NATIONALE BANK VAN BELGIË
0
TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting
Afdeling Studiën en Documentatie
Verschijnt maandelijks
XXIIIe Jaar, Vol. II,
Nr
4
November 1948
Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank.
INHOUD : Beschouwingen over het probleem der internationale kapitaalbewegingen : I - Het verloop van de internationale kapitaalbewegingen - De hoofdproblemen van de Belgische textielnijverheid na de tweede wereldoorlog — Economische wetgeving — Statistieken. _
BESCHOUWINGEN OVER HET PROBLEEM DER INTERNATIONALE KAPITAALBEWEGINGEN I — HET VERLOOP VAN DE INTERNATIONALE KAPITAALBEWEGINGEN In de achttiende en negentiende eeuw luidde de industriële omwenteling een tijdpeí.k in van snelle economische ontwikkeling in de landen van Europa en ten slotte in alle landen van de wereld. Van toen af gingen de internationale kapitaalbewegingen, een vooraanstaande rol vervullen.
en kapitalen zijn een der voornaamste kenmerken van de economische evolutie in de XIXe eeuw. Zij hebben achtereenvolgens de landen van Europa, de Verenigde Staten, de landen van Midden- en Zuid-Amerika, Japan, Indië, China en ten slotte de koloniale gebieden tot economische ontwikkeling gebracht.
Wegens het verschil in structuur en economische ontwikkeling, bleek het immers onontbeerlijk dat de meest welvarende, de meest bedrijvige en de eerst uitgeruste landen, met name Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, hun steun verleenden aan de gebieden in de wereld waar de economische ontwikkeling trager geschiedde of pas later begon.
*
Sedert het begin van de XXe eeuw werd Europa door twee oorlogen geteisterd. Naast de behoeften aan kapitalen voor de normale uitbreiding der economische bedrijvigheid ontstonden nieuwe behoeften wegens de vernielingen en de ontreddering door de oorlog teweeggebracht. Na 1918 en vooral tijdens de laatste oorlog, alsmede in de huidige periode van wederopbouw, zijn de behoeften aan kapitaal in zeer grote omvang gestegen. Zonder buitenlandse hulpverlening is het herstel in talrijke landen ondenkbaar. Thans meer dan ooit is het probleem der internationale kapitaalbewegingen in zijn volle scherpte gesteld.
Deze hulpverlening kwam tot uitdrukking in de uitvoer van uitrustingsgoederen, alsmede in de vorm van kapitaalbewegingen. Dank zij die uitvoer van kapitaalgoederen konden de geïndustrialiseerde landen hun invoer van grondstoffen en voedingsmiddelen betalen en een afzetgebied voor hun aanhoudend stijgende productie verzekeren. Anderzijds konden door die kapitaalbewegingen de landen die zich economisch ontwikkelden over de nodige middelen voor hun voorgenomen investeringen beschikken. Ten slotte kwamen hierbij nog de internationale migraties. Zij leverden aan uitgebreide gebieden de aldaar ontbrekende werkkrachten. Geraamd werd dat van 1815 tot 1932 zowat 60 millioen mensen uit Europa uitweken. Alleen in de Verenigde Staten kwamen van 1820 tot 1930 bijna 38 millioen inwijkelingen het land binneri.
Dit blijkt duidelijk uit de diverse initiatieven die op dat gebied werden genomen : Lend-Lease en Mutual Aid tijdens de oorlog, de verscheidene leningen van de Verenigde Staten sinds het einde van de oorlog, waaronder voornamelijk de lening van 3.750 millioen dollar aan Groot-Brittannië, de oprichting van de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling, de inspanningen met betrekking tot het Marshallplan en de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking.
Deze uitgebreide bewegingen van mensen, goederen —
*
205
Enkele cijfers belichten duidelijk de omvang van dit probleem. « Omstreeks het einde van 1946 ver—
klaarde de President van de Verenigde Staten, dat de gezamenlijke hulpverlening uit hoofde van de Pachten Leenwet van haar inwerkingtreding in Maart 1941 tot September 1946, ca. 50.700 millioen dollar had bereikt; ... het bedrag dat aangeschreven werd op rekening van de buitenlandse regeringen beliep 48.600 millioen dollar. Daartegenover hadden de buitenlandse regeringen voor 7.820 millioen dollar aan de Verenigde Staten uit hoofde van de Beverse LendLease geleverd » (1). Zo deze omvangrijke bewegingen door de noodwendigheden van de oorlogsinspanning te verklaren zijn, blijkt het niettemin dat sedert het einde der vijandelijkheden, de kapitaalbehoeften, thans voor wederuitrusting en herstel, verder grote verhoudingen aannemen.
der opgedane ervaringen aan een nieuw onderzoek te onderwerpen. • Ons opzet is geenszins in de volgende bladzijden alle zijden van het probleem te belichten, noch een oplossing voor te stellen voor de huidige moeilijkheden. Wij beperken ons tot enkele beschouwingen waardoor de rol die de internationale kapitaalbewegingen in de eerstkomende jaren hebben te vervullen, in een duidelijker licht zal geplaatst worden. In een eerste artikel zullen wij enkele gegevens verstrekken over de omvang der internationale kapitaalbewegingen in het verleden. De ontwikkeling der economische denkbeelden op dit gebied zullen in een tweede artikel bondig worden behandeld.
Indien we ons beperken tot de hulpverlening van de Verenigde Staten (2) aan andere landen, voor de periode Juli 1945-einde 1947, dan bekomen wij een bedrag groot 17,4 milliard dollar, waarvan 14 milliard werden gebruikt. Laatstgenoemd cijfer omvat 6,3 milliard dollar eenzijdige overdrachten (Pacht- en Leenwet, U.N.R.R.A., leveringen aan de bezette gebieden voor civiele doeleinden) en ca. 8 milliard leningen en investeringen op lange termijn (Pacht- en Leencredieten, Export-Importbank, oorlogsvoorraden, enz.), waarin de lening aan Groot-Brittannië 3,5 milliard bedraagt.
De statistische documentatie over de internationale kapitaalbewegingen in de loop der XIX° eeuw en bij het begin der XX° eeuw is zeer ontoereikend. Deze bewegingen waren aan geen enkele controlemaatregel onderworpen; zij geschiedden hoofdzakelijk in de vorm van particuliere investeringen. Een regelmatige statistiek dienaangaande ontbreekt dan ook. We beschikken slechts over fragmentarische gegevens die voornamelijk werden ontleend aan studiën over de kapitaalmarkten in de verschillende landen en over de bedrijvigheid van grote bankinstellingen en financiële groepen.
Ten slotte moge het volstaan enkele cijfers over het Marshallplan in herinnering te brengen, opdat men zich een denkbeeld zou kunnen vormen over de omvang der behoeften aan vreemde kapitalen in sommige landen.
De meest volledige en betrouwbare gegevens vindt men in de ramingen van het bezit aan buitenlandse waarden of van het bedrag der buitenlandse investeringen op lange termijn van de voornaamste crediteurlanden. Gewoonlijk werd hierbij geen rekening gehouden met kortlopende beleggingen, noch met directe investeringen die niet in de juridische vorm van aandelen of obligaties geschieden; nauwkeurige inlichtingen over dergelijke beleggingen zijn immers moeilijk bijeen te brengen. -
De eerste globale raming, die door de landen van de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking werd voorgelegd, voorzag een dollardeficit van 22 milliard dollar voor de periode 1948-1952. Het toegezegde bedrag voor het dienstjaar 1948-1949 werd op 4,9 milliard vastgesteld, terwijl voor de periode 19491950 de door de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking herziene aanvragen naar raming 4,6 milliard dollar zouden belopen.
***
Dit gemis aan nauwkeurigheid en volledigheid der beschikbare cijfers mag dan ook niet uit het oog worden verloren (1). Deze cijfers geven niettemin een denkbeeld van de omvang der kapitaalbewegingen vóór 1914.
Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken dat de internationale kapitaalbewegingen steeds meer de aandacht gaande maken. Sinds een dertigtal jaren • maakten zij het voorwerp uit van talrijke theoretische en statistische studiën. De diepgaande wijzigingen in de structuur der wereldeconomie tijdens de oorlog hebben evenwel de gegevens van het probleem dermate gewijzigd dat het onontbeerlijk lijkt de klassieke leer van de internationale kapitaalbewegingen in het licht
Te dien tijde bekleedde Groot-Brittannië onbetwistbaar de eerste plaats onder de crediteurlanden. Dank zij een vroegtijdige en snelle industrialisatie, een grote productie van kapitaalgoederen, de steun van een uitgestrekt koloniaal rijk en een uitstekende inrichting van zijn kapitaalmarkt en zijn bankwezen, heeft dit land in ruime mate de wereld van kapitaal voorzien. De geschiedenis van de eerste expansieperiode van het Britse kapitaal werd op zeer levendige en gevatte wijze beschreven door L.-H. Jenks in zijn werk The Iltigration of British Capital to 1875 (1927).
(1)Banque des Règlements Internationaux, Dix-septième RapJuni 1947, blz. 116. (2)Banque des Règlements Internationaux, Dix-huitième Rapport annuel, Juni 1948, blz. 24-25.
(1) Deze cijfers zijn ontleend aan H. FELS : Europe, the World's Bankers, 1870-1914 » (1930) en aan The Problem of International Investment », uitgegeven door het Royal Institute of International Affairs, te Londen, in 1937.
port annuel,
— 206 —
In 1913 overtroffen de buitenlandse beleggingen van Engeland in de vorm van effecten onder het publiek uitgegeven vermoedelijk 3.750 millioen pond sterling. Dit bedrag moet tot ca. 4 milliard pond worden verhoogd, zo wij hierbij de investeringen rekenen die niet in de vorm van verhandelbare effecten plaats hadden. Van deze 3.750 millioen pond waren ongeveer 47 pet. in het Britse Rijk, 20 pet. in de Verenigde Staten, 20 pot. in Latijns Amerika en 6 pet. in Europa belegd. Hieruit blijkt dat een belangrijk deel der Engelse kapitalen in het Britse Rijk was belegd, met name in Canada (13,7 pet.), Australië en Nieuw-Zeeland (11 pet.) alsmede in Indië (10 pet.). Ook de beschikbare gegevens betreffende de aard dezer investeringen zijn belangwekkend. Dertig percent dezer kapitalen waren in Staats- of andere overheidsfondsen belegd, 41 pet. in spoorwegondernemingen, 10 pet. in de productie van grondstoffen en 5 pet. in bedrijven voor openbaar nut. In feite was de grootste inspanning van .de Engelse kapitaaluitvoer tot 1914 gericht op de uitrusting van de basisindustrieën, in de eerste plaats in het Britse Rijk en voor het overige in de landen die weinig geïndustrialiseerd waren of nog een achterstand op dit gebied hadden in te halen. ,
Frankrijk en Duitsland bezaten eveneens belangrijke. investeringen in het buitenland (1). De Franse langlopende beleggingen zijn geraamd op 28 milliard goudfrank in 1900 en 45 milliard in 1914. Het merendeel dezer kapitalen, 20 milliard in 1900 en 27 milliard in 1914, was in Europa belegd. Rusland
vormde het voornaamste werkgebied van Frankrijk, dat op de twee hierbovenvernoemde tijdstippen resp. 7 milliard en 11 milliard frank langlopende investeringen in dit land bezat. Ten slotte had Duitsland zijn buitenlandse investeringen regelmatig verhoogd en wel van 5 milliard goudmark in 1883 tot ca. 22-25 milliard goudmark in 1914. Ongeveer de helft van dit bedrag was in Europa belegd. Wat de Verenigde Staten betreft, dit land begon pas tijdens de oorlog 1914-1918 een actieve rol op de internationale kapitaalmarkt te spelen. In 1913 had het ca. 2,6 milliard dollar op lange termijn in het buitenland geïnvesteerd, waarvan één milliard in Mexico en 750 millioen in Canada. Tot de eerste wereldoorlog waren het aldus Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en enkele zeldzame landen met een hoge industrialisatie die kapitaal uitvoerden. Dit kapitaal ging hoofdzakelijk naar de andere landen van Europa, naar het Amerikaanse continent en naar het Britse koloniale Rijk.
De oorlog 1914-1918 bracht diepgaande veranderingen aan het internationaal evenwicht, zowel op politiek als op economisch gebied. Naast de oorlogsverliezen en -vernielingen rezen moeilijkheden op uit de binnenlandse en vooral uit de buitenlandse schulden : intergeallieerde schulden, Duitse herstelbetalingen en leningen aan Duitsland, stabilisatieleningen. Ten slotte verloren tal van landen een deel van hun buitenlandse investeringen; o.m. in de overwonnen landen en in Rusland. Het valt niet binnen het bestek van deze studie om de geschiedenis van de internationale kapitaalbewegingen te schetsen. Wij zullen ons tot het onderzoek van enkele zeer sprekende cijfers beperken. In dit verband moge er worden op gewezen dat de beschikbare documentatie sedert een dertigtal jaren in belangrijke mate verbeterd en uitgebreid werd. Zoals verder blijken zal bij het overzicht van de ontwikkeling der theorie, hebben inderdaad tijdens deze periode talrijke economen hun aandacht aan de theoretische en statistische aspecten van het probleem der kapitaalbewegingen gewijd. Bovendien hebben tal van regerings- en internationale instellingen statistieken verzameld en steeds meer nauwkeuriger ramingen opgemaakt over het in- en uitgaand kapitaalverkeer, vooral in verband met de evolutie van de betalingsbalans en het nationaal inkomen of met het oog op de wisselcontrêle. In dit opzicht verdienen vermelding de studies over de intergeallieerde schulden, de herstelbetalingen en de Young- en Dawes-plannen, de talrijke bijdragen van de Volkenbond, voornamelijk over de economische toestand in de wereld en over de betalingsbalansen, de uitstekende jaarverslagen van de Bank voor Internationale Betalingen sinds 1931 en de verschillende studiën die in talrijke landen over de betalingsbalans en het nationaal inkomen werden uitgegeven. Zoals bekend, werden laatstgenoemde studiën zeer actief en stelselmatig in Groot-Brittannië en in de Verenigde Staten uitgewerkt. In de Verenigde Staten verstrekken het Federal het Treasury Bulletin van het 'Departement van de Schatkist en de Survey of Current Business van het Departement van Handel regelmatig breedvoerige gegevens over de kapitaalbewegingen. Van bijzonder belang zijn de speciale uitgaven van het Departement van Handel, waarvan wij er drie vermelden : The Balance of International Payments of the United States in 1940 (1941) van H.-B. Lary en P.-D. Dickens, American Direct Investments in Foreign C ountries — 1940 (1942) van R.-L. Sammons en M. Abelson, alsmede The United States in the Reserve Bulletin,
World Economy. The International Transactions of the United States disring the interwar period (1943)
van H.-B. Lary. (1) Ten einde de vergelijking te vergemakkelijken, zij herinnerd dat één pond sterling op basis van de goudpariteit in 1913 gelijk was aan 25,22 Franse frank, 20,43 Duitse mark en 4,87 U.S.-dollar.
Ten slotte verdienen nog verscheidene algemene werken onze belangstelling. Sommige onder hen trachten een overzicht te geven van het verloop der
— 207 —
internationale kapitaalbewegingen, zoals 1 movimenti, internazionali dei capitali nel dopoguerra (1941) van F. Ballarini, terwijl andere de stand van de internationale schulden en vorderingen aangeven, zoals het werk van C. Lewis Debtor and Creditor C ountries 1938, 1944 (1945).
Wanneer wij de grote lijnen van de ontwikkeling der kapitaalbewegingen tussen de twee oorlogen in naar voren brengen, dan valt ons een fundamentele wijziging op : de Verenigde Staten die in de XIX° eeuw omvangrijke buitenlandse kapitalen hadden opgenomen werden een kapitaaluitvoerend land. Deze wijziging zal nog scherper aan het licht treden na de laatste oorlog. Thans gaat de internationale financiering hoofdzakelijk uit van de Verenigde Staten. Tot 1930 was het internationaal kapitaalverkeer nog vrij belangrijk te noemen o.m. door de stabilisatieen wederopbouwleningen en door de actieve deelneming van Amerikaans kapitaal in verschillende landen van Europa, waaronder vooral Duitsland. Het was nochtans te betreuren dat noch de geldleners noch de geldnemers een .voldoende voorzichtigheid in acht namen. Al te veel leningen werden tegen zeer ongunstige voorwaarden en voor buitensporige bedragen verstrekt. Met ingang van 1930 werden de kapitaalbewegingen hoofdzakelijk gehinderd door de wereldcrisis, de devaluatie van het pond sterling in 1931, de toenemende moeilijkheden in het internationaal handels- en deviezenverkeer en ten slotte de politieke spanning onder de grote landen. In korte tijd vielen de kapitaalbewegingen tot een uiterst laag peil. Tal van landen staakten zelfs de aflossing en de renteuitkeringen op hun buitenlandse schulden. Naderhand trad een lichte verbetering in, doch weldra werd de toestand grondig verstoord door de behoeften van de herbewapening en vooral door de kapitaalvlucht. Omvangrijke kortlopende kapitalen verplaatsten zich van het ene land naar het andere met een buitengewoon grote beweeglijkheid onder invloed van de vrees voor devaluatie, van sociale en politieke onrust en vooral wegens de wankele internationale politieke verhoudingen. In de laatste jaren vóór de oorlog bereikte de kapitaalvlucht naar de Verenigde Staten zeer hoge bedragen : in 1939 zochten één milliard dollar kortlopende buitenlandse kapitalen een tijdelijke toevlucht in de Verenigde Staten (1). Hierdoor werd dit land gedurende een aantal jaren wederom invoerder van kapitalen, totdat in deze toestand opnieuw een wijziging kwam door de deelneming der Verenigde Staten in de oorlog en hun inspanning op het gebied van de oorlogs- en na-oorlogsfinanciering.
investeringen der voornaamste landen er tijdens deze periode uitzag. Naar een grondige studie die in 1937 door het Royal Institute of International Affairs te Londen werd uitgegeven, waren de drie voornaamste crediteurlanden in 1930, op basis van de bruto-cijfers : Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten. In dit werk is de toestand er in de volgende bewoordingen uiteengezet : « De buitenlandse bruto-investeringen der drie voornaamste credietverlenende landen in 1930 (d.w.z. excl. de investeringen in die landen door onderhorigen van andere landen) werden, op het ogenblik dat de na-oorlogse investeringen hun maximum hadden bereikt, op resp. 3.726 millioen pond sterling, 72.000 millioen frank en 15.675 millioen dollar geraamd. (In deze cijfers zijn noch de schulden tegenover de regeringen dier landen, noch de schulden op korte termijn begrepen.) Afgezien van de investeringen van elk dezer landen in beide andere, waren meer dan 7.000 millioen pond sterling in 1930 door deze landen aan de overige landen uitgeleend » (1). Opmerkenswaardig is dat de buitenlandse investeringen op lange termijn van Groot-Brittannië ongeveer hetzelfde bedrag bereikten in 1930 en in 1913. De aanhoudende stijging der Engelse beleggingen tot in 1913 werd aldus tot staan gebracht. Deze stabilisatie sluit trouwens een belangrijke wijziging in de indeling der buitenlandse activa in : het aandeel der investeringen in het Britse Rijk steeg van 47 pet. in 1913 tot 59 pet. in 1930, terwijl de beleggingen in de Verenigde Staten vielen van 20 pet. tot 5 pCt. (2). De Verenigde Staten daarentegen vermeerderden hun buitenlandse beleggingen op lange termijn van 2,6 milliard dollar (bruto-cijfer) in 1913 tot 15,7 milliard in 1930. Zo wij het netto-saldo berekenen van de vorderingen en van de schulden op lange termijn der Verenigde Staten, dan blijkt dat de langlopende schulden in 1913 de tegoeden met 1,9 milliard dollar overtroffen, terwijl in 1930 de netto-credietstand op lange termijn 8,4 milliard bereikte (3). Deze gegevens voor het jaar 1930 werden aangevuld door een breedvoerige enquête over de toestand der internationale investeringen op' lange termijn voor het jaar 1938, die in 1945 door C. Lewis (4) werd gepubliceerd. Dit werk behandelt alle vormen van openbare of particuliere beleggingen op lange termijn, met inbegrip der investeringen in goederen. Hieruit werden alleen de oorlogs- en herstelschulden uit de eerste wereldoorlog ontstaan, verwijderd. Wel is waar dienen de cijfers van Lewis met omzichtigheid behandeld. Over hun nauwkeurigheid kan in elk bijzonder geval worden geredetwist. Doch,
Laten we nu nagaan hoe het bezit aan buitenlandse (1) The Problem of International Investment, blz. 16. (2) The Problem of International Investment, blz. 144 en 166. (3) The Problem of International Investment, blz. 144 en 166.
(1) H.-B. LARY en P.-D. : « The Balance of International Payments of the United States In 1940 », blz. 46.
(4) C. LEWIS : « Debtor and
The Itroolcings Institution.
— 208 —
Creditor countries, 1938, 1944 »,
ondanks deze onvolmaaktheden en het feit dat zij geen rekening houden met de kortlopende internationale beleggingen, zijn ze een uiterst kostbare bron voor al wie zich een denkbeeld wenst te vormen over de stand der internationale beleggingen bij het einde van de periode tussen de twee oorlogen. In de hierna volgende tabel zijn de ramingen van Lewis voor de voornaamste landen opgenomen.
wanneer het netto-cijfer in aanmerking komt (investeringen min verplichtingen) : Milliarden dollar Verenigd Koninkrijk Nederland Verenigde Staten Frankrijk Zwitserland België-Luxemburg
Internationale investeringen op lange termijn in 1938 (1)
21,6 4,8 4,5
3,3 1,4 0,8
Voor de voornaamste debiteurlanden beliep het
(Millioenen dollar)
bruto-bedrag (afgezien van hun buitenlandse tegoeLand of gebied
VmplichBuitenlandse tingen op . investeringen lange termijn op lange tegenover termijn (2) het buitenland
Europa België-Luxemburg (2) Frankrijk(2) Duitsland Nederland (2) Zweden Zwitserland Verenigd Koninkrijk (2)
Noord-Amerika Canada Mexico Verenigde Staten
10.280 435 559 2.743 21 44 168 1.299
-I- 26.557 + 818 + 3.300 - 2.067 + 4.797 + 337 ± 1.442 + 21.606
13.365 1.855 19 11.491
15.413 6.628 1.778 7.007
-I-
2.048 4.773 1.759 4.484
-
7.885
68
1.560
Zuid-Amerika
73
7.958
2.313
15.640
112
4.031
52.823
54.957
Afrika De wereld (3)
- 13.327 -
3.919 -
Op een totaal ramingsbedrag van ca. 53-55 milliard dollar langlopende internationale investeringen, waren er bij benadering 35 milliard of nagenoeg 65 pCt. in het bezit van de zes volgende Europese landen : Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, België, Zweden en Zwitserland. Het aandeel van de Verenigde Staten en Canada samen bedroeg 13,3 milliard, zegge 24 pCt. Naar rangorde waren de voornaamste crediteurlanden op lange termijn : wanneer het bruto-cijfer der buitenlandse investeringen in aanmerking genomen wordt :
Milliarden dollar Verenigde Staten
Nederland Frankrijk Canada Zwitserland België-Luxemburg
Canada Australië Argentinië Indië Duitsland China Nederlands Indië Brazilië Mexico Zuid-Afrika en Rhodesia Chili
1.492
(1) C. LEWIS : a Debtor and Creditor countries, 1938, 1944 », blz. 48. (2) Incl. de beleggingen in de kolonies voor België, Frankrijk, Italië, Nederland en Portugal, alsmede in het Britse Rijk voor Groot-Brittannië. Voor alle landen van Europa vertegenwoordigen deze beleggingen 15,3 milliard dollar en de beleggingen in het buitenland 21,5 milliard dollar, zegge in totaal 36,8 milliard dollar. (3) De eindtotalen bevatten sommige bedragen die niet in de gedeeltelijke totalen voorkomen. Het verschil tussen de totaalcijfers van de verplichtingen en van de investeringen is te wijten aan moeilijkheden bij de ramingen en gebrek aan inlichtingen voor bepaalde landen of voor vormen van investeringen.
Verenigd Koninkrijk
den) van hun verplichtingen op lange termijn tegenover het buitenland ongeveer als volgt :
Milliarden dollar
36.837 1.253 3.859 676 4.818 381 1.610 22.905
Midden-Amerika
Azië en Oceanië
Nettostand op lange termijn + credit - debit
22,9 11,5 4,8 3,9 1,9 1,6
6,6 3,7 3,2 2,8 2,7 2,6 2,4 2,0 1,8 1,4 1,3
Naast deze landen die gezamenlijk ca. 30 milliard dollar vertegenwoordigen, komt er een massa andere debiteurlanden voor, wier gezamenlijke verplichtingen een twintigtal milliard dollar bereiken, doch waarvan niet één afzonderlijk één milliard te boven gaat. Dit was de toestand op het ogenblik dat de tweede wereldoorlog uitbrak. Zoals we reeds hierboven deden opmerken, waren de kortlopende kapitaalbewegingen en met name de kapitaalvlucht naar de Verenigde Staten of naar andere niet door de oorlog bedreigde landen van grote betekenis in de laatste .vóór-oorlogsjaren. Doch het ging hier om buitengewone en tijdelijke bewegingen die geen fundamentele wijziging brachten aan de structuur en de verdeling der buitenlandse investeringen op lange termijn over de wereld. Deze verdeling was gekenmerkt door het feit dat slechts enkele zeer geïndustrialiseerde landen in het bezit waren van nagenoeg alle in het buitenland belegde kapitalen. Zij was de weerspiegeling van een economische werkelijkheid : deze landen hadden in de loop der XIXe en in het begin der XXe eeuw de overige wereld economisch helpen uitrusten. Daarenboven dient rekening gehouden met de eerste wereldoorlog en zijn gevolgen, waardoor de Verenigde Staten actief in de internationale financiering gingen deelnemen. Het optreden van dit land betekent t.o.v. de toestand vóór 1913 een fundamentele structuurwijziging in de internationale kapitaalbewegingen.
1,3
- 209 -
De tweede wereldoorlog heeft deze structurele wijziging, waarvan het eerste stadium zich in de periode 1914 1940 ontwikkelde, nog verscherpt. -
Talrijke publicaties over de oorlogsinspanning, de Lend-Lease, de internationale leningen, inzonderheid de Amerikaanse lening aan Groot-Brittannië, en ten slotte het Marshallplan, hebben de internationale kapitaalbewegingen sedert 1940 breedvoerig behandeld. Gelet op de ruime verspreiding die aan deze literatuur. werd gegeven, achten wij het overbodig hierover uit te weiden, om niet het bestek van onze uiteenzetting te buiten te gaan.
1941.
Van September 1939 tot Juni 1945 heeft Groot-Brittannië voor meer dan 4 milliard pond sterling in het buitenland gedesinvesteerd; zulks blijkt duidelijk uit de hierna volgende tabel. Het heeft meer dan één milliard pond sterling aan buitenlandse investeringen prijsgegeven, terwijl het zijn kortlopende schulden van 500 millioen tot 3 milliard liet aangroeien, 300 millioen te leen nam en zijn netto goud- en dollarbezit met 152 millioen zag verminderen.
Buitenlandse desinvesteringen van het Verenigd Koninkrijk (1) (Beschikbare cijfers, vermoedelijk onderschat)
(Millioenen pond sterling)
Tijdvak
Tegeldemaking van buitenlandse activa
Daling of Stijging der Verver- ,,W ,ingF...) plichtingen (145 goud- Diversen tegenover en dollari buireserves tenland (2)
58
80
57
1940 » 1941 a 1942 ), 1943 a 1944 Jan.-Juni 1945
164 274 227 189 143 63
179 564 519 647 608 282
474 23 75 150 99 32
1.118
2.879
Jan.-Dec.
------
Totaal
212
M -.CD .-mi.-■
Sept.-Dec. 1939
811 820 674 689 663 329
49
4.198
..)05
De financiële krachtsinspanning die Groot-Brittannië sedert 1939 leverde om de overwinning te behalen is wellicht in geen enkel document op meer gevatte en treffende wijze beschreven als in een kleine brochure van vijftien bladzijden betiteld Statistical Material presented during the Washington negotiations. Zij werd door de Britse Regering in December 1945 gepubliceerd, toen de onderhandelingen over de. Amerikaanse lening van 3.750 millioen dollar werden beëindigd. Deze financiële inspanning hebben Groot-Brittannië en het Britse Rijk van Juni 1940 tot Maart 1941
Staten een belangrijk aandeel in deze krachtsinspanning, vooral na de oorlogsverklaring in December
I
Het zou ons te ver leiden breedvoerig de redenen uiteen te zetten die tot deze toestand aanleiding hebben gegeven. Het volstaat het meest typische geval, namelijk dit van Groot-Brittannië, nader te onderzoeken om zich rekenschap te kunnen geven van deze ommekeer.
Lend-Lease-stelsel. Van toen af droegen de Verenigde
t- CD ,-1
Onze aandacht gaat alleen naar de grote lijnen van het verloop der kapitaalbewegingen tijdens de allerlaatste jaren. Schematisch is deze evolutie gekenmerkt door een grondige wijziging in de positie van Groot-Brittannië, door de toegenomen betekenis van de Verenigde Staten als internationaal crediteur en door de uitgebreide kapitaalbehoeften in alle door de oorlog geteisterde landen waaronder in de eerste plaats de Europese. Zo wij hieraan toevoegen dat in zeer veel landen de deviezencontróle of beperkende maatregelen op het deviezenverkeer practisch iedere kapitaaluitvoer verbieden, wegens de binnenlandse behoeften van elk land voor de dekking van zijn openbare uitgaven, voor zijn wederopbouw en zijn investeringen, dan verkrijgen wij een vrij trouw beeld van de huidige toestand. Behalve enkele zeldzame bevoorrechte landen waaronder de Verenigde Staten van overwegende betekenis zijn, heerst er overal ter wereld een vraag naar buitenlands kapitaal : het is dan ook duidelijk dat de kapitaalstr oom zich in één richting van deze enkele landen naar de andere beweegt. Deze toestand komt duidelijk tot uitdrukking in instellingen zoals de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling en het Internationaal Monetair Fonds, alsmede in de talrijke leningen door de Verenigde Staten en zelfs Canada voornamelijk aan Groot-Brittannië verstrekt en ten slotte vooral in de gecoërdineerde inspanning uitgaande van het Marshallplan.
alleen moeten leveren; op laatstgenoemd tijdstip werd het Cash, and Carry-stelsel vervangen door het
Totaal (Sept. 1939-
Juni 1945)
152
(1) Statistica' Material presented during the Washington negotiattons, blz. 12.
(2) Bet goud is geëvalueerd op 173/3 d. per once en de dollar op £ 1 = $ 4,03.
Bij het einde van 1945 verkreeg Groot-Brittannië van de Verenigde Staten een lening van 3.750 millioen dollar, die het nagenoeg geheel in 1946 en 1947 benuttigde, evenals een goed deel van zijn goud- en dollarreserves en andere diverse leningen, zoals de Canadese lening van 1.250 millioen dollar. Dat land, wiens buitenlandse activa op lange termijn in de vorm van effecten en fondsen in 1930 nagenoeg even groot waren als in 1913, heeft aldus in de loop der laatste tien jaar een belangrijk deel dezer vorderingen prijsgegeven ten einde ze voor zijn betalingen in het buitenland te kunnen aanwenden. Hierdoor zouden tot 25 pet. of zelfs meer van zijn buitenlandse activa op lange termijn te loor zijn gegaan. Bovendien moest Groot-Brittannië toezien op een stijging van zijn sterling balanses, d.w.z. van de kortlopende tegoeden die verschillende landen te Londen aanhouden. Bij het einde van Juli 1945 bereikten zij het uiterst grote bedrag van 3 milliard pond sterling. Voegen wij hierbij nog 303 millioen pond buitenlandse leningen, dan waren de buitenlandse verplichtingen van Groot-Brittannië op dit ogenblik gestegen tot 3.355 millioen. Gelukkigerwijze was een
— 210 —
omvangrijk deel dezer schuld, nl. 2,7 milliard, in het bezit van landen der sterling area, waarmee GrootBrittannië afzonderlijke schikkingen heeft getroffen. Nochtans lieten deze wijzigingen niet na een diepgaande invloed op de structuur van de betalingsbalans uit te oefenen. De daling van de activa op het buitenland gaat noodgedwongen gepaard met een vermindering der desbetreffende opbrengsten uit interesten en dividenden; de aanzienlijke verplichtingen tegenover het buitenland in de vorm van kort- en langlopende schulden brengen lasten mede en stellen zeer moeilijke problemen t.a.v. de terugbetaling, de aflossing en de omwisselbaarheid, vooral wanneer het gaat om sterling balances van landen uit het sterlinggebied. Groot-Brittannië blijft onbetwistbaar een crediteurland wanneer de kapitaalbalans van al zijn schulden en vorderingen wordt opgemaakt, doch zijn nettocreditpositie is sedert een tiental jaren zeer verzwakt. Nochtans wordt• de vraag zeer omstreden in hoeverre het nog crediteur is of zal zijn, zo men alleen de doorlopende ontvangsten en uitgaven van zijn internationale investeringen en verplichtingen beschouwt (1). Hoe dan ook, bij het einde van 1947 overtroffen de buitenlandse verplichtingen van Groot-Brittannië 4,5 milliard pond sterling (2). Tal van andere landen verkeerden mutatis mutandis in een gelijkaardige toestand (3). Na een zeer zware oorlogsinspanning of een uitputtende bezetting hadden zij aan het einde van de oorlog in de uitgebreide behoeften voor hun wederopbouw en -uitrusting te voorzien. De vooruitzichten t.a.v. de internationale kapitaalbewegingen waren echter weinig bemoedigend. Onder de landen die vroeger bij traditie kapitaal uitvoerden, was Duitsland sedert 1914 uitgeschakeld. Engeland, Frankrijk en België werden zwaar door de twee wereldoorlogen getroffen, vooral door de laatste oorlog waarin ook Nederland betrokken werd. Zwitserland en Zweden ontsnapten wel is waar tweemaal aan het conflict, doch zij leden verliezen in bepaalde investeringen; hun mogelijkheden zijn trouwens vrij beperkt. Verscheidene landen zoals die van Zuid-Amerika en sommige gebieden van het Britse Rijk konden dank zij de oorlogsomstandigheden een groot deel hunner oude schulden terugbetalen. Doch hun eigen behoeften aan kapitaal zijn al te groot, dan dat bedoelde landen reeds nu een rol als internationale crediteuren zouden kunnen spelen. Nochtans kunnen wij wijzen op de
(1) Z. P. JACOBSSON : « Great Britain as Creditor and Debtor », Skandinavtska Banken Quarterly Review, Oct. 1947, en Thomas BALOGII : « The Problem of the British Balance of Payments «, Bulletin of the Oxford University Institute of Statisties, Vol. 9, Juli 1947, blz. 211-227. (2) P. JACOBSSON, op. cit., blz. 83. (3) Zie C. LEWIS : « Debtor and Creditor Countries 1938, 1944 n, Hoofdst. II.
—.
hulpverlening van verscheidene leden uit het sterlinggebied en van Canada aan Groot-Brittannië. Er blijft ten slotte nog de Verenigde Staten, die het enige land zijn om, althans op korte termijn, een beslissende bijdrage tot het probleem van de internationale kapitaalbewegingen te kunnen leveren. Het moet erkend dat dit land, zowel tijdens als na de oorlog, van zijn verantwoordelijkheden dienaangaande bewust is. Alleen voor de periode Juli 1945December 1947 werd aan de overige landen een nettobedrag van 18,2 milliard dollar steun verleend (1). Met ingang van het voorjaar 1948 trad het Marshallplan in werking. Het voorziet voor de eerste twee jaar, zoals reeds hierboven gezegd, resp. 4,9 milliard en 4,6 milliard dollar.
*** Bij het einde van dit eerste artikel over de internationale kapitaalbewegingen, komen we tot de vaststelling dat het verarmde en door twee oorlogen verzwakte Europa nog over een vrij belangrijk, doch sterk verminderd bezit aan buitenlandse investeringen beschikt. Het is de vrucht van zijn vroegere besparingen. Het kapitaal, dat het dank zij zijn bevolkingsdichtheid, zijn snelle industriële ontwikkeling en de hoge bedrijvigheid van zijn bevolking in het buitenland heeft belegd, diende tot de uitrusting en de industrialisatie van talrijke landen buiten Europa. Heden ten dage is Europa, althans voorlopig, niet in staat een nieuwe kapitaalstroom naar het buitenland te voeden. Integendeel, het is kapitaalaanvrager geworden en hiertoe kan het zich slechts tot enkele zeldzame landen wenden, waaronder in de eerste plaats de Verenigde Staten, die ternauwernood een halve eeuw geleden nog in ruime mate het Europees kapitaal voor hun uitrusting aanspraken. Dit is de huidige toestand. Hij sluit de mogelijkheid niet uit van een nieuwe bloeiperiode in het internationaal kapitaalverkeer, vooral indien een voldoend aantal landen er niet toe gedwongen worden hun buitenlandse tegoeden te vervreemden en er aldus een toereikende verscheidenheid en vooral een geographische verspreiding in de internationale investeringen behouden blijft. Doch er kan geen sprake zijn van een herneming der internationale kapitaalbewegingen onder de landen, zolang niet de monetaire en economische stabiliteit in deze landen alsmede een bevredigend evenwicht in hun handelsbalans door de uitbreiding van hun productie en hun handelsverkeer is verwezenlijkt. Het zijn juist deze doeleinden die door het Marshallplan worden nagestreefd. (1) « Report of the National Advisory Council of International Monetary and Financial Problems, Oct. 1947-March 1948 «,
Federal Reserve Bulletin, Sept. 1948, blz. 1083 1100. -
211 —
DE HOOFDPROBLEMEN VAN DE BELGISCHE TEXTIELNIJVERHEID NA DE TWEEDE WERELDOORLOG
De textielnijverheid kende na de Bevrijding de krachtigste en de snelste wederopbloei. Reeds in het eerste halfjaar van 1946, dus nauwelijks één jaar na het einde der vijandelijkheden, evenaarde het productietempo over het geheel het peil van 1938. Dit mag als een zeer merkwaardig resultaat worden beschouwd. Doch de medaille heeft ook haar keerzijde en thans is de textielindustrie een der eersten die met moeilijkheden af te rekenen heeft. Het komt ons dan ook gelegen voor, de huidige toestand en de vooruitzichten in deze bedrijfstak van naderbij te beschouwen. Welke zijn de mogelijkheden en de kansen van de textielnijverheid in een door de tweede wereldoorlog diep ontwrichte wereld 4 Dit is het probleem waarvan wij hierna enkele aspecten zullen trachten te belichten.
Twee belangrijke gevolgen van het wereldconflict Vooreerst dient er gewezen op de toegenomen industrialisatie in de nieuwe landen die vóór de oorlog nog belangrijke afzetmarkten waren. Zo verhoogde in Canada van 1937 tot 1946 de productie van katoenen garens met nagenoeg 15 pCt., terwijl de productie van wollen garens en rayonweefsels verdubbelde en die van wollen stoffen met meer dan 50 pCt. steeg. In Latijns-Amerika breidde het industrieel katoenverbruik zich tussen 1938 en 1945 met 66 pCt. uit. Argentinië produceert reeds voldoende katoenen garens van gewone kwaliteit voor eigen verbruik; anderzijds bracht het zijn productie van wollen garens van 14.000 t op 20.000 t en die van wollen weefsels van 13.000 op 20.500 t. Een dergerlijke uitbreiding deed zich ook voor in Brazilië, Chili, Peru en Columbia. Het vermogen van de Zuidamerikaanse textielindustrie in haar geheel schijnt van 60 tot 80 pet. te zijn gestegen. Ook in het Midden-Oosten was de oorlog een grote stuwkracht voor de ontwikkeling van de plaatselijke industrie. Turkije vervaardigt thans 20 pet. meer katoenen garens dan in 1939. De Egyptische garen- en weefselproductie steeg met ca. 40 pet. en de SyrischLibanese productie nog veel meer (ongeveer 100 pet.). De hoop is natuurlijk gewettigd dat de Europese industrie een deel van het verloren terrein op deze
markten zal kunnen heroveren, dank zij haar betere
technische organisatie en de kwaliteit van haar arbeidskrachten. Het zou nochtans een dwaling zijn hieromtrent te hoge verwachtingen te koesteren. De nieuw opgerichte of uitgebreide industrieën zullen ongetwijfeld beschermd worden door een aangepaste douanepolitiek, zoals reeds bleek uit de beraadslagingen op de Conferentie voor Handel en Werkgele• genheid te Havana, terwijl zij anderzijds genieten van het niet te onderschatten voordeel hun grondstoffen betrekkelijk dicht bij zich te vinden. Waarschijnlijk zullen onze courante artikelen er slechts als een aanvulling van de plaatselijke productie en dan nog onregelmatig kunnen afgezet worden. Anderzijds dreigt het gevaar dat onze gespecialiseerde artikelen of de producten van zeer hoge kwaliteit, die de industrieën der nieuwe landen geen rechtstreekse concurrentie aandoen, door verbodsbepalingen van andere aard worden getroffen zoals b.v. de uitsluiting van de zogenaamde weeldeproducten wegens het deviezentekort. Het ziet er dan ook naar uit dat de omvang van de afzet van onze textielproducten in de nieuwe landen grootelijks zal afhangen van de toekomstige besprekingen tussen de Regeringen van België en de betrokken landen. Met andere woorden de afzetmarkten zullen zich uitbreiden of inkrimpen al naar gelang de bargaining. position, der Belgische onderhandelaars zal verbeteren of verslechteren. Het prijsgeven van de vrijhandelspolitiek door de
landen van het Britse Gemenebest is een tweede gevolg van de oorlog. Zoals bekend, zochten GrootBrittannië en zijn Dominions reeds op de Conferentie van Ottawa naar een middel om hun economische moeilijkheden te overwinnen door het invoeren van imperiale voorrechten, d.w.z. door het invoeren van
een stel maatregelen waarbij de markten van het Commonwealth, aan de verbonden landen werden voorbehouden. Destijds kon nog worden gehoopt op intrek-
king of ten minste op een verzachting van deze maatregelen bij een terugkeer van de welvaart. Ongelukkig kwam de oorlog, waardoor Groot-Brittannië zich vóór zeer ernstige economische moeilijkheden geplaatst zag. Om hieraan het hoofd te bieden ging de Regering van het Verenigd-Koninkrijk een politiek voeren van strenge quantitatieve controle op de buitenlandse handel, waarin zij nagevolgd werd door het merendeel der Dominions en een groot aantal landen van Europa.
- 212 -
De — althans voorlopige — oninwisselbaarheid van het pond sterling heeft de afzondering van het sterlinggebied en de hiervan afhankelijke markten tegenover de overige monetaire zonen nog verscherpt. Voor de Belgische textielnijverheid brengt deze evolutie zware gevolgen mede. België onderhoudt wel is waar nog geregelde economische betrekkingen met het sterlinggebied, doch met dit voorbehoud dat de hoeveelheden en de aard der geruilde goederen door de handelsaccoorden beperkt worden. Welke ook de wederkerige goede wil der regeringen moge zijn, een dergelijk systeem is uiteraard star en moeilijk aan de wisselende omstandigheden aan te passen. Hoe zou het bijvoorbeeld functionneren in geval van een conjuncturele teruggang Wat er ook van zij, het protectionisme der nieuwe landen, de handelspolitiek van Groot-Brittannië, de U.S.S.R., haar satellieten en vele andere landen, hebben de buitenlandse handel van de Belgische textielnijverheid als het ware gerantsoeneerd. In tegenstelling met de toestand vóór een dertigtal jaren, is het merendeel der afzetmarkten wegens de verbrokkeling van de wereldconcurrentie niet meer vrij toegankelijk. Dit is het eindpunt van een ononderbroken proces van ontwrichting der wereldmarkten, dat met het eerste wereldconflict werd ingezet. Kan in deze toestand de eerstvolgende jaren een kentering intreden en zullen wij getuige zijn van een herstel van de vrijhandel voor een toereikend aantal producten en van de terugkeer tot de vrije omwisselbaarheid der deviezen ? Dit is best mogelijk. De multilateralisatie van het handelsverkeer, aan de orde in de internationale besprekingen, schijnt in die richting te wijzen. Het is evenwel duidelijk dat dergelijke inspanningen nog lange tijd op practisch onoverkomelijke moeilijkheden zullen stuiten. Anderzijds is een groot deel der opinie tegen de vrijhandel gekant : dit kwam duidelijk tot uiting op de Conferentie te Havanna en in het ontwerp van Handvest dat er werd uitgewerkt. Ofschoon een herstel van de wereldmarkten op lange termijn goed mogelijk is, kan het toch niet in een betrekkelijk nabije toekomst worden verwacht.
Terugslag op de buitenlandse handel Een eerste inzage der Belgische douanestatistieken toont evenwel aan dat onze positie op de buitenlandse markten reeds vóór de oorlog aangetast was en dat deze laatste dit verloop slechts scherper aftekende en verhaastte. De buitengewone en tijdelijke bloei der laatste jaren vertraagde enkel het ogenblik waarop de terugslag zich zou laten gevoelen. Daar het hier gaat om een schets van de grote trekken ener fundamentele evolutie, is het noodzakelijk een tamelijk lange periode onder het oog te nemen. De samenstelling van volledige statistische reeksen vereist evenwel moeizame opzoekingen die het bestek van een eenvoudig artikel te buiten gaan. Daarom
zullen wij ons vergenoegen met een vergelijking der statistische gegevens gaande van het jaar 1912 tot de periode 1936-1938 en van de periode 1946-1948. Deze peilingen geven ons een denkbeeld van de ordegrootte der eventuële structuurwijzigingen. Voorts dient opgemerkt dat er in een zekere zin niet van een textielindustrie maar van textielindustrieën moet worden gesproken. De producten der weverijen vertonen inderdaad een zeer grote verscheidenheid, die gaat van het luxe-linnen en de weeldetapijten tot de gewone jutezakken. Bovendien voeren veel Belgische ondernemingen half-afgewerkte of eenvoudige bereide artikelen uit. Hieruit vloeit voort dat de globale statistieken slechts een betrekkelijke waarde hebben en door een afzonderlijk onderzoek der verschillende takken en der opeenvolgende verwerkingsstadia dienen aangevuld. Wij zullen ze evenwel vooraf gebruiken om een overzichtelijk beeld van het geheel te krijgen. TABEL I
Buitenlandse handel in textielproducten Periode
Invoer
Uitvoer
Waarde, in millioenen franken 1912 1936-1938 (gemiddelde) 1946-1948 (gemiddelde)
Gewicht, 1912 1936-1938 (gemiddelde) 1946.1948 (gemiddelde)
1.070 4 500 13.600(1)
1.020 3.950 11.800
622.600 581.600 395.000
n tonnen 460' 000 312 000 211.000 (1)
(1) Enkel 1947-1948.
Uit het onderzoek van tabel I blijkt dadelijk hoe het handelsverkeer aanzienlijk in belangrijkheid afnam. Rekening gehouden met de prijsstijging vertegenwoordigden de in- en uitvoer in de periode 19361938 grosso modo de twee derden van die in 1912. Van 1936-1938 tot 1946-1948 deed zich een nieuwe vermindering van dezelfde ordegrootte voor. Men mag aannemen dat een buitenlandse handel in textielproducten die even groot zou zijn als in 1912 in deze na-oorlogse periode 30 tot 35 milliard zou kunnen bereiken, zegge ruim tweemaal zoveel als de werkelijk geregistreerde cijfers. De statistieken over het globale gewicht geven eenzelfde indruk. De vermindering is gedeeltelijk toe te schrijven aan de afgenomen in- en uitvoer voor zuiver commerciële doeleinden (handel, wederuitvoer) en aan de eenvoudige ruil van grondstoffen die met de industriële bedrijvigheid niet het minst in direct verband staan. Spijt het voorbehoud dat uit hun aard zelf voortvloeit, weerspiegelen deze globale statistieken een progressieve verzwakking van onze buitenlandse handel in textielgoederen. Doch deze vaststelling dient gestaafd door het afzonderlijk onderzoek der statistieken over de verschillende bedrijfstakken.
— 213 —
Uitvoer van garens van bastvezels
Bastvezels
In 1912 voerde België in afgeronde cijfers 250.000 t ruwe of eenvoudig bewerkte bastvezels in (vlas, hennep, jute). Een groot deel van deze grondstoffen werd als half-afgewerkte of afgewerkte producten wederuitgevoerd : 38.500 t in de vorm van garens en 7.480 t in die van weefsels. Invoer van bastvezels in 1912 (tonnen)
204.470 21.985 26.294
Vlas Hennep Jute
De aankoop van vlas bekleedde hier een overwegende plaats : op zichzelf vertegenwoordigde hij alleen reeds de vier vijfden van de bastvezelinvoer. Bovendien gebruikte de Belgische vlasindustrie ook het vlas op Belgische grond geteeld. In 1936-1938 bedroeg de bastvezelinvoer nog ca. 250.000 t, doch zijn samenstelling is verschillend. De invoer van jute was meer dan verdubbeld, terwijl die van hennep maar weinig meer bedroeg en de import van vlas met ca. 20.000 t was afgenomen.
Invoer van bastvezels in 1936-1938
(tonnen)
1912 Gemiddelde 1936-1938
Gemiddelde
1947-1948 (raming)
6.800
Zo er een vooruitgang in de jute-uitvoer viel waar te nemen, vond er anderzijds naar alle waarschijnlijkheid een aanzienlijke teruggang in die van hennep en vlas plaats. In 1947-1948 omvatten de 6.800 uitgevoerde tonnen garens van bastvezels ongeveer 3.000 t jutegarens. Bij de weefsels blijkt het verschijnsel nog scherper afgetekend. Wel is waar vermeerderde het uitgevoerde gewicht ditmaal van 7.480 t in 1912 tot 18.000 t in 19361938, doch in laatstgenoemd cijfer zijn nu 13.428 t juteweefsels en slechts 4.353 t vlas- en hennepweefsels begrepen. Om deze evolutie te begrijpen dient rekening gehouden met het feit dat het verschil in waarde der verschillende bastvezels die voor het ruwe product gering is, daarentegen aanzienlijk is voor het afgewerkte product. Men make zich dus geen illusies over de vermeerdering van het globale uitgevoerde gewicht : de gemiddelde waarde der uitgevoerde bastvezelweefsels was in 1936-1938 zeker veel lager dan in 1912, wegens het overwicht van de jute.
(tonnen)
Vlas Hennep Jute
38.500 14.400
Uitvoer van vlas-, jute- en hennepweefsels 185.500 4.300 59.780
(tonnen) 1912
Er valt dus een tamelijk gevoelige verschuiving van de bedrijvigheid ten gunste van de jute, die een minder edele vezel is, waar te nemen. Dit blijkt nog duidelijker uit een onderzoek der uitvoerstatistieken. Van 38.500 t in 1912 viel de uitvoer van garens uit bastvezels tot 14.500 t (afgeronde cijfers) in 1936-1938, waarvan nagenoeg 10.000 t jutegarens en 1.000 t hennepgarens. Wegens de leemten in de douanestatistieken is het ons jammer genoeg niet mogelijk het aandeel van hennep en jute in onze uitvoer van garens (noch van weefsels) tijdens het jaar 1912 aan te duiden.
7.480
18.000 Gemiddelde 1936-1938 9.000 Gemiddelde 1947-1948 (raming)
In 1947-1948 bedroeg de uitvoer van bastvezelweefsels amper ca. 9.000 t, waarvan 5.000 t juteweefsels en ongeveer 2.000 t vlasweefsels. Onze uitvoer van vlas- en hennepproducten ging dus achteruit en deze ongunstige evolutie werd slechts zeer gedeeltelijk door de uitbreiding van de juteuitvoer goedgemaakt. Uit onderstaande vergelijking van de in- en uitvoerstatistieken kunnen wij ons een beeld vormen van de tendenties in onze buitenlandse handel.
TABEL II
Evolutie van de buitenlandse handel in bastvezels (tonnen) Ruwe of eenvoudig bewerkte vezels
Garens
Weefsels
Periode
1912 Gemiddelde Gemiddelde
1936-1938 1946-1948
Invoer
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
Invoer
252.700
92.100
13.200
38.500
675
245.280 145.000
65.000 56.500 (1)
4.000 1.570
(1) Enkel 1947-1948.
- 214 -
14.400 6.800(1)
36 87
Uitvoer
7.480 18.000 9.000 (1)
Deze tabel geeft de afgetekende en gelijktijdige teruggang te zien van de in- en uitvoer van half-afgewerkte en afgewerkte producten. Er weze opgemerkt dat de uitvoer van ruwe producten en dan voornamelijk van gezwingelde of gekamde vezels eveneens verminderde. Anderzijds was de invoer van ruwe producten in 1936-1938 nog ongeveer even belangrijk als in 1912. Met uitzondering van de anomalie in de rubriek « weefsel-uitvoer » — waarvan wij de oorzaak hebben uitgelegd — ziet het er naar uit alsof de krachten die de wereldmarkten beïnvloeden, er naar streefden en er ook in slaagden de Belgische producten zoveel mogelijk te weren, terwijl deze laatste de buitenlandse producten in grote mate van de binnenlandse markt afstoten. De statistieken van na het tweede wereldconflict weerspiegelen de buitengewone omstandigheden die wij nu nog beleven en het zou vermetel zijn er thans
reeds definitieve besluiten uit te trekken. Zij wijzen er evenwel op dat die evolutie zich nog scherper dreigt af te tekenen. Wol Hier is de inkrimping van de buitenlandse handel lang niet zo scherp, althans in het stadium der half-afgewerkte en afgewerkte producten. Nochtans verminderde de invoer van weefsels tussen 1912 en 1936-1938 met vier vijfden. Anderzijds verminderde de uitvoer van ruwe of eenvoudig bewerkte producten met ongeveer de helft. De statistische onnauwkeurigheden in het douanetarief van 1912 laten ons evenwel niet toe afzonderlijk de ruwe en de eenvoudig bewerkte wol voor gans de periode te beschouwen. Tussen 1936-1938 en 1947-1948 verminderde de uitvoer van eenvoudig bewerkte wol met 20 pet., en wel van een jaargemiddelde van 30.800 t tot 24.800 t.
TABEL III
Buitenlandse handel in walproducten (tonnen) Ruwe of eenvoudig bewerkte wol
Garens
Tapi . ten
Weefsels
Periode Invoer 1912
166.834
Gemiddelde 1936.1938 Gemiddelde 1946-1948
127.000 107.000
t
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
111.896
900
11.900
3.500
1.450
170
300
1.600 980
8.000 7.600
687 1.225
1.800 2.400 (1)
131 160
2.160 3.000(I)
63.000 38.000 (1)
(1)
(1) Enkel 1947-1948.
Uit bovenstaand staatje blijkt dat de uitvoer van weefsels zich wist te handhaven, hoewel hij toch weinig belangrijk is; in 1936-1938 werd slechts één tiende van de Belgische productie uitgevoerd. Naast de relatief bevredigende uitbreiding van de weefseluitvoer dient nog de uitvoer van woltapijten vermeld. De vooruitgang die hier werd geboekt staat in schrille tegenstelling tot de achteruitgang die zo vaak elders werd opgemerkt. Voor een juiste beoordeling van de toestand, dient nochtans rekening gehouden met de vermeerdering van het wolverbruik in de wereld. De ramingen van de ruwe wolproductie in de wereld (incl. U.S.S.R.) zien er uit als volgt (in millioenen tonnen) : 1913 1936-1938
1.240 1.682
Zoals bekend, neemt de industrie ieder jaar nagenoeg de volledige wolproductie op en was anderzijds de productie van de Sovjet-Unie die van geen rechtstreeks belang is voor de wereldhandel, in 1936-1938 nog van dezelfde ordegrootte als in 1913. Het is derhalve gewettigd de uitbreiding van de productie van 1913 tot 1936-1938 als een tamelijk trouwe weergave van de vermeerdering in het verbruik te beschouwen.
Wanneer men met deze omstandigheid rekening houdt, dan blijkt de evolutie van de buitenlandse handel in wol en wolproducten minder gunstig te zijn. Het staat evenwel vast dat, zo de internationale markten geneigd zijn onze producten te weren, zij er voor de wolindustrie niet in dezelfde mate in geslaagd zijn als voor de vlas- en hennepindustrie. Katoen Van 1912 tot 1936-1938 onderging de invoer van ruw katoen geen merkelijke verandering; de wederuitvoer daarentegen verminderde met ongeveer 10 pCt. De invoer van garens nam gevoelig af evenals die van weefsels, die nog sterker terugliep. Bij de uitvoer viel een afgetekende daling van de weefseluitvoer op te merken, die gedeeltelijk door een vermeerdering van de uitvoer van garens werd goedgemaakt. Anderzijds bedraagt het aandeel van de nijverheid der katoentapijten, die van recente datum is, gemiddeld meer dan 8.000 t in de totale uitvoer. Behalve voor laatstgenoemd product, blijkt de buitenlandse handel van onze katoenindustrie dus licht achteruit te gaan. Dit feit is van des te groter betekenis daar de productie integendeel aanzienlijk
— 215 —
uitbreiding nam : tussen 1908 en 1937-1938 groeide ze met 100 pCt. voor garens en met 73 pet. voor weefsels.
de wereldproductie in aanzienlijke mate, vermits de productie van gezuiverd katoen van 4.825.000 t (gemiddelde 1910-1914) tot 6.462.000 t (gemiddelde 1935-1939) steeg (1).
TABEL IV
De Belgische buitenlandse handel in katoenproductie ging dus reeds vóór de oorlog relatief achteruit.
Belgische katoenproductie (tonnen) Garens
Weefsels
1908
36.200
28.800
1937.1938
72.000
49.500
1947.1948
74.000
56.000
Periode
Na de tweede wereldoorlog viel de wederuitvoer nagenoeg geheel weg en de uitvoer van garens en weefsels verminderde resp. met 18 en 30 pet., terwijl de invoer, aangewakkerd door de nog betrekkelijke schaarste op de binnenlandse markt (althans in 1947), licht toenam. De uitvoer van katoentapijten nam met meer dan 50 pet. af .
Van de ene periode op de andere vermeerderde ook
(1) I.N.S.E.E. : 1948, blz. 46.
Le marche mondial du coton », P.U.F., Parijs
TABEL V
Buitenlandse handel in katoenproducten (tonnen) Ruw katoen
Tapijten
Weefsels
Garens
Periode Invoer
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
1912
141.284
52.453
3.400
6.340
5.738
29.800
-
. -
Gemiddelde 1936.1938 Gemiddelde 1946.1948
140.000 85.000
39.000 5.000
2.500 2.500 (1)
1.111 1 .700
22.950
11.180 9.200 (1)
16.500 (1)
8.175
8
3.460 (1)
-
(1) Enkel 1947-1948.
Natuurzijde en rayon•
TABEL VII
Vóór 1914 voerde België belangrijke hoeveelheden natuurzijdegarens uit, terwijl het daarentegen weefsels invoerde. In 1936-1938 was de uitvoer van garens bijna geheel weggevallen; de invoer van weefsels bleef evenwel nog van enig belang. Deze afgetekende achteruitgang moet hoofdzakelijk aan de concurrentie van rayon toegeschreven worden. TABEL VI
Buitenlandse handel in natuurzijde
Buitenlandse handel in rayongarens en -weefsels (tonnen) Weefsels
Garens Periode Invoer
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
1936.1938
1.150
2.680
480
590
1946-1948
1.000
3.400 (1)
1.760
580 (1)
(1) Enkel 1947-1948.
(tonnen) Weefsels
Garens Periode
1912 1936-1938
Invoer
Uitvoer
Invoer
Uitvoer
153
2.133
363
17
60
180
100
5
In 1936-1938 bedroeg de Belgische kunstzijdeproductie gemiddeld 6.530 t. Zoals blijkt uit tabel vn had de buitenlandse handel in garens en weefsels grote uitbreiding genomen. •
België had toen een aanzienlijk uitvoeroverschot in garens en een klein in weefsels. Na de tweede wereldoorlog steeg het uitvoersaldo in garens verder, dan wanneer dat in weefsels voor een aanzienlijk deficit plaats maakte. Dit is een weinig gunstig verloop dat veel gelijkenis vertoont met hetgeen wij in verband met de katoenindustrie hebben opgemerkt. Het is opvallend dat de Belgische rayonindustrie zich thans, t.a.v. de structuur van haar buitenlandse handel, in een gelijkaardige toestand bevindt als de natuurzijde-industrie in 1912.
- 216 -
Gezamenlijke beoordeling De inkrimping van de buitenlandse handel in textielgoederen tussen 1912 en 1936-1938 trof in een verschillende mate al de takken van de textielindustrie, nl. : de katoenweverijen, de kaardwolspinnèrijen, de wolwasserij en de wolcarbonisatie. In de loop van deze periode gingen de vlas- en hennepspinnerijen en -weverijen het meest achteruit. Mogelijk verminderde ook de uitvoer van gezwingeld en gekamd vlas, doch de douanestatistieken kunnen ons hierover niet inlichten. Aan al deze moeilijkheden ligt een gemeenschappelijke oorzaak : de spanning op de internationale markten ten gevolge van de industrialisatie der nieuwe landen en de verhoging door alle landen van de protectionistische douanetarieven. Nochtans bewijst de ernst van de crisis in de vlasnijverheid ook op het bestaan van ongunstige factoren die haar eigen zijn. Onder de druk van een hevige concurrentie op de buitenlandse markten en gehinderd door hoge tariefmuren, tracht de Belgische textielnijverheid zich zo goed mogelijk te verdedigen door een compensatie te zoeken op de binnenlandse markt en door de uitbreiding van de bewerking van nieuwe vezels zoals jute en rayon of van de fabricage van nieuwe producten zoals meubileringsstoffen of tapijten die grotendeels op de valorisatie van bijproducten berust. Deze reactie, hoe krachtdadig zij ook was, kende evenwel geen volledig succes. Over het geheel ging de Belgische textielnijverheid op de buitenlandse markten achteruit. Bovendien blijkt ook de handel in grondstoffen, bijproducten en afvalproducten en in het bizonder die in lompen afgetekend te verminderen. Na de oorlog 1940-1945 kende de buitenlandse handel in textielgoederen een nieuwe en gevoelige inkrimping. Deze laatste blijkt aldus aan te houden en nog sneller te geschieden. Zij is het normaal gevolg van de geleidelijke verbrokkeling van de wereldconcurrentie, waarvan hierboven sprake was.
Derde gevolg van het wereldconflict De verarming van de Westeuropese landen is een derde gevolg van de oorlog. Het zou van niet veel inzicht getuigen, hiervoor de ogen te sluiten. De betrekkelijke voorspoed van België kan hier niet als voorbeeld dienen. Ofschoon wij minder verarmd uit de oorlog gekomen zijn, de onmiddellijke na-oorlog voor ons veel minder militaire lasten meebracht en wij ons eigen herstel krachtdadiger en doeltreffender hebben doorgevoerd, neemt zulks niet weg dat wij in zeer grote mate met onze naburen verbonden blijven en hun tegenspoed moeten delen. Ook dit is van grote betekenis voor de textielnijverheid. Het herstel van Europa zal nog vele jaren aanslepen en met zijn eisen zal rekening dienen gehouden. In Frankrijk, België, Nederland, Groot-
Brittannië, en a fortiori West-Duitsland, zal een grotere inspanning in zake investeringen moeten geleverd worden. Derhalve zullen meer productiefactoren dienen aangewend tot herstel der woningen, der fabrieken en der productiemiddelen in het algemeen. Een betrekkelijk groot deel van de nationale productie zal hiertoe moeten gespaard worden.
Wat kan de textielnijverheid doen en wat kan voor haar worden gedaan? De eigen bijdrage van de textielnijverheid in deze inspanning bestaat er in tegen een lagere kostprijs te produceren en zich vooral op de fabricatie van artikelen en bijproducten voor industrieel gebruik toe te leggen. In dit opzicht biedt de vlasverwerking niet te onderschatten mogelijkheden. Terloops zij gezegd, dat het vlas de Europese vezel bij uitstek is, en de enige die in aanzienlijke hoeveelheden op de Westerse bodem geteeld wordt; de gedeeltelijke vervanging van katoen door vlas zou als een middel tot besparing van schaarse deviezen kunnen worden beschouwd in de mate waarin de graanaankoop minder kostelijk is dan de katoenaankoop. Doch het vlas heeft ook nog bijproducten die voor allerhande doeleinden kunnen worden gebruikt. De vlasscheven — het houtachtig deel van het vlas — worden na persing als een licht bouwmateriaal gebruikt. Het behoorlijk bereide vlaswerk kan dienen tot het maken van sigarettenpapier. Gesponnen en geweven kan het gebruikt worden tot het vervaardigen van zakken of dekzeil van uitmuntende kwaliteit, van touwen, enz. In de toekomst zou het voor deze doeleinden het katoen en de jute kunnen vervangen. Wel is waar zijn dit thans nog maar toekomstmogelijkheden. Maar zij verdienen des te meer de aandacht daar een dergelijke vervanging veel voordelen zou bieden : zij zou deviezenbesparingen mogelijk maken, en de vlasindustrie die nog te veel aan de fabricatie van weeldeproducten gebonden is, verstevigen, dank zij de valorisatie van het bijproduct waardoor een indirecte besparing op de kostprijs van het hoofdproduct kan worden verwezenlijkt. De textielindustrie kan zich ook aan de huidige omstandigheden aanpassen door haar kostprijzen te verlagen. Zodoende zou zij een toereikende bedrijvigheid kunnen onderhouden, de kledingsbehoeften der bevolking in ruimere mate dekken en aldus inkomens vrijmaken voor investering in de wederopbouw. Het verbruik van textielgoederen der Westerse volkeren inkrimpen zou de arbeidslust ontmoedigen op een ogenblik waarop hij juist dient aangewakkerd. De minst kostelijke oplossing van het probleem ligt derhalve in een verhoging van de efficiency : het verbruik kan zodoende gehandhaafd worden en terzelfder tijd komen inkomens vrij voor de dekking van de investeringsbehoeften. ,De uitvoering van een concreet moderniseringsprogramma stuit evenwel op grote practische moeilijkheden. Er mag inderdaad niet uit het oog verloren
- 217 •—
worden dat de inkrimping der afzetgebieden, ten gevolge van de verbrokkeling der wereldmarkten, een ernstige hinderpaal vormt voor het invoeren van technische verbeteringen. Een concreet voorbeeld zal deze moeilijkheid duidelijk doen uitschijnen. Een belangrijke nieuwigheid in de weverij is het automatisch weefgetouw, d.w.z. het weefgetouw waarvan de schietspoel automatisch wordt opgewonden. Dank zij deze verbetering kan een wever thans vier tot acht in plaats van een of twee getouwen gadeslaan (op voorwaarde dat hij van elk ander bijwerk ontheven wordt). Bij deze besparing van werkkrachten komt nog een besparing van tijd vermits de getouwen niet meer stilgelegd moeten worden om de schietspoelen opnieuw op te winden. Hieruit blijkt duidelijk dat een automatisch weefgetouw tweeërlei voordelen biedt : uitschakeling : 1° van handwerk en 2° van zekere onderbrekingen in de productie. Welnu een dergelijk voordeel kan alleen dan benuttigd worden indien de productie zich tot een tamelijk ver doorgedreven standardisatie leent. De fabricatie van een te grote verscheidenheid van weefsels veroorzaakt immers onderbrekingen en handwerk, die het automatisch weefgetouw juist tracht uit te schakelen. Voegen wij hieraan toe dat elke nieuwe productie bovendien een zekere tijd van aanpassing vergt. Het zojuist gegeven voorbeeld toont duidelijk de onmiddellijke en diepgaande invloed aan van de uitgestrektheid van de afzetgebieden en van hun homogeniteit op de kostprijzen. Elk programma voor modernisering van de uitrusting en nationalisatie van de productie zal dus, wil het doeltreffend zijn, met een marktpolitiek moeten gepaard gaan. Het wil ons voorkomen dat wij hier aan de kern van -het vraagstuk der Belgische textielnijverheid
raken : de ganse toekomst hangt er van af. Zo de afzetgebieden kunnen uitgebreid en homogener gemaakt worden, dan is een vlugge vooruitgang mogelijk; de Belgische textielnijverheid zal zich dan kunnen handhaven en gedijen, ondanks de toegenomen concurrentie der nieuwe landen. Indien daarentegen de markten inkrimpen, heterogener en onzekerder worden, dan staan er nog moeilijke dagen te wachten. Men kan zich bezwaarlijk van een zeker gevoel van onrust ontdoen, wanneer men bedenkt dat de geleidelijke achteruitgang van de Belgische textielnijverheid ten gevolge van het toenemend verval van de internationale ruilhandel, rechtstreeks indruist tegen de eisen van verruiming en homogeniteit der afzetgebieden. De pogingen tot vermindering der kostprijzen zullen hierdoor des te pijnlijker en wisselvalliger worden. In de huidige omstandigheden lijkt het bijzonder moeilijk de economische vooruitgang te bevorderen daar hij niet meer alleen berust bij de ondernemers die op de vrije markten met elkaar wedijveren. Hij hangt af van een verstandhouding onder de regeringen en tussen de regeringen en de ondernemers. Wegens de verbrokkeling der Europese en overzeese markten ten gevolge van de douanetarieven en de maatregelen in zake contingentering en oninwisselbaarheid der deviezen, is de economische vooruitgang van een zeer groot aantal voorafgaande voorwaarden afhankelijk. Ten slotte moge worden opgemerkt dat het probleem, op de keper beschouwd, noch uitsluitend eigen is aan België, noch uitsluitend eigen aan de textielnijverheid. Het wordt in een groot aantal industrieën en in gans West-Europa min of meer scherp gesteld. Het probleem van de Belgische textielnijverheid heeft alleen dit bijzondere kenmerk, dat het nu reeds een oplossing vraagt.
— 218 —
ECONOMISCHE WETGEVING Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand aan deze van de publicatie van ons Tijdschrift voorafgaand. Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wij « in extenso « overgenomen. V oor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desnoods door een verklarende nota verduidelijkt. Om het naslaan er van te vergemakkelijken, hebben wij hoger bedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht :
I. — Algemene economische en sociale wetgeving II. — Geld-, bank- en financiewezen — Landbouw IV. — Nijverheid
V. — Arbeid VI. — Binnenlandse handel — Buitenlandse handel VIII.
— Verkeerswezen
IX.
— Prijzen en lonen
X. — Rantsoenering en ravitaillering XI. — TV ederopbouw en oorlogsschade.
I — ALGEMENE ECONOMISCHE EN SOCIALE WETGEVING
Internationale Overeenkomst
Wet van 29 Juli 1948
betreffende de regeling van de productie en van de afzet van suiker, en Protocol, getekend op 6 Mei 1937, te Londen. — Vijfde Verlengingsprotocol getekend op 29 Augustus 1947, te Londen (Staatsblad, 13 October 1948, blz. 8296).
houdende goedkeuring van het Accoord tot Economische Samenwerking tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Staten VC1:12, Amerika, ondertekend op 2 Juli 1948, te Brussel (Staatsblad, 31 October 1948, blz. 8896).
Besluit van de Regent van 5 Maart 1948 houdende toekenning van een dertiende maand kindergeld aan het door de Schatkist bezoldigd personeel (Staatsblad, 1 October 1948, blz. 7896).
Enig artikel. — Het Accoord tot Economische Samenwerking tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Staten van Amerika, ondertekend de 2° Juli 1948, te Brussel, zal volledige uitwerking hebben. Kondigen de tegenwoordige wet af, bevelen dat zij met 's lands zegel bekleed en door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt worde. VERTALING.
Besluit van de Regent van 5 Maart 1948 waarbij aan het door de Staat bezoldigd personeel een vacantiegeld voor het jaar 1947 wordt toegekend (Staatsblad, 1 October 1948, blz. 7897).
Wet van 8 Juli 1948 houdende de begroting van het Ministerie van Energie en Brandstof voor het dienstjaar 1948. — Erratum (Staatsblad, 10 October 1948, blz. 8234).
Ministerieel besluit van 23 Juli 1948 houdende vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van het besluit van de Regent van 5 Juni 1948, houdende instelling van een postnatale toelage. Errata (Staatsblad, 13 October 1948, blz. 8330).
Accoord tot Economische Samenwerking tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Staten van Amerika.
De Regeringen van België en van de Verenigde Staten van Amerika; Erkennend dat het herstel of de vrijwaring in de Europese landen van de beginselen der individuële vrijheid, van de vrije instellingen en van de ware onafhankelijkheid, grotendeels afhankelijk is van het tot stand brengen van gezonde economische toestanden, van vaste economische betrekkingen tussen de naties en van de terugkeer der Europese naties tot een leefbare economie, die onafhankelijk is van elke buitengewone hulp van buiten ; Erkennend dat een sterk en voorspoedige Europese economie onontbeerlijk is voor het bereiken der doeleinden van de Verenigde-Naties ; Overwegende dat voor de verwezenlijking van deze voorwaarden, een Europees herstelplan van onderlinge hulp en samenwerking dient opgemaakt toegankelijk voor
alle naties die er zullen aan deelnemen, en gegrondvest op een krachtige inspanning op het gebied der pro-
— 219 —
ductie, op de uitbreiding van de buitenlandse handel, op het tot stand brengen of het behoud van de binnenlandse financiële stabiliteit en op de uitbreiding der economische samenwerking, met inbegrip van al de practische maatregelen om geschikte wisselkoersen in te voeren of te behouden en om de belemmeringen op handelsgebied te verminderen ; Overwegende dat met het oog op het inwerking stellen van deze beginselen, de Belgische Regering zich bij andere met dezelfde geest bezielde naties heeft aangesloten door een Overeenkomst tot Europese Economische Samenwerking ondertekend de 16 e April 1948, te Parijs, en luidens welke de ondertekenaars daarvan overeengekomen zijn om het opmaken en uitvoeren van een gemeenschappelijk herstelprogramma, als hun onmiddellijke taak te beschouwen en dat de Regering van België lid is van de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking, opgericht overeenkomstig gezegde Overeenkomst ; Overwegende eveneens, dat de Regering der Verenigde Staten van Amerika, ter bevordering van deze beginselen de Wet tot Economische Samenwerking van 1948 heeft uitgevaardigd, welke wet voorziet dat de Verenigde Staten van Amerika hulp zouden verlenen aan de landen die deelnemen aan een gemeenschappelijk programma voor Europees herstel, ten einde deze landen in staat te stellen door hun individuële en door hun gezamenlijke actie onafhankelijk te worden van elke buitengewone economische hulp van buiten ; Nota nemend van het feit dat de Belgische Regering reeds verklaard heeft dat zij toetrad tot de doeleinden en de beginselen van de wet tot Economische Samenwerking van 1948 ; Wensende overeen te komen omtrent de schikkingen tot regeling van de hulpverlening door de Regering der Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig de Wet tot Economische Samenwerking van 1948, van de ontvangst van dergelijke hulp door België, en van de maatregelen die beide Regeringen, afzonderlijk of samen zullen nemen om het herstel van België, als onafscheidbaar deel van het gemeenschappelijk plan voor Europees herstel, te verzekeren ; Zijn omtrent het volgende overeengekomen :
grondgebieden en hun bezittingen, zal de Regering van België met de Regering der Verenigde Staten samenwerken opdat de aankopen zouden geschieden aan redelijke prijzen en voorwaarden, zodat de dollars aldus ter beschikking gesteld van het land waar deze aankoopverrichtingen in verband met de hulpverlening plaats fiebben, aangewend worden op een wijze die verenigbaar is met al de schikkingen door de Regering der Verenigde Staten van Amerika met dat land getroffen. Artikel II. Algemene verbintenissen.
,
Artikel L Bijstand en Samenwerking. 1. De Regering der Verenigde Staten bevestigt haar voornemen om België bij te staan door aan de Regering van België of aan iedere persoon, dienst of organisatie die door deze Regering zou aangesteld zijn, de hulp te verlenen die door deze laatste zou aangevraagd en door de Regering der Verenigde Staten zou goedgekeurd zijn. De Regering der Verenigde Staten zal deze hulp verlenen overeenkomstig de bewoordingen en onder voorbehoud van al de bepalingen, voorwaarden en schorsingsbedingen der Wet tot Economische Samenwerking van 1948, alsmede van de wetten die ze wijzigen of aanvullen en van de wetten tot credietopening, en zal aan de Belgische Regering slechts die producten, diensten en andere hulpmiddelen bezorgen, waarvan de toekenning door deze wetten zal toegelaten zijn. 2. De Regering van België handelend afzonderlijk en in het kader der Europese Organisatie voor Economische Samenwerking, in overeenstemming met de Overeenkomst tot Europese Economische Samenwerking, ondertekend op 16 April 1948. te Parijs. zal. samen met al de andere deelnemende landen, al haar krachten inspannen om, door een gemeenschappelijk herstelprogramma, in Europa spoedig de economische voorwaarden te scheppen die onontbeerlijk zijn voor het vestigen van een duurzame en voorspoedige vrede en om de Europese landen die aan dit gemeenschappelijk herstelprogramma deelnemen in staat te stellen binnen de duur van dit accoord onafhankelijk te worden van elke buitengewone economische hulp van buiten. De Regering van België bevestigt haar inzicht de nodige Maatregelen te nemen met het oog op de toepassing der bepalingen van de Algemene Verbintenissen van de Overeenkomst tot Europese Economische Samenwerking, actief te blijven deelnemen aan de werken der Europese Organisatie voor Economische Samenwerking en zich verder aan de doeleinden en de beginselen van de Wet tot Economische Samenwerking van 1948 te houden. .• 3. Wat betreft de hulp door de Regering der Verenigde Staten verschaft onder de vorm van aankepen in streken' gelegen buitén de Verenigde Staten, buiten hun
1. Ten einde een zo volledig mogelijk herstel te verwezenlijken door middel van de hulp die haar door de Verenigde Staten van Amerika zal verstrekt worden, zal de Regering van België al haar krachten inspannen om : (a) De maatregelen aan te nemen of te handhaven welke nodig zijn om op rationele en doelmatige wijze het gebruik te verzekeren van al de hulpmiddelen die te harer beschikking staan met inbegrip van : (1) de maatregelen die kunnen nodig blijken om te bereiken dat de goederen en diensten geleverd door middel van de overeenkomstig dit Accoord verleende hulp zouden gebruikt worden voor doeleinden die stroken met dit Accoord en. in al de mate van het mogelijke, met de algemene doeleinden aangegeven in het programma dat door de Regering van België overgelegd werd ten bewijze van de behoeften aan hulp te verlenen door de Regering der Verenigde Staten van Amerika ; (2) het toezicht op en het nagaan van het gebruik van deze hulp door middel van een doeltreffend controlestelsel, goedgekeurd door de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking ; (3) in al de mate van het mogelijke de aanneming of handhaving van maatregelen die voor doel hebben de vermogens en de daaruit voortspruitende inkomsten welke toebehoren aan Belgische onderdanen en welke in de Verenigde Staten, in hun grondgebieden of in hun bezittingen gelegen zijn, te situëren, te identificeren en aan te wenden voor doeleinden passend bij de uitvoering van het gemeenschappelijk programma van Europees herstel. Uit deze clausule volgt. generlei verplichting voor de Regering der Verenigde Staten om deze maatregelen te helpen uitvoeren, noch voor de Regering van België om over te gaan tot de vereffening. van deze
vermogens ;
(b) de uitbreiding van de nijverheids- en landbouwproductie te bevorderen op een economisch rationele basis, de productiedoeleinden te verwezenlijken die zouden kunnen vastgesteld worden in het kader van de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking ; en aan de Regering der Verenigde Staten, indien deze hierom verzoekt, gedetailleerde voorstellen te doen die beantwoorden aan bepaalde plannen die de Regering van België voornemens is' uit te voeren grotendeels met. behulp van de middelen geleverd overeenkomstig dit Accoord, inzonderheid, in al de mate van het mogelijke, wat betreft de plannen aangaande de vermeerdering der productie van steenkool, staal, vervoermiddelen en voedingsmiddelen ; (c) haar munt te stabiliseren, een geschikte wisselkoers in te voeren of in stand te houden, zo spoedig mogelijk de Staatsbegroting in evenwicht te brengen, de binnenlandse financiële stabiliteit tot, stand te brengen of te behouden en, over het algemeen. het vertrouwen in haar muntstelsel te herstellen of te handhaven ; (cl) met de deelnemende landen samen te werken om een toenemend verkeer van goederen en diensten tussen de deelnemende landen en de andere landen te vergemakkelijken en te bevorderen om de openbare en private hindernissen die hun onderling ruilverkeer alsook het verkeer met de andere landen in de weg staan, te verminderen. 2. De Regering van België, rekening houdend met artikel VIII van de Overeenkorrist tot Europese Economische Samenwerking waarbij de tewerkstelling der in de verschillende deelnemende landen beschikbare werkkrachten beoogd wordt, verbindt er zich toe welwillend in te gaan op de voorstellen gedaan in overleg met de Internationale Vluchtelingenorganisatie om zoveel mogelijk de eventueel in één der deelnemende landen beschikbare werkkrachten te gebruiken in overeenstemming met de doeleinden van dit Accoord.
- 220 -
3. De Regering van België zal de maatregelen nemen die zij geschikt acht en zal met de andere deelnemende landen samenwerken om de handelspraktijken of -regelingen te verhinderen — hetzij ze uitgaan van private of van openbare handelsondernemingen — die in de internationale handel een hindernis zijn voor de concurrentie, die de toegang tot de markten beperken of een monopoliserende controle in de hand werken, in alle gevallen waarin deze praktijken en regelingen, een nadelige weerslag hebben op de uitvoering van het gemeenschappelijk programma van Europese wederopbouw. Artikel III. Waai•borgen. 1. De Regeringen van België en van de Verenigde Staten van Amerika zullen elkaar raadplegen, op verzoek van een van beide regeringen, over de ontwerpen die onderhorigen van de Verenigde Staten in België denken te verwezenlijken en waarvoor de Regering van de Verenigde Staten van Amerika luidens sectie 111 (b) (3) van de Wet tot Economische Samenwerking van 1948, waarborgen voor de overdracht van deviezen kan toestaan. 2. Wanneer de Regering der Verenigde Staten van Amerika aan dergelijke personen een betaling in dollars van de Verenigde Staten zal doen onder een dergelijke waarborg, zal de Regering van België aanvaarden dat de franken of de credieten in franken, die op de rekening van de Regering van de Verenigde Staten geboekt zijn of die aan deze Regering werden overgedragen, overeenkomstig deze clausule, zouden erkend worden als zijnde de eigendom van de Regering der Verenigde Staten van Amerika. Artikel IV. . Nationale Munt. 1. De bepalingen van dit artikel zullen slechts toepasselijk zijn met betrekking op de hulp die de Regering van de Verenigde Staten zal kunnen verstrekken als gift. 2. De Regering van België zal een speciale rekening (hierna aangeduid onder de naam van speciale rekening) bij de Nationale Bank van België openen op naam van de Regering van België en op deze rekening de volgende deposito's in franken doen : (a) de onbezwaarde saldi van de deposito's die door de Regering van België werden gedaan ingevolge de uitwisseling van nota's tussen beide Regeringen op 30 April 1948; (b) de sommen die overeenkomen met de in dollars uitgedrukte uitgaven opgelopen door de Regering van de Verenigde Staten van Amerika voor de produkten, diensten en technische inlichtingen (inzonderheid alle kosten van fabricatie, opslaan in entrepot, vervoer, herstelling of van andere diensten die ermee verband houden) als gift aan België geleverd, onder een of andere vorm voorzien door de Wet tot Economische Samenwerking van 1948, echter met uitzondering van het bedrag van het deposito gedaan ingevolge de in lid a bedoelde uitwisseling van brieven. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika zal van tijd tot tijd aan de Regering van België kennis geven van het bedrag van de prijs in dollars der produkten, diensten en technische inlichtingen die aldus werden geleverd; de Regering van België zal alsdan op de speciale rekening een overeenkomende som in franken deponeren, berekend volgens een wisselkoers die degene zal zijn waarover op dit tijdstip met het Internationaal Monetair Fonds werd overeengekomen. De Regering van België zal op elk ogenblik op de speciale rekening voorschotten kunnen deponeren, die op haar crediet zullen worden ingeschreven en waarop de sommen die overeenkomen met de latere kennisgevingen gedaan in overeenstemming met de bepalingen van onderhavige paragraaf zullen worden aangerekend. 3. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika zal aan de Regering van België van tijd tot tijd kennis geven van de sommen in franken die zij nodig heeft voor het dekken van de administratieve uitgaven in België veroorzaakt door de verrichtingen die gedaan werden in overeenstemming met de Wet tot Economische Samenwerking van 1948, en de Regering van België zal de nodige sommen ter beschikking stellen van
de Regering van de Verenigde Staten door te aan te rekenen op een of ander saldo van de speciale rekening op de manier als door de Regering van de Verenigde Staten in hun kennisgeving is aangevraagd. 4. Vijf percent van elke storting, gedaan bij toepassing van dit artikel uit hoofde van de hulp verleend overeenkomstig de wet op de toewijzing van hulp in het Buitenland, 1949, houdende credietopening voor de economische hulp aan het buitenland, zullen ter beschikking worden gesteld van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika voor haar uitgaven in België en de sommen, die overeenkomstig paragraaf 3 van dit artikel, ter beschikking van deze Regering werden gesteld, zullen aangerekend worden op de overeenkomstig onderhavige paragraaf toegekende bedragen. • 5. De Regering van België gaat bovendien de verbintenis aan de sommen in franken beschikbaar te maken, door ze aan te rekenen op een of ander saldo van de speciale rekening, die nodig zijn voor het dekken der kosten van vervoer (havengeld, entrepotrechten, kosten van laden en lossen en soortgelijke kosten) van de hulpvoorraden en -pakketten in artikel VI vermeld, vanaf eender welke aankomstplaats in het Belgisch moederland tot aan de door de bestemmeling aangegeven plaats van bestemming in het Belgisch moederland. 6. De Regering van België zal afnemingen kunnen doen op het saldo dat op de speciale rekening ingeschreven blijft, voor doeleinden waaromtrent deze Regering eventueel overeengekomen is met de Regering der Verenigde Staten van Amerika. Bij het onderzoeken van de voorstellen tot afneming op de speciale rekening die door de Regering van België worden ingediend, zal de Regering van de Verenigde Staten van Amerika rekening houden met de noodzakelijkheid van het aanmoedigen der productiebedrijvigheid en van het internationaal ruilverkeer, van het opsporen en het ontwikkelen in België van nieuwe bronnen van rijkdom, alsmede van het handhaven van de binnenlandse monetaire en financiële stabiliteit, en in het bij zonder : (a) de uitgaven verbonden . aan plannen of programma's, inzonderheid degene die deel uitmaken van een algemeen programma bestemd om het productievermogen van België en van de andere deelnemende landen te verhogen, en de plannen of programma's die uitgaven in het buitenland medebrengen welke gedekt zijn door de hulp verschaft door de Regering van 'de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de Wet tot Economische Samenwerking van 1948, of van andere bepalingen of door middel van leningen van de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ; (b) de uitgaven verbonden aan het opsporen en het uitbreiden van een verhoogde productie van de grondstoffen waaraan de Verenigde Staten zouden kunnen behoefte hebben wegens de daadwerkelijke of gebeurlijke ontoereikendheid van hun hulpmiddelen, of (c) de daadwerkelijke delging van de openbare schuld en in het bijzonder van de schuld tegenover de Nationale Bank van België of andere bankinstellingen. 7. Al de onbezwaarde saldo's die op de speciale rekening ingeschreven blijven op 30 Juni 1952, andere dan de niet uitgegeven sommen waarvan de bestemming zal bepaald zijn overeenkomstig paragraaf 4 van onderhavig artikel, zullen in België benuttigd worden voor doeleinden waaromtrent de Regeringen van de Verenigde Staten van Amerika en van België later zullen overeengekomen zijn, met dien verstande dat de instemming van de Verenigde Staten zal moeten goedgekeurd worden door een wet' of een gemeenschappelijk besluit van het Congres van de Verenigde Staten van Amerika. Artikel V. Toegang tot bepaalde produkten. 1. De Regering van België zal, met het oog op het aanleggen van voorraden of voor andere doeleinden in de Verenigde Staten van Amerika het vervoer naar dit land vergemakkelijken van uit België afkomstige produkten waaraan de Verenigde Staten van Amerika behoefte zouden hebben ingevolge de daadwerkelijke of gebeurlijke ontoereikendheid van hun eigen hulpmiddelen, aan billijke voorwaarden van verkoop, uitwisseling, ruil of anderszins, gedurende een tijdperk en in hoeveelheden in gemeen overleg te bepalen door de Regeringen van België en de Verenigde Staten van Amerika, rekening houdend met de redelijke behoeften van België aan produkten die het voor zijn binnenlands verbruik en voor zijn uitvoerhandel nodig heeft. De
- 221 -
Regering van België zal al de bijzondere maatregelen treffen die zouden kunnen nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen van onderhavige paragraaf met inbegrip van de uitbreiding der productie van de voornoemde produkten in België en van de opruiming van alle hinderpalen die in overbrenging naar de Verenigde Staten in de weg zouden staan. De Regering van België zal, indien de Regering van de Verenigde Staten van Amerika het aanvraagt, onderhandelen over gedetailleerde schikkingen nodig voor het toepassen van de bepaling van onderhavige paragraaf. 2. De Regering van België zal, indien de Regering van de Verenigde Staten van Amerika het aanvraagt, onderhandelen over schikkingen bestemd om de toepassing te verzekeren aan de bepalingen van paragraaf 9 onder sectie 115 (b) van de Wet tot Economische Samenwerking van 1948, die betrekking hebben op het vermeerderen der productie en het overbrengen van de goederen waaraan de Verenigde Staten van Amerika behoeften hebben. 3. De Regering van België zal, indien de Regering van de Verenigde Staten van Amerika het 'verlangen er van uitdrukt, met deze Regering, waar zulks gewenst lijkt, samenwerken om de in paragrafen 1 en 2 van onderhavig artikel vermelde doeleinden te bereiken wat betreft de produkten afkomstig uit andere gebieden dan België. Artikel VI.
Bepalingen betreffende de faciliteiten voor liet reizen en. het zenden van hulp. 1. De Regering van België zal met de Regering van de Verenigde Staten van Amerika samenwerken ten einde het reizen door burgers van de Verenigde Staten naar en in de deelnemende landen te vergemakkelijken en te bevorderen. 2. De Regering van België zal, op het verzoek van de Regering van de Verenigde Staten, in onderhandeling treden, met het oog op Acoorden strekkend tot het vergemakkelijken van de invoer in België en inzonderheid, onder voorbehoud van geschikte waarborgen, van de tolvrije invoer van hulpzendingen gegeven aan of gekocht door vrijwillige Amerikaanse steunorganisaties, alsmede van hulppakketten afkomstig uit de Verenigde Staten en gezonden aan in België woonachtige personen. Artikel VII.
Wederzijds overleg en mededeling van inlichtingen. 1. Beide Regeringen zullen op verzoek van de een of andere met elkander overleg plegen omtrent elke kwestie betreffende de uitvoering van dit Accoord, alsmede wat betreft de bij toepassing van dit Accoord gedane operaties of getroffen maatregelen. • 2. De Regering van België zal aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika in de vorm en op de tijdstippen aangeduid door deze laatste na overleg met de Regering van België mededelen : (a) gedetailleerde inlichtingen over de door de Regering van België overwogen of goedgekeurde ontwerpen, programma's en maatregelen om de uitvoering te verzekeren van de bepalingen van dit Accoord en van de Algemene Verplichtingen van de Overeenkomst tot Europese Economische Samenwerking ; (b) volledige uiteenzettingen van de krachtens dit Accoord gedane operaties met inbegrip van een uiteenzetting omtrent het gebruik der fondsen, goederen en diensten die bij toepassing van dit Accoord ontvangen werden ; gezegde uiteenzettingen zullen om de drie maanden verstrekt worden ; (c) inlichtingen betreffende zijn economie en alle andere geschikte inlichtingen die nodig zijn ter aanvulling van die verschaft door de Europese Organisatie tot Economische Samenwerking en die de Regering van de Verenigde Staten van Amerika zou kunnen nodig hebben tot bepaling van de aard en de draagwijdte van de krachtens de Wet tot Economische Samenwerking van 1948 verwezenlijkte operaties tot beoordeling van de doelmatigheid der krachtens dit Accoord verschafte of overwogen hulp, en in 't algemeen van de vorderingen gemaakt door het gemeenschappelijk herstelprogramma. 3. De Regering van België zal de Regering van de Verenigde Staten behulpzaam zijn in het inwinnen van inlichtingen betreffende de goederen herkomstig uit België waarvan sprake onder artikel 5, en die zullen
nodig zijn tot het opmaken en het uitvoeren van de onder dit artikel voorziene accoorden. Artikel VIII.
Publiciteit. 1. De Regeringen van België en van de Verenigde Staten van Amerika erkennen dat het in hun gemeenschappelijk belang ligt een uitgebreide ruchtbaarheid te geven aan de doeleinden van het gemeenschappelijk programma tot Europees herstel, aan de vorderingen gemaakt bij de uitvoering ervan, alsmede aan alle bij toepassing van dit programma getroffen maatregelen. Zij erkennen eveneens dat een grote verspreiding van de inlichtingen betreffende de in de uitvoering van het programma tot Europees herstel gemaakte vorderingen wenselijk is, tot bevordering van de zin voor een gemeenschappelijke inspanning en de geest van wederzijdse hulpverlening, die onontbeerlijk zijn voor de verwezenlijking van de doeleinden van het programma. 2. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika zal de verspreiding van deze inlichtingen aanmoedigen en zal ze ter beschikking stellen van voorlichtingsagentschappen. 3. De Regering van België zal de verspreiding van deze inlichtingen aanmoedigen zowel rechtstreeks als door bemiddeling van de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking. Zij zal ze ter beschikking stellen van de voorlichtingsagentschappen en zal alle mogelijke maatregelen treffen om door geschikte middelen de verspreiding er van te verzekeren. Bovendien zal zij aan alle andere deelnemende landen en aan de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking de meest volledige inlichtingen bezorgen omtrent de vorderingen die bij de verwezenlijking van het programma tot Europees herstel gemaakt werden. 4. De Regering van België zal om de drie maanden, in België volledige verslagen uitgeven omtrent de operaties gedaan ter uitvoering, van dit Accoord en inzonderheid inlichtingen over het gebruik van al de krachtens de Wet ontvangen fondsen, goederen en diensten. Artikel IX.
Zendingen. 1. De Regering van België hecht haar goedkeuring aan het tot stand brengen van een Speciale Zending voor Economische Samenwerking die de uitvoering zal verzekeren van de verplichtingen die de Verenigde Staten krachtens dit Accoord in België op zich hebben genomen. 2. Na behoorlijke kennisgeving door de Ambassadeur der Verenigde Staten van Amerika aan België, zal de Regering van België de Speciale Zending en haar personeel alsmede de Speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Staten in Europa beschouwen als deel uitmakend van de Ambassade der Verenigde Staten van Amerika in België ten einde het voordeel te genieten van de voorrechten en immuniteiten verleend aan de ambtenaren van gelijkwaardige rang bij de Ambassade van de Verenigde Staten van Amerika. De Regering van België zal bovendien ten opzichte van de leden en van het personeel van het Gemengd Comité voor Buitenlandse Economische Samenwerking van het Congres der Verenigde Staten de gepaste' regels van hoffelijkheid in acht nemen en hun de faciliteiten en hulp verlenen die nodig zijn om zich van hun plichten te kunnen kwijten. 3. De Regering van België zal rechtstreeks en door tussenkomst van haar vertegenwoordigers bij de Europese Organisatie tot Economische Samenwerking volledig samenwerken met de Speciale Zending, met de Speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Staten in Europa en met zijn personeel, alsook met de leden en het personeel van het Gemengd Comité. Deze samenwerking behelst het verstrekken van alle inlichtingen en faciliteiten nodig voor het nagaan van en het toezicht op de uitvoering van dit Accoord, met inbegrip van het gebruik van de hulp die overeenkomstig het Accoord verstrekt werd. Artikel X.
Regeling der klachten van de onderhorigen van beide landen. 1. De Regeringen van België en van de Verenigde Staten zijn overeengekomen v(i6r het Internationaal
- 222 -
Gerechtshof alle klachten te brengen die door één van beide Regeringen overgenomen en ingediend werden voor rekening van een onder haar onderhorigen tegen de andere Regering, tot herstel van de schade veroorzaakt door Regeringsmaatregelen (met uitzondering van de maatregelen aangaande vijandige belangen of goederen) van 3 April 1948 door deze Regering genomen en die schade berokkenen aan de goederen of belangen van gezegde onderhorigen met inbegrip van de kontrakten of concessies die op regelmatige wijze door de behoorlijk gemachtigde organen van gezegde Regering gesloten of verleend werden. Het is wel verstaan dat de verbintenis van elke Regering, wat betreft de door de andere Regering in toepassing van deze paragraaf ingediende aanvragen door elke Regering aangegaan wordt in overeenstemming met de binnen de grenzen van de bewoordingen en voorwaarden van de effectieve aanneming, door deze Regering, van de verplichte rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof krachtens artikel 36 van het Statuut van het Hof. De bepalingen van deze paragraaf zullen geenszins afbreuk doen aan andere eventuële rechten van toegang van één van beide Regeringen tot het Internationale Gerechtshof noch zich verzetten tegen het toetreden tot en het voorleggen van geschillen uit hoofde van beweerde inbreuken, door één van beide Regeringen, op rechten en verplichtingen voortvloeiende uit verdragen, accoorden of beginselen van internationaal recht. 2. De Regering van België en de Regering van de Verenigde Staten komen bovendien overeen dergelijke geschillen eventueel na een in gemeen overleg te bepalen arbitrage rechtbank te verwijzen, ter vervanging van het Hof. 3. Er werd eveneens overeengekomen dat geen van beide Regeringen op grond van dit artikel een klacht van een van zijn onderhorigen zal indienen alvorens deze laatste alle ter ziiner beschikking staande rechtsmiddelen zal aangewend hebben voor de administratieve en gerechtelijke rechtscolleges van het land waar de klacht is ontstaan. Artikel XI.
Bepalingen. I. Voor de toepassing van dit Accoord : (a) Wordt door « België » verstaan : België met de onder zijn bestuur geplaatste grondgebieden, met inbegrip van Belgisch-Kongo en de gebieden RuandaUrundi ; (b) Onder « deelnemende landen » wordt verstaan : (1) Elk land dat te Parijs op 22 September 1947 het verslag van het Comité voor Europese Economische Samenwerking ondertekend heeft en elk gebied waarvoor dit land op internationaal gebied verantwoordelijk is en waarop het Accoord tot Economische Samenwerking, gesloten tussen gezegd land en de Verenigde Staten, van toepassing is ; en (2) Elk ander land (met inbegrip van de bezettingszone in Duitsland, de onder internationaal toezicht staande gebieden en besturen van het vrije gebied van Triëst of elke zone die er deel van uitmaakt) geheel of gedeeltelijk in Europa gelegen met de daarbij horende gebieden die onder zijn rechtsbevoegdheid staan zolang dit land ondertekenaar is van de Overeenkomst tot Economische Samenwerking en deelneemt aan de uitvoering van een gemeenschappelijk programma tot Europees herstel dat de doeleinden van dit Accoord nastreeft. Artikel XII.
Inwerkingtreding, wijziging, duur. 1. Dit Accoord is onderworpen aan bekrachtiging door de Regering van België. Het treedt in werking op de datum, waarop kennis gegeven wordt van deze bekrachtiging aan de Regering der Verenigde Staten van Amerika. Onder voorbehoud van de bepalingen der paragrafen 2 en 3 van dit artikel, blijft het tot op 30 Juni 1953 van kracht en, tenzij minstens zes maand vóór de 30e Juni 1953 één der beide Regeringen aan de andere schriftelijk kennis gegeven heeft van haar voornemen op deze datum aan het Accoord een einde te stellen, blijft het van kracht tot na verloop van een termijn van zes maand ingaande op de dag waarop dergelijke kennisgeving geschied is. 2. Indien, tijdens de duur van het Accoord, één der Regeringen oordeelt dat een fundamentele verandering
zich heeft voorgedaan in de omstandigheden die ten grondslag liggen aan dit Accoord, zal zij daarvan schriftelijk aan de andere Regering kennis geven. Beide Regeringen zullen alsdan overleg plegen ten einde
overeen te komen omtrent de wijziging, de omvorming en de afloop van het Accoord. Indien, na een termijn van drie maanden, te rekenen van deze kennisgeving, beide Regeringen het niet eens geworden zijn over de in deze omstandigheden te ondernemen aktie, kan elke Regering aan de andere schriftelijk kennis geven van haar voornemen aan het Accoord een einde te stellen. In dit geval, onder voorbehoud der bepalingen van paragraaf 3 van dit artikel, neemt dit Accoord een einde : (a) zes maand na de kennisgeving van het voornemen er een einde aan te stellen, of (b) na een kortere periode waaromtrent overeengekomen is dat ze ontoereikend is om te verzekeren dat de verplichtingen der Belgische Regering uitgevoerd worden ten opzichte van elke hulp die de Amerikaanse Regering haar verder zou kunnen verlenen na de datum dezer kennisgeving ; het is echter wel verstaan dat haar titel 5 en paragraaf 3 van artikel 7 van kracht zullen blijven twee jaar na de datum van de kennisgeving van het voornemen aan het Accoord een einde te stellen, doch in geen geval na 30 Juni 1953. 3. De aanvullende accoorden en schikkingen, die ter uitvoering van dit Accoord tot stand komen, zullen na de datum van het verstrijken van dit Accoord van kracht kunnen blijven en de periode van toepassing dezer aanvullende Accoorden en schikkingen zal door de bewoordingen er van worden vastgesteld. Artikel 4 zal van kracht blijven totdat alle sommen in Belgische franken, die in overeenstemming met zijn eigen bepalingen dienen gestort, benuttigd werden als voorzien in dit artikel. Paragraaf 2 van artikel III zal van kracht blijven
zolang de in dit artikel bedoelde betalingswaarborg door de Regering der Verenigde Staten van Amerika kan gegeven worden. 4. Dit Accoord kan te allen tijde bij gemeenschappelijke beslissing van beide Regeringen gewijzigd worden. 5. De bijlage bij dit Accoord maakt daarvan een wezenlijk deel uit. 6. Dit Accoord zal door de Secretaris-generaal der Verenigde Naties geregistreerd worden. Ter oorkonde waarvan de respectieve vertegenwoordigers van beide Regeringen, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Accoord hebben ondertekend. Gedaan de tweede Juli 1948, te Brussel, in twee exemplaren, in de Engelse en de Franse taal, beide teksten gelijkelijk rechtsgeldig zijnde.
BIJLAGE. Verklarende Nota's.
1. Het is wel verstaan dat door « de Wet tot Economische Samenwerking van 1948 », waarnaar in het Accoord verwezen wordt, titel I van de Public Law 472, 80e Congres, bedoeld wordt. 2. Het is wel verstaan dat de bepalingen van paragraaf 1 (a) van artikel II betreffende de aanneming van maatregelen voor een doelmatig gebruik der hulpbronnen, wat betreft de krachtens dit Accoord geleverde produkten doeltreffende maatregelen zouden behelzen, bestemd om de vrijwaring dezer produkten te verzekeren en om te verhinderen dat ze gouden afgeleid worden naar markten of zouden dienen voor handelsverrichtingen die in België onwettelijk of ongeoorloofd zijn. 3. Het is verstaan dat het aan de Belgische Regering overgelaten wordt de middelen vast te stellen waardoor de in paragraaf 1 (a) (3) van artikel II vermelde vermogens zullen gebruikt worden met het oog op de uitvoering van het gemeenschappelijk programma voor Europees herstel. 4. Het is verstaan dat de in paragraaf 1 (c) van artikel II voorziene verplichting om de begroting zo spoedig mogelijk in evenwicht te brengen geen deficit gedurende een korte periode zou uitsluiten, maar' doelt op een begrotingspolitiek die, op de duur, het begrotingsevenwicht zou tot stand brengen.
- 223 -
5. Het is verstaan dat, door de In paragraaf 3 van artikel II vermelde handelspraktijken en handelsregelingen
bedoeld worden (a) diegene welke de prijzen of de voorwaarden vaststellen, die in de transacties met derden bij de aankoop, verkoop en verhuring van elk produkt dienen in acht genomen ; (b) diegene welke ondernemingen uit een territoriale markt of uit een commercieel arbeidsveld uitsluiten, een territoriale markt of een commercieel arbeidsveld toekennen of verdelen, de cliëntele verdelen of de voorwaarden van verkoop of van aankoop bepalen ; (c) diegene welke een onderscheid maken ten nadele van bepaalde ondernemingen; (d) diegene welke de produktie beperken of produktiecontingenten vaststellen ; (e) diegene welke bij overeenkomst de verbetering of de toepassing van al dan niet gebreveteerde technische methodes of uitvindingen belemmeren ; (t) diegene welke het gebruik van rechten voortkomend van octrooien en fabrieksmerken, alsmede het gebruik van auteurs-.of reproductierechten, door één van beide Staten in overeenstemming met zijn wetten en reglementen verleend, uitbreiden tot zaken die niet in het kader vallen van zulke voorrechten, ofwel tot produkten of tot voorwaarden van productie, gebruik of verkoop die evenmin het voorwerp uitmaken van zulke voorrechten ; en (g) alle andere praktijken die beide Regeringen kunnen overeenkomen in deze bepalingen op te nemen. 6. Het is verstaan dat de handelspraktijken of handelsregelingen vermeld in paragraaf 3 van artikel II, diegene zijn welke aangegaan of in werking gesteld worden door één of meerdere private of openbare handelsondernemingen, of welke beoogd worden door elke overeenkomst, accoord of andere schikking tussen ondernenemingen van deze aard, en wanneer dergelijke handelsondernemingen, individueel of collectief, de handel van een zeker aantal landen, voor één of meerdere produkten, werkelijk controleren. 7. Het is verstaan dat de Belgische Regering, in overeenstemming met paragraaf 3 van artikel II, in speciale gevallen eerst dient in te grijpen nadat zij de zaken grondig heeft onderzocht. 8. Het is verstaan dat de passage van artikel V : « rekening houdend met de redelijke behoeften van België aan produkten, die het voor zijn binnenlands verbruik nodig heeft » het behoud voorziet van voldoende stocks van de betrokken produkten en dat door de uitdrukking uitvoerhandel » ook de ruilhandel wordt bedoeld. Het is eveneens verstaan dat de krachtens artikel V voorbereide accoorden een procedure van overleg zouden kunnen voorzien, in overeenstemming met de beginselen van artikel 32 van het Handvest van Havana voor een Internationale Handelsorganisatie, in geval de stocks zouden geliquideerd worden. 9. Het is verstaan dat de accoorden voorzien in artikel V, in overeenstemming zullen zijn met het handelsstelsel waarvan de oprichting door het Algemeen Accoord betreffende de Tarieven en de Handel wordt nagestreefd en dat er zal rekening gehouden worden met de beperkingen van de macht en de bevoegdheid der verschillende diensten van de Belgische Regering ingevolge het in dit land van kracht zijnde wetgevend stelsel. 10. Het is verstaan dat elke Regering zich, wat betreft paragraaf 2 van artikel VI, volledige vrijheid van onder. handeling voorbehoudt. 11. Het is verstaan dat de Belgische Regering, ter toepassing van paragraaf 2 (a) van artikel VII, geen omstandige inlichtingen over weinig belangrijke plannen, noch vertrouwelijke commerciële of technische gegevens, waar-
van de bekendmaking nadeel zou berokken aan wettige handelsbelangen, zal dienen te verstrekken. 12. Het is verstaan dat de Regering der Verenigde Staten, wanneer zij de in paragraaf 2 van artikel IX voorziene kennisgeving doet, behoorlijk rekening zal houden met de noodzakelijkheid om het aantal functionarissen, waarvoor integrale diplomatieke voorrechten zouden worden gevraagd, zoveel mogelijk te beperken. Het is eveneens verstaan dat de omstandige toepassing van artikel IV, indien nodig, het voorwerp van besprekingen tussen beide Regeringen zou uitmaken. 13. Het is verstaan dat elk accoord dat gesloten wordt ter uitvoering van paragraaf 2 van artikel X, door de Senaat der Verenigde Staten van Amerika dient bekrachtigd. 14. Het is verstaan dat Belgisch-Kongo en de gebieden van Ruancla-Urundi begrepen zijn in de benaming « België », voorkomend in paragraaf (a) van artikel XI, ten einde de toepassing der bepalingen van dit Accoord op deze gebieden klaarder te maken en dat deze bepalingen geen schade berokkent aan de juridische betrekkingen die tussen het Koninkrijk België en deze gebieden bestaan.
Besluit van de Regent van 2 Augustus 1948 houdende opneming van de Bijzondere Verrekenkassen voor Gezinsvergoedingen in de schoot van de Hulpkas voor Gezinsvergoedingen en van de Bijzondere Onderlinge liassen en Onderlinge Secties voor Gezinsvergoedingen in de schoot van de Onderlinge Hulpkas voor Gezinsvergoedingen (Staatsblad, 20 October 1948, blz. 8586).
Wet van 23 Augustus 1948 houdende machtiging tot regularisatiën, aanpassing en vermindering van zekere voor het dienstjaar 1948 uitgetrokken credieten, zomede toestemming van bijcredieten voor uitgaven met betrekking tot 1947 en vorige dienstjaren alsmede dienstjaar 1948. — Errata (Staatsblad, 13 October 1948, blz. 8302).
Besluit van de Regent van 27 Augustus• 1948 betreffende de verdubbeling van de verlofbezoldiging van de werklieden-afgevaardigden bij het mijntoezicht (Staatsblad, 2 October 1948, blz. 7932).
Besluit van de Regent van 28 September 1948 houdende toekenning van een dertiende maand kindergeld aan het door de Schatkist bezoldigd personeel (Staatsblad, 1 October 1948, blz. 7897).
Besluit van de Regent van 28 September 1948 waarbij aan het door de Staat bezoldigd personeel een vacantiepremie voor het jaar 1948 wordt toegekend (Staatsblad, 1 October 1948, blz. 7898).
II — GELD-, BANK- EN FINANCIEWEZEN Besluit van de Regent van 5 Augustus 1948
Besluit van de Regent van 5 October 1948
houdende reglement van de boekhouding voor het Fonds voor Inlands Welzijn (Staatsblad, 10 October 1948, blz. 8236).
houdende vaststelling van de voordrachtsmodaliteiten der candidaten tot de functies van regent in de Nationale Bank van België (Staatsblad, 8 October 1948, blz. 8136).
— 224 —
Ministerieel besluit van 11 October 1948 betreffende een lening van fr 600 millioen, te sluiten onder 's Rijks waarborg door de Regie van Telegraaf en Telefoon (Staatsblad, 13 October 1948, blz. 8301).
Besluit van de Regent van 15 October 1948 betreffende het slaan van zilveren stukken van 100, van 50 en van 20 frank, van de kopernikkelen stukken van 5 frank en van 1 frank, alsmede van stukken van 20 en van 10 centiemen in muntbrons (Staatsblad, 21 October 1948, blz. 8616).
Besluit van de Regent van 22 October 1948 Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. — Wijzigingen van de statuten. — Goedkeuring (Staatsblad, 24 October 1948, blz. 8710). Gelet op artikel 1 der wet van 16 Maart 1919, houdende machtiging tot oprichting van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid; Gelet op de wet van 21 Augustus 1948 houdende wijziging van het koninklijk besluit van •2 October 1937, bekrachtigd door de wet van 16 Juni 1947, betreffende het statuut van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, en
inzonderheid de artikelen 2 en 3 van deze wet; Gelet op de expeditie van een openbare akte, verlijd veer Mr Scheyven, notaris, te Brussel, op 22 October 1948, betreffende de buitengewone algemene vergadering dezelfde dag gehouden door de aandeelhouders van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Financiën,
Enig artikel. — De wijzigingen der statuten van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, waarvan de tekst gehecht is aan onderhavig besluit, worden goedgekeurd. De Minister van Financiën is belast met de uitvoering van onderhavig besluit, dat in werking treedt de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. REGENT VAN 22 OCTOBER 1948, HOUDENDE GOEDKEURING VAN WIJZIGINGEN DER STATUTEN VAN DE NATIONALE MAAT-
BIJVOEGSEL AAN HET BESLUIT VAN DE
SCHAPPIJ VOOR KREDIET AAN DE NIJVERHEID.
De artikelen 6, 7 en 25 van de statuten der Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid worden gewijzigd als volgt : a) Alinea 1 van artikel 6 valt weg en wordt door onderstaande tekst vervangen : ‹, Het kapitaal der maatschappij, aanvankelijk ten bedrage van fr 25 millioen, werd achtereenvolgens de 5° December 1921 op fr 50 millioen, de 20° December 1926 op fr 150 millioen, de 90 November 1934 op fr 205 millioen en de 220 October 1948 op fr 410 millioen gevoerd
en is vertegenwoordigd door achthonderd en twintig duizend aandelen van fr 500 elk. » b) Bij artikel 7 wordt een laatste alinea gevoegd dat luidt als volgt : De actiën ingetekend door de Staat zijn nominatief en onoverdraagbaar. » c) Alinea 4 van artikel 25 valt weg en wordt door onderstaande tekst vervangen : Artikel 76 der samengeschakelde wetten op de han-
delsvennootschappen is niet van toepassing op het aan de actiën der Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid verbonden stemrecht, behalve wat de verkiezing der commissarissen betreft. » Mij bekend om te worden toegevoegd aan het besluit van de Regent van 22 October 1948.
Wij hebben besloten en Wij besluiten :
III — LANDBOUW
Ministerieel besluit van 15 October 1948 houdende wijziging van dat van 15 April 1947 waarbij de grondslagen worden vastgesteld voor de verdeling der toelagen aan de rundveekweekverenigingen (Staatsblad, 28 October 1948, blz. 8826).
IV — NIJVERHEID Besluit van de Regent van 13 Juli 1948 houdende uitvoeringsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr 80 van 28 November 1939, bevestigd door de wet van 16 Juni 1947 en gewijzigd door de besluitwet van 28 Februari 1947, tot aanvulling en wijziging van de wet van 5 Juni 1868 betreffende de vrik bewerking van goud en van zilver en houdende instelling van de verplichte waarborg van het gehalte van sommige werken uit edel metaal. — Errata (Staatsblad, 8 October 1948, blz. 8137).
Wet van 23 Augustus 1948 strekkende tot het in stand houden en het uitbreiden van de koopvaardij- en de vissersvloot en van de scheepsbouw, en houdende instelling, te dien einde, van een Fonds voor het Uitreden en het Aanbouwen van Zeeschepen. — Erratum (Staatsblad, 8 October 1948, blz. 8142).
*0*
Besluit van de Regent van 5 October 1948 waarbij het verzoekschrift van de Federatie van de Lederindustrieën en van de Federatie der Leerlooierijen en aanverwante nijverheden, strekkend tot het erkennen van het Centrum voor technisch en wetenschappelijk onderzoek van de leerlooierijen, schoen-, pantoffel- en andere lederverwerkende nijverheden, en het goedkeuren van zijn statuten, wordt ingewilligd (Staatsblad, 8 October 1948, blz. 8169).
Besluit van de Regent van 5 October 1948 houdende instelling van een economische reglementering in de rubbernijverheid, bij toepassing van het koninklijk besluit nr 62 van 13 Januari 1935 (Staatsblad, 13 October 1948, blz. 8327). Dit besluit verbiedt ieder voortbrenger, bedoeld in artikel 1, de effectieve productie op te voeren boven 75 pCt. van het volledig productievermogen van zijn op 1 April 1939 gevestigde installaties en voorziet dat ieder nieuw
voortbrenger, d.w.z. deze wiens installaties, naar de zin van artikel 4, op 1 April 1939 niet gevestigd waren, zich slechts zal mogen vestigen of zijn installaties in werking stellen na voorafgaandelijk de machtiging van de Koning te hebben bekomen, onafgezien de machtigingen vereist krachtens de vigerende wetten en reglementen.
Besluit van de Regent van 5 October 1948 waarbij afwijkingen worden toegestaan van de beschikkingen van het besluit van de Regent dd. 5 October 1948, houdende instelling bij toepassing van het koninklijk besluit nr 62 van 13 Januari 1935, van een economische reglementering in, de rubbernijverheid (Staatsblad, 13 October 1948, blz. 8329).
Ministerieel besluit van 7 October 1948 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen betreffende de reglementering in zake voortbrenging van kooldioxyde (Staatsblad, 21 October 1948, blz. 8620).
V — ARBEID Besluit van de Regent van 5 October 1948 tot instelling van een speciale arbeidsregeling voor het personeel der dorsondernemingen (Staatsblad,
14 October 1948, blz. 8346).
VI — BINNENLANDSE HANDEL Besluit van de Regent van 2 Augustus 1948
Ministerieel besluit van 6 September 1948
betreffende de handel in eendeneieren en het gebruik van deze eieren in de eetwaren (Staatsblad, 1819 October 1948, blz. 8568).
waarbij de tenuitvoerlegging wordt geregeld van het koninklijk besluit dd. 28 November 1939, houdende reglementering van de leurhandel (Staatsblad, 1 October 1948, blz. 7903).
Ministerieel besluit van 30 September 1948
Besluit van de Regent van 4 Augustus 1948 betreffende de handel in honig en soortgelijke producten (Staatsblad, 18-19 October 1948, blz. 8570).
houdende aanvulling van het ministerieel besluit van 13 Februari 1947, houdende vaststelling van de kleinhandelsmarge voor de verkoop van verse vis (Staatsblad, 14 October 1948, blz. 8345).
Ministerieel besluit van 19 October 1948
Besluit van de Regent van 1 September 1948 betreffende de geestrijke dranken (Staatsblad, 27 October 1948, blz. 8776).
houdende intrekking van het besluit dd.' 19 Augustus 1947 betreffende de rantsoenering, de fabricatie en de verdeling der veevoeders (Staatsblad, 23 October 1948, blz. 8681).
VII — BUITENLANDSE HANDEL Handelsaccoord Unie en de Sovjet-Russische Bezettingszone in Duitsland
tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische
en lijsten A en B, en betalingsaccoord, ondertekend op 10 November 1947, te Berlijn (Staatsblad, 17 October 1948, blz. 8488).
— 226 —
Ten einde de handelsbetrekkingen tussen de SovjetBezettingszone van Duitsland en de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie uit te breiden, zijn het SovjetMilitair Bestuur in Duitsland, éénsdeels, en de Belgische Regering handelend in haar eigen naam en, krachtens bestaande accoorden, in naam van de Luxemburgse Regering, anderdeels, omtrent het volgende overeengekomen : Artikel 1. Het Sovjet-Militair Bestuur in Duitsland zal de uitvoer der in bijgevoegde lijst A opgesomde koopwaren en de invoer der in bijgevoegde lijst B opgesomde producten gedurende een periode van één jaar, met ingang van 10 November 1947, toelaten. Artikel 2. De Belgische Regering zal de uitvoer der in bijgevoegde lijst B opgesomde koopwaren en de invoer der in bijgevoegde lijst A opgesomde producten voor een periode van één jaar, met ingang van 10 November 1947, toelaten. Artikel 3. De levering der in bijgevoegde lijsten A en B vermelde waren, overeenkomstig artikels 1 en 2 van dit accoord, zal geschieden op grond van contracten gesloten tussen het Departement van Buitenlandse Handel van het Sovjet-Militair Bestuur in Duitsland of firma's of organismen der Sovjet-Bezettingszone in Duitsland, éénsdeels, en Belgische en Luxemburgse firma's of organismen, die daartoe de nodige vergunningen zullen bekomen hebben, anderdeels. Artikel 4. In de lijsten van koopwaren A en B, voorzien in artikels 1 en 2 van dit accoord, zullen in gemeenschappelijk overleg andere in deze lijsten niet vermelde koopwaren kunnen opgenomen worden.
Artikel 7. Voor het toezicht op en de controle van de uitvoering van dit accoord, zullen de Belgische Regering en het Sovjet-Militair Bestuur in -Duitsland gemachtigde afgevaardigden aanstellen, die zullen vergaderen, telkens als het nodig blijkt en op aanvraag van de ene of de andere der Partijen om de uitslagen van de uitvoering van het accoord te bespreken en voorstellen op te maken met het oog op de uitbreiding van de handelsbetrekkingen tussen de Sovjet-Bezettingszone in Duitsland en de Belgisch -Luxemburgse Economische Unie. Artikel 8. Al de uit dit accoord voortvloeiende betalingen zullen geschieden overeenkomstig de bepalingen van het heden tussen beide Partijen gesloten betalingsaccoord. Artikel 9. Dit accoord zal op 10 November 1947 in werking treden en tot en met 10 November 1948 van kracht blijven. In geval het accoord niet zou worden verlengd, zouden zijn bepalingen van toepassing blijven tot na de definitieve regeling van al de verplichtingen voortspruitend uit de transacties gesloten en goedgekeurd ten tijde dat het van kracht was, overeenkomstig artikel 3 van dit accoord. Gedaan te Berlijn, de 10 0 November 1947, in twee exemplaren, elk in het Frans en in het Russisch. Deze teksten zijn gelijkelijk rechtsgeldig. Voor het Sovjet-Militair Bestuur : (g.) MIKHIN. Voor de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie :
(g.) GOETHALS.
Protocol bij de Belgisch-Luxemburgs-Nederlandse Douane-Overeenkomst
Artikel 5. De Partijen zullen de wederzijdse aanbiedingen van maakwerk uitgaande van de Sovjet-Bezettingszone in Duitsland en van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, met welwillendheid en in overeenstemming met de bepalingen van bovenstaand artikel 3 onderzoeken.
ondertekend te Brussel op 22 December 1947. — Erratum (Staatsblad, 14 October 1948, blz. 8344).
Artikel 6. Beide Partijen zullen er zorg voor dragen zich de nodige vervoermiddelen te verschaffen voor het verzenden van de uit te wisselen koopwaren.
houdende vaststelling van de wettelijke tarra's in zake douane. — Erratum (Staatsblad, 23 October 1948, blz. 8668).
Ministerieel besluit van 27 September 1948
VIII — VERKEERSWEZEN
Besluit van de Regent van 1 Augustus 1948 houdende goedkeuring van het reglement betreffende het vervoer van brandbare vloeistoffen op de binnenwateren. — Erratum (Staatsblad, 1 October 1948, blz. 7911).
Besluit van de Regent van 1 Augustus 1948 houdende goedkeuring van het reglement betreffende het vervoer van brandbare vloeistoffen op de binnenwateren. — Errata (Staatsblad, 15 October 1948, blz. 8410).
Wet van 23 Augustus 1948 strekkende tot het in stand houden en het uitbreiden van de koopvaardij- en de vissersvloot en van de scheepsbouw, en houdende instelling, te dien einde, van een Fonds voor het Uitreden en het Aan-
bouwen van Zeeschepen. — Erratum 8 October 1948, blz. 8142).
(Staatsblad,
Ministerieel besluit van 29 September 1948 betreffende de vrachtprijzen toe te passen op elk door bemiddeling van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart afgesloten bevrachtingscontract (Staatsblad, 4-5 October 1948, blz. 8020).
Besluit van de Regent van 4 October 1948 tot wijziging van artikel 549 van het algemeen reglement voor de arbeidersbescherming met betrekking op de aanduiding van het gewicht op de grote colli die per schip vervoerd worden (Staatsblad, 22 October - 1948, blz. 8647).
- 227 -
Ministerieel besluit van 8 October 1948
Ministerieel besluit van 9 October 1948
betreffende de algemene toepassingsvoorwaarden van de vrachtenbarema's van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart (Staatsblad, 16 October 1948, blz. 8448).
Vrachtenbarema's van de Dienst voor Regeling der Binnenvaart. — Wijzigingen (Staatsblad, 15 October 1948, blz. 8409).
IX — PRIJZEN EN LONEN
Ministerieel besluit van 28 September 1948
Ministerieel besluit van 11 October 1948
houdende prijswijziging van sommige voedingsproducten (Staatsblad, 1 October 1948, blz. 7912).
tot vaststelling der uitvoeringsmaatregelen van het besluit van de Regent van 14 Augustus 1948 houdende bepaling van de modaliteiten van toepassing der wet van 15 Juli 1948, tot oprichting van een Speciaal Fonds om aan de arbeiders van sommige nijverheidstakken een premie te betalen (Staatsblad, 20 October 1948, blz. 8586).
Ministerieel besluit van 28 September 1948 houdende wijziging van de prijzen van sommige voedingsproducten. — Erratum (Staatsblad, 3 October 1948, blz. 7978).
Ministerieel besluit van 30 September 1948
Ministerieel besluit van 18 October 1948
met betrekking tot de prijs van suiker (Staatsblad, 6 October 1948, blz. 8040).
houdende aanvulling van het ministerieel besluit van 10 Maart 1947 aangevuld door het ministerieel besluit van 14 April 1947 houdende vaststelling der maxima-prijzen van het gas voor de openbare verdeling bestemd (Staatsblad, 23 October 1948, blz. 8667).
Ministerieel besluit van 1 October 1948 houdende prijsreglementering van bevroren rundvlees (Staatsblad, 3 October 1948, blz. 7978).
X — RANTSOENERING EN RAVITAILLERING
Ministerieel besluit van 1 October 1948 houdende regeling van de bevoorrading in suiker tegen afgifte van ravitailleringszegels (Staatsblad, 10 October 1948, blz. 8244).
—
228
—
DOORLOPENDE MAANDSTATISTIEKEN (Inhoud, zie laatste bladzijde van het Tijdschrift)
-
GELDMARKT
RENTETARIEF VOOR DISCONTO EN BELENINGEN (in pet.) OFFICIELB RENTETARIEVEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIË
Beleningen van en voorschotten op : ( 5 )
Discont
CALLGELD
TIJDVAK
0
S
1946 Jaargemiddelde 1947 Jaargemiddelde
1,17 2,67
1,67 3,17
1,92 3,42
2,67 4,17
1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
3,3,3,3,3,3,- (2) 3,- (2) 3,- (2) 3,- (2) 3,- (2) 3,- (2) 3,- (2) 3,- (2) 3,- (2 3,- (2
3,60 3,50 3,50 3,50 3,60 3,50(3) 3,50 (3) 3,60 (3) 3,50 (3) 3,50 (3) 3,50 (3) 3,50 (3) 3,50 (3 3,60 (3 3,50 (3
3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,76 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75
4,50 4,50 4,50 4,60 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
) )
) )
3,17 4,67
2,2,-
2,1875 2,1875
2,375 2,375
3,17 4,67
3,59 4,67
3,17 4,67
0,58 1,08
2,2,2,2,2,2,-2,2,2,2,2 ,2,2,2,2,-
2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875 2,1875
2,375 2,375 2,375 2,375 2,375 2,375 2,376 2,375 2,375 2,375 2,375 2,375 2,375 2,375 2,375
5,-5,-5,-5,-5, -5,-
5,5,-5,-5,-5, -5,5, -5, -5,5, -5,5,5, -5,5, --
6, -5, -5, -5, -5, -5, -5,-5, -5, -5, -5,5, -5, -5, -5, --
1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,26 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25
5,-
5, -5,5, -5,5,5,5, -5,-
(1) Met ingang van 16 December 1946 worden de geaccepteerde of documentaire wissels uit hoofde van goedereninvoer of -uitvoer in disconto genomen tegen de discontorente toepasselijk op de b j de bank gedomicilieerde accepten en warrants. (2) Met ingang van 19 Februari 1948 alleen : geviseerde bankaccepten uit hoofde van uitvoer. (3) Met ingang van 19 Februari 1948 is dit percentage ook toepasselijk op de geviseerde bankaccepten uit hooide van invoer. (*)
Quotiteit van het voorschot in November 1948 :
Ander overheidspapier 95 pet. Schatkistcertificaten op korte termijn 3 1/2 pCt. vijfjaarsschatkistcertificaten (besluit van 80 hCt. 90 pCt. Tienjaarsobligaties (1940-1950) 25 October 1941). 3 1/2 pet. Schatkistcertificaten met ten hoogste 15 jaar Schatkistcertificaten uitgegeven ter regeling van Bel90 pCt. looptijd (i942) gische financiële vorderingen op het buitenland 90 pet. 3 1/2 pCt. Schatkistcertificaten met 5, 10 of 20 jaar loop(besluit van 3 Februari 1942). 90 pCt. tijd (1943) (1) Voorschot enkel ingewilligd in de door de Nationale 3 1/2 pCt. Schatkistcertificaten met 10 jaar looptijd (1944) 90 pCt. Bank van België toegestane bijzondere gevallen. 4 pet. Schatkistcertificaten met 5 tot 10 jaar looptijd (1947) 90 pCt. 4 pCt. Schatkistcertificaten met 5 tot 10 jaar looptijd (1948) 90 pCt. 4 pCt. ver(1) Met ingang van 15 October 1948 werd de rente der Schatkistcertificaten met 10 of 20 jaar looptijd (1943) tot hoogd.
• II - RENTESTANDEN VOOR BANKDEPOSITO'S EN TEGOED TER ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS
Banken -- Depositorekeningen (*)
Algemene Spaarkas (inlagen op spaarboekjes)
Nat. Maat. voor krediet aan de Nijverheid
fr. 50.000 tot 100.0,90 (1)
Deposito. rekeningen op Mnar ,'
TIJDVAK 15 dagen
voor-
1 maand
3 maanden
6 maanden
opzegging
tot fr. 50.000 (1)
boven fr. 100.000
0,50 0,50
1,53 1,75
1,50 1,50
o
Maandgemiddelden : 1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,60 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,60
1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,76 1,75 1,75
1,50 1,60 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 1,60 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
0 to oc00000000000 oa00000aa e000 g ei c7 crj ci cr g 07 00 0 00;
co'
Jaargemiddelden : 1946 1947
2 ,-
2,46
(*) Gemiddelde van vier banken. 100.000. (1) Van 1 Juli 1948 tot 30 Juni 1947, bedroeg de depositorente 3 pet. tot fr 30.000 en 1,5 pCt. van fr 30.000 tot fr (2) Depositorekeningen op één jaar en meer.
2,60(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,60(2) 2,50(2) 2,50(2) 2,50(2)
VALUTAMARKT EN MARKT DER EDELE METALEN I - NOTERING DER EDELE METALEN
9
ZILVER
GOUD
BOMBAY
BOMBAY
TIJDVAK
LONDEN
NEW-YORK
ah. en cl. per oz. fijn
dollars per oz. fijn .
LONDEN
Roupies en annas per Fine Tola
Omrekening in eh. en d. per oz. fijn
d. per oz. fijn.
NEW - Yons cents per oz. fijn
Koupire en Omrekening annas per in pence per oz. fijn 100 Fine Tola
409/0 420/6
(1)20,06 55,50 45,-2-
42,75 88,50 74,62
159. 4 170. 3
Maandgemiddelden 1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juil Augustus September October November
172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3 172/3
110. 3 102.13 104.15 105. 8 105.13 106. 1 110. 1 115. 4 116. 3 115. 7 113. 8 114 9 115. 4 114. 9 113. 4
440/9 411/3 419/9 422/0 423/3 424/3 440/3 461/0 464/9 461/9 4;4/0 458/3 461/0 458/3 453/0
42,73 43,37 45,02 45,45,-45,45,45,45,45,45,44,70 45,93 46,93 45,02
70,55 71,62 74,62 74,62 74,62 74,62 74,62 74,62 74,62 74,62 74,62 73,87 75,35 77,21 73,58
167.13 158. 6 159. 7 167. 7 168. 8 150. 1 163. 8 171. 1 173.14 173. 9 174. 0 175.13 173.13 175. 5 175.12
,
o , coo: ',D et, r.go Do t 00 CO CO 00 00 00 00 00
102. 4 105. 2
gog.
149/7 1/2 172/3 172/3
OD g. 00
1938 31 December 1946 31 December 1947 31 December
(1) Notering per stand, oz. N. B. - 1 oz. troy = 31,1035 gram; 1 tola = 11,6638 gram; 1 roupie = 16 annas; 1 roupie = 18 pence.
II - OFFICIËLE WISSELKOERSEN PER 30 NOVEMBER 1948 vastgesteld door de Nationale Bank van België krachtens besluit nr 6 genomen door de Ministerraad te Londen op 1 Mei 1944 (« Belgisch Staatsblad » van 5 September 1944, n* 22) (in Belgische franken)
10
Biljetten
Transfers VALUTA
1 pond sterling
Contractuële koers
176,625
1 U. 1 Canadese dollar 100 Franse franc (1) 100 Nederlandse gulden
16,62879
Aankoopkoers
Verkoopkoers
Aankoopkoers
Verkoopkoers
176,50
178,75
175,85
176,80
43,70
43,96
43,50
44,-
43,96
44,08
43,75
44,25
16,60
16,65
16,50
16,80
1.635,--
1.662,--
1.650,--
1.654,-L
100 Congolese frank
100,--
100,--
100 Luxemburgse frank
100,--
100,--
12,16
12,23
12,10
12,28
10,1275
10,10
10,15
10,05
10,20
0.1326
9,10
9,16
9,05
9,25
8,80
8,85
8,75
8,90
175,75
177,60
175,-
178,--
87,39
87,92
86,80
88,50
I Zweedde kroon 1 Zwitserse frank 1 Deense kroon 1 Noorweegse kroon 100 °nandoe 100 Djechoslowaakso kroon
1.652,-
12,1936
8,83125 176,625 87;655
100 lira
100 pesetas
Veranderlijke koers, om de tien dagen vastgesteld door het Ufficio Italiano dei Cambi. 400,Toe te passen koers voor de stortingen in
Bfr., op de rekening van het Institut° Espanol de Moneda Extranjera.
(1) Vanaf 18 October 1948.
- 230 -
KAPITAALMARKT I - NOTERINGEN VAN ENKELE OVERHEIDSFONDSEN - VERGELIJKENDE TABEL NOTERING PER I Notering voor
AARD DER EFFECTEN
2 Augustus 1 Septomb. 1 October 1948 1948 1948
2 Novemb. 1 December 1918 1948
I. - Rechtstr. Belgische binnen'. Staatsschuld (Rente bij te rekenen).
Ilill ll ll llll ll
2 1/2 pet. Schuld 3pet. Schuld, 2 0 reeks
3 Y2 pet. Schuld 1937 3 Y2 pCt. Schuld 1943 Getinificeerde 4 pCt. Schuld Bevrijdingslening, 4 % 1945 Tienjaarsobligaties (1940-1950), 4 pCt. Vijftienjaars- (ten hoogste) schatkistcertificaten, 3 lA pet., 1942 Vijf, tien- twintigjaarsschatkisteertificaten, 3 Y2 pet., 1943 Tienjaarsschatkisteertificaten, 3 Y2 pCt., 1944 Vijf- of tienjaareschatkistcertificaten, 4 0/,,, 1947 Vijf- of tienjaareschatkisteertificaten, 4 %, 1948 4 pCt. Lotenlening van 1933 Lotenlening 1938, 4 pCt Lotenlen. 1941 (3 pet. tot 1946; 3 1/2 pCt. van 1946 tot 1951; daarna 4 pCt.) Indirecte Staatsschuld en door de Staat gewaarborgde schuld (Rente bij te rekenen). 4 pet. Lotenlening der Verwoeste Gewesten 1923 2 pCt. Lening tot Wederopbouw late trim. 1947 6 pet. pref. aand. v. d. Nat. Maatsch. van Belg. Spoorw. (Zwits. schijf) 6 pet. pref. aand. v. d. Nat. Maatschappij van Belgische Spoorw. (Ned. schijf) 4 pCt. pref. aand. v. d. Nat. Maatschappij van Belgische Spoorw. (Belg. schijf) *) 3 pa. Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, coup. Januari-Juli 3 ys pCt. Beheer van Telegraaf en Telefoon, 1943
56,10
55,80
55,85
55,85
55,80
87,45 76,75 72,35 83,60 80,15 100,10 100,80 100,25 94,96,60 97,40 1.012,469,822,-
87,75 76,75 72,50 83,50 80,15 100,100,40 100,30 93,65 97,97,30 L021,471,827,-
88,76,90 73,20 83,65 80,70 100,45 100,95 100,75 94,30 97,55 98,15 1.026,474,833,-
87,85 76,80 73,25 84,05 81,101,-101,75 (1)101,94,65 98,30 98,90 1.024,477,837,-
88,15 76,90 73,45 84,50 81,40 100,80 102,-101,15 95,98,45 99,30 1.033,474,841,-
491,-. 1.004,554,551,417,69,10 75,80
488,1.004,543,539,425,65,40 75,60
484,1.005,555,545,440,62,60 75,55
484,1.008,548,548,458,63,25 75,50
482,1.008,554,551,460,61,65 75,40
232,-
235,-
231,-
228,-
227,-
73,80 88,80
73,70 88,80
73,60 88,80
73,60 88,80
73,40 88,65
78.90
78.90
79.-
78.80
78.65
II. -
1 11 11 11
1 11 1 gigigggg ggg
LIL - Rechtstreekse Koloniale Schuld. Renteloos : Belgisch Congo, Lotenlening 1888 Rij te rekenen rente :
3 pet. Koloniale Schuld 1904 4 pet. Koloniale Schuld 1936 0)
3 1,4. na. Koloniale Schuld 1937
(*) In de regel zijn de coupons der leningen belastvrij; de coupons waarop 2 pCt. belasting wordt betaald, zijn niet een sterretje getekend. (1) De rentevoet werd met ingang van 14 October 1948 op 4 pa. gebracht.
II - MAANDINDEXCIJFERS DER NOTERINGEN TER BEURZE VAN BRUSSEL EN ANTWERPEN
2 .g t
DATUM
a
ÓA N8
Chemicaliën
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
72.
ig
i
•
20 4 aY
g 8
g e7 .5,
1'1'2 co
Indexcijfers t.o.v. de noteringen der voorgaande maand 1948 2 November.' 1 December .
96 97
95 99
93 102
95 117
94 95
98 99
97 98
104 98
95 98
96 101
85 96
90 95
93 96
94 97
96 96
91 97
98 100
238 217 200 196 228 216 192 185 173 160 143 133 131 118 112
231 218 188 185 196 212 194 189 174 168 166 160 161 149 143
250 235 222 222 245 260 241 232 217 206 195 190 190 179 174
253 252 239 242 262 288 286 284 273 284 269 264 267 257 247
182 181 169 165 169 180 159 155 140 139 138 132 133 121 117
193 184 160
Indexcijfers t.o.v. de periode 1936 tot 1938 = 100 1947 1 October 3 November. 1 December 1948 5 Januari 2 Februari 1 Maart 1 April 3 Mei 1 Juni 1 Juli 2 Augustus . 1 September. 1 October 2 November. 1 December .
65 81 51 55 70 76 67 64 56 52 49 47 50 44 40
147 143 133 135 149 152 140 138 134 131 123 122 128 122 121
185 174 159 164 174 169 160 144 134 136 131 124 120 111 113
87 85 76 78 90 85 80 78 72 69 63 62 62 59 69
93 84 82 80 99 106 88 85 76 77 73 69 70 66 63
103 102 100 99 110 111 105 104 101 99 98 96 97 95 94
174 168 161 165 186 190 177 176 170 170 163 164 174 169 165
110 101 100 102 113 129 112 120 114 112 113 111 123 128 126
- 231 -
187 191 168 184 198 202 190 181 169 164 158 153 153 145 142
136 138 125 132 138 134 129 120 115 108 100 99 112 107 108
133 123 116 114 139 129 118 118 106 103 98 91 89 76 73
157 188 186 174 164 154 145 143 137 137 132 132
III - OMZET TER BEURZE VAN BRUSSEL
15
Bron :
Bulletin mensuel des statistiques publié par la Commission de ta Bourse de Bruxelles. Obligaties van vennootschappen Aantal beursdagen
TIJDVAK
Duizenden stukken
et, CV CVCVCV CVC4
DO OD
1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Blei Juni Juli
OD
N N
1946 1947
Augustus September
■—■
October November
Verhandelde bedragen (miljoenen frank.)
Totaal
Aandelen Verhandelde bedragen (millioenen frank.)
Duizenden stokkeu
Duizenden stukken
Verhandelde bedragen (miljoenen frank.)
253 191
234 172
6.300 4.112
11.145 4.988
6.553 4.303
11.379 6.160
16 16 13 17 18 19 20 19 15 18 13 15 14 15 17
14 15 12 15 16 17 18 17 13 16 12 13 13 13 15
335 403 293 348
358 402 295 330
351 419 306 365
372 417 307 346
398 719
406
416
422
814 802 590 403 461
738 711 597 418 462
831 820 607 418
363
377
345 472 434 430
378 489 473 465
691 578 403 444 364 363 475 458 448
476 375 358 485 447 445
IV - NOTERING EN RENDEMENT VAN DE VOORNAAMSTE OBLIGATIETYPEN
16 OBLIGATIES VAN MAAT8CHAMPUEN
TOONAANGEVENDE TYPEN Rendement (t. 0. v. de koers alleen)
Koers
II
III
Ge5nifie. Schuld
Koloniale Schuld 1936
Provino., steden en gemeenten
4 pet.
4 pCt.
88,85,45 84,30
89,60 86,30 85,30
84,85
85,70 86,20 85,60 87,70 88.35 88,30 88,60 88,80 88,80 88,80 88,80 88,65
DATUM
1947 1 October 3 November 1 December 1948 5 Januari 2 Februari 1 Maart 1 A1plil 3 Blei 1 Juni 1 Juli
2 Angu3tus 1 September 1 October 2 November 1 December.-
81,50 81,40 84,55
84,50 84,30 84,30 83,60
83,50 83,65 84,05 84,50
v v v v v v v v v v v
IV Nijverheids. en handels. ondernemingen
4 pet.
4 pet.
89,84 89,03
86,77 85,98 85,78
88,45 87,94 85,29 85,98 85,77 85,98 85,96 85,76 85,46 85,36 85,17 85,37 85,36
85,27 v 85,51 v 86,55 v 84,62 v 85.53 v 84,25 v 85,10 v 84,65 v 85,02 v 84,24 v 84,37 v 84,23
4% pet. 97,35 94,54 93,23 92,97 v 93,29. v 93,65 v 93,02 v 92,62
v 92,34 v 91,90 v 92,71 v 92,68 v 92,36 v 91,85 N 91,10
II
III
Schuld
Koloniale Schuld 1936
Provino., steden en gemeenten
4 pCt.
4 pet.
4 pet.
4,55 4,68 4,74 4,71 4,73 4,74
4,46 4,63 4,69 v
4,46 4,50 4,53 4,55 4,63
v
4,65
v
4,66
v v
4,65 4,65 4,66 4,68 4,69 4,70 4,69 4,69
4,73
4,73 4,74 4,74 4,78 4,79 4,78 4,76 4,73
N. B. - Voor de samenstelling : zie Maartnummer 1939 op blz. 193.
- 232 -
4,67 4,64 4,62 4,56 4,53
4, f.3 4,51 4,50
4,50 4,50 4,50 4,51
v v v v v
Allerlei typen IV Niiverheidsen handelsondernemingen
Gemiddelde beunwaarde
4 pet. 4% pCt. 4,61 4,65 4,66 4,69
4,62 4,78 4,88 4,84
93,53 91,78 90,34 90,50
v 4,68 v 4,62
v 4,82 v 4,81 v 4,84
v 92,05 v 92,50 v 91,50 v 91. 46 v 91,10 v 91,03 v 91,54
v 4,73 v 4,68 v 4,75 v 4,70 v 4,73 v 4,70 v 4,75 v 4,74 v 4,76
v 4,86 v 4,87 v 4,90 v 4,86 v 4,87 v 4,87 v 4,91 v 4,94
v 91,64 v 91,06 v 90,78 v 90,49
Gemiddeld nettorendement 4.63 4,71 4,79 4,78 v 4,82 v 4,80 v 4,86 v 4,86 v 4,88 v 4,88 v 4,85 v 4,85 v 4,88 v 4,89 v 4,91
V - EMISSIES VAN DE BELGISCHE EN CONGOLESE NIJVERHEIDSEN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN (*) Retrospectief overzicht (duizenden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. OPRICHTINGEN VAN VENNOOTSCHAPPEN
TIJDVAK
(*) 1946 1947 1947 eerste 10 maanden 1948 eerste 10 maanden 1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
naamloze en commanditaire op aandelen
Aantal
Nominaal bedrag
Gestort bedrag op nomin. waarde
Aantal
Aantal
Gestort bedrag op nomin. waarde
Nominale verhoging
Oud kapitaal
2.096 1.553
623.881 537.550
560.783 502.389
2.587.184 651 3.595.613 3.195.352 750 5.998.629 6.599.616 (6) 6.022.826
1.029 1.042.821 1.171 2.338.447
872.535 1.698.286
1.268 1.102
393.526 402.940
363.116 383.139
572 5.373.340 5.601.444 617 8.684.712 15.835.911
4.433.148 15.252.322
45.287 44.695 105.287 86.254 204.704 131.946 127.223 160.964 99.156 161 550 322.058 418.430 53.492 139.766 83.703
85 115 125 98 187 132 116 112 131 115 123 115 78 87 93
22.488 41.230 41.068 32.603 111.421 51.375 49.869 42.334 41.457 47.819 39.973 41.140 28 508 34.002 26.463
20.390 35.567 37.717 31.251 108.002 60.241 48.748 39.449 39.622 45.334 37.566 38.899 25.032 33.143 25.105
32 67 43 49 129 40 41 89 90 72 88 65 28 49 57
53.486 1.062.655 222.215 266.900 741.272 2.432.807 344.735 1.484.992 3.768.537 1.182.237 3 998.715 553.722 111.524 611.742 1.368.900
40.335 1.009.721 173.137 143.509 537.461 2.384.675 331.822 1.441.663 3.517.082 1.108.452 3.908.345 536.035 102.287 559.022 1.368.939
67 83 114 107 230 108 94 128 120 125 140 145 89 101 121
Aantal
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli .Angtisttia September October
Gestort bedrag op nomin. waarde
1.388.573 1.163.493
54.310 52.130 118.431 116.248 218.045 192.420 338.576 172.288 117.695 181 264 348.770 452.613 59.481 352.922 122.418
Gezamenlijke uitgiften
TIJDVAK
1947 eerste 10 maanden 1948 eerste 10 maanden
Nominaal bedrag
1.372 1.900.554 1.366 1.377.114
OBLIGATIE - IIITGIFTEN
(*) 1946 1947
KAPITAALSVERHOGINGEN
(Naamloze vennootschappen) (Commandit. vennootschappen op aandelen) (Personenvennootsch. met beperkte aansprak.)
Nominaal bedrag
54.200 1.498.388 148.680 161.621 463.668 1.388.764 382.470 690.240 1.606.434 595.485 2.321.774 200 197 82.576 605.909 810.863
STORTINGEN ANDERE DAN IN GELD
iirroirrE. PREDIaN (1)
Nominaal bedrag
Inbreng in natura (2)
Bijvoeging van reserves ( 3)
UrrocrrzN bestemd voor aflossing van oude leningen (4)
41 65
880.800 (6) 1.483.700
6.600.587 (6) 9.997.980
156.550 47.079
1.312.739 1.156.511
1.122.416 3.559.775
40 28
1.122.500 767.800
8.160 291 19.345.098
45.291 280
800.282 1.517.776
3.092.882 14.052.244
2.943.426 2.531.807
7 2 6 2 5 5 2
106.000 22.500 237.500 150.000 38.000 78.800 160.000 190.000 146.000 58.000 53.000 50.000 1.000 21.000 10.000
236.284 1.178.515 619.214 555.751 1.108.738 2.755.402 893.180 1.889.614 4.073.689 1.449 320 4.438.458 1.097.475 200.513 1.019.668 1.527.781
4.205
43.680 58.078 75.097 80.805 275.424 97.313 92.403 119.931 91.192 163.915 151.885 421.774 56 397 121.343 191.643
15.904 936.022 119.810 82.460 384.433 2.269.730 267.460 1.339.942 3.292.704 1.080.808 3.831.351 446.574 61.760 237.630 1.224.285
156.633 118.383 859.534 247.899 229.948 278.889 307.930 372.418 417.984 128.818 337. 751 175.016 83.654 893.958 65.819
4
6 4 2 1 1 2 1
200 150 1.638 70 210
14.008
Nettouitgiften (5 )
3.125.727 (6) 4.503.181
(1) In de gestorte bedragen niet begrepen. (2) In de oprichtingen en kapitaalsverhogingen begrepen. ' (3) In de kapitaalsverhogingen begrepen. (4) In de kapitaalsverhogingen en de obligatieuitgiften begrepen. de obli gatieuitgiften, de uitgifteprennien, verminderd met de stortingen de volgestorte bedragen op aandelen, (5) Omvatten andere dan in geld en de emissies tot terugbetaling van vroegere leningen. (6) Wegens verbetering der cijfers, is het jaarbedrag groter dan het totaal der overeenstemmende twaalf maandbedragen. (*) In 1946: Statistieken opgemaakt door de Nationale Bank van België.
- 233 -
17
V - EMISSIES VAN DE BELGISCHE EN CONGOLESE NIJVERHEIDS- EN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN Detail der emissies (duizenden franken)
VESNWNDE. RINGEN (naamloze vennoot.) (com. ven. op aandeel.) (personen. vennoot. m. beperk. SamenLiquidaties smeltingen aansprak.)
Inbreng in natura
(commandit. op aand.) (personenvennootsch. met beperkte aansprakelijkheid)
Oprichtingen van vennootsch.
ve :he
Be Bedrag
Bedrag
Bedrag
1
--
Pn
55.250 -118.600 -240-87.700--140.058 --
--
en rep
55.250 119.600 240 87.700
bedrag
. 105 ani s nc
-680 548-440-17.150 -816.125 1 ---
Nomin.
---
-3.400 1.889 440 17.950 816.125 --
op nomina waarde
en
kapitaal
lig
Gestort bedrag
Nomin. verhoging
Oud
Aanta
bedrag
Gestort bedrag op nomin. waarde
.nt
Nomin.
tntrev I
bedrag
Gestort bedrag op nomin. waarde
iR
aQ
Nomin.
Aanta
personenvennootsch. met beperkte aansprakelijkheid
KAMTAALB.
(naamloze)
OBLIGATIEUITOIPTEN
va .ala rep
BEDRIJFSKLASSE
naamloze en commanditaire op aandelen
ONTBINDINGEN VAN VENNOOTSCHAPPEN (ij
STORTINGEN ANDERE DAN IN SPECIE
KAPITAALSVIIRHOGINGEN (naamloze vennootschap.) (command. vennoot. op aand.) (Personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid)
sp
OPRICHTINGEN VAN VENNOOTSCHAPPEN (1)
OCTOBER 1948
ar
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
3.740 2.507 7.406 1.592 250
630 634 50 400 60 --
630 634 50 330 60 --
22.500 75.200 60 19.725 -68.980
1.000 --
---
--
--
100 -1.300
100 -1.300
---
--
8.800 250 2.415
6.896 250 2.415
1.421 50 850
1.421 50 850
122.418
83.703 93
,-100
100 --
500
26.463
500
25.105 57
1.258 300 -450 5.650
92.060 __
46.790 __
46.790-__ __
---1.200 --280.250
---
---
---
__
__
-----
----
----
--
__
__
-__
-__
-__
---
-__
---
-__
-__
---
__
--
--
680 --10.540 812.150 --
3.500 1.940 4.579 1.318 --
--10.000 1.160 --
530 50 44 -60 --
1.400 3.200 --
53.850 112.400 160 87.500
--
140.058
1.258 ---
430
210 1.892 337 315
972
64
550
-466 3.262 1.520 -240 132 600 --
45.000 -50
---
-300 30 200
2.050
2.050 --
--
--
--
1.244
--69.750
----69.750 --
----
----
----
5.562 200 2.169
--
--
48.796
1
10.000
---61.000 --
1 -----
806 --
775 -2.800 -730 -600--
----
1 -1
766 1.400
--
--
--
1
31.02C
250-292-150 --
----
----
-
956 --
--
--
--
1.410-1.270--
---
---
--
1.050 --
--
4.367 -----
2.742 --
18.039 126.808 1.224.285 58
28.540 1
446
810.863 1.368.900 1.362.939
8.250-910-2.002 -1.423 1 300 --
mmICqIet, ICID
5.000 -
150
1.273 200 -850 -2.600
-----__
--
IICl C9I
1.000 475 2.390 700 370 -150
--1.258-300---350 -5.650--
-----__
-----
-13.340 2.428 13.633 2.598 --
cvII
2.300
392 250 8.833 650 630 -1.676
--
------
-.00
TOTALEN... 121
1.000 250 29.700 800 750
-1.000 475 2.390 600 370
--
------
1
--
140.058
--
---10.000 --
1
--
4.140 2.611 8.090 1.592 250
__ 1.000 930 60 13.200 230.775 --
eq000.1
-1.375 3.995 2.880 ---
__
i00
-3.650 5.115 6.255
--
00r,00
-2.000 15.300 3.585 26.518 3.658 --
1
-2.000 15.300 3.585 30.190 3.658 -
-
"•ci
Banken Verzekeringen Financiële- en immobilifinverricht. (2) Kleinhandel Groothandel en buitenlandse handel Metaalverwerkende nijverheid IJzer. en staalvoortbrengende nijverheid Non-ferro metaalnijverheid Textielnijverheid Voedingsnijverheid Houtnijverheid Scheikundige nijverheid Glasnijverheid Electriciteit Gas Water Ledernijverheid Papiernijverheid en grafische bedrijven Verkeer Toerisme Tussenhandel Oude en afvalgoederen Bouwbedrijf Kolennijverheid Kleinijverheid Cement- en aanverwante nijverheden Groeven Kalknijverheid Keramische nijverheid Tabaksnijverheid Diamantnijverheid Uitgeverij, boekhandel, pers Film, schouwburgen, attracties Ambachtswezen Landbouw, tuinbouw, visserij, veeteelt Diversen (niet genoemd)
-214 40 450
--64.240
2.050 ---
-
1.550--
--
--
--
880--
--
--
-
--
--
61.000 4
33.921
(1) Coiiperatieven : 16 vennootschappen opgericht met een minimumkap taal van fr 5.048.150; 2 vennootschappen ontbonden met een minimumkapitaal van fr 459.070. (2) Excl. de kapitaalsverhoging van de N.M.B.N. (waarop algeheel door de Belgische Staat werd ingeschreven) ten belope van fr 205 M11110e11; gestort bedrag (in geld) : fr 41 millioen; emissieprijs 92.250.000.
V
- EMISSIES VAN DE BELGISCHE EN CONGOLESE NIJVERHEIDSEN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN
Ingedeeld naar de ligging en naar de belangrijkheid van het nominaal uitgegeven (duizenden franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
(naamloze vennootsch.) (command. vennootach. op aandelen) (personenvenn. niet beperkte aansprakelijkheid)
personenvenn. met beperkte aansprakelijk. heid
17
ONTGIN. DINGEN
KAPITAALSVERHOGENGEN.
OPRICHTING. VAN VENNOOTSCH.
naamloze en commanditaire op aandelen
of vernietigd kapitaal OCTOBER 1948
OBLIG AT I 2CITO' II"TEN
STORTINGEN ANDERE DAN IN SPECIE
S
3
bedrag
g' cp
bedrag
23
OMSCHRIJVING
eo bb
'0
a
g 8p
Nominaal
Nominaal
Lt
O
Z 11). 0
r .6
Bedrag
1 - Naar hun geographische ligging België België en buiten! Belgisch Congo TOTAAL...
120 97.418 78.703 93 26.463 25.105 65 1 1 25.000 5.000 1
530.613 1.299.150 1.293.189 61.000 279.000 61.000 8.750 1.250 8.750
10.000
127.403 1.224.285 28.540 61.000 33.920 61.000 3.240
121 122.418 83.703 93 26.463 25.105 57
810.863 1.368.900 1.362.939
10.000
191.643 1.224.285 28.540 81.000 33.920
2
- Naar de belangrijkheid van het uitgegeven of vernietigd nominaal kapitaal
1 milt en minder. 101 43.295 35.910 89 19.359 18.105 17 van 1 tot 5 mill. 17 41.873 30.543 4 7.104 7.000 23 van 5 tot 10 mill. 2 12.250 12.250 4 van 10 tot 20 mill. 4 van 20 tot 50 mill. 1 25.000 5.000 3 van 50 tot 100 mill. 4 meer dan 100 milt 2 TOTAAL...
121 122.418 83.703 93 26.463 25.105 57
8.600 29.583 6.950 28.750 142.000 366.000 228.980
6 025 52.467 31.850 65.500 133.000 300.000 780.058
4.704 47.827 31.850 65.500 133.000 300.000 780.058
810.863 1.368.900 1.362.930
30.815 30.266 24.562
10.000
1.500 2.14 7 12.817 1.400 36.480 7.473 13.100 8.250 65.500 31.020 88.000 61.000 239.000 780.058
191.643 1.224.285 28.540 61.000 33.920
10.000
(1) In de opr chtingen en kap! aalsverhogingen begrepen. (2) In de kapltaalsverhogingen begrepen.
VI - LENINGEN UITGEGEVEN DOOR DE OVERHEID EN DOOR INSTELL. V. OPENBAAR NUT (1)
VII - BANKOPERATIES VAN HET GEMEENTEKREDIET (Voorschotten en terugbetalingen op leningen aan publiekrechtelijke lichamen en instellingen van openbaar nut ter bestrijding der uitgaven.)
(Leningen op lange en halflange termijn door openbare uitgifte geplaatst.)
BUITENGEWONE UITGAVEN
TIJDVAK
in België
in het buitenland
65.629
1947
10.058
1948 Januari.... Februari... Maart April Mei Juni Juli Augustus... September . October.... November ..
(S Can. 34 18
U.S. 100
TIJDVAK NettoNetto Uit rekening I genomen terugbetaald voorschotten
Zw. fr. 100 S Can. 14 U.S. 9
750 U.S. 50 3.700 1.000 550 900
1947 Septemb October November December 1948 Januari Februari
Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
1.154.595 1.673.082
678.381 377.541
1.208.349 1.433.740
191.600 176.314 170.299 332.921 197.865 124.337 153.381 214.090 192.413 231.422 173.237 148.025 203.269 160.001 144.976
3.285 21.240 4.696 42.447 10.145 7.273 1.122.367 6.762 3.020 1.728 859.718 348.385 75.498 96.369 1.114
96.207 121.874 105.000 179.696 261.627 404.439 556.020 329.102 199.849 172.691 119.428 146.050 94.750 113.028 .105.698
Bedrag naar de grande inschrijvingsrechten
(duizenden franken)
(duizenden franken) 1946 1947
1946 Maandgemid. 1947 Maandgemid.
648.151 742.080
1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
781.782 866.651 683.075 765.951 804.628 721.803 790.928 870.755 825.522 961.962 922.623 848.684 835.607 878.627 802.091
(1) Leningen van Staat, Kolonie, provinciën en gemeenten, instellingen van openbaar nut, zoals de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen, de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, de Nationale Maatschappij voor Watervoorziening, het Gemeentekrediet, enz. (2) De terugbetalingen op credietopeningen voor gewone uitgaven kunnen niet meer afzonderlijk worden opgegeven daar zij samen met de verrichtingen op andere gemeentelijke rekeningen-courant werden geboekt. (3) Incl. de hernieuwingen aan het einde van het vijftiende jaar; deze belopen ongeveer 1 pet. van het totaal; excl. de wettelijke hypotheken.
- 235 -
18 19
20
GEWONE UITGAVEN (2
TIJDVAK
millioenen millioenen franken 1946
VIII - HYPOTHEEKINSCHRIJVINGEN (3)
OPENBARE FINANCIËN -
OPBRENGST VAN DE BELASTINGEN
a) Ontvangsten zonder onderscheid van begrotingsjaar (die der gemeentelijke en provinciale opcentiemen niet inbegrepen)
(millioenen franken) Bron : Belgisch Staatsblad.
TIJDVAK
Directe belastingen
1946 1947 1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus
Douanen en accijnzen
November
Globale ontvangsten van het tijdvak
13.014 16.512
7.115 9.898
16.542 20.047
36.671 46.457
1.289 1.142 1.168 1.385 2.041 1.292 1.437
887 1.030 812 977 962 828 872
2.076 1.904
1.027 926
1.877 1.884 1.714 2.021 1.626 1.609 1.909 1.856 1.702 1.668 1.584 1.496 1.796 1.806 1.688
4.033 4.056 3.692 4.383 4.629 3.729 4.218 4.959 4.532 4.685 4.681 4.309 4.658 4.246 4.266
2.024 2.094 1.918 1.841 1.484 1.716
September October
Registratierechten
•
993 1.002 895 1.021 956 862
Globale gecumuleerde ontvangsten van Januari tot en met de aangeduide maand
34.324 38.380 42.072 46.455 4.629 8.358 12.576 17.535 22.067 28.752 31 433 35.742 40.400 44.646 48.912
b) Totale ontvangsten van de begrotingsjaren 1947 en 1948 vóór 30 November 1948 geïnd (die der gemeentelijke en provinciale opcentiemen niet inbegrepen)
(millioenen franken) Bron : Belgisch Staatsblad. BEGROTINGSJAAR 1947 (1)
Opbrengsten
I. Directe belastingen II. Douanen en accijnzen waarvan douanen accijnzen bijzondere verbruikstaxes .
III. Registratie waarvan registratie erfenissen zegel en gelijkgent. taxes
Totaal Verschil t.o.v. de budgetaire ramingen.
Budgetaire ramingen
BEGROTINGSJAAR 1948
Opbrengsten
• Budgetaire ramingen
NOVEMBER 1948 Ontvangsten voor rekening van het begrotingsjaar 1948
13.103 9.895
16.819 6.367
17.425 10.230
13.211 9.652
1.716 862
3.701 5.170 939
2.300
2.515
4.000
2.883 6.579 686
7.055
238 562 55
20.048
13.205
18.730
19.712
1.688
1.516 984 17.330
1.200 900 11.000
1.551 869 16.099
1.385 749 17.404
141 89 1.443
43.046
-......4- 6.655
36.391
46.385 -
42.575 _,...____............-+ 3.810
4.266
NOTA. - De termijn van invordering der directe belastingen is langer clan het kalenderjaar. Voor deze belastingen zijn de cijfers dus maar definitief na het afsluiten van het begrotingsjaar. (1) Het dienstjaar 1947 werd afgesloten op 31 Maart 1948.
- 236 -
27
II — KWARTAALSTAAT VAN HET FONDS TOT DELGING DER STAATSSCHULD
14e kwartaal 1947
le kwartaal 1948
2e kwartaal 1948
3e kwartaal 1948
Verrichtingen in geld
(millioenen franken) ONTVANGSTEN. 161 1
208 3
447
Gewone dotatie voor de delging der geconsolideerde sohuld Geinde interesten en coupons Dienst der vaste interestcoupons van de preferente aandelen van de N. M. B. S. (Zwitserse en Hollandse klassen) Niet gebruikte overschotten van de dotatie der Amerikaanse 6 Y2 pCt aan te wenden voor het aanleggen van een productieve reserve (art. 16 van de wet van 24 Juli 1927) Netto-opbrengst van de reserve van de 6 1/2 pCt. Amerikaanse lening Interesten en amortisatie van de portefeuille der oude pensioenkansen (artikel 1 van de koninklijke besluiten sire 221 en 222 van 27 December 1935)
227 2 23
5 5
Ontvangsten van het kwartaal...
1
25
3 18
3
3
5
460
239
168
273 .
62 192
174
214
UITGAVEN. Aanpassing van de tegenwaarde in Belgische Franks van de saldo's der « delgingsprovisies in deviezen » Kostprijs der titels van de geconsolideerde schuld ingekocht of terugbetaald voor de delging... Nietigverklaring van dotatie Dienst der vaste interestcoupons van de preferente aandelen van de N. M. B. S. (Zwitserse en Hollandse klassen) pCt Amerikaanse lening Storting in de Schatkist van de netto-opbrengst der reserve van de 6 in 1945 en 1946 Storting in de Schatkist van de interesten en de amortisatiegelden van de portefeuille der oude pensioenkassen Kostprijs der titels verkregen voor de portefeuille Kosten betreffende de delging der geconsolideerde schuld
1.086 39
3 10 24 4
24
10
1
1
Uitgaven van het kwartaal...
1.136
288
175
245
Batig saldo op het einde van het kwartaal ...
921
1.159
1.039
1.138
773
217
198
206
4.175
4.175
4.175
4.175
Nominaal kapitaal der titels : a) tegen specie uitgegeven b) tegen niet afgestempelde Schatkistbons geruild
824 4.175
824 4.175
824 4.175
824 4.176
Beschikbaar saldo op het einde van het kwartaal
4.999 1
4.999 1
4.999 1
4.999 1
Verrichtingen met effecten
(millioenen franken)
DELGING DER GECONSOLIDEERDE SCHULD
Nominaal kapitaal der titels ingekocht of terugbetaald voor de delging gedurende het kwartaal CONVERSIE DER VLOTTENDE SCHULD
Bedrag der Schatkistbons omgezet in preferente aandelen van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen tot op het einde van het kwartaal PREFERENTE AANDELEN VAN DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
(1)
Totaal der eerste uitgifte (artikel 2 der wet van 24 December 1927) Niet uitgegeven Nominaal kapitaal der aan het Delgingsfonds afgegeven titels( artikel 11 der wet van 23 Juli 1926)
5.000 5.000
5.000 5.000
(3)
5.000 5.000
(4)
5.000 5.000
10.000
10.000
10.000
10.000
143
143
143
147
267
272
272
272
957
949
947
939
335
335
335
335
PORTEFEUILLE TITELS OP HET EINDE VAN HET KWARTAAL
Waarden aangekocht voor de portefeuille PORTEFEUILLE VAN DE RESERVE VAN DE 6 HET KWARTAAL
(2)
Y2 POP AMERIKAANSE LENING OP HET EINDE VAN
Waarden aangekocht ter uitvoering van artikel 16 der wet van 24 Juli 1927 PORTEFEUILLE VAN DE OUDE PENSIOENKASSEN OP HET EINDE VAN HET KWARTAAL
Waarden gedeponeerd in het Delgingsfonds ter voldoening aan artikel 1 der koninklijke besluite We 221 en 222 van 27 December 1935 DEPOSITO'S DOOR STICHTINGEN, VOOR DE AFLEVERING VAN 3° REEKS
4 PCT. INSOIIIIIJVINGEN OP NAAM,
Waarden gedeponeerd in het Delgingsfonds krachtens het koninklijk besluit nT 267 van 28 Maart 1936 (1) (2) (3) (4)
Waarvan Waarvan Waarvan Waarvan
877.255.000 900.810.000 892.445.000 899.585.000
frank frank frank frank
voor voor voor voor
de de de de
amortisatie amortisatie amortisatie amortisatie
teruggekocht teruggekocht teruggekocht teruggekocht
of of of of
aangeduid aangeduid aangeduid aangeduid
— 237 —
werden. werden. werden. werden.
27
II - KWARTAALSTAAT VAN HET FONDS TOT DELGING DER STAATSSCHULD (vervolg) Per 31 December 1947
Per 31 Maart 1948
Per 30 Juni 1948
Per 30 September 1948
Balans (duizenden franken) ACTIVA. Banken, postchèquerekening en kas Te incasseren mandaten Tijdelijke beleggingen in buitenlandse deviezen Delgingsprovisies aangelegd bij buitenlandse banki3rs Terugbetaling van bij uitloting aflosbare stukken, om te slaan Nog te innen vervallen dotaties in Belgische franken Nog te innen vervallen dotaties, in buitenlandse deviezen Te innen voorgeschoten belastingen en kosten Beleggingen der reserve van de 6 Y2 % Amerikaanse lenini ,
74.511 311.096 540 211.786 3 57.190 35.508 21 230.366
66.647 343.012 346 132.763 61.088 13.574 17.790 504 235.373
78.302 282.796 442 123.295 112.663 13.574 17.790 547 235.373
64.865 316.485 442 155.542 88.937 13.574 17.790 5 235.373
Portefeuille titels (tegen kostprijs)
921.021 125.690
871.097 125.689
864.782 125.682
893.013 129.038
1.048.711
996.786
990.464
1.022.051
365.545 247.294 235.523
416.228 150.552 235.523
412.817 141.085 236.523
61.678 9.777
81.678 3.103 1.148
61.694 4.801 6.344
82.567 7.182 230
Niet aangewend deel van de netto-opbrengst der uitgiften van de preferente aandeelen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Vrijwillige bijdragen
42.150 4.623
42.150 4.623
42.150 4.623
42.150 4.648
Excedent der inkomsten op de lasten
46.773 80.121
46.773 81.781
46.773 81.627
46.798 83.435
126.894
128.554
128.400
130.232
1.046.711
996.788
990.484
1.022.051
2 265 405
5 447 242
1 251 328
270 168
672
894 1.660
680
438 1.808
672
2.354
680
2.246
248
2.354
426
2.246
Totaal activa
PASSIVA. Saldi der aan delging te besteden dotaties a) in Belgische franke b) in deviezen Reserve van de 6 34 % Amerikaanse lening Saldo van de provisie voor de betaling der vaste interestcoupons van de preferente aandelen van de N. M. B. S. (Zwitserse en Hollandse klassen) Inkomsten van de reserve van de door de Schatkist verkregen 6 y2 % Amerikaanse lening Opbrengst van de portefeuille van de oude pensioenkassen Door de Schatkist voorgeschoten delgingskosten terug te betalen Beschikbaar saldo :
Totaal passiva
-
393.005 173.332 235.623
Winst- en verliesrekening (duizenden franken) DEBET. Nadelig saldo voortkomende uit de herwaardering op beleggingen in buitenlandse deviezen z, Beheerkosten Kosten in verband met de delging
31 Maart 1947
van de
tijdelijke
__
Excedent der inkomsten op de lasten voor het kwartaal Totaal
__
CREDIT. Geinde interesten en coupons Tegoed voortkomende uit de herwaardering op het einde van het kwartaal van de a tijdelijke beleggingen in buitenlandse deviezen o Excedent der lasten op de inkomsten voor het kwartaal
154
-
Totaal
672
2.854
580
2.246
Batig saldo op het einde van het kwartaal
80.121
81.781
81.627
83.435
- 238 -
424
--
-
-
-
30
INKOMEN EN SPAREN 1 - RENDEMENT DER BELGISCHE NAAMLOZE VENNOOTSCHAPPEN Betaalbaar gestelde dividenden en obligatiecoupons in October 1948 Bron :
Nationaal Instituut voor de Statistiek. AANTAL VENNOOTSCHAPPEN
NETTO-UITSLAGEN Gestort kapitaal
Brutowinst uitbetaald
Reserves
BEDRIJFSKLASSE
Winst I Verlies
Obligatie. schuld ( 1)
Brutoobligatiecoupons (2)
met met winst verlies
opgetelde
(duizenden franken)
A - Vennootschappen met hoofdbedrijf in België Bankwezen Verzekeringen Financiële en immobiliaire verrichtingen Kleinhandel Groothandel en buitenlandse handel Metaalverwerkende nijverheid IJzer- en staalvoortbrengende nijverheid Non-ferro metaalnijverheid Textielnijverheid Voedingsnijverheid Houtnijverheid Scheikundige nijverheid Glasnijverheid Electriciteit Gas Water Ledernijverheid Papiernijverheid en grafische bedrijven Verkeer Toerisme Tussenhandel Oude en afvalgoederen Bouwbedrijf Kolennijverheid Kleinijverheid Cement- en aanverwante nijverheden Groeven Kalknijverheid Keramische nijverheid Tabaksnijverheid Diamantnijverheid Uitgeverij, boekhandel, pers Film, schouwburgen Ambachtswezen Landbouw, tuinbouw, visserij, veeteelt Diversen (niet genoemd)
2 55 11 84 57 17 3 60 42 8 19
8 61 51 17 3 51 20 3 15 9 5 2 1 6
9
3 8 12 16 14
532
9 22
5 4
1 2 4 4 6 1
12 8 7 2 9 2
2 10 3 2 2 12 3 3
TOTAAL...
6
8
8
6 6 17 27 3
17 3 23
38
2 10 3
-
3 4 14 20 2 399
1 1 1 -
2
-
3 1
-
3 2 3 7 1
10.000 16.513 4 1.001 821.105 1.861.837 47.420 132.789 123.400 41.860 270.352 638.928 1.958.164 4.327.166 22.575 17.640 625.204 196.666 218.475 398.108 5.213 13.086 217.605 255.182 81.870 361.520 110.552 2.122.000 14.550 1.196 7.342 380 68.136 16.107 27.436 18.384 2.617 6.720 13.555 9.591 776 2.904 9.128 2.000 121.600 128.178 15.832 139.100 2.880 20.638 2.272 9.805 71.610 132.592 14.750 29.927 36.550 30.234 500 -- 263
615 -6.514 115.920 30.783 28.681 95.311 363.749 9.401 58.610 15.086 949 33.002 14.507 102.742 368 403 2.453 4.475 3.813 882 1.423 3.491 15.801 4.907 85 392 4.031 3.893
-- 4
15 1.405 321 4.209 1.086 5 .086 10.391 1.358 921 -
155
-
319 1.319 1.679 85 72 442 174 398
-
274
4.501 98.852 19.266 11.936 37.808 278.041 2.771 14.518 7.511 86 23.865 1.397 88.295 1.683 1.613 1.159 293 162 1.150 9.572 2.280 49 30 2.818 1.429
1.550
57
402.024 5.000 69.847 3.134 154.117
13.634 225 2.814 135 6.535
6.500 30.497 5.956 154.331
368 1.354 268 8.449
138.812 1.847
8.238 92
8 .218
408
5 .089 17.540
-
254 790
18.113 198
-
836 10
1.215 115
47.256 4.175 16.345 181.493 3.201
10.676 25.667 199.222 - - 424
259 464 4.777 35.616 274
1.324 139 287 556 306
446 22.162
133 7.748.072
8.632.673
963.677
33.651
631.693
1.500 480
45 19
1.022.753
40.531
B - Vennootschappen met hoofdbedrijt ih Congo 1
Banken en financiële vennootschappen Handelsvennootschappen Nijverheidsvennootschappen Landbouwvennootschappen Openbare diensten Gemengd
11 4
3
8 4
31.000 30.000 206.100 51.450
8.201 53.890 104.959 33.123
2.857 6.850 64.017 19.115
498
1.925 3.937 54.187 4.852
200.173
92.840
496
64.901
300
TOTAAL...
18
15
3
318.850
0 - Vennootschappen met hoofdbedrijf in het buitenland ...
TOTAAL...
9
7
Algemeen totaal...
559
421
--
48.350
11.032
93
--
--
--
125.000 3.400 71.000
257.984 -- 221 44.405
15.471 243 1.939
--
13.805
--
136 6
-2.050
---
-
247.750
313.200
17.746
142
15.855
--
-
138 8.314.672 9.146.048
1.074.263
34.289
712.449
1.022.753
III--
I
I
Electriciteit Spoorwegen Tramwegen Plantages, koloniale vennootschappen Diverse vennootschappen
2
(1) De getelde leningen slaan op andere vennootschappen dan deze opgegeven (2) Daarenboven werd er gedurende de maand October 1948 betaalbaar gesteld :
Coupons van Staatsleningen Coupons van leningen van de Kolonie Coupons van leningen van provinciën en gemeenten Coupons van verscheidene leningen
in de vorige kolommen.
(duizenden franken) 293.451 56.313 35.675 40.733 426.172
- 239 -
40.531
I - RENDEMENT DER BELGISCHE NAAMLOZE VENNOOTSCHAPPEN (vervolg) Retrospectief overzicht Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. NETTO-RESULTAAT
AANTAL VENNOOTSCHAPPEN
Gestort kapitaal
winst
Tijdvak met getelde winst
I
Reserves
met verlies
Betaalbaar
gesteld bruto-
verlies
1
Obligatie. schuld (1)
dividend
Brutoobligatiecoupons
(duizenden franken)
1947 (2)
7.242
5.872
1.570
53.896.030
40.783.567
9.338.430
527.053
4.328.143
3 ) 12.605.344
429.644
1947 10 eerste maanden 1948 10 eerste maanden
5.840 4.831 7.015 5.388
1.209 1.627
44.589.019 58.484.738
31.710.696 71.677.314
7.911.892 10.100.812
423 572
3.657.216
493.579
5.370.027
7.995.159 10.327.870
325.278 412.526
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
118 220 458 218 217 85 158 1.423 1.891 1.430 671 302 175 261 559
27 53 88 58 48 22 43 301 424 329 162 83 52 73 138
472.217 1.187.768 5.868.875 4.783.787 2.491.547 534.089 1.261.397 6.734.607 12.452.583 12.140.905 7.116.381 8.184.053 716.422 1.029.629 8.314.672
256.121 446.694 6.532.812 6.905.804 1.633.538 740 088 1.577.771 9.228 569 15.661.085 18.660.968 7.283.243 5.659 060 1.978.233 1.642.251 9.146.046
75.065 236.520 1.207.513 624.522 406.196 70.433 303 631 1.344.369 2.030 647 2.115.684 1.248.384 1.637.115 102.492 173.794 1.074.263
9.670 8.445 41.721 29.282 9.672 10.004
712.888 900.305 769.689 453.171 793.606
28.054 36.273 30 987 18 071 33.244 58 525 41.574 28.583 43 750 28.825 42.464 54 718 38 044
91 167 370 160 169 63 115 1.122 1.467 1.101 509 279 123 188 421
32.994 102.464 475.411 340.905
194.417 24.757
13.685 86.312 117.704
588 911 988.889 1.075.691 477.894 1.130 105 26.304 81.639 712.449
115.203 50 457 18.988 36.457
12.475 34.289
1.402.472 1.052.565 740.960 1.108.328 752.195 1.057.451 1.297 955 974.443 918.748 1.022.753
35 512 40.531
(1) Voor de maandelijkse resultaten, slaan de in aanmerking genomen leningen op andere vennootschappen dan deze waarop de vorige kolommen betrekking hebben. (2) Definitieve gegevens. Het totaalbedrag van de twaalf maanden stemt niet overeen met het jaarcijfer daar hierin vennootschappen begrepen zijn die hun balans met vertraging publiceren. (3) Op 31 December 1947.
a)
II - ALGEMENE SPAAR- EN LIJPRENTEKAS klagen op particuliere spaarboekjes (Netto-spaarbedrag)
(duizenden franken) TIJDVAK
Inlagen
1946 1947 1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
v v v v v v v v
Uitbetalingen
Tegoed der inleggors op het eind van het tijdvak
Saldi
5.213.360 7.875.174
3.828.538 4.964.339
1.384.822 2.910.835
20.646.488(1) 24.185.471(2)
852.205 657.986 572.864 763.370 852.193 775.301 871.613 825.433 530.989 641.147 750.562 645.446 624.537 620.545 530.494
369.849 386.511 346.638 551.602 382.326 402.827
482.356 271.475 226.226 211.768 469.867 372.474 350.557 318.959 58.335 27.452 180.503 165.460 137.843 157.049 167.038
22.847.854 23.119.329 23.345.555 24.185.471 (2) 24.655.338 25.027.812 25.378 369 25.697.328 25.755.663 25.783.115 25.963 818 26.129.078 26.266.921 26.423.970 26.591.008
506.474 472.654 813.695 570 059 479.986 486.694 463.496 363.456
Aantal spaarboekjes eindejaar •
6.435.619 6.621.775
(1) Incl. de gekapitaliseerde rente en de rente op de obligaties van de Muntsaneringslening, alsmede het bedrag van de inkoop der obligaties dezer lening. (2) Incl. de gekapitaliseerde rente van het dienstjaar.
b) Stortingen ingeschreven op de rekeningen der aangeslotenen bij de Ligrentekas
(duizenden franken) HANDARBEIDERS TIJDVAK
en vrije stortingen, buiten het raam van de verplichte verzekeringswetten
(wetten van 16 Maart 1865
BEDIENDEN (wetten van 10 Maart
en 18 Juni 1930)
MIJNWERKERS 1925
(wetten bij koninklijk besluit van 25 Augustus 1937 samengeordend)
Totaal
en 15 December 1937)
1946 1947 1947 April Mei Juni Juli Augustus September
October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni
389.468 469.437
189.643 224.845
37.625 39.160 36.574 38.971 46.878 39.048
18.715 18.504 17.271 19.298 18.261 17.794 21.490 18.888 19 927 20.012 18.888
42.706 39.633 39.761 42.824
44.260 45.614 41.566 43.384 35.936
20.480 20.879 20.107 19.384
11.184
590.295
694.282
LOOP DER ZAKEN I - BEDRIJVIGHEID DER VERREKENKAMERS Debetverrichtingen
a)
35 LIQUIDATIEKAS VAN DE BEURS VAN BRUSSEL
VERREKENKAMERS
CONTANT
HOOFDBANK
HOOFDBANK, BIJBANK EN AGENTSCHAP.
TIJDVAK Aantal kamers einde tijdvak
Aantal verrekende stukken
(duizenden)
1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde
38(2) 38(2)
168 218
1947 November December 1948 Januari . Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
38 38 38 38 38 38 38 38 38 38 38 38 38
221 257 245 226 , 249 267 239 260 263 265 280 271 246
Verrekende kapitalen
(miljoenen /ranken)
Aantal verrekende stukken
Verrekende kapitalen
Aantal zittingen
(miljoenen /ranken)
(duizenden)
Geliquid. bedrag
Aantal deelnemers einde tijdvak
(millioenen franken) (1)
137.049 211.619
75 97
118.292 177.501
20 21
1.027 (2) 1.008 (2)
2.143 1.190
193.818 290.938 265.806 224.467 ,254.568 273.716 223.672 252.259 244.811 253 943 259 461 313.211 254.948
101 115 113 104 114 118 108 121 125 129 133 125 113
159.882 241.707 222.348 185.099 209.865 222.037 182.470 208.863 197.828 208.988 219.302 264.973 210.134
18 21 20 19 21 22 18 22 19 21 22 21 19
1.013 1.008 1.005 1.005 1.002 1.005 1.005 1.007 1.004 1.004 1.005 1.002 1.002
958 1.111 955 1.475 1.694 1.323 1.106 1.606 1 230 1.142 1.380 1.325 1.279
(1) De aankopen of de verkopen zijn maar Cétannaal geteld. (2) Op 31 December.
t
b) Detailgegevens over het verloop der verrekeningen te Brussel (debetverrichtingen)
TIJDVAK Kapitalen Aantal stukken I (miljoenen
franken)
Overschrijvingen,chèques whwelbrieven,promessen, kwijtschriften, enz.
Effecten, overheidspapier en coupons
Callgeld (1)
Aantal stukken
I
Kapitalen
(millioenen /ranken)
Verrichtingen met het buitenland
Kapitalen Aantal stukken I (millioenen
Aantal
stukken
franken)
I
Kapitalen
(miljoenen franken)
53.961 2.439 871 5.527 106.613 2.635 159.684 1948 Januari 2.265 772 5.600 98.701 49.690 128.897 2.492 Februari 6.850 55.257 2.538 144.618 1.062 108.400 2.500 Maart 7.151 111.440 58.998 2.626 2.738 152.723 1.550 April 5.181 52.768 2.533 121.323 1.037 102.217 2.394 Mei 53.513 2.781 144.921 1.098 7.817 113.901 2.775 Juni 56.081 2.452 134.272 1.029 4.902 118.829 2.809 Juli 58.549 2.617 143.729 947 4.055. 122.593 2.741 Augustus 55.785 2.263 154.741 5.840 127.475 2.483 786 September 61.745 2.487 1.068 117.698 190.209 10.505 October 3.809 904 5.797 107.225 60.592 2.159 141.266 3.170 November (1) Incl. de terugbetaalde kapitalen d'e de vorige dag als callgeld werden uitgeleend.
3.176 2.912 3.140 3.165 3.158 2.612 2.573 2.655 2.936 2.514 2.479
Totaal Aantal stukken
I
112.558 104.230 114.500 118.354 108.181 120.535 125.119 128.898 133.007 125.040 113.458
Kapitalen
(millioenen franken) 222.348 185.099 209.865 222.037 182.430 208.863 197.828 208.988 219.302 264.973 210.134
II - POSTCHEQUE- EN GIROVERKEER .
(millioenen franken)
TIJDVAK
Aantal rekeningen einde tijdvak
Totaal tegoed
Tegoed van particu. lieren
1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde 1947 November December 1948 Januari Februari Maart
April Mei Juni Juli Augustus September October November
Stortingen
Giro's
ehèques en diversen
Giro's
DEBET
CREDIT
(5)
(Daggemiddelde)
36 Verrichtingen zonder Algemene gebruik beweging van specie pet.
Omloopsnelheid (2)
(1) 603.427 (1) 617.079
24.153 26.371
16.972 18.299
13.343 18.484
48.350 56.649
12.852 18.561
48.350 56.849
122.896 150.343
90 91
2,91 3,25
615.863 617.079 619.578 822.201 624.082 625.215 625.978 826.135 626.594 626 729 627.452 628.415 629.502
27.315 27.899 29.145 27.379 27.026 27.112 27.008 26.924 28.958 26.921 27.962 29.240 29.309
19.187 19.540 19.658 19.929 19.766 19.491 19.467 19.010 19.350 19.416 20 051 21.856 21.675
19.831 21.760 21.249 20 284 21.820 21.290 21.299 20.783 23.107 22 353 24 050 21.829 22.275
59.781 62.197 61.409 58.043 60.015 80.065 57.953 58.393 59.581 60.248 58.248 60.170 61.283
20.177 20.027 22.467 20.957 21.527 22.142 21.402 20.553 22.768 22.917 20.450 22.375 23.477
59.781 62.197 61.409 58 043 60.015 60.065 57.953 58.393 59.581 60.248 58.248 80.170 61.263
159.570 166.181 166.534 157 327 163.377 163.563 158.606 158.121 165.037 165.765 160 995 164.545 168.277
91 91 91 91 90 90 91 91 89 91 90 90 91
3,69 3,36 3,22 3,52 3,44 3,43 3,73 3,28 3,37 3,41 3,08 3,04 3,54
(1) Op 31 December. (2) Verhouding per type-maand van 25 dagen, van de debet-omzet tot het gemiddeld dagelijks tegoed. (') Deze tegoeden omvatten de vrije en de tijdelijk onbeschikbare tegoeden, alsmede de effecten van de hfuntsanerings(ening, waarin de definitief geblokkeerde tegoeden werden omgezet.
- 241 -
-
55
Bron
PRODUCTIE STEENKOLENMIJNEN EN METAALBEDRIJVEN
: Ministerie van Energie en Brandstof. STEENKOLENMIJNEN GEMIDDELD AANTAL AANWEZIGE ARBEIDERS
Tijdvak
1936-38 Maandgemiddelde 1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde 1947 September Octbber 1.\kwember December 1948 Januari Februari Maart April1 Mei Juni Juli Augustus September October November
NETTO-HOEVEELHEID OPGEDOLVEN STEENKOOL PER BEKKEN (duiz. t.)
I
ondergrondre
i onder- en boveneronche
87.252 93 001 95.072
125 866 132 856 137.770
408 297 337
353 248 274
640 448 496
88.470 88.300 92 401 94.572 97.753 95 465 101 260 101.096 103 357 101 953 100 079 99 442 101.677 105.105 109 583
131.374 132.000 136 649 137 784 141 731 139 585 145 640 145 669 148 021 146.752 144 280 142.016 145 134 149.346 154.197
339 364 334 349 384 282 386 380 327 372 299 351 381 402 390
273 292 264 280 313 227 307 315 288 311 255 294 328 333 316
503 641 481 509 548 434 577 691 533 588 462 573 588 611 689
Bergen
Charleroi
Centrum
Gemidd. aantal extractiedagen
Voorraad einde maand (duiz. tonnen)
Kempen
TOTAAL
451 301 326
541 604 600
(2) 2.425 1.898 2.033
24,0 24,6 24,5
(1) 1.602 311 (1) 448
328 345 296 334 341 208 359 360 322 351 325 308 365 380 357
563 602 536 595 658 599 670 672 601 870 646 654 677 705 686
2.006 2.144 1.911
25,6 28,9 23,0 24,3 25,5 20,3 25,3
407 393 417 448 480 457 500
25,5 22,5
579 673
25,3 22,2 24,9 25,8 26,0
964 1.059 1.127
24,2
942
Luik
E'E
2.299
gg3
1.987 2.180 2 339
2g
1 044
(1) Op 31 December. (2) Inbegrepen 32.000 ton voorkomende van het bekken van Namen. De koolmijnen, die deel u tmaakten van dit bekken, werden in 1942 verdeeld tussen de bekkens van Luik en Charleroi.
COKES. Tijdvak
Productie (duizenden tonnen)
BRIKETTEN
Gemiddeld Productie aantal (duizenden arbeiders tonnen)
Gemiddeld aantal arbeiders
1936-38 Maandgemiddelde 1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde
451 322 394
3.831 3.831 4.087
113 90 113
855 553 669
1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Jul) Augustus September October November
408 452 438 449 455 437 447 460 474 412 460 471 450 487 480
4.182 4.296 4.331 4.309 4.389 4 375 4.371 4.384 4.420 4.359 4.476 4.455 4.554 4 626 4.683
95 116 112 145 141 81 92 64 55 55 52 85 77 88 123
522 572 810 699 722 641 629 552 531 634 496 707 608 537 606
-
Hoogovens in werking (einde Odvak) ''
(1) (2) (2)
VOORTBRENGENG.DER METAALNIJVERHEID (dRiL tonnen)
Gietijzer
Ruw staal
Stukken gegoten staal
Afgewerkte Afgewerkte staalvaren ijzerwaren
37 31 37
261 181 235
253 186 235
6,0 4,7 5,3
198 148 206
3,8 2,8 2,6
33 34 38 37 38 39 41 41 41 42 44 47 47 46 48
196 272 271 296 306 298 325 334 320 231 326 347 354 369 359
204 276 282 289 308 287 321 331 301 226 312 348 347 367 347
5,3 6,8 5,9 6,4 6,4 5,9 6,3 5,1 5,1 4,5 4,9 5,8 5,7 5,8 5.6
185 249 224 256 259 247 271 273 257 202 238 281 289 297 288
2,5 2,6 3,4 2,6 3,0 2,3 2,8 2,4 2,4 2.4 1,8 2,2 3,0 2,3 2.6
(1) Op 31 December 1938. (2) Op 31 December.
II - TEXTIELNIJVERHEID
56
(tonnen) Bron
: Ministerie van Economische Zaken en Middenstand (Nationaal Instituut voor de Statistiek). PRODUCTIE VAN RUWE WEEFSELS VAN 0 ETouw GEVALLEN (VOOR EIGEN RERENING, VOOR OPENBARE DIENSTEN, EN VOOR LOONORDERS)
SPINNERIJ TIJDVAK
wollen garen
katoengaren vlasgaren
jute-
hennep. garen
garen
vlas
fijnkaardspinnerij spinnerij
jute
katoen of fibraan
wol
(1)
(2)
(3)
5.724
1.878
kamwol Ikaardwol
1947 Maandgemiddelde
772
3.043
236
6.211
581
1.703
1.826
721
2.204
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
738 792 861 754 922 833 818 833 685 518 552 462 465 519 504 v
2.710 3 055 3.625 3 065 3 247 3 326 3 202 3 669 3 851 3.159 3.723 3.215 3 277 3.512 3.529 v
191 250 283 217 245 279 264 232 210 169 224 182 188 194 228 v
5.422 6.032 7.385 6.276 6.681 6.862 6 535 6.794 7 418 5 903 6.149 5.202 6.173 6 095
531 585 617 495 486 486 849 794 767 621 718 613 597 692
1.173 1.798 2.193 1.888 1.905 1.963 1.787 1.833 1.678 1.450 1.504 1.191 1.299 1.327
1.758 1.728 1.747 1.739 1.555 1.535 1.298 1.343 1.512 1.442 1.244 1 051 1.080 1.178
563 604 634 688 579 497 506 511 508 379 414 355 335 331
2.029 2.135 2.412 2.249 2.347 2.369 2.210 2.536 2.580 2.266 2.700 2.489 2.37" 2.830
5.771 v
722 v
1.465 v
1.337 v
361 v
v
(1) InCl, de jutetapijten. (2) Incl. de katoenen dekens en tapijten, (3) Incl. wollen dekens en tapijten.
dweilen, matrastijken,
1.687 2.014 1.957 1.564 1.547 1.838 1.663 1.796 1.738 1.499 1.876 1.496 1.492 1.531 2.404 v 5.304 v 1.561 v
stoffeerweefsels, fluweel, pantoffelstof,
5.110 5.681 6.348 5.519 8.028 5.965 5.494 5.790 5.792 4.771 5.186 4.583 4.555 5.366
rayonne
enz.
328 304 346 367 355 370 427 434 465 476 374 485 396 443 445 438
II - DIVERSE PRODUCTIES Bron :
56
Ministerie van Economische Zaken en Middenstand (Nationaal Instituut voor de Statistiek).
CEMENT
TIJDVAK
KALK
SYNTHETISCHE AMMONIAK EN DERIVATEN
KALKSTEEN
(tonnen primaire stikstof) (tonnen)
250 000 (1) 117.382 (1) 155.538 83.235 74 928 157 481 101.350 89.396 217.431
1938 Maandgemiddelde 1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde 1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
•
222.027 270.550 263 530 262.640 271 485 255 080 269 693 292.010 301 280 290 760 271 020 268.460 327 645 311.065 254.185 v
116 840 125 689 110 248 117.356 118 967 113 670 137 168 132 499 118 177 114 282 123 556 141 200 157.782 159.444 145.154 v
(tonnen stikstof in do afgewerkte meststoffen)
9.202 10.390
101 226 104.873 77 649 71.167 70.609 70 707 107.556 108.912 120 066 143 550 123 054 151 184 156 505 139.372 119.400 v
MESTSTOFFEN
4.608 5 894 4.577 5.985 6.111 7.224 10.544 6.550 2.697 3 359 1 551 2 786 5 614 2.712 2.245 v
Gewone baksteen
lid dag komende steen
(duizenden stacks)
(tonnen)
4.336 5.856
8.517 10 525 10 988 11 908 12.006 10 595 10 806 11.414 12 053 9 89: 11 887 10 912 11 416 12.963 12.982 v
Karton
Papier
(tonnen)
8.074 9.527
9.092 11 614 12 028 12.708 12 589 11 563 12.262 12 198 12 697 11 424 12.761 12 947 12 470 16.036 13.575 v
BAKSTEEN
PAPIER SAMENGESTELDE
15 462 16 888 18.660
1.755
173.433
15.250
19.230 21.301 19.466 20.969 20.033 17.011 22.369 22.199 18.353 19 397 15.090 18.262 18.982 20 999 18.847 v
1.742 221.629 217.215 2.057 224.062 1.845 214.218 2.120 2.213 233.739 211.593 1.782 1.803 180.160 1.813 161 637 1.405 185 011 215 129 1.696 234.523 1.312 255.233 1.227 1.638 263 477 236.068 1.653 1.734 v 190.437
14.968 15.351 14.766 15.386 15.088 18 296 13 054 15.198 14.25C 14.452 13 402 16.362 23.482 20 63] 19.37E
ti
(1) Maandgemiddelde 1937-1138-1939.
Bron :
Administratie der Douanen en Accijnzen. BIERBROUWERIJEN
SUIKER
Voortbrenging TIJDVAK Ruwe suiker
Geraffilieerde suiker
Voorraad (ruwe en geraffineerde suiker) einde maand
In
consumpcie gebrac ht
(tonnen)
1936-38 Wlacuudgemid 1946 Maandgemidd. 1947 Maandgemidd.. 1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
DISTILLEERDERIJEN
Aangegeven grondstoffen (hoeveelhiid meel en sujur)
Voortgebrachte alcohol
(tonnen)
(hectoliters)
LUCIFERS
VISSERIJ
Verbruik
Verkoop van vis (2) op de vismijnen te Oostende, Blankenberge, Zeebrugge en Nieuwpoort
Fabricage
Uitvoer
(millioenen .
Hoeveelh.
Waarde
(tonnen)
(duiz. Ir.)
17 493 18 350 11.114
17.183 9 549 11.881
120.910 59 713 88 008
20.667 (1) 12.988 18.172
16.412 9.6711 10.775
35.046 20.583 24.463
4.421 3.778 4.350
1.807 2.430 1.621
2.590 1.245 2.693
2.260 2.572 3.390
7.189 26 003 34.584
79 38 400 85 629 8.090 117 136 78 ---60 -1 72.281 137.928
12.856 15 506 21 544 16 862 14.727 11.952 14 739 15.251 15 110 16.853 19.644 19 659 19.886 14.310 17.608
10.404 35.104 95 342 94 901 84.945 78 383 61 745 59 983 53.684 44 450 37.768 33 661 22.932 71 010 183 543
26.340 12.630 19.817 18.180 22.482 19.79: 19.460 20 897 17.738 18 001 16 902 18 246 19 883 21 019 19.569
11.368 11.054 8.616 8.506 9 520 10.065 11 815 13.144 12 151 11.460 10 365 10 945 963s 9 980 8.963
29.691 32.453 16.525 31 464 31 829 28 390 28 772 27.111 14.795 14 499 24 780 14.633 27.470 28 728 '21 832
4.696 4.832 4.596 4.988 3 244 3 029 3.948 3.587 2.702 2.294 2.758 2.886 3.485 4.207 4.074
2.206 1.949 1.577 1.376 1.896 2.129 1.907 1.729 1 652 1.718 2 031 2.075 2.291 2 519 2.485
3.861 3.172 2 863 3.609 803 48: 1.926 1.396 465 1.228 2.224 1 508 1 658 1 354 2.072
2.313 2.713 2.736 4.105 3 349 2 898 4.943 4 071 150 2.107 3.647 3 175 3 051 3 245 4.123
29.925 37.159 34 718 39.769 41 776 32 011 37.708 32.637 1.322 13.199 24 945 31 584 34 922 36 149 37.617
g
g g g
(1) Inbegrepen Groothertogdom Luxemburg. (2) Excl. haring, sprot en garnalen. In 1936-1938 : enkel verkoop op de mijn te Oostende. g Gereetilleeerde bedragen.
- 243 -
IV - ELECTRISCHE ENERGIE (*) (duizenden kWh) Bron : Ministerie van Energie en Brandstof. Voortbrengst (1) Centralen van de voortbrengers-verdelers
TIJDVAK
Gemeentebedrijven
Priv. maatschappijen 2
Centralen van de Totaal industriëlenvoor zelfvoortBelgië brengers 4 = 1+2+3 3
In voer
Uitvoer
Totaal verbruikte energie verliezen
5
6
7 = 4+6-6
1936.38 Maandgemiddelde 1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde
20.361 25.642 .28.736
189.899 288.202 327.979
227.802 206.428 244.309
438.062 520.272 601.024
65.665 20.269 21.603
26.019 10.158 4.938
477.708 530.383 617.691
1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
26.822 33.490 32.911 38.814 37.606 34.166 32.499 31.583 26.884 27.062 22.215 26.560 28.679 31.826 34.390
323.433 355.674 347.274 381.649 377.114 321.514 346.756 329.127 304.626 302.573 295.106 322.549 329.566 353.116 363.708
223.256 259.397 266.139 277.881 288.148 275.586 294.117 290.732 282.954 260.138 282.413 285.863 290.017 311.634 314.147
573.511 648.661 646.324 698.143 702.868 631.266 673.372 651.442 614.464 . 589.773 599.734 834.972 648.262 696.576 712.245
28.231 29.083 17.673 31.869 34.196 34.571 26.584 21.755 26.198 26.108 20.193 25.659 32.336 27.190 12.158
2.391 2.905 2.890 3.154 6.904 5.020 4.034 4.857 3.858 3.517 3.666 3.465 3.574 3.712 3.163
699.351 674.740 661.107 726.858 730.760 660.817 695.922 668.340 636.804 612.364 616.261 657.166 677.024 720.054
v
v
v
721.250
(*) Aantal centralen in werking in het begin van het jaar 1947: 274. In het begin van het jaar 1948: 268. (1) Bruto-voortbrengst aan de klemmen der generatoren verminderd met het verbruik der hulpkringen in de centralen hebbende een totaal opgesteld vermogen van meer dan 100 MV.
V - GAS (Productie, Invoer en Uitvoer) (1) (duizenden kubieke meters) Bron : Ministerie van Energie en Brandstof. Productio der gasfabrieken met het oog op de openbare bedeling MAAND Beheren 1 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September
~148 134 150 152 172 172 171 190 192
Private vennootschappen 2 5.042 4.995 2.912 3.233 3.694 4.540 2.896 3.277 3.006
Productiedercokedabfieken
Beheren 3 6.973 6.881 6.886 6.220 6.139 5.900 5.560 5.789 6.159
Private vennootschappen 4
Totaal in België geproduceerd gas
128.277 123.478 126.615 125.312 131.198 118.381 129.607 134.743 133.378
Invoer
Uitvoer
Saldo Invoer min Uitvoer
Totaal in België% beschikbaar gas .
5 =- 1+2 +3+4
6
7
8= 6-7
9= 5+8
140.440 135.448 136.563 134.917 141.201 128.993 138.234 143.939 142.735
246 226 228 374 42 193 (2)-113 129 46
1.945 1.821 1.822 1.724 1.615 1.827 1.559 1.347 1.632
----------
1.699 1.595 1.594 1.350 1.573 1.434 1.672 1.218 1.486
138.741 133.893 134 969 133.567 139 628 127.559 136 562 142.781 141.249
(1) Deze statistiek betreft de gasproductie door distillering van de steenkolen door gloeiing in de gas- en cokesfabrieken, gas waarbij gebeurlijk watergas, luchtgas, restgas uit de scheikundige bindingsbedrijven en gas uit de hoogovens wordt gevoegd. Onderhavige statistiek behelst niet de hoeveelheden vvatergas, luchtgas, restgas of gas uit de hoogovens die niet vermengd zijn met het gas voorkomend uit de distillering van de steenkolen door gloeiing. Zij omvat niet het gas dat door de cokesfabrieken wordt geproduceerd en voor eigen doeleinden wordt verbruikt. (2) Verbetering van de invoer voor de voorgaande maanden.
- 244 -
VERBRUIK ( ) -
VERBRIIIKSINDEXCIJFEItt
(Basistijdvak 1936 tot 1938 = 100)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. OROOTWARENHUIZEN
TIJDVAK
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
Grootwarenhuizen Groot— met verschillende waren— artikelen huizen zonder Maandelijkse omzet onderscheid 6 van Min dan millioen Totaal bedrij5 of meer vigheid millioen
v
307 380 494 997 475 355 321 472 486 425 395 446 345 425
297 329 365 314 446 419 262 344 349 315 300 340 296 321
544
v 395
Grootwarenhuizen in bovenkleding artskelen
Groot warenhuizen Groot— met verschillende ' waren— artikelen huizen zonder Maandelijkse omzet onderscheid Min dan 5 van millioen Totaal bedrij5 vigheid millioen of meer
328 393 486 409 503 379 339 462 486 432 416 480 378 453
222 326 527 352 362 257 251 509 485 394 310 308 214 313
353 440 467 971 442 434 428 523 495 431 414 468 421 493
241 320 308 235 307 334 288 448 390 319 277 270 274 343
368 455 488 388 461 447 447 532 608 446 432 495 441 613
566 v 556
495
449
378
459
330 397 494 415 607 377 344 470 495 440 424 490 384 462
1117I8HOUDELLTHE ARTIKELEN EN ANDERS
MEUBELEN
KLEDING
GROOTWARENHUIZEN
353 440 467 371 .442 434 428 623 495 431 414 468 421 493
207 248 217 258 381 223 217 242 246 227 214 251 251 257
316 371 357 424 550 345 311 385 373 329 309 362 372 376
449 v 393 v 287
WINKELS MET BIJHUIZEN
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek
Grootwarenhuizen Groot— met verschillende waren— artikelen huizen zonder Maandelijkse omzet onderscheid van Min dan 6 bedrijmillioen Totaal 6 vigheid millioen of meer 329 386 374 444 671 359 344 402 389 342 321 376 388 390
316 371 357 424 550 345 331 383 373 329 309 362 372 376
405 v 393
COOPERATIES EN PATROONSWINKELS
Algemeen indexcijfer TIJDVAK
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April' Mei Juni Juli Augustus September October
Groot— waren— huizen zonder onderscheid van bedrijvigheid
v
316 381 422 408 510 357 337 433 430 377 353 406 388 407 458
Grootwarenhuizen met verschillende artikelen
Algemeen indexcijfer
Maandelijkse omzet Min dan 5 millioen 233 277 ' 264 268 386 284 237 293 289 260 243 274 264 284
v
325
Bron :
N. 1. S.
5 millioen of meer
Voedings- Algemeen indexcijfer waren Bron : N. B. B.
Bakkerij
Voedingswaren
Kleding
Bron :
N. I. S.
Bron : Nationale Bank van BelgiE
Totaal
333 397'. 428 428 536 375 355 440 439 387 369 428 391 428 468 v
324 386 413 413 522 366 344 426 425 375 357 414 379 415 454
321 368 346 318 402 361 330 393 413 386 380 415 374 386
v
390
311 376 363 318 408 354 330 359 374 358 339 355 332 371 364
I') Voor het verbruik van suiker en lucifers, zie tabel nr 58. 11) Met ingang van Mei 1948, werd de basis 1936-1938 gewijzigd voor de cooperaties.
- 245 -
(1)
v
224 254 285 245 290 263 255 295 299 247 252 259 253 279
277
148 155 178 158 170 160 176 191 207 188 198 ' 195 183 181 200
294 334 328 294 408 332 326 379 404 362 355 376 363 378 397
390 456 544 393 508 468 428 587 549 449 401 396 364 457 536
II - TABAKSVERBRUIK (Productie en invoer)
66
Bron : Administratie der Douanen en Accijnzen.
I
Sigaren TIJDVAK
Sigarillos
Sigaretten
Rook-, snuifen pruimtabak
(duizenden stuks)
(tonnen)
1936-1938 Maandgemiddelde 1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde
16.187 10.395 7.971
49.414 25.160 20.020
430.048 532.128 712.420
1.097 845 819
1947 le kwartaal maandgemiddelde 2e id. id. 30 id. id. 40 id. id. 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
8.005 6.286 7.844 9.750 9.583 6.975 6.948 . 6.881 6.640 6.948 5.522 5.615 5.882 6.200 10.712
17.908 18.256 20.971 22.943 27.019 22.206 19.394 18.376 21.702 20.161 15.434 21.256 19.779 15.859 29.605
671.869 698.713 818.891 660.207 703.879 .501.893 864.771 752.491 913.089
862 830 830 754 895 730 788 756 720 904
747.765
656.024 813.025 891.035 739.172 600.104
720
982 885 718 856
III - SLACHTINGEN IN DE 12 VOORNAAMSTE SLACHTHUIZEN VAN HET LAND
67
Grootvee (Ossen, stieren, (Ossen, koeien, vaarzen)
TIJDVAK
Paarden
Kalveren
Schapen, lammeren, geiten
Varkens, biggen
1936.38 Maandgemiddelde 1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde
16.561 14.248 18.114
698 1.189 2.666
12.242 10.406 10.115
26.679 20.657 22.350
6.482 11.380 7.046
1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
30.333 29.258 23.646 25.642 18.953 16.990 18.410 5.333 12.310 17.619 14.344 14.694 14.769 14.561 17.351
2.367 3.624 3.989 5.279 4.54R 3.235 2.643 2.013 3.068 4.113 5.441 8.235 6.968 5.322 5.733
13.884 10.008 7.954 9.911 9.191 12.657 17.814 6.122 14.285 18.138 13.959 12.110 11.706 9.386 9.589
23.884 16.940 12.977 17.875 16.521 30.897 37.445 34.048 31.959 30.260 21.651 20.894 24.717 22.716 24.110
6.827 14.689 13.346 15.642 8.463 3.495 2.842 2.666 2.261 1.971 2.387 2.650 0.646 8.095 10.189
-
VERVOER BEDRIJVIGHEID VAN DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ VAN BELGISCHE SPOORWEGEN a) Bedrijfsontvangsten en -uitgaven
70
(millioenen franken) ONTVANGSTEN
TIJDVAK
Tussenkomst vande Staat (2)
Uitgaven
Reizigers en bagage
Goederen
Diversen
1938 Maandgemidd. (1) 1946 Maandgemiddelde. 1947 Maandgemiddeldev
73,8 213,0 203,2
146,6 339,2 400,6
5,2 20,8 25,5
225,6 573,1 629,3
-53,3 119,6
225,6 626,4 748,9
238,9 696,0 789,9
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
280,2 240,1 192,6 159,6 183,2 184,7 168,5 212,0 195,9 217,2 201,9 268,3 290,0 220,9 203,6
372,6 418,4 , 458,6 419,7 448,5 446,5 403,4 463,9 464,1 411,3 405,0 392,3 421,4 439,0 471,9
21,4 24,3 22,8 18,9 31,7 43,1 30,6 26,6 28,2 24,2 36,4 27,4 28,7 29,0 21,9
674,2 682,8 673,9 598,2 663,4 674,3 602,5 702,4 688,2 652,7 643,3 688,0 740,1 688,8 697,4
130,4 129,3 133,6 126,2 144,1 116,9 109,3 171,4 166,7 166,7 166,7 166,7 166,7 166,7 166,7
804,7 812,1 807,5 724,4 807,5 791,2 711,8 873,8 854,8 819,4 810,0 854,7 906,7 855,5 864,0
813,1 860,6 874,0 746,7 909,0 803,2 791,5 812,7 829,4 811,8 833,5 842,6 895,5 828,3 • 846,6
v v v v v v v v v v v v
(ij Nord-Belge inbegrepen. (2) Toelagen van de Staat voor de ontoereikendheid vergoeden.
Totaal
Alg meen -e totaal
Overschot der globale ontvangsten op de uitgaven
. .
13,3 69,6 41,0
105,9 111,1 102,2
8,4 --- 48,5 -- 66,6 -- 22,3 -- 101,5 -- 12,0 -- 79,7 + 61,1 + 25,4 7,6 -I-- 23,5 -E- 12,1 + 11,2 + 27,2 + 17,5
101,0 108,0 108,3 103,1 112,6 101,5 111,1 93,0 97,0 99,0 102,9 98,6 98,8 96,8 98,0
----
van tarieven en de verhoging van de prijs der brandstoffen
- 246 -
.
Ihtoatingscoëfficitint
te
70
I - BEDRIJVIGHEID VAN DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ VAN BELGISCHE SPOORWEGEN (vervolg)
b) Aantal wagens aan de nijverheid geleverd (1)
c) Transportstatistiek (2) 1° Algemeen spoorverkeer ZWARE GOEDEREN
REIZIGERS
TIJDVAK A
B
C
A -1- C
ReizigersAantal km. (duizenden)
Vervoerde tonnen (duizenden)
Belgisch binnen'.
vervoer
Ton - km.
millioenen)
Internat. vervoer
Doorvoer
1938 Maandgem. (3) 1948 Maandgemidd. 1947 Maandgemidd.
388.982 268.049 324.103
114.745 85.279 104.891
90.665 38.064 41.401
479.647 306.113 365.505
16.004 18.748 19.367
511 671 611
6.250 4.255 5.004
186 214 224
164 119 172
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
321.896 343.702 379.504 331.709 351.805 346.022 293.588 345.077 341.953 297.899 300.405 282 305 311.200 330.190 349.084
98.215 107.630 113.139 98.706 114.408 114.381 87.565 108.022 105.498 91.559 88.839 83.241 92.874 99.825 108.281
38.429 40.862 49.641 43.167 44.592 38.677 35.441 44.008 48.384 42.728 42.004 43.636 42.955 41.999 49.341
380.325 384.564 429.145 374.876 396.397 384.699 329.029 389.085 390.337 340.627 342.409 325.941 354.155 372.189 398.405
19.019 21.135 20.533 18.647 19.616 19.536 18.337 20.555 19.157 18.802 17.546 17.370 18.236 18.969 18.320
714 679 619 559 584 589 546 636 585 601 577 631 708 611 581
4.830 6.149 5.841 5.330 5.432 5.580 4.746 5.610 5.665 4.974 4.802 4.645 5.095 5.320 5.785
204 235 255 224 221 232 203 245 245 206 197 184 210 231 240
194 179 204 188 194 228 186 204 206 204 178 195 198 184 179
Totaal
88 68 92
428 391 489
86
483 626 680 618 528 557 467 532 538 486 472 460 503 600 822
111 121 108 113 97 78 83 87 76 99 81 95 86 103
A. - Aantal wagens aan de nijverheid afgeleverd en belast bij het vertrek aan de Belgische stations (incl. deze voor het vervoer van kolen, cokes en briketten). B. - Aantal wagens meer speciaal voor het vervoer van kolen, cokes en briketten afgeleverd. c. - Aantal geladen wagens komend van vreemde netten en bestemd, hetzij voor stations van het net van de Maatschappij, hetzij voor stations van andere netten. (1) Spoorwagens van de Nationale Maatschappij en van particulieren. (2) Militair vervoer niet inbegrepen. (3) Nord-Belge Inbegrepen.
c) Transportstatistiek (1) 2° Vervoer der voornaamste zware goederen
A - Gezamenlijk verkeer
,idsvetten oliën, u m, teer
Asche aij kundige lucten
kleding ,
neten bedrijven kiezel aarde
iterialen, piegelglaa
stoffen
en producten )U W-
taal
Malleala
110.113 Afq
nasi
TIJDVAK
Ilioenen)
(duizenden tonnen)
•
1938 Maandgemiddelde (2) 1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde
429 391 489
6.169 4.252 6.004
405 324 297
2.540 1.702 1.915
472 345 425
516 342 474
559 455 478
934 468 599
64 56 58
225 196 255
77 66 91
377 306 411
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
483 525 580 518 528 557 487 532 539 488 472 460 603 500 522
4.830 6.149 5.841 5.330 6.432 5.580 4.748 5.610 ' 5.665 4.987 4.802 4.645 5.095 5.320 5.785
205 291 839 714 315 222 170 208 217 147 143 144 175 166 601
1.782 1.946 2.004 1.802 2.053 2.002 1.605 1.982 1.958 1.691 1.646 1.542 1.708 1.832 1.986
505 449 506 454 427 789 649 631 722 699 575 677 735 632 567
473 485 650 481 569 637 547 603 613 565 559 588 626 656 674
487 503 544 465 478 490 472 547 547 507 502 446 473 504 520
588 706 689 591 649 684 499 682 726 626 675 577 628 890 630
83 89 56 40 64 52 46 51 49 36 38 33 59 97 39
231 235 262 260 290 277 279 282 244 211 188 178 165 193 189
82
108 102 115 112 99 109 92 73 70 65 6g 75 73
396 396 482 431 482 515 48f 612 497 431 40( 417 467 471 501
(I) Militair vervoer niet inbegrepen. (2) NOrd-Belge inbegrepen.
- 247 -
'
90
BEDRIJVIGHEID VAN DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ VAN BELGISCHE SPOORWEGEN (einde) B - Belgisch binnenlands verkeer II
Totaal TIJDVAK
Landbouwen voedingsproducten
Brandstoffen
Ertsen
Metaalwaren
Producten der Textiel, groefbeleerdrijven, looier., zand, kleding kiezel en aarde
Bouwmatedalen, glas en spiegelglas
NijverNationale heidsChemiAleatech. eche en vetten van Buurtartsenij- en -oliën, 1/iversen spoorweg. kundige petroproducleun; ton teer Vervoerde tonkilom. (duizenden)
(duizenden tonnen) 1938 Maandgemiddelde(1) 1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde
3.250 9.138 3.196
231 244 163
1.523 1.459 1.522
10 31 13
130 205 227
312 382 339
673 375 433
12 22 16
85 135 137
26 29 27
248 256 318
5.858 5.894 4.565
1947 October November ' December 1918 Januari Februari ' Maart April Mei Juni Juli Augustu3 September October
9.679 3.357 3.263 3.394 2.988 3.648 3.667 3.169 3.071 2.874 3.221 3 491 3.811
435 481 124 98 71 77 76 53 51 55 60 78 399
1.522 1.388 1.526 1.659 1.313 1.717 1.787 1.518 1 476 1.392 1.572 1.717 1.797
10 11 12 15 10 16 17 14 14 16 14 14 11
268 230 269 268 262 280 249 226 187 201 229 227 236
391 317 312 337 329 388 393 366 356 315 342 348 358
510 434 458 416 399 549 569 502 536 459 503 648 500
13 9 11 10 9 9 10 7 8 7 28 61 9
125 120 143 151 155 160 129 105 101 81 104 97 91
33 29 32 36 31 34 33 29 28 27 32 35 32
372 338 376 406 389 419 404 349 314 321 337 366 378
6.587 8.262 3.854 3.828 3.540 4.343 4.413 3 751 4.086 3.904 3.911 4.041 6.159
(1) Nord-Belge Inbegrepen,
wat de N.M.B S. betreft. III
---- HAVENVERKEER
a) Haven van Antwerpen Bronnen :
Havendienst der stad Antwerpen en Bulletijn over de handel met de vreemde landen. BINN ENVAART
ZEEVAART
IN TIJDVAK Aantal
Tonnenmaat
Goederen
Aantal schepen
(duizeltden metrieke tonnen)
geladen
ledig I 0P ballaat)
UIT
IN
UIT
Goederen (duizenden metrieke tonnen)
Aantal
Laadvermogen
schepen
(duizenden m3)
Goederen
(duizenden metrieke tonnen)
Goederen
A antal
Laadvermogen
schepen
(duizenden m3)
(duizenden metrieke tonnen)
schepen
(duizenden registertonnen)
1936-1938 • Maandgem. 1946 Maandg. 1947 Maandg.
988 440 668
2.008 938 1.688
1.072 743 1.331
837 283 485
151 152 182
1.072 242 520
3.917 2.242 2.823
1.317 782 1.016
417 247 280
3.762 2.200 2.783
1.288 774 989
368 411 626
1947 Nov. .. Dec. .. 1948 Januari Febr. . Maart April .. Mei ... Juni .. Juli Aug... Septem. October N ov....
731 815 676 645 759 677 742 700 729 661 689 739 653
1.910 2.208 1.724 1.604 1.982 1.633 1.829 1.728 1.653 1.635 1.656 1.693 1.476
1.512 1.613 1.845 1.274 1.618 1.116 1.115 1.121 1.030 1.004 930 836
608 529 517 483 571 562 533 532 582 501 556 567 530
221 285 203 163 169 145 174 179 175 144 142 170 119
510 456 596 829 595 596 530 563 544 538 633 644
3.373 3.615 2.886 2.731 3.076 2.883 2.625 2.430 2.453 2.582 2.641 2.769 2.310
1.184 1.351 1.028 1.160 1.178 1.055 931 866 831 .885 898 958 808
299 385 252 340 358 354 304 266 296 319 377 345 328
3.071 3.494 2.859 2.665 2.887 2.919 2.709 '2.551 2.413 2.482 2.639 2.580 2.399
1.048 1.248 1.065 976 1.093 1.105 990 989 841 855 931 874 838
879
818 697 637 729 689 804 581 463 470 497 431 383
b) Haven van Gent Bronnen
: Havendienst van Gent en Bulletijn over de handel met de vreemde landen. BINNENVAART
ZEEVAART
IN
GOEDEREN
UIT
(duizenden metrieke tonnen)
TIJDVAK Aantal schepen
Tonnenmaat
Goederen
(duizenden (duizenden registertonnen) metrieke tonnen)
Aantal schepen
Tonnenmaat
Goederen
(duizenden (duizenden registertonnen) metrieke tonnen)
Gelost
Geladen
1936-1938 Maandgem. 1948 Maandgemiddeld. 1947 Maandgemiddeld.
169 62 92
177 76 134
208 98 162
170 60 92
178 71 134
92 19 61
1.74 59 87
152 11 30
1947 November December 1918 Januari Februari Maart April Met..... Juni
116 137 98 128 97 99 81 73 90 81 78 92 89
194 191 166 193 135 133 109 116 109 113 108 134 134
267 215
110 149 102 119 97 105 78 75
202 206 176 183 121 146 109 117 112 112
37 50
65 80 20 .43 80 85 45
29 41 42 38 69 49 33 31 14 21
Juli Angnates September October November
360 217 224 225 153 172 124 185 141 149
90 80 80 90 89
113 127 132
70 33 48 44 44 26 19
51 37 35
71 75 73 65
21
68
21
IV - ALGEMENE BEWEGING DER BINNENSCHEEPVAART
72
Bron : Nationaal instituut voor de Statistiek. Geladen schepen Millioenen ton.-km.
Duizenden metrische tonnen
Aantal TIJDVAK
Binnen- Invoer Uitvoer Door- Gehele Binnen- Invoer Uitvoer Door- Gehele Binnen- Invoer Uitvoer Doorvoer voer verkeer verkeer voer verkeer verkeer verkeer
1946 Maandgemiddelde 1947 Maandgemiddelde
4.482 4.759
938 1.203
813 1.213
1947 September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September
5.344 5.710 5.442 5.715 4.825 4.263 5.511 5.041 4.931 4.668 4.351 4.730 5.200
1.766 1.788 1.627 1.454 796 950 1.412 1 480 1.331 1.329 1.460 1.468 1.712
1.508 1.520 1.465 1.564 1.400 1.346 1.539 1.692 1.515 1.563 1.272 1.439 1.553
Gehele verkeer
128 207
6.361 7.382
. 990 1.106
338 396
231 377
34 54
1.593 1.933
106,1 112,5
17,3 20,4
18,6 28,5
4,4 6,9
146,4 168,3
151 250 274 287 194 200 300 149 136 256 272 249 188
8.769 9.268 8.808 9.020 7.015 6.759 8.762 8.382 7.913 7.816 7.355 7.887 8.651
1.236 1.355 1.261 1.323 1.121 1.023 1.314 1 . 174 1.190 1.117 1.048 1.130 1.262
486 477 462 504 299 348 536 552 469 471 511 467 549
409 373 432 476 473 465 559 601 511 543 408 440 468
38 46 57 66 42 51 87 39 35 69 78 73 47
2.169 2.251 2.212 2.369 1.937 1.887 2.496 2.366 2.206 2.200 2.045 2.109 2.326
123,3 138,6 126,7 132,5 115,3 108,2 139,0 117,0 121,1 117,9 108,7 112,5 129,7
24,0 25,8 24,6 25,3 13,1 17,4 28,8 30,1 28,2 27,0 27,9 26,3 30,1
35,7 38,0 35,5 33,5 32,5 30,2 33,8 36,4 33,7 37,5 30,4 29,6 30,0
5,1 6,4 7,9 8,7 4,6 7,0 11,2 5,1 4,7 8,8 10,5 9,4 5,7
188,1 208,8 194,7 200,0 165,5 162,8 212,8 188,5 185,7 191,3 177,5 177,8 196,5
•
BUITENLANDSE HANDEL VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE MET DE OVERIGE LANDEN N. B. -- Daar de gegevens van deze statistiek uitsluitend werden ontleend aan de douanelnklaringen ondertekend door inen uitvoerders, kon geen rekening gehouden worden met deze transacties dle, in verband met de ornstandlgheden, door het Bestuur der Douanen niet konden worden opgenomen.
SAMENVATTING NAAR DE VIJF GROEPEN DER ALGEMENE NOMENCLATUUR AANGENOMEN DOOR DE OVEREENKOMST VAN BRUSSEL VAN 31 DECEMBER 1913
TIJDVAK
GEWICHT
WAARDE
(duizenden tonnen)
millioenen franken)
Ruwe of &maenkel Levende middelen1 toebedieren en reide dranken stoffen
VoeFabrikaten
Totaal
Levende middelen dieren en dranken
Ruwe of enkel toebereide stoffen
Fabrikaten
Onbew. gouden zilver, Totaal gouden en zilveren munt
75
GEMIDDELDE PRIJS PER TON
franken)
n 00
n IN VOER 1936-38 Maandgem. 1946 Maandgemidd. 1947 Maandgemidd.
1,0 1,8 4,5
331,5 2.473,8 242,3 1.446,0 255,8 1.989,0
1947 November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September ..v v October v November
8,7 4,8 3,4 1,8 0,9 1,6 1,5 2,2 2,9 3,0 3,7 4,8 6,7
354,1 379,7 265,0 234,8 339,1 194,0 244,4 169,9 261,5 271,4 239,2 347,1 281,9
2.221,6 2.318,0 2.240,0 2.006,5 2.317,1 2.160,6 2.006,4 2.056,9 1.978,5 2.097,7 1.999,0 1.314,0 1.928,9
62,1 2.868,4 62,4 1.752,5 72,7 2.322,0 79,4 104,7 80,9 83,7 108,4 130,0 107,2 118,6 111,0 106,1 90,4 75,8 81,5
2.663,8 2.807,3 2.589,4 2.328,8 2.765,5 2.486,2 2.359,5 2.347,8 2.352,0 2.478,2 2.332,3 1.741,7 2.299,0
459,6 407,8 1.112,4 3,1 19,7 1.184,7 1.858,5 1.673,0 47,0 1.645,0 2.834,9 2.551,7 113,5 25,7 36,4 17,7 10,6 22,7 24,3 26,9 43,1 37,8 53,8 89,3 86,1
3.386,2 2.749,8 1.646,1 1.516,0 2.142,9 1.816,5 1 976,4 1.715,9 1.684,9 2.122,6 2.082,1 2.606,9 2.096,0
0
›••
3.062,1 3.881,7 3.597,4 2.977,5 3.564,3 2.926,8 2.826,8 3.191,5 2.884,7 2.681,5 2.798,7 2.207,4 2.360,1
2.753,4 4.024,7 2.103,3 1.897,6 2.506,9 2 516,0 2.352,7 2.475,8 2.183,4 2.057,3 2.406,9 2.308,9 2.135,5
36,7 2.018,8 29,4 4.765,3 51,3 7.129,9
704 2.719 3.071
9.363,6 10.726,0 7.402,0 6.452,8 8.258,0 7.327,8 7.235,5 7.461,3 6 831,7 6.914,0 7.368,6 7.258,5 6.720,0
3.140 3.821 2.859 2.773 2.986 2.947 3.067 3.178 2.905 2.790 3.159 4.167 2.923
48,4 44,0 18,8 43,8 33,3 45,6 55,3 61,2 35,7 14,8 47,1 66,0 44,3
l L o
á 5 0
0 0
0 gP P
0 1›.
UITVOER 1936-38 Maandgem. 1946 Maandgemidd 1947 Maandgemidd.
0,5 0,2 0,6
1947 November.... December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus v September v October November v
0,2 0,3 0,1 0,1 0,1 0,1
54,4 1.447,0 13,9 413,2 21,6 745,7 34,4 28,6 23,4 28,8 39,7 109,8 35,0 41,4 33,6 24,6 24,3 11,5 11,1
763,8 786,4 804,3 672,3 709,3 827,6 715,2 805,7 736,9 736,3 830,9 784,8 841,7
410,5 1.912,4 193,9 621,2 302,4 1.070,3
5,6 9,2 25,1
902,1 99,4 831,0 77,4 870,3 1.525,0 148,7 1.693,5 3.258,3
324,6 310,5 402,2 355,0 413,1 467,0 426,5 438,9 408,8 392,4 478,5 510,5 497,3
11,5 25,9 3,3 3,6 2,5 3,9 0,4 1,1 1,0 0,8 0,5 0,6 1,8
224,4 218,0 188,7 129,4 192,2 462,4 228,2 286,1 239,0 156,5 190,0 118,1 174,1
1.123,0 1.125,9 1.230,0 1.056,2 1.162,2 1.404,5 1.176,7 1.286,0 1.179,3 1.153,3 1.333,7 1.306,9 1.350,2
- 249 -
1.673,5 1.812,1 1.753,1 1.471,6 1.654,0 1.614,2 1.532,3 1.944,8 1 501,9 1.893,1 1.991,3 1.957,0 1.944,0
3.810,5 3.552,0 4.297,9 3.536,2 3.903,3 4.384,3 3.911,1 4.199,0 3.913,2 3.839,6 4.199,3 4.584,1 4.305,1
21,1 1.859,2 4,5 2.486,4 12,3 5.137,9
972 -- 159,4 4.003 -2278,9 4.800 -1992,0
92,1 52,2 72,1
9,3 5,6 5,0 22,0 28,9 35,2 23,3 26,9 7,0 22,8 15,4 50,5 8,4
4.924 -2834,3 4.986 -5112,3 5.039 -1204,0 4.888 -1289,8 4.974 -2477,1 4.628 -- 827,6 4.840 -1540,2 5 022 -1003,4 4.801 -1169,6 4.953 -1201,2 4.796 -- 972,1 5.135 -- 548,2 4.765 -- 286,8
66,1 52,3 83,7 80,0 70,0 88,7 78,7 86,5 82,9 82,6 86,8 92,4 95,7
5.529,3 5.613,7 6.198,0 5.162,8 5.780,9 6.500,0 5.695,3 6.457,9 5.662,1 5 712,8 6.396,5 6.710,3 6.433,2
WERKLOOSHEID Bron
GEHELE EN GEDEELTELIJKE WERKLOOSHEID
: Steunfonds voor Werklozen. DUIZENDEN VERLOREN WERKDAGEN
AANTAL GECONTROLEERDE WERKLOZEN INGESCHREVEN WERKLOZEN
DAGGEMIDDELDEN
MAAND
1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
geheel werklozen
gedeeltelijk werklozen
Totaal
geheel werklozen
43.249 43.483 44.358 63.497 77.815 89.066 96.357 84.019 80.002 84.215 85.232 91.452 106.931 108.834 127.822
86.741 41.840 50.614 89.310 135.687 91.643 213.028 77.182 81.515 91.671 113.226 160.442 142.665 118.057 128.997
129.990 85.323 94.972 152.807 213.482 180.709 309.385 161.181 181.517 175.888 198.458 251.894 249.596 224.891 256.819
27.891 29.963 30.913 39 984 57.079 88.328 71.854 84.113 81.562 59.606 61.814 89.571 74.292 81.065 87.604
gedeeltelijk werklozen
20.848 15.513 16.829 21.124 40.192 38.962 63.870 31.338 33.117 34.439 42.903 59.703 48.257 43.168 44.797
geheel werklozen
gedeeltelijk werklozen
Totaal
Totaal
48.737 45.476 47.742 61.108 97.271 105.290 135.724 95.451 94.879 94.045 104.717 129.274 122.549 124.233 132.401
809 720 707 1.163 1.260 1.639 2.150 1.475 1.417 1.668 1.484 1.604 2.234 1.951 2.550
860 367 380 617 892 882 1.930 706 757 964 1.038 1.379 1.439 1.038 1.300
1.469 1.087 1.087 1.780 2.152 2.621 4.080 2.181 2.174 2.630 2.522 2.983 3.673 2.989 3.850
II - INDELING DER GECONTROLEERDE WERKLOZEN PER PROVINCIE Bron :
Steunfonds voor Werklozen. Week
STATISTISCHE MAAND van
1
tot
Aantal werkdagen
Het Rijk
Antwerpen
Brabant
WestVlaanderen
OostVlaanderen
Henegouwen
Luik
Limburg
Luxemburg
Namen
Daggemiddelde per maand 1947 Augustus September October November December 1948 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October
29 24
48.737 45.476
23 29 22 24
47.742
30
81.108 97.271 105.290 135.724
23 24 28 24 23 30 24 30
95.451 94.679 94.045 104.717 129.274 122.549 124.233 132.401
15.283
14.864 17.829 19.293 25.477 27.864 33.014 28.268 29.839 28.639 29.977 33.748 32.960 36.313 40.129
5.392 5 637 5.773 8.162 13.589 16.470 19.446 14.608 13.234 12.807 14.011 16.993 17.426 17.184 18.198
8.482 8.337 8.379 11.782 19.218 18.797 29.822 18.668 16.743 16.702 18.168 22.249 20.448 20.042 21.757
12.214 11.757 10.883 13.624 23.349 25.807 30.290 24.299 24.703 25.658 29.237 35.721 34.896 34.272 34.800
3.862 2.112 2.090 3.279 8.206 5.818 9.588 4.402 4.204 4.283 6.257 11.054 7.343 6.169 8.533
2.404 1.833 1.809 2.841 5.200 5.424 6.252 3.789 3.258 3.407 4.388 6.882 5.854 6.135 6.430
738 610 638 1.027 1.817 2.135 2.931 1.902 1.588 1.802 1.583 2.102 2.148 2.146 2.288
50 59 87 579 1.298 1.583 1.581 619 178 200 382 359 784 923
2.172 996 887 771 896 1.143 1.115 1.208 1.343
225
314 267 274 521 1.137
1.592
Daggemiddelde der week 1 8 15 22 29
7 14 21 28 4
6 6 6 6 6
22.281 23.707 23.676 20.681 22.397
34.382 30.955 31.840 32.695 34.931
17.054 17.484 17.720 17.326 17.540
18.813 22 690 20.910 20.240 19.589
34.766 34.897 36.912 34.110 33.795
8.637 8.219 6.932 6.553 6.368
5.045 5.830 5.737 8.179 6.484
2.218 2.231 2.083 2.013 2.194
283 347 394 408 362
1.083 1.054 1.148 1.157 1.134
September
5 12 19 26
11 18 25 2
6 6 6
6
22.097 24.743 25.097 24.990
35.342 35.897 36.775 37.238
17.441 17.320 16.877 17.015
18.813 20.464 20.753 20.138
34.523 35.048 34.105 33.411
6.235 8.332 6.048 6.080
6.013 6.050 8.259 8.218
2.163 2.110 2.147 2.165
385 325 959 1.468
1,182 1.197 1.174 1.279
October
3 10 17 24 31
9 16 23 30 6
6 6 6 6 6
26.465 28.259 29.116 33.213 47.467
38.594 38.633 39.345 41.205 43.413
16.882 17.475 17.978 18.750 20.247
19.840 20.029 20.978 21.667 27.182
33.936 34.818 34.350 34.541 36.668
6.049 6.118 6.213 6.304 8.268
6.032 6.230 6.298 6.684 7.006
2.287 2.243 2.162 2.240 2.553
1.542 1.404 490 482 653
1.303 1.311 1.304 1.340 1.477
1948 Augustus
- 250 -
81
III - INDELING DER INGESCHREVEN GEHEEL WERKLOZEN NAAR BEROEPSGROEP (aantal werklozen op het einde der maand)
169
634
100
1.450
150
161
September
30
1.586
1.475
884
1.468
56
56
427
518
86
1.755
130
146
October
30
1.596
1.375
800
1.476
52
75
1.423
492
87
1.787
129
1.364
434
Leerjongens
Bedienden
Handel
Vervoer
Hotels, spijsbuiren
Visvangst
Landbouw
Tabak
Diamant
Graphisehe bedrijven
Bouwnijverheid
Papier
Aardewerk
Chemie
Kleding
IJzer en staal
Textiel ( voortbrenging)
43
Z z rvso
63
te lsep
1.533
uemoogeso2u0
1.086
BujpeoA
1.347
UaeSS
1.679
iepen
23
BeID
1947 Augustus .
WOEI
TIJDVAK
Metaalbewerking
Bron : Steunfonds voor Werklozen.
872
729
84
199
1.145
1.998
590
1.879
9.423
1.396
1.597
30.148
918
1.115
100
226
1.501
2.128
587
1.896
9.857
1.618
1.753
31.685
973
396
156
740
425
823
621
101
227
1.814
2.112
2.580
10.094
1.745
1.566
32.326
740
410
1.039
2.474
177
194
2.034 2.597
2.857
14.732
2.874
1.886
47.053
November
28
2.263
1.985
1.498
2.241
76
87
1.474
667
73
4.296
173
190
December
56
3.026
2.618
2.425
3.107
124
109
1.861
1.051
85
6.704
256
225
830
457
1.348
3.440
198
178
2.055
3.126
2.925
17 606
8.717
62.527
40
4.321
3.371
3.538
3.849
191
155
2.126
1.439
127
8.545
296
290
780
526
1.912
4.222
245
236
2.186
3.755
3.627
23.788
2.092
71.667
Februari
51
4.794
3.499
2.551
3.702
194
197
2.137
1.258
145
7.949
273
291
1.501
541
2.111
4.170
200
208
2.252
4.058
3.977
25.496
2.200
73.755
Maart
55
4.347
3.479
1.809
3.014
156
201
1.594
1.073
138
5.262
232
308
1.630
591
1.900
3.385
189
248
1.989
3.809
3.908
23.371
1.929
64.617
April
46
4.704
3.598
1.520
2.787
163
224
502
939
149
4.286
196
338
2.117
647
1.932
3.231
188
1.665
1.994
3.847
3.904
22.837
1.956
63.770
48
4.867
3.794
1.585
2.912
138
183
220
920
170
3.714
148
378
2.191
642
1.791
1.551
227
1.525
1.844
3.944
4.287
21.785
1.931
60.793
1948 Januari
Juni
45
5.146
4.563
2.207
3.166
133
188
233
1.215
170
4.469
152
442
2.085
617
1.834
3.055
263
495
1.822
4.235
4.502
23.525
1.920
66.482
Juli
46
6.165
5.430
3.501
3.800
167
283
295
1.775
212
5.051
178
567
2.150
750
1.852
2.431
328
301
1.748
4.599
4.831
25.912
1.799
74.171
1.906
91.069
334
231
1.864
4.838
5.909
27.014
2.296
304
226
2.456
5.075
6.387
29.289
1.057
85.530
2.079 2.074
436
281
2.814
5 593
7.073
33.536
2.044
96.777
Augustus
67
6.694
7.534
4.332
4.171
162
282
370
1.780
238
5.125
206
626
2.543
742
1.856 2.248
September
68
7.231
7.602
3.670 4.207
168
393
530
1.703
249
5.542
191
650
2.623
896
1.817
891
October
87
7.918
8.539
4.031
5.072
182
474
617
2.030
284
6 644
228
744
3.106
BANKSTATISTIEKEN
85
I - BELGIE EN BELGISCH-CONGO WEEKSTATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (millioenen franken)
ACTIVA
Goudvoorraad Geconsolideerde vordering op de Staat (art. 3
§ b van de wet van 28 Juli 1948) Vorderingen op het buitenland in het kader va betalingsaccoorden :
14-10-1948
28.321
28.368
28.326
28.235
27.980
.27.992
27.805
27.782
35.000
35.000
35.000;
35 000
35.000
35.000
35.000
35 000
11.094 723 --
10.898 825 --
11.180 923 --
11.294 938 --
11.649 983 --
11.745 1.024 --
11.544 1.131 969
11.419 1.171 969
218 3 3 1.613 3.781 327
578 3 5 2.170 3.630 278
423 3 3 2.109 3.218 230
427 3 4 2.213 3.145 444
428 3 10 2.097 2.896 463
492 3 10 2.048 2.663 318
448 3 15 2.082 2.891 296
419 3 11 2.038 2.824 308
3 489
2.974
4.234
4.126
3.840
3.835
3.555
4.215
2.931 114 416 1 2.019
2.686 59 435 2 1.990
1.010' 28 458 12 1.987
1.662 27 473 2 1.944
2.818 25 473 2 1.944
2.658 18 486 17 1.923
1.216 18 523 121 1.915
394 13 542 2 1.897
986. 44 754 166 382 473 92.858
986 44 765 166 382 519 92.763
986 44 770 166. 382 • 315 . 91.807
986 44 776 166 382 337 92.628
986 44 786 166 382 234 93.209
986 44 795 166 380 249 92.852
986 44 804 166 385 323 92.240
986 44 814 166 385 240 91.642
21-10-1948
28-10-1948 4-11-1948
10-11-1948 18-11-1948 25-11-1941
n
a) in buitenlandse deviezen b) in Belgische franken Accoord voor multilaterale compensatie : Bfr. Tegoed op het buitenland :
a) in buitenlandse deviezen b) in Belgische franken Te ontvangen deviezen Debiteuren wegens termijnverkopen van devieze n en goud
Handelspapier op België Voorschotten op overheidsfondsen Overheidseffecten (art. 20 der statuten. Overeen komst van 14 September 1948) : a) schatkistcertificaten b) papier uitgegeven door instellingen waarvan de verbintenissen door do Staat gewaarborgd zijn c) andere overheidseffecten Deel- en pasmunt Tegoed bij de Dienst der Postchecks
7-10-1948
rekening A rekening B
Bijzondere voorschotten voor deelneming in het Internationaal Muntfonds :
a) aan de Belgische Regering, in Belgische franken. b) aan de Luxemburgse Regering, in Luxemburgse franken Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der statuten) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Diversen
PASSIVA
Bankbiljetten in omloop •
7-10-1948
14-10-1948
82.866
82.198
21-10-1948
81.555 .
28-10-1948
4-11-1948
81.773
82.962
10-11-1948 18-11-1948 25-11-1948
82.619
81.664
81.376
Rekeningen-courant : 4
4
3
1
3
2
5
2
18
110
111
114
114
114
254
365
992 44
992 44
992 44
992 44
992 44
992 44
992 44
992 44
10 betalingsaccoorden
1.062 2.019
975 1.990
882 1.944
899 1.944
823 1.923
1.279 1.915
879 1.897
20 andere rekeningen
54
54
55
53
55
58
59
59
2.313
2.344
2.159
2.689
2.175
2.301
2.009
2.050
89.372
88.711
87.789
88.492
89.188
88.876
88.221
87.664
24 1.687
23 2.244
23 2.182
23 2.287
23 2.171
23 2.121
22 2.155
22 2.111
3 382 502 400 488
5 382 510 400 488
3 382 540 400 488
4 382 552 400 488
10 382 547 400 488
10 380 554 400 488
15 385 554 400 488
11 385 561 400 488
92.858
92.763
92.628
93.209
92.852
92.240
91.642
Schatkist
Internationaal
gewone rekening speciale rekening. Accoord tot Economische Samenwerking (1)
Muntfonds :
Rekening Belgische franken Rekening Luxemburgse franken
Banken in het buitenland :
Diverse Totaal der verbintenissen op ziekt . Tijdelijk onbeschikbare rekeningen Te leveren deviezen en goud
Crediteuren wegens termijnaankopen van deviezen Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen
883 1.987 '
91.807 :
(1) Met ingang van 18 November 1948 draagt de - rubriek volgend hoofd : « Rekeningen Accoord voor Economische Samenwerking ».
- 252 -
85
MAANDSTATEN VAN DE BANQUE DU CONGO BELGE
(millioenen franken) ACTIVA
I Goudvoorraad Speciale rekening van de Kolonie
31-5-1948
(5)
785
Diverse kasvoorraden ( in franken Banktegoed in vreemde deviezen
30-8-1948
1
31-7-1948 800
785
31-8-1948
1
90 - 9 - 1948
31 - 10- 1948
830
840
840 105
105
105
105
105
105
202
202
204
201
200
199
745
418
878
672
662
694
1.081
1.117
1.298
1.334
1.176 ,
1.413 254
205
205
205
205
205
8.108
8.248
8.139
8.380
8.608
8.628
Wissels en ander handelspapier
456
482
518
571
608
442
Debiteuren
161
207
202
221
237
201
Belgische Staat
312
314
314
314
423
462
23
28
30
30
30
31
7
11
12
15
16
13.921
13.209
Effecten Overheidspapier op de Kolonie, België en het buitenland
Gebouwen en materieel
6
Diversen
12.322
12.488
12.372
12.897
PASSIVA
I
1
31-10-1948
31-7-1948
31-8-1948
30-9-1948
20
20
20
20
45
45
45
45
45 1.990
31-5-1948
30-6-1948
Kapitaal
20
Reservefonds
45
20
Biljetten en munten in omloop
1.892
1.966
2.039
2.034
2.008
{ diversen
7.075
6.878
6.659
7.095
7.465
7.760 2.748 121
Crediteuren op zicht 2.651
2.719
2.969
2.938
2.706
Crediteuren op termijn
120
122
148
88
157
Onafgedane transfers en diversen
519
622
608
677
791
525
12.897
13.192
13.209
Kolonie
12.322
12.372
12.488
(•) Art. 19 van de conventie van 21 Juni 1935 voor de uitgifte van bankbiljetten en tekenniunten.
II - BUITENLANDSE EMISSIEBANKEN
86
Banque de France (millioenen franken)
DATUM
1946 Jaargemidd. 1947 Jaargemidd. 1947
7 Augustus 4 September 9 October 6 November 4 December 1948 8 Januari 4 Maart (3) 8 April 5 Mei 10 Juni 8 Juli 5 Augustus 9 September 7 Oktober 4 November
In Frankrijk aanDadelijk WisselGouden beschik- ”., tefeuille gekocht bare vare legos- en over- verhandelmuntmatemuntmate van baar papier n in het heidsriaal 17 n If147 ( decreet ----- deuite b n1an d papier • (1) en wet van van 17-625414947) 1938)
106.259 72.102
---
64.817 64.817 (2) 52.817 52.817 55.173 55.173 52.817 52.817 52.817 52.817 52.817 52.817 52.817 52.817 52.817
----10.052 10.052 12.408 12.408 12.408 12.408 12.408 12.408 12.408 12.408 12.408
. P effecten
met gezanten30 dagen ij e Fl llooptijd t - op schuld overheidá(4) fondsen
waarvan voor 1optge • voorsc hotten (5)
Bankbiljetten in omloop
CreditCnsditsaldi in rekening • courant Totaal
19,3 0,4
48.976 98.413
25.779 43.145
4.173 4.390
2.802 8.469
494.625 632.828
446.613 520.708
638.000 807.633
56.661 69.351
0,2 0,2 0,2 0,2 0,5 0,5 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
94.550 96.036 120.960 133.669 138.756 125.619 135.856 150.818 142.774 157.600 168.267 157.307 183.296 192.859 185.100
41.633 40.407 39.146 38.512 54.523 72.453 84.846 95.528 89.836 84.807 76.899 81.427 82.354 83.639 90.519
4.420 4.469 4.404 4.943 4.549 4.640 4.848 4.489 5.344 4.873 4.585 4.838 4.392 4.348 4.887
13.026 10.021 6.337 14.962 11.558 11.905 13.886 11.048 13.781 10.935 9.991 15.135 5.925 16.325 14.836
669.150 889.950 710.950 685.950 691.242 703.742 717.942 698.942 693.342 684.442 893.242 722.442 728.742 694.942 715.342
539.700 560.500 569.500 544.500 554.200 568.700 580.900 581.900 556.300 547.400 556.200 525.400 591.700 557.900 578.300
832.422 854.124 872.464 872.932 898.985 914.945 788.966 762.527 772.934 797.671 827.392 849.131 885.462 923.695 936.937
70.361 67.621 77.721 74.181 87.201 81.491 282.771 277.901 255.30( 227.799 200.904 212.381 194.241 150.589 160.831
Discontorente ,
Schuld van de Staat tegenover do Bank
Voorschotten
Goud tot waarborg dienend
.
( hu 3 pCt. sedert 30 September 1948. idige: vorige : 3 1/2 pCt. sedert 6 September 1948.
(ij Deze rubriek omvat de gedisconteerde binnenlandse wissels, de door het « Office des Céréales » gegarandeerde wissels en het gedisconteerd papier op het buitenland. (2) Overdracht van 12 milliard frank goud aan het « Fonds national de Stabilisation des Changes ». (3) De Banque de France » heeft geen weekstaten bekend gemaakt van 22 Januari tot 3 Diaart 1948. (4) De gezamenlijke schuld omvat: de renteloze voorschotten aan de Staat; de voorlopige voorschotten door de Bank aan de Staat; de verhandelbare schatkistbons afgeleverd ter tegenwaarde voor de goudoverdrachten aan het « Fonds de Stabilisation des Changes »; de verbintenis van de Staat met betrekking tot het gouddeposito van de Nationale Bank van België; de verhandelbare bons van de « Caisse autonome WArnortissement » (overeenkomst van 23 Juni 1928 en 7 December 1931) voor een vast bedrag van fr 5.003 millioen; en de verhandelbare schatkistbons (deelneming van de Staat aan het Internationaal Muntfonds en inschrijving op het kapitaal van de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling) voor een vast bedrag van fr 12.000 millioen. (5) De voorlopige voorschotten omvatten namelijk: de « Voorlopige voorschotten aan de Staat ter betaling van de onderhoudskosten der Duitse bezettingstroepen in Frankrijk » die fr 426.000 millioen bedragen.
Bank of England (millioenen .4) Metaalvoorraad
DATUM
Beleggingen van het a Banking Department ,›
Gouden Door de munten Munten- Staat Disconto en baren (Banking gewaar. en voor- Andere (Issue Depart- borgde schotten waarden Totaal Depart- ment) fondsen ment)
Deposito's (Banking Department) Bankbiljetten in omloop (Issue Department)
Toegelaten Openbare organen bedrag voor de biljetten BijzonBanken dere omloop Gewone rekening (1) rekening van de Schatkist ( 3)
Andere deposito's
Totaal
Verhouding van de metaalvoorraad van het Bank, Department tot het saldo van zijn deposito's pCt.
1946 Jaargemid 1947 Jaargemid
0,25 (2) 1,08 0,25 1,48
260,2 313,1
15,6 14,8
18,3 20,2
294,1 348,1
1.358,3 1.402,9 1 384,4 1.450,0
12,6 12,8
254,7 295,9
54,0 89,1
321,3 397,8
14,4 17,1
1947 10 September 8 October . 5 November 10 December 1948 7 Januari . 4 Februari. 10 Maart 7 April.5 Mei 9 Juni 7 Juli 4 Augustus 8 September 6 October 10 November
0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25
320,6 303,5 294,4 290,7 336,5 286,5 329,8 346,9 321,2 336,5 347,7 405,2 397,5 315,9 327,4
16,7 10,0 6,7 16,2 13,3 11,9 9,5 9,0 14,8 15,8 22,0 10,6 8,5 27,1 22,4
17,8 18,6 27,6 19,3 18,8 28,4 20,7 19,3 36,4 19,4 20,2 27,4 21,3 21,2 27,0
355,1 332,1 327.7 326,2 368,6 326,8 360,0 375,2 372,4 371,7 389,9 443,2 427,3 384,2 376,8
1.389,6 1.374,3 1.383,8 1.353,4 1.331,3 1.257,6 1.238,9 1.246,6 1.242,9 1.249,4 1.261,4 1.288,3 1.248,2 1.237,8 1.235,6
12,8 12,3 13,1 18,9 13,8 23,4 12,6 11,8 20,9 12,2 9,6 8,6 10,5 13,4 14,0
291,6 288,0 288,7 294,2 304,7 283,7 299,1 308,4 299,6 302,1 309,3 305,4 308,1 297,0 312,1
95,4 92,2 96,5 92,9 101,3 94,3 93,4 91,4 92,1 90,9 92,4 90,1 93,5 96,0 93,1
399,8 392,6 398,3 406,0 419,8 401,4 405,1 411,6 416,2 405,2 411,3 437,5 461,8 410,7 428,5
15,8 19,9 22,2 24,1 16,5 23,1 15,7 13,1 14,0 13,6 9,6 2,9 11,5 15,7 15,8
2,41 2,22 1,93 0,98 0,33 0,26 0,32 0,49 0,66 0,71 0,75 0,88 1,01 1,84 2,93
1.450,0 1 450,0 1.450,0 1.450,0 1.450,0 1.400,0 1.350,0 1.300,0 1.300,0 1.300,0 1.300,0 1.300,0 1.300,0 1.300,0 1.300,0
huid ge : 2 pCt. sedert 26 October 1939. Discontoreut e { vorige : 3 pC . sedert 28 September 1939. (1)Excl. de biljetten uitgegeven als tegenwaarde van het goud. (2) Gemiddelde der eerste 45 staten. - Gemiddelde der laatste 7 staten : 1.131. (3) Rubriek aangelegd om rekening « Europese Samenvatting » bij te houden.
- 254 ---
33,4 49,7 4,3 7,3
86
Nederlandsche Bank (millioenen gulden)
Buitenlandse b ta 1 jiárrellen
Schatkistpapier, 'door de Bank overgen. v.d.Staat dr Neder'. ingevolge overeenk. re 26-2-1947
Belevingen op effecten, deren en celen
Boekvordering op de Staat der Nederlanden ingevolge overeenkomst 26-2-1947.
Rekening-courant saldo's Bankbiljetten in omloop
Oude . uitulfuitgiften
geblokk. saldo's
Nieuwe
.
e
1947 '8 Septemb. 6 October. 10 Novemb. 8 Decemb. 1948 5 Januari 9 Februari '8 Maart . 5 April 10 Mei 7 Juni 5 Juli 9 Augustus 7 Septemb. 4 October 8 Novemb
502 502 504 608 608 581 551 481 482 482 482 482 455 455 451
-----2,0 2,0 ------19,0 ----
-(1)2.086
4.436 888
122,1 135,9
15,5 6,8
160 157
150 160 180 182 173 246 267 269 327 329 316 323 304 332 338
246,1 184,6 103,6 78,8 67,7 109,8 102,0 166,1 118,6 152,2 139,6 140,5 156,6 103,3 128,5
4,8 5,0 5,1 5,0 5,1 4,9 5,1 5,4 5,6 5.8 5,8 5,7 5,8 5,4 5,9
153 156 147 148 151 149 164 147 148 149 151 144 148 147 142
Discontorente
8§§ §§§ §§§§§§ §§§§
708 545
2.100 2.100 2.100 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000 1.800 1.800 1.800. 1.800 1.800 1.800 1.800
el
g
.. .j
2.,,,. ,,
á2
• 0,4
1946 Jaargemidd. 1947 Jaargemidd.
aftijks Schat.
Particulieren
278 147
2.307 2.781
126 125 125 125 125 125 124 124 123 121 120 118 117 115 113
2.832 2.857 2.869 2.918 3.006 2.922 2.934 2.932 2.919 2.943 2.991 3.020 3.064 3 077 3.047
230 40 59
1081.460 19 892
620 830
693 40 484 44 39 472 41 484 514 42 462 36 480 29 500 30 483 26 26 578 505 22 24(2)546 22(2)620 23(2)687 20(2)784
33 39 62 141 51 74 42 109 98 52 45 39 42 68 80
andere saldo's
Papier op het buitenland
Correspondenten in het buitenland
speciale rekening
Binnenlandse wissels, promessen, enz.
9.0PI119 ^ I oispun
DATUM
Gouden munt en gouden muntmatefiaal
---------, ----. ----
877 985 913 781 716 947 987 880 709 736
720 685 527 393 324
( huidige : 2 1/2 pet. sedert 27 J11111 1941. vorige : 3 pCt. sedert 29 Augustus 1939.
(1) Gemiddelde der' laatste 43 weekstaten.
(2) Van 9 Augustus 1948 af omvat deze rubriek de bedragen ontvangen van de « Economie
Cooperatlon Administration
zegge fl, 110,7 millioen, op datum van 4 October 1948.
Banque Nationale Suisse (millioenen Zwitserse franken)
ruvrtna
Goudvoorraad
Beschikbare tegoeden in het buitenland kunnende dienen tot dekking
Binnenlandse wissels
Voorschotten op onderpand
Binnenlandse cm.respondenten
tten Bankbilje in omloop
Andere zicht-
verbintenissen
. .
Deldángspercentage
.
.
1946 Jaargemiddelde. 1947 Jaargemiddelde.
4.817 5.130
171,6 113,4
55,7 51,9
36,7 59,7
11,1 18,8
3.840 3.950
1.225 1.198
102,54 101,87
1947 6 September 7 October 7 November 6 December 1948 7 Januari 7 Februari
5.271 5.352 5.338 5.242 5.283 5.603 5.822 5.824 5.665
69,6 62,2 57,7 118,6 63,4 134,9 102,4 72,7 88.7
61,4 62,9 78,7 127,8 153,5 150,8 112,5 134,9 242,1
108,2
174, -
129,7 132,2 150,7 189,9 195,9
178,5 142,4 75,8 94,2 80,1
11,6 13,6 14,9 16,1 20,8 9,5 11,5 13,4 14,9 9,6 14,9 11,10,6 10,4 12,1
3.981 4.067 4.133 4.148 4.232 4.071 4.100 4.107 4.126 4.090 4.154 4.165 . 4.205 4.258
1.216 1.202 1.139 1.167 1.196 1.267 1.187 1.228 1.385 1.354 1.421 1.278 1.241 1.341
102,75 102,75 102,35 100,86 98,50
5.874 5.660
65,8 54,0 64,3 79,9 173;7 62,7 68,8 78,5 85,2 62,9 59,5 48,8 47,8 40,7 50,8
• 104,90 106,11 105,81
4.262
1.361
105,82
6 Maart 7 April 7 Mei 7 Juni 7 Juli 7 Augustus 7September 7 October 8 November.-
5.577 5.828 5.753 5.755
Edscontorente
( hu idige: 1 1/2 pCt. sedert 28 November 1936. vorige: 2 pCt. sedert 9 September 1936.
- 255 -
107,49 108,28 106,77 104,80 108,21
103,84
86
Federal Reserve Ranks (millioenen 8) Reserves van goudcertificaten DATUM
Andere reserves
Fonds tot wederinkoop van biljetten (F. R. N.)
Goudcertificaten
Totaal
Nationae l overheidsfondsen
Bankbiljetten in omloop (Federal Reserve Notes)
Deposito's (aangesloten banken, Schatkist, enz.)
Dekkingspercentage
1946 Jaargemiddelde 1947 Jaargemiddelde
17.344 19.313
773 724
18.117 20.037
297 275
23.213 22.284
24.328 24.356
17.558
18.310
46,9
1947 10 September 8 October 5 November 10 December 1948 7 Januari 4 Februari 10 Maart .. 7 April 5 Mei 9 Juni 7 Juli 4 Augustus 8 September ..
19.892 20.160 20.413 20.767 20.810 21.008 21.189 21.249 21.292 21.465 21.692 21.792 21.913
700 695 680 684 695 692 637 637 627 621 616 613 619
22.042 22.355 22.119 21.985 21.683 20.523 20 678 20.477 20.251 20.349 21.535 21.378 21.240
50,7
22.623
24.650 24.533 24.543 24.761 24.651 24.148 23.991 23.787 23.667 23.722 23.960 23.807 24.128
48,1
633
238 246 259 252 303 372 355 333 298 255 224 272 232
18.135 18.888 18.936 19.057 19.074 18.675 19.072 19.039 18.957 19.126 20.303 20.317
21.990
20.592 20.845 21.092 21.451 21.505 21.700 21.826 21.886 21.919 22.086 22.308 22.405 22.532
22.195
252
23.143
24.077
51,0 49,1
630
22.825
20.020 22.046
251
23.144
24.182
22.413
49,0
6 October 10 November
43,3
48,0 48,5 49,0 49,2 60,7 51,1 51,4 61,6 50,4 60,8
Discontorente (huidige : 1,50 pCt. sedert 13 Augustus 1948. vorige : 1.25 pCt. sedert 12 Januari 1948.
Sveriges Riksbank (millioenen Kr.)
1947 September October November December 1948 Januari ' Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November
401
733 321 254 2.150
67 137
466
835 86
204 223 222 232 229 223 213 213 205 188 178 178 178 177 178
129 141 141 147 145 141 135 135 130 119 113 113 113 112 113
234 89 85 127 116 111 141 111 99 60 150 51 100 99 128
441 480 531 510 497 466 407 320 310 320 335 349 361 267 331
93 93 93 -
2.362 2.589 2.564 2.747 2.520 2.685 2.534 2.795 2.947 3.065 2.859 3.095 2.983 3.132 3.115
Discontorente
(
457 455 448 438 466 457 493 490 491 486 520
616 777 805 890 887
Totaal emissierel
Diverse passi
Totaal
Handelsbanken
Bankbiljett in omloop
Zweedse Sta, fondsen en ob14 Wissels betaalbi Zweden en voor ten in rekening-n Vreemde Sta, fondsen, wissels 1 baar in het buit en opvraagbaar bij vreemde ba en bankier Fondsen tor b( king van de der Staatasch
Meerwaard
van goud
1.020
ner4rresodsp orapriv
1947 Jaargemiddelde .. .
uo acquogal
1946 Jaargemiddelde
.!101? 0$310Ayi
pus.uooapnoo
TIJDVAK (jaargemiddelde of einde maand)
van de metaal, voorraad tot de biljettencircul. van de metaalvoorraad tot het emizsierecht
Verhouding in pet. (3)
Rekening-courantsaldi
2.556 2.660
872 559
100 133
107 1.079 72 764
2.959 527 3.066
67,90 58,83 24,61 21,35
2.664
670 558 567 631 614 634 632 634 602 732 645 595 816 636 721
62 218 233 197 89 191 24 79 253 44 44 149 25 133 172
73 61 65 72 73 106 79 92 81 89 75 69 83 107 83
549 533 507 434 454 452 455 466 507 584 704
3.187 3.227 3.225 3.257 3.247 3.229 3.197 3.194 3.169 3.114 3.200
813
925 3.200
12,51 13,50 13,43 13,08 13,67 13,33 12,76 12,44 12,23 10,87 10,46
724 876 976
932 3.200 866 3.200 851 3.200
10,07 9,87 9,93
2.694 2.702 2.895 2.734 2.736 2.730 2.791 2.734 2.824 2.784 2.824 2.884 2.935 2.924
705 837 865 9 776 931 735 805 936 865 764
10,28
10,53 11,27 11,24 11,82 11,51 11,29 10,90 10,87 10,55 9,88
9,10 9,08 9,08 9,05 9,07
huidige : 2 1/2 pet. sedert 9 Februari 1945. vorige : 3 pCt. sedert 29 Mei 1941.
(1) De metaaldekking bestaat uit het gehele goudbezit onverschillig of het in Zweden of in het buitenland berust. (2) De emissiecijfer is vastgesteld op de metaaldekking plus een bijkomende dekking gevormd door sommige activaposten. In geval deze bijkomende dekking het cijfer van de gouddekking vermeerderd met 350 millioen te boven gaat, wordt de dekking vastgesteld op het dubbel van de gouddekking plus 350 millioen. Dit bedrag werd gebracht op 1.400 millioen met ingang van de maandstaat van Maart 1947 en op 2.500 millioen niet ingang van deze van Juni 1947; met ingang van de staat van Juli 1948 is het recht van uitgifte vastgesteld op maximum 3.200 millioen (wet nr 248 van 28 Mei 1948). De metaaldekking wordt geraamd op basis van de goudprijs van de dag. (3) Voor het berekenen der verhoudingen wordt de metaaldekking geraamd op basis van de goudprijs van de dag. (4) Vóór December 1946 : Regularisatierekeningen voor het goud en de deviezen
Discontovoet der voornaamste circulatiebanken (per 30 November 1948) Sedert
Sedert
Pet België Bulgarije Denemarken
27 Juli 1948
Duitsland
28 Juni 1948 6 Februari 1948
Finland Frankrijk Griekenland Groot-Brittannië Hongarije Italië Joegoslavië
28 Augustus 1947 16 Januari 1946
30 September 1948 12 Juli 1948 28 October 1939
1 November 1947 6 September 1947 1 Januari 1947
11
Pet-
3,50 (1) 3,50 3,50
Nederland Noorwegen Oostenrijk
27 Juni 1941 9 Januari 1948 3 Juli 1945
3,
Portugal Roemenië Spanje Tsjechoslowakije .
27 October 1947
4,50
28 October 1945
2,50
5,7,25 -
12,2, -
5,5,50 (2) 1,- á 3,-.
Turkije Verenigde Staten (Federal Reserve Bank of New-York) Zweden Zwitserland
12 Januari 1944 25 Maart 1948
1 Juli 1938 13 Augustus 1948 9 Februari 1945 28 November 1936
(1)Disconto der bij een bank gedomicilieerde accepten en . warrants. Voor de andere discontovoeten, zie tabel 2. (2) De discontorente verschilt volgens de categorie debiteuren. (3)Landbouwdisconto 3 pet.
52 :,1 50 (3) 3.50 2,50
4,-
1,50 2,60 1,60
III - BANK VOOR INTERNATIONALE BETALINGEN, TE BAZEL Staten in duizenden Zwitserse goudfranken [eenheden van 0,29032258... g. fijn goud (art. 5 der statuten)]
II 31 October 1948
30 September 1948
87 30 November 1948
ACTIVA °/e I. Gouden baren en -munten
29.935
5,2
41.671
6,8
15.865
2,5
500
0,1
502
0,1
496
0,1
4.916 12.973
0,9 2,2
4.994 10.123
3,9 0,2
23.135
17.889 V. Rentegevende termijngelden : 1. Op ten hoogste 3 maanden 2. Van 3 tot 6 maanden
22.742 1.076
• 2. Andere wissels en diverse beleggingen : a) Op ten hoogste 3 maanden b) Van 3 tot 6 maanden c) Met meer dan één jaar looptijd
1,7
7.999 8.698
3,8 0,5
26.038 3.096
0,8
3.096
1,2 1,3 16.697
15.117
4,1 0,5
29.132
26.231
23.818 VI. Effecten en diverse beleggingen : 1. Schatkistpapier • a) Op ten hoogste 3 maanden b) Van 3 tot 6 maanden c) Van 8 tot 9 maanden
20,9
114.667
III. Rentegevende call-gelden IV. Herdiscontopapier : 1. Handelswissels en bankaccepten 2. Schatkistpapier
134.011
19,8
114.904
II. Kasmiddelen : In de Bank en in rekening-courant bij andere banken.
% 18,8
27.607 • 12.694
4,8 2,2
31.031 27.613 2.622
5,1 4,5 0,4
30.305 27.570 2.833
4,7 4,3 0,4
41.237
7,1 2,1
37.634 1.507 12.097
6,2 0,3 2,0
72 431
12.223
11,3 0,2 1,9
297.201
51,3
297.201
297.201
48,8
46,3
1.377
0,2
977
0,2
2.124
0,3
579.385
100,0
608.770
100,0
642.299
100,0
125.000
20,5
125.000
19,4
19.870
3,1
VIII. Andere activa
Totaal activa .. .
146.773
112.404
93.761 VII. In Duitsland belegde middelen : krachtens de overeenkomsten van Den Haag van 1930
1.511 12.123
PASSIVA I. Kapitaal : Geautoriseerd en geëmitteerd kapitaal : 200.000 aandelen van 2.500 Zwitserse goudfranken ieder Aandelen met 25 pet. volgestort II. Reserves : 1. Wettelijke reserve 2. Algemeen reservefonds
500.000
500.000 125.000
21,6
6.527 13.343
6.527 13.343 19.870
III. Kortlopende en dadelijk opvraagbare deposito's : (diverse munten) 1. Circulatiebanken voor eigen rekening : a) Van 3 tot 6 maanden b) Op ten hoogste 3 maanden c) Dadelijk opvraagbaar
3,4
8,4 5,8
48.789 33.643
3. Andere deposanten : a) Op ten hoogste 3 maanden b) Dadelijk opvraagbaar
821
0,1
0,1
826
V. Langlopende deposito's ontvangen krachtens de overeenkomsten van Den Haag van 1930 : 1. Deposito's op de Trustrekening der Annuiteiten 2. Deposito der Duitse regering VI. Fonds voor eventuële lasten en diverse posten
Totaal passiva . Herdiscontopapier met rugtekening verstrekte waarborgen
van
de
Bank
0,1
152.606 76.303
0,1
0,0
88 480
0,1 0,5 3,0
3.214
19.157 22.371
15.994
16.994
139.557
568
0,5 2,1
3" 214
12.780
2,4 12,5 6,9
558
0,1
0,0
89 476
15.182 80.223 44.152 --
565
0,6 2,4
3.213 13.781
2,5 10,2 5,8
15.163 61.857
36.479
518 IV. Kortlopende en dadelijk opvraagbare deposito's (goud) : I. Op ten hoogste 3 maanden 2. Dadelijk opvraagbaar
3,3
112.499
0, 0
88 430
6.627 13.343 19.870
82.413 2. Circulatiebanken voor rekening van andere deposanten : a) Dadelijk opvraagbaar
500.000 -
162.606 76.303
152.606 76.303 228.909 104.860
39,5 18,1
228.909 105.107
37,6 17,3
228.909 105.466
35,6 16,4
579.385
100,0
608.770
100,0
642.299
100,0
en 6.142
7.690
4.142
Nota : In deze staten zijn niet inbegrepen liet earmarked goud van Circulatiebanken en de fondsen aangehouden voor de Dienst der Internationale Leningen, waarvan de Bank voor Internationale Betalingen mandataris, trustee of fiscaal agent Is.
- 257 -
INHOUDSTAFEL (De gegevens vergezeld van het letterteken « v
zijn als voorlopig te beschouwen)
DOORLOPENDE MAAND STATISTIEKEN Tab.
Tab.
GELDMARKT
I — Rentetarief voor disconto en beleningen
2
Il — Rentestanden voor bankdeposito's en tegoed ter Algemene Spaaren Lijfrentekas
4
VALUTAMARKT EN MARKT DER EDELE METALEN I — Notering der edele metalen II — Officiële wisselkoersen
PRODUCTI E I — Steenkolenmijnen en metaalbedrijven 55 56 1I Textielnijverheid 56 III — Diverse producties 58 IV — Electriciteit 59 V — Gas VERBRUIK I- Verbruiksindexcijfers II — Tabakverbruik III — Slachtingen in de 12
9 10
KAPITAALMARKT
voornaamste
slachthuizen van het land
67
VERVOER
I — Noteringen van enkele overheids14 fondsen II — Maandindexcijfers der noteringen ter Beurze van Brussel en Antwerpen 15 15 III — Omzetten ter Beurze van Brussel IV — Notering en rendement van de voor16 naamste obligatietypen V — Emissies van de Belgische en Congolese nijverheids- en handelsvennootschappen 17 Retrospectief overzicht Detail der emissies : October 1948 Ingedeeld naar de, belangrijkheid van het kapitaal VI — Leningen uitgegeven door de Over18 heid VII — Bankoperaties van het Gemeente19 krediet 20 VIII — Hypotheekinschrijvingen
I- Bedrijvigheid van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen a) bedrijfsontvangsten en -uitgaven b) wagens aan de nijverheid geleverd c) verkeer 1° algemeen spoorverkeer
70
2° zware goederen :
A) gezamenlijk verkeer B) binnenlands verkeer I I — Bedrijvigheid van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen III — Havenverkeer a) Antwerpen b) Gent IV — Algemene beweging der binnenscheepvaart
70
71
72
BUITENLANDSE HANDEL Samenvatting aangenomen door de over75 eenkomst van Brussel
RIJKSFINANCIEN 26 I — Opbrengst van de belastingen II — kwartaalstaat van het Fonds tot Del27 ging der Staatsschuld INKOMEN EN SPAREN I — Rendement der Belgische naamloze vennootschappen 30 Betaalbaar gestelde dividenden en obligatiecoupons : October 1948 Retrospectief overzicht 31 II — Algemene Spaar- en Lijfrentekas a) Inlagen op particuliere spaarboekjes b) Stortingen ingeschreven op de rekeningen der aangeslotenen bij de Lijfrentekas
WERKLOOSHEID I — Gehele en gedeeltelijke werkloosheid 81 II — Indeling der gecontroleerde werk81 lozen per provincie III — Indeling der ingeschreven geheel 81 werklozen naar beroepsgroep BANKSTATISTIEKEN
LOOP DER ZAKEN I — Verrekenkamers a) Debetverrichtingen b) Detailgegevens over het verloop der verrekeningen te Brussel II — Postchèque- en giroverkeer
65 66
35
I- België en Belgisch-Congo : Nationale Bank van België : 85 Weekstaten Banque du Congo Belge : 85 Maandstaten II — Buitenlandse emissiebanken : 86 Staten Banque de France Bank of England Nederlandsche Bank Banque Nationale Suisse Federal Reserve Banks Sveriges Riksbank Discontovoet van de voornaamste circulatiebanken
I 1 I — Bank voor Internationale Betalingen, 36
— 258 —
te Bazel
87
Abonnementsprijs per jaargang
{ fr 250 voor België. , r 300 voor het buitenland.
De betaling moet vooraf geschieden door overmaking op postgironummer 500 der Nationale Bank van België, Lf op de lil haar boeken geopende rekening-courant onder de rubriek « Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting o. De abonnenten worden. verzocht op te geven welke uitgave rij wensen te ontvangen : de Nederlandse of de Franse.
— Voorh DrunkerlIgut. — T H . DEWAR1CHET J., M., G. en L. Dewarlchet, — broeders en zusters, maatsch. onder één firma 16, Wilde-Woudstraat, 16 BRUSSEL '25479