4,86 4,90 4,91 4,89 4,88 4,88 4,88 4,94 4,94 4,98 5,03 5,02 5,04 5,11 5,11
Vanaf januari 1957 omvat do rubriek eileen nog 4 pet. leningen door steden uitgegeven en terugbetaalbaar in veste annuiteiten. gereetifieerde cijiers.
- 897 -
Rentevoet medinan (exel. do GeOniticeerde Indirecte Schuld schuld)
Ste.at Lotenleningen
-
4 8 4,5 4 4 4 r. tot 8,5 4 pet. t0t 4,5 pet. tot 4,5_pet.[en_5 pet, en 4,5 pet, tot 4,5 pet. tot 4,5 pot.
N. B. Voor do samenetelling : cia Tijdachrif I coot Documentatie on Voorlichting van februari 1956, bla. 84.
g
I
16
4,5 4,5 4,5 4,5 4,6 4,6 4,6 4,8 4,9 5,0 5,4 5,3 5,2 5,4 5,4
V. - EMISSIES VAN DE NIJVERHEIDS- EN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN
17'
Retrospectief overzicht (mitjoenen franken) Bron : Nat ionoai Inet,tnut Door de Statiatiek. Oprichting van vennootsehappen Tijdvok Aantal
Nominaul bedrag
Geetort. bedrag op nominale waarde
Obligatieuitgiften
Xapitaalverhogingen
I Aantal
Oud kapitaal
Noininaie v ehogilig
I
I
Gestort bedrag o p nominnie wnarde
I Aantal
I
Nomi. naal bedrsg
GezamenlUke ultgjnen Nomlnaal
Uitgif. tepre. miln
bedrag
Stortingen andere don in geld NettoInbreng Bijvoeultgltten ging I '° van nature j reserves
5
2
3
4
A. - Belgische vennootschappen (naamloze en commanditaire op aandelen, personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid) 1955 1956
................... ............... t,
2.304 4.772 4.421 2.461 5.442 5.160
261 280 250 1956 Januari 222 331 309 Februari 244 195 183 Maart 227 203 April ............ ..199 230 225 Mei ..............168 217 184 Juni ............ ..206 105 Juli ............. 176 98 147 67 Augustus 61 187 145 September 129 233 176 Oktober 170 November 158 237 147 260 3.222 3.202 December 1957 Januari ...... v 417 344 Februari ... v 1.040 1.024 Maart 425 v 396
839 12.351 10.582 9.897 761 25.613 12.676 12.025 48 43 75 68 86 62 41 29 33 87 63 126
919 345 2.062 2.447 3999 239 2.377 2.416 284 4.208 1.873 4.444
335 279 733 1.400 1.186 224 2.731 1.179 266 873 1.976 1.492 133 731 890
324 197 650 1.329 985 207 2.722 1.110 236 854 1.974 1.438 112 630 886
77 28
1.509 801
16.863 18.919
2 1 2 8 2 2 2 1 2
35 10 56 311 95 110 65 30 4
650 620 984 1.938
-
2 4 -
1
-
45 41 -
250
1.520 551 2.901 1.276 415 1.049
2.258 4.755 550 1.771 1.565
731,1 4.955 245,0 9.274 29,4 -
10,4 0,4 3,0 -
81,9 51,5 4,6 63,8 0,1 -
57,9 258,4
242 351 162 186 444 151 2.701 39 132 544 550 3.773 282 1.363 394
5.315 4.170
5.946
4.787
17 18 522 515 526 99 14 67 58 290 1.390 653 54 54 80
1.316
706 690 450 709
182 737 670 1.126
1.381 1.405 1.227 1.218
53 73 11 247 138 113 40 35 82 76 110 49 30 8 26
-
42 55 44 108
379 147
291 1.152 335 254 170
1.177 230
195 290 255
120 295
B. - Kongolese vennootschappen (aandelen- en personenvennootschappen) 1954
...................
1955 ................... 1955 eerste 11 jj. ... 1956 eerste 11 m. ... 1955 September Oktober November December 1956 Januari Februari Maart April ............. Mei Juni ............. Juli Augustus September Oktober November 1 2 3 4
301 1.354 314 1.104 272 986 253 1.572 24 20 22 28 21 30 17 17 28 23 22 27 21 21 26
90 41 37 105 63 376 46 540 138 38 47 193 43 22 63
879 790 685 837
87 108 97 101
1.604 2.918 2.471 3.131
1.218 2.445 2.077 2.383
1.121 1.928 1.606 2.182
85 35 30 96 59 182 44 148 120 38 42 93 38 19 55
5 14 4 11 10 9 7 8 11 10 14 15 10 3 4
10 179 19 455 278 50 112 36 402 475 300 847 576 27 28
10 146 27 368 229 52 46 35 151 286 197 738 618 12 21
10 98 27 322 221 51 40 35 126 233 197 701 567 5 6
5 3 1 1
260 225 25 20
2.832
100
-
-
64 473
1
20
312
-
-
428
---
-
8.774 3.088
3.975 187
92 575 289 324 244
931 661 34 84
9,0 32,0 30,5 13,9 -
1,0 -
0,5 13,4 -
-
5 2 64 5 17 -
157 103 44
16
132
-
164 129 64 289
80 65 456 486 -
89 16
2
33
In de gestorte bedrsgen niet begrepen. In de oprichtingen en knpitaalverhogingen begrepen. In de kapitaalverhogingen begrepen. Oinvutten de gestorte bedrsgsn op ssndeless, do obligatieuitgiften, do uitgiftepremign, vermiuderd met do stortingen andere den in geld, an do emie.ieo tot terugbetaling van vroegere leningen.
- 398 -
17
V. - EMISSIES VAN DE BELGISCHE NIJVERHEIDS- EN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN Ingedeeld naar de ligging en naar de grootte van het uitgegeven of vernietigd noxninaal kapitaal (miljoenen franken) it....
x,;...,,..,l r., .#;I,,.,t
.
peraonenvenn. met beperkte aansprakelijkheid
naemloze en commanditaire op aaudelen
-
Oinschrijving
.1'3
2
s
i0.0
05
Z
.
a 0.0
Z
201,6 -
201,6
...
2. 1 milj. en minder 5 milj. van 1 tot van S tot 10 milj. van 10 tot 20 milj. van 20 tot 50 milj. van 50 tot 100 milj. meer dan 100 milj. . ...
Totalen
-
9 .1'g
2
'
o -
O
O
'
uitgiften
2u
be C
2
0
'
5
r
..
Bedrag
5
NOVEMBER 1956
Naar hun geografische ligging
-
C
C
°'
Z
0
Ontbjn. dingen
Stortingen andere den in geld
112,211735,7 34,8 621.867,71.969,11.966,7 245.0 7,0 7,0- - 5,0 1 - 112,211735,7 34,8 63 1.872,7 1.976,11.973,7 245,0 .-
-
549,61.390,458,4 - 18,0 -
63,8
549,61.390,476,4
63,8
310,1 31,5 310,1 31,5
Naar de belangrijkheid van het uitgegeven of vernietigd nominaal kapitaal
26 10 2 1
11,5 24,3 17,8 13,0
-
-
2 -
41
...
,
OOe
obligatie-
C
1. ................ 41 Belgie Buitenland .............Totalen 41
-
Eapitualverhogingen (naamloze vennootach.) (Comm. yen. op eand.) (personenvenn. met beperkte aansprokelijkh.)
Oprk}itingen van vennootachappen
11,7- 53,8- 51,5- 115,0 75,0 115,0 115,0 130,0 680,0 208,9 208,9- 970,01.532,81.532,8- 112,211735,7 34,8 63 1.872,7 1.976,11.973,7 245,0 10,611327,3 26,4 26 16,6 4 8,4 8,4 21 6 17,8 - 13,0 - 3 - 3 54,2 - 4 - -
135,0 -
201,6
1.
-
22,8 43,4 81,5
12,3
55,6 51,5 -
-
1,3 -
0,1
1,313,6 34,111,3 10,033,5 - 18,0 65,0 -
21,1 13,8 31,5 -
-
60,0
1,0 15,2 15,3 -
-
50,0 180,4 252,81.280,0 -
250,0
63,8
549,61.390,476,4
310,1 31,5
62,5
-
DECEMBER 1956
Nacir hun geografische ligging
België ................... 643.139,43.124,019682,1 77,81254.433,01.478,1 1.423,7 441,0 14,2 14,2- - 1 10,8 Buitenland ............- 77,81264.443,81.492,31.437,9 441.0 -
0,13.773,1 -
-
0,13.773,1
639,290,9 14,2 -
704,8199,7
653,490,9
704,8199,7
-
-
2. - Nacir de belcmgrijkheid vwi het uitgegeven of vernietigd nominaal kapitacil 1 milj. en minder 5 miIj. van 1 tot van 5 tot 10 mi!j. van 10 tot 20 milj. van 20 tot 50 milj. van 50 tot 100 milj. meer dan 100 milj. . ...
Totalen
...
28,9 17,7 179 45,7 42,9 62 565,7 87,7 34,7 16 27,8 26,3 34 196.3 58,2 71,2 19,0 1 8,6 8,6 8 7 110,2 100,3 52,6 - 10 543,9 345,1 -. -- - --- - --52.956,5 8 72,1 1 3.000,0 3,000,0 44 13 2 4
18,9 35,0 19,0 66,5
64 3.139,4 3.124,0 196 82,1
VI. - LENINGEN UITGEGEVEN DOOR DE OVERHElD EN DOOR INSTELLINGEN VAN OPENBAAR NUT 1
18
(op lange en halfiange termijn)
Tijdvak
Openbare I uitgiften I in Belgis I (mi1joenen
1955
..............14.765
1956 ................ 24.240 1.200 1956 April Mci .......... 2.850 5.250 Juni Juli 450 Augustus 600 September 1.000 Oktober 5.454 November December 1957 Januari 1.500 Februari Maart 7.501 April
Leningen in bet buitenland
Zw.
fr. 60
Zw. fr. -
60
-
-
-
872.1- -
-
77,8126-4.443,8-1.492,31.437,9 441,0 -
VII. - BANKOPERATIES VAN HET GEMEENTF.KREDIET
Buitengewone uitgaven Tijdvak
0,1 -
40,3 71,6 43,4 43,2 35,6 -
333,1 -
1,4 8,2 12,2 7.0 29,0 44,0 97,1 63,6 60,0 582,0 -
653,490,9
704,8199,7
8,337.3 21,020,3 15,316,5 26,216,8 249,5 -
3.539,0
0,13.773,1
-
VIII. - HYPOTHEEKINSCHRIJVINGEN 3
uitgaven
NettoBeechikNettokingen over, rekeningen 2 terugbetaald seliotten
-
20
19
(Voorechotten en terugbetalingen op leningen aan publiekrechtelijke lichamen en intellingen van openbaar nut ter bestrijding der uitgaven.)
(miljoenefl)
$ 50 Guldene 100
26,7 - 81,7 1 5,0 50,3 219,0 62,0 117,0 345,1- -
Tijdvak
l3edrog near de geinde inschrijvingsrechten (rniljoenen franken)
(miljoenen franken)
1955 Gemiddelde
503
87
217
1955 Gemiddelde
1.670
1956 Gemiddelde
561 606 603 500 446 525 488 520 575 534 685 604 644 647
109 644 40 38 90 18 36 64 22 33 217 16 87 647
275
1956 Gemiddelde.
1.799
113 305 397 189 282 351 392 400 187 207 169 309 318
1.885 1956 Maart 1.570 April Mei ..........1.602 2.123 Juni Juli ..........1.735 2.057 Augustus 1.666 September 1.771 Oktober 2.204 November 1.934 December 1.870 1957 Januari 1.722 Februari 1.707 Maart
1956 Tanuari Februar Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1957 Januari
1 Leningen van Staat, Xolonie, provinciSn an gemeenten, iostellingen van openbaar nut, zoals de Nationale Maatechappij van Belgieche Spoorwrien, de Nationale Maatscbappij van Buurtspoorwegen, de Nationale Maatschappij voor Watervoorziening, bet Gemeentekrediet, enz. (Exci. de vooridurende uitgiften en de Lenin gen van de Nationale Maatschappij veer Ki-ediet aan de Nijverheid). 2 mcI. de bedragen afgehaald op de door de provincie an de Staat verleende toelagen. 3 Joel. de bernieuwingen nan bet einde van bet vijftiende jaar deze belopen ongeveer 1 pet. van hat totaal; exci. de wettelijke hypotheken.
EIJKSFINANCIEN I. - STAND VAN DE STAATSSCHULD
25'
(miljoenen franken) Halfiange schuld 3
Geconsolideerde schuld
binnenl:ndse
Einde maund
e
directe
1956 Januari ......... ..161.415 161.033 Februari Maart .......... 161.249 April ............. 161.727 Mci ............. 161.612 Juni ............. 162.577 Juli ............ ..164.251 164.127 Augustus 164.020 September Oktober .......... 163.618 November ....... 167.636 December ....... 167.205 1957 Januari .......... 165.980 Februari 166.048 Maart .......... 165.736
•
-
25.465 25.404 25.005 24.732 24.629 24.535 24.447 24.079 24.007 24.007 24.407 24.407 24.107 23.951 23.951
2.055 1.565 1.318 1.318 1.318 1.317 1.318 1.319 1.318 1.317 1.322 1.327 1.326 1.327 1.328
Kortlopende scbuld 4
°
totate
Purtic. tegoeden
Gem. rnenlijke
totnie
totate
14.205 14.193 14.977 14.960 14.946 14.897 14.835 14.816 14.800 14.848 14.831 14.894 14.860 14.839 14.814
175.620 175.226 176.226 176.687 176.558 177.474 179.086 178.943 178.820 178.466 182.467 182.099 180.840 180.887 180.550
17.417 17.441 17.364 17.412 17.370 17.189 17.209 17.258 17.236 17.275 17.412 17.414 17.417 17.438 17.397
27.520 26.969 26.323 26.050 25.947 25.852 25.765 25.398 25.325 25.324 25.729 25.734 25.433 25.278 25.279
63.002 66.572 69.294 70.798 71.274 69.443 65.673 68.872 67.784 69.302 64.757 61.769 67.769 69.544 68.891
5.213 5.718 5.968
5.969 5.236 5.740 5.007 5.515 5.513 5.511 6.637 6.592 0.041 5.778 5.800
21.610 21.331 21.637 22.010 22.372 22.931 22.555 21.931 21.567 21.655 21.898 23.894 22.625 21.851 22.462
68.215 72.290 72.262 76.767 76.510 75.183 70.680 74.387 73.297 74.813 71.394 68.361 73.810 75.322 74.691
310.382 313.257 316.812 318.926 318.757 318.629 315.295 317.917 316.245 317.533 318.900 317.502 320.125 320.776 320.379
I Exci. de uit de oorlog 1914-1913 voortvloeiende intergouvernementele schulden. - 2 Het bedrag der buitenlandae schulden is berekend naar de wiaselkoere op de aangegeven datum. - 3 Schatkiatcertificaten met meer dan één jaar looptijd. - 4 Certificaten met ten hoogate d6n juar Iooptijd. - 5 ExcI. do Dotatie der Oudatrijdera.
II. - BEZIT AAN OVERHEIDSFONDSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE
25 2
(miljoenen franken) Ten hoogete 120 dagen looptijd Einde maand
Schatkistcertificaten
Met meer dan vijt jaar looptijd Geconsolideerde vordering op de Staat 2
1
1953 September 8.965 December 8.040 1954 Maart ......................... 5.449 Juni ........................ . .7.983 September 8.681 December 7.939 [955 Maart ......................... .7.882 Juni ........................ ..7.664 September 8.047 December 8.918 1956 Maart ......................... 7.517 Juni ......................... 7.283 September 7.978 December 5.989 1957 Maart 7.132
Totani
Nationale overheidefondeen 3
34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.660 34.456
1.678 1.678 1.781 1.790 1.792 1.792 1.902 1.901 1.913 1.914 2.069 2.066 2.071 2.072 2.232
45.303 44.378 41.890 44.433 45.133 44.391 44.444 44.225 44.620 45.492 44.246 44.009 44.704 42.721 43.820
I Overeenkomet van 14 september 1948 afgesloten krachtene art. 18 van de organieke wet der Nationale Bank van BelgiO. - 2 Art. 8. § b), van do wet van 28 juli 1948 betreffende de aanering van de balane der Nationale Bank van Belgio. - 3 Art. 14 van de organieks wet der Nationale Bank van Belgig.
HI. - OVERZICHT VAN DE TJITVOER1NG DEE BEGROTINGEN (miljoenen franken) Bran : Belgiech Blaateblad. Van 1/1 tot 31/111/1957 Ontvangsten
__________________________________________________ Rijksmiddelen
Voor dienetjaar 1958
I Voor dienat. 1
Gewone tzitgaven
:
16.492 820 145 177 154
7.599
17.810
91 Opbrengsten van gevestigde leningen Diversen ......................................28
514 104
Totaal ... Builengewone ontvangsten
Uitgaven
Voor dienatjoar 1950
jaar 1957
Belastingen ................................... 6.120 Taksen, tolgelden en cijuzen 63 Patrimoniuminkomsten ....................... 529 Terugbetalingen .............................265 Diverse opbrengsten .......................... 200 Muntsaneringsbelastingen 133 Ontvangsten voortvloeiende uit de oorlog 289
19
Totaal ...
119
618
EINDTOTAAL ... Mali ...
7.718
18.428
485
5.062
Voor dienetjaur 1957
:
2.537 ]lijksschulcl .................................. Pensioenen ..................................386 .. Dotatiën .....................................4 Xwade posten en terugbetalingen .0 10 bezoldigingen 218 Algemeen bestuur materieel 1.267 Toelagen ...................................... 4.647 Werken ...................................... 224 Andere uitgaven .............................386 Totaal ... 9.769 Buitengewone uitgaven
:
25
Van 1/I tot 31/111/1057
2.410 2.895 99 90 5.631 528 4.815 31 908 17.407
:
Dienst van de Rijksschuld ............... ..-1.515 Kredieten betreffende voorschotten Kredieten betreffende participaties - 112 Kred. betreff. nieuwe beleggingen de beleggingen herst. v. openb. dom 8 Andereuitgaven ........................... ..Opslorping van de werkloosheid 53 Tegenwaardefondsen van E.RP.hulp 1950/1951 .............................. ..-
1 1.633 137 4.147 132
-1.566
6.083
8.203
23.490
Totaal ... EINDTOTAAL ... Both
-
23
10
IV. - OPBRENGST VAN DE BELASTINGEN a)
WIC
Ontvangsten zonder onderscheid vwz begrotingsjaar
(gemeentellike en provinciale opcentiemen niet inbegrepen)
(mitjoenen franken) Bron : Be!yisch
Staat8btad.
Directe belastingen
Tijdvak
Gecumuleerde ontvangsten sedert januari 1
Totale ontvangsten
Eegistratierechten
Douancn en accijnzen
1
2.678 2.862
1955 Maandgemiddelde 1956 Maandgemiddelde .
5.047 1.980 2.012 2.539 2.985 3.306 5.946 1.910 2.431 2.074 2.066 2.050 5.455 2.241 2.459
1956 Januari Februari Maart April Mei Juni ............... Juli Augustus September Oktober November December 1957 Januari Februari Maart
b)
1.301 1.379 1.249 1.147 1.487 1.281 1.437 1.419 1.389 1.404 1.361 1.477 1.436 1.510 1.408 1.385 1.416
2.335 2.617
6.314 6.858
2.391 2.526
8.687 5.653 6.014 6.278 6.999 7.438 10.071 5.889 6.345 6.231 6.313 6.382 9.616 6.311 6.685
2.565
2.458 2.577 2.713 2.736 2.575 2.553 2.680 2.811 2.822 2.753 2.685 2.810
-
8.687 14.340 20.354 26.632 33.631 41.069 51.140 57.029 63.374 69.605 75.918 82.300 9.616 15.927 22.612
Totale ontvangsten van de begrotingsiaren 1956 en 1957 vóór 31 maart geInd (gemeentelijke en provinciale opcentiemen niet inbegrepen)
(mitjoenen franken) Bron
Belgiach Staaiobled.
llegrotingsjaar 1957
Begrotingsjaar 1956 Budgettaire ramingen
Opbrengsten
I. Directe belastingen
.
1
II. Douanen en accijnzen .................. waarvan douanen accijnzen bijzondere verbruikstaksen III. Reglstratie waarvan registratie erfenissen ..................... zegel en gelijkgest. taksen Totaal
1
Verschll t.o.v. de budgettaire ramingen 1
Opbrengsten
Ontvangsten voOr rekening van bet hegrotingujaur 1957
1.481
3.851
3.621
1.496 2.095 177
1.384
1.416 530 798 77
29.706
8.244
7694
2.809
2.600 1.250 25.490
853 379 6.919
690 350 6.570
290 127 2.353
77.481
16.492
15.625
5.706
32.175
4.397
16.609
15.600
5.536 10.163 677
4.900 10.421
31.408 3.044 1.487 26.564
1
lhwrt 1957
4.310
34.956
82.973
Budgettaire ramingen
I
2.172
+ 867
+ 5.492
+ 345
Met inbegrip van do opbrengat der vooruitbetalingen aan to rekonen op do bedrijfobelaoting.
NOTA. - Do termijn van invordering der directe belaotingen is longer don het kalenderjaar. Voor deze belaotingen zijn do cijfers duo moor datinitief no hat afaluiten van bet begrotingsjaar.
401
INKOMEN EN SPAREN
302
I. - RENDEMF.NT DER BELGISCHE EN KONGOLESE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN Retrospectief overzicht Bron : Nationc.ol lnstituut voor de Statistiek. Aantal vennootacliappen Tjjdvek g eteide
13798 v .13.908
1955 2 1956 2
1955 Oktober November December 1956 Januari Februari Maart April ............. Mei ............. Juni ............. Juli Augustus September Oktober November December
560 389 376 113 200 1.529 2.714 2.813 1.559 590 215 327 553 334 351
c eatort I1ILaB
Betualbaur
Netto-resultaat Ileeervco
winot
verlico
bruto d iv i d
Obligatiesch aid
Brutoobligatie-
1
COUpOnS
met winat
met veriiea
10.054 10.357
3.744 3.551
147.912 159.656
98.267 104.021
26.831 32.266
1.809 2.107
15.492 17.971
42.395 3 42.304 3
411 278 266 82 156 1.184 2.052 2.173 1.169 449 149 232 427 254 249
149 111 110 31 44 345 662 640 390 141 66 95 126 80 102
9.787 9.791 7.115 2.482 719 11.309 24.500 40.594 23.077 16.398 1.998 1.652 11.343 .9.050 7.938
4.956 6.014 4.074 855 1.728 9.037 13.012 31.002 13.733 13.244 1.545 1.139 4.625 6.203 4.044
1.369 1.573 752 291 402 2.343 3.566 7.334 4.355 7.057 406 246 1.882 2.276 832
111 95 83 12 14 204 434 298 240 75 21 74 207 111 134
793 954 337 165 198 1.262 1.858 4.292 2.359 4.584 291 103 1.008 1.060 388
3.063 2.824 3.982 4.018 3.287 3.250 3.955 3.119 3.393 3.898 3.009 3.040 3.397 3.264 4.675
.
0
(miioenen franken)
(mil.iocnen franbr.n)
1.884 1.885 138 126 190 183 142 142 182 136 151 178 124 129 152 143 224
1 Voor de nianndelijksc resultaten, alaen de in aanmerking genomen lentagen op andore vennootsehappen dan die waurop de vorige kolommen betreksing hebben. 2 Na aftrek van As dubbeltellingen. -S Op 81 december.
31
IL - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS a) Inlagen op de spaarboekjes der particulieren bij de Spaarkas (Netto-spaarbedrag)
b) Stortingen ingeschreven op de rekeningen der aangeslotenen bii de Lifrentekas * (mzljoenen franken)
(mitjoenen franken)
Tsjdvak
lulagen
Uitbetalingen
Saldi
Tegoed der inleggere op hat einde van het tijdvnlc
Tijdvak
Wet van 1865
(Jecoordineerde wetten van 1946 Verplichte atortingen (arbeidera)
]3edienden (Wetten VUSI
Vrijwillige stortingen
10-8.1925 en P18-6-1030)
Totnal
1955 Maandgem. 1956 Maandgem.
1.135 1.210
1.015 1.025
120 185
52.354 2 56.132 2
1954 Maandgem. 1955 Maandgem.
4,7 4,9
1,5
12,3 11,0
26,3 26,2
43,6
1956 Februari Maart April Mei .......... Juni Juli .......... Augustus September Oktober November December 1957 ,Januari v Februari v Maart ... v April ... v
1.033 1.118 1.171 1.180 1.270 1.445 1.227 1.113 1.263 834 1.220 1.896 1.407 1.263 1.290
724 1.030 1.007 1.070 1.190 1.037 968 983 1.048 1.177 1.220 936 992 1.173 1.358
309 88 164 110 80 408 259 130 215 -343
53.465 53.553 53.717 53.827 53.907 54.315 54.574 54.704 54.919 54.576 56.132 2 57.092 57.507 57.597 57.529
1955 Juni Julj .......... Augustus September Oktober November December 1956 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus -
6,0 5,2 3,6 3,0 4,6 4,5 4,8 4,6 2,7 4,6 399 3,2 6,5 5,8 5,5
1,3 1,4 1,6 1,7 1,3 1,0 0,9 0,6 0,4 0,4 0,4 0,4 0,3 0,4 0,3
10,6 10,4 10,4 11,2 10,2 9,9 11,1 10,5 10,5 11,0 10,6 10,6 10,0 10,1 9,6
26,0 26,0 25,8 26,3 27,3 25,9 28,5 25,9 25,9 27,8 27 9 2 27,7 27,2 27 9 9 27,9
43,9 43,0 41,4 42,2 43,4 41,3 45,3 41,6 39,5 43,8 42,1 41,9 44,0 44,2 43,3
.
.
-
-
960 415 90 68
25 f :De otortingen ingeachreven op do rekeningen der • Mijnwerkero • (wetten samengesteid door koninklijk bealuit van 25 augustus 1937 en beaiuit van
25 fobruari 1947) aangealoten bij bet Nationaal Penejoenfonda voor Mijnssorkera bcdrocgcss respeetievclijk tr 221,3 miljocsi in 1955 en 238,2 nujoen in 1950. (Bron Nat jonaai Penajognf ends coot Mi)nwerker8.)
Hot bedrag der btortingen bij do verzekeringainateilingen erkend voor de uitvoering van de wet van 18 juni 1980 betroffonde do verzekering tegon ouder• slom on vroegtijdige dood doe bedionden, bedroeg voor de jaren 1954 en 1955 met uitsluiting van do stortingen bij do Algemona Spear. en Lijfrentekaa, respectievelijls fr. 1.239 miljoen en fr. 1.261 miljoen. 1
mcI. do spaarboekjes van do krijgsgevangenen. Aantal •paarboekjes op 81 december 1955 : 6.557.757 en op 31 december 1956 : 6.597.886.
2
Inc1. do gekapitaliseerde rents van hot dienstjaar.
402 -
RM
Ill. - DRIEMAANDELIJKS LOONINDEXCIJFER (Basistijdvak 1936 tot 1938 = 100) Voor de voorwaarden van gebruik on de wijze van berekening : zie meinummer 1949, btz. 234 -
Indexcijter per bedrijicklasse Textielbedrijven -
Metealbedrijven 0
U 54
Tijdvak
U U
a
00
18
a 00
0
0
0
.0
.00 0
a .9
fl
0
8
.o
oo
3
-
1940 Maart 1953 Juni September December 1954 Maart Juni September December 1955 Maart Juni September December
113
..............................
........................
..............................
........................
..............................
C
1940 Maart 1953 Juni September December 1954 Maart Juni September December 1955 Maart Juni September December
2 ........................
487 487 493 494
503 502 507 508 514 513 522
117 505 499 507 501 523 516 531 518 528
110
475 480 491 485 495 505 507 496 494
123 493 485 493 494 509 499 509 510 518
a)
115 491 497 522 513 533 519 529 522 535
° Ia.
..............................
........................
..............................
........................
.............................
2 .......................
113 448 445 446 458 465 465 467 469 470
112 448 448 454 454 457 464 463 464 465
126 445 440 447 452 462 455 464 464 468
117 471 478 483 481 485 483 492 488 489
Ia-C -
114 497 497 496 498 499 507 510 512 520
114 472 472 472 474 477 484 488 488 492
o:
I
0
a
a
a
118 495 492 498 498 507 507 512 512 521
107 440 444 447 445 468 465 468 468 471
vu a
119 462 461 464 466 472 473 479 479 483
114 459 464 469 478 486 477 497 491 495
110
467 469 478 479 486 480 489 491 499
112 513 512 525 524 530 531 536 532 541
112 503 501 513 515 521 519 526 523 530
20O
a
-
0
0
0.
00
- -
113 459 458 459 462 480 496 499 504 511
-
5 a
8
113 493 489 501 506 513 508 516 513 519
-
c• .00
°
Indexcijfer van het genilddelduurloon
Inde xci if e r der lone a 115 470 470 475 478 483 484 488 490 496 496
a0
0
Z
-
a-
CS
c
.52
:n
Vervoer
Papier
2
109 488 488 487 485 494 487 485 486 491
-
118 458 457 458 466 472 473 475 468 469
414 414 413 428 440 429 428 432 431
119 464 481 494 511 514 516 516 535 535
106 463 461 463 495 497 499 503 508 505
106 496 491 484 479 496 493 493 487 494
112 445 449 455 450 459 461 472 467 498
104 453 455 459 458 460 461 463 465 461
112 419 419 419 431 431 432 431 431 432
118 472 472 489 499 502 503 503 527 527
107 493 491 493 516 520 510 519 528 522
126 470 458 462 459 468 452 465 448 458
113 410 410 410 410 410 410 410 410 431
-
118 430 430 452 462 465 466 466 472 472
106 444 443 444 467 476 480 505 508 504
119 501 499 495 487 495 509 520 511 517
108 457 457 457 457 457 457 457 457 479
110
106 452 454 458 457 460 461 465 465 468
114 528 530 538 533 556 554 558 556 566
ge choo ide c f geE pecic :lisee de v rerkli eden
107 413 411 406 408 428 428 426 423 424
111
110
449 457 458 468 469 469 469 469 474
449 453 458 463 467 467 474 474 482
112 496 490 511 507 512 513 516 509 516
111
111
499 506 518 524 523 520 530 546 557
498 498 515 515 518 516 523 528 537
114 458 458 458 462 476 493 493 497 505
109 446 442 446 440 448 447 438 441 442
120 466 459 461 465 472 473 472 467 465
-
529 531 531 539 553 555 555 560 562
504
c) Indexcijfer der lonen van niet geschoolde noch gespecialiseerde werklieden 1910 Maart ............................. 113 470 1953 Juni ............................... September ................... ...469 December ..........................475 1954 Maart ............................. 475 Juni ..............................479 .....................483 September December ........................489 493 1955 Maart ........................... 497 Juni .............................. . . 498 September 2 December ........................ .507
112 451 448 449 452 457 457 460 462 462
112 464 464 476 473 473 479 481 484 487
125 465 457 466 470 477 476 483 483 483
117 507 505 514 515 524 512 523 518 516
109 473 477 476 479 481 494 496 498 501
116 474 473 477 480 485 490 495 495 496
106 475 475 475 475 495 495 500 500 500
113 427 432 432 444 444 444 466 469 471
111
432 435 442 446 448 449 449 452 459
112 486 483 495 493 492 491 515 521 518
112 501 498 516 513 514 514 527 527 540
112 I 113 494 456 490 456 506 456 503 456 503 475 503 496 521 497 524 501 529 507
106 488 481 486 485 471 477 482 483 478
116 423 418 424 429 433 435 433 436 435
113 431 431 431 442 442 442 442 442 441
Het algemeen indexcljfor hourit rekening met do lonen in do steenkoleumijnen en de scheikundige bedrijven. 1 Wij beschikken met over gegevens voor de berekening van de indexcijfers 4cr lonen van de gesehoolde en ongesehoolde arbeiders van de spoorwegen. Alleen bet gemiddeld loon is one bekend. 2 Aaiigezien bet Nationeal lustituut voor de Statietiek voor sommige aectoren ceo loonindexeijfer uitwerkt, zal ouderhavige publicatie vooitaan eileen nog de aigernene indexeijfers vermelden.
116 485 486 486 495 510 510 511 505 505
LOOP DER ZAKEN
BEDRIJVIGHEID DER VERREKENINGSKAMERS
35
Debetverrichtingen Hoofdbank Aental
Effecten, Oversehr., chèq. overheidepapier wiscIbr. prom., en coupons kwijtschr. enz.
Cailgeld
kamers
Tijdvak
einde tijdvak
a
S
.0
?5
5 1955 Gemidclelde 38 1956 Gemidclelde 38 1956 Februari ............ ..38 Maart ................ 38 April ................ 38 Mci ................... 38 Juni ............ ... 38 Juli .................... 38 Augustus .......... 38 September .......... 38 Oktobe.. ............ . 38 November .......... 38 December .......... 38 1957 Januarj ............. 38 Februari ............. 38 Maart ................ 38 April ................ 38 L
Verrichtingen met het buitenland
4,
2,4 133,2 1,5 7,6 2,3 127,2 1,6 10,0 2,3 114,6 1,3 .5,7 2,3 130,2 1,5 8,6 2,3 112,2 1,5 8,7 2,1 116,1 1,6 6,2 2,3 117,7 1,9 11.5 2,2 115,5 2,0 9,2 2,3 112,0 1,6 8,1 2,4 119,8 1,5 0,1 2,4 148,5 1 9 6 11,6 2,1 150,7 1,6 16,2 2,2 146,6 2,0 10,2 2,3 146,4 1,8 13,3 2,2 110,3 1,4 8,2 2,3 132,3 1,6 12,0 2,0 124,9 1,8 15,1
182,9 206,4 184,1 190,8 209,5 208,0 221,0 211,2 200,1 190,6 231,9 211,5 220,0 231,9 213,6 227,6 230,2
83,9 94,5 80,7 84,5 92,7 88,9 101 1 4 103,4 93,7 90,4 98,3 99.2 108,0 115,1 97,7 109,4 109,8
Totual 0
S-S 5
.E
2,9 3,2 2,9 3,3 3,0 2,9 3,4 3,1 3,1 397 3,4 3,5 3,4 3,6 2,9 3,9 2,9
Bijbanken en Agentschappen
a
,0
z5
5
3,9 5,6 3,7 4,5 4,9 4,6 6,3 6,9 5,2 9,0 5,2 6,9 5,7 5,9 4,7 5,6 4,8
189,7 213,5 190,6 197,9 216,3 214,6 228,6 218,5 207,1 198,2 239,3 218,7 227,6 239,6 220,1 235,4 236,9
Totasi
228,6 237,3 204,7 227,8 218,5 215,8 236,9 235,0 219,0 228,3 263,6 273 9 0 270,5 280,7 220,9 259,3 254,6
210,256,0 222,563,3 204,354,4 211,860,9 225,662,1 220,465,6 227,560,1 219,257,7 215,460,3 207,058,0 249,369.3 231,874,5 241,973,2 244,1 70,8 222,862,3 234,068,6 247,771,3
•.5 -
399,9284,5 436,0300,6 395,0259,0 409,7288,7 441,9280,6 435,0281,3 456,1297,0 437,8292,7 422,4279,3 405,2286,3 488,6332,9 450 9 6347,6 469,4343,6 483,7 351,5 442,9283,1 469,4328 9 0 484,6325,9
mci. do terugbet•aulde kapitalen die de vorige dag ale caligeld warden uitgeleend.
II. - POSTCHEQUE- EN GIROVERKEER
36
(miljarden franken)
Duizenden rekeningen einde tijdvak
Tijdvuk
7031 742 1 717 1956 Februari 718 Maart April ............ ...720 723 Mei Jj ...............725 Juli 727 730 Augustus 734 September Oktober 737 November 740 December 742 1957 Januari 744 Februari 746 Maart 747 April 748 1955 Gemiddelcle 1956 Gemiddelde
...
...
Totaal tegoed
I
*
(Daggemiddelde)
28,3 29,8 28,9 28,5 29,5 30,2 30,7 32,8 29,6 28,8 29,1 28,4 29,5 31,5 29,5 29,2 30,0
Credit
Tegoed van particulieren
20,8 22,2 21,8 21,7 22,6 22,7 22,9 23,1 22,4 21,8 21,9 21,8 22,0 22,4 22,3 21,9 22,7
Debet Algemene
Stortingen
30,5 32,7 29,5 31,9 31,3 31,1 33,4 36,8 32,5 30,0 32,6 32,9 35,3 40,2 31,6 33,5 35,7
Giro's
76,2 81,9 75,7 79,3 77,8 77,3 83,2 89,9 80,6 76,2 84,2 83,0 85,2 103,5 80,4 83,8 87,8
Chkquee en divereen
30,3 32,7 30,0 30,7 31,9 30,3 32,0 38,2 33,2 29,4 33,9 32,4 32,4 42,2 32,2 32,3 36,3
Giro's
76,2 81,9 75,7 79,3 77,8 77,3 83,2 89,9 80,6 76,2 84,2 83,0 85,2 103,5 80,4 83,8 87,8
beweging
213,3 229,3 210,8 221,2 218,8 215,9 231,8 254,9 226,9 211,8 234,9 231,3 238,2 289,5 224,7 233,5 247,6
Verrichtingen zonder gebruik van chartaal. geld pet.
91 91 92 91 91 92 01
91 91 92 91 92 91 91 92 92 91
Omloopsneiheid 2
3,84 3,91 3,78 3,69 4,00 3,83 3,73 4,02 3,81 3,77 3,85 4,17 4,09 4,55 4,08 3,92 4,24
I Op 31 december. 2 Verhouding van type mannd van 25 dagen, van de debet-omzet tot hat gemiddeld dageiijks tegoed. Doze tegoeden omvatton do vrije tegoeden en de effecten van de Muntsaneringslening, waarin de detinitief geblokkeerde tegoeden werden omgezet.
- 404 -
PRIJZEN
451
a) INDEXCIJFERS DER GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basistijdvak 1936-1938 = 100 Bron
Miniterie van Rconomische Zaben - Dienat van het lndexcijfcr.
PlantDierlijke aardige produkprodukIndexten CUter ten
Alge.
Tijdvak
Minerals produkten Vetstoffen
Algem. indexcijfer van de groep
Steen-
boot
Bijprodukten uit steenboot
Petroleumdk ten
Scheikundige produbten Iluiden Algem. SchelScheiErteen Groeve- indexen kundige kundige en rowe produk- cijier produk- meatleder ten metalen ten etoffen de groep
Aantal produkten
135
Th
14
2
19
4
4
3
5
3
11
8
3
5
1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
419 430
343 385 374 386 392 401 403 384 381 371 369 370 395 399 390 386 377
433 455 445 447 446 443 447 448 450 451 451 469 480 482 492 490 489
458 486
283 297
432 466
446 454
270 270
552 552 552 552 556 556 556 556 556 612 612 612 624
459 459 467 467 485 485 485 485 488 518 518 518 518 518 518
295 299 294 288 288 288 292 288 288 292 324 335 348 348 348
464 470 465 459
448
317 320 321 324 324 323 322 318 316 316 316 318 321 321 323 333 334
337 341
426 430 429 429 427 426 426 427 428 431 439 439 440 440 441
429 444 442 446 449 454 452 447 423 424 437 445 459 454 451 442 430
551 568
1956 Januari ............. Februari ............. Maart ................ April ................ Mei ................... Juni ................
378 391 379 402 386 388 380 378 400 403 393 390 396 394 391 380 393
342 343 343 342 340 340 340 340 340 340 341 341 342 353 354
272 278 278 275 277 265 259 259 261 266 273 274 278 284 287
324 326 328 329 331 332 327 323 322 323 322 322 325 325 326 325 328
Juli ...................
Mi gustus
--------- .
September Oktober ............. November
December 1957 Januari ............. Februari ............. Maart ----------------
624 624
454 455 461 466 466 472 482 482 501 496 494
448 448 448 450 455 457 457 458 459 459 458 458 454
454
451
a) INDEXCIJFERS DER GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE (vervoig) Basistijdvcxk 1936-1938 = 100 Bron
Ministerie van Economiache Zaken - Dienet van hat Indexciffer.
Bouw-
Textielprndukton Papier Tijdvak
Rubber
Hout
an karton
1
Aantal produkten
6
4
Algera. cijfer vande groep
21
Wol
5
Viae
5
Katoen
Jute
13
26
9
13
4
524 568
408 429
505
236
460 489
236 239 236 236 235 235 236 236 235 237 235 236 236 237 238
476 477 477 478 478 478 478 478 478 479 479 479 479 484 490
484 486 487 487 486 484 484 489 492 495 495 497 505 509 509
560 561 561 562 564 563 564 564 572 583 583 586 612 614 613
419 419 422 426 427 428 427 433 434 436 436 439 .440 451 451
556 567 561 550 527 516 513
405 416
317 302
485 461
1956 Januari ------------ - - 380 Februari ............ - - 341 323 Maart -............... April ----------------309 Mei -------------------273 Juni -----------------300 Juli ------------------ - 323 333 AUgUStUS 316 September Oktober ------------ -337 371 November 373 December 1957 Januari ............. 317 IFebroari ------------- 301 Maart ................ 321
668 669 679 685 678 678 678 678 669 669 673 673 673 667 664
508 509 507 507 496 496 496 496 496 496 496 496 495 514 514
363 368 366 366 365 366 364 364 367 364 381 380 380 379 381
393 394 391 392 401 419422422436. 436-
302 302 304 304 301 303 294 '298 295 284 323 310 307 304 304
482 483 476 476 468 452 457 443 445 443 452 453 465 472 472
387 428 430 426 423 423 414 437 452 455 492 488 462 422 413
405 -
held
Niet ijzerhoufabnik. dende
Meta al-
471 478
375 368
452 453 462 475
nijv r-
3
489 501
444
Metaal-
cijfer e van de groep
244
677 675
--
nolan
At
2
386 330
1955 Geiniddelde
mate-
6
421 437
1956 Gemiddelde
Kunstmatige vezele
Metalen en metaalprodukten
533
525 528 517 521 515 513 493 493
452
b) INDEXCIJFERS DER GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE EN IN HET BUITENLAND
c) INDEXCIJFERS DER KLEINHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basistijdvak : 1953 = 100
Basistijdvak : 1953 = 100 Bron -
-0
VerenigdKoninkrijk (l3oord of Trade)
n
:-.v_, 79
zz
f-il0 z°
rijavak
Vocthugs. Waren
Aantal produkten
65
35
-
101 104
98 102
102 103 102. 101 103 102 104 103 104 102 104 101 104 103 105 102 105 102 105 103 106 104 106 105 106 104 106 v104 106 v104
Produkten exel. Dieneten vondingeWaren
•
e
101 103 104 103 103 103 103 103 103 103 104 106 106 106 106 106 107
Zak. (Dienat van hat mdcxci jfer).
AIgemeen indexcuter
--
-
1955 Gemidclelde 1956 Gemiddelde 1956 Februari ... Maart April Mei .......... Jun ....... Juli .......... Augustus September Oktober November December 1957 Januari Februari Maart April
Mm. van Econ.
-
0
Tijdvk
102 104
105 107
104 106 104 107 106 106 104 107 104 106 103 106 104 107 104 108 105 107 107 109 107 111 108 110 107 109 107 v109 vilO
46
104 viOS 107 108 108 108 108 108 109 109 v109 v109 vilO vilO vilO vilO viii
104 109
101 103
109 109 110 109 110 109 109 108 109 109 110 110 109
102 102 102 104 104 103 104 104 104 105 106 105 105 105
.
103 106 106 106 106 106 105 104 105 105 106 107 108 107 107 106 v107
1955 Gemiddelde 100,8 1956 Gemiddelde 103,65 1956 Februari ... 102,4 Maart ------- 102,9 102,9 April Mei .......... 103,3 103,58 Juni Juli .......... 103,72 Augustus . 103,84 September . 104,13 Oktober ... 104,61 November . 104,77 105,45 December 1957 Januari ... 105,88 Februari ... 106,12 Maart ------- 105,92 April 106,13
25
5
101,6 99,2 101,0 104,2 101,5 105,5 103,2 104,0 103,6 104,0 104,2 103,9 104,0 104,4 105,0 105,2 106,2 106,3 106,2 105,8 105,5
100,3 100,5 100,8 101,1 101,5 101,9 102,0 102,2 102,5 102,4 102,7 103,5 103.9 103,9 104,6
103,2 103,4 103,8 104,3 104,6 105,9 106,6 107,1 107,5 107,9 108,5 109,1 110,2 110,8 111,5
1 Basiagrondatotfen (exciusief brandotof) aangewend in de fabrieksnijverheid behalve voedsolbedrijven. 2 AIls tabrikaten audare dan brandstoffen, voedsel- en tabakprodueten.
PRODUKTIE
50
Indexcijfers van de industriële bedrijvigheid en produktie Basisjciar : gemiddelde 1953 = 100 Indexcijiers van de industriSle bedrijvigheid Bron Notionaal Inofifuuf cooT do Stotiatjck
Indexcijfere van do industriSle produktie Bron : loot it. coo? Econom. en Sociaal Ondcrzock
Indexcij icr der fabrieksnijverheid
Algemeen d cufer
Indexeuler der extractienijvc•rheid
1955 Gemiddelde 1956 Gemidd. v
108,0 113,6
1956 Januari Februar Maart April Mei .......... Juiii ....... Juli Augustus Septemberv Oktober - v November v December v 1957 Januari . v Februari .v Maart ... v
111,9 105,2 122,3 112,3 114,7 118,1 95,6 109,5 113,7 125,4 120 1 3 113,7
99,7 99,2 102,3 90,5 112,6 102,5 104,1 105,4 84,1 90,7 92,5 108,2 102,3 94,9
Perioderi
a
waarvan
Algemeen
\vaarvan IJaeren etaulnijvcrheid
Metaulverwerkende nijver. Imid
110,2 117,5
130,3 141,0
103,3 109,2
109,7 114,0
114,5 109,2 124,9 115,0 117,5 121,6 98,8 114,6 119,5 130,1 125,3 118,9
146,1 132,8 150,3 138,2 136,2 148,8 118,7 141,6 142,0 154,7 142,4 139,9 157,7
110,8 104,5 118,2 110,4 109,9 111,9 91,8 102,4 112,4 119,1 108,9 110,2 115,7
117,2 113,2 125,1 107,7 110,7 115,8 80,0 112,8 114,0 127,0 127,0 117,6 129,4
Iotaol
-
s rilen
rrograninia.
406
w
erijen
112,3 121,0 119,8 113,6 126,4 113,3 112,5 123,9 103,4 109,7 124,6 139,7 139,7 125,7 137,1
cUter
Brandatot en energie
Metallurgie
Metanl verwerkenda nijverlieid
115,8 122,4
102,9 104,3
126,7 136,8
125,5 134,7
122,4 113,2 123 9 8 127,4 128,9 125,1 109,3 116,2 123,4 127,3 129,3 122,7 122,6 127,8 128,0'
109,9 103,4 111,3 111,1 111,9 105,3 89,0 92,4 96,2 105,6 109,9 105,6 101,5 106,2
140,7 133,0 138,0 138,4 135,4 141,9 116,9 134,8 138,4 145,4 141,7 136,4 146,9 140,4
135,4 120,1 134,3 145,9 145,4 141,4 125,1 124,2 136,2 138,5 137,8 133,6 133,2 146,9
Spinnenjen
Weverijon
109,4 114,6 118,4 114,5 117,6 114,0 117,1 111,8 81,5 110 9 2 116,4 120,4 133,3 120,0 127,2 129,5
107,9 115,2 114,9 108,6 113,0 112,1 112,2 114,5 94,4 104,4 121,4 125,0 138,4 124,0 126,9 135,5
551
I. - BRANDSTOFFEN EN METALLURGISCHE PRODUKTEN
l3ron
Ministe,ie van Econc,miachc Zaken (Aigemene Directie dot Mijnen).
Steenkolenminen Gemiddeld aantal aanwezige arbeidero
Tijdvak
Netto-hoeveelheid opgedolven steenkool per bekken
Qemiddeld nantal extracticdagen
(duizenden tonnen)
(duizenden)
Voorrsad chide tijdvak
ondergrondse
onder- en bovengrondse
Bergen
Centrum
Charleroi
Luik
Xempen
1936-1938 Gemiddelde ................ 1955 Gemiddelde ................ 195 6 Gemiddelde
87 87 89
125 120 121
408 344 332
353 306 300
640 602 581
451 401 378
541 845 872
2425 1 2.498 2.463
24,0 24,6 23,4
1.502 371 179
1956 Januari ...................... Februari ...................... Maart ......................... April ......................... Mei ............................ ......................... Jun Juli ............................ ................... Augustus September ................... Oktober ...................... November ................... December ................... 1957 Januari ...................... Februari ...................... Maart ..................... v
95 92 94 92 91 90 84 83 82 85 88 88 87 90
127 123 126 125 124 123 116 114 114 117 121 120 119 122
358 319 383 344 345 380 252 265 305 370 363 302 325 333 350
320 282 351 324 329 310 224 249 275 328 312 296 297 296 302
632 554 668 620 636 594 452 520 527 616 587 565 588 583 592
418 372 450 391 403 404 286 314 341 407 372 372 377 361 380
880 863 998 864 872 901 828 838 778 924 901 820 830 820 897
2.608 2.390 2.850 2.543 2.585 2.589 2.042 2.186 2.226 2.645 2.535 2.355 2.417 2.393 2.521
23,9 23,0 26,1 23,1 23,7 23,7 20,1 22,2 22,7 26,4 24,3 22,7 23,7 22,6
281 449 377 316 301 275 240 228 218 231 236 179 210 209
1
Totes!
tonnen)
Inbegrepen 82.000 ton voortkomende van het bekken van Namen. Do holenmijnen van dit bekken, werden in 1942 verdeeld tussen do bekkeno van Luik en Charleroi.
552 Bronnen
en Nalionaal Inatituut voor do Statietiek.) - Minjet. van PinanciEn (Accifuses).
Minist. van Economiache Zaleen (Aigemene Ditectic dat Mijnen
Tijdvak
I
Ruw petroleum
Briketten
Cokes
Produktie
Gemiddeld nantal arbeiders
tonnen)
Gemiddeld aantal arbeidere
(uu1's tonnen)
1936-1938 Gemiddelde 1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
435 550 606
3.831 4.328 4.621
142 129 152
855 571 589
1956 Januari ................... Februari ................ Maart ................... April ...................... Md ...................... Jun ....................... Juli ...................... Augustus ................ September ................ ................ Oktober November December ................ 1957 Januari ................... Februari ................ ................... Maart
600 561 609 590 608 594 605 620 609 635 608 631 628 577 638
4.444 4.451 4.528 4.542 4.628 4.642 4.667 4.635 4.717 4.728 4.732 4.738 4.672 4.699 4.688
156 119 164 155 157 155 120 142 147 177 171 159 173 173
609 600 592 604 595 580 584 578 572 603 599 601 604 612
Produktie (duizenden
L
407
(duizenden kilolitere)
-
453 522 536 502 547 594 622 593 552 562 352 559 425 418 379 326 422
Hoogovens in werking (einde tijdvak)
Voortbrenging der metaalnijverheid (duizenden tonnen)
Afgewerkt ijzer en eta
Gietijzer
Ruw steal
37 51 50
261 449 480
253 492 532
202 366 397
51 51 51 51 50 51 49 50 51 50 50 50 51
489 442 498 474 476 493 451 483 479 511 481 483 503 v 461
542 493 560 524 519 561 463 542 525 581 536 540 577 v 521
416 379 429 390 380 422 320 396 405 440 403 389 463 v 430
L
III. - TEXTIELGOEDEREN
56'
I3ron : Nattonaaj Inatjtuut your do .Stat:otek.
Tijdvak
_________ _________ jute-
_________ hennep.
Spinnerij (tonne,z) _____________ ____________________ katoengaren wollen garen fijuspinnerlj
kaardSpinnerlj
kamwol
koardwol
.Produktie vun ruweweefeals van getouw gavallen (voor elgen rekening, voor openbare loondiensten en voor orders) (tonnen)
Produktie van rayon (lonnen)
jute
vias
katoen
wol
rayon
2
1955 Gemiddelde 1956 Geiniddelde
731 763
6.337 6.374
193 171
7.378 7.602
511 476
1.996 2.219
1.474 1.559
2.655 2.731
592 601
3.513 3.221
6.176 6.636
2.371 2.574
586 687
1955 December 1956 Januari Febrtiai-j Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1957 Jainiari Febriiari
757 844 721 784 742 648 787 585 655 784 952 795 860 851 839
7.435 7.002 6.884 8.091 6.506 6.093 6.102 4.837 5.740 6.090 6.685 6.255 6.288 6.911 6.199
182 220 205 193 200 158 227 121 113 142 176 158 138 216 192
8.668 7.702 7.478 8.630 7.023 7.476 7.632 4.480 8.402 7.703 8.178 8.923 7.601 8.763 8.150
610 566 483 467 450 472 485 363 389 472 559 529 476 568 504
2.456 2.246 2.253 2.265 2.056 2.130 2.184 1.659 2.007 2.262 2.612 2.585 2.369 2.533 2.458
1.632 1.521 1.449 1.653 1.421 1.517 1.683 1.257 1.570 1.531 1.746 1.692 1.671 1.717 1.693
2.782 2.753 2.617 2.896 2.708 2.807 2.645 1.927 2.722 2.756 2.998 2.999 2.949 3.130 2.807
679 618 609 656 582 548 602 492 510 619 661 691 625 681 656
4.021 3.496 3.316 3.301 3.150 3.349 3.386 2.634 2.618 3.252 3.508 3.362 3.281 3.218 3.002
6.953 6.570 6.036 6.890 5.997 5.985 6.496 5.259 6.170 6.821 7.895 8.092 7.426 7.726 7.444
2.563 2.530 2.468
722 662 615 762 670 615 693 528 597 690 789 833 787 813 813
I 2
2.654 2.441 2.454 2.749 2.420 2.338 2.676 2.922 2.811 2.419 2.841 2.660
mci. do jutctapijtcn. Inc1. wollen dekeno en tapijten
562
IV. - DIVERSE PRODUKTEN Brorinen : Nationaai Inetituut voor do Statistiek en Beetnur dot Douanen en Accijnzen. Synthetische ammoniak en derivaten
Papier
Bakateen
Produktie Tijdvak Ej .0
....4
Visaerij Verkoop van via 5
Suiker
pO
o
I1e"V .
(dui cndc& tonnen)
1936-1938 Gem.. 1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
2501 1172 1542 15,5' 151 148 17,4 16,310,9 22,8 4,0 190 391 184 19,6 18,913,3 23,8 4,3 176 389 154
1956 Januarj 283 149 97 92 143 50 Februari Maart 322 158 141 April 427 149 160 152 203 Mei ..........442 162 203 Juni 480 140 229 Juli ..........486 479 151 225 Augustus 161 242 458 September . 276 455 169 Oktober ... 162 229 376 November 365 158 147 December . L957 Januari ... 317 166 155 Februari .. 347 v153 v125 MacrI .441 2 3 4 5
(miljoen. 8tuk8)
20,8 17,2 21,0 20,4 20,8 19,7 19,9 19,9 19,5 20,6 18,8 17,0 17,3 15,6
19,819,5 17,0 7,6 20,421,8 19,818,6 20,012,4 19,1 4,5 19,1 2,2 18,3 9,7 18,814,6 20,217,3 17,615,3 15,115,7 13,416,8 13615,1
12,7 10,8
.!
(duizenden tonnen)
.
S
17,517,2 159 20,7 16,4 35,0 4.421 2,3 7,2 30,215,2 267 21,3 13,2 21,5 4.473 3,8 35,9 25,816,2 182 23,6 13,1 22,0 4.934 3,7 36,0
24,8 4,2 128 10,6 12,4 243 18,7 25,8 4,1 88 9,1 2,713,2 225 17,1 26,2 4,8 105 10,3 1,016,2 200 21,5 21,3 4,3 142 10,9 2,713,2 174 17,0 22,8 4,0 218 12,1 1,812,7 151 20,2 24,6 4,8 217 8,0 0,111,2 120 22,1 19,2 2,9 219 9,1 12,0 90 23,2 22,5 4,1 216 9,1 13,2 57 23,8 23,7 4,5 207 10,4 0,213,9 20 24,9 26,6 4,8 221 13,0 100.3 25,3 82 23,2 24,8 4,5 192 14,0 151,828,1 4840,6 23,5 4,1 158 13,1 49,022,7 182 30,5 28,1 4,6 128 13,1 2,916,5 160 23,9 27,2 4,3v 91 p10,4 14,2 142 17,5 00.1v4,8 1,014,0 129 20,6 -
-
-
-
10,9 9,3 14,2 14,3 15,0 15,7 13,9 14,6 12,5 11,8 13,0 12,1 11,4 12,6 16,1
15,6 18,7 34,4 13,1 14,7 29,4 23,5 13,2 29,6 24,6 20,4 27,1 17,3 16,1 25,7
5.142 4.726 5.460 4.932 4.944 4.977 4.127 4.343 4.093 6.057 5.085 5.324 5.552 5.157 5.196
3,3 4,5 5,2 4,0 3,7 2,7 3,3 3,3 3,6 4,2 3,4 3,3 3,7
40,0 34,9 45,9 36,3 36,6 32,2 30,4 29,1 32,8 39,9 32,7 40,7 42,4
Gemiddelde 1038. Geniidelde 1937-1938-1980. Einde tijdvak. Aungegeven grondstoffen (hoeveellieid maci on suiker). mci. hat Groothertogdom Luxemburg. In de vismijrien Ic Oostende, Nieuwpoort, Zeebrugge on Blankenberge; in 1036-1937-1938 enkel verkoop op de vismijn to Ooetende. Exel. haring, aprot en garnalen.
*
V. - ELEKTR!SCHE ENERGIE (mit joenen kWh) Bron : 8t(aist.crc van Economiechc Zaken - Dcsiuur van Energie. Voortbrenging Centralen van de voortbrengers-verdelers
I
1
Totale etroomhoeveelheid opgenomen door bet net
Gemeentebedrijven (1)
Particuliere maatechappi (en (2)
Centralen van de m dustriële zelfvoortbrengers 2 (3)
1936-1938 Gemiddelde 1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
20,4 33,1 36,1
190 464 508
228 436 443
438 933 987
515 21,7 28,9
2,2 10,7 22,3
441 944 994
1955 ])ecember 1956 Januari ................... Februari Maart ................... April ...................... Mei ...................... Juni ......................
39,5 45,5 40,9 38,8 33,3 29,6 33,2 23,0 30,3 32,9 40,8 40,7 44,2 45,5 39,9
559 537 521 529 489 467 462 423 470 487 566 567 583 617 543
494 458 442 474 435 425 417 387 421 414 484 477 480 485 445
1.093 1.041 1.003 1.041 957 922 912 833 921 934 1.091 1.085 1.107 1.148 1.028
17,0 24,4 20,7 20,5 20,0 29,3 41,4 32,5 33,5 37,9 30,8 29,5 26,1 27,0 32,5
24,9 20,6 22,8 33,4 28,2 9,8 5,2 6,1 8,6 6,0 38,6 44,2 44,4 50,8 51,0
1.085 1.044 1.001 1.028 949 941 948 859 946 966 1.083 1.070 1.088 1.124 1.010
Tildvak
Juli
......................
Augustus ................ September Oktober November ................ December 1957 Januari ................... Februari
Tt
i
Invoer
Uitvoer
(5)
(6)
Be gië (4) = (1)+(2)+(8)
(7) = (4)+(5)-(6)
Aantal centralen in werking in het begin van het jaar 1955 : 213; in hat begin van bet jaar 1956 : 196. Netto.voortbrenging van de centralen hebbende een totaal opgeeteld vermogen van meer dan 100 kW. a Tot december 1955 bruto-voortbrenging. 1
59
VI. - GAS (Productie. Invoer en Uitvoer) 1
(miljoenen kubieke meters) Bron : Miniatcric van Economische Zaken (Administratie van do Nijverheid). Produktie der cokesfabrieken d g :. fabrieken
Tijdvak
1 Gemiddelde ................ Gemiddelde ................ December ................... januari ...................... Februari ...................... Maart ......................... April ......................... Mei ............................ Juni ......................... Juli Augustua ................... ................ September Oktober ................... ................ November December ................... 1957 Januari ...................... Februari ...................... 1955 1956 1955 1956
.........................
aa
(1)
(2)
0,62 0,38
158,71 171,18 172,86 178,09 176,70 177,32 165,79 169,66 168,10 157,11 168,25 168,80 175,38 173,52 175,51 183,75 162,87
0,26 0,27 1,37 0,29 0,27 0,31 0,30 0,32 0,32 0,30 0,28 0,25 0,25 0,25 0,22
waarvan der produktie steenkool-. voor miinen rechtstreekee induatritle leveringen 1 (4) (3)
91,74 98,73 101,88 103,73 92,01 101,52 97,96 99,78 99,45 92,09 98,25 97,06 102,75 100,74 99,46 101,81 92,70
12,77 15,33 16,43 18,28 19,65 16,69 16,69 14,38 13,16 13,25 11,59 11,74 14,83 17,75 15,96 18,28 16,55
Invoer
U itvoer
(5) = (1) +(2)+(4)
(8)
(7)
172 187
0,31 0,40
3,94 5,76
190 197 198 194 183 184 182 171 180 181 190 192 192 202 180
0,43 0,44 0,62 0,41 0,39 0,41 0,39 0,19 0,40 0,42 0,38 0,37 0,38 0,44 0,35
5,19 5,70 6,53 6,47 5,70 5,85 5,79 5,59 3,09 5,59 5,92 6,20 6,68 7,46 6,52
totaal
Saldo invoer uitvoer
Totaal in Belgie bescbikbaar gas
(9) (8) =(6)-(7) 1= (5)+(8)
-3,63 -5,36 -4,76 -5,26 -5,91 -6,06 -5,31 -5,44 -5,40 -5,40 -2,69 -5,17 -5,54 -5,83 -6,30 -7,02 -6,17
168 182 185 191 192 188 177 179 176 165 177 176 185 186 185 195 173
1 Daze statistiek betreft de gasproduktie verkregen door droge distillatie van de ateenkolen in de gas- en cokeefabrieken, gas waarbij gebeurlijk watergas, luchtgas, resigns uit de scheikundige binding, gas uit de hoogovens on metaan worden gevoegd. Zij omvat eveneena de produktie van metaan dat rechtatreeks uit de steenkolenmijnen komt, alaook het vloeibaar gemaakte petroleumgns dat in pijpleidingen svordt vervoerd; al die gaeeen dienen voor de openbare gao. verdeling. Onderhavige etatiatiek omvat niet de hoaveelheden watergas, luchtgaa, restgas, gas uit de hoogovene, metnangas of vloeibaar gemaakt gas, die buiten de producerende (shriek worden vermengd met gas voorikomend uit de droge distillatie van ateenkolen ,net uitzondering van het gas dat rechtstreeks san de openbare distributie wordt geleverd. Zij omvat niet het gas dat door de cokeafabrieken wordt geproduceerd of ontvangen, noel, bet kolengas of bet andere gas, die voor do dekking van de cigen bel,oelten, voor bet etoken der ovens, enz. worden gebruikt. N. B. - a) De gasproduktie vermeld in de kolommen (1) (2) (8) (4) is voor do opeabare voorziening beatemd. b) Be gasproduktie vermeld in de kolom (8) is beetemd voor de rechtatreekse leveringen ann andere afdelingen van de vennootachappen waartoe do betrokken cokesfabrieken behoren of ann andere juridiech onafhankelijke nijverlieidsvennootachappen. c) Be gaaproduktie vermeld in kolom (4) omvat het steenkolengas ala duadanig geleverd en het varbeterd eteenkolengas, waarmes eventueel a1 don niet verwerkt vloeibaar gemaakt petroleumgas san gemengd ward. d) Het gasvolume voortgebraeht door do cokesfabrieken en steenkolenmijnen wordt herleid tot 4.250 keal., 00 C., 760 mm Hg. e) ilet totals aantal cokesfabrieken (particuliere naaatschappijen die in 1955 en 1956 gas produceerden) bedraagt 18.
409
VERBRUIK *
652
I. - Maandelijkse indexcijfers vi de verkoop vwi verbruiksartikelen : bczsisgemiddelde 1953 = 100 Bron
Nationaa! Inatitttut voor do Slatietiok.
Voeding Maand
'.
r.
S
.3
Grootwarenimizen Meubilering
Kieding
3•
to .9
0
Pi
Huishouden
Tabak Boek-papierhandel Pan.
.3u1
.
-
o
U '
0
'
•
L
-
551
.9 '3
.3
I
I,
z
1056 Maart 132 158 157 136 155 130 148 131 131 128 132 126 120 127 April 110 124 114 128 121 114 136 107 108 108 113 110 112 112 Mei .......... 119 119 116 118 118 119 158 134 139 129 111 130 120 117 Juni 120 128 118 123 124 101 145 105 145 120 114 125 119 122 Juli .......... 121 103 104 129 106 101 160 130 172 135 115 120 117 119 Augustus 111 115 118 125 117 73 102 88 109 95 106 110 108 124 September 113 121 126 115 122 92 104 99 102 98 117 126 121 117 Oktober 128 134 128 138 132 110 173 145 135 136 112 128 115 121 November 163 152 223 141 175 117 167 115 176 151 125 99 113 121 December 166 162 186 165 170 96 145 119 179 154 115 116 116 149 1957 Januari , 117 131 114 138 126 104 103 91 144 115 144 107 127 112 Februari 105 128 116 124 124 93 67 68 96 84 109 122 115 117 Maart 122 137 125 143 134 132 134 109 119 114 127 139 132 126 vie mesas omyas uaarenooven mercerle, linten, patronen; schoenen, pontoftels; allerlei opschikartikelen. * Voor hel vorbnsiik van suilcer, zie tabel sir 562.
144 143 161 163 160 149 196 223 194 246 207 184 181
130 117 125 129 126 128 131 139 133 166 128 129 135
126 101 105 126 121 121 116 123 154 271 120 107 118
122 95 86 97 111 106 96 109 260 285 113 95 105
108 97 92 89 88 180 190 109 147 222 115 96 102
110 97 91 90 92 169 176 109 163 231 114 96 102
123 66 107 60 113 84 120 95 129 122 121 77 107 49 110 75 150 367 172 252 104 40 99 45 112 67
65 Grote ondernemingen gespecialiseerd in kieding
Cotperaties 93
Masud
be
.
122 120 116 88 94 58 83 146 101 97 96 49 106
II. - TABAKSVERBRUIK (Produktie en invoer) Bron
107 96 100 103 126 58 77 103 109 141 134 60 85
126 114 131 111 117
125 113 120 123 130 153
140 128
66
Tijdvak
Rook-, Sigarillo's Sigaretten snuif en pruimtabak
(m ijoonon etuk8)
116 122 126 118 127 128 133 167 150 136
136 114 119 103 88 91 106 137 156 136 123
146 160 123 108 198 117 196 159 135 105 163
122 98 109 105 97 103 101 111 107 107 98
106 102 90 99 105 105 99 108 113 135 96
78 77 89 123 153 146 230 115 137 116 61
141 116 138 116 139 119 101. 122 171 164 102
105 110 117 107 122 109 114 112 108 129 98
102 109 89 84 108 110 191 104 112 134 144 77 132 87 135 107 162 125 131 138 138 i,108 v 95
v122 vllO v128 v121 v117 v136 v130 v133 v204 v164
v 85 v 98 v134 v 99 v119 v 76 v103 v102 v11 3 v124 V 86 v 89
III. - SLACHTINGEN IN DE 12 VOOR-
67
NAAMSTE SLACHTHUIZEN VAN NET LAND
Ad,niniatra(jc den Dotsancn. en Accijnzen.
Sigaren
101 102 109 99 106 103 110 103 112 102
Groot. hande 1
8.3.
0
1956 Maart ......................... 164 April ......................... 151 Mei ............................ 144 Juni ......................... 124 Juli ............................ 120 Augustus ...................80 September .................. 100 Oktober ....................150 November .................. ..144 December ................... 132 1957 Januari .......................113 Februari ......................73 Maart ......................... . 38
.3
-
si
.
Winkele met bijhuizen d-n 5.i
Tijdvak
(Ossen, I I Vorlieno stieren, I Pearden I Kalveren I koeien, I I I biggen voarzen) I
(tonnen)
Schapen, lammeren, I geiten
I
(duieenden)
1936-1938 Cremicl. 1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
16,2 13,1 14,4
49,4 44,7 47,9
430 720 740
1.097 788 770
1936-1938 Gemid. 1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
16,5 21,0 19,1
0,7 3,7 3,5
12,2 10,9 9,5
26,7 31,3 33,9
6,5 5,6 5,1
1956 April Mei .......... Juni Juli .......... Augustus September Oktober November December 1957 Januari Februari Maart April
12,7 12,4 14,4 12,4 15,3 17,1 22,1 17,3 16,8 15,6 14,2 12,3 13,7
48,2 41,5 53,6 46,4 50,2 56,1 55,7 47,5 57,5 42,0 41,8 35,1 43,9
851 748 722 830 773 772 769 865 624 773 741 724 833
781 796 800 798 756 766 798 757 860 787 652 698 710
1956 Februari Maart ...... April Mei ......... Junj Juli ......... Augustus September Oktober November December 1957 Januari Februari
20,2 18,3 19,4 20,0 16,7 16,6 20,1 17,7 22,1 18,1 19,0 18,0 18,3
3,8 '3,8 3,6 3,5 3,2 3,4 3,6 3,4 3,8 296 2.9 2,2 2,8
10,1 10,9 10,9 12,1 9,3 8,6 10,1 8,1 9,8 7,4 8,0 8,1 7,7
34,7 31,1 33,0 36,0 32,0 31,0 35.2 31,0 41 9 1 33,7 34,8 32,3 32,2
8,6 3,5 2,4 2,4 1,8 1,5 1,9 9,8 8,5 10,5 8,2 8,3 5,4
- 410 -
VERVOER
701
I. - BEDRIJVIGHEID VAN DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ VAN BELGISCHE SPOORWEGEN a) Bedrijfsontvangsten en -uitgaven (miljoenen franken) Overschot der totale ontvangsten op de uttgaven
Ontvangsten Tijdvak
Uitgaven
Reizigers enago
Totaul
Goederen
Diverson
...................74 .................. 319 334
147 604 628
5 111 135
226 1.034 1.097
239 996 1.053
1956 Januari ............ . ........ ... 325 Februari ................. . ... ... 271 Maart .......................... 308 April ........................ .. 328 Mei ............................. 326 Juni ........................ .. 320 Juli ............................ .. 406 Augustus .................. ..385 September .................. ..345 Oktober ....................... 326 November .................. .. 302 December .................. .. 359 330 1957 Januari .................. v 288 Februari .................. v 334 Maart ...................... v
584 566 706 624 624 650 571 603 613 703 684 610 657 619 662
140 126 137 129 128 153 135 132 130 136 131 144 104 91 95
1.049 963 1.151 1.081 1.078 1.123 1.112 1.120 1.088 1.165 1.117 1.113 1.091 998 1.091
1.043 1.050 1.063 1.010 1.045 1.063 1.042 1.076 1.028 1.081 1.056 1.079 1.071 1.021 1.061
1938 Gemiddelde 1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
'
B 5 cofficient
106 96 96
- 13
38 44
99 109 92 93 97 95 94 96 94 93 95 97 99 102 97
6 - 87
88 71 33 60 70 44 60 84 61 34 20 - 23 30
1 Nord-Belge inbegrepen. inch do toelagen van do Staat ale vergoeding voor de ontoereikende tarieven en de verhoging van do prijs der brandetoffen.
2
b) Awita.1 wagens ai de nijverheid geleverd
702
c) Transportstatistiek 1 0 Algemeen spoorverkeer
'
\Vsgenladingen
Ileizigers
2
Ton-km. A
l
C
A + C
Tijdvak
Anntal
Reizigers- Vervoerde tonnen km.
(miljoencn)
(duizenden)
Belgisoli binnenl. vervoer
Internuh vervo
Doorvoer
Totsal
(miljoencn)
dnizcndcn
1938 Gemiddelde 1955 Gemiddelde ............. 1956 Gemiddelde .............
389 279 279
115 100 93
91 67 68
480 346 347
16,8 19,4 20,4
535 654 694
6.169 5.745 5.874
186 175 184
154 261 264
88 111 129
428 547 577
1956 Januari ................... Februari ................ Maart ................... April ...................... Mei ...................... Juni ...................... Juli ...................... Augustus September ................ Oktober November December ................ 1957 Januari ................... Februari ................ Maart ...................
263 225 305 277 284 301 258 272 274 316 295 272 266 254 277
99 81 108 96 96 96 80 84 83 102 100 96 96 . 95 98
64 63 78 64 63 71 63 63 65 72 73 78 75 70 77
327 288 383 341 347 372 321 335 339 388 368 350 341 324 354
20,4 19,2 21,2 21,0 20,6 19,5 18,8 18,9 20,0 21,2 21,6 21,9 s,22,2 v20,5 v21,2
660 596 685 692 721 697 747 718 671 700 713 733 725 v664 v697
5.592 4.799 6.463 5.851 5.772 6.267 5.331 5.773 5.647 6.655 6.316 6.028 5.908 5.530 6.026
162 143 201 185 186 203 169 177 180 220 202 179 168 168 183
261 235 295 257 244 277 260 264 254 282 266 274 272 257 275
118 138 153 109 117 127 117 124 115 138 138 151 166 137 141
541 516 649 551 547 607 546 565 549 640 606 604 606 562 599
A. - Asntal ss'agons aan do nijverheid afgeleverd on belset bij hot vertrek aan de Belgische stations (inn. deze voor het vervoer von kolen, cokes en briketten). B. - Aantal wagons maer speciaal voor hot vervoer van kolen, cokes en briketten afgeleverd. C. - Aantal geladen wagons komend van vreemds netten en bestemd, bstzij soar stations van bet net van de Maatschappij, hetzij voor stations van andero netten. 1 Spoorwagens van de Nationale Maatschappij en van particulieren. 2 Vanaf januari 1956, inilitair vervoer inbegrepcn. 3 Nord-Belga inbegrepen, behalve wat de ton-km betraft.
- 411 -
I. - BEDRIJVIGHEID VAN DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ VAN BELGISCHE SPOORWEGEN (vervoig)
c) Transportstatistiek
703
2° Vervoer der voornaamste zware goederen
A. Tonnenkm.
Tijdvak
-
Landbouwen voedingsprodukten
TOtaaI
Gezamenlijk verkeer Brandstoflen
Nijverheidaolitu
(mitjoenen)
1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
5.745
1956 Januari 541 Februari 516 Maart 649 April ............ ..551 Mei 547 Juni ............ ..607 Juli 546 Augustus 565 549 September Oktober 640 November 606 December 604
5.592
1957 Januari Februari Maart 1
606 562 599
Vanaf januari 1956, militair vervoer
5.874 4.799 6.463 5.851 5.772 6.267
5.331 5.773
5.647 6.655 6.316
6.028 5.908 5.530 6.026
Tijdvak
I
der groef. bedrijeen
I
I Textiel
SChC1 kundigo pi'odukten
Divereen
185 181
2.425 2.306
79 83
946 980
792 918
1.011 1.016
27 25
259 298
21 67
108 114 180 122 114 92 81 97 97 391 503 269
2.392 1.972 2.644 2.335 2.326 2.371 2.006 2.130 2.076 2.510 2.538 2.371
82 84 97 83 76 74 68 78 74 87 92 98
961 798 1.063 1.007 898 1.036 919 1.037 994 1.084 932 1.037
861 897 1.040 878 880 1.012 768 879 888 1.030 894 992
796 488 1.004 1.092 1.131 1.247 1.133 1.188 1.137 1.136 974 864
19 23 27 24 26 22 16 20 55 30 17 24
304 348 338 242 256 342 272 281 265 318 301 308
69 75 70 65 71 68 63 61 69 65 65
123 107 130
2.461 2.355 2.494
98 78 76
1.006 919 999
996 951 1.011
793 738 917
25 22 27
341 296 298
65 64 74
inbegrepen.
B.
Tota*1
Bouw -
materiaai, I produkten
(duizcncfen tonnen)
547 577
... ...
I
Metaalwaren
Erteen
-
Landbouwen voedingo. produkten
Belgisch binnenlands verkeer 1 Brandstoffen
Nijverheids-
°
Ertsen
1 0
Me an warcn
704
miaa1, produkten der groefledrijven
Textiel
Schei kundige produkten
Diversen
-
T.-km.
(dwzenden tonnen)
1955 Gemiddelde 1956 Gemiilelelde
... ...
3.028 3.055 2.866 2.229 3.300 ..3.140
1956 Januari Februari Maart April ............ Mei ............. 3.142 Juni ............ ..3.319 Juli ............ ..2.690 Augustus 2.979 September 2.971 Oktober 3.595 November 3.408 December 3.024 1957 Januari Februari Maart 1
2.874
2.809 3.070
Nationals Maatech. van uur apoorweg. (duizend.)
95 86
1.596 1.591
29 30
180 175
307 334
688 682
8 4
122 138
3 15
1.201 965
28 31 39 30 24 28 29 30 33 272 360 126
1.636 1.380 1.826 1.636 1.625 1.645 1.331 1.465 1.426 1.753 1.720 1.650
33 25 38 35 31 26 21 23 26 31 34 33
156 111 170 193 181 186 169 183 186 206 173 183
338 297 369 324 322 383 272 312 336 383 328 341
530 256 676 771 807 872 715 810 788 772 639 549
1 1 2 1 1 1 1 5 30 7 1 2
128 115 164 131 134 162 135 137 133 156 136 128
16 13 16 19 17 16 17 14 13 15 17 12
690 368 795 818 790 906 778 792 768 1.734 2.000 1.135
26 25 28
1.665 1.648 1.709
36 29 31
148 146 159
360 348 372
494 471 605
1 1 1
129 129 143
15 12 22
. 556 551 708
Vanaf januari 1956, militair vervoer inbcgrc pen.
- 412 -
71'
• III. - HAVENVERKEER a) Haven van Antwerpen - --
•
o..
A._ .A A
,,nn, .L
ttictifllc
Binnenvaart
Zeevaart
Tijdvak
1955 Gemicldelde 1956 Gemiddelde
... ...
1.144 1.299
regioter-
tonnen)
tonnen)
1
2.830 3.172
1.439 1.865
Aantal schepen geladen
Goederen
Loadvermogen
Goederen Aantal schepen
(duiocnd. metrieke tonnen)
op balast
Vertrokken
Aungekomen
Vertrokken
Aangekomen Belgieche Goecleren netto(duizend. tonneAantal moat schepen (duizend. metrieke
(duizend. metrieke tonncn)
(dujoend mS)
1
Aantal schepen
Landvermogen
Goederen
(duizénd
tonnen)
(duizend. metrieke
mS)
2
2
1• 979 1.087
1.100 1.651 3.150 1956 April ............. 1.309 1.117 1.678 3.091 Mei ............. 1.281 1.149 1.912 3.245 Juni ............. 1.343 1.111 2.031 3.366 Juli ............. 1.363 1.076 2.205 3.402 1.308 Augustus 1.025 1.690 3.013 1.259 September 1.120 2.202 3.342 Oktober .......... 1.327 2.002 1.050 1.261 3.097 November 1.971 1.069 3.240 1.330 December 1.155 1.378 3.287 1957 Januari 1.081 2.900 1.295 Februari 1.198 3.231 Maart .......... 1.408 1.108 3.193 April ............. 1.296 1 Internationasl verkeer. - 2 Internationaal en binnenlands vericeer.
163 206
1.234 1.279
.3.632 4.032
1.636 1.850
697 719
3.640 3.957
1.643 1.821
934 1.194
182 180 197 220 231 216 223 204 234 251 172 211 185
1.305 1.284 1.504 1.066 1.468 1.192 1.205 1.189 1.129
4.043 4.202 4.253 4.324 4.371 4.292 4.621 4.286 4342 4.368 3733 4.145
1.909 1.923 1.920 1.990 2.044 1.966 2.097 1.960 1.993 1.957 1.779 1.937
790 781 734 781 744 765 840 746 744 750 742 833
3.975 3.998 4.078 4.238 4.384 4.298 4.377 4.239 4.147 4.196 3.723 4.012
1.879 1.816 1.856 1.943 2.076 1.977 1.996 1.948 1.926 1.936 1.748 1.839
1.163 1.123 1.166 1.319 1.424 1.348 1.344 1.321 1.257 1.222 1.054 1.106
I
712
b) Haven van Gent Bronnen : Havendjen8t van Gent en Nationnal fnotituut voor d.c Statiotiek. Binnenvaart
Zeevaart
Tijdvak Aantal schepen
Goederen
Vertrokken
Aangekomen Tonnemaat
Goederen
(duizendezo regioterton.)
(duizenden metric he tonnen) 1
Aantal schepen
Tonnemaat
Goederen
(duizenden regioterton.)
(duizenden metrieko tonnen)
1
Geladen
Gelost
I (duizenden metrieke tonnen)
1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
184 196
154 178
155 216
182 195
152 177
118 82
144 143
155 92
1956 April ...................... Mei ...................... Juni ...................... Juli ...................... Augustus ................ September Oktober ................... November December ................ 1957 Januari ................... Februari ............... .. Maart ................... April ...................... 1 Internationaal verkeer.
183 200 191 201 197 199 209 185 197 207 233 238 209
146 178 183 175 193 189 211 176 164 162 162 169 149
186 180 201 234 262 278 240 263 216
188 203 186 197 191 201 217 185 191 210 224 238 218
134 183 178 187 178 203 209 179 148 180 157 172 149
72 102 97 80 59 77 77 70 66
159 157 163 164 178 165 173 140 156
119 95 108 96 91 109 98 103 76
IV. Bron
-
•
72
ALGEMENE BEWEGING DER BINNENSCHEEPVAART
Nationaat Inotituut voor do Statietick.
Geladen schepen Tsjdva
Binnen verkeer
Envoer I Uitvoer I Doorvoer
I
Gehele verkeer
Invoer
I Uitvoer I
Doorvoer
Gehele Binnenverkeer verkeer
Invoer
TJitvoer
Doorvoer
Gehele verkeer
(mitjoenen ton-km.)
(duizenden motrieke tonnen)
(aantal)
1954 1955
Binnenverkeer
Gemiddelde 6.838 3.672 2.914 Gemiddelde 7.161 3.845 3.379
580 698
14.004 15.083
1.745 1.317 1.062 1.881 1.370 1.319
134 167
4.258 169,7 4.737 184,8
86,2 92,1
69,3 84,8
17,8 23,1
343,0 384,8
3.118 3078 3.054 1.069 3.055 3.628 3.589 3.824 3.538 3.710 3.379 3.725
747 875 626 217 702 728 727 652 634 582 483 516
14987 15.098 13.639 5.127 14.391 15.875 16.568 16.809 16.018 16.423 16.318 17.043
1.934 2.038 1.886 716 1.978 1.976 2.107 2.054 2.005 2.023 2.125 2.185 2.075
1.322 1.261 1.145 457 1.251 1.389 1.572 1.581 1.483 1.591 1.5441 1.605 1.388
180 204 150 51 167 171 170 158 155 147 115 126 121
4.566 180,5 4.670 193,9 4.338 186,8 1.666 51,8 4.587 197,5 4.907 196,2 5.195 201,3 5.207 195,5 4.966 204,0 5.123 194,6 5.057 206,3 5.3071210,7 4.7611
91,8 83,9 71,6 22,0 77,4 98,7 105,4 103,1 95,8 104,8 101,6 107,8
70,9 79,0 74,8 24,8 76,3 90,7 92,0 94,5 86,6 89,0 79,1 87,9
25,7 28,4 22,0 7,7 23,1 24,0 23,8 21,9 22,4 22,2 17,3 17,6
368,9 385,2 355,2 106,3 374,3 409,6 422,5 415,0 408,8 410,6 404,3 424,0
1955 November December . 1956 Januari ... Februari ... Maart ....... April ....... Mei .......... Juni ....... Juli ....... Augustus September Oktober ... November -
7394 7.661 6.839 2.701 7.186 7.585 7.955 8.152 7.879 7.730 8.240 8.434
3.728 3.484 3.120 1.140 3.448 3.934 4.297 4.181 3.967 4.401 4.216 4.368
413
1.130 1.167 1.157 442 1.191 1.371 1.345 1.414 1.323 1.362 1.2731 1.391 1.177
BUITENLANDSE HANDEL VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE NOMENCLATUUR DER AFDELINGF.N VAN DE BIJZONDERE HANDEL VOLGENS DE TYPE-CLASSIFICATIE VAN DE INTERNATIONALE HANDEL (T.C.I.H.) l3ron
75
Nationaal Inatit,.nit veer de Statiatiek. I
Tijdvsk
(2) (0) (1) I Niet eetbare I VoeDrangrondI th ugs- j ken an etoffen I b ehalve waren tabak j brandstoffen
I
Slinerate brandI stoffen, smeerI middal. I en dergelijke I prod.
I
Invoer.
I
IOIië en' (5) vetten v, I ScheiI dierlijke I kundige lot plant. produkaerdige ten I oor-
I
°°
I
Wsarde 'miljoene
I I I Fabri- II katen I hoofdza- I I kelih I gerang- I j schikt I I g grondI stof
I
I
(7)
(9)
I
I
I
I
(8) MaNiet I dunce Diverse elders en I I Totaal ve rvoer- fabri- I gonoem- I de gusmateksten neal deren I
I
I
I
I
I
I I
Gemiddelde prijs per ton
I
Uitvoer-(+) of I Verhou-
I invoersaldo I ding van j I
van de han-
(-)
I
I
uitvoer tot
(fran- I deisbalans I invoer I ken) I (miljoenen in pot. franken) I
I
I
franken
1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde ...
1.589 1.807
177 191
2.725 3.046
1.208 1.519
164 143
645 2796 1.918 732 3.203 2376
529 579
99 39
11.850 2.879 13.635 2.982
1956 Februari Maart April ............ Mel ............ Juni ............ Juli ............ Augustus ...... September Oktober ......... November ...... December ...... 1957 Januari ...... v Februari v
1.398 1.877 1.562 1.799 1.672 1.618 1.704 1.826 2.043 2.115 2.450
139 184 184 194 216 171 170 195 221 208 248
2.540 2.946 2.886 2.966 3.275 2.866 2.993 3.005 3.355 3.070 3.591
1.204 1.537 .359 1.441 1.346 1.511 1.687 1.298 1.868 1.700 1.813
129 240 125 142 97 118 121 130 141 164 171
640 770 701 710 702 671 666 759 807 802 859
2.074 2635 2341 2.374 2.869 2.453 1.948 2.214 2.435 2.587 2524
494 671 556 578 57'2 533 564 671 694 602 528
40 63 48 39 33 39 31 34 33 32 32
11.675 3.549 13.937 3.155 13.241 2.956 13.699 3.024 13.687 2.934 13.156 2.751 13.213 2.654 12.956 2.826 15.174 2.876 14.411 3.000 15.580 3.240 15.330 3.267 14.142 3.262
1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde - - -
415 518
20 26
870 907
778 807
92 90
781 6730 1.291 854 7.744 1.511
458 560
145 160
11.580 4547 13.177 5.169
- 270 - 458
97,7 96,6
1956 Maart April ............ Mel ............ Juni............ Juli ............ Augustus ...... September Oktober November ...... December ...... 1957 Januari ......... Februari .. o Maart r
524 600 637 511 399 452 498 528 562 566 537
30 21 27 30 29 29 25 26 29 27 31
882 860 970 949 793 697 861 1.109 942 1.026 988
730 927 933 949 786 888 781 753 761 732 665
119 130 123 65 71 68 101 57 102 60 103
557
13.330 6.098 - 607 13.593 4.988 + 352 14.175 4.869 + 476 13.873 4.717 + 186 12.148 4.773 -1.008 12.131 4.511 -1.082 12.991 4.979 + 35 14.234 5.676 - 940 12.846 5.038 -1.565 13.430 5.624 -2.150 14.408 5.965 v- 922 12.742 5.896 -1.400 14.785 6.000
95,6 102,7 103,5 101,4 92,3 91,8 100,3 93,8 89,1 86,2 94,0 90,1
1955 Gemiddelrle -. 1956 Gemiddelde
256 285
9,8 17,4
2.273 1.245 13,4 2.444 1.459 11,2
123 145
1956 Februari Maart April ............ Mei ............ Juni ............ Juli ............ Augustus ...... September Oktober ......... November ...... December ...... 1957 Januari ...... v Februari . - v
206 280 228 280 249 245 269 299 363 372 373
6,9 10,9 10,6 11,4 12,2 62,1 9,5 9,7 42,1 11,2 12,4
1.634 2.239 2.462 2.449 2.708 2644 2.785 2.695 2.707 2.442 2.387
1.149 1.465 1.370 1.417 1.333 1.483 1.582 1.246 1.771 1.615 1.631
10,8 19,3 9,9 11,0 7.2 9,2 9,3 10,6 10,7 11,9 13,2
1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
71 70
1,8 2,2
408 490
853 704
1956.Maart April ............ Mei ............ Juni ............ Juli ............ Augustus ...... September Oktober November December ...... 1957 Januari ......... Februari ... v Maart v
56 89 98 63 45 51 63 71 82 73 60
1,3 1,8 2,3 2,7 2,2 4,6 2,0 1,7 1,9 1,7 1,8
289 531 602 580 572 538 604 520 535 495 451
648 827 865 823 666 758 647 617 631 637 497
3.017 3.014 3.479 3.456 2.905 3.176 3.329 2.824 3.577 3.131 3364
Uitvoer.
Invocr.
863 818 900 911 802 851 794 836 836 866 1.003
7.883 7.845 8.064 8.253 7.059 6.864 7830 8.417 7.558 7980 8.810
1.587 1.687 1.825 1.478 1.558 1.537 1.350 1.641 1.305 1.433 1.539
529 556 516 571 607 690 581 592 562
155 152 167 171 135 174 144 177 170 148 170
153 160
35,4 42,1
5,2 5,8
1,9 2,0
4116 4572
122 175 169 149 139 124 123 132 135 150 181
123 165 170 162 159 160 159 147 185 160 168
31,4 52,6 51,2 42,3 50,0 47,4 33,8 36,6 54,5 34,7 35,7
4,6 5,9 5,4 6,0 6,2 5,8 5,9 6,7 7,0 6,2 5,5
2,1 3,7 2,7 2,2 1,6 1,9 1,6 1,7 1,5 1,4 1,3
3.290 4.417 4.479 4.530 4.665 4.783 4.978 4.585 5.276 4.804 4.808 4.693 4.335
6,6 6,0
306 332
811 839
29,6 30,4
5,0 5,7
54,6 69,8
2.547 2.549
7,9 8,4 7,4 4,6 4,7 4,5 7,1 3,9 7,1 4,0 6,5
286 317 351 398 334 353 332 298 336 298 368
789 848 862 952 829 853 865 882 847 802 942
31,7 36,7 39,0 30,9 35,8 39,2 23,7 30,8 21,5 22,0 23,8
6,4 6,3 6,0 5,9 4,7 5,6 5,6 5,9 6,2 5,6 6,0
71,0 59,9 78,4 81,2 51,9 82,0 59,8 76,5 81,6 50,5 58,4
2.186 2.725 2.911 2941 2.545 2.689 2.609 2.508 2.550 2.388 2.415 2.161 2.464
553
Gewicht (duizend n tonnen)
Uitvoer.
WERILOOSHE1D
81'
I. - GEHELE EN GEDEELTELIJKE WERKLOOSHEID Verloren sverkdagen
Aantal geeoiitroleerdewerklozen Daggemiddelden
Ingesehreven tijdene do maand Tijdvak
ge iee werklozen
gedeeltelijk toevallig werkiozen
Totaul
118 98 127 91 204 85 86 146 214 194 162
247 207 225 187 289 178 171 239 332 316 278
gedeeltelijk en toevallig werkiozen
ge ICC werkiozen
gedeeltelijk en toevallig erkiozen
gehe 1 werkiozen
Totaal
(duizenden)
(duizendan)
129 1956 April ......................... 109 Mel ............................ luni .........................97 J'u!i ............................96 Augustus ...................85 September ...................93 Oktober ......................85 November ...................93 118 December ................... 122 1957 Januari ...................... 116 Februari ............... ... Maart April .
85
78 73 67 66 66 74 89 102 98 86 78
3.775 2.532 2.720 2.835 2.294 2.622 2.059 2.520 3.994 4.292 3.568
958 652 852 734 755 639 533 814 1.489 1.853 1.229
2.817 1.880 1.868 2.101 1.539 1.983 1.526 1.706 2.505 2.439 2.339
135 115 113 98 100 87 89 109 142 179 149 112 102
34 30 35 25 33 21 23 35 53 77 51 26 24
101
812
INDELING DER GECONTROLEERDE WEBKLOZEN PER PROVINCIE
II. llron
Totaal
Rijksdien8t voor Arbeidsbemiddzting enl°/crkl000heid. Week
Aantal
Het Blik
Brabant
Limburg
Luik
Vlaan
Vlaan-
Lxern-
Namen
Tijdvak van
dagen
tot
(duzenden)
Daggemiddelde der macmd 1956 April ............. Mel ............. Juni ............. Juli Augustus September Oktober November December 1957 J'anuari .......... Februari Maart April .............
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
28 22 24 29 23 30 23 23 28 24 24 30 22
27,6 22,1 21,9 18,5 16,3 17,3 18,6 22,9 29,1 36,1 31,0 25,8 23,6
134,7 115,2
113,1 97,7 99,7 87,3 89,5 109,1 142,1
178,7 148,7 112,4 102,0
25,0 21,1 18,6 15,8 13,2 13,7 15,1 18,6 26,2 30,3 26,6 19,1 16,6
21,6 18,8 18,5 17,4 16,4 15,6 15,5 19,2 23,7 29,6 24,5 19,2 17,4
34,8 30,7 29,5 26,9 24,0 22,3 21,6 24,8 32,0 38,1 31,7 24,2 22 9 9
10,9 9,9 13,0 8,6 15,9 7,8 7,5 8,7 11,3 14,8 11,7 8,7 8,4
7,8 7,0 6.5 6,0 7,7 6,0 6,3 7,1 9,0 12,1 9,4 7,3 6,6
4,4
8,3 8,3 8,6 8,5 8,2 8,0
6,7 6,5 6,5 6,5 6,4 6,2
4,2 4,1 4,2 4,0
3,6 3,1 2,7 4,4 2,7. 2,9 4,5 6,0 9,5 7,1 5,0 4,2
0,5 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,4 1,1 2,1 3,9 3,2 0,9 0,4
2j 1,8 1,8 1,6 1,6 1,6 1,6 2,2 2,7 4,2 3,5 2,2 1,9
0,4 0,4 0,3 093 0,3 0,3
1,9 1,8 1,9 1,9
Daggemiddelde der week 1957 April .............7 .4 21 28 Mei
..............5 12
13 20 27 4/5 11 18
102,2 103,1 100,4
23,2 24,7 24,2 22,2
17,7 17,4 17,7 17,0
17,1 16,1 16,3 17,1
22,6 22,9 23,4 22,9
98,0 93,5
22,4 21,1
16,5 16,3
16,8 14,6
21,8 21,4
102,1
6 6 5 5 6 6
3,8 3,8
1,8 1,8
81
III. - DAGGEMIDDELDE DER GECONTROLEERDE WERKLOZEN Bron
Rijksdiceot coo, Arbeidabemiddeling on Wcrklooaheid.
Mannen
Tijdvak
I
Vrouwen
Gedeeltelijk werkiozen
Volledig werkiozen
Totaal
I
Totaal
Mannen
I
Vrouwen
I
Totaal
I
Mannen
I
Vrouwen
Totaal
(duizenden)
114,2 101,4
58,2 43,4
172,4 144,8
75,1 61,4
41,4 29,7
116,5 91,1
39,1 40,0
16,8 13,7
55,9 53,7
.. 1956 April .................. .....86,9 Mel ............................71,3 Juni .........................70,9 Juli ............................61,1 Augustus ...................66,1 September ...................55,2 Oktober ......................56,9 November ...................74,6 . 01,1 December .................. 1957 Januari ...................... 138,9 111;7 Februari .................. 78,6 Maart ......................... 70,4 April .........................
47,8 43,9 42,2 36,6 33,6 32,1 32,6 34,5 41,0 39,8 37,0 33,8 31,6
134,7 115,2 113,1 97,7 99,7 87,3 89,5 109,1 142,1 178,7 148,7 112,4 102,0
67,2 54,8 49,6 47,3 43,2 42,6 42,6 48,9 62,8 73,6 70,5 61,4 55,7
33,3 30,6 28,2 25,1 23,7 23,4 23,7 24,9 26,4 27,9 27,0 25,1 22,6
100,5 85,4 77,8 72,4 66,9 66,0 66,3 73,8 89,2 101,5 97,5 86,5 78,3
19,7 16,5 21,3 13,8 22,9 12,6 14,3 25,7 38,3 65,3 41,2 17,2 14,7
14,5 13,3 14,0 11,5 9,9 8,7 8,9 9,6 14,6 11,9 10,0 8,7 9,0
34,2 29,8 35,3 25,3 32,8 21,3 23,2 35,3 52,9 77,2 51,2 25,9 23,7
1955 Gemiddelde 1956 Gemiddelde
................ ................
.
.
- 415 -
IV. - ]NDELING DEE INGESCHREVEN WERKLOZEN NAAR BEDRIJFSGROEP (Daggemiddelde vi het aantal gecontroleerde werkiozen) (duizenden)
jj ,
Bron : Rijkadienat voor Arbeidobemiddeling en Werkl000heid.
I
Tidvsk
J
j
I
HHfll
'Jfl!;HIJ Iji
Volledig werkiozen 12,3 1956 Februari Maart .......... 10,2 April .............. 8,5 Mei .............. 5,0 Juni .............. 4,7 Juli .............. 5,5 Augustus 3,9 3,4 September Oktober 2,4 4,8 November December 8,3 1957 Januari ........... 9,2 Februari 9,0
0,6 0,5 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,5
0,9 0,9 0,9 0,8 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,8 0,9 0,9
1,4 1,0 0,8 0,7 0,6 0,5 0,5 0,5 0,5 0,6 0,7 0,8 0,8
4,0 1956 Februari Maart .......... 1,0 April ............. 0,5 Mei ............. 0,5 Tuni ... ......... .1,7 Juli ............. 0,8 Augustus 0,9 September 0,8 Oktober 0,8 November 1,0 December 1,4 1957 Januari ......... .. 1,7 Februari 1,6
3,2 0,5 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,5 0,7 1,0 1,5 1,4
0,2 0,1 0,0 0,1 3,9 0,0 11,2 0,3 0,0 0,1 0,2 0,3 0,1
5,4 0,5 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,3 0,5 1,0 0,6
5,9 4,1 2,1 1,5 1,4 1,2 1,2 1,4 2,5 3,0 3,9 4,7 4,5
1,4 1,4 1,4 1,3 1,2 1,2 0,9 1,1 1,1 1,2 1,3 1,4 1,4
30,1 22,0 16,8 13,0 11,3 10,6 9,9 9,7 10,1 12 9 4 17,4 22,8 21 9 6
6,3 5,0 4,1 3,3 2,9 2,6 2,4 2,3 2,4 2,7 3,9 4,3 8,9
11,9 10,9 9,8 8,8 8,0 7,3 7,0 6,7 7,0 7,4 895 9,1 8,8
1,5 1,4 1,3 1,3 1,1 1,0 1,0 1,0 0,9 0,9 1,0 190 1,1
0,8 0,9 0,8 0,7 0,7 0,6 0,5 0,6 0,5 0,5 0,5 0,6 0,6
0,8 0,8 0,7 0,6 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,6 0,6 0,6
16,9 16,0 14,7 13,6 12,4 11,5 10,4 9,5 8,9 8,9 9,5 10,0 9,5
8,7 6,6 5,5 5,0 4,9 5,1 5,0 4,4 4,0 4,5 5,5 6,2 5,3
2,5 2,3 2,1 2.0 1,9 1,8 1,7 1,6 1,5 1,6 1,7 1,9 1,8
6,6 6,6 6,2 5,2 4,4 3,5 3,2 3,1 3,0 3,2 4,0 4,8 5,1
9,3 8,8 8,1 7,2 6,5 690 5,7 5,5 5,5 598 6,4 792 7,0
3,9 2,2 2,6 2,7 899 2,5 1,3 1,3 1,7 1,7 2,7 1,4 1,1
3,3 1,8 1,7 1,4 1,7 1,1 1,1 1,1 1,2 1,1 1,5 1,7 1,8
6,1 2,7 1,9 1,6 1,7 1,4 1,3 1,2 1,3 1,6 2,3 3,3 3,0
6,4 4,5 4,7 4,7 5,7 4,3 3,0 2,9 3,2 3,3 4,4 3,8 2,9
9,9 8,3 7,9 6,6 6,1 4,6 4,3 4,2 4,2 4,3 5,5 6,5 6,9
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5,1 4,4 490 3,4 3,0 1,9 1,8 3,2 4,1 4,5 4,3 4,6 4,4
4,4 3,8 5,0 4,0 4,0 2,7 2,3 3,1 3,1 3,2 2,9 3,2 3,7
0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
094 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4
0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3
0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,5 0,4 0,4 0,4 0,3 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
205,4 49,8
4,4 3,8 5,0 4,0 4,0 2,7 2,3 3,1 3,1 3,2 2,9 3,2 3,7
0,1 0,0 090 0.0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
5,4 4,7 4,3 3,7 3,3 2,1 2,0 3,5 4,4 4,8 4,7 4,9 4,8
3,9 3,6 3,5 3,3 3,2 3,1 2,9 2,8 2,8 2,9 3,0 3,0 2,9
0,4 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3
9,0 8,5 8,2 7,8 7,4 6,9 6,7 7,1 7,1 7,1 7,2 7,6 7,4
0,9 0,8 1,0 1,0 1,0 0,9 0,8 0,8 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7
341,6 166,0 134,7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3,5 3,2 3,2 3,0 2,9 2,8 2,7 296 2,6 2,6 2,7 2,7 2,7
0,3 093 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
8,5 8,1 7,9 7,4 7,1 6,7 6,5 6,8 6,8 6,8 6,9 7,3 7,1
0,9 0,8 0,9 1,0 1,0 0,8 0,8 0,8 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7
136,2 116,2 100,5 85,4
77,8 72,4 66,9 66,0 66,3 73,9 89,2 101,5
97,5
Gedeeltelijk en toevallig werkiozen 1,9 0,5 0,3 0,2 0,4 0,4 0,3 0,4 0,3 0,3 0,5 0,8 0,7
0,2 127,3 0,4 13,6 0,5 1,9 1,2 0,4 0,4 195 0,5 1,3 0,2 1,2 0,3 1,2 0,4 2,5 11,2 0,3 0,4 16,6 0,3 41,4 0,3 21,4
8,8 290 0,8 0,7 0,6 0,6 0,6 0,6 0,7 1,4 3,2 4,0 2,2
8,2 3,0 1,8 1,5 1,4 1,3 1,3 1,3 1,4 2,1 4,2 3,5 292
098 0,4 0,4 094 0,3 0,2 0,3 0,2 0,2 0,2 0,5 0,4 0,4
0,4 0,3 0,2 0,2 0,1 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1
092 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2
14,9 11,0 10,9 10,1 8,2 7,0 5,9 5,2 4,7 4,8 6,3 5,2 5,0
10,7 4,8 4,1 3,5 4,4
4,3 3,7 3,1 3,3 4.2 7,5 6,2 4,4
34,2 29,8 35,4
25,3 32,8 21,3 23,2 35,2 52,9 77,2 51,2
Totaal gecontroleerde werkiozen 16,3 1956 Februari Maart .......... 11,2 April .............9,0 Mei .............5,5 Juni .............6,4 Juli .............6,2 4,8 Augustus 4,2 September 3,2 Oktober November 5,8 December 9,7 1957 Januari ......... . . 0,9 Februari 10,7
3,8 0,9 0,7 0,6 0,6 0,6 0,6 0,7 099 191 1,4 2,0 1,9
1,1 1,0 0,9 0,9 4,6 0,7 11,9 1,0 0,7 0,9 0,9 1,3 1,0
6,7 1,6 0,9 0,7 0,6 0,6 0,5 0,6 0,6 0,8 1,1 1,8 1,4
7,8 4,7 2,3 1,7 1,7 1,6 1,5 1,7 2,9 3,8 4,5 5,4 5,3
1,6 1,8 1,9 1,7 1,8 1,7 1,1 1,5 1,4 1,5 1,7 1,7 1,7
157,4 15,1 35,6 7,0 18,7 4,9 14,2 4,0 12,7 3,6 11,9 3,2 11 9 1 3,0 11,0 2,8 12,6 3,1 23,6 4,1 34,1 7,1 64,2 8,3 43,0 6,0
20,2 14,0 11,6 10,2 9,4 8,6 8,3 8,0 8,4 9,4 12,7 12,6 11,0
2,3 1,8 1,7 1,6 1,4 1,3 1,3 1,2 1,1 1,1 1,4 1,4 1,4
1,2 1,1 1,0 0,9 0,8 0,7 0,7 0,7 0,6 0,6 0,7 0,7 0,8
1,0 1,0 0,9 0,7 0,7 0,6 0,6 0,6 096 0,6 0,7 0,8 0,8
31,8 27,0 25,6 23,7 20,6 18,4 16,3 14,6 13,6 13,7 15,8 15,2 14,5
19,4 11,4 9,6 8,6 9,3 9,3 8,8 7,4
7,3 8,7 12,9 12,4 9,6
15,5 11,4 10,1 8,8 8,2 7,5 7,0 6,7 6,8 7,4 8,8 10,5 10,0
115,2 113,1 97,7 99,7 87,3 89,5 109,1 142,1
178,7 148,7
BANK- EN GELDSTATISTIEKEN
85'
I. - BELGIE EN BELGISCH-ICONGO ALGEMENE STATEN DER BANKEN 1 (miljoenen franlcen) Pos1en
k. Spaar golden (art. 15, koninkl. bee!. 42) B. Beschihbare en vlottende middelen : Kas, Nationale Bank, Postrekening Daggeld Bankiers Moedermaatsch., filialen en dochterm. Anclere to innen waard. op korte term. Wissels a) Handelswissels 2 b) Overheidsf. herdicont. bij N.B.B. a) Overheidsf. mob. bij N.B.B. tot beloop van 95 pct................... Prolongaties en voorgchot. op effecten Debiteuren wegens verstrekte accept. Diverse debiteuren Effecten a) Belegde wettelijke reserve b) Belgische overheidsfondsen ...... a) Bu itenlandse overheidsfondsen d) Bankaandelen e) Andere fondsen ..................... Diversen Niet gestort kapitaal ..................... Totaal beschikbare en vloUende middelen
C. Vastgelegde middelen Oprichtings. en eerste inrichtingskost. Gebouwen Part, in dochtermaatsch. voor immobil. Vord. op dochtermaatsch. voor immob. Materieel en meubilair Totaal vast gelegde middelen
Totaal der activa
I
I
1956 t juti
I
-
I 1956 I 1956 1956 1956 1958 181 augustue 30 septemberl 81 oktober 30 november 131 december
I
1
1957 31 januari
I
1957 28 fel,ruari
ACTIVA -
2.884 1.369 4.533 575 4.510 46.186
2.812 2.252 4.336 727 4.432 47.788
2.911 2.432 4.409 849 4.667 47.345
3.019 2.276 4.227 820 4.544 49.354
3.016 2.051 4.439 688 4.799 48.347
5.647 1.957 4.602 826 4.655 44.983
3.015 1.596 4.521 890 4.289 46.332
1.760 4.789 1.048 4.254 45.833
14.542 8.975
15.930 10.923
14.688 11.900
15.709 11.853
16.090 11.636
14.436 9.962
14.577 10.460
14.098 10.906
22.669
20.935
20.757
21.792
20.621
20.585
21.294
20 .829
1.332 10.094 19.482 23.763
1.237 9.976 19.523 23.550
1.247 9.805 20.380 23.647
1.267 10.082 24.043
1.296 10.331 20.659 24.209
1.216 11.071 21.051 25.580
1.225 11.252 20.856 26.980
1.265 11.243 21.253 27.153
286 21.056 125 1.080 1.216
286 20.802 126 1.081 1.255
286 20.983 127 1.088 1.163
286 21.324 124 1.124 1.185
286 21.545 77 1.124 1.177
289 22.384 79 1.120 1.708
289 23.816 46 1.120 1.709
289 23.846 78 1.121 1.819
8 962 270 •313 123
8 964 266 316 125
20.754
3.005
919 878 894 918 909 778 907 1.055 5 5 5 5 5 5 5 5 115.788 117.416 118.604 121.285 120.758 122.502 121.880 122.486 8 963 267 318 124
1
8 968 267 315 126
8 962 267 317 127
6 973 267 324 116
6 973 267 319 117
6 972 267 322 117
1.684 1.682 1.686 1.684 1.688 1.679 1.680 1.676 117.464 119.095 120.284 122.969 122.446 124.188 123.562 124.170
PASSIVA A. Spaar golden (art. 15, koninkl. besi. 42) B. Opvraag bear
Bevoorr. of gewaarborgde schuldeisers Daggeld Bankiers Moedermaatsch., filialen en dochterm. Geaccepteerde wisels Andere to bet. waarden op korte term. Crediteuren wegens wissels ter incasso Deposito's en crediteuren ............... a) Dad. opvr. en op ten h. 30 d. b) Op meer dan 30 dagen ............ Obligaties en kasbons ..................... Nog te storten bedr. op fonds. en part. Diversen Toteal opvraagbaar
392 62 7.501 1.481 10.094 2.386 835 78.942
388 34 7.885 1.518 9.975 2.421 859 80.299
371 64 7.943 1.405 9.805 2.362 742 81.969
424 57 8.268 1.577 10.081 2.594 823 83.065
353 57 8.602 1.906 10.331 2.419 819 81.663
325 10 9.323 2.269 11.071 2.265 873 82.138
546 36 9.096 1.771 11.252 2.712 860 81.124
537 29 9.648 1.630 11.243 3.038 853 81.014
68.199 10.743
69.090 11.209
70.218 11.751
71.091 11.974
70.307 11.356
71.575 10.563
70.030 11.094
70.042 10.972
4.335 4.225 4.310 4.303 4.201 4.229 4.205 4.179 658 620 620 622 633 650 680 680 3.608 3.425 3.677 3.988 3.357 3.739 3.842 3.401 110.034 I 111.665 I 112.852 I 115.507 I 114.985 I 116.629 I 115.997 I 116.592
C. Niet opvraagbaar Kapitaa! ......................................4.250 175 Niet beschikb. res. wegens uitgiftpr. 290 Wetteiijke res. (art. 13, kon. besl.185) Beschjkbare reserve ..........................2.642 Reservefonds ................................73 Totaal niet opvraagbaar ... 7.430 117.464 Totaal der passiva ...
4.250 175 290 2.642 73 7.430
4.250 175 290 2.643 74 7.432
4.280 175 290 2.643 74 7.462
4.280 175 290 2.643 73 7.461
119.095
120.284
122.969
122.446
4.331 175 293 2.687 73 7.559 124.188
4.331 175 293 2.689 77 7.565 123.562
4.336 175 293 2.696 78 7.578 124.170
Do globale stoat bevat, wet betreft de banken, welke hun bedrijvigheid gedeelte?ijk in hat buitemand of in do kolonie uitoefenen, eloehts de bestanddclen der activa en pasaiva van de Bolgieche zetels. Do ealdi van de rekeningen geopend door doze laatste op naam van do in het buitenland of in do kolonie geveatigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek a Moedermaatachappij, Filialen en Dochtermaatechappijen D. 2 Do portefeuilte van de Nationale Bank van Belgie en do parastatale inotcilingon sun wissele door do hasten herdiscoutcerd, beliep op 31 julI, (Ii augustus, 30 september, 31 oktober, 30 november, 81 december 1050, 31 janueri an 28 fcbruari 1957 reepectiovelijk 7.322, 6.135, 7.186, 0.445, 6.564, 0.809, 8.901 on 10.013 miljoen die niet bevat ziju in do handolswiseels. 3 mcI. de depoeito's ingeschreven in boekjes waarover slechts ken beschikt worden ton belope van 5.000 frank per periods van veertien dagon en ten belope van ten hoogate 50.000 frank per periode van veertien dagen, mite eon vooropzeg vas ten minete veertien dagen. Voor do maanden juli, augustus, september, oktober, november, december 1956, januari on f'bruari 1057 beliopen doze deposito's rcopcetievclijk fr 10.183, 10.043, 10.640, 10.688, 10.600, 10.668. 11.022 on 11.004 nsiljoon. I
- 417 -
852
WEEKSTATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (miljoenen franken)
Posten
1957
1957
1957
1957
1957
1957
1957
1957
21 maart
28 maarb
4 april
11 april
18 april
25 april
2 mci
0 mci
ACIVA Goudvoorraad ................................... 42.745 Tegoed op hot buitenland .....................1.051 2.991 Te ontvangen deviezen en goud Vorderingen op het buitenland in het kader van betalingsakkoorden a) E.B.0. .................................... ...9.348 418 b) landen, leden van de E.B.0 a) andere landen ................................ 743
42.370 1.061 2.991
42.580 1.003 3.341
42.674 3.528 917
42.448 3.358 917
42.448 3.397 917
42.495 3.465 987
42.495 3.446 987
9.348 539 708
9.225 601 726
0.225 635 754
9.118 277 802
9.118 302 847
9.070 257 801
9.070 334 827
28 Deb. weg. termijnverk. v. dev. en goud Handeispapier op Belgie .......................8.659
51 9.329
51 10.518
51 10.583
47 9.340
27 10.513
13 11.487
13 11.120
Voorschotten op onderpand ................ Overheidsettecten (art. 20 der statuten. Overeenkomsten van 14 september 1948 en 15 april 1952) a) schatkistcertificaten ................... 5) papier uitgegeven door instellingen waarvan de verbintenissen door de Staat gewaarborgd zijn a) andere Belgische overheidseffecten Deel- en pasmunt ............................... Tegoed bij do Dienst der Postchecks •
1.133
1.201
1.454
1.518
677
1.228
1.831
1.713
8.540
8.615
7.940
6.640
8.590
6.490
7.215
8.290
95 257 733
42 242 700 1
1.106 227 680 2
1.072 222 686 2
600 197 684 2
793 192 685 2
912 162 659 2
95 167 656 2
34.456 2.232 1.318
34.456 2.232 1.318
34.456 2.232 1.318
34.456 2.232 1.318
34.456 2.230 1.318
34.456 2.230 1.318
34.456 2.233 1.318
922 578 116.713
920 465 118.845
920 548 117.981
924 926 408 405 116.392 1 116.297
926 484 118.770
921 468 118.611
i
Geconsolideerde vordering op de Staat (art. 3, § 5 van de wet v. 28 jnli 1948) 34.456 Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) 2.232 Gebouwen, materieel en meubelen 1.318 Waarden van de Pensloenkas van het Personeel ...................................... 922 Diversen ......................................... 476 116.146
PASSIVA Bankblljetten in omloop ..................... Rekeningen-courant gewone rekening Schatkist rekeningen Akkoord voor Econ. Samenwerking. Banken in het buiteni. gew. rekening. Diverse rekeningen-courant ............... Verbintenissen tegenover hot buitenland in het kader van betallngsakkoorden Landen, leden van de E.B.0 . ............ Anderelanden .............................. Totaal der verbintenissen op zicht
Speciale provisies Overeenkomet van 14-9-54 : N.M.ICN. OvereenkQmat van 11-5-55 N.M.K.N. Te leveren deviezen en goud ............... Pensioenkas van het Personeel ............ Diversen Kapitaal Reserves en afschrivingsrekenIngen ......
109.071
109.388
111.353
110.001
108.975
108.514
110.843
110.301
24
14
17
13
13
24
5
8
20 242 1.187
20 238 1.508
20 240 1.260
20 239 1.473
20 176 1.062
20 175 1.233
20 203 1.134
20 163 1.304
571 337 111.452
620 321 112.109
672 290 113.861
884 290 112.920
781 288 111.315
972 271 111.209
1.130 274 113.609
1.321 335 113.452
475
475
450
450
450
450
450
450
676 922 381 400 1.840 116.146
555 922 412 400 1.840 116.713
936 920 438 400 1.840 118.845
983 920 468 400 1.840 117.981
979 924 484 400 1.840 116.392
978 926 494 400 1.840 116.297
1.033 926 512 400 1.840 118.770
1.022 921 526 400 1.840 118.611
- 418 -
85
MAANDSTATEN VAN DE CENTRALE BANK VAN BELGISCH-CONGO EN RUANDA-URUNDI (miljoenen fran/con)
05 t
1956 1956 81 augustus 30 september
1958
31 oktober
1956
31 januari
1957 28 februari
1957 51 moorl
1957
1956
30 november 31 december
ACIVA 6.063 Gondvoorraad .................................. 4.231 Tegoed in deviezen omzetbaar in gud 'Fegoed in Belgieche franken 35 Banken en diverse organismen 1.322 Certificaten der Belgische Sehatkist 2.285 Andere tegoeden ............................ . Tegoed in anclere deviezen ...................24 Te ontvangen buitenlandse deviezen en goud .......................................... . Deb. wegens termijnverk. v. dev. en goud Handeispapier op Belgiech-Kongo en ............................119 Ruanda-tJrundi 92 Voorsch. op overheidsf. en edele stoffen 6 Tegoed bij de diensten der Postchecks .993 3. Belgische overheidseff. uibgeg. in Kong. fr. Overheidsfondeen (art. 6, § 1, litt. 12 en 13 der Statuten) .............................1.000 202 Gebouwen, inaterieel, meubelen Diversen ......................................... 141 19.513
6.091 4.051
6.106 3.682
6.108 3.494
6.110 3.405
6.111 3.228
6.118 3.109
6.135 2.858
56 1.222 2.551 23
1 1.572 1.824 29
6 1.423 1.872 30
225 1.355 2.375 32
27 1.327 2.541 35
1 1.453 1.880 36
1.407 2.021 33
-
-
-
-
-
-
101 54 11 3.993
104 82 6 3.993
1.002 211 170 19.536
998 215 161 18.773
1
1
-
-
-
-
-
-
-
123 80 10 3.903
108 28 9 3.993
55 2 10 3.993
29 22 4 3.993
27 61 7 3.993
991 221 192 18.543
1.011 228 120 19.000
1.010 230 118 18.688
1.009 235 127 18.016
1.012 242 135 17.931
PASS! VA Biljetteu en metalen munten in omloop Rekeningen-courant en div. crediteuren Belgisch-Xongo .............................. Ruanda-Urundi ............................... Diverse rekeningen-courant ............... Te betalen waarden ........................ Totaal der verbintenissen op zicht .........
Crediteuren wegens termijnaankopen van deviezen en goud ........................... Verbintenissen in Belgische franken Opzicht ....................................... Optermijn .................................... Verbintenissen in buitenlancise deviezen In omzetbare deviezen ..................... In andere deviezen ........................ Te leveren buitenlandse deviezen en goud Diversen Kapitaal Reserve- en afschrijvingsfonds
5.474
5.353
5.232
5.195
5.495
5.438
5.448
5.390
5.730 1.063 1.704 196 14.167
5.787 1.033 1.944 167 14.284
5.850 655 2.133 190 14.060
5.664 755 2.155 288 14.057
5.343 511 2.067 442 13.858
5.278 543 2.103 222 13.584
5.277 516 1.754 250 13.245
5.068 701 1.683 226 13.068
-
-
-
-
2
2
-
-
535 3.595
608 3.279
645 2.888
704 2.606
1.192 2.543
795 3.092
928 2.777
1.037 2.423
411 6 16 443 150 190 19.513
49 7 506 463 150 190 19.536
49 7 301 483 150 190 18.773
47 8 277 504 150 190 18.543
17 8 617 423 150 190 19.000
17 7 413 438 150 190 18.688
18 7 243 458 150 190 18.016
1 9 572 481 150 190 17.931
- 419 -
SNELHEID VAN DE GIRALE GELDOMLOOP IN BELGIE
I
Maand
Postrekeningen
1956 Februari ......................... Macrb ............................ April ............................ Mei ............................... Juni ............................... juli ............................... Augustus ......................... September Oktober ......................... November December 1957 Jannari Februari ......................... Maart ............................ April ...............................
85 Dadelijk opvraagbare deposito's bij do banken 2 3
Maand
1
1956 Februari Maart ............................ ............................ April Mci ............................... Junj ............................... Juli ............................... Augustus ......................... September ......................... Ok-tober November Il)ecember ......................... 1957 Januari ............................ Februari ......................... Maart ............................ April ............................
3,78 3,69 4,00 3,83 3,73 4,02 3,81 3,77 3,85 4,17 4,09 4,55 4,08 3,92 4,24
1,82 1,82 2,15 2,20 2,09 2,09 1,83 1,79 1,92 2,14 2,26 2,06 2,05 2,03 2,28
Zie tabel nr 311 Voor (10 sainenstclliog : zio Tijdachrift your Documeotatic en Voorliclitiug okiuberoummer 1950, blz. 222. 3 Nicuwe reeks cijfera lierleid tot type-maaad van 25 dagen. N. B. - Be coOfficienten van omlooponelheid en postrelseningen en der dadelijk opvraugbare depo.sito'o bij de banicea kannen nict met elkaar vergeleken worden daar zij niet op dozelfde grondalagen berekend worden. Dc cotlfieienten betrclfendc do bonkrekeninges ziju aauwkcuriger. I
2
BINNENLANDSE GELDHOEVEELHEID
85
(in miljarden franken) Chartoal geld
Girsal geld in hayden van do bedrijven en particulieren
l3i1jottea
Biljetten van do
en Data
Nationale
muiten van do Scliatkist
Bank van l3clght
(1)
1952 31-12 1953 31.3 30-6 30.9 31.12 1954 31.3 30.6 30.9 31.12 1955 31-3 30.6 30.9 31.12 1956 31.1 29.2 31.3 30.4 31-5 30-6 31-7 31-8 30-9 31-10 30-11 31-12 1957 31-1 28-2
5,9 5,9 5,8 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,8 5,7 5,6 5,6 5,5 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4
(2)
97,8 97,3 98,4 100,1
101,6 98,8 100,2 101,2 102,7 104,0 105,3 106,4 107,6 104,7 106,1 106,4 107,0 107,2 108,4 110,1
109,9 109,8 110,7 110,0
111,5 109,8 110,4
Direct do Ilekaopeisbare Sehatkist dcpoaito'e ningen' Tegoeden en op en de geldhoecourant ten hoogote lagers 01) poat bij do 30 dagen veelheld pubhie bij de Nationale rekening banken en rechtelijke Bank paroetdtale motel. lichamen van Belgie . lingen-
Veranda.
(8)
102,0 101,4 102,6 104,4 105,9 102,9 104,3 105,2
106,7 107,5 108,6
109,7 110,7 107,8 109,2 109,5 110,0 110,1
111,4
113,1 113,0 112,8 113,6 112,9 114,4 112,6 113,2
Totaal
(5)
(0)
(7)
(8)
7,4 6,9 6,9 7,3 7,1 7,5 8,1 7,9 7,4 7,1 7,3 7,4 7,9 7,3 6,4 7,5 6,9 6,9 6,7 6,0 6,5 7,7 598 5,7 6,4 6,4 6,2
0,7 0,5 0,6 0,5 0,6 0,5 0,7 0,5 0,5 0,4 0,6 0,3 0,6 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,3 0,4 0,3 0,4 0,3 0,3 0,6 0,4 0,5
18,0 18,7 19,6 19,7 19,9 19,6 20,2 19,1 20,6 19,0 20,4 20,0 21,0 21,3 21,0 21,0 21,7 22,0 22,6 22,3 21,6 21,2 21,3 21,6 21,9 22,3 21,6
46,4 45,8 46,1 46,3 46,8 46,4 49,0 47,5 48,4 50,7 50,7 50,0 52,5 50,1 51,4 52,6 52,8 53,5 54,1 52,6 53,5 53,9 54,7 54,2 55,6 53,9 53,6
65,1 65,0 66,3 66,5 67,3 66,5 69,9 67,1 69,5 70,1 71,7 70 9 3 74,1 71,8 72,8 74 9 0 74,9 75,9 77,0 75,3 75,4 75,5 76,3 76,1 78,1 76,6 75,7
- 420 -
oule
geld-
geldhoe-
hoeveel-
iceiheld
held
Procent chartasl geld
van de totals geld. hoaveelheid
(4)
Onder aftrek van do kasvoorraden der geldsoheppende instellingen. mel. administratieve paraatatale inetellingen. 1 Verandering Lo.v. 30 soptomber 1052.
ringen
TotalS
Chartale
(9)(4) + (8)
10 = (3) f. (9)
72,5
174,5
71,9
173,3 175,8 178,2
73,2 73,8 74,4 74,0 78,0 75,0 76,9
77,2 79,0 77,7 82,0
79,1
180,3
176,9 182,3 180,2 183,6 184,7
187,6 187,4 192,7 186,9
79,2 81,5 81,8 82,8 83,7 81,3
188,4
81,9
194,9
83,2 82,1 81,8 84,5 83,0
196,0
81,9
191,0 191,8 192,9 195,1 194,4
195,7 194,7
198,9 195,6 195,1
(12)
58,5 58,5 58,4 58,6 58,7 58,2 57,2 58,4 58,1 58,2 57,9 58,5 57,5 57,7 58,0 57,3 57,4 57,1 57,1 58,2 58,0 57,6 58,1 58,0 57,5 57,6 58,0
+ 2,21 -
1,2
+ 2,5 + 2,4 + 2,1 -
3,4
+ 5,4 -
2,1
+ 3,4
+
1,1
-
0,2
+ 2,9 + 4,1 -
5,8
+ 1,5 + 2,6
+ 018 + 1,1 + 2,2 -
0,7
+ 015 + 1,1
- 0,3 - 1,0
+ 4,2 -
3,3 0,5
85
GEZAMENLIJKE BALANSEN DER GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (in miljarden franken)
Girasi geld
Data
Chartaal
0
: ao. '
•n -o
I
geld
- -
a
- -: •
a
Totaal a
Vorderingen op de Schatkist en obligatievorderingen OJ andere openbare ontleners
Netto gooden deyiezenvoorraad
Geldhoeveelheid
.
Direct opeisbare activa en verplichtingen Andere (netto bedragen) _________________ netto tegoeden enverTotaal pItchParticutingen N.B.B. fiere (netto banken bedragen)
•0
StaatsTotaal
schul-
.°
den C
° het Benten foods
L JL
L
S!L
JL
p
Totaal
. . :
(9)
a
'
. a be
a a ee
0 0. 0
, oo
Salde-
OoO. °°
rings-
o_9
o_ o .: a
a a
C
an
(15)
JL
: ..
a. .
o
a -a
-
o
a
co -a
° -° •
poaten
a ,.S
a
bp
•OOa
depo-
-
i
Totaal
in handen van de bedrijyen en particulieren
Cr
JL
a 'r- 0 3 -. ,
sito's
e
_o
L
0
o
.°° 0.-o
Quasi-monetaire verplichtiugen der geldeeheppende instellingen tegenover de binnenlandse economie
° :
l
Voorschota ten
Onder aftrek van
Diversen
Discontokredieten, voorechotten en acceptkretheten aen bedrijven en particulieren ii Belgie
ZL
1 8L
in buitenlandse geld-
soorten in honden van de bedrivenen particulieren
L JL J1L JL
in hasiden de Schatkist
° ° ' es••°- beZ a
Obliga- Verschil tiele(20) ningen _ (21) (depo- tot (25) sitobanken)
_ a
L
L
L
J26
99,1 62,0 7,4 69,4 168,5 +50,2 -13,4 +1,7 26,1 - 7,0 51,5 32,2 3,8 36,0 87,5 0,9
38,5 20,0
113,1 1,0 1,6 115,7 36,2 42,1 +1,4 +0,7 -2,0 +2,1 192,6 -14,6 -2,4 -1,1 -5,4 1,1 100,0 - 7,6 -1,2 -0,6 -2,8 58,7 0,5 0,8 60,0 18,8 0,7 0,4 -1,0
-0,6 168,5 -0,3 87,5
102,0 65,1 7,4 72,5 174,5 +51,0 - 4,3 +3,7 1952 31 december 25,2 - 2,1 50,4 32,2 3,7 35,9 86,3 1,8 In pot. v. (20)
50,4 24,9
115,2 1,0 0,3 116,5 36,5 43,3 +0,4 -0 9 1 -1,6 +0,2 202,3 -18,6 -1,6 -1,4 -5,2 0,1 100,0 - 9,2 -0,8 -0,7 -2,5 56,9 0,5 0,2 57,6 18,0 -0,8 0,2
-1,0 174,5
1953 31 december . 105,9 67,3 7,1 74,4 180,3 +52,4 - 4,8 +2,7 1,3 In pot. v (20) 50,5 32,0 3,4 35,4 85,9 25,0 - 2,3
50,3 24,0
120,4 1,1
47,8 22,6
121,9 1,2 0,2 123,3 38,2 46,2 +0,6 +1,0 -1,9 +2,6 211,6 -19,6 1,2 100,0 - 9,3 57,6 0,6 0,1 58,3 18,0 0,3 0,5 -0,9 21,3 119,9 1,4 1,2 122,5 41,7 49,8 +2,0 +1,0 -1 9 2 +1,6 215,9 0,7 100,0 - 9,9 55,5 0,6 0,6 56,7 19,3 0,5 -0,5 0,9
1951 31 december In pot. v. (20)
1954 30 juni .......... In pot. o. (20) 31 december In pot. v. (20)
104,3 69 9 9 8,1 78,0 182,3 +49,7 49,8 33,1 3,8 36,9 86,2 23,5 106,7 69,5 7,4 76,9 183 9 6 +50,5 49,4 32,2 3,4 35,6 85,0 23,4 -
0,7
48,3 22,4
1955 81 maart ....... In pet. v. (20) 30 juni .......... In pot. v. (20) 30 september In pet. ii (20) 31 december In pet. v. (20)
107,5 70,1 7,1 77,2 184,7 +53,7 - 4,6 +2,3 24,7 - 2,1 49,4 32,2 3,3 35,5 84,9 1,0
51,4 23,6
2,3
1,4
3,7 +1,5 1,7
-
121,5 38,7 45,4 +0,1 +0,1 -1,9 +1,0 209,8 -20 9 6 -1,5 -0,2 -5,3 -0,9 0,5 100,0 - 9,8 -0,7 -0,1 -2,6 57,9 18,5 -
86,3
-1,9 180,3 -0,9
85,9
-1,6 -0,1 -5,5 -0,7 -2,6 -2,0 0,1 6,0 -2,8 -0,9
-2,5 182,3
-3,2 184,7
-1,2
86,2
2,9 183,6 -1,4
85,0
1,3
52,4 23,7
120,5 1,7 0,1 122,3- 41,3 49,6 +1,5 +1,3 -1,4 +1,3 217,7 -22,3 -1,7 -0,1 -5,7 56,1 19,0 0,6 100,0 -10,2 -0,8 -2,6 55,3 0,8 0,7 0,6 -0,6 -22,4 -0,1 6,1 121,1 1,9 0,9 123,9 43,0 50,1 +2,1 +1,3 --2,0 +2,2 221,3 -1,7 -2,8 1,0 100,0 -10,2 -0,8 54,7 0,9 0,4 56,0 19,4 0,9 0,6 -0,9 120,9 1,9 1,4 124,2 41,5 49,5 +2,9 +1,3 -1,9 +1,0 221,4 -22,2 -2,0 -0,1 -6,2 -2,8 1,3 0,4 100,0 -10,1 -0,9 54,6 0,9 0,6 56,1 18,7 0,6 -0,8
110,7 74,1 7,9 82,0 192,7 +56,1 - 4,8 +3,4 48,5 32,4 3,5 35,9 84,4 24,6 - 2,1 1,4
54,7 23,9
122,4 2,1 0,7 125,2 44,4 52,0 +3,7 +1,3 -1,8 +0,9 228,4 -23,4 -2,4 -0,1 -6,0 -2,6 53,6 0,9 0,3 54,8 19,4 1,6 0,5 100,0 -10,2 -1,1 0,6 -0,8
-3,8 192,7
74,0 7,5 81,5 191,0 +58,8 - 4,9 +3,6 32,4 3,3 35,7 83,7 25,8 - 2,1 1,5 77,0 6,7 83,7 195,1 +59,2 - 3,8 +3,1 33,0 2,9 35,9 83,7 25,4 - 1,6 1,3 75,5 7,7 83,2 196,0 +59,2 - 5,1 +2,3 32,4 3,3 35,7 84,0 25,4 - 2,2 1,0
57,5
121,8 2,2 0,7 124,7 43,4 52,0 +2,7 +1,1 -1,6 +0,5 228,2 -24,5 -2,4 -0,1 -6,2 -2,7 0,2 100,0 -10,7 -1,1 53,4 1,0 0,3 54,7 19,0 1,2 0,4 -0,7
-4,0 191,0
25,2 58,5 25,1
124,2 2,6 1,4 128,2 42,1 52,6 +2,5 +1,4 -1,4 +1,9 233,2 -24,5 -2,8 -0,1 -6,6 -2,8 53,3 1,1 0,6 55,0 18,1 1,0 0,8 100,0 -10,5 -1,2 0,6 -0,6
-4,1 195,1
56,4 24,2
123,4 2,6 1,3 127,3 45,1 55,3 +3,2 +1,4 -1,9 +1,8 233,3 -23,6 -2,6 0,8 100,0 -10,1 -1,1
-
78,1 6,4 84,5 198,9 +56,9 - 6,1 +3,2 84,5 24,2 - 2,6 1,3
54,0 22,9
123,4 2,6 2,0 128,0 49,0 58,4 +4,2 +1,2 -1,6 +0,6 235,4 -22,3 -3,2 1,8 0,3 100,0 - 9,5 -1,4 52,4 1,1 0,8 54,3 20,8 0,5 -0,6
-
108,6 71,7 7,3 79,0 187,6 +52,9 49,0 32,4 3,3 35,7 84,7 23,9 109,7 70,3 7,4 77,7 187,4 +54,3 49,5 31,8 3,3 35,1 84,6 24,5 -
1956 31 maart ....... 109,5 In pot. v. (20) 48,0 30 juni .........111,4 In pot. v. (20) 47,8 30 september 112,8 In pot. v. (20) 48,3 31 december ... 114,4 In pot. o. (20)
4,8 +2,9
57,4 0,5
-0,5
48,6 33,2 2,7 35,9
md. de rekeningen van de administratieve parastatale instellingen.
4,8 +2,7 2,1
1,2
4,8 +2,9 2,1
50,8 23,0
52,9 1,1 0,5
54,5 19,3
1,4
0,6 -0,8
-1,5
84,9
-3,4 187,6 -1,5 84,7 -3,5 187,4 -1,6 -1,7 -1,8 -1,8
84,6 84, 83,7 83,7
-6,9
-4,2 196,0
-3,0
-1,8
-6,7
-4,3 198,9
-2,8
-1,8
84,0 84,5
OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN IN DE GELDHOEVEELHEID (Bewegingen in miljarden franken) Veranderhxgen in de quasi-monetaire liquiditeiten Veranderingen in de geldhoeveelheid
Tidvak
(1)
1951 Jaar
Termijn- Depos!to's in deposito'e buitenen Tegoeden landee speciale rekenin- geidenorten van de van gen dec Schatkist uitvoerderc l3elgische ingeze. near de tenen E.B.U..
Totaal
(2)
(3)
(4)
(5)
Bewegingen dec Saldo discontoder trans. Tegelde- kredieten, acties voorachotmet het Monetaire making ten en van de buitenianci acceptlinen(excL de kredieten Staatskapitaalciering ann binschuld traneacties neniandee van de en van vane d bedrijven overheid overheid en part!andere en de • overheids- eulieren offic!tle bij de fondaen geldschepechenkingen) pende inae tllingen (6) = (1) + (5) (7) (8) (0) (10) Totes! vande geldhoeveelheld en van de quas i monetaire liquid!teiten
Said! Diversen Verandeder niet ringen hartin het lopende verschi! verrichtussen Said! Obligatietingen eigen van hat Specifieke der niet middelen Jeningen leningen elders If unt en vasten ontvermelde salderingsdee fonda, gelegde leningen vordehet poaten middelen depositodec niet ringen op + partic!- banken Gemeentegeldan verkrediet paties der en sic scheppende plichingen geldNationale financitie tegenover scheppende in telBelgiache has voor inateiiinlingen ingezeBeroepsgen tenen krediet
Totsal
(17)
= van (7)
(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
(16)
tot
(16)
..............................
.. +12,4
+ 0,9
+ 0,5
+ 1,1
+ 2,5
+14,9
+10,5
+ 4,5
- 1,6
+ 3,0
- 0,7
- 0,3
+ 0,2
- 0,2
+ 0,2
- 0,7
+14,9
1952 Jaar ..............................
.. + 6,0
+ 4,0
- 0,8
+ 0,3
+ 3,5
+ 9,5
+ 6,4
+ 5,3
+ 0,3
+ 0,3
+ 0,2
- 0,4
- 1,0
- 0,8
+ 0,4
- 1,2
+
1953 le halfjaar
.....................
..+ 1,3
+ 0,7
-
- 0,9
- 0,2
+ 1,1
- 1,1
+ 1,6
+ 1,1
- 0,4
-
- 0,2
- 1,3
+ 0,6
+ 0,2
+ 0,6
+ 1,1
20 halfjaar
.....................
..+ 4,5
+ 1,3
- 0,1
- 0,3
+ 0,9
+ 5,4
+ 0,1
+ 4,2
-
+ 2,6
- 0,1
- 0,7
+ 1,0
- 0,5
- 0,5
- 0,7
+ 5,4
Totaal .-.
+ 5,8
+ 2,0
- 0,1
- 1,2
+ 0,7
+ 6,5
- 1,0
+ 5,8
+ 1,1
+ 2,2
- 0,1
- 0,9
- 0,3
+ 0,1
- 0,3
- 0,1
+ 6,5
1954 le halfjaar
.....................
..+ 2,0
- 190
+ 0,1
- 0,1
- 1,0
+ 1,0
- 3,8
+ 1,6
+ 1,2 - 0,5
- 0,2
- 0,6
+ 0,5
+ 0,9
-
+ 1,9
+ 1,0
2e ha]fjaar
.....................
..+ 1,3
+ 1,7
+ 0,4
-
+ 2,1
+ 3,4
-
- 1,2
+ 2,0
+ 3,5
0
- 0,4
+ 1,4
+ 0,7
- 1,2
+ 3,4
+ 3,3
+ 0,7
+ 0,5
- 0,1
+ 1,1
+ 4,4
- 4,7
+ 0,4
+ 3,2
+ 3,0
- 0,7
- 1,0
+ 1,9
+ 0,9
+ 0,7
+ 0,7
+ 4,4
- 0,4
+ 1,8
Totaal 1955 1° kwartaal
.....................
..+ 1,1
+ 1,0
- 0,3
-
+ 0,7
+ 1,8
+ 1,4
+ 2,2
- 0,6
- 0,4
+ 0,3
- 0,3
- 0,5
+ 0,2
- 0,1
20 kwaraa1
.....................
..+ 2.9
+ 0,1
+ 0,1
-
+ 0,2
+ 3,1
+ 0,5
- 1,0
+ 1,6
+ 1,7
- 0,4
- 0,2
+ 0,6
+ 0,1
- 0,6
+ 0,8
+ 3,1
30 kwartaal
.....................
..- 0,2
- 0,2
+ 0,2
-
- 0,2
+ 1,7
- 0,3
+ 0,6
- 1,5
- 0,1
- 0,2
+ 0,8
-
-
- 1,2
- 0,2
40 kwartaal
.....................
..+ 5.3
+ 1,2
+ 0,4
-
+ 1,6
+ 6,9
+ 0,5
+ 2,3
+ 094
+ 2,9
+ 0,2
- 0,2
+ 0,8
- 0,1
+ 0,2
- 0,1
+ 6,9
+ 9,1
+ 2,1
+ 0,4
-
+ 2,5
+11,6
+ 4,1
+ 3,2
+ 2,0
+ 2,7
-
- 0,9
+ 1,7
+ 0,2
- 0,5
- 0,9
+11,6
1,7
+ 1,1
-
-
+ 1,1
- 0,6
+ 3,2 - 1,4
+ 0,2 - 1,0
- 0,2
- 0,2
- 1,0
- 0,2
+ 0,2
- 092
- 0,6
-
+ 0,4
-
+ 0,4
+ 4,5
+ 1,9
+ 1,2
+ 1,3
- 1,3
- 0,4
- 0,1
- 0,2
+ 0,4
+ 0,2
+ 195
+ 4,5
..+ 0,8
- 0,9
- 0,2
-
- 1,1
- 0,3
1,0 - 2,1
+ 0,3
+ 3,0
- 0,3
- 0,1
+ 0,7
-
- 0,5
- 0,3
0,3
..+2,9
-1,2
+0,5
-
-0,7
+2,2g-1,3
-1,Sg-f.1,0
+3,9 +0,2
-0,1
+1,1
-0,3
+0,3
-1,3
+2,2
1+6,1
-1,0
+0,7
-
-0,3
+5,8g+2,8
-3,6g+2,8
+4,6
-0,5
+0,6
-0,1
+0,2
-0,3
+5,8
Totaal 1956 le kwartaal 26 kwartaal 3e
...
...................... ......................
kwartaal .....................
4 0 kwartaal
.....................
Totaal
+ 4,1
-
• Beweging der directs kredieten can de Schatkist + ealdo der kapitnaltransacties van de overheid niet bet buiteniand. p Gerectificeerde cijfers.
--0,7
H. - BUITENLANDSE EMISSIEBANKEN
86'
BANQUE DE FRANCE (miljarden Franse frank en) 1957 I 1956 1956 1056 I 4 oktober 8 november I 6 december I 10 januari II september1
Posten
1957 7 februari I
1957 I
1957 4 april
ACTIVA ..................................301 Gouclvoorraad 113 Dadelijk opeisbare tegoedeu in liet buitenl Deelmunten .....................................17 Postrekeningen ..................................36 131 Voorach. a/h Fonda v. stab. tier Wisselk. 1 Verhanclelbare Schatkistbon Verplichting v.d. Staat betreffende het gouddeposito 4 van tie Nationale Bank van Belgie 50 Renteloze leningen nan tie Staat 2 .
301 106 16 41 140
301 91 16 38 133
301 68 15 42 91
301 49 13 48 48
301 33 14 39 34
301 33 14 48 26
301 23 14 44 22
4 50
4 50
4 50
4 50
4 50
4 50
4 50
426 158
426 178
426 179
426 179
426 175
426 175
426 172
:
..
Voorlopige buitengewone voorschotten a.d. Staat van 25-8.1940 tot 20-7-1944 Voorlopige voorsehotten nan tie Staat 4 Bijzondere voorschotten nan de Staat Discontoportefeuille ...........................
.
.
Gedisconteerde binnentandse wjsels Gedisconteerde buitenlandse wissels Office des Cdrdalea Wissels door het gewaarborgd Wils sse ter mobilis. van haiflange kred
426 179 20 ..1.588
-
--
-
-
-
-
-
1.670
1.596
1.690
1.790
1.818
1.807
1.917
713 0,3
724 0,3
725 0,4
662 0,5
671 0,3
675 0,5
3 928
14 994
26 899
32 983
34 1.054
27 1.078
28 1.055
31 1.161
256 8 11
280 23 11
264 16 11
286 16 10
279 15 11
316 25 11
304 19 13
-
-
-
-
-
-
-
0,0 0,1 34 53
0,0 0,1 21 54
0,0 0,1 20 55
0,0 0,1 25 56
0,0 0,1 19 61
0,0 0,1 19 69
0,0 0,1 29 67
,
.............................
275 In het binneni. aangek. verhandeib. pap. 7 6 Voorach. met 30 d. loopt. op overheidsf 9 Voorschotten op effecten Voorschotten op goud ........................ ..0,0 Bankgebouen w en .meube!en 0,1 Renten met bijzondere bestemming 8 20 Wissels welke worden geincasseerd ......................................... 52 Diversen -
Totaal
702 0,3
657 0,5
3.227
3.274
3.222
3.232
3.301
3.279
3.324
3.405
2.983 156
3.059 150
3.032 153
3.066 166
3.112 204
PASSIVA l)adelijk opeisbare verbintenissen Bankbiljetten in omloop ....................3.001 Rekeningen.courant ..........................143
Rekening-courant van de Schatkist Rekeningen-courant akkoorden voor economisehe samenwerking Rekeningen-cotsrant der Franse en buitenlandse banken en financiele instellingen Andere rekeningen-courant en geiddeposito's; andere dadetijk opeisbare verplichtingen
2.975 153
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0.2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
..
73
81
86
88
77
76
99
131
..........................
70
69
67
68
73
77
67
73
0,2 0,3 0,0 0,0 94
0,2 0,3 0,0 0,0 93
0,2 0,3 0,0 0,0 92
0,2 0,3 0,0 0,0 93
0,2 0,3 0,0 0,0 92
0,2 0,3 0,0 0,0 89
...........................
Kapitaal ...........................................0,2 . 0,3 Bij het kapitaal gevoegde winsten 9 090 Wettel. reserves van roerende goederen 8 0,0 Reserve van onroerende goederen Diversen
3.021 150
.......................................
Totaal
..82 3.227
0,2 0,3 0,0 0,0 103 3.274
3.222
3.232
3.301
3.279
3.324
3.405
I Overeenkomst van 27 juni 1949. 2 Wet van 9 juni 1857, overeenkomst van 29 mnart 1878, wet van 13 juni 1878 verlengd, wetten van 17 november 1807, 29 december 1011, 20 december 1918 en 25 juni 1028, overeenkomet van 12 november 1938, decreet van 12 november 1938, overeenkomst van 27 maart 1947, wet van 29 maart 1947. 3 Overeenkomaten van 25 auguetus, 29 october, 12 december, 30 december 1940, 20 februari 30 april, 10 mel, 11 juni, 11 september, 27 november, 26 december 1941, 5 masrt, 80 april, 11 juni, 17 september, 19 november 1042, 21 januari, 81 maart, 8 juli, 30 september, 16 december 1948, 23 maart, 17 mci en 20 juli 1944. 4 Overeenkomst van 29 september 1938 goedgekeurd bij decreet van 1 september 1939, overeenkomst van 29 februari 1040 goedgekeurd bij decreet van 29 februari 1940, overeenkomst van 9 juni 1940 goedgekeurd bij decreet van 9 juni 1940, overeenkomst van 8 juni 1944 goedgekeurd bij Se wet van 15 juli 1944, ovcreenkomst van 24 juni 1947 goedgekenrd bij Se wet van 25 juni 1947, overeenkomet van 25 september 1947 goedgekeurd bij decreet van 1 oktober 1947, overeenkomst van 22 januari 1953 goedgekeurd bij Se wet van 23 januari 1953. 5 Overeenkomst van 11 juli 1953 goedgekeurd bij de wet van dezelfde Sag. & Wet van 15 augustus 1936, decreet Nan 29 juli 1939, wet van 19 mci 1941. 7 Decreet van 17 jnni 1938. Wet van 17 mel 1884, decreten van 27 april en 2 mel 1848, wet van 9 juni 1857. a Wetten van 9 juni 1857 en 17 november 1807.
- 423 -
862
BANK OF ENGLAND (miljoenen. £) 1056 1956 10 oktober 7 november
1' at e
1956
5 december
1957 9 januari
1957 6 februari
1957 6 maart
1957 10 april
1957 8 mci
Issue department ACTIVA Rijksschuld
.....................................11 ...
Andere overheidafondsen .....................
..1.910
11
11
11
11
11
11
11
1.910
1.960
1.960
1.910
1.910
1.960
1.960
Andere effecten ................................... 1
1
1
1
1
1
1
1
Munten andere dan goudinunten
3
3
3
3
3
3
8
3
1.925
1.925
1.975
1.975
1.925
1.925
1.975
1.975
Bedrag der uitgifte van chartaalgeld Gouden munten en baren .....................
..0,4 1.925
0,4 1.925
0,4 1.975
0,4
0,4
0,4
0.4
0,4
1.975
1.925
1.925
1.975
1.975
1.928
1.863
1.886
1.927
1.948
PASSIVA Uigegeven bankbiljetten in ornioop ......................................1.883 bij bet Banking department
1.887
1.938
42
38
37
47
62
39
48
27
1.925
1.925
1.975
1.975
1.925
1.925
1.975
1.975
Bcmking department ACTIVA Overbeidsfondsen
............................ 264
254
254
254
229
224
199
202
Disconto en voorsehotten ....................18
27
14
11
23
34
52
65
Effecten
...................................... 17
17
17
17
18
20
19
19
................................... 42
Andere effecten
Bankbiljetten
Munten.......................................
39
38
47
62
39
48
27
..2
2
2
2
2
2
2
2
343
339
325
331
334
319
320
315
PASS! VA Kapitaal
........................................
15
15
15
15
15
15
15
15
Reserves
........................................3
3
3
4
4
4
3
3
.9
11
14
18
14
11
20
9
Andere deposito's Banken ...................................... 232
.
Overheicisdeposito's ........................ mel. Sehatkist, Spaarbanken, Commis. earissen van de Rijksschuld en do Dividendrekeniugen
Andere rekeningen
238
220
220
228
218
210
211
..........................74
71
73
74
73
71
72
77
343
339
325
331
334
319
320
315
- 424 -
FEDERAL RESERVE BANKS 1
86
(miljoenen $) Posten
1956 1958 1958 I 10 oktober 7 november 5 december
1957 9 junuari
I
1057 6 februari
I
1057 6 maart
I
1057 10 april
1957 8 lnei
20.774 848 21.622 366 403 1.227 1 25
20.789 852 21.641 373 364 804 1 23
ACT WA Goudcertificaten Ponds tot terugbetaling van F.R.-biljetten Totaal reserves goudcertificaten ............ F.R.-biljetten van andere banken Andere kasmiddelen ........................... Disèonto en voorschotten ..................... Leningen aan het bedrijfsleven ............ Accepten rechtstreeka aangekocht ......... Accepten aangehouden krachtens een wederaankoopovereenkomst Overheidsfondsen Rechtstreeks aangekocht Wissels Certificaten Biljetten Obligaties Totaal rechtstreeks aangekocht Aangehouden krachtens een wederaankoopovereenkomst Totaal der nationale overheidsfondsen
20.378 853 21.231 283 338 1.087 1 20
20.467 857 21.324 286 313 570 1 26
6
10
944 10.933 9.154 2.802 23.833
910 10.933 9.154 2.802 23.799
1.476 10.932 9.154 2.802 24.364
32 23.865
58 23.857
89 24.453
20.373 850 21.223 314 341 579 1 19
-
20.695 867 21.562 520 478 839 1 29
20.764 859 21.623 447 465 797 1 23
-
-
1.680 10.933 9.154 2.802 24.569
474 10.933 9.164 2.802 23.363
166 11.362 8.571 2.802 22.901
305 11.362 8.571 2.802 23.040
386 11.362 8.571 2.802 23.121
-
-
24.569
84 24.447
22.901
182 23.222
59 28.180
23.722
24.478
24.008
20.389 880 21.269 476 379 346 1 34 5
-
3
Totaal der leningen en overheidsfondsen
24.464
24.971
25.060
24.955
24.316
Tegoeclen op buitenlandse banken ......... Niet-geinde kasmiddelen ..................... Onroerende goederen ........................... Andere tegoeden
4.422 71 295
4.359 72 341
4.766 74 231
4.780 74 269
4.431 74 198
4.577 75 120
4.333 76 103
4.500 77 153
Totaal activa .........
51.132
51.595
52.054
52.202
51.579
51.029
51.381
51.116
F.-R-bankbiljetten in omloop ................ 26.632 Deposito's 18.588 Aangesloten banken - reservereken. 426 U.S.-Schatkist - algemene rekening Buitenlandse ................................ 303 Andere ......................................... 297 Totaa! deposito's ................................ 19 . 614 3.562 Niet onmiddel1ik beschikbare kasmiddelen 20 Andere verplichtingen en dividenden
26.707
27.155
.27.165
26.652
26.540
26.447
26.359
18.871 400 290 286 19.847
18.999 338 310 279 19.926
19.233 363 327 282 20.205
19.189 314 386 239 20.128
18.545 406 320 210 19.481
18.922 377 334 308 19.941
18.779 365 353 234 19.731
3.782 22
3.670 26
3.591 17
3.518 15
3.682 17
3.610 19
3.719 19
49.828
50.358
50.777
50.978
50.313
49.720
50.017
49.828
Totaal opeisbaar
.
KAPITAALREKENINGEN Voistort kapitaal Overschot (sectie 7) ........................... Overschot (sectie 13b) Andere kapitaalrekeningen ..................
319 694 28 263
320 694 28 195
321 694 28 234
326 748 28 122
328 748 28 162
330 748 28 203
331 748 27 258
332 748 27 181
Totaal passiva .........
51.132
51.595
52.054
52.202
51.579
51.029
51.381
51.116
53 2
52 2
51 2
54 2
62 2
58 2
64 2
63 2
45,9 %
45,6 %
45,3 %
44,9 %
46,1 %
47,0 %
46,6 %
Eventuele verplichtingen wegens accepten voor buiteni. correspondent. aangekocht Verpi. wegens len. a/h. part. bedrijfsleven Verhouding der reserves goudeertificaten tot de deposito's en de F.-R.-bankbilj. 1
Algemene stant van de twaalf federal.reservebanken.
- 425 -
1
47,0 %
NEDERLANDSCHE BANK
86
(iniljoenen guldens) 1956 8 oktober
i'osten
5
1956 1956 november 10 december
1957 7 jonuari
1957 4 februari
1957 4 rnaart
1057 8 april
1957 6 mel
ATIVA Wissels, promessen en schuldbr. in disc. 1 158 Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven, door de Bank gekocht (art. 15, onder 40, van de Bankwet 1948) ...................Schatkistpapier, door de Bank overgen. v. de Staat ingev. overeenk. v. 26-2-1947 60 Voorschotten in rekening-courant op onder. pand (mci. beleningen) 2 252 .. op effecten, enz. 2 250 op goederen en celen .........................2
.
.
Voorschotten nan bet Rijk (art. 20 van de Bankwet 1948) ...........................Boekvordering op de Staat ingevoige overeenkomst van 26-2-1947 ..................... 200 Mont en rn untmateriaal --------------------- -233 3. Gouden munt en gouden muntmateriaal Zilveren munt, enz. ........................
3.230 ...3
Vorderingen en geidswaardige papieren luidende in buitenlandse geidsoorten 985 Buitenlandse betanimiddelen 0,4 Vorderingen in guidens voortvloeiende uit betaiingsaccoorden 4 187 Beiegging van kapitaai, reserves, en voorzieningsfonds personeel in tijdelijke dienst ......................................... 154 Gebouwen en inventaris ......................1 Diverse rekeningen ........................... .. 0 5.670 .
.
119
40
92
82
58
60
33
-
-
103
-
65
-
-
460
460
460
460
460
460
460
109
138
287
41
181
161
43
108 1
137 1
285 2
39 2
179 2
160 1
42 1
-
-
-
36
-
-
200 3.233
200 3.234
200 3.197
200 3.160
200 3.103
3.230 3
3.230 4
3.192 5
3.154 6
3.097 6
200 3.084 3.078 6
23 200 3.056 3.050 6
997 0,6
771 0,4
735 0,3
721 0,3
699 0,5
716 110
722 0,6
186
192
204
185
207
233
235
154 1 43 5.503
154 1 44 5.234
154 1 48 5.481
154 1 51 5.091
153 1 57 5.185
153 1 59 5.128
137 1 38 4.948
20 25 108
20 25 108
20 25 108
20 20 105
2 3.916
2 3.960
2 3.945
1 3.988
PASSIVA Kapitnal ...........................................20 Beservefonds ..................................... 25 Bijzondere reserves ........................... ... . 08 Voorzieningsfonds personeel in tijdelijke dienst ............................................ 1 Bankhiijetten in omloop ..................... .2 3.96 Bankassignaties in omloop ...................... Rekening-courant saldo's ..................... 1.475
20 25 108
20 25 108
20 25 108
2 3.998
2 3.955 -
-
-
-
-
1.269
2 3.874 -1.115
1.281
914
973
947
756
's Rijks Schatkist ............................ 453 '8 Rijks Schatkist, bijzondere rekening 419 Saldo's van banken in Nederland ....... 435 Saldo's voortvloeiende uit betalingsace 120 .4ndere 8aldo'B van niet-ingesetenen ... 17 Andere 8aTdo's ................................ 31
304 419 362 136 16 32
209 368 358 131 18 31
293 368 425 136 19 40
368 382 100 24 40
121 368 341 85 22 36
121 368 316 95 25 22
Saldo's luidende in buiteni. geidsoorten ... 19 Diverse rekeningen ............................. 60
18 63
25 65
20 70
18 88
9 88
9 72
5.670
5.503
5.234
5.481
5.091
5.185
5.128
4.948
18
18
18
18
18
18
18
18
394 95
405 93
185 92
157 90
182 89
181 88
187 86
195 85
39
31
22
20
19
19
15
14
141
142
139
140
136
134
134
135
.
1 2
S
4
Waarvan schatkistpapier (rechtotreeks door do Bank in disconto genomen) ........................... Woervan eon IndoneejO (Wet van 15 Maart 1933, .Siaalsbtad u r 99) ................................. Van deco twee poatan tezamen is convertibel overeenkomatig bet bepaalde in artikel 1 onder (e) juncto artikel 8 onder (b) van hat Koninklijk besluit van 27 juni 1956 (Stb. 857) ceo bedragvan .................................................. In deze posten zijn begrepen geconsolideerde vorderingen tot een totaa van .....................
N. B. - Totaol eon Nederlands achatkietpapier, waarin guldenasaldo's voortvloeiende uit betalingsaccoorden oijn belegd ............... - Circulatie dec door da Bank nameno do Steat in bet verkeer gebrachte nuntbi1j.
-
-
- 426 -
-
218 359 79 21 79 8
50
SVERIGES BIKSBANK (miljoenen Kr.)
I
1957 1956 1056 1956 1956 (29 september 51 oktober 30 november 31 december 51 mound
Poste
1957 1957 28 februari ( 30 maart
1957 30 april
ACT] VA Gouden munten en baren
579
583
584
586
564
564
556
550
Meerwaarde van bet goud ..................
780
786
787
790
760
760
749
740
Buitenlandge overheidsfondsen *
678
731
755
803
861
845
945
870
64
65
68
70
67
64
69
67
. .214
164
214
199
152
116
143
175
Andere buitenlandse tegoeden ................. 1
1
1
1
1
1
1
-
4.103
4.322
4.326
13
12
10
Buitenlandse wissels * Netto-vorderingen op buitenlandse banken en bankiers * Zweedse schatkistwissels en -obligaties * Binnenlandse wissels *
3.959
4.010
4.390
14
14
13
13
Leningen op onderpand *
3.759 ..12 .. 95
4.140
8
13
7
7
7
7
8
Voorschotten in rekening-courant *
..-
-
-
-
-
-
-
-
Leningen op afbetaling ....................... 53
53
53
53
54
der Overheidsschuld ..........................7
7
7
7
Munten (andere dan gouden) ................. 29
27
26
23
29
31
33
8
21
16
3
5
15
8 42
54
Pensioenfonds gedeponeerd bij bet Bestuur
Binnenlandse cheques en bankwissels ...
6
Andere binnenlandse activa .................... 18
18
7 31
26
46
63
61
46
517
517
517
517
517
517
517
517
Aandeel van Zweden in bet kapitaal van de I.B.H.O. volstort gedeelte .............. 103
103
103
103
103
103
103
103
7.044
7.199
7.624
7.341
7.251
7.579
7.508
Aandeel van Zweden in bet I.M.F
Totaal ...
6.915
PASSIVA Bankbiljetten in omloop
1
.................................
Bankwissels
5.129
5.235
5.315
5.598
5.334
5.337
5.271
5.359
..4
2
3
4
1
1
2
2
.......................234
247
317
504
470
372
462
286
........................ ..164 Stautsinsteltingen ............................. 67 Handeisbanken it ndere depositohouders ......................3 .
85 159 3
199 113 5
260 241 3
291 175 4
269 93 10
316 143 3
139 143 4
...................................... 50 9
508
507
519
518
522
826
838
357
357
Rekening-courantsaldi
Deposito's
..........................354
354
354
356
356
356
Andere verplichtingen .........................79
92
97
37
27
28
28
37
Kapitaal
50
50
50
50
50
50
50
65
65
65
65
65
65
65
20
20 7
Koersverschilrekening
........................................50
Fonds voor leningen op afbetaling
..65
Reservefonds
..................................20
20
20
20
20
20
Pensioenfonds
..................................7 .
7
7
7
7
7
7
Overgedragen winsten .........................1
1
1
1
1
1
1
1
-
-
Winot your 1956
..............................
. .-
-
31
31
31
31
388
388
.. 88
388
388
388
388
388
Internationale Bank voor Herstel en Ont. wikkeling ...................................... 75
75
75
75
73
73
71
67
Totaal .......... 6.915
7.044
7.199
7.624
7.341
7.251
7.579
7.508
Internationaal Monetair Ponds ............
aangeduide activa'cubrieken. N. B. Dc bijliomende dekking dec bankbiljetten, (artikel 10 van do wet op de Bijkobank) omvst de met ecu 1 Het maxiinniii-bedrag dec uitgif to van chartaalgeld krachtane do web or 240 van 1 Juni 1956 bedraagt 6.000 miljoenen Kr.
-427-
866
BANCA D'ITALIA (miljarden lires) Posten
1956
80 juni
1956 81 juli
1956 1956 i956 81 augustus 30 september 31 oktobsr
1956 1956 30 november 31 december
1957 31 januari
ACTIVA Goudvoorraad . Goud in het buitenland, door de Staat verschuldigd ................................. Kas 1 Discontoportefeuille ........................... Wissels ter incasso ........................... Voorschotten op effecten en op goederen en rekening-courantsaldi .................. Deviezen in bet buitenland Effecten uitgegeven of gewaarborgd door deStaat ....................................... Onroerende goederen ........................ Diverse debiteuren Diverse vorderingen ........................... Voorlopige voorsehotten aan de Staat Buitengewone voorsohotten aan de Staat Uitgif ten door de geallieerde militaire overheid of voor haar rekening ......... Rekening-courant der Schatkist 2 Beleggingen in effeoten voor rekening van de Schatkist ................................. Diverse diensten voor rekening van de Staat.......................................... Diverse uitgaven .............................. Totaal activa .........
4
4
4
4
4
4
4
4
2 12 327 0,1
2 10 344 0,1
2 14 388 0,1
2 12 401 0,1
2 12 406 0,1
2 11 399 0,1
2 10 427 0,1
2 9 404 0,1
109 72
100 70
86 71
77 71
86 71
76 71
107 74
71 71
60
57
57
64
63
63
61
61
805 3 77 343
843 3 77 343
874 3 77 343
878 3 77 343
886 3 77 343
867 3 77 343
856 3 77 343
820 3 77 343
145
145
145
145
145
145
145
145
31
-
34
-
49
131
154
327
327
320
335
330
335
345
345
6 18
10 20
13 22
10 23
9 25
17 26
17 32
13 1
2.310
2386
2.419
2.479
2.462
2.488
2.634
2.523
PASSIVA Biljettenomloop 3 .............................. Cheques en andere schulden op zicht ' Rekeningen-courant op zioht ............... Bekeningen-conrant op termijn en verplichte reserves der banken Diverse crediteuren ........................... Rekeningen-courant van de Openbare Schatkist gewone bijzondere .................................... Rekeningen-courant der akkoorden voor cconomische samenwerking Kapitaal.......................................... Gewoon reservefonds Buitengewoon reservefonds .................. Winsten van het lopende dienstjaar ...... Totaal passiva en eigen middelen Deponenten van effecten en waarden (orderekening) .............................. Schatkistgeld (netto) ........................ Bank- en schatkistgeld (netto) ............ Betaalrniddelen Gedane disconteringen ........................ Gedane voorschotten Contantverrichtingen door de Verrekeningskamers vereffend ..................... Omynt do blijetten en munten voor rekening vando Schatkist .......................................... 2 Saldo van bet epeciaal fonda ........................ 3 Omvat de blijetten bij de Schatkiet ............... 4 Omvat waarden en aesignaties ........................ Voorlopig.
1.554 13 85
1.609 15 78
1.600 14 79
1.633 13 85
1.602 15 82
1.620 13 97
1.818 21 102
1.654 13 89
476 127
511 134
519 133
570 137
582 137
581 141
503 146
600 151
10 3 21 0,3 1 1 19
30 3 16 0,3 2 1 20
16 0,3 2 1 22
6 2 15 0,3 2 1 23
8 0,3 2 1
7
0,3
25
1 26
8 0,3 2 1 33
11 0,3 2 1 2
2.310
2.386
2419
2.479
2.462
2.488
2.634
2.523
4.286
4.155
3.993
3.888
-
-
-
-
-
-
-
-
44 426
133 395
197 446
60 312
3.714 40 1.659 4.667 131 349
3.723 41 1.859 4.975 225 598
3.589 40 1.693
-
3.810 38 1.638 4.613 50 413
5.570
5.226
5.568
4.700
5.861
5.134
6.166
6.206
9
8 2
12
12 2
11
-
-
-
-
13
13
10 2 1 10
8 2 1 15
8 2 :i 11
-
-
-
52 340
1
-
11
-
10
1 11
Felm
BANK DEUTSCHER LANDER (miljoenen. D.M.)
I
1957 1956 1956 1956 1956 7 september 6 oktober 7 november 7 december 7 januari
Posten
1957 7 februari
1957 6 april
1957 7 maart
ACT! VA
1
7.334
5.341
5.426
5.571
5.796
6.231
6.531
6.931
Tegoeden bij buitenlandse banken .........
10.369
10.813
11.179
11.299
11.019
11.183
11.299
11.023
Vreemde deviezen, buitenlandse wissels en cheques
693
722
778
725
779
745
679
728
91
89
77
Goud.............................................
I
Tegoeden in postrekening ..................
75
76
96
80
127
Binnenlandse wissels ........................
1.169
1.133
849
799
886
713
652
631
Schatkistwissels en renteloze Schatkistbons der Staatsbesturen ..................
124
144
23
25
11
65
122
-
82
75
76
54
56
61
40
61
Voorschotten en kredieten op korte termijn
79
61
67
63
25
28
25
28
Effecten..........................................
51
68
71
74
66
74
79
82
Vorderingen op de overheid ...............
1.536
1.536
1.536
1.536
1.536
1.537
1.537
1.537
a) compensatievorderingen
914
914
914
914
914
916
915
91
b) obligaties
622
622
622
622
622
622
622
62
Kredieten aan de Staat wegens deelneming aan bet Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank
391
391
391
391
391
391
391
391
.................................
84
102
152
135
183
111
112
70 21.977
Duitse rekenmunten ........................... Leningen tegen compensatievorderingen.
Andere activa
19.966
20.774
20.528
20.963
21.315
21.551
21.991
PASS! VA 13.725
13.366
14.430
13.747
13.437
13.971
13.908
996
1.100
1.610
1.349
2.135
1.725
1.795
1.768
b) der Staatsbesturen ....................... 4.197
4.471
4.578
3.957
3.857
4.882
4.680
4.768 163
Bankbiljetten in omloop ....................... 13.592 Deposito's a) der L.ndeszentra1banken
189
190
205
188
187
201
165
andere tegoeden .......................... 4.008
4.281
4.373
3.769
3.670
4.681
4.515
4.605
....................159
137
118
141
130
117
144
132
d) andere .....................................94
88
137
96
123
80
117
120
..205
264
207
216
583
587
547
622
Andere passiva ................................... 343
363
378
394
360
343
357
241
...................................185
185
185
185
184
184
184
237 4
tegenwaarderekeningen van do Staat
a) geallieerde overheid
.
Verplichtingen uit transacties met het buitenland ....................................
a) reserves b) andere
...................................158
178
193
209
176
159
173
.................... 100
100
100
100
100
100
100
100
280
280
280
280
280
280
280
318
19.966
20.528
20.774
20.963
21.315
21.551
21.991
21.977
Maatschappelijk kapitaal
Wettelijke en andere reserves
429 -
EANQUE NATIONALE SUISSE (miljoenen Zwitserse franken) 1956 6 oktober
Post en
1956 7 november
1956 7 december
1957 7 januari
1957 7 februari
1957 7 maart
1957 3 4pril
1957 7 mel
ACTIVA Goudvoorraad
..................................
6.921
6.925
7.046
7.108
7.062
6.999
6.931
6.866
616
559 559
570
553
543
478
463
570
563
543
478
Deviezen ......................................... 577 kunnende dienen tot dekking 577 andere...........................................
616 -
Binnenlandse wissels ..........................106 Wissels ...........................................106 Sohatkistb. v. het Zw1t8. Eedgenootsch
-
125 125
-
-
-
463
-
-
192 187
249
171
125
119
125
227
171
125
119
125
5
22
68
105
-
-
-
-
-
Voorschotten op onderpand
57
Effecten ........................................... kunnende dienen tot dekking andere ........................................
46
46
-
-
46
46
46
46
45
45
45
45
Binnenlandse correspondenten
11
17
14
9
9
11
9
12
Andere actiefposten .............................35
36
36
43
34
28
30
28
7.831
7.961
8.130
7.912
7.779
7.641
7.576
Totaal
66
7.753
46
46
-
-
38
27
45
46
29
45
45
1
-
37
-
-
PASSIVA Eigen middelen ..................................... 48
48
48
48
48
48
49
49
.05 5.3
5.327
5.477
5.558
5.272
5.340
5.409
5.431
Andere dadelijk opvraagbare verbintenis 2.224 Girorekeningen van handels- en industriële banken ............................... 1.593 Andere dadelijk opvraag bare verbintenissen ......................................631
2.278
2.255
2.343
2.420
2.217
2.012
1.924
1.665
1.684
1.749
1.907
1.832
1.661
1.478
613
571
594
513
385
351
446
178
181
181
172
174
171
172
Bankbiljetten in omloop .....................
Andere passiefposten ............................ Totaal
176 7.753
I
7.831
1
7.961
1
8.130
1
7.912
1
7.779
1
7,641
DISCONTOVOET DER VOORNAAMSTE CIRCULATIEBANKEN (C) (op 30 april 1957)
1
7.576
86
(in pot. vanaf de aangeduide datum) België ............................. 6 decemb. 1956 BeIg. Kongo en Ruanda-Urundi 6 april 1953 Denemarken .......................25 mei 1955 Duitsland ........................ 11 januari 1957 Finland .............................19 april 1956 Frankrijk ......................... 11 april 1957 Griekenland ......................1 mei 1956 Groot-Brittannid ................7 februari 1957 lerland ............................ 26 mei 1956 Italie ............................... 6 april 1950 .
()
Canada
:
3,501 3.50 2 5,50 4,50 6,50 4,10,5,5, 4,-
Nederland .......................... 22 oktober 1956 Noorwegen ..........................14 februari 1955 Oostenrijk ..........................17 novemb. 1955 Portugal ............................ 12 januari 1944 Spanje .............................10 septemb. 1956 Turkije ............................6 juni 1956 Verenigde Staten (Federal Reserve Bank of New-York) ... 24 august. 1956 Zweden ............................ 22 novemb. 1956 Zwitserland ..................... 26 novemb. 1936
eedert 1 november 1956 discontovoet bepaald elke donderdag van de week.
1 Discontovoet der bij Sen bank gedomicilieerde accepten en warrants. Voor de andere diacontovoeten, 2 Discontovoet dor bij ean bank gedomicilieerde aecepten. 3 Sedert 15 mei 1957 : 2,50 pet. -
430
-
cia tabel 2.
3,75 3,50 5,2,50 4,25 6,3,4,1,502
111.
DZtL11 V .JJLt
Lu
I E1t11 it I L',Ji'(i%L.L
Staten in duizenden Zwitserse goudIranken
[eenheden van 0,29032258... g. fun goud (art. 5 der stcztuten)] ACTIVA
28 februari 1957
31 maart 1957
80 april 1957
PASSIVA
28 februari 1957
31 maart 1957
80 april 1957
]
-.
pet.
I. Gouden baren en munten .......... 604.285 II. Kasmiddelen en banktegoeden op zicht ...................................... 38.593 ....................589.381 III. Herdiscontopapler 60.508 1. Handelswissels en bankaccepten .................... 528.873 2. Schatkistpapier IV. Diverse wissels moblllseerbaar op aanvraag ..................................23.757 V. Deposlto's op termlln en voorschotten ....................................... .. 43.287 1. Goud 4.244 a) op ten hoogste 3 maanden ... 18.345 b) van 3 tot 6 maanden a) van 6 tot 9 maanden 12.850 d) van 9 tot 12 maanden a) op meer dan één jaar 2. Munt 16 .153 a) op ten hoogste 3 maanclen ... 91.695 b) van 3 tot 6 maanden c) op meer dan den jaar VI. Andere effecten en titels . ......... ..661.384 1. Goud : 72.520 a) op ten hoogete 3 maanden ... 70.539 b) van 3 tot 6 maanden a) van 6 tot 9 maanden 16.437 d) van 9 tot 12 maanden 2. Munt 383.859 a) op ten hoogste 3 maanden ... 80.314 b) van 3 tot 6 maanden a) van 6 tot 9 maanden d) op meer dan édn jaar ........... 38.715 VII. Diverse activa ..........................2.822 VIII. Bigen m iddelen aangewend In ultvoering der overeenk. v. Den Haag 68.291 van 1930 voor belegg. In Dultsiand Totaal activa ... 2.131.800
28,4
--
-
513.016 23,5
1,8
56.877 696.060
2,6
2,8 24,8
60.747 635.313
2,8 29,1
1,1
23.672
1,1
.
.
pet.
--
22.574 -
12.850
54.352 835.049
2,4
2,9 769.087 33,9 65.962
23.802
1,0
137.008
146.490 0,2 0,9
489.729 21,6
1,0 -
0,6
12.894 -
12.850
0,6
-
-
-
-
-
-
-
0,6 -
0,6 -
-
:
-
-
0,8 4,3 -
16.146 94.920 -
0,7 4,4 -
-
0,7
186.558 16.760 15.475 -
-
0,7 4,2 -
658.865
673.823 3,4 3,3
16.166 95.098
6,3 0,8 0,7. -
130.031 16 .807 15.514 --
5,7 0,7 0,7 -
:
-
In Duitsiand belegde gelden (zie noot 2) 1. Vord. op de Reichsbank en de Golddiskontbank; wissels v. de Golddiskontbank en v. het best. der Spoorw.; bone van het best. van het Poetwezen (vervallen) . 221.019 2. Schatkistwissels en -bone van de Duitse Regering (vervallen) ... 76.181 Totaal ... 297.200
18,0 3,8 -
1,8 0,1
385.877 17,7 80.281 3,7 -
38.872
2.774
-
1,8 0,1
19,7 0,3 0,2 1,7 1.377 0,1
446.817 7.283 3.416 38.997
3,2 68.291 3,1 68.291 3,0 100,0 2.181.003 100,0 2.268.473 100,0
I. Kapitaal Aandelen waarvan 25 pet. gestort
125.000
rct 5,9
125.000
5,7
125.000
5,5
21.252
190
21.252
1,0
21.252
0,9
:
II. Reserves : 1. Wettelijke Reserve ................ m Reservefonds 2. Algeeen
7.909 13.543
7.909 13.343
pct.
pct.
7.909 13.343
626.753 593.207 651.889 III. Deposito's (goud) 1. Girculatiebanken 97.447 66.412 2,9 a) van 3 tot 6 m aanden .......... 142 .270 6,7 4,5 320.737 14,1 295.443 13,5 250.594 11,8 b) op ten hoogste 3 maanden 77.474 3,6 49.668 2 9 2 a) dadelijk opvraagbaar .......... .. 105.672 5,0 2. Andere deposanten 4.326 0,2 3.569 0,2 3.569 a) van 3 tot 6 maanden 0,2 6,9 147.032 6,7 147.039 6,5 147.045 b) op ten hoogste 3 maanden 0,2 0,1 5.788 5.025 2.739 0 dadelijk opvraagbaar 0,3 1.249.426 1.368.795 1.175.960 IV. Deposito's (munt) : 1. Circulatiebanken 57.663 2,6 57 .535 57 .348 2,7 a) op meer dan den jeer 2,6 1.431 1.428 0,1 13.265 0,6 0,1 b) van 9 tot 12 maanden 13.328 0,6 0,1 16 .393 0,7 3.059 c) van 6 tot 9 maanden 56.232 31.685 1,4 d) van 3 tot 6 maanden 66 .349 3,1 2,6 905.724 39,9 907.860 41,6 829.051 38,9 e) op ten hoogste 3 maanden 182.560 32.056 8,1 1,1 23.366 1,5 f) dadelijk opvraagbaar 2. Andere deposanten a) van 9 tot 12 inaanden b) van 6 tot 9 maanclen 275 7,2 153.307 7,0 0,0 c) van 3 tot 6 maanden 154.203 21.226 7,6 1,2 25.676 d) op ten hoogste 3 maanden 1,0 173.217 2.912 3.389 0,1 0,2 e) dadelijk opvraagbaar 3.643 0,2 28.918 1,3 27.271 1,2 V. Diversen ..................................26.398 1,2 4.852 0,2 4.852 0,2 4.852 0,2 VI. Verlies. on Winstrekening Overdr. v. h. boekj. afgesl. 31 maart 4.852 4.852 4.852 1956 ..................................... 596 .6.449 12 5,9 126.449 5,8 126.449 VII. Fonds voor eventuele lasten 100,0 Totaal passive ... 2.131.800 100,0 2.181.003 100,0 2.268.473
Uitvoering van de accoorden van Den Haag van 1930 Deposlto's op lange termlln : 1. Deposito' s van de Begeringen schuldeisers op rekening van de Annuiteiten-Trust (zie foot 3) 2. Deposito van de Duitse Regering 221.019 221.019 Bigen middelen aaiigewend In uitvoering 76.181 76.181 der overeenk. (zie hierboven) 297.200 297.200 Totaal ...
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
228.909
228.909
228.909
152.606 76.303
152.606 76.303
152.606 76.303
68.291 297.200
68.291 297.200
68.291 297.200
Noot 1. - Zijo in daze ataat niet begrepen, hat a earmarked • good an de waarden die voor rekeniog der circulatiebanken en andere deposanten worden bewsard. Zijn hierin oak niet begrepen de gelden en waarden aangehoudeta door de Bank in hoedunigheid van Agent van de Europese Organieatie voor Economieche Saznenwerkiug (Europese Betalingsunie), van Overeengekomen Derde luidena bet contract van inpandgeving afgeeloten met het Hoge Gezagaorgaan van de Europeaa Cemeenechap voor Kolen en Staal, aleook van lasthebber-trustee of financieel Agent Your internationale leningen. Noot 2. - Luidens een Oveteenkomet van 9 januari 1958, afgesloten tuasen de regering van de Duitee Bondarepubliek en de Bank, en die dccl uitmaakt van het Akkoord over de Duitse buitenlandse schulden van 27 februari 1958, werd ovcreengekomen dat de Bank, niet vddr 1 april 1966 do terugbetaling zou eisen van de hoofdaom harer beleggingen in Duiteland, die hierboven aungegeven zijn, met inbegrip van de desbetreffende achterstallige interesten per 81 december 1912. Noot 8. - De Bank ontying van de Regeringen wier deposito's gelijk nun aan de tegenwaarde van 149.920.380,- Zwitserse goudiranken, beveatiging dat nj haar niet uit hoofde hogere bedragen dan die waarvan zij zelf de terugbetaling en de overmaking door Duiteland in do door de Bank erkenda mnunten zal kunnen verkrijgen.
van daze deposito's de transfers mogen vragen van
IV. - EUROPESE BETALrNGSUNIE
88'
Samenvattende tabel van de stand bij hot begin dor verrichtingen en bij bet einde van elke verrekeningsperiode in miljoenen rekeneenheden - ledere eenheid Is gelijk aan 088867088 gram fun goud Begin
ACTIVA
No de verrichtingen voor olke verrokeningsperiode
vertt.
1-7-1950
Juni 1958
Dec. 1958
I. Beschikbare middelen. a) Bedrag verschuld. door de reg. der V.S.A. (9) 350,0 123,5 123,5 b) Goud in staven ....................................... ..153,0 153,0 c) Saldo in rekening-courant (dollars) ............ .. 17,1 20,1 d) Schatkistpapier V.S.A. aan kostende prijs 142,6 177,9 II. Nog uitstaande aanvangsdebetsaldl toegekend 350,0 436,2 474,5 voor bet boekjaar eundigende 30-6-51. Belgisch-Luxemburgse Economische Unie ..........44,1 Zweden ........ ............................................21,2 Verenigd-Xoninkrijk ................................. 150,0 215,3 IlL Aan verdragsl. part. verstrekte len. (19-9-1950) Oostenrijk................................................. Denemarken .............................................. 40,4 62,5 Frankrijk ................................................. 312,0 312,0 IJslaud ..................................................... 1,8 3,4 Italië 1 ..12,0 83,9 Noorwegen .................................................. 49,7 79,8 Verenigd-Koninkrijk ----------------------------------530,3 559,4 Turkije --------------------------------------------------30,0 30,0 Portugal------------------------------------------- -------- -1131,0 IV. Leningen verstrekt aan de lldstaten als aanvangscreditsaldi, toegekend Wj wljze van lenlng 2 Noorwegen -----------------------------------------------10,0 10,0 Turkije --------------------------------------------------25,0 25,0 35,0 35,0 V.Diversen ...................................................... 565,3 1447,4 1640,5 -
-
-
-
-;1054
123,5 123,5 153,0 153,0 174,7 46,2 92,4 100,2 543,6 422,9 -
-
Juni 1956
Dec. 1956
Maarf 1957
123,5 153,0 50,6 72,3 399,4
123,5 248,3 4,0
123,5 290,6 17,9 5,9 437,9
123,5 264,3 0,5
123,5 201,3 57,7
-
375,8
1,5
389,8
-
382,5
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
- --
-
-
- --
--
-
-
Dec. 1955
-
-
-
-;1955
-
-
-
Dec. 1954
-
97,6 312,0 5,6 122,3 89,2 485,4 30,0
-
0,7 106,0 100,4 86,6 74,6 5,2 5,2 179,0 162,0 114,2 100,7 344,3 323,6 30,0 30,0 0,2 865,5 797,2 -
1142,1
932,2
122,73 148,9 4,6 182,7 107,3 275,9 30,0 0,2 872,3
10,0 25,0 35,0
10,0 25,0 35,0
10,0 25,0 35,0
10 10 25,0 35,0
-
-
-
-
-
97,4 241,4 4,5 116,9 98,6 343,4 30,0 -
-
93,2 217,1 5 94 156,2 88,2 352,4 30,0 -
91,4 289,3 5,3 166,9 81,4 333,4 30,0 -
942,5
997,7
10 10 25,0 35,0
1010 25,0 35,0
10,0 25,0 35,0
-
-
-
1720,7 1390,1 1306,7 1276,3 1270,1 1367,3 1415,2
PASSIVA I. Werkkapltaal .......................................... 286,3 IL Nog ultstaande aanvangscreditsaldl toegekeud als schenkingen voor het boekj. elndlgend 30-6.1951. Oostenrijk .................................................80,0 Griekenland ............................................. .. 15,0 IJeland .............. ......................................4,0 Nederland ................................................ .. 0,0 Noorwegen ................................................ ..so,o 279,0 III. Van verdxagsl. part. verkregen len. (19-9.50). Belgisch-Luxemburgse Economjsche tjnje Duitsiand -------------------------------------------------Oostenrijk .................................................. Griekenland ............................................... Nederland .................................................. Portugal ................................................... .. Zweden ----------------------------------------------------Zwitserland ............................................. .. --
.
.
-
-
-
IV. Van verdragsL part. verkregen len. (19-9-50) Belgisch-Luxemburgse Economische Unie Duitsland .................................................. Oostenrijk ................................................ .. Nederland-----------------------------------------------Portugal................................................... .. Zwitserland ............................................. ..
-
-
-
-
--
-
-
V. Bijz. kredlet toegest. door B.L.E.U. (19-9-50). VI. Diversen •
------------------------------------------------
-
271,6
271,6
271,6
271,6
271,6
271,6
271,6
271,6
271,6
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
201,3 300 90 19,3 -
201,3 300,0 42,0 -
-
-
201,3 300,0 42,0 -
213,0 213,0 206,7 38,5 33,5 29,6 121,3 136,6 104,7 150,0 150,0 150,0 1043,4 1076,4 1034,3 34,7 38,7 -
11,5 4,1 89,0 40,0
34,8 160,6 13,6 7,6 -
32,5 249,1 40,0
15,7 303,8 30,8
-
-
-
-
148,3 300,0 42,0 -
181,2 6,5 40,3 150,0 868,3 -
197,9 2,0
-
-
-
-
31,3 381,6 30,0
17,6 217,5 30,0
162,3 300,0 1,0 -
182,8 -
9,0 123,8 778,9 -
233,5
-
165,3 300,0 1,0 -
171,4 -
13,3 100,9 751,9 -
230,2
-
-
-
-
-
-
181,9 300,0 -
125,2 -
2,4 78,5 688,0 -
298,4
183,4 300.0 2,4 0,1 110,0 -
11,3 69,8 677,0 -
407,4
172,4 300,0 1,6 0,8 101,1 -
18,8 49,3 644,0 -
488,2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
233,5 20,0
230,2 20,0
298,4 10,0
407,4 10,0
-
488,2 10,0
--
3,4 3,4 3,2 2,7 2,7 2,6 2,1 1,3 1,4 565,3 1447,4 1640,5 1720,7 11390,1 1306 1 7 1276,3 1270,1 1367,3 1415,2 -
N. B. - Dc rente der verstrekte of ontvangen leningen komt in bovenstuande staten your. - 1 Inbegrepen len krediet van 59,7 miljoen rekeneenheden (juni 1955), 56,0 msljoen rekeneenheden (december 1955), 39,0 miljoen rekeneenheden (jun1 1056), 33.2 tniljoen rekeneenheden (december 1956) an 43,9 ml!joan rekeneenheden (muart 1957), ann IlaIiO toegestaan, ingevolge artike! 13 (a) van 19 september 1050. - 2 Dc regering van de Verenigde Staten van tmerika heeft aan Noorwegen can aanvangscreditaaldo van 10 miljoen rekeneenheden en nan Turkije een aanvnngscreditsaldo van 25 miljoen rekeneenheden toegekend, ala lening vanwegs de lIthe, krachtens artike! 10 van de overeenkomst van 19 september 1950. - 3 Inbegrepen eeu krediet van 5,7 miljoen rekeneenheden, ann Denemarken toegestaan ingevolge artikel 13(a) van 19 september 1950. - 4 Buiten quotum.
EUROPESE BETALINGSUNIE - VERRICHTINGEN IN DE MAAND MAART 1957 (in miljoenen rekeneenheden) Vereffend door Lidstaten (en hun muntzoneo)
•
Nettooversohob (+) of -tekort () voor do maand
door do lidstaat
1
Verlening (of terugbetaling) van krediet
Storting (of terugbetaling) van goud aan do lidotaat
san do lidstaat
door de iidstaat
Kredieten tijdens do maand door de lidstaat (+) of san do lidstaat (-) terugbetaald uit hoof do van
Positio op 31 maart 1957 Vordering van de lidstaat (i . ) of sohuld (-) van do lidstaat
delgingsakkoorden
2,0
+ + -
4,6
+
788,2
-
-
010
+
0,5
-
+ -
0,8
0,1
0,2
+
6,1
0,5
-
-
2,6
+
101,1
2,8
+
1,1
-
81,4
-
-
rankrijk
.......................................
.. .. ..-
93,7
70,3
-
23,4
-
Duitsiand
.......................................
..+ 107,2
-
80,4
-
26,8
0,3
0,2
-
0,1
Oostenrijk ....................................... Belgiö-Luxemburg Denemarken
Griekenland
....................................
..................... ...............
..
-
1,1
0,8
4,4
3,3
6,4
4,8
.. +
0,0
.............................................
..±
0,6
-
-
2,1
1,6
-
..+
11,3
-
8,5
..+
6,1 31,5
....................................
..-
21,2
..........................................
..-
6,8
6,8 (b)
..-
8,4
± -
. 150,6
Nederland
.......................................
Noorwegen Portugal Zweden
.................................... .......................................
..........................................
Zwitserland Turkije
Verenigd-Koninkrijk
........................
Totalen
..
..
0,3 1,1
1,6
..........................................
IJsland Italië
...........................
..
0,0
-
--
-
23,6
-
7,9
5,3
-
6,3
-
2,1
-
116,2
113,0
34,4
37,7
6,1 (a)
15,9
+ + -
3:5 1,1
-
289,3
5,3
18,8
2,0
+ -
49,3
13,4
2
nihil +
3,0
2
91,4
0,7
+ + -
172,4
166,9
-
1,6
30,0
2
333,4
±1132 0 - 997,7
Jerland is begrepen in do munizone van het Verenigd-Koninkrijk, die eveneens do overzeeso gebiedsdelen van bet Verenigd-Koninkrijk en de niet deelnemende sterlinglanden omvat. 1
De vereffeningen gebeuren voor 75 pet. in goud (of in dollars) an voor 23 pet. in krediet met uitzondoring van de volgende gevallen (a) Portugal
2
3
- het vierde van dii bedrag komt overeen met bet gedeelte van ziju tekort wanrvoor Portugal het recht had kredieten to bekomen, msar dat bet verkoos tijdelijk in goud (of in dollars) te regelen, overeenkomstig artikel 11(d).
- volledig vereffend door eon storting van goud (of van dollars) door de Unie overeenkomstig artikel 13(a). (b) Turkije Do Belgisch.Luxemburgso Eeonomische Unie heeft bovendien aan do Unie ecu opeciaal krediet van 50 miljoen rekeneenheden toegestaan, woarvan 10 miljoen rekeneenheden nog niet werden terugbetaald. Do hierboven sIngeduido schulden t.o.v. de Unie omvatten eveneens do asnvankelijke saldi niet die uit hoofde van lening aan Noor'regen en aan Turkije werdcn toegekend voor resp. 10 en 25 mil1oen rekeneenheden. Dii cijfer omvat bet bedrag niet dat overeenstemt met bet gedeelte van zijn tekorten waarvoor Portugal de vereflening in krediet had kunnen bekomen doch dat bet tijdelijk verkoos to vereffenen in goud (of in dollars) ovoreenkomstig nrtikel 11(d) en (e). Na uitvoering van de verrichting voor maart beloopt dii bedrag 20,0 mil1oon rekeneenbeden.
Ten gevolge von do verrichtingeu betreffende de rnaand maart 1957 werd de goud- en inwisselbare deviezenvoorraad van de tjnie, die no de verricbtingen veer januari 1957 379,2 miljoeu rekeneenheden bedroeg, 09 382,5 miljoon rekeneenbeden gebraobt.
INHOUDSTAFEL DOORLOPENDE MAANDSTATISTIEKEN (Dc gegevens vergezeld van bet letterteken s v GELDMARKT. Ia.— Officieel rentetarief voor disconto en beleningen lb.— Rentevoet van bet cailgeld en de Schatkistcertifieaten op zeer korte termijn .............................. II. - Rentetarief voor bankdeposito's en tegoeden bij de Algemene Spaar. en Lijfrentekas III . - Daggeld ................................................... IV. - Discontovoet der voornaamste circulatiebanken
Tab 2 2 8 86
EDELE METALEN. Notering der edele metalen
9
VALUTAMARKT. I. - Officiële wisselkoersen vastgesteld door de in Verrekeningskamer te Brussel vergaderde bankiers II. - Officiële wisselkoersen vastgesteld door de Natio. nale Bank van Belgie ....................................
10 102
KAPITAALMARKT. I. - Noteringen van enkele overheidsfondsen ............ II. - Maandindexcijfers der aandelennoteringen op de Beurs te Brussel en Antwcrpen ........................ III. - Omzet op de Beurs to Brussel ........................ IV. Rendement van vast renderende waarden op de Beiirs te Brussel .......................................... V. - Emissies van de Nijverhcids. en Handelsvennoot. schappen Retrospectief overzicht .................................... Emissies van de Belgische vennootschappen in november en december 1056 Groepering naar de grootte van bet kapitaal Vi. - Leningen uitgegeven door de Overheid ............... VII. - Bankoperaties van bet Gemeentekrediet ............ VIII. - Hypotheekinschrijvingen
14 151 152 16 171 17 4 18 19 20
RIJ KSFINANCIEN. I. - Stand van de Staatsschuld .............................. II - Stand van het bezit aan overbeidsfondsen van de Nationale Bank van Belgid ........................... III. - Overzicht van de uitvoering der begroting ......... IV. - Opbrengst van de belastingen ........................
25
1
252 25 3 26
INKOMEN EN SPAREN. Rendement der Belgische en Kongolese vennoot. schappen op aandelen Retrospectief overzicbt II. - Algemene Spaar- en Lijfrentekas ..................... a) Iniagen op de spaarboekjes der particulieren; b) Stortingen ingeschreven op de rekeningen der aangeslotenen bij de Lijfrentekas IlL - Kwartaalindexcijfers der lonen ........................
302 31
32
LOOP DEE ZAKEN. I. - Bedrijvigheid der Verrekeningskamers .Debetverricbtingen II. - Postchèque- en giroverkeer
35 36
PRIJZEN. a) Indexcijfers der groothandelsprijzen in België b) Indexcijfers der groothandelsprijzen in Belgie en in bet buitenland ................................. c) Indexcijfers der kleinbandelsprijzen in Belgie
45 1 452 46 - 434
3,
zijn als voorlopig te beschouwen)
PRODU FTIE Tab. I. - lndexcrjfei's (ler hedrijvigheid en der indtistt'iile produktie ...................................................50 1.1. - Brandsioffen en metallurgisehe produkten ... 551en 552 III. - Textielgoederen .......................................... 56 1 IV. 56 2 Diverse produkten ....................................... V. - Elektrisehe energie ...................................... 58 VI. - Gas ......................................................... 59 \TE1lBiTlUh1 I. - Maandelijkse indexcijfcrs van (le verkoop van verbruiksartikeleri basisgeiniddelde 1053 = 100 552 en 65 II. - Tabaksverbruik .......................................... 66 111. - Slacbtingen in de 12 voornaamste slacbthuizen vanbet land ................................................ 67 VERVOER. I. - Bedrijvigbeid van de Nationale Maatschappij van Belgische spoorwegen a) bedrijfsontvangsten en -uitgaven .................. b) wagens aan de nijverheid geleverd ................ c) verkeer 10 algemeen spoorverkeer ........................... 20 zware goederen .................................... A) gezamenlijk verkeer B) binnenlands verkeer II. - Bedrijvigheid van de Nationals Maatschappij van Buurtspoorwegen ................................... - Ravenverkeer a) Haven van Antwerpen .............................. b) Haven van Gent ....................................... IV. - Algemene beweging der binnenscbeepvaart .........
70 70 2 70 2 79 3
70 71 1 71 2 72
BUITENLANDSE HANDEL. Nomenclatuur der afdelingen volgens de type. classificatie van de internationale bandel (T.C.I.H.) .............................................75 WEIRKLOOSHEID. I. - Gehele en gedeeltelijke werkloosbeid ..................81 1 812 II. - Indeling der gecontroleerde werklozen per provincie III. - Daggemiddelde der gecontroleerde werkiozen 81 IV. - Indeling der gecontroleerde werkiozen naar bedrijfsgroep ................................................81' BANK. EN GELDSTATISTIEKEN. I. - Belgid en Belgisch.Kongo Algemene Staten der banken ...................... Nationale Bank van Belgie Weekstaten ............................................. Centrals Bank van Belgisch-Kongo en RuandaUrundi Maandstaten .......................................... Sneiheid van de girale geldomloop in Belgie Binnenlandse geldboeveelheid ........................ Gezamenlijke balansen der geldscheppende instellingen................................................... Oorzaken van de veranderingen in de geidhoeveel. heid...................................................... II. - Buitenlandse emissiebanken. Staten Banque de France .................................... Bank of England ....................................... Federal Reserve Banks .............................. Nederlandsche Bank ................................. Sveriges Riksbank .................................... Banca d'Italja .......................................... Bank Deutseher Lander .............................. Banque Nationale Suisse .............................. Discontovoet der voornaamste circulatiebanken III. - Bank voor Internationale Betalingen, te Bezel IV. - Europese Betalingsunie Samenvattende tabel van de stand .................. Afrekening van de positie der deelnemende landen
85 1 85 2 85 85 1 85' 85' 85' 86 1 86 2 86 2 86' 86 5 86 86 86 86 9 87 88 1 882
Abonnernentsprijs per Jaaran"
(
fr 250 voor Belgie. fr 300 voor bet buitenland.
De betaling moet vooraf geschieden door overmaking op postgironuminer 500 der Nationale Bank van Belgie, of op de in haar boeken geopende rekening-courant onder de rubriek e Tijdschrift voor IDocumentatie en Voorlichting i.. De abonnenten worden verzocht op te geven welke uitgave zij wensen te ontvangen : de Nederlandse of de Franse.
Drnkkerij Icr Nationale Bank van BeIgiii. }Tootdingeniciir dcr Technischc Dieiisten C1i. AUSSEMS 15, Natitnsquare, Brussel