NATIONALE BANK VAN BELGIE
TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS
Departement Studiën
XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 5
November 1967
Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank.
INHOUD : Overzicht van de economische en financiële toestand van België — De begrotingen van 1967 en 1968 — Literatuur in verband' met de economische en financiële problemen van België — Economische wetStatistieken. geving —
OVERZICHT VAN DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE TOESTAND VAN BELGIE De conjunctuur kende een hoogtepunt in het eerste halfjaar van 1964; daarna traden tekenen van ontspanning aan het licht die, na een voorbijgaande toeneming van de spanningen, in 1966 bevestigd en in 1967 sterker werden. • • De balans van het lopend verkeer met het buitenland-, die in 1966 een tekort vertoonde, is positief geworden, niet zozeer door de ontwikkeling van de uitvoer, die matig was, dan wel dank zij een stagnatie van de invoer, inzonderheid van. produktiégoederen. De. stilstand van de aangroei naar waarde van de invoer van produktiegoederen moet ten dele Werden 'toe-. geselreven aan prijsverschijnselen, maar hij • vloeit' -ook voort- uit de stabilisatie van de leve: ringen 'naar vo lume, hetgeen wijst Op een- -verzwak-te-conjunctuur. 'Meer algeineen beSchouwd,- betekenen • de overschotten op- de lOpende transacties met-het buitenland dat het verloop van de -binnènlaridse vraag .•in de loop van de jongste maanden--ten achter bleef op dat van het nationale produkt. Het particulier verbruik en de woningbouw lijken nog slechts in tamelijk. geringe mate te stijgen, althans wanneer zij in vaste prijzen worden uitgedrukt; de investeringen in vast kapitaal in de nijverheid, rekening houdend
met de seizoenfactoren die ze beïnvloeden, waren gedurende het eerste halfjaar nog hoog, maar vertoonden daarna een neiging tot vermindering. De 'consumptieve vraag vanwege de overheid en, meer nog, de relatieve waarde van de openbare investeringen vertonen daarentegen een- - krachtige expansie. In totaal lijkt het nationale produkt voort te stijgen in een tempo dat dicht bij dat van 1966 ligt, of dat misschien iets lager is. Dit resultaat werd evenwel slechts verkregen dank zij de steun van een overvloedige landbouwproduktie, .de 'uitbreiding van de werken van burgerlijke bouwkunde en de structurele expansie van de dienstensector; de gezamenlijke industriële produktie daarentegen komt vrijwel niet uit boen het peil van vorig jaar: — --Ei'kWamen ook tekenen van ontspanning -tot uiting :op de arbeidsmarkt; hoewel- de • i∎;-ei.kloosheici .matig bleef, is er een duidelijke toe- neming merkbaar en de loonstijgbig kende een •• -trager verloop. De groothandèlsprijzen van de nijverbeidSprodukten gingen naár.:Onilaag onder de invloed van de prijzen. der ingevoerde produkten", terwijl de prijzen van de Inheem- se produkten: in totaal stabiel hleven;lieewel zich in sommige sectoren en in bepaalde produktie-
-
- 534 stadia een achteruitgang heeft voorgedaan. Het stijgingstempo van de kleinhandelsprijzen was matig. Het feit dat de binnenlandse vraag in haar geheel beschouwd minder afgetekend is toegenomen dan het inkomen leidde tot de vorming van aanzienlijke financiële activa, vooral in een niet-monetaire vorm. Afgezien van sommige tijdelijke inkrimpingen waren de financiële markten ruim voorzien. Het expansietempo van het krediet aan de bedrijven, dat nog op een hoog peil stond in het eerste halfjaar, vertraagde daarna en de Staat kon zijn - nochtans toegenomen - financieringsbehoeften op de binnenlandse markt dekken. . Op de geldmarkt dalen de rentepercentages, maar er tekent zich geen enkele duidelijke beweging af van de tarieven op lange termijn. Betrekkingen met het buitenland. De lopende transacties van de betalingsbalans van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie hadden in 1966 een tekort gelaten van fr. 4,8 miljard, waarvan fr. 2,6 miljard voor de eerste tien maanden van het jaar. Van januari tot oktober 1967 was er een overschot van fr. 9,5 miljard. Deze ommekeer moet vrijwel uitsluitend worden toegeschreven aan de verbetering van liet saldo van de uitvoer en invoer van goederen; het structureel tekort op deze transacties is van de ene periode tot de andere vermin-
derd met fr. 10,3 miljard wanneer men de betalingsstatistieken als basis neemt en met fr. 12,3 miljard wanneer men op de douanestatistieken steunt; de uitwerking van een vertraagde groei der uitvoerontvangsten werd immers meer dan volledig gecompenseerd door die van de stabilisatie van de invoer. Het expansietempo van de uitvoer, dat reeds in 1966 de uitwerking onderging van de evolutie van de economische toestand in de Duitse Bondsrepubliek en in Nederland, is gedurende de eerste tien maanden van 1967 opnieuw gedaald. Men weet dat de uitvoer van de B.L.E.U. voor ongeveer de drie vierde van zijn waarde bestemd is voor de landen van de Europese Economische Gemeenschap, de Verenigde Staten en het Verenigd-Koninkrijk. (In 1966 : Nederland : 22 pct.; Duitse Bondsrepubliek : 21 pet.; Frankrijk : 16 pct.; Italië : 3 pct.; totaal van de Europese Economische Gemeenschap : 62 pct.; Verenigde Staten : 9 pct.; Verenigd-Koninkrijk : 5 pct.) De evolutie van de uitvoer moet derhalve in verband worden gebracht met die van de economische bedrijvigheid in deze verschillende landen, welke in 1967, in diverse mate, minder gunstig schijnt te zijn geweest dan in 1966. In de Duitse Bondsrepubliek is de industriële recessie, die in het tweede halfjaar van 1966 op de vertraging van de economische expansie volgde, in het eerste halfjaar van 1967 krachtiger geworden; de uitvoer van de
Tabel I.
Verandering van de indexcijfers van de industriële produktie (In pet., in vergelijking met de overeenstemmende periode van het voorafgaande jaar) Bronnen
België Nationaal Instituut voor de Statistiek; Duitse Bondsrepubliek J1 onatsberichte der Destachen Bundesbank; Nederland • Centraal Bureau voor de Statistiek; Frankrijk : 111, 8i ;tut National de le Sta listique el des Etudes Economiques; Italië : Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; Verenigde Staten : cderal Reserve Bulletin; Verenigd-Koninkrijk : Montl ly Digcst o Statistica. België
Duitse Bond , republiek
Italië
Verenigde St ten
Vere nigd. Koninkr ijk
+ 1,9
+ 4,5
+8,4 .. ..
-I- 2,7
+ + + +
+ + + +
8,2 8,5 7,0 4,5
+11,0 +14,0 +12,2 +10,1
+ + + +
9,1 9,5 9,5 8,2
+ 1,3 + 2,0 + 2,1 - 1,9
+ 5,7 + 4,1 +3,3
+ 4,6 + 0,8 +1,5
+10,6 + 9,2
+ 3,2 + 0,6 -1- 0,1
- 1,9 + 0,7 -1,4
+ 2,4
+ 7,3
+ 7,9
+11,6 1
+ 9,3
+ 2,0
- 4,3
+ 4,4
+ 2,4
+ 9,2 1
+ 1,3
- 0,9
+ 5,4
• 1966 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
- + 3,4 + 2,7 + 2,9 - 0,8
+ 3,1 "+ 2,9 + 1,1 - 1,2
1967 10 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal
-I- 1,5 + 1,3 - 1,9
- 4,7 - 5,8 - 2,2
1966 Eerste 9 maanden
-1- 2,9
1967 Eerste 9 maanden
+ 0,3
1 Eerste 8 maanden.
Frankrijk
+ 5,7.
+ 1,9
1965
Nederland
6,6 8,5 6,6 4,4
- 535 in dat land in 1956-1957, onderging een absolute vermindering in de loop van de eerste acht maanden van 1967.
B.L.E.U. naar dat land is gedurende de eerste acht maanden van 1967, in vergelijking met dezelfde periode van 1966, naar absolute waarde verminderd.
Ook in Frankrijk is het groeitempo van de industriële produktie in het tweede halfjaar van 1966 en het eerste halfjaar van 1967 gedaald, maar tot nu toe kwam deze vertraging van de activiteit niet op een merkbare wijze tot uiting in het verloop van de verkopen van de B.L.E.U. aan dit land, die steeds krachtig toenemen.
In Nederland is het groeitempo van de economische activiteit, dat reeds verminderd was van het ene halfjaar tot het andere in 1966, opnieuw gekrompen in 1967. • De uitvoer van de B.L.E.U., waarvan reeds was gebleken dat hij uiterst gevoelig was voor de veranderingen van de industriële produktie Tabel
Evolutie van de uitvoer van de B.L.E.U. per geografisch gebied (Groeipercentages, in vergelijking met de overeenstemmende periode van het voorafgaande jaar) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. VerenigdKoninitrijk
D M tee Bondsrepubliek
- erTederland
, .. Frankrijk
• .. Italië
ETotaal . -E,, (., .-'
. nigde Staten
1965
+20,3
+ 9,7
+ 9,7
+ 2,8
+12,8
+18,2
+10,9
+17,0
+14,2
1966 le halfjaar Eerste 8 maanden 2e halfjaar
+ 6,7 + 4,4 - 0,1
+10,1 +11,1
+ 5,9
+19,9 +20,1 +18,0
+ 1,9 - 0,5 + 6,7
+10,7 +10,1 + 6,7
+16,5 +14,1 + 6,5
+14,1 +11,3 - 3,6
+ 0,8 + 0,7 + 3,0
+ 8,9 + 8,1 + 5,2
1967 10 halfjaar Eerste 8 maanden
- 7,2 - 5,7
- 0,8 - 1,8
+18,2 +15,1
+37,5 +33,6
+ 3,8 + 2,9
+ 2,7 - 1,3
+ 2,6 -
+10,9 + 8,2
+ 5,3 + 3,7
in Italië bleef het groeitempo van de economische bedrijvigheid, dat in het tweede halfjaar van 1966 en het eerste halfjaar van 1967 in zeer geringe mate verminderde, op een zeer hoog niveau; deze zeer snelle toeneming van de binnenlandse produktie en van het binnenlandse inkomen ging gepaard met een opvallende groei van de invoer waaruit de B.L.E.U. in 1967 in ruime mate voordeel trok. In zijn geheel beschouwd is het groeitempo van de uitvoer van de B.L.E.U. naar de landen van de E.E.G. in de loop van de eerste acht
\ - ere-
Andere landen
9. Totaal ' o ' a "'
maanden van 1967, in vergelijking met dezelfde periode van 1966, verminderd, aangezien de absolute .inkrimping van de verkopen aan de Duitse Bondsrepubliek en aan Nederland en de lichte vermindering van het groeitempo der leveringen aan Frankrijk niet werden goedgemaakt door de aanzienlijke toeneming van de leveringen van Italië dat, structureel gezien, zoals hiervoor reeds werd gezegd, voor de uitvoer van de B.L.E.U. een relatief minder belangrijk afzetgebied vertegenwoordigt.
Tabel III.
Buitenlandse handel van de B.L.E.U. Bron : Nationaal Instituut voor dc Statistiek. Invoer
Uitvoer
- Handelsbalans '
Maandgemiddelden (Miljarden franken)
Groeipercentages vergeleken met de overeenstemmeMde voorafgaande periode • Invoer
Uitvoer.
27,1 29,9
26,6 28,5
- 0,5 - 1,4
+ 8,7 +10,3
+14,2 + 7,1
1966 1e halfjaar Eerste 10 maanden 2" halfjaar
29,5 29,6 30,3
28,3 28,1 28,6
- 1,2 -. 1,5 - 1,7
+12,6 +12,3
+ 8,9 + 8,1
+ 8,4
+ 5,2
1967 10 halfjaar Eerste 10 maanden
30,1 29,1
29,8 28,9
- 0,3 - 0,2
+ 2,1 - 1,6
+ 5,3 + 2,7
1965 1966
........................
- 536 Het verloop van de uitvoer naar het Verenigd-Koninkrijk en de Verenigde Staten is eveneens minder bevredigend; de tijdelijk minder gunstige conjunctuurtoestand van de Verenigde Staten tijdens de eerste maanden van het jaar gaf aanleiding tot een vermindering van de invoer van produkten uit de B.L.E.U., en de conjuncturele achteruitgang in het Verenigd-Koninkrijk was oorzaak van een stagnatie van de aankopen van BelgischLuxemburgse produkten door dat land. In zijn geheel beschouwd bereikte het groeitempo van de Belgisch-Luxemburgse uitvoer,
in vergelijking met de overeenkomstige periode van het jaar voordien, 2,7 pct. in de eerste tien maanden van 1967, tegen 8,1 pct. in dezelfde periode van 1966. De invoer is, steeds in vergelijking met de overeenstemmende periode van vorig jaar, in de eerste tien maanden van 1967 een weinig gedaald, terwijl hij in de loop van dezelfde periode . van 1966 met 12,3 pct. was toegenomen. Het verloop van de invoer gedurende •de eerste negen maanden van 1967 behelst een absolute vermindering van de invoer van pro-
Invoer van de B.L.E.U. Indeling volgens de aanw ending der produkten
Tabel IV.
(Miljarden f ranken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekvningen van de Nationale Bank van Produktiegoederen
Verbruiksgoederen
Kapitaalgoederen
Totaal I
1965
17,6
5,9
3,5
27,1
1966 1 0 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
19,4 19,9 19,0 20,7
5,9 6,1 6,0 6,4
3,6 4,0 4,0 4,4
28,9 30,0 29,1 31,6
1967 le kwartaal 2e kwartaal 3,3 kwartaal
19,1 19,4 16,6
6,3 6,8 6,0
4,1 4,5 3,7
29,5 30,7 26,3
• :llaandgemiddelden
Inel. geringe niet-gesplitste bedragen.
duktiegoederen, die ca. 65 pct. van de totale invoer van de B.L.E.U. vertegenwoordigt, en een nog vrij sterke toeneming van de invoer van verbruiksgoederen en van kapitaalgoederen. De vermindering van de invoer van produktiegoederen moet in grote mate worden toegeschreven aan prijsverschijnselen : de prijzen van de grondstoffen, die begin 1966 opwaarts waren gericht, zijn daarna teruggelopen en de achteruitgang is tegen het einde van de beschouwde periode duidelijker geworden: Deze ontwikkelingen.kwamen tot uiting in.het. indexcijfer van de gemiddelde. waarden per.eenheid bij de inVeer van produktiegoederen, dat,. op basis 1958 = 100, gedaald is van 101,3 in het derde kwartaal van 1966 tot 98,4 in het tweede kwartaal van 1967. Maar men neemt eveneens een stilstand waar van elke vooruitgang der aankopen naar volume gemeten én zelfs, in het eerste halfjaar, een absolute daling van hun bedrag in vergelijking met het peil dat in het eerste semester van 1966 werd
bereikt. Ongetwijfeld kan zulks ten dele worden verklaard door een correlatie van de bewegingen van de voorraden ,en van de prijzen : bepaalde bedrijven zouden begin 1966 grondstoffenvoorraden hebben aangelegd die zij Tabel V.
Invoer van produktiegoederen door de B.L.E.U. Indexcijfers van de gemiddelde waarden per eenheid en van het volume (Basis 1 9 . 58 = 100) •
.: Indexcijfers van de gemiddelde waarden per eenheid
1.966 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
99,7 101,8 101,3 101,2, ,
1967 le kwartaal 2e kwartaal
100,7 98,4
Indexcijfers van het volume
212,1 - 208,4 203,4 220,7 204,3 211,5
- 537 Binnenlandse vraag.
thans verminderen. Beschouwt men deze ontwikkeling evenwel op langere termijn, dan vormt de- stabiliteit van de invoer, naar volunie gemeten, een duidelijk contrast met zijn regelmatige expansie in de loop van de voorgaande jaren en een bevestiging van de aanwijzingen die uit de stilstand in de groei van de industriële produktie konden worden afgeleid. De uitvoerprijzen vertoonden tijdens de jongste maanden een lichte neiging tot daling, die evenwel zwakker was dan bij de invoerprijzen. De verbetering van de ruilvoet, waarvan het indexcijfer (basis 1958 = 100) in het tweede kwartaal 103,8 bereikte, tegen 99,8 voor het overeenstemmend kwartaal van 1966, heeft dus bijgedragen tot een duidelijke vermindering van het structureel tekort op de handelsbalans.
De ommekeer van de balans van het lopend verkeer betekent dat de binnenlandse vraag minder krachtig gestegen is dan het bruto nationale produkt. De expansie van de vraag was dus weinig markant. De zichtbare veranderingen van de verschillende bestanddelen van de binnenlandse vraag zijn niettemin zeer uiteenlopend.
Gegevens om de evolutie van de aankopen van verbruiksgoederen door de particulieren rechtstreeks te meten zijn niet beschikbaar; hun groeitempo schijnt in 1967 evenwel nog te zijn vertraagd. Die aankopen hangen inderdaad in ruime mate af van de loonmassa; nu hebben het ver-
Tabel VI.
Opgenomen bedragen van de bij hun oorsprong door de banken verleende kredieten ingedeeld volgens hun zichtbare economische bestemming Beweging tussen het begin en het einde van elke periode (Miljarden franken) Kredieten aan de bedrijven en particulieren Specifieke financieringen
Kredieten waarvan de zichtbare economische bestemming niet kon worden bepaald
Totaal
-
+ 9,6
+15,7
+ 1,5
+ 0,8
+ 5,4
+11,5
+ 1,3
+ 0,8
+ 2,3
+ 8,7
+15,9
+ 1,0
+ 1,3
+ 1,0
+12,1
+19,9
van investeringen in de nijverheid, de landbouw en het ambachtswezen
van het bouwbedrijf en de transacties in onroerende goederen
van de verkopen en leningen op afbetaling
van de invoer
1963
+ 3,5
+ 1,2
+ 1,4
1964
+ 3,2
+ 0,6
1965
+ 2,8
1966
+ 4,5
•
le halfjaar Eerste 9 maanden
.
+ 1,3 + 2,8
+ 0,4 + 0,7
+ 0,6 + 0,9
+ 0,2 - 0,8
+ 4,2 + 8,0
+ 6,7 +11,6
1967 le halfjaar . Eerste 9 maanden
.
+ 3,9 + 4,1
+ 1,2 + 1,3
+ 0,9 + 1,0
- 1,5 - 1,8
+ 7,3 +10,3
+11,8 +14,9
1966
loop van de werkgelegenheid en de matiging van de loonsverhogingen het groeitempo ervan ongetwijfeld geremd. Uit de indexcijfers van de verkopen voor het verbruik kunnen geen volledig afdoende besluiten worden getrokken ten gevo'_ge van de structurele hervormingen in de distributiesector. Zo de verkopen van voedingsprodukten niet zijn gedaald, schijnt de vraag naar textieprodukten en naar sommige duurzame ver-
bruiksgoederen, met uitzondering van autovoertuigen, te zijn verzwakt. De kredieten tot financiering van verkopen en leningen op afbetaling zijn in het eerste halfjaar met fr. 1,5 miljard toegenomen, terwijl zij tijdens het overeenstemmend halfjaar van 1966 slechts met fr. 0,8 miljard waren gestegen. In de banken alleen bedroeg de uitzetting van dit soort krediet fr. 1 miljard tijdens de eerste negen maanden van het lo-
- 538 eend jaar, tegen fr. 0,9 miljard tijdens de overeenstemm.ende maanden van 1966. Die kredieten dekken dus nog steeds een zeer kleine fractie van het particulier verbruik. In de woningbouw die, met de aankoop van courante verbruiksgoederen, een vorm van aanwending van de middelen der particulieren tot verwerving van reële goederen uitmaakt, blijft een krachtige bedrijvigheid heersen, hoewel er een duidelijke achteruitgang wordt waargenomen in vergelijking met de boom van 1964-1965; bovendien .schijnt de achteruitgang van de bouwvergunningen te wijzen op een vermindering van de vraag op dit gebied. Het groeitempo van de kredieten voor de bouw en voor de transacties' op onroerende goederen lijkt overigens te vertragen. Het opgenomen bedrag van de hiertoe bestemde kredieten die oorspronkelijk door de banken werden verleend, steeg sneller in de loop van de eerste negen maanden van 1967 dan tijdens de overeenstemmende periode van 1966, maar, naar het schijnt, vooral ingevolge de groeiende schuld, tegenover de banken, van de ondernemingen uit de bouwsector die gespecialiseerd zijn in de werken van burgerlijke bouwkunde. De kredieten voor de bouw en voor de transacties op onroerende goederen die oorspronkelijk door niet-geldscheppende instellingen werden verleend en die grotendeels overeenstemmen met de bedragen opgenomen in de tweede en de vijfde kolom van tabel VII, vertonen slechts een geringe expansie van de eerste negen maanden van 1966 tot de eerste negen maanden van 1967.
Bij de particulieren als een geheel beschouwd, schijnt een neiging te ontstaan om hun consumptie-uitgaven en hun investeringen in onroerende goederen niet tegen hetzelfde tempo te verhogen als hun inkomens. Zulks wordt bevestigd door de omvang van de vorming van financiële activa, waarvan hierna sprake is. Wat de investeringsuitgaven van, de bedrijveh betreft, brengen de halfjaarlijkse onderzoekingen van de Bank, voor het eerste halfjaar van 1967, een zekere stijging van de investeringen in vast kapitaal in de. industrie t.o.v. hun niveau in het eerste halfjaar van 1966 aan het licht. De niveaus die in de tweede helft van 1966 werden waargenomen, bleven echter niet gehandhaafd, maar in dit verband dient er rekening gehouden met de seizoenbeweging der investeringen, die steeds merkelijk groter zijn in de tweede helft van het jaar dan in de eerste. Bovendien omvatten de onderzoekingen van de Bank niet alle investeringen; zij verwaarlozen sommige sectoren zoals de chemische bedrijven en de voedingsbedrijven die belangrijke investeringen hebben gedaan. De invoer van kapitaalgoederen blijft vast. De overdrachten uit het buitenland voor de financiering van directe investeringen zijn niet verminderd. Het indexcijfer van de produktie van investeringsgoederen (trend-cyclische determinant), dat tot in maart opwaarts ging, is echter sedertdien gedaald. Deze tendenties worden, in hun geheel genomen, bevestigd door de evolutie van de investeringskredieten.
Tabel VII.
Kredieten bij hun oorsprong verleend door de niet-geldscheppende instellingen aan de bedrijven en particulieren Beweging tussen het begin en het einde van elke periode (Miljarden franken) Ere, ieten toegestaan door de openbare kredietinstellingen Bedrijfskredieten
Andere kredieten
1965
+
8,8
+
6,9
+ 15,7
1966
+ 18,9
+
1966 le halfjaar Eerste 9 maanden
+ 5,2 + 12,5
+ +
7,8 2,7 4,5
4-• 6,4 + 11,1
+ +
2,9 4,8
1967
le halfjaar Eerste 9 maanden
.
Totaal
Ere, ;eten toegestaan door de particuliere spaarkassen Landbouwkassen
Andere kassen
totaal
1,7
+
5,2
+
6,9
+ 26,7
+ +
2,1
+
5,6
+
7,7
+ 7,9 + 17,0
+ +
1,1 2,0
+ +
2,9 4,2
+ +
4,0 6,2
+ 9,3 + 15,9
+ +
0,9 2,0
+ +
2, 9 4,3
-f+
3, 8 6,3
- 539 —
De opgenomen bedragen van de investeringskredieten die specifiek als dusdanig werden opgetekend en die bij hun oorsprong door de banken werden verleend, zijn met fr. 3,9 miljard in het eerste halfjaar van 1967 gestegen, tegen fr. 1,3 miljard in het eerste halfjaar van 1966. Ook de expansie van de bedrijfskredieten verleend door de openbare kredietinstellingen, en die grotendeels aan de financiering van investeringen worden besteed, bedroeg fr. 6,4 miljard in het eerste halfjaar van 1967, tegen fr. 5,2 miljard in het eerste halfjaar van 1966. In hun geheel beschouwd kan men zeggen dat de investeringen in vast kapitaal zich in het eerste halfjaar van 1967 boven hun niveau van het overeenstemmend halfjaar van 1966 hebben gevestigd; dit betekent echter een gevoelige achteruitgang t.o.v. hun hoog niveau van het tweede halfjaar van 1966, dat ten dele door de reeds genoemde seizoenfactoren was beïnvloed. De beschikbare gegevens over de investeringsprogramma's voor het tweede halfjaar van 1967 en voor een langere periode laten vermoeden dat de investeringsneiging een zekere verzwakking vertoont voor de industrie in haar geheel. In het derde kwartaal steeg het opgenomen bedrag der investeringskredieten die specifiek als dusdanig werden opgetekend en die bij hun oorsprong door de banken werden verleend, met slechts fr. -0,2 miljard, tegen fr. 1,5 miljard in 1966. Voor het derde kwartaal ook bedroeg de expansie van de bedrijfskredieten verleend door de openbare kredietinstellingen fr. 4,7 miljard, tegen fr. 7,3 miljard in 1966. Het recente verloop van de voorraden kan betrekkelijk moeilijk worden gevolgd. De vermindering van de invoer van produktiegoederen wijst op een neerwaartse aanpassing van de voorraden van deze produkten; hetzelfde blijkt uit de evolutie van de opgenomen bedragen van de kredieten die oorspronkelijk door de banken werden verleend en die invoerverrichtingen financieren : deze kredieten daalden met fr. 1,8 miljard tijdens de eerste negen maanden van 1967. De noteringen van de ingevoerde grondstoffen vertonen trouwens in hun geheel, zoals hiervoor reeds werd onderstreept, een daling. Daarnaast wijzen de resultaten van de conjunctuuronderzoekingen op de vorming van aanzienlijke voorraden niet-verkochte afge-
werkte produkten tijdens de laatste maanden van 1966 en in het begin van 1967. Later zouden die voorraden afgewerkte produkten een neiging hebben vertoond om normale afmetingen aan te nemen en in de loop van de jongste maanden zijn zij waarschijnlijk verminderd. De evolutie van de voorraad niet-verkochte afgewerkte produkten kan, althans ten dele, de toeneming verklaren van de opgenomen bedragen der kredieten die door de banken werden verleend en waarvan de zichtbare economische bestemming niet kon worden bepaald. Deze bedragen stegen met fr. 4,2 miljard in het eerste halfjaar van 1966, met fr. 7,9 miljard in het tweede halfjaar van 1966 en met fr. 7,3 miljard in het eerste halfjaar van 1967, hetgeen, o.m. rekening houdend met de seizoenfactoren, betekent dat de expansie bijzonder afgetekend was tijdens deze laatste periode. Sedert juli lijkt de expanSie vertraagd te zijn.
In strijd met de bestanddelen van de binnenlandse vraag van de bedrijven en particulieren bleven de componenten van de vraag van de overheid krachtig toenemen. Dit kan, wat in hoofdzaak de centrale overheid betreft, worden belicht aan de hand van zekere gegevens verstrekt door de begrotingsdocumenten. De uitgaven voor overheidsconsumptie ( 1 ), voor 1967 geraamd op fr. 70,6 miljard, zouden hun peil van 1966 met 13,9 pct. overtreffen. Ter zake van de overheidsinvesteringen, maakte de Regering een aanvang met de uitvoering van een uitgebreid programma, zowel met een structureel als met een conjunctureel doel. In het kader van dit programma zijn de vastleggingskredieten ( 2 ) gestegen van fr. 37 miljard in 1966 tot fr. 41,2 miljard in 1967, de uitbetalingen ( 3 ) van fr. 29 miljard tot fr. 32,6 miljard. De eerste stijgen dus met 11,3 pct., de tweede met 12,4 pct. (1) Deze uitgaven stemmen overeen met het saldo van de rubriek « Lopende uitgaven en ontvangsten voor goederen en diensten » van de rekening der -lopende transacties van de centrale overheid, opgemaakt volgens het stelsel van de economische hergroepering van de begroting. (2) Vastleggingskredieten in de ruime betekenis, incl. het Wegenfonds maar excl. de financiële uitgaven (voorschotten en deelnemingen) die niet overeenstemmen met investeringen van de overheid. (3) In tegenstelling met de vastleggingen, omvatten de uitbetalingen niet de uitgaven van de Intercommunale E3 noch het aandeel van de Staat in de financiering van de investeringen van de lagere overheid.
— 540 --Gedurende de eerste negen maanden van 1967 bereikten de uitgaven voor overheidsinyesteringen fr. 21,4 miljard, tegen fr. 18,4 miljard in de loop van de eerste negen maanden van 1966, wat een stijging met 16,3 pct. vertegenwoordigt. Industriële produktie. Het indexcijfer van de industriële produktie van het Nationaal Instituut voor de Statistiek voor de eerste negen maanden van 1967 ligt nauwelijks hoger dan dat van dezelfde periode van 1966.
Volgens de periodieke onderzoekingen van de Bank is de aanwendingsgraad van het produktievermogen. in de fabrieksnijverheid gedaald van 82 pct. in oktober 1966 tot 78 pct. in oktober 1967. Bovendien, terwijl in mei 1964 slechts 83 pct. van de deelnemers de onvolledige .aanwending van hun produktievermogen toeschreven aan een ontoereikende vraag, steeg dit percentage, dat 66 pct. bereikte in oktober 1966, tot 79 pct. in oktober 1967. De verzwakking van cie industriële produktie heeft niet op dezelfde wijze de verschillende bedrijfstakken beïnvloed; zij was sterker voor
Tabel VIII.
Bedrijven die de onderbezetting van hun produktievermogen toeschrijven aan een ontoereikende vraag (In
pet. van het totaal) Mei
Oktober
Oktober
196.1
1966
1967
Llzer- en staalnijverheid
14
88
76
Metaalverwerkende nijverheid waarvan : Kapitaalgoederen Verbruiksgoederen
43
■
67 -
83
67 67
41
56
83 88
Textiel nijverheid
39
59
75
Papiernijverheid
n.b.
47
53
Ledernijverheid
60
54
88
floutverwerking
8
48
64
Glasfabrieken
14
94
77
Samen
33
66
79
Bouwmaterialen
23
70
69
1 liet betreft het gemiddelde van de antwoorden der deelnemers, gewogen om, in elke sector, rekening te bonden met de omvang van d bedrijven. n.b. Niet beschikbaar.
de produktie van intermediaire goederen en duurzame verbruiksgoederen dan voor investerings- en niet-duurzame verbruiksgoederen. In de sector van de energie werd de structurele achteruitgang van de steenkoblproduktie, in de loop van de eerste negen maanden van 1967, goedgemaakt door een verhoging van de aardolie- en el ektriciteitsproduktie met resp. 2,9 en 4,5 pct. De produktie van de aardolieraffinaderijen werd blijkbaar niet ernstig getroffen door de gebeurtenissen in het Midden-Oosten. - Dank zij een herleving van de vraag in de eerste maanden van het jaar en het in werking stellen van nieuwe capaciteiten heeft de ijzeren - staalnijverheid haar produktie in de eerste
negen maanden van 1967, in vergelijking met
de overeenstemmende periode van 1966, met 5,9 pct. verhoogd. In het derde kwartaal was de vraag minder krachtig. Eind september was de verzekerde activiteitsduur ongeveer •b dezelfde als bij het begin van het jaar. De achteruitgang van de bedrijvigheid in de non,ferrometaalindustrie moet vooral worden toegeschreven aan een gevoelige vermindering van de verwerking van koper en van de alumin umproduktie. In de metaalverwerkende nijverheid is de vraag verzwakt. De gezamenlijke produktie is niettemin een weinig toegenomen, ondanks een vermindering van het tewerkgestelde personeel. Het behoud van liet activiteitstempo op een
- 541 In- 1965 en 1966 vertoonde de expansie van de chemische nijverheid een zekere vertraging. Gedurende de eerste negen maanden van 1967 schijnt zij een nieuwe bloei te kennen : het indexcijfer van de produktie steeg met 5,3 pct.
hoger peil dan dat van de vraag gaf aanleiding tot een vermindering van de gemiddelde verzekerde duur van de produktie van 4,6 maanden bij liet einde van 1966 tot 4 maanden bij liet einde van de maand september 1967.
Verandering van de indexcijfers van de industriële produktie
Tabel 1X.
(In pct., in vergelijking met de overeenstemmende periode valt het voorafgaande jaar) Bron : Nationaal instituut voor de Matistiet.
lo halfjaar
2e halfjaar
1966 Eerste 9 maanden
-1-
3,0
-1-
4,5
+ 2,9 + 4,2 - 11,1 + 6,1 + 5,6 + 4,1 + 2,3 + 6,7
1966
1965 20 halfjaar
le halfjaar
otoot
c‘t
-1- 1,7 -1- 2,6 - 7,4 + 9,0 -I- 1,9 + 1,2 + 6,6 - 1,8 + 0,4 + 10,7 - 1,3 + 8,4 + 3,7
ot otot , ca Cp '3.1 coco
1 ±
Algemeen indexcijfer, de bouwnijverheid niet inbegrepen Fabrieksnijverheid alleen Steenkoolextractie Petroleumraffinaderijen Elektrische centrales Basismetaalnijverheid Metaalverwerkende nijverheid Chemische nijverheid, rubbernijverheid Textielnijverheid Kleding-, schoennijverheid Vcelingsnijverheid
c\/s.o
Houtindustrie Papierfabrieken
3,8
+
5,3
+ + + + +
0,9 5,0 0,4 8,1 7,5 6,4
+ +
2,4 4,6
+ +
7,1 5,9
+ +
7,7 6,6
+ +
-I-
- 10,7
+
+ +
7,3
6,6 8,8 6,9
-1- 0,3 + 0,4 - 5,9 + 2,9 + 4,5 + 1,9 + 1,3 + 5,3 - 10,9 - 3,2 + 4,3 + 5,1 + 2,5
1966 tot 1,9 maand bij het begin van 1967; daarna bleef hij op dit peil tot in de maand september. Daarentegen steeg de produktie van voedingsmiddelen in de eerste negen maanden van het lopende jaar met ongeveer 4 pct. Het bouwbedrijf omvat de rompwerken van gebouwen (al dan niet voor huisvesting bestemd) en de werken van burgerlijke bouwkunde. Uit deze laatste blijkt de aanzienlijke uitbreiding van de overheidsinvesteringen waarvan hiervoor sprake was. De verzekerde activiteitsduur is in 1967 dan ook toegenomen.
in vergelijking met de overeenstemmende periode van 1966. De uitbreiding van het produktievermogen duurde •voort. De conjuncturele vertraging had een duidelijke uitwerking op de textielnijverheid. De binnenlandse vraag en meer nog de buitenlandse vraag zijn verminderd. In haar geheel beschouwd daalde de produktie met bijna 11 pct. gedurende de eerste negen maanden van 1967, terwijl zij tijdens de tweede helft van 1966, in vergelijking met de overeenstemmende periode van het jaar voordien, nog met 2,1 pet. was toegenomen. De verzekerde activiteitsduur daalde van 2,8 maanden begin Tabel X.
+
0,9 1,8 - 12,4 + 8,9 + 6,0 - 2,0 + 4,7 + 5,9 --I- 2,1 +
1907 Eerste 0 maanden
Gemiddelde verzekerde activiteitsduur in de fabrieksnijverheid (Maandei.)
2,5
2,2
5,0
2,2
C1
1966 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
2,8 2,7,_ 2,5 2,3
2,1 2,0 2,1 2,0
4,6 4,6 4,8 4,7
2,7 2,4 2,0 1,8
1967 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal
1,9 1,8 1,9
2,1 2,1 2,1
4,4 4,2 4,0
2,4 2,2 1,9
1 \Wn. 1965, alleen de sector fabricage; vanaf 1965, de sector fabricage en die van de verwerking..
3,9
1,6
3,5
1,6 1,7 1,4 1,7
3,4 3,4 3,5 3,3
00NCO
1965
1,7
1-7 ri r1
2,7
.^t,
5,4
C-1-
2,7
CO,r3
2,6
Totaal
Ca-
1064
Ledernijverheid
1-1C0
IJzer- en staalnijverheid
Cr;
PapierMetaalverwerkende en kartonnijverheid nijverheid 1
Textielnijverheid
1,2 1,6 1,3
3,1 3,0 2,9
Houtindustrie
- 542 Tabel XI.
Verzekerde activiteitsduur in de bouwsector (Maanden) In reeks gebouwde woonhuizen
Individ uel e woonhuizen
7,8 ?8,9
3,4 3,1
1966
7,4
1966 1° kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1967 10 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal
1965
1
Flat gebouwen
Niett voor G ezamende huislijke vesting rein pbestemde werken gebouwen
ri g Ov w eerke ie,
Geheel ba rgerli 'lie boL,. kunde
Wegenbouw
waterwerken
van bur-
14,7 14,3 13,3
14,7 14,3 11,5
12,0 12,1 13,1
gerlijke bou wkunde
12,6 14,4
7,3 8,3
3,2
9,1 11,1 10,2
15,2
8,2
8,4 9,5 13,7
8,7 7,7 6,5 6,8
3,2 3,4 3,1 3,0
9,5 9,7 10,6 11,1
14,5 15,2 15,2 16,0
7,9 8,1 8,2 8,5
11,4 12,6 15,5 15,3
13,8 12,9 13,0 13,6
12,1 12,0 11,1 10,6
12,3 12,5 13,7 13,7
6,3 5,4 4,3
2,7 3,2 2,9
10,2 9,1 7,8
15,9 16,3 16,1
8,1 8,0 7,4
17,4 19,9 19,1
12,7 13,9 12,8
12,6 13,8 13,2
14,8 16,6 15,8
t De eerste regel cijfers heeft betrekking op het gemiddelde van do eerste 6 maanden van een vroegere statistische reeks ; de tweede, op het gemiddelde van de laatste 6 maanden van de nieuwe reeks.
Daarentegen is de verzekerde activiteitsduur inzake de rornpwerken van gebouwen verminderd, vooral voor de in reeks gebouwde huizen en de gebouwen met drie verdiepingen en meer; hij daalde in mindere mate voor de individuele woningen, en bleef op een hoog peil voor de gebouwen die niet voor huisvesting zijn bestemd. Werkgelegenheid. De evolutie van de economische bedrijvigheid en het in werking stellen van rationalisatieprogramma's waren oorzaak van het Tabel XII.
Bedrijven die de onderbezetting van hun produktievermogen toeschrijven aan een tekort aan vakbekwame arbeidskrachten I (In pct. van het totaal) Oktober 1965
IJzer- en staalnijverheid
-
Oktober 1966
0
0
20
8
Textielnijverheid
26
11
Papiernijverheid (fabricage)
21
0
Ledernijverheid
12
9
:Houtindustrie
19
5
Papiernijverheid (verwerking)
18
14
Samen
18
7
Metaalverwerkende verheid
Oktober 1967
nij-
3
1 Gemiddelde van de antwoordei der deelnemers aan de conjunc tuuronderzookingen, gewogen om, in elke sector, rekening t houden met de om vang van de bedrijven.
verdwijnen van de spanningen op de arbeidsmarkt. Het aantal bedrijven die de onvolledige aanwending van hun produktievermogen toeschrijven aan een tekort aan vakbekwame arbeidskrachten daalde van 18 pct. in oktober 1965 tot resp. 7 en 3 pct. op hetzelfde tijdstip van 1966 en 1967. De ontspanning op de arbeidsmarkt wordt bevestigd door het verloop van de vacante betrekkingen op het einde van de maand, die van een gemiddelde van 7.400 in de loop van liet derde kwartaal van 1966 tot 4.100 gedurende het derde kwartaal van 1967 verminderden. Het gemiddeld aantal in september 1967 ingeschreven arbeidsgeschikte werklozen bedroeg 55.300 eenheden, tegen 33.100 op de overeenkomstige datum van 1966. De volledige werkloosheid bereikte ongeveer 1,5 pct. van de totale actieve bevolking of 2,5 pct. van de personen onderworpen aan de sociale verzekering. In september 1966 beliepen die percentages resp. 1 en 1,5. De indienstneming van buitenlandse arbeiders verminderde eveneens. Gedurende de eerste negen maanden van het jaar verkregen 11.772 inwijkelingen een arbeidsvergunning, tegen 14.436 voor de overeenkomstige periode van 1966. De ontwikkeling van het aantal werkzoekenden vrijwillig ingeschreven in de plaatsingskantoren ( 1 ), bevestigt die van het cijfer der werklozen die een vergoeding ontvangen. (I) Deze Werkzoekenden omvatten o.m. de jonge lieden die pas de school verlieten, de vroegere onafhankelijke arbeiders, de werklozen die uitgesloten zijn van de werkloosheidsvergoeding en de buitenlandse arbeiders, die een betrekking zoeken, maar die niet aan de voorwaarden voldoen om de werkloosheidsvergoeding te ontvangen.
- 543 — Gedurende de eerste negen maanden neemt het aantal vrije werkzoekenden toe met 11,8 pet. tegenover dezelfde periode van 1966; de toeneming bereikt 12,9 pct. voor de werkzoekenden van minder dan 40 jaar.
van 1967 dan tijdens de overeenkomstige periode van 1966. Tenslotte neemt de snelheid van de loonstijging sedert het tweede kwartaal van 1967 duidelijk af. Het algemeen indexcijfer van de groothandelsprijzen vertoonde in de loop der jongste maanden een neiging tot dalen. Deze was aanzienlijk sterker voor de ingevoerde dan voor de inheemse produkten, en voor de landbouwprodukten dan voor de industriële produkten. Vanuit het oogpunt van de produktiestadia stelt men een duidelijke achteruitgang vast van de grondstoffenprijzen en een lichte daling van de prijzen der halfafgewerkte goederen ; terwijl de prijzen van de afgewerkte produkten stabiel werden. Hoewel de achteruitgang van het algemeen indexcijfer der groothandelsprijzen beperkt was en zich niet heeft uitgebreid tot de inheemse produkten in hun geheel beschouwd, werden er evenwel opmerkelijke dalingen waargenomen van sommige categorieën produkten, zoals de textielgoederen en de chemische produkten, terwijl de prijzen van de bouwmaterialen duidelijk opwaarts gericht bleven.
Sedert het einde van 1964 verwachten de deelnemers aan de maandelijkse conjunctuuronderzoekingen van de Bank dat zij tijdens de drie komende maanden per saldo personeel zullen moeten afdanken. De ongunstige vooruitzichten waren betrekkelijk talrijk in het laatste kwartaal van 1966 en in liet eerste kwartaal van 1967; sedert de maand mei zijn zij evenwel verminderd.
Prijzen, lonen, kosten. De groothandelsprijzen van de industriële produkten gingen neerwaarts, maar de klein' handelsprijzen blijven beïnvloed door stijgingen die met vertraging werden toegepast of die het gevolg waren van administratieve beslissingen. De landbouwprijzen, van hun kant, waren minder hoog in het eerste halfjaar Tabel XIII.
Percentage van de bedrijven die melding maken van een stijging, een daling of een ongewijzigde toestand van hun verkoopprijzen (In pct. van het totaal) 13oliwnijverheid Fabrieksnijverheid
2
Rompwerken van gebouwen Daling
Stijging
,,i °A lyg-d
1065 3e kwartaal 4e kwartaal
8 12
76 75
16 13
32 35
66 60
1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4 e kwartaal
28 14 8 9
67 78 82 79
5 8 10 12
45 45 33 31
52 51 62 62
1967 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal
10 5 4
78 81 83
12 14 13
33 32 25
59 63 72
Daling
t, Co
„•iiz () " g,gd e-
"3-1■C'J
Stijging
Werken van burgerlijke bouwkunde Stijging
'
u;Ongeijz , gd
Daling
14 20
77 71
9 9
19 31 21 17
70 59 71 72
11 10 8 11
18 16 .16
80 79 74
2 5 10
1 Gemiddelde van de antwoorden der deelnemers aan de conjunetuurond-rzoekingen gewogen om, in elke seet.or, rekening te houden me de omvang van de bedrijven. Excl. de bedrijven die bouwmaterialen produceren.
2
Deze evolutie wordt bevestigd door de antwoorden van de deelnemers aan de maandelijkse onderzoekingen van de Bank. In de ondervraagde bedrijven van de fabrieksnijverheid, met uitzondering van die welke bouwmaterialen voortbrengen, zijn de vermelde prijsdalingen talrijker geworden dan de prijsstijgingen. Daarentegen houden, eveneens vol-
gens de onderzoekingen, de prijsstijgingen aan in het bouwbedrijf. De opwaartse beweging van de kleinhandelsprijzen, die in het tweede halfjaar van 1966, o.m. ten gevolge van het prijsbeleid der Regering, aanmerkelijk was verzwakt, . is van maart tot mei van dit jaar opnieuw krachtiger geworden. Deze toeneming was voor het groot-
- 544 ste deel te wijten aan de verhogingen die ten gevolge van de regeringsmaatregelen waren uitgesteld. In de loop van de daaropvolgende maanden ging de hausse verder, maar in een trager tempo. Van december 1966 tot oktober 1967 zijn de prijzen der diensten, o.m. ten gevolge van de verhoging van sommige vervoertarieven, toegenomen met 10,1 pct.; de stijging van de prijzen van de niet voor de voeding bestemde produkten bedroeg 2,1 pct. en die van de voedingsprodukten 1,8 pct. Het algemene indexcijfer vermeerderde tijdens dezelfde periode met 2,7 pet., tegen 2,8 pet. in de loop van de overeenkomstige periode van 1966. De stijging van het indexcijfer gaf aanleiding tot een algemene aanpassing van de lonen en wedden, in maart, in de voornaamste bedrijven en, in juni, in de overheidsdiensten. Het groeitempo van de lonen vertoont niettemin een zekere vertraging. Tussen september 1966 en september 1967 steeg het door de Bank berekende indexcijfer van de gemiddelde bruto uurverdienste van de industrie- en -transportarbeiders met 6 pct., tegen 10 pct. tussen september 1965 en september 1966. Sedert december 1966 vermeerderde de uurverdienste met 3,5 pct., tegen 8,2 pct. in de loop van de overeenstemmende periode van 1966. Tabel XIV.
Het indexcijfer van het conventionele loon der arbeiders, vastgesteld door het Ministerie van Tewerktelling en Arbeid voor al de sectoren van de economische bedrijvigheid, vertoonde een nagenoeg gelijklopende; evolutie. Bovendien werden de sociale lasten te dragen door de werkgevers verhoogd. De kosten. per uur van de arbeidskrachten is dan ook gestegen in een tempo dat een weinig hoger lag dan dat van de verdienste per gewerkt uur. De vooruitgang van de produktiviteit, beïnvloed door de beperkte expansie van de vraag, kon de toeneming van die kosten niet goedmaken. In de fabrieksnijverheid lag het indexcijfer •van de kosten der arbeidskrachten per geproduceerde eenheid in het eerste en het • tweede halfjaar van 1966 resp. 1 en 5,1 pct. hoger dan het indexcijfer van de overeenstemmende semesters van 1965. In het eerste halfjaar van 1967 bedroeg het ongunstig verschil 5,6 pct. Monetaire en financiële ontwikkeling. Zoals hiervoor werd onderstreept, was de stijging van de uitgaven van de particulieren in de loop der jongste maanden niet evenredig met de toeneming van hun inkomens, zodat zij uitzonderlijk aanzienlijke financiële activa
Geldhoeveelheid, quasi monetaire liquiditeiten ondergebracht bij de banken en de spaarkassen Geldhoeveelheid
Chartaal
Giraal
gild
geld
Quasi monetaire liquiditeiten ondergebracht bij de banken
Termijn- Devip.DepoTotaal depo- zendepo- silosito's sito's boekjes
Totaal
:Magen bij de spaarkassen Spaarboekjes van particuli eren bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas
Spaarinlagen bij d e partieuliere spaarkassen
Algemeen . Totaal
tot aal
166,7 175,3 183,3 194,4 (r)
567,1 589,3 617,7 650,5 (1 )
(Miljarden franken)
1965 31 december . 1966 30 september . 31 december . 1907 30 september .
173,4 176,8 178,7 179,3
145,2' 145,6 161,0 164,2
318,6 322,4 339,7 343,5
35,4 40,5 40,5 48,7
4,4 5,1 5,7 6,9
42,0 81,8 46,0 91,6 48,5 94,7 57,0 112,6
112,2 115,2 120,3 124,7
54,5 60,1 63,0 69,7 (1 )
Veranderingen. in. miljarden franken t.o.v. liet einde van de voorafgaande periode
L966 Eerste 9 maand. 1.967 Eerste 9 maand.
+ 3,4 + 0,4 + 3,8 + 5,1 + 0,7 + 4,0 + 9,8 + 0,6 + 3,2 + 3,8 + 8,2 + 1,2 + 8,5 +17,9
196(5 Eerste 9 maand. 1967 Eerste 9 maand.
+ 2,0 + 0,3 + 1,2 +14,4 -1-15,9 + 9,5 +12,0 + 0,3 + 2,0,+ 1,1 +20,2 +21,1 +17,5 +18,9
+ 3,0 + 4,4
+ 5,6 + 6,7 (r)
+ 8,6 +11,1 (r)
+22,2 +32,8 (r)
Veranderingen in. pet. t.o.v. het einde van de voorafgaande periode
1
+ 2,7 + 10,3 + 3,7 + 10,6
(r) r)
Ramingen.
+
5,2
+ 6,1 (T)
+ 3,9 + 5,3 (r)
- 545 transacties op goederen en diensten en-op particuliere kapitalen met het buitenland. De omvang van dat overschot en de vorm die de financiële besparingen hebben aangenomen, hebben de liquiditeit van de financiële markten vergroot. De activa die de geldhoeveelheid, de quasi monetaire liquiditeiten bij de banken en de deposito's bij de spaarkassen uitmaken, stegen met fr. 32,8 miljard tijdens de eerste negen maanden van 1967, tegen een aangroei met
hebben gevormd; sommige bedrijven hebben insgelijks hun financiële activa vermeerderd, zoals blijkt uit de afgetekende aangroei van de termijndeposito's en van de deviezendeposito's. Het grootste deel van deze activa werd in België samengesteld in de vorm van tegoeden in geld, in quasi-geld of in effecten; hiertegenover stonden, enerzijds, schulden van de overheid en schulden van bedrijven tegenover de ingezetenen, anderzijds, het overschot van de Tabel XV.
Beweging van de quasi monetaire liquiditeiten van de bedrijven en particulieren 1966
1967 I (Eerste 9 maanden)
1966
1967 I (Eerste 9 maanden)
( In pet., in vergeli . hing met het bedrag bij het begin van het jaar)
(Miljarden franken)
Termijndeposito's in Belgische franken bij de banken Deviezendeposto's bij de banken Depositoboekjes bij de banken Spaarboekjes van particulieren bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas Spaarinlagen bij de particuliere spaarkassen Totaal
+ + +
5,1 0,7 4,0
-I+ +
8,2 1,2 8,5
+ 14,4 + 15,9 + 9,5
+20,2 +21,1 +17,5
+
3,0
+
4,4
+
+ 3,7
+
5,6
+
6,7r
+ 10,3
+10,6(r)
+
+10,4(r)
+ 18,4
+ 29,0r
2,7
7,4
r) Ramingen.
fr. 22,2 miljard tijdens de overeenstemmende maanden van 1966. In deze massa zelf kennen echter de geldhoeveelheid en de quasi monetaire liquiditeiten een contrasterend verloop. De quasi monetaire liquiditeiten vertoonden een zeer duidelijke stijging; zij vermeerderden in de eerste drie kwartalen met fr. 29 miljard, tegen fr. 18,4 miljard tijdens de overeenstemmende kwartalen van 1966. De beweging was bijzonder afgetekend bij de banken, waar zij zich heeft uitgebreid zowel tot de tegoeden, zoals de termijndeposito's en de deviezendeposito's, die meestal aan bedrijven en grote deponenten toebehoren, als tot de -- meer verspreide - depositoboekjes. Zij was minder groot bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas en bij de particuliere spaarkassen. De particulieren en de bedrijven hebben hun besparingen dus in ruime mate naar de financiële, maar niet-monetaire, activa georiënteerd, ten einde rendementspercentages te genieten, waarvan dikwijls wordt "aangenomen dat zij maxima hebben bereikt die misschien niet zullen gehandhaafd blijven. De grotere spreiding
van de bankagentschappen en de contacten die de banken met hun deponenten nemen, hebben insgelijks deze beweging aangemoedigd. Deze grotere voorkeur van het publiek voor het verwerven van niet-monetaire financiële activa heeft zich overigens ook uitgebreid tot minder liquide activa dan het quasi-geld : de netto-inschrijvingen op obligaties en kasbons uitgegeven door de particuliere sector en de overheidsinstellingen andere dan de Schatkist stegen van fr. 17,6 miljard in de eerste negen maanden van 1966 tot fr. 26,7 miljard in de overeenstemmende maanden van 1967 (' ). De netto-emissies van staatsobligaties daalden daarentegen van de ene periode tot de andere van fr. 17,7 miljard tot fr. 9,2 miljard; opgemerkt zij evenwel in dit verband dat de vergelijking hier werd vervalst door het feit dat de lening die de Schatkist gewoonlijk in de herfst uitgeeft, in 1966 in september plaatsvond en wel voor een bedrag van fr. 12,1 mil( 1 ) Bruto-uitgiften min de aflossingen en terugbetalingen. De inschrijvingen van de niet-ingezetenen en van de financiële instellingen mogen niet worden afgetrokken en zijn dus in het totaal begrepen,
- 546 jard, en in 1967, pas in de maand oktober, voor een bedrag van fr. 10 miljard. De expansie van de geldhoeveelheid was, zoals in 1966, voor de eerste negen maanden beperkt tot fr. 3,8 miljard in 1967. Redeneert men op basis van gemiddelde bedragen om te vermijden dat de topcijfers van de eindejaarsvervaldag als uitgangspunt worden genomen en om de weerslag te verminderen van de toevallige verschuiving in de tijd, van het ene jaar tot liet andere, van verrichtingen zoals de staatsleningen, die het peil van de geldhoeveelheid op gevoelige wijze beïnvloeden, clan constateert men, t.o.v. de overeenkomstige voorafgaande periode, tijdens de eerste negen maanden van het jaar, een verhoging van de geldhoeveelheid met 4,5 pct. in 1967, tegen 7 pct. in 1966. Zonder de toevallige verschuiving van de uitgifte van de herfstlening zou de afneming van de expansie van de geldhoeveelheid van de ene periode tot de andere duidelijker zijn geweest. De stijging van de geldhoeveelheid in 1967 was zeer waarschijnlijk kleiner dan die van het nationaal produkt tegen lopende prijzen; men stelt overigens vast dat de omloopsnelheid van de tegoeden in postrekening van 3,44, tijdens de eerste negen maanden van 1966, is gestegen tot 3,70 tijdens dezelfde maanden van 1967; die van de direct opvraagbare deposito's bij de banken bedroeg resp. 2,63 en 2,71. Bij de banken sloeg deze tendens evenwel om in het derde kwartaal.
De verlangzaming van de aangroei van de geldhoeveelheid heeft zich voorgedaan in weerwil van de invloed van twee belangrijke expansiefactoren. Tabel XVI.
Coëfficiënt van omloopsnelheid van de girale kasmiddelen ' Omloopsnelheid dor direct opeisbare bankdeposito's
tegoeden in postrekening
1962
2,23
2,89
1963
2,23
2,85
1964
2,46
3,08
1965
2,48
3,30
2,63 2,71
3,44 3,70
1966 Eerste 9 maanden 1967 Eerste 9 maanden
. .
\ oor de berekeningswijze VUT) de coëfficiënten, zie noten van tabel XIT1-13 van de Statistieken van dit Tijdschrift.
Enerzijds vertoonde het saldo van de lopende transacties en van de kapitaaltransacties van de bedrijven en particulieren met het buitenland een ruim overschot : het overschot van. fr. 7,5 miljard op de lopende rekening verwezenlijkt tijdens de eerste negen maanden van het jaar werd aangevuld met een aanzienlijk bijkomend bedrag uit hoofde van de kapitaaltransacties van de bedrijven en particulieren met het buitenland. Inderdaad, de nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector leenden fr. 2,5 miljard in het
Tabel XVII.
Oorzaken van de veranderingen van de geldhoeveelheid en van de quasi monetaire liquiditeiten bij de banken (Miljarden franken) TransHerfinanciering . acties buiten de met het geldscheppende buitenland instellingen (saldo Kredieten lopende aan de (st'10 103 : -) 2 Monetaire Tegelderekening bedrijven overheide- making van -Ien porti- van comfinancie- overheidsvan kapitaalculieren ringg inerciide kredieten pap:er transacties 1 vordeaan de van de ringen bedrijven bedrijven op liet en partibuitenland culieren culieren') (1) (2) (3) (4) (3) (9)
1965 Eerste 9 maand.
2
Diversen
Totaal
Geldhoeveelheid
Quasi monetaire liquidi. eilen
(9)
OM)
(1) tot (7) =(10) (0) =+ (7)
(8)
+ 9,5
+ 8,0
- 2,6
+ 0,7
+ 4,3
- 2,6
+ 0,1
+17,4
•
8,9
+ 8,5
1.966Eerste9 maand.
- 3,1
+11,0
+ 1,5
+ 1,7
+ 3,4
- 0,9
...
+13,6
+ 3,9
+ 9,7
1967 Eerste 9 maand.
v+13,7
+14,3
- 3,6
- 3,6 v+ 5,1 v- 2,3 v- 1,7
+21,9
+ 4,0
+17,9
I3eweging van de opgenoine a discontokredieten. voorschotten en accept] rediéten (exclusief liet papier d it dient voor do mobilisatie van commerciële vorderingen op het buitenland) bij 1 un oorsprong door de geldscheppende instel ingen verleend. liet betreft een nettolierrnanciering : kredieten bij hun oorsprong toegestaan door de geldscheppende lastellingen en door hen geherfi nancierd bij niet-geldscheppende instellingen sein kredieten bij hun oorsprong toegestaan door deze laatste instellingen en door hen geherfinancierd bij geldscheppende instellingen, s.00rlopige cijfers.
— 547 — buitenland en de buitenlandse investeringen en beleggingen in de Belgische en in de Luxemburgse particuliere sector (fr. 9,6 miljard), hoofdzakelijk rechtstreekse investeringen, overschreden merkelijk de investeringen en beleggingen van de Belgische en van de Luxemburgse particuliere sector in het buitenland (fr. 4,7 miljard), die voornamelijk aankopen van effecten betroffen. Voor België alleen bereikte het totale overschot aldus fr. 13,7 miljard. Anderzijds waren de kredietaanvragen van de bedrijven en particulieren vooral gericht tot de geldscheppende instellingen waarvan de tussenkomsten uit dien hoofde fr. 14,3 miljard bedroegen tijdens de eerste negen maanden van het jaar, tegen fr. 11 miljard tijdens de overeenstemmende maanden van 1966. In 1967 was de toeneming van de uitstaande bedragen vooral aanzienlijk in het eerste halfjaar ('); sedert juli is zij merkelijk vertraagd.
De omvang van hun beschikbare middelen stelde de niet-geldscheppende instellingen in de mogelijkheid, niet alleen een aanzienlijk deel van de kredieten oorspronkelijk verleend door de banken aan de bedrijven en particulieren en aan liet buitenland over te nemen, maar ook in te schrijven op hoge bedragen aan schatkistcertificaten. Daarenboven kon de Schatkist tot aanzienlijke langlopende emissies overgaan. In totaal kon de Schatkist met middelen die geen aanleiding geven tot geldschepping het grootste deel van haar financieringsbehoeften dekken, hoewel deze laatste van fr. 13,2 miljard tijdens de eerste negen maanden van 1966 tot fr. 17,4 miljard zijn gestegen tijdens de overeenstemmende maanden van 1967. Haar schuld tegenover de buitenlandse markten werd met fr. 4,1 miljard verminderd; haar monetaire financiering die, naast het beroep op Rentepercentages van handelspapier en daggeld
Indien de geldhoeveelheid niet sneller is aangegroeid, dan komt dit ten dele doordat het gecreëerde geld bij de banken zelf in quasi monetaire liquiditeiten werd omgezet en ten dele doordat de niet-geldscheppende instellingen van de markt -- openbare kredietinstellingen en particuliere spaarkassen — bij machte waren een ruim deel van de handelskredieten aan het buitenland en van de kredieten aan de bedrijven en particulieren die de banken oorspronkelijk hadden verleend, over te nemen. De niet-geldscheppende instellingen beschikten de jongste maanden inderdaad over een ruime kasvoorraad. Enerzijds zijn de middelen die zij hebben aangetrokken door spaardeposito's op te nemen of door obligaties of kasbons uit te geven, zoals blijkt uit hetgeen hierboven werd gezegd, bijzonder overvloedig geweest. Anderzijds hebben de kredieten die deze instellingen aan de bedrijven en particulieren verlenen, een betrekkelijk matige expansie gekend : de opgenomen bedragen van die kredieten stegen met fr. 22,2 miljard tijdens de eerste negen maanden van 1967, tegenover een aangroei van fr. 23,2 miljard tijdens de overeenstemmende maanden van 1966 ( 2 ). (t) Het uitstaand bedrag per 31 december 1966, dat een zaterdag was, omvatte het bedrag van de wissels welke op die datum waren vervallen maar nog niet geïnd konden worden. Zonder deze omstandigheid zouden de in de statistieken vermelde kredieten in het begin van 1967 een hoger cijfer hebben vertoond. ( 2 ) Cf. tabel VIL
N.B.B. Geaccepteerde, in een bank gedomicilieerde wissels H.W.I. Geviseerde bankaccepten voor financiering van invoer en met een looptijd van maximum 120 dagen •"""*Niet-geviseerde bankaccepten met een looptijd van ± 90 dogen, verhandeld op de markt van het particulier disconto Daggeld
■ 1.- 1
4
/.
I.
%
i V"
.1.
/ I. /
/1 ,i 1.
r
I i jij
A
j
?, / 1‘i
/ . i /. __ l.‘ ! ______ / \I
1
i ‘i i
1. 1/ 1`'.
iN , A. . 1 '1.
• "..
i
j
∎ 'v
1965
1966
1967
het buitenland, het rechtstreekse beroep op de Belgische monetaire instellingen omvat, bleef beperkt tot fr. 4,3 miljard. Voor de gezamen-
- 548 — lijke overheid bedroeg deze monetaire financiering fr. 5,1 miljard. De liquiditeit van de niet-geldscheppende instellingen werd hiervoor vermeld. Ook de banken waren, in hun geheel genomen, tamelijk liquide, o.m. wegens de weerslag op hun werkmiddeien van het overschot op het buitenland en van de aangroei der quasi monetaire liquiditeiten die bij hen werden aangelegd. Deze ruime liquiditeit van de gezamenlijke financiële instellingen leidde, afgezien van bepaalde seizoenbewegingen in de loop van de zomer, tot een baissetendens van de kortlopende rentetarieven, tendens die de Bank heeft gesteund door haar discontovoet te verlagen met opeenvolgende verminderingen van 0,25 pct. in februari, maart, mei, september en oktober. Op de daggeldmarkt verminderde het Rentenfonds zijn opnemingen in aanzienlijke mate vanaf het begin van het jaar; sedert maart staat het per saldo doorgaans geld af; de daggeldrente zakte vanaf december 1966 gevoelig beneden het hoge peil dat in de loop van de tweede helft van dat jaar werd vastgesteld. Sedert augustus werd een nieuwe gevoelige achteruitgang van liet rentepercentage waargenomen. Dank zij de overvloedige middelen die het op de daggeldmarkt heeft gevonden, de dalende rentepercentages en de geleidelijke vermindering van de discontotarieven van de 13ank, kon liet Herdiscontering- en. Waarborginstituut zijn eigen tarieven verlagen. Per 30 oktober lagen de percentages toegepast door liet Instituut voor de geviseerde bank- en handelsaccepten met een maximale looptijd van 120 dagen 1,60 pct. beneden het niveau van eind december 1966. De vrije tarieven toegepast op de markt van het particulier disconto volgden een analoge evolutie. Hun daling was zelfs nog sterker dan die van de bovengenoemde tarieven van liet Instituut; zo bedroeg de rente voor de nietgeviseerde bankaccepten met ca. 90 dagen looptijd eind oktober 1,85 pct. minder dan het percentage dat op diezelfde verrichtingen eind december 1966 werd toegepast. De rentevoeten van de schatkistcertificaten met zeer korte looptijd en die van de certificaten van het Rentenfonds waren insgelijks neerwaarts gericht, voor de periode in haar geheel beschouwd. Eind oktober lagen 'de ren-
tetarieven voor de schatkistcertificaten met zeer korte looptijd, naar gelang van de vervaldagen, 1,45 pct. tot 1,35 pct. beneden het niveau van december 1966; het tarief der certificaten van het Rentenfonds was met 1,25 pct. teruggelopen. Rentepercentages van kortlopend overheidspapier — Schatkistcertificaten op zeer korte termijn
3 maanden 9 maanden
--- Schatkistcertificaten uitgegeven bij toewijzing — Rentefondscertificaten
4 maanden
7
■•■ 6
■•
\-.0
/....,
2 ...,‘
... ......, ,,
...J
, \
..•
1.^ ....•
%
1
-
5
...7
-
4
3
2
1965
1966
1967
Wat de schatkistcertificaten op 6, 9 en 12 maanden betreft, die maandelijks worden toegewezen, vond de eerste baissebeweging plaats bij de toewijzing van 14 februari. ]3ij de toewijzing van 10 oktober bedroegen de tarieven, naar gelang van de vervaldagen, 0,60 b 0,75 pct. minder dan de percentages per 10 januari. In tegenstelling met de tarieven van de geldmarkt kenden de percentages van de langlopende beleggingen slechts een kleine achteruitgang. Het gemiddelde rendementspercentage van de staatsleningen uitgegeven vóór 1 december 1962 en die nog meer dan 5 jaar te lopen hebben, bereikte 5,81 pct. eind oktober, tegen 5,96 pct. een jaar tevoren. Op die-
— 549 — zelfde datum bedroeg het gemiddelde rendementspercentage van de staatsleningen met gelijksoortige looptijden, uitgegeven na 1 december 1962 en dus onderworpen aan de roerende voorheffing, tegen het volledige tarief 6,57 pct., tegen 6,67 pct. een jaar tevoren. Bij liet begin van december was de rente van de obligaties uitgegeven door de openbare kredietinstellingen van 7 tot 6,89 pct. gedaald voor het papier met 20 jaar looptijd, en van 6,93 tot 6,75 pct. voor het papier met 10 jaar looptijd.
Besluiten. Sedert 1966 is de economische expansie in de grote industrielanden geleidelijk vertraagd; in de Duitse Bondsrepubliek heeft zij zelfs voor een inzinking plaatsgemaakt. De gevolgen van de verslechtering van het internationale economische klimaat hebben zich uitgebreid tot het Belgische bedrijfsleven, dat daarnaast ongunstig werd beïnvloed door autonome factoren van verlangzaming van de binnenlandse vraag. De instanties die verantwoordelijk zijn voor het economische en monetaire beleid hebben de anti-inflatoire maatregelen afgeschaft die tijdens de spanningen werden ingevoerd, o.m.
door de principiële vastlegging der prijzen en de maatregelen tot indijking van het krediet. Deze maatregelen, dobr de Bank in april 1966 ingevoerd, werden in december van hetzelfde jaar in belangrijke mate verzacht en zij werden na 30 juni niet meer. toegepast. Bovendien worden er maatregelen getroffen die de economie over de huidige aanpassingsfase heen zullen moeten helpen, zonder dat zij in een cumulatief recessieproces wordt meegesleept. De inspanningen met het doel de geldrente te verminderen zijn een van de aspecten van de actie welke in dit verband wordt ondernomen. De overheidsinstanties, van hun kant, stimuleren de binnenlandse vraag, inzonderheid door een vergroting van de overheidsinvesteringen, terwijl zij de structurele sanering van de begroting voortzetten. Daarenboven werden er een reeks maatregelen getroffen om zowel een vermeerdering van het totale volume van de particuliere investeringen als hun regionale en sectoriële herstructurering aan te moedigen. Inzonderheid de maatregelen die op verschillende gebieden werden getroffen in het kader van de wet van 31 maart 1967 op de bijzondere machten zijn erop gericht de doeltreffendheid van de politiek tot herstel van de economische activiteit te versterken.
DE BEGROTINGEN VAN 1967 EN 1968 Onderhavig artikel zal, traditiegetrouw en ter informatie, de belangrijkste uiteenzettingen vervat in de « Algeinene toelichting van de ontvangsten en de uitgaven voor het dienstjaar 1968 » in het licht stellen. Het brengt 'vooreerst de voornaamste aspecten van het algemeen economisch en financieel beleid van
de Regering in herinnering en behandelt daarna op een meer omstandige wijze de begrotingen van 1967 en 1968; tenslotte onderzoekt het de economische en functionele hergroeperingen van de begrotingsverrichtingen van de centrale overheid.
I. Het economische en financiële beleid van de Regering A. ALGEMENE OVERWEGINGEN OVER DE BEGROTINGEN. Zoals voor 1967 wordt de begroting voor 1968 in evenwicht ingediend. De Regering is inderdaad de mening toegedaan dat dit evenwicht zowel psychologisch als financieel noodzakelijk is : — op psychologisch gebied, om de natuurlijke groeitendens van de uitgaven in te dijken; — op financieel gebied : a) omdat, indien een cyclisch begrotingsbeleid in principe een gewild deficit in periodes van minder gunstige conjunctuur toelaat, het aanvangspunt van een dergelijk beleid niet willekeurig kan gekozen worden. In feite nu zal dit aanvangspunt volgen op een reeks begrotingstekorten geboekt tijdens de hoogcon j tinctuur; b) in elk geval zou een gewild onevenwicht op de gewone begroting medebrengen dat niet alleen een aanzienlijk infrastructuurprogramma (buitengewone begroting en Wegenfonds) maar ook dit tekort door leningen gedekt moet worden. In de financiering zou door de kapitaalmarkt of door monetaire middelen moeten worden voorzien. In liet eerste geval zou men spoedig op praktisch reeds gebruikte grensmogelijkheden stuiten. In het tweede geval zou men institutionele hinderpalen ontmoeten alsook ernstige bezwaren omtrent de geldhoeveelheid die zonder inflatoire druk verantwoord is.
1. Uitvoering van de begroting van 1967. De gewone begroting van het jaar 1967 werd, met fr. 220,8 miljard ontvangsten en fr. 220,7 miljard uitgaven, in evenwicht ingediend. Diverse amendementen, die tijdens de parlementaire besprekingen ingediend werden, hebben het bedrag van de uitgaven waarvoor machtiging werd verleend, op fr. 221,1 miljard gebracht. De ontvangsten worden thans op fr. 223,4 miljard herschat. Dit bedrag houdt rekening met de nettoterugslag van de fiscale maatregelen die aangekondigd werden in de algemene toelichting van de begroting van 1967 of voordien ( + fr. 1,1 miljard), voornamelijk de belasting op de leveringen aan de Staat, of die genomen werden in uitvoering van de wet van 31 maart 1967 tot toekenning van bepaalde bijzondere machten aan de Koning ( + fr. 1,4 miljard). Wat de uitgaven betreft, bedragen de nettobijkredieten voor het jaar 1967 fr. 4 miljard. De aangepaste begroting van 1967 omvat aldus fr. 225 miljard. Rekening houdend met de normale kredietannuleringen die zullen gebeuren bij de wet houdende eindregeling van de begroting en waarvan het bedrag hetzelfde peil zou kunnen bereiken als de vorige jaren, zegge iets meer dan fr. 2 miljard, wegen de in 1967 geïnde ontvangsten en de lasten van dat zelfde begrotingsjaar tegen elkaar op, zoals bij de aanvang. De voornaamste uitgavenstijgingen komen voor bij de departementen waarvan de uitgaven het meest
- 551 beïnvloed werden door de lasten die rechtstreeks voortvloeien uit de ongunstige conjunctuur, inzonderheid het departement van Economische Zaken ( + fr. 0,6 miljard) en dat van Tewerkstelling en Arbeid ( + fr. 1,1 miljard). 2. Begroting van 1968. Uitgaande van de economische hypothese vooropgesteld door de Regering (in 1968, stijging van het bruto nationaal produkt met 3 pct. naar volume en met 3 pct. in prijzen) mag de opbrengst van de gewone ontvangsten van het jaar 1968 worden geraamd op fr. 240,6 miljard, d.i. een stijging met fr. 17,2 miljard in vergelijking met de vermoedelijke ontvangsten van 1967. In deze stijging kan fr. 16,9 miljard worden toegeschreven aan belastingontvangsten. De toeneming van deze ontvangsten resulteert uit volgende elementen : (Miljardeil franken)
-
-
Uitbreiding van het belastingobject en evolutie van de prijzen 1 af te trekken : Invloed van de overschakeling in 1967 van het stelsel van het dienstjaar naar dat van het beheer Invloed van de maatregelen getroffen krachtens de speciale machten 2 Invloed van de vroeger getroffen maatregelen
14,8
- 0,9 2,7 0,3 16,9
1 De toeneming met fr. 11,8 miljard stemt overeen met een stijging van 7 pet. t.o.v. het cijfer der belastingontvangsten van 1067 dat als basis werd genomen voor de berekening van de ontvangsten in 1968 (fr. 210,1 miljard). Dat cijfer is het bedrag van de vermoedelijke belastingontvangsten van 1967 (fr. 211 miljard waarvan een buitengewone ontvangst van fr. 0,9 miljard, resulterend uit de overschakeling van het stelsel van het dienstjaar naar dat van het beheer, werd afgetrokken. 2 Excl. de belastingontvangst en voor het Fonds voor economische expansie en regionale reconversie (fr. 1,3 miljard) (Koninklijk besluit nr 28 van 29 juni 1967 en koninklijk besluit van 20 juli 1967).
Wat de uitgaven betreft, overschrijdt de gewone begroting voor het jaar 1968, in evenwicht op fr. 240,7 miljard, de goedgekeurde begroting van 1967 met fr. 19,7 miljard en de aangepaste begroting van dat zelfde jaar met fr. 15,7 miljard. Hoe zijn deze bijkomende uitgaven ten bedrage van fr. 19,7 miljard t.o.v. de aangenomen begroting van 1967 te verklaren ? Op de eerste plaats zijn er een reeks uitgaven die, wegens hun eigen aard, noch uitgesteld, noch verminderd, noch gespreid kunnen worden :
1. De last van de staatsschuld : deze laatste beloopt, in 1968, fr. 42,8 miljard, tegen fr. 38,7 miljard in 1967, zegge fr. 4,1 miljard meer. 2. De buitengewone stijging met fr. 2,8 miljard van de begroting van Landbouw, in verband met het gemeenschappelijk landbouwbeleid. 3. De invloed van de prijsstijging : indien men uitgaat van de economische hypothese van een prijsstijging met 3 pct., dient men de begrotingsvooruitzichten voor 1968 op te maken op basis van de index 134,75, terwijl men in 1967 de index 129,25 in aanmerking heeft genomen. Bovendien werd een krediet van fr. 0,8 miljard als provisie ingeschreven om het hoofd te kunnen bieden aan de overschrijding van de coëfficiënt 137,50, die zich eventueel einde 1968 zou kunnen voordoen. In totaal wordt de vermeerdering van de begroting van 1968 op minstens fr. 3,2 miljard geraamd. 4. De normale toepassing van de wet van 16 maart 1964 betreffende het Gemeentefonds, die bepaalt dat een vast gedeelte van de belastingontvangsten van de Staat bestemd is voor de jaarlijkse dotatie van dat Fonds, is verantwoordelijk voor de stijging van de begroting met fr. 1,3 miljard. 5. Andere bijkomende uitgaven vloeien min of meer rechtstreeks voort uit het conjunctuurverloop. Hiermede worden vooral de toelagen aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening ( + fr. 0,6 miljard) en die aan de steenkolenmijnen ( + fr. 0,8 miljard) bedoeld, evenals die gestort aan de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen als tussenkomst in haar exploitatieverliezen ( + fr. 0,6 miljard), zegge in totaal fr. 2 miljard. 6. Anderzijds vertoont de begroting van Nationale Opvoeding een verhoging met fr. 3,3 miljard, waarvan bijna de helft kan worden toegeschreven aan de prijsstijging. Deze zes categorieën uitgaven komen voor meer dan fr. 15 miljard tussenbeide in de opgegeven totale verhoging. Bij deze bijkomende lasten die, om verschillende redenen, als onvermijdelijk te beschouwen zijn, dienen die te worden gevoegd welke betrekking hebben op de uitvoering van het sociaal programma, zoals dit bepaald werd bij de Regeringsverklaring van 23 maart 1966.
— 552 — De Regering stelt een substantiële verhoging voor van de kredieten bestemd om te voorzien in sociale behoeften, welke van fr. 47 miljard tot fr. 51,2 miljard verhogen.
13. VOORNAAMSTE ASPECTEN VAN DE BEGROTINGSPOLITIEK. 1. Algemeen economisch beleid.
Tijdens zijn zitting van 11 april 1967 heeft de Raad van de Europese Economische Gemeenschap een programma voor de economische politiek op middellange termijn, opgemaakt voor de ganse Europese Economische Gemeenschap, aangenomen. In het raam van. dit eerste Europees programma werd het tweede programma voor economische expansie van België opgemaakt. Het werd door het Ministerieel Comité voor economische en sociale coërdinatie voorlopig goedgekeurd in zijn zitting van 12 juli 1967 en daarna voor advies voorgelegd aan het Nationaal Comité voor economische expansie. Na goedkeuring door de Ministerraad moet het worden voorgelegd aan de 'Wetgevende Kamers. Het conjunctuurbeleid dat de Regering in de afgelopen maanden gevoerd heeft en in de nabije toekomst zal voortzetten, stemt overeen met de aanbeveling die de Raad van de Europese Economische Gemeenschap in juli 1967 tot de Lid-Staten heeft gericht. De paragraaf van deze aanbeveling die speciaal voor België bedoeld is, luidt als volgt : « In België is het van belang dat de maatregelen waartoe tot dusverre in 1967 werd besloten om de economische heropleving te bewerkstelligen, snel en op doeltreffende wijze worden uitgevoerd. Zouden deze voorzieningen ontoereikend blijken te zijn, dan zou de Regering maatregelen in overweging kunnen nemen om de op produktiviteitsverbetering gerichte investeringen van de ondernemingen sterker te bevorderen ». Het Belgisch economisch beleid, waarin een jaar geleden nog meer de nadruk op de bestrijding van inflatoire tendenties werd gelegd, is thans vooral gericht op de bevordering van de industrialisatie, als het middel om de economische heropleving aan te wakkeren en de regionale reconversie te bespoedigen. De wet van 31 maart 1967 tot toekenning van bepaalde machten aan de Koning heeft hiertoe_ het kader geschapen.
De eerste maatregel die in uitvoering van die wet genomen werd, is de oprichting Van. het Fonds voor economische expansie en regionale reconversie (koninklijk besluit nr 1 van 18 april 1967). Gestijfd door zowel op de gewone als op de buitengewone Rijksbegroting uitgetrokken kredieten (er is fr. 2,6 miljard voorzien voor 1968), alsmede door de overschotten van de overeenstemmende kredieten van de dienstjaren 1967 en 1966 (liet beschikbaar saldo per 1 januari bedraagt fr. 1,1 miljard), zal het Fonds bovendien beschikken over de opbrengst van nieuwe belastingontvangsten waarvan het bedrag, bepaald overeenkomstig de regels die bij het koninklijk besluit nr 28 van 29 juni 1967 vastgesteld zijn, in 1968 op fr. 1,3 miljard geraamd wordt. Het totaal der middelen zal aldus ongeveer fr. 5 miljard bereiken. Met dit bedrag zullen vastleggingen van uitgaven kunnen gedekt worden, inzonderheid in volgende sectoren : (Ma ja eden f ranken)
— Renteverlagende subsidies en kapitaaltoelagen — nVientg.Iss-erving en uitrusting van zo-
1,5
0,7 Toegangswegen, collectors, enz. 0,6 Gezondmaking van de steenkolenvestigingen 1,0 Andere uitgaven, zoals de beroepsherscholing, vooral in de reconversiestreken, tussenkomsten ten gunste van de buitenlandse handel, enz. ± 0,9
Vanzelfsprekend zijn de doeleinden van liet Fonds begrensd en vormen zij slechts een gedeelte van de programma's die bijdragen tot de economische expansie. De verwezenlijking van de bijzondere doeleinden van het algemeen economisch beleid steunt, voor een niet te verwaarlozen gedeelte, op het verlenen van toelagen,. Tabel I hergroepeert, volgens beperkende maatstaven, de voornaamste toelagen die betrekking hebben op de rechtstreekse hulp aan particuliere bedrijven met het oog op hun expansie, de oplossing van tijdelijke moeilijkheden of de vertraging van hun onvermijdelijke sluiting. De tegemoetkomingen ,aan instellingen van publieke of semi-publieke aard en, over het algemeen, al de tegemoetkomingen 'die niet uitsluitend beantwoorden aan economische overwegingen werden uit de tabel geweerd. Daarentegen werden de begrotingslasten opgenomen die voortspruiten. uit de werking
- 553 — Tabel 1.
Toelagen van de Staat (Miljarden franken) 1066 (Voorstellen)
Begroting Economische Zaken waarvan : Hu lp aan de steenkolenmijnen Economische expansie + voorbestemde ontvangsten
-
2, 8
Begroting Landbouw waarvan : • Landbouwfonds Fonds voor Landbouwinvesteringen
2,1
Andere begrotingen waarvan : Begroting Financiën : beroep op de staatswaarborg
0, 5
1 . 067 (Voorstellen)
(1,6)
(3,2)
(4,0)
(1,1)
(1,1)
(1,6)
2, 1
4, 8 (1,4) (0,4)
0, 6
(0,3) 5,4
5, 6
4, 3
(1,6) (0,2)
Totaal
1968 (Voorstellen)
'
7,0
(4,1) (0,4) 0, 3
(0,1)
(0,4) 10, 7
1 Gewone begroting alleen.
van het Landbouwfonds, de voorfinanciering van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw inbegrepen; de desbetreffende uitgaven komen immers uiteindelijk ten goede aan de economie in haar geheel. Met betrekking tot de maatregelen getroffen ten gunste van het sparen, van de particuliere investering en van de economische expansie, is de Regering verder gegaan op de weg die zij in 1966 had uitgestippeld. a) Bevordering van de financiering en van de ontwikkeling van de investeringen.
Bezit van aandelen en obligaties door de banken.
Door de wet van 3 mei 1967 werd het verbod afgeschaft dat aan de banken opgelegd was obligaties van particuliere vennootschappen aan te houden, en werd hun actiegebied bij de uitgifte en de plaatsing van aandelen van genoemde vennootschappen eveneens uitgebreid. Vrijstelling van vennootschapsbelasting.
Het koninklijk besluit nr 9 van 18 april 1967 heeft van de vennootschapsbelasting vrijgesteld, voor een termijn van vijf boekjaren, de inkomsten uitgekeerd aan aandelen of deelbewijzen van belegde kapitalen die inbrengsten vertegenwoordigen gedaan aan vennootschap-
pen die tijdens het tijdperk gaande van 1 januari 1967 tot en met 31 december 1969 zullen worden opgericht of hun kapitaal zullen verhogen, op voorwaarde dat de inbrengsten tussen beide data in geld worden afbetaald en in de mate dat die inkomsten niet meer bedragen dan 5 pct. van het werkelijk afbetaalde kapitaal (eventueel vermeerderd met de uitgiftepremies). Verbetering van het fiscaal regime der afschrijvingen.
De genomen speciale maatregelen zullen toelaten vanaf het fiscaal aanslagjaar 1968 de bijkomende kosten die de effectieve investeringswaarde van de afschrijfbare elementen belasten, rechtstreeks af te schrijven en dit gedurende het jaar waarin zij werkelijk werden gedaan. Verbetering van het fiscaal regime inzake fusies en splitsing van vennootschaPpen inbreng van bedrijfstakken.
. Het koninklijk besluit nr 9 van 18 april 1967 verzekert een tijdelijke uitbreiding tot de splitsing van vennootschappen (inbreng door een vennootschap van geheel haar nettoactief aan verscheidene bestaande of op te richten vennootschappen), van het thans bestaande permanente gunstregime dat toepasselijk is op fusies of omvormingen van vennootschappen (inbreng door een vennootschap van
— 554 — geheel haar nettoactief aan één enkele bestaancle of op te richten vennootschap). Fiscaal verhaalbare bedrijfsverliezen..
Hetzelfde koninklijk besluit maakt het mogelijk bedrijfsverliezen die tussen 1 januari 1967 en 31 december 1969 opgerichte vennootschappen tijdens de eerste vijf boekjaren zullen lijden, zonder tijdsbeperking aan te rekenen.
hypothecair krediet), de deelbewijzen van gemeenschappelijke beleggingsfondsen. Verruiming van het actieveld van de Algemene . Spaar- en Lijfrentekas.
Het koninklijk besluit nr 20 van 23 mei 1967 heeft de modaliteiten van de kapitaalinzameling uitgebreid door de uitgifte van spaarbons. Tevens werd de gamma van de toegelaten beleggingen verruimd door inschakeling o.m. van persoonlijke leningen.
13 evordering van kapitaalsverhogingen door inlijving van reserves of fusies.
Staatswaarborg voor de deposito's bij de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de
Het koninklijk besluit nr 45 van 24 oktober 1967 beoogt :
Nijverheid. Verhoging van het plafond van de
— een verlaging in te voeren van het registratierecht voor de akten houdende vermeerdering van het statutair kapitaal van de vennootschappen, zonder nieuwe inbreng, zoals, bijvoorbeeld, door inlijving van winsten, reserves of provisierekeningen;
Het koninklijk besluit nr 19 van 23 mei 1967 hecht de staatswaarborg aan de deposito's die de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid gemachtigd is te ontvangen, en brengt deze waarborg voor de opgenomen depbsito's en voor de uitgegeven kasbons en obligaties van fr. 70 tot 80 miljard, met mogelijkheid van verhoging tot fr. 100 miljard door achtereenvolgende vrijgeving van vier schijven van fr. 5 miljard.
— een verlaging in te voeren van het recht voor de inbrengen in vennootschappen in de vorm van fusie of splitsing of door inbreng van bedrijfstakken. Deze tariefverlagingen zijn afhankelijk van de voorwaarde dat de akten die genoemde verrichtingen vaststellen uiterlijk op 30 juni 1968 worden verleden. Nauwere betrekking van de particuliere spaarkassen bij de economische expansie. Betere bescherming van de spaarder.
Op grond van het koninklijk besluit nr 11 van 18 april 1967 zal het controlesysteem dat tot nu toe enkel toepasselijk was op de deposito's, voortaan uitgebreid worden tot alle spaargelden ingezameld door de particuliere spaarkassen in welke vorm ook, en inzonderheid door de emissies Van kasbons of obligaties; anderzijds zullen de controlebevoegdheden van de Regering en van het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders verruimd worden. Bovendien werd de gamma van de vaste beleggingen verruimd door opneming van de obligaties van Belgische vennootschappen, de aandelen van ondernemingen die aan een overheidscontrole onderworpen zijn (particuliere spaarkassen, banken, verzekeringsmaatschappijen, maatschappijen voor
staatswaarborg.
Aanpassing van de statuten van de Nationale Investeringsmaatschappij en versoepeling van haar werkwijze. •
Het koninklijk besluit nr 21 van 23 mei 1967 machtigt o.m. de Nationale Investeringsmaatschappij een participatie te nemen in het kapitaal van de vennootschappen waarvan de maatschappelijke zetel of de voornaamste vestiging in België gelegen is zonder dat deze vennootschappen noodzakelijkerwijze van Belgisch recht moeten zijn. De minimumperiode van drie jaar die de N.I.M. diende na te leven wanneer zij met een geassocieerde vennootschap een overeenkomst afsloot, waarbij de effecten die de participatie vertegenwoordigen te koop worden aangeboden aan de aandeelhouders van de vennootschap, wordt afgeschaft. Het koninklijk besluit van 20 juli 1967 bepaalt bovendien dat de inschrijvingen door de N.I.M. op converteerbare obligaties voor de duur van de non-conversie van deze obligaties, de voordelen van de expansiewetten van 17 en 18 juli 1959 en van 14 juli 1966 kunnen genieten. Tenslotte zal de N.I.M. gemachtigd worden haar kapitaal met fr. 1 miljard te verhogen.
- 555 — Prioriteit voor de produktieve beleggingen bij de instellingen van openbaar nut.
Door het koninklijk besluit n' 4 van 18 april 1967 dat de wet van 16 maart 1954 op de controle van sommige instellingen van openbaar nut wijzigt, kan de Minister van Financiën, in overleg met de Minister van wie het organisme afhangt, het gedeelte van de beschikbare fondsen .vaststellen dat jaarlijks moet worden besteed aan door hem aangeduide beleggingen, gekozen uit die welke het organisme gemachtigd is te verwezenlijken. Verruiming van de kredietmogelijkheden van de Nationale Bank van België.
Op grond van het koninklijk besluit nr 42 van 4 oktober 1967 zal de Bank in staat worden gesteld voorschotten in rekening-courant en kortlopende beleningen toe te staan aan de houders van overheidsfondsen op korte, halflange of lange termijn, uitgegeven of gewaarborgd door het Gemeentekrediet van België, of van effecten van leningen van provincies en van gemeenten die ter beurze worden genoteerd. Eveneens wordt het opnemen door de Luxemburgse Staat en door het bedrijfsleven van dit land van kredieten die door de Nationale Bank van België kunnen worden verleend, vergemakkelijkt. Verbetering van het overleg tussen de Nationale Bank van België en de Bankcommissie.
Het koninklijk besluit nr 43 van 9 oktober 1967 geeft wettelijke kracht aan de regel — in de praktijk gevolgd — van de noodzakelijke samenwerking tussen de Centrale Bank en de l3ankcommissie, maar ook aan liet recht van initiatief van eerstgenoemde wanneer het monetaire maatregelen betreft. b) Bevordering van de economische expansie.
Verhoging van het plafond van de staatswaarborg voor de kredieten toegestaan in het kader van de economische expansiewetten.
Het koninklijk besluit nr 22 van 23 mei 1967 brengt het plafond van de staatswaarborg zowel voor de kredieten verstrekt door de openbare als door de particuliere sector, op fr. 25 miljard voor de drie wetten op de economische expansie, met mogelijkheid dit pla-
fond op te voeren tot fr. 35 miljard door vrijgeving van twee schijven van fr. 5 miljard elk. Anderdeels schaft het koninklijk besluit het automatisch karakter af van de vrijstelling van onroerende voorheffing gedurende 5 jaar en van het voordeel van de versnelde delgingen. De Regering zal op deze wijze een selectieve actie kunnen voeren. Vreemde investeringen.
De Regering besliste een Bestendig Bureau voor de prospectie van vreemde investeringen samen te stellen. Dit Bureau heeft tot taak informatie te verstrekken nopens de voordelen die België aan de vreemde investeerders kan bieden en nopens de investeringen waaraan België vooral behoefte heeft volgens sectoren en streken. De Regering nam eveneens schikkingen om op systematische wijze mogelijke beleggers in de Verenigde Staten op te zoeken. Bevordering van de uitvoer.
Bij koninklijk besluit nr 10 van 18 april 1967 werd de dotatie van de Delcrederedienst verhoogd, waardoor het mogelijk wordt het plafond van de verbintenissen tot fr. 30 miljard te verhogen. Vervolgens kan de Koning een aanvullende verhoging van de dotatie toestaan en kan aldus het plafond op fr. 36 rniljard worden gebracht. De waarborgen welke de Delcrederedienst rechtstreeks voor de Staat mag toestaan, in het kader van de beschikkingen van de wet van 3 juni 1964, worden tot fr. 4 miljard verhoogd en kunnen bij koninklijk besluit tot fr. 8 miljard worden opgevoerd. Tenslotte kan de verkrijger van de waarborg, in uitzonderlijke gevallen, van zijn eigen deelneming aan de door de Dienst gedekte risico's worden ontheven. Het koninklijk besluit nr 6 van 18 april 1967 bepaalt dat de Minister tot wiens bevoegdheid de Buitenlandse Handelsbetrekkingen behoren, de medewerking van de Staat mag verlenen voor de verwezenlijking van projecten die bijdragen tot de uitrusting van ontwikkelingslanden. Die medewerking bestaat in een bijdrage in de rentelast van de financiering van voornoemde projecten; zij is gebonden aan het verschaffen van Belgische prestaties. Bij hetzelfde besluit wordt tevens een Technisch Comité ingesteld voor de medewerking aan de uitrusting van de ontwikkelingslanden. Bij de andere maatregelen ter begunstiging van de uitvoer dienen ten-
-- 556 —
slotte nog te worden vermeld de verdubbeling van het krediet voor het Fonds van de buitenlandse handel en, ter aanvulling van het ministerieel besluit van 16 april 1965, de uitbreiding van de lijst van produkten die zullen kunnen genieten van de restorno's van de overdrachttaks bij de uitvoer.
Raad van Financiën advies kunnen geven over al de kwesties die in zijn bevoegdheid vallen. De bevoegdheid van de Raad strekt zich uit tot alle financiële instellingen van de over= heidssector. \Vat het landbouwbeleid betreft, werd in 1967 de gemeenschappelijke markt voor iets meer dan 50 pct. van de gemeenschappelijke landbomVproduktie ingevoerd. Op 1 juli 1968 zal de gemeenschappelijke landbouwmarkt uitgebreid worden tot de ganse landbouw- en voedingssector. Op financieel gebied worden de jaren 1967 en 1968 dus gekenmerkt door een geleidelijke vermindering van de nationale steun aan de verscheidene sectoren van de landbouw en door een steeds belangrijker tussenkomst van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw.
c) Financiële coërdinatieorganen.
Reorganisatie van de Hoge Raad van Financiën.
Het koninklijk besluit ne 17 van 23 mei 1967 heeft de Hoge Raad van Financiën gereorganiseerd; hij wordt belast met de - co5rdinatie van alle afdelingen van de kapitaalmarkt en in de mogelijkheid gesteld voorstellen uit te brengen nopens de te volgen financiële politiek met liet oog op de verwezenlijking en de uitvoering van de economische programmatie.
De bijdragen die de Lid-Staten te betalen hebben aan het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw worden berekend door van het aandeel in de totale uitgaven van het Fonds de nationale uitgaven af te trekken die, conform de E.E.G.-verordeningen, voor communautaire financiering in aanmerking komen. België zal in 1968 ongeveer fr. 2 miljard als bijdrage aan het Fonds dienen te betalen. De uitgaven van het Landbouwfonds betreffen in 1968 hoofdzakelijk de financiering van de door de E.E.G.-verordeningen voorgeschreven maatregelen die op liet Belgisch grondgebied zullen worden toegepast (restorno's bij de export naar derde landen, tussenkomsten op de binnenlandse markt). Zij overtreffen de eigen inkomsten van het Fonds uit de landbouwheffingen en uit de slachttaks met bijna fr. 2 miljard. De verhoging van deze heide begrotingsposten verklaart de aanzienlijke stijging van de begroting van Landbouw.
Verhoging van de doeltreffendheid van de Raad voor Kredietinstellingen.
Bij het koninklijk besluit nr 18 van 23 mei 1967 werd de Raad voor Kredietinstellingen hervormd. Het nieuw statuut legt o.m. de verplichting vast voor de openbare financiële instellingen de Raad te raadplegen : nopens hun inzichten om de. voorwaarden te wijzigen van de passiefverrichtingen waardoor fondsen op de markt worden ingezameld; alvorens een beroep te doen op de kapitaalmarkt; over hun inzichten nopens een nieuwe oriëntatie inzake belegging en kredieten. De Raad zal de kwesties bestuderen- waarvan het onderzoek hem door de uitvoerende macht zal worden opgedragen. Hij zal eveneens spontaan tot studies kunnen overgaan en aan de Minister van Financiën of aan de Hoge Tabel II.
Begroting van Landbouw ( Mil ja uien f ranken) 1966 (Verwezenlijkingen)
Totaal waarvan : Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw Landbouwfonds : Gewone verrichtingen Europese Economische Gemeenschap nenlandse markt) 1 End. de bijkredieten voor vroegere dienstjaren.
3,6
19117 (Aangepaste kredieten) 1
3,5
1968 (Aangevraagde kredieten)
6,1
(0,3)
(0,6)
(2,0)
(0,8)
(0,6)
(0,1)
—
—
(2,0)
(bin-
- 557 2. Sociaal beleid. De gezamenlijke begrotingskredieten voor het sociaal beleid bedragen in 1968 fr. 51,2 miljard, d.i. een verhoging met 5,3 pct. t.o.v. de kredieten op de aangepaste begroting van 1967, welke fr. 48,6' miljard bereiken. De
belangrijkste sociale tussenkomsten van de Staat zijn vermeld in de hierna volgende tabel III. Tabel IV heeft betrekking op de prestaties van de Sociale verzekering ten gunste van de verzekerden en rechthebbenden, respectievelijk gefinancierd door de Staat, de werkgevers en
Voornaamste tegemoetkomingen van sociale aard 1
Tabel III.
(Miljarden. franken) 1966 (Verwezenlijkingen)
1967 (Aangepaste kredieten)
1968 (Aangevraagde kredieten)
11,3 1,0
12,1 1,0
13,5 1,0
0,2 0,8 0,9 1,3
0,6 1,0 2,3 1,4
0,8 0,8 1,8 1,5
0,6
0,8
0,9
0,8 1,0
0,8 1,4
0,9 1,3
1, 0
1,1
1,1
1,3
1,5
1,6
0,1
1,3
1,7
0,7 , 1,4
0,7 1,3
0,7 1,3
A. Sociale verzekering, bijstand en diverse sociale voordelen :
•
•
Verzekering tegen ziekte en invaliditeit : a) verplichte b) vrijwillige Gezinstoelagen : a) loontrekkenden b) zelfstandigen Werkloosheid Toelagen aan gehandicapten en verminkten Onderhoud van kinderen toevertrouwd aan instellingen Subsidies aan de nationale werken voor oorlogsslachtoffers Sociale abonnementen B. Tewerkstellingsbeleid
en wederaampassingshulp aan ontslagen werknemers
C. Huisvestingsbeleid : Tussenkomst ten voordele van het Nationaal Fonds voor de Huisvesting D. Gezondheidszorg : Toelagen aan de ziekenhuizen Toelagen aan het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn Dotatie aan het Bijzonder Onderstandsfonds
De uitgaven voor sociale en oorlogspensioenen zijn in deze tabel niet opgenomen; zij worden afzonderlijk venneld in tabel
de werknemers. In hun geheel stijgen die prestaties van fr. 127,6 miljard in 1966 tot fr. 140,3 miljard in 1967 en tot fr. 150,8 miljard in 1968. Tabel IV.
Gezamenlijke sociale prestaties (Miljarden franken) 1967 1966
Oorlogsslachtoffers Pensioenen Gezinsprestaties Toelagen voor loonverlies Gezondheidszorg Tewerkstellingsbeleid' Huisvesting Vacantie Totaal
(Uitgaven)
(Aangepaste kredieten)
6,0 32,2 26,3 19,0 27,2 1,9 2,0 13,0
6,7 35,1 28,6 21,0 28,3 3,4 1,8 15,4
1968 (Voorstellen)
6,8 37,2 29,7 24,3 31,2 2,9 1,7 17,0 127,6 140,3 150,8
..X1.
3. Onderwijs. Terwijl de begroting van Nationale Opvoeding tijdens de laatste jaren soms meer dan één vijfde van de gewone rijksuitgaven vertegenwoordigde, bereikt zij er in 1968, met een bedrag van fr. 44,7 miljard, slechts 18,6 pet. van. Zij stijgt met 5,6 pct. t.o.v. de aangepaste begroting van 1967 (fr. 42,3 miljard) en met 8,2 pct. t.o.v. de goedgekeurde begroting van dat zelfde jaar (fr. 42,3 miljard). In vergelijking met de aangepaste begroting van 1966 wees de begroting van 1967 een toeneming met 6 pet. aan en, in vergelijking met dezelfde goedgekeurde begroting, een toeneming met 11,3 pct. De vermindering van het aandeel van de uitgaven voor onderwijs in de gezamenlijke rijksuitgaven en de daling van het jaarlijks groeipercentage van de begroting voor Natio-
- 558 nale Opvoeding vloeien ongetwijfeld in een zekere mate voort uit een vertraging in de demografische evolutie op liet niveau van liet lager en van liet middelbaar onderwijs, maar ook uit de maatregelen die door de Regering genomen werden- bij toepassing van het regeringsbeleid op begrotings- en schoolgebied. Dat beleid werd bepaald in de Regeringsverklaring van 23 maart 1966; het werd bevestigd bij de wet van 31 maart 1967 over de bijzondere machten.
- vermindering -van het bedrag der kredieten bestemd voor de universitaire expansie; - strengere normen voor de inrichting van facultatieve cursussen. 4. Wetenschapsbeleid.
De kredieten voor wetenschapsbeleid bedragen op de gewone begroting van 1968 fr. 9,7 miljard; dit betekent een aangroei van bijna 10 pct. tegenover 1967. Evenals in 1967 vormen zij 4 pet. van de totale gewone rijksbegroting. Bij die som dient een bedrag van fr. 0,4 miljard gevoegd dat via de begroting voor Orde zal afgenomen worden van de opbrengst der lening van de Nationale Stichting voor de Financiering van het Wetenschappelijk Onderzoek. Tabel V geeft een overzicht van de besteding van de kredieten in kwestie. Het niet georiënteerd onderzoek bevat hoofdzakelijk de activiteiten van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en van de door dit Fonds beheerde stichtingen. De sector van het industrieel en landbouwonderzoek is vertegenwoordigd door de activiteiten van het Studiecentrum voor Kernenergie te
Hierna volgt een overzicht van het essentiële van die maatregelen : - beperking van de uitbreiding van het scholennet; - beperking van de kredieten voor uitgaven in verband met de uitrusting; - afschaffing van de verplichting voor de gemeenten een lagere school op te richten en te onderhouden wanneer het aantal leerlingen minder dan 15 bedraagt; - strengere normen voor de berekening van liet aantal opvoeders in het rijksonderwijs; - hervorming van het stelsel der studiebeurzen en leningen; 'label V.
Bestemming van de kredieten voor wetenschapsbeleid ' 19 Hl (Aangepast) (Miljarden franken)
1967 (Gesteend)
(Pet. van het totaal)
(Miljarden franken)
19 itt ( Voorstellen)
(Pet. van liet totaal)
(Miljarden fran ken)
(Pet. San liet totaal)
1. Directe financiering van cie universiteiten en van de gelijkgestelde instellingen voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
4,4
53,6
5 , .1
2. Indirecte financiering van het niet georiënteerd onderzoek
0,4
4,8
0,4
4,6
0,5
4,7
3. Financiering van het onderzoek gericht op de industrie en de landbouw
1,6
16,3
.15,1
2
54,6
5,8 2 55,1
1,3
15,4
1,4
14,9
4. Financiering van wetenschappelijke activiteiten inzake openbaar dienstbetoon en algemeen belang
1 ,3
15,6
1,4 2
14,9
1,5 2
5. Internationale wetenschappelijke instellingen .
0, 9
10,6
1,0
11,0
0,9
8,8
8, 3
100,0
9,3
100,0
10 , 1
100,0
Totaal
I Gewone begroting -I- begroting voor Orde. De kredieten van de gewone I egrotin g komen voor in de begrotingen van de onderscheiden departementen ; het grootste deel (67,5 pet.) gaat natuurijk naar Nationale Opvoeding en Cultuur, gevolgd 'oor dat van Economische Zaken (les pet.) ; de rest is over de andere departementen verdeeld. 2 In deze bedragen werd rekening gebonden niet de overdracht van rubriek 1 naar rubriek 4 van de kredieten voor het financieren van de tutu vullende tussenkomst van liet Ministerie van Volksgezondheid ten bate van de universitaire ziekenhuizen (aanvulling bij de verpleegdagprijs).
Mol, van liet Instituut tot aanmoediging van liet wetenschappelijk onderzoek in nijverheid en landbouw en van sommige wetenschappelijke rijksinstellingen. De wetenschappelijke activiteiten inzake openbaar dienstbetoon en
algemeen belang hebben hoofdzakelijk betrekking op het fundamenteel onderzoek en het onderzoek niet sociaal doel in de wetenschappelijke rijksinstellingen. De kredieten bestemd voor de financiering van de internationale
- 559 wetenschappelijke samenwerking zijn bestemd voor EU•ATOM, het kernonderzoek voor het C.E,R.N. en de ruimteprogramma's E.L.D.O. en E.S.R.O. 5. Overheidsinvesteringen. De stijging van de vastleggingen getuigt van de wil van de Regering om een ambitieus programma van openbare investeringen te verwezenlijken. De Regering achtte liet noodzakelijk een bijzondere inspanning te leveren op het gebied van de begroting van Openbare Werken en van de begroting van het Wegenfonds en van de Intercommunale E3. De verwezenlijkingen in deze drie sectoren bedroegen voor 1966 samen fr. 21,5 miljard. Het programma voor 1968 voorziet vastleggingen voor fr. 27,4 miljard, d.i. in twee jaar een verhoging met .fr. 5,9 miljard of 27 pct. Met de bijkomende fr. 2,2 miljard van, het Wegenfonds zullen de vastleggingen fr. 29,6 miljard belopen en de verhoging zal fr. 8,1 miljard bedragen, of 38 pct.
Tabel VI.
Op het gebied van het verkeerswezen zal de Regering haar tegemoetkomingen voortzetten in de verschillende betrokken sectoren, inzonderheid in de sector van de bevordering van het stadsverkeer. Zij heeft anderzijds geoordeeld de dotatie van het Vernieuwingsfonds van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen te moeten vermeerderen van fr. 2,7 miljard tot fr. 3 miljard in 1967, en tot fr. 3,3 miljard in 1968. De Regering heeft bijzondere aandacht gewijd aan de sector Volksgezondheid. Het voorziene programma voor 1968 beloopt immers fr. 1,1 miljard. De uiterst kleine progressie in de sector van de Nationale Opvoeding is te verklaren door de bijzondere evolutie van de verbintenissen van het Fonds van de universitaire schoolgebouwen. Dit laatste heeft vooral in 1966 zeer belangrijke verbintenissen aangegaan die het jaarlijks gemiddelde overtroffen van de verbintenissen die in de loop van het bestaan van het •Fonds mogen worden aangegaan. Het is dan ook normaal dat dit tempo thans ter compensatie tamelijk gevoelig vertraagd wordt.
Vastleggingen (Mil . oenen franken)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. :13. 14.
1966 (Verwezenlijkingen)
1967 (Aangepast programma)
1963 (Programma)
Totaal
9.929 7.850 4.939 11 40 3.557 i 359 541 18 37 55 2 44 27.382
11.037 8.755 5.363 89 89 3.155 132 850 477 16 32 57 11 48 30.111
12.920 9.630 5.900 120 98 3.180 145 1.085 594 18 47 63 39 .23 33.862
Totaal
200 3.320 3.520
178 3.659 3.837
2.231
4.087 2
Openbare Werken Wegenfonds Verkeerswezen Toerisme P.T.T. Nationale Opvoeding Cultuur Volksgezondheid Landbouw Economische Zaken Binnenlandse Zaken Buitenlandse Zaken Justitie Financiën
15. Rijkswacht 16. Landsverdediging 17. Financiële uitgaven 18. Gemeentewerken gefinancierd door het Gemeentekrediet 19. F3 Totaal 20. Speciaal programma : Landsverdediging : tanks 21. Wegenfonds, speciale financieringsmiddelen Algemeen totaal 1 Begrepen in Nationale Opvoeding. 2 Excl. fr. 890 miljoen betreffende de
.
196 3.532 3.728 4.204
8.329
2.890 4.420 11.397
3.180 4.862 12.246
-
4.535 -
2.200
39.231
49.880
52.036
2.320 3.778
dotatie in obligaties van de Nationale Delcrederedienst.
— 560 — De vooruitzichten betreffende de betalingen die zullen voortvloeien uit de uitvoering van voormeld vastleggingsprogramma worden opgenomen in de volgende tabel, naast de ver-
wezenlijkingen van 1966 en de vooruitzichten voor 1967. Deze bedragen hebben alleen betrekking op de eigenlijke buitengewone begroting en op het Wegenfonds. De uitgaven
Betalingen
Tabel VII.
(Miljoenen franken)
1066 (Verwezenlijkingen)
.L. Openbare Werken 2. Wegenfonds 3. Verkeerswezen 4. Toerisme 5. P.T.T. 6. Nationale Opvoeding 7. Cultuur 8. Volksgezondheid 9. Landbouw 10. Economische Zaken [1.. Binnenlandse Zaken 12. Buitenlandse Zaken 13. Justitie 14. Financiën Totaal ... 15. Rijkswacht 16. Landsverdediging Totaal ... 17. :Financiële uitgaven Algemeen totaal ... 2
1967 (Vooruitzichten)
1968 (Vooruitzichten)
9.909 6.127 4.604 19 99 2.905 1 365 454 29 1.3 55 — 1
10.520 7.600 5.220 . 70 110 3.070 60 540 550 20 50 50 5 40
11.250 8.750 5.870 105 100 3.170 110 625 580 17 45 65 50 43
24.580
27.905
30.780
164 4.230
200 4.500
260 4.500
4.394
4.700
4.760
2.231
4.087 2
4.204
31.205
36.692
39.744
Begrepen in Nationale Opvoeding. Excl. fr. 890 miljoen betreffende de dotatie in obligaties van de Nationale Delcrederedienst.
van de Intercommunale E3 en de financiering van het aandeel van de centrale overheid in de investeringen van de lokale besturen worden er niet in vermeld. 6. Betrekkingen met de lagere overheid. Efet probleem van de gemeentefinanciën is minder scherp gesteld dan gedurende de vorige jaren. Deze evolutie is te verklaren door de aanzienlijke verhoging van de middelen ter beschikking gesteld van het Gemeentefonds, door de uitbreiding van het belastingobject, evenals door het afvoeren van zekere fiscale lasten van de gemeentebegrotingen. Het mechanisme van de stijving van het Gemeentefonds wordt bepaald bij de wet van :1.6 maart 1964 : de jaarlijkse dotatie van dit Fonds vertegenwoordigt een vast deel van de opbrengst van bepaalde, door de Staat tijdens het voorlaatste dienstjaar geïnde belastingen. De voor dit doel voorziene kredieten bedroegen in 1967 fr. 11 miljard, d.i. 16 pct. van de belastingopbrengsten in 1965. Voor 1968
beloopt de verleende dotatie fr. 12,3 miljard, zegge .fr. 1,3 miljard meer dan in 1967, wat een vermeerdering van bijna 12 pct. betekent. Bovendien heeft de wet van 7 april 1967 aan de lokale overheid toelating verleend om de opcentiemen op de inkomstenbelastingen van de natuurlijke personen van 5 op 6 te brengen en heeft zij eveneens de bijzondere belasting op de inkomsten van de vennootschappen, waarvan de integrale opbrengst de gemeenten ten goede komt, met een eenheid vermeerderd. De incidentie van die wet neemt geleidelijk toe; zij zal zich pas ten volle laten gelden tijdens het jaar 1968. Wat er ook van zij, men verwacht, voor 1967 en 1968, fr. 3,2 en 3,6 miljard inkomsten. Onder de maatregelen tot verlichting van de gemeentefinanciën komt de afschaffing voor van de verplichting om, enerzijds, het tekort van de Commissies van Openbare Onderstand dat voortvloeit uit het beheer van ziekenhuizen te dekken, tekort dat nu door andere middelen bestreden wordt, anderzijds, ten minste één lagere school te onderhouden.
— 561 — 7. Buitenlandse Betrekkingen. Tabel VIII geeft de evolutie weer van het• totaal van de uitgaven uit hoofde van de buitenlandse betrekkingen tijdens de periode 1966-1968. De stijging t.o.v. 1967 bedraagt fr. 1,6 mil-
Tabel VIII.
jard, d.i. 22 pet. Die bedragen blijven echter beneden de werkelijkheid. Inderdaad, enerzijds gebeurt een gedeelte van deze overdrachten via fondsen of openbare instellingen. Anderzijds werden de kredieten uitgetrokken op de buitengewone begroting buiten beschouwing gelaten.
Buitenlandse Betrekkingen (Milja «len franken) 1966 (Verwezenlijkingen)
1. Buitenlandse Betrekkingen : a) Begroting Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel — Sectie I (met uitzondering van de bijdragen voor internationale organismen) b) Idem — Bijdragen voor internationale organismen c) Andere begrotingen : — Economische Zaken — Landbouw — Diversen 2. Technische Bijstand (begroting Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel — Sectie II) 1 Totaal
1967 (Aangepaste kredieten)
1968 (Aangevraagde kredieten)
1,9
1,7
1, 8
0,3
0,5
0,5
0, 6 0, 3 0,8
0, 7 0, 6 0,8
0, 7 2, 0 0,8
2, 3
2, 6
2,7
6, 2
6, 9
8, 5
1 Inbegrepen de uitgaven betaald met de winsten van de Nationale Loterij.
8. Openbaar ambt. De politiek inzake het openbaar ambt werd en zal nog grotendeels worden georiënteerd door de objectieven vastgelegd in de Regeringsverklaring van 23 maart 1966 en in de wet van 31 maart 1967. Deze doeleinden : enerzijds, opvoering van de produktiviteit in de openbare diensten en, anderzijds, bescherming van de rechtmatige belangen van de verschillende categorieën ambtenaren en agenten. Het koninklijk besluit nr 4 van 18 april 1967 tot wijziging en aanvulling van de wet van. 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, zal. aan de Regering toelaten haar verbintenis, aangegaan in haar verklaring van 23 maart 1966, om de administratieve en budgettaire controle op deze organismen te verscherpen, uit te voeren. De rationele benuttiging van het personeel is ten andere een hoofdbekommernis De Regering zal, zoals dit reeds in 1967 het geval was, haar politiek van niet-recrutering verder zetten. In verband met die politiek is de
Regering erom bezorgd een juiste compensatie te verzekeren tussen de diensten waar men te talrijk is en die waar het effectief onvoldoende is. Met dit doel werd door de koninklijke besluiten W's 25 en 26 van 29 juni 1967 de basis gelegd voor een algemeen mobiliteitsstelsel van de agenten in overheidsdienst. Het eerste besluit is toepasselijk op het adminis- _ tratief rijkspersoneel en op het personeel van instellingen van openbaar nut, het tweede betreft de leden van het leger. De hervorming heeft hoofdzakelijk tot doel, enerzijds, het personeel op de beste wijze aan. te passen aan de werkelijke behoeften van de diensten, anderzijds, de arbeidszekerheid effectief te waarborgen aan de agenten die. in hun eigen sector geen werk hebben. Daarnaast heeft de Regering het principe van een vierde sociale programmering aanvaard en besloten ze door tussenkomst van een werkgroep, in het bijzonder belast met het nader bepalen van de draagwijdte van de eisen der vakbonden en de raming van de lasten hiervan, te laten voorbereiden.
— 562 —
II. De begroting van het dienstjaar 1967 De Rijksmiddelenbegroting voor 1967 raamde de gewone ontvangsten op fr. 220,8 miljard, waarvan fr. 208,4 miljard fiscale en fr. 12,4 miljard niet-fiscale ontvangsten. De buitengewone ontvangsten werden op fr. 0,4 miljard geraamd. Op het einde van de eerste acht maanden van het dienstjaar bedragen de belastingontvangsten in totaal fr. 142 miljard, waarbij de ramingen met fr. 0,9 miljard en de ontvangsten van de overeenkomstige periode van 1966 met fr. 12,8 miljard overschreden worden. Steunend op dit verloop en rekening houdend met het behoud van de raming voor de niet-fiscale ontvangsten, werden de gezamenlijke gewone ontvangsten van 1967 herschat op fr. 223,4 miljard, d.i. een meeropbrengst van fr. 2,6 miljard t.o.v. de oorspronkelijke raming. Deze meeropb r engst is als volgt over de grote ontvangstenrubrieken verdeeld : (Miljarden franken)
Directe belastingen Accijnzen Met het zegel gelijkgestelde taksen Andere door de Registratie geïnde rechten
3,0 + 0,6 — 0,8 — 0,2 + 2,6
In de sector van de directe belastingen zal de vermoedelijke meeropbrengst hoofdzakelijk worden verschaft door de bedrijfsvoorheffing ( + fr. 1,2 miljard), door de kohierbelasting op het gezamenlijke inkomen ten laste van natuurlijke personen ( -I- fr. 0,9 miljard) en door de voorafbetalingen (+ fr. 0,5 miljard). Daarentegen zullen de met het zegel gelijkgestelde taksen waarschijnlijk een minderopbrengst van fr. 0,8 miljard te zien geven, ondanks de bijkomende ontvangsten die verstrekt worden door de uitvoeringsbesluiten van de wet van 31 maart 1967 en dit wegens de minder gunstige evolutie van de conjunctuur. Er zou eveneens een minderopbrengst van fr. 0,2 miljard geboekt kunnen worden voor de registratierechten en voor de successierechten. Wat de gewone uitgaven betreft, werd de oorspronkelijk goedgekeurde begroting (fr. 221 miljard) vermeerderd met een bijblad tot een bedrag van fr. 4 miljard, waarbij aanvullende kredieten voor de vroegere dienstjaren (fr. 2,7 miljard) gevoegd moeten worden. De begroting van de gewone uitgaven voor 1967 bereikt
aldus fr. 225 miljard voor het lopend dienstjaar en fr. 227,7 miljard indien men rekening houdt met de kredieten voor de vroegere dienstjaren. Aangezien de vermoedelijke gewone ontvangsten geraamd werden op fr. 223,4 miljard, zal de begroting voor 1967 dus sluiten met een tekort van fr. 4,3 miljard, of van fr. 1,6 milTabel IX.
Gewone begroting voor het dienstjaar 1967 (
Miljoenen. f ranken)
Ontvangsten
:
Oorspronkelijke ramingen Vermoedelijke resultaten Uitgaven
220.796 223.446
:
Ingediende begroting Amendementen Goedgekeurde begroting Bijblad
.
220.764 + 295 221..059
:
Vermeerderingen Verminderingen
+9 .947 —5.981 3.966
Totaal van de kredieten van het dienstjaar Bijkredieten voor vroegere dienstjaren Totaal van de uitgaven
2.701. 227.726
Saldo van de vermoedelijke resultaten
—4 .280
225.025
jard indien men uitsluitend rekening houdt met het lopend dienstjaar. Houdt men evenwel rekening met de kredietannulaties op het einde van het dienstjaar, en waarvan het bedrag van dezelfde orde van grootte zou kunnen zijn als de vorige jaren, zegge iets meer dan fr. 2 miljard, dan zou het lopend dienstjaar met een licht overschot kunnen sluiten. De voornaamste oorzaken van de toeneming van de uitgaven met fr. 6,7 miljard, waarvan hierboven sprake, zijn de volgende : + fr. 1,1 miljard toelagen aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening; + fr. 1,1 miljard voor het Landbouwfonds; + fr. 0,9 miljard voor het Fonds voor beroepsziekten ; + fr. 0,8 miljard toelagen voor de steenkolennijverheid ; + fr. 0,8 miljard subsidies aan de Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (weddetrekkenden) ; + fr. 0,6 miljard toelagen aan de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.
De gezamenlijke begrotingsvoorstellen van de ministeriële departementen voor de buiten-
▪ — 563 gewone begroting omvatten voor fr. 25 miljard vastleggingskredieten en voor fr. 28,8 miljard betalingskredieten. Die bedragen werden gewijzigd en op fr. 25,3 en 29,2 miljard gebracht. Aan de andere kant gaven de wijzigingen aangebracht door middel van liet bijblad aanleiding tot een verhoging met fr. 0,4 miljard van de vastleggingskredieten en met fr. 1,3 miljard van de betalingskredieten. Het totaal van de kredieten die betrekking hebben op 1967 bereikt aldus fr. 25,7 miljard voor de vastleggingen en fr. 30,5 miljard voor de betalingen. Houdt men rekening met de overgedragen kredieten van 1966, dan verkrijgt men in 1967 een totaal van fr. 37,3 miljard beschikbare vastleggingskredieten en van fr. 37 miljard betalingskredieten. De belangrijkste nettoverhogingen van de vastleggingskredieten voorgesteld door middel
van het bijblad hebben betrekking op het departement van Openbare Werken (fr. 0,3 miljard) en het departement van Landsverdediging (fr. 0,3 miljard). De vermeerderingen van de betalingskredieten hebben hoofdzakelijk betrekking op het departement van Financiën (fr. 1 miljard) en van Landsverdediging (fr. 0,3 miljard). De verhoging die voor liet departement van Financiën wordt aangevraagd, zal grotendeels worden besteed aan de reorganisatie van de Nationale Delcrederedienst : er wordt inderdaad voorgesteld aan deze instelling, in de vorm van dotatie, een nominaal kapitaal van fr. 850 miljoen in obligatieleningen van de Belgische Staat te verlenen. De vermeerdering voorgesteld ten gunste van de Landsverdediging is bestemd om de installatiekosten van de S.H.A.P.E. te Casteau te dekken.
III. De begroting voor het dienstjaar 1968
— vermindering wegens terugbetalingen van ontleende kapitalen . — vermindering wegens vervroegd terugbetaalde kapitalen
A. GEWONE BEGROTING.
1 Gewone uitgaven. In 1968 zullen de gewone uitgaven, zoals reeds werd gezegd, fr. 240,7 miljard bereiken, d.i. dus fr. 15,7 miljard meer dan de gewone uitgaven in het vooruitzicht gesteld voor het lopend dienstjaar. Tabel X geeft de indeling van die uitgaven weer. Daarna wordt een overzicht gegeven van de voornaamste rubrieken van die tabel. Op de begroting van de Rijksschuld voor het jaar 1968 werden voor fr. 42,8 miljard kredieten uitgetrokken. Vergeleken met de aa•gepaste kredieten van 1967, in totaal groot fr. 38,7 miljard, bedraagt de stijging fr. 4,1 miljard. Deze stijging is als volgt onderverdeeld :
— 0,5
b) van de vlottende schuld : — schatkistcertificaten op halflange termijn — schatkistcertificaten op korte termijn
— 0,3 0,4
2. Aflossingen van de geconsolideerde schuld : — lasten voor de in 1967 verrichte uitgiften — eerste aflossingslast en verhoging van de aflossingsdotaties van sommige leningen in Belgische franken en in deviezen . — opheffing van de aflossingslasten van twee staatsleningen . Totale verhoging ...
1. Interesten :
— 0,3
+ 1,6
+ 1,2 — 0,8 . 4,1
(Miljarden franken)
a) van de geconsolideerde schuld : — nieuwe lasten voor de in 1967 reeds gedane uitgiften — lasten van een vóór einde 1967 te verrichten nieuwe uitgifte — verhoging van de rentelast voor de lotenlening 1953 en voor de lening van het Wegenfonds bij de Europese Investeringsbank .
+ 2,3 0,4
+ 0,1
De stijging van de begroting van de Rijksschuld moet clus hoofdzakelijk worden toegeschreven aan de aangroei van de geconsolideerde schuld en aan de daaruit voortvloeiende toeneming van de rente- en aflossingslasten. In dat opzicht zijn de kredieten ingeschreven op
- 564 Tabel X.
Gewone uitgaven ' (Miljoenen, franken) 1967 (Aangepaste kredieten)
.1. .F1.47 (Timide
2
1968 (Aangevraagde kredieten)
Verschil tussen 1968 en 1967
begrotingen :
Rijksschuld Pensioenen Dotaties Totaal
38.715 27.604 664 66.983
42.811 28.430 698 71.939
+ 4.096 826 + + 34 + 4.956
670 4.521 13.748 4.360 18.701 2.732 3.483 7.596 470 8.856 7.234 4.273 3.712 16.787 42.302 3.059 8.154 7.386
1.981 , 4.878 14.708 4.534 17.920 2.910 6.150 7.109 • 507 9.138 7.677 3.948 3.308 18.644 44.690 3.350 8.770 8.587 4
+ 1.311 + 357 + 960 + 174 781 + 178 + 2.667 - .487 + 37 + 282 + 443 325 404 + 1.857 + 2.388 + 291 + 616 + 1.201
2. Andere begrotingen : Eerste Minister Justitie Binnenlandse Zaken Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel Landsverdediging Rijkswacht Landbouw Economische Zaken Middenstand Verkeerswezen Posterijen, Telegrafie en Telefonie Openbare Werken Tewerkstelling en Arbeid Sociale 'Voorzorg Nationale Opvoeding Cultuur Volksgezondheid en Gezin Financiën Totaal
158.042
168.809
+10.767
Algemeen totaal
225.025
240.748
+15.723
1 Wegens de afrondingen zijn de totalen niet altijd gelijk aan de som der detailcijfers. Excl. de bijkredieten voor vroegere dienstjaren. Inch een prov:sioneel krediet van fr. 1.400 miljoen voor de sociale programmatie. Incl. een provisioneel krediet van fr. 800 miljoen voor de koppeling van sommige uit gaven aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen.
2 3 4
de begroting van de Rijksschuld ('), als volgt onder aflossingen, interesten en andere lasten verdeeld : 1967 aangepast
1968
dieerd onderwijzend personeel en de bedienaars van de eredienst, en van de militaire pensioenen vloeit hoofdzakelijk voort uit de vermeerdering van het aantal rustpensioenen en
(Miljarden franken)
Aflossingen Interesten Andere lasten Totaal ...
15,6 22,3 0,8
18,3 23,7 0,8
38,7
42,8
De kredieten ingeschreven op de begroting van .Pensioenen voor liet jaar 1968 bedragen fr. 28,4 miljard, d.i. een verhoging met fr. 0,8 miljard t.o.v. de aan.gepaste kredieten voor het jaar 1967. De stijging van de kredieten ( + fr. 0,7 miljard) voor de uitkering van de burgerlijke pensioenen aan liet staatspersoneel, het gesubsi( 1 ) Het betreft de gewone begroting alleen ; de buitengewone begroting omvat bovendien, voor elk der jaren 1967 en 1968, fr. 0,5 miljard aan kredieten bestemd voor de aflossing van de schuld overgenomen van Kongo.
Tabel XI.
Begroting, van Pensioenen (Miljarde
1
franken) 1966 (Verrezenlijki ngen)
1967 1068 (A enge(A an paste kre- gevraagde dieten) 1 krediet en)
Burgerlijke, kerkelijke en militaire pensioenen
8,8
9,9
10,6
Oorlogspensioenen
5,2
5,6
5,8
Sociale pensioenen
11,8
12,1
12,0
25,8
27,6
28,4
Totaal
1 Excl. (Ie bijkredieten voor vroegere dienstjaren.
uit de verhoging van. hun gemiddeld bedrag ingevolge de opvoering van het peil van cie bezoldigingen van het overheidspersoneel, uit de verhoging der pensioenen voorgeschreven
-- 565 — door het koninklijk besluit van 23 maart 1967 alsook uit de koppeling van die uitgaven aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen. Niettegenstaande het betrekkelijk hoge sterftecijfer der rechthebbenden, stijgen de uitgaven voor oorlogspensioenen met fr. 0,2 miljard als gevolg van de nieuwe voordelen die met ingang van 1 januari 1968 aan de oorlogsslachtoffers worden toegekend in uitvoering van de wetten van 6 en 7 juli 1964, 29 maart 1967 en 15 juni 1967. Bij dit alles moeten nog de nieuwe lasten worden gevoegd, teweeggebracht door de wetten van 6 juli 1964 en 31 maart 1965 met betrekking tot de slachtoffers van de gebeurtenissen in Kongo, alsook de weerslag van de opeenvolgende stijgingen van het indexcijfer der kleinhandelsprijzen. De begroting van de Eerste Minister, voor 1968 vastgesteld op fr. 2 miljard, omvat een totaal bedrag van fr. 1,4 miljard voor de sociale programmatie. Afgezien van deze post zou zij met fr. 0,1 miljard verminderd zijn t.o.v. de aangepaste begroting van 1967, vermindering voortvloeiend uit het feit dat geen enkel krediet meer werd ingeschreven om de indienstnemingen van de verschillende departementen in totaal te dekken. De begroting van Binnenlandse Zaken voor 1968, afgesloten op fr. 14,7 miljard, overschrijdt met fr. 1 miljard die voor 1967. Die verhoging is vooral te wijten aan de vermeerdering van de geldmiddelen die ter beschikking worden gesteld van de gemeenten ( + fr. 1,3 miljard voor het Gemeentefonds) en van de provinciën ( + fr. 0,2 miljard voor het Fonds der Provinciën). Anderzijds werden geen bijzondere hulpgelden meer ingeschreven; dit brengt een compenserende vermindering teweeg van fr. 0,5 miljard. De begroting van Landsverdediging werd vastgesteld op fr. 17,9 miljard voor 1968. Tegenover een aangepaste begroting van fr. 18,7 miljard voor 1967 constateert men een vermindering met fr. 0,8 miljard die hoofdzakelijk is toe te schrijven aan de herstructurering van het Departement op grond van maatregelen in verband met de mobiliteitvan het personeel. Voor Landbouw wordt voor 1968 een begroting ingediend van fr. 6,1 miljard. De vermeerdering t.o.v. de aangepaste begroting
van 1967 bedraagt fr. 2,7 miljard en dient hoofdzakelijk te worden toegeschreven aan de inwerkingtreding van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Economische Gemeenschap. Zo worden de kredieten voor het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw met fr. 1,4 miljard verhoogd wegens de toegenomen bijdrage van het Fonds in de uitgaven voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid; het Landbouwfonds, van zijn kant, ontvangt insgelijks fr. 1,4 miljard meer met het oog op de voorfinanciering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, voorfinanciering die later voor het grootste deel in mindering dient gebracht van de bedragen aan het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw. Voor Economische Zaken worden op de begroting voor 1968 kredieten uitgetrokken ten belope van fr. 7,1, miljard, d.i. een ve•mindering met fr. 0,5 miljard .t.o.v. de aangepaste begroting van 1967. Dat verschil spruit hoofdzakelijk voort uit het feit dat de uitgaven voor de economische expansie ten laste van toegewezen ontvangsten worden gelegd, zulks ten belope van fr. 1,3 miljard; de begrotingskredieten voor de overeenkomstige uitgaven geven een vermindering met fr. 0,7 miljard te zien. De begroting van Ferkeerswezen bedraagt voor 1968 fr. 9,1 miljard. De vermeerdering t.o.v. de aangepaste begroting van 1967 moet voor fr. 0,2 miljard worden toegeschreven aan de verhoging van de toelagen aan de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. De begroting van Openbare Werken voor 1968, die op fr. 3,9 miljard werd vastgesteld, vertoont een vermindering van fr. 0,3 miljard t.o.v. de aangepaste begroting van 1967. Door het uittrekken van de kredieten voor de inhuringskosten van onroerende goederen op de begrotingen van de onderscheiden departementen, valt het overeenstemmende krediet op de begroting van Openbare Werken weg, het geen aanleiding gaf tot een vermindering met fr. 0,6 miljard. Daartegenover staan verhogingen voor bezoldigingen (fr. 0,1 miljard), voor het gewone onderhoud van de verkeerswegen (fr. 0,1 miljard) en voor de subsidies aan de gewestelijke en plaatselijke openbare
- 566 besturen als hulp in de interest- en delgingslasten van de leningen bestemd voor de financiering van werken (fr. 0,1 miljard). De begroting van Tewerkstelling en Arbeid, vastgesteld op fr. 3,3 miljard, is met fr. 0,4 miljard verminderd t.o.v. de aangepaste begroting van 1967, hoofdzakelijk wegens de vermindering van de kredieten die betrekking hebben op de werkloosheid en de werkgelegenheid. Afgesloten op fr. 18,6 miljard overtreft de begroting van Sociale Voorzorg, voor 1968, met fr. 1,8 miljard de aangepaste begroting van 1967. Die aangroei betreft voor het grootste deel de sector van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, waarin voor de weddetrekkenden fr. 1,3 miljard en voor de zelfstandigen fr. 0,2 miljard meer zal worden uitgegeven. De toelage aan het Fonds voor beroepsziekten is met fr. 0,3 miljard verhoogd. De begroting van Nationale Opvoeding blijft, zoals voorheen, de hoogste van alle begrotingen. Zij werd vastgesteld op fr. 44,7 miljard en overtreft de aangepaste begroting van 1967 met fr. 2,4 miljard. De meeruitgaven betreffen voor ca. fr. 1,6 miljard het personeel (weddelasten), voor fr. 0,4 miljard de werkingstoelagen aan de instellingen voor hoger. onderwijs en voor fr. 0,2 miljard de werkingstoelagen voor het niet-universitair onderwijs. De kredieten uitgetrokken op de begroting van Volksgezondheid en Gezin belopen fr. 8,8 miljard, d.i. fr. 0,6 miljard meer dan de aangepaste begroting van 1967. Van die verhoging gaan fr. 0,3 miljard naar de ziekenhuizen en fr. 0,2 miljard naar de plaatselijke en gewestelijke besturen als hulp in de financiering van hun werken. De begroting van het Ministerie van Financiën omvat een provisioneel krediet van fr. 0,8 miljard om te voorzien in een eventuele overschrijding van het niveau 137,50 van het indexcijfer der kleinhandelsprijzen, die zich einde 1968 zou kunnen voordoen. Na aftrek van die provisie bedraagt de begroting fr. 7,8 miljard. De stijging met fr. 0,4 miljard t.o.v. de aangepaste begroting van 1967 wordt hoofdzakelijk teweeggebracht door verhogingen van bezoldigingen.
2. Rijksmiddelenbegroting. De gewone ontvangsten voor 1968 zijn in totaal op fr. 240,6 miljard geraamd, waarvan fr. 227,9 miljard voor belastingontvangsten en fr. 12.7 miljard voor niet-fiscale ontvangsten. De aangroei van de ontvangsten t.o.v. de vermoedelijke ontvangsten van 1967 bedraagt fr. 17,2 miljard, waarvan fr. 16,9 miljard aan belastingontvangsten en fr. 0,3 miljard aan niet-fiscale ontvangsten. Zoals in het eerste deel van het artikel werd gezegd, is de toeneming van de belastingontvangsten voor fr. 14,8 miljard het resultaat van de expansie van de belastbare middelen en voor fr. 3 miljard van de bijkomende weerslag, in 1968, van eertijds getroffen fiscale maatregelen. De opbrengst van de directe belastingen voor 1968 wordt op fr. 95,3 miljard geraamd, d.i. fr. 7,2 miljard meer dan de vermoedelijke ontvangsten van 1967. De ontvangsten die van de onroerende . voorheffing verwacht worden, zouden fr. 0,3 miljard meer bedragen dan in 1967 ten gevolge van, enerzijds, de toeneming van het kadastraal inkomen, dat de grondslag is van die belasting, anderzijds, het inhalen in 1968 van de achterstand die in 1967 bij de inkohieringen werd opgelopen wegens het invoeren van de automatisering. De opbrengst van de roerende voorheffing wordt op fr. 8,6 miljard geraamd, d.i. een stijging met fr. 0,6 miljard t.o.v. de vermoedelijke ontvangsten van 1967. Die stijging komt voor fr. 0,2 miljard voort uit de roerende voorheffing op dividenden en voor fr. 0,7 miljard uit de roerende voorheffing op andere inkomsten; deze laatste post wordt vooral beïnvloed door de uitbreiding van de inkomsten uit leningen van de openbare sector. De ontvangsten aan aanvullende voorheffing, die ingevolge de samensmelting van de voorheffingen geleidelijk verdwijnen, zullen nog slechts fr. 20 miljoen opbrengen, d.i. fr. 300 miljoen minder dan in 1967. Door de samensmelting van de voorheffingen zal de begroting voor 1968 ongeveer fr. 0,4 miljard aan ontvangsten verliezen, hoofdzakelijk onder de rubriek der inkomstenbelastingen geïnd volgens kohieren. De opbrengst van de bedrijfsvoorheffing wordt op fr. 44,7 miljard geraamd, d.i. fr. 5,8 miljard meer dan de vermoedelijke ontvangsten voor 1967. De verhoging vloeit zowel voort uit de verwachte expansie van de
567 Rijksmiddelenbegroting
Tabel XII.
(Miljoenen franken) 1966
1967
1968
Verschil tussen
(Resultaten)
(Vermoedelijke ontvangsten)
( Voorn itzich t en )
1968 en 1967
955 7.135 34.241
1.000 7.990 38.895
1.250 8.600 44.700
250 + 61.0 + + 5.805
16.709
18.500
19.250
+
750
10.010 2.857 110 4.182 448 289
11.050 3.000 230 6.350 515 375 •
11.900 3.100 230 5.000 625 475
+ +
850 100
-
1. Fiscale. ontvangsten : A. Directe belastingen :
Belasting gestort bij wijze van voorheffing : - onroerende voorheffing - roerende voorheffing - bedrijfsvoorheffing Belasting op het gezamenlijk inkomen vooraf gestort door de niet-loontrekkenden Belasting op het gezamenlijk inkomen geïnd door middel van kohieren ten laste van : - de natuurlijke personen - de vennootschappen - de niet-ingezetenen Verkeersbelasting Belasting op de spelen en de weddenschappen Belasting op de spelautomaten Belastingen geïnd onder het stelsel van de gecoordineerde wetten Afgesloten dienstjaren Diversen
- 1.350 + 110 100 -1-
431 25
180 27
140 33
77.392
88.112
95.303
+ 7.191
8.230 25.775 141
8.700 27.378 238
8.900 29.900 240
+ 200 + 2.522 + 2
34.146
36.316
39.040 -
+ 2.724
6.767 3.226 67.902 708
7.050 3.415 75.370 756
7.700 3.850 81.260 796
650 + 435 + + 5.830 40 +
Totaal
78.603
86.591
93.546
+ G . 955
Totaal van de fiscale ontvangsten
190.141
211.019
227.889
+16.870
6.321 2.348 767 613
7.378 3.423 909 717
7.074 3.957 951 731
+ + +
304 534 42 1.4
Totaal van de niet-fiscale ontvangsten
10.049
12.427
12.713
+
286
Totaal van de gewone ontvangsten
200.190
223.446
240.602 ^
Totaal
+
40 -
6
B. Douanerechten en accijnzen :
Douanerechten Accijnzen en verbruikstaks Diversen Totaal C. Registratie :
Registratierechten Successierechten Zegelrechten en met het zegel gelijkgestelde taksen Diversen
2. Niet-fiscale ontvangsten : Posterijen, Telegrafie en Telefonie Financiën Verkeerswezen Andere departementen
loonmassa als uit de eigen structuur van het belastingstelsel. De opbrengst van de vervroegde betalingen wordt. op fr. 19,3 miljard geraamd, tegen fr. 18,5 miljard aan vermoedelijke ontvangsten voor 1967. De verwachte verhoging weerspiegelt een zekere verbetering van de belastbare middelen alsmede een verwachte uitbreiding van het aantal sto rtingen. De opbrengst van de inningen volgens kohieren (personenbelasting, vennootschapsbelasting, belasting der niet-ingezetenen)
+17.156
mag op fr. 15,2 miljard geraamd worden, tegenover fr. 14,3 miljard in 1967, hetgeen een toeneming met fr. 0,9 miljard betekent, waarvan fr. 0,8 miljard aan de personenbelasting en fr. 0,1 miljard aan de vennootschapsbelasting moeten worden toegeschreven. De ontvangsten die men van de verkeersbelasting mag verwachten, worden op fr. 5 miljard geraamd tegenover een vermoedelijke ontvangst van fr. 6,4 miljard in 1967. Evenwel dient te worden opgemerkt dat, ingevolge de
- 568 — overgang van het dienstjaar naar het beheerstelsel, het jaar 1967, wat de boeking aangaat, enerzijds de stortingen zal genoten hebben die in december 1966 in mindering van de verkeersbelasting voor het jaar 1967 werden verricht, en anderzijds de stortingen voor 1968 die in december 1967 zullen verricht worden. Deze factor buiten beschouwing gelaten, zouden de ontvangsten voor het begrotingsjaar 1967 voor de verkeersbelasting fr. 4,7 miljard bedragen hebben. De werkelijke toeneming voor 1968 t.o.v. 1967 bedraagt dus fr. 0,3 miljard. De ontvangsten voortvloeiend uit de belasting op de spelen en de weddenschappen en uit de belasting op de spelautomaten worden samen op fr. 1,1 miljard geraamd, d.i. een stijging met fr. 0,2 miljard t.o.v. de vermoedelijke ontvangsten voor 1967. Bij de raming van de douanerechten op fr. 8,9 miljard wordt rekening gehouden met de integrale verwezenlijking, vanaf 1 juli 1968, van de douane-unie onder de landen van de Europese Economische Gemeenschap, alsook met de laatste etappe naar de verwezenlijking van het gemeenschappelijke buitentarief. De laatste afschaffing van de intercommunautaire invoerrechten zal een verlies aan ontvangsten ten belope van fr. 0,6 miljard met zich brengen, terwijl de laatste etappe naar de verwezenlijking van het gemeenschappelijke buitentarief naar raming ca. fr. 0,8 miljard zal opbrengen. De vermeerdering van de opbrengst uit accijnzen en diverse posten wordt op ongeveer
fr. 2,5 miljard geraamd. Deze meeropbrengst betreft de tabak (fr. 1,7 miljard, waarvan fr. 1 miljard is toe te schrijven aan de prijsverhoging van de sigaretten en aan de invoering van een specifiek recht op die produkten in het raam van de wet van 31 maart 1967) en de minerale oliën (fr. 0,8 miljard). De raming van de opbrengst van het zegelrecht en de met het zegel gelijkgestelde taksen
ligt fr. 5,8 miljard hoger dan de vermoedelijke ontvangsten van 1967. Van dat bedrag houdt fr. 4,6 miljard, d.i. een toeneming met ca. 6,1 pct., rechtstreeks verband met de economische expansie en met de evolutie van de prijzen. Het resterende bedrag van fr. 1,2 miljard is het resultaat van verschillende wijzigin-
gen aan de bestaande wetgeving en reglementeringen. Aldus zullen de wet van 31 maart 1967 en de uitvoeringsbesluiten ervan bijkomende ontvangsten ten belope van ongeveer fr. 0,7 miljard tot gevolg hebben ( 1 ). Tenslotte zullen verschillende reeds vroeger getroffen maatregelen in 1968 naar raming nog ongeveer fr. 0,5 miljard opbrengen ( 2 ). De vermoedelijke opbrengst van de andere door de registratie geïnde rechten wordt voor 1968 op fr. 12,3 miljard geraamd, d.i. een vermeerdering met fr. 1,1 miljard t.o.v. 1967. Van die vermeerdering is fr. 0,6 miljard toe te schrijven aan de registratierechten, waarvan fr. 0,2 miljard de weerslag vertegenwoordigt van de verschillende wijzigingen die aan de wetgeving werden aangebracht in het kader van de wet van 31 maart 1967 ( 3 ); het resterende bedrag, d.i. fr. 0,5 miljard, vloeit hoofdzakelijk voort uit de successierechten. De niet-fiscale ontvangsten worden voor 1968 geraamd op fr. 12,7 miljard t.o.v. een vermoedelijke ontvangst van fr. 12,4 miljard in 1967. Dit laatste cijfer was echter voor fr. 0,5 miljard beïnvloed door de overgang naar het beheerstelsel ( 4 ). De werkelijke toeneming van de niet-fiscale ontvangsten voor 1968 t.o.v. de vermoedelijke ontvangsten voor 1967 bedraagt dus in feite fr. 0,8 miljard. (1) He t gaat hier om de ontvangsten die zullen voortvloeien uit de verdubbeling van het vast zegelrecht, uit de verhoging met 50 pct. van het griffierecht en uit de verhoging van de taks op de verzekeringspremies, evenals uit de verhoging van 17 tot 18 pct. en van 20 tot 23 pet. van het percentage van de weeldebelasting, uit de belasting op de parfumerieartikelen in het stadium van de groothandel en ook uit de verhoging van de percentages van de overdrachttaks op alcohol, sigaren en cigarillo's. (2) Het betreft o.m. de belasting van de prestaties van de Regie van Telegrafie en Telefonie, de bepalingen aangaande de verrichtingen op .foren en markten, de verkopen op plan van onroerende goederen en de leveringen aan de openbare diensten alsook de strijd tegen de belastingontduiking; de weerslag van die maatregelen zal echter gedeeltelijk gecompenseerd worden door de vrijstelling van belasting van de graangewassen en de ontheffing bij de uitvoer. (3) Zij hebben o.m. betrekking op de verhoging met 50 pct. van het algemeen vast recht, de wederinvoering van 1 of 0,50 pct. op de subrogaties van hypothecaire schuldvorderingen evenals op de wijziging van het teruggavestelsel in geval van wederverkoop. (4) Ongeveer fr. 0,5 miljard kijk- en luistergelden van de Belgische Radio en Televisie, die vóór 31 december 1967 te innen zijn voor het jaar 1968, zullen inderdaad ten voordele van het begrotingsjaar 1967 worden geboekt, terwijl dit laatste eveneens de kijk- en luistergelden genoten heeft die vóór 31 december 1966 voor rekening van het jaar 1967 werden gestort.
- 569 13. BUITENGEWONE BEGROTING.
jard voor de vastleggingen en fr. 31,2 miljard voor de ordonnanceringen.
De buitengewone ontvangsten voor het boekjaar 1968 worden op fr. 587 miljoen geraamd tegenover fr. 368 miljoen aan vermoedelijke ontvangsten voor 1967.
Wil men een aannemelijke vergelijking maken tussen de eerste van bovengenoemde bedragen en het vastleggingsprogramma waarvan in het eerste deel van dit artikel sprake was, dan dient er rekening te worden gehouden met het feit dat de nieuwe vastleggingskre-
De voor 1968 aangevraagde kredieten, van hun kant, bedragen respectievelijk fr. 21,8 mil-
Indeling van de buitengewone uitgaven
Tabel XIII
(Miljoenen franken) Betalingskredieten
Yastleggingskredieten 1967
(Aangepast) 1 1
1. Buitengewone uitgaven voor goederen en. diensten
waarvan : Landsverdediging Openbare Werken 2. Buitengewone
Verschil (8) = (2)
-
(1)
(4)
1968
Verschil
(5)
(6) = (5) - (4)
5.527
3.955
-1.572
5.787
4.625
-1.161
(4.014) (1.493)
(2.637) (1.287)
(-1.377) (- 206)
(4.634) (1.135)
(3.462) (1.132)
(-1.172) (3)
inkomensoverdrach-
ten
25
25
-
461
129
-
332
waarvan : Verkeerswezen
-
-
-
(340)
-
(-
340)
2.830
3.009
+
179
8.985
10.462
+1.477
(556) (2) (1.609) (533)
(390) (1.810) (15) (674)
(((+ (+ (+
166) 2) 201) 15) 141)
(489) (727) (4.858) (810) (1.694)
(383) (861) (6.479) (815) (1.582)
(- 106) (+ 134) (+1.621) 5) (+ (+ 112)
11.403
9.005
-2.398
7.892
7.820
-
72
(196) (10.171) (274) (247) (172)
(131) (8.240) (95) (120) (160)
(65) (-1.931) (- 179) (- 127) (12)
(212) (6.858) (172) (202) (118)
(232) (6.932) (212) (92) (126)
(+ (+ (+ ((+
20) 74) 40) 110) 8)
5.939
5.810
-
6.834
7.649
+
815
(5.534) (186) -
(5.602) (172) -
(+ (-
(4.846) (199) (1.349)
(6.269) (102) (780)
3. Vermogensoverdrachten waarvan : Landbouw Verkeerswezen Openbare Werken Nationale Opvoeding Volksgezondheid en Gezin 4. Directe burgerlijke investeringen . waarvan : Rijkswacht Openbare Werken Nationale Opvoeding Cultuur Volksgezondheid en Gezin 5.
1968 (2)
(1)
1967 (Aangepa st) 1
Kredieten en deelnemingen
waarvan : Verkeerswezen Openbare Werken Financiën 6. Diversen waarvan : Rijksschuld Openbare Werken Algemeen totaal
129 68) 14) -
(+1.423) 97) ((- 569)
26
26
-
523
501
-
22
(25)
(25)
-
(462) (25)
(472) (25)
(+
10) -
25.750
21.830
-3.920
30.483
31.186
+
703
Excl_ de kredieten overgedragen van het vroegere begrotingsjaar; deze kredieten vermeerderen liet gezamenlijke bedrag van de vastleggingskredieten met fr. 11.539 miljoen en dat van de betalingskredieten, met fr. 6.534 miljoen.
dieten die worden aangevraagd, slechts een deel van voornoemd programma uitmaken. Aldus zijn in het totaal van fr. 52 miljard van het programma, zoals het voorkomt in tabel VI, volgende bedragen begrepen : - de fr. 21,8 miljard aangevraagde nieuwe vastleggingskredieten;
- de fr. 6,3 miljard nieuwe ordonnanceringskredieten die zullen worden overgedragen naar fondsen van waaruit zowel de vastlegging als de ordonnancering van de uitgaven zullen geschieden. Die kredieten worden ingeschreven onder de ordonna.nceringskredieten van de buitengewone begroting en komen voor in de
— 570 — totalen van kolom (5) van tabel XIII. Zij hebben in hoofdzaak betrekking op de fondsen betreffende de gebouwen voor de verschillende takken van het onderwijs, alsmede op de overdrachten naar het Fonds voor economische expansie en regionale reconversie; — fr. 4,2 miljard financiële uitgaven, olie de voorschotten, participaties en leningen van de Staat in de particuliere en in de openbare sector, op nationaal en internationaal vlak, vertegenwoordigen; — fr. :1.1,8 miljard voor het, programma van het Wegenfonds; — fr. 8 miljard voor de gemeentelijke werken en de werken van de autoweg E3. Bij het aldus gevormd totaal van fr. 52 mil• jard dienen eveneens de kredieten gevoegd waarvoor gedurende de vorige jaren machtiging werd verleend en die op het einde van dit jaar beschikbaar zullen zijn omdat zij niet konden worden vastgelegd. Volgens een eerste raming van de totale beschikbare middelen op 31 december 1967 bedraagt de massa naar 1968 overbrengbare kredieten fr. 11 miljard. Het is evenwel pas op het einde van het jaar dat het gedeelte van het beschikbare bedrag dat moet worden overgedragen, en datgene wat moet worden geannuleerd zullen kunnen worden vastgesteld.
In zake ordon n aneeringskredieten bedragen de aangevraagde nieuwe kredieten, zoals gezegd, fr. 31,2 miljard. Zoals voor de vastleggingskredieten moet men eveneens rekening houden met de ordonnanceringskredieten die op liet einde van het . jaar 1967 beschikbaar zullen zijn en die in aanmerking komen voor overdracht naar het jaar 1.968 (ongeveer fr. 4 h 5 miljard). De Regering zou aldus beschikken over een totaal bedrag van fr. 36 miljard om haar betalingen voortvloeiend uit haar vastleggingen en verbintenissen na te komen. Bij die fr. 36 miljard dient liet bedrag van de kredieten gevoegd die overeenstemmen niet de uitgaven van het Wegenfonds, geraamd op ongeveer fr. 8,7 miljard. Het beschikbaar totaal zou dus rond fr. 44,7 miljard schommelen. Het verschil van fr. 5 miljard met het betalingsprogramma dat door de Regering werd vastgesteld op fr. 39.7 miljard (zie tabel VII), vertegenwoordigt het aandeel van de centrale overheid in de investeringen van de plaatselijke overheid, de onvermijdelijke marges wegens het feit dat het programma is samengesteld uit een geheel van de departementale programma's, die elk op hun beurt in gespecialiseerde rubrieken zijn onderverdeeld, alsook de kredieten die zullen geschrapt worden bij het koninklijk besluit van overdrachten en annuleringen dat na de afsluiting van de begroting zal worden genomen.
IV. De begroting uitgedrukt in economische en functionele termen
In dit vierde deel van de Algemene Toelichting van de begroting zijn de verrichtingen van de centrale overheid voor de jaren 1966, 1967 en 1968 ingedeeld volgens een economische en functionele hergroepering die door de Beneluxlanden gezamenlijk is vastgesteld. In de vorige begrotingsdocumenten werden de aangewende techniek en de inkleding van de resultaten reeds uitvoerig uiteengezet. De lijst van de fondsen en autonome instellingen waarvan de verrichtingen samengevoegd zijn met die van de Staat werd gepubliceerd in de Algemene Toelichting van 1966. Vanaf 1.967 dient hieraan toegevoegd het Fonds voor economische expansie en regionale reconversie
opgericht bij koninklijk besluit nr I. van 18 april 1967. A. ECONOMISCHE HERGROEPERING
De economische hergroepering geeft aanleiding tot liet opstellen van twee rekeningen : de rekening van de lopende verrichtingen en de rekening van de kapitaalverrichtingen. Het saldo van de eerstgenoemde geeft de besparing of de ontsparing aan. Deze classificatiemethode maakt het dus mogelijk te bepalen in welke mate de centrale overheid beschikt of zal kunnen beschikken over lopende middelen om haar investeringen en andere kapitaaluitgaven te
- 571 2) uit de inschakeling, in de economische hergroepering, van de verrichtingen van een zeker aantal fondsen en autonome instellingen (bijvoorbeeld, Wegenfonds, Intercommunale E3, .Landbouwfonds). De diverse aanpassingen die nodig zijn om van het budgettair saldo naar dat van de economische hergroepering over te gaan, -zijn als volgt samengevat :
financieren, of wel of zij haar toevlucht dient te nemen tot leningen om de lopende uitgaven te dekken. Uit de hierna volgende tabel blijkt dat het spaarsaldo in de drie beschouwde jaren positief is : Lopende Lopende uitgaven ontvangsten
Saldo
(Miljarden franken)
1966 1967 1968
192,8 216,7
2
226,2
2
1
196,7 219,3 235,6
+ 3,9 4- 2,6
Verrichtingen die het spaarsaldo beïnvloeden in 1968
9,4
verminderen
1 Vastleggingen. 2 Aangepaste kredieten 3 Oorspronkelijke kredieten.
vermeerderen
(Miljarden franken)
Uitgaven van de buitengewone begroting opgenomen in de lopende rekening (hoofdzakelijk militaire investeringen) .................... Uitgaven van de gewone begroting opgenomen in de kapitaalrekening (hoofdzakelijk aflossingen van de Rijksschuld) Gewone ontvangsten opgenomen in de kapitaalrekening (hoofdzakelijk successierechten) Extrabudgettaire lopende uitgaven (voornamelijk van fondsen) Extrabudgettaire lopende ontvangsten (voornamelijk van fondsen) Totaal
Voor 1968 stelt men een belangrijk verschil vast tussen het saldo van de rekening der lopende verrichtingen van de economische hergroepering ( 4- fr. 9,4 miljard) en dat van de gewone begroting (- fr. 0,2 miljard). Dit vloeit voort : 1) uit het feit dat de classificatiecriteria der lopende verrichtingen en der kapitaalverrichtingen enerzijds, en der gewone en buitengewone begrotingsverrichtingen anderzijds, niet dezelfde zijn :
4,8
22,6 4,5 11,2 7,5 30,1
20,5
Verschil
9,6
'Fabel XIV.
Economische hergroepering van de begrotingsverrichtingen van de centrale overheid (Mir oenen franken) 1967 2
1966 1
A. Rekening « Lopende verrichtingen. » : 1 . Lopende uitgaven en ontvangsten voor goederen en diensten 2. Rente, verliezen en winsten van bedrijven 3. Inkomensoverdrachten naar en van andere sectoren 3. Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector Diversen
1968 3
.
-
62.004 27.834
-
70.613 29.162
-
72.732 31.656
+ 192.804
-I- 160.788
4- 177.478
-I-
67.185 167
+
75.344 257
-
78.636 372
4--
3.932
4-
2.616
4-
9.408
4-
3.932
4-
2.616
4-
9.408
-
464
-
613
4-
474
+
1.465 19.023 10.044 16.466 24
-I-
1.915 23.901 9.954 17.794 27
-I-
2.251 28.070 10.533 20.464 29
Saldo van de kapitaalverrichtingen
-
47.438
-
54.150
-
60.815
Eindsaldo
-
43.506
-
51.534
-
51.407
Saldo van de lopende verrichtingen B. Rekening « Kapitaalverrichtingen » : Saldo van de lopende verrichtingen 5. Vermogensoverdrachten naar en van andere sectoren 6. Vermogensoverdrachten binnen de overheidssector 7. Directe investeringen 8. Kredieten en deelnemingen 9. Rijksschuld Diversen
1 In uitgaven : vastleggingen op 31 januari 1967 voor de gewone begrotingen; ordonnaneeringen voor de buitengewone. In ontvangsten : verwezenlijkingen. In uitgaven : gewone begroting aangepast, met inbegrip van de uitgaven voor vroegere dienstjaren; buitengewone begroting aangepaa (betalingskredieten). In ontvangsten : nieuwe ramingen.
2
3 Oorspronkelijke vooruitzichten.
- 572 Bij de beoordeling van de resultaten mogen volgende elementen niet uit het ocig worden verloren : 1) Normaal zou ± fr. 1,3 miljard bij de uitgaven dienen gevoegd te worden bij wijze van afschrijvingen op gebouwen en materieel. 2) Verwacht mag worden dat de kredieten. van 1967 ten belope van ± fr. 2 miljard niet zullen worden opgebruikt. Deze som zou moeten afgetrokken worden van het totaal der lopende uitgaven van dit jaar. Het saldo zou dan in dezelfde mate verhoogd moeten worden. Bij de lopende verrichtingen onderscheidt men onderstaande groepen : 1. Consumptie. De lonen, pensioenen en andere sociale lasten van het overheidspersoneel vormen de grootste post van de consumptieve bestedingen. Zij stijgen van fr. 43,6 miljard in 1966 tot fr. 47,4 miljard in 1967 en fr. 50,3 miljard in 1968. Dit accres wordt verklaard door de uitwerking van de algemene prijsstijging, de toepassing van de akkoorden voor sociale programmatie en de uitbreiding van het rijkspersoneel in zekere diensten. In de tweede plaats stijgen de aankopen van goederen en diensten van fr. 15 miljard in 1966 tot fr. 18 miljard in 1968, d.i. een toeneming met 20 pct. Op de derde plaats komen de militaire investeringen, de N.A.V.O.-bijdragen en het herstel en onderhoud van wegen, kanalen, enz. Voor de militaire investeringen noteert men hoge uitgaven in 1967 (fr. 7,3 miljard) die rechtstreeks verband houden met de vestigingskosten van de S.H..A.P.E. in België, maar gecompenseerd worden door de bijzondere bijdragen van onze N. A .V. 0.-partn ers. Rekening houdend met de overeenstemmende ontvangsten neemt de consumptie van de centrale overheid toe met ca. fr. 10 miljard tussen 1966 en 1968, d.i. met 17 pct.
van het Dotatiefonds voor Oorlogspensioenen, alsmede die van de Kongolese schuld in deviezen opgenomen. De bijdragen in de exploitatieverliezen hebben vooral betrekking op de spoorwegen en op de posterijen. De toeneming van deze uitgaven tussen 1966 en 1968 is gering : van fr. 9 miljard tot fr. 9,3 miljard. Aan de ontvangsten zijde vertonen de aandelen in exploitatiewinsten en ontvangen renten een belangrijke stijging tussen 1966 en 1967. Dit wordt verklaard door het feit dat het aandeel van de Staat in de verrichtingen van de Nationale Bank voor 1966 geboekt werd in 1967, ingevolge de toepassing, met ingang van 1 januari 1967, van de nieuwe imputatieregels voorgeschreven door de wet van 28 juni 1963. 3. Directe inkomensoverdrachten. Het betreft hier inkomensoverdrachten tussen de Staat en de particuliere bedrijven, de overheidsbedrijven, de gezinnen en het buitenland. Het totaal bedrag van de overgedragen gelden beloopt fr. 37,2 miljard in 1968. Een groot deel van deze overdrachten geschiedt door tussenkomst van fondsen of van andere autonome instellingen. Aan de kant van de ontvangsten zijn de belastingen opgenomen, met uitzondering van de successierechten, de eigen ontvangsten van het Landbouwfonds (heffingen) alsmede de directe en indirecte belastingen bestemd voor het Fonds voor economische expansie en regionale reconversie. 4. Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector. Deze rubriek bevat hoofdzakelijk de inkomensoverdrachten tussen de centrale overheid en de andere overheidssectoren, d.w.z. de instellingen voor sociale verzekering, de provincies en gemeenten en het vrij onderwijs. Volgende tabel geeft een overzicht van hun verloop : 1066 1968 itjarden
2. Rente, verliezen en winsten. De rentelast, met inbegrip van de emissieen terugbetalingspremies, stijgt van fr. 21,2 miljard in 1966 tot fr. 25,3 .miljard in 1968. Onder deze rubriek zijn, behalve de rentelast van de directe Staatsschuld, eveneens die van het Wegenfonds, van de Intercommunale E3, van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade,
Sociale verzekering ...... 25,7 Ziekte en invaliditeit ..... Ouderdcimspensioenen Werkloosheid Gezinstoelagen Andere Provincies en gemeenten 22,1 Bijdragen voor onderwijs Andere doeleinden Vrij onderwijs 19,1 Totaal
06,9
(
ranken )
30,1 14,3 8,0 1,7 1,0 0,1
1.6,2 2,0 I ,9 0,7 9 5,9
8,8 1.3,3
9,9 1.0,0 22,3 78,3
— 573 — In de rekening der kapitaalverrichtingen zijn, behalve het saldo van de rekening der lopende verrichtingen, volgende rubrieken opgenomen :
5. Directe vermogensoverdrachten. De directe vermogensoverdrachten van de Staat aan de gezinnen, aan de bedrijven en aan het buitenland bedragen' fr. 4,1 miljard in 1967 en fr. 3,9 miljard in 1968. De daling wordt verklaard door liet van kracht worden, op 3 april 1967, van de nieuwe beschikkingen inzake toekenning van de bouwpremies. Aan de ontvangstenzijde omvatten de directe vermogensoverdrachten de successie- en schenkingsrechten.
6. Vermogensoverdrachten binnen de overheidssector. De in deze rubriek opgenomen cijfers hebben alleen betrekking op de staatsbijdragen. in de werkelijke investeringen van de lagere overheid. Deze stijgen van fr. 1,4 miljard in 1966 tot fr. 2 miljard in 1967 en fr. 2,3 miljard in 1968, inzonderheid als gevolg, enerzijds, van het gestadig toenemen van de door de Staat ten laste genomen aflossingen van de leningen der gemeenten bij het Gemeentekrediet, anderzijds, van de groeiende activiteit van het Fonds der gemeentelijke en provinciale schoolgebouwen.
7. Directe Investeringen. De directe investeringen van de centrale overheid bereiken, met inbegrip van die van liet Wegenfonds en van de E3, van het Fonds voor schoolgebouwen en gebouwen in schoolverband van het Rijk en van het Fonds voor hogeronderwijsgebouwen en studentenverblijven, in totaal fr. 19,4 miljard in 1966, fr. 24,2 miljard in 1967, en fr. 29,6 miljard in 1968. Aan de ontvangstenzijde noteert men voor 1968 een bedrag van fr. 1,5 miljard voor verkoop van gronden en gebouwen, voornamelijk van militaire gronden.
S. Kredieten en deelnemingen. De toekenning van kredieten en deelnemingen aan de sector bedrijven vertoont een aanzienlijke stijging tussen 1966 en 1968 (fr. 6,5 miljard tot fr. 9,9 miljard) ; het betreft in hoofdzaak de modernisering van het
gemeenschappelijk vervoer in de grote steden,
de scheepsbouw en de woningbouw. De kredietverleningen aan en de deelneminen in het buitenland bereikten een uitzondergen lijk hoog bedrag in 1966. Dit vloeit voort uit de verhoging van het quotum van België in het Internationale Monetaire Fonds ten bedrage van fr. 3,2 miljard. 9. Rijksschuld. Onder die rubriek zijn de aflossingslasten van de directe Rijksschuld en van de daarmee gelijk te stellen schuld opgenomen. 13. FUNCTIONELE HERGROEPERING. De functionele hergroepering toont aan hoe de uitgaven van de centrale overheid verdeeld worden over de voornaamste opdrachten die de Staat vervult. De Staat besteedt gemiddeld 20 pct. van zijn totale uitgaven aan de functie Onderwijs, cultuur en erediensten. In absolute cijfers betekent dit fr. 58,1 miljard in 1968, tegenover fr. 49 miljard in 1966, d.i. een toeneming met 18 pct. Ruim 80 pct. van deze uitgaven komt voort van de begroting van Nationale Opvoeding. Van de andere posten die deel uitmaken van deze functie zijn de voornaamste : — de oprichting van schoolgebouwen, waarvoor in 1968 betalingen ten bedrage van fr. 4,1 miljard .ingeschreven zijn, tegenover fr. 3,5 miljard in 1967 en fr. 3,2 miljard in 1966; — de pensioenen, die van fr. 3,4 miljard in 1966 opgelopen zijn tot fr. 4,1 miljard in 1968;
— de uitgaven voor Cultuur. De functie Verkeerswezen neemt in orde van belangrijkheid de tweede plaats in. De toeneming van de onder deze functie opgenomen uitgaven bedraagt, tussen 1966 en 1968, 31 pct. Vier belangrijke elementen laten hun invloed gelden : a) Het wegverkeer : — de uitgaven van het Wegenfonds excl. de financiële last der leningen — stijgen van fr. 7,6 miljard in 1966 tot fr. 9,2 miljard in 1967 en tot fr. 12,4 miljard in 1968; — voor de Intercommunale E3 noteert men betalingen ten belope van fr. 2 miljard in 1966. De betalingsvooruitzichten stijgen tot fr. 5,3 miljard in 1967 en tot fr. 6,2 miljard in 1968;
- 574 -
- de deelneming van de Staat in de investeringen van de intercommunale vervoermaatschappijen evolueert van fr. 0,6 miljard in 1966 naar fr. 0,9 miljard in 1967 en fr. 1,7 miljard ir. 1968; - voor het onderhoud der wegen is fr. 1,5 miljard uitgetrokken in 1968, tegenover fr. 0,9 miljard in 1966.
De functie Sociale voorzieningen neemt de derde plaats in met + 13 pct. van de totale uitgaven. De toeneming t.o.v. 1966 bedraagt 16 pct. Het betrekkelijk hoge bedrag van de uitgaven voor Landsverdediging voor 1967 houdt hoofdzakelijk verband met de vestiging van de N. A.V.O.-diensten op Belgisch grondgebied. Deze uitgaven worden trouwens grotendeels gecompenseerd door bijzondere bijdragen van de N.A.V.0.-partners.
b) Het spoorwegverkeer : Het betreft hier hoofdzakelijk tussenkomsten ten gunste van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen voorkomend op de begrotingen van Verkeerswezen en van de Rijksschuld. Zij bedragen in 1966 fr. 10,1 miljard, in 1967 fr. 9,3 miljard en in 1968 fr. 10 miljard.
De belangrijkste post van de functie Oorlogswordt gevormd door de oorlogspensioenen, die -van fr. 4,8 miljard in 1966 stijgen tot fr. 5 miljard in 1968. De toekenning van nieuwe voordelen aan de oorlogsslachtoffers, de tussenkomsten ten gunste van de slachtoffers van de gebeurtenissen in Kongo, alsmede de opeenvolgende indexstijgingen laten hier hun invloed gelden. en rampschade
c) Het verkeer te water : Deze rubriek omvat in hoofdzaak investeringsuitgaven voor de havens en de waterlopen, evenals de tussenkomsten ten voordele van de scheepsbouw. Voor de waterwegen en de zeehavens zijn -voor 1968 betalingskredieten ingeschreven ten bedrage van fr. 5,1 miljard. De kredietverleningen voor de scheepsbouw bereiken fr. 0,9 miljard.
De uitgaven voor Nijverheid, handel en, middenstand stijgen in de loop van de beschouwde jaren met meer dan 50 pct. Deze stijging wijst o.m. op de inspanning van de overheid om de conjuncturele verzwakking op te vangen. De subsidies aan de steenkoolnijverheid stijgen van fr. 2,8 miljard in 1966 tot fr. 4 miljard in 1967 en in 1968. Deze rubriek bevat ook het grootste gedeelte der uitgaven van het Fonds voor economische expansie en
d) De Posterijen :
Het tekort van het Bestuur der Posterijen bleef in 1966 en in 1967 onveranderd op fr. 3 miljard. Voor 1968 wordt een verhoging met fr. 0,5 miljard verwacht.
Tabel XV.
Functionele hergroepering van de staatsuitgaven 1966
1
1967
1
1963
1966
(Miljoenen franken)
Onderwijs, cultuur en erediensten Verkeerswezen Rijksschuld Sociale voorzieningen Landsverdediging Betrekkingen met de lagere publiekrechtelijke lichamen Algemeen bestuur Nijverheid, handel en middenstand Landbouw en voedselvoorziening Oorlogs- en rampschade Justitie en politie Volksgezondheid Buitenlandse betrekkingen Huisvesting Diverse uitgaven Totaal van de functionele hergroepering Aansluiting op de begrotingscijfers Officieel totaal der begroting
I.
1967
1968
(Pct. aan het totaal)
48.984 35.490 34.610 '32.189 27.068
53.926 41.764 38.291 36.988 31.131
58.109 46.702 41.994 37.531 28.605
20,0 14,5 14,1 13,1 11,0
15,2 13,9 13,4
19,8 15,9 14,3 12,8
11,3
9,7
12.210 9.876 7.181 8.083 9.751 6.054 2.908 7.558 2.919 10
12.997 10.575 9.804 9.441 10.135 6.817 4.808 5.298 3.764 9
14.006 11.511 11.365 11.125 10.285 7.461 5.982 5:652 3.585 9
5,0 4,0 2,9
4,7 3,8 3,6
4,8
3,4
3,4 3,7
3,8 3,5
1,2
2,5 1,7 1,9 .1,3
2,6 2,0 1,9 1,2
-
-
-
244.891
275.748
293.922
- 5.117
-17.541
-21.987
239.774
258.207
271.935
4,0 2,5 1,2 3,1
100,0
19,6
100,0
3,9
3,8
100,0
— 575 — regionale reconversie, gestijfd zowel door op de rijksbegroting uitgetrokken kredieten als door de opbrengst van nieuwe fiscale ontvangsten. De uitgaven van dit Fonds worden voor 1968 geraamd op fr. 4,7 miljard, tegenover fr. 1,2 miljard in het aanvangsjaar 1967. De functie Landbouw omvat de verrichtingen van zeer belangrijke fondsen en openbare instellingen zoals het Landbouwfonds, het Fonds voor Landbouwinvesteringen, het Saneringsfonds voor de Landbouw, de Nationale Zuiveldienst, de Nationale Dienst voor Afzet van Land- en Tuinbouwprodukten en de diensten voor ruilverkaveling. De verhoging van de uitgaven houdt in hoofdzaak verband met de verrichtingen van het Landbouwfonds, waarvan de uitgaven betrekking hebben op : 1906
1967
1968
(Miljarden franken)
1. Uitvoerrestituties
1,7
2,5
3,7
2. Subsidies aan bedrijven
2,9
2,6
1,8
3. Bijdrage aan het E.O.G.F.L.
0,1
0,8
2,1
4,7
5,9
7,6
Hiertegenover staan eigen ontvangsten — heffingen en slachttaksen — die quasi constant blijven : fr. 3,1 miljard in 1966, fr. 3,2 miljard in 1967 en fr. 3,5 miljard in 1968. De functie Buitenlandse Betrekkingen omvat een buitengewone uitgave van fr. 3,2 miljard in 1966 (aandeel van België in liet Internationale Monetaire Fonds). Wat de ontwikkelingssamenwerking betreft, wordt voor de . drie beschouwde jaren volgende evolutie waar-, genomen : fr. 2,5 miljard in 1966, fr. 3 miljard in 1967 en fr. 3,2 miljard in 1968. Deze functie omvat ook de uitgaven in verband met de Belgische vertegenwoordiging in het buitenland. De uitgaven voor de functie Justitie en politie kennen een toeneming met 25 pct. tussen 1966 en 1968. De evolutie van de uitgaven ten behoeve van de jeugdbescherming —
fr. 0,8 miljard in 1966, fr. 1 miljard in 1967 en fr. 1,2 miljard in 1968 — wijst op een bijzondere inspanning in deze sector. Voor de functie Huisvesting vloeit de vermindering in 1968 voort uit de nieuwe financieringsmodaliteiten van de bouwpremies voor sociale woningen, die van kracht werden op 3 april 1967. De budgettaire weerslag hiervan beloopt fr. 0,4 miljard. Anderzijds noteert men een stijging van fr. 1 miljard, tussen 1966 en 1968, van de subsidies verleend aan de nationale bouwmaatschappijen bij wijze van tussenkomst in de interesten en de aflossingen van hun leningen. De toeneming van de uitgaven voor de functie Volksgezondheid heeft vooral betrekking op de tussenkomsten in het beheer van de ziekenhuizen alsmede in de aflossingslasten van de door de lokale besturen aangegane leningen bij het Gemeentekrediet voor de financiering van bouwwerken en andere werken ten behoeve van de openbare hygiëne en het hospitaalwezen. In de functie Algemeen bestuur zijn de uitgaven op de begrotingen van Dotaties, Financiën en Binnenlandse Zaken begrepen. De uitgavenstijging van deze functie wordt vooral verklaard door de loonfactor. In de reeks der niet functioneel ingedeelde uitgaven noteert men als voornaamste post de Rijksschuld, waarvan de last over de drie beschouwde jaren met 21 pct. is aangegroeid. Behalve de interesten en aflossingen van de Rijksschuld omvat deze post eveneens de aflossingslast van de leningen van het Wegenfonds, de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade en het Dotatiefonds voor Oorlogspensioenen. De uitgaven voor de Lagere publiekrechtelijke lichamen, die niet functioneel w.,erden ingedeeld, hebben vooral betrekking op het Fonds der Gemeenten en het Fonds der Provinciën. De stijging tussen 1966 en 1968 bedraagt 15 pct.
LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE PROBLEMEN VAN BELGIE
De staatsfinanciën in 1965 en 1966 (II.) (Docu-
Onderstaande literatuuropgave sluit aan bij diegene die wij gepubliceerd hebben in het oktobernummer 1967 van het Tijdschrift. Er weze opgemerkt dat in deze literatuuropgave noch de verslagen van de verschillende instellingen, noch de statistische bronnen zijn overgenomen.
5. NATIONAAL INKOMEN — SPAARWEZEN — INVESTERINGEN — VERBRUIK
1. GELD- EN KREDIETWEZEN
BAUDHUIN F., Les placements. Les valeurs mobilières et immobilières, la bourse, l'or, les collections, les assurances. (Gérard, Ver-
DUMOULIN A., Nature, dimensions et problèmes de l'autofinancement. (Revue de la Ban-
mentatieblad van het Ministerie van Financiën, Brussel, nr 8, augustus 1967, blz. 5-74.)
viers, 1967, 335 blz.)
Beleggingsclubs. (Weekberichten van de Kre-
que, Brussel, XXXI, n" 6, september 1967, blz. 544-561.)
dietbank, Brussel, XXII, nr 38, 14 oktober 1967, blz. 377-379.)
Factoring : zijn voordelen en zijn kostprijs.
Overzicht van de economische en sociale ontwikkeling op grond van de nationale rekeningen 1953-1966. (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LIII, nr 9, september 1967, blz. 722-
(Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXII, n" 36, 30 september 1967, blz. 357-361.)
La carte de banque et la carte de crédit. (Bul-
letin financier de la Banque de Bruxelles, Brussel, nr 34, 29 september 1967, blz. 1-3.)
Le factoring. (Bulletin d'Information de Fabri-
métal, Brussel, n' 19, 2 oktober 1967, blz. 465468.) MARTIN C., Le financement des exportations belges. (Reflets et Perspectives de la Vie
économique, Brussel, VI, n' 5, september 1967, blz. 357-365.)
775.)
6. BEVOLKING LEJEUNE J., La démographie wallonne dans le cadre de la Belgique. (Annales de la Faculté
de Droit de Liège, Luik, XII, n' 8 1-2, januariaugustus 1967, blz. 155-172.) 7. PRIJZEN EN LONEN
2. GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN VAN OVERBROEK A., Quelques problèmes j uridiques soulevés par les équipements mécanographiques. (Revue de la Banque, Brussel, XXXI, nr 6, september 1967, blz. 564-
570.)
VAN DEN BOSSCHE A., L'égalité des rémunérations entre travailleurs masculins et féminins. (Industrie, Brussel, XXI, n' 9, septem-
ber 1967, blz. 488-491.)
VEREECKE M., Loonverschillen in België. (De
Gids op maatschappelijk Gebied, Brussel, LVIII, nr 9, september 1967, blz. 727-747.)
3. NIET-GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN
8. WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID
Les assurances privées au Grand-Duché de Luxembourg de 1960 á 1965. (Bulletin du
CORDY A., Les conventions collectives du travail. (Reflets et Perspectives de la Vie économique, Brussel, VI, nr 5, september 1967,
Statec, Luxemburg, XIII, nr 5, september 1967, blz. 139-142.) Les sociétés holdings au Grand-Duché de Luxembourg. (Kredietbank s.a. luxembour-
geoise, Luxemburg, 1967, 43 blz.) 4. OVERHEIDSFINANCIEN Acta Historica Bruxellensia. I. Recherches sur l'histoire des finances publiques en Belgique.
(Vrije Universiteit te Brussel, Brussel, 1967, 397 blz.)
blz. 381-387.)
HORION P., La protection contre le licenciement des salariés délégués ou candidats aux conseils d'entreprise et aux comités de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail. (Annales de la Faculté de Droit
de Liège, Luik, XII, n's 1-2, januari-augustus 1967, blz. 31-43.)
LENAERTS H. & DUBOIS B., Overzicht van rechtspraak (1961-1965). Arbeidsovereenkomsten. (Tijdschrift voor Privaatrecht, Gent, IV, n' 3, 3' kwartaal 1967, blz. 503-556.)
—
10. ECONOMISCHE TOESTAND — ECONOMISCHE POLITIEK
Contribution à un renversement du processus de déclin. (Bulletin social des Industriels,
Brussel, XXXIX, n" 340, oktober 1967, blz. 720724.)
HOMES L.L., Trente ans d'allocations familiales aux non-salariés. (Revue beige de
Sécurité sociale, Brussel, IX, n , 8, augustus 1967, blz. 1067-1101.)
La conjoncture beige au début de l'automne.
(Bulletin économique de la Société Générale de Banque, Brussel, VI, n" 64, oktober 1967, blz. 1-4.)
LANNOYE J., La situation économique de la Wallonie est-elle vraiment dramatique ?
(Bulletin social des Industriels, Brussel, XXXIX, n , 340, oktober 1967, blz. 716-719.) LE CLERCQ M., Les pensions dans la société contemporaine. (Industrie, Brussel, XXI, n' 9,
577
—
15. BUITENLANDSE HANDEL
DE CROMBRUGGHE DE PICQUENDAELE X., La répartition géographique de notre commerce extérieur. (Reflets et Perspectives de
la Vie économique, Brussel, VI, n , 5, september 1967, blz. 321-335.)
GOFFIN R., La taxe, ce mal dont souffre l'exportation. (Reflets et Perspectives de la Vie
économique, Brussel, VI, n' 5, september 1967, blz. 367-374.)
JESPERS P., La structure du commerce extérieur de l'Union Economique Belgo-Luxembourgeoise (1957-1966). (Reflets • et Perspecti-
ves de la Vie économique, Brussel, VI, n , 5, september 1967, blz. 307-320.) VERBOOMEN A., Le commerce de 1'U.E.B.L. avec le Tiers-Monde. (Reflets et Perspectives
de la Vie économique, Brussel, VI, n' 5, september 1967, blz. 337-346.)
september 1967, blz. 492-496.)
Programme de développement et d'aménagement du Hainaut occidental. 1. La région Tournai-Ath. (Administration de l'Urbanisme
16. INTERNATIONALE FINANCIELE TRANSACTIES
et de l'Aménagement du Territoire, Ministerie van Openbare Werken, Brussel, 1967, 217 blz.)
BUTLER W.F. & DEAVER J.V., Gold and the Dollar. (Foreign Affairs, New York, XLVI,
WOESTYN E., La Belgique devant la programmation économique. (De quoi s'agit-il ?) (Edi-
tions de l'Epargne, Parijs, 1967,146 blz.)
n , 1, oktober 1967, blz. 181-192.)
COHEN B.J., Voluntary Foreign Investment Curbs. A Plan that Really Works. (Princeton
University, Princeton, 1967, z. blz.) 11. NIJVERHEID — LANDBOUW — VISSERIJ
De vernieuwing van de wet-De Taeye. Premie of aanvullende lening. (Mededelingen van
A.S.O.B., Brussel, XII, n' 5, september-oktober 1967, blz. 6-18.)
De Belgische aluminiumverwerkende nijverheid. (Weekberichten van de Kredietbank,
Brussel, XXII, n" 33, 9 september 1967, blz. 329-333.) Essai d'un bilan énergétique de la Belgique 1964-1970-1975-1980. (Energie, Brussel, n , 180,
3" kwartaal 1967, blz. 121-130.)
Evolutie van het personeel en van de leveringen in de metaalverwerkende nijverheid van 1955 tot 1963. (Statistisch Tijdschrift, Brussel,
LIII, n' 9, september 1967, blz. 707-721.)
L'industrie du diamant en Belgique. (Bulletin
économique de la Société Générale de Banque, Brussel, VI, n , 64, oktober 1967, blz. 5-7.)
COOMBS Ch.A., Treasury and Federal Reserve Foreign Exchange Operations. (Federal Re-
serve Bulletin, Washington, september 1967, blz. 1518-1530.)
COURCHENE T.J. & YOUSSEF G.M., The Demand for International Reserves. (The
Journal of Political Economy, Chicago, LXXV, n' 4, augustus 1967, blz. 404-413.)
DEBRE M., Le point de vue franeais sur l'amélioration du système monétaire international.
(Problèmes économiques, Parijs, n, 1.032, 12 oktober 1967, blz. 24.)
DE LARGENTAYE J., L'étalon marchandises.
(Economie appliquée, Parijs, XX, n" 3, 3 , kwartaal 1967, blz. 265-318.) EGLE W.P., The Problem of Balance of Payments Discipline : in General and in Regard to the United States. (Weltwirtschaftliches
Archiv, Hamburg, XCIX, n , 1, 3e kwartaal 1967, blz. 1-10.)
HELLER R., Foreign Bond Issues in Europe.
(Lloyds Bank Review, Londen, n' 86, oktober 1967, blz. 49-62.) 12. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
JAUMOTTE A.L., Science, technique et développement. L'exemple de la recherche spatiale. (Energie, Brussel, n' 180, 3' kwartaal
1967, blz. 155-161.)
Internationale liquiditeiten : probleem opgelost ? (Weekberichten van de Kredietbank,
Brussel, XXII, n" 35, 23 september 1967, blz. 349-353.)
(Central Office of Information, Londen, 1967, 17 blz.)
International Monetary Reform.
KARLSTROEM B.S., Les monnaies de réserve. 13. VERKEERSWEZEN
De lichte luchtvaart in België. (Weekberichten
van de Kredietbank, Brussel, XXII, n' 34, 16 september 1967, blz. 337-343.)
(Finances et Développement, Washington, IV, n' 3, september 1967, blz. 243-252.)
KINDLEBERGER C.P., The Polities of International Money and World Language. (Prince-
ton University, Princeton, 1967, 16 blz.)
— .578 — KREININ M.E., Direct Foreign Investments and the American Interest. (Economia Inter-
nazionale, Genua, XX, n , 3, augustus 1967, blz. 501-511.)
MIKESELL R.F., Decisive Factors in the Flow of American Direct Investment to Europe.
(Economia Internazionale, Genua, XX, n" 3, augustus 1967, blz. 431-456.) SIGLIENTI S., La riforma del Fondo Monetario Internazionale. Aspetti economici e operativi.
(Bancaria, Rome, XXIII, n' 8, augustus 1967, blz. 941-950.) Tendenze dei flussi internazionali di capitali privati nel periodo 1957-64. (Bancaria, Rome,
XXIII, n" 8, augustus 1967, blz. 955-961.)
U.S. Gold Policy. (Banking, New York, LX, n' 3, september 1967, blz. 60-61; 156-170.) WALHIN Ch., Il y a toujours un problème de l'or. (Les Dossiers de l'Action sociale catholi-
que, Brussel, XLIV, n' 6, augustus-september 1967, blz. 4101113.)
Directives du Conseil de la Communauté Economique Européenne en matière d'harmonisation des législations des Etats membres relatives aux taxes sur le chiffre d'af f aires. (La
Revue fiscale, Brussel, XXIV, n' 7-8-9, juliseptember 1967, blz. 444-464.) FERRARI A., Problemi monetari relativi all'adesione inglese alla Comunitá Economica Europea. (Bancaria, Rome, XXIII, n' 8,
augustus 1967, blz. 935-940.) HERREGAT G., Conjoncture du Marché commun européen. (Bulletin Sédéis, Parijs,
n' 997, 20 september 1967, blz. 592-622.) Les aménagements et réformes apportés á la politique et au régime du crédit dans les principaux pays du Marché commun. (Conté-
dération internationale du Crédit populaire, Parijs, n' 53, l' halfjaar 1967, blz. 14-19.) Les comptes sociaux des pays membres de la C.E.E., 1962-1963. (Sociale Statistieken, Bureau
voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Brussel, n" 5, 1967, blz. 3-184.)
MELCHIOR M., Les organisations communes de marchés agricoles de la C.E.E. (Cahiers 17. INTERNATIONALE ECONOMISCHE AANEENSLUITING
de Droit européen, Brussel, n' 3, mei-juni 1967, blz. 247-289.)
BAREAU P., La zone sterling et la C.E.E. (Bul-
Réflexions sur l'évolution du droit des soclétés anonymes dans le Marché commun. (Revue
letin of ficiel hebdomadaire de la Chambre de Commerce de Bruxelles, Brussel, XCIII, nrs 67, 22-29 september 1967, blz. 167-171; 181.)
pratique des Sociétés civiles et commerciales, Brussel, n's 5-6-7-8, mei-juni-juli-augustus 1967, LXVI, blz. 117-155.)
BLECKMANN A., Interprétation et application en droit interne de la charte sociale européenne, notammant du droit de grève. (Ca-
SCOTT I.O., L'integrazione dei mercati finanziari della Comunita Economica Europea.
BRUGMANS H. & anderen, L'Europe de demain et ses responsables. (De Tempel, Brugge, 1967,
VILLARET L., Le droit d'établissement des banques et des autres établissements financiers. (Revue du Marché commun, Parijs,
hiers de Droit européen, Brussel, n' 4, 1967, blz. 388-412.) 366 blz.)
(Moneta e Credito, Rome, XX, n' 79, 3' kwartaal 1967, blz. 345-356.)
n' 105, september 1967, blz. 466.472.)
ECONOMISCHE WETGEVING
1. — Algemene economische wetgeving
Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand aan deze van de publikatie van het Tijdschrift voorafgaand.
2. — Geld-, krediet- en bankwezen 3. — Overheidsfinanciën 4. — Landbouw 5. — Nijverheid
Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wij « in extenso » overgenomen. Voor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desnoods door een verklarende nota verduidelijkt.
6. — Arbeid
7. — Binnenlandse handel 8. — Buitenlandse handel
Anderzijds omvat de economische wetgeving de voornaamste besluiten, richtlijnen en verordeningen voorkomend in het Publi-
9. — Verkeerswezen 10. — Prijzen en lonen
katieblad van de Europese Gemeenschappen.
11. — Pensioenen, sociale verzekeringen en diverse sociale voordelen
Om het naslaan ervan te vergemakkelijken,
hebben wij bovenbedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht :
2.
—
12. — Europese Economische Gemeenschap
GELD , KREDIET EN BANKWEZEN -
Koninklijk besluit van 21 augustus 1967 betreffende de wijziging van de rentevoeten der leningen door het Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België toegestaan door middel van de kapitalen voortkomend van het B.2-Fonds (Staatsblad, 19 oktober 1967, blz. 11005). Artikel 1. — De schaal der rentevoeten, vastgesteld bij § 1 van artikel 12 van het besluit van de Regent van 1 juni 1949 tot bepaling van de voorwaarden waaronder voorschotten worden toegestaan door het Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België, door middel van de kapitalen die voortkomen van het Fonds B.2, wordt vervangen door onderstaande schaal :
3,50 pct. per jaar voor 4 kinderen; 3,— pct. per jaar voor 5 kinderen; 2,50 pct. per jaar voor 6 kinderen; 2,— pct. per jaar voor 7 kinderen; 1,50 pct. per jaar voor 8 kinderen; 1,— pct. per jaar voor 9 kinderen en meer.
-
Art. 2. — De rentevoet van de bij § 2 van hetzelfde artikel 12 bedoelde leningen wordt op 4,25 pct. per jaar gebracht.
Koninklijk besluit van 22 september 1967 houdende goedkeuring der wijzigingen aan de statuten van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid (Staatsblad, 10 oktober 1967, blz. 10653). Bijvoegsel aan het koninklijk besluit van 22 september 1967 houdende goedkeuring der wijzigingen aan de statuten van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid.
De artikelen 5, 10, 11, 13, 16 en 19 van de statuten van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid worden gewijzigd als volgt : Art. 5. — De woorden « De maatschappij werd op zestien maart negentienhonderd negentien opgericht »
— 580 — worden vervangen door de woorden « De maatschappij werd op twee juni negentienhonderd negentien opgericht ». Art. 10.
De tekst van de eerste en de tweede paragraaf wordt door de volgende tekst vervangen : —
« De maatschappij mag kasbons en obligaties uitgeven, ongeacht de looptijd ervan. Voor deze uitgiften is de toelating nodig van de Minister van Financiën, die er de voorwaarden van goedkeurt. Het bedrag van die uitgiften en van de opgenomen deposito's, overeenkomstig artikel 12, mag tachtig miljard frank niet overschrijden. De Koning kan echter, bij in Ministerraad overlegd besluit, dat bedrag opvoeren tot honderd miljard frank, door achtereenvolgens vier tranches van vijf miljard frank elk vrij te geven ». Art. 11. De tekst van de eerste paragraaf wordt door de volgende tekst vervangen : —
« Ongeacht de in voornoemd artikel opgelegde beperking, waarborgt de Staat de terugbetaling en de uitkering van de interesten van de kasbons en obligaties uitgegeven overeenkomstig artikel 10, en van de deposito's opgenomen overeenkomstig artikel 12 ». In de tweede paragraaf worden de woorden « en obligaties » door de woorden « obligaties en deposito's » vervangen. In de derde paragraaf worden de woorden « gewaarborgde obligaties » door de woorden « gewaarborgde verbintenissen » vervangen. Art. 13. In de vierde paragraaf worden de woorden « de beheerders en commissarissen » door de woorden « de beheerders, de leden van het in artikel 19 bedoeld directiecomité en de commissarissen » vervangen. —
In de vijfde paragraaf worden de woorden « de be heerder of de commissaris » door de woorden « de be heerder, het lid van het directiecomité of de commis saris » vervangen. in de zesde paragraaf worden de woorden « van be heerder of van commissaris » door de woorden « van beheerder, van lid van het directiecomité of van commissaris » vervangen. In de achtste paragraaf worden na de woorden « leden van de raad » de woorden « en van het directiecomité » toegevoegd. Art. 16. In de eerste paragraaf worden de woorden « de leden van het in artikel 19 bedoeld comité » door de woorden « de leden van het directiecomité » vervangen. —
In de derde paragraaf worden de woorden « bovenbedoeld comité » door de woorden « het directiecomité » vervangen. Art. 19. In de vierde paragraaf wordt de tekst « Ter vergemakkelijking van het beheer, kan hij eveneens sommige zijner machten opdragen aan een comité samengesteld uit drie leden waaronder de voorzitter; inzake kredieten, mag die machtsopdracht geen verrichtingen betreffen waarvan het bedrag een honderdste van de eigen middelen van de maatschappij overschrijdt » vervangen door de tekst : « Ter vergemakkelijking van het beheer, kan hij eveneens sommige zijner machten opdragen aan een directiecomité, samengesteld uit drie tot vijf leden, al dan niet beheerders, waaronder de voorzitter; deze machtsopdracht mag geen zes jaar noch de duur van het mandaat van beheerder overschrijden, maar zij kan vernieuwd worden. Inzake kredieten mag de machtsopdracht aan het directiecomité geen verrichtingen betreffen waarvan het bedrag een honderdste van de eigen middelen van de maatschappij overschrijdt ». —
Koninklijk besluit van 27 september 1967 waarbij de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting ertoe gemachtigd wordt, onder staatswaarborg, een lening van fr. 750 miljoen uit te geven (Staatsblad, 18 oktober 1967, blz. 10969).
Koninklijk besluit nr 42 van 4 oktober 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit nr 29 van 24 augustus 1939 betreffende de bedrijvigheid, de inrichting en de bevoegdheden der Nationale Bank van België, genomen ter uitvoering van de wet van 1 mei 1939 (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11219). VERSLAG AAN DE KONING Steunend op de wet van 31 maart 1967 tot toekenning van bepaalde machten aan de Koning ten einde de economische heropleving, de bespoediging van de regionale reconversie en de stabilisatie van het begrotingsevenwicht te verzekeren, heeft de Regering de technische verbeteringen onderzocht, die kunnen worden aangebracht aan de wettelijke bepalingen, welke de Nationale Bank van België beheersen, met het oog op een verruiming van het raam van de kredietmogelijkheden van deze instelling. Inzonderheid heeft de Regering de rol in aanmerking genomen, die het Gemeentekrediet van België speelt in de financiering van de investeringen op het niveau van de provincies en gemeenten en van de interprovinciale en intercommunale verenigingen, activiteit die dit organisme met de andere openbare kredietinstellingen gelijkstelt. De wettelijke bepalingen, die de werkkring van de Nationale Bank uitstippelen, zijn in hun huidige toestand te eng opdat de Bank in staat zou zijn voorschotten in rekening-courant en kortlopende beleningen toe te staan aan de houders van overheidsfondsen op korte, halflange of lange termijn, uitgegeven of gewaarborgd door het Gemeentekrediet van België, of van effecten van leningen van de provincies en van de gemeenten, die ter beurze worden genoteerd. Overeenkomstig de verbintenis door België ten opzichte van het Groothertogdom Luxemburg aangegaan, op grond van het bijzonder protocol betreffende het stelsel van monetaire associatie van 29 januari 1963, past het daarenboven ten voordele van de Luxemburgse Staat en de economie van dit land het opnemen te vergemakkelijken van de kredieten die door de Nationale Bank van België kunnen worden verleend. Ten slotte dient rekening te worden gehouden met de deelneming van België aan internationale financiële instellingen aan de financiering waarvan de Belgische markt haar medewerking verleent of kan geroepen worden haar medewerking te verlenen door in te schrijven op leningen door deze instellingen uitgegeven of gewaarborgd; ook past het de Nationale Bank toe te laten, onder de gebruikelijke voorwaarden, overheidsfondsen in pand te aanvaarden, die door deze instellingen worden uitgegeven of gewaarborgd. Dit is de rechtvaardiging van de wijzigingen, die aan de wettelijke bepalingen welke de Bank beheersen, door het artikel 2 van het hiernavolgend koninklijk besluit worden aangebracht. De toelichting bij de artikelen geeft uitleg voor de andere wijzigingen.
— 581 — Overeenkomstig artikel 4 zullen de statuten van de Bank in overeenstemming met de nieuwe bepalingen worden gebracht en zullen de verrichte wijzigingen voor goedkeuring aan de Koning worden voorgelegd. Alhoewel deze nieuwe bepalingen de werkkring van de Bank uitbreiden, gaan zij niet buiten het gebied van de technische verbeteringen, die worden gerechtvaardigd door de voormelde argumenten van inwendige en uitwendige orde. Niets wordt veranderd aan de fundamentele evenwichtsverhoudingen — zoals die tussen de Staat en de Bank — waarop het statuut van deze Instelling berust. In deze materie moet, ter uitsluiting van elke delegatie, de bevoegdheid van het Parlement de regel blijven. Het nemen van bijzondere maatregelen ten einde de Bank in staat te stellen tot de economische heropleving bij te dragen is niet noodzakelijk. De Bank bezit inderdaad daartoe de nodige middelen, hetzij zij optreedt als kredietgever in laatste instantie, hetzij zij aan het Rentenfonds hulpmiddelen verstrekt wanneer de open-marktpolitiek het stijven van de fondsenmarkten behelst. Evenmin is het noodzakelijk, met het oog op deze politiek, aan de Minister van Financiën nieuwe machten toe te kennen, aangezien het Rentenfonds paritair Wordt beheerd door zijn vertegenwoordigers en door deze van de Nationale Bank en, bij staking van stemmen, de beslissing ligt bij de Minister van Financiën, die in dergelijk geval binnen de acht dagen aan de wetgevende kamers een mededeling doet. De bestaande mechanismen zijn dus aangepast aan de behoeften van de economische heropleving.
Artikel 1. — Artikel 1 van het koninklijk besluit nr 29 van 24 augustus 1939 betreffende de bedrijvigheid, de inrichting en de bevoegdheden der Nationale Bank van België, genomen ter uitvoering van de wet van 1 mei 1939 (art. 1, 1, h) wordt door de volgende bepaling vervangen :
« Artikel 1. Voor de Nationale Bank van België, ingesteld bij de wet van 5 mei 1850, gelden de volgende bepalingen ». Art. 2. — In artikel 11 van hetzelfde besluit worden 3° en 8° onderscheidenlijk door de volgende bepalingen vervangen :
« 3° Het disconteren, aankopen en overdragen van effecten op korte of halflange termijn, uitgegeven of gewaarborgd door de Belgische Staat of door de Luxemburgse Staat, of uitgegeven door lichamen waarvan de verbintenissen door de Belgische Staat of door de Luxemburgse Staat worden gewaarborgd; » 8° Het toekennen van voorschotten in rekeningcourant, en van kortlopende beleningen, op onderpand : » a) van overheidsfondsen op korte, halflange of lange termijn, uitgegeven of gewaarborgd door de Belgische Staat of door de Luxemburgse Staat, door het Gemeentekrediet van België of door internationale financiële instellingen opgericht door overeenkomsten waarbij België partij is; » b) van soortgelijke fondsen uitgegeven door lichamen waarvan de verbintenissen door de Belgische Staat of door de Luxemburgse Staat worden gewaarborgd; » c) van effecten van leningen van de provincies en van de gemeenten, die ter beurze worden genoteerd, evenals van preferente aandelen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen die in het publiek werden uitgegeven. » De voorwaarden en de perken van deze voorschotten en beleningen worden vastgesteld door de Regentenraad ».
Art. 3. — Artikel 22, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
« Er kan in de maatschappelijke zetel eveneens een discontocomité zijn, waarvan de samenstelling en de taak in de statuten worden bepaald ». Art. 4. — Artikel 35, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
« De statuten van de Bank zullen in overeenstemming worden gebracht met deze bepalingen en met de wijzigingen die daarin naderhand mochten worden aangebracht ».
Koninklijk besluit nr 43 van 9 oktober 1967 houdende wijziging van het koninklijk besluit 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11223). VERSLAG AAN DE KONING Het ontwerp van koninklijk besluit dat de Regering de eer heeft Uwe Majesteit voor te leggen, wil het wettelijk statuut der banken, vervat in het koninklijk besluit nr 185 van 9 juli 1935, op twee punten aanvullen. Enerzijds wil het wettelijke kracht geven aan de regel — in de praktijk gevolgd en trouwens reeds met bijzondere nadruk opgenomen in het kader-reglement van de Bankcommissie van 21 december 1961 houdende invoering van een monetaire reservecoëfficiënt — van de noodzakelijke samenwerking tussen de circulatiebank en de Bankcommissie wanneer deze laatste reglementen uitvaardigt op voet van artikel 11, § 1. Anderzijds heeft het tot doel een moeilijkheid van juridische aard op te heffen met betrekking tot het mededelen door de Nationale Bank, in het raam van een stelsel van informatieuitwisseling tussen kredietverlenende instellingen, van inlichtingen welke haar krachtens de wet of uit vrije wil worden verstrekt. Dat de Regering aan het wettelijk statuut der banken slechts deze twee aanvullingen heeft willen toevoegen, is wel overwogen. Dit wil niet zeggen dat het niet wenselijk zou zijn het besluit van 1935 meer fundamenteel te herzien om rekening te houden met de grondige evoluties die de bankbedrijvigheid sindsdien heeft gekend in haar oriëntering en in haar context, evenals met de ervaring die uit meer dan dertig jaar controle werd opgedaan. De tenuitvoerlegging van diverse beschikkingen van het Verdrag van Rome over de vestigingsvrijheid, het vrije kapitaalverkeer en zelfs de harmonisering van de wetgevingen zal bepaalde aanpassingen trouwens eerlang noodzakelijk maken. De Regering heeft er de voorkeur aan gegeven Uwe Majesteit niet voor te stellen het wettelijk statuut der banken grondig te wijzigen door gebruik te maken van de door de wet van 31 maart 1967 verleende machten. Zij neemt zich voor bij het Parlement een wetsontwerp neer te leggen met het oog op de aanpassing van de bankwetgeving aan de vereisten van deze tijd, met inachtneming van al de op dat gebied vereiste voorzichtigheid.
De aan de banken inzake monetaire reserve opgelegde verplichtingen worden, luidens het reglement van de Bankcommissie van 21 december 1961, door haar bepaald op voorstel van de Nationale Bank van België, gemotiveerd door de vereisten van het monetaire beleid en van de kredietcontrole.
-- 582 Door dit besluit heeft de Bankcommissie, op het vlak van haar reglementaire bevoegdheid en onder voorbehoud van ministeriële goedkeuring, beantwoord aan de zienswijzen van de Nationale Bank met betrekking tot de noodzaak om een instrument van monetaire politiek in te voeren dat het mogelijk zou maken te ageren op het kredietvolume en op de expansie van de liquiditeiten. Door de Nationale Bank een recht tot voorstel te openen dat niet uitdrukkelijk in de organieke tekst is vermeld, heeft dit reglement, wat het initiatief en de motivering betreft, de nadruk gelegd op de verantwoordelijkheid van de Nationale Bank in het vrijwaren van het monetaire evenwicht. Die opvatting van het uitoefenen van deze reglementaire bevoegdheid van de Bankcommissie te bekrachtigen, dit is het doel van het aan Uwe Majesteit voorgelegde ontwerp. Het situeert ze echter in een ruimer perspectief. De reglementen die in toepassing van littera a, § 1, van artikel 11 van het koninklijk besluit nr 185 getroffen kunnen worden, kunnen hoofdzakelijk zijn ingegeven of wel door bekommernissen omtrent het evenwicht van de individuele bankstructuren of wel, zoals inzake monetaire reserve, door objectieven in verband met de kredietpolitiek of het globale monetaire evenwicht. Of ze nu de ene dan wel de andere van deze doelstellingen nastreven, de reglementen welke getroffen zouden worden hebben vrijwel noodzakelijkerwijze een weerslag zowel op het evenwicht • van de individuele structuren als op het volume, de oriëntering en de vormen van het krediet. Bijgevolg is het natuurlijk dat het aanwenden van deze beschikking eèn voorafgaand overleg inhoudt tussen de Nationale Bank en de Bankcommissie, onverminderd hun respectieve bevoegdheden en hun beoordelingsautonomie. Wat dat betreft beperkt de voorgestelde tekst er zich toe, de houding te bekrachtigen die in feite sedert 1946 werd aangenomen, toen voor het eerst van die bevoegdheden gebruik werd gemaakt. Wanneer het er om gaat, door op de depositobanken toepasselijke reglementaire beschikkingen, objectieven na te streven die specifiek verband houden met het monetaire beleid, is het normalerwijze de Nationale Bank op wie de verplichting rust het initiatief te nemen en dus bij de Bankcommissie voorstellen in te dienen. Deze moeten vanzelfsprekend gemotiveerd zijn.
De wijziging die door het wetsbesluit van 6 oktober 1944 aan artikel 12 van het koninklijk besluit nr 185 werd gebracht, heeft de depositobanken de verplichting opgelegd periodiek aan de Nationale Bank van België en aan de Bankcommissie bepaalde inlichtingen te verstrekken over de kredietopeningen en -benuttigingen. Het daarbij nagestreefde doel was, deze instellingen in het bezit te stellen van een doorlopende documentatie die het hen mogelijk zou maken de kredietpolitiek uit te stippelen en meer precies te volgen. Bij de ervaring is echter gebleken dat, zoals in het buitenland gebeurt, het aangewezen is ook de banken zelf en andere financiële instellingen te laten genieten van een documentatie aan de hand waarvan ze beter het reële risico kunnen beoordelen dat ze dragen op elk verleend krediet afzonderlijk. Welnu, dit risico kan grotendeels afhangen van het bestaan van andere kredieten, in voorkomend geval nog niet benuttigd, die door diverse financiële organismen geopend zouden zijn. De organisatie van het mededelen van de door de Nationale Bank van België ontvangen inlichtingen kan diverse vormen aannemen die tegelijkertijd het zakengeheim in essentie zouden eerbiedigen en toch elke bank en bepaalde financiële instellingen in staat zouden stellen mededeling te bekomen van het totaal aan kredieten en leningen geopend aan een zelfde krediet-
nemer, die bij hen cliënt is of vraagt om het te worden. Zonder in bijzonderheden te treden over een dergelijke organisatie, die zich trouwens naar de omstandigheden moet kunnen plooien, kan het van belang zijn, voor zover nodig, te vermelden dat de instellingen die, krachtens de wet of ingevolge daartoe afgesloten overeenkomsten, inlichtingen ontvangen, gemachtigd zijn tot een dergelijke mededeling over te gaan ten gunste van de wettige aanvragers, zonder bloot te staan aan het verwijt de geheimhouding te schenden waartoe ze kunnen gehouden zijn. Aldus is tegelijkertijd gepreciseerd dat de organismen die uit vrije wil aan de gemeenschappelijke discipline deelnemen; bijdragen tot de werking van een in de hoogste mate door het algemeen belang verantwoord mechanisme. De Bankcommissie in uitvoering van de activiteit haar eigen, namelijk in de gevallen voorzien in artikel 39 van het koninklijk besluit n': 185, mag harerzijds ingelicht worden nopens het totaal bedrag der kredieten bekomen door een zelfde kredietnemer bij de banken en andere financiële tussenpersonen; zij moet eveneens toegang hebben tot de globale inlichtingen bijeengebracht door de Nationale Bank van België. Aldus zal er in de financiering van de bedrijven een bijkomende klaarheid en een aanvullende preciesheid worden gebracht die, per slot van rekening, slechts de economische ontwikkeling door het krediet ten goede zal kunnen komen.
Artikel 1. — In artikel 11, § 1, van het koninklijk besluit nr 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr 67 van 30 november 1939, wordt de volgende bepaling ingevoegd tussen het eerste en het tweede lid :
« De bepalingen van het reglement tot vaststelling van de in het eerste lid, a, bedoelde verhoudingen worden vastgesteld in overleg met de Nationale Bank van België. Deze kan, als zij het om monetaire redenen nodig acht, op eigen initiatief aan de Bankcommissie gemotiveerde voorstellen doen met het oog op het vaststellen of wijzigen van die bepalingen ». Art. 2. — In artikel 12 van hetzelfde besluit worden het vierde en het vijfde lid, gewijzigd bij de besluitwet van 6 oktober 1944, door de volgende bepalingen vervangen :
« De banken geven de Nationale Bank van België en de Bankcommissie ambtshalve en nominatief kennis van elk krediet en van elke lening van één miljoen frank en meer die ze aan hun cliënten hebben toegestaan. De Koning kan dat cijfer wijzigen. » Op verzoek, hetzij van de Nationale Bank van België, hetzij van de Bankcommissie, geven ze elk van deze beide instellingen tegelijkertijd en nominatief kennis van de afnemingen op de kredieten bedoeld in vorige alinea. » De inlichtingen, verstrekt volgens de procedure vermeld in de twee voorgaande alinea's alsook de soortgelijke inlichtingen welke de Nationale Bank met hetzelfde doel krijgt van de instellingen en ondernemingen bedoeld in artikel 1, alinea 2, 1 0 en 3 0, alsmede die welke ze uit haar eigen bedrijvigheid put, mogen door de Nationale Bank van België, geheel of gedeeltelijk, en op de voorwaarden welke zij bepaalt, medegedeeld worden aan de banken evenals aan de hogerbedoelde instellingen en ondernemingen. De Bankcommissie heeft, voor het uitoefenen van haar eigen bedrijvigheid, toegang tot al deze inlichtingen ». Art. 3. — Dit besluit treedt in werking op 1 novem-
ber 1967.
— 583 —
Koninklijk besluit nr 44 van 24 oktober 1967 tot wijziging van de wet van 16 maart 1865 houdende oprichting van een Algemene Spaar- en Lijfrentekas (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11227). Artikel 1. — Artikel 4 van de wet van 16 maart 1865 houdende oprichting van een Algemene Spaar- en Lijfrentekas, opgeheven bij koninklijk besluit nr 20 van 23 mei 1967, wordt in de volgende lezing hersteld :
« Art. 4. De Kas mag voor haar rekening of voor rekening van andere financiële instellingen van de overheidssector activiteiten uitoefenen die haar eigen taak aanvullen en haar spaarderscliënteel kunnen interesseren ».
Art. 7. — Artikel 60 van dezelfde wet, opgeheven bij het koninklijk besluit nr 20 van 23 mei 1967, wordt in de volgende lezing hersteld : « Art. 60. Een levensverzekeringskas wordt aan de Lijfrentekas verbonden. De algemene voorwaarden en de tarieven van de verzekeringsverrichtingen van die Kas worden door de algemene raad vastgesteld en door de Koning goedgekeurd. De premies worden in eenmaal of periodiek betaald». Art. 8. — In § 1, tweede lid, en in § 2, eerste en tweede lid, van artikel 60bis van dezelfde wet, ingevoerd bij de wet van 21 juni 1894, en onder meer gewijzigd bij de wet van 22 juli 1952, wordt het getal « 200.000 » vervangen door het getal « 500.000 ».
Koninklijk besluit van 22 september 1967 Art. 2. — Artikel 11 van dezelfde wet, gewijzigd bij
het koninklijk besluit nr 20 van 23 mei 1967, wordt met de volgende bepaling aangevuld : « Hij bepaalt, met goedkeuring van de Minister van Financiën, de aard, de omvang en de voorwaarden voor de uitoefening van de aanvullende activiteiten bedoeld in artikel 4 ».
Art. 4. — Artikel 29 van dezelfde wet, gewijzigd bij
het koninklijk besluit van 14 oktober 1937 en bij het koninklijk besluit nr 20 van 23 mei 1967, wordt door de volgende bepaling vervangen :
houdende goedkeuring der wijzigingen aan de statuten van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid (Staatsblad, 10 oktober 1967, blz. 10653). Bijvoegsel aan het koninklijk besluit van 10 oktober 1967 houdende goedkeuring der wijzigingen aan de statuten van de Nationale Investeringsmaatschappij.
« Art. 29. Het gedeelte van het actief van de Kas, bestemd voor definitieve beleggingen, wordt produktief gemaakt door de volgende verrichtingen :
De artikelen 3, 4, 18, 20, 25 en 33 van de statuten van de Nationale Investeringsmaatschappij worden gewijzigd als volgt :
10 verkrijging van Belgische staatsfondsen of van andere door de Staat gewaarborgde effecten : 20 verkrijging van obligaties van Belgische provincies of gemeenten; 30 verkrijging van obligaties van Belgische vennootschappen die, sedert ten minste vijf opeenvolgende jaren, al hun verbintenissen zijn nagekomen met hun gewone middelen, of van obligaties van vennootschappen die zijn ontstaan uit de omvorming van ondernemingen die aan diezelfde voorwaarden voldoen; 40 hypothecaire leningen en kredietopeningen; 50 kredietopeningen op middellange of op lange termijn ten bate van natuurlijke of rechtspersonen voor de behoeften van hun nijverheids-, handels-, landbouw- of ambachtsbedrijven, en voor de behoeften van andere beroepswerkzaamheden.
De tekst van § 1 van artikel 3 der statuten wordt vervangen door volgende tekst :
De beslissingen betreffende verkrijging van obligaties van vennootschappen worden genomen bij meerderheid van twee derden der stemmen ». Art. 5. — Artikel 39 van dezelfde wet, opgeheven bij het koninklijk besluit nr 20 van 23 mei 1967, wordt in de volgende lezing hersteld en ingevoerd in hoofdstuk III :
« Art. 39. Wat betreft de verrichtingen bedoeld in dit hoofdstuk is de Algemene Spaar- en Lijfrentekas onderworpen aan de regelen bepaald door of in toepassing van de wetgeving betreffende de controle op de levensverzekeringsmaatschappijen en dit in de mate vastgesteld door de Koning met het oog op de verwezenlijking van een gelijkwaardig regiem in de uitbatingsvoorwaarden van de Algemene Kas en deze van private verzekeringsondernemingen ». Art. 6. — In artikel 47, eerste alinea van dezelfde wet, gewijzigd bij de besluitwet van 23 oktober 1946, worden de getallen « 60.000 » en « 30.000 » onderscheidenlijk vervangen door de getallen « 120.000 » en « 60.000 ».
Art. 3. — De N.I.M. heeft tot doel de oprichting, de reorganisatie of de uitbreiding te bevorderen van nijverheids- en handelsondernemingen, opgericht in de vorm van kapitaalvennootschappen, waarvan de maatschappelijke zetel of de voornaamste vestiging in België gelegen is.
Artikel 3, § 2 wordt voortaan artikel 4, opgesteld als volgt : Art. 4. — Om dat doel te bereiken, kan de N.I.M. overeenkomstig de wet van 2 april 1962 houdende oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van erkende gewestelijke investeringsmaatschappijen, gewijzigd door de wet van 14 april 1965 en het koninklijk besluit van 23 mei 1967 :
1. Deel uitmaken van verenigingen, groepen, syndikaten voor studie of onderzoek, die gevormd zijn met het oog op het oprichten of het reorganiseren van ondernemingen; 2. Een gedeelte van het kapitaal inbrengen bij de oprichting van een vennootschap, deelnemen aan een kapitaalverhoging of de inschrijvingsrechten uitoefenen die zij als vroeger aandeelhouder heeft verkregen; 3. Een participatie in het kapitaal op een andere wijze verkrijgen; 4. Inschrijven op obligaties die in aandelen kunnen worden geconverteerd; 5. De verrichtingen uitvoeren welke op de voormelde Opdrachten betrekking hebben, of welke aan de bescherming van haar patrimoniale belangen beantwoorden. De participaties van de Nationale Investeringsmaatschappij zijn tijdelijk, behoudens uitzonderingen beslist door de raad van beheer met twee derde meerderheid van stemmen.
— 584 —
3. — OYERHEIDSFINANCIEN
Koninklijke besluiten van 6 juli en 17 augustus 1967
Art. 4. — Artikel 10 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 25 januari 1967, wordt in de volgende lezing hersteld :
tot vaststelling van de toestand van de overgedragen kredieten van het jaar 1966 (buitengewone uitgaven) (Staatsblad, 7 en 6 oktober 1967, blz. 10615 en 10523).
« Artikel 10. Benevens de in artikel 9 bepaalde verrichtingen, wordt het Fonds gemachtigd, met toestemming van de Minister van Financiën, wisselbrieven met een maximale looptijd van honderd twintig dagen te aanvaarden die door de ondernemers ter regeling van de uitgevoerde en opgeleverde werken worden uit-• geschreven.
Koninklijke besluiten van 17 en 30 augustus 1967 tot vaststelling van de toestand van de overgedragen kredieten van het jaar 1966 (gewone uitgaven) (Staatsblad, 6 en 4 oktober 1967, blz. 10525 en 10432).
» De verbintenissen van het Fonds betreffende de verrichtingen vermeld in de eerste alinea worden als commercieel beschouwd; ze genieten de waarborg van de Staat ».
Ministerieel besluit van 2 oktober 1967 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 6 oktober 1967, blz. 10521).
Koninklijk besluit van 28 september 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 1923 betreffende de taks op de automobielen en andere stoom- of motorvoertuigen (Staatsblad, 4 oktober 1967, blz. 10394).
Koninklijk besluit nr 41 van 29 september 1967 tot wijziging van de wet van 9 augustus 1955 betreffende het Wegenfonds (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11215).
Koninklijk besluit van 9 oktober 1967 tot wijziging van het besluit van de Regent van 18 september 1967 betreffende de uitvoering van het Wetboek der zegelrechten (Staatsblad, 14 oktober 1967, blz. 10859).
Koninklijk besluit van 9 oktober 1967 tot wijziging van de Algemene Verordening op de met het zegel gelijkgestelde taksen (Staatsblad, 17 oktober 1967, blz. 10905).
Art. 3. — Artikel 9 van de wet van 9 augustus 1955, gewijzigd door de wet van 25 januari 1967, wordt door de volgende bepaling vervangen : « Artikel 9. Het Fonds is ertoe gemachtigd, met de toestemming van de Minister van Financiën, langlopende, halflange of kortlopende leningen aan te gaan. » De leningen worden door de Staat gewaarborgd en de effecten waarin ze verdeeld zijn dragen het visum van de Schatkist en van het Rekenhof. De er op aan te brengen handtekeningen mogen vervangen worden door naamstempels. » Het Fonds verzekert de betaling van de renten en de terugbetaling van het kapitaal van de leningen; het draagt de kosten van het aanmaken van de effecten, de uitgifte en het beheer van de leningen. » In geval van openbare leningen met een looptijd van meer dan één jaar worden het tijdstip en de voorwaarden van uitgifte door de Koning, op de voordracht van de Ministers van Openbare Werken en van Financiën, bepaald; wanneer het leningen met een looptijd van maximum één jaar betreft, worden ze, na gemeen akkoord, door de voormelde Ministers en de Nationale Bank bepaald ».
Koninklijk besluit nr 45 van 24 oktober 1967 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, (Staatsblad, hypotheek- en griffierechten 27 oktober 1967, blz. 11233).
Koninklijk besluit nr 46 van 24 oktober 1967 tot wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, ten einde een juistere inning van die belastingen te verzekeren (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11234).
— 585 — 4. — LANDBOUW Ministerieel besluit van 22 augustus 1967
Ministerieel besluit van 8 september 1967
betreffende het verlenen van een toelage aan tuinders en druivenkwekers, als gedeeltelijke compensatie van de verhoogde accijnsrechten op de zware gasolie (lichte fuel-oil) (Staatsblad, 6 oktober 1967, blz. 10534).
betreffende de toekenning van toelagen voor het vlas (Staatsblad, 6 oktober 1967, blz. 10540).
6. — ARBEID
Ministerieel besluit van 9 oktober 1967
Koninklijk besluit nr 40 van 24 oktober 1967
tot wijziging van artikel 99 van het ministerieel besluit van 4 juni 1964 inzake werkloosheid (Staatsblad, 24 oktober 1967, blz. 11111).
betreffende de vrouwenarbeid (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11189). Erratum (Staatsblad, 22 november 1967, blz. 12196).
Ministerieel besluit van 25 oktober 1967 tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 juni 1964 inzake werkloosheid (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11187).
8. — BUITENLANDSE HANDEL Ministeriële besluiten van 29 september 1967 tot wijziging van de lijsten I, II en III gevoegd bij de ministeriële besluiten van 7 januari 1966, waarbij de invoer en de uitvoer van sommige goederen aan vergunning onderworpen worden (Staatsblad, 3 en 4 oktober 1967, blz. 10333 en 10396).
Ministerieel besluit van 2 oktober 1967 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 6 oktober 1967, blz. 10521).
Koninklijk besluit nr 51 van 24 oktober 1967 waarbij de Minister die de Buitenlandse Handelsbetrekkingen onder zijn bevoegdheid heeft, gemachtigd wordt de steun van de Staat te verlenen aan de verwezenlijking van de uitvoer van Belgische uitrustingsgoederen (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11281).
Artikel 1. — Binnen de perken van de kredieten uitgetrokken op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, is de Minister die de Buitenlandse Handelsbetrekkingen onder zijn bevoegdheid heeft gemachtigd de medewerking van de Staat te verlenen bij de verwezenlijking van de uitvoer van Belgische uitrustingsgoederen, alsmede aan de prestaties die hiermee gepaard gaan, dit voor landen andere dan voorzien in het artikel 8 van de wet van 3 juni 1964, aangevuld door het koninklijk besluit nr 6 van 18 april 1967, met uitzondering 'van de landen leden van de Europese Economische Gemeenschap. Deze medewerking zal gebeuren onder vorm van een tussenkomst in de intrestlast verbonden aan de financiering der betalingstermijnen. Art. 2. — De woorden « Technisch Comité voor de medewerking aan de uitrusting van de ontwikkelingslanden » vernoemd in artikel 9 van de wet van 3 juni 1964, aangevuld door het koninklijk besluit nr 6 van 18 april 1967, worden vervangen door de woorden « Comité voor de medewerking aan de uitvoer van Belgische uitrustingsgoederen ». Art. 3. — Het Comité voor de medewerking aan de uitvoer van Belgische uitrustingsgoederen, waarvan sprake in artikel 9 van de voornoemde wet van 3 juni 1964, geeft aan de Minister die de Buitenlandse Handelsbetrekkingen onder zijn bevoegdheid heeft, zijn advies over alle verrichtingen opgenomen in het kader van onderhavig besluit, vooraleer iedere ministeriële beslissing genomen wordt,
— 586 —
10. — PRIJZEN EN LONEN Koninklijk besluit van 20 september 1967 tot uitvoering van de artikelen 3, vierde lid, 5, 15, tweede lid, en 17 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen (Staatsblad, 5 oktober 1967, blz. 10463).
11. — PENSIOENEN, SOCIALE VERZEKERINGEN EN DIVERSE SOCIALE VOORDELEN Koninklijk besluit van 27 september 1967
Koninklijk besluit van 23 oktober 1967
tot verhoging van het bedrag van de bijdragen vastgesteld bij de artikelen 77 en 78 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (Staatsblad, 3 oktober 1967, blz. 10345).
tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekteen invaliditeitsverzekering (Staatsblad, 28 oktober 1967, blz. 11316). Errata (Staatsblad, 4 november 1967, blz. 11492).
Koninklijk besluit van 4 oktober 1967 houdende vaststelling van de voorwaarden van de leningen door de Algemene Spaar- en Lijfrentekas aan het Rijk toe te staan in 1967, in uitvoering van de wet van 12 februari 1963 betreffende de inrichting van een ouderdoms- en overlevingspensioenregeling ten behoeve van de vrijwillig verzekerden (Staatsblad, 24 oktober 1967, blz. 11109).
Koninklijk besluit van 16 oktober 1967 houdende wijziging, wat betreft het onderzoek naar de bestaansmiddelen, van bepaalde beschikkingen van de wet van 31 augustus 1963 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen (Staatsblad, 25 oktober 1967, blz. 11133).
Koninklijk besluit van 24 oktober 1967 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid, wat betreft het toekennen van werkloosheidsuitkeringen aan werknemers die uit eigen wil in een dienstbetrekking met verkorte werktijd zijn tewerkgesteld (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11185).
Koninklijk besluit nl' 49 van 24 oktober 1967 betreffende de gezinsbijslag voor werklozen (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11246).
Koninklijk besluit ir 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers (Staatsblad, 27 oktober 1967, blz. 11246).
Koninklijk besluit van 20 oktober 1967 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van maatregelen tot vermindering van de weerslag van het onderzoek naar de bestaansmiddelen voor de toekenning van de ouderdomsrentebijslag (Staatsblad, 31 oktober 1967, blz. 11366),
Koninklijk besluit van 16 oktober 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 1963 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen (Staatsblad. 25 oktober 1967, blz. 11136).
— 587 — 12.
—
EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP
Verordening nr 661/67/E.E.G. van de Commissie van 2 oktober 1967 betreffende de verzoeken om vergoeding ten laste van het E.O.F.L., afdeling garantie (Publikatieblad, 3 oktober 1967, blz. 6).
Gemeenschapsprogramma's (67/631/E.E.G.) voor de afdeling oriëntatie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (Publikatieblad, 20 oktober 1967, blz. 18). Voorstellen voor verordeningen van de Raad : — algemene bepalingen betreffende de gemeenschapsprogramma's voor de acties van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie; — gemeenschapsprogramma voor integrale ruilverkaveling; — gemeenschapsprogramma voor irrigatie; — gemeenschapsprogramma voor waterbeheersing; — gemeenschapsprogramma voor maatregelen op het gebied van de bosbouw ter verbetering van de landbouwstructuur; — gemeenschapsprogramma voor de verbetering van de commercialisatie van groenten en fruit; — gemeenschapsprogramma voor structuurverbetering in de zuivelindustrie; — gemeenschapsprogramma voor de vleessector; — gemeenschapsprogramma voor de wijnbouw; — gemeenschapsprogramma voor de olijventeelt; — gemeenschapsprogramma voor de ontwikkeling van de agrarische probleemgebieden en achtergebleven gebieden.
Financieel reglement nr 67/640/E.E.G. houdende wijziging van het Financieel Reglement betreffende het Europees Oriëntatieen Garantiefonds voor de Landbouw (Publikatieblad, 25 oktober 1967, blz. 11).
Verordening nr 741/67/E.E.G. van de Raad van 24 oktober 1967, betreffende de bijstand door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (Publikatieblad, 25 oktober 1967, blz. 2).
Verordening nr 742/67/E.E.G. van de Raad van 24 oktober 1967, houdende instelling van de speciale afdelingen I en II van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw met betrekking tot de maatregelen voor communautaire compensaties ten gunste van Duitsland, Italië en Luxemburg en met betrekking tot de uitkering van een bedrag van 4 miljoen rekeneenheden ten gunste van Luxemburg (Publikatieblad, 25 oktober 1967, blz. 4).
Richtlijn van de Raad van 24 oktober 1967 (67/654/E.E.G.) betreffende de wijze waarop de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de bosbouw en het bos(Publikatiebedrijf worden verwezenlijkt blad, 30 oktober 1967, blz. 6).
Beschikking nr 26-27 van de Commissie van 25 oktober 1967 tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking nr 3-65 van 17 februari 1965 betreffende de communautaire regeling voor de steunmaatregelen van de deelnemende Staten ten behoeve van de kolenmijnindustrie (Publikatieblad, 28 oktober 1967, blz. 1).
STATISTIEKEN (De inhoudsopgave en de lijst van de gebruikte afkortingen komen voor op het einde van het Tijdschrift)
Na ieder hoofdstuk vindt de lezer bibliografische referenties; zij vermelden enkele statistische publikaties die meer omstandige gegevens over het onderwerp van het hoofdstuk of overeenstemmende gegevens voor het buitenland bevatten. De abonnenten kunnen desgewenst de gegevens vermeld in de tabellen VI-1, IX-3, XIII-3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 13, XVIII-1 en 2 en XIX-2 verkrijgen zodra zij opgemaakt zijn. De aanvragen dienen gericht te worden aan de Nationale Bank van België, Documentatiedienst, de Berlaimontlaan 5, Brussel 1. Hierbij dient vermeld te worden welke tabellen de abonnent wenst te ontvangen.
I. - BEVOLKING EN NATIONALE REKENINGEN 1. - BEVOLKING Bronnen : Nationaal Instituut voor de Statistiek en Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. 1947
1964
1965
Bron
1965
1966
4
(duizenden, per einde jaar)
(duizenden) (per einde jaar)
Totale bevolking
N.I.S.
Bevolking op werkbekwame leeftijd (15 tot 65 jaar) waarvan : Mannen Vrouwen Actieve bevolking 1 : waarvan : Landbouw Extractieve nijverheid Fabrieksnijverheid
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
8.512
9.428
9.499
9.499
5.850
5.996
6.022
6.022
2.902 2.948
2.984 3.012
2.998 3.024
2.998 3.024
3.481
3.622
3.660
3.705
3.725
423
216
206
230
2.16
191
102
97
95
84
1.311
1.289
1.291
1.256
1.253
9.556
(per einde juni)
Bouwbedrijf
197'
282
286
293
296
Vervoer
243
250
243
266
267
1.024 92
1.427 56
1.476 61
1.445 59 2 61
1.487 62 2 60
Handel, banken, verzekeringen en diensten Volledig werklozen Grensarbeiders 3
1 Incl. de werklozen en excl. de gewapende macht. 2 Incl. de werklozen die een opleiding en een beroepsherscholing genieten. 3 In de oude reeks waren de grensarbeiders in de verschillende sectoren ondergebracht. 4 Voor de jaren 1965 en 1966 werd de actieve bevolking berekend per einde juni en volgens een nieuwe methode, De aldus verkregen cijfers zijn bijgevolg niet vergelijkbaar met de vorige reeks,
- 589 -
I - 2. - VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUKT OVER DE PRODUKTIEFACTOREN (Ramingen van het N.I.S., genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie
1. Inkomen uit bezoldigde arbeid 1
van de Nationale Boe khot 1957
1958
1959
1960
1961
1962
1968
1964
1965
1966
135,7
137,2
136,8
144,8
152,7
166,1
182,0
209,9
231,7
254,4
10,1
10,7
10,6
11,8
12,6
14,2
15,3
16,6
18,4
20,1
23,4
24,0
23,6
26,2
28,9
31,5
36,5
44,6
48,7
56,7
53,2 13,0
58,2 13,3
60,0 13,6
63,5 15,5
64,6 15,2
69,2 20,0
76,7 21,7
82,4 20,2
92,7 19,6
103,8 17,4
235,4
243,4
244,6
261,8
274,0
301,0
332,2
373,7
411,1
452,4
23,0 10,1 71,1
21,5 11,2 71,2
22,5 11,7 73,0
23,4 12,5 76,0
27,0 13,3 79,3
25,2 14,3 82,8
26,7 15,1 87,2
28,7 16,7 100,9
30,7 21,5 104,3
29,6 24,0 100,9
:
a) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid b) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan sommige bepalingen van de Maatschappelijke Zekerheid c) Werkgeversbijdragen Maatschappelijke Zekerheid d) Werknemers niet onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid e) Aanvullingen en correcties Totaal ._
2. Ondernemersinkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen :
a) Land , tuin , bosbouw 1 b) Vrije beroepen 1 -
-
c) Handelaars en ambachtslieden 1
d) Inkomen der personenvennootschappen 2 e) Statistische aanpassing
6,2
5,6
6,0
6,5
7,1
7,2
1,0
1,2
1,0
1,3
0,4
0,6
Totaal _.
111,4
110,7
114,2
119,7
127,1
130,1
136,4
153,6
165,0
162,9
8. Inkomen uit vermogen toevloeiend aan particulieren 1 : a) Intresten b) Huur (ontvangen of toegerekend) . c) Dividenden, tantièmes, giften
14,5 34,1
17,3 34,3 11,4
19,2 34,2 13,1
21,0 34,1 14,6
23,5 34,0 16,1
25,4 33,6 14,6
27,8 34,8 15,0
30,5 36,6 16,9
33,5 38,6 18,2
8,3
7,4 -
-
1,0
8,9 -
0,4
-
8,5 0, 1
13,4
15,9 34,1 12,3
Totaal
62,0
62,3
63,0
66,5
69,7
73,6
73,6
77,6
84,0
90,3
4. Reserveringen van vennootschappen 2
10,2
7,2
10,6
11,7
13,2
11,7
13,5
16,7
18,7
15,6
8,7
7,8
7,6
9,2
10,0
11,5
11,3
14,1
17,0
17,6
6,3
5,4
5,0
5,8
5,8
5,4
4,4
5,9
4,3
3,1
5. Directe belastingen der vennootschappen van alle juridische vormen
•
6. Inkomens uit vermogen en ondernemers-
inkomen toevloeiend aan de overheid
12,6 -12,9 -14,0 -16,4 -18,6 -18,6 -20,5 -22,5 -24,3 -26,4
7. Intrest van de overheidsschuld
Netto nationaal inkomen tegen factor-. kosten
8. Afschrijvingen Bruto nationaal kosten
produkt tegen
1 V66r belastingaheffing. Na belastingaheffing.
458,3
481,2
514,7
550,9
619,1
675,8
715,5
50,5
53,2
56,1
58,4
61,7
66,7
73,7
79,4 ...
84,1
471,5
474,4
484,2
514,4
539,6
576,4
617,6
692,8
755,2
799,6
54,2
55,2
60,2
65,4
73,2
78,8
84,4
94,1
101,9
119,2
factor-
6,5 - 6,9 - 6,6 - 7,2 - 6,7 - 7,2 - 6,6 - 7,7 - 9,7 -12,4
10. Subsidies
2
431,0
50,1.
9. Indirecte belastingen
Bruto nationaal prijzen
423,9
421,4
produkt tegen
markt519,2
522,7
537,8
572,6
606,1
648,0
695,4
779,2
847,4
906,4
- 590 -
I - 3.
-
B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE VOORTBRENGING TEGEN MARKTPRIJZEN (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding.
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
35,6
34,2
35,3
36,6
40,4
38,9
41,0
43,9
16,3
45,9
21,2
18,2
14,3
14,0
14,0
14,0
15,6
16,5
15,3
13,6
35,3 15,7 7,2 5,3 7,4 13,5 8,3 15,8
37,0 12,9 6,8 5,6 7,5 13,1 8,2 13,3
37,8 14,0 7,1 5,5 7,8 13,7 9,2 14,6
39,3 15,5 7,6 6,7 8,5 14,5 10,3 18,6
40,7 16,3 8,2 6,8 9,1 14,9 10,8 17,1
42,5 16,7 9,2 7,8 10,3 15,6 11,9 17,0
44,9 18,6 9,6 9,0 11,3 17,5 12,0 16,3
48,0 20,8 10,8 10,5 12,6 19,6 14,7 21,5
52,3 21,1 11,3 11,2 13,3 20,8 14,8 23,1
55,2 22,6 11,9 :1.2,0 13,8 22,0 15,3 23,1
35,2 10,3
33,7 10,2
33,2 10,7
36,9 12,3
43,0 12,9
49,0 14,1
55,4 15,7
62,3 18,2
68,6 20,1
72,6 22,5
154,0
148,3
153,6
170,2
179,8
194,1
210,3
239,0
256,6
271,0
4. Bouwnijverheid
31,2
30,7
30,7
33,2
36,9
.40,3
43,0
55,2
58,4
62,7
5. Elektriciteit, gas, water
10,0
10,6
10,7
11,1
11,5
12,6
13,4
14,5
15,6
16,b
6. Handel, bank- en verzekeringswezen, woongebouwen a) Handel b) Bank- en verzekeringswezen c) Woongebouwen
76,1 13,0 38,5
77,0 13,4 39,1
83,5 15,0 39,9
87,8 16,0 40,5
95,3 17,2 41,1
103,4 19,1 41,5
112,7 21,6 42,5
121,0 24,5 45,1
131,8 27,6 48,1
146,2 30,4 51,1
127,6
129,5
138,4
144,3
153,6
164,0
176,8
190,6
207,5
227,7
34,2
34,5
35,9
38,9
38,8
42,1
45,9
52,0
56,8
60,9
8. Diensten
100,7
108,0
112,8
119,8
124,6
132,8
144,4
159,7
181,3
200,1
9. Correcties
-3,3
0,8
0,6
-3,0
0,3
3,8
0,1
2,9
3,3
2,1
Bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen
511,2
514,8
532,3
565,1
599,9
642,6
690,5
774,3
841,1
900,9
10. Saldo van de factorinkomens ontvangen van en betaald aan het buitenland
8,0
7,9
5,5
7,5
6,2
5,4
4,9
4,9
6,3
5,5
Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
519,2
522,7
537,8
572,6
606,1
648,0 '695,4
779,2
847,4
906,4
1.
Landbouw, bosbouw en visserij
2. Extractieve industrieën 3. Be- en verwerkende industrieën : a) Voedingsmiddelen, dranken en tabak b) Textiel e) Kleding en schoeisel d) Hout en meubelen e) Papier, drukkerij, uitgeverij f) Chemie en aanverwante activiteiten g) Klei, ceramiek, glas, cement h) Ijzer, staal en non ferro-metalen i) Metaalverwerkende industrieën scheepsbouw j) Overige industrieën Totaal van de rubriek 3
Totaal van de rubriek 6
7. Vervoer en verkeer
— 591 —
I
-
4.
—
B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE BESTEDINGEN (Genormaliseerd systeem) (miljarden franken)
Bron
:
Nationaal Instituut voor de Statistiek. — Commissie van de Nationale Boekhouding.
TEGEN PRIJZEN VAN 1963
TEGEN COURANTE PRIJZEN
900
900
800
800 Brutonationaal produkt
Brutonationaal produkt
700'
700
600
600 I °0 I 4/
Private consumptie
/ I.
500 / I/ I
I
•
Private consumptie ....." .i. ...••• .iiii i ..• I
I
..• ii.*
0,
500
0*
.......• 400
400 .... ...• ....• .... ■
... ■....1*****
300
300
200
200 Brutobinneniandse kapitaalvorming
Brutobinneniandse kap taalvorming
100
100
—
Overheidsconsumptie
Overheidsconsumptie
—
—
•••••.......
Netto-uitvoer
— 100
1
1 1958
1
1 1960
1
1 1962
1
o
Netto-uitvoer
1 1964
1
1 .
1966
1 1958
1
1 1960
1
1 1962
1
1 1964
1
— '100 1966
- 592 -
I - 4a. - BESTEDING VAN HET 'NATIONAAL PRODUKT (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding. 1957
1.
1958
1959
1960
1961
1962
1968
1084
1965
1066
Private consumptie : a) Voedingsmiddelen b) Dranken en tabakswaren c) Kleding en ander persoonlijk goed d) Huur, taksen, water e) Verwarming en verlichting f) Duurzame huishoudartikelen g) Onderhoud van de woning h) Persoonverzorging en hygiëne 1.) Vervoer en verkeer j) Vrije tijdsbesteding Ic) Andere uitgaven en statistische aanpassing Totaal
102,2 26,1 36,2 45,9 20,4 27,9 16,3 18,4 26,9 27,4 10,8 358,5
2. Overheidsconsumptie : a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende nettohuur (of betaalde) afschrijvingen van d) Toegerekende administratieve en onderwijsgebouwen Totaal
103,3 105,8 27,2 28,3 34,2 35,9 46,8 47,5 18,9 18,8 27,6 28,5 16,8 17,4 20,5 21,9 27,6 28,9 30,5 30,2
108,2 29,1 38,4 48,2 19,7 32,3 18,3 23,5 33,0 30,6
112,5 30,3 40,6 49,1 20,4 34,9 19,1 24,9 34,0 32,3
119,8 31,2 43,1 50,2 24,2 36,4 20,6 27,1 36,1 33,9
125,2 33,2 47,6 51,9 27,5 40,8 21,5 28,8 39,6 35,6
130,7 36,7 50,4 55,7 25,3 46,5 23,6 31,2 44,3 40,4
141,7 39,8 53,3 59,4 28,3 49,9 26,0 38,7 49,2 43,6
150,5 41,9 56,8 63,1 28,7 53,7 28,4 42,7 54,5 46,7
10,3
12,3
12,1
10,4
17,6
19,7
19,5
21,5
357,0 373,5
393,6
'410,2
433,0
469,3
504,5
549,4
588,5
3,6
40,1 14,3 2,0
44,0 15,2 2,2
46,3 17,4 2,2
49,8 18,2 2,3
51,3 17,7 2,6
54,8 21,1 2,9
61,4 24,9 3,3
66,6 26,0 3,8
76,1 27,1 4,3
85,5 28,9 4,7
0,8
0,8
1,0
1,0
1,1
1,2
1,3
1,5
1,7
1,9
57,2
62,2
66,9
71,3
72,7
80,0
90,9
97,9
109,2
121,0
4,0 4,2 2,7 1,9 18,3 18,7 1,9 2,3 4,9 6,0 9,0 10,1 22,5 24,7 12,0 11,5 8,5 11,8 2,5 2,7 0,8 4,0 -0,8 -0,7
3,5 1,5 26,4 2,6 4,8 11,1 29,3 12,4 12,1 2,9 -0,2 -0,1
4,0 3,9 2,0 1,5 32,2 37,6 3,3 5,7 4,6 7,6 12,2 13,0 32,2 29,4 12,6 13,6 13,5 15,6 3,2 3,4 4,2. 1,5 -0,4 -1,2
4,2 2,0 39,0 5,6 6,7 14,6 29,4 14,6 18,0 3,7 0,9 0,4
4,9 2,0 40,8 5,1 7,8 15,4 46,6 15,2 23,4 3,9 11,0 0,7
5,3 2,0 46,4 5,5 9,4 15,6 50,3 18,2 21,0 4,1 3,9 0,1
97,2
106,3
123,6
131,6
139,1
176,8
181,8
201,5
184,6 178,5 +6,1
177,3 176,3 160,1 176,1 +17,2 +0,2
200,1 198,7 +1,4
216,7 217,1 -0,4
233,6 230,2 +3,4
254,2 258,1 -3,9
295,0 295,0 -
327,0 320,0 +7,0
350,6 355,2 -4,6
519,2
522,7 537,8
572,6
606,1
648,0
695,4
779,2
847,4
906,4
3. Bruto binnenlandse kapitaalvorming :
a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k)
Landbouw, bosbouw, visserij Extractieve industrieën Be- en verwerkende industrieën Bouwnijverheid Elektriciteit, gas en water Handel-, bank- en verzekeringswezen Woongebouwen Vervoer en verkeer Overheid en onderwijs Andere diensten Veranderingen der voorraden 1) Statistische aanpassing Totaal
4. Netto-uitvoer van goederen en diensten a) Totale uitvoer b) Totale invoer c) Netto-uitvoer nationaal prijzen
Bruto
produkt
tegen
4,3 3,0 20,0 2,3 5,0 10,0 24,4 10,7 8,4 2,5 6,6 0,2 97,4
86,3
5,8 1,7 50,2 6,2 10,9 17,1 48,7 20,0 29,1 4,4' 7,3 0,1
:
markt-
— 593 — I - 4b. — BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (In prijzen van 1963 indexcijfers, genormaliseerd systeem) n
Ik ationaal Instituut voor de Statistiek. — Commissie
van de Nationale Bockhonding. 1964
1965
1966
100 100 100
101 106 105
103 110 112
106 110 116
93 99 92 91 100 96 92 93 98
100 100 100 100 100 100 100 100 100
102 102 90 113 103 102 109 109 106
105 104 99 118 106 109 120 116 110
108 106 99 124 108 111 125 125 111
91
95
100
103
108
111
, 83 76
86 74
91 86
100 100
105 102
115 103
124 108
71
74
80
90
100
109
117
123
73
77
81
82
90
100
104
111
119
115 171 56 43 84
106 152 50 35 80
111 105 52 44 99
93 86 73 48 80
104 113 88 62 75
97 - 81 100 105 119
100 100 100 100 100
109 96 99 89 108
115 93 110 94 126
123 79 117 103 142
74 104 78 63 38 73
66 92 87 67 29 72
75 99 83 82 64 80
82 117 89 75 76 84
90 125 90 77 94 94
93 107 96 84 105 96
100 100 100 100 100 100
100 146 101 142 88 100
99 146 116 117 86 101
106 135 122 157 107 108
57
56
76
77
85
92
100
119
105
134
87 89
93 93
100 100
111 111
120 119
, 125 128
90,8
95,9
100,0
106,9
110,6
113,7
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
88 84 86
91 83 88
89 87 89
93 89 93
95 92 95
98 93 100
82 95 76 72 89 72 74 77 88
76 95 68 69 90 79 75 81 92
80 96 69 72 92 82 77 81 91
84 96 74 82 94 87 85 83 91
88 97 77 87 96 90 87 87 95
84
83
85
90
71 60
76 65
79 73
64
69
68
1. Private consumptie :
.
a) Voedingsmiddelen b) Dranken c) Tabakswaren d) Kleding en ander persoonlijk goed e) Huur, taksen, water j) Verwarming en verlichting g) Duurzame huishoudartikelen h) Onderhoud van de woning i) Persoonve•zorging en hygiëne . j) Vervoer k) P.T.T.-verbindingen 1) Vrije tijdsbesteding Totaal
.
2. Overheidsconsumptie : a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende huur van administratieve en onderwijsgebouwen (incl. afschrijvingen) Totaal
3. Brutobinnenlandsekapitaalvorming : a) Landbouw, bosbouw en visserij b) Extractieve industrieën c) Be- en verwerkende industrieën d) Bouwnijverheid e) Elektriciteit, gas en water f) Handel, bank- en verzekeringswezen g) Woongebouwen h) Vervoer en verkeer i) Overheid (excl. onderwijs) j) Onderwijs k) Andere diensten Totaal
4. Netto-uitvoer van diensten : a) Totale uitvoer b) Totale invoer
goederen
en
Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen (prijzen van 1963)
68 68
68 66
73 74
80 83
80,8
80,2
82,1
86,5
Bibliografische referenties : Bevolking : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Publikaties van het Nationaal CentruM voor mechanische berekeningen. — Algemene telling van de bevolking, de nijverheid en de handel op 31 december 1947. — Bulletin de l'I.R.E.S.P. — Annuaire démographique (0.N .N.). — Revue Internationale du Travail (I.A.B.). — Annuaire des statistiques du Travail (I.A.B.). juli-augustus 1967, blz. 579. — Statistische Nationaal Inkomen en B.N.P. : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S., — Recherches économiques de Louvain (I.E.S.P.O.). — International Financial Statistica (I.M.F.). — Statisreeksen van Brussel — Belgische Econotiques générales (0.E.S.0.). — Données statistiques (Raad van Europa). — Yearbook of International Accounts Statistica mische Statistieken 1950-1960. — Algemeen statistisch Bulletin van het Bureau voor de Statistiek der Europese Gemeenschappen.
II. - TEWERKSTELLING EN WERKLOOSHEID Bron :
1. - INDEXCIJFERS VAN DE TEWERKSTELLING IN DE NIJVERHEID (arbeiders) Basis 1958 = 100 1 Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Fabrieksbedrijven Metaal verwerkende nijverheid
Maand gemiddelden of maanden
1961 1962 1963 1964 1965 1966 1965 3e kwartaal 4° kwartaal 1966 10 kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 40 kwartaal 1967 le kwartaal 1966 Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei
Algemeen
Extractiebidrijven iven
Totaal
Nijverheid der basismetalen
Fabricage van metaalprodukten (exclusief machines en transport-
Machinebouw (exclusief electrische machines)
Bouw va ' electrische .ische machines, apparaten en toebehoren
118,5 126,8 131,5 134,4 138,3 135,3
113,7 114,8 113,1 123,1 129,1 116,6 129,0 128,0 117,0 116,2 116,8 116,7 113,3 115,6 116,9 116,1 116,3 117,9 116,9 117,4 115,7
99,6 101,9 104,0 108,2 105,8 104,5 106,0 105,6 103,2 104,8 105,3 104,9 102,7
67,6 62,0 60,1 61,2 57,2 48,6
104,0 105,7 107,8 111,0 109,6 109,7
107,1 105,8 105,7 107,4 107,0 101,5
materieel) 106,5 109,3 119,5 122,0 117,6 121,0
55,1 55,1 49,1 49,6 48,1 46,7 45,9
106,3 104,9 103 7 101,8 100,9 98,6 94,6
116,6 118,8 118,1 121,3 121,8 123,7 121,6
104,7 105,1 104,3 105,5 106,1 105,8 105,2 103,8
50,3 49,8 48,8 48,2 47,4 47,1 46,6 46,4 46,1 46,2 45,4 45,0 44,7
109,4 109,7 108,9 109,5 109,9 110,2 108,1 109,6 109,7 109,3 109,4 110,9 110,8 110,2 109,6 109,0 107,9 107,3 106,4 106,7
102,6 102,5 100,2 101,6 101,0 100,6 99,8
121,3 121,0 121,6 120,8 122,9 124,1 123,5
135,8 140,0 135,0 135,4 133,9 135,7 132,7 137,8 135,9 132,5 134,9 134,3 137,0 135,5
95,5
123,5
134,5
95,6 94,5
123,6 121,3 120,0 119,1 117,7
134,0 134,0 130,0 127,5 127,3
102,8 102,6 102,6 102,4 102,7
93,8 93,0 93,9
Bouw B van transportmaterieel
89,2 99,2
100,6 104,5 105,2 108,3 104,7 106,1 104,3 108,9 111,9 109,6 106,8 106,4 108,9 111,4 1124 112,2 109,8 109,9 109,1 107,3 106,2 106,9 104,7 108,1
115,5
112,8 111,5 111,0 109,9
Textiel (excl, confectie)
Bouwnijverheid
99,1 97,8 99,1
100,7 106,9 108,9 117,5 112,9 111,2
98,7 93,6
98,0 92,7
93,3 98,5 97,7
97,6 97,7
99,1 97,8 98,2 97,1
97,9 97,9 96,8 96,8 99,7 100,5 99,0 97,9 96,4 95,7
116,6 112,3 106,1 112,1 114,4 112,4 107,8 111,0 1 .13,0 111,2 114,7 116,2 115,4 113,2 108,5 L04,9 1 .07,7 110,8 113,3 114,8
1 Indexcijfers oorspronkelijk berekend op basis 1064 = 100 omgezet in basis 1050 = 100.
II Bron : Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Aantal werkdagen
per periode 1
-
2. WERKLOOSHEID Algemene gegevens -
Gemiddeld aantal Werkaanbiedingen 4 MaandDoor de d gemiddelde werkloosheidsdagen openbare openper maand 3 van hot besturen Werkaan(duizenden) 2 ged urende a staande ast aantal tewerkvragen de maand gen p erin verloren Gedeelte- gestelde ontvangen ei e 45 lijke en werklozen Gedeelte- werkdagen Volledig Totaal Volledige lijke en (duigen. werklozen toevallige (duitenmaand werklozen den) 2 toevallige den) Aantal gecontroleerde werklozen
(in duizenden)
110,7 56,0 47,4 82,0 131,1 91,4 75,4 56,2 75,1 119,4
44,1 35,6 32,9 42,0 60,9 59,3 54,0 35,9 41,8 49,4
66,6 20,4 :14,5 40,0 70,2 32,0 21,4 20,3 33,3 70,0
2.399 1.139 995 1.721 2.841 1.980 1.633 1.349 1.426 2.389
8,2 4,6 4,4 6,2 7,6 5,9 6,1
25 20 20 25 20 20 25 19 20 25
156,0 130,1 101,1 98,8 90,5 82,9 76,2 73,9 75,8 88,2
59,2 62,3 61,6 61,3 59,6 56,7 54,3 52,3 55,3 61,5
96,8 67,8 39,5 37,5 30,9 26,2 21,9 21,6 20,5 26,7
3.901 2.601 2.022 2.470 1.810 1.659 1.905 1.478 1.516' 2.205
16,4 15,5 15,8 15,7 17,1 17,0 16,4 16,8 14,5 15,8 19,2 16,0 16,0 18,7 15,9 16,1 19,6 14,5 15,3 1.8,6
Juni
Juli Augustus September Oktober
4,3 5,4 7,9 9,0 6,8 6,0 6,2 5,5 5,8 7,4 5,5 5,6 6,4
t- COCO .SO
65 61 63 63 65 65 64 24 19 20
1.966 le kuartaal 2° kwartaal 30 kwartaal 4 0 kwartaal 1967 1 0 kwartaal 2e kwartaal 3° kwartaal 1966 Oktober November December 1.967 Januari Februari Maart April Mei
:= CD cf.", ~ cD CD CD
6,8 7,7 6,7 10,0 6,2 6,8 6,4
■.0
20,9 21,2 16,0 15,7 15,3 15,8 15,9
CJ •ct,
4.005 3.241 1.791 1.731 1.100 1.454 1.564
CO G7Cq C)14 C•1
48,0 38,4 38,4 50,2 26,7 36,8 35,7
c.0
110,1 87,9 47,1 32,9 26,1 32,2 38,7
‘.0
158,1 126,3 85,5 83,1 52,8 69,0 74,4
CO CD 0CO Or—cD0 CD GD7VO DI
3
304 308 * 252 250 250 253 252
C, C.-CD
1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
61,2 31,4 18,1 13,1 10,2 16,1 21,9
18,9 20,1 18,3 15,3 13,3 13,0 13,1
7,5 12,5 14,6 16,5 12,5 7,8 6,7
25,7 18,7 16,6 26,5 39,4 36,9 35,2 22,3 24,6 32,6 38,3 40,9 39,0 37,9 38,1 34,7 35,3 34,4 35,9 41,2
15,6 14,4 11,2 11,3 11,9 13,8 10,6 15,4 10,0 8,4
6,4 7,8 7,4 5,0 3,7 4,2 4,1
11,3 11,2 13,2 13,1 12,8 15,6 8,0 11,5 12,3 11,8
6,1 5,0 4,0 3,8 3,6 3,8 4,0 4,3 4,2 4,0 4,4 3,9 3,2
1 De werkloosheidsmaand omvat 4 of 5 weken. Daggemiddelde per werkloosheidsmaand.
2
Aantal verloren werdagen per maand Aantal werklozen ingeschreven in de gemeentelijke stempellokalen, per maand Werkaanvragen en -aanbiedingen met betrekking tot arbeiders en arbeidsters alleen. 5 Normaal arbeidsbekwame volledige werklozen. 6 Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeen tcontrole ontslagen zijn ingevolge liet in in i steri eel besluit van 20-12431. " Sedert 1062 worden voor een week slechts 5 werkdagen aangerekend, daar waar vroeger 6 werkdagen in aanmerking ka anten.
a Gemiddelde duur van de werkloosheid =
4
— 595 — II - 3. — WERKLOOSHEID
Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen Volledig + gedeeltelijk werklozen (duizenden) Bron : Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
Jaar
le kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
1958
181
204
166
149
204
1959
199
292
182
150
171
1960
158
221
149
123
137
1961
126
177
111
90
124
1962 1
85
141
64
52
90
1963
83
176
44
35
72
1964
53
82
36
32
61
1965
69
111
45
39
78
1966
74
111
56
47
82
131
91
75
1967
Januari ...... Februari .... Maart
1964
1985
1988
1987
120 63 67
131 124 75
159 87 75
156 330 101
April Mei Juni
40 36 32
49. 45 41
65 54 49
99 91 83
Juli Augustus ... September ...
32 30 34
40 39 39
49 44 48
76 74 76
Oktober ..... November ... December ...
37 49 102
42 96 104
56 75 119
88
— Statistisch Tijdschrift van het N.1.S. — Statistisch Jaarboek voor België. — ArbeidiMaandelijkse berichten van de — Annuaire blad. — Recherches écononriques de Louvain (I.E.S.P.O.). — Industrie, tijdschrift van het V.B.N. — Statistische Mededelingen des Statistiques du Tracail (I.A.B.).
Bibliografische referenties :
1 Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel besluit van 29-12.61.
- 596 -
III. - LANDBOUW EN VISSERIJ 1. - LANDBOUWPRODUKTIE Bronnen : Ministerie van Landbouw (plantaardige produktie) - Nationaal Instituut voor de Statistiek (aantal dieren, dierlijke produktie en betaald areaal). 1960
1959
1961
1063
1962
1964
1065
1966
1967
Beteeld areaal 1 (duizenden hectaren)
Broodgranen waarvan : tarwe rogge Andere granen Nijverheidsgewassen Wortel- en knolgewassen Groenten geteeld voor het zaad Hooi- en weiland Diversen Totaal
232 199
270
273
256
252
246
262
265
247
200 62
203 63
206 44
209 39
200 4.1
216 42
227 34
212 30
255 88 134 12 816 133
252 96 131 11 819 129
263 92 120 11 821 136
260 93 116 10 829 129
255 94 114 10 825 135
239 106 103 11 815 129
253 95 98 10 810 121.
260 92 98 9 810 124
259 95 99 8 811 1.29
1.708
1.711
1.699
1.689
1.679
1.665
1.652
1.640
1.633
789 1.034 1.500 124 43 1.357
773 1.056 3.063 214 55 1.894
722 1.011 2.703 196 60 1.789
835 1.083 2.019 231 37 1.872
759 1.039 2.135 240 47 1.530
900 1.064 3.1.14 283 68 1.755
854 962 2.537 190 46 1.419
650 896 2.586 157 29 1.475
1 70 2.649
159 2.696
148 2.728
141 2.832
132 2.805
120 2.663
108 2.731
95 2.773
86 2.756
1.015
1.024
1.025
1.051
1.044
999
1.010
1.019
1.029
1.450
1.749
1.772
2.053
1.795
1.833
1.847
1.971
2.320
1.303
1.420
1.538
1.630
1.644
1.712
1.953
2.199
424
441
429
462
458
429
461
'500
27
Plantaardige produktie (duizenden tonnen)
Tarwe Andere graangewassen Suikerbieten Vlas (zaad en stro) Cichorei Aardappelen Aantal dieren 1 (duizenden stuks)
Landbouwpaarden Totaal der runderen waarvan : melkkoeien Varkens
.
Dierlijke produktie nelkleveringen aan de melkerijen (miljoenen liters) (nettogewicht vlees - duizenden tonnen)
Slachtingen -
van
het
1 Telling op 15 mei van ieder jaar.
III
-
2.
-
ZEEVISSERIJ
Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens (maandgemiddelden in tonnen) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. 1958
1959
1960
Schelvis
374
232
262
285
300
221
Kabeljauw
834
653
689
698
868
Pladijs
451
381
390
291
Tong
315
257
350
Rog
337
342
Haring
201
Garnaal
64
Bibliografische referenties :
1965
1966
281
233
141
728
630
1.124
1.052
346
424
322
294
442
314
347
631
201
263
329
323
328
310
298
319
280
182
260
528
409
273
153
134
112
61
89
39
80
48
76
75
72
80
1961
1962
1968
1964
Landbouwtijdschrift (Ministerie van Landbouw). - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor Belgii. Données etatistiques (Raad van Europa). - Bulletin mommel : Economie et etatietiques agricoles
IV. — NIJVERHEID
nr. 1.--
RESULTATEN DER CONJUNCTUURENQUETES (')
Gezamenlijke nijverheid : Textiel — IJzer en Staal — Metaalverwerkende nijverheid — Papier — Hout — Leder — Non ferroiuetaleu Percentage von de antwoorden "in stijging" op vragen A,B en C Percentage von de antwoorden "Hoger don normaal" op vragen D en E _---_
Percentage van de antwoorden "in daling" op vragen . A,B en C
_-_-
Percentage van de antwoorden "Lager dan normaal,, op vragen D en E
{
Verschil der antwoorden "in stijging" en "in daling, op vragen A,B en C uitgedrukt in percentages Verschil der entwoot den "Hoger, en' Lager„ dan normaal op vragen D en E uitgedrukt in percentages
(2)
A.-INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BINNENLANDSE MARKT
+40 o 1111111111 1111111111111111111111111111111111.111111111111 _- EIEP:Pailliill'EPIELEIIIII0115 "1111111111111 911/1110" MkgiMikiálligMil °I IU 190.55 -I
1111111
_60 1 i 1 1 1 tiiiii
i
1111111
11
C2) - +40
+40 -
oll mililliiiiiiiiiii111151111111m11.41,1e.;1ilIiiiihili111 ■■51 11 -, -_ INO11,11:55151E111,11/111111rgilli§iiIIREill@Eij111111 i avissib lil E i EER law
0
d
-
11111111
-60
11
1111111111
11111
111111
1
Pli
rjrl 0..
r E.. r ,
rs,
mw.
-
40 ' " Mimi
11111t11111
11111
111
›.1'
Md
b.-.„.04
1
1
1111111111
b=,...0
11111
■ ..
■
■■■■
40
....._ ~~ _ -_--_- -_
,....._ - -_,-
imminithei
11
0
-
_ +40
MI III ei ...AMIBMim ffi ge la - 111 a ma ~. -11:41Piiiiiii;11;:111§11111111111111§11111 aLb.cialMaEMM*MaaRiadQtMaidabew
- Mg -40-
0
- -40
■■■
E.- OORDEEL OVER DE VOORRAAD AFGEWERKTE PRODUKTEN
+40
Go
_ -
11 . 1111
D. - OORDEEL OVER ORDERPOSITIE
-
modbillhildbilliaA.■__il . ai
0
+40
wzdOmillaamIll INOMem.........m. ........ALEMOIsmammrdia_ _ _ffl 0.1_01mEmilmwmia--WELT7-° qN§PgigeUrP 2w Nuaromagiu --=sgeFisim5
+40
-
1111
1
C.- VERLOOP VAN DE VERKOOPPRIJZEN
+40
-
60
Jims
1111111
B.-INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BUITENLANDSE MARKT
- +40 0 _
+40
_ 0
-40
"d1:91011 1 Plig _111101141.110!:1250:2111..1111111:11 11Wilair" ;ERMEE' ■■■ ~MEMMEWINEEMMd 0 --E2ffligellággi7".!5NROSM2EEEWig"210WM:IEMSgEMEEMOESERNMega=15EZMEEME _ (1 i 1 1 ,111, 40 1
1
111111111
11111111111
..../ I /
....
..... ..., ....,%
%.....
■
3 2 1 2
11111111111
11111111111
F.- GEMIDDELDE VERZEKERDE ACTIVITEITSDUUR (in maanden)
5 4 ,.., %. ■
1
1963
1964
1965
./..... •■■,,
1966
5
■■
-
4
....... ..... .. -
3
1967
De antwoorden der deelnemers zijn gewogen met de omzetcijfers en geven . de wijzigingen tegenover de vorige maand voor de vragen A tot D aan. Seizoenbewegingen uitgeschakeld.
2
IV - 1. — ALGEMENE INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE Basis 1958 = 100 Indexcijfers seizoeninvloeden uitgeschakeld
Indexcijfers seizoeninvloeden niet uitgeschakeld Bron : N.I.S.
maandgemiddelden of maanden
Algemeen indexcijfer
1961 1962 1963 1964 1.965 1966 1966 2° kwartaal 3° kwartaal 4 5 kwartaal 1967 1° kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal
waarvan : fabrieksnijverheid alleen
124 .132 142
119 125 135 144 147 v 151 152 143 v 158 v 152 v 154 v 140
.. .........
153 157 v 162 164 155 v 170 v 164 v 166 v 152 167 v 171 v 161 v 158 v 172 v 167 v 157 v 173 v 123 v 157
155 v 159 v 149 v 147 v 160 v 155 v 146 v 161 v 113 v 146 v 162
1966 November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November
Bron : I.E.S.P.O. 1
Bron : Agefi 2
Algemeen indexcijfer "
Algemeen indexcijfer
Algemeen indexcijfer •
114 120 129 139 145 148 154 136 155 v 151 v 153
122 130 138 147 149 150 152 147 152 152 153 v 148 147 153 154 146 156 151 152 157 138 v 150 v 156 v 158 154 "
119 125 136 144 148 v 150 150 v 151 v 150 v 153 v 152 v 149
v v v v v v v
159 153 150 151 152 149 152 158 116
v 175
Bron : N.I.S.
v 147 v 156 v 150 v 156 v 152 v 156 v 148 v 152 v 143 v 147 v 156
"t Excl. do bouwnijverheid. 1 Indexcijfers op oorspronkelijke basis 1901 omgezet in indexcijfers 1958 -= 100. 2 Indexcijfers op oorspronkelijke basis 1959 omgezet in indexcijfers 1958 = 100.
3 Vooruitzicht.
Bron
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (Voornaamste sectoren) Basis 1958 = 100
N.I.S.
Fabrieksnijverheid waarvan :
" Excl. de bouwnijverheid.
82 50 71 73
163 156 . 151 158 162 154 170 163 163 173 134 137
Totaal
128 130 137 135 182 135
124 130 139 146 137 149
124 132 157 153 154 161
139 119 137 124 120 103
151 133 158 147 139 109
163 145 167 158 154 v 131
142 139 128 145 124 119 129 120 110 130 74 108 127
160 158 154 162 149 144 147 139 131 146 76 109 141
187 175 168 157 146 152 176 148 v 146 v 169 v
67 153 172
Totaal
130 144 151 '166 172 178 184 168 182 190 195 171 187 185 179 182 189 183 199 186 190 209 140 179 195
waarvan verwerking van
de plasdekstoffen (1962 i= nol
100 124 148 178 213 217 200 245 262 275 204 240 261 240
234 245 255
285 262 261 302
153 204 256
troleumraf
indexeij
125 129 112 130 136 115 140 153 119 127 142 160 138 167 127 145 v173 134 148 172 130 138 128 163 v 184 150 151 129 139 v 180 v175 v 136 v 132 110 157 138 155 186 148 156 152 184 162 145 178 133 155 v 191 120 138 v 183 123 135 v 172 144 143 v187 127 132 v179 134 125 v 167 v 180 v 147 v139 128 74 123 117 163 145 140 187 142
Industrie der ge breide goederen
v v v
76
132 130 145 162 175 177 178 169 177 177 164 166 183 175 174 181 185 176 170 155 159 179 142 169 186
Weverijen
v v v v v v v
162 159 155 159 149 147 160 155 146 161 113 146 162
160 150 148 137 161 155 158 159 145 141 129 128 153 156 164 163 135 162 167
116 124 128 147 152 151 154 141 155 162 166
sp innerijen
1966 September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart . April Mei Juni Juli Augustus September
126 134 131 151 147 148
Voed ingsni en dran kba
152 143 v 158 v 152 v 154 2° kwartaal 140 3 ° kwartaal ..... v
1966 2° kwartaal 3' • kwartaal 4° kwartaal 1967 1 ° kwartaal
124 132 142 • 153 157 v162 164 155 v 170 v164 v166 152 175 173 167 v 171 0161 v 158 v 172 v167 v157 v173 123 157 175
Industri non- ferror
1966
85 86 88 92 85 76 79 69 77 76 78 65 80 76 77 78 77 72 80 75
er- e n stae
119 125 135 144 147 v151
1961 1962 1963 1964 1965
Chemische bedrijven en rubberindustrie
waarvan : jverheidvi Lalhoudend sclus ie f pe steenkool
1
maandgemiddelden of maanden
tiebedrij
Induw
Textielnijverheid
122 130 187 206 241 256 234 262 275 266 252 253 255 267 270 288 273 251 275 259 256 241 247 271 238
— 599 — IV • 2.
—
INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (N.I.S.) Basis 1958 = 100 GEZAMENLIJKE NIJVERHEID
200
200
150
100
. oir
150
100
IJZER-EN STAALNIJVERHEID
150
150
100
100,
METAALVERWERKENDE NIJVERHEID
200
200
150
150
100
100
TEXTIELNIJVERHEID
150
100
74
CHEMISCHE-EN RUBBERNIJVERHEID
200
200
150
150
100 60
62
64
66
M
100 J
D
IY • 3. - ENERGIE [kol.
Bronnen : A /ge In ene Directie van het Al ijn weren
(5)] - Adrninistratie van de Nijverheid
(1) , (2) en
door de N.B.B. [kol. (4)] - N.1.S. [kol. (3), (0) en (7) ] . Steen;:ool
Maand gemdeen idld of maanden
Totale produktie
Voorraden per einde periode op .cle
Elektriciteit
Waarneem. baar verbruik van ruwe steenkool 1
Nettoinvoer
MIJD-
terreinen
Dagelijks rendement onder- en boven ovengrondse arbeider
(duizenden tonnen)
(5)
(5)
(7)
2.477 2.582 2.664 2.504 2.393 2.188
1.090 1.149 1.163 1.154 1.212 1.270
1.247 1.368 1.483 1.623 1.697 1.794
1.794 1.769 1.785 1.775 1.649 1.458
4.394 1.351 454 1.489 2.419 3.046
122 1.82 474 407 422 417
1965 4° kwartaal
1.700
2.419
511
2.504
1.256
kwartaal 2 6 kwartaal
1.584
2.802
1.483
3.077
30 kwartaal
1.284 :1.482
3.051 3.046
414 494 382 377
2.262 2.270 1.995 2.222
1.261 1.263 1.253 1.300
1.472 1.430 1.193
3.094 3.033 v 2.890
309 426
2.139 2.245
1.485 1.441 1.480 1.528
3.051 3.095 3.053 3.046
356 349 331 451
1.518 1.393 1.506 1.396
2.959 3.013 3.094 3.014
1.410
3.004
1.484 943 1.296 1.340 v 1.404 v 1.431
3.033 2.920 2.936 2.890 2.738 2.839
295 326 306 442 431 406 327 257
le
46
kwartaal
1967 1° kwartaal
2° kwartaal 8e kwartaal 1966 September Oktober November December L967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November
. ..... _
.... .........
v v v v
erwerking
(miljoenen k Wh)
(1 )
1066
V
Berekeningen
Gas Produktie der cokesfabrieken voor rechtstreekse leveringen aan de nijverheid
Total e produktie
(lig)
(2)
en (9)] -
Ruwe petroleum
(4)
(duizenden tonnen)
1961 L962 L963 1964 1965 1966
[kol. (8
Totaal beschikbaar gas
(miljoenen m3) (8)
(0 )
660 705 1.013 1.112 1.300 1.382
102 104 102 106 107 97
196 214 224 240 268 254
1.857
1.385
105
278
1.877 1.709 1.623 1.965
1.364 1.266 1.414 1.485
99 97 90 100
294 224 200 298
1.314 1.335 v 1.338
1.945 1.812 1.688
1.440 1.401 1.394
2.1.43 2.125 2.190 2.350
1.284 1.283 1.299 1.319
1.764 1.888 1.951 2.055
1.375 1.441 1.454 1.559
98 101 96 103
213 247 31.6 333
2.276 1.975 2.165 2.267 2.198 2.271 1.620 v 1.924
1.294 1.321 1.326 1.328 1.327 1.349 1.302 v 1.347 v 1.364 v 1.375 v 1.420
2.056 1.826 1.952 1.832 1.794 1.810 1.519 1.689 1.857
1.476 1.354 1.489 1.399 1.485 1.320 1.336 1.464 1.381
(3)
.
1 Steenkolen produktie + netto-invoer van steenkolen, cokes en agglomeraten steenkolen )
voorraad be wegi ig (1,3 ton cokes en 0,9 ton agglomeraten = 1 ton ruwe
IV • 4. - METAALPRODUKTIE bronnen : N.1.5. [kol. (1) en (2)]. - Pabri métal [kol. (3) tot (6)] . IJzer- en staalnijverheid
Metaalverwerlten de nijverheid
(duizenden tonnen) Produktie van an ruwstaal
Produktie van afgewerkt sta g
(1)
(2)
1961 1962 1963 1964 1965 1966
584 613 627 728 764 743
405 451 476 536 559 572
1965 1 ° kwartaal
806
566
1966 16 kwartaal 20 kwartaal 3° kwartaal 4s kwartaal 1967 le kwartaal 2° kwartaal
756 758 695 763
585 580 520 604
788 829 742 804 764 752 775
Maandgemiddelden of maanden
3e kwartaal 066 September Oktober November December
1967 Januari Februari Maart April
Mei Juni Juli Augustus September Oktober November 1 Raming ven Agefi.
796 741 827 800 804 883 669 693 866 v 881 878'
(miljarden franken) Binnengekomen bestellingen voor de binnenlanden markt (8)
voor de uitvoer (4 )
Totaal
Totaal der verzendingen
(5)
(5)
6,59
9,19 9,09 9,93 11,49 12,60 13,49
8,09 8,94 10,25 11,84 12,76 13,43
6,54
13,80
14,32
6,96 6,86
13,22 14,27 11,65 14,59
5,43 5,35
3,76 3,74
5,90 6,29 6,58 6,90 7,26 6,67 6,85
4,03 5,20 6,02
6,67
5,45
7,40
7,11
13,63 13,71 12,12 14,51
632 650 557
v 6,86
v 6,86 v 6,70
v 13,72 v 13,39
v 13,36 v 14,08
631 617 580 615
6,42 6,64 7,08 8,47
6,50 7,21
12,92 13,85 14,07 15,62
14,17 13,92 13,87 1.5,98
633 593 670 650 628 673 472 515 684 673
v 6,46
v 13,10 v 13,16 v 14,89 v 12,61 v 13,07 v 14,49
v 12,91 v 12,71 v 14,48 v 13,91 v 13,24 v 15,11 v 10,02
v 6,69
v 6,44 v 7,69 v 6,31 v 6,09 v 7,66 v 5,60
6,99
7,15 v 6,64 v 6,72 v 7,20 v 6,30 v 6,98 v 6,83 v 4,40
v 10,00
- 601 -
IV - 5. - BOUWNIJVERHEID : jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn
Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd \ oltooide gebouwen
Toegestane bouwvergunningen Jaar
Nieuwbouw of volledige herbouw
Aantal
34.904
1957
Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw Te bouwen
Te bouwen volume (duizenden m3)
Aantal
24.063
9.407
Nieuwbouw en volledige
(duizenden mij
1.318
Te bouwen volume (duizenden m3)
Nieuwbouw en verbouwingen
Aantal
Te bouwen volume (duizenden m3)
Aantal
3.618
9.255
3.009
3.772
6.057 4.930
Aantal
31.150
Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw
Nieuwbouw of volledige herbouw
herbouw
volume
■ oltooide gebouwen
Toegestane bouwvergunningen
Aantal
1958
32.329
21.732
9.368
1.192
29.510
2.636
6.059
2.619
2.843
1959
38.989
26.683
9.724
1.368
33.045
3.036
8.661
3.135
4.951
5.286
1960
41.102
28.881
9.645
1.230
34.129
3.151
11.805
3.567
6.360
5.407
1961
44.552
31.603
10.436
1.406
35.233
3.498
12.785
3.958
7.071
5.975 5.424
1962
38.530
27.818
9.888
1.617
31.446
4.957
16.545
2.960
5.399
1963
38.686
28.020
12.025
1.436
27.693
6.016
20.797
3.280
4.602
5.179
1964
44.035
34.575
14.389
1.653
v 34.029
6.583
20.661
3.826
5.402
v 7.248
38.796
1965
42.648
1966
28.120 35.727
39.780
2
2
9.377
32.702
2
2
10.143
1 In 1965 en 190G werden respectievelijk 10.778 en 13.908 vergunningen verleend voor nieuwbouw, volledige herbouw, verbouwingen, vergrotingen en gedeeltelijke herbouw. 2 In 1965 en 19116 beloopt liet te bouwen volume voor nieuwbouw, volledige herbouw, verbouwingen, vergrotingen en gedeeltelijke herbouw respectievelijk 27.000.000 en 25.507.000 in3.
IV - 6. - BOUWNIJVERHEID : maandcijfers Bron : Nationaal instilvnt voor de Statistiek. Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd 1 Maandgemiddelden of maanden
Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn 2
Toegestane bouwvergunningen (aantal)
Voltooide gebouwen (aantal)
Toegestane bouwvergunningen (aantal)
Voltooide gebouwen (aantal)
1965 4 0 kwartaal
3.014
3.866
935
913
1966 P kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal
3.803
2.376 2.596
1.006 1.351
946
4.063 3.348 3.001
1.227
807
kwartaal
2.715 3.214
1.053
977
1967 le kwartaal 2e kwartaal
3.029 3.605
2.033 2.365
1.011 1.295
616
:1966 Augustus
3.368 3.261 3.172
2.476 2.899
1.246
745
1.195 1.177
981 845
926
969
1.055
1.117
4e
September Oktober November
651
653
2.916
2.957 2.839
2.916
3.845
2.644
1.502
847
512
3.057 3.385 3.582
2.329 2.269 2.235
1.001 1.184
702
Mei
3.473
Juni
3.760 3.459
2.067 2.794
December .1967 Januari Februari Maart April
Juli Augustus
2.954
1.280 1.182
633 680 549
2.275
1.283
730 437
2.661
1.193
753
1 Nieuwbouw of volledige herbouw waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd. 2 Nieuwbouw, herbouw, verbouwing en uitbreiding, waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd.
1.424
- 602 -
IV - 7. - VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE
DER E.E.G.-LANDEN Algemene indexcijfers van de industriële produktie (aangepast voor seizoenschommelingen) Basis 1960 = 100 Bron : O.E.S.O. Gezamenlijke E.E.G.-landen
le kwartaal
Schommel. in pct. •
1965
1966
130
137
+
West-Duitsland 1
België
1965
1966
5,4
132
136
Schommel. in pct. •
Schommel. in pct. •
1965
1966
3,0
131
135
-I-
+
3,1
2e kwartaal
131
139
+
6,1
131
135
-1-
3,1
132
136
-I-
3,0
3e kwartaal
132
139
+
5,3
131
135
-j-
3,1
13:L
133
+
1,5
4e kwartaal
135
139
+
3,0
135
134
-
0,7
133
131
-
1,5
1966
1067
1966
1967
1906
1967
le kwartaal
137
139
136
137
-I-
0,7
135
129
-
4,4
2e kwartaal
139
139
135
136
+
0,7
136
128
-
5,9
30 kwartaal
139
135
133
4e kwartaal
139
134
131
-i-
0,7 ...
Frankrijk
le kwartaal
1965
1966
125
134
Italië
Nederland I
Schommel. in pct. •
Schommel. in pct. "
1965
1966
Schommel. in pct. •
1965
7,2
134
151
-I- 12,7
131
139
-I-
6,1
131
141
-I-
7,6
+
1966
2e kwartaal
127
136
+
7,1
139
154
-I- 10,8
3e kwartaal
129
139
+
7,8
142
158
+ 11,3
134
142
+
6,0
4e kwartaal
133
140
+
5,3
145
162
+ 11,7
138
146
+
5,8
1966
1967
1966
1967
1966
1967
1 0 kwartaal
134
139
+
3,7
151
166
+
9,9
139
145
+
4,3
2e kwartaal
136
138
+
1,5
154
170
+ 10,4
141
146
+
3,5
3e kwartaal
139
158
142
4e kwartaal
140
162
146
* Sehommelingspereent tegenover het indexcijfer van het overeenstemmend kwartaal van het vorige jaar 1 Saarland en Weet-Berlijn uitgesloten. Annalen der Mijnen van België. - ArbeidsStatistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. blad. - Recherches dconomigues dé Louvain (I.E.S.P.O.). - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Bulletin van Fabrimeltal. - Maandelijks statistisch tijdschrift van Fdddchor. - Maandelijks tijdschrift van het M.E.Z. (Administratie van de Nijverheid - Dienst • Elektrische energie). - Energie. - Figas, informatieblad van het Verbond der Gasnijverheid. - Agence économique et financière. - Het Bouwbedrijf. - Principaux indicateurs dconomiques (0.E.S.0.).
Bibliografische referenties :
IV - 7. — VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE
DER E.E.G.-LANDEN Algemene indexcijfers van de industriële produktie (O.E.S.O.) Basis 1960 = 100 (Aangepast voor seizoenschommelingen) GEZAMENLIJKEN EIG.-LANDEN
140
140
100
100
BELGIE
140
140
di 1 11
100
100
WEST-DUITSLAND (excl.Saarland en West-Berlijn)
1965
140
1966
- 140
...... _ 1967
100
'100
FRANKRIJK
140
140
100
100
ITALIE 180
-
180
-
140
1966
140
1965
100
100
NEDERLAND
1967 .........
140
• - 140
1966 1965
100
100
60
62
64
66
D
5
D
V. - DIENSTEN 1. - VERVOER a).
-
Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de SABENA
Bron : N.M. B .S., .31.13. en SABENA. SABENA ,
N.M.B.S,
Reizigers• vervoer Maangetniddelden of maanden
Aantal reizigers-km
Aantal produktieve t-km 1
waarvan : Totale tonnenmaat
715 724 746 751 753 748 726 726 731 711 735
1966 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
braadstoffen en minerale oliën
Geregeld en betalend luchtverkeer
2
ertsen
(miljoenen
passagierskm)
(duizenden)
(duizenden tonnen)
( mil j enen)
1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
N.M.B. Vervoerde ton-km
Goederenvervoer (volledige wagonladingen)
( miljoenen
ton-km)
525 538 539 569 577 563 519
5.070 5.115 5.189 5.444 5.549 5.323 4.943
1.935 1.937 1.998 2.212 2.030 1.867 1.650
1.155 1.177 1.209 1.151 1.291 1.274 1.222
294 225 212 171 154 124 114
108,7 98,2 115,4 112,2 135,5 148,8 137,8
13,8 12,9 13,7 13,8 16,5 18,8 18,4
538 514 483 543
5.054 4.974 4.571 5.172
1.722 1.655 1.570 1.653
1.257 1.211 1.139 .1.281
111 127 104 114
83,9 126,4 230,4 110,6
12,7 15,7 27,8 17,3
108 108 39 113 113 116 115 95 115 100 107 116 27 47 43
97,0 170,1
15,7 23,2
145,2 90,4 96,1 96,7 86,2 108,1 135,2 172,3 202,7 274,5 253,7
20,0 :1.5,0 17,0 15,4 14,7 17,0 19,6 23,6 26,3 32,3 30,4
1967 1 0 kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal
v 723 v 714
509 508 466
4.897 5.115 4.576
1.579 1.689
1.257 1.264
1956 Oktober November December 1957 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
748 717 740 v 737 v 693 v 738 v 697 v 736 v 709 v 687 v 698
548 518 564
5.198 5.032 5.286
1.607 1.644 1.707
1.297 1.173 1.373
513 480 535 458 518 548 445 445 509 548
4.959 4.546 5.185 4.788 5.167 5.392 4.192 4.502 5.035 5.321
1.690 1.441 1.606 1.641 1.678 1.747 1.309 1.447
1.272 1.168 1.330 1.079
1.357 1.356 1.161 1.120
Be produktieve ton-kin hebben betrekking op het commercieel vervoer (met uitsluiting van het dienstvervoer) : het is de som van de vermenigvuldigingen van het gewicht van elke verzend lig met de afstand van liet traject. 2 D e vervoerde ton-km worden berekend door optelling van de resultaten bekomen door vermenigvuldiging van de vervoerde tonnage met liet aantal kilometers van het vervoer. 1
1 c). - Binnenscheepvaart
V - 1 b). - Zeevaart Bronnen : Havenbestuur te Antwerpen [kol. (1)], te Gent [kol. (4 )] , N.1.S. (overige kolommen). _Haven van Cent 1-laven van Antwerpen Laadvermogen Laadvermogen Goederen Goederen van de binnen. van de binnengekomen gekomen (duizenden metrieke tonnen) (duizenden metrieke tonnen) Maandgemiddedlen schepen schepen of maanden (duizenden (duizenden BinnenBinnenregisterregisterVertrokken Vertrokken gekomen gekomen tonnen) tonnen) (4) (2) (3 ) (1) (5) (6)
Totaal verkeer
(duizenden metrieke tonnen)
(miljoenen ton-km)
(1)
(2)
1.288 1.284 1.300 1.282 1.408 1.587 1.514
150 139 137 151 165 160 143
166 167 143 162 178 149 148
75 61 70 67 78 108 76
5.097 5.426 5.553 5.400 6.276 6.412 6.633
436 456 452 433 509 507 497
3.283 3.358 3.323 3.597 3.350
1.787 1.471 :1..494 1..577 1.515 1.562 1.312
144 106 144 161 181 143 128
104 77 75 71 82 94 60
6.395 6.197 7.070 6.739 6.524 6.705 7.635
497 472 534 503 479 493 557
3.323 3.269 3.308 3.392 3.846 2.928 4.017 2.934 3.977 3.139 1.947 3.387
1.717 1.630 1.612 1.303 1.574 1.783 1.329 1.445 1.155 1.335 1.197 1.829
157 129 136 144 165 141 111 125 131 147 169 178 145 136 141 109 109 116 141 115 118
140 129 193 221 146 116 168 133 115 136 112 130
99 36 108 102 87 91 103 41 67 72 48 45
6.958 6.715 6.524 6.333 6.188 6.265 7.663 7.359 7.642 7.905
531 520 4,81 437 464 464 552 532 566 578
1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
3.774 3.846 4.167 4.356 4.558 4.615 4.761
1.816 1.936 2.159 2.602 3.036 3.366 3.376
1965 40 kwartaal 1.966 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal 1967 le kwartaal 2 0 kwartaal 3° kwartaal
4.763 4.764 4.772 4.687 4.823 4.916 5.029 4.713
3.520
1966 September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli . ....... Augustus September
4.551 4.963 4.743 4.764 5.165 4.325 5.257 5.332 4.943 4.811 4.658 4.920 4.560
1 Binnenlands vervoer -I-invoer 4- - uitvoer
Bron : N .1 .S.
doorvoer.
V - 2. - TOERISME (duizenden overnachtingen)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Maandgemiddelden of maanden
waarvan land van gewone verblijfplaats VerenigdNederland F tankrijk Koninkrijk
Totaal
Belgié
34 37 38 42 45 47
27 :-.13 38 41 48 53 61 67
20 25 21 23 27 29 32 33
23 20 46 98 25
19 15 123 254 20
28 24 64 147 31
22
1.127 3.202 261
35 29 107 222 39
:L7 38 56 21
529 1.502
313 1.053
47 89
24 50
29 103
30 64
18 41
5.513
4.543 4.212 852 284 239 261
200 334 132 47 40 30
151 98 45 28 24 22
299 315 147 26 • 18 16
106 260 74 40 30 23
62 59 47 31 19 13
193
30 29 82 87 84 95 196
20 19 32 32 48 69 167
15 14 58 49 108 153 248
27 24 38 43
17 16 22 32
62
41.
87 94
57 64
1.249 1.307 1.387 1.437 1.498 1.587 1.661 1.647
979 982 1.061 1.083 1.110 1.157
1965 4e kwartaal
464 378 1.603 4.130 476
268
1967 le kwartaal 2 0 kwartaal 1966 Juli
1.210 1.200
210
5.472 1.406 548 450 432 367 348 873 1.020 1.303 2.182 5.599
Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari • Maart April Mei
Juni Juli
U.S.A.
82 99 89 98 105 113 115 :L03
1959 • ........ ..... .. .......... 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1966 le kwartaal 20 kwartaal 3° kwartaal 4e kwartaal
WestD uitsland
182 564 694 860
1.605 4.685
55 69 74 82 89 102 106 99
30 33
- 3. - BINNENLANDSE HANDEL Verkoopindexeljfers a). Basis 1953 = 100 -
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Warenhuizen met veelvuldige afdelingen t
Coéperatieven
Groothandel
Alge .,..”
Algemens
Ondernemin. m ael:›i . . huize n
Verkoopindexcijfers na uitschakeling van de prijsen seizoenbewegingen (berekeningen door de N.B.B.)
Maandgemiddelden of maanden
mgemeen Index-
Voeding
Kleding
Meubilering
Huis. houtden
cijfer
1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1966
150 162 165 171
132
179
161 168 181 188
195 221 214 272 210 226 220
209 209
179 238 206 262 188 229 209
209 203 200 212 208 197 191
214 220 233 278 227 229 235
186 185
210 239 251 327
209 227 222 299
200 254 234 298 188 160 216
228 254 224 356 220 230 230 232 222 234 238 222 244
170
*
180 196 212
225 kwartaal
1967 10 kwartaal 2e kwartaal . ....... 30 kwartaal
•
1966 September
Oktober November . . December .... -. 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September
145 155 163 173
126 141 145 154 164 183 199 206
............. ......... .
10
"waren n gs.
149 159 164 172 185 200 212 222
.• • ............... • • • • • • ...... • •
206 249
229 228 215
218
226
231
238
204
201 212
236 172
205 216 183 238 221 198 205 212 190 190 192 172
231
233
218
210
206
220
194
214
229 229 218 231 225
252 235
224
200 218 236
„lir. s
cijfer
145 159 160 172 177 188 203 218
144 156 161
2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Bidex-
138 144
152
178 203 189 199 181
voedi„... 6
120 125 130 135
132 142 147 154
179
193
196 213 220
220 260 295
156 163
140 140
156 163
168 173
145 145
:1 69 166
206 219 223 233 226 260
274 289 286 333 322 350
167
145
166
171
143
164
175 179 174 172 172
143 147
164 171
143 151
172 191
317
188 192
213 220 246 232 249
218
299
337 376
173 178 192
213 248
317 341
232 195 176
195
Nieuwe reeks vanaf 1965, indexcijfers op oorspronkelijke basis 1964 = 100 herleid op basis 1953 = 100. t Incl. de verkopen van de supermarkten van 1965 af. - 2 Huishoudartikelen en huishoudtoestellen.
m oe dingswaren
131 143 145 151
290 301 306
190 188
Couperatiev en
138 144 152 172
231 219 226 254
183
Warenhulzen s
Groothandel inaelngc-
392
308 341 337
142
.
- 606 V • 3 b). - Verkoop op afbetaling 1° - Algemene resultaten Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Aantal lopende contracten op einde halfjaar
verkopers
banken
in de loop van het halfjaar (miljarden franken)
(miljarden franken)
Financiering door
Financiering door financieringsorganismen of particulieren
Totaal
Krediet verleend
Uitstaande kredieten op einde halfjaar
(duizenden)
Financiering door
verkopers
banken
fl nancieringsorganismeu of particulieren
Totaal
verkopers
banken
financieringsorganismen of parti. culieren
Totaal
1965 1° halfjaar 2e halfjaar
1.456 1.500
789 793
140
139
527 568
15,24 16,04
5,76 6,01
3,95 4,05
5,52 5,98
6,61 6,57
2,85 2,97
1,54 1,40
2,22 2,20
L966 P halfjaar 2° halfjaar
1.501 1.552
820 873
133 123
548 556
16,50 17,20
6,30 6,78
4,26 4,5:1
5,94 5,91
6,93 7,25
3,10 3,33
1,58 1,63
2,25 2,29
1967 le halfjaar
1.576
891
136
549
18,36
7,34
4,88
6,14
7,71
3,62
1,74
2,35
2° - Achterstallige betalingen Aantal schuldenaars welke in gebreke gebleven zijn met het betalen van drie of meer vervallen termijnen in de loop van het halfjaar
Totaal der bedragen van drie termijnen welke door de schuldenaars, bedoeld in voorgaande kolommen, niet werden betaald
(duizenden)
(miljoenen franken)
Financiering doo Totaal
1964 2e halfjaar 1965 1° halfjaar 2° halfjaar
......
1966 1° halfjaar 2° halfjaar
Financiering door
verkopers
banken
financieringsorganismen of particulieren
73
28
2
43
50 47
29 27
2 2
46 47
26 27
2 2
Totaal verkopers
banken
f : na acieringsorgan komen of particulieren
95,8
36,4
10,3
49,1
19 18
99,7 86,1
37,3 34,3
12,1 9,9
50,3 41,9
18 18
97,9 98,0
32,8 36,9
11,7 10,1
53,4 51,0
3° - Indeling van de kredieten verleend tijdens het halfjaar, volgens de aard der goederen
Totaal
Vrachtwagens, bestelwagens, autobussen, zwaar vervoermaterieel
Landbouw materieel, landbouwtractoren,
Wagens voor personenvervoer behalve autobussen
vee nieuw
reeds gebruikt
nieuw
Moto's scooters, bromfietsen, rijwielen
Textielwaren. bontartikelen, kleding
Huishoudartikelen Diensten en voor. ( reizen, werpen voor per. herstellen Boonlijk van gebruik, motorniet rijtuigen) elders vermeld
Boeken
reeds gebruikt
Aantal contracten (duizenden) 1965 1° halfjaar 2e halfjaar
827 845
4,5 3,8
1,1 1,1
2,3 2,1
46,4 42,9
18,0 18,5
9,3 8,6
380,1 371,4
19,1 25,1
7,2 13,2
334,8 355,3
4,4 2,7
1966 le halfjaar 2° halfjaar
919 792
4,1 3,9
1,0 0,9
2,1 2,6
46,5 45,5
19,4 17,6
8,5 8,5
416,8 307,8
23,2 28,5
7,8 8,2
386,8 364,3
2,8 4,2
1967 1° halfjaar
777
4,7
1,4
2,0
53,3
20,5
7,5
284,8
22,9
7,8
366,6
5,6
Verleend krediet (miljoenen franken) 1965 1° halfjaar 2° halfjaar
6.607 6.573
649 528
74 72
138 126
2.388 2.231
511 505
65 59
295 360
74 96
619 638
1.752 1:917
44 41
1966 1° halfjaar 2° halfjaar
6.930 7.250
616 596
70 68
124 218
2.543 2.463
547 528
59 56
298 355
80 91
683 743
1.869 2.087
41 45
1967 1° halfjaar
7.713
707
86
175
2.933
591
52
293
75
783
1.982
36
Verleend krediet - Percentsgewijze verdeling t.o.v. het totaal 1965 le halfjaar 2° halfjaar
100,0 100,0
9,8 8,0
1,1 1,1
2,1 1,9
36,1 33,9
7,7 7,7
1,0 0,9
4,5 5,5
1,1 1,5
9,4 9,7
26,5 29,2
0,7 0,6
1966 1° halfjaar 2° halfjaar
100,0 100,0
8,9 8,2
1,0 0,9
1,8 3,0
36,7 34,0
7,9 7,3
0,8 0,8
4,3 4,9
1,1 _1,3
9,9 10,2
27,0 28,8
0,6 0,6
1967 le halfjaar
100,0
9,2
1,1
2,3
38,0
7,6
0,7
3,8
1,0
10,2
25,7
0,4
itinhografisehe referenties :
Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Bulletin van de Kamer van Koop randel van Antwerpen. - Recherches économigues de Louvain (I.E.S.P.O.). - Maandstatistiek over de internationale Erotiek der havens (N.T.S.). Vervoerkroniek ( tweeinaandelijks). - Les transporta maritimes, Etude Annuelle - Bulletin grindral de Statistigues (Office statistique des Commune utés Euro-
péennes).
VI. - INKOMENS 1. - BEZOLDIGINGEN VAN DE ARBEIDERS (mannen + vrouwen) Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur (Basis 1953 = 100)
260
260 -
-
-
220
220 -
_
-
-
180
180 -
-
-
-
-
_
-
-
140
140
100
I
I
I
1
I
1
I
I
I
1
I
1
1
1
1960
1958
I
I
.1
1
1962
1
I
1
I
I
1
1
1
1
1
1
I
1
1
1
100
1966
1964 .
Indexcijfers van de bezoldigingen in de nijverheid
Algemene gemiddelden van de uurlonen der arbeiders
Basis 1953 = 100
(sociale lasten inbegrepen)
Bronnen : kol. (1) - (2) - (3) : N.B.B. (wijze van opstelling, zie Novembernummer 1957, blz. 415). - kol. (4) - R.M.Z. - berekeningen N.B.13. (zie noot). - kol. (5) : I.E.S.P.O. GetuidType-uurloon 1 IndexIndexdelde cijfer cijfer brutoder van de verGeO nge. arbeidsloon• dienste schoo ld schoo ld as kosten der msa er arbeider arbeider 3 2 gew Perkt
1958 1959 1960 1961
1962 1963 1963 1964
4
1965 1966 1966 Juni Sept. Dec. 1967 Maart
.
v
Juni ...... v Sept.
... v
uur (1)
(2)
(3)
(4)
(5)
131 133 138 143 154 167 167 185 203 224
129 131 135 140 149 161 160 176 191 209
129 132 137 141 151 163 162 180 196 215
125 121 128 134 146 158
132 135 141 148 160 176
181 193 208
200 223 246
224 226 231 234 237 239
209 212 214 219 222 224
216 218 219 226 229 233
247 249 255 261 264
Bron : Verbond der Belgische Nijverheid.
België (BF)
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1963 Aug.-Oktober 1964 Maart-April Sept.-Oktober . 1965 Maart-April Sept.-Oktober 1966 Maart-April Sept.-Oktober .
WestDuitsland
GrootBrittannië
95,0 95,0 98,4 100,6 98,9 93,2 88,3 87,2
117,0 112,2 110,5 107,9 109,0 v108,2 v103,8
92,0 89,6 87,1 86,9 87,5 87,5 83,5
54,29 57,67 61,22 63,57 66,75 70,70
Frankrijk
Italië
percentage in vert ouding tot de Belgische lonen s
95,1 37,04 98,9 38,30 39,71 105,2 41,76 115,1 44,72 119,6 49,25 116,1 55,98 111,3 62,40 110,0 68,73 v105,9 50,36
Nederland
85,5
70,2 101,4 80,4 89,8 79,8 70,4 92,8 81,5 73,8 96,3 82,4 85,0 98,8 88,6 87,5 97,4 95,8 86,9 91,8 94,4 89,7 88,3 85,5 88,6 v86,3 v 85,7 v 80,4 85,1 98,1 101,9 94,1 94,4 90,7 88,8 90,9 91,4 89,2 86,2 89,1 88,4 84,8 87,5 82,5 v87,5 v 86, v 79,1 v85,2 v
1 Excl. de transportarbeiders. Het betreft het eenvoudig indexcijfer van de totale bezoldigingen betaald aan de arbeiders die onderworpen zijn aan de maatschappelijke zekerheid en behorend tot de extractiebedrijven, de fabrieksnijverheid, het bouwbedrijf, het vervoer en het verkeer. (Voor de bepaling van de totale bezoldigingen, zie XV e Jaarverslag R.M.Z., blz. 141.) 3 Dit indexcijfer, waarin de steenkolenmijnen niet werden opgenomen, geeft de arbeidskosten per uur en niet de kosten per geproduceerde eenheid. 4 De indexcijfers van de gemiddelde verdienste per gewerkt uur en van het type-uurloon worden verkregen door de indexcijfers van de verschillende economische sectoren te wegen door de gezamenlijke lonen die in deze sectoren werden uitbetaald. De in aanmerking genomen lonen zijn die van het jaar 1953 voor de periodes vermeld boven de lijn (1963 en vorige jaren), en die van het jaar 1963 voor de periodes onder de lijn (1963 en volgende periodes). 5 Het V.B.N. publiceert de buitenlandse uurlonen uitgedrukt in Belgische franken op basis van de wisselkoers. De bekomen percentages houden geen rekening met de veranderingen van liet Belgisch en buitenlandse prijspeil : zij geven dus niet de verhouding van de reële lonen weer. 2
- 608 VI - 2. - GEMIDDELDE VERDIENDE BRUTO-UURLONEN IN DE NIJVERHEID
(mannen -1- vrouwen - in frank per uur) Bron : N.I.S. Bedrijfsgroepen en •sektoren
1960 oktober
1901 oktober
1962 oktober
1968 oktober
1964 oktober
1965 oktober
1906 oktober ti
Extraktieve nijverheid :
Steenkolenwinning (onder- en bovengr.) 1
40,09
41,29
45,70
48,39
52,62
56,62
58,53
Groeven 1
34,61
34,79
37,58
39,84
44,59
48,24
53,03
Totaal extraktieve nijverheid 1
39,72
40,81
45,10
47,76
51,83
55,84
58,03
Voedingsmiddelen (behalve dranken)
25,98
27,67
29,41
32,75
37,09
40,29
44,07
Fabrieksnijverheid :
Dranken
29,21
30,27
32,30
34,80
39,59
44,38
47,44
Tabak
22,27
22,94
26,12
29,50
33,50
37,06
40,99
Textielindustrie
25,04
26,94
27,55
31,16
34,61
37,27
41,92
Schoeisel, kleding
20,09
21,23
23,16
25,39
28,98
32,45
35,98
Hout (behalve meubelen) .. ....... ..... .....
26,67
28,25
30,47
32,82
37,01
39,93
44,60
Meubelindustrie
27,59
30,05
31,38
35,27
40,65
42,17
46,81
Papier, papierwaren
28,98
30,85
33,39
35,87
39,61
43,58
47,84
Druk- en boekbindersbedrijf
32,85
34,97
37,02
39,47
43,96
48,06
52,88
Leder (behalve schoeisel, kleding)
24,34 .
25,80
27,82
30,90
33,97
37,07
42,49
Rubber- en plastiekindustrie
30,85
31,65
34,16
36,93
40,29
43,59
48,31
Chemische industrie
31,64
32,84
35,08
38,49
44,43
49,81
56,09
Petroleumindustrie
48,29
51,02
53,33
57,25
62,88
71,33
78,61
Steen, glas, aardewerk, enz. .. .......
30,37
32,05
34,43
37,31
42,55
45,83
51,55
Metallurgische basisindustrie
41,11
42,13
45,11
47,96
52,08
54,96
61,64
Metaalverwerkende industrie, behalve machines en transportmaterieel
31,08
32,72
35,92
38,85
43,37
46,13
50,29
Machines, behalve elektrische
33,66
34,92
37,70
40,42
45,23
47,38
52,33
Elektrotechnische industrie
29,60
30,18
33,57
35,48
39,97
43,99
46,83 55,39
Transportmaterieel
37,36
37,58
42,06
45,07
48,55
51,80
Diamantindustrie
25,42
25,99
26,72
31,50
33,24
34,68
n. b.
Totaal fabrieksnijverheid waarvan : mannen vrouwen
29,59 33,30 20,00
31,01 34,63 21,10
33,26 37,13 22,78
36,20 40,10 25,45
40,74 44,53 29,16
44,03 48,14 31,97
48,33 52,69 :35, 75
Bouwnijverheid 1
32,76
33,17
36,21
38,66
43,75
47,30
52,92
31,36 34,16
32,40 35,14
35,00 37,99
37,82 40,81
42,20 45,11
45,60 48,75
49,95 53,29
Algemeen gemiddelde voor de nijverheid
Totaal (mannen -1-- vrouwen) waarvan : mannen
:
1 Mannen alleen.
Bibliografische referenties •
Statistisch Jaarboek voor Belgje'. -- Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Recherches économiques de Louvain (I.E.S.P.O.).Jaarverslagen van de - Arbeidsblad. - Industrie, tijdschrift van bet V.B.N. - Le Cotit de la main d'oeuvre dans l'industrie curopdenne, Etudes et Documents, nouvelle eérie, nr 52, 1959 (I.A.B.). - Annuaire des statistiqucs du Travail (I.A.B.).
- 609 -
VII. - PRIJZEN EN PRIJSINDEXCIJFERS 1. - GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Koffie te New-York Santos IV
Mérinos64S
te New-York cents per 60 lbs
cents per lb
d per lb
Katoen 15/16 middling (New-York • Spot) cents per lb
Tarwe
Daggemiddelden •
wol
in VerenigdKoninkrijk
Rubber t «e . sLpoontdr price nr 1 d per lb
Oudijser in de Verenigde Staten
Ruwe petroleum ' te .. West-T e xas
-
loSngpetron
per !arrel
785 797 888 897 910 1.236 1.413 1.297
40,3• 33,0 35,3 29,4 27,0 34,7 35,2 31,0
2,78 2,77 2,86 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89
Tin te Londen, slotkoers
t e Koper e o
£ « per long ton
251 252 254 267 269 238 207 229
36,8 36,5 35,8 34,0 34,3 47,1 45,2 41,3
91 89 90 94 107 105 92 1.01
34,6 33,2 34,3 35,4 35,4 34,3 32,3 28,3
29 31 24 23 21/ 20 21 19
238 246 230 234 234 351 469 555
1966 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4 0 kwartaal
213 225 245 234
42,7 41,3 41,0 40,1
101 106 104 95
31,4 31,5 26,6 23,8
21 21 19 19
656 636 470 458
1.400 1.327 1.248 1.211
35,3 32,2 29,5 27,0
2,89 2,89 2,89 2,88
1967 1 0 kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal
231 226 217
38,8 38,7 v 38,3
94 97 90
24,0 24,4 24,6
17 17 17
430 368 375
1.201 1.219 1.200
27,2 26,2
2,88 2,88
1966 Oktober November December
230 235 237
40,3 40,1 39,8
97 95 94
23,8 23,7 23,8
19 19 18
462 472 440
1.220 1.204 1.210
27,0 27,0 27,0
2,89 2,88 2,88
1967 Januari Februari Maart April Mei ............ Juni Juli Augustus September Oktober
229 229 235 229 228 221 214 218 219
38,9 38,7 38,7 38,6 38,9 39,5 38,8 38,1 v 38,0 v 37,2
93 96 94 95 99 98 94 87 89
23,9 24,0 24,0 24,4 24,3 24,5 24,6 24,8 24,4
18 17 17 17 17 17 v 17 v 16 v 17 v 17
451 442 398 361 375 368 362 379 384 v 415
1.199 1.201 1.204 1.216 1.219 1.222 1.220 1.194 1.185 v 1.192
27;5 27,0 27,0 26,5 26,0 26,0 26,0 27,0
2,88 2,88 2,88 2,88 2,88 2,88 2,88 2,88
1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
. ......... _._ ....... .____
VII - 2.
-
...... ..
v
'
INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Basis 1953 = 100
Bronnen :
Comtel !teuter - Moody'a Investors Service - Der Volkstuin - Chamber of Shipping.
Maandgemiddelden of maanden
Reuter-indexcijfer
Volkswirt-indexcijfers (oude Schulze-indexcijfers)
Moody-indexcijfer Algemeen
Nijverheid
Voeding
Vrachtprijzen Groot•Brittanniá (bevrachting per reis) 1 2
84 85 84 84 94 96 92 91
93 90 90 89 90 90 93 96
100 99 99 98 100 104 103 104
103 104 103 101 103 107 108 109
94 90 90 90 95 96 91 93
93 96 102 85 104 107 121 109
1966 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
95 94 90 86
100 97 96 90
106 105 103 101
112 111 106 106
93 92 94 91
119 111 102 103
1967 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal
86 89 86
90 90 89
100 100 100
105 104 104
91 91 90
99 104 120
1966 November December
86 86
90 91
101 101
106 105
91 92
100 107
1967 Januari ......... ...... Februari Maart . ....... _._._ ... :. . . April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November
86 87 86 87 89 90 87 85 85 86 92
90 90 89 88 91 91 91 89 88 87 88
100 100 100 99 100 100 100 100 100 100
105 105 104 104 104
91 91 91 90 91 92 91 90 90 91
96 99 102 99 105 109 122 108 120
1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
.-._._._._. ........ ._
105
104 104 104 105
1 Bevrachting per reis voor droge ladingen. Gezien de uitbreiding van de statistiek, zijn de gegevens, vanaf 1960, niet meer volledig vergel•kbaar met de cijfers der vorige perioden.
2
- 610 VII - 3. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 (*) Bron : Ministerie van Economische Zaken.
104,4 104,1 106,0 108,5 110,7 104,3 102,5 101,7 104,6 104,5 103,4 103,4
135,8 135,6 137,9 137,4 138,3 133,0 127,6 134,6 131,6 132,2
103,3 103,7 109,3 109,1 110,5 110,8 105,1 103,9 101,1
95,0 97,0 101,4 100,4 96,1 96,3 103,7 105,6 109,3
105,8 103,7 101,4 99,4 97,7 99,7 104,6 106,6 106,6
109,6 109,8 110,2 109,1 108,5 109,4 116,2 118,0 118,8
87,5 84,9 92,2 93,3 90,5 95,5 98,8 93,1 94,9
107,9 107,6 107,0 104,5 104,5 105,1 108,4 109,3 111,6
115,0 115,4 121,4 121,7 125,6 130,0 140,5 143,9 145,9
96,3 96,4 101,5 99,9 97,4 98,8 104,7 104,1 103,6
102,4 102,4 104,0 103,0 103,1 104,6 11.0,5 110,9 114,4
108,4 107,8 108,9 1.08,5 108,6 110,7 115,6 117,2 119,9
113,7 114,4 113,2 112,8 136,4 105,4 112,9
115,1 115,3 114,6 114,9
109,8 108,3 111,5 106,5 108,5 105,7 107,4 105,8
118,5 119,9 118,8 117,9
95,6 111,4 145,2 105,3 96,1 112,6 145,2 104,8 94,6 110,6 145,2 102,6 93,5 111,8 147,9 101,5
115,0 106,6 105,9 117,2 136,3 110,1 111,8 114,5 103,4 104,6 116,3 131,3 103,4 111,6 115,0 102,4 105,0 117,0
92,9 113,6 151,5 100,5 90,8 111,8 154,8 98,4 89,6 110,4 156,6 97,9
113,3 114,0 113,9 114,6 114,6 113,9 113,9 113,0 112,7 112,8 112,9 112,8
114,8 115,4 115,1 115,6 115,4 114,9 114,9 114,5 114,5 114,8 114,9 114,9
109,0 110,0 110,4 111,8 112,0 110,8 110,5 107,8 107,3 107,3 107,6 107,2
108,7 108,7 107,5 107,3 107,0 105,3 105,6 105,6 105,8 105,8 105,8 105,9
118,3 118,8 118,4 119,5 120,0 120,2 120,2 218,0 118,2 118,3 117,9 117,5
111,4 111,6 111,1 113,8 112,7 111,4 111,4 110,2 110,2 93,5 111,0 93,6 112,1 93,4 112,2
145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 145,2 147,9
112,8 113,1 112,8 112,0 111,6 111,7 111,8 111,4 111,5 97,6 111,5
114,9 115,2 114,8 114,4 114,3 114,7 115,0 115,0 115,0 115,2
107,1 107,0 105,8 104,3 103,7 102,3 103,3 101,9 101,9 101,6
105,7 106,1 106,0 104,4 104,5 105,0 105,2 104,7 105,2 105,1
117,4 117,4 116,9 116,3 116,3 116,4 116,9 117,1 117,1 117,3
93,6 93,2 91,9 91,2 91,0 90,1 90,0 89,7 89,0 89,1
147,9 153,3 153,3
113,3 116,0 114,8 113,4 113,3 112,3 112,0 112,8 113,6 113,6 115,7 116,1 116,3 116,2 114,1 114,1 113,6 113,5 113,1 112,8 113,7 113,4 112,8 112,2 111,9 112,0 1.11,9 112,0 112,5
120,0 119,9 119,3 120,' 121,4 121,0 121,1 119,6 1.20,3 120,1 120,2 120,0 119,4 119,5 119,2 119,3 120,2 120,4 120,5 121,2 121,6 121,4 121,1 120,6 121,2 121,3 :L20,8 121,1 121,0
98,2 110,2
106,9 117,9 126,7 131,2 134,0
Alge meen
107,3 105,9 107,0 106,7 107,6 110,0 113,9 113,8 115,0
95,9
indexc ijfer
98,9 103,2 94,1 103,0 86,8 105,4 81,5 104,5 95,2 103,8 97,5 105,4 96,0 110,9 98,5 111,5 104,8 113,5
92,8
Plan taa rd ige
Fabrikaten
133,1 129,4 132,4 132,5 134,4 131,9 133,9 134,5 134,7 133,9 139,5 137,5
Halffa brikate n
117,6 115,8 118,1 119,6 121,8 117,0 116,8 116,6 118,3 117,9 119,6 118,8 118,0 118,2 122,4 122,1 123,3 121,2 115,5 11.7,9 114,9 113,1
Grondstoffe n
114,2 114,4 114,8 115,6 116,0 114,5 114,5 113,4 113,8 113,8 114,2 114,0 113,8 114,1 114,6 114,0 113,9 113,6 112,6 112,7 112,2 111,8
Bou wmaterialen
131,6 132,9 134,4 137,0
Sche ikund ige produkten
117,2 119,5 117,2 118,8 119,5 122,2 116,1
Textielprodukten
114,5 115,4 113,9 114,0 114,2 113,8 112,5
Metalen en me t aalprodukte n
96,0 95,0 92,2 94,3 100,8 107,0 1.09,9 113,2 118,2
Delfstoffen
101,8 101,4 102,6 102,4 103,2 105,8 110,7 111,9 114,5
In hee m se p rodukte n
1966 le kwartaal _. 2e kwartaal ._ 3e kwartaal _. 4e kwartaal _. 1.967 le kwartaal _. 2e kwartaal _. 30 kwartaal ._ 1966 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September ._ Oktober November ._. December 1967 Januari Februari ._ Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
Algemee n indexc ijfer
-
Gezamenlijke industriSle produkten in de drie produktiestadia
Industriële produkt en
ua timpold a paamkuO u t
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
a4 fu la Kr
Maandgemiddelden of maanden
Algemeen inde .
Landbouwprodukten
104,8 107,8 102,9 103,8
* Indexcijfers oorapronlceli k berekend op basis 1936-38 = 100 omgezet in basis 1953 = 100.
94,6 95,9 96,2 96,6 96,2 95,5 95,3 94,5 93,9
113,4 113,6 113,8 113,8 110,9 110,8 111,1 110,0 110,2 110,7
147,9 147,9
153,3 154,7 156,4 156,4 156,4 156,9 156,9
104,9 105,6 105,4105,4 105,4 103,7 103,6 102,4 101,8 101,4 101,6 101,4 101,0 100,6 100,0 98,6 98,4 98,2 98,3 97,8 97,6 97,3
— 611 —.
VII
-
3.
INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE
—
Basis 1953 = 100 INHEEMSE EN INGEVOERDE INDUSTRIELE PRODUKTEN
Bron: M.E.Z. 130
130
120
120
Inheemse produkten ......•—••• ...... v......" , 110 ,,,,
...''' ••"""s•-.... I
''.............../
...
.....
110
Algemeen indexcijfer
T
..... „,...----"..
Ingevoerde produkten
100
100
90
90
ao
I
I
I
I
I
I
I
1958
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
80
1968
1966
1964
1962
1960
INHEEMSE EN INGEVOERDE INDUSTRIELE PRODUKTEN : Prijzen in de drie produktiestadia 130
130
Fabrikaten • ''...`.--.
120 I'
120
ss "^"'
.. ......... ... .... I
I
■
,'"' Halffabrikaten
i ..... ..."
110 sv.
•
110
....""
Grondstoffen
.
100
100
90
90
80
I
I 1958
I
I
I
I
I
I
1960
I
I
I
I
I
I 1962
I
I
I
I
I
I 1964
I
III
III 1966
III
III 1968
eo
YII - 4. - INDEXCIJFERS VAN DE KLEINHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 Bron : Ministerie van Economische Zaken.
200
200
180
180 Diensten
160
160
140
140 Voedingswaren
Algemeen indexcijfer 720 .ies
^
... ... ........ ............... i
100
...
eo ""------
-
ilittlitlti
1962
1964
1957 1958
...........................
1959
... ............ ------
1960 1961
... ..............
1962
..... ...........
Algemeen indexcijfer 65 produkten
1965 1966
ttlilllilli
illitltillt
Itlititillt
1966
Voedingswaren 35 produkten
106,93 108,31 109,64 109,97 111,06 112,62 115,04 119,84 124,71 129,92
1963 1964
120
I
Produkten andere dan voedingswaren
........
iiitlItilttittltilillItItilttltilt;
Maandgemiddelden of maanden
••••••••". ........../.. -
1967
1966
1° kwartaal 20 kwartaal 80 kwartaal 4 0 kwartaal
128,13 130,52 130,06 130,96
131,81 133,59 133,99
130,4 133,5 131,9 133,0
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
127,68 128,07 128,63 129,93 130,56 131,08 129,94 129,85 130,38 130,80 130,88 131,19
131,43 131,67 132,32 133,25 133,71 133,81 133,56 133,93 134,49 134,76 135,16
130,1 130,3 130,9 132,7 133,5 134,2 131,9 131,6 132,3 132,8 132,9 133,4
Diensten 5 diensten
104,5 106,2 106,6 107,0 107,4 108,3 109,9 113,1 116,2 119,8 1967
100
1968
Produkten andere dan voedingswaren 25 produkten
107,0 107,9 109,5 109,3 110,5 112,5 114,7 120,3 126,0 132,2
1966
ttittliilit
111,7 114,6 120,0 122,6 125,7 128,5 136,3 145,7 153,8 161,1
1966
1967
1966
133,9 136,5 135,5
148,1 1:0,8 120,3 120,9
121,5 122,0 123,2
159,1 160,7 161,7 162,9
165,9 168,4 173,6
133,5 133,7 134,5 135,9 136,8 136,7 135,5 135,4 135,7 135,8 1.36,3
117,6 118,0 118,8 119,7 119,9 119,9 120,1 120,3 120,6 120,9 120,9 121,0
121,2 121,4 122,0 122,2 121,9 122,0 122,4 123,5 123,7 1.23,5 123,6
158,1 159,2 159,9 160,3 1.60,8 161,1 161,3 161,7 162,2 162,5 162,9 163,3
165,2 165,8 166,6 167,4 167,9 169,6 172,2 172,8 175,8 179,8 181,2
1967
.
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Arbeidsblad. - Industrie, V.B.N. - Recherches économigues de Louvain
(I.E.S.P.O.). - De Belgische Textielnijverheid,
tijdschrift van het tijdschrift van Febeltex. - Der Volkewirt. - Wirtsohaft
und Statistik. - Bulletin niensuel de statistigue (0.V .N.). - Monthly Digest of Statietics. - Bulletin statistigue de I'I.N.S.E.E. - Principaux indicateurs économiques (O.E.S.O.). - Données atatiatigues (Raad van Europa). - Financiële dagbladen : Agdfi, Het Financicele Dagblad, The Financial Times, Le Normecu Journal.
VIII. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. INVOER, UITVOER EN HANDELSBALANS Maandgemiddelden in miljarden franken 40
• ifi..,
Invoer
....
..•
30
\ \
/ ... .... /
\
• Uitvoer
—
20
10
I
I
1
I
I
I
1
1
I
I +5
+5
Uitvoeroverschot 0 Invoeroverschot I
—5
I
1
1
I
I
1
1
1
I
INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME
Bron N.I.S. - Berekeningen N.B.B.
I
. 5
250
200
150
INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID EN VAN DE RUILVOET
Bron N.I.S.-Berekeningen N.B.B.
110
110
Basis 1958=100
Invoer 100
100
.....
Uitvoer
90
90
Ruilvoet
100
100
1 1960 1
1 1962 1
1
1
1
95
1964
1966
1965
1966
95 1967
- 614 VIII - 1. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. - ALGEMENE TABEL Bron : N.I.S. Waarde ( miljarden f anken)
Bron : N.I.S. - Berekeningen N.B.B.
Maandgeniiddelden of maanden Invoer
Uitvoer
1959 1960 1961 1.962 1963 1964 1965 1966
14,3 16,5 17,6 19,0 21,3 24,9 27,1 29,9
1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 1966 Januari-Oktober :1.067 Januari-Oktober v
28,9 30,0 29,1 31,6 29,5 30,7 26,3 29,6 29,1 30,5 31,3 30,9 31,9 29,5 27,3 31,4 28,7 30,3 32,7 23,1 29,9 25,7 31,8
13,7 15,7 16,4 18,0 20,2 23,3 26,6 28,5 27,5 29,1 27,0 30,2 29,8 29,8 25,0 28,1 28,9 31,0 30,0 29,5 31,1 30,4 28,5 30,4 20,9 29,3 29,8 26,2 22,8 26,4 34,8
1966 September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
v
Handelsbalans
-1-
0,6 0,8 1,2 1,0 1,1 1,6 0,5 1,4 1,4 0,9 2,1 1,4 0,3 0,9 1,3 1,5 0,2
1
0,5 1,3 1,4 0,8 0,9 1,2 1,0 1,2 1,0 2,9 3,1 7,1 0,7 3,0
--
+ H -
-
H
-
-
-1---1+
Indexcijfers basis 1958 = 100
Percentage uitvoer invoer
96 95 93 95 95 94 98
95 95 97 93 96 101
97 95 95 99 102
96 95 98 103 105
97 104
97 91 113
hoeveelheid
pri zen ruilvoet 1
invoer
uitvoer
bij invoer
bij uitvoer
111,4 123,8 132,3 144,6 160,5 184,4 201,5 216,4 213,4 214,8 212,2 226,9 213,4 225,7 192,8
111,6 125,0 130,0 145,1 157,9 175,7 199,1 207,9 202,3 215,2 197,5 218,8 216,0 219,1 186,1
97,4 99,4 99,9 99,5 100,1 101,9 101,4 103,0 102,9 103,9 103,0 103,7 103,3 101,1 101,2
96,4 98,7 97,8 96,4 97,9 101,1 102,4 104,8
99,0 99,3 97,9 96,9 97,8 99,2 101,0 101,7
104,4 103,7 105,4 105,4 105,6 104,9 1.03,0
101,5 99,8 102,3 101,6 102,2 103,8 .101,8
1 Ruilvoet =
rui
indexcijfer van de uitvoerprijzen indexcijfer van de invoerprijzen
N. B. - le Wegens do verbeteringen van do cumulatieve cijfers, stemmen de kwartaalcijfers en de cijfers van de eerste x maanden niet noodzakelijk overeen met het gemiddelde van de maandcijfers. 20 Wat de indexcijfers van de hoeveelheid, de prijzen en do ruilvoet betreft, wijkt het gemiddelde van de kwartaalcijfers af van het jaarlijks indexcijfer omdat in dat laatste ook seizoenprodukten en sommige artikelen waarvan de bewegingen sporadisch zijn, worden opgenomen.
76 103 110
YIII - 2. - UITVOER VAN DE B.L.E.U. - Verdeling volgens de aard der produkten (miljarden franken)
Brom : N.I.S. (indeling van de N.B.B. volgens de Type-classificatie voor de internationale handel var de O.V.N ). Ijzer- en Metaal- Non-ferroScheikunSteen- Petroleum- Glas- en Parels LandbouwMaandgemiddelden verwon staaldige k]solen Diversen of maanden nijverheid slglas ie el en cdni ge " produkten met ni en icing produkten produkten nijverheid steent en
1958 1959 1960 1061 1962 1963
.____._
Totaal
2,8 2,8 3,5 3,1 3,20 3,21
2,6 2,7 8,2 3,8 4,34 5,03
0,9 1,1 1,3 1,3 1,36 1,54
1,8 2,1 2,4 2,6 2,92 3,23
1,0 1,2 1,2 1,2 1,28 1,46
0,3 0,2 0,2 0,2 0,22 0,25
0,5 0,5 0,5 0,4 0,46 0,66
0,3 0,4 0,5 0,4 0,52 0,50
0,5 0,7 0,7 0,8 0,83 0,96
0,4 0,4 0,4 0,5 0,68 0,89
1,6 1,6 1,8 2,1 2,20 2,43
12,7 13,7 15,7 16,4 18.01 20,16
3,21 3,75 4,13 3,95
1,54 1,84 2,22 2,81 2,64 2,92 3,00 2,69 2,83 2,52 2,23
3,23 3,56 3,78 4,17
1,46 1,65 2,02 2,19
0,25 0,27 0,18 0,12
0,66 0,65 0,69 0,67
0,50 0,57 0,58 0,61
0,96 1,17 1,22 1,50
0,89 0,84 1,16 1,22
20,16 23,29 26,59 28,45
4,16 4,40 3,86 4,25 4,00 3,84 3,25
2,02 2,19 2,15 2,41 2,47 2,37 2,14
0,12 0,10 0,11 0,13 0,12 0,14 0,13
0,59 0,66 0,80 0,64 0,61 0,71 0,69
0,58 0,58 0,61 0,65 0,65 0,64 0,59
2,77 2,93 2,90 2,64 2,48 2,44 2,64 2,19 2,27 2,19
4,15 3,96 4,03 3,98 3,95 3,84 3,72 3,25 2,81 3,63
2,46 2,45 2,48 2,47 2,31 2,34 2,34 2,14 2,09 2,17
0,14 0,14 0,11 0,11 0,.15 0,13 0,15 0,13 0,11 0,14
0,74 0,58 0,62 0,64 0,66 0,74 0,72 0,73 0,81 0,52
0,61 0,69 0,59 0,66 0,68 0,62 0,62 0,58 0,63 0,55
1,43 1,57 1,34 1,67 1,52 1,47 1,46 2,19 1,13 1,58 1,85 1,44 1,53 1,46 1,49 0,66 2,22
1,18 1,00 1,21 1,51 1,52 1,43 1,35 1,44 1,60 1,42 1,54 1,52 1,39 1,39 1,32 1,25 1,47
2,66 3,14 3,54 3,87 3,56 3,99 3,78 4,17 3,94 4,07 3,54 4,37 4,09 3,84 3,91 4,08 3,92 4,15 3,47 3,54 3,73
31,15 30,40 28,52 30,35 29,94 29,31 29,76 26,18 22,82 26,43
Nieuwe reeks
1963 1964 1965 1966 1966
kwartaal -. 2 , kwartaal _. 30 kwartaal ._ 4, kwartaal 1967 10 kwartaal _. 2, kwartaal _. 3e kwartaal
4,04 3,86 3,91 3,99 4,40 4,49 3,62
4,80 5,85 7,07 7,34 7,13 7,84 6,24 8,11 7,73 8,08 6,02
1966 December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September
3,83 4,60 4,26 4,16 4,67 4,23 4,55 3,85 3,47 3,53
8,45 8,23 6,69 8,39 8,00 8,13 8,02 7,03 5,18 6,28
10
._.
-
27,45 29,11 27,01 30,22 29,79 29,76 25,02
N. 13. - Do inhoud van elke rubriek stemt met de benaming overeen, zelfs indien de produkten worden vervaardigd door een nijverheidstak die een andere hoofdactiviteit heeft. • - Voor een overzicht van de buitenlandse handel van 1906 : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XLIIe jaargang, doel II, nr 1-2, juli-augustus 1967.
VIII • 3. - INVOER VAN DE B.L.E.U. - Verdeling Volgens gebruik der produkten (miljoenen franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B. • •
Verbruiksgoederen
•
Produktiegoederen bestemd voor
niet duurzame
diverse produktiesectoren
Maandgemiddelden
Totaal
de metaalni heid 1
de d texteiel bedrijven
landeb: bouw vosdings-
de diamantnijverhei,'
de houtnijverheid
de lederni verheld 3
bedrij_
de papier en g ra' fische n ij ver . held
de tabaksnijverheld
4
de bouwbedrijven
de rubbernij verheld
5
6
pe urm_ le raffinader7ijen
773 793 771 938
272 285 267 316
172 196 197 219
245 247 237 265
104 109 103 119
222 242 253 290
88 81 75 82
595 623 659 933
14.400 16.390 17.618 19.740
4.705 5.343 6.076 7.195
1.662 1.958 1.759 1.855
1.480 938 1.591 1.126 1.782 1.174 2.024 1.508
316 397 378 403
219 233 242 258
265 293 295 317
119 140 161 147
290 260 396 487
82 88 98 109
- 19.609 6.742 1965 4e kwartaal 1966 le kwartaal ._ 19.375 6.971 20 kwartaal _. 19.869 7.316 30 kwartaal -. 18.980 6.926 4e kwartaal -. 20.734'7.567 1967 le kwartaal ._ 19.065 6.583 19.418 6.802 2e kwartaal . 16.579 5.317 3e kwartaal
1.896 2.108 1.963 1.632 1.715 1.668 1.556 1.276
2.109 2.118 1.661 2.011 2.306 2.205 2.018 1.911
431 475 392 473 472 324 367 441
262 313 275 214 228 237 233 170
309 268 336 312 352 321 312 302
212 130 151 150 155 165 179 130
444 447 519 493 487 436 531 467
95 100 124 101 112 124 123 107
1963 1964 1965 1966
1.490 1.258 1.725 1.377 1.671 1.377 1.519 1.409
647 691 720 796
3.089 3.285 3.423 4.019
353 395 377 462
798 812 846 920
307 309 314 360
1.631 1.769 1.886 2.277
1.850 2.223 2.568 2.883
• 1-1 C• CD • •
1.300 1.245 1.464 1.480
16.488 17.579 18.981 21.300
898 960 985 1.087 940 1.235 851 1.384
344 454 519 538
796 938 1.093 1.211
3.937 4.976 5.849 6.110
462 920 696 1.050 802 1.220 829 1.295
360 402 481 515
2.195 2.828 3.346 3.471
2.884 3.464 3.509 4.000
79 83 94 42
21.300 24.913 27.070 29.892
400 1.009 1.373 922 1.289 481 409 899 1.361 769 1.413 337 454 816 1.474 742 1.450 517 391 940 1.490 369 747 1.360
572 496 548 528 580 544 726 584
1.210 1.184 1.193 1.173 1.298 1.193 1.275 1.131
6.607 854 1.531 5.941 776 1.156 6.051 756 1.398 864 1.245 6.020 918 1.382 6.427 834 1.281 6.306 6.753 1.286 1.515 861 1.249 5.995
522 479 505 526 551 607 598 556
3.700 3.530 3.392 3.385 3.576 3.584 3.354 3.329
3.847 3.575 4.006 4.042 4.375 4.058 4.479 3.671
61 40 49 24 58 30 27 35
30.124 28.93] 29.975 29.066 31.594 29.45l 30.671 26.28C
....-.....-■.-...---...,
I
1.271 1.472 1.581 1.662
11.850 13.635 14.302 13.037 14.341 16.488
•
3.922 4.045 4.388 4.700
*
1.245 1.646 1.643 1.682 1.689 1.950
•
11.549 12.070 ...... -._ ..... - 12.987 14.395
1960 1961 1962 1963
13
•-1 1-1 1-1 •••1
111 227
12
235 277 311 344
1.055 1.015 997 1.073 1.047 1.179 956 858
74 78 88 94 98 105
in
275 313
393 405 360 420
127 132 147 121 244 244
andere
1.361 1.434 1.673 1.665 1.567 1.609
933 992 1.110 1.033
116 124 124 106 142 172
plantaardige produkten
637 735 767 742 751 804
667 696 764 898
240 196 227 193 206 271
dierlijke produkten
Algemeen totaal
369 385 404 351 376 359
685 724 782 960
417 507 532 451 675 773
Totaal
duurzame
2.367 2.554 2.844 2.758 2.969 3.085
351 344 415 393
912 1.089 1.045 1.059 1.170 1.278
andere produkten 50
UltimaUngs- Divergoedesen ren 14
1.172 1.178 1.257 1.133 1.071 1.041
306 367 401 410 445 666
1.211 1.277 1.427 935 1.088 1.270
..... .-. ...... _
andere
metaalscheiprokundige produkten 9 dukten
474 612 717 700 677 652
2.540 3.065 2.827 2.437 2.858 3.808
1960
vloeibare s
649 809 1.022 957 897 946
8.238 9.434 9.814 8.596 9.682 11.453
1955 1956 1957 1958 1959
voedingsmiddelen
brandstoffen
de
Benaderende cijfers verkregen aan de hand van de oude tariefposten. 1 Rubriek vanaf 1960 gewijzigd. a) door opneming van sommige produkten die voordien ingedeeld waren hetzij bij de « Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten e, hetzij bij de e Duurzame verbruiksgoederen e, hetzij bij de « Uitrustingsgoederen s; b) door uitsluiting van produkten die voortaan opgenomen worden bij de « Produktiegoederen bestemd voor diverse produktieseetoren • andere produkten n. Die rubriek omvat, zowel vóór als na 1960, de losse stukken van autovoertuigen. Rubriek vanaf 1963 gewijzigd door het opnemen van produkten die voordien deel uitmaakten van de rubriek « Duurzame verbruiksgoederen n. 2 Rubriek gewijzigd wegens opneming van produkten die voordien deel uitmaakten van de rubriek e Niet duurzame verbruiksgoederen - andere dan voedingsmiddelen a. Die rubriek omvat, zowel vénir als na 1960, de graangewassen. 3 De nieuwe reeks omvat de schoenen van alle aard, behalve die van rubber. 4 Rubriek die vanaf 1959 gewijzigd werd door opneming van produkten die voordien gerangschikt waren onder het hoofd « Produktiegoederen bestemd voor diverse produktieseetoren : andere produkten e. 5 Vanaf 1959, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd « Produktiegoederen bestemd voor diverse produktieseetoren : andere produkten n. 6 Vanaf 1960, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek « Produktiegoederen bestemd voor diverse produktieseetoren : scheikundige en andere produkten ». 7 Vanaf 1960, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek « Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : vloeibare brandstoffen n. 8 Rubriek gesplitst sedert 1960 : zie noot 7. 9 Vanaf 1960, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder de rubriek Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten s19 Gewijzigde rubriek, zie noot 1, 4, 5, 6 en 9. 11 Vanaf 1959, nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd • Duurzame verbruiksgoederen s. 12 Rubriek gewijzigd. a) in 1959 : zie noot 11. Produktiegoederen bestemd door de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid e. en door overplaatsing van andere produkten naar de b) in 1960 door opneming van produkten uit de rubriek « Uitrustingsgoederen c) in 1964, door uitsluiting van produkten die opgenomen worden bij de Produktiegoederen bestemd voor de metaalnijverheid en de metaalverwerkende nijverheid » en onder de rubriek « Diverse goederen n. b) en door de produkten gaande naar . Produktiegoederen bestemd voor de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid n. 13 Gewijzigde rubriek : zie noot 12 14 Rubriek die vooral sedert 1063 produkten omvat waarvoor een vertrouwelijk tarief geldt.
VIII - 4a. - INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID * Basis 1958 = 100 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B. 1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
I
1967
1966
19651
4e kwart. le kwart. 12e kwart. 13e kwart. 14e kwart.
le kwart. 12e kwart. 13e kwart.
INVOER (C.I.F.) - Verdeling volgens gebruik der produkten
Produktiegoederen Verbruiksgoederen Uitrustingsgoederen
.......... Totaal
98,6 96,9
100,0 100,0 100,0 100,0
92,1 97,4
100,8 96,9 97,5 99,4
100,2 99,0 101,1 99,9
98,7 98,9 106,5 99,5
98,9
100,4 102,3 110,8 101,9
100,0 108,4 10 0 ,1
99,0 105,1 108,0 101,4
III VOER (F.O.B.)
IJzer- en staalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven Non-ferro metalen Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid
......
Glas en spiegelglas Landbouwprodukten Cement Steengroeven Ceramiek Hout en meubelen ......... ...... Huiden, leder en schoeisel Papier en boeken Bewerkte tabak
... ...
Rubber Voedingsbedrijven Diversen Totaal
100,0 100,0 100,0
93,2 95,2
103,0 93,0
111,4 94,7
100,0 100,0 100,0
98,6 81,8 93,9
116,6 100,0 98,2 74,6 85,2
100,0 100,0 100,0
100,1 99,3 97,6
99,5 98,2 94,6
100,0 100,0 100,0
96,1 97,8 96,5
101,6 88,3
100,0 100,0
109,0 92,6
100,0 100,0
95,3 97,4
100,0 100,0 100,0
91,1 99,1 96,4
100,0
98,3 110,6 94,5 95,7 92,6 91,1 95,3 98,7
98,5 94,8 110,7 101,2 98,7 70,3 85,2 101,1 100,3 99,0 98,2 91,1 99,3 110,3 92,4 100,5 88,4 91,1 90,1 97,8
93,7 95,3 109,4 100,7 94,7 71,9 83,2 99,8 105,0 98,3 96,8 95,7 97,0 108,8 95,3 111,7 86,2 89,6 87,8 96,4
91,3 100,0 111,2 103,7 92;4 81,9 80,8
92,6
92,7
102,6 123,3 109,1 94,2 96,8
104,0 137,6 106,8 96,2
78,5
96,6 114,3 98,6 95,4
99,1 109,3 100,2 96,1 109,4
100,7 99,0 102,7 92,7
104,7
105,7
100,7 84,1 97,7 93,0
107,6 95,4
83,0 94,2 88,9 97,9
-
101 , 1
78,5 77,9 98,4 114,1 101,6 98,5 111,3 107,8 114,7 98,5 112,6 84,4 98,3 87,4 102,4
100,5 105,9 112,2 103,0
99,2 105,9 108,3 101,7
99,7 106,6 114,2 102,9
101,8
101,3
101,2
100,7
98,4
106,8
104,8 109,5 103,0
106,8 113,2 103,7
106,4 112,9 103,3
103,0 113,1 10 1,1
92,1
92,7
91,7
106,3 178,9 106,5 95,7
108,7 169,4 107,4
91,9 108,5 169,5
111,0 103,9
Verdeling vo gens aard der produkten
92,0 106,8 167,3 106,3 95,7
91,8 106,4 139,1 107,5 96,6
90,7 106,8 150,9 105,7 98,0
92,2 105,9 171,2
105,6 95,7 , 75,1 76,4 76,9 75,8 98,4 97,5
73,9 74,2
84,0 77,1
99,4 118,5
100,0 119,9
120,9
120,3
100,1 97,9
101,6 97,9 114,2
100,4 99,6 112,7
100,3
109,7 114,6
110,7 124,9
98,4 115,5 83,8
100,9 116,2 82,7
100,2 78,9 103,2
96,3 97,7 104,4
115,8 111,1 127,1 99,0 117,9 83,4 98,5 78,9 104,8
97,0 115,9 112,2 131,4 97,8 118,2 81,5 94,8 61,4 103,7
70,2 73,6 100,6 110,8
95,2 73,9 71,0 101,4
108,1 94,2 68,1 72,1 102,6
94,2 71,7 71,7 98,8
76,7 102,4
116,6
119,0
112,2
99,9
101,6 103,6
100,8 99,5 115,0
100,7 98,6 119,6
97,5 113,2 112,1
129,6
123,5
114,3 112,5 124,7
100,8 118,6 86,2
97,6 117,9
99,1 112,0
87,4 95,7
82,9
113,4 112,4 119,5 • 119,3 98,9 96,1 119,2
104,9
102,3 1101,6 1102,2
103,8
79,8 105,4
100,0
I
99,0 I
99,3
97,9 I
96,9 1
97,8
indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de uitvoer (f.o.b.) 1 Indexcijfers van de ruilvoet : indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de invoer (c.i.f.) • Zie 20 onder N. B. van tabel VIII-1.
Í
99,2 I 101,0 1 101,7 I 101,5 I 101,5 1
99,8
127,9 82,9
80,5 98,7 78,4
97,8 86,7 105,6
105,4
153,6 104,2 94,1 72,1
119,2
99,7 96,2 119,3 110,1
99,0 82,3
91,3 107,7
112,2 155,6 105,0
INDEXCIJFERS VAN DE RUILVOET 1 Totaal
98,3 103,7 114,1 101,2
96,0 73,2 103,0
1
101,8
VIII • 4b. - INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME * Basis 1958 = 100 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B. 1958
1909
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1965
1966
1967
4e kwart.
le kwart. I 2e kwart. 13e kwart. 4e kwart.
le kwart. 120 kwart. 13e kwart.
1966
INVOER (O.I.F.) -- Verdeling volgens gebruik der produkten
Produktiegoederen
100,0
111,3
124,4
130,9
145,6
159,7
178,5
194,6
211,5
215,8
212,1
208,4
203,4
220,7
204,3
211,5
179,4
Verbruiksgoederen
100,0
110,9
121,5
128,1
131,8
152,4
188,1
214,4
226,8
241,1
219,3
225,1
228,1
236,9
238,8
260,1
232,0
Uitrustingsgoederen
100,0
112,5
122,9
147,7
161,4
179,3
214,1
221,8
233,1
246,4
214,0
236,7
238,2
250,9
226,8
253,6
207,9
100,0
111,4
123,8
132,3
144,6
160,5
184,4
201,5
216,4
224,2
213,4
214,8
212,2
226,9
213,4
225,7
192,8
Totaal ...
UITVOER (F.O.B.) -- Verdeling volgens aard der produkten
IJzer- en staalnijverheid
100,0
110,8
127,4
117,5
127,3
130,9
151,6
166,0
160,4
168,7
166,3
156,4
158,7
161,0
178,8
183,0
148,4
Metaalverwerkende bedrijven
100,0
109,1
130,5
141,2
164,6
175,0
208,2
250,5
260,0
274,2
253,3
282,0
225,2
280,3
262,9
277,2
213,7
Non-ferro metalen
100,0
111,3
124,3
131,9
135,2
150,7
162,5
175,3
182,8
182,6
190,7
185,6
182,1
174,1
181,5 . 176,4
157,6
Textiel
100,0
119,6
129,5
139,0
158,5
170,0
177,6
192,7
212,9
216,5
213,2
226,6
196,7
214,1
201,0
199,3
172,0
Scheikundige produkten ......
100,0
115,6
115,3
123,4
130,3
151,0
166,4
198,0
217,2
213,2
194,4
219,2
214,4
241,2
252,8
232,2
212,6
Steenkolennijverheid
100,0
78,8
82,3
90,7
88,1
85,6
78,2
63,6
45,0
55,8
44,8
38,0
46,4
51,0
50,7
57,4
50,4
Petroleumnijverheid
100,0
100,1
103,8
97,2
107,1
154,3
156,0
166,1
168,4
175,5
143,5
162,4
201,8
166,6
158,5
184,2
166,7
Glas en spiegelglas
100,0
130,2
143,7
145,1
168,8
169,5
188,1
190,2
198,6
216,7
192,1
167,6
172,5
208,5
206,1
212,1
173,2
Landbouwprodukten
100,0
96,9
100,1
110,5
138,0
158,3
157,2
208,0
210,3
243,7
204,9
171,4
236,7
256,7
283,9
259,1
250,0
Cement
100,0
114,5
108,2
111,3
109,2
99,3
115,8
133,7
114,6
123,1
100,1
131,4
119,9
107,0
90,3
117,1
105,7
Steengroeven
100,0
111,4
117,6
131,6
154,0
173,9
204,9
212,1
211,3
211,7
188,1
224,8
220,4
215,3
188,3
240,7
213,8
Ceramiek
100,0
120,7
172,7
229,3
196,3
206,7
250,5
258,0
228,6
258,5
190,9
230,1
243,8
253,9
231,1
226,8
203,7
Hout en meubelen
100,0
129,4
162,3
205,5
287,1
349,4
399,0
450,1
489,3
501,9
452,4
518,1
445,1
533,4
523,1
532,8
447,2
Huiden, leder en schoeisel
100,0
120,9
124,4
160,1
175,8
195,5
209,2
217,1
223,8
246,0
227,7
242,3
197,8
231,2
221,1
216,2
214,0
Papier en boeken
100,0
114,0
133,4
140,2
161,8
181,7
205,9
234,9
274,1
266,4
250,2
284,7
253,2
308,9
295,5
294,7
256,8
Bewerkte tabak
100,0
126,2
147,9
178,8
167,2
216,0
278,0
336,4
329,7
435,1
294,0
339,8
338,1
346,2
326,4
373,2
369,6
Rubber
100,0
117,0
124,8
148,1
165,6
187,0
222,0
261,1
281,2
257,3
232,4
335,0
257,2
284,9
277,5
326,2
274,7
Voedingsbedrijven
100,0
112,8
130,5
154,1
185,8
209,9
234,0
278,0
291,6
313,8
286,9
340,8
290,5
330,8
273,8
328,9
285,2
Diversen
100,0
117,4
138,5
147,9
153,7
155,1
159,9
177,6
207,3
189,3
162,3
249,5
199,6
233,2
208,5
194,9
193,4
100,0
111,6
125,0
130,0
145,1
157,9
175,7
199,1
207,9
215,4
202,3
215,2
197,5
218,8
216,0
219,1
186,1
Totaal ... Zie 20 onder N. B. van tabel VIII-1.
- 618 -
VIII - 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (miljarden franken) 13ron : Nationaal Instituut voor de Stat'stiet. West-Duitsland 1 Maandgemiddelden of maanden uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
Nederland handels. balans
invoer
uitvoer
handelsbalans
-
0,78 0,52 0,33 0,63 0,37 0,37 0,29 0,05 - 0,47
1,51 1,80 2,24 2,59 2,77 3,20 3,65 4,15 4,65
1,34 1,25 1,64 1,84 2,24 2,94 3,53 3,86 4,60
-
0,17 0,55 0,60 0,75 0,53 0,26 0,12 0,29 0,05
2,05 2,26 2,45 2,69 2,80 3,14 3,67 4,02 4,37
2,63 2,92 3,35 3,83 4,11 4,55 5,34 5,87 6,33
1966 2e kwartaal 3° kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal
6,38 6,23 7,08 6,10 6,38 5,79
6,53 5,50 6,24 5,47 5,89 5,12
+ 0,15 - 0,73 - 0,84 - 0,63 - 0,49 - 0,67
4,74 4,23 4,74 4,59 4,25 3,86
4,65 4,20 5,08 5,50 5,27 4,27
- 0,09 - 0,03 H, 0,34 4- 0,91 4- 1,02 + 0,41
4,47 4,11 4,61 4,40 4,76 4,10
6,68 5,96 6,56 6,11 6,58 5,65
1966 Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
6,33 6,99 7,11 6,79 7,28 5,80 5,54 6,82 6,18 5,93 6,99 5,17 6,00 6,14 7,03
4,59 6,40 6,71 6,36 5,66 5,84 5,09 5,48 6,04 5,75 5,86 5,03 5,03 5,74 6,81
- 1,74 - 0,59 - 0,40 43 - 1,62 0,04 - 0,45 - 1,34 - 0,14 - 0,18 - 1,13 - 0,14 - 0,97 - 0,40 - 0,22
4,33 4,36 4,90 4,46 4,78 4,34 4,31 5,10 4,28 4,09 4,42 3,86 3,66 4,05 5,29
3,06 4,79 4,78 4,83 5,68 5,61 5,35 5,52 5,24 5,25 5,30 4,95 3,11 4,74 5,74
+ -
4,33 4,70 4,66 4,60 4,54 4,25 4,28 4,67 4,43 4,65 5,07 3,10 4,58 4,64 5,05
5,31 6,73 6,52 6,52 6,65 5,78 6,20 6,35 6,48 6,44 6,77 5,47 5,10 6,33 7,26
▪ 0,98 4- 2,03 + 1,86 4- 11,92 4- 2,11 + 1,53 -E 1,92 4- 1,68 + 2,05 4- 1,79 4- 1,70 + 2,37 4- 0,52 4- 1,69 4- 2,21
-n '
1,27 0,43 0,12 0,37 0,90 1,27 1,04 0,42 0,96 1,16 0,88 1,09 0,55 0,69 0,45
Europese Economische Gemeenschap
Italië
+
1,46 1,82 2,48 2,51 3,18 3,73 4,83 5,81 6,00
+1+++++++++
2,24 2,34 2,81 3,14 3,55 4,10 5,12 5,76 6,47
+
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
+++ +++ ++ ++++ +++
invoer
Frankrijk 1
0,58 0,66 0,90 1,14 1,31 1,41 1,67 1,85 1,96 2,21 1,85 1,95 1;71 1,82 1,55
Totaal E tropese OE.S.O.-landen (moederlanden 2
Manndgemiddelden of maanden invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
0,28 0,34 0,39 0,48 0,56 0,74 0,94 1,05 1,22
0,29 0,36 0,48 0,53 0,72 1,04 0,88 0,91 0,94
+ 0,01 0,02 H- 0,09 ± 0,05 + 0,16 4- 0,30 - 0,06 - 0,14 - 0,28
6,08 6,74 7,89 8,90 9,68 11,18 13,38 14,98 16,70
5,72 6,35 7,95 8,71 10,25 12,26 14,58 16,45 17,87
- 0,36 - 0,39 4- 0,06 - 0,19 4- 0,57 + 1,08 + 1,20 + 1,47 4- 1,17
8,03 8,94 10,35 11,51 12,50 14,33 16,87 18,74 20,79
7,92 8,71 10,78 11,68 13,25 15,51 17,96 20,41 21,85
44+ 4▪ ▪ +
1966 20 kwartaal 3° kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal 2c kwartaal 3° kwartaal
1,20 1,30 1,25 1,31 1,38 1,26
0,88 0,88 1,08 1,33 1,18 0,94
- 0,32 0,42 - 0,17 4- 0,02 - 0,20 - 0,32
16,79 15,87 17,68 16,40 16,77 15,01
18,74 16,54 18,97 18,41 18,92 15,98
4- 1,95 4- 0,67 4- 1,29 + 2,01 4- 2,15 4- 0,97
20,51 19,22 22,23 20,69 20,97 18,43
21,99 19,79 23,01 22,86 22,81 19,23
+ 1,48 4- 0,57 + 0,78 4- 2,17 ± 1,84 -1- 0,80
1966 Augustus September Oktober November December 967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
1,43 1,25 1,33 1,21 1,20 1,17 1,22 1,53 1,38 1,31 1,43 1,24 1,45 1,09 1,53
0,70 1,08 1,00 0,97 1,26 1,11 1,41 1,46 1,16 1,21 1,17 1,09 0,77 0,95 1,24
- 0,73 0,17 - 0,33 - 0,24 4- 0,06 - 0,06 A- 0,19 - 0,07 - 0,22 - 0,10 - 0,26 - 0,15 - 0,68 - 0,14 - 0,29
16,42 17,30 18,00 17,06 17,80 15,56 15,35 18,12 16,27 15,98 17,91 13,37 15,69 15,92 18,90
13,66 19,00 19,01 18,68 19,25 18,34 18,05 18,81 18,92 18,65 19,10 16,54 14,01 17,76 21,05
2,76 1,70 1,01 1,62 1,45 2,78 2,70 0,69 2,65 2,67 1,19 3,17 1,68 1,84 2,15
20,27 21,18 22,30 21,77 22,26 19,91 19,84 22,15 20,44 20,26 22,00 16,49 19,36 19,37 22,90
17,15 23,42 22,83 22,53 23,69 23,13 22,23 23,19 22,84 22,51 22,86 19,98 17,05 21,09 26,00
- 3,12 4- 2,24 4- 0,53 + 0,76 + :1,43 + 3,22 -F 2,39 4- 1,04 4- 2,40 4- 2,25 + 0,86 4- 3,49 - 2,31 -F 1,72 4- 3,10
1
+ 1 +++++++ ++++ 1
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
1 Het Saargebied wordt gerekend bij Frankrijk tot op het einde van het le halfjaar 1959 en bij West-Duitsland vanaf het 2e halfjaar 1959. Inch Spanje vanaf 1960.
0,31 0,23 0,43 0,17 0,75 1,18 1,09 1,67 1,06
•- 619 -
YIII - 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING YAN DE BUITENLANDSE HANDEL YAN DE B.L.E.U. (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Maandgemiddelden of maanden invoer
uitvoer
handels. balans
invoer
uitvoer
handelsbalans
-
0,17 0,43 0,12 0,1.4 0,40 0,48 0,59 0,54 0,75
-
0,91 0,64 1,10 0,68 0,94 0,85
1,75 1,73 1,94 2,02 1,72 1,46
0,87 0,96 1,23 1,20 1,04 0,85
-
0,88 0,77 0,71 0,82 0,68 0,61
1,15 1,50 1,24 1,16 1,51
-
1,01 0,38 1,09 1,32 0,81
1,64 1,85 1,67 2,15 1,99
0,91 1,14 1,20 1,25 1,22
-
0,73 0,71 0,47 0,90 0,77
1,61 1,45 1,49 1,40 1,27 1,21 1,19 0,94. 1,17 1,87
▪
0,58 0,95 0,51 1,01 0,97 0,95 0,59 0,99 0,88 0,32
2,56 1,44 2,06 1,56 1,89 1,68 0,93 2,25 1,20
1,23 1,14 1,22 1,17 1,07 0,89 0,83 0,88 0,84
-
1,33 0,30 0,84 0,39 0,82 0,79 0,10 1,37 0,36
-
+ 0,35 -F 0,12 -I- 0,03 + 0,09 - 0,07 - 0,16
2,31 1,95 2,40 2,20 2,27 1,92
1,36 1,28 1,30 1,52 1,33 1,07
2,64 2,87 2,76 2,26 2,52
-I- 0,37 + 0,40 0,15 0,11
2,16 1,88 2,33 2,48 2,30
2,41 2,19 2,50 2,62 2,35 2,60 2,21 1,98 1,97 3,26
▪ 0,12 + 0,19 - 0,03 0,03 - 0,07 - 0,11 - 0,04 - 0,46 -4- 0,02 -1- 0,91
2,19 2,40 2,00 2,41 2,24 2,16 1,78 1,93 2,05 1,55
1966 2. kwartaal 3e kwartaal 4. kwartaal 1967 1° kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal
2,15 2,45 . 2,48 2,28 2,60 2,22
2,50 2,57 2,51 2,37 2,53 2,06
1966 Augustus September Oktober November December • • • • • .• •
2,64 2,50 2,36 2,41 2,63
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
2,29 2,00 2,53 2,65 2,42 2,7]. 2,25 2,44 1,95 2,35
▪ -
;
Maandgemiddelden of maanden uitvoer
-
Comecon
Bongo en Rwanda - Burundi
Latijns-Amerika 1 handelsbalans
invoer
handelsbalans
0,80 0,68 0,83 0,81 0,74 0,81 0,88 1,03 1,01
0,72 0,81 0,87 0,86 0,90 1,16 1,15 1,28 1,34
1,17 1,81 1,49 1,50 1,72 1,71 1,88 2,22 2,46
uitvoer
0,97 1,11 0,95 0,95 1,14 1,29 1,47 1,57 1,76
0,96 1,19 1,21 1,33 1,53 1,76 1,89 2,02 2,21
1,29 1,35 1,63 1,56 1,88 1,97 2,19 2,29 2,37
invoer
0,24 0,38 0,34 0,47 0,63 0,60 0,74 0,74 0,87
0,12 0,46 0,14 0,06 0,16 0,26 - 0,31 - 0,07 + 0,09
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
invoer
Landen van het sterlinggebied exclusief het Verenigd-Koninkrijk
Verenigd-Koninkrijk
Verenigde Staten van Amerika
uitvoer
handels. balans
invoer
uitvoer
handelsbalans
-
0,20 0,43 0,85 0,77 0,55 0,50 0,58 0,57 1,01
0,24 0,31 0,32 0,36 0,43 0,48 0,49 0,51 0,58
0,26 0,25 0,40 0,39 0,36 0,31 0,32 0,39 0,50
-I- 0,02 - 0,06 - 0,08 • 0,03 - 0,07 - 0,17 - 0,17 - 0,12 - 0,08
0,26 0,31 0,22 0,28 0,24
-
1,16 0,93 0,52 1,10 0,57
0,63 0,69 0,56. 0,53 0,57
0,45 0,62 0,50 0,69 0,57
▪
1,84 1,33 1,09 1,17 1,02 1,40
0,21 0,27 0,32 0,26 0,33 0,32
-
1,63 1,06 0,77 0,91 0,69 1,08
0,57 0,76 0,52 0,66 0,59 0,76
0,41 0,37 0,57 0,62 0,42 0,82
- 0,16 - 0,39 -1- 0,05 - 0,04 - 0,17 ▪ 0,06
0,94 0,64 0,63 0,47 1,42 2,26 0,44 1,49 0,49
0,21 0,20 0,25 0,22 0,28 0,33 0,29 0,23 0,20
-
0,73 0,44 0,38 0,25 1,14 1,93 0,15 1,26 0,29
0,56 0,48 0,62 0,47 0,51 0,60 0,47 0,64 0,59
0,56 0,41 0,52 0,68 0,68 0,71 0,66 0,60 0,46
- 0,07 - 0,10 ▪ 0,21 + 0,17 -I- 0,11 ▪ 0,1.9 - 0,04 - 0,13
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
0,63 0,64 0,75 0,72 0,85 0,92 0,96 0,97 1,04
0,77 0,72 0,68 0,64 0,58 0,46 0,61 0,63 0,62
▪ + -
0,14 0,08 0,07 0,08 0,27 0,46 0,35 0,34 0,42
0,69 0,81 1,11 0,96 0,76 0,71 0,86 0,87 1,31
0,49 0,38 0,26 0,19 0,21 0,21 0,28 0,30 0,30
1966 3e kwartaal 4 0 kwartaal 1967 10 kwartaal 2. kwartaal 3. kwartaal
1,15 0,99 1,14 1,40 1,20
0,67 0,72 0,68 0,62 0,52
-
0,48 0,25 0,46 0,78 0,68
1,42 1,24 0,74 1,38 0,81
1966 Juli Augustus September Oktober November December
1,11 1,19 1,14 0,94 0,97 1,01
0,62 0,64 0,77 0,72 0,73 0,71
-
0,49 0,55 0,37 0,22 0,24 0,30
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September
1,16 0,97 1,27 1,34 1,34 1,51 1,24 1,70 0,67
0,82 0,60 0,60 0,59 0,58 0,66 • 0,54 0,58 0,42
-
0,34 0,37 0,67 0,75 0,76 0,85 0,70 1,12 0,25
0,18 0,07 0,06 0,16 . ..
1 Omvat : Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Mexico. Bibliografische referenties : Maandelijk bulletin over de buitenlandse handel van de B.L.E.U. - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Industrie, tijdschri t van de V.B.N. - De Belgische Textielnijverheid, maandelijks tijdschrift van Febeltex. - Belgisch Handelstijdschrift van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel. - Handelsoverzicht van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg. - Bulletins statistigucs : Commerce extérieur (O.E.S.O.). - Statistical Papers : Dircction of International Tradc (O.V.N.). - Algemeen Statistisch Bulletin (Statistisch Bureau van de Europese Gemeenschappen). - Recherches économiques de Louvain (LE.S.P.O.).
IX. - BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE IX - 1. - ALGEMENE BETALINGSBALANS Jaarcijfers (Miljarden franken) 1966 1962
1961
1964
1963
1965
Ontvangsten
Uitgaven
Saldo
1. Goederen- en dienstentransacties :
1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 1.12 Loonwerk 1.13 Arbitrage (netto) 1.2 Niet-monetair goud 1.3 Vracht- en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 1.4 Andere vervoerkosten 1.5 Reisverkeer 3 1.6 Opbrengsten uit investeringen 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders 1.82 Overige
+ + -
9,0 3, 3 2,4 0,7
+ + -
8,7 5, 2 5,4 0, 8
+ + -
2,6 6, 6 3,2 2, 0
266,4 10,7 5,3 0,1
283,0 2, 6 1, 6
- 16,6 + 8,1 A- 5 , 3 - 1, 5
0, 7
-
0, 2 2,2 0,1 0, 2
+ -
0,3 0, 8 3,2 1,0 1, 0
+ -
-
0,4 1,0 3,4 0,9 2,3
+ + +
0,4 1,1 4,1 0,6 0,3
12,6 4, 8 11,5 15,2 6,3
12,9 4, 4 16,0 14, 1 6, 1
- 0,3 + 0, 4 - 4,5 4- 1,1 4- , 0, 2
+ + +
3,7 1,5 3,4
+ + -
4,0 0,1 4,6
+ + -
4,0 0,2 0,7
4+ +
4,1 0,7 7,5
5,4 22,0 360,3
1,4 22, 1. 364,2
- 0,1
4-•3,0 - 2,3 + 0,7
+ +
2,6 1,8 0,8
+ -
2,5 3,1 0,6
+ +
3,0 2,4 0,6
+ +
2,5 2,4 0,1
7,1 0,3 7,4
-
1, 7 3, 4 0,2
-
1, 3 0, 2 0,7
+ -
2, 2 5, 0 0,4
+ -
2, 3 2, 8 0,1
-
3,3 2, 0 0,5
+ -
... 0,1 5,2
+ + -
0, 3 0,1 1,8
+ +
... 0,1 2,5
+ + +
1, 0 0,1 1,5
+
1, 9
-
0,1
-
0,1
+
+
0,2
-
0,7
+
0,7
-
4,7
-
3,6
-
+
1,8
-
0,8
+
1,5
+
+
3,5
+ +
+ + -
6,1 2, 7 2,3 0, 9
+ + -
6,4 3, 8 3,1 0, 5
-
0,4 4
-I-
2,1 1,3 0,1
+ -
Totaal 1
3,3 1,8 + 1,8
Totaal 2
2. Overdrachten : 2.1 Particulieren 2.2 Staat 3. Kapitaalverkeer van de overheid : 3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.112 Andere transacties 3.12 Tegoeden 3.2 Andere overheid 3.21 Verplichtingen ........... ........... 3.22 Tegoeden Totaal 3
4. Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren : 4.1 Overheidsbedrijven 4.2 Niet-geldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 4.3 Particuliere sector 3 (netto cijfers) : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland 4.311 Effecten 4.312 Directe investeringen 4.313 Onroerendegoederen 4.314 Overige 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : 4.321 Effecten 4.322 Directe investeringen 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige 4.33 Niet onderscheiden investeringen en beleggingen .... .............. ........ ...... . Totaal 4 5. Vergissingen en weglatingen (netto) Totaal 1 tot 5 6. Financiering van het totaal : 6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 6.2 Mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen 6.21 Nationale Bank 6.22 Overige •
#
-
+ -
-f-
4,0
-
3,9
5,5 2,8 8,3
+ -
1,6 2,5 0,9
5,0 0,1
1,8 5, 4 C,4
-
1, 8 0, 4 0,3
... ... - 5,8
... ... 5,1
... ... 7,6
-
... 2,5
0,3
+
1,7
1,0
0,3
+
0,7
+
2,0
+
0,4
2,0
1,0
+
1,0
5,5
-
1,3
-
4,0
-
5,4
-
2,1 2, 0 1,3 ...
-
6,5 0,4 1,7 0,3
'-
6,5 0,4 1,7 0,3
0,8
+
0,8
_ +
0,1
5,6
+
8,9
+ 12,1
0,5 7, 1 0,2 0, 7
7,0 0, 7
0,2 0, 3 -
+
+
+ + + +
+
0,2 7,0 0,3 0, 7
+ + +
0,8 0,4 1, 4 4,2
+ + +
1,3 2,1 0, 6 ...
+ 1,0 + 8,8 + 0, 5 + 10,7
+ + + +
0,8 6,0 0, 7 8,5
0,6 11,3 0, 3 384,4
10,7
+
0,4 3,8 0, 6 1,7
390,8
4+ + -
0,6 0,6 0, 3 6,4
+
1,1
+
0,2
+
0,1
...
+
1,2
-
-
-
1, 1
+ 12,2 - 11,6
+
1,7 5,7
+ 11,2 - 11,3
+ 12,6 - 1,9
+ -
8,0 0,7
-
-
+ -
1, 7 7,0
+ +
-
1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.-cijfers, d.w.z inclusief de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kan niet gescheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van rubriek 1.11 a Uitvoer en invoer (cf. noot 1). 3 De cijfers na 31 december 1064 kunnen, ten gevolge van de verbetering van het statistisch materiaal, niet volstrekt vergeleken worden met die van de vorige periodes. 4 Voor 1961, zijn alleen de cijfers beschikbaar die terzelfder tijd betrekking hebben op de rubrieken 1.3 « Vracht- en verzekeringskosten voor goederenvervoer ), en 1.4 « Andere vervoerkosten a. Daarenboven, kunnen deze cijfers niet helemaal worden vergeleken met de gecombineerde cijfers van de rubrieken 1.3 en 1.4 voor de jaren nadien. Zij omvatten niet de ontvangsten en uitgaven voor de verzekering van het goederenvervoer die sedert 1962 begrepen zijn in rubriek 1.3 en ook niet de Banen verkopen van boordproviand en de ontvangsten, en uitgaven voor het personenvervoer die sedert 1962 opgenomen zijn in rubriek 1.4. 2
IX • 2 - ALGEMENE BETALINGSBALANS Saldi per kwartaal (Miljarden franken) 1967
1966
1965 3e kwartaal 4e kwartaal
le kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
le kwartaal v
2. kwartaal v
3 ,, kwartaal v
1. Goederen- en dienstentransacties :
1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 1.12 Loonwerk 1.13 Arbitrage 1.2 Niet-monetair goud 1.3 Vracht- en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 1.4 Andere vervoerkosten ........ ...... . 1.5 Reisverkeer 1.6 Opbrengsten uit investeringen 1.7 Overheidstransacties ni.3t elders vermeld 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders 1.82 Overige Totaal 1
- 3,3 + 1,4 +0,8 - 0,7
- 0,7 + 1,7 +0,3 - 0,3
- 4,3 + 2,3 +1,8 - 0,6
- 3,4 + 1,8 +1,5 - 0,2
- 5,0 + 2,2 + 1,5 - 0,5
- 3,9 + 1,8 + 0,5 - 0,2
--F 0,1 + 2,0 +1,6 - 0,5
- 0,8 -4- 2,2 + 1,8 - 0,5
- 1,5 + 1,6 4- 1,1 - 0,1.
0,2 4- 0,4 - 2,2 + 0,6
- 0,3 + 0,3 - 0,3 + 0,5
- 0,1 + 0,1 - 0,7 4- 0,2
... + 0,1 - 1,1 - 0,6
- 0,2 + 0,1 - 2,7 + 1,0
•• • + 0,1 . .. + 0,5
+ 0,3 + 0,1 - 0,5 + 0,2
4- 0,3 + 0,2 - 1, 8 - 0,8
+ 0,3 .. . - 3,8 + 0,9
+ 0,4
- 0,1
- 0,1
+ 0,2
+ 0,4
- 0,3
+ 0,2
+ 1,1
+ 1,1
+ 1,2 + 0,2
+ 0,9 + 0,2
+ 1,0 + 0,1
+ 0,9 - 0,1
+ 1,0 + 0,2
+ 1,1 - 0,3
+ 1,2 + 0,1
+ 1,0 + 0,2
+ 0,9 + 0,5
- 1,4
+ 2,2
- 0,3
- 0,9
- 2,0
- 0,7
+ 4,8
+ 2,9
+ 1,0
+ 0,8 0,5
+ 0,4 - 0,6
+ 0,4 - 0,5
+ 0,3 - 0,6
+ 0,4 - 0,7
+ 0,5 - 0,7
+ 0,2 - 0,6
+ 0,2 - 0,6
+ 0,4 - (1,8
+ 0,3
- 0,2
- 0,1
- 0,3
- 0,3
- 0,2
- 0,4
- 0,4
- 0,4
- 0,6 + 0,6
- 0,4 - 0,1 - 0,4
- 0,6 - 0,5 ...
- 0,5 - 0,3 + 0,1
- 0,5 - 0,9
- 0,2 + 1,3
- 0,6 - 2,1
- 0,4 - 2,0
- 0,5 - 2,3 ...
... . ..
... ...
... ...
... . ..
...
•. •
... .. .
+ 0,4 . ..
- 0,6
- 0,9
- 1,1
- 0,7
- 1,4
+ 0,7
- 3,1
- 2,5
- 2,4
+ 0,4
...
+ 0,5
+ 0,2
...
- 0,2
- 0,2
+ 0,2
+ 0,5
- 0,2
+ 0,3
+ 0,8
- 0,3
+ 0,2
+ 2,2
- 0,4
+ 0,7
-
0,7 0,3 0,4 0,3
- 0,9 - 0,4 - 0,3 + 0,3
- 2,3 + 0,5 - 0,4 + 0,3
- 1,3 - 0,2 - 0,4 .. .
-
-
1,9 0,1 0,5 0,3
- 1,2 - 1,1 - 0,4 ...
- 1,1 - 0,5 - 0,4 + 0,6
- 1,4 + 0,3 - 0,4 + 0,9
- 0,3 + 1,6 ... 4- 0, 2
+ 0,3 + 1,8 + 0,2 + 0,2
... + 2,1 - 0,1 - 0,1
- 0,2 + 2,1 - 0,1 + 0,1
+ 0,3 + 1,8 - 0,1 + 0,3
- 0,3 + 1,0 + 0,4
+ 0,2 + 1,9 - 0,1 + 0,5
+ 0,6 + 1,5 ... + 0,2
+ 0,1 + 4,5 ... + 0,2
4- 0,1
+ 0,2
+ 0,1
+ 0,2
+ 0,2
+ 0,1
+ 0,1
+ 0,1
+ 0,1
+ 0,8
+ 1,2
+ 0,9
-i- 1,0
+ 0,1
- 1,4
+ 1,9
+ 0,4
+ 5,2
+ 0,5
+ 1,2
- 0,4
+ 0,1
- 0,2
+ 0,8
...
+ 1,1
- 0,1
- 0,4
+ 3,5
- 1,0
- 0,8
- 3,8
- 0,8
+ 3,2
+ 1,5
+ 3,3
+ 2,2
- :1,4
- 0,3
- 0,6
- 0,6
+ 0,4
+ 0,3
+ 0,9
+ 2,4
- 0,4 - 2,2
+ 2,8 + 2,1
- 3,1 + 2,4
+ 3,3 - 3,5
- 1,2 - 2,0
+ 2,7 - 3,9
- 0,5 + 3,4
+ 5,3 - 4,7
+ 0,7 + 0,2
-
2. Overdrachten :
2.1 Particulieren 2.2 Staat ToUtal 2 3. Kapitaalverkeer van de overheid :
3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.112 Andere transacties 3.12 Tegoeden 3.2 Andere overheid : 3.21 Verplichtingen 3.22 Tegoeden Totaal 3
0,6 ...
4. Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren :
4.1 Overheidsbedrijven 4.2 Niet-geldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 4.3 Particuliere sector : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : 4.311 Effecten 4.312 Directe investeringen . 4.313 Onroerende goederen 4.314 Overige 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : 4.321 Effecten 4.322 Directe investeringen . 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige .... ......... 4.33 Niet onderscheiden investeringen en beleggingen Totaal 4 5. Vergissingen en weglatingen
Totaal 1 tot 5
1,0 0,6 0,4 0,3
6. Financiering van het totaal :
6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 6.2 Mutaties van de goudvoorraad en de netto-deviezenpositie van de geldscheppende instellingen : 6.21 Nationale Bank 6.22 Overige
1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.-cijfers, d.w.z. inclusief de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kan niet gescheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en ie dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van rubriek 1.11 « Uitvoer en invoer • (cf. noot 1).
2
- 622 IX - 3. - ALGEMENE BETALINGSBALANS Ontvangsten en uitgaven per kwartaal en samengevoegde maandsaldi (Miljarden franken) 1967
1967
2e kwartaal ti
Oe kwartaal v
(intvangeten
Uitgaven
Saldo
vangste n
73,2 2,0 1,8 0,1
74,0 0,7 0,6
- 0,8 f 2,2 +1,8 - 0,5
66,9 2,3
3,5 1,4 3,1 4, 0 2, 8
3,2 1,2 4, 9 4, 8 1, 7
+ 0,3 -1- 0 , 2 - 1, 8 - 0, 8 + 1 , 1.
1, 4 6,3
0, 4 6,1
1.00,5
1966
Uitgaven
Saldo
68,4 0,7
- 1,5 + 1,6
1,3.
-
--1- 1,1
0,1
0,2
3,5 1,3 2, 8 4,1 2, 4
-1- 1, 0 -1- 0,2
97,6
1,8 0,1
1967 v
Eerste 9 maanden
I. Goederen- en dienstentransacties :
1.1 Goederentransacties : 1.11. Uitvoer en invoer 1 1..12 Loonwerk 1.13 Arbitrage (netto) 1.2 Niet-monetair goud 1.3 Vracht- en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 :1.4 Andere vervoerkosten 1.5 Beisverkeer 1.6 Opbrengsten uit investeringen 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders 1.82 Overige Totaal 1 .„
2. Overdrachten : 2.1 Particulieren 2.2 Staat Totaal 2
3. Kapitaalverkeer van de overheid : 3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : 3.111 Contractuele aflossingen 3.11 2 Andere transacties 3.1.2 Tegoeden 3.2 Andere overheid 3.21 Verplichtingen 3.22 Tegoeden .
Totaal 3
1. Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren : 4.1 Overheidsbed rijven 4.2 Niet-geldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 4.3. Particuliere sector (netto cijfers) : 4.31 Belgisch-Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : 4.311 Effecten 4.312 Directe investeringen 4.313 Onroerende goederen 4.314 Overige 4.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : 4.321 Effecten • 4.322 Directe investeringen 4.323 Onroerende goederen 4.324 Overige 4.33 Niet onderscheiden investeringen en beleggingen Totaal 4 5. Vergissingen en weglatingen
(netto) Totaal 1-tot 5
- 0,1
-12,7 + 6,3 -j- 4,8 -1,3
- 2,2 -1- 5,8 + 4,5 - 1,1
3,2 1,3 6,6 3,2 1, 3
+ 0,3 ... - 3, 8 -1- 0,9 -1- 1 , 1
- 0,3 + 0,3 - 4, 5 + 0,6 4- 0, 5
+ 0,9 + 0,3 - 6, 1 + 0, 3 + 2, 4
1, 3 6,3
0, 4 5,8
-1- 0,9 -1- 0,5
+ 2, 9 -1- 0,2
+ 3,1 + 0,8
-1- 2,9
92,1
91,1
-I- 1,0
- 3,2
-1- 8,7
1,6 0,7
-1- 0,2 -0,6
1,8 0,1
11, 4 0,9
-1- 0,4 - 0,8
-1- 1 , 1 - 1,8
-I- 0,8 - 2,0
1, 9
2, 3
- 0, 4
1, 9
2,3
- 0, 4
- 0,7
- 1, 2
1, 3 ...
0, 4 3, 3 0,1
- 0, 4 - 2, 0 - 0,1
0, 5 . ..
0, 5 2,8 . ..
- 0, 5 - 2, 3 ...
- 1, 6 - 1,7 + 0,1
- 1,5 - 6, 4 -0,1
... .. .
... .. .
0,4 •• •
... •. •
-1- 0 , 4 •• •
•• -
•• • •• •
1, 3
3, 8
- 2,5
0, 9
3, 3
- 2, 4
- 3, 2
- 8,0
0,2
0,4
- 0,2
0,8
0,6
-1- 0,2
+ 0,7
- 0,2
1,0
1,4
- 0,4
1,6
0,9
-1- 0,7
+ 0,8
-1- 2,5
0,6
1,1 0,5 0,4 -
-1,1 - 0,5 -0,4 +0,6
0,3 0,9
1, 4 0,4 -
- 1, 4 + 0,3 - 0,4 -1- 0,9
- 4, 6 - 0,3 - 1,2 •• •
- 3, 7 - 1,3 - 1,2 +1,5
0,6 1, 5 0,2
. .. -
+ 0,6 + 1, 5 ..• + 0,2
0,1 4, 5 0,2
. .. -
+ 0,1 + 4,5 ... + 0,2
+ 0,1 + 6,0 - 0,3 + 0,3
+ 0,9 + 7,9 - 0,1 -F 0,9
0,1
-
+ 0,1
0,1
-
+ 0,1
+ 0,5
+ 0,3
4,2
3,8
+ 0,4
8,5
3,3
+ 5,2
+ 2,0
+ 7,5
1,1
-
+1,1
-
0,1
- 0,1
- 0,5
+ 1,0
100,1
+ 3,3
- 5,6
+ 8,0
- -
•• .
109,0
107,5
+ 1,5
103,4
-
-
+ 0, 9
-
-
+ 2, 4
- 1, 5
+ 3, 6
-
-
+ 5, 3 - 4, 7
-
-
+ 0, 7 + 0, 2
- 1, 0 - 3,1
- 1,1
6. Financiering van het totaal :
6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 6.2 Mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen 6.21 Nationale Bank 6.22 Overige
+ 5, 5
Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.-cijfers, d.w.z. inclusief de vracht- en verzekeringskosten voor het goed renvervoer. Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht- en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kan niet gescheiden werden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en- is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van rubriek 1.11 a Uitvoer en invoer • (cf. noot 1). - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting Bibliografische referenties : B e lg isc h e Economische Statistieken 1941-1950 en 1950-1960 : XLe Jaargang. deel I, nr 1, blz. 22 a Aanpassing van bepaalde reeksen van de a Statistieken s. Hoofdstukken IX a Betalingsbalans n en X111 a Geldscheppende instellingen n, XLILe Jaargang, deel I, nr 5, blz. 557 : a De betalingsbalans van de B.L.E.U. voor 1966 1
2
- 623 -
X. - VALUTAMARKT 1. - OFFICIELE WISSELKOERSEN VASTGESTELD DOOR DE IN YERREKENINGSKAMER TE BRUSSEL VERGADERDE BANKIERS (Belgische franken)
Daggemiddelden
1 U.S. 1 Franse frank dollar
1 Zwitserse frank
1 pond sterling
1 Nederl. gulden
139,71 139,62 138,89 138,78 139,18
13,81.11,5112,45 13,8511,5412,51 13,7911,5212,52 13,7911,4712,43 13,7711,5212,46
t Dm
1 Canadese dollar 100 1 1 lta- Zweedse Noorse Deense liaanse kroon kroon kroon Post Kabel lire
100 100 Oosten r. escudo schilling
100 p eseta
46,55346,552174,19192,77 46,22746,226174,05193,09 46,11946,118173,16192,60 46,04246,041173,07192,21 46,25246,252173,58192,87
8,02 8,02 7,97 7,94 7,98
9,65 9,61. 9,66 9,62 9,65
6,97 6,97 6,95 6,94 6,97
7,21. 7,22 7,19 7,18 7,21
49,81 10,16 49,78 10,14 50,00 10,11
139,06 13,7411,5312,41 7,98 138,82 13,7811,5112,47 7,98 139,54 13,8211,5612,57 8,00
9,66 9,63 9,67
6,96 6,96 7,00
7,21 46,25846,256173,42192,78 7,19 46,28546,285173,13192,88 7,24 46,22946,228174,02193,41
1.967 le kwartaal 20 kwartaal 35 kwartaal
49,82 10,07 49,66 10,09 49,63 10,1.2
139,17 13,7911,5012,53 7,97 138,82 13,77 11,5012,49 7,95 138,25 13,7911,4512,40 7,96
9,64 9,64 9,63
6,97 6,95 6,94
7,20 46,09346,093173,55192,67 83,10 7,18 45,90945,908173,10192,20 82,78 7,1.5 46,10346,103172,34192,27 82,84
1966 September Oktober November December
49,90 49,99 49,97 50,03
139,19 139,58 139,46 139,59
1.967 Januari Februari Maart April Mei Juni _ ....... Juli Augustus September Oktober
50,00 49,74 49,70 49,70 49,63 49,64 49,63 49,63 49,63 49,63
1962 1963 1964 1965 1966
49,76 49,86 49,75 49,64 49,83
1966 2 0 kwartaal ._ 3e kwartaal 45 kwartaal
November
10,15 10,18 10,15 10,13 10,14
10,14 10,13 10,11 10,11
139,53 138,98 138,98 139,11 138,82 138,56 138,34 138,23 138,17 138,13 (138,122 49,63 10,13 p_20,17' 10,10 10,06 10,04 10,05 10,09 10,12 10,12 10,12 10,12 10,12
-
-82,88 1 83,15 83,07 83,07 83,47
13,7911,5312,51 13,8111,5312,55 13,8111,5712,57 13,8311,5712,59
8,00 8,00 8,00 8,01
9;66 9;67 9,66 9,67
6,98 7,00 6,99 7,00
7,22 7,24 7,23 7,25
46,3734,6,371173,58193,36 46,31246,312174,07193,57 46,17746,176173,92198,22 46,19546,196174,08193,44
83,33 83,47 83,41 83,51
13,8411,5512,57 13,7811,4712,52 13,7611,4712,51 13,7611,4912,51 13,7711,5012,48 13,7811,5012,47 13,7811,4812,41 13,8011,4512,40 13,8011,4312,40 13,8011,4312,40
8,00 7,96 7,96 7,96 7,95 7,95 7,95 7,96 7,97 7,97
9,67 9,63 9,63 9,64 9,63 9,64 9,64 9,63 9,62 9,60
6,99 6,95 6,95 6,95 6,94 6,95 6,94 6,94 6,94 6,94
7,23 7,19 7,19 7,19 7,17 7,17 7,15 7,15 7,16 7,16
46,29746,297 173,99193,25 46,03546,035 173,30192,36 45,93545,935 173,32192,36 45,91445,914173,47192,30 45,86845,866173,00192,12 45,94245,941172,78192,17 46,03346,032172,47192,29 46,12546,125172,33192,29 46,14846,149172,23192,23 46,23346,232172,20192,05
83,43 82,97 82,88 82,85 82,74 82,75 82,77 82,84, 82,89 82,80
13,8011,4912,45 7,97
9,59
6,94 r'152 46,171 46,169 172,06 191,87 82 ' 8°2 71,31' 6, 65'
1 Gemiddelde van 12 juli tot 31 december 1965. Gemiddelde van 1 november tot 17 november 1967. Gemiddelde van 18 november tot 30 november 1967.
2 3
X - 2. - VALUTA'S VAN DE LIDSTATEN VAN DE E.M.A. parikoers tegenover de dollar, marges van de aan- en verkoopkoersen van de centrale banken en uiterste noteringen te Brussel op 30 november 1967
Parikoers (of gemiddelde koers) tegenover de U.S.-dollar 1
Land
Oostenrijk België Denemarken Frankrijk Duitsland Griekenland IJsland Italië Nederland Noorwegen Portugal . ................... Spanje Zweden Zwitserland Turkije Verenigd-Koninkrijk
......
sch. 26,BF 50,DK 7,50 4,03706 FF DM 4,30,Dr. LTsl.K. 57,Lire 625,Fl. 3,62 7,14286 NK Esc. 28.75 Pesetas 70,5,17321 Z.H. 4,37282 Z.F. T.P. 2 2,40
Marges van de koers van de U.S.-dollar in pct. van de parikoers (of van de gemiddelde koers van de dollar) Verkoop (
Aankoop ( -)
± 0,769 0,750 0,750 + 0,748 + 0,750 -j- 0,333 -4- 0,122 0,720 -I- 0,760 + 0,800 -1- 1,148 + 0,750 + 0,759 4- 1,765 4- 0,889
- 0,769 - 0,750 - 0,750 0,751. - 0,750 - 0,333 - 0,122 - 0,720
0,833
Uiterste noteringen te Brussel
aankoop 4
verkoop 5
in Belgische franken
189,4080
195,2519
6,5674 9,9769 12,3139
6,7674 10,2806 12,6889
- 0,740 - 1,148 0,750 0,739 - 1,780
7,8832 13,6052 6,8924 170,6499 70,3651 9,5203 11,1517
8,1184 14,0223 7,1050 177,2519 72,5080 9,8101 11,7287
- 0,833
118,1075
121,9075
0,760
voor :
100 sch. 1 DK 1 FF 1 DM
100 Lire 1 F1. 1 NK 100 Esc. 100 Pesetas 1 Z.K. 1 Z.F. 1 £•
t IM.F.-parikoers, behalve voor Zwitserland, waar de aangeduide parikoers diegene ie die toegepast wordt door de centrale bank. Notering uitgedrukt in U.S.-dollar per pond sterling. 3 De marges van het Verenigd-Koninkrijk kunnen niet geheel met die van de andere landen vergeleken worden; zij zijn de grenzen waartussen het pond, uitgedrukt in U.S.-dollars, schommelt, terwijl voor de andere landen de marges de grenzen aanduiden van de U.S.-dollarschommelingen, uitgedrukt in nationale munt. 4 (Parikoers van de Bietegenover de U.S.-dollar - marge uitgedrukt in BF van de aankoopkoers van de Nationale Bank van België voor de U.S.-dollar) : (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar -E- marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de verkoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.) marge uitgedrukt in BF van de verkoopkoers van de Nationale Bank van België voor de U.S.-dollar) : 5 (Parikoers in BF tegenover de U.S.-dollar (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar - marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de aankoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.) Bibliografische referentie : Koerslijst der Fondsen- en Wisselbeurs van Brussel. 2
- 624 -
XI. - RIJKSFINANCIEN 1 1. - ONTVANGSTEN EN UITGAVEN VAN DE SCHATKIST VOORTVLOEIEND UIT DE BEGROTINGSVERRICHTINGEN 2 (Miljarden franken) .bron : Ministerie van Financiën. Buitengewone begroting
Gewone begroting
Totaal
begmffigsPer:ode
1961
saldo
Ontvangsten
Uitgaven 3
Saldo
Ontvangst en
Uitgaven
Saldo
(I)
(2)
(3) = (1 ) - (2)
(4 )
(3)
(6) (4 ) - (5)
(7) = (3) + (8)
120,4
1.26,0
0,4
14,6
- 14,2
- 19,8
- 17,3
- 16,2
-
5,6
1962
131,2
130,1
4-
1,1
0,5
17,8
1963
139,5
143,0
-
3,5
0,4
22,0
- 21,6
- 25,1
1964
157,8
155,3
4-
2, 5
0,3
24,1
- 23,8
- 21,3
1965
172,7
176,5
-
3,8
0,2
25,2
- 25,0
- 28,8
1966
200,6
203,9
-
3,3
0,6
24,6
- 24,0
- 27,3
1965 Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
126,6 140,5 154,5 172,7
128,4 143,3 158,7 176,5
-
1,8 2,8 4,2 3,8
- • • •• •
18,4 19,7 21,6 25,2
-
18,4 19,7 21,6 25,0
-
20,2 22,5 25,8 28,8
1966 Eerste maand Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
19,3 32,6 48,1 62,6 76,8 93,7 119,9 134,0 149,5 165,5 181,4 200,6
16,2 32,8 48,5 66,4 81,7 100,5 119,3 134,5 150,4 170,0 185,1 203,9
4-1-
3,1 0,2 0,4 3,8 4,9 6,8 0,6 0,5 0,9 4,5 2, 7 3,3
0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,4 0,5 0,5 0,6
1,3 3,7 5,4 7,0 8,9 10,8 12,9 15,4 17,5 19,9 21,9 24,6
- 1,3 - 3,7 - 5,4 - 6,9 - 8,8 - 10,6 - 12,6 - 15,0 - 17,1 - 19,4 - 21,4 - 24,0
4-
1,8 3,9 5,8 10,7 13,7 17,4 12,0 15,5 18,0 23,9 25,1 27,3
1.967 Eerste maand Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden
21,4 36,5 53,7 69,9 86,1 105,2 132,5
19,0 37,7 56,4 74,6 92,3 111,6 132,0
+ 4-
2,4 1,2 2,7 4,7 6,2 6,4 0,5
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
2,2 4,8 7,5 9,1 11,0 13,0 15,2
- 2,2 - 4,7 - 7,4 - 9,0 - 10,9 - 12,9 - 15,1
.4-
0,2 5,9 10,1 13,7 17,1 19,3 14,6
0, 2 •• -
...
t De statistieken betreffende de Staatsschuld zijn opgenomen onder hoofdstuk X VI. 2
Werkelijke ontvangsten en uitgaven gedurende iedere periode, ongeacht het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben, de interne overschrijvingen buiten beschouwing gelaten.
3
Van 1963 af, incl. de uitgaven van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade.
XI • 2. - SCHATHISTIMPASSE EN FINANCIERING ERVAN (Miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Financiering van de impasse
Periode
Totaal begrotingssaldo 1
Gelden van derden 2
Voorschotten aan de publieke instellingen
Emissies van gevestigde leningen 5
Impasse 4
3
1962
....... ............
in Belgische franken
in vreemde valuta's
in Belgische franken
Op de markt uitgegeven schatkistcertiTotaal ficaten op halflange termijn (7) = (8) (5) + (6)
Para-
Kongo, Rwanda
sector
Burundi
(9)
(10)
Banksector ector
Beroep op de marge
in vreemde valuta's
Totaal
Kas middelen van de rekenogen en andere schatkistverrichtingen
Totaal
Diverse certificaten
Bestuur der Postchecks
(11)
(12)
(13)
(14)
(15) = (8)tot(14)
(16)
(17)
(18) =(7) + (15) + (16) + (17)
N.B.B.
(2)
(3)
(4) = (1) + (2) + (3)
(5)
(6)
19,8
- 2,5
- 0,1
-22,4
+13,0
+ 2,2
+15,2
...
+ 0,4
+ 3,2
+ 0,1
+ 1,0
+ 0,4
+ 1,2
+ 6,3
+ 0,5
+ 0,4
+22,4
-16,2
- 0,5
...
-16,7
+20,1
+ 1,4
+21,5
- 1,1
+ 3,0
+ 3,9
- 0,2
- 1,7
+ 3,5
-10,7
- 3,3
- 1,4
- 0,1
+16,7
...
+30,3
(1)
1961
Veranderingen van de vlottende schuld
1963
25,1
- 3,7
- 1,5
-30,3
+17,5
+17,5
- 6,0
+ 3,6
- 3,5
+ 0,1
- 0,1
+ 4,1
+10,5
+ 8,7
+ 4,1
1964
-21,3
+ 0,3
...
-21,0
+24,0
+24,0
- 7,5
+ 3,3
- 7,6
- 0,1
+ 0,2
+ 6,4
+ 2,9
- 2,4
+ 0,6
- 1,2
+21,0
1965
....... ............
-28,8
- 0,8
- 1,7
-31,3
+22,2
...
+22,2
...
+ 5,8
+ 4,4
+ 0,1
+ 0,2
- 1,2
+ 9,3
- 0,8
+ 0,6
+31,3
1066
.......... .........
-27,3
+ 3,1
- 6,5
-30,7
+21,0
...
+21,0
...
+ 3,4
- 3,2
+ 0,3
+ 3,1
+ 5,6
+ 9,2
+ 0,6
- 0,1
+30,7
1965 Eerste 9 maand Eerste 10 maand Eerste 11 maand 12 maanden
-20,2 - 22,5 -25,8 -28,8
+ 1,3 - 0,4 + 0,2 - 0,8
-
-23,8 -28,2 -31,6 -31,3
+14,3 +22,6 +22,3 +22,2
... ...
+14,3 +22,6 +22,3 +22,2
... ... ...
+ + + +
8,9 7,6 6,8 5,8
+ -I+ +
- 0,1 - 0,1 + 1,2 + 0,1
- 6,1 - 4,6 - 4,3 + 0,2
-
+ + + +
9,4 6,9 7,7 9,3
... - 2,5 + 0,2 - 0,8
+ + + +
0,1 1,2 1,4 0,6
+23,8 +28,2 +31,6 +31,3
1966 Eerste maand Eerste 2 maand Eerste 3 maand Eerste 4 maand Eerste 5 maand Eerste 6 maand Eerste 7 maand. Eerste 8 maand. Eerste 9 maand. Eerste 10 maand. Eerste 11 maand. 12 maanden
+ 1,8 - 3,9 - 5,8 -10,7 -13,7 -17,4 -12,0 -15,5 -18,0 -23,9 -25,1 .-27,3
- 0,6 - 1,2 - 0,1 - 0,6 - 0,7 + 1,2 + 1,1 + 0,2 + 0,3 ... + 0,9 + 3,1
- 0,6 - 1,2 - 1,8 - 2,4 - 2,9 - 3,4 - 4,0 - 4,5 - 4,9 - 5,5 - 7,1 - 6,5
+ 0,6 6 - 6,3 - 7,7 -13,7 -17,3 -19,6 -14,9 -19,8 -22,6 -29,4 -31,3 -30,7
... + 6,9 + 6,6 + 6,6 +15,5 +13,7 +13,3 +13,3 +25,2 +22,8 + 22,1 +21,0
... ...
+ 2,7 + 1,4 + 0,8 + 3,4 + 2,5 + 3,0 + 1,6 + 5,0 + 1,6 + 3,2 + 3,4 + 3,4
+ + + + + +
... ... - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 - 0,1 + 0,3 + 0,3
- 2,3 - 4,8 - 3,9 - 2,0 - 1,7 - 1,4 - 1,5 - 4,0 - 4,8 - 2,4 - 4,6 + 3,1
- 0,4 - 0,4 + 0,7 + 1,6 + 1,1 + 1,4 + 1,4 + 2,0 + 2,7 + 5,5 + 5,6 + 5,6
+ 2,2 - 1,3 + 0,7 + 7,1 + 2,6 + 6,5 + 1,4 + 5,9 - 3,1 + 5,9 + 8,8 + 9,2
+ 0,3 + 0,9 + 1,0 ... + 0,3 + 0,2 + 0,8 + 1,0 + 1,0 + 0,9 + 1,0 + 0,6
- 3,1 - 0,2 - 0,6 ... - 1,1 - 0,8 - 0,6 - 0,4 - 0,5 - 0,2 - 0,6 - 0,1
- 0,6 + 6,3 + 7,7 +13,7 +17,3 +19,6 +14,9 +19,8 +22,6 +29,4 +31,3 +30,7
1967 Eerste maand Eerste 2 maand. Eerste 3 maand. Eerste 4 maand. Eerste 5 maand. Eerste 6 maand. Eerste 7 maand.
+ 0,2 - 5,9 -10,1 -13,7 -17,1 -19,3 -14,6
-
-
- 2,8 - 9,8 -13,1 - 17,9 -22,1 -23,2 -20,8
.. . + 8,1 + 8,0 + 7,4 + 5,6 + 8,2 +11,8
...
+ 1,.L - 1,7 - 1,8 - 2,3 - 3,5 - 3,8 - 5,7
+ 9,5 +12,2 +15,1 +17,6 +20,6 +15,0 + 8,7
+ 0,1 - 0,2 - 0,2 - 0,3 - 0,3 - 0,3 - 0,3
-
- 0,1 - 1,4 - 1,6 - 1,6 + 0,4 + 5,4 + 6,5
+ 5,9 + 2,3 + 5,2 + 9,5 +11,5 +10,9 + 5,8
- 2,5 + 0,2 + 0,3 - 0,3 + 0,3 + 0,4 - 2,1
- 0,6 - 0,8 - 0,4 + 1,3 + 4,7 + 3,7 + 5,3
+ 2,8 + 9,8 +13,1 +17,9 +22,1 +23,2 +20,8
2,5 2,9 1,5 2,1 2,3 0,7 2,3
4,9 5,3 6,0 1,7
0,5 1,0 1,5 2,1 2,7 3,2 3,9
... ... ... ... ... ... ... ... ...
... ... ... ... ...
... + 6,9 + 6,6 + 6,6 +15,5 +13,7 +13,3 +13,3 +25,2 +22,8 +22,1 +21,0 ... + 8,1 + 8,0 + 7,4 + 5,6 + 8,2 +11,8
... ... ...
... ... ... ... ... ...
8,4 5,7 5,5 4,4
2,2 2,5 3,2 4,2 0,8 3,6 ... + 3,0 - 2,5 - 0,3 + 4,1 - 3,2
... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...
4,7 6,6 6,3 3,9 5,7 5,4 3,4
1,7 1,7 1,5 1,2
1 Cf. tabel XI-1. Van 1963 af, excl. de uitgaven van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade, die sedertdien in kolom (1) zijn opgenomen.
2
3
4
5 6
Vermeerdering : (-); vermindering : (+). Deze kolom verschilt van kolom (3) a Schatkisttekort van tabel XI-3. Het schatkisttekort houdt inderdaad rekening met verschillende categorieën van verrichtingen die niet in aanmerking komen bij de berekening van de Impasse. Aldus omvat het saldo van de extra-budgettaire verrichtingen, begrepen in het schatkisttekort, niet alleen de gelden van derden - kolom (2) van tabel XI-2 -, maar ook de rubriek « Kasmiddelen van de rekenplichtigen en andere schatkistverrichtingen • - kolom (17) van dezelfde tabel - alsmede de uitgaven van parastatale instellingen - in hoofdzaak het Wegenfonds - gefinancierd door uitgiften van indirecte overheidsleningen. Na aftrek van de emissiekosten en de extrabudgettaire aflossingen. Overschot.
- 626 XI - 3. - NETTOFINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE STAAT EN HUN DEKKING (Miljarden franken) Dekking
Periode
Totaal begrotingssaldo I
Saldo van de extrabudgettaire verrichtingen
Schatkisttekort 3
2
(2)
(1)
Aflossingen van de overheidsschuld begrepen in de begrotingsuitgaven 4
(3 ) = (1) -I- (2)
1961
- 19,8
-
7,0
- 26,8
1962
- 16,2
-
4,3
1.963
- 25,1
-
(4)
5
Beroep op de Belgische markt
Nettofinan• c ierings. h h -
ft e-oe-en van de
Staat
(5) = (3) + ( 4 )
Veranderingen van het uitstaand van de bedrag der van de gevestigde andere verplichleningen verplich• en op de tingen tingen markt o korte uitgegeven op halflange termijn certificaten termijn op halflange termijn (8) (6) (7)
+
9,5
- 17,3
+ 10,3
-
0,7
- 20,5
+
8,2
- 12,3
+ 15,5
+
4,6
9,0
- 34,1
+ 10,8
- 23,3
+
5,7
-
1,1
4--
4,2
Totaal
Beroep op de buitenlandas markten 6
(9) =
(6) lot (8)
(10)
+ 13,8
+
3,5
+ 20,1
-
7,8
+
6,2
+ 10,8
4- 12,5
+
2,0
-1-- 13,9
+
+
9,2
+ 26,9
-
4,8
+
2,1
-1- 12,2
+
4,9
-
4,3 4,1 4,2 4,8
1964
- 21,3
-
6,3
- 27,6
+ 12,6
- 15,0
+ 11,9
1965
- 28,8
-
7,8
- 36,6
+ 14,5
- 22,1
+ 17,2
+
0,5
1966
- 27,3
-
4,1
- 31,4
--1-- 14,3
- 17,1
-1-
9,2
+
0,9
1.965 Eerste 9 in. . Eerste 10 m. . Eerste 11 m. . 12 maanden
-
20,2 22,5 25,8 28,8
-
4,3 5,4 6,6 7,8
-
+ + + +
-
14,5 16,7 19,2 22,1
-I- 7,8 + 15,2 + 14,7 + 17,2
+ + +
... 0,2 0,2 0,5
+ 11,0 + 5,4 + 8,5 + 9,2
+ + + -1-
1966 Eerste maand . Eerste 2 m. . Eerste 3 m. . Eerste 4 m. . Eerste 5 m. . Eerste 6 m. . Eerste 7 m. . Eerste 8 m. . Eerste 9 m. . Eerste 10 m. . Eerste 11 m. . 12 maanden .
+ 1,8 - 3,9 - 5,8 - 10,7 - 13,7 - 17,4 - 12,0 - 15,5 - 18,0 - 23,9 - 25,1 - 27,3
..-
1,7 2,8 2,8 3,3 5,2 3,5 3,8 5,0 5,5 6,3 7,6 4,1
+ 0,1 - 6,7 - 8,6 - 1.4,0 - 18,9 - 20,9 - 15,8 - 20,5 - 23,5 - 30,2 - 32,7 31,4
+ 1,7 4- 3,1 4- 4,1 + 5,2 + 5,8 + 7,2 + 8,3 + 9,4 + 1.0,3 + 11,9 + 13,4 + 14,3
+ 1,8 - 3,6 - 4,5 - 8,8 - 13,1 - 13,7 - 7,5 - 11,1 - 13,2 - 18,3 - 19,3 - 17,1
- 4,2 -I- 4,2 -I-- 3,2 + 2,3 + 10,9 4 7,9 + 6,5 + 5,6 + 16,9 + 13,1 + 1.1,2 + 9,2
+ + + + + + + + +
... ... 0,2 0,2 0,2 0,2 0,6 0,8 0,8 0,8 0,9
+ + + + + + + + + +
2,4 0,3 1,1 5,4 1,6 5,2 1,0 4,8 4,9 1,4 3,9 2,1
- 1,8 4- 3,9 + 4,3 + 7,9 + 12,7 + 1.3,3 + 7,7 + 11,0 + 12,8 + 15,3 + 15,9 + 12,2
+ -1+ + + + +
... 0,3 0,2 0,9 0,4 0,4 0,2 0,1 0,4 3,0 3,4 4,9
1967 Eerste maand . Eerste 2 m Eerste 3 rth . Eerste 4 rn Eerste 5 m. . Eerste 6 m Eerste 7 m. .
+ 0,2 - 5,9 - 10,1 - 13,7 - 17,1 - 19,3 - 14,6
-
3,7 5,0 3,7 4,8 6,5 6,5 7,6
- 3,5 - 10,9 - 13,8 - 18,5 - 23,6 - 25,8 - 22,2
+ + + + + + +
- 1,7 - 7,6 - 9,4 - 12,8 - 16,7 - 18,0 - 13,1
- 1,7 + 5,3 + 4,4 + 4,3 + 5,7 + 7,7 + 10,1
+ + + +
... ... ... 0,2 0,4 0,4 0,4
+ 5,2 + 5,8 + 9,3 + 12,8 + 16,0 + 12,3 + 6,2
+ 3,5 + 11,1 + 13,7 + 17,3 + 22,1 + 20,4 + 16,7
-
1,8 3,5 4,3 4,5 5,4 2,4 3,6
24,5 27,9 32,4 36,6
10,0 11,2 1.3,2 14,5
1,8 3,3 4,4 5,7 6,9 7,8 9,1
- -
...
18,8 20,8 23,4 26,9
+
1,1
1 Cf. tabel XI-1. Incl. de uitgaven van parastatale instellingen gefinancierd door uitgiften van indirecte schulden. Van 1963 af, excl. de uitgaven van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade, die sedertdien in kolom (1) zijn opgenomen. 3 Cf. noot 4 van tabel XI-2. 4 Volgens de staten van de overheidsschuld. 7 Incl. de veranderingen van de indirecte schuld. G Deze rubriek geeft de beweging aan van al de schulden, zowel in deviezen als in Belgische franken, waarvan de Staat t.o.v. het buitenland de debiteur is, hetzij direct, hetzij via Belgische instellingen. 2
- 627 XI - 4. - BELASTINGONTVANGSTEN (per begrotingsjaar) (miljarden franken) A : werkelijke ontvangsten. B : verschillen ten opzichte van de begrotingsramingen.
Bron : Ministerie van Financiën. Directe belastingen A
A
B
A
B
Totaal
Registratierechten
Douanen en Accijnzen
2
Begrotingsjaar
B
B
A
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
36,1 39,5 41,4 44,0 51,4 54,2 60,5 69,6 67,1
- 1,8 -1- 0,8 -I- 0,9 - 1,4 -I- 2,2 -1- 1,0 + 4,7 + 8,5 + 3, 3
18,1 19,6 22,0 23,8 24,5 25,9 28,2 30,1 33,7
- 0,3 - 0,6 - 0,9 + 1,1 - 0,2 - 0,1 + 0,5 + 0,4 + 0,6
32,9 35,9 38,5 44,6 48,5 52,5 60,0 65,7 78,6
- 2,0 -I- 0,2 - 0,1 - 1,9 - 0,5 + 1,0 + 4,5 + 1,7 - 0,2
87,1 95,0 101,9 112,4 124,4 132,6 148,7 165,4 179,4
- 4,1 -I- 0,1 - 0,1 - 2,2 .-I- 1,5 + 1,9 -I- 9,7 +10,6 + 3,7
1966 9 maanden 1967 9 maanden
50,6 66,8
+ 1,8 + 0,5
24,9 27,2
+ 0,8 + 0,7
57,5 63,4
- 0,5 - 1,1
133,0 157,4
+ 2,1 + 0,1
4,7 4,3 6,5 16,6 4,6 4,6 5,9 5,5 5,0
+ 0,1 + 0,1 + 0,4 + 0,5 + 0,3 + 0,2 + 0,5 + 0,6 + 0,2
3,0 2,8 2,9 2,7 2,8 3,2 2,7 2,8 3,3
. . . ... + 0,1 - 0,2 + 0,2 - 0,2 - 0,1 + 0,2
6,4 6,5 6,9 6,1 6,2 7,0 6,9 6,9 7,4
- 0,4 + 0,1 - 0,1 - 0,1 + 0,5 . . . . . . + 0,3 + 0,1
14,1 13,6 16,3 25,4 13,6 14,8 15,5 15,2 15,7
- 0,3 + 0, 2 + 0,4 + 0,2 + 0,8 + 0,4 + 0,3 -j- 0,8 + 0,5
11,4 4,8 4,8 5,1 5,1 7,4 17,3 5,3 5,6 7,6
- 0,3 + 0,1 - 0,1 + 0,2 + 0,3 + 0,4 - 0,5 + 0,1 + 0,3 + 1,5
2,9 2,8 3,3 3,2 3,2 3,6 2,7 2,9 2,6 3,4
+ 0,2 + 0,1 + 0,2 + 0,1 + 0,2 + 0,6 - 0,2 + 0,1 - 0,6 + 0,5
6,5 6,8 8,1 7,4 6,8 7,4 6,6 6,5 7,3 7,5
- 0,2 ... + 0,5 - 0,1 - 0,3 - 0,3 - 0,2 - 0,1 - 0,4 - 0,1
20,8 14,4 16,2 15,7 15,1 18,4 26,6 14,7 15,5 18,5
- 0,3 + 0,2 + 0,6 + 0,2 + 0,2 + 0,7 - 0,9 + 0,1 - 0,7 + 1,9
c., .., i lá -' 4
cc c., --. 'el
..,7 á
2,
.r=1
1966 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1 1967 Januari Februari Maart .. ...... April Mei Juni Juli Augustus September . Oktober
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentimes, de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en Rwanda-Burundi. 2 incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting.
XI - 5. - INDELING YAN DE BELASTINGONTVANGSTEN (miljarden franken)
Bron : Al inisterie van Financiën.
Dienstjaar Opbrengsten
C'2r-
24,9
en
78,8 6,4 3,1 68,7
175,7 179,4 _____....----_-----. + 3,7
•C5,
.. . 2,7 33,1 8,0
• • Ci
... 3,3 33,7 8,2 24,0 1,2 78,6 6,7 3,2 67,9
BrengrotinsInnigen
•
63,8 0,8 5,9 28,8 13,7 6,4 1,3 4,2
Opbrengsten
• " Cn o , ,Ó •
Verschil t.o.v. de begrotingsramingen
67,1 0,8 6,1 30,0 14,0 6,9 1,8 4,2
Biegrotingsramingen
Opbrengsten
Dienstjaar 1067 : oktober 1067
r=2.7J "
Totaal
Begrotingsramingen
Dienstjaar 1966: oktober 1966
,D
I. Directe belastingen 3 Onroerende voorheffing Roerende voorheffing Bedrijfsvoorheffing Voorafbetalingen Personenbelasting (kohieren) Vennootschapsbelasting (kohieren) Verkeersbelasting op autovoertuigen Belasting op de inkomsten (samen. geschakelde wetten - oud regime) Diversen 3 II. Douanen en accijnzen waarvan : douanen accijnzen bijzondere verbruikstaksen III. Registratie waarvan : registratie erfenissen zegel en gelijkgest. taksen
193(3 2
15,5
---
+ 0,8
15,2
18,5
16,6
+ 1 ,9
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentimes. Ingevolge de overgang van het stelsel van het Begrotingsjaar naar dat van het Beheer, met ingang van 1 januari 1967, werd de aanvullende periode van 1066 weggelaten en bijgevolg werden de ontvangsten die, tot die periode zouden behoord hebben, gevoegd bij de rekening van 1967. 3 Incl. de geinde of terugbetaalde bedragen betreffende de afgesloten dienstjaren en de belastingen van niet-verblijfhouders (kohieren). N. 13. - Het Belgisch Staatsblad publiceert maandelijks volledige en omstandige gegevens over de fiscale ontvangsten.
- 628 XI -
BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID YAN BEGROTINGSJAAR 1 (miljarden franken)
Bron : D inisterie van Financiën. Maandgemiddelden of maandcijfers
Directe belastingen
Douanen en accijnzen
Registratierechten
Totaal
2
waarvan : voorafbetalingen op de bedrijfsbelasting
:1958
3,1
1,5
2,7
7,3
0,35
1959
3,2
1,7
3,0
7,9
0,40
1960
3,5
1,8
3,2
8,5
0,51
1961
3,6
2,0
3,7
9,3
0,53
1962
4,2
2,1
4,0
10,3
0,66
1963
4,4
2,1
4,4
10,9
0,93
1964
5,0
2,4
5,0
12,4
1,09
5,6
2,5
5,5
13,6
1,07
1966
6,5
2,8
6,6
15,9
1,39
:1.965 Eerste 9 maanden
5,9
2,4
5,2
13,5
1,60
1966 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden
6,6 5,9 6,8
2,7 2,8 2,8
6,1 6,3 6,4
15,4 15,0 16,0
0,98 0,71 1,78
1.967 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden
7,0 6,4 7,4
3,0 3,2 3,0
7,1 7,2 7,1
17,1 16,8 17,5
0,78 0,67 1,76
1966 Juli Augustus September Oktober November December
16,6 4,6 4,6 5,9 5,5 5,0
2,7 2,8 3,2 2,7 2,8 3,3
6,1 6,2 7,0 6,9 6,9 7,4
25,4 13,6 14,8 15,5 15,2 15,7
11,68 0,06 0,01 0,43 0,03 0,25
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
11,4 4,8 4,8 . 5,1 5,1 7,4 17,3 5,3 5,6 7,6
2,9 2,8 3,3 3,2 3,2 3,6 2,7 2,9 2,6 3,4
6,5 6,8 8,1 7,4 6,8 7,4 6,6 6,5 7,3 7,5
20,8 14,4 16,2 15,7 15,1 18,4 26,6 14,7 15,5 18,5
2,1.3 0,08 0,13' 0,69 0,09 0,88 11,76 0,06 0,06 1,48
1.965
.......... ......... .
.
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentimes, de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en Rwanda-Burundi. 2 Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting.
Bibliografische referenties :
Tijdschrift voor Documentatie (Ministerie van Financiën). - Statistisch Jaarboek voor België - Statistisch Tijdschrift van het N .I .S. - Belgisch Staatsblad. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIe jaargang. deel 11, nr 4, oktober 1966 : r Begrotingen
voor 1966 en 1967 :e en XLTle jaargang, deel I, nr 3, maart 1967 : s Hoofdstuk XI o Rijksfinanciën n van het statistische gedeelte - Wijziging van som• tnige gegevens n.
XI - 6. — BELASTINGONTVANGSTEN
ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR (miljarden franken) TOTALE ONTVANGSTEN 30
30
26
26
1
—
I
i i i
22 1967
22
S 1
18
I
____
14
—
I I S I I
A I1 i 1 1 • I • I •
I
, .......,
•
. .e. ...,
.■
1
i
i
i
18
/
i
I
,
...
... ...... -.
..- .... ...,
14
1966
11 I V
1965 10
10
I
1
6
1
t
I
1
I
I
1
I
I
6
DIRECTE BELASTINGEN
18
18
14
14
— 1967
10
10
6
6
-
1965
1
2
4
1
1967
2
1966 1965
O
O
REGISTRATIERECHTEN
10
6
2 58
60
62
64
66
XII. - VORDERINGEN EN SCHULDEN IN DE BELGISCHE ECONOMIE Bron : Nationale Bank van België.
(Voorlopige cijfers)
la. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1963
(miljarden franken)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Financiële instellingen
Niet-financiële nationale sectoren Nihil of beneden P 50 miljoen
Bedrijven Paraen statale particulieren bedrijven
_ Niet gedane verrichtingen
rij3 ,ieu 1)
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
( 2)
( 3)
lat
nr tar iah
4)
ter 5)
...
•• • 0,1 1,2 (0,3)
1,6 (. .)
0,1
13,5 (0,2)
26,6
1,4
1,6
0,1
13,5
0,1
...
-
...
...
15,9
0,3 0,2
...
"• 5,3 (0,8)
•• .
... 0,1 0,1 0,2 (5,1)
5,1 (14,5)
... ... _______ __....
...
...
(7)
(8)
44,5 42,2 ... ... ... (0,61
(-)
86,8
-
... 1,8 0,2 2,2 1,2
... 0,9
"' •. • (...)
(...)
"' ( --)
(12)
1) tot (12)
15,7 31,1 3,0 (2,8)
1,7 0,9 ... 92,0 0,6 (-)
6,3 ... ... ... ... (...)
55,9 50,9 27,5 226,6 22,7 (186,4)
102,2
49,8
95,3
6,3
383,6
0,6
...
... 3,6 0,6 ... ... (0,2)
.•• 5,2 4,3 0,2 ... (0,1)
... 0,4 0,1 0,4 ... 9,0 0,1 (0,2)
... ... ... ... 0,1 ... 0,7 (0,9)
0,6 2,3 0,7 32,5 7,0 9,8 13,2 (21,7)
9,9
3,2 0,1 1,0 95,3 2,7 (1,1)
21,3
0,5
5,1
0,4
...
7,3
5,4
0,9
4,8
9,7
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen
2,3 ... 107,1 ...
.. • 0.7 2,4 ... 0,8
-
1,1 0,1 1,7 ...
•. • ... 1,1 ... 0,9
... 19,9 10,3 16,5 7,4
38,7 36,2 37,8 57,9 ...
... 2,7 5,1 ... ...
... 5,4 35,2 2,4 ...
•. ... 39,0 2,0 0,4
'l'otaal ...
109,4
3,9
3,0
2,1
54,1
170,6
7,8
43,0
41,4
-
...
-
...
...
15,4 ...
... ...
... ...
0,5 ...
1,9
0,7 ... 4,8 0,4
.... 4,3 0,5 ... ...
2,8
... 1,0 ... -
... ... 1,6 8,2 0,6 ...
... ... 6,8 2,9 ... ...
17,4
5,9
2,8
10,4
9,7
16,0 ... ... 5,2
... . • . .. .
... ... 2,5
21,2
...
-
... .
Geld op zeer korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen Reserves van de sociale verzekering Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen Totaal
( 6)
-
(G)
fonds
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) . Accepten en handelspapier Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
0,1 ...
...
0,1
-
7,6
0,8
66,2
4,8 ... 1,3 2,3 ...
47,1 73,7 249,8 82,7 9,9
19,6
8,4
463,2
... ... 1,0 ... 49,5 0,6
... ... ... ... 3,0
... 4,3 27,7 11,1 54,8 8,7
0,5
4,8
1,0
51,0
3,0
106,5
-7
-
-
-
-
-
-
-
... ...
... 0,5 2,6
0,2 ... ...
... 1,1 ...
... ... ...
... 1,4 ...
0,1 7,3 0,1
... ... ...
... 1,4 2,4
16,0 0,3 11,7 12,9
2,5
...
3,1
0,2
1,1
...
1,4
7,5
...
3,8
40,9
-
...
...
-
... 10,1 4,5
.. --
... 0,8 0,2
...
... 1,7 ...
... 1, 7 ...
14,2
-
112,0 0,7
0,9
0,3
6,2
•. • 0,2
... - 0,1
112,0 16,0
(--)
• .. (...)
0,4 (1,5)
( --)
. • . (. )
0,9
1,3
6,6
2,1
1,6
.
0,2
7,6
(13) =
t—
sec ver re
0,1
(5)
instelTingen
Totaal van de schulden
Totaal _.
Totaal
Bu itenland
(3)
Buitenland Geldscheppende Renten-
Niet bepaald .e eest. en aanpasslagen
Inst. voor verzekering Niet-geldSpaarkassen, op het leven scheppende hypotheeken ttegen en kapitaliopenbare arbeidssatiemaatkredietinstellingen schappijen ongevallen, pensioenfondsen (0) (10) (11)
CO-
ACT
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
(2)
Sociale verzekering
•47
istatale t
Totaal ...
7,7 10,8 8,1 . (181,4)
Staat (Schatkist)
Overhe idssector n iet elders vermeld (o. m. lagere ove rhe id)
Gegevens niet beschikbaar
0,9 (0,2)
13,1
0,9
21,3
... -
-
-
(0,4) ...
...
(--) -
7,1 •• • (1,1) 134,4
4,7
20,2
-
0,2
...
9,6 176,8
.
-
EGI
ati€
Totaal _.
329,5
2,8
4,0
-----
.•• -----
----
2,8
--
...
2,8
--
-----
--
...
12,4 ... -
--
0,2 (0,2)
-
0,2 55,0 -----
...
1,4 --
-11,7 --
•
.
3,8
...
I
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Diversen
2,8
:
Totaal ._
253,9 --9,1 29,3 25,7 -11,4 0,1 (7,7)
° I I I
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplichtingen tegenover het buitenland _ Deviezendeposito ' s van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
-----...
--
0,2 -...
...
----
... -... ...
-... ...
... -... ...
0,9 6,5 0,6 2,8
7,4
--
0,2
...
...
...
10,9
--_--
... ... ...
0,6
0,3
... ...
... ...
... ...
5,5 138,4 6,0 11,1
-...
-0,1
-...
--
0,1
-3,1
G,1
...
0,1
0,6
0,3
3,7
169,6
--...
--...
--
--...
---
1,5
18,4 158,2 2,0
...
1,5
178,6
•••
0,4
--
... -
--
0,2 6,5 0,6
--
...
...
0,4
...
0,8
...
4,3
18,4 145,7 0,3
--...
--...
--...
--0,1
12,5 ...
--...
164,5
...
...
...
0,1
12,5
...
...
0,2
.. ...
---
... ...
0,3
... ----
N let bepaalde sectoren en aanpassingen ( 1 2)
Totaal _.
— ( s T)
( 7 T) 101 ( I)
Totaal van de vorderingen ... ......... .. .......
--
3,5
1,0
6,4 2,3
--
--
--
0,1
2,5
0,2 0,3 ...
--
___________
0,1 ...
0,3
3,1
0,4
...
73,2 ...
0,2
... •••
••• ... (.. )
10,3
87,4
0,6
10,3
- 4,2
2,1
...
940,0
19,2
50,6
3,0 (0,1)
(1,0)
9,6
432,0
...
0,1
--
...
9,6
13,1
1,0
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes `Termijndeposito's Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
...
...
0,3
55,2
159,4
Totaal _.
...
10,2 0,5
0,5
... ... ...
0,7 8,7 4,1 0,3
...
0.4 ...
0,2 0,2
0,1 ... •.• ... ...
2,9 0,9 6,4 6,4 1,0
... ... (•••)
(•••)
35,5
0,5
6,8
176,3
1,8
1,8
1,8
--
181,4
164,3
180,9
(0,7)
... (...)
1,7 (...)
0,7 (0,1)
... -(--)
(.••)
... (•••)
3,7
1,7
3,4
12,1
0,5
13,8
1,9
4,2
10,6
0,6
27,6
137,7
446,3
11,8
19,8
... 0,1 ... ...
0,6 8,0 (1,3)
113,2 23,8 21,7 (2,0)
19,1 16,0
0,1
1,3
0,6 ...
0,9 0,7
0,1 ••• 0,1
277,9 2,0 55,0 9,1 29,3 25,8 11,7 11,4 9,8 (8,6)
1,6
1,0
Totaal ._ Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
0,1 -
... 0,1 -... ... ... ... ...
2,3
12,5
.
--
--
1,6
(0,1)
3,8 138,4 0,9 11,1
--
0,3 0,1 --
(0,6)
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) 'Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
0,6 4,6 (1,3)
-
... --
2,0 0,3
1,2 5,5
45,6
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1963; voor het jaar 1960, cf. hetzelfde Tijdschrift, X XXIXo Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1 oor de jaren 1957 tot. 1959, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voor ichting, XXXVille jaar 1961, cf. hetzelfde Tijdschrift, XLe Jaargang, Deel II, nr 4, oktober 1965; voor het jaar 1962, cf. hetzelfde Tijdschrift, XLIIe Jaargang, vol. I, nr 2, februari 1967.
20,7
2.225,3
1964: voor he
XII - lb. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1964 (miljarden franken)
Bron : Nationale Bank van België.
(Voorlopige cijfers)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Niet-financiële nationale sectoren
Financiële instellingen
Gegevens niet beschikbaar
.• . -
Nihil of beneden 17 50 miljoen
Bedrijven Para• en statal particulieren bedrijven en
Niet gedane verrichtingen
Stag
(Schatkist)
ó 2 p?, L2...., 2. ' 2'5 ,o'° o> rci oo -iiii :o Ti E .r. .7, .••••... lil g ó ,..
`4' ir: 0
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
( 5)
pende instelTingen
Rentenfonds
(7)
(8)
49,2 47,6 ... ... (0,6)
(-)
4,3 0,2 1,0 107,2 1,6 (1,2)
15,8 35,2 4,1 (3,0)
1, 3 1,0 ... 103,2 0,6 (-)
96,8
-
114,3
55,1
106,1
..1,2 0,2 2,0 2,6 ... •• • (0,1)
... 0,8 "• (-)
-6- ° (4)
(6)
(5)
-
Niet bepaalde sect. en aan passingen (12)
Totaal van de schuld "
(13) = (1) tot (12)
8,0 ... ... ... ... ...)
62,8 57,1 29,1 254,6 27,7 (198,3)
8,0
431,3
". 11,1 0,1 (0,3)
0,1 ... ... ... 0,3 ... 0,4 (0,9)
0,5 2,1 0,6 32,5 8,6 11,8 14,6 (22,7)
12,1
0,8
70,7
3,5 1,5 1,4 0,6 ...
54,1 70,4 260,7 85,1 9,2
(192,4)
Totaal ...
29,5
1,7
1,7
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 'Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
0,5
• .•
-
15,9 ...
0,5 0,2
6,3 (0,9)
•• •
Totaal ...
22,6
0,8
5,9
0,4
...
7,4
6,0
0,8
4,5
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen
4,2 ... 118,2 ...
. • . 0,5 2,4 •• . 0,7
-
0,8 0,2 1,7 ...
... ... 1,7 ... 1,6
... 16,9 9,3 19,2 6,3
45,6 36,8 38,7 58,6 ...
... 4,1 3,7 ... ...
... 4,3 33,3 3,5 ...
41,9 2,1 0,5
Totaal ...
122,4
3,7
-
2,6
3,3
51,7
179,7
7,8
41,1
44,5
15,6
7,0
479,5
-
...
-
...
14,4 ...
0,5 1,1
... 4,8 0,7 0,2
... ... 1,7 10,7 0,7 • ..
•• • ... 6,6 2,4
•• • ... 1,2 ... 55,5 0,3
... ... ... ... ... 2,3
•- • 4,8 27,0 14,5 61,1 7,1
Geld op zeer korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen
Reserves van de sociale verzekering Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen Totaal
( 6)
0,1 8,3 12,3 8,9
(3)
Inst. voor kei Spaarkassen, verzerng . ;giet-geldg op op het leven hypotheekschennende • e t te en -• en ka piaitl • op enbare arbeidssatiemaatk redietongevallen, schappijen instellingen pen pennoenfondsen (9) (10) (11)
... 0,1 1,5 (0,8)
Totaal
cie
(2)
zekering
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) . Accepten en handelspapier Verplichtingen in rek:courant of voorschotrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
... ..____ ....... 1,7 (...)
... 5,9 (14,7)
...
•• •
0,1
18,0 (0,3)
0,1
18,1
•• • ... 0,1 0,1 0,2 (5,5)
...
...
•• . 0
(1)
( 2) (3
nee vr ere ( 4)
(1)
P.
Buitenland Geldschep-
... ______ _______ (...)
...
0,3 ... 3,7 0,5 ... •• . (0,2)
... ...
•• •
0,1
...
1,6
5,7
1,2
13,1
9,0
57,0
2,3
114,5
... ... •• •
... 1,3 ...
0,1 9,0 0,3
... ... ...
... 1,6 2,7
22,3 0,3 13,2 12,4
1,3
9,3
...
4,3
48,2
... 1,5 ...
0,1 17,1 4,3
... - 0,2
129,2
2,1
6,1
2,0
22,3 ...
...
4,6
•• .
•• • ... 1,1
... •• • ...
... 0,7 3,6
0,2 ... ...
... 0,6 ...
26,9
...
1,1
...
4,3
0,3
0,6
-
...
...
•• •
...
-
0,1 12,9 4,1
... -
... 1,0 0,2
7,8
•• . ...
•• • 0,1
-
129,2 0,7
0,9
0,3
0,9 (0,2)
11,5 8,1 (0,4)
____
•••
(--)
( --)
•• • (...)
0,9
19,7
...
...
-
0,9
1,5
7,8
9,4 ...
0,1 ...
16,5
-
... 5,1 4,1 0,2 ... (0,1)
... 0,3 0,1 0,6
... 1,2 ... -
0,6 •• . 5,0 0,5
...
...
00
Sta lint
e
ata le I
Irij •t ic
.
Buiten land
.22 >
Sociale ver-
2,0
.
8,7 •• • (1,3) 155,7
...
...
•• • 1,7
6,1
0,2
0,8 ( 1 ,5)
0,2 (--)
6,9
2,1
16,0 20,2
10,0 1,3
196,8
3,0 ...
355,0
3,0
3,8
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verplichtingen in•rek.-courant of voorschotrek. Diversen
-
... -
2,8
Totaal
-
...
2,8
( 9)
Spaarkassen, hypotheeken kap ita lisatiemaatschapp ijen
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen Totaal
(1 2)
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
(s t)
( zt) 101( t)
Noot :
Totaal van de vorderingen ,
Wegens de afrondingen zijn
de
-
-
__ -
0,2 (0,2)
1,3 15,5 -
•• • •• • __ __ ... •• •
3,5 .• -
•
0,6
67,7
16,7
.••
... . • . -
•• . -
•• • ... -
•• • 7,4 0,4 •• •
-
...
...
...
7,7
0,2
-
2,3
3,7
1,0
0,1 •• • •- (0,1)
•• 3,5
•• • •• -
. . •• •
. • • ... 0,1
•• • 7,4 0,4 2,9
0,1
10,6
0,6 •• ... 0,2
0,2 •• • ...
... ... 0,3
7,0 148,1 6,4 12,0
...
-
2,8
0,2
3,1
183,6
2,0
21,3 170,2 2,7
,0
194,1
...
0,2
0,1
...
0,1
171,3
1,0
...
0,7
6,0
0,2
0,1
. ..
0,]
21,3 155,7 0,3
...
0,2
-
0,1
14,4 •• •
•• •
-
-••
-
177,3
...
0,2
...
0,1
14,4
...
...
...
•• •
...
-
0,2 ...
...
0,2 0,2
2,9
1,5
0,1
1,4 0,8 ... (..•)
... 0,3
•" . .. (...)
10,3 (1,0)
93,7
0,7
10,3
' 3,3
- 4,2
2,2
1,3
1.018,7
20,0
48,9
0,3
totalen niet noodzakelijk gelijk aan de oom van de posten.
•• •
10,9
•• • ... •• ...
• • -. •• • •• •
0,5
0,5
•• •
297,5 2,8 66,2 5,1 35,6 29,5 15,5 11,4 11,2 (10,2) 474,7
...
2,7 7,0 2,0 .•. 78,5 ... 3,5 (0,1)
•• •
•• • ... ... ... ... ...
10,9
1,9
...
0,6 5,8 (1,6)
0,3 •• • -
----
(0,7) 11,3
1,8 •• • __
0,8
...
0,3
•- •
... 0,3 ... ... •• •
... 0,1 •• • ... 0,2 0,2 •• • •• • (...)
1,4 5,5 (.-.)
0,6 9,5 (1,6)
3,1 0,7 7,0 8,7 1,1 119,9 28,0 22,2 (2,0)
•" • 3,5 2,5 (•••)
0,3 0,1 9,8 0,7 •• • (0,2)
"" (-)
••,1, ••••••
Totaal _
_ -
_____. 1,5 66,2 -
•• • 0,9 •• • 20,9 17,9 - • • (...)
3,8
6,1
11,3
0,3
13,9
39,7
0,5
7,2
190,7
...
1,1
4,2
10,9
0,7
3,3
1,0
1,2
--
21,7
18,6
37,4
153,6
491,2
11,6
196,7
177,7
195,0
0,1 (0,7)
e0••,,r
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen ,-ip spaarboekjes Termijndeposito's Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen)
3,8 148,1 1,3 11,8
0,6 ...
• • • 0 0c00, 0 • . . .
SCHU LDENPER SECTOR ENPERSOOR
T
Totaal
-
11,3 ... -
3,6 ...
273,3 5,1 35,6 29,4 11,4 0,1 (9,2)
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplichtingen tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
• • •
47,0
2.416,4
XII - 2. - BEWEGING VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1964 (miljarden franken)
Bron : Nationale Bank van België.
(Voorlopige cijfers)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT
Bedrijven Paraen statale particulieren bedrijven
Niet gedane verrichtingen
le
( 2)
)rij •tic ( 1)
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
e n Sta ha l (3 '5)
CC
ere ( 4)
sse
eis :ke
(3)
- 0,1
. . .
. . .
+ 0,3 (+ 0,5)
+ 0,1 ( ...)
. . .
Totaal ...
+ 2,9
+ 0,3
+
...
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen (Aandelen en deelnemingen)
+ 0,3
•• •
- 0,1 . . .
+ 0,2 •• .
+ 1,0 ( + 0,1)
0,1 -
...
...
. . . . . .
+ 0,7 (+ 0,3)
(5)
. . . (+ 0,4)
(6)
... . . .
. . .
+ 4,6 +13,1 (± 0,1) (± 0,1) + 4,6
pende instellingen
Rentenfonds
(7)
(81
Inst. voor Spaarkassen. verzekerin g Spaarkassen, leven hypotheek. op het 'even scheppende en tegen en kapitalio P enbare arbeids. satiemaatkredietschappi ,en ongevallen, instellingen ' pensioenfon sen (9) (10 ) (111
(-)
+ 1,2 + 0,1 . . . +13,1 - 1,1 (+ 0,1)
-
+13,3
Buitenland Geldschep -
+13,1
+ 4,1 + 5,4 . . . . . . (...) + 9,5
+ 1,4 - 1,4 ... ...
-
. . . 2,7 0,4 0,7 0,2
- 1,3 - 0,5 + 0,1 - 1,7 . . .
+ 7,1 - 3,2 + 10,9 + 2,3 - 0,6
- 1,9
+ 3,2
- 4,1
- 3,4
+ 16,5
- 0,8 - 1,0 + 2,8 - 0,4
+ 0,6 + 0,9 + 0,7 - 0,7
Totaal ...
+13,0
- 0,3
-
- 0,3
+ 1,3
+ 0,6
+ 8,4
-
. . .
. . .
. . .
Reserves van de sociale verzekering Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen
Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) . Accepten en handelspapier Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
. . . . . .
. . . ...
... + 1,1
. + + +
- 0,8
. . .
...
•. . ... - 1,4
• ..
- 1,4
- 0,8
- 0,9
+ 0,2
+ 6,3 . . . . . . - 0,6
. • . . . . . . .
+ 5,7
. . .
-
. . .
-
. . . •• •
... . . .
-
+ 2,2
. . . ... + 0,6 ... + 0,7
+ 0,1
+ 62,0
+ 0,1 . . . . . . . . . + 0,2 . . . - 0,3 (...)
. . . . . . + 2,9 + 0,1 + 0,1
- 0,4 + 0,1 . . . . . .
Totaal ...
+ 2,3
- 0,3
-
... . . .
+10,8
. . .
0,1 4,1 1,1 0,2)
. . . - 1,1 - 1,9 + 1,1 . . .
. . . - 0,2 . . . . • • - 0,1
- 0,1 . • . + 0,2 ...
+ 5,3
+ + + (+
- 0,2
4- 1,8 . . . 4-11,2 . . .
- 1,0 . . .
. . . (. - -)
+ 7,1 + 6,1 + 1,6 •-i- 29,1 + 18,0 (± 9,5)
- 0,2
- 0,1 + 1,4
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Diversen
•• •
+ 2,3 . . . . . .
+ 0,6
...
... + 0,2
+ 0,2
-
- 0,4 + 0,1 . . . +11,1 ... (-)
(13)
( ..)
- 0,6
...
(1) to t (12)
. • . - 0,1 - 0,2 . . . •• • (...)
+ 0,1
( ...)
(12)
•• . - 0,1 . . . + 0,2 ... + 2,1 . . . (+ 0,1)
...
. . .
Totaal van de .-„,--
Niet bepaalde sent. en aanpassingen
. . . - 0,3 - 0,2 ... ... . . . •• • (-) (+ 0,1)
+ 1,3
Geld op zeer korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. . Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger . Andere leningen op halflange en lange termijn . Diversen
+ 0,7
Sociale verzekering
•
-
. . .
Totaal
Bu itenland
(2)
+ 0,6 + 1,5 + 0,8 . . . (+ 8,4)
Totaal .
EG'1
Staat (Schatkist)
(o. m, lagere ove rhe id)
_
Nihil of beneden A 50 miljoen
Overhe idssector n iet elde rs
...
Financiële instellingen
Gegevens niet beschikbaar
7- vermeld
...... .
Niet-financiële nationale sectoren
...
.. .
0,1 0,2 0,1 ... + 1,6 + 1,9 + 1,3 (+ 1,0) 4-
4,4
. . 0,5 0,2 0,2
. . • + 0,2 ... -
. . . . . • + 0,1 + 2,6 + 0,1 . . .
. . . . . . - 0,2 - 0,5 • .. . . .
. . . + 0,2 . . . + 6,0 - 0,3
. . . . . . . . . . . . . . . - 0,7
+ + + -
.. . 0,5 0,7 3,3 6,4 1,6
+ 5,9
- 0,7
+
7,9
+
6,3 ...
+ 1,1
+ 0,9
+ 0,2
+ 2,7
- 0,7
. . .
. . . + 0,2 + 1,0
. . . ... . . .
. . . - 0,5 . . .
-. . . ... . • .
. . . - 0,1 . . .
. . . + 1,6 + 0,1
. . . . . . ...
. . . + 0,2 + 0,3
+ -
. ..
+ 1,2
...
- 0,51
•..
-- 0,1
+ 1,8
...
+ 0,5
+
7,3
-
+ 0,1 + 2,8 - 0,4
. . . -
. . . + 0,2
. . .
...
. . . - 0,1 . . .
+ + -
0,1 2,9
+17,1 ...
. . -
+ 1,7
...
. . .
_________
...
-
-
-
+ 5,4 (+ 1,4)
+ 0,1 (• • •)
... + 0,1 (• • •)
-
+ 5,4
+ 0,1
...
...
...
. . . . . .
- 0,1
...
- 0,1 - 1,7 •• • (•••)
- 1,9
-
-
-
...
-
...
(-)
(± 0,2)
(-)
(• • -)
(••-)
- 0,1 (-)
-
+21,3
...
+ 0,2
+ 0,3
...
-
+ 0,3
1,5 0,5
0,4
+ 17,1 - 0,2
-F ( 4-
... 5,8
1,6) + 25,3
Geldschepp e nde instell ingen
( 7)
1
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplichtingen tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
( 8)
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek. Diversen
Sp aarkassen, hypotheeke n kap ital isatiemaatschappi jen ( 9) Niet-geldscheppen de openbare kre d ie tins tellingen ( 1 2) (11)
Ins tell ingen voor ve rzeker. op het leve n en tegen arbe idsong., pensioen fon dsen ( 1 0)
F inanciële instellingen
Totaal Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen Totaal
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verplichtingen in rek.-courant of voorschotrek Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
N iet bepaalde sectoren en aanpassingen
SCHU LDEN PER S ECTOREN P ER SOORT
Rentenfon ds
Totaal
— (si)
( I r ) 401 ( 1 1
Totaal van de vorderingen
+19,4 - 4,0 + 6,3 + 3,7 - 0,1
+ 0,2 ... . -
-
(+ 1,5) +25,4
- 0,3 ...
- 1,1 ... -
-
+ 0,1
- 0,2
- 1,1
... -
• •
... ... -
-
...
...
... + 0,2
- 0,1 + 9,7 + 0,4 + 0,7
- 0,1 + 3,7 -
... (• •) + 0,3
+ 3,6
...
+ 1,3
... -
.- 0,4 ... -
- 0,2 + 0,8 - 0,2 ...
-
- 0,2 -
- 0,4
+ 0,4
-
+ 1,5
+ 0,3 ... -
•• -
...
... - 0,1 ... •• • •• • . .. . + 1,3
+ 19,6 + 0,8 + 11,2 - 4,0 + 6,3 + 3,7 + 3,8 - 0,1 + 1,3 (+ 1,6)
...
+ 1,2
+ 42,7
.. . - 0,1 -
...
... -
•• •
... ... .••
- 0,2
...
...
-
... ... ...
... •. • ... + 0,2
- 0,1 ... ...
...
-
-
+ 0,5
• ..
+ 0,2
..•
...
- 0,1
+ 0,7
+ 1,8
+ 0,2
...
...
-
+ 2,0* ...
...
...
-
...
...
- 0,2 ... (-)
... ... ... + 0,5 + 0,1 - 0,3 - 0,3 ... (•••)
- 0,2
+ 0,1
+ 4,2
+ 1,5
- 0,8
- 0,6
+16,6
+13,4
+14,1
...
• + 0,2
-
+12,9
...
+ 0,2
...
+ 0,2 + 0,6 - 0,3 ... + 5,4 ... + 0,5 (•••)
... ... ... (•••)
+ 6,3
+ 0,1
- 0,1
+ 0,1
- 0,1
+83,9
+ 0,9
- 1,6
-
- 0,2 - 0,1
+ 0,1
...
- 0,2
+ 0,1
+ 1,5 + 0,1 - 0,4 + 0,2 ... (+0,1)
... (•••)
... ... ... (•••)
+ 0,5 + 0,1 ... (•••)
... + 2,2 ... (•••)
...
- 0,4
+ 2,1
+ 2,0
- 0,8
- 1,6
+ 0,2
+ 9,8 +29,5
+44,4
...
- 1,1
...
- 0,2
+ -
0,9 0,8 0,2 •• •
...
-
0,3
...
+ + + +
9,7 0,4 0,9
... •• •
- 0,1
+ 2,8 +10,0 ...
...
...
-
+12,5
+ 0,3
+12,0
+ 1,5 - 0,3 -
- 0,4
-
...
... ... ... ...
( + 0,1)
(. .)
-
+ 1,3 (-1-- 0,3)
- 0,4 ..--___ + 1,3 ... +11,2 -
••• - 0,3
- 0,4
+ (+
1,5
.•. 1,5 0,3)
--0,7
+ 14,1
-
+ 0,5
+ 2,8 + 12,0 + 0,7.
...
+ 0,5
+ 15,5
...
...
... + 0,2
... + 0,5 ... + 1,8 + 1,8 ... (•••)
... - 0,1 ... ... ... (•••)
... ... ... + 0,2 ... (•••)
+ + + + +
+ 0,2 ...
- 0,1
+ 0,4 -
- 1,8
± + (+
0,2 0,2 0,6 2,3 0,1 6,8 t,2 0,5 0,1)
+ 14,5 -
2,1
+207,8
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. Voor de jar n 1958, 1959 en 1960, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, SXX \1IIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1963 voor het 'aar 1961, of. hetzelfde Tijdschrift, XXXIXe Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1964; het aar 1962, cf. hetzelfde Tijdschrift,XLe Jaargang, Deel II, nr 4. oktober 1965; voor het jaar 1963, zie zelfde Tijdschrift, XLIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1967. • In de betalingsbalans is deze beweging niet opgenomen in de kapitaalaverrichtingen.
v00r
XII - 3a. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1963 Totalen per sector (miljarden franken)
Bron : Nationale Bank van België.
Gegevens niet beschikbaar ... -
Bedrijven en particulieren
Nihil of beneden F 50 miljoen
Parastatale bedrijven
Staat (Schatkist)
Niet gedane verrichtingen
(1)
(2)
Overheidesector niet elders vermeld
1. Bedrijven en particulieren
26,6
1,4
1,6
0,1
2. Parastatale bedrijven
21,3
0,5
5,1
0,4
109,4
3,9
17,4
5,9
3. Staat (Schatkist) 4. Overheidssector meld
niet
elders
6. Niet-financiële samen
21,2
-
8. Geldscheppende instellingen 9. Rentenfonds
...
Buitenland
(6) -= (1) tot (5)
13,5
(8)
(7)
(10)
Financiële instellingen samen
(12)
(13) = (8) tot (12)
(11)
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
(14)
Totaal van de schulden
( 1 5) = (0) + (7) -I- (13) + (14)
49,8
95,3
334,1
6,3
383,6
0,9
4,8
9,7
9,9
30,7
0,8
66,2
170,6
7,8
43,0
41,4
19,6
282,4
8,4
463,2
0,5
4,8
1,0
10,4
9,7
:51,0
76,9
3,0
106,5
26,8
0,2
1,1
1,4
7,5
10,0
3,8
40,9
241,9
62,1
268,7
9,7
161,8
118,1
175,8
734,1
22,3
1.060,4
-
134,4
0,9
1,3
6,6
2,1
145,3
1,6
176,8
. . .
2,3
1,6
0,3
17,3
9,6
432,0
...
86,8
27,3
7,3
5,4
118,4
54,1
26,2 3,1 18,7
2,1
(9)
Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
102,2
43,2
. . .
3,0
2,8
0,1 . . .
2,5
' 195,9
11,7
12,0
7,6
0,9
21,3
329,5
2,8
4,0
...
-
9,
159,4
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongeval............... len, pensioenfondsen
164,5
12. Niet-geldscheppende openbare kre....... ... ...... ...... dietinstellingen
87,4
0,6
10,3
...
740,8
4,4
17,2
4,2
2,1
...
940,0
19,2
50,6
47,0
- 412,6
13. Financiële instellingen samen
14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen 15. Totaal van de vorderingen vorderingen
-
1,0
...
3,6
...
... 12,5
29,8
1,0 ...
8
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapi.. ....... talisatiemaatschappijen
de
(5)
nationale sectoren samen
Geldscheppende instellingen
. . .
. . .
sectoren
7. Buitenland
16. Saldo van schulden
Sociale verzekering
Instellingen voor ; Spaarkassen, hypotheek- ovper e ti'elr;,,,11 Rentenfonds en kapitalien tegen arbeidssatiemaatongevallen, schappijen Pensioenfondsen
ver-
5. Sociale verzekering nationale
Nietf Niet
(4)
(3)
(Voorlopige cijfers)
0,1
. . .
349,8
55,2
13,1
2,8
. 0,4
7,4
-
0,4
0,1
. . .
0,1
...
4,3
164,8
0,1
164,6
12,5
3,7
1,7
103,7
3,4
12,1
0,5
13,8
35,5
0,5
16,2
7,1
785,7
71,5
32,7
0,5
16,4
37,7
0,2
4, 2
10,6
0,6
1,8
1.057,2
137,7
446,3
11,8
181,4
39,1
14,3
...
1,9 19,8
27,6
-
...
0,6
7,6
0,3
10,9
1,1
3,7
169,6
1,5
178,6
62,4
6,8
176,3
1,1
88,4
21,6
967,4
1,8
1,8
16,6
-
164,3
180,9
984,7
. . .
. . .
20,7
45,6
2.225,3
24,9
-
en -i- 556,4
-
-
86,7
-
13,3
-
3,2
-
-1-
0,9
+
11,8
-
14,3
-1-
4,6
+
17,3
+
XII • 3b. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1964 Totalen per sector (miljarden franken) __
•
_ ..... ...,_ ...
• ... -
...
Gegevens niet beschikbaar
Bedrijven en particulieren
Nihil of beneden F 50 miljoen
Parastatale bedrijven
Staat (Schatkist)
Niet gedane verrichtingen
(1)
°verheidesector niet elders vermeld
1,7
1,7
0,1
2. Parastatale bedrijven
22,6
0,8
5,9
0,4
122,4
3,7
16,5
6,1
niet
elders
26,9
nationale
. . .
2,0
8. Geldscheppende instellingen
217,9
12,3
10,7
7,8
- 0,9
19,7
355,0
3,0
3,8
...
9. Rentenfonds
. . .
96,8
-
114,3
55,1
106,1
372,3
8,0
431,3
171,3
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
177,3
12. Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
93,7
0,7
10,3
797,3
4,7
17,1
4,2
2,2
1,3
1.018,7
20,0
48,9
50,7
- 430,6
13. Financiële instellingen samen 14. Niet bepaalde sectoren en aanpas. singen 15. Totaal van de vorderingen vorderingen
1,0
6,0
0,8
4,5
9,4
12,1
32,8
0,8
70,7
132,0
51,7
179,7
7,8
41,1
44,5
15,6
288,7
7,0
479,5
24,7
1,6
5,7
1,2
13,1
9,0
57,0
86,0
2,3
114,5
4,3
32,3
0,3
0,6
1,3
9,3
11,2
4,3
48,2
25,7
269,8
61,0
288,8
9,8
174,3
127,3
190,8
791,0
22,4
1.144,2
-
155,7
0,9
1,5
6,9
2,1
167,1
1,3
196,8
3,5
1,9
0,3
92,4
10,9
474,7
7,7
0,1
10,6
1,2
3,1
183,6
2, 0
194,1
28,4 373,7
67,7
2,8
16,7
. . .
7,7
-
0,1
...
0,2
0,8
0,2
0,1
177,6
14,4
3,3
3,8
111,8
6,1
11,3
0,3
13,9
39,7
0,5
65,7
7,2
190,7
15,3
10,5
844,9
88,4
35,8
0,3
17,5
42,4
1,0
97,0
23,3
1.053,7
.
1,1
0,4
4,2
10,9
0,7
3,3
1,0
1,2
17,1
-
18,6
37,4
1.143,6
153,6
491,2
11,6
196,7
177,7
195,0
1.072,2
...
-
0,1
179,0
0,2
-
...
.. .
. . .
6,0
0,7
. . .
en + 587,4
(14)
7,4
. . .
. . .
(12)
(11)
29,7
0,6
11,3
2,8
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen
de
51,1
...
. . .
(15) __. (6) + ( 7 ) -I- (13) -I(14)
(10)
3,3
3,2
(13) = (8) tot (12)
Totaal van de schulden
(9)
...
...
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
(8)
0,1
1,1
. ... Financiele instellingen samen
(7)
18,1
2,6
Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
(6) = (1) tot (5)
sectoren
7. Buitenland
16. Saldo van schulden
Buitenland
Geldscheppende instellingen
Instellingen ri Spaarkassen, er vreng v les' leven en hypotheek- op en tegen Rentenfonds en kapitaliaresbid satiemaatongevallen , scheppijen pensioenfondsen
ver-
5. Sociale verzekering 6. Niet-financiële samen
Nietfinanciële nationale ti sec toren samen
(5)
29,5
3. Staat (Schatkist)
Sociale verzekering
(4)
(3)
(2)
1. Bedrijven en particulieren
4. Overheidssector meld
(Voorlopige cijfers)
_.....„._.
95,9
-
10,8
-
0,6
-
43,2
+
16,5
-1-
1,0
. . .
. ..
+
13,1
-
16,4
+
4,3
+
18,5
+
21,7
47,0
2.416,4
25,3
-
XII - 4. - BEWEGING YAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1964 Totalen per sector (miljarden franken)
Bron : Nationale Bank van België.
Gegevens niet beschikbaar
...
-
Bedrijven en particulieren
Nihil of beneden F 50 miljoen
bedrijven
Staat (Schatkist)
Niet gedane verrichtingen
(1)
(2)
(3)
1. Bedrijven en particulieren
+
2,9
+
0,3
+
0,1
2. Parastatale bedrijven
+
1,3
+
0,2
+
0,7
3. Staat (Schatkist)
+ 13,0
-
0,3
-
0,9
+
0,2
+
5,7
4. Overheidssector meld
niet
elders
nationale
-
...
+
0,4
7. Buitenland
+
5,4
+
0,1
8. Geldscheppende instellingen
+ 25,4
+
0,1
9. Rentenfonds
...
-
0,8
...
-
1,4
...
-
1,4
-
. ..
4,6 ...
+
1,3 ...
(6) = (1) tot (5)
Rentenfonds
(8)
(7)
+
7,9
+ 13,1
+
9,5
+
2,2
. . .
+
0,6
-
voor ov verzekering pe leven en tegen arbeidsongellen, va ensioen-
scheppende openbare krediet. instellingen ngen
Financiële instellingen samen
bepaalde sectoren en aanpassingen
(13) -= tot (12)
van de schulden ( 15) = (6) -b (7) + (13) -I(14)
(9)
(10)
-
+ 13,3
+
5,3
+ 10,8
+ 38,9
-
0,2
-
0,3
+
2,2
+
2,1
-
1,9
+
3,2
-
4,1
+
:5,6
- - 3,4
+ 16,5
+
2,7
-
0,7
+
5,9
+
9,0
-
0,7
+
7,9
+
1,2
+
0,5
+
7,3
0,2
(11)
(12)
(14)
(8)
+
2,3
+ 62,0 +
4,4
+ 13,7
+
0,6
+
8,4
-
1,5
+
1,1
+
0,9
5,5
-
0,5
...
-
0,1
+
1,8
... ,
+ 14,8
+ 18,9
...
+ 13,8
+
9,3
+ 14,8
+ 56,8
-
1,3
+ 98,1
-
+ 21,3
...
+
0,2
+
0,3
...
+ 21,8
-
1,9
+ 25,3
+
1,3
+
0,3
+
5,2
+
1,2
+ 42,7
-
0,2
+
0,2
+
0,1
-
0,7
+ 14,1
+
0,5
+ 15,5
+
1,2
+
-
0,2
-
.. .
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen ... .......
+ 12,0
...
-
0,1
ll. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
+ 12,9
...
+
0,2
12. Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
+
6,3
+
0,1
13. Financiële instellingen samen
+ 56,6
+
0,2
-
0,1
14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
-
0,1
+
0,1
-
0,1
L5. Totaal van de vorderingen
+ 83,9
+
0,9
-
1,6
-
+ 21,9
-
3,5
- 18,1
-
vorderingen
0,3
+
7,1
+ 27,8
.. .
-
de
(5)
+
0,3
Buitenland
Geldscheppende instellingen
samen
(4)
-
Instellingen Spaarkassen hypotheeken kapitali• satiemaatschappijen
...
...
+
0,2
sectoren + 22,0
L6. Saldo van schulden
Sociale verzekering
Nietfinanciële nationale
ver-
5. Sociale verzekering 6. Niet-financiële samen
Overheidesector niet elders vermeld
(Voorlopige cijfers)
1,1
+ -
0,4
+ 23,8
+ 12,5
+
3,6
...
-
0,4
+
0,4
+ 14,4
+
0,2
...
+ 13,1
+
2,0
. . .
4-
2,0
...
. . .
+
0,7
+
...
1,8
...
5,5
...
. . .
-
0,1
...
-
0,4
+
2,1
+
-
0,8
+
3,5
+ 59,4
+ 16,3
+
4,0
-
0,8
-
-
+
0,2
1,1
+
9,8
+ 91,9
+ 29,5
+ 44,4
-
0,2
+ 16,6
+ 13,4
+ 14,1
+ 88,2
-
1,8
+207,8
9,0
+
2,5
-
+
+
+
0,1
+
-
-
+
+
0,3
-
...
8,1
0,9
1,6
-
0,2
+
0,1
+
4,2
-
0,2
+
1,2
+
4,7
-
+
1,5
-
0,8
-
...
...
+
4,1
+
0,4
+ 14,5
0,1
+
9,4
+
1,4
+ 86,5
0,6
-
0,1
-
-
2,1
en 6,2
4,2
1,7
2,5
2,1
0,4
1,7
XIII. - GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN 1. - GEZAMENLIJKE BALANSEN VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken)
In handen van de Schatkist
Totaal van de geldhoeveelheid en van de quasimonetaire liquiditeiten (5) = (1) tot (4)
Quasi-monetaire liquiditeiten
Einde
Geldhoeveelheld
periode
(1)
In handen van de bedrijven en particulieren Deposito's in Belgische franken 1
Deposito's • in buitenin landact geldsoorten
(2)
(3)
(4)
Vorderingen op de overheid Goudvoorraad en nettodeviezenpositie
(6)
Discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren
Vorderingen op en schulden tegenover niet geldscheppende financiële instellingen
pro
Vorderingen op de Staat
Vorderingen op deandere openbare besturen 2
Gefinancierd door de geldscheppende instel1 i n g en
memorie : gefinen " cierd door en buiten de geldrnesliteffi ne ngde en
tegenover het r Rentenfonds
tegenover andere instellingen
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
Op en Op en
Obligatieleningen van de
Diversen
(13)
(141
1961 Juni September December
226,8 228,6 237,4
38,0 41,1 43,6
7,9 8,4 8,0
0,1 ... ...
272,8 4 278,1 4 289,0
68,2 70,9 77,8
149,3 154,3 147,4
4,7 4,2 6,1
54,1 54,6 61,2
67,3 69,7 75,2
4,1 3,4 5,2
6,1 6,3 6,8
- 8,2 - 8,4 - 8,6
- 5,5 - 7,2 - 6,9
1962 Maart Juni September December
236,3 245,0 246,7 254,5
47,5 47,9 50,4 48,5
8,2 7,9 8,0 7,4
0,1 ... ... ...
292,1 300,8 305,1 310,4
84,6 82,4 80,9 80,5
147,3 151,9 154,8 149,0
5,6 5,5 6,6 7,7
61,7 63,5 66,8 72,9
73,9 77,8
3,2 4,4 5,8
7,0 8,9 9,0
7,0
10,1
- 9,1 - 9,8 -10,4 -11,1
- 8,2 - 6,0 - 8,4 - 5,7
262,6 273,2
50,7 51,3
7,4 8,2
0,1 0,1
320,8 332,8
83,8 84,4
159,8 164,5
6,0 6,4
74,5 78,7
88,6
92,5
7,2 7,5
10,3 10,2
-11,1 -11,2
- 9,7 - 7,7
270,9 266,8 277,8 273,3 285;6 283,8 297,4 292,9 309,5 306,4 318,6 314,6 329,3 322,4 339,7 326,5 347,6 343,5
51,3 53,1 55,1 58,3 58,3 64,1 65,1 70,6 71,1 74,8 77,4 82,4 81,1 86,4 89,0 97,6 98,9 105,7
8,2 8,4 9,1 10,1 8,1 5,0 5,2 4,5 5,1 3,9 4,4 4,2 4,9 5,1 5,7 6,0 7,5 6,9
0,1 ...
330,5 328,3 342,0 341,7 352,0 352,9 367,7 368,0 385,7 385,1 400,4 401,2 415,3 413,9 434,4 430,1 454,0 456,1
83,2 80,7 79,2 78,3 79,4 81,0 88,0 87,0 92,4 90,4 94,8 93,7 93,4 89,5 89,2 90,8 93,0 v 91,2
167,0 165,8 170,6 174,0 177,8 175,9 179,7 178,7 185,5 189,0 191,9 191,3 197,4 195,6 203,9 200,5 207,9 v 214,9
5,0 5,1 5,8 4,8 5,2 5,0 6,3 7,3 7,6 7,0 8,6 8,3 9,5 10,5 12,0 8,5 11,1 v 11,5
76,9 79,9 88,8 88,4 92,2 94,3 98,2 98,5 102,4 106,9 112,5 114,0 119,0 125,2 134,9 136,4 140,5 145,5
86,8
• r-
- 7,9 - 9,4 - 9,9 -10,2 -10,2 -11,0 -12,0 -11,9 -10,1 -12,9 -13,3 -14,2 -14,7 -15,5 -13,9 -14,0 -12,2 v-16,4
1963 Maart Juni 5
(r) 5
•
■
nco
-
CC 0 CDCO
149,3 155,8 158,7
00 ∎ 0 J1
135,5 144,5
-
1 Deze deposito's omvatten de termijndeposito's en de op boekjes ingeschreven deposito's. Incl. de vorderingen op de pensioenfondsen. 3 Deze rubriek omvat voornamelijk het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van het Muntfon verschillen tussen de vastleggingen en participaties eensdeels en de eigen middelen anderdeels. Zij omvat, daaren 4 In beginsel zouden de deposito's van de Kongolese ingezetenen in de Belgische banken niet moeten opgenomen moeilijkheden. Zo waren tot einde juli 19t30 de deposito's bij de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen een bedrag van F 0,2 miljard in augustus en F 0,7 in september, doch deze bedragen werden er nadien lende bedragen van F 0,2 miljard in januari-februari 1961, F 0,1 miljard in september 1961 en F 0,2 miljard in s Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 van lingen van de statistieken n van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, X. B. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XLIIe jaargang, deel II, zie tabel 4, hoofdstuk XIII - Voor de indeling van de ■ Geldhoeveelheid - Voor de indeling van de ■ Goudvoorraad en nettodeviezenpositie ■ , zie tabel 5. hoofdstuk XIII.
126,8 130,8
C•1 00
...
108,8 113,4 116,5 124,5
. •.
...
108,5 C--
...
105,4
-
... ... ...
101,3 104,3
00
...
89,7 97,5 0 C, COCO CO1-1 01
...
∎n
Nieuwe reeks
Juni September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni September
78,6 86,7
3
de poaitobanken
10,0
-11,2
10,6 11,5 10,6
-11,3 -11,4 -11,2
10,0
-11,3
11,2
-11,3 -11,4 -11,3 -11,3 -11,3 -11,4 -11,5 -11,5 -11,7 -12,0 -12,4 -12,6 -13,1
11,1
12,9 12,1 11,8 12,6 12,4 13,4 15,2 15,7 15,3 17,7
v 18,7
2
ds, van de niet elders ingedeelde vorderingen of de schulden tegenover ingezetenen, de salderingsrekeningen, de boven, tot 30 juni 1963 (oude reeks) het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van de N.K.B.K. worden in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten. De toepassing van dit beginsel stuit op statistische niet-bankiers in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten begrepen; zij werden eruit verwijderd voor gedeeltelijk weder in opgenomen en wel ten belope van F 0,3 miljard in november-december 1960, en van aanvuloktober 1961. het artikel « Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende insteldeel I, nr 1, januari 1967. nr 3, september 1967, blz. 243.
XIII • 2. - DE BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, DE GELDSCHEPPENDE OPENBARE IN STELLINGEN EN DE DEPOSITOBANKEN a) • Nationale Bank van België - Activa - Driemaandelijkse cijfers
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. - Deelneming - Leningen 1 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 2 6. Andere : a) in deviezen 3 b) in Belgische franken 3 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar o) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier e) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 1. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere
31-12-62
31-3-63
30-6-63
30-9-63
31.12-63
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
68,3 6,7 0,1 3,8 0,3
68,6 6,7 _. 0,1 3,0 0,2
68,6 6,5 0,1 3,1 0,2
68,4 7,0 0,1 3,8 0,1
68,6 7,1 0,1 4,1 0,1
68,8 8,2 0,1 3,0 0,1
69,6 8,2 0,1 4,7 0,1
69,7 8,2 _. 0,1 4,4 0,1
72,5 8,7 1,5 0,1 4,3 0,1
74,2 9,0 1,5 0,1 1,8 ...
12,8 .. 92,0
17,8 96,4
19,5 19,6 21,5 20,9 19,8 22,0 27,0 25,9 21,9 23,2 21,9 20,0 19,7 20,0 21,4 21,3 29,9 34,9 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1, 5 1,7 . . . 0,1 99,5 100,5 103,0 102,6 104,0 106,0 115,7 114,0 121,2 120,8 123,7 120,6 123,8 122,6 125,4 124,8 129,9 130,7
0,3
0,4
0,3
1,3
0,1 0,3
0,1 0,2
1,5
0,3
5,2
8,8
9,9
8,2
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
.
.
0,4
0,2
0,3
0,3
0,3
0,4
0,6
-
-
-
...
...
...
0,2
...
9,3
9,6
9,8
10,0
9,8
2,3 34,0
:2,3 34,0
2,4 34,0
2,4 34,0
-
30-9-65
78,1 4 77,7 10,0 12,2 3,4 3,4 0,1 0,1 6,2 2,7 ... ...
0,5
31-12-65 31-3-66
77,9 12,2 3,4 0,1 6,7 ...
77,8 12,9 3,4 0,1 4,9 ...
30-6-66
30-9-66
77,8 14,0 3,4 0,1 7,3 ...
76,3 15,2 3,4 0,1 6,1 ...
0,4
0,4
31-12-66 31-3-67
76,2 15,2 3,4 0,1 7,6 ..
0,5
0,4
0,6
0,3
-
-
...
...
...
0,2 0,5
9,9
10,0
9,9
9,0
10,0
9,3
10,0
9,6
2,4 34,0
2,5 34,0
2,4 34,0
2,5 34,0
2,5 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,6 34,0
2,7 34,0
-
-
-
-
-
-
-
76,2 15,2 3,4 0,1 6,9 . . .
0,4
30-6-67
76,0 15,2 1,9 0,1 6,8 ...
30-9-67
75,7 15,3 1,9 0,1 2,7 . . .
0,2
0,5
...
. . . . . .
9,9
10,0
8,8
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
0,6 0,5
-
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,4 -
0,3 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,5 -
0,5 -
0,5 -
2,7 3,6 . .
0,1 2,4
... 2,5
0,4 1,5 0,1
1,7 3,5
... 3,0
0,9 3,3
0,6 2,8
0,1 2,6 . . .
... 2,4 ...
0,2 2,1 .. .
... 2,1 ...
2,7 2,9 . ..
0,2 2,4
' 1, 7 2,8 . ..
. 1,7 3,1 . ..
4,0 3,9 ..
0,8 2,3 . .
0,2 2,4 . ..
... 2,4
... -
... -
... -
... -
. . . -
... -
... -
-
...
...
0,8
0,1 -
0,6
1,0
. . .
0,6
0,6
1,1
2,5
1,5
0,4
...
0,6
0,3
. . .
0,2
0,8
. . .
...
1,8
...
2,0
0,5
0,3
...
0,2
-
-
... -
-
.. -
. .. -
. . . -
-
.. . -
... -
. . . -
... -
-
.. . -
-
28,2
33,4
34,4
36,4
35,4
36,6
38,7
40,2
38,3
39,8
37,0
36,2
36,2
34,7
19,9 TOTAAL DER ACTIVA
.
30-6-65
(miljarden franken)
162,7
174,5 182,4 184,3
192,3 188,6 194,1
198,4 206,1
204,1 211,0 207,5
2,9
0,7
0,3
-.
0,8
211,8 208,8 212,7
-
1,4
2,0
.. . -
-
-
... -
... -
35,6
38,4
36,8
53,6
54,3
213,0 219,0 212,2 235,0 235,9
1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van 4-1-1968 - overeenkomst d.d. 1-2-1963). Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereff ning van de E.B.U. Voor de data vóór 80 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 6a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 6b) in Belgische franken • niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 4 Met inbegrip van fr. 1 miljard goud in rekening bij een buitenlandse correspondent. 2
3
a) • Nationale Bank van België - Passiva - Driemaandelijkse cijfers 30-9-63
31.12-63
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
30-6-65
30-9-65
(miljarden franken)
31-12-65
31-3-66
30-6-66
30-9.66
31-12-66 31-3-67
30-6.67
31-12-621 31-3-63
30-6-63
0,2 -
0,2 _.
0,2 _.
0,2 _.
0,2 ._
0,2 ._
0,2 _.
0,2 ._
0,2 -
0,2 ._
0,2 -
0,2 ._
0,2 -
0,2 .._
0,2 -
0,2 -
... 0,8 ._ 1,0
... 0,8 1,0
... 0,6 _. 0,8
... 0,8 _. 1,0
. . . 0,6 0,8
... 0,6 ._ 0,8
... 0,6 _. 0,8
. . . 0,6 ._ 0,8
. . . 0,7 ._ 0,9
... 0,5 ._ 0,7
... . .. 0,7 0,7 0,6 0,9 0,9 0,8
... 0,7 0,9
. . . 0,6 0 8
. . . 0,6 0,8
... . . . 0,7 0,6 0,8 0,9
2,6
2,5
2,5
2,6
2,8
3,2
3,0
2,9
3,0
3,1
3,5
3,6
3,8
3,3
-
-
•• •
-
0,1
0,1
30-9-67
A. Verplichtingen aan het buitenland :
1. 1.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken , 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
0,2 _.
,
0,2 0,2 . . . 0,4
0,2
0,6
... 0,5 0,7
3,8
3,6
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : - monetaire reserve - andere
1,6
2,2
•• •
•• •
1,4 2,3
•• • 0,1
•• •
•• •
•• •
3,3
3,3
3,5
. . .
. . .
-
-
. . .
-
...
...
-
1,7
0,1
0,1
1,3
2,1
0,2 0,1
170,0 171,8 166,5
176,0 172,4
1,2 0,7
1,3 2,1
1,4 0,1
0,1
1,4
152,1 157,3
155,1
162,5
162,7
166,8
1,2 0,1
3,5
-
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
135,9
138,0 143,8
144,2 147,7
145,4 150,9
163,4 171,0
0,4 -
0,6 -
0,5 -
0,3 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,3 -
0,3 -
0,5 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
••• -
-
-
. . . -
-
. . . -
. . . -
. .. -
. . -
. . . -
••• -
. . . -
. . . -
•• • -
•. . -
•• • -
. • . -
. . . -
. . . -
. . -
-
••• -
-
0,3 -
-
0,7 -
0,1 -
. . . -
-
-
•• • -
-
-
-
36,1
38,2
37,3
38,9
40,9
42,4
41,0
42,6
39,4
38,7
38,8
36, 7
38,5
41, 0
39,0
54,2
58,7
204,1 211,0
207,5
0,5 -
0,3 -
0,3 .-
0,3 -
0,5 -
0,5 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
. . . -
••• -
. -
21,1
30,5
34,9
162,7
174,5
182,4
0,4 ' -
184,3 192,3 188,6 194,1
198,4 206,1
211,8 208,8 212,7
1 lnci. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen ,dan het 1.11F. en de 1:.B.C. 2 Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 3 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve die van het Rentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.
213,0 219,0 212,2
235,0 235,9
a) • Nationale Bank van België - Activa - Maandelijkse cijfers (miljarden franken
A. Vorderingen op liet buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. -- Deelneming -- Leningen 1 3. Obitigaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 2 6. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenL B. Vorderingen op de binnenl. geldschep. sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken
30-4-66
31-5-66
77,8 13,8 3,4 0,1 6,8
77,8 14,0 3,4 0,1 7,4
...
...
19,9 1,6
19,7 1,6
--
--
123,4 124,0
0,5
30-6-66
31-7-66
31-8-66
30-9-66
77,8 76,6 14,0 15,1 3,4 3,4 0,1 0,1 7,3 7,9
76,4 15,2 3,4 0,1 6,1
76,3 15,2 3,4 0,1 6,1
...
.. .
19,7 21,6 1,5 1,5 --
--
...
21,4 1,5 •--
123,8126,2 124,1
...
20,0 1,5 --
31-10-66 30-11-66 31-12-6C
76,2 15,2 3,4 0,1 5,9
76,2 15,2 3,4 0,1 6,1
...
21,8 1,5 --
76,2 15,2 3,4 0,1 7,6 ...
21,6 1,5 --
122,6
124,1
124,1
31-1-67
28-2-67
31-3-67
30-4-67
31-5-67
30-6-67
31-7-67
31-8-67
30-9-67
76,2 15,2 3,4 0,1 6,3
76,1 15,2 3,4 0,1 5,0
76,2 15,2 3,4 0,1 6,9
76,2 15,3 3,4 0,1 6,9
76,2 15,3 1,9 0,1 6,2
76,0 15,2 1,9 0,1 6,8
75,9 15,2 1,9 0,1 6,9
75,8 15,1 1,9 0,1 3,3
75,7 15,3 1,9 0,1 • 2,7
•••
•••
21,4, 1,5
22,3 1,5
20,8 1,5
--
--
--
125,4 125,0 122,1
•••
•••
•••
21,3 1,7
22,4 1,7
26,0 0,2
--
--
--
124,8 126,0 125,9
•••
29,9 ... --
•••
31,7 ... --
129,9
131,7
•••
•••
34,0 ...
34,9 0,1
--
--
130,2 130,7
31-10-67 30-11-67
75,6 15,2 1,9 0,1 3,9 ...
35,4 0,2 --
75,5 14,2 1,9 0,1 ... •••
36,7 3,0 -
132,3
131,4
0,5
0,4
0,4
0,4 -
0,4
0,4
0,4
0,3
0,3
0,4
0,4
0,4
0,3
0,2
0,3
0,3
0,5
0,4
0,4
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
... ..•
...
...
C. Vorderingen op de binnenlandse
niet geldscheppende sector : 1. ()p de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar -- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar' b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één
9,4
2,6 34,0
2,6 34,0
-
-
-
0,4
0,4
0,4
-
-
-
0,7 2,5
1;3 2,8
1,7 2,8
2,3 4,1
•• •
•• •
•• •
• •
... -
. . .
jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere IDTAAJ, DER ACTIVA
2
9,0
•• •
... -
. ..
...
9,3
9,8
10,0
10,0
9,9
10,0
9,6
7,1
9,9
9,9
9,3
9,9
10,0
7,5
7,6
8,8
2,8
5,8
2,7 2,6 34,0 34,0
2,6 34,0
2,6 34,0
2,7 34,0
2,6 34,0
2,7 34,0
2,8 34,0
2,8 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7 34,0
2,7. 34,0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
2,9
...
-
0,4 -
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,4
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... 2,4
1,7 3,1
1,0 2,3
0,6 2,5
4,0 3,9
0,3 3,0
... 3,1
0,8 2,3
0,4 2,5
. . .
0,2 2,4
1,0 2,8
...
...
...
...
2,0
2,4
2,4
2,7
2,9
...
...
...
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3,0
0,7
0,6
0,4
0,3
-
-
-
-
-
-
-
-
--
-
-
0,5
0,8
0,2
0,1
...
...
2,5
2,5
2,0
2,1
1,6
•• •
•• • ____
•• •
•. • ___
•. • __
•• . __
52,9
54,3
54,9
... -
1,0
... ___
-
-
35,4
35,3
34,7 35,9
208,5 210,8
212,7216,7
-
0,4 -
Speciale bons van dè Belgische Schatkist (wet van 4-1-1963 - overeenkomst d.d. 1-2-1963). Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B.U.
...
-
...
• ..
...
• ..
...
•• .
-
-
-
-
39,0
39,2
38,4
38,4
213,2 213,0 215,7
214,3
219,0
35,4
35,6
... . • • __
36,0
211,9 208,7
...
...
1,1
1,4
.. •
... __
... __
... ___
37,0
45,3
53,6
-
36,8
212,2 213,4 221,7
-
51,6
... -
56,0
235,0 234,6 233,1 235,9 232,4 235,3
a) - Nationale Bank van België - Passiva - Maandelijkse cijfers 30 - 4 - 66 31.5 - 66
(miljarden franken)
80.6 - 66 81 - 7.66 31 - 8 - 66 30 - 9 - 66 31 - 10 - 66 30 - 11 - 66 31 - 12 - 661 31 - 1 - 67 28 - 2 - 67 31 - 3 - 67 30 - 4 - 67 31 - 5 - 67 30 - 6 - 67 31 - 7 - 67
31 - 8 - 67 30 - 9 - 67
31 - 10 - 67 30 - 11 - 67
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
0,2 0,2 -
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,6
0,5
0,6
0,4
0,8
0,7
0,8
0,6
0,6 0,8
3,1
3,8
3,8
3,8
3,5
3,3
3,6
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
166,5
167,6
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
37,7
38,3
36,7
38,9
38,2
38,5
208,5 210,8 212,7
216,7
0,2
0,2 0,2 0,2 -
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,3 0,4 - 0,6 0,5
0,4
0,5
0,3
• 0,5
0,6
0,7
0,5
0,7
0,2
0,7
0,5
0,3
0,6
0,5
• 0,4
0,9
0,7
0,5
0,8
0,7
0,6
3,6
3,5
3,7
3,6
3,5
3,5
3,8
3,8
4,0
4,1
3,6
3,8 ✓ 3,8
0,1
1,3
0,1
0,1
2,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,2
0,1 ✓ 0,1
171,0 173,0 170,3 170,0 169,2 167,0
171,8
168,9 170,1
176,0
174,7
171,2 172,4
169,5 v168, 3
0,4
0,3
0,5
0,3
0,3
0,3
0,3
0,4
0,3
0,3
0,3
0,3
41,6
42,5
41,0
41,2
38,8
39,0
39,9
46,7
54,2
55,0
56,8
58,7
0,6 0,6 0,6 - - 0,8 0,8 0,8
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : - monetaire reserve - andere C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : -• deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekj es - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA ...
213,2 213,0 215,7
165,9 165,4 166,5
214,3 219,0 211,9 208,7
212,2 213,4 221,7
en de E.B.U. 1 Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere 'nternationale instellingen dan het Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de nationale Bank. Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonda hetwelk onder C5a voorkomt.
2 3 4
0,4
0,3
58,1 ✓ 62,1
235,0 234,6 233,1 235,9 232,4
235,3
b) - Geldscheppende openbare instellingen 1 - Activa - Driemaandelijkse cijfers 31-12-62
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. - Deelneming - Leningen 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen h) in Belgische franken 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl.
30-6 -63
31-3-63
30-6-63
0,2 -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
... -
0,2 -
0,2 -
... -
0,2
0,1
0,1
0,1
...
0,2
0,2
...
0,1
0,1
0,1
0,1
...
. . . ...
. .. ...
. . . 0,1 . ..
.. . 0,1 . ..
2
30 9 63
31-12-63
31-3-64
30-6-64
30-0-64
31-12-64
31-3-65
30-6-65
0,2 -
0,1 -
0,1
0,2
0,1
0,1
0,1
0,1
.. . 0,1 ...
. .. 0,1 . . .
0,6 ...
0,1 -
30-9-65
31-12-65
(miljarden franken) 31-3-66
30-6-66
30-9-66 31-12-66
31-3-67
30-6-67
30-9-67
-
-
-
-
-
-
0,1 -
0,4 -
-
-
-
-
-
-
0,5
0,1
0,4
...
...
0,1
...
-
1,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
. .. 0,1
. . . 0,1
.. . 0,1
... 0,1
. ..
. . . 0,1
. . . 0,1
.. . 0,4
. .. 0,1
. . 0,3
. . . 0,1
0,5 -
-
B. Vorderingen op de binnenlandse
geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België h) op de andere instellingen c) op de depositobanken
u,3
...
. . . 0,4
37,5
40,0
41,2
40,3
39,0
42,9
42,0
44,2
42,9
48,0
41,0
44,2
43,0
47,1
44,3
45,3
40,6
48,5
46,7
46,8
45,4
5,3 -
5,5 -
5,5 -
5,6 -
5,6 -
5,7 -
5,7 -
5,8 -
5,7 -
5,7 -
5,5
5,5 -
5,2 -
6,3 -
6,5 -
6,5 -
6,5 -
6,5 -
6,5 -
6,7 -
-
4,5
3,3
3,4
3,4
3,4
4,3
3,1
3,7
3,5
4,8
5,5
5,7
5,0
6,5
6,2
7,3
8,3
9,6
5,4
7,3
7,3
0,1 -
0,2 -
0,1 -
. . . -
.. . -
-
. .. -
-
-
-
.. . -
... -
.. . -
. . -
-
-
0,1 0,9
0,2 0,8
0,1 0,7
0,1 0,5
... 0,6
0,5 0,6
0,1 0,6
... 0,4
0,1 0,4
0,4 0,5
... 0,5
0,5 0,3
0,2 0,3
0,5 0,5
0,4 0,4
0,1 0,3
0,1 0,1
0,4 0,5
0,1 0,2
0,2 0,1
0,4 0,5
...
- ..
. . .
. . .
... ...
... ...
0,2 . . .
0,2 ...
0,3 ...
0,4 ...
0,4 . . .
0,5 ...
0,5 . . .
0,5 . . .
0,5 ...
0,7 ..
0,8 . . .
0,9 . . .
0,3 ...
0,8 -
0,7 -
0,6 -
. ..
...
. . .
...
.. .
C. Vorderingen op de binnenlandse
niet geldscheppende sector :
1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar . 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere
TOTAAL DER ACTIVA
. . .
...
... -
... . . . 0,1
,
0,2
6,6
...
...
. . .
...
...
...
. . .
...
. . .
...
.. .
...
. . .
. . .
...
...
...
.. .
- ..
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
4,7
5,0
5,2
4,5
3,1
3,0
3,6
4,2
3,4
2,4
2,9
3,8
3,1
2,9
3,1
2,4
3,4
4,9
3,7
3,6
4,2
53,8
55,3
56,9
54,7
52,0
57,7
55,8
58,8
56,7
63,0
56,9
60,9
58,1
64,9
62,1
63,1
60,2
71,4
63,7
65,9
66,3
1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (activa op korte termijn en ob igati es). Nationale Kas voor Beroep krediet activa op korte termijn) tot 30 jun' 1963, oude reek , Gemeentekrediet van Be gié (activa die de tegenwaarde vormen van de direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Herdiscontering en Waarborginstituut (activa gefinancierd door een beroep op de geldscheppende instellingen). Met betrekking tot het Belgisch Muntfonds is de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa opgenomen in rubriek « D - Andere ». Wat de National Kas voor Beroepskrediet betreft werd de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa tot 30 juni 1963. oude reeks, opgenomen in de rubriek « D - Andere ». 2 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel « Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, GI'dscheppende instellingen van de statistieken » van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I nr 1, januari 1967.
b) - Geldscheppende ,openbare instellingen 1 - Passiva - Driemaandelijkse cijfers 31-12-62
31-3-63
30-6-63
30-6-63 s
30-9-63
31-12-68
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
30-6-65
30-9-65
31-12-65
(miljarden franken) 31-3-66
30-6-66
30-9-66
31-12-66 31-3-67
30-6-67
30-9-67
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. B.B.Er 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 4. Statistische aanpassing Totaal de'- verplichtingen aan het buitenland
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1,9
2,6
2,6
2,6
2,5
3, 1
3,1
3,0
2,9
2,8
2, 7
2,6
2,5
2,3
2,1
2,0
1,2
1,2
1,0
0,7
0,4
1, 9
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2,6
2,6
2,6
2,5
3,1
3,1
3,0
2,9
2,8
2,7
2,6
2,5
2,3
2,1
2,0
1,2
1,2
1,0
0,7
0,4
0,3
0,4
0,3
0,3
0,4
0,3
0,3
0,2
0,3
0,4
0,6
0,5
0,5
0,4
0,5
0,4
0,4
0,3
0,4
0,2
0,4
0,1 ...
0,1 ...
0,1 ...
... 0,1
.„. 0,1
... 0,1
0,4
0,1
0,3
0,1
-
-
--
-
-
-
-
-
2,6
0,7
0,6
0,5
0,4
3,1
2,2
1,0
5,8
5,8
5,9
5,9
5,9
6,0
6,0.
32,4 10,6
33,2 12,5
34,5 12,7
32,5 12,7
31,6 11,2
33,0 12,1
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : - monetaire reserve - andere
...
..
0,6
0, 1
0,1
0,1
0,1
..
0,1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1,1
6,0
2,2
0,9
1,3
5,8
3,0
0,6
0,7
5,8
2,3
0,7
1,5
6,2
6,3
6,4
6,3
6,4
6,4
6,6
6,5
6,7
6,8
6,9
6,9
6,9
6,8
35,9 12,4
34,4 11,7
36,0 10,8
35,5 9,2
37,7 12,.2
36,0 10,8
37,9 11,8
37,2 12,4
41,2 12,0
38,5 12,0
41,9 14,9
39,0 14,0
41,7 15,4
40,3 15,8
-
-
-
-
-
-
-
-
-
--
-
-
0,3
...
0,3
...
0,2
0,1
-
-
-
-
-
-
•- •
•• •
•- •
•• -
56,9
60,9
58,1
64,9
.
.
.
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) Aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 1. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist 1.
11,3
.
0,1
...
0,1
0,1
...
0,1
...
0,1
...
. ..
-
-
D. Andere
•• •
•• •
TOTAAL DER PASSIVA
32,8
53,8
55,3
56,9
54,7
52,0
. ..
...
57,7
55,8
58,8
56,7
63,0
. . .
...
...
...
-
-
65,9
66,3
... 62,1
63,1
60,2
71,4
63,7
1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (munten en biljetten , Nationale Kas voor Beroepskrediet (direct en op ten hoogste 30 dagen, inbegrepen de deposito's op meer dan 1 maand, die niet konden geëlimineerd worden) tot 80 uni 1963 oude reeks, Gemeentekrediet van België (direct en op ten hoogs e één maand opeisbare passiva), Herdiscontering- eis Waarborginstituut (passiva t.o.v. geldscheppende inste liegen). 2 Alleen de munten en biljetten in de handen van de Nationale Bank van België. 3 De cijfers zijn overschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen, behalve deze van de bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel « Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken » van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, or 1, januari 1967.
c) - Depositobanken - Activa - Driemaandelijkse cijfers 31-12-62
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. - Deelneming - Leningen 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België : - monetaire reserve - andere b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar . 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
31-3-63
30-6-63 r
30-6-68
i
30-9-68
31-12-63
31-3-64
30-6-64
30-9.64
0,6 2,5 -
0,6 2, 9 -
0,5 3,6 -
0,6 4,8 -
28,5 29,3 5,1 5,6 36,7 38,4
28,4 5,3 37,8
29,0 5,5 39,9
31.12-64 31-3-65
30-6-65
(miljarden franken) 30-9.65
1,1 0,8 -
1,1 1,1 -
1,1 2,1 -
0,4 3,2 -
0,5 2,8 -
0,6 2,7 -
19,5 2,2 -1- 0, 1 23,7
19,3 3,3 +0, 7 25,5
23,9 3,4' -0,1 30,4
24,1 4,5 32,2
25,4 4,9 33,6
23,4 4,5 31,2
2,6
2,5
2,5
2,4
2,5
2,8
3,1
2,9
2, 8
2,9
3,0
3,2
3,2
1,6 2, 6 3,3
_. 2,2 0, 8 4,2
0,1 0,5 4,1
0,1 0,5 3,7
0,1 0,4 5,9
2,3 3,0 4,7
1,4 2,2 5,3
0,1 1,0 4,5
1,2 0,1 1,0 5,1
1,2 0,7 6,0 5,0
1,3 2,1 2,2 6,8
1,4 0,1 0,9 6,1
0,2 1,2 6,1
14,4
19.1
22,1
22,4
24,3
22,7
26,0
26,3
26,5
24,6
29,1
25,9 24,5
27,3 22,8
26,7 22,8
29,6 22,9
29,5 22,8
29,8 23,9
30,0 24,4
31,1 24,3
:30,1 24,3
30,6 24,6
-
-
-
-
-
-
-
-
1,8 1,1
1,2 1,1
1,6 1,0
0,2 1,1
0,3 1,2
0,3 1,0
0,3 1,1
0,3 0,9
3,0 26,9 35,6
3,5 32,2 35,1
4,9 32,9 37,5
3,8 32,8 37,3
3,3 34,4 39,7
2,5 37,6 42,4
2,9 38,3 43,5
2,7 1,2 6,4
2,7 1,2 6,5
2,9 1,2 7,9
2,2 1,2 7,9
2,1 1,1 6,3
2, 1 1,0 6,8
0,1
. . .
0,1
. . .
8,9 0,7
9,3 0,7
9,9 0,5
9,9 0,5
10,1 0,5
32,5
31,2
31,4
31,1
29,7
218,1
227,6
-
242,0 242,0 249,5
0,7 5,6 -
0,7 4,3 -
30-6-66
30-9-66
31-12-66
31-3-67
30-6-67
30-9-67
1,9 5,6 -
1,9 5,4 -
2,4 7,6 -
-
1,4 5,2 -
1,9 6,3 -
1,8 4,6 -
34,7 36,7 6,2 6,9 45,8 50,2
43,5 7,3 59,0
43,3 7,2 56,9
3,4
3,5
3,7
3,2
3,4
3,4
3,7
3,5
1,4 5,8 5,1
1,7 3,0 5,7
__ 0,1 0,6 5,1.
0,1 0,6 5,5
1,3 5,8 6,2
2,1 2,3 5,6
0,1 0,7 6,9
__. 0,2 1,5 7,3
29,7
33,6 28,8
29,6
33,7
31,9 34,0
32,0
37,6
v42,0
33,0 23,8
35,5 24,2
34,8 37,4 26,0 26,8
37,2 27,1
38,3 27,6
40,4 37,9 29,5 30,7
38,1 30,5
38,9 31,3
v41,4 v33,9
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,4 0,8
0,4 0,8
0,4 1,0
0,7 1,0
0,7 1,0
0,7 1,0
0,7
1,0
0,7 1,0
1,0 1,0
1,1 1,5
1,3 1,9
v 1,5 v 2,3
2,7 40,0 44,8
3,9 39,7 46,9
5,6 41,4 47,8
6,9 40,4 48,3
5,7 43,1 50,4
9,5 5,5 42,0 45,6 52,7 54,8
7,5 45,5 57,5
7,3 47,3 59,6
7,0 7,3 48,4 55,5 64,8 63,3
7,1 56,5 69,4
5,9 58,3 73,3
6,8 60,9 74,5
2,0 1,1 5,9
2,0 1,7 6,3
2,0 2,1 6,3
2,0 2,1 7,4
2,0 2,0 7,0
2,1 2,0 7,6
2,0 2,0 5,7
1,8 1,9 4,7
1,8 1,7 6,4
1,5 1,8 5,9
1,8 1,8 4,4
1,8 2,0 4,3
2,3 2,2 -
2,6 v 2,7 2,2 v 2,5 -
0,2
0,2
0,1
0,1
0,4
0,1
...
0,1
0,2
0,2
0,5
0, 7
1,0
1,0
1,0 v 0,8
10,3 0,5
10,1 0,5
9,9 0,6
9,7 0,6
9,8 0,7
10,8 0,7
10,9 0,7
10,9 11,4 0,8 0,9
11,3 1,2
11,7 1,4
12,4 13,2 1,4 1,4
12,9 1,6
13,4 v14,1 2,1 v 2,1
31,7
31,0
34,3
32,1
36,2
36,2
40,9
40,9 43,3
41,9
45,3
46,0 49,0
51,8
60,5
v55,4
256,8 266,0
272,2
273,5
290,1
309,3 312,7
319,2 330,7
360,6 388,5 387,5 416,5
427,9
39,7 35,2 6,2 6,3 52,2 46,5
0,7 4,2 -
31-12-65 31-3-66
343,5 350,0
1,8 6,0 -
43,3 52,6 7,8 8,3 58,9 68,4
0,8 1,0
.
48,5 10,3 66,1
v 2,4 8,3 -
54,1 52,3 10,7 11,5 74,8 v74,5
1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel « Hoofdstuk XII, 1 orderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken s van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel 1, nr 1, januari 1967. 2 Voor de data vddr 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « Ga) in buitenlandse valuta's n uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek • 6b) in Belgische franken n niet enkel betrek. king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
c) - Depositobanken - Passiva - Driemaandelijkse cijfers
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1 . I.M.F. 2 . E.B.U.
3. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 2 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
31-12-62
31-3-63
30-6-63 . r
30-6.63
---
--
---
20,4 21,7 28,1 12,4 12,3 13,5 -0,3 +0,6 +0,6 32,5 34,6 42,2
(miljarden franken)
30-9-63
31.12-63
31-3-64
30-6-64
80-9-64
31-12-64
31-3-65
30-6-65
30-9-65
31-12-65
31-3-66
30-6-66
30-9-66
31-12-66
31-3-67
30-6-67
30-9-67
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
-
29,1 16,1
32,4 17,6
34,4 16,9
40,5 16,7
41,7 17,5
43,1 15,9
45,9 18,1
54,9 21,1
51,1 21,0
53,1 20,3
55,3 20,6
62,6 20,7
62,3 22,3
67,1 22,8
78,3 24,3
73,2 25,0
84,1 26,3
85,3 28,7
45,2
50,0
51,3
57,2
59,2
59,0
64,0
76,0
72,1
73,4
75,9
83,3
84,6
89,9 102,6
-...
--
--...
-...
_-
-0,5
-.
_-
0,2
-...
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
98,2 110,4 114,0
. B. Verplichtingen. aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken
--
--
--
--
5,5
6,2
5,6
6,9
7,3
__
__
__
__
__
--
--
--
--
--
--
1,3
0,3
0,2
0,2
1,5
0,3
-- -... ...
3,3
4,3
4,1
3,7
5,9
4,6
5,3
4,5
5,1
5,0
6,8
6,0
6,1
5,1
5,7
5,1
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
69,3
72,9
76,0
75,8
-
73,6
78,5
-
77,3
-
79,8
79,0
-
86,3
-
86,4
90,4
-
90,1
95,1
94,6
98,2
94,8 103,6
-
-
28,6
28,6
27,9
27,9
26,6
25,8
26,4
25,6
29,9
29,5
32,7
32,4
34,2
35,4
38,3
36,3
40,5
19,9 7,4
22,1 7,4
23,4 8,2
23,4 8,2
26,4 8,4
29,2 9,1
31,9 10,1
32,7 8,1
34,2 5,0
35,6 5,1
37,8 4,5
38,8 5,1
40,6 3,9
42,0 4,4
44,1 4,2
44,8 4,9
11,1
11,1
11,2
11,2
11,3
11,4
11,2
11,2
11,3
11,4
11,4
11,3
11,3
11,4
11,5
0,2
--
0,1
--
0,3
--
0,7
--
0,3
--
0,3
--
0,4
--
0;6
--
1,1
--
... --
0,4
--
Cll.
--
0,1
--
0,2
--
0,4
44,2
46,0
48,0
45,5
45,5
46,3
46,2
50,5
48,9
53,0
52,9
56,5
58,9
61,2
0,4
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere
-
--
-
-
-
-
TOTAAL DER PASSIVA _. 218,1 227,6 242,0
-
-
--
-
-
-
-
--.
-
-
--
--
-
--
-
--
99,8 107,3 107,8
-
-
-
40,5
45,6
45,1
48,7
46,0 5,1
48,5 5,7
52,0 6,0
53,8 7,5
11,5
11,7
12,0
12,4
12,6
57,0 6,9 -13,1
--
0,1
--
0,2
--
60,9
64,5
66,4
-
--
-
-
-
-
--
-
__ __ ... 0,3 0,3 0,4 -- -- -- -69,4
67,6
72,6
72,7
242,0 249,5 256,8 266,0 272,2 273,5 290,1 309,3 312,7 319,2 330,7 343,5 350,0 360,6 388,5 387,5 416,5 427,9
1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel « Hoofdstuk XII, 1 orderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken • van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967. convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek a 3b) in Belgische franken » niet enkel betrek2 Voor de data v66r 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek » 38) in buitenlandse valuta's » uitsluitend betrekking op de king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. S Incl. de verrichtingen in Belgische franken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U.
d) - Totaal der geldscheppende instellingen - Activa - Driemaandelijkse cijfers 31-3-63
3 0- 6-63 )
30-6-63
30-9-63
31-12-63
31-3-84
30-6-64
30-9-64
31-12-64
31-3-65
30-6-65
30-9-65
31-12-65
(miljarden franken)
31-3-66
30-6-66
30-9-66
31-12-66
31-3-67
30 - 6 - 67
30-9-67
lk.. Vorderingen op het buitenland : 68,3 68,6 68,6 6,7 6,7 6,5 2. I.M.F. - Deelneming - Leningen 1 -1,2 1,2 1,2 3. Obligaties 4,8 4,2 5,3 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 0,3 0,2 0,2 5. Vordering op de E.B.U. 2 6. Andere : 32,3 37,1 43,4 a) in deviezen 3 2,2 3,3 4,9 b) in Belgische franken 3 -F 0,1 1- 0,7 -- 0,1 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buiten]. 115,9 122,0 130,0
1. Goud
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België : -- monetaire reserve - andere b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C.- Vorderingen op de binnenlandse niet. geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : _- oblig. verkrijgbaar door elke belegger. -- overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. ()p de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) bankaccepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : -- verkrijgbaar door elke belegger -- overige 4. ()p het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar* 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : -- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA _.
2,9
2,9
2,8
68,6 6,5
68,4 _7,0
68,6 7,1
68,8 8,2
69,6 8,2
-
--
-
-
--
0,5 6,4 0,2
0,6 6,6 0,1
0,7 7,0 0,1
0,7 5,7 0,1
0,7 7,6 0,1
69,7 8,2 -0,6 8,0 0,1
43,6 6,0
45,0 6,4
44,9 6,0
49,4 6,6
49,1 7,1
50,4 6,8
--
--
-
131,8
2,8
134,1 134,4
3,0
3,1
--
--
-
72,5 8,7 1,5 0,7 9,2 0,1
74,2 78,1 6 9,0 10,0 1,5 3,4 0,8 0,8 7,6 10,6
56,0 7,0
65,6 57,1 7,7 7,8
--
...
--
...
-
139,5
142,4
143,8
155,7
3,5
3,2
3,2
3,4
3,7
3,8
1,3 2,1 2,3 7,2
1,4 0,1 1,0 6,1
166,4167,8
77,7 12,2 3,4 0,8 7,4 ...
77,9 12,2 3,4 1,5 12,0 .. •
63,3 9,3
74,0 9,8
69,8 12,0
84,0 10,7
87,2 11,6
--
--
--
3,8
3,9
1,4 2,3 5,3
-0,1 1,1 4,5
1,2 0,1 1,1 5,1
1,2 0,7 6,6 5,2
57,1
67,9
73,2
72,6
71,5
74,9
77,6
80,3
79,4
82,4
33,5 58,5
35,1 56,8
34,5 56,8
37,5 56,9
37,4 56,8
37,8 57,9
38,0 58,4
39,3 58,3
38,2 58,3
38,7 58,6
4,5
3,3
3,4
3,4
3,4
4,3
3,1
3,7
3,5
4,8
5,5
2,1 1,1
1,6 1,1
1,9 1,0
0,4 1,1
0,5 1,2
0,5 1,0
0,6 1,1
0,6 0,9
0,7 0,8
0,7 0,8
0,8 1,0
5,8 31,4 35,7
3,8 35,4 35,2
5,0 36,1 37,6
3,9 35,8 37,3
3,8 36,4 39,8
4,6 41,8 42,4
3,0 41,9 43,5
3,6 43,7 44,8
4,6 42,9 46,9
6,1 44,5 47,8
2,7 1,2
2,7 1,2
2,9 1,2
2,2 1,2
2,2 1,1
2,1 1,2
2,0 1,3
2,0 2,0
2,0 2,5
2,0 2,5
2,1 2,5
2,1 2,5
2,0 2,5
1,8 2,4
7,0
7,5
7,9
7,9
6,9
7,4
7,0
8,8
7,8
7,8
7,0
7,6
5,7
0,7
0,3
0,1
0,2
1,0
0,2
0,1
1,9
0,4
2,1
0,5
8,9 0,8
9,3 0,8
9,9 0,6
9,9 0,6
10,1 0,6
10,3 0,6
10,1 0,6
9,9 0,7
9,7 0,7
9,8 0,8
55,7
62,9
71,1
69,1
68,9
71,1
70,0
75,1
74,2
78,8
434,6 457,4 481,3
479,1
--
63,0 8,7
-
2,3 3,1 5,0
--
76,0 75,7 15,2 15,3 1,9 1,9 2,5v 2,5 14,4 12,1 .•• •••
--
0,1 0,4 7,4
--
76,2 15,2 3,4 2,0 12,3 •••
167,1 174,0 180,0
0,1 0,6 3,9
--
76,2 15,2 3,4 2,0 13,3 •••
63,5 8,8
0,1 0,6 4,7
--
76,3 15,2 3,4 1,9 12,1 •••
58,6 8,4
2,2 0,9 4,5
--
.77,8 14,0 3,4 1,9 11,9 •••
57,9 7,7
1,6 2,6 4,9
--
77,8 12,9 3,4 2,0 11,6 •••
--
--
4,1
--
-
--
--
--
180,7
181,5
193,9
190,9
4,2
3,7
3,8
3,9
--
--
--
204,7 v206,3
4,0
--
--
Kolom van ta belX ll 1- 1 Gezamen lij ke balansen van de g eldschep. instel. . w aarin de ru br ie k begrepen is
D -12-62
(6)
4,0
-
0,2 1,3 6,1
1,4 5,9 5,1
1,7 3,2 6,2
0,1 0,7 5,1
0,1 1,3 6,0
1,3 6,2 6,2
2,1 2,4 5,6
80,0 83,9
86,5
84,9
83,9
88,3
82,5
92,1
88,6
94,4v 96,2
(7)
41,0 43,4 57,8 58,2
42,5 60,0
46,2 60,8
46,4 61,1
47,5 61,6
49,5 63,5
47,1 64,7
47,3 64,5
48,3v 50,7 65,3v 67,9
(7) (7)
5,7
5,0
6,5
6,2
7,3
8,3
9,6
5,4
7,3
7,3
(8)
1,0 1,0
. 1,1 1,0
1,1 1,0
1,1 1,0
1,1 1,0
1,2 1,0
1,4 1,0
1,6 1,5
1,8v 1,9v
2,0 2,3
(8) (8)
0,1 1,0 6,9
0,2 1,6 7,3
.
...
485,8 506,8 510,4 525,1
528,6 559,2
6,9 6,4 43,3 45,5 48,3 50,4
9,7 44,4 52,7
8,7 8,1 49,0 48,3 54,8 ' 57,5
9,1 50,4 59,6
8,8 51,6 64,8
11,7 59,9 63,3
8,0 59,0 69,4
1,8 2,4
1,6 2,6
1,8 2,7
1,8 2,3
2,3 3,0
4,7
7,2
8,8
5,1
4,6
0,4
0,4
0,4
0,5
1,5
1,0
1,0
10,8 10,9 0,8 0,8
10,9 0,9
11,4 1,0
11,3 1,3
11,7 1,5
12,4 1,5
13,2 1,5
77,4 84,5
81,0
82,4
81,2
82,4
85,0
92,3
570,3 584,6 584,8 607,4 614,4 625,8 633,8 678,9
--
6,3 60,8 73,3 2,7v 2,9v •
--
2,4v
7,2 63,8 74,5
(9) (9) (9)
2,7 3,1
(14) (14)
--
(11)
2,8
(12)
12,9 1,7
13,4v 14,1 2,2v 2,2
(12) (12)
92,3
117,7 v113,9
(14)
663,4 717,4 730,1
1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van 4-1-1963 ov reenkomst d.d. 1 - 2 - 1063). Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B.U.
2
3 Voor de data vddr 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 6a) in buitenlandse valuta's s uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « Ob) in Belgische franken •
op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. De data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de vorderingen op het Rentenfonds begrepen in rubriek D. s Andere ». 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel s Hoofdstuk XII, van de statistieken • van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1907. 6 Met inbegrip van k' 1 miljard goud in rekening bij een buitenlandse correspondent.
niet enkel betrekking hebben
4
Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen
d) - Totaal der geldscheppende instellingen - Passiva - Driemaandelijkse cijfers 31-3-63
30 - 6-63
30-6-63
( )
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 0,2 0,2 0,2 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen 2 20,4 21,7 28,1 b) in Belgische franken 1 2 15,1 15,7 16,7 4. Statistische aanpassing -0,3 +0,6 +0,6 Totaal der verplichtingen aan het buitenland 35,4 38,2 45,6
30-9-63
31-12-63
31-3-64
30-6-64
30-9-64
31.12-64
31-3-65
30-6-65
30-9-65
31-12-65
31-3-66
30-6-66
80-9-66
31-12-66
31-3-67
0,2 -
0,2 -
30-6-67
0,2 -
30-9-67
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
29,1 19,3 48,6
32,4 20,9 53,5
34,4 20,6 55,2
40,5 20,4 61,1
41,7 21,1 63,0
43,1 19,4 -62,7
45,9 21,6 67,7
54,9 24,3 79,4
51,1 24,2 75,5
53,1 23,5 76,8
55,3 23,6 79,1
62,6 23,5 86,3
62,9 24,3 87,4
67,7 78,3 73,2 84,5 85,7 24,0 26,2 26,6 27,0 29,2 91,9 104,7 100,0 111,7 115,1
3,2
3,4
3,7
3,8
3,8
3,9
4,1
4,2
3,7
3,8
3,9
4,0
4,0
0,6
0,5
0,1
0,1
0,1
...
0,1
0,1
0,4
0,1
0,3
0,1
1,2 11,7
1,3 11,1
1,4 7,0
-7,5
12,3
-10,4
-5,8
-6,3
--13,3 10,0
-7,7
9,0
Kolom van ta bel XII Gez ame nl ijke balan se i de geldschep. inste l. a W I de ru brie kbegrepen
31-12-62
(miljarden franken)
(6)
B. Verplichtingen aan de bihnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 3 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : - monetaire reserve - andere
2,9
2,9
2,8
2,8
3,0
3,1
3,5
3,2
1,3 0,3
0,4 ...
0,3 0,3
0,3
1,5 ...
0,3 0,1
... 0,1
0,1
7,5
7,2
4,8
4,3
-6,4
10,0
8,9
5,6
... 1,2 6,3
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 4 141,7 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particu-
143,8 149,7
149,7 150,1 153,7 151,4 157,1 158,4 163,7 161,4 168,9 169,1 173,4 169,9 177,7 176,8 178,7 173,4 182,9 179,2
(1)
102,2 106,4 110,8 lieren 5 b) aangehouden door de overheid 10,6 12,5 12,7 ' 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer 28,6 28,6 27,9 dan één maand - deposito's in Belgische franken op depo19,9 22,1 23,4 sitoboekjes 7,4 8,2 7,4 - deposito's in deviezen ... b) aangehouden door de Schatkist ... .. . 11,1 11,1 11,2 4. Obligatieleningen 5. Andere : 0,1 0,2 0,3 a) tegenover het Rentenfonds 6 0,1 0,4 0,3 b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist
108,6 105,5 112,0 110,6 116,1 113,8 122,9 122,4 128,4 126,5 133,4 132,2 139,7 133,6 146,0 139,1 149,3 148,4 9,2 12,2 10,8' 11,8 12,4 12,0 12,0 14,9 14,0 15,4 15,8 12,7 11,2 12,1 11,3 12,4 11,7 10,8
(1) (1)
65,3
D Andere
TOTAAL DER PASSIVA
76,5
82,9
134,6 457,4 481,3
27,9
26,6
25,8
26,4
25,6
29,9
29,5
32,7
32,4
34,2
35,4
38,3
36,3
40,5
40,5 45,6
45,1
48,7
(2)
23,4 8,2 ... 11,2
26,4 8,4 ... 11,3
29,2 9,1 ... 11,4
31,9 10,1 ... 11,2
32,7 8,1 ... 11,2
34,2 5,0 ... 11,3
35,6 5,1 ... 11,4
37,8 4,5 ... 11,4
38,8 5,1 ... 11,3
40,6 3,9 ... 11,3
42,0 4,4 ... 11,4
44,1 4,2 ... 11,5
44,8 4,9 ... 11,5
46,0 5,1 ... 11,7
48,5 52,0 5,7 6,0 ... ... 12,0 12,4
53,8 7,5 ... 12;6
57,0 6,9 ... 13,1
(2) (3) (4)
0,3 0,7 -
0,3 -
0,4 -
0,6 -
1,1 -
0,3 0,7 -
0,5 0,1 -
1,5 0,4 -
0,1 0,2 -
... 0,6 -
... 0,2 -
... 0,2 -
0,3 _...
0,3 , _..
0,4 -
(11)
0,3 -
80,4
81,6
84,5
83,5
89,4
89,8
93,9
99,1
98,3
99,9
99,7 101,2 104,9 110,4 106,6 126,8 132,4
(14)
95,4
(13) (12)
(7)
479,1 485,8 506,8 510,4 525,1 528,6 559,2 570,3 584,6 584,8 607,4 614,4 625,8 633,8 678,9 663,4 717,4 730,1
egenover Voor de N.B.B. inbegrepen de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale instellingen andere dan het I.111.F. en de E.B.U.; voor de andere geldscheppende instellingen, inbegrepen de verbintenissen in Belgische franken de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U., sedert men deze heeft kunnen verwijderen uit de binnenlandse niet geldscheppende sector, t.t.z. sedert juni 1958. Voor de data vóór 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 3a) in buitenlandse valuta's » uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 3b) in Belgische franken • niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. Geldscheppende openbare instellingen : alleen de munten en biljetten van de Schatkist in 3 N.B.B. : inclusief de munten en biljetten van de SChatkist die door andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van Belgié worden aangehouden. de handen van de Nationale Bank van België. 4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor de Nationale Bank van België en overschat voor de openbare instellingen voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. Geldscheppende openbare instellingen : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instel5 N.B.B. : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen, behalve die van het Rentenfonds, hetwelk onder C5a of D. « Andere • voorkomt. lingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. 6 Op de data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de verplichtingen aan het Rentenfonds begrepen in rubriek D. « Andere s7 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel s Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken s van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967. 1
2
- 650 -
XIII • 3.
—
GELDHOEVEELHEID EN QUASI-MONETAIRE LIQUIDITEITEN (Veranderingen in miljarden franken) A.- VERANDERINGEN
Geldhoeveelheid
Quasi-monetaire liquiditeiten
20
20
10
10
O
B.- OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN Transacties met het buitenland
Kredieten aan bedrijven en particulieren
20
20
10
10
Ar
O
Geldschepping ten behoeve van de overheid
A 444
AA
4
4
Tegeldemaking van overheidspapier
20
20
10
10
A
1956
1966 1956
1958
dr A r Ar 1960
A
1962
1964
1966
XIII - 3. - OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN IN DE GELDHOEVEELHEID (mi jarden franken) Totaal van de geldhoeveelTijdvak
Geldhoeveelhuid
(1)
1962
1963
Quasi-
held
monetaire
en van de quasimonetaire liquiditeiten
liquiditeiten
(3)
(2)
Kredieten verleend aan bedrijven en particulieren 1
(4)
(5)
vancommer. clele vorderingen op het buitenland
van kredieten aan bedrijven en particulieren
Staat
(6)
(7)
(8)
+ 1,8 - 2,2 + 2,5 - 2,0 + 0,1
- 1,2 + 2,4 - 2,1 + 2,0 + 1,1
- 1,3 + 0,1 + 0,1 + 0,9
-
0,2 0,4 0,9 0,1 1,6
+ 0,2 + 0,9 - 0,3 - 0,9 - 0,1
+ 0,5 ... + 0,7 + 0,2 + 1,4
-
0,1 0,1 0,1 0,1
+ 1,3
+ 11,6 + 6,4 - 1,8 + 7,2 + 23,4
- 0,4
- 4,0 + 1,0 - 1,6 - 0,3 - 4,9
- 4,2 + 0,8 + 1,0 + 0,8 - 1,6
+ 3,7 + 5,6 - 0,7 + 3,8 + 12,4
- 0,1 + 0,6 - 0,1 + 1,3 + 1,7
-
0,2 0,3 1,0 0,7 2,2
- 0,9 + 0,5 - 0,7 4- 0,1 - 1,0
- 0,2 - 0,5 - 0,7 + 1,6 + 0,2
- + 0,3 - 0,1 - 0,1 - 0,1 ...
- 0,2 + 0,1 - 0,8 - 0,9 - 1,8
... - 0,7 + 1,4 - 2,3
+ + +
3,9 5,1 2,2 1,5 4,9
+ 1,0 + 1,1 - 1,2 + 3,6 + 4,5
+ 0,5 - 0,4 - 0,9 - 0,3 - 1,1
-
... 0,4 1,4 0,2 2,0
- 0,1 + 0,6 - 0,1 + 0,9 + 1,3
... + 0,1 ... - 0,1 ...
+ 0,1 + 1,9 - 2,4 - 0,8 - 1,2
- 0,4 + 1,2 + 0,.9 + 1 -,5 + 3,2
- 1,0 - 0,5 + 0,5 - 0,1 - 1,1
- 0,3 .. + 0,4 - 0,7 - 0,6
- 0,1 + 0,7 + 1,7 + 0,1 + 2,4
- 0,1 ... - 0,2 - 0,3 - 0,6
- 0,9 - 0,3 - 0,8 + 1,4 - 0,6
kwartaal kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
+ 8,1 +10,6 - 4,1 +11,0
+ + + + +
+ + + +
10,3 12,0 2,2 13,7 33,8
+ 3,3 - 0,1 - 2,0 - 2,6 - 1,4
+ 1,9 + 3,8 + 2,9 + 7,8 + 16,4
- 1,3 ... + 0,7 + 0,5 - 0,1
- 0,3 + 0,4 + 0,1 + 1,1
- 0,2 + 10,2 + 1,0 + 14,7
- 0,8 - 0,6 + 2,1 + 6,3
- 1,4 , + 1,1 + 0,9 - 0,6
+ 25,7
+ 7,0
+ 3,8 + 3,0 + 1,1 + 3,1 + 11,0
+
+19,6
1965 10 kwartaal 2e kwartaal 38 kwartaal 4e kwartaal Totaal
- 4,5 +16,5 - 3,1 +12,2 +21,1
+ 4,8 + 1,2 + 2,5 + 3,1 +11,6
+ 0,3 + 17,7 - 0,6 + 15,3 + 32,7
+ 4,7 + 3,9 + 0,9 + 3,7 +13,2
+ + + + +
15,9
- 2,3 + 1,9 - 2,2 + 1,4 1,2 -
- 1,6
+
1966 1 0 kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal
- 4,0 +14,8 - 6,9 +17,3 +21,2 .
+ 4,8 - 0,6 + 5,5 + 3,1 +12,8
+ 0,8 + 14,2 - 1,4 + 20,4 + 34,0
- 0,3 ... - 2,8 - 0,9 - 4,0
+ 2,3 + 4,0 + 4,7 + 9,0 + 20,0
+ 0,3 + 0,6 + 0,6 - 0,4 + 1,1
- 0,8 + 1,0 + 1,5 + 0,7 + 2,4
+ 2,1 + 7,5 - 7,9 + 10,1 + 11,8
-13,0 +21,1 - 4,1
+ 9,0 + 2,7 + 6,2
+
4,0 23,8 + 2,1
+ 5,0 + 5,5 v + 3,2
+ + +
- 0,3 - 0,9 - 2,4
- 3,3 - 2,4 + 2,1
1967
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal
le
- 4,5 +12,2 - 1,7 +13,6
+ + + -
Totaal
le 2e 3e 4e
-
0,3 4,6 3,1 7,9
4,8 6,6 2,9
...
(19 )
0,5 0,6 0,6 0,7 2,4
- 1,4 + 1,3 - 1,7 + 1,6
+ 4,3 - 2,0 + 2,7 + 1,1 + 6,1
1964
(13)
-
- 1,3 + 3,9 + 0,8 + 8,1 + 11,5
+25,6
(12)
instellingen
- 0,3 + 2,3 - 0,2 + 0,6 + 2,4
+ 5,0 + 0,3 + 1,7 - 2,3 + 4,7
Totaal
(11)
Diversen
financiële
Obligatieleningen van de depositobanken
- 0,6 + 0,5 - 0,1 + 0,9' + 0,7
+ 3,1 + 8,7 + 4,2 + 5,4 + 21,4
2,2 1,4 1,9 2,7 8,2
(10)
(0)
Kredieten van ni et-geldsch eppende
+ 0,2 + 0,6 + 0,4 - 0,7 + 0,5
+ 4,2 ... + 2,6 - 2,5 + 4,3
le 2e
aankoop Andere door op de markt overheidstussenkomst door de instellingen geldschepvan het 3 Rentenfonds pende instellingen
- 0,2 - 0,1 + 0,8 + 1,7 + 2,2
- 1,1 + 8,7 + 1,6 + 7,9 +17,1
- 0,2
Tegeldemaking van overheidspapier .
1,6 0,3 2,7 3,8 0,8
kwartaal kwartaal kwartaal 4e kwartaal Totaal 1e 2e 3e
Geldschepping ten behoeve van de overheid
Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen stijging : - ) 2
Transacties met het buitenland (lopend saldo -I- kapitaaltransacties van de bedrijven en particulieren)
+ v-
-
0,2
- 3,9 - 1,1 2,7 - 0,2 7,8 + 3,9 0,8 v + 0,8 v - 0,4
- 0,3 - 1,8 + 0,8 + 1,0 + 0,4 v + 0,5
- 0,4 ... - 0,3 + 2,0 - 0,4 v - 3,8
I N. B. - Voor de indeling van de a Geldhoeveelheid s, zie tabel 4, hoofdstuk XIII - Voor de indeling van de s Transacties met het buitenland s, zie tabel 5, hoofdstuk XIII. - Voor de wijze van opstelling, zie opmerking onderaan tabel 1, hoofdstuk XIII 1 Verandering van het opgenomen bedrag van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten (excl. de wissels die dienen om commerciële vorderingen op het buitenland te mobiliseren) die oorspronkelijk door de geldscheppende min kreinstellingen verleend werden. - 2 Het gaat hier om een netto herfinanciering : kredieten bij hun oorsprong door de geldscheppende instellingen verleend en door hen geherfinancierd bij niet-geldscheppende instellingen 3 Incl. de pensioenfondsen. dieten bij hun oorsprong door laatstgenoemde instellingen verleend en door hen geherfinancierd bij de geldscheppende instellingen. -
XIII • 4. - GELDHOEVEELHEID (miljarden franken) Giraal geld
Chartaal geld
in handen van de bedrijven en particulieren 1 Biljetten en munten van de Schatkist
Einde periode
13i1 jetten van de N.B.B.
Chartale geldhoeveelheid 2
in handen van de Schatkist
en de lagere overheid
Rekeliegen courant bij de N.B.B. 2
Deposito's direct opeisbaar l op Tegoeden enof, op post- 30 Zes? bij de rekening banken en 2 parastatale
rotval rota al
instellingen 2
Girale geld-
Totale geldhoeveel-
held
held
Procent chartaal geld
(10) = (11) (9) = (4) + (8) (8) + (9) (8) :
(10)
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(0
(7)
1955 Juni December
5,8 5,6
105;3 107,6
108,6 110,7
7,3 7,9
0,6 0,6
20,4 20,8
50,7 52,5
71,7 73,9
79,0 81,8
187,6 192,5
57,9 57,5
1956 Juni December
5,4 5,4
108,4 111,5
111,4 114,3
6,7 6,5
0,3 0,6
22,6 21,3
54,1 55,6
77,0 77,5
83,7 84,0
195,1 198,3
57,1
1957 Juni December
5,3 5,4
111,2 112,•
113,9 115,5
7,9 6,4
0,4 0,9
23,0 22,0
56,7 53,2
80,1 76,1
88,0 82,5
201,9 198,0
56,4 58,3
1958 Juni December
5,5 5,5
115,3 117,4
118,1 120,3
7,6 7,2
0,4 0,5
23,2 24,0
56,8 57,5 3
80,4 82,0
88,0 89,2
208,1 209,5
57,3 57,4
1959 Juni December
5,5 5,6
117,5 118,3
120,3 121,3
7,8 7,6
0,4 0,5
24,9 25,8
60,6 61,1
85,9 87,4
93,7 95,0
214,0 216,3
56,2 56,1
1960 Juni December
5,7 5,8
119,3 124,1
122,1 126,8
8,2 7,3'
0,4 0,7
25,7 26,9
63,5 58,7'
89,6 86,3
97,8 93,6
219,9 220,4
55,5 67,5
1961 Juni Decembe•
5,9 6,0
124,8 129,1
127,9
8,5 10,0
0,4 0,6
27,3 27,9
62,7' 66,7
90,4 95,2
98,9 105,2
226,8 237,4
56,4
132,2
1962 Juni December
6,1
132,1 138,5
135,3 141,7
10,4 10,6
0,4
6,2
0,5
29,1 30,4
69,8 71,3
99,3 102,2
109,7 112,8
245,0 254,5
55,2 55,7
6,2
146,2
149,6
12,8
0,4
32,2
78,2
110,8
123,6
273,2
54,8
6,2 6,3
146,2 150,5
149,6 153,7
12,8 12,1
0,4 0,5
32,2 32,9
76,0 78,6
108,6 112,0
121,4 124,1
271,0 277,8
55,2 55,3
December
6,4 6,8
153,9 160,3
157,1 163,7
12,4 10,8
0,3 0,6
35,8 35,9
80,0 86,4
116,1 122,9
128,5 133,7
285,6 297,4
55,0 55,0
1965 Juni December
6,9 7,0
165,8 170,3
168,9 173,4
12,2 11,8
0,4 0,4
37,5 37,6
90,5 95,4
128,4 133,4
140,6 145,2
309,5 318,6
54,6 54,4
1966 Juni
174,8 173,3 172,9 170,6 175,3
177,7 176,8 176,0 173,8 178,7
12,0 12,0 11,5 15,1 14,9
0,2 0,3 0,4 0,3 0,5
41,0 38,4 40,7 38,7 41,5
98,4 94,9 95,4 99,5 104,1
139,6 133,6 136,5 138,5 146,1
151,6 145,6 148,0 153,6 161,0
329,3 322,4 324,0 327,4 339,7
54,0 54,8
December
7,1 7,2 7,2 7,2 7,2
1967 Januari Februari . Maart April Mei Juhl . Juli - Augustus September . . Oktober
7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,2 7,3 7,3 7,3 6,9
169,6 169,0 170,0 172,4 173,9 179,7 178,7 175,2 176,0 173,3
172,8 172,2 173,3 175,8 177,0 182,9 181,7. 178,2 179,3 176,0
13,3 12,5 14,1 15,3 14,0 15,4 11,7 13,2 15,8 13,6
0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4
41,7 39,8 38,6 42,7 40,5 41,1 43,1 41,2 39,9 42,9
96,9 95,7 100,2 99,8 103,3 107,9 102,7 104,6 108,2 105,9
138,9 135,8 139,1 142,8 144,2 149,3 146,1 146,1 148,4 149,2
152,2 148,3 153,2 158,1 158,2 164,7 157,8 159,3 164,2 162,8
325,0 320,5 326,5 333,9 335,2 347,6 339,5 337,5 343,5 338,8
53,2 53,7
1963 Juni 6
(r)
(8)
57,7
55,7
Nieuwe reeks 6
Juni December 1964 Juni
September
Oktober November
54,3 53,1 52,6
53,1
52,6 52,8
52,6 53,5 52,8
52,2 51,9
1 Incl. administratieve parastatale instellingen. Na aftrek van de kasvoorraden der geldscheppende instellingen. Dank zij een nieuwe indeling werden, vanaf augustus 1958, de rekeningen op meer dan één maand van de financiële maatschappijen bij de banken uit de geldhoeveelheid verwijderd. 4 In beginsel zouden de deposito's in de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet in de geldhoeveelheid mogen begrepen zijn. De toepassing van dit beginsel stuit• nochtans op moeilijkheden van statistische aard. De deposito's op hoogstens één maand in de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen, niet-banken, waren dan ook tot einde juli 1900 in de geldhoeveelheid begrepen; zij werden eruit verwijderd in augustus 1960 ten belope van F 0,1 miljard en in september voor een aanvullend bedrag van F 0,4 miljard, maar deze bedragen werden er vervolgens gedeeltelijk terug in opgenomen en wel in december 1960, januari, september en oktober 1961 telkens voor F 0,1 miljard. Dit heeft tot gevolg dat do beweging van de cijfers van de kolom (7) van bovenstaande tabel voor de periode juli 1960-oktober 1961 beïnvloed wordt door louter boekhoudkundige factoren. 5 Het cijfer van de girale geldhoeveelheid in handen van de Schatkist en de lagere overheid per einde december 1960 is abnormaal laag terwille van de wanorde, door de stakingen veroorzaakt. Zonder deze laatste had dit cijfer ongetwijfeld tussen F 8 miljard en F 9 miljard gelegen. Vorde5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel e Hoofdstuk XII, ringen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken s van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting. (N.B.B.) : XLTIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1987. 2 3
XIII - 5. - GOUDVOORRAAD EN NETTODEVIEZENPOSITIE
YAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken)
Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing
Tijdvak
N.B.B.
(1)
1956 Jaar 1957 Jaar 1958 Jaar 1959 Jaar 1960 Jaar 1961 Jaar 1962 le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal 1963
le kwartaal 2e kwartaal (r)
Overige geldscheppende instellingen
(2)
Evolutie
Evolutie
Bedragen per einde tijdvak 1
Totaal N.B.B.
(8) = (1) d(2)
Overige geldscheppende instellingen
(4)
Totaal
(6)
(5)
- 1,3 - 0,7 57,8 - 3,8 54,0 + 0,6 + 1,2 + 1,8 58,4 - 2,3 56,1 + 0,6 - 0,8 +16,3 75,5 - 3,4 72,1 +17,1 72,3" - 1,6 70,7 87 - 6,1" + 2,0 - 4,1" - 4,2 8 + 4,1 8 80,6 - 5,8 8 74,8 8 + 8,3 -10,4 8 + 1,8 8 92,7 -14,9 8 77,8 8 +12,2 + 8,8 + 8,6 90,5 - 5,9 84,6 - 2,2 - 1,2 - 2,1 89,6 - 7,2 82,4 - 0,9 - 0,7 - 1,7 88,6 - 7,7 80,9 - 1,0 - 2,5 - 0,1 -10,5 80,5 + 2,4 91,0 + 4,4 + 2,7 - 1,7
Kapitaaltransacties van de overheid met het buitenland
Staat
(7)
Andere
2
(8)
Herfinanviering buiten de geldscheppende instellingen van commereiële vorderingen op het buitenland (gijging : -) (0)
Transacties met het buitenl. 3 (lonend saldo + kapitaaltransacties van de bedrijven en miniculieren) (10) .= (6) - (7) (8) - (9)
Verschil tussen de gegevens van de betalingsbalans [kol. (12)] en die v.d. geldscheppende instel]. [kol.(6)] 4
Goudvoorraad en nettodeviezenpositie volgens de betalingsbalans van de B.L.E.U. 5
(12)
- 3,8 + 0,7 + 1,4 - 3,1 + 3,5 - 5,0 + 2,7 - 3,7 - 1,8 + 0,6 - 2,2
+0,3 -0,2 ... -0,8 +1,7 +0,1 +0,3 ... +0,1 ... +0,4
-0,1 -0,2 -0,4 +0,2 +0,5 -1,1 -1,4 +1,3 -1,7 +1,6 -0,2
+ 2,9 + 1,5 +15,3 - 0,4 - 1,6 + 7,8 + 5,0 + 0,3 + 1,7 - 2,3 + 4,7
+ + +
0,4 0,9 0,8 1,3
+ 0,4 + 2,1 +15,9 - 4,1 + 6,2 + 0,6 + 6,6 - 2,5 - 0,8 + 0,7 + 4,0
- 1,3 + 0,3
+ 2,4 + 1,5
95,4 98,6
-11,6 -14,2
83,8 84,4
+ 4,4 + 3,2
- 0,7 - 2,0
+ 3,7 + 1,2
+ 1,7 + 1,3
... ...
-1,3 ...
+ 3,3 - 0,1
98,6 99,6 102,2
-15,4 -18,9 -23,0
83,2 80,7 79,2
+ 1,0 + 2,6
+11,2
- 3,2 - 4.4 -10,3
- 2,2 - 1,8 + 0,9
- 0,9 + 0,2 + 2,3
... +0,1 +0,1
+0,7 +0,5 -0,1
- 2,0 - 2,6 - 1,4
-
1,0
-
+ + + +
1,6 7,0 8,8
+ 0,3 + 0,6 - 1,5 + 1,3 + 0,7
+1,0 ... +0,1 ... +1,1
-1,4 +1,1 +0,9 -0,6 ...
- 0,8 - 0,6 + 2,1 + 6,3 + 7,0
+ + + +
0,8 0,1 0,3 0,9 1,9
- 0,1 + 1,0 + 1,9 + 7,9 +10,7
0,3 0,3 0,6 0,5 0,5
+ + +
0,7 5,7 2,6 4,9 7,3
0,4 0,2 0,6 0,9 0,3
-
0,7 0,2 3,2 1,2 5,3
Nieuwe reeks 9
20 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal 1961 le kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal
101,8 103,2 105,2 114,8
-23,5 -23,8 -24,2 -26,8
78,3 79,4 81,0 88,0
+ + +
0,4 1,4 2,0 9,6 +12,6
-
1965
113,3 120,4 120,0 122,8
-26,3 -28,0 -29,6 -28,0
87,0 92,4 90,4 94,8
+ +
1,5 7,1 0,4 2,8 + 8,0
+ 0,5 - 1,7 - 1,6 + 1,6 - 1,2
- 1,0 + 5,4 - 2,0 + 4,4 + 6,8
- 3,5 - 1,2 - 0,1 - 0,7 - 5,5
+0,1 +0,8 -0,6 ... +0,3
-2,3 +1,9 -2,2 +1,4 -1,2
+ + + +
+13,2
+ + + +
- 3,1 + 3,3 - 1,2 + 2,7 + 1,7
+ 2,0 - 3,7 - 2,6 - 3,0 - 7,3
-
- 1,1 - 1,0 - 1,6 + 1,0 - 2,7
... ... ... ... ...
+0,3 +0,6 +0,6 -0,4 +1,1
- 0,3 ... - 2,8 - 0,9 - 4,0
+ + + +
1966
1967
1° 2e 3° 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
le 2° 3° 4°
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
119,7 123,0 121,8 124,5
le
kwartaal
124,0 129,3 130,0
26 kwartaal
-26,0 -29,6 -32,3 -35,3
93,7
93,4 89,5 89,2
-33,2 90,8 -36,3 93,0 v-38,8 v91,2
- 0,5 + 5,3
0,5 0,3 0,4 2,6 3,8
- 2,2 - 1,8
0,9
1,1
1,1 0,4 3,8 0,3 5,6
+ 2,4 + 1,9 - 3,2 + 2,1 v- 2,4 v- 1,7
- 2,4 -0,4 - 2,5 ... v- 2,9 v +0,4
4,7 3,9 0,9
3,7
-0,3 + 5,0 -0,9 + 5,5 -2,4 v+ 3,2
0, 1
v+ 1,0 v+ 2,9 v- 1,5 v+ 0,6 v+ 2,6 v+ 0,9
+ 0,7 3° kwartaal 1 Een indeling van de goi dvoorraad en nettodeviezenpositie per voornaamste categorie van vorderingen en verplichtingen wordt gegeven in tabel XIII-2 en, voor de periode 1950-1960, in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting van juli 1961, blz. 20 tot 27. 2 Deze bedragen omvatten inzonderheid de buitenlandse leningen van de lagere overheid en van de administratieve parastatale instellingen en de bewegingen van de door de N.,\LE.N. aangehouden vorderingen in internationale akkoorden (zie noot 7 hierna). 3 Cijfers van deze kolom die, berekend zoals onderhavige tabel het aantoont, worden hernomen in kolom (4) van tabel XIII-8. 4 Dit verschil is gelijk aan : -- de veranderingen van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen van de B.L.E.U. die voortvloeien a) uit de veranderingen van do nettotegoeden van de Luxemburgse banken op de andere landen, België uitgezonderd. b) tot 31 december 1960, uit de veranderingen van de verplichtingen van de Belgische banken aan de Kongolese bedrijven en c) uit de veranderingen van de verplichtingen van de Luxemburgse banken en, tot het tweede kwartaal van 1958, van de Belgische banken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U. [die veranderingen komen voor in kolom (12), maar niet in kolom (6)]. - min, sedert het 3e kwartaal van 1963, de veranderingen van de nettotegoeden van de Belgische banken op de Luxemburgse ingezetenen [die veranderingen komen Voor in kolom (6), maar niet in kolom (12)]. 5 Zie tabellen 1X-1, 2 en 3, rubrieken 6.21 en 6.22. Krachtens de wet van 19 juni 1959 mocht de N.B.B. in haar boeken, als eigen bezit, de vordering aantekenen die de Belgische Staat op het Internationale Mone6 taire Fonds bezit tot terugbetaling van zijn quotum als lid van het Fonds en zulks tot beloop van de door haar, ten gunste van het Fonds en ter ontlasting van de Staat, uitgegeven biljetten, verleende kredieten of gestorte goudbedragen. Een gedeelte van de vordering die de N.B.B. krachtens deze wettelijke beschikkingen boekt, vloeit niet voort uit verrichtingen met het Fonds, doch uit eenvoudige overnamen van vorderingen van de Belgische Staat. Dergelijke overnamen hadden plaats ten bedrage van F 2,8 miljard in het derde kwartaal van 1959 en van F 0,1 miljard in het vierde kwartaal van hetzelfde jaar. In het verloop van de e Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing a [kol. (4) en (6)] wordt met die bedragen geen rekening gehouden. 7 Ten gevolge van de Conventie van 1 juli 1959, kocht de N.M.K.N. van de N.B.B. verscheidene gevestigde vorderingen in betalingsakkoorden af. Deze afkopen verklaren voor ongeveer F 0,6 miljard, de vermindering van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de N.B.B. [kol. (1)] tijdens het derde kwartaal van 1959. Evenals de latere terugbetalingen door het buitenland van afgekochte vorderingen, oefenen ze echter geen invloed uit op het saldo van de transacties met het buitenland opgenomen in kolom (10); in de evolutie van de goudvoorraad en .nettodeviezenpositie worden zij inderdaad gelijkgesteld met kapitaaltransacties van de overheid (andere dan de Staat) met het buitenland en komen dan ook voor in de kolom (8). 8 Tijdens liet derde kwartaal van 1980 werden de deposito's van de Kongolese ingezetenen bij de Belgische banken, waarmee tot dan toe geen rekening kon gehouden worden voor de berekening van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen zoals deze in kolommen (2) en (3) van onderhavige tabel voorkomt, in a bilaterale a of e financiële s buitenlandse rekeningen omgezet; later werd een deel van de financiële rekeningen opnieuw met rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen brachten in de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen tijdens het derde kwartaal van 1960 een louter boekhoudkundige vermindering teweeg van F 1,3 miljard en boekhoudkundige vermeerderingen van 0,8, 0,2, 0,1 en 0,2 miljard respectievelijk in het vierde kwartaal van 1960 en liet eerste, derde en vierde kwartaal van 1961. Deze boekhoudkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de evolutie van de n goudvoorraad en nettodeviezenpositie n na statistische aanpassing a [kol. (5) en (6)]. Vorderingen en 9 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel a Hoofdstuk XII, schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen s van de statistieken van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) ; XLID jaargang, deel I, nr 1, januari 1967.
- 659: -
XIII - 6. - OPGENOMEN BEDRAGEN YAN DE DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE DEPOSITOBANKEN AAN BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND VERLEEND
Zichtbare economische bestemming (Miljarden franken) Kredieten aan bedrijven en particulieren
Kredieten aan het buitenland
Kredieten waarvan Kredieten de zichtbare waarvan economische Specifieke de bestemming van inves- van de financiezichtbare are niet kon worden teringen ring van bouw ec°"" Totaal verkopen ontdekt in indusen van betalingsmische trie, land- transacties leningen en en termijnen van invoer bestemg bouw en in oerosmng i bij de op Koerende niet kon uitvoer kredieten Andere afbetaling goederen afbet3aling wezen worden 4 2 1 ontdekt ( 5) = (7) (8) (t)) (1) (2) (4) (3) (1) tot (5) (5) Specifieke financieringen
Einde van de periode
1962 December
Eindtotaal Totaal
(10) =
(11) =
(7) tot (0) (6) -1- (10)
4,2
5,1
9,1
9,1
52,1
79,6
10,9
4,3
1,5
16,7
96,3
6,1 7,0 7,7
5,9 6,1 6,3
9,8 10,3 10,5
8,7 8,6 9,1
55,1 56,7 61,7
85,6 88,7 95,3
12,9 12,3 12,0
5,4 5,5 4,5
1,4 1,9 2,2
19,7 19,7 18,7
105,3 108,4 114,0
1964 Maart Juni September December
8,6 9,6 10,3 g 10,9
6,5 6,8 6,9 6,9
11,1 12,1. 12,2 12,0
9,7 9,9 9,1 9,9
63,6 64,5 65,9 g 67,1
99,5 102,9 104,4 106,8
13,0 13,8 13,3 14,2
4,3 4,3 4,7 5,3
1,8 1,5 1,6 1,7
19,1 19,6 19,6 21,2
118,6 122,5 124,0 128,0
1965 Maart Juni September December
11,6 12,0 12,2 13,7
6,6 7,2 7,4 8,2
12,1 12,7 12,8 12,8
9,6 10,1 11,3 12,2
66,8 69,7 71,3 75,8
106,7 111,7 115,0 122,7
15,3 16,3 15,5 18,0
6,4 6,9 7,0 7,2
1,5 1,6 1,9 3,1
23,2 24,8 24,4 28,3
129,9 136,5 139,4 151,0
1966 Maart Juni September December
13,8 15,0 16,5 18,2
8,0 8,6 8,9 9,2
13,0 13,4 , 13,7 14,1
12,0 12,4 11,4 13,2
78,3 80,0 83,8 87,9
125,1 129,4 134,3 142,6
17,9 17,9 18,2 19,6
8,1 7,7 7,6 6,7
2,7 2,5 2,5 2,5
28,7 28,1 28,3 28,8
153,8 157,5 162,6 171,4
20,0 22,1
9,2 10,4 10,5
14,1 15,0 15,1
11,9
92,3
g 11,7
q 95,2
7,4 7,4 6,7
29,2 32,7
98,2
19,6 21,8 22,1
2,2 3,5
11,4
147,5 154,4 157,5
3,4
32,2
176,7 187,1 189,7
1963 Juni 5 September December
1967 Maart Juni September
-
5
22,3
t Kredieten toegestaan in het kader van de wetten van 24 mei 1050, 17 juli 1059, 18 juli 1959, 15 februari 1961 en 14 juli 1966 (gesubsidieerde en/of gewaarborgde kredieten), en niet- a gesubsidieerde en/of gewaarborgde n kredieten waarvan ten minste een deel een oorspronkelijke looptijd heeft van 5 jaar of meer, op voorwaarde evenwel dat het geen zuiver commerciële kredieten betreft, noch kredieten hoofdzakelijk bestemd voor de financiering van (le bouw of de aankoop van woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, enz. 2 Kredieten aan ondernemingen die tot maatschappelijk doel hebben de oprichting van gebouwen en/of liet uitvoeren van werken van burgerlijke bouwkunde, kredieten aan immobiliënvennootschappen en kredieten die vooral bestemd zijn voor liet financieren van de aankoop of de bouw van woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, enz. 3 Kredieten aan de kopers en verkopers op afbetaling (ongeacht of de banken al dan niet bij het verkoopcontract zijn tussenbeide gekomen), rechtstreeks door do banken toegestane persoonlijke leningen en door de banken aan de financieringsmaatschappijen verleende kredieten. 4 Inclusief de promessen op het buitenland, die in tabel XIII-7 begrepen zijn in kolom (2) e Handelspapier e. 5 Inclusief liet papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden gelild omdat die dag een zaterdag of een feestdag wee. N. 11. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XL1Te jaargang, deel 1f, nr 3, september 1967, blz. 243.
XIII - 7. - OPGENOMEN BEDRAGEN YAN DE DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE DEPOSITOBANKEN VERLEEND AAN BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND Vorm en houderschap (Miljarden franken) Kredieten bij hun oorsprong door de depositobanken verleend Einde van de periode
Bankaccepten
Handels papier
Voorschotten
(1 )
(2)
(3)
Totaal (4) --(1) tot (3) = (7) + (11)
Pro memone
Kredieten ondergebracht bij de depositobanken
Kredieten ondergebracht buiten de depositobanken 1 Bankaccepten
handelspapier
Totaal
Bankaccepten
Handelspapier
(5)
(0)
I (7) = , (5) + (0)
(8)
(0)
Andere kredieten onderTotaal Voorgebracht schotten bij de , (11) -+- banken 2 (12) 1(8) tot (10) (10)
A. Kredieten aan bedrijven en particulieren 1963 Juni 3 September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December
.
..
9,1 9,1 9,3 9,9 10,3 9,5 10,3 9,9 10,6 11,7 12,6 12,3 12,6 11,7 13,8 12,3 12,0 11,1
1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni September
39,3 39,9 43,6 46,1 47,8 48,0 48,7 48,5 50,7 50,6 55,3 55,3 57,3 57,9 65,5 65,7 69,1 71,9
37,2 39,7 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8
85,6 88,7 95,3 99,5 102,9 104,4 106,8
48,3 50,4 52,7 54,8
106,7 111,7 115,0 122,7
57,5 59,5 64,7 63,3 69,5 73,3 74,5
125,1 129,4 134,3 142,6 147,5 154,4 157,5
5,2 5,7 6,7 6,9 7,5 5,5 4,7 3,0 4,8 2,1 7,0 4,7 5,2 4,7 6,4 5,1 6,0 4,3
6,6 5,6 6,1 7,9 7,8 8,4 7,4 8,2 7,6 8,6 9,8
11,8 11,3 12,8
3,9 3,4 2,6
32,7 34,3 37,5
14,8 15,3 13,9 12,1
38,2 40,0 39,6 41,3
9,9 10,1 9,5 10,3 9,4 11,0 11,0
J4,6 15,3 14,2 16,7
3,0 2,8 4,0 5,6 6,9 5,8 9,6 5,6 7,6 7,4 7,0 7,4
14,5 17,0 15,3
7,2 6,0 6,8
56,3 58,1 60,9
3,2 2,7 2,7
2,6 3,0 3,1
2,5 3,0 3,6 4,8 5,6 4,3 4,3 5,2 6,3 4,6 6,0 5,6 5,4 7,5 8,3
3,5 3,1 3,4 3,8 4,0 3,8 4,2 4,4
11,2 12,4 10,7 16,8
40,3 43,1 42,0 45,5 45,4 47,2 48,4 55,2
48,3 50,4 52,7 54,8
73,8 77,4 82,5 84,7 87,6 90,5 94,7 95,5 99,3 104,3 105,9
57,5 59,5 64,7 63,3 69,5 73,3 74,5
110,5 114,1 120,1 125,9 133,0 137,4 1.42,2
5,4 5,5 4,5 4,3 4,3 4,7 4,0
11,2 11,2 10,3
5,1 5,8 5,8 6,6
37,2 39,7 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8
0,2 0,1 0,1 • 0,1
B Kredieten aan het buitenland 1 . 963 Juni 3 September December
9,9 9,4 9,5
1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December
9,6 10,4 9,9 11,0
1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni September
11,8 12,6 11,8 14,4
3
14,1 13,8 13,6 15,0 14,3 16,4 16,1
4,4 4,8 4,7 5,2 4,9 5,0 6,2 6,3 6,4 6,8 7,3 6,9 6,9 7,2 7,6 8,5 9,6 9,7
5,4 5,5 4,5
19,7 19,7 18,7
4,3 4,3 4,7 4,0 5,1 5,8 5,8 6,6 7,7 7,4 7,5 6,2 6,4 6,7 6,4
19,1 19,6 19,6 21,2 23,2 24,8 24,4 28,3 28,7 28,1 28,3 28,8 . 29,2 32,7 32,2
6,7 6,7 6,8 7,1 7,4 6,3 6,2 6,2 8,3 7,5 9,2 7,8 9,2 7,6 9,4 8,9 8,9 7,8
1,8 1,8 1,6 1,7 1,8 1,6 2,4 2,3 2,6 2,6 2,9 2,5 2,7 2,4 2,6 2,7 3,5 3,9
8,5 8,5 8,4 8,8 9,2 7,9 8,6 8,5 10,9 10,1 12,1 10,3 11,9 10,0 12,0 11,6 12,4 11,7
10,3 10,4 11,7 12,6
4,4 4,2 4,8 5,0
7,7 7,4 7,5 6,2
14,7 13,9 14,3 16,2 18,4 16,2 18,3 16,8
5,8 6,1 5,8
6,4 6,7 6,4
17,6 20,3 20,5
35,3 37,3 40,6 41,7 43,1 43,0 45,1 44,3 46,9 46,2 49,9
42,6 45,2 46,9 47,8 49,1 51,6 51,8 53,4 56,2 58,5 61,4
85,0 88,6 92,8 95,0 98,0 102,2 107,3
49,8 51,4 53,2 60,2 62,1 64,2 66,7
65,2 66,9 72,2 69,5
128,9 130,3 138,4 142,7
75,9 80,0 80,9
150,6 157,7 162,7
0, 1
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
C. Totaal 1963 Juni 3 September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni September
3
19,0 18,5 18,8 19,5 20,7 19,4 21,3
43,7 44,7 48,3 51,3 52,7 53,0 54,9
21,7 23,2 23,5 27,0 26,4 26,4 25,3 28,8
54,8 57,1 57,4 62,6 62,2 64,2 65,1 73,1 74,2 78,7 81,6
26,6 28,4 27,2
42,6 45,2 46,9 47,8 49,1 51,6 51,8 53,4 56,2 58,5 61,4 65,2 66,9 72,2 69,5 75,9 80,0 80,9
105,3 108,4 114,0 118,6 122,5 124,0 128,0 129,9 136,5 139,4 151,0 153,8 157,5 162,6 171,4 176,7 187,1 189,7
11,9 12,4 13,5 14,0 14,9 11,8 10,9 9,2 13,1 9,6 16,2 12,5 14,4 12,3 15,8 14,0 14,9 12,1
8,4 7,4 7,7
20,3 19,8 21,2
9,6 9,6 10,0 9,8
23,6 24,5 21,8 20,7
10,5 10,2 11,2 12,7 12,4 12,8 11,9 12,9 12,1 14,5 14,9
19,7 23,3 20,8 28,9
7,1 6,1 5,3 5,5 5,8 7,6 10,4 12,5 10,1 13,9 10,8
24,9 27,2 24,2 28,7 26,1 29,4 27,0
13,9 12,0 13,0 13,0 12,6 13,5 15,1
110,2 113,2 118,6 122,1
0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2
1 Die kredieten zijn hoofdzakelijk ondergebracht bij de Nationale Bank van Belg'ë, bij 1 et Herdiscontering- en Waarborginstituut, bij andere Bel ai scb e financiële instellingen en in het buitenland. 2 Het gaat hier om handelspapier. 3 Incl. het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geïnd omdat die dag een zaterdag of een feestdag was. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Doclimentatie en Voorlichting, MAI° jaargang, deel 11, nr 3, september 1007, blz. 243. N,
XIII • 8. - DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN AAN BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND, ONDERGEBRACHT BIJ DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (miljarden franken) Kredieten bij hun oorsprong door de Nationale Bank verleend (rechtstreekse kredieten)
Algemeen totaal
Geherdisconteerde wissels
Einde van de periode Handelspapier
Voorschotten
Totaal
Bankaccepten
Handels. papier
Totaal
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
(1)
(2)
(8) = (1) + (2)
(4)
(5)
(0) = (4) + (5)
(7)
(8)
(0)
Totaal (1 0 ) = (7) tot (g) = (3) + (6)
A. Kredieten aan bedrijven en particulieren 1963 Juni 1 September December
1,2 1,0 2,2
1,2 1,0 2,2
0,5 1,7
1,3 0,5 1,3
1,3 1,0 3,0
0,5 1,7
2,5 1,5 3,5
2,5 2,0 5,2
1964 Maart Juni September December
1,8 1,4 1,0 1,7
1,8 L,4 1,0 1,7
0,9 0,6 0,1
1,2 1,9 1,8 0,9
1,2 2,8 2,4 1,0
0,9 0,6 0,1
3,0 3,3 2,8 2,6
3,0 4,2 8,4 2,7
1965 Maart juni September December
2,1 1,7 1,5 1,8
2,1 1,7 1,5 1,8
2,7
0,3 0,4 0,6 1,1
0,3 0,6 0,6 3,8
2,7
2,4 2,1 2,1 2,9
2,4 2,3 2,1 5,6
1966 Maart Juni September December
1,7 1,4 1,2 1,9
1,7 1,4 1,2 1,9
0,2 1,7 1,7 4,0
0,8 1,4 1,9 2,0
1,0 3,1 3,6 6,0
0,2 1,7 1,7 4,0
2,5 2,8 3,1 3,9
2,7 4,5 4,8 7,9
1967 Maart Juni September
1,8 1,4 1,2
1,8 1,4 1,2
0,8 0,2
0,5 1,1 1,1
1,3 1,3 1,1
0,8 0,2 • • •
2,3 2,5 2,3
3,1 2,7 2,3
3,1 3,8 4,1
3,0 3,7 4,0
0,1 0,1 0,1
3,1 3,8 4,1
3,0 4,7 4,3 4,3
3,0 4,5 4,3 4,1
0:2
1,8 6,2 2,8 6,7
1,8 6,0 2,8 6,5
0,2
0,2
Kredieten aan het buitenland 1.963 Juni 1 September December
3,0 3,7 4,0
1964 Maart Juni September December
3,0 4,5 4,3 4,1
0,1 0,1 0;1 0,2
0,2
3,0 4,7 4,3 4,3
0,2
1,8 6,2 2,8 6,7
4,7 6,8 5,8 7,2
0,2 0,6 0,4 0,4
4,9 7,4 6,2 7,6
6,9 6,8 2,7
6,6 6,1 2,7
0,3 0,7
6,9 6,8 2,7
1965 Maart Juni September December
1,8 6,0 2,8 6,5
1966 Maart Juni September December
4,7 6,8 5,8 7,2
0,2 0,6 0,4 0,4
4,9 7,4 6,2 7,6
1967 Maart Juni September
6,6 6,1 2,7
0,3 0,7
0, 2
0,2
0,2
C. Totaal 1963 Juni 1 September December
1,2 1,0 2,2
1,2 1,0 2,2
3,0 4,2 5,7
1,4 0,6 1,4
4,4 4,8 7,1
3,1) 4,2 5,7
2,6 1,6 3,6
5,6 5,8 9,3
1964 Maart Juni September December
1,8 1,4 1,0 1,7
1,8 1,4 1,0 1,7
3,0 5,4 4,9 4,2
1,2 2,1 1,8 1,1
4,2 7,5 6,7 5,3
3,0 5,4 4,9 4,2
3,0 3,5 2,8 2,8
6,0 8,9 7,7 7,0
1965 Maart Juni September December
2,1 1,7 1,5 1,8
2,1 1,7 1,5 1,8
1,8 6,2 2,8 9,2
0,3 0,6 0,6 1,3
2,1 6,8 3,4 10,5
1,8 6,2 2,8 9,2
2,4 2,3 2,1 3,1
4,2 8,5 4,9 12,3
1966 Maart Juni September December
1,7 1,4 1,2 1,9
1,7 1,4 1,2 1,9
4,9 8,5 7,5 11,2
1,0 2,0 2,3 2,4
5,9 10,5 9,8 13,6
4,9 8,5 7,5 11,2
2,7 3,4 3,5 4,3
7,6 11,9 11,0 15,5
1967 Maart Juni September
1,8 1,4 1,2
1,8 1,4 1,2
7,4 6,3 2,7
0,8 1,8 1,1
8,2 8,1 3,8
7,4 6,3 2,7
2,6 3,2 2,3
10,0 9,5 5,0
' Tnel. het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geind omdat die dag een zaterdag of een feestdag was. N. .1i. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, .XLITe jaargang, deel II, nr 3, september 1967, blz. 248.
XIII - 9. - OPGENOMEN BEDRAGEN VAN DE DISCONTOKREDIETEN, VOORSCHOTTEN EN ACCEPTKREDIETEN BIJ HUN OORSPRONG DOOR DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN VERLEEND AAN BEDRIJVEN EN PARTICULIEREN EN AAN HET BUITENLAND (Miljarden franken) Kredieten bij hun oorsprong door de geldscheppende instellingen verleend 1
Einde van de periode
'Potaal Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
•
(1)
(2)
(4) = (1) tot (8) = (7) -I- (11)
(3)
Kredieten ondergebracht buiten de geldscheppende instellingen
Kredieten ondergebracht bij de geldscheppende instellingen
Pro memorie
:
Andere kredieten ondergebracht Totaal bij de geldscheppende instelhingen (11) = (8) tot (10) (12)
Bankaccepten
Handelspapier
Totaal
Bankaccepten
Handelspapier
Voorschotten
(5)
(0)
(7) = (5) -I- (6)
(8 )
(0)
(10)
4,0 3,9 4,6 3,1 3,7 4,6 6,0 6,9 6,4 9,7 8,7 8,1 9,1 8,8 11,6 8,0 6,3 7,2
35,7 36,3 41,8 41,8 43,7 42,8 44,4 43,3 45,6 44,5 49,0 48,4 50,4 51,7 59,8 58,8 60,8 63,8
37,2 39,7 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8 48,3 50,4 52,7 54,8 57,5 59,5 64,7 63,3 69,5 73,3 71,5
5,3 4,6 4,1 5,6 4,5 3,5 4,2 6,5 4,5 6,8 5,3 5,1 4,5 3,8 4,3 4,7 5,6 8,0
6,3 6,5 6,9 5,7 7,5 8,0 9,0 7,5 10,4 7,5 11,8 11,3 11,4 11,8 12,9 12,0 13,6 11,8
2,7 3,1 3,2 3,5 3,3 3,4 4,0 4,1 4,1 4,3 4,6 4,6 4,8 5,2 5,4 6,1 6,8 6,0
5,4 5,5 4,5 4,3 4,3 4,7 4,0 5,1 5,8 5,8 6,6 7,7 7,4 7,5 6,2 6,4 6,7 6,4
14,4_ 15,1 14,6 13,5 15,1 16,1 17,0 16,7 20,3 17,6 23,0 23,6 23,6 24,5 24,5 24,5 27,1 24,2
15,2 14,4 12,8 18,5 16,6 14,6 14,5 16,8 15,5 16,4 17,3 17,9 16,3 14,1 14,1 17,7 21,0 21,2
10,3 10,4 11,5 8,8 11,2 12,6 15,0 14,4 16,8 17,2 20,5 19,4 20,5 20,6 24,5 20,0 19,9 19,0
38,4 39,4 45,0 45,3 47,0 46,2 48,4 47,4 49,7 48,8 53,6 53,0 55,2 56,9 65,2 64,9 67,6 69,8
42,6 45,2 46,9 47,8 49,1 51,6 51,8 53,4 56,2 58,5 61,4 65,2 66,9 72,2 69,5 75,9 80,0 80,9
91,3 95,0 103,4 101,9 107,3 110,4 115,2 115,2 122,7 124,5 135,5 137,6 142,6 149,7 159,2 160,8 167,5 169,7
A. Kredieten aan bedrijven en particulieren 1963 Juni 4 September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 1967 Maart Juni September
4
9,1 9,1 9,3 9,9 10,3 9,5 10,3 9,9 10,6 11,7 12,6 12,3 12,6 11,7 13,8 12,3 12,0 11,1
40,5 40,9 45,8 47,9 49,2 49,0 50,4 50,6 52,4 52,1 57,1 57,0 58,7 59,1 67,4 67,5 70,5 73,1
37,2 39,7 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8 48,3 50,4 52,7 54,8 57,5 59,5 64,7 63,3 69,5 73,3 74,5
9,9 9,4 9,5 9,6 10,4 9,9 11,0 11,8 12,6 11,8 14,4 14,1 13,8 13,6 15,0 14,3 16,4 16,1
4,4 4,8 4,7 5,2 4,9 5,0 6,2 6,3 6,4 6,8 7,3 6,9 6,9 7,2 7,6 8,5 9,6 9,7
5,4 5,5 4,5 4,3 4,3 4,7 4,0 5,1 5,8 5,8 6,6 7,7 7,4 7,5 6,2 6,4 6,7 6,4
86,8 89,7 97,5 101,3 104,3 105,4 108,5 108,8 113,4 116,5 124,5 126,8 130,8 135,5 144,5 149,3 155,8 158,7
5,1 5,2 4,7 6,8 6,6 4,9 4,3 3,0 4,2 2,0 3,9 4,2 3,5 2,9 2,2 4,3 5,7 3,9
4,8 4,6 4,0 6,1 5,5 6,2 6,0 7,3 6,8 7,6 8,1 8,6 8,3 7,4 7,6 8,7 9,7 9,3
9,9 9,8 8,7 12,9 12,1 11,1 10,3 10,3 11,0 9,6 12,0 12,8 11,8 10,3 9,8 13,0 15,4 13,2
76,9 79,9 88,8 88,4 92,2 94,3 98,2 98,5 102,4 106,9 112,5 114,0 119,0 125,2 134,7 136,3 140,4 145,5
0,2 0,1 0,1 0,1
B. Kredieten aan het buitenland 1963 Juni 4 September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 4 1967 Maart Juni September
19,7 19,7 18,7 19,1 19,6 19,6 21,2 23,2 24,8 24,4 28,3 28,7 28,1 28,3 28,8 29,2 32,7 32,2
3,6 2,9 2,6 3,9 2,9 1,9 2,0 4,3 2,2 4,3 2,6 2,8 2,4 1,8 2,1 2,3 2,8 4,3
1,7 1,7 1,5 1,7 1,6 1,6 2,2 2,2 2,3 2,5 2,7 2,3 2,1 2,0 2,2 2,4 2,8 3,7
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
C. Totaal 1963 Juni 4 September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 4 1967 Maart Juni September
19,0 18,5 18,8 19,5 20,7 19,4 21,3 21,7 23,2 23,5 27,0 26,4 26,4 25,3 28,8 26,6 28,4 27,2
44,9 45,7 50,5 53,1 54,1 54,0 56,6 56,9 58,8 58,9 64,4 63,9 65,6 66,3 75,0 76,0 80,1 82,8
42,6 45,2 46,9 47,8 49,1 51,6 51,8 53,4 56,2 58,5 61,4 65,2 66,9 72,2 69,5 75,9 80,0 80,9
106,5 109,4 116,2 120,4 123,9 125,0 129,7 132,0 138,2 140,9 152,8 155,5 158,9 163,8 173,3 178,5 188,5 190,9
8,7 8,1 7,3 10,7 9,5 6,8 6,3 7,3 6,4 6,3 6,5 7,0 5,9 4,7 4,3 6,6 8,5 8,2
6,5 6,3 5,5 7,8 7,1 7,8 8,2 9,5 9,1 10,1 10,8 10,9 10,4 9,4 9,8 11,1 12,5 13,0
0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2
1 Kredieten bij hun oorsprong verleend door d depositobanken [kolom (4) van tabel XIII-7) en door de Nationale Bank van België [kolom (3) van tabel XIII-8]. 2 Kredieten ondergebracht bij de depositobanken, bij de Nationale Bank van België, bij het Gemeentekrediet van België en bij het Herdiscontering- en Waarborginstituut (kredieten welke deze instelling door een beroep op de geldscheppende instellingen financiert). 3 Het gaat hier om handelspapier. 4 Incl. het papier dat op de laatste dag van de maand verviel en dat niet kon worden geind omdat die dag een zaterdag of een feestdag was. N. B. - Voor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XLI1e jaargang, deel II, nr 3, september 1867, blz. 243.
XIII
-
10.
-
BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (19 51 19 59) -
(miljoenen franken) Posten
1951 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december
ACTIVA Goudvoorraad Tegoed op het buitenland ........ ...... Te ontvangen deviezen en goud Vorderingen op het buitenland in het kader van betalingsakkoorden : a) E.B.U. b) landen, leden van de E.B.U. c) landen, leden van het E.M.A. d) andere landen Debiteuren termijnverkopen dev. en goud Handelspapier op België Voorschotten op onderpand Mobilisering van spec. rekeningen E.B.U (K.B. van 22-3.1952 en 26-7-1952) Overheidseffecten (art. 20 der statuten Overeenkomsten van 14 september 1948 en 15 april 1952) : a) schatkistcertificaten b) papier uitgegeven door instellingen waarvan de verbintenissen door de Staat gewaarborgd zijn c) andere overheidseffecten Rekening-courant van de Schatkist Deel- en pasmunt Tegoed bij de Dienst der Postchecks Rekening A Rekening B Geconsolideerde vordering op de Staat (art. 3, § b van de wet v. 28 juli 1948) Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Te innen waarden Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen
31.771 178
35.180 1.431 2.492
38.787 903 1.994
38.911 3.338
46.385 259
46.247 995 2.986
45.767 1.923 350
63.487 1.415 280
15.202 4.709
14.951 1.640
13.440 942
8.596 709
9.138 712
9.743 422
6.825 1.744
868 2.170 8.890 345
646 1.476 9.152 394
304 20 8.319 721
580 1.448 9.511 291
821 1 8.399 210
772 89 11.395 453
879 1.464 14.384 2.726
7.806 1.312 44 774 72 4.103 510
166
227
6.460
6.035
7.970
7.895
8.800
5.900
6.615
7.840
1.824 69
445 225
1.183 44
783 118
1.836 89
42
11
70
202
345
247
548
700 1
690 1
1 1.325 673
650
1
2
1.018
2 803
2 468
2 240
34.860 1.221 365 740
34.763 1.478 167 889
34.660 1.678 130 9G7
34.660 1.792 151 1.061
34.660 1.914 171 1.179
34.660 2.072 395 1.318
34.456 2.239 210 1.416
34.243 2.379 175 1.468
633 165 111.691
674 225
707 270 112.826
744 176 111.880
810 224 115.285
885 197 121.145
957 244 124.241
1.003 239 127.813
1
113.579
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant en diversen : gewone rekening rekeningen Akkoord voor Econ. Samenwerking . Schatkist < buitengewone conjunctuurtaks (Wet van 12-3-1957) Organismen door een bijzondere wet beheerd en openbare besturen Banken in België Banken in het buitenland : gewone rekeningen Particulieren Te betalen waarden Verbintenissen tegenover het buitenland In het kader van betalingsakkoorden : a) landen, leden van de E.B.U. b) landen, leden van het E.M.A. c) andere landen Totaal der verbintenissen op zicht Speciale provisie : voor E.B.U.-voorschotten : a) speciale rekeningen (K. B. van 15-9-1951,22-3-1952 en 26-7-1952) b) Schatkist c) Overeenkomst van 14-9-54 : N.M.K.N. Te leveren deviezen en goud Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen Kapitaal Reservefonds : a) Statutaire reserve b) voorzorgsfonds c) rekening der afschrijvingen op gebouwen, materieel en meubelen Te verdelen nettowinst
94.967
97.784
101.592
102.679
107.556
111.533
112.670
117.353
30
24
27
29
11
11
19
8
1.044
1.341
193
88
57
28
20
--
--
--
--
--
--
--
209
632
310 1.805
405 2.446
364 2.143
269 1.997
277 1.888
320 1.663
524 2.546
313 2.876
475 393 831
476 253 447
920 261 465
1.035 280 362
171 348 390
229 321 450
179 340 654
181 174 474
644 -1.120
1.471 879
695
101.619
105.526
107.012
231 137 302 122.681
1.079
3.872
2.817
4.057
__
-2.478 633 122 400
--
352 --
71 --
462 107.272
277
752
268
--
--
--
747
273
268
111.722
115.580
117.697
--
--
--
--
-
__
--
__
__
__
__
-1.483 674 106 400
-32 707 200 400
-1.498 744 143 400
-71 810 284 400
275 1.551 885 289 400
475 1 850 957 537 400
500 370 1.003 446 400
208 228
232 234
256 243
283 243
315 245
349 247
385 248
425 264
616 251
789 263 113.579
867 292 112.826
961 336 111.880
1.079 359 115.285
1.208 361 121.145
1.306 386 124.241
1.353 381 127.813
111.691
N. 13. - Het Jaarverslag van de N.13.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Eet geeft eveneens een bekoop e toelichting bij de voornaamste halansposten.
- 659 -
XIII • 10. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (sedert 19 59) (miljoenen franken)
Posten
1964 1966 1961 1962 1963 1965 1959 1960 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december
ACTIVA Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische franken Internationale akkoorden (Wetten van 28.7-1948 en 19-6-1959) : a) E.B.U. b) E.M.A. c) I.M.F. - Deelneming - Leningen d) andere akkoorden Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten (Art. 20 der statuten. Overeenkomsten van 14-9-1948, 15-41952 en 1-2-1963) Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Diversen Orderekening : Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
56.693 4.407 224
5.536 4.388 --
58.525 12.605 6.775
3.509 ... 4.388
62.424 20.432 6.856
413 7.989
--
--
08.248 12.848 2.935
251 ... 6.738
68.566 21.532 10.924
72.555 26.996 9.260
77.913 21.864 9.682
76.233 21.405 11.477
1.500
1.500
1.500
1.500
118
62 ... 8.716 1.500 ...
7 ... 12.230 3.375 6
7.064 --
--
15.189 3.375
26.397 21.376 7.001 12.295 - 625- 34
21.311 15.503 338
9.825 397 2
9.025 455 1
9.575 302 2
34.000 2.703 1.657
34.000 2.793 1.112
34.000 2.953 1.788
34.000 3.197 1.909
1.430 1.186 192.241
1.593 1.215 206.149
1.804 1.509
168.594
1.278 1.778 163.210
211.817
2.035 1.640 218.991
2.170
1.911
1.500
1.450
1.362
1.350
1.205 7.560 102
11.821 6.773 51
18.494 5.086 74
12.341 10.083 3.022
21.093 9.290 1.655
8.215 645 2
6.040 617
1
6.515 490 2
5.140 326 2
9.275 247 1
34.030 2.469 1.508
34.000 2.519 1.519
34.000 2.568 1.539
34.000 2.627 1.593
1.032 515
1.168 544
128.531
1.075 698 150.916
1.512
2.114
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant : gewone rekening buitengewone conjunctuurtaks (Wet van Schatkist 12-3-1957) speciale rekening vereffening E.B.U. Banken in het buitenl. : gew. rekening. Diverse rekeningen-courant internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A. b) andere akkoorden
118.325
124.091
129.078
138.481
150.508
160.286
170.269
175.311
7
24
1
5
3
5
18
12
494
185
25
27
17
12
14
13
1
... 308 2.606
... 445 8.338
... 387 3.474
... 309 3.298
... 329 1.651
... 394 2.337
390 2.281
200 365
- 128 325
138.452
126 333 154.594
262 217
122.808
185 413 142.972
161 383
Totaal der verbintenissen op zicht
249 263 ]27.726
162.827
173.511
178.460
1.436 1.032 767 400 2.088 128.531
18.644 1.075 938 400 2.133 150.916
25.376 1.168 1.007 400 2.191 168.594
15.271 1.278 1.016 400 2.273 163.210
32.000 1.430 1.453 400 2.364 192.241
1.253 35.707 1.593 1.849 400 2.520 206.149
31.151 1.804 2.187 400 2.764 211.817
32.800 2.035 2.366 400 2.930 218.991
1.512
2.114
2.170
1.911
1.500
1.450
1.362
1.350
Belgische banken, monetaire reserve Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15) N. B.
-
252 3.161 344 224
Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaamste balansposten.
XIII - 10. - WEEKSTATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (miljoenen franken)
Posten
1966 5 september
1967 1 september
1966 10 oktober
1967 t) oktober
1966 7 november
1967 6 november
1966 5 december
1967 december
76.219 23.885 11.782
75.519 36.014 15.162
76.237 23.025 11.869
75.506 36.792 13.205
1.500
3.000
ACTIVA Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische franken ..... ...... ........... Internationale akkoorden (Wetten van 28.7-1948 en 19-6-1959) : e) E.M.A. ..... .• ......... •• ••• • b) I.M.F. : - Deelneming - Leningen 1 cl andere akkoorden Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten (Art. 20 der statuten. Overeenkomst van 14-9-1948) Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel ............... .......... ........ Diversen Orderekening : Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding (Schoolpakt, wet van 29-5-1959, artikel 15)
76.431 24.068 9.384
75.776 34.435 14.750
1.500
15.189 3.375
76.240 23.584 10.030
75.671 35.742 14.770
1.500
15.146 1.875
15.189 3.375
1.500
15.291 1..875
15.189 3.375
15.136 1.875 225
15.189 3.375
14.236 :1.875
171 23.188 9.200 2.906
33.613 5.840 2.517
23.161 8.853 253
34.747 6.776 2.524
23.625 9.148 202
35.116 5.612 2.158
22.774 9.379 577
36.467 2.972 1.472
8.175 406 1
7.525 286 2
9.925 422 2
3.300 601
9.150 407 1
3.450 406 2
9.100 385 1
7.125 394 t
34.000 3.197 1.788
34.000 3.367 1.909
34.000 3.197 1.788
34.000 3.366 1.909
34.000 3.192 1.788
34.000 3.363 1.909
34.000 3.197 1.788
34.000 3.366 1.909
1.904 2.240 216.952
2.144 2.012 235.197
1.911 2.338 215.768
2.163 2.110 235.017
1.918 1.989 217.370
2.163 2.007 234.117
1.921 2.293 216.610
2.164 2.215 236.699
671
856
513
703
1.042
1.253
1.507
1.770
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant : gewone rekening buitengewonemijuncbu Schatkist tuurtaks (Wet van 12-3-1957) Banken in het buitenl. : gew. rekening. Diverse rekeningen-courant Internationale akkoorden (Wetten van 28-7.1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A. b) andere akkoorden
174.685
176.017
172.513
174.953
172.114
173.119
171.791
173.042
19
23
11
11
5
19
2
2
13 329 737
13 341 1.612
13 320 724
13 298 1.167
13 330 683
12 320 1.220
13 310 752
10 337 4.145
91 285
125 148
139 375
125 110
126 347
Totaal der verbintenissen op zicht
176.159
178.279
174.095
176.677
173.618
79 103 174.872
93 355 173.316
:188 145 177.869
32.600 1.904 3.092 400 2.797 216.952
48.524 2.144 2.883 400 2.967 235.197
33.231 1.911 3.334 400 2.797 215.768
49.704 2.163 3.106 400 2.967 235.017
35.434 1.918 3.203 400 2.797 217.370
671
856
513
703
1.042
Belgische banken, monetaire reserve Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen
...
...
50.498 2.163 3.217 400 2.967
...
...
234.117
34.681 1.921 3.495 400 2.797 216.610
49.887 2.164 3.412 400 2.967 236.699
1.253
1.507
1.770
Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (Schoolpakt, wet van 29-5-1959, artikel 15)
1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van 4.1.1963. Overeenkomst d.d. 1-2-19133). N. B. - Het Jaarverslag van de Nationale Bank van Belgili bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij de voornaamste balansposten.
•
- 661 XIII - 11. - VERRICHTINGEN IN POSTREKENING Bron : Bestuur der Postehecks. Debet
Credit Duizenden rekeningen
Totaal tegoed
Tegoed van particulieren 2
(daggemiddelden)
Stortingen en diversen
Giro's
Cheques en diversen
Giro's
Algemene beweging
(maandgemiddelden of maanden)
3
(einde tijdvak)
(
Percentages van de verrichtingen uitgevoerd zonder gebruik van chartaal geld
miljarden franken)
1959
819
33,1
25,1
39,4
97,9
39,1
97,9
274,3
91
1960
855
37,1
27,0
42,5
103,3
41,6
103,3
290,7
92
1961
882
40,3
29,2
45,7
111,2
46,1
111,2
314,2
92
1962
907
43,4
31,7
49,7
118,4
49,4
118,4
335,9
92
1963
933
47,9
34,8
54,8
130,5
54,6
130,5
370,4
92
1964
956
50,5
36,8
62,8
147,4
62,2
147,4
419,8
93
981
54,1
38,8
72,4
163,7
72,2
163,7
472,0
93
1966
988
58,4
40,7
81,6
182,3
81,1
182,3
527,3
93
1966 le kwartaal
984
57,3
40,4
75,1
174,5
76,7
174,5
500,8
93
2e kwartaal
985
57,8
40,9
81,4
181,8
80,6
181,8
525,5
93
3e kwartaal
990
59,5
40,9
83,5
185,8
84,6
185,8
539,5
93
40 kwartaal
994
58,9
40,8
86,2
187,3
82,4
187,3
543,3
93
89,0
193,6
562,1
94
1965
-
1967 le kwartaal
995
60,3
41,0
86,1
193,6
2 0 kwartaal
995
59,1
41,2
89,6
193,4
89,3
193,4
565,6
93
3e kwartaal
998
61,4
41,3
88,8
192,4
89,4
192,4
562,9
93
990
56,6
40,1
79,1
181,6
81,6
181,6
523,9
93
September
993
56,2
40,0
76,0
167,9
75,0
167,9
486,7
93
Oktober
994•
57,9
40,4
84,7
188,3
83,3
188,3
544,5
93
November
994
58,2
40,2
79,4
179,8
80,5
179,8
519,6
94
December
995
60,6
41,8
94,6
193,8
83,5
193,8
565,8
93
995
63,5
41,3
93,4
209,1
101,1
209,1
612,7
94
186,3
83,7
186,3
536,3
94
1966 Augustus
1967 Januari Februari
995
59,4
41,1
80,0
Maart
995
58,1
40,5
84,8
185,3
82,1
185,3
537,4
94
April
995
58,2
40,7
87,2
193,3
86,0
193,3
559,8
93
Mei
994
59,5
41,6
90,1
193,5
92,8
193,5
569,9
93
Juni
995
59,5
41,3
91,4
193,3
89,2
193,3
567,2
93
Juli
996
68,0
41,9
102,8
217,1
103,1
217,1
640,1
93
Augustus
998
58,7
41,0
83,4
185,4
86,1
185,4
540,2
93
93 93
September
1.001
57,6
41,0
• 80,1
174,6
79,0
174,6
508,3
Oktober
1.003
62,0
41,4
92,1
200,6
90,4
200,6
583,7
t Omvat het tegoed van de particulieren en van de Rijksrekenpl chtigen. Deze tegoeden omvatten de vrije tegoeden en, tot en met juni 1961, de effecten van de Muntsaneringslening waarin de definitief geblokkeerde tegoeden werden omgezet; vanaf juli 1961, alleen de vrije tegoeden. De c'jfers over de vrije tegoeden der particulieren per einde tijdvak, worden in de stand van de Staatsschuld gepubliceerd (cf. tabel 8, hoofdstuk XVI van onderhavig Tijdschrift). 3 Gemiddeld tegoed op het einde van elke dag der maand, zowel werkdagen als niet-werkdagen. Voor een zon- of feestdag is het aangeduide tegoed dit van de vorige werkdag. 2
- 662 XIII - 12. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN 1 (miljoenen franken)
Activa 1968 1964 1965 1966 1906 1057 71 december 31 december 31 december 31 december 30 september 30 september
Poeten
19015
31 oktober
1007 31 oktober
A. Spaargelden (art. 15, K.B. 42) B. Beschikbare en vlottende middelen : Activa van de monetaire reserve, speciaal deposito bij de N.B.B. Kas, Nationale Bank, postrekening, N.K.B.K.
1.252 7.851
9.683
]0.493
10.491
4.397
4.755
4.680
4.973
Daggeld
2.095
1.650
3.253
4.743
3.130
4.635
2.596
2.604
Bankiers
16.665
22.926
29.786
41.276
33.413
41.369
37.445
46.852
Moedermaatsch., filialen en dochtermaatschappijen .
6.286
6.379
3.203
9.235
5.917
9.532
7.889
9.424
Andere te innen waarden op korte termijn
8.787
9.559
10.746
15.465
14.961
19.011
17.589
16.816
72.460
84.885 32.375
91.587
106.751
99.396
126.889
37.441 61.955
52.211 74.678
107.206 42.3.19
122.542
39.162 67.589
Wissels a) Overheidspapier b) Handelspapier 2
29.415 43.045
52.510
34.17.5 57.412
Prolongaties en voorschotten op effecten
1.230
1.749
1.348
1.245
1.211
Debiteuren wegens verstrekte accepten
18.784
21.292
26.938
28.785
Diverse debiteuren
45.661
50.802
60.186
Effecten a) Belegde wettelijke reserve b) Belgische overheidsfondsen c) Buitenlandse overheidsfondsen d) Bankaandelen e) Andere fondsen
72.105
74.789
86.447
541 67.875 1.545 1.588
605 69.307 601 1.868 2.408
705 80.181 1.354 1.912 2.295
2.576
3.040
254.500
287.406
Diversen
556
64.887
48.304 74.238
1.377
1.245
:L.479
25.301
27.222
26.859
26.055
68.329
71.146
79.583
70.670
81.857
94.289
94.303
104.814
93.724
108.581
789 87.264 1.896 1.904 2.436
796 87.298 1.741 2.070 2.398
832 96.776 2.425 2.161 2.620
797 86.810 1.751 .1.976 2.390
833 100.686 2.275 2.161 2.626
3.184
4.021
3.617
4.756
3.662
4.483
327.171
384.630
356.792
423.943
373.565
425.666
Niet gestort kapitaal Totaal beschikbare en vlottende middelen
C. Vastgelegde middelen : Oprichtings- en eerste inrichtingskosten Gebouwen Participaties in dochtermaatsch. voor immobiliën
18
43
68
56
52
71
52
98
1.434
2.134
2.714
3.021
3.006
3.103
3.L19
3.120
255
73
260
258
261
262
261
262
115
78
130
81
131
Vorderingen op dochtermaatsch. voor immobiliën
336
60
89
Materieel en meubilair
289
341
375
457
421
479
452
485
Totaal vastgelegde middelen
2.332
2.651
3.506
3.907
3.818
4.045
3.865
4.096
Totaal der activa
256.832
290.057
330.677
388.537
360.610
427.988
377.430
429.762
t 1)e algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der activa van de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek a Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen a.
Wissels herdisconteerd door de banken bij de N.B.B. en bij de parastatale instellingen ( Uitstaande bedragen in miljoenen franken)
1968 81 december 1964 81 december
8.673 10.973
1965 31 december 1966 31 december
14.404 17.828
I
1966 30 september 1066 31 oktober
15.533 15.575
I
1967 30 september • 1067 31 oktober
18.824 19.680
- 663 XIII - 12. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN 1 (miljoenen franken)
Passiva
1967 1966 1966 1965 1964 1963 31 december 31 december 31 december 31 december 30 september 30 september
Posten
A. Spaargelden (art. 15, K. B. 42)
--
--
--
--
--
--
1966
1967
31 oktober
31 oktober
-
-
B. Opvraagbaar : Schuldeisers gedekt door zakelijke zekerheden a) Schuldeisers gewaarborgd door voorrechten_ b) Schuldeisers bij overeenkomst door zakelijke zekerheden gewaarborgd Daggeld a) Gedekt door reële zekerheden b) Niet gedekt door reële zekerheden Bankiers Moedermaatschappij, filialen en dochterrnaatsch. _. Geaccepteerde wissels Andere te betalen waarden op korte termijn Crediteuren wegens wissels ter incasso Deposito's en crediteuren a) Dadelijk opvraagbaar b) Op hoogstens dertig dágen c) Op meer dan dertig dagen d) Op meer dan één jaar e) Op meer dan twee jaar f) Bankboekjes g) Andere op boekjes ingeschreven deposito's ._
804 -
698 --
589 431
835 494
988
718
1.655
425
287
280
271
237
158
341
701
438
1.384
188
1.406
2.420
3.433
3.365
5.602
6.638
7.004
6.310
1.232 174
1.214 1.206
815 2.618
666 2.699
1.379 4.223
2.150 4.488
1.695 5.309
2.608 3.702
38.661
51.301
57.426
79.174
67.365
87.100
73.138
91.774
7.884
. 7.065
6.062
10.297
7.424
9.135
7.868
8.389
18.784
21.292
26.937
28.786
25.302
27.222
26.860
26.055
4.901
5.287
6.578
8.012
8.416
10.799
12.778
11.298
1.318
1.529
1.356
202.358 91.485 14.060
--
--
1.216
1.254
1.413
1.107
1.566
150.290 81.543 5.159 30.007 1.138 3.049 27.355 2.039
164.568 86.118 9.034 29.915 731 3.020 33.743 2.007
189.447 92.774 11.847 38.487 1.106 3.031 40.179 2.023
213.093 98.921 15.035 46.034 1.364 3.016 46.800 1.923
200.245 90.683 13.478 45.446 1.504 2.944 44.249 1.941
235.993 104.394 50.506 4.519 3.426 55.418 1.852
45.875
11.721
13.068
11.820
13.153
15.878
1.387 2.950 44.668 1.933
233.836 101.588 15.741 51.149 4.470 3.419
55.635 1.834
11.433
11.380
11.371
11.978
672
991
977
955
956
941
956
941
6.809
7.752
8.030
10.350
10.504
13.096
10.930
13.439
242.860
274.008
312.263
367.952
340.089
406.028
356.896
406.976
8.221
9.814
11.245
12.461
12.336
13.208
12.336
13.999
Niet beschikbare reserve wegens uitgiftepremie
838
1.245
1.949
2.298
2.327
2.298
2.327
2.323
Wettelijke reserve (art. 13, K. B. 185)
541
607
705
789
796
832
796
833
4.179
4.197
4.306
4.803
4.832
5.404
4.845
5.413
193
186
209
234
230
218
'230
218
13.972
16.049
18.414
20.585
20.521
' 21.960
20.534
22.786
256.832
290.057
330.677
388.537
360.610
427.988
377.430
429.762
Obligaties en kasbons Nog te storten bedragen op fondsen en participaties Diversen Totaal opvraagbaar
C. Niet opvraagbaar : Kapitaal
Beschikbare reserve Reservefonds Totaal niet opvraagbaar
Totaal der passiva ._
De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der passiva van de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen tender de rubriek a Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen ..
XIII • 13. - GEZAMENLIJKE BETALINGEN DOOR MIDDEL VAN DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN EN VAN TEGOEDEN IN POSTREKENING 1 Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2 (herleid in type-maanden van 25 dagen)
1\laandgeiniddelden per kwartaal 3,2
3.9
DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S
POSTREKENINGEN
2,8
3.5
2,4
3,1
2,7
2.0 1962
1966
1964
1962
Gezamenlijke betalingen herleid tot type-maanden van 25 dagen door middel van i■ laandgemiddelden of maand
direct opeisbar,, bankdeposito's 3
tegoeden in postrekening
4
Totaal
1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal
90,3 99,4 106,9 119,0 132,5 154,7 167,8 191,3 182,1 193,6 186, 3 203,1 206,4 217,8 193,6
83,4 87,2 93,0 99,3 107,1 121,0 135,8 149,3
September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
183,0 189,1 201,9 218,2 211,0 200,0 208,1 206,3 226,2 220,9 208,0 189,5 183,4 215,0
1.966
.
Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2 bruto direct opeisbare bankdeposito's 3
miljarden franken)
1966
1964
1,93 2,09 2,19 2,25 2,25 2,50 2,51 2,70
144,0 153,8 146,0 153,6 164,5 168,4 156,4
173,7 186,6 199,9 218,3 239,6 275,7 303,6 340,6 326,1 317,4 332,3 356,7 370,9 386,2 350,0
133,2 150,1 155,4 155,3 175,4 165,1 153,0 166,1 177,7 161,3 169,7 153,8 145,6 160,8
316,2 339,2 357,3 373,5 386,4 365,1 361,1 372,4 403,9 382,2 377,7 343,3 329,0 375,8
herleid tot type-maanden van 25 dagen direct opeisbare bankdeposito's 3
tegoeden in postrekening
2,67 2,68 2,64 2,82 2,84 2,82 2,52
1,91 2,06 2,18 2,23 2,23 2,46 2,48 2,67 2,64 2,68 2,57 2,78 2,84 2,83 2,45
3,18 3,04 2,96 2,89 2,85 3,08 3,30 3,47 3,41 3,54 3,38 3,53 3,75 3,77 3,57
2,63 2,76 2,65 3,06 2,88 2,70 2,94 2,77 2,83 2,87 2,65 2,50 2,40 2,82
2,53 2,65 2,76 2,94 2,88 2,81 2,82 2,77 2,95 2,76 2,65 2,40 2,31 2,71
3,11 3,48 3,68 3,44 3,90 3,81 3,55 3,72 3,95 3,64 3,82 3,60 3;30 3,62
4
Benaderende gegevens volgens het totaal der debetverrichtingen (incl. de rekeningen van vreemdelingen en de debetverrichtingen met betrekking tot betalingen aan liet buitenland). De verhouding van de omzet tot de hoeveelheid wordt bekomen door deling van het bedrag der debiteringen op de rekeningen van de direct opeisbare bankdeposito's in Ilelgische franken of op de postrekeningen van de particulieren en de buitengewone Rijksrekenplichtigen door de gemiddelde tegoeden op deze rekeningen tijdens de beschouwde periode. 3 De telling omvat niet alle banken. 4 Uit de brutogegevens werden de dubbel getelde overschrijvingen verwijderd. die voortvloeien uit de inrichting van de Rijksboekhouding en waarvan een telling mogelijk was. N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXVe jaargang, deel II, nr 4, oktober 1950, blz. 222. Bibliografische referenties : Jaarverslagen van de N.B.B. - Belgisch Staatsblad • algemene staat der banken. - Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch. Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische economische statistieken 1950.1960, deel I. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting • XLe jaargang, deel I, nr 1, januari 1965, blz. 21; XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967, blz. 19; deel II, nr 3, september 1967, blz. 243. - Jaarverslag 1
2
van de Bankcommissie.
- 665 -
XIV. - NIET GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN 4. - VOORNAAMSTE ACTIVA EN PASSIVA VAN HET RENTENFONDS (miljoenen franken) Bron • Jaarverslagen van het Renten fonds. Passiva
Activa Portefeuille Einde periode
Genoteerde waarden 1
Schatkistcertificaten tranche B
Andere schatkistcertificaten
Creditsaldo bij de Nationale Bank van België
nominale waard e
Te leen gegelvden ge op zeer korte termijn
Certificaten van het Bentenfonds
Te leen genomen op zeer korte termijn
richtingen met recht van terugkoop
585
krediet ontvangen van de Nationale Bank 00
-
Discontering 1 .;,'0 8 ,%3
schotten
1.237
200
...
45
486
2.457
4.059
274
--
4.608
72
--
15
5.812
...
--
...
3.201
3.069
10.996
...
--
•••
...
...
...
50
6.440
...
--
589
...
2.711
...
...
...
6.549
877
--
600
6.827
4.099
...
...
...
7.357
...
__
389
1965
6.299
2.728
...
5.884
...
--
...
1966
6.426
3.269
...
4.524
1.563
--
320
1965 Januari
6.667
2.262
800
..•
1.108
7.513
1957
4.077
1.242
--
1958
3.307
1.370
--
1959
4.572
623
2.700
1
1960
6.661
1.403
1.200
6
1961
6.892
1.086
...-
1962
7.759
2.226
1963
8.383
1964
Februari
-...
--
50
6.985
1.891
...
1.325
458
7.405
250
272
...
7.044
__
...
--
.•.
Maart
6.844 7.010
1.945
1.925
834
1.180
9.594
...
--
Mei
7.055
2.133
2.200
620
100
8.874
...
--
Juni
6.923
1.594
2.250
...
467
7.997
Juli
6.418
1.524
...
592
1.800
7.097
...
--
6.285
1.312
250
1.316
1.000
6.925
...
--
...
--
September
6.516
1.181
700
705
1.250
Oktober
6.406
1.219
...
...
2.239
6.646
•.•
--
November
6.376
1.255
1.100
11
1.150
6.626
•••
--
6.299
2.728
...
50
...
5.884
...
--
6.081
2.209
...
425
2.000
7.318
Februari
6.976
2.271
1.050
...
- 666
Maart
6.945
3.621
1.950
...
April
6.969
2.970
...
...
Mei
7.508
3.092
...
...
Juni
7.289
2.306
4.850
Juli
6.927
2.925
1.150
Augustus
6.826
2.822
September
7.148
Oktober
. .
...
i
7.035
December
... .•• ... •••
...
...
--
...
•••
7.307
...
--
370
•••
...
8.272
190
--
844
1.588
8.186
...
--
...
135
7.479
...
--
•••
...
...
7.618
591
--
2.945
...
...
5.343
1.332
__
1.031
3.425
...
...
6.034
673
--
2.989
2.894
100
...
...
5.378
724
--
691
...
6.911
2.218
800
...
...
5.293
711
--
569
...
November
6.698
2.324
2.400
...
...
5.409
2.272
--
400
December
6.426
3.269
...
4.524
1.563
--
320
1966 Januari
,
1 Incl. de verrichtingen met recht van terugkoop. Incl. de kasbons die elders dan bij de Nationale Bank van België gedisconteerd werden.
2
...
April
lugustue
...
--
2.909
2
••.
•••
- 666 -
XII/ - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5a. - Beweging van de inlagen
Alleen de spaarboekjes van particulieren (miljoenen franken)
Overschotten of tekorten van de stortingen t.o.v. de terugbetalingen (maandgemiddelden of maanden) 3000
3000
1966
1200
1965 '
1200
t
II I 800
800
t
I I
1 1
t t
400
0
400
'
dril' 1
-400 58
1 60
1
1 62
,
0
5
1
1
1 64
Tijdvak
1.956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
t
1967
1
1
M
66 D
S
Inleggingen
Opvragingen
Overschot of tekort
(1)
(2)
(8) = (1) - (2)
.
1
14.518 16.783 18.912 21.939 21.840 22.799 25.995 26.388 28.229 32.450 37.449
12.295 14.455 14.316 16.232 19.786 19.585 20.717 23.788 26.757 27.211 32.817
400 D
Saldi van de inlagen per einde tijdvak (4)
2.223 2.328 4.596 5.707 2.054 3.214 5.278 2.600 1.472 5.239 4.632
56.132 1 60.144 1 66.700 1 74.442 1 78.887 1 84.633 1 92.654 1 97.980 1 102.395 1 112.192 1 120.322'
1966
1967
1966
1967
1966
1967
Januari Februari Maart
3.270 2.724 2.834
4.318 3.282 3.506
2.225 2.398 2.945
3.283 3.090 3.446
1.045 326 -111
1.035 192 60
113.237 113.563 113.452
121.357 121.549 121.609
April Mei Juni
2.808 2.845 3.163
3.443 3.503 3.702
2.825 2.791 2.907
3.293 3.007 3.476
- 17 54 256
150 496 226
113.435 113.489 113.745
121.759 122.255 122.481
Juli Augustus September
3.531 2.987 2.958
3.976 3.523 3.447
2.616 2.453 2.908
2.946 2.768 3.034
915 534 50
1.030 755 413
114.660 115.194 115.244
123.511 124.266 124.679
Oktober November December
4.103 2.573 3.654
6.399 v 2.864
2.904 2.631 .3.216
3.421 v 3.147
1.200 - 58 438
2.978 v -283
1 Deze inlagen bevatten do gekapitaliseerde rente van het boekjaar en, in 1965, de verdeling van een gedeelte van het reservefonds
1966
1967
116.444 127.657 116.386 v127.374 120.322 1 van de A.S.L.K.
- 667 XII/ - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS
5b. - Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas (miljarden franken) Bron : Verslagen van, de A.S.L.K. 1910
1961
1962
1968
1965
1964
ACTIVA Beschikbaar 1 Voorlopige beleggingen 2 Wissels op België Voorschotten aan de nijverheid Landbouwkrediet Exportkrediet Beleningen Bankaccepten Schatkistcertificaten Daggeldleningen Min : Vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar geïncasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden 3 Totaal van de voorlopige beleggingen 2
0,2
0,3
0,3
0,3
1,9
0,8
10,8 5,2 -0,4 ... 2,4 2,0 0,8
12,4 7,3 -0,5 ... 2,5 4,3 0,7
15,1 8,6 -0,7 ... 3,0 6,2 0,9
18,0 9,5 0,1 0,7 ... 2,7 5,4 0,9
21,7 11,1
24,8 12,5 0,1 • 1,0 ... 3,9 4,8 0,5
21,6
27,7
34,5
37,3
- 1,3 40,2
- 0,6 47,0
20,0
20,2
23,4
23,4
21.9
21,4
17,8 0,3
16,6 0,3
14,8 0,2
17,5 0,2
18,6 0,1
20,8 0,1
1,7 1,0
1,7 1,0
1,6 0,9
1,5 0,8
1,5 0,8
1,9 0,7
0,6 3,8 3,6
0,6 4,3 3,6
0,6 4,8 3,8
0,6 5,3 4,0
0,7 5,9 4,4
0,7 6,5 4,7
22,2 71,0
22,7 71,0
24,0 74,1
25,0 78,3
24,6 78,5
25,8 82,6
1,8
2,0
2,6
3.1
:
Definitieve beleggingen 2 Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en effecten met staatswaarborg Effecten van Kongo of door Kongo gewaarborgd Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Voorschotten aan de Staat voortvloeiende uit de betaling van de bijkomende vergoeding aan de politieke gevangenen en voorschotten aan het Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden Hypothecaire leningen Landbouwkrediet Voorschotten aan de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, aan de erkende vennootschappen en aan de gemeenten bestemd voor de bouw van volkswoningen Totaal van de definitieve beleggingen 2
0,9 3,7 4,1
:
Verlopen en niet-vervallen interesten op beleggingen Debiteuren betreffende portefeuille waarden
3
3
6,2
5,9
PASSIVA Opvraagbaar :
Inlagen op spaarboekjes 4 Particulieren Dotatie voor Krijgsgevangenen Openbare en andere instellingen Rekening « Lijfrentezegels » :
Totaal der inlagen op spaarboekjes Inlagen op rekeningen-courant 4
78,7 0,2 3,7 0,2
84,5 0,2 3,7 0,1
92,5 0,2 4,9 ...
97,8 0,2 5,1
102,2 0,2 5,1
112,0 0,2 5,5
82,8
88,5
97,6
103,1
107,5
117,7
3,0
3,4
4,1
4,7
6,8
5,6
7,9
8,7
9,4
10,6
11,6
11,5
Niet opvraagbaar :
Dotatiefonds, fonds voor diverse voorziene uitgaven, reservefonds en provisies
1 Deze post omvat hoofdzakelijk de kasmiddelen, de rekeningtegoeden bij de Nationale Bank van België en het Bestuur der Postchecks. Sedert 1964 publiceert de A.S.L.K. in haar jaarverslag het totaal van de voorlopige beleggingen en de samenstelling en het totaal van de definitieve beleggingen tegen hun budgettaire boekwaarde d.w.z. na uitschakeling van de vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar gelncasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden. Daar er anderzijds geen gepubliceerde bud gettaire boek ,. aarden bestaan voor de bestanddelen van de voorlopige beleggingen, zijn de verschillende rubrieken, waaruit die beleggingen zijn samengesteld, vermeld tegen een niet-budgettaire waarde ; een, gezamenlijke correctiepoet : e min vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar geincasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden ■ maakt het mogelijk het totaal te vinden van de voorlopige beleggingen tegen budgettaire boekwaarde. 3 Vanaf 1964 zijn de e Verlopen en niet-vervallen interesten op beleggingen » opgenomen in de post e Debiteuren betreffende portefeuille waarden • die eveneens de vervallen waarden omvat die eerst in de loop van volgend boekjaar geincasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden. 4 Omvat de gekapitaliseerde rente en, in 1965 de verdeling van een gedeelte van liet reservefonds van de A.S.L.K. 2
- 668 XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5c. - Voornaamste posten uit de balansen van de Liffrentekassen (miljarden franken) Bron : 1.erslagen van
A.S.L.K. 1960
1961
1962
1963
1964
1965
7,3
7,1
6,4
7,2
7,4
7,3
11,6 0,1
12,5 0,1
13,9 0,1
13,3 0,1
14,5 0,1
15,6 0,1
1,1 1,1 0,2 0,1
1,0 1,0 0,2 0,1
1,0 0,9 0,1 0,1
0,9 0,8 0,1 0,1
1,1 0,7 0,1 0,1
1,1 0,7 0,1 0,1
21,5
22,0
22,5
22,5
24,0
25,0
13,1 2 , 8,8
13,4 9,4
13,6 10,1
13,7 10,8
13,9 11,8
13,9 12,8
21,9
22,8
23,7
24,5
25,7
26,7
ACTIVA Definitieve beleggingen 1 : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Door Kongo gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Hypothecaire leningen Voorschotten aan de openbare kassen van lening Totaal
PASSIVA Rentenfonds 2 Wiskundige reserves 3 Totaal
1 Sedert 1964 publiceert de A.S.L.K. in haar jaarverslag de samenstelling en het totaal van de definitieve beleggingen tegen hun budgettaire boekwaarde, d.w.z. na uitschakeling van de vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar geincasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden. liet nentenfonds omvat de reserves betreffende de uit de ■ Algemene Wet s voortvloeiend renten. Deze reserves omvatten de wiskundige reserves, do veirgheids- en beheersreserves evenals de provisies. Sinds 1960 evenwel bevat het Rentenfonds niet meer de reserves betreffende de renten gevestigd !erachtens de wet van 16 maart 1865. Deze reserves komen sedert 1060 voor in de balansen van de Levensverzekeringskas, onder de rubriek ■ Wielcundige reserves en provisies 3 De zuivere wiskundige reserves werden verhoogd met een bepaald bedrag voor dekking van de kosten van uitkering der renten en van beheer en voor de vorming van een veiligheidsmarge. 2
XIV 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5d. - Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas 2 (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 1960
1961
1962
1963
1964
1965
3,0
2,9
2,8
3,1
2,9
2,7
2,0
2,6
3,4
3,8
4,7
5,2
0,1 0,6 0,1
0,1 0,6 0,1
0,1 0,5 0,1
0,1 0,5
0,1 0,4
0,1 0,4 '...
0,2
0,2
0,2
0,2
0,3
0,3
6,0
6,5
7,1
7,7
8,4
8,7
4,9 1,8 6,7
5,3 2,0 7,3
5,7 2,2• 7,9
6,1 2,6 8,7
6,5 2,4 8,9
ACTIVA Definitieve beleggingen 1 : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Hypothecaire leningen Volkswoningen : Voorschotten aan erkende vennootschappen en aan de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting Totaal
PASSIVA Wiskundige reserves en provisies 2 Reserve- en repartitiefonds Totaal
4,6 2 1,5 6,1
1 Sedert 1964 publiceert de A.S.L.K. in haar jaarverslag de samenstelling en het totaal van de definitieve beleggingen tegen hun budgettaire boekwaarde, d.w.z. na uitschakeling van de vervallen waarden die eerst in de loop van volgend boekjaar geincasseerd, geconsolideerd of hernieuwd worden. Sedert 1960 vermeldt deze balans onder de rubriek ■ Wiskundige reserves en provisies to de reserves betreffende do krachtens de wet van 16 maart 1885 gevestigde renten, die voorheen voorkwamen in de balans van de Lijfrentekassen over de uitvoering van de ■ Algemene Wet ..
2
XIV • 6. - PARTICULIERE SPAARKASSEN Indeling en bestemming van de werkmiddelen (miljarden franken) Bron : Centraal Bureau voor de kleine spaarders. Vorderingen op de bedrijven en particulieren
Deposito's
Geza. men. lijke
Vorderingen op de overheidssector
Geza-
Einde tijdvak
lijke Disdepoconto, voorsito's, obli- schotten Hypotheekgaties en en kas- leningen nemers bons met O
op minder 2 op jaar dan 2 jaar en meer
gaties en kasbons
borg
Diverse debiteuren
parti
-
...
... ... ...
... ...
14,4
37,4
7,4
17,5
44,4
8,7
20,6
51,1
8,7
21,6
61,7
9,3 9,5 9,7 9,8 9,9 10,0 10,4 11,1 12,2 12,5
23,1 23,3 23,6 24,0 25,0 25,2 26,0 26,7 28,5 28,6
64,8 66,9 69,3 70,8 74,1 76,5 79,3 81,3 84,9 88,0
C=7 C;
75,5 78,4 81,1
...
33,2
6,4
J C; (5. <:=7, CSO‘ CSj
72,1
12,3 12,3 12,3 12,6 13,3 13,4 13,9 13,6 14,1 14,0
...
12,8
u7 .D .D .D uD uDuDCD .D uD .D
67,7 69,7
41,7 43,6 45,7 46,8 49,1 51,3 53,3 54,6 56,4 59,4
...
29,8
5,6
CZ.;
11,3 11,4 12,0 12,5 13,1 13,7
11,4
0,1
25,4
CS.
14,5 15,2 15,7 16,7 17,7 18,6
10,4
40,1
0,1
9,5 11,4
0.
62,6 65,6
30,5
0,1
CD
10,9 11,1
jj dj
60,5
.DC-,cD
10,6
8,7
j jjj oj j j ra ri
38,8 40,7 41,9 43,1 44,4 46,3 47,6 48,8
12,1
12,6 12,9 13,8
36,0 37,8 39,3 40,8 42,7 44,1 45,8 47,3 48,7 50,7
26,9
ej
36,6 37,3
35,0
6,9
CD .D UD uD uDeDeDODC-C-cn
59,2
10,5
26,4
23,0
o
57,0
23,9
-eu."3crJCDCD uD COCDCOCOc-
47,4
10,3
20,3
j 0 j jj j
6,1
11,6
UD.D UD.D ILDCD CD eD%D CO
9,9
35,1
C
1965 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4 5 kwartaal 1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1967 le kwartaal 2e kwartaal
31,4
1
41,1
0, GO t-
1963
6,3
C4c
7,4
27,4
1962
1964
6,4
6,2
3,8 5,4
0-
23,1
20,4
0,2 0,1
Cq
1961
5,0
0-
1.-.1
5,2
34,7
18,0
4,7
0-
30,6
15,9 18,4
CO
4,8
15,9
n.D.D.DuD 00
5,6
13,8
ringen Totaal op de Zelfvan de bedrijstenGeOverigee ven en Kongo meentedi e partiKas g krediet sptatale ringen en eolieten op de Baande voor van instelen op overU rundi " OorlogsBelgië lingen heide- de over. schade heidesector sector Cl
20,2
-
j oe
d 01
1960
Lagere overheid
cDCqC7Cq
r-I
27,8
%Dr-
24,0
4,3
o j
3,9
5,0
C0j.
4,4
CD
15,7 18,5
ODe-Icn1-4
1958
Staat
eolieten
tocht
1959
Totaal van de vorderingen op de bedrijven en
1 Van 1963 tot 1964 zijn de rubrieken « Obligat'es en ka bons n en s Hypotheek nemers s respectievelijk toegenomen met fr. 3,7 miljard en fr. 4 miljard omdat in de statistiek rekening werd gehouden met in 1964 erkende nieuwe vennootschappen.
XIY
• 7. -
NATIONALE MAATSCHAPPIJ VOOR KREDIET AAN DE NIJVERHEID Voornaamste balansposten (miljarden franken)
Bron : Verslagen van de N.M.K.N. 1962
1963
1964
1965
1966
10,5
10,9
11,7
12,0
12,6
16,5
6,7
7,2
8,0
9,9
11,1
13,6
13,1
15,7
19,6
24,1
25,5
31,4
1,7
1,6
1,5
1,3
1,2
1,2
0,3
0,5
1,3
1,0
1,5
1,4
1,0
0,9
1961
ACTIVA Effectenportefeuille : Investeringskredieten op lange en op halflange termijn : 1° door de Staat gewaarborgd 20 door banken en financiële instellingen gewaarborgd 30 waarvan het risico door de Instelling gedragen wordt . ............. ........... • • • • • • •.• ........... • -• • • Herstelkredieten (oorloge- en waterschade) Warrantkredieten (Steenkolenmijnen) door de Staat ..... ....... ........... gewaarborgd . ............. Handelskredieten
............ .................. .............
Exportkredieten betaalbaar op halflange en op lange termijn Kredieten beheerd voor rekening van de Staat 1
1,1
1,3
1,3
1,5
1,5
1,5
2,7
2,8
2,7
2,9
3,1
3,3
35,9
37,5
39,4
40,9
45,6
49,7
6,9
7,3
8,4
8,8
9,3
9,0
1,5
1,1
1,0
3,4
5,9
8,0
1,7
1,7
1,4
1,4
1,3
1,3
1,2
1,2
1,3
1,6
1,7
2,0
PASSIVA Obligaties Kasbons Deposito's en diverse leningen ta's)
(o.m. in vreemde valu-
Belgische Staat : Marshall-hulpfonds Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen
1 Het betreft kredieten hoofdzakelijk gefinancierd door het Marshall-hulpfonds en het Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen, en, in de tweede plaats, door het Fonds voor hulpverlening aan de steenkolennijverheid en het Fonds voor hulpverlening aan de Belgische ex-Kolonialen uit Afrika.
• 8. - GEMEENTEKREDIET VAN BELGIE (miljoenen franken)
bron : Gemeentekreniat van Belgii.
Financiering van de investeringsuitgaven van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren Rekeningen .i Toelagen en leningsgelden a
Saldo beschikbaar bij de aanvang van de periode
Periode
•
Leningen ter beschikking gesteld van de kredietnemers Leningen waarvan de lasten door de kredietnemers gedragen worden
(1)
(2)
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
1.910 1.371 1.811 2.499 2.590 3.453 3.880 4.416 4.350 3.887
2.603 3.594 5.640 5.410 6.182 6.526 7.481 8.768 6.859 8.025
1965 September Oktober November December
3.921 3.785 3.703 3.656
555 612 495 851
1966 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli . ...... ..... ..... . .. Augustus September Oktober November December
3.887 3.783 3.952 3.932 4.240 4.216 4.245 4.363 4.283 4.240 4.507 4.573 4.427 4.342 4.526 4.564 4.861 5.031 5.061 5.124 5.309
525 558 722 696 628 753 521 558 667 929 574 894 502 719 802 787 919 956 885 651 982
......
1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September
Leningen waarvan de lasten door de Staat aan de kredietnemers worden terugbetaald (3)
Schuld op korte, halflange en lange termijn tegenover het Gemeentekrediet van België
Opvragingen
Stortingen
Kapitaaltoelagen gestort door de Staat en de provincies
Totaal
leningen
Voor betaling van buitengewone uitgaven
Voor de terug- betaling
van
Totaal
Saldo beschikbaar op het einde van de pen
Verrichtingen in rekeningen-courant van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren (gewone uitgaven) Kredietverpl , chtingen van het Gemeentekrediet van België
(op het einde van de periode)
Gemiddelde van de gezamenlijke dagelijkse saldi
Totaal van de over het debet van die rekeningen uitgevoerde betalingen
Credit
Debet
(12)
(13)
(14)
(2) -I- (3) -I- (4) = (5)
(B)
(7)
+
(4)
(7) (G) = (8)
( 1 ) --F (5) - (8) = (9)
(10)
(11)
290 1.262 1.365 1.517 2.138 1.943 1.925
2.389 2.196 2.819 2.306 1.858 1.320 1.351 1.397 1.568 1.692
4.992 5.790 8.459 8.006 9.302 9.211 10.349 12.303 10.370 11.642
547 547 624 604 1.011 363 241 269 345 '304
4.984 4.803 7.147 7.311 7.427 8.421 9.572 12.100 10.488 10.798
5.531 5.350 7.771 7.915 8.438 8.784 9.813 12.369 10.833 11.102
1.371 1.811 2.499 2.590 3.454 3.880 4.416 4.350 3.887 4.427
29.631 32.802 36.777 41.756 46.849 52.178 58.516 66.677 72.551 78.755
835 2.133 2.463 4.398 5.231 7.337 6.827 4.992 4.373 5.433
1.588 1.587 1.262 1.267 1.504 • 1.350 1.589 1.752 1.647 1.814
810 638 1.129 1.424 1.519 2.288 3.214 2.725 4.271 4.907
16.609 19.044 19.016 20.451 21.917 24.877 26.304 31.794 35.471 42.639
153 213 171 160 135 247 167 159 90 103 287 130 204 173 160 70
92 138 93 223 94 197 119 167 136 142 100 116 123 163 184 151
15 36 19 31 19 30 28 40 24 23 11 1134 40 11 33
921 1.009 787 972
936 1.045 806 1.003
4.255 4.302 4.624 4.293
858 833 1.028 714 878 969 790 884 1.037 998 852 1.261
5.281 4.688 5.044 5.649 3.776 4.432 6.417 4.863 4.764 5.297 4.092 4.576
22 21 31 22 37 30 14 41 18
856 904 1.256 684 939 1.259 1.149 823 1.130
878 925 1.287 706 976 1.289 1.163 864 1.148
1.247 1.433 1.504 1.372 2.099 1.937 1.403 1.940 1.958 1.775 2.608 2.497 2.259 2.715 2.598 2.005 2.607 2.565 1.814 2.228 2.427
2.518 3.308 2.491 2.975 5.451 2.572 4.216 3.236 2.594 2.600 5.132 2.566 2.376 5.400 3.291 3.205
99 172 324 141 126 192 127 131 116
4.796 4.633 4.530 4.373 4.735 4.720 4.705 4.752 4.699 4.604 4.529 4.989 5.251 4.820 5.026 5.433 5.945 6.791 7.695 7.872 7.886 7.719 8.168 8.320 8.790
1.818 1.590 1.623 1.835
839 803 1.000 674 854 946 779 873 1.003 958 841 1.228
3.785 3.703 3.656 3.887 3.783 3.952 3.932 4.240 4.216 4.245 4.363 4.283 4.240 4.507 4.573 4.427 4.342 4.526 4.564 4.861 5.031 5.061 5.124 5.309 5.420
71.106 71.230 71.901 72.551
192 218 199 175 101 171 214 267 161
800 963 759 1.234 754 1.002 1.008 1.002 854 998 908 804 994 1.265 918 1.115 793 1.109 1.325 1.003 1.146 1.319 1.226 1.049 1.259
5.665 3.741 3.904 4.736 3.902 4.126 5.710 4.654 4.579
7.250 3.824 3.912 3.603 3.560 3.315 6.126 3.370 4.177
i
72.381 73.135 73.732 73.789 74.496 75.339 75.620 76.345 77.195 77.463 78.192 78.755 78.516 79.457 80.258 80.410 81.403 82.498 82.874 83.733 84.773
- 671 XIV - 9. - LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN
Voornaamste balansposten (miljarden franken) Bron : Ministerie van Economische Zaken, Dienst van de Verzekeringen. 1962
I
1963
1904
1965
1900
1962
1963
1964
1985
1
19110
Buitenlandse maatschappijen
Belgische maatschappijen
ACYFWA Onroerende goederen Hypothecaire leningen Voorschotten op polissen Effecten : Belgische overheidsfondsen Buitenlandse effecten Kongolese waarden Effecten van de parastatale kredietinstellingen Effecten van de overige parastatale instellingen Effecten van de provincies en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Aandelen van Belgische vennootschappen Totaal voor de effecten
1,6 3,2 0,5
1,7 3,6 0,5
2,0 4,2 0,6
2,4 4,4 0,6
4,8 0,6
7,4 9,2 0,1
3,6 0.4 ...
3,7 0,5
3,8 0,4 ...
3,9 0,4
4,3 0,4
6,0
6,3
0,8
0,8
0,9
1,1
1,1
1,9
1,9
2,2
1,1
1,1
1,0
0,9
1,0
1,9
1,8
1,5
1,6
0,5
0,5
0,5
0,4
0,4
8,1
9,0
9,2
10,8
11,4
0,6
0,6
0,6
0,7
0,8
2,3
2,9
3,0
3,2
3,3
0,7
0,7
0,8
0,8
0,7
25,7
28,3
29,2
32,1
34,5
7.7
7,9
8,0
8,2
8,7
0,3 41,7
0,4
0,4
0,4
0,5
0,1
49,1
54,1
59,2
12,6
0,1 13,6
3,1 11,4 1,3
3,5 12,1 1,4
3,7 14,2 1,5
4,2 15,4 1,6
5,1 16,7 1,9
5,7 1.5 0,1
5,9 1,9 0,1
6,2 1,9 0,1
6,6 2,0 0,1
4,6
5,0
5,1
1,6
1,6
1,8
-
PASSIVA Neergelegde waarborgen Wiskundige reserves 1
1 I
45,3
1
0,1
1
14,7
I
2,5
0,1
0,2
15,4
16,5
1 Deze reserves omvatten eveneens de schadereserves, de toch lische participa tiereserve en de waarborgreserve.
XIY - 10. - HYPOTHEEKINSCHRIJVINGEN Bron : Belgisch Staatsblad. Maandgemiddelden
Miljarden franken
1,77 2,13 2,50
1958 1959 1960 1961
2,78
1962 1963 1964
3,03
1965 1966
3,89 4,51
3,33 3,93
28 kwaétaal
4,22 4,57
3e kwartaal
4,69
4e kwartaal
4,56
1967 le kwartaal 28 kwartaal
4,98 5,12
kwartaal
4,49
1966 le kwartaal
3e
1 Bedragen berekend volgens de geiude inschrijvingsrechten, incl. de vernieuwingen na vijftien jaar, die ongeveer 1 excl. de wettelijke hypotheken.
15 pet. van het totaal bedragen, doch
Bibitografiscsne referenties : Belgisch Staatsblad : a) Verslag van het Renten fonds over de verrichtingen van het jaar; b) Ministerie van Verkeerswezen :
Verslagen over de verrichtingen en de toestand van de A.S.L.K. van België. Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economie in 1966. - Jaarverslag van de N.M.K.N., het C.B.K.S. en het Gemeentekrediet van België.
Postchecks; c) Ministerie van Financiën : hypothecaire inschrijvingen. -
- 672 -
XV. - VOORNAAMSTE VORMEN VAN DE BESPARINGEN VAN PARTICULIEREN EN ONDERNEMINGEN BESCHIKBAAR IN DE BELGISCHE VOLKSHUISHOUDING (Miljarden franken) Bron : Algemene ∎paar- en Liffrentehas. Spaarvormen
1955
1956
1057
1058
1959
1060
1.061
1062
1963
1004
1965
p.in.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
1. Particulieren : A. Oppotting 1 : B. Depositosparen 2
:
Spaarkassen Banken Parastatale kredietinstellingen Onderlinge maatschappijen
5,3
Totaal Dubbel getelde posten 3 Netto-totaal C. Sparen door fondsvorming 2 4
5,6
9,3
10,2
6,7
9,3
14,0
12,1
3,8 1,4 0,1 14,6
4,8 0,9 0,1 16,0
4,0 0,7 0,2 11,6
10,4 1,3 0,2 21,2
5,5 1,4 0,2 21,1
8,7 1,9 0,2 22,9
9,9 6,7
2,9 0,3 19,8
17,7 15,1 4,0 0,2 37,0
2,5 - 0,9 - 2,3 - 5,9 - 1,7 - 0,7 - 0,4 - 8,8 12,1 15,1 9,3 15,3 19,4 22,2 19,4 28,2
:
Pensioenfondsen Instellingen voor arbeidsongevallenverzekering Kassen voor vakantiegelden Levensverzekeringsmaatschappijen Instellingen voor verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid, kapitalisatie, bouwsparen en diverse verzekeringen Totaal D. Sparen in de hypotheeksectoren :
-
6,3
2,2 - 0,7 1,1 0,5 0,6 - 0,2 8,0 6,2 6,5 0,8 - 0,2 - 0,3 7,2 6,0 6,2 1,2 1,0 0,2 3,5
1,4 1,1 0,1 3,5
1,3 1,5 1,0 1,0 0,5 - 0,4 3,5 3,9
1,2 0,8 1,4 5,4
1,4 0,5 0,2 5,5
0,7 1,1 0,3 4,9
1,0 0,9 4,6
0,9 1,1 0,2 4,5
1,3 1,4 1,0 7,1
1,4 1,4 0,6 6,1
0,7
0,7 7,0
0,7 6,7
0,7 9,5
0,8 8,4
0,8 7,8
1,1
6,6
0,7 6,8
7,6
1,6 8,3
1,7 12,5
0,7 10,2
6,1
6,7
7,3
7,1
8,5
9,2
10,0
12,1
12,4
12,6
15,1
1,7
0,9
2,8
3,7
11,3
12,9
5,4 17,5
4,5 16,9
18,4
8,6
4,4 14,4
11,2
7,6
1,8 9,1
1,5
7,8
23,8
33,5
11,2
10,7
14,5
18,4
18,0
18,5
13,4
15,8
9,0
20,5
19,8
en kapitalisatie-
Aflossing van hypotheekschulden door particulieren Woningbouw (netto-investeringen van de particulieren) Totaal E. Kapitaalemissies :
Nieuwe beleggingen van het publiek P. Diverse vorderingen en schulden van de parti-
culieren :
- 0,7 - 0,7 - 1,0 + 0,3 - 0,5 - 1,5 - 0,9 - 0,8 - 1,9 - 1,8 - 1,9
Totale netto-besparingen Afschrijvingen op woningen Totale bruto-besparingen
32,1 6,2 38,3
30,4 6,5 36,9
35,8 7,1 42,9
46,1 7,6
13,5 25,1
13,4 26,9
8,2 28,7
3,8 29,7
38,6
40,3
36,9
1,5 2,6
1,5 2,7
0,8 2,7
4,1
. 4,2
3,5
47,1 81,0
45,3 81,4
44,8 83,3
53,4 7,6 61,0
47,6 7,8 55,4
50,0 8,1 58,1
33,5
9,6 31,1 40,7
10,1 34,3 44,4
11,0 35,7 46,7
1,0 2,3 3,3
1,3 2,0 3,3
1,7 2,2 3,9
1,5
1,3
2,2 3,7
2,7 4,0
4,8
53,7
59,5 8,8
54,5
68,3
9,6 64,1
74,4 89,8 10,6 11,8 85,0 101,6
9,2 38,7 47,9
15,8 41,7 57,5
16,1 47,1 63,2
15,0 46,4 61,4
1,7
1,7
0,4
3,1
3,3
3,7
5,0
4,1
11. Ondernemingen : A. Particuliere ondernemingen :
Netto-besparingen Afschrijvingen Bruto-besparingen B. Autonome openbare instellingen :
Netto-besparingen Afschrijvingen
Bruto-besparingen 1Igemeen totaal particulieren en ondernemingen Netto-besparingen Bruto-besparingen
50,9 64,3 59,4 62,5 70,0 72,0 92,2 105,2 90,5 105,0 103,7 108,5 120,2 126,4 153,2 167,1
1 De bedragen werden niet vermeld omdat, in het huidig stadium van het op zockingswerk, de absolute bedragen nog niet met voldoende zekerheid kunnen worden berekend voor de sector van de particulieren afzonderlijk. Aanwas gedurende het jaar. Toeneming of vermindering van het tegoed van diverse instellingen en ondernemingen waarvan de eigen of opvraagbare reserves opgetekend zijn als een besparing in een van de andere rubrieken van de tabel, van de overheid en herkomstig uit het buitenland. 4 Exclusief de toenemingen van de reserves van de sector van de Sociale verzekering beschouwd als een besparing van de overheid.
2 3
Bibliografische referentie :
Congres van de honderdste verjaring (1865 - 1965). Het sparen in het hedendaags economisch onderzoek : tien jaar spaarinventaris.
- 673 -
- EMISSIES EN SCHULDEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR 1. - EMISSIES IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN 1 (miljarden franken)
Door elke belegger verkrijgbare effecten
. Emissies per grote tranches
2. Zelfstandige fondsen en instellingen voor maatschappelijke zekerheid
3. Parastatale kredietinstellingen
4. Lagere overheid,InterconanaunalelE3 en Gemeentekrediet
5. Parastatale bedrijven
Totaal 1 tot 5 totaal : der emissies in Belgische franken van de Belgische overheidssector
1961 6 1962 1963 1964 1965 1966
emlesles
op lange en halflange Nettoem issies termijn (meer dan een jaar) 1 (9) = (8) (6) - (7) (5) -)- (8)
Brutoemissies
Aflossingen 3
Nettoemissies
Door' lopende nettoemissies 4
Totale nettoemissies
Brutoru emissies
(1)
(2)
(3) = (1) - (2)
(4)
(5) = (3) -I- (4)
(6)
(7)
... 6,2 2,0 3,0
1,0 1,8 2,9 2,0 2,3
1,2
0,2
1,9 3,9 3,4 7,0 7 5,1 5,1
0,8
1,1
0,7
3,2 2,4 3,5 2,6
1,8 2,9 2,8 3,3 3,7 4,9
Emittenten
1. Staat (directe schuld alleen)
Totale netto-
Niet door elke belegger verkrijgbare effecten
2
13,4 26,0 18,6 30,1 29,8 31,3
7,4
12,5 13,5 22,2 13,3 19,4,
6,0 13,5 5,1 7,9 16,5 11,9
6,0 13,5 5,1 7,9 16,5 11,9 2,1 1,9 1,6 4,3 0,7 - 1,7
Aflos-
singe.
5
0,7
1961 1962 1963 1964 1965 1966
3,6 3,4
4,8
2,1 1,9 1,6 4,3 0,7
0,4
2,1
- 1,7
1961 1962 1963 1964 1965 1966
5,4
2,2 2,7
0,4
0,1 0,3 0,1 0,4
3,2 - 2,7 0,3 - 0,3 2,4 0,7
4,4
...
1961 1962 1963 1964 1965 1966
0,8 2,8
1,6
- 0,8
2,3 2,5
0,8 1,6 3,1
0,5 0,4 0,7 4,8 6,0
4,7 5,9 2,6 4,4 4,1 5,8
3,9 6,4 3,0 5,1 8,9 11,8
... ... ... ... 0,1
1961 1962 1963 1964 1965 1966
4,3
2,9 3,3
1,4
..
1,4
0,3
1,0
1,7 -- 0,5 -- 0,7 1,2
0,5 0,5 0,2 0,9 1,4 1,8
0,2
0,7
1961 1962 1963 1964 1965 1966
21,0 27,0 15,8 17,8 32,5 27,9
4,2 13,5 7,1 13,2 13,3 13,3
2,6 4,0 5,5 7,3 6,8 6,1
3,0 5,4 5,5
... 2,5
1,1
2,9
1,5 6,4
9,1
4,0 2,7
1,5 1,5 1,4 1,1
1,0
1,7
1,9 2,7 3,3
-- 0,5 -- 0,7 1,2
27,5
15,6
36,2 27,6 38,4
22,3
46,2
22,5
46,4
28,3
11,9 13,9 9,1 12,1 23,7 18,1
1,4
2,0 4,5
18,5 26,3
--
6,9 4,1 1,3 4,7 4,0
--
9,1 13,1 6,7 5,7 8,8 9,8
7,6 4,2 4,4 1,0
7,1 4,7
0,3
-- 1,0
5,0
4,4
17,9 2,9 7,9 17,2 12,9
- 2,2 ...
0,7 1,0
2,0
3,2 5,1 4,0 7,8 3,3 0,3
0,6 1,1 1,2 1,3 1,5 1,9
1,2 1,8 1,6 2,0 2,2 3,0
8,8 6,0 6,0 3,0 9,3 7,7
... ... ... ...
... ... ... ... 0,1
3,9
0,1
11,5
0,3 0,1 -- 0,2 0,4 0,9 1,1
1,1 1,] 1,1 -0,1 0,1 2,i
1,6 9,5 1,6 5,9 6,5 7,2
22,1 36,1 17,1 23,' 39,1 35,:
1,0 3,5 7 2,5 3,1
... 0,2
0,4 0,4 0,5 0,5 0,7
6,1
3,C 5,1 9,0
1 De uitgiften per grote tranches waarvan de inschrijvingsperiode over het einde van het ene jaar en het begin van het andere gespreid is worden over de twee betrokken jaren verdeeld volgens de bedragen waarvoor in de loop van ieder jaar werkelijk ingeschreven werd. Tot 1965 zijn de doorlopende uitgiften van kasbons op korte termijn (ten hoogste een jaar) van de parastatale kredietinstellingen en het Gemeentekrediet van België begrepen in de bedragen van de doorlopende netto-uitgiften omdat ze van de uitgiften op langere looptijd niet konden afgescheiden worden. Van 1966 af, omvatten de cijfers van kolom (4) nog slechts de netto-uitgiften op lange en halflange termijn (meer dan een jaar); het bedrag van de netto-uitgiften op ten hoogste een jaar voor het jaar 1966 (e parastatale bedrijven » nihil, e lagere overheid, Intercommunale E3 en Gemeentekrediet van België • 0,6 miljard) komt dus in deze tabel niet meer voor. Pro •Ine mode : Netto-evolutie van de schuld op korte termijn in BF van de Staat : in 1961 : 2,7; in 1962 : 2,3; in 1963 : 8,8; in 1964 : 2,5; in 1965 : 7,4; in 1966 : 4,5. 2 Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd : de effecten die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst ie voorzien en deze welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, de Nationale Kas voor Beroepskrediet. 3 De door de Amortisatiekas der Staatsschuld op de Beurs ingekochte effecten worden in kolom (2) » Aflossingen • opgenomen, niet op het tijdstip van deze inkopen, doch op het ogenblik waarop zij worden vernietigd. 4 Aangekondigd bij een wettelijk bericht. 5 In beginsel per grote tranches, doch met inbegrip van de doorlopende emissies van de parastatale instellingen voor de huisvesting. 6 In de loop van het jaar 1961 werd de laatste tranche van de Muntsaneringslening vrijgegeven. Als gevolg daarvan werd 1,4 miljard overgeboekt van de rubriek • Niet door elke belegger verkrijgbare effecten • naar de rubriek n Door elke belegger verkrijgbare effecten n. 7 De cijfers begrepen in de rekening van het Dotatiefonds omvatten onder de rubriek • Bruto emissies • voor fr. 2.844 miljoen geconsolideerde schuld (interesten en delgingen, die op de vervaldag niet werden uitgekeerd) en onder rubriek or Aflossingen • voor fr. 1.561 miljoen terugbetalingen die betrekking hebben op de jaren 1961 tot 1963.
XVI - 2. - VOORNAAMSTE EMISSIES OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN VAN DE OVERHEIDSSECTOR * Leningen in Belgische franken Openingsdatum van de intekening
Nominale rentevoet
Emittenten Dag
Maand
1.965 Januari Februari Maart April April Mei Juni Augustus Oktober November December
18 15 8
.
Maart April
1967 Januari Januari Januari Februari Maart April Mei Juni Juni Augustus September Oktober November December
Belgische Staat 1966-71-76, le r. Stad Gent 1966-1973-1981 Stad Luik 1966-1973-1981 Gemeentekrediet 1966-74-81 Belgische Staat 1966.71-76, 2e r. R.T.T. 1966-1972-1978 Belgische Staat 1966-1972-1978 Stad Antwerpen 1966-1976 Interc.-Autoweg E3 1966-1978 N.M.B.S. 1966-1972-1978 N.K.B.K. 1966-1973-1978 N.M.K.N. 1967-1977 N.M.K.N. 1967-1987
6,25-6,50 6 6,50-6,70 1 ' 6,50-6,70" 6,50-6,70 11 6,25-6,50 9 6,50-6,75" 6,75-7,00" 7,00 7,00 6,75-7,00" 7,00 6,75 7,00
9 Stad Brussel 1967-1977 30 Belgische Staat 1967-1972-1978 30 Belgische Staat 1967-1982 20 N.M.K.N. 1967-1977-1987 22 R.T.T. 1967-1973-1979 17 Wegenfonds 1967-1982 10 N.M.B.S. 1967-1973-1982 15 Belgische Staat 1967-1972-1978 15 Belgische Staat 1967-1982 28 Stad Luik 1967-1972-1977 18 N.K.B.K. 1967-1973-1979 2 Belgische Staat 1967-1974-1982 6 Stad Antwerpen 1967-1979 4 Wegenfonds 1967-1979
7,00 6,75-7,00' 5 7,00 7,00 6,75-7,00" 7,00 6,75-7,00" 6,75-7,00 17 7,00 6,75-7,00 18 6,75-7,00 13 6,75-7,00" 7,00 6, 75
9 10 10
1966 Februari Maart Mei Juni September Oktober November December December December December
6,25-6,50 3 6,25-6,50.1 6,25-6,50 5 6,25-6,50 5 6,25-6,50 5 6,25-6,50 5 6,40-6,60 6 6,40-6,60 6 6,25-6,50 7 6,25-6,50 8 3,00
1
4
•
9 22 12 10 7 8 28 30 30
Uitgegeven bedrag 1 (miljoenen
Looptijd
/ranken)
Belgische Staat 1965-1970-1976 N.M.B.S. 1965-1971-1977 N.M.K.N. 1965-1971-1978 Stad Luik 1965-1971-1978 Stad Gent 1965-1971-1978 Belgische Staat 1965-1971-1978 Interc.-Autoweg E3 1965-73-81 Stad Antwerpen 1965-1973-1981 Belgische Staat 1965-1971-1980 Wegenfonds 1965-1972-1980 Gemeentekrediet, met loten
1 3 14 30 1 22 13
E missiekoers pct.
99,505 jaar 6 m. of 11 jaar 6 m. 9.815 99,50 6 of 12 jaar 2.000 99,75 6 of 13 jaar 2.500 99,00 • 6 of 13 jaar 700 99,00 6 of 13 jaar 700 99,75 6 of 13 jaar 10.000 2.500 99,C0 8 of 16 jaar 99,00 8 of 16 jaar 1.500 99,75 6 of 15 jaar 10.000 99,75 6 jaar 6 m. of 14 jaar 6 m. 5.000 20 jaar 1.500 100,00 . 46.215 99,25 5 of 10 jaar 10.000 99,00 7 of 15 jaar 1.000 99,00 7 of 15 jaar 1.000 99,25 8 of 15 jaar 2.000 99,00 5 of 10 jaar 9.200 99,00 6 of 12 jaar 2.500 100,00 12.110 6 of 12 jaar 99,00 10 jaar 2.000 99,00 12 jaar 3.500 99,00 6 of 12 jaar 2.000 7 of 12 jaar 99,50 500 97,65 10 jaar 500 20 jaar 96,65 500 46.810 99,00 10 jaar 2.500 100,00 5 j. 7 1A m. of 11 j. 7 I/2 m. 5.800 99,50 15 jaar 7.710 99,50 10 of 20 jaar 2.000 99,50 6 of 12 jaar 4.000 99,50 15 jaar 6.000 99,50 6 of 15 jaar 3.500 100,00 5 jaar 3 in. of 11 jaar 3 in. 8.960 99,50 14 jaar 7 1/2 m. 5.330 99,00 5 of 10 jaar 800 99,50 6 of 12 jaar 500 100,00 6 jaar 4 m. of 14 jaar 4 m. 10.000 99 , 50 12 jaar 2.000 99, 50 12 jaar 6.000
G emuldeld . ___, riret bi' f da uitgift e 2
6,48 6,50 6,45 6,54 6,54 6,40 6,66 6,60 6,39 6,38 6,40 6,55 6 ,72 6,72 6,66 6,59 6,79 6,85 7,17 7,14 7,01 7,12" 7,09 1, 7,32 1, 7,17 6,86
7,08 7,14 14 6,97" 7,08 6,92 6,88 7,08 7,10 1 ' 6,97" 6,82 7,12 1 ' 6, 83
1 De jaarlijkse totalen kunnen verschillen van de cijfers in kolom (1) van de vorige tabel kbruto-emissies per grote tranches) omdat zij het nominaal bedrag van de emissies bevatten zelfs als slechts een deel van de lening effectief was geplaatst, en omdat daarin niet begrepen zijn de obligaties uitgegeven door de Z.K.O.S en do Nationale stichting voor do financiering van het wetenschappelijk onderzoek.
2 Dit rendement is berekend op basis van de nominale interestvoeten van de lening. Interesten : 6,25 pet. gedurende 5 jaar en 6 maanden, vervolgens 6,50 pct. gedurende 6 jaar. á Interesten : 6,25 pct. gedurende de eerste 6 jaar, 6,50 pet. gedurende de laatste 6 jaar. 5 Interesten : 6,25 pet. gedurende de eerste 6 jaar, 6,50 pct. gedurende de laatste 7 jaar. Interesten : 6,40 pct. gedurende de eerste 8 jaar, 6,60 pct, gedurende de laatste 8 jaar. 7 Interesten : 6,25 pet. gedurende de eerste 6 jaar, 6,50 pct. gedurende de laatste 9 jaar. 8 Interesten : 6,25 pet. gedurende 6 jaar en 6 maanden, vervolgens 6,50 pet. gedurende 8 jaar. 9 interesten : 6,25 pet.. gedurende de eerste 5 jaar, 6,50 pct. gedurende de laatste 5 jaar. te Interesten : 6,50 pet. gedurende de eerste 7 jaar, 6,70 pct. gedurende de laatste 8 jaar. 11 Interesten : 6,50 pet. gedurende de eerste 8 jaar, 6,70 pct. gedurende de laatste 7 jaar. 12 interesten : 6,50 pet. gedurende de eerste 6 jaar, 6,75 pct. gedurende de laatste 6 jaar. 13 Interesten : 6,75 pet, gedurende de eerste 6 jaar, 7 pct. gedurende de laatste 0 jaar. 14 Rendement voor de bezitter, die zijn obligatie tot op het einde van de lening bewaart. 15 Interesten : 6,75 pct. gedurende 5 jaar 7 1h maanden, vervolgens 7 pct. gedurende 0 jaar. 16 Interesten : 6,75 pct. gedurende de eerste 6 jaar, 7 pct. gedurende de laatste 9 jaar. 17 Interesten : 6,75 pct. gedurende 5 jaar 8 maanden, vervolgens 7 pct. gedurende 6 jaar. 16 Interesten : 6,75 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 7 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 19 Interesten : 6,75 pet. ged mende 6 jaar 4 maanden, vervolgens 7 pct. gedurende 8 jaar.
Leningen in vreemde valuta's Datum van liet besluit 1 Emittenten Maand
Dag
1965 Januari
29
Sabena
Mei 1966 Januari Januari
20 6 31
R.T.T. Sabena
Sabena
Nominale rentevoet
5 - 5,125 5,25-5,50 6,00 5,75
5,375-5,50
Emissiekoers pet.
Looptijd
Uitgegeven bedrag (in miljoenen
eenheden vreemde valuta's)
Gemiddeld rendement bij de uitgifte
100,0
7 j. 6 maanden
U.S. $
8
5,17
100,0
5 jaar
U.S. $
100,0
8 jaar
U.S. $
100,0
5 jaar
U.S. $
20 7,2 7,7
6,00 5,83 5,50
1 De juiste uitgiftedatum van de leningen in vreemde valuta's is over het algemeen niet gekend. Meestal echter wordt een lening uitgegeven of opengesteld, korte tijd nadat het betrokken besluit werd uitgevaardigd. De datum van dit besluit, die in deze tabel is opgenomen, benadert zo dicht mogelijk het tijdstip van de uitgifte. Zijn er verscheidene besluiten, bijv. een koninklijk besluit gevolgd door een ministerieel besluit, dan wordt het jongste besluit vermeld. de N.M.B., de Nationale Maatschappij der Water• Leningen van de Staat, de provincies, de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, zoals de leidir gen. het Gemeentekrediet, enz. (exclusief de doorlopende uitgiften), waarvan een besluit in het Belgisch Staatsblad verschenen is.
- 675 XVI - 3. - STAATSSCHULD (miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Directe schuld buitenlandse
binnenlandse Einde tijdvak
gevel• incl. M.S.L. 1
op
op
°P halflange korte termijn termijn
Vrije tegoeden parnticuei lierocsnt.
totaal
g. "esti de 2
halflange en korte totaal 2 termijn
Totale directe schuld
Totale Totale schuld Schuld schuld (excl. de „e, (Incl. de Indischuld schuld recte over- genomen overschuld genvoamnen Kongo genomen
2
Kongo)
3
2
Kongo) 2
renke)ning
1953
130,6
29,7
67,1
21,2
248,6 13,7
7,1
20,8
269,4 12,9
282,3
1954
155,2
24,8
62,6
22,4
265,0 14,8
6,6
21,4
286,4 11,8
298,2
1955
157,2
24,9
67,2
22,8
272,1
16,5
6,9
23,4
295,5 16,1
311,6
1956
167,2
23,4
62,1
23,9
276,6 16,5
7.9
24,4
301,0 16,8
317,8
1957
170,1
24,6
60,9
23,7
279,3 17,5
8,8
26,3
305,6 18,0
323,6
1958
175,5
26,1
70,5
25,4
297,5 17,0
12,5
29,5
327,0 18,6
345,6
1959
190,8
23,0
75,8
29,1
318,7 17,7
16,5
34,2
352,9 20,7
373,6
1960
211,6
18,1
68,6
32,3
330,6 17,4
27,0
44,4
375,0 21,1
396,1
1961
217,4
17,4
70,8
32,8
338,4 18,8
28,3
47,1
385,5 25,5
411,0
1962
251,6
20,9
50,0
36,1
358,6 19,5
17,6
37,1
395,7 27,5
423,2
1963
261,6
13,7
55,1
39,8
370,2 18,4
28,1
46.5
416,7 29,3
446,0
1964
276,9
6,3
51,2
46,2
380,6 17,2
31,0
48,2
428,8 33,3
462,1
1965 September Oktober
287,3
6,3
66,9
39,4
6,5
60,1
41,3
399,9 16,0 404,2 15,9
29,3
296,3
45,3 45,2
445,2 30,7 449,4 29,1'
475,9 478,5
November
294,5
6,5
63,1
42,0
406,1 15,8
29,5
December
293,6
6,8
58,6
46,3
405,3 15,6
29,8
45,3 45,4
451,4 30,4 450,7 33,9
481,8 484,6
289,9
6,8
63,3
43,9
403,9 15,6
29,5
45,1
298,3
6,8
63,0
41,3
29,4
6,8
62,8
41,9
296,8
7,0
64,3
43,7
31,4
305,5
7,0
60,1
302,6
7,0
63,3
43,8 43,8
411,8 15,2 416,4 15,2 416,7 15,0
44,9 45,9 46,6
449,0 33,4 454,3 33,3
297,7
409,4 15,5 409,2 15,3
1966 Januari Februari Maart April Mei Juni
30,6 30,9
31,2
46,1 46,2
4,8 4,8 4,4
480,7 483,3
4,4
489,0
482,4 487,6
4,4 4,3
486,8
455,1 33,0 458,4 32,9
488,1
4,2
492,3
491,3
4,2
462,5 32,8 462,9 32,7
495,3 495,6
4,2 4,2 4,1
495,5 499,5
301,4
. 7,0
61,9
43,7
414,0 14,8
31,2
46,0
460,0 32,6
492,6
300,6
7,4
68,1
41,1
31,8
September
311,9
7,7
59,0
40,7
417,2 14,6 419,3 14,6
32,4
46,4 47,0
463,6 32,5 466,3 32,4
496,1 498,7
Oktober
308,3
7,7
62,7
43,6
35,3
49,8
472,1 32,2
504,3
November
306,4
7,7
67,7
41,9
422,3 14,5 423,7 14,4
35,5
December
305,6 •
7,8
59,9
49,4
422,7 14,3
35,5
49,9 49,8
473,6 32,2 472,5 31,0
505,8 503,5
304,0
7,8
68,1
44,6
424,5 14,3
35,4
49,7
474,2 30,9
34,1
48,3 47,9 47,7 49,6
Juli Augustus
1967 Januari Februari
......"
311,2
7,8
70,4
42,5
Maart April
310,2
7,8
73,3
42,7
431,9 14,2 434,0 14,0
33,9
308,6
8,0
74,3
44,9
435,8 13,8
33,9
Mei Juni Juli Augustus September
305,7
8,2
75,0
43,0
35,8
308,3
8,2
69,3
43,0
431,9 13,8 428,8 13,6
311,8
8,2
58,6
44,8
311,0
8,4
65,0
42,4
310,3
8,6
68,0
Oktober
319,1
8,0
60,1
3,9
502,7 508,3 509,7
3,9
507,4
505,1
3,9
509,C
480,2 30,8 481,9 30,8
511,0 512,7
3,8
514,8
3,7
516,4
483,5 32,3 481,5 36,6 483,3 36,0
515,8 518,1 519,3
3,7 3,7
519,8 521,8
3,7
514,2 517,5 519,1
3,7 3,6 3,5
523,C 517,8
523,0
3,5
42,4
55,6
42,7
55,8
488,1 34,9
45,1
432,3 13,1
499,8 496,7 500,1
478,9 35,3 482,3 35,2 484,0 35,1
41,5
491,9
4,0 4,0
42,2
42,0
486,2
4,0
54,5 55,5 55,5
40,9
423,4 13,5 426,8 13,3 428,4 13,2
1 M.S.L. : Muntsaneringslening. Exclusief de uit de oorlog 1914-1918 voortvloeiende intergouvernementele schuld. Zie : Belgisch Staatsblad - 27-5-1965 - Overeenkomst van 6 februari 1965.
2 3
29,3
521,1 522,E 526,1
XVI - 4. -- INDELING VAN DE SCHULDEN IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN YAN DE OVERHEIDSSECTOR a) Volgens de debiteuren (nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken) Verkrijgbaar door elke Folegger 1 Debiteuren
Staat 2 Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen Parastatale bedrijven Sociale verzekering Overheidssector niet elders vermeld Totaal
Niet verkrijgbaar door elke belegger
1961
1962
1963
1964
1965 v
216,2 96,1 25,4 26,3 364,0
231,8 106,1 26,5 26,8 391,2
238,8 113,2 28,3 27,2 407,5
250,8 120,0 28,3 26,5 425,6
268,0 132,3 27,6 30,3 458,2
42,5 20,2 6,0 7,1 10,1 85,9
66,6 3 21,9 6,5 9,8 10,6 115,4
64,4 3 23,1 6,2 11,7 11,1 116,5
10,1
10,1
10,1
10,1
11,4
0,8
0,8
0,8
1961
1962
1963
1964
I
64,2 3 25,0 6,5 13,2 13,1 122,0
Totaal 1965
1961
1963
1964
303,2 3 136,3 34,5 11,7 38,3 524,0
315,0 3 145,0 34,8 13,2 39,6 547,6
332,8 3 159,2 35,5 15,0 44,4
449,9
298,4 3 128,0 33,0 9,8 37,4 506,6
10,9
10,9
10,9
10,9
11,4
1964
1965 v
64,8 3 258,7 26,9 116,3 7,9 31,4 15,0 7,1 14,1 36,4 128,7
1965
1962
v
586,9
Pro lnemorie : Kongolese effecten en Effecten van
het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer 4
0,8
b) Volgens de houders (nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken) Verkrijgbaar door elke belegger 1 Houders
Niet verkrijgbaar door elke belegger
1961
1962
1963
1964
1965 ro
201,9 2,7 1,6 2,3
211,1 3,2 1,7 1,7
213,2 3,5 1,9 1,5
228,9 3,4 1,9 2,6
245,1 3,5 2,1 5,0
40,5 6,0
49,3 6,9
51,7 7,5
52,3 5,9
41,7
45,1
49,1
59,1 8,2
62,4 9,8 391,2
69,1 10,0 407,5
Totaal
1962
1963
1964
1965 v
1961
1962
1963
4,5 0,5 0,1 1,0
6,8 0,4 0,1 0,8
6,5 0,5 0,1 1,2
6,1 0,2 0,1 1,5
7,1 0,2 0,1 1,3
206,4 3,2 1,7 3,3
217,9 3,6 1,8 2,5
219,7 4,0 2,0 2,7
61,5 5,4
37,6 -
59,5 3 -
58,6 3 -
59,3 3 -
60,8 3 -
78,1 6,0
108,8 3 6,9
110,3 3 111,6 3 7,5 5,9
47,1
50,0
14,2
14,8
16,6
19,8
20,9
55,9
59,9
65,7
66,9
70,9
73,6 9,9 425,6
75,6 10,0 458,2
28,0 ... 85,9
30,7 2,3 115,4
31,7 1,3 116,5
34,4 0,6 122,0
37,6 0,7 128,7
87,1 8,2 449,9
93,1 12,1
100,8 11,3 524,0
108,0 10,5
113,2 10,7 586,9
1961
A. Niet-financiële sectoren :
Bedrijven en particulieren, Buitenland Parastatale bedrijven Overheidssector niet elders vermeld 5 Sociale verzekering
235,0 3,6 2,0 4,1
252,2 3,7 2,2 6,3
B. Financiële instellingen :
Geldscheppende instellingen 6 Rentenfonds Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen Niet geldscheppende openbare kredietinstellingen Totaal
364,0
506,6
547,6
122,3 3 5,4
1 Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd : de effecten, die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opnern'ng in de koerslijst is voorzien en deze welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, de Nationale Kas voor Beroepskrediet. 2 Belgische gevestigde en halflange binnenlandse directe en indirecte overheidsschuld. 3 Met inbegrip van de speciale conversielening van 1962, zijnde fr. 19,S miljard in 1962 en fr. 18,8 miljard in 1963, 1964 en 1965. 4 Jaren 1961 tot 1961 : leningen die later aanvaard werden voor inschrijving op de lening van het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer, incl. de lening « Fifteen Year 5 14 % External Laan of 1958 s; jaar 1965 : obligaties aanvaard of aanvaardbaar voor inschrijving op de lening van het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer, incl. de per 31-12-1965 werkelijk toegekende bonificaties. 5 Ezel. de zelfstandige fondsen en de parastatale instellingen die de kenmerken vertonen van geldscheppende instellingen of van instellingen voor het spaarwezen, de sociale zekerheid, de verzekeringen of de kapitalisatie. 6 Excl. het bezit van de pensioenkassen door deze instellingen beheerd. Bibliografische referenties : Statistisch Tijdschrift van het 1 ,1.1.5. - Statistisch Jaarboek voor België. - Tijdschrift voor Documentatie van het Ministerie van Financiën. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XXXVIe Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1961 : « Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen - XXXVe Jaargang, Deel II, nr 2, augustus 1960 : « Raming, voor de jaren 1960 tot 1975, van de aflossingen van de gevestigde en halflange Staatsschuld uitgegeven tot op 30 juni 1960 m. - XXXVIIIe Jaargang, Deel I, n* 4, april 1953 : « Inventaris en onderbrenging der ,Belgische overheidsfondsen .. - Belgische Economische Statig. tieken 1950-1960.
XVII. - EFFECTEN VAN DE PARTICULIERE SECTOR 1. - EVOLUTIE VAN DE OMZET, DE NOTERINGEN EN HET RENDEMENT VAN DE BEURSWAARDEN
Indexcijfers van de aandelennoteringen op de contantmarkt Basis 1953 := 100 220
220
Belgische maatschappijen
)
180
e
180
, '5
..-
v
•
■
.
4r1
lede triele maatschappijen 140
140
Belgische en Kongolese maatschappijen 100
100
11111111111
1 11111111 11
1 1 111111111
11111'111111
1966
Rendementspercentage
5
Belgische effecten
- Termijnmarkt
_Industriële (in pct.)
(Basis 1003 = 100) 2 4
1966
1167
1966
1067
1066
co0:; CO- •c1.7
1067
c0
1966
U; 0; 0; 0; r;
1967
0, CO •d■
1966
133 117 129 116 115 113 116 115 114 102
156 137 156 156 168 166 164 172 159 132
158 145 166 162 169 171 174 185 181 156
155 135 137 121 120 119 121 126 123 107 1967
Industriële
Algemeen Algemeen
3 5
Belgische effecten
n•
1966
1 111111111
Contantmarkt Belgische en Kongolese effecten
106 70 105 93 103 82 88 91 83 71
1957 Maandgemiddelde 1958 Maandgemiddelde 1959 Maandgemiddelde 1960 Maandgemiddelde 1961 Maandgemiddelde 1962 Maandgemiddelde 1963 Maandgemiddelde 1964 Maandgemiddelde 1965 Maandgemiddelde 1966 Maandgemiddelde ...
(
Globaal indexcijfer van de aandelennoteringen
gemiddelde per beursdag (miljoenen franken) 1
1 1 1 1 1 111 111
11111111111 1964
Omzet
Tijdvak
1 11 1 11 1 1 11 1
1962
1960
1967
1966
1067
Januari Februari Maart . ........ ..........
98 90 78
53 68 66
120 120 120
91 95 97
175 174 174
133 140 143
151 150, 149
114 120 123
113 115 115
89 93 95
3,6 3,6 3,7
4,7 4,4 4,4
3,7 3,8 4,0
4,8 4,5 4,3
April Mei Juni
89 88 76
79 84 79
118 112 108
100 100 100
172 164 158
147 146 145
146 138 133
128 128 128
112 108 104
98 100 102
3,6 3,9 4,0
4,3 4,4 4,3
3,8 4,0 4,1
4,1 4,1 4,0
Juli Augustus September
57 53 58
65 75 114
106 104 99
101 103 109
155 152 145
146 149 158
131 128 122
130 134 142
103 99 94
104 108 113
4,1 4,4 4,6
4,3 4,1 3,9
4,2 4,5 4,7
4,0 3,8 3,6
Oktober .. ............ November December
55 53 50
92
' 95 94 92
110 1.06
139 137 136
158 153
116 118 116
140 135
90 90 89
118 115
4,5 4,6 4,7
4,1 4,1
4,6 4,6 4,8
3,8 3,8
1 Bron : Beurscommissie te Brussel : deze gegevens hebben betrekking op de transacties in vennootschapsobligaties en in aandelen (termijn- en I ontantmarkt ). Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek : Voor de jaarcijfers : gemiddelde van de indexcijfers op de 10e en 25e van iedere maand; voor de maandcijfers : uitsluitend indexcijfers op de 10e van iedere maand. n Bron : Kredietbank • Verhouding van het laatst aangekondigde of betaalde nettodividend tot de notering per einde maand. 4 Beurs te Brussel en »te Antwerpen. 5 Beurs te Brussel. 2
- 678 XV1I • 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN ' Jaartij fers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd
door de N.B.B• ) • Nettoresultaat van het boekjaar
Tijd vak
2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
Reserves
(1)
(2)
(3)
Winst
Obligatieleningen Betaalbaar gestelde brutodividenden
Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(7)
(8)
(0)
( miljoenen franken) (4)
1
1
(5)
1
((l)
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid In België Banken 4 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
48 51 52 53 54 51 53 55 54
3.628 4.029 4.572 4.742 5.353 6.349 6.750 9.077 9.361
3.414 3.514 3.624 3.967 4.390 4.402 5.234 4.813 5.893
829 835 814 1.043 1.318 1.552 1.532 1.789 1.848
0,3 37,6 0,1 5,5 0,4 0,1 0,3 1,1 3,4
355 377 423 492 549 676 788 902 1.022
Financiële vennootschappen en maatschappijen voor onroerende goederen 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
1.413 1.464 1.456 1.483 1.543 1.557 1.712 1.778 1.817
22.664 24.053 26.589 28.302 33.477 34.172 35.908 37.587 38.913
10.330 12.126 12.968 16.075 18.567 19.038 20.419 21.571 22.973
2.726 2.598 2.913 3.611 4.815 3.580 3.781 3.901 4.389
46 45 48 57 70 60 63 73 n.b.
6.410 6.626 7.264 8.293 10.700 11.096 11.066 11.055 n.b.
212 307 305 363 447 514 505 521 518
5
59 93 189 190 539 230 245 342 350
1.907 1.903 2.006 2.138 3.180 2.282 2.359 2.414 2.529
124 114 132 140 164 135 141 142 n.b.
8.173 9.151 10.170 11.200 12.883 13.309 15.752 17.384 n.b.
298 414 467 531 602 665 735 1.015 881
409 499 499 470 443 367 627 913 923
1.110 1.267 1.533 1.670 1.795 2.063 1.129 1.612 1.282
106 100 107 121 133 144 144 150 n.b.
1.733 2.030 1.917 1.937 1.918 1.881 1.826 1.847 n.b.
99 101 120 114 117 118 109 111 102
37 139 25 44 523 78 705 411 1.51
1.057 623 992 1.277 940 546 345 668 253
72 39 58 75 54 36 26 47 n.b.
3.133 4.729 4.886 4.763 5.427 5.764 6.328 6.931 n.b.
119 172 282 294 286 321 348 398 427
268 614 255 265 339 447 370 408 781
321 272 452 492 405 319 376 305 377
59 45 64 76 83 67 70 74 n.b.
500 482 453 386 340 357 327 340 n.b.
27 27 26 25 24 21 20 21 21
Metaalverwerkende nijverheid 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
1.245 1.275 1.271 1.281 1.300 1.310 1.264 1.379 1.395
13.211 14.681 15.432 15.989 16.480 17.850 18.630 20.030 21.454
9.489 10.334 10.785 11.024 12.038 13.235 13.597 15.778 17.246
2.402 2.370 2.619 3.066 3.400 3.406 3.691 4.547 4.769
Ijzer- en staalnijverheid 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
100 103 100 97 100 95 100 100 96
12.364 12.952 13.918 15.826 15.985 16.168 17.909 19.373 21.253
12.409 12.560 12.628 13.880 15.576 15.004 16.112 17.690 18.157
1.621 858 1.928 2.242 2.023 1.335 1.058 1.027 550
Textieln ijverheid 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 Noten : zie onderaan tabel XVII-2.
1.041 1.047 1.009 982 988 975 912 981 986
11.560 11.954 12.138 12.358 11.265 11.117 11.231 12.012 12.827
9.300 10.077 9.853 10.249 9.864 10.123 10.351 11.136 11.095
894 721 1.098 1.260 1.121 1.114 1.256 1.097 1.333
- 679 XVII
-
2.
-
RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 (vervolg) Jaarcijfers
Brcn : Nationaal Instituut voor de Stat'stiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat van het boekjaar
Tijdvak
Aantal getelde vennootschappen
2
Gestort kapitaal
Obligatieleningen Betaalbaar gestelde bruto dividenden
Reserve, Verlies
Winst
Betaalde tantièmes
Uitstaande Brutobedrag van de obligatieuitbetaalde schuld coupons 3 op 31/12
(miljoenen franken)
(2)
(1)
(3)
1
(5)
(4)
(8)
(71
(9)
Voedingsnijverheid 701 725 725 713 722 725 685 723 725
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
8.881 9.479 9.591 9.926 9.969 10.340 10.983 11.589 12.131
4.833 5.058 5.505 5.983 6.374 7.186 7.540 8.697 9.461
1.077 1.211 1.381 1.335 1.470 1.556. 1.356 1.618 1.719
200 155 179 165 110 161 162 150 163
466 638 720 695 667 622 617 632 742
124 179 245 360 209 265 358 402 414
543 577 711 927 1.065 1.132 1.222 1.228 1.498
1
1 5
1.458 1.511 1.539 1.608 1.690 1.657 1.813 1.972 1.865
96 702 1.023 1.450 710 244 356 656 521
876 93 63 93 106 184 268 145 81
57 54 63 70 67 59 55 59
925 992 892 805 760 872 938 940 n.b.
58 58 62 55 52 49 59 64 62
61 65 76 88 87 84 76 86
1.384 1.313 1.290 1.110 964 881 789 669 n.b.
71 82 76 75 66 65 51 52 42
83 86 85 86 82 85 87 91
5.871 5.525 5.441 5.703 7.188 8.602 8.896 12.295 n.b.
330 345 330 326 340 443 545 550 784
85 11 7 10 13 21 29 16
940 860 477 471 398 253 339 308 n.b.
55 51 50 30 27 23 13 21 20
1.153 1.015 1.128 1.258 1.343 1.256 1.278 1.362 n.b.
33.241 36.138 37.521 39.625 45.434 49.441 51.951 57.415 n.b.
1.535 1.802 1.989 2.096 2.259 2.510 2.740 3.197 3.298
n.b.
Scheikundige nijverheid 538 545 534 540 544 558 542 601 609
1958 1959 1960 1961 1962 1963 . 1964 1.965 1966
11.690 12.650 13.309 14.239 15.930 16.331 17.022 18.733 20.241
5.405 6.121 6.442 6.883 7.064 8.440 8.522 9.302 9.729
1.354 1.212 1.639 1.749 1.888 2.038 2.374 2.889 2.815
I
n.b.
Elektriciteit 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
44 41 40 36 36 32 29 28 24
..................
17.016 17.422 17.132 18.581 20.056 20.412 23.281 23.710 23.460
2.722 3.609 3.628 4.260 3.320 3.630 3.849 4.169 4.327
1.637 1.748 1.808 1.800 2.053 2.163 2.200 2.304 2.280
'
3
n.b.
Steenkolennijverheid 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
V
53 55 49 44 41 39 36 35 29
8.739 8.840 8.530 8.109 7.679 7.661 7.043 7.979 6.019
4.339 4.663 4.367 3.018 2.065 1.574 1.020 1.580 1.917
Totaal der vennootschappen met 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
..................
V
n.b.
voor naamste bedrijvigheid in België 6 7
13.408 146.913 90.013 98.462 13.891 156.056 13.816 162.844 102.221 13.926 171.069 108.305 14.142 185.420 114.896 14.234 193.465 121.935 14.498 205.933 126.884 14.706 220.447 136.028 14.942 230.753 145.648
Noten : zie onderaan tabel XVII-2. volgende bladzijde.
1.192 260 107 124 146 209 423 185 196
20.202 18.207 21.788 24.169 26.823 25.205 26.664 29.522 30.459
1.936 3.512 3.243 3.936 3.906 3.202 4.241 4.703 5.070
10.981 10.292 11.778 12.954 14.090 13.006 12.437 13.510 13.459
XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN (vervolg) Jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat van liet boekjaar
Tijdvak
Aantal getelde vennootschappen
2
Gestort kapitaal
Winst
Obligatieleningen
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Reserves Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatie. schuld op 31/12
Brutobedrag van de
(8)
(0)
Uitbetaalde coupons 3
(miljoenen franken)
(1)
(2)
1
(3)
(4)
I
(5 )
I
I
es)
(7)
I
1
B. - Totaal der vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland (incl. de vennootschappen waarvan de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt) 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
563 560 442 336 302 313 316 302 300
V
c. 1958 1959 1960 1961. 1962 1963 1964 1965 1966
V
45.670 49.530 48.024 40.721 38.822 40.710 41.009
20.620 22.740 21.895 18.636 19.383 27.336 28.955
41.282 41.444
30.474 32.681
9.733 8.296 9.900 7.192 5.865 2.863 2.975 3.537 3.483
320 452 348 958 644 664 850 600 921
6.492 6.318 7.284 4.397 3.048 1.196 1.358 1.632 2.112
Algemeen totaal der vennootschappen op aandelen 13.971 14.451 14.258 14.262 14.444 14.547 14.814 15.008 15.242
.192.583 205.586 210.868 211.790 224.242 234.175 246.942 261.729 272.199
110.633 121.202 124.116 126.941 134.278 149.271 155.840 166.502 178.331
29.935 26.503 31.688 31.361 32.688 28.068 29.639 33.059 33.943
2.256 3.964 3.591 4.894 4.550 3.866 5.091 5.303 5.990
415 380 346 212 172 98 105 117 n.b.
3.177 3.351 1.628 1.096 834 523 711 1.097 n.b.
125 151 78 56 35 90 35 32 65
1.568 1.395 1.474 1.470 1.515 1.354 1.383 1.479
36.418 39.489 39.123 40.721 46.268 49.964 52.662 58.512 n.b.
1.660 1.963 2.067 2.152 2.294 2.540 2.775 3.229 3.363
8
17.473 16.610 19.062 17.351 17.138 14.202 13.795 15.142 15.571
n.b.
t Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen onder Belgisch recht. Kongolese vennootschappen aandelenvennootschappen met beperk c armsprake ijkheid onder Kongolees recht. Vanaf 11)61 zijn de vennootschappen onder Kongolees recht die veranderd werden in vennootschappen onder Belgisch recht die in Kongo hun bedrijf uitoefenen geleidelijk in de statistieken opgenomen; de vennootschappen onder Kongolees recht zijn in de statistiek niet meer begrepen. 2 oor de kolommen (1) tot (7) : jaar waarin het dividend werd betaald. 3 Bedrag van de vervallen rente voor het betrokken jaar; dit bedrag houdt verband met de op 31/12 van het voorgaande jaar uitstaande obligatieschuld. 4 Excl. de N.B.B. s Excl. do N.M.K.N. 8 Frul. de N.B.B.. de N.M.K.N. en de Sabena.
XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN t 5 Cumulatieve maandcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.).
Tijdvak
2
A.
Gestort kapitaal
(1)
(2)
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Nettoresultaat Reserves
Winst
I
Verlies
Brutoobligatiecoupons 3
(miljarden franken)
1
(3)
1
(4)
1
(5)
J
(3)
ij
(7)
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 4
1965 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) 1906 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden ' Eerste 9 maanden ' Eerste 10' maanden • Eerste 11; Maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) Noten : cie volgende bladzijde.
Aantal getelde vennootschappen
6
132 291 1.543 3.909 7.270 9.208 9.806 10.042 10.382 10.857 11.214 11.608 14.710
2,9 3,8 22,4 54,7 130,4 156,4 161,9 163,1 165,7 175,6 184,2 197,3 221,1
1,2 2,6 13,0 29,5 74,4 91,7 97,8 98,9 100,7 109,0 114,6 123,0 136,2
0,3 1,0 3,7 7,7 16,7 20,8 21,6 21,8 22,3 23,1 24,4 25,8 29,5
0,1 0,3 1,0 2,6 3,0 3,1 3,1 3,3 3,7 4,0 4,1 4,7
0,2 0,5 1,8 3,7 8,2 10,0 10,4 10,4 10,5 10,8 11,5 12,4 13,6
0,2 0,4 0,6 0,9 1,2 1,5 1,7 1,9 2,0 2,3 2,6 2,9 2,9
6
122 280 1.683 4.134 7.705 9.729 10.297 10.498 10.851 11.347 11.712 12.076 14.942
2,3 3,3 24,9 58,5 137,8 164,1 170,7 171,9 173,9 185,8 197,1 215,2 230,8
1,4 3,2 16,1 40,6 81,9 101,1 107,4 108,2 109,8 120,3 126,6 136,0 145,6
0,3 1,1 4,6 8,8 17,4 22,2 23,1 23,3 23,7 24,5 25,9 28,0 30,5
0,1 0,1 0,4 1,4 3,1 3,8 4,0 4,0 4,1 4,3 4,4 4,5 5,1
0,1 0,2 1,8 3,6 7,8 9,7 10,2 10,2 10,3 10,6 11,4 12,8 13,5
0,3 0,5 0,7 1,0 1,3 1,5 1,9 2,0 2,3 2,5 2,9 3,3 3,3
- 681 XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 5 (vervolg) Cumulatieve maandcijfers Bro..n : Nationaal
Instituut voor de Statistiek
(gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat
Tijdvak
2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
Reserves
(1)
(2)
(3)
Winst
1
Verlies
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Brutoobligatiecoupons 3
(miljarden )ranken)
1
(4)
1
(5)
(e)
H
(1)
B. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland (incl. de vennootschappen waarvan de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt)
1965 Januari Eerste, 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) 6
1
. ..
5 21 40 98 200 222 225 230 247 262 281 300
0,8 1,4 2,0 13,8 32,2 33,5 33,7 33,7 35,5 37,3 39,1 41,1
0,2 0,6 0,8 0,9 10,9 23,2 24,7 24,9 24,9 27,7 28,5 29,8 30,4
... 0,1 1,7 2,8 3,0 3,0 3,0 3,2 3,3 3,3 3,4
... 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,6 0,6
... 1,0 1,2 1,3 1,3 1,3 1,4 1,4 1,5 1,5
1966 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement)
1 3 19 43 99 199 229 229 235 249 267 282 300
... 0,1 0,6 2,7 8,5 25,9 28,2 28,2 28,3 29,6 32,7 34,4 41,4
0,2 0,2 0,3 0,7 9,6 24,5 27,0 27,0 27,1 27,7 29,3 30,4 32,7
0,1 0,7 2,1 2,2 2,2 2,2 2,2 2,4 2,5 3,5
0,1 0,2 0,8 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9
0,1 0,4 1,1 1,1 1,1 1,1 1,2 1,3 1,4 2,1
6
C.
Algemeen totaal
0,1 0, 1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
4
....... .............. ........ 1965 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) 6
133 296 1.564 3.949 7.368 9.408 10.028 10.267 10.612 11.104 11.476 11.889 15.010
2,9 4,6 23,8 56,7 144,2 188,6 195,4 196,8 199,4 211,1 221,5 236,4 262,2
1,4 3,2 13,8 30,4 85,4 114,9 122,5 123,8 125,6 136,6 143,0 152,8 166,7
0,3 1,0 3,7 7,8 18,4 23,6 24,6 24,8 25,3 26,3 27,7 29,1 32,9
0,1 0,3 1,0 2,6 3,3 3,5 3,5 3,7 4,1 4,5 4,7 5,3
0,2 0,5 1,8 3,8 9,2 11,2 11,6 11,7 11,8 12,2 13,0 13,9 15,1
0,3 0,4 0,7 0,9 1,2 1,5 1,7 1,9 2,1 2,3 2,6 3,0 3,0
1966 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 12 maanden (met supplement) 6
123 283 1.702 4.177 7.804 9.928 10.526 10.727 11.086 11.596 11.979 12.358 15.242
2,3 3,3 25,5 61,2 146,3 190,0 198,9 200,1 202,2 215,4 229,8 249,6 272,2
1,6 3,4 16,4 41,3 91,5 125,6 134,4 135,2 136,9 148,0 155,9 166,4 178,3
0,3 1,2 4,7 8,9 18,1 24,3 25,3 25,5 25,9 26,7 28,3 30,5 34,0
0,1 0,1 0,4 1,5 3,3 4,6 4,9 4,9 5,0 5,2 5,3 5,4 6,0
0,1 0,2 1,8 3,7 8,3 10,8 11,3 11,3 11,4 11,8 12,7 14,2 15,6
0,3 0,5 0,8 1,0 1,4 1,6 2,0 2,1 2,4 2,6 3,0 3,4 3,4
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen van Belgisch recht. Voor de kolommen (1) tot (6) • maand waarin het dividend werd betaald. De obligatiecoupons worden, zoals de dividenden, geteld in de maand waarin zij werden betaald. De betaling van de obligatiecoupons kan deze van de dividenden voorafgaan. Om die reden vertegenwoordigen niet alle obligaties waarvan de coupons in kolom (7) voorkomen noodzakelijk leningen van vennootschappen waarop de voorafgaande kolommen betrekking hebben. 4 Ezel. de N.B.B., de N.M.K.N. en de Sabena. 5 Vanaf 1961, heeft men in deze statistiek rekening gehouden met de geleidelijke omschakeling van de vennootschappen van Kongolees recht in vennootschappen van Belgisch recht, die hun bedrijvigheid uitoefenen in Kongo. De vennootschappen van Kongolees recht worden niet meer in bovenstaande statistiek opgenomen. 6 Daar een aantal vennootschappen hun inlichtingen steeds met vertraging naar het N.I.S. sturen, zijn de maandcijfers niet volledig juist. Het totaal van deze bedragen wordt ieder jaar als s supplement n bij het totaal van de 12 maanden gevoegd.
2 3
- 682 XVII - 4. - UITGIFTEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN 1 Jaarcijfers (miljoenen franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistici: (gegevens gewijzigd door de N.B.B.
Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen Jaren
nominale uitgiften (1)
2).
netto. uitgiften (2)
Niet doorlopende uitgiften uitgiften
nettouitgiften
aflossingen
doorlopende netto. uitgiften
(5) (3)
(4)
= (3) - (4)
Aandelen en obligaties
Aandelen en obligaties
Totale nettouitgiften
Totale netto uitgiften
Totale nettouitgiften
(N.I.S.)
(7) (8) = (5) + (6) = (2) + (7)
(6)
(9)
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 1958
8.801
4.908
3.144
1.506
1.638
1.288
2.926
7.834
1959
10.227
3.760
3.196
1.530
1.666
814
2.480
6.240
11.317
1960
16.065
6.266
1.367
1.682
315
1.009
694
8.960
11.241
1961
1.520
147
844
991
7.005
12.660
3.277
11.828
14.614
-
12.920
19.013
6.014
1.667
1962
19.173
8.249
3.375
1.860
1.515
1.762
1963
14.956
6.541
4.640
1.648
2.992
418
3.410
9.951
12.018
1964
21.556
11.568
3.848
2.108
1.740
1.024
2.764
14.332
14.200
1965
22.797 v10.993
6.126
2.044
4.082
1.296
5.378
v16.371
17.795
1.966
29.935
v 3.037
v 2.109
v 928
v 1.922
v 2.850
nl.
v16.144
n.b.
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 1958
2.282
1.162
450
1959
2.442
613
215
87
128
- 21
1960
6.443
1.685
80
177
- 97
- 21
1961
209
82
85
-
85
- 24
- 109
32
-
28
124
1962
398
204
1963
232
41
1964
1.660
10
1
59
1965
540
v 14
500
40
1966
659
4
•
326
257
v 764
v
39
- 257 -
377
1.539
1.119
107
720
606
- 118
1.587
1.510
-
6
58 460
v
51
-
5
725
3
28
27
- 263
- 222 -
58
725
-
178
-
455 v
-
v
64 167
-
223
48
49
469
463
n.b.
v 735
Algemeen totaal 1958
11.083
6.070
3.594
1.630
1.964
1.339
3.303
9.373
14.039
1959
12.669
4.373
3.411
1.617
1.794
793
2.587
8.960
11.923
1960
22.508
7.951
1.447
1.859
- 412
988
576
8.527
12.751
1961
19.222
6.096
1.667
1.605
62
820
882
8.978
12.596
1962
19.571
8.453
3.379
1.892
1.487
1.762
3.249
11.702
14.782
1963
15.188
6.582
4.640
1.905
2.735
412
3.147
9.729
11.795
1964
23.216 11.578
3.849
2.167
1.682
1.024
2.706
14.284
14.151
v16.840
18.258
n.b.
v16.879
1965
23.337 p11.007
1 966
30.594
.
nl.
6.626
2.084
4.542
1.291
5.833
v 3.801
v 2.148
v 1.653
v 1.922
v 3.575
1 Belgische vennootschappen : naamloze, commanditaire op aandelen en personcnvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid van Belgisch recht. Bongo. leas vennootschappen (tot 30 juni 1960) : aandelen- en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid van Kongolees recht (zie noot 3). Deze wijzigingen bestaan enerzijds uit de opneming van de bijstortingen en anderzijds uit de verwijdering van de doorlopende en niet-doorlopende uitgiften van de overheidssector (N.M.K.N., Sabena) en van de uitgiften van obligaties en kasbons van de Belgische banken. 3 Tot 30 juni 1960, incl. de Belgische vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in Kongo en de vennootschappen van Kongolees recht. Vanaf juli 1960 zijn de vennootschappen van Kongolees recht niet meer in deze statistiek opgenomen. N. B. - Kol. (1) en (9) • bedragen overgenomen zonder wijziging van de statistieken van het N.I.S. - kol. (2) tot (8) : bedragen gewijzigd door de N.B.B. zoals hierboven in noot 2 aangeduid. Kol. (1) : oprichtingen van vennootschappen en kapitaalverhogingen - kol. (2) : gestorte bedragen op onderschrijving van aandelen (verminderd met de stortingen andere dan in chartaal geld), uitgiftepremies en bijstortingen - kol. (3) : nieuwe uitgiften (gedeelte dat werkelijk uitgegeven werd tijdens bet jaar), verhoogd met het saldo van voorgaande uitgiften, verminderd met conversieleningen. 2
- 683 XYII - 5. - UITGIFTEN YAN DE VENNOOTSCHAPPEN
Maandelijkse cijfers 2 (miljoenen franken) Bron : Definitieve cijfers : N.I.S. (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 3). Voorlopige cijfers : Bankcom m issie -I- N . B . B.
. A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen Tijdvak
B. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland
Aandelen en obligaties
Aandelen
Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen en obligaties
Totaal
nominale uitgiften
nettouitgiften
nietdoorlopende brutouitgiften
'po ta al
(2)
nietdoorlopende brutouitgiften (3)
(4) = (2) -1- (8)
(N
(6)
(7)
(8)=(6)4.(7)
3.964
1.677
5.641
1.546
9
5.805 9.766 •
1.912
7.717
1.546
9
3.848
13.614
1.660
9
2.030 3.481
3.880
8
8
6.466
495 495
8 8
500 500
508
540
8
500
508
450
450
450
450 460
nominale uitgiften
nettouitgiften
(1)
1964 Eerste 6 maanden _.
9.145
Eerste 9 maanden _. 12 maanden
13.567 21.556
1965 Eerste 3 maanden ._ Eerste 6 maanden _.
5.603
9
...
9
...
1
10
Eerste 9 maanden ._
12.819 15.856
4.835
1.850 2.985 3.621
12 maanden
22.797
7.226
6.126
8.456 13.352
1966 Eerste 3 maanden ._
7.406
3.603
365
3.968
Eerste 6 maanden _. Eerste 9 maanden _. 12 maanden
16.775
5.312
1
6.239
979 1.505
6.291
18.823 29.935
7.744
655
10
9.715
v 3.037
v12.752
659
10
2.454
1.024
475
1.499
...
...
749
450
27 •
477
...
450
450
945
906
19
925
...
...
...
5.712
2.247
319
2.566
...
882
332
132
464
Mei
1.062
439
371
810
Juni
7.425
938
111
1.049
Juli
616
203
31
234
654
Augustus
621
529
8
537
...
September
811
195
487
682
...
Oktober
1.174
359
18
377
...
November
6.951
2.246
1.004
3.250
December
2.986
870
118
988
...
...
1965 December
1966 Januari Februari Maart April
1
...
...
...
...
...
250
250
4
356
...
...
Maart
v
1.294
385
217
602
April
v
1.220
487
1.255
1.742
Mei
v
1.031
357
47
404
...
Juni
v
10.714
359
11
370
...
582
...
582
...
103
September
v
1.610
1.207
...
1.207
Oktober
v
2.207
857
125
982
...
...
1
103
...
..
31
634
774
...
355
2.219
v
...
326
v
764
...
835
v
...
v
...
895
Juli
...
450
...
v
Augustus
...
...
357
1967 Januari Februari
...
30
8 508
...
10
...
-
10
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
.
... ...
... ...
... ...
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid onder Belgisch recht. De cijfers van deze tabel verschillen in volgende opzichten met die welke in tabel XVII - 4 voorkomen : a) de netto-ui giften van aandelen bevatten de bijstortingen niet; b) de obligatieuitgiften zijn bruto (afschrijvingen niet afgetrokken) en houden geen rekening met de doorlopende uitgiften. 3 De wijzigingen bestaan in het uitschakelen van de obligaties van de publieke sector (N.M.K.N., Sabena) en de obligaties van de Belgische banken. N. B. - 8, 6 en 9 eerste maanden = optelling van de maandcijfers. Het cijfer van de 12 maanden omvat aanvullende gegevens die niet per maand kunnen ingedeeld morden (voor de kolommen (1), (8), (5) en (7) zie tabel XVII-41. 2
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economische Statistieken An 1950-1960 (N.B.B.). - Bulletin AI matte{ des Statistigues. (Beurscommissie van Brussel). - Weekberichten van de Kredietbank.
1941 - 1950
- 684 -
Xviii. - GELDMARKT 1. - MARKT VAN HET DAGGELD EN VAN HET GELD OP ZEER KORTE TERMIJN * (miljoenen franken) Bedragen uitgeleend door
Bedragen oi tleend door Totaal
Depositobanken 2
Rentenfonds
Overige instellingen
(1)
(2)
(3)
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964
2.288 2.078 2.191 2.415 2.487 1.518 1.585 1.879
... ...
1965 1966 1966 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal 1967 10 kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 1966 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November Delember 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober
1.767 1.905 1.982 1.726 1.761 2.151 1.944 2.015
Daggemiddelden 1
November
7 (8-1))
Depositobanken 2
Rentenfonds
11.W.I.
(4)
(5)
(6)
159 1.107 1.811 943 202 6
3.305 1.821 1.165 1.664 1.671 1.703 1.842 2.743
17 15 73 1.025 1.817 1.517 1.600 1.310
2.786 968 29 10 1 1 122 480
2.514 2.496 2.981 3.104 3.162 1.375 1.126 1.690
276 420 432 1.047 989 1.271 781 1.148
722 264
2.546 2.658
1.417 1.222
572 435 35 20 233 601
2.336 2.144 2.941 3.202 4.021 3.245
1.187 1.220 1.298 1.182 1.633 1.694
5 805 252 445 851 1.654 426 613
2.356 1.696 2.647 1.580 1.211 1.364 3.380 2.614
1.257 1.104 804 1.060 1.377 1.173 759 940
2.080
1.861
2.851
1.812
95
3.708
1.177
1.420 1.560 2.203 1.251 2.238 1.794 1.819 2.015 2.616 2.195 2.290 1.381 1.700 1.745 2.608 1.779 2.514 1.941
886 420
1.314 1.360 980 1.671 1.186 1.029 1.039 1.412 1.102
107 3 566 628 991 171 874 2.167 2.564
1.877 2.150 2.403 2.992 2.901 2.929 2.598 . 2.870 4.126 4.219 4.093 3.759 4.022 3.018 2.702 2.641 2.808 3.113
1.285 1.871 1.765 1.796 2.150 1.120 1.784 1.727 1.930
30 339 968 347 1.456 747 1.207 1.215 2.527 623 576 94 337 92 1.429 282
1.820 1.528 1.395 896 1.595 1.140 920 1.252 1.916 3.830 3.225 3.071 3.117 2.651 2.072 1.706 4.573 4.881
1.019 903 1.263 1.433 902 1.807 1.254 1.064 1.197 783 714 776 861 860 1.522 1.189 807
:L.378 1.779
2.817 1.616
2.803 3.482
2.085 1.743
3.846 4.249
1.067 885
...
104 ... ...
3 58 ...
3
I
... ... ... ...
Overige ,S 28 } instellingen of-'- ` (4) -I- (5) st + (6) + ( 7 ) (7)
1.100
5.593 3.899 3.515 5.186 5.969 4.164
3.629 4.628
5.035 4.827 4.890 4.305 4.737 5.373 6.198 5.861 6.792 4.183 4.130 4.606 4.947 5.139 4.723 4.420 4.943 6.742 6.521 6.386 5.706 6.350 5.754 5.481 5.294 7.489 7.618 6.998 6.877
Teruggetrokken bedragen (9)
5 577 188 37 23 307 49 11 83 ...
... ... ... ...
... ...
...
... ... ... ... ... ... ...
... ... ... ... ... ... ... ...
... ...
Van 27 februari 1056 tot 16 november 1959 verhandelde men, naast het daggeld, ook ge d dat op 5 en 10 dagen werd uitgeleend of ontleend. Deze bedragen zijn derhalve in • bovenstaande cijfers begrepen. Sedert 17 november 1959 wordt er geen geld op 5 en 10 dagen meer uitgeleend of ontleend. Sedert dezelfde datum valt het grootste gedeelte van het verhandelde daggeld onder toepassing van het « Protocol opgemaakt met het oog op de deelneming aan de markt van liet gewaarborgde daggeld .. Deze tabel omvat ook buiten dit Protocol verhandelde kapitalen. De kapitalen die door sommige instellingen occasioneel worden opgenomen en dezelfde dag door hen opnieuw worden afgestaan, worden afgetekend als leningen toegestaan door de oorspronkelijke geldschieters en leningen opgenomen door de ultieme geldnemers. Om dubbel getelde bedragen te vermijden worden de leningen, opgenomen en toegestaan door intermediaire instellingen, buiten beschouwing gelaten. 1 Tot 31 december 1964 werden de gemiddelden berekend op basis van het aantal werkdagen van de periode. liet ingang van 1965, worden de gemiddelden berekend op basis van het totaal aantal dagen van de periode; deze laatste methode stemt overeen met de methode aangenomen door het 11.W.I. bij de voorstelling van zijn gegevens. 2 'Tot 16 november 1050, slechts de depositobanken te Brussel en te Antwerpen. Nadien ook deze van andere plaatsen. n Tot 16 november 1059 inzonderheid de A.S.L.K., de Centrale Bank van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi, de 11.51.Z., het Gemeentekrediet en sedert 17 november 1959 inzonderheid de A.S.L.K., het Gemeentekrediet, de N.M.B.S. en sedert augustus 1960• diverse geldschieters « buiten Protocol ». 4 Tot 16 november 1959 inzonderheid de N.M.K.N., de Centrale Bank van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi, de Nationale Delcrederedienst en sedert 17 november 1959 inzonderheid de Nationale Delcrederedienst, de N.K.B.K., de N.M.K.N.
- 685 XVIII - 2. - HOUDERSCHAP VAN HET DOOR DE DEPOSITOBANKEN GEDISCONTEERDE HANDELSPAPIER EN VAN DE BANKACCEPTEN 1 (Miljarden franken) Portefeuille van
Gemiddelde bedragen per einde maand
de depositobanken
het Herdisconteringen Waarborginstituut 3
(1)
(2)
2
de overige instellingen van de markt van het particulier disconto (3)
Totaal de Nationale Bank van België 4 (4)
(5) ..-- (1) tot (4)
1963
39,3
0,7
14,8
4,7
59,5
1.961
47,4
1,2
15,6
5,3
69,5
1965
56,6
1,9
14,9
4,0
77,4
1 966
62,6
0,8
15,6
8,8
87,8
r kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
34,6 38,0 40,7 43,8
0,6 0,5 0,6 1,0
15,1 15,7 14,3 14,0
4,4 3,6 6,0 4,9
54,7 57,8 61,6 63,7
1961 le kwartaal 2 0 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
45,0 46,7 46,5 51,4
1,1 1,3 1,4 1,0
16,2 17,5 14,6 14,1
4,2 4,5 8,1 4,5
66,5 70,0 70,6 71,0
1965 1° kwartaal 2° kwartaal 3 0 kwartaal 4e kwartaal
55,0 55,1 56,2 59,9
1,5 1,7 2,8 1,8
15,2 15,8 13,9 14,8
2,2 3,4 4,8 5,7
73,9 76,0 77,7 82,2
1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
59,5 61,2 62,3 67,5
1,4 0,7 0,4 0,6
17,0 16,4 14,8 14,3
7,0 8,8 10,1 9,2
84,9 87,1 87,6 91,6
1967 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal
70,0 74,3 73,4
1,5 0,6 3,8
16,9 17,8 17,4
8,1 7,6 6,5
96,5 100,3 101,1
.
1963
1 Opgenomen bedragen van de disconto- en acceptkredieten in Belgische franken bij hun oorsprong verleend door de depositobanken aan bedrijven en particulieren (excl. de financiële instellingen, maar incl. de parastatale bedrijven) en aan het buitenland. 2 Om die gemiddelden te berekenen heeft men eenmaal de uitstaande bedragen bij het begin en op het einde van de periode genomen en tweemaal de uitstaande bedragen op het einde van de tussenliggende maanden. 3 Bedrag van de portefeuille, met uitzondering van het bij de Nationale Bank geherdisconteerde gedeelte. 4 Aangezien de tabel- uitsluitend betrekking heeft op de bij hun oorsprong door de depositobanken verleende kredieten, bevatten de cijfers van deze kolom niet de directe kredieten van de Nationale Bank. N. B. - oor de wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, NIAle jaargang, deel 11. lir 3, september 1967, blz. 243.
- 686 -
XVIII - 3. - BEDRIJVIGHEID VAN DE VERREKENINGSKAMERS Debetverrichtingen Brussel Maandgemiddelden of maanden
Aantal kamers
Geld op zeer korte termiM 1
Duizenden Miljarden Duizenden :11iljarden stukken franken stukken franken
Algemeen totaal
Provincie
Andere verrichtingen 2
Totaal Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden franken franken stukken franken stukken stukken
1959
39
2
124
248
142
250
266
237
64
487
330
1960
39
3
208
289
158
292
366
243
57
535
423
1961
39
3
235
409
167
412
402
261
62
673
464
1962
39
3
158
475
196
478
354
285
68
763
422
226
521
355
302
73
823
428
1963
39
2
129
510
1964
39
2
148
605
269
607
417
358
82
965
499
1965
39
2
169
736
307
738
476
423
99
1.161
575
1966
39
2
160
1.146
322
1.148
482
507
117
1.655
599
1966 2e kwartaal
39
2
145
1.138
317
1.140
462
495
115
1.635
577
3e kwartaal
39
2
153
1.107
323
1.109
476
501
117
1.610
593
124
1.835
627
40 kwartaal
39
2
162
1.255
341
1.257
503
578
1967 1 0 kwartaal
39
3
172
1.261
411
1.264
583
614
127
1.878
710
1.950
699
20 kwartaal
39
2
174
1.352
404
1.354
578
596
121
3e kwartaal
39
3
239
1.304
380
1.307
619
621
127
1.928
746
1966 Juni
39
2
159
1.225
308
1.227
467
539
124
1.766
591
Juli
39
2
136
1.090
354
1.092
490
468
113
1.560
603
Augustus
39
2
172
1.099
316
1.101
488
507
124
1.608
612
September
39
2
152
1.133
299
1.135
451
529
115
1.664
566
Oktober November December 1967 Januari
39
2
143
1.201
326
1.203
469
547
119
1.750
588
' 39
2
151
1.187
336
1.189
487
558
118
1.747
605
39
3
192
1.378
360
1.381
552
628
134
2.009
686
39
3
195
1.288
423
1.291
618
617
131
1.908
749
Februari
39
2
162
1.184
391
1.186
553
577
123
1.763
676
Maart
39
3
159
1.311
420
1.314
579
648
128
1.962
707
April
39
2
171
1.264
405
1.266
576
617
115
1.883
691
Mei
39
2
168
1.356
422
1.358
590
487
115
1.845
705 701
Juni
39
2
184
1.435
383
1.437
567
684
134
2.121
Juli
39
3
164
1.270
420
1.273
584
612
130
1.885
714
Augustus
39
3
280
1.299
381
1.302
661
622
131
1.924
792
September
39
.3
272
1.343
338
1.346
610
628
122
1.974
732
Oktober
39
3
240
1.580
434
1.583
674
732
139
2.315
813
November
39
3
1.99
.1.577
423
1.580
622
693
132
2.273
754
1 Betreft het daggeld en, tot 16 november 1959, het op 1, 5 en 10 dagen uitgeleende of ontleende geld. Sedert 17 november 1959 wordt het geld op 10 dagen niet meer verhandeld. Effecten, overheidspapier, coupons, overschrijvingen, cheques, wissels, proinessen, kwijtschriften, transacties met het buitenland, ene.
5 en
2
(N.B.B.). - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting Bibliografische referenties : Belgische Economische Statistieken 1941-1950 en 1950-1960 (N.B.B.) : \ 111e Jaargang, Deel I, nr 5, mei 1958 : • Een nieuwe statistiek : de daggeldmarlit (call money) • - XXX Vo Jaargang. Deel I, nr 4, april 1960 : a De Belgische geldmarkt • - XXXVIIe Jaargang, Deel I, lire 3 en 4, maart en april 1962 : « De hervorming van 1 januari 1962 en de Belgische geldmarkt » - XLIle jaargang, deel II, nr 8, september 1967 : e Nieuwe tabellen betreffende de disconto-, voorschotten- en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren en aan het buitenland verleend n.
- 687 XIX. - DISCONTO-, RENTE- EN RENDEMENTSPERCENTAGES (in pet. per jaar)
1. - DISCONTO EN RENTETARIEF YAN DE NATIONALE BANK "VAN BELGIE Voorschotten in rekening-courant en beleningen op
Disconto
Datum van de wijziging
G eaccepteerd in een bank gedomicilieerd papier, warrants
GeaccepAccepten tcerd vooraf niet in door de een bank N.B.B. gedomigeviseerd met betrekking tot cilieerd papier invoer
uitvoer
Niet geaccepteerd papier in een bank gedomicilieerd
niet in Promessen een bank gedomicilieerd
Schatkistcertificaten uitgegeven aan 1 13/ 16 %
Schatkistcertif ctiten en certificaten van het Rentenfonds uitgegeven op maximum 130 dagen
Schatkistcertificaten uit gegeven op meer dan 130 dagen en op max. 366 dagen
andere overheldefondsen 1
1962 22 maart 9 augustus 6 .december
4,3,75 3,50
4,3,75 3,50
3,3,-2,75
4,50 4,25 4,-
4,75 4,50 4,50
5,25 5,5,-
5,25 5,5,-
2,25 2,25 --
4,3,75 3,50
4,50 4,25 4,--
5,25 5,-
1963 18 juli 31 oktober
4,-4,25
4,4,25
3,25 3,75
4,50 5,--
5,5,75
5,50 6,25
5,50 6,25
---
4,4,50
4,50 5,25
5,50 6,25
4 februari . 3 juli 18 december
4,25 4,75 4,75
4,25 4,75 4,75
3,75 4,25 4,25
5,5,25 5,25
5,75 5,75 5,75
6,25 6,25 6,25
6,25 6,25 6,25
----
4,75 5,25
5,50 5,50 5,75
6,50 6,50 6,50
1966
2 juni 27 oktober
5,25 5,25
5,25 5,25
4,75 4,75
5,75 5,75
6,25 6,25
6,75 6,75
6,75 6,75
---
5,75 6,-
6,25 6,25
7,-
1967
2 februari 23 maart 20 april 11 mei 14 september . 26 oktober
5,-4,75 4,75 4,50 4,25 4,--
5,-4,75 4,75 4,50 4,25 4,--
4,50 4,25 4,25 4,3,75 3,50
5,75 5,50 5,50 5,25 5,4,75
6,25 6,6,-5,75 5,50 5,25
6,75 6,50 6,50 6,25 6,5,75
6,75 6,50 6,50 6,25 6,5,75
-
6,-6,5,75 5,50 5,25
6,25 6,25
6,75 6,50 6,50 6,25 6,5,75
1964
1 Incl. de schatkistcertificaten met meer dan 12 maanden looptijd. - Alleen de effecten onderpand aanvaard.
en
---__
5,75 5,50 5,25
7,-
overheidsfondsen • aan toonder s in Belgische franken luidend, worden in
Quotiteit van liet voorschot op 30 november 1967
Schatkistcert. en cert. v.h. Rentenfonds uitgegeven op max. 366 d. ... max. 95 pct. 1
Andere overheidsfondsen (zie noot 1)
max. 80 pct.
- 688 -
DAGGELDRENTE
XIX • 3. - RENTEVOET VAN DE SCHATKISTCERTIFICATEN
EN VAN DE CERTIFICATEN VAN HET RENTENFONDS Schatkistcertificaten zeer korte termijn 2 2 maanden
3,50
3,80
4,10
4 6 4, 35
6 6 3, 65
4,25
4,50
4,75
5,25
4,89
1965
4,10
4,40
1,75
5,15
5,04
1966
5,35
5,60
5,85
6,15
5,48
1966 Dec. 1967 Jan. Feb. Maart April Mei Juni
5,35 5,25 5,20 5,00 4,80 4,70 4,95 5,00 4,75 4,50 3,90 3,85
5,60 5,50 5,45 5,25 5,05 4,95 5,20 5,25 5,00 4,75 4,20 4,15
5,85 5,75 5,70 5,50 5,30 5,20 5,45 5,50 5,25 5,00 4,50 4,45
6,15 6,05 6,00 5,75 5,60 5,50 5,75 5,80 5,60 5,40 4,90 4,85
6,12 6,12 6,00 5,84 5,67 5,55 5,65 5,79 5,73 5,43 5,01 4,85
Einde tijdvak 1060 1961 1962 1963 1964 1965 1966 :1.966 December 1967 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November
2,82 2,56 2,14 2,31 3,35 3,17 3,88 3,92 3,37 3,53 3,45 3,71 3,59 3,52 3,69 2,88 2,85 2,94 2,53
Sclmtldstcertificaten B en certificaten van het Rentenfonde 3
1 maand
Gemiddelden 1
3 maanden
XIX - 2. -
1963
-...
1964
_. _ . _ _. _
Juli Aug. Sept. Okt. Nov.
_ .
Schatkistcertificaten uitgegeven bij gunning Datum
7 6 9 12 maanden maanden maanden
1962 4jan. 1963 3jan. 1)6414 196512jan. 196611jan.
4,283 8,360 4,750 5,40 5,30
1967 10jan. 14feb. 14 maart 11 april 9rnei 13juni
6,20 6,10 6,10 5,95 5,85 5,90 5,95 5,90 5,70 5,60 5,05 5,00
lljuli 8a9g. 12sept. lOokt. 14nov. 12.dec.
4,364
*
3,416 4,800 5,55 5,45
3,450 4,750 5,65 5,00
6,25 6,05 6,15
6,35 6,15 6,15 6,00 5,85 5,90 6,05
* 5,85 5,85 6,00 5,95 5,70 5,60 5,10 5,10
* 5,70 5,60 5,20 5,15
Bet gaat om gewogen gemiddelden van de gemiddelde dagelijkse rentevoeten. (De weging houdt niet alleen rekent, g niet de kapitalen die elke dag opgenomen worden in liet kader van het • Protocol opgemaakt met het oog op de deelneming aan de markt van het gewaarborgde daggeld », maar ook met kapitalen die buiten dit Protocol worden opgenomen.) 'rot einde december 1964 zijn de gemiddelden berekend op basis van het aantal werkdagen van do periode. Met ingang van 1965 werden de gemiddelden berekend op grond van liet totaal tiental dagen van de periode; deze laatste berekeningsmethode stemt overeen met de methode 'aangenomen door liet 1I.W.I. bij do voorstel. ling van zijn gegevens. 2 er. Ministerieel besluit van 9 november 1957 (Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8028), gewijzigd bij ministerieel besluit van 25 maart 1964 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 1964, blz. 3283). 3 De schatkistcertificaten 13 worden hetzij door de banken, hetzij door het Rentenfonds aangehouden; de certificaten van liet Rentenfonde worden door do banken aangebonden en sedert mei 1905, in bijkomende trate. door overheidsinstellingen en private spaarkassen. Deze beide soorten certificaten vloeiden voort uit do hervorming van de geldmarkt in november 1957; de schatkistcertificaten 13 ontstonden uit de conversie, ten belope van 8,9 miljard, van de schuld op korte termijn die toen bij de banken was ondergebracht, terwijl liet saldo van die schuld, zegge 1 .0 20 miljard, werd omgezet in schatkistcertificaten A op 12 maanden tegen 1 15/10 pet. (Ministerieel besluit van 0 november 1957, Belgisch Staatsblad van 10 november .1957, blz. 8090). Bij K.B. van 20-12-1962 werden de A-certificaten omgezet in een « Speciale Conversielening 1962 » terugbetaalbaar in 20 jaar en verdeeld in drie tranches (F 10.000 miljoen, F 5.000 miljoen en F 4.826 miljoen) met een rentevoet van 8,50 pet. 's jaars respectievelijk vanaf 1.1.1962, 3142-1956 en 81-12-1971. \ 66r deze data blijft de rentevoet bepaald op 1 15/16 pct. 's Plant. liet uitslaande bedrag van de schatkistcertificaten B schommelt niet; op 8 april 1960 werd liet nochtans door omzetting van schatkistcertificaten A op F 9,1 miljard gebracht. Sedert de hervorming van de geldmarkt van november 1957 waren de schatkistcertificaten A en 13 en de certificaten van het Rentenfonds het enige overheidspapier dat in aanmerking haam voor de samenstelling van de zgn. • gedeeltelijke a dekking van de deposito's op maximum één maand bij de banken met grote en gemiddelde circulatie, tot bij de Opheffing van deze dekking op 1 januari 1962. Tot einde 1961 was de rente van de schatkistcertificaten 13 en van
- 689 XIX - 4. - RENTETARIEF VOOR DEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN
BIJ DE BANKEN EN BIJ DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS Einde periode
Tarief 1 1 Depositorekeningen op termijn 2 . met 15 dagen opzegging 2 3 maanden 1 maand
direct opeisbaar
Algemene Spaarkas (Spaarinlagen van particulieren) 6 maanden
tot 250.000 F
1958
0,50
0,90
1,35
1,75
2,15
3,00
2,00
1959
0,50
0,85
1,20
1,60
1,95
3,00
2,00
1960
0,50
1,75
2,85
3,45
3,60
3,00
2,00 2,00
1961
0,50
1,30
2,40
3,15
3,30
3,00
1962
0,50
1,00
1,70
2,50
2,70
3,00
2,00
1963
0,50
1.20
2,10
3.00
3,50
3,00
2,00
0,50
1,30
3,00
3,50
4,00
1964
.... .... .. ..._
3,00 tot 350.000 F
3
boven 250.000 F
2,00 boven 350.000 F
1965
0,50
1,30
3,00
3,50
4,00
3,00
2,00
1966 Augustus
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
Oktober
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
November
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
3,80
4,30
3,00
2,00
tot 500.000 F
boven 500.000 F
September
December 1967 Januari
_._
1,50
0,50 0,50 -
3,20
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
Februari
0,50
Maart
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
April
0,50
1,50
3,20
3,80
4,30
3,00
2,00
Mei
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00
Juni
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00
Juli
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00 2,00
Augustus
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
September
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00
Oktober
030
1,50
3,00
3,60
4,10
3,00
2,00
November
0,50
1,50
3,00
3,60
4,10
3,60
2,00
1 Tarief toegepast door ce. 25 banken, waaronder de voornaamste Andere banken, vooral regionale, passen over liet algemeen een hoger tarief toe. - 2 'Van november 11157 tot einde 1901 bewoog de rente van de deposito's met opzeggingstermijn en van de deposito's op termijn in functie van de discontovoet van de N.B.B. voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels. Sedert begin 1962 zijn de veranderingen die zij in functie van de marktvoorwaarden, de toestand van de betalingsbalans en het conjunctuurverloop ondergaat, het voorwerp van een akkoord, dat door overleg tussen de Nationale Bank van België en de Belgische Vereniging der Banken is voorafgegaan. - 3 Exclusief een getrouwheidspretnie voor de eerste maal toegekend in 1958 voor elk bedrag dat gedurende liet geheel burgerlijk jaar gedeponeerd bleef of, met ingang van 1965, tussen 16 januari en 31 december van hetzelfde jaar. Het percentage van deze premie evolueerde als volgt : voor de bedragen tot 250.000 fr. (350.000 fr. met ingang van 1 januari 1965 en 500.000 fr. met ingang van 1 januari 1967), 0,30 pct. van 1958 tot 1963 (behalve in 1959 toen de toekenning van de premie werd opgeschort), 0,40 pet. in 1964 en 0,50 pet. met ingang van 1 januari 1965; voor de bedragen hoger dan 250.000 fr. (350.000 fr. met ingang van 1 januari 1965 en 500.000 fr. met ingang van 1 januari 1967), 0,20 pet. van 1960 tot 1963 (geen premie in 1958 en 1959), 0,30 pct. in 1964 en 0,40 pct. met ingang van 1 januari 1965.
- 690 XIX - 5. - RENDEMENT VAN VAST RENTENDE WAARDEN OP DE BEURS TE BRUSSEL * Leningen uitgegeven na 1 december 1962
Leningen uitgegeven vóór 1 december 1962 Getinificeerde schuld Begin der periode
1958
Vervaldag binnen 2 tot 5 jaar
Vervaldag binnen 5 tot 20 jaar Gewogen gemiddelden (axel. . de Parastatale GeuniftGei instellingen ceerde) en steden sch uld
(rendement alleen berekend volgens de notering)
Staat
Parastatale instellingen en steden
Staat
4 pct. le r.
3,5 tot 5.25 pct.
3 tot 5,50 pct.
4 tot 5.50 pct.
--
5,53 1
6,47
6,51
4,85
4,93
4,93
Vervaldag binnen 5 tot 20 jaar
Staat
Gewogen Parastatale instellingen gann%leldan en steden
2
8 tot 5.50 pct.
5 tot 7 pct.
3 tot 7 pct.
6,41
--
--
-
4,85
--
--
-
1 959
4,29
--
4,44
1960
4,21
4,72
4,79
5,21
5,10
5,11
--
--
1961
4,39
5,55
5,69
6,07
5,80
5,89
--
--
4,40
5,21
5,34
5,74
5,70
5,64
--
--
-
--
-
.
1962 1963
. ............... . ..
4,05
4,54
4,50
4,96
5,02
4,94
--
1964
4,04
5,04
4,92
5,32
5,21
5,23
5,98
5,95
5,98
1965
4,06
5,38
5,38
5,62
5,60
5,53
6,43
6,55
6,47
1966
4,06
5,35
5,46
5,66
5,64
5,54
6,45
6,54
6,49
1966 November
4,07
5,90
5,96
5,96
5,82
5,92
6,67
6,80
6,74
December
4,07
5,91
5,89
5,90
5,84
5,90
6,73
6,81
6,78
4,07
5,83
5,82
5,85
5,84
5,84
6,76
6,81
6,80
Februari
4,09
5,98
5,79
5,88
5,84
5,89
6,74
6,80
6,79
5,88
5,89
6,76
6,83
6,81 6,81
1967 Januari
Maart
4,08
5,94
5,79
5,88
April
4,06
5,73
5,76
5,86
5,83
5,81
6,76
6,84
Mei
4,06
5,85
5,84
5,86
5,84
5,84
6,77
6,83
6,82
Juni
4,06
5,76
5,85
5,89
5,85
5,82
6,77
6,81
6,81
Juli
4,06
5,80
5,86
5,92
5,84
5,85
6,77
6,81
6,82
Augustus
4,06
5,45
5,63
5,74
5,77
5,63
6,64
6,73
,6,70
September
4,06
5,55
5,59
5,77
5,75
5,65
6,64
6,72
6,70
Oktober
4,06
5,74
5,57
5,77
5,71
5,71
6,66
6,76
6,72
November
4,06
5,62
5,63
5,81
5,69
5,68
6,57
6,74
6,66
December
4,06
5,54
5,59
5,71
5,70
5,62
6,54
6,69
6,63
'Penzij anders vernield is het 'gemiddelde rendement het percen age dat, toegepast bij de berekening van de actue e waarde van de gezamenlijke nog te ontvangen termijnen (aflossing, rente, gebeurlijke loten en premies) van de annuiteit, een actuele waarde geeft die gelijk is aan de koopprijs van het uitstaande kapitaal, berekend volgens de dagnoteri 1g, verhoogd met de courtage en gebeurlijk met de opgelopen rente. Leningen toet een rentevoet van 4 en 4,5 pct. - 2 Inch de leningen der vennootschappen van 5 tot 20 jaar. N. B. - Voor do wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XL110 jaargang, deel 11, ur 3, september 1967, blz. 243.
Bibliografische referenties
: Belgisch Staatsblad : weekstaten van de N.B.B. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XXVIe Jaargang, Deel 1. Nr 6, juni 1051 : De daggeldmarkt sedert september 1050 s; X X Villa Jaargang, Deel I, Nr 5, mei 1953 : a Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (call money) .; XXXIle Jaargang, Deel II, Nr 5, november 1057 : De hervorming van de geldmarkt .; XX XVe Jaargang. Deel 1, Nr 4, april 196u a De Belgische geldmarkt .; XXX \ Ile Jaargang, Deel I, Nrs 8 en 4, maart en april 1062 : De hervorming van 1 januari 1962 en de Belgische geldmarkt
- 691 -
XX. - BUITENLANDSE CIRCULATIEBANKEN 1. Verenigde Staten 1
Duitsland Maand van de wijzigingen Datum
van kracht op 31-12-1958
et Dt 0'sve:n
•
Datum
n D,()j r:et•
-
DISCONTOVOET *
Fran (rijk Datum
Dtoi svecrt -
Groot13r:ttannié Datum
1::oisve:enj
Tarief
1959 Januari .. Februari Maart April Mei September . Oktober November .
10
4 23
4,50
2,50
3,-
4,-
2,75
3,4,-
6
3,-
29 11
3,50
5
4,25
23
4,-
5,-
27
5,50
8
5,-
Juli Oktober November .
25 5 2
6,50
1962 Maart Maart April Juni September . Oktober November .
8 22 26
1961 Januari
Mei
3
5,-
10 12
3,50
20 5
3,50
17
1967 Januari Februari Maart April Mei Juli . September . Oktober November . November .
24
4,-
14 12
2,50 26
2,-
16
3,50
25
4,-
3
2,50
6
3,50
10
3,-
6,-
7,6,-
5,50 5,-
4,50
4,-
8
26 10 12 13
6,-
6
3,50
11
4,-
23
4,25
6
4,75
14
5,25
5,50 5,4,-
3,50
6
4,-
4
4,50
5,-
23
7,-
3
6,-
3,50
4,6
6
3,-
124i, 'Zeilt -
3,50 9
17
Datum
4,27
27
2,75
r . oi r:ent:
3,50 14
1964 Januari Februari . Juni Juli November .
1966 Maart Mei Juli
21
3,50
Datum
3,-
Juli Augustus . November .
13
1 .0i ave:ent-
3,50
3
22
Datum
Zwitserland
4,-
1963 Januari
1965 Januari April Juni Augustus . December .
te:ent •
Canada
3,6
11
Datum
Nederland
4,-
21 23
1960 Januari Juni Augustus . Oktober November . December .
ItaliS
4,50
5,-
2
4,50 4,3,50
7
7,-
26
6,50
16
6,-
4
5,50
4,-
3,-
20
14
4,50
19 9 18
15
5,-
30
5,-
7
4,50
28
5,-
20
6,-
4,50
6,-
6,50 8,-
• Voor de bepalingen van de officiële discontotarieven : zie • international Finan cia/ Statistica (I.M.F.). Federal Reserve Bank of New York. 2 Tussen 1-11-1956 en 26-6-1962 werd de rentevoet van de Banque du Canada eenmaal per week aangepast aan de beweging van de gemiddelde rentevoet van da Schatkistbons.
- 692 XX • 2. -
BANQUE DE FRANCE
(millions de francs francais) (Oude voorstelling van de posten van de weekstaat) 1963 1965 1966 1966 1964 1967 31 décembre 31 décembre 31 décembre 31 décembre 8 septembre 7 septembre
1966 octobre
1967 5 octobre
ACTIF Encaisse or Disponibilités á vue á l'étranger Avances au Fonds de Stabilisation des changes 1 Concours _au Fonds Monetaire International Autres opérations Annuités de Prêt de la B.I.R.D. et de l'E.I.B. Monnaies divisionnaires Comptes courante postaug
.1
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
17.448
20.665
22.415
23.824
24.901
24.209
24.541
24.274
2.627
3.370
4.716
5.200
5.181
4.818
5.218
4.865
2.263 364
3.096 274
4.405 311
4.926 274
4.889 292
4.556 262
4.912 306
4.568 297
630
589
1.471
1.471
1.471
1.380
1.471
1.380
28
24
22
30
26
21
35
24
1.135
1.221
879
844
784
924
5.450
5.450
5.450
5.450
5.450
5.450
911
920
Prêts á l'Etat 2
5.450
Avances l l'Etat 3
3.316
3.546
1.682
3.427
4.143
4.003
4.030
4.003
20.007
18.606
19.053
16.010
16.592
21.031
16.574
22.237
7.030
6.173
6.925
7.038
7.011
7.567
6.948
8.023
575
669
612
141 1.332
46 2.841
345 2.684
70 2.397
615 2.749
12.402
6.819 4.945
6.188 5.328
4.050 3.449
4.886 1.808
5.015 5.420 .
4.800 2.359
5.021 5.829
3.220
4.546
6.183
8.840
4.599
5.930
6.179
5.870
Avances á 30 jours sur effets publics
72
32
5
12
24
368
23
378
Avances sur titres
71
88
91
99
98
89
97
94
Effets en cours de recouvrement
1.656
1.689
1.465
1.368
634
675
692
883
Divers
1.468
1.497
1.142
1.373
1.374
1.568
1.338
1.595
61.226
65.344
69.152
72.647
69.694
74.708
70.754
76.299
Portefeuille d'escompte Effets représentatifs de crédits iti court terme : Effets escomptés sur le France Effets escomptés sur l'étranger Effets garantis par l'Office des céréales 4 Obligations cautionnées Effets de mobilisation de crédits á moyen terme : Préts spéciaux d le construction Autres crédits d moyen terme Effets négociables achetés en France 5
Avances sur or
Total
PASSIF Engagements to, vue : Billets au porteur en circulation Comptes créditeurs Compte courant du Trésor public
55.781
59.544
64.170
67.627
65.710
68.873
66.694
69.877
3.479
3.668
3.272
3.066
2.040
3.900
2.172
4.439
1
1
1
Comptes des banques, institutions et personnes étrangbres
238
426
169
226
158
193
237
173
Comptes courants des banques et institutions financiéres frangaises .
1.789
1.807
1.721
1.345
734
2.399
765
2.974
Autres comptes courants et de dépéts de fonds; dispositions et autres engagements d vue
1.451
1.435
1.382
1.495
1.148
1.307
1.170
1.291
250
250
250
250
250
250
250
250
1.716.
1.882
1.460
1.704
1.694
1.685
1.638
1.733
65.344
69.152
72.647
69.694
74.708
70.754
76.299
Capital de la Banque Divers Total
61.226
1 Convention du 27 juin 1949. 2 Convention du 29 octobre 1950 approuvée par la lol du 28 décembre 1959 3 Convention du 29 octobre 1959 approuvée par la lol du 28 décembre 1959. 4 Loi du 15 ao6t 1936, décrct du 29 juillet 1939 et lol du 19 mai 1941. 5
Werd du 17 juin 1938.
et convention du 3 mai 1962 approuvée par la lol du 7 juin 1962.
- 693 XX - 2. — BANQUE DE FRANCE (millions de francs franQais)
(Nieuwe voorstelling van de posten van de weekstaat) 1907 9 novembre
ACTIE' Encaisse or Disponibilités á vue á l'étranger Avances au Fonds de Stabilisation des changes 1 Concours au Fonds Monétaire International Autres opérations
A nnuités de Prêt de la B.I.R.D. et de l'E.I.B. Monnaies divisionnaires Comptes courants postaux Préts á l'Etat 2 Avances á l'Etat 3 Portefeuille d'escompte Mobilisation de créances sur la France Effets représentatifs de crédits b court terme : Obligations cautionnées Effets garantis par l'Office des céréales 4 Autres effets sur la France
4.322 24.463 4.885 4.607 278
1.380 31 1.108 5.450 4.003 25.252
2.111 1.679 8.098
Effets de mobilisation de crédits moyen terme : Préts spéciaux á la construction Autres crédits d mogen terme
2.828 1.741
Mobilisation de créances sur l'étranger Effets représentatifs de crédits court terme Effets de mobilisation de créances mogen terme
4.756 4.039
Effets négociables achetés en France 5 Avances l 30 jours sur effets publics Avances sur titres Avances sur or Effets en cours de recouvrement Divers
2.166 385 87
Total ...
75.898
991 1.375
PASSIF Engagements á vue : Billets au porteur en circulation Comptes courants des établissements astreint á la constitution de réserves Autres comptes créditeurs Compte courant du Trésor public Comptes des bangues, institutions et personnes étrangères Autres comptes courants et de dépéts de fonds; dispositions et autres engagements d vue
68.930 3.404 1.431 152
1.279
250 1.883
Capital de la Banque Divers Total ...
75.898
1 Convention du 27 juin 1949. Convention du 29 octobre 1959 approuvée par Ia loi du 28 décembre 1959 et convention du 3 mei 1962 approuvée par Ia loi du 7 juin 1962. Convention du 29 octobre 1959 approuvée par le loi du 28 décembre 1959. Loi du 15 aoUt 1936, décret du 29 juillet 1939 et loi du 19 mai 1941. Décret du 17 juin 1938.
2 3 4 5
- 694 XX • 3.
-
BANK OF ENGLAND (millions of £)
1967 1967 1966 4 October 9 November 8 November
1967 1966 1964 1965 1966 28 February 28 February 28 February 28 February 5 October
ISSUE DEPARTMENT
Government Debt Other Government Securities Other Securities
11
11
11
11
11
11
11
11
2.438
2.638
2.788
2.888
2.938
2.988
2.938
3.038
1
1
1
1
1
1
1
1
Coin other than Gold Coin
• .• •
Amount of Fiduciary Issue
2.450
2.650
2.800
2.900
2.950
3.000
2.950
3.050
2.450
2.850
2.800
2.900
2.950
3.000
2.950
3.050
2.430
2.604
2.784
2.869
2.890
2.971
2.890
2.998
20 2.450
46
16
31
60
29
60
52
2.650
2.800
2.900
2.950
3.000
2.950
3.050
411
457
448
Gold Coin and Bullion Total
Notes Issued : In Circulation ln Banking Department Total
i
RANKING DEPARTMENT
'
298
233
380
458
438
Discounts and A dvances
32
72
70
93
83
145
60
106
Securities
25
26
28
27
27
27
27
27
20
46
16
31
60
29
60
52
Government Securities Other Securities :
Notes Coin Total
Capital Rest Public Deposits (including Exchequer, Savings Ranks, Commissioners of National Debt, and Dividend Accounts)
1
1
1
1
1
1
1
1
376
378
495
610
609
613
605
634
15
15
15
15
15
15
15
15
4
4
4
4
3
4
3
3
10
11
13
12
14
13
11
10
97
201
197
208
198
212
Special Deposits Other Deposits : Rankers Other Accounts Total
276
262
272
268
265
263
266
279
71
86
94
110
115
110
112
115
376
378
495
610
609
613
605
634
- 695 XX • 4. - FEDERAL RESERVE BANKS ' (millions of $) 1966 1965 1963 1964 31 December 31 December 31 December 31 December
1966 5 October
1967 4 October
1966 9 November
1967 November
ASSETS Gold certificate account Redemption fund for F.R. notes Total gold certificate reserves
13.819
13.505
11.702
10.836
10.960
10.638
10.973
10.541
1.418
1.570
1.734
1.838
1.819
1.871
1.799
1.867
15.237
15.075
13.436
12.674
12.779
12.509
12.772
12.408
295
358
182
146
129
298
317
356
Discounts and advances
63
186
137
173
844
138
552
169
Acceptances : Bought outright
70
59
75
69
51
54
51
54
92
35
112
124
49
134
19
11.445 4.366 21.013 6.438
14.500
14.894
26.198 6.621
11.464 4.366 21.013 6.438
47.319
43.281
47.713
Cash
Held under repurchase agreement Federal agency obligations : Held under repurchase agreement U.S. Government securities : Bought outright : Bills Certificates Notes Bonds Total bought outright Held under repurchase agreement Total U.S. Government securities
34
4.142 7.066 17.729 4.645
6.044
9.100
25.188 5.274
24.828 6.550
11.803 4.351 21.302 6.199
33.582
36.506
40.478
43.655
43.262
11
538
290
627
68
33.593
37.044
40.768
44.282
43.330
47.319
43.281
47.713
43.903
47.936
26.198 6.621
Total loans and securities
33.818
37.324
41.092
44.682
44.274
47.645
Cash items in process of collection
6.435
7.190
6.915
7.879
7.025
7.478
6.809
6.921
Bank premises
104
102
103
107
104
111
104
111
Other assets
400
552
977
1.418
1.345
1.449
1.469
1.801
56.178
60.389
62.652
67.058
65.844
69.548
65.352
69.535
Total assets
•
LIABILITIES Federal Reserve notes
32.381
34.659
37.074
39.339
37.910
39.874
38.503
40.406
Deposito : Member bank reserves U.S. Treasurer - general account Foreign Other
17.049 880 171 291
18.086 820 229 321
18.447 668 150 355
19.794 416 174 588
19.995 506 132 478
20.857 525 134 478
18.235 791 148 434
20.402 599 137 474
18.391
19.456
19.620
20.972
21.111
21.994
19.608
21.612
3.835
4.584
4.667
5.369
5.270
6.047
5.668
5.836
279
242
289
Total deposits Deferred availability cash items Other liabilities and accrued dividends
82
642
189
238
252
Total liabilities
54.689
59.341
61.550
65.918
64.543
68.194
64.021
68.143
589
566
590
CAPITAL ACCOUNTS Capital paid in
497
524
551
570
566
Surplus
990
524
551
570
551
570
551
570
214
232
Other capital accounts Total liabilities and capita] accounts Contingent liability on acceptances purchased for foreign correspondents Ratio of gold certificate reserves to F.R note liability
...
...
184
195
56.176
60.389
62.652
67.058
65.844
69.548
65.352
69.535
92
122
144
191
238
198
218
164
46,3 %
42,7 %
35,4 %
31,7 %
33,0 %
30,9 %
32,6 %
...
30,3 % 2
t Consolidated statement of condition of the twelve Federal Reserve Ranks. includes $ 493 million of Federal Reserve notee of other Federal Reserve Ranke netted out of the consolidated statement shown above.
2 s F.R. nota liability
- 696 XX - 5. - DE NEDERLANDSCHE BANK (miljoenen guldens) 1983 '1964 1965 1966 1966 31 december 31 december 31 december 31 december 10 oktober
1967 9 oktober
1966 1967 7 november 6 november
ACTIVA Goud
5.770
6.080
6.327
6.234
6.233
6.237
6.233
6.237
Vorderingen en geldswaardige papieren luidende in goud of in buitenlandse geldsoorten
1.081
1.435
1.096
1.119
1.038
1.357
1.099
1.826
15
31
44
53
57
101
65
34
7
78
42
106
55
119
Buitenlandse betaalmiddelen Vorderingen op het buitenland luidende in guldens Wissels, promessen, schatkistpapier en schuldbrieven in disconto Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven door de Bank gekocht (art. 15, onder 4 0 van de Bankwet 1948) Voorschotten in rekening-courant beleningen)
729
346
704
1.139
1.138
964
1.138
965
25
16
157
234
120
381
384
98
16
14
30
22
24
22
23
22
178
173
164
162
182
191
183
191
11
17
15
20
24
23
26
20
7.825
8.112
8.544
9.061
8.858
9.382
9.206
9.513
(incl
Voorschotten aan de Staat (art. 20 van de Bankwet 1948) Nederlandse munten Belegging van kapitaal en reserves Gebouwen en inventaris Diverse rekeningen Totaal
PASSIVA Bankbiljetten in omloop
6.225
6.927
7.682
8.245
7.789
8.133
7.773
8.142
525 394
437 326
706
874
1.067
1.001
91 40
76
35
650 26 30
797 16 61
1.018 16 33
942 13 46
Bankassignaties Rekening-courantsaldo's in guldens van ingezetenen
1.261
853
1.095 122 44
665 138 50
Rekening-courantsaldo's in guldens van niet-ingezetenen
76
79
64
56
63
51
61
44
Buitenlandse circulatiébanken en daarmede gelijk te stellen instellingen Andere niet-ingezetenen
70 6
73 6
57
50 6
55 8
41 10
54 7
36
7
Saldo's luidende in buitenlandse geldsoorten
16
14
13
13
14
13
14
11
Kapitaal
20
20
20
20
20
20
20
20
Reserves
168
165
163
171
162
171
162
171
59
54
77
119
104
120
109
124
7.825
8.112
8.544
9.061
8.858
9.382
9.206
9.513
62
65
38
71
37
's Rijks schatkist Banken in Nederland Andere ingezetenen
Diverse rekeningen Totaal N. B. - Circulatie der door de Bank namens de Staat in het verkeer gebrachte muntbiljetten
I
71
I
72
I
71
I
8
- 697 -
XX - 6. - BANCA D'ITALIA (miliardi di lire)
Oro in cassa Cassa 1 Portafoglio 2
1963 dicembre
1964 dicembre
1965 dicembre
1966 dicembre
1966 agosto
1967 agosto
1966 settembre
1967 settembre
1.000
1.000
1.502
1.509
1.474
1.500
1.473
1.500
25
22
24
35
26
39
20
36
942
764
720
939
744
799
750
792
Effetti ricevuti per l'incasso Anticipazioni 3 Prorogati pagamenti Ufficio italiano dei cambi Disponibilita in divisa all'estero Titoli emessi o garantiti dallo Stato 4
• • •
649
337
285
311
664
380
42
51
93
95
55
1.770
2.069
1.982
2.129
2.276
2.434
2.224
2.474
388
657
20
65
64
168
519
405
619
302
481
387
500
229
305
211
241
265
267
246
268
377
339
377
339 398
Immobili Debitori diversi Anticipazioni straordinarie al Tesoro
440
410
377
339
C/c servizio tesoreria
506
558
913
537
631
401
614
29
33
59
68
65
56
52
Servizi diversi per conto dello Stato Spese Totale attivo
Circolazione dei biglietti 5
71
88
102
133
64
81
69
87
5.595
6.164
6.673
7.299
6.662
7.055
6.624
7.103
3.699
3.914
4.283
4.595
4.075
4.312
4.105
4.362
41
62
32
30
27
27
73
69
Vaglia, assegni e debiti a vista 6
62
Conti correnti liberi
87
119
157
172
73
66
1.305
1.459
1.738
1.933
2.011
2.151
1.979
2.160
352
517
340
391
394
400
358
383
6
7
8
7
8
7
8
Conti correnti vincolati Creditori diversi
57.
Cie servizio tesoreria Servizi diversi per conto dello Stato
10
Capitale Fondo di riserva ordinario Fondo di riserva straordinario Rendite
5 3
3
4
5
5
6
5
6
72
89
103
133
65
82
70
88
5.595
6.164
6.673
7.299
6.662
7.055
6.624
7.103
4.273 5
4.918
4.991
6.338
5.130
6.172
5.343
6.310
2
1
22
1
23
7
23
343
363 279
387 293
414 314
404 294
430 318
405 , 302
434 312
334 2 -2
282 2
308 1
661
242
107
108
653 1 22
2
1
645 1 37 2
385 2 94
2
29
21
22
27
378 1 105 1 20
20
19
Utile provvisorio del precedente esercizio Totale passivo e patrimonio
Depositante di titoli e valori Comprese monete di Stato 2 Compreso finanziamento amrnassi e acquiato grano : - aaiende di credito - istituti epeciali 3 Comprese anticipazioni a : - aaiende di credito - privati 4 Compreei BOT 5 Compresi biglietti presso il Tesoro 6 Compresi vaglia e assegni 1
274
1
1
n.b. 19
- 698 XX • 7. - DEUTSCHE BUNDESBANK (Millionen DM) 1 1966 1963 1964 1965 1966 31 Dezember 31 Dezember 31 Dezember 31 Dezember 7 Oktober
1967 6 Oktober
7
1966 1967 November 7 November
AKTIVA Gold
15.138
16.731
17.371
16.905
16.887
16.860
16.887
16.843
Guthaben hei ausliindischen Banken und Geldmarktanlagen im Ausland
12.894
10.770
8.111
9.775
8.461
9.551
9.019
9.873
417
563
892
1.084
972
1.829
976
1.655
Sorten, Auslandswechsel und -schecks Sonstige Geldanlagen im Ausland und Forderungen an das Ausland
1.000
1.000
Kredite an internationale Einrichtungen und Konsolidierungskredite
2.122
2.684
3.344
3.256
3.255
2.448
3.255
2.448
darunter : a) aus der Abwicklung der E.Z.U. b) an Weltbank c) en
751 1.342
615 1.343 720
508 1.446 1.390
420 1.446 1.390
419 1.446 1.390
332 1.446 670
419 1.446 1.390
332 1.446 670
81
116
130
166
154
223
158
229
376
377
409
425
:L96
198
200
257
6.250
2.179
19
1
Deutsche Scheidemiinzen Postcheckguthaben
1.647
2.413
4.650
5.031
6.964
Schatzwechsel und unverzinsliche Schatzanweistingen
125
307
345
711
228
Lombardforderungen
208
646
696
938
142
79
63
56
Kassenkredite
1.749
1.212
1.408
1.164
101
8
872
603
Wertpapiere
1.222
1.176
1.151
1.095
1.099
1.336
1.097
1.975
Ausgleichsforderungen und unverzinsliche Schuldverschreibung
3.990
6.081
7.617
7.804
7.896
6.554
7.524
5.217
Kredite an Band fiir Beteiligung an internationalen Einrichtungen
2.294
3.016
3.001
3.741
3.605
3.758
3.605
3.758
Forderungen an Blind wegen Forderungserwerb aus Nachkriegswirtschaftshilfe und iinderung der Wiihrungsparitiit
3.595
2.953
2.285
2.462
2.199
2.051
2.199
2.051
406
463
433
357
303
411
305
432
46.264
49.508
51.843
54.914
52.462
50.103
52.429
48.577
Inlandswechsel
Sonstige Aktiva
3.797
PASSIVA 13anknotenunilauf
25.426
27.692
29.455
30.770
29.575
29.791
28.875
28.633
Einlagen von
18.006
18.610
18.671
19.784
18.982
16.050
19.533
15.498
13.607
15.143
16.241
17.386
16.877
12.598
17.571
12.911
4.126
3.215
2.165
2.109
1.857
3.177
1.714
2.3.14
273
252
265
289
248
275
248
273
270
308 257
452
552
35L
314
344
338
234
418
494
326
288
319
297
36
51
34
58
25
26
25
41
1.076
1.260
1.475
1.690
1.690
1.925
1.690
1.925
Grundkapital
290
290
290
290
290
290
290
290
Riicklagen
701
776
861
963
963
1.080
963
1.080
Sonstige Passiva
495
572
639
863
611
653
734
813
46.264
49.508
51.843
54.914
52.462
50.103
52.429
48.577
Kreditinstituten (einschliesslich Postscheck- und Postsparkasseniitnter) offentlichen Einlegern Andere inieindischen Einlegern
Verbindlichkeiten schMt
aus dem Auslandsge-
Einlagen ausleindischer Einleger Sonstige
ackstellungen
- 699 XX - 8. - BANQUE NATIONALE SUISSE (millions de francs suisses) 1964 1965 1966 1966 1963 31 décembre 31 décembre 31 décembre 31 décembre 7 octobre
1967 6 octobre
1967
1966 7 novembre - 7
novembrc
ACTIF Encaisse or Devises
12.204
11.794
13.164
12.297
11.598
12.292
11.592
12.281
1.083
1.679
853
2.060
1.052
1.318
839
1.271
431
429
519
519
174
519
174
Avoirs avec garantie de change auprès de banques d'émission étrangères Portefeuille effets sur la Suisse Effets de change Bons du Trésor de la Confédération suisse
Avances sur nantissement Bons du Trésor étrangers en FS Titres pouvant servir de couverture
142
163
139
158
103
96
101
101
107
138
130
141
103
96
101
101
35
25
9
17
97
78
39
109
35
19
39
17
207
432
432
432
432
432
432
432
52
65
93
182
170
186
176
1 64
2 91
... 182
2 168
6 180 .
2
182 4
174
178
autres
Correspondants :
71
92
81
52
62 9
75 17
66 15
97 82 15
32
en Suisse l'étranger
15 17
15 37'
14
28 17
35
29
33
68
86
73
89
77
13.891
14.763
15.263
15.922
14.027
14.642
13.828
14.580
Autres postes de l'actif Total
41 27
45
PASS1F 55
56
57
58
58
59
58
59
Billets en circulation
9.035
9.722
10.043
10.651
9.621
10.120
9.653
10.138
Engagements á vue
Fonds propres
3.188
3.271
3.215
3.431
2.328
2.746
2.086
2.662
Comptes de virements des banques, du commerce et de l'industrie Autres engagements d vue
2.700 488
2.908
3.005 210
2.982 449
1.978 350
2.464
363
282
1.465 621
1.867 795
Comptes de virements de banques temporairement liés
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
690
1.035
690
357
433
602
389
625
600
625
600
3
20
2
1
221
243
291
356
359
427
370
431
13.891
14.763
15.263
15.922
14.027
14.642
13.828
14.580
Engagements á terme Dép5ts obligatoires selon l'arrêté fédéral du 13 mars 1964 Autres postes du passif Total
Bibliografische referenties :
International Financial Statistica (F.M.I.). - Bangue de France : a Compte rendu des opérations ». - Report of the Bank of England. - Federal Reserve Bulletin. - De Nederlandsche Bank : Verslag over het boekjaar. - Banco d'Italia : Bolletino. - Geschaltabericht der Deutschen Bundeabank. - Bangve Nationale Suisse (rapporta).
-700
-
XX • 9. - BANQUE DES REGLEMENTS INTERNATIONAUX, A BALE ' Situations en millions de francs or [unités de 0,29032258._ gramme d'or fin (art. 5 des statuts)] Actif 31 décembre
31 décembre
30 septembre
30 septembre
31 octobre
31 octobro
1965
1966
1960
1967
1966
1967
2.283
2.583
2.913
2.709
2.991
2.721
683
975
2.104
45
885
38
III. Bons du Trésor réescomptables ........ .... .
82
70
290
673
294
675
IV. Effets div. remobilis. sur dem. ...........
125
75
124
74
89
75
2.935
4.108
2.030
5.108
2.906
5.373
2.060
3.282
1.500
3.954
2.477
3
3
3
603 25 118 126
509 113 123 78
348 94 22 63
1.067 70 17 -
302 42 17 65
4.267 1.028 64 14 -
2.015
1.285
1.309
1.396
1.232
1.387
296
293 10 94 23
299 20 8 93
288 20 18 93
290 13 9 107
292 • 13 19 95
-
-
-
-
--
-
1.309 100
639 57
75 35
61
716 169 9 52 31
591 69 26 76 51
610 260 2 73 23
I. Or en lingots et monnayé II. Espèces en caisse et avoirs bancaires 4 vue
V. Dépilts it terme et avances :
a) á 3 mois au maximum b) 4 3 mois au maximum (or) c) de 3 4 6 mois d) de 6 á 9 mois e) de 9 á 12 mois f) á plus d'un an VI. Autres effets et titres :
1. Or: a) á 3 mois au maximum b) de 3 á 6 mois c) de 6 á 9 mois d) de 9 4 12 mois e) á plus d'un an
3 94 22
2. Monnaies : a) á 3 mois au maximum b) de 3 á 6 mois c) de 6 á 9 mois d) de 9 á 12 mois e) á plus d'un an VII. /Mits divers ......... ................. VIII. Fonds propres utilisés en exécution des acoords de La Haye de 1980 pour placem en Allemagne Total actif
-
3
81
69 39
688 78 25 55 43
1
2
4
1
3
1
-
-
-
-
8.774
10.006
8.400
10.270
68 8.192
-
9.098
Exécution des Accords de La Haye de 1930 : Fonds placés en Allemagne : 2
1. Créances sur la Reichsbank et la Golddiskontbank, effets de la Golddiskontbank et l'administration des chemins de fer et bons de l'administration des postes (échus) 2. Effets de bons de Trésor du Gouvernement allemand (échus)
221
Total ...
297
76
t Ne sont pas inclue done le présente situation l'or sous dossier, les effets et entree titres détenus en garde pour le compte de Banques Centrales et d'autres déposants. N'y sont pas compris l'or sous dossier, les avoirs en benque, les effets et entree titres détenus par Ia Banque en sa qualité d'Agent de l'Organisation de Coopáration et de Développement Economiques (Accord Monetaire Européen), de Tiers Convenu aux termes du contrat de nantieee• ment conclu avec la Ilaute Autorité de la Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier, sinsi que de Mandataire-trustee ou d'Agent financier d'emprunts internationaux. la Banque et qui fait 2 Aux termes d•une Convention en date du 9 janvier 1958 conclue entre le Gouvernement de la République fédérale d'Allemagne et partie de l'Accord sur les dettes extérieures allemandes du 27 février 1953, il a été convenu que Ia Banque ne réclamereit pas avant le ler evril 1966 le remboursement en principe] de ses placements en Allemagne qui sont indiqués ci•dessus, y compris les intéréts arriérés y nfférents b lo date du 31 14eembre 1952.
- 701 XX • 9.
-
BANQUE DES REGLEMENTS INTERNATIONAUX, A BALE
Situations en millions de francs or [unités de 0,29032258._ gramme d'or fin (art. 5 des statuts)]
Passif 31 décembre
1966
1965
I. Capital : Actions libérées de 25 % II. Réserves 1. Fonds de Réserve Légale 2. Fonds de Réserve Générale 3. Fonds Spécial de Réserve de Dividendes III. Dépeits (or) : 1. Banques centrales : a) li. plus d'un an b) de 9 á 12 mois c) de 6 á 9 mois d) de 3 á 6 mois e) á 3 mois au maximum f) á vue 2. Autres déposants : a) á plus d'un an b) de 9 á 12 mois c) de 6 á 9 mois d) de 3 á 6 mois e) á 3 mois au maximum f) á vue IV. Dépats (monnaies) 1. Banques centrales : a) á plus d'un an b) de 9 á 12 mois c) de 6 le 9 mois d) de 3 le 6 mois c) le 3 mois au maximum f) á vue 2. Autres déposants : a) de 9 le 12 mois b) de 6 le 9 mois c) de 3 á 6 mois d) le 3 mois au maximum e) le vue V. Effets : a) de 9 le 12 muis b) de 6 á 9 mois c) de 3 le 6 mois d) le 3 mois au maximum VI. Divers VII. Comptes de profits et pertes VIII. Provision Total passif
31 décembre
30 septembre
30 septembre
31 octobre
31 octobre
1900
1967
1906
1007
125 26
125 26
125 45
125 26
13 13
13 13
13 13
4.410
4.303
4.250
12 23 10
13 13 -
4.242
4.260
4.238
-
34, 159 10 168 707 2.667
.103 152 2.033 1.462
203 69 79 1.656 1.836
34
34
238 84 1.163 2.254
28 105 922 2.678
Total
7 141 2.174 1.432
23 10
-
-
-
-
-
-
17 17 69 248 216
100 90 86 86 168
155 190 138
31 152 305
17' 104 173 221
17 59 107 305
2.943
4.056
3.797
4.707
3.411
5.021
28
19 52 105 325 3.177 139
18 98 1 271 1.752 1.253
13 89 310 3.465 115
32 98 10
12 89 1 252 3.859 101
11 80 503 1.950 16
253 2.621 26
-
-
-
-
-
-
15 323 17
209 30
.388 16
59 635 21
357 14
66 612 29
385 • -
284 ___
290 __.
287 __.
__
__
590 -
539 -
11
-
4
2
333
280
288
590
285
60 10 216 8.774
66 231 10.006
65 10 216 8.400
79 10 214 8.192
78 10 216 9.098
-
__
41
Exécution des Accords de La Haye de 1930 229 Dép8ts le long terme : 1. Dép8ts des Gouvernements créanciers au 153 Compte de Trust des Annuités 2 76 2. Dép8t du Gouvernement allemand Fonds propres utilisés en exécution des Accords (voir ci-dessus)
125 45 12
125 26
2
-
539 71 -
231 10.270
:
68 297
1 Ne sont pas inclus dans la présente situation l'or sous dossie les effels et autres . titres détenus en garde pour le compte de Banques Centrales et d'sutres déposants. N'y sont pas compris l'or sous dossier, les avoirs en banque, les eifeta et autres titres détenus par la Banque en sa qualité d'Agent de l'Organisation de Ooopération et de Développement Economiques (Accord Monétaire Européen), de Tiers Convenu aux termes du contrat de nantissement conclu avec la }Teute Autorité de In Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier, ainsi que de Mandataire-trustee ou d'Agent financier
d'emprunts internationeux. 2
La Banque a reçu de Gouvernements dont les dépóts s'élèvent t l'équivalent de francs or. 149.920.880.-, confirmation qu'ils ne pourront lui demander, au titre de tels dépéts le transfert de montants supérieurs t ceux dont elle pou rra elle-méme obtenir le remboursement et Ie transfert par l'Allemagne dans les ronnaies agréées par Is Banque.
— 70'2 —
VOORNAAMSTE GEBRUIKTE AFKORTINGEN. A.S.L.K. B.I.B. B.L.E.U. B.P.C. B.R.T. D.U.L.B.E.A. E.B.U. E.E.G. E.G.K.S. E.M.A. O.E.S.O. FABRIMETAL F.A.O. FEBELTEX H.W.I. I.A.B. I.B.H.O. I.M.F. I.E.S.P.O. M.E.Z. N.B.B. N.I.S. N.K.B.K. N.M.Y.B. N.M.B.S. N.M.K.N. N.M.W.Y. O.Y.N. R.L.W. R.M.Z. R.T.T. R.Y.A. SABENA Y.B.N. Z.K.O.S.
,
Algemene Spaar- en Lijfrentekas. Bank voor Internationale Betalingen. Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. Bestuur der Postchecks. Belgische Radio en Televisie. Département d'Economie Appliquée de l'Université Libre de Bruxelles. Europese Betalingsunie. Europese Economische Gemeenschap. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Europees Monetair Akkoord. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Federatie van de Ondernemingen der Metaalverwerkende Nijverheid. Food and Agricultural Organization. Federatie der Belgische Textielnijverheid. Herdiscontering- en Waarborginstituut. Internationaal Arbeidsbureau. Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Internationaal Monetair Fonds. Instituut voor Economisch, Sociaal en Politiek Onderzoek. Ministerie van Economische Zaken. Nationale Bank van België. Nationaal Instituut voor de Statistiek. Nationale Kas voor Beroepskrediet. Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen. Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Nationale Maatschappij voor Watervoorziening. Organisatie der Verenigde Naties. Regie der Luchtwegen. Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid. Regie van Telegrafie en Telefonie Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Belgische Naamloze Vennootschap tot Exploitatie van het Luchtverkeer. Verbond der Belgische Nijverheid. Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade.
CONVENTIONELE TEKENS.
n.b. pct. o g (r)
het gegeven bestaat niet. niet beschikbaar. procent. voorlopig. gerectificeerd cijfer. raming. nihil of te verwaarlozen hoeveelheid.
STATISTIEKEN INHOUDSOPGAVE Nummering van de tabellen
Nummering van de tabellen
VIII. - Buitenlandse handel van de B.L.E.U.
I. - Bevolking en nationale rekeningen.
.......................... ........... ....... 1. Bevolking 2. Verdeling van het nationaal produkt over de produk....... ........ ........... ....... tiefaktoren 3. B.N.P. berekend door ontleding van de voortbrenging tegen marktprijzen 4. Besteding van het nationaal produkt : a) Ramingen in courante prijzen b) In prijzen van 1953 indexcijfers
I-1 I- 2 I- 3
I - 4a I • 4b
II. - Tewerkstelling en werkloosheid.
1. Indexcijfers van de tewerkstelling in de nijverheid II - 1 (arbeiders) II - 2 2. Werkloosheid - Algemene gegevens 3. Werkloosheid - Daggemiddelden van het aantal II - 3 ............ ....... gecontroleerde werklozen III. - Landbouw en visserij.
1. Landbouwproduktie 2. Zeevisserij - Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens ......... ...................... ........
III . 1
III - 2
IY. - Nijverheid.
1. Algemene indexcijfers van de industriële produktie 2. Indexcijfers van de industriële produktie (voornaamste sectoren) 3. Energie 4. Metaalproduktie 5. Bouwnijverheid : jaarcijfers ............ ....... ....... ......... . 6. Bouwnijverheid : maandcijfers 7. Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
IY - 1 IV - 2 IV - 3 IY - 4 IY - 5 IV - 6
IV - 7
V. - Diensten.
1. Vervoer : a) Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de Sabena b) Zeevaart c) Binnenscheepvaart 2. Toerisme 3. Binnenlandse handel : a) Verkoopindexcijfers b) Verkoop op afbetaling
✓ - la • - lb ✓ - le • - 2
✓ - 3a V • 3b
VI. - Inkomens.
1. Bezoldigingen van de arbeiders .............. 2. Gemiddelde verdiende bruto-uurlonen in de nijverheid
VI - 1 YI - 2
VII. - Prijzen en prijsindexcijfers.
1. Groothandelsprijzen op de wereldmarkten ...... 2. Indexcijfers van de groothandelsprijzen op de wereldmarkten 3. Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België ... 4. Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België ...
VII - 1 YII - 2
VII - 3 VII .4
1. Algemene tabel 2. Uitvoer volgens goederengroepen 3. Invoer volgens goederengroepen 4. a) Indexcijfers van de gemiddelde waarden per eenheid b)Indexcijfers van het volume 5. Geografische spreiding IX. - Betalingsbalans van de B.L.E.U. 1. Jaarcijfers 2. Saldi per kwartaal 3. Ontvangsten en uitgaven per kwartaal en samengegevoegde maandsaldi
VIII VIII • 2
VIII • 3 VIII • 4a
VIII - 4b VIII • IX • • 1 IX - 2 IX - 3
X. - Valutamarkt.
Verre1. Officiële wisselkoersen vastgesteld door de in Verrekeningskamer te Brussel vergaderde bankiers 2. Valuta's van de lidstaten van de E.M.A.
X- 1
X-2
XI. - Rijksfinanciën. 1. Ontvangsten en uitgaven van de Schatkist voortXI - 1 vloeiend uit de begrotingsverrichtingen XI - 2 2. Schatkistimpasse en financiering ervan 3. Nettofinancieringsbehoeften van de staat en hun dekXI - 3 king XI - 4 4. Belastingontvangsten (per begrotingsjaar) XI - 5 5. Indeling van de belastingontvangsten 6. Belastingontvangsten zonder onderscheid van begroXI - 6 tingsjaar XII. - Vorderingen en schulden in de Belgische economie.
1. a) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1963 b) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1964 2. Beweging van de vorderingen en schulden in 1964 3. a) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1963 (totalen per sector) b) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1964 (totalen per sector) 4. Beweging van de vorderingen en schulden in 1964 (totalen per sector)
XII - la XII - ib XII - 2 XII • 3a XII - 3h XII - 4
XIII. - Geldscheppende instellingen.
1. Gezamenlijke balansen van de geldscheppende instelXIII - 1 lingen 2. De balansen van de Nationale Bank van België, van de geldscheppende openbare instellingen en de depositobanken : a) Nationale Bank van België (Driemaandelijkse en XIII • 2a maandelijkse cijfers) XIII • 2b b) Geldscheppende openbare instellingen XIII • 2c c) Depositobanken XIII - 2d d) Totaal der geldscheppende instellingen XIII • 3 3. Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid XIII • 4 4. Geldhoeveelheid 5. Goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldXIII - 5 scheppende instellingen 6-7. Opgenomen bedragen van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten bij hun oorsprong door de depositobanken aan bedrijven en particulieren en aan het Buitenland verleend : XIII - 6 - Zichtbare economische bestemming XIII - 7 - Vorm en houderschap
- 704 N ummering van de tabellen
8. Discontokrediet, voorschotten en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren en aan het buitenland, ondergebracht bij de Nationale Bank van België 9. Opgenomen bedragen van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten, hij hun oorsprong door de geldscheppende instellingen verleend aan bedrijven en particulieren en aan het buitenland . 1.0. Balansen van de Nationale Bank van België (19511958) Bálansen van de Nationale Bank van België (sedert 1959) Weekstaten vande Nationale Bank ván België Di Verrichtingen in postrekening .12. Algemene staat der banken 1.3. Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening '
XIX. - Disconto-, rente- en rendementspercentages.
XIII - 8
XIII - 9 XIII - :10 XIII - 10. XIII 7 10 XIII - 11. XIII - 12 XIII - :13
4
-
5a
XIV XIV
-
5b
XIV
-
5c
XIY • 5d XIY 6
XIY XIV XIV XIV
7 8 9 10
-
-
-
-
XIX • 3 XIX 4 XIX - 5
Buitenlandse Circulatiebanken.
1. Discontovoet 3. Bank of England 4. Federal Reserve Banks 5. De Nederlandsche Bank 13 Banëa 7. Deutsche Bundesbank 8. Banque Nationale Suisse 9. Banque des Règlements internationaux
XX • 1 XX - 2 XX - 3 XX - 4 XX - 5 XX - 6 XX - 7 XX • 8 XX • 9
Voornaamste gebruikte afkortingén.
Grafieken. I
-
4.
IY • 1.
-
IY
-
-
2.
IV • 7. XVI
-
1
-
VI • 1. XVI XVI
-
B.N.P. berekend door ontleding van de bestedingen I - 4a en b
II - 8. - Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen
XVI. - Emissies en schulden van de overheidssector.
-
XIX - 1 XIX - 2
-
XV. - Belangrijkste vormen van de besparingen van particulieren en ondernemingen beschikbaar in de Belgische volkshuishouding XV
XVII.
-
2. :Banque de France (oude en nieuwe voorstelling)
4. Voornaamste activa en passiva van het Rentenfonds XIY
1 Emissies in Belgische franken op lange en halflange termijn 2. Voornaamste emissies op lange en halflange termijn van de overheidssector 3. Staatsschuld 4. Indeling van de schuld in Belgische franken op lange en halflange termijn van de overheidssector
1. Disconto- en rentetarief van de Nationale Bank van België 2. Daggeldrente 3. Rentevoet van de Schatkistcertificaten en van de certificaten van het Rentenfonds -1. Rentetarief voor deposito's in Belgische franken bij de banken en bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas 5. Rendement van de vast rentende waarden op de beurs te Brussel
XX.
XIV.. - Niet geldscheppende financiële instellingen.
5. Algemene Spaar- en Lijfrentekas : a) Beweging van de inlagen b) Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas c) Voornaamste posten uit de balansen van de ...... ............ ............... Lijfrentekas d) Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas 6. Particuliere spaarkassen 7. Nationale Maatschappij voor ICrediet aan de Nijverheid 8. Gemeentekrediet van België 9. Levensverzekeringsmaatschappijen 10. Hypotheekinschrijvingen
Nummering van de tabellen
-
2 3
-
-
VII
XVI • 4
-
3.
VII - 4.
Effecten van de particuliere sector.
1. Evolutie van de omzet, de noteringen en het rendement van de beurswaarden XIII I 1 2. Rendement van.de vennootschappen 'op aandelen -jaarcijfers XVII - 2 3. Rendement van de vennootschappen op aandelen cumulatieve maandcijfers XVII - 3 4. Uitgifte van vennootschappen jaarcijfers. XVII - 4 5. Uitgifte van vennootschappen - maandelijkse cijfers- 'XVII 5
VIII
-
-
-
II - 3
Resultaten der conjunctuurenquêtes
IY • 1
Indexcijfers van de industriële produktie
IV - 2
Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
IV - 7
Bezoldigingen van de arbeiders. Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur
VI - 1
Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België
VII - 3
Indexcijfers van de kleinhandels prijzen in België
VII . 4
Buitenlandse handel van de B.L.E.U
VIII
Belastingontvangsten zonder onderscheid van begrotingsjaar
XI - 6
Geldhoeveelheid en quasi-monetaire liquiditeiten
XIII - 3
Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening. Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid
XIII - 9
Algemene Spaar- en Lijfrentekas Beweging van de inlagen
XIV - 5a
Indexcijfers van de aandelennoteringen op de contantmarkt
XVII - 1
-
XI -
6.
-
XIII -
3.
-
XIII •
9.
-
-
XVIII.
-
Geldmarkt.
1. Markt van het daggeld en van het geld op zeer korte termijn 2. Ilouderschap van,het door de depositobanken gedisconteerde handelspapier en vait_ de bankaccepten 3. Bedrijvigheid van de verrekeningskamers
1
XIY
XVIII • 2 XVIII 3
XVII
XVIII
-
-
-
-
8a 1.
-
-
Abonnementsprijs per jaargang
België, F 250. Buitenland, F 300.
Prijs van een afzonderlijk nummer
België, F 25. Buitenland, F 30.
De betaling moet vooraf geschieden door overmaking op postgironummer 500 der Nationale Bank van België, of op de in baar boeken geopende rekening-courant onder de rubriek « Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting ». De abonnenten worden verzocht op te geven welke uitgave
zij wensen te ontvangen : de Nederlandse of de Franse.
ORUKKERIJ DER NAVOONALE BANK VAN
aa,ciáll
.7001.01NRENBEUR VAN Oe DRUKKER,/ CM.
AUSSEMS
NATEENSOUARE 17, eiRubf eb_