NATIONALE BANK
TIJDSCHRIFT
VAN BELGIË
voor Documentatie en Voorlichting Afdeeling
Verschijnt maandelijks
XVIe Jaar, Ie Band, Nr 5
Studiën en Documentatie
Mei 194 1
INHOUDSTAFEL. STATISTIEKEN : Tabel nr.
Blz.
Bl z.
Tabel nr.
Geldmarkt. 2 4
Prijzen.
Rentetarief voor disconto en beleeningen Rentestanden voor bankdeposito's en tegoed ter Algemeene Spaaren Lijfrentekas
47 204 48 204
50
Kapitaalmarkt. 14 15 16
Noteeringen van enkele publieke fondsen (vergelijkende tabel) Maandelijksche indexcijfers van de Beurs te Brussel (Basistijdvak 1936 tot 1938 = 100) Noteeringen en rendementen van de voornaamste obligatietypen. —
Grafiek 17
Bankoperaties crediet
van
het
56 57 58
206
59
207 208 208
Stand van de Rijksschuld Overheidspapier ondergebracht bij de.Nationale Bank van België en de Emissiebank te Brussel
31
Rendement der Belgische naamlooze vennootschappen : Maart 1941 .. Retrospectief overzicht Algemeene Spaar- en Lijfrentekas : Inlagen op persoonlijke spaarboekjes Stortingen ingeschreven op de rekeningen der aangeslotenen bij de Lijfrentekas
66 67
Tabakverbruik Slachtingen in de dertien voornaamste slachthuizen van het land
tot
36 39
Bedrijvigheid der Verrekeningskamers Postchèque- en giroverkeer Aantal uitgesproken faillissementen en aanvragen om akkoord in het Rijk
ECONOMISCHE WETGEVING
212
215 216 216
Werkloosheid.
85
Algemeene kwartaalstaat der Belgische banken Staten van de Nationale Bank van België Staten van de Emissiebank te Brussel Gezamenlijke staten van de Nationale Bank van België en van de Emissiebank te Brussel Lijst der waarden die door de Nationale Bank van België en door de Algemeene Spaar- en Lijfrentekas in onderpand worden aanvaard .. Buitenlandsche circulatiebanken : Bankstaten van de Nederlandsche Bank van de Nationale Bankstaten Bank van Zwitserland de Deutsche Bankstaten van Reichsbank Bankstaten van de Federal Reserve Banks
216
Bankstatistieken.
210 211
212 212
1938 = 100)
Aantal gecontroleerde werkloozen
209
211
214 215
den verkoop aan (Basistijdvak 1936
80 209
211
electrisch en
Verbruik.
209
Loop der zaken. 35
213
214 214
Indexcijfers van de verbruikers
Inkomen. — Spaarwezen. 30
Diverse producties Bouwbedrijvigheid van Voortbrenging stroom Gasdistributie-
65
Gemeente-
Rijksflnanciën. 25
213 213
Voortbrenging. 205
206
Emissies van de Belgische en Congoleesche nijverheids- en handelsvennootschappen : Detail der emissies : Maart 1941 Retrospectief overzicht
Grafiek 19
groothandelsprijzen Binnenlandsche van kolen, steenkool, briketten, eierkolen en cokes Prijzen van landbouwproducten Noteeringen der voornaamste grondstoffen in de Vereenigde Staten
85
86
217 218 218 218
219
221 221 221 221 222
DOORLOOPENDE MAANDSTATISTIEKEN GELDMARKT. RENTETARIEF VOOR DISCONTO EN BELEENINGEN (in pet.).
2
OFFICIEEL DISCONTOTARIEF VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIË
TIJDVAK
Beleeningen en voorschotten op overheidspapier ( 5 )
Disconto handelsaccepten en warrants
I
CALLGELD
in de markt
niet-geaccepteerde wissels en promessen
met ten hoogste 120 dagen looptijd
met meer dan 120 dagen looptijd
2,67 2,03
3,67 3,03
2,03
3,93 3,03
1,31 1,25 (1)
2,2,-. 2,2,2,2,-
3,3,-- . 3,-3,-3,-3,-
2,2,2,2,2,2,-
3,3,3,3,3,3,-
1,--
Jaar gemiddelden : 1939 1940
aandgemiddelden 1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
1,-1,-0,82 (2) 0,75 0,75
N. B. - Het rentetarief van de Emissiebank te Brussel is hetzelfde als dit van de Nationale Bank.
(*) Quotiteit der voorschotten in April 1941 : Rentetarief 2 % :
Rentetarief 3 % :
Beleeningen en voorschotten in rekeningcourant op overheidspapier met ten hoogste 120 dagen looptijd
95 %
Beleeningen en voorschotten in rekeningcourant op overheidspapier met meer dan 120 dagen looptijd : a) Schatkistcertificaten en certificaten van de Onafhankelijkheidsleening . . . 95 % b) Tienjaarlijksche obligatiën (1940-1950) 90 % c) Ander overheidspapier 80 %
(1) Gemiddelde van negen maanden (geen noteeringen van 10 Mei tot 13 Augustus 1940). (2) Van 1 tot 8 Februari 1941: 1,- %; van 9 tot 28 Februari 1941: 0,75 %.
RENTESTANDEN VOOR BANKDEPOSITO'S EN TEGOED TER ALGEMEENE SPAAREN LIJFRENTEKAS. Netto rentevoet, in, BANKEN.
-
%. ALGEM. SPAAR- EN LIJFRENTEKA8
Depositorekeningen : (1)
(tegoed op spaarboekjes)
NATION. 31Asisca. VOOR KREDIET AAN DE NIJVERHEID
TIJDVAK dadelijk opvraag. baar
roetvijftien dagen vooropzeg
op één
op drie
op zes
maand
maanden
maanden
0,50 0,50
1,20 1,25
1,40 1,40
1,60 1,60
2,50 2,50
3,3,-
1,50 1,50
0,50 0,50 0,60 0,50 0,50 0,50
1,25 1,25 1,15 1,15 1,15 1,15
1,40
1,60 1,60 1,60 1,60 1,60 1,60
2,50 2,50 2,50 2,50 2,50 2,50
3,3,3,3,3,3,-
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
tot
méér 20.000 dan tot fr. 20.000 fr. 100.000 fr. 100.000
op één jaar
op twee jaar en méér
0,50 0,50
2,67 3,-
3,--
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
3,3,3,3,3,3,-
3,3,3,3,3,3,-
Jaar gemiddelden : 1939 1940
2,67
Maand gemiddelden : 1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
(1) Gemiddelde rentetarieven der
1,40 1,40 1,40 1,40 1,40
-voornaamste erediettneteningen.
-- 204 --
KAPITAALMARKT.
14
NOTEERINGEN VAN ENKELE PUBLIEKE FONDSEN (*) (VERGELIJKENDE TABEL). NOTEERING PER
Noteering AARD DER EFFECTEN
Mei 1940
3 Maart 1941
1 April 1941
1 Vlei 1941
100,100,100,100,100,525,1.050,500,-
51,75 65,80 69,25 79,50 451,901,411,-
63,50 76,50 83,25 93,50 97,50 523,1.052,491,-
63,75 77,25 83,60 95,97,50 525,1.052,490,-
64,10 77,40 84,96,25 98,85 528,1.061,498,-
250,262,50 525,-
204,216,443,-
238,252,503,-
235,253,506,-
238,253,-515,-
500,-
511,-
612,-
625,-
635,-
500,-
510,-
595,-
615,-
620,-
500,100,100,100,-
391,56,--
475,78,50 -
496,77,45 92,55 90,05
498,78,95,50
100,-
129,50
160,-
167,50
173,50
100,100,100,100,-
64,45 78,77,50 65,50
69,86,85 86,85 78,-
69,50 86,75 86,75 78,-
69,50 86,50 86,50 78,-
500,500,500,1.000,500,-
588,373,526,-
1.200,425,729,-
1.273,412,(4) 820,-
825,-
voor
1
Binnenlandsche schuld. I. -
RECHTSTREFICSCHE BELGISCHE STAATSSCHULD
(Rente bij te rekenen).
2 % Schuld 3 0, Schuld, 2° reeks 3 A % Schuld 1937 Geunificeerde 4 % Schuld Tienjaarlijksche obligaties (1940.1950), 4 % 4 Vo Lotenleening van 1932 4 % Lotenleening van 1933 Lotenleening 1938 (1) 11. -
INDIRECTE STAATSSCHULD EN DOOR DEN STAAT GEWAARBORGDE SCHULD
(Rente bij te rekenen). 4 % Lotenleening der Verwoeste Gewesten 1921 4 •/ Lotenleening der Verwoeste Gewesten 1922 4 fo Lotcnleening der Verwoeste Gewesten 1923 6 h preferente aandeelen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (Zwitsersche schijf) 6 % preferente aandeelen van do Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (Nederlandsche schijf) 4 % preferente aandeelen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (Belgische schijf) (') 3 % Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, coupon Januari-Juli 4 1/4 % Intercommunale Maatschappij van den Linker Schelde-Oever (IMALSO) 4 % Nationale Maatschappij voor Waterdistributie III. -
RECHTSTREEKSCHE KOLONIALE SCHULD.
Renteloos : Belgisch Congo, Lotenleening 1888 Rent* bij te rekenen : (3) 3 % Koloniale Schuld 1904 (3) 4 0/ Koloniale Schuld 1906 (3) 4 Koloniale Schuld 1936 (*) (3) 3 72 % Koloniale Schuld 1937
ei
IV. -
DOOR DE KOLONIE GEWAARBORGDE SCHULD
( Rente bij te rekenen).
6 0/ Congo Supérieur aux Grands Lacs 1922 (met recht tot omwisseling) (2) 4 f Congo Supérieur aux Grands Laos 1922 (zonder recht tot omwisseling) (*) 4 % Vervoer te water (Unatra), Winatbedeelende obligatiën (*)(3) 4 ic, Kivu (Spoorweg), kapitaal (*) (3) 4% Buurtspoorwegen van Congo, pref (3) (3)
785,
-
-
-
-
350,-
-
-
-
V. -- PROVINOIËN EN GEMEENTEN.
Rente bij te rekenen : (*) 3 % Gemeentekrediet 1886 tot 1911
100,100,100,100,100,100,100,100,500,-
1912 tot 1918 (•) 4 67 I> 1927 tot 1929 4% a 1931 (Januari-Juli) 4 Vo s 1932 4 Vo s 1937 4 0h 4 V Kasbons Gemeentekrediet 1934, aflasbaar á 103 % o 1938, 4 f„), :b 100 % 4 h Gemeentekrediet, 1938, Lotenleening
Rente in de noteering begrepen :
100,100,100,100,100,100,100,100,100,100,100,100,100,100,100,-
4 % Provincie Oost-Vlaanderen 1936 4 °<‘ 1, Stad Antwerpen 1930 (Januari-Juli) o 1933, aflosbaar á 103 % 4 c, o 1936 (coupon 31 December) 4h 0 1937 4° 4 '( Brussel 1930 4 70 Brussel 1936, aflosbaar á 103 % 4 0/ Brussel 1938 4 15 Gent 1929 4 / Gent 1936 (coupon 31 December) 4 Y°2 % Luik 1917 4 % Luik 1919 4 V Luik 1929 4 ty: Luik 1937 4 y2 % Luik 1939 (kasbons)
Lotenleeningen. -- Rente in de noteering begrepen :
77,85 65,50 70,50 86,10 74,40 87,55 73,45 87,05 73,86,60 74,87,60 95,80 . 101,55 88,97,85 455,500,74,72,65 67,25 72,20 87,05 93,40 72,25 68,79,10 73,50 71,75 72,45 98,05
100,503,-
88,25 85,85,100,60 (4) 102,05 82,25 81,15 86,15 96,55 96,45 98,05 83,90 84,25 82,55 80,92,50 93,15 85,86,50 83, s a 83,84,84,50 102,-
67,100,2 y % Antwerpen 1887, aflosbaar á 110 57,25 100,2 °o Antwerpen 1903, aflosbaar á 110 62,75 100,Brussel 1902, aflosbaar á 110 2 2% 100,2 / Brussel 1905, aflosbaar t 110 51,50 100,( 5 ) 2 g Kanaal en Zeevaartinstellingen van Brussel 1897 52,25 100,2 /0 Gent 1896 51,75 100,2 % Luik 1897 (5) In den regel zijn de coupons der leeningen belastingvrij; deze welke aan de belasting van 2 pet. zijn een sterretje geteekend. (1) Huidige rentevoet 3 1/2 pet.; vanaf het elfde jaar zal de interest op 4 pet. gebracht worden. (2) Interest tot 4 inCt. gewaarborgd. (3) Geblokkeerde titels, vereffening door overdracht. (4) Tegen deze noteering werden de koopere niet of slechts gedeeltelijk voldaan.
- 205 --
76,85,95 87,87,75 87,70 88,90 102,8.5
77,50 91,25 90,30 92,80 102,60 100,25 519,88,55 100,40 83,30 88,95 89,98,55 85,30 80,25 96,55 88,85,45 87,45 -
83,75 82,82,50 73,25 62,50 60,50 61,75 59,25 59,75 (4) 56,25 59,57,50 57,50 59,-onderworpen, z jn met
g 7:,'
'g -0
❑
ál›
2
.g
co
CS
0
..0
. rp r4
.., r‹,:ig .■ r.
g -2
..g.'
5
Diversen
: ,-5
Scheikund ige producten
7%
❑
-,-_,
i
Koloniale waarden
5., :4_
'.1
:gi.
1=1
:5-1 47
Textielnijverheid en zijdefabrieken
Tramwegen en electric. (Trusts)
Tramwegen Buurtspoorwegen
Onroerende goederen, hypotheken en hotelwezen
4"' 45
eponigsuoo
DATUM
Verzekeringen, banken en financieele instellingen
15
A lgemee n Indexcijfer
MAANDELIJKSCHE INDEXCIJFERS VAN DE BEURS TE BRUSSEL (*).
Indexcijfers op basis van de noteering der vorige maand. 1941 1 April 1 Mei
1
104 I
104 1
104102 1 -
I
105 100 1
106 I 96
104 99 I
107 I 107
106 I 113
101 I 107
108 96
105 I 105
100 I 103 1
107 I 108
99 I 104
114 106
Indexcijfers : basistijdvak 1936 tot 1938 = 100. 1939 3 November 1 December 1940 2 Januari 1 Februari 1 Maart 1 April 1 Mei
66 63 66 64 68 76 72
57 51 53 50 53 61 57
1 October 4 November 2 December 1941 3 Januari 3 Februari 3 Maart 1 April 1 Mei
I 42 43 60 66 73
84 111 105 126 134 148 154 156
63 63 61 62 59 62 61
62 58 67 65 67 71 67
53 53 52 52 55 60 61
70 65 73 74 80 88 84
71 67 70 87 71 84 78
91 83 87 87 92 107 99
42 42 47 44 49 51 54
52 47 46 42 43 54 47
54 51 52 56 62 68 61
75 72 76 72 75 80 76
120 145. 148 166 173 174
72 99 93 116 128 144 153 146
112 116 112 127 140 161 167 165
106 125 114 131 124 137 147 157
164 189 203 260 247 268 284 322
79 104 104 132 124 135 136 145
99 118 117 128 138 132
114 137 153 162 169 178
159 156 179 178 183
56 59 60 60 63 71 68
102 149 144 158 170 184
122 124 142 140 145
118 111
124 141 149
(*) Voorloopige indexcijfers vanaf Februari 1941. (1) Rubrieken in het indexcijfer bijgevoegd sedert Januari 1941.
16
NOTEERINGEN EN RENDEMENTEN VAN DE VOORNAAMSTE OBLIGATIETYPEN. TOONAANGEVENDE TYPEN
Rendement (t. o. v. den koers alleen)
Koers DATUM I Ge0nific. Schuld 4%
III Provinc., steden en gemeenten 4 %
OBLIGATIES
IV Nijverheidsondernem. 4 %
1
GetiniIic. Schuld 4 %
III Provinc., steden en gemeenten 4%
van maatschappijen Allerlei typen
IV Gemiddeld Gemiddelde Nijvernetto beursheidswaarde onderrem. rendement 4 1/2 %
1939 1 December .. 1940 2 Januari.... 1 Februari .. 1 Maart .... 1 April 1 Mei
71,77,50 79,25 79,25 79,50 79,50
71,69 73,09 74,92 76,15 76,97 77,05
69,82 72,81 75,80 78,52 82,44 82,75
5,63 5,16 5,05 5,05 5,03 5,03
5,58 5,47 5,36 5,27 5,21 5,20
6,45 6,18 5,94 5,73 5,46 5,44
6,29 6,06 6,00 5,78 6,50 5,46
74,08 76,67 78,40 81,10 85,14 85,53
2 September 1 October 4 November 2 December 1941 3 Januari 3 Februari 3 Maart 1 April 1 Mei
79,50 89,91,50 93,50 93,50 93,50 93,50 95,96,25
75,13 82,50 83,38 86,72 87,52 87,41 87,29 87,36 90,35
90,63 93,87 95,11 95,10 97,61 97,26 97,69 99,63
5,03 4,49 4,37 4,28 4,28 4,28 4,28 4,21 4,16
5,34 4,85 4,80 4,60 4,57 4,58 4,58 4,58 4,43
4,96 4,79 4,73 4,73 4,61 4,63 4,61 4,52
5,07 4,95 4,84 4,84 4,60 4,63 4,58 4,51
92,19 94,42 96,47 96,56 99,18 98,61 99,78 101,24
N. B. - Voor de samenstelling : zie Maartnummer 1939, op blz. 187.
206 -
Beurswaarde in pCt van de nominale waarde tao
Oblig. induetr. en handelsondernem.
90
Unif. 4 ok
8o Oblig. prov. steden en gemeent., 4 pCt netto
81.1 1 .1 1
AS0NDJFMAA1 1941 1940
EMISSIES VAN DE BELGISCHE EN CONGOLEESCHE NIJVERHEIDS- EN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN. Detail der emissies
(duizenden franken).
I1 - I 11 la Private banken 1 lb Banken van openbaar belang 1" 14' 2.Verzekeringen 1.315 3.795 inrichtingen 3.Financieele 220 1-' 600 4.In-, uitvoer 1 5.Handel in metalen 1' 1' 6.Handel in kleerstoffen en meubel 2.650 2.650 ° 7.Handel in eetwaren ,1 1 6.425 5.835 8.Diverse handelsbedrijven 1 9.Suikerfabrieken III 1 0. Maalderijen 1 1. Bierbrouwerijen I 1' 2. Stokerijen 2.750 2.120 II 3. Andere voedingsnijverheden 1 4. Steengroeven 1 5. Kolenmijnen III 6. Mijnbouw 7. Gas I 8. Electriciteit 1111'" I-' 9. Electrische constructie 350 350 0. H8tels, bioscopen, schouwburgen 800 760 1" 21.Drukkerijen, publiciteit 600 600 22.Textielbedrijf 550 470 3. Kunstmat. en ceramische mater 100 85 I' '4. Metaalnijv., constructiewerkpl I 15. Gebouw (openbare werken) 6.000 6.000 ll' !6.Papiernijverheden 1' 2!7.Plantages en kolon. vennootsch "" 2.550 2.550 !8.Chemische nijverheden - 7.000 7.000 '9. Houtbewerkingsindustrie 500 500 11 10. Lederbereiding, riemfabrieken II. Automobielen 11 12.Glas- en kristalfabrieken 11-' 1' 13.Spiegelgieterijen 2.550 2.550 14.Diverse nijverheden 15.Spoorwegen 11' 16.Buurtspoorwegen 2.950 2.950 1111 a. Scheepvaart, vliegwezen 18.Telegrafen, telefonen 19.Electrische tramwegen 111 0. Autobussen 1111 - 4 1.Overige transportbedrijven 21 21 2.Diverse andere nijverheden 48 40.191 35.991 37 Totalen (1) Cotiperative vennootschappen :
20 opgericht met
11 3.425 50 150 1.575 300 1.624 350 650 225 656 70 324 9.399
3.425 50 150 1.575 300 1.624 350 650 225 656 70 324 9.399
11' 11" " 1 111 11 11 1 1" -' 1°°" 11" 1-' 1 11°° 1 111111 50
90.208 7.700 2.950 3.785 5.000 1.000 1.000 13.500 25.350 5.900 3.500 2.000 7.250 100 169.243
35.872 6.900 2.050 3.150 10.000 2.150 1.000 5.550 11.750 4.100 2.050 500 9.950 500 95.522
35.483 6.599 2.050 3.150 10.000 2.150 200 5.550 11.750 4.100 2.050 500 9.950 500 94.032 -
ONTBINDINGEN VAN
-
-
-
-
110 75
2.352 1.402 1.571 575 441 5.940 1.320 4.850 400 1.450 2.600 23.171
a› , .5 .z.
o ,
VENNOOTSCHAPPEN (1) () naamlooze UitgifteOBLIGATIE-remien (commanditaire op aand.) Inbreng in natura p UITGIFTEN (personenvennootschapp. 8á (in met beperkte Oprichtingen van de "2 -4' .!'ig". 2, aansprakelijkheid) vennootschappen ,e 22 ^j t be b drae ,5,` Samenamelwaarvan gr ••• 'd .0 ál'>>"0 Q EI 0, -al "jib° .0.0 ›..a Liquidaties C.0 ^- Z Li uidaties Nomin. conversie b"" egre- 0`'' '"°,'-'. "c8 ° I°.:=1•.°'• á • •''''' ° .,'. . &›, . ., lu tj.j pen) -£.> c5 .4 ,W 7P bedrag gen l'v Bedrag aggg- p.- 42,0 .§ ,g,-, Bedrag ■-:"•-t .5 iI 2... ff'., g8o le nin-
Aantal
Gestort Oud Nomin. bedrag kapitaal ting nomin. waarde op
op
Gestort Nomin. bedrag bedrag nomin. waarde
vergro -
personenvennootsch. met beperkte aansprakelijkheid Aantal I
Gestort Nomin. bedrag in bedrag nomin. waarde op
Aantal
BEDRIJFSKLASSEN
naamlooze en commanditaire op aandeelen
ANDERE STORTINGEN DAN IN SPECIE
KAPITAALSVERHOOGINGEN (naamlooze vennootschappen) (command. vennoot. op aand.) (personenvennootschappen met bep erkte aansprakelijkheid) Aantal I
OPRICHTTNGEN VAN N ENNOOTSCHAPPEN (1)
MAART 1941.
1 11' 17.440 1 3.280 16.846 17.800 100 '' 135 20 '' 400 135 6.364 110 1.500 .:1 1.425 106 1.365 1 967 1.700 454 9.546 111 1 11- -1.255 1 1-' • 275 2.100 11- 300 125 3.550 1""' 334 235 1.440 10.150 " 690 1 242 800 50 3.139 11- 110 123 2.050 431 11 111" 900 400 1 70 4.300 11' 500 3.833 11 1-' 231 1 14.750 1 6.147 26.424 56.960 36 43.545 4
een minimumkapitaal van h 1.324.500; 6 ontbonden met een minimumkapitaal van fr 137.000.
KAPITAALS-
VERMINDERINGEN (naamlooze vennootsch.) (comm.venn. op aandeel.) (personenm. beperkte aansprakel.) plut Bedrag y
- - 20.000 1 819 - - - - 750 2 1.500 - - - - - - - - - - 11 895 -, - 450 - 100 1 - - - - - - -- 4.000 1 150 - - __. - - - - - 25.200 6 3.464
EMISSIES VAN DE BELGISCHE EN CONGOLEESCHE NIJVERHEIDSEN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN.
Retrospectief overzicht (duizenden f ranken). OPRICIITINGPIN VAN VENNOOTSCHAPPEN
TIJDVAK
naamlooze en commanditaire op aandeelen
Aantal
Nominaal bedrag
Gestort bedrag op nomin. waarde
1939 1940
310 193
238.908 416.916
1910 Eerste 3 rad 1941 Eerste 3 md
65 105
1940 Januari Februari Maart April Mei (*) Juli Augustus September October November December 1941 Januari Februari Maart
ICAPITAALSVERHOOGINGEN (naamlooze vennootschappen) (commandit. vennootschappen op aandeelen) (personenvennootsch. met beperkte aansprak.)
personenvennootschappen met beperkte aansprakeijkbeid
Aantal
Nominaal bedrag
Gestort bedrag op nomin. waarde
214.155 266.141
1.071 499
250.353 131.508
243.256 126.709
232 198
734.615 700.021
627.114 949.537
519.265 914.892
136.696 82.227
135.908 74.015
108 110
33.864 29.829
32.865 26.863
35 103
93.888 356.844
112.383 284.450
102.213 278.550
29 17 19 17 9
76.021 3.550 57.125 7.137 5.791
75.447 3.391 57.070 6.544 5.507
30 32 46 25 8
18.092 6.185 9.587 3.896 2.285
17.414 6.112 9.339 3.674 2.285
13 13 9 18 9
35.145 46.225 12.518 118.650 41.810
63.296 35.005 14.082 375.438 20.482
82.976 25.405 13.832 373.758 20.442
4 6 7 16 16 53 27 30 48
151.060 809 6.100 17.517 11.930 79.876 24.681 17.355 40.191
31.060 713 6.100 17.282 11.130 51.897 21.917 16.107 35.991
7 24 33 70 56 168 43 30 37
561 3.370 9.842 '14.564 18.463 44.663 10.899 9.531 9.399
476 3.115 9.392 14.140 18.333 42.429 10.529 6.935 9.399
5 9 11 15 27 69 21 32 50
24.850 22.309 10.385 22.603 63.320 302.206 90.076 97.525 169.243
23.490 16.940 8.625 22.012 95.734 274.433 137.168 51.760 95.522
23.490 16.820 7.370 21.440 95.329 254.030 137.168 47.350 94.032
Aantal
Oud kapitaal
Nominale verhooging
Gestort bedrag op nomin. waarde
(*) Vanaf 1 tot 10 Mei 1940.
OBLIGATIE-UITGIFTEN
Gezamenlijke uitgiften
TIJDVAK Nominaal Aantal bedrag
Nominaal bedrag
STORTINGEN ANDERE DAN IN GELD
Inbreng in natura (1)
Inlijving van reserves (2)
Milliarden franken Netto uitgiften ( 3)
2,4 1,2 1,1 1,0
1939 1940 1940 Eerste 3 md 1941 Eerste 3 md 1940 Januari Februari Maart April Mei (*) Juli Augustus September October November December 1941 Januari Februari Maart
11
1
1
1
41.200 500
1.157.575 1.498.461
472.660 288.411
258.703 737.942
286.513 283.989
30.000
283.443 426.506
109.816 91.198
72.488 203.060
89.182 115.170 1
500
30.000
157.409 44.740 81.294 386.471 28.558
58.379 8.742 42.895 6.699 9.870
52.803 7.578 12.109 342.470 13.012
44.655 18.590 25.937 34.807 5.352
175.111 21.119 24.567 54.093 26.127 398.972 172.748 108.646 145,112
11.789 2.551 13.109 13.609 32.641 86.327 20.298 15.158 55.742
12.000 14.250 4.156 16.729 71.580 191.257 116.308 29.792 56.960
31.237 3.847 5.597 22.524 20.571 70.872 33.008 55.442 26.720
(1) In de oprichtingen en kapitaalsverhoogingen begrepen. (2) In de kapitaalsverhoogingen begrepen. (1) Omvatten de volgestorte bedragen op aandeelen, de obligatie-uitgiften, de uitgifte.
premiën (zie detail der uitgiften), verminderd met de stortingen andere dan in geld. (*) Vanaf 1 tot 10 Mei 1940.
- '208 -
0,9
o,8 0,7
o,6 o,3 0,4 o,3 0,2
0,1 o,3 0,2 0,1
J PINANIJIJ, AS 0 N D
BANKOPERATIES VAN HET GEMEENTECREDIET. (Voorschotten en terugbetalingen op leeningen toegestaan aan publiekrechtelijke lichamen en instellingen van openbaar nut ter bestrijding der uitgaven.)
•
TIJDVAK
BUITENGEWONE UITGAVEN
Lichtingen uit rekeningcourant « Leeningsfonds »
GEWONE UITGAVEN
Netto terugbetaald
Netto voorschotten
I
Netto terugbetaald
(duizenden franken) 1939 1940 1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
488.561 127.007
238.926 169.932
418.426 211.353
233.068 255.341
7.961 10.009 12.873 4.596 10.125 18.574
4.582 63.593 3.623 4.314 18.531 29.731
1.337 231 320 31.745 40.283 52.700
477 20.910 7.657 2.882 12.834 18.276
RIJKSFINANCIËN. STAND VAN DE RIJKSSCHULD (*)
(millioenen franken).
1
AARD A. - Geconsolideerde schuld : Directe binnenlandsche schuld Indirecte binnenlandsche schuld Buitenlandsohe leeningen Schulden tegenover buitenland. regeer B. -Schuld op halflangen termijn (1): Binnenlandsche schuld Buitenlandsohe schuld C.
-
31 December 1939
31 Maart 1940
1
30 Juni 1940 130 September 1940131 December 19401 31 Maart 1941 •
26.240 8.948 35.188
26.184 8.910 35.094
26.451 8.900 35.351
25.451 8.446 34.897
27.641 8.429 36.070
29.036 8.384 37.420
5.214 13.065 18.279
4.936 12.673 17.609
4.923 12.843 17.766
5.374 12.843 18.217
5.372 12.843 18.215
4.128 12.843 16.971
700 700
1.259 1.259
700 700
700 700
700 700
1.984 1.984
4.430 722 5.152
6.234 713 6.947
9.446 623 10.069
14.119 622 14.741
15.726 623 16.349
18.600 623 19.223
3.167
3.384
3.059
Schuld op korten termijn (2) :
Binnenlandsche schuld Buitenlandsohe schuld
D. -Schuld op zicht (3) : Binnenlandsche schuld
3.059 (3 bis)
3.059 (3bis)
3.059(38:
(1) Effecten met ten minste één en ten hoogste vijf jaar looptijd. Effecten met minder dan één jaar looptijd. 3 Private deposito's in postcheckrekeningen. 3 is) Rentelooze Schatkistbon, geëmitteerd in tegenwaarde van het particulier girotegoed op postchèquerekening, per 3 Augustus 1940, datum waarop dit tegoed werd overgedragen aan de Emissiebank te Brussel, die met het beheer ervan werd belast, op grond eener overeenkomst tusschen het Ministerie van Financiën, de Emissiebank te Brussel en de Nationale Bank van België. Voor dezen Schatkistbon werd geen vervaldag vastgesteld. (•) Het bedrag der buitenlandsche schulden is vastgesteld volgens de wisselkoersen te Brussel, en met name van de laatste maandzitting ; sedert 30 Juni wordt dit bedrag berekend op grond van de wisselkoersen te Brussel op 30 April 1940. Vanaf 1936, zijn de 5 1/2 pCt. leeningen 1932 en 1934 berekend op basis van 195,675 Belgische franken voor 100 Fransche nominaal kapitaal.
OVERHEIDSPAPIER ONDERGEBRACHT BIJ DE NATIONALE BANK VAN BELGIE EN DE EMISSIEBANK TE BRUSSEL
(duizenden franken). NATIONALE BANK VAN BELGIE EN EMISSIEBANK TE BRUSSEL
NATIONALE BANK VAN BELGIiI AARD 31 December 1939 31 Maart 1940 Op ten hoogste 120 dagen : Schatkistcertificaten Daarmede gelijkgesteld papier Op ten hoogste 1 jaar Op ten hoogste 5 jaar Op méér dan 5 jaar (3) Zonder vermelding van vervaldag TOTAAL....
30 Juni 1940 30 September 1940 31 December 1940 31 Maart 1941
3.306.625 (1) 419.733(1)
3.075.645 (1) 262.729 (1)
5.060.398 (1) 808.651 (1)
8.548.262 (1) 180.000(1)
9.218.681 (1) 179.265 (1) 19.614 (1)
10.415.245 (1) 206.243 (1) 44.284 (1)
862.397
152.304 930.698
930.522
866.865 3.059.148 (2)
1.279.322 3.059.148 (2)
1. 231 .740 3.059.148 (2)
4.588.755
4.421.376
6.799.571
12.654.276
13.756.030
14.956.660
(1) Onder aftrek van het herdisconto. (2) Rentelooze Schatkistbon in tegenwaarde van het girotegoed van derden bij den Postchèquedienst op 3 Augustus 1940. (Zie vastnota 3bis onderaan de tabel van de Openbare Schuld.) (3) Excl. de krachtens de wet van 19 Juli 1932 verworven waarden, hetzij fr 549.989.919,50.
- 209 -
INKOMEN. SPAARWEZEN. RENDEMENT DER BELGISCHE NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN. MAART 1941.
Betaalbaar gestelde dividenden en obligatiecoupons. AANTAL VENNOOTSCHAPPEN
NETTO
- Gestort kapitaal
RESLrLTAAT
Reserves
RUBRIEKEN
I
winst getelde
Brutowinst verlies
Obligatieschuld (2)
Bruto obligatiecoupons
(1)
met winst met verlies
(Duizenden franken)
A. - Vennootschappen met hoofdbedrijf in België. la Private banken lb Banken van openbaar nut 2. Verzekeringen 3. Financieele inrichtingen 4. In-, uitvoer 5. Handel in metalen 6. Handel in kleerst. en meubel. 7. Handel in eetwaren 8. Diverse handelsbedrijven 9. Suikerfabrieken 10. Maalderijen 11. Bierbrouwerijen 12. Stokerijen 13. Andere voedingsnijverheden . 14. Steengroeven 15. Kolenmijnen 16. Mijnbouw 17. Gas 18. Electriciteit 19. Electrische constructie 20. Hotels, bioscopen, schouwb. 21. Drukkerijen, publiciteit 22. Textielbedrijf 23 .Kunst- en eer. materialen . 24. Metaaln. en constructiewerkpl. 25. Gebouw (openb. werken) 26. Papiernijverheden 28. Chemische nijverheden 29. Houtwerkingsindustrie 30. Lederbereiding en riemfabriek. 31. Automobielen 32. Glas- en kristalfabrieken 33. Spiegelgieterijen 34. Diverse nijverheden 35. Spoorwegen 36. Buurtspoorwegen 37. Scheepvaart en vliegwezen 38. Telegrafen, telefonen 39. Electrische tramwegen 40. Autobussen 41. Overige transportbedrijven 42. Diverse andere nijverheden TOTALEN
16 2 10 218 9 7 27 34 209 2 5 28 2 36 19 8 1 2 6 18 35 29 122 41 53 32 6 20 14 5 1 11
15 2 8 176 7 7 22 27 146 2 4 23 2 26 10 8 1 2 4 9 11 19 105 20 40 20 6 15 12 4 1 5
84
64
20 1
10
6
10 8
6 3
1 4 5
1.148
842
306
1
16 1
•
1
2 42 2 5 7 63 5 10 9
2 9 24 10 17 21 13 12 5 2 1 6
125.882 296.899 230.000 362.385 10.793 5.425 1.313.624 1.331.523 13.055 551 10.000 3.790 99.993 66.733 65.438 9.686 166.320 29.845 27.500 5.701 23.200 10.273 109.510 , 31.531 1.350 294 79.445 22.979 63.225 25.159 159.867 69.084 20.000 4.000 365.000 21.488 275.700 31.848 16 985 1.543 17.131 3.177 28.071 11.919 517.921 223.503 195.690 45.901 121.870 30.332 117.557 15.242 13.700 10.565 69.605 5.060 21.507 2.654 4.000 4.089 1.500 385 16.380 1.782
125
16.065
159 6.226 25
1.497 53.855 6 2.329 11.359 2.684 4.780
7.528
260 765 4.666
1.120 5.173 104 6.890 5.064 18.126
39 1.294 776 2.151
15.348 15.981 226 305 904 23.857 7.873 7.151 1.098 72 2.011 1.333 529 242 172
286 771 1.507 355 6.581 2.080 2.670 3.083 2.488 69 45 1.085
TOTALEN
10.000
450
9.988
457
94 2.283 1.896 4.122 166.787
5 113 85 206 7.561
8.445 7.836
380 392
3.700
179
35
791
426 190 257
1.017 42
6.200
269
2.532.556
344.334
39.706
217.224
374.843
16.677
1.310 1.981
1
5.000
286
286
3.129
1.875
306
2.895
1.460 64
8.000 3.885 9.779 --
1
1
125
630 106 60.943
271
286
844
2.500
337
286
1.1501
7
650
C. - Vennootschappen met hoofdbedrijf in het buitenland.
AI gemeene totalen
115
3.064
10.580
5.000
1
3.287
9.940
1
TOTALEN
81.690
986 4
1
1. Electriciteit 2. Spoorwegen 3. Tramwegen 4. Plant. en kolon. vennootsch 5. Diverse vennootschappen
226
13.350
B. - Vennootschappen met hoofdbedrijf in Congo. 1. Priv. Bank, financ. vennoot. 2. Handelsvennootschappen 3. Nijverheidsvennootschappen . 4. Landbouwvennootschappen 5. Openbare diensten
-
27.286 3
171.321 200 -
4.676.601
24.649 7.246 2.109 71.218 331 3.552 17.684 4.184 14.317 713 1.571 8.753 131 8.210 5.408 31.050 852 21.283 22.842 576 1.009 1.815 45.732 9.664 12.247 2.253 645 3.453 3.552 791 804 166
1.050
1.196
1.875
3.129
1.196
4.683.476
2.535.971
345.816
1.050 39.706
218.274
(1) Daarenboven werden gedurende de maand Maart 1941 betaalbaar gestold : (naar schatting, in duizenden franken) Coupons van binnenlandsche Stiatsleeningen 137.308 Coupons van leeningen van de Kolonie (3) 14.660 Coupons van provinciën en gemeenten 15.609 Coupons van verscheidene leeningen 28.870 TOTAAL Rente opgeleverd door buitenlandsche leeningen die tegen binnenlandsche werden gewisseld (Besluit van 4 Maart 1941)
196.447
52.152 (2) De getelde leeningen slaan op andere vennootschappen dan deze opgegeven in de vorige kolommen. (3) De betaling der coupons van de Kolonie werd pas in den loop der maand Januari 1941 hervat.
- 210 -
RENDEMENT DER BELGISCHE NAAMLOOZE VENNOOTSCHAPPEN
(vervolg).
Retrospectief overzicht. AANTAL VENNOOTSCHAPPEN
NETTO RESULTAAT
Gestort kapitaal
winst
TIJDVAK getelde
met winst
I
Reserves
met verlies
Uitgekeerde bruto-winst
verlies
Obligatieschuld (1)
Obligatie coupons
(b~)
(Duizenden franken) 5.169.346 4.402.944
803.823 800.819
3.984.403 3.034.907
7.798.597 7.243.577
352.864 329.446
2.721.252
759.452
434.222
510.691
1.970.711
2.801.281
412.482
48.520
250.998
1.681.059
91.640 ( 5) 77.546
1.231.073 1.363.951 516.135 151.696 113.614 2.535.971
385.043 396.887 138.777 39.097 27.569 345.816
25.876 16.148 15.327 4.109 4.705 39.706
228.510 300.585 99.771 21.099 11.625 218.274
755.269 276.028 506.773 844.077 462.139 374.843
32.985 12.596 23.415 41.597 19.272 16.677
1939 1940
7.659 6.831
5.432 4.934
2.227 1.897
48.704.555 43.390.044
16.974.077 16.269.923
1940 Eerste 3 maanden.
1.573
1.142
431
6.821.446
1941 Eerste 3 maanden.
1.428
1.037
391
5.429.110
1940 Ootober November December 1941 Januari Februari Maart
440 173 221 100 178 1.150
316 124 158 72 121 844
124 49 63 28 57 306
3.235.812 3.080.717 1.839.844 403.030 342.604 4.683.478
(1) Voor de maandelijksche resultaten, hebben de getelde leeningen betrekking op andere vennootschappen dan deze opgegeven in de vorige kolommen. (*) Enkele uitzonderingen niet te na gesproken, slaan de getallen sedert Mei 1940 nog slechts op de in België geëmitteerde leeningen in Belgische franken.
ALGEMEENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS. Inlagen op persoonlijke spaarboekjes (1)
(duizenden franken). TIJDVAK
Inlagen
1939 1940 1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
( 3) (3) (3) ( 3)
2.124.559 980.472
3.176.077 1.727.727
77.909 93.003 111.311 101.418 115.326 119.782
169.176 155.202 151.265 128.338 148.720 153.319
Aantal spaarboekjes op het eind van 't jaar
Tegoed der inleggers op het einde van het tijdvak (2)
Saldi
Uitbetalingen
-- 1.051.518 -747.255
11.961.105 11.543.100
-------
11.276.049 11.543.100 11.496.450 11.469.530 11.436.136 11.402.599
91.267 62.199 39.954 26.920 33.394 33.537
6.002.845
(1) Deze cijfers geven enkel bewegingen van het sparen aan. (2) De tegoeden op 31 December 1939 en 1940 omvatten de gekapitaliseerde renten van het dienstjaar. (3) Voorloopige cijfers.,
Stortingen ingeschreven op de rekeningen der aangeslotenen bij de Lijfrentekas
(duizenden franken).
TIJDVAK
HANDARBEIDERS en vrije stortingen, buiten het raam van de verplichte verzekeringswetten • (wetten van 16 Maart 1865 en 15 December 1937)
L938 L939
317.893 295.788
1940 Juli Augustus September October November December 1941 Januari tot Maart
12.895 24.284 26.255* .18.973* 18.405*
BEDIENDEN (wetten van 10 Maart 1925 en 18 Juni 1930)
MIJNWERKERS (wetten bij koninklijk besluit van 25 Augustus 1937 samengeordend)
Totaal
•
1.980 4.276 3.907 4.100* 4.085* 4.816*
- 211 -
77.798*
4.201 }.
}
4.055 4.476*
(*) Voorloopige cijfers.
384.136 361.165
18.114 18.792
48.129 46.585
LOOP DER ZAKEN. BEDRIJVIGHEID DER VERREKENINGSKAMERS.
35
LIQUIDATIEKAS VAN DE BEURS TE BRUSSEL
VERREKENINGSKAMERS HOOPDBANK, BIJBANK EN AGENTSCHAPPEN
1100PDBANK
TIJDVAK Aantal kamers op het eind v. h. tijdv.
Aantal verrekende stuks (duizenden)
Verrekende kapitalen
(millioenen franken)
Aantal verrekende stuks
(duizenden)
Verrekende kapitalen
Omloopssnelheid van het geld in de banken
CONTANT Aantal deelnemers op het eind v. h. tijdv.
Aantal zittingen
(miljoenen franken) (3)
1939 Maandgemiddelde 1940 ,Maandgemiddelde Gemidd. der eerste 4 maand. Gemidd. der laatste 5 maand. 1940{ Gein. v. 7 m. ("IV en X-XII)
38 (2) 38 (2) 38 (2) 38 (2)
303
31.849
146
24.128
234 83
41.015 33.344
117 42
33.193 29.470
1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
38 38 38 38 38 38
87 94 99 93 108 107
36.162 36.900 38.698 36.624 37.753 32.737
42 47 49 47 54 53
31.997 31.989 33.814 32.257 32.183 27.333
7,29 6,67
7,82 6,80
Geliquid. bedrag
(miljoenen franken) (1)
21
295 (2)
337
21
230 (2)
436
20 20 21 20 21 20
230 230 240 245 ' 245 250
604 677 1.097 925 1.359 1.094
(1) In dit bedrag zijn de aanknopen of de verkoopen maar één maal geteld. (2) Op 31 December. (3) Verhouding van het totaal bedrag der in den loop van het aangeduide kwartaal verrekende bedragen tot het saldo, per eind trimester, der deposito-rekeningen op zicht en op Minder "dan 30 dagen.
POSTCHEQUE- EN GIROVERKEER (millioenen franken).
36 TIJDVAK
1939 Maandgemiddelde 1940 Maandgemiddelde 1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
Aantal rekeningen op 't einde van het tijdvak
Totaal tegoed
CREDIT
Tegoed van particulicren
(Daggemiddelde)
Stortingen
Giro's
DEBET Cheques en diversen
ai,,,,,s -
VerrichtinAlgemeene gen zonder gebruik beweging van specie pCt .
Omloopssnelheid (2)
(1) 447.267 (1) 461.719
3.854 4.816
2.858 3.399
4.962 3.802
13.112 10.111
4.916 3.722
13.1:21 10.112
36.111 27.747
89,0 88,7
4,66 3,28
459.614 461.719 464.351 '465.078 462.250 458.713
5.227 5.451 5.556 5.782 5.691 6.038
3.715 3.804 3.867 3.964 4.050 4.136
3.753 4.116 5.007 4.120 5.083 4.883
9.947 11.747 12.295 13.038 15.780 14.968
3.634 4.091 4.475 4.412 4.965 4.057
9.947 11.147 12.295 13:038 15.780 14.968
, 27.280 31.701 34.072 34.610 41.609 38.875
86,0 88,5 86,0 90,0 90,0 89,0
2,71 2,91 3,22 3,14 4,93 3,15
(1) Op 31 December. (2) Verhouding per type-maand van 25 dagen, van den debetomzet tot het gemiddeld dagelijksch tegoed.
AANTAL UITGESPROKEN FAILLISSEMENTEN EN AANVRAGEN OM AKKOORD, IN HET RIJK.
39
Bron ; Centrale Dienst voor de Statistiek. Fállietverklalingen
Aanvingen om akkoord
TIJDVAK 1939
1941
1940
1939
1940
1941
• - ■ •
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November December TOTAAL
70 52 73 62 83 73 61 39 49 74 71 44
51 59 48 29 11 2
751
5 7 13 11
3 9 9 7 3
34 25 18 29 24 31 25 22 22 48 23 42
24 30 22 18 4 0 0 2 1 1 4 2
232
343
108
3 4 .4 4
PRIJZEN. BINNENLANDSCHE GROOTHANDELSPRIJZEN VAN KOLEN, STEENKOOL, BRIKETTEN, EIERKOLEN EN COKES
(*)
(in franken per metrieke ton). STEENKOOL. GRUIS
STEENKOLEN
HUISBRAND
TIJDVAK
verwerkt tot
INDUSTRIEBRAND
*#.
2E
duw
2.5
ge
(1)
(1)
(1) 1939 Maandgemiddelde 1940 Maandgemiddelde
226,4 259,9
239,2
246,8 281,3
139,3 157,8
131,6 149,3
152,7 176,8
148,4 167,8
94,7 109,9
167,2 203
198,1 204,8
1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
270 270 265 265 265 265
250 (1) 250 (1) 245 (1) 245 (1) 245 (1) 245 (I)
290 290 285 285
159,5 159,5 184 (3) 184 (3) 184 (3) 189 (3)
151 151 164 164 164 164
179 179 191 191 191 191
169,5 169,5 190 190 190 190
113 113 124 124 124 124
213,5 213,5 220 220 220 220
206,5 206,5 210 210 210 210
285
216,9
(*) De opgegeven pri zen zijn minimumprijzen tot eind December 1940 vanaf Januari 1941 zijn het maximumprijzen, zooals deze door het Commissariaat voor Prijzen en Loonen vastgesteld zijn geworden. (1) Af mijn. - (2) Geleverd. - (3) Fijne vette, gewasschen, 10 pet. asch.
PRIJZEN VAN LANDBOUWPRODUCTEN. Gemiddelde prijzen van granen en andere landbouwproducten op de toonaangevende markten van België (« Belgisch Staatsblad »).,
TARWE
TIJDVAK
ROGGE
VVINTER. GERST
HAVER
AARDAPPELEN
Gelderechemuizen
(laatste oogst)
Industrie
DROGE CICHOREIBOONEN
(laatste oogst)
Ruw
TARWESTRO°
VLAS
()IgaEzowr. HOEVEBOTER (verkocht per kg.)
VERSCI113 EIEREN
in fr. per kg.
in franken per 100 kg.
in jr.
per stuk
1939 Maandgemiddelde 1940 Maandgemiddelde
120,80 162,37
77,89 151,53
80,72 140,14
94,65 166,28
31,73 60,29
35,09 61,93
84,17 153,10
23,23 48,45
112,93 171,78
19,70 22,97
0,62 0,73
1940 October November December 1941 Januari Februari Maart
169,75 170,28 171,75 170,170,12 170,42
155,19 154,81 152,44 152,50 152,81 155,83
145,09' 149,90 146,87 145,26 145,06 145,21
150,150,1.50,150,41 150,150,-
67,62 65.66,75 69,30 71,74,-
69,17 64,50 66,68,60 71,74,-
160,160,160,160,160,160,-
33,53 33,81 36,89 34,90 36,74 37,42
175,37 162,59 169,52 183,28 160,25 166,25
29,37 29, --
1,01
NOTEERINGEN DER VOORNAAMSTE GRONDSTOFFEN IN DE VEREENIGDE STATEN. Electrolytisch koper
TIJDVAK
te New-York per lb.
Tin Straits te New-York per lb.
Zink East St-Louis te New-York per lb.
Tarwe
Mals
Koffie
Hardwinter nr 2 te New-York per 60 lbs.
Western nr 2 te New-York per 56 lbs.
Rio nr 7 te New-York per lb.
Suiker
Katoen
Amerikaans. Cuban 960 te Newbeschikbaar Orleans (rechten bet.) per lb. te New-York per lb.
Rubber Contant
latex crêpe » te New-York per lb.
(in cents) 1939 Jaargemiddelde 1940 Jaargemiddelde
Maandgemiddelden : 1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
10,70 11,53
48,97 49,84
5,11 6,34
95,16 110,--
64,24 77,58
5,28 5,36
2,99 2,79
50,60 50,11 50,15 51,32 62,01 51,96
7,27 7,25 7,25 7,25 7,25 7,25
107,62 108,70 108,44 103,52 107,93 112,74
81,41 77,63 79,93 78,12 80,63 84,31
5,27 5,37 5,43 5,57 6,23 6,75
2,88 2,90 2,94 3,3,30 3,72
- 2 13 -
10,14 9,55 9,75
19,11 19,92 20,59 20,59 19,88 20,62 22,49 23,40
VHF
VOORTBRENGING.
56
DIVERSE PRODUCTIES. Baou.
SUIKER
Voorraden (ruwe en raffinadésuiker) iRaffinadeeinde suiker der maand
Voortbrenging TIJDVAK Ruwe suiker
In consumptie gebracht
(tong) 1939 Maandgemidd. 1940 Maandgemidd. 1940 April Mei Juni Juli Augustus September October November December 1941 Januari Februari Maart April
WERIJEN
STOREMMEN
Hoeveelheden aangegeven meel
Voortgebrachte alcohol
(tong)
MARGARINE EN BEREIDE virrniav
Voortbrenging
(hectolit.)
LUCIFERS
In consumptie gebracht
Fabricage
Verbruik
Uitvoer
(millioenen lucifer jee)
(tons)
20.606 19.954
19.210 11.650
97.211 101.499
19.883 15.042 20.583 (2) 10.495
38.572 22.857
5.062 3.336
5.047 3.331
5.000 3.477
2.108 2.072
3.038 1.234
35
13.874 4.679 3.812 7.020 9.476 10.466 18.083 21.087 11.305 12.259 7.931 7.819 7.866
100.921 96.408 82.200 57.368 26.251 8.886 69.134 175.193 169.692 141.907 130.239 113.682 96.350
31.969 9.688 12.094 23.833 28.949 18.478 19.029 24.687 24.060 22.777 14.054 15.257 16.647
39.902 13.838 1.310 7.259 15.274 29.118 15.954 18.485 25.641 9.996 7.415 3.430
4.403 1.738 1.602 1.253 1.360 3.789 6.686 2.697 2.222 2.477 2.309 2.251 2.391
4.220 1.858 1.448 1.170 1.421 3.825 6.554 2.784 2.215 2.431 2.244 1.857 2.232
5.718 1.785 283 2.185 2.819 3.464 4.001 3.253 2.737 3.121 2.879 2.715 2.773
1.840 368 1.200 2.615 2.303 3.180 3.808 2.769 1.862 4.065 2.657 1.851 1.285
3.352 883
84.902 135.816 17.995 116 346 92 57
16.623 6.051 8.907 11.300 10.277 9.766 (1)10.085 (1) 8.802 (1) 5.374 (1) 2.957 (1) 699 (1) 1.380 (1) 2.001
124 617 574 108 106 330 360 733
(11 Groothertogdom Luxemburg niet inbegrepen (2) Dit gemiddelde houdt geen rekening met de productie der laatste drie maanden van het Groothertogdom Luxemburg.
57
BOUWBEDRIJVIGHEID. BOUWVERGUNNINGEN VERLEEND IN STEDELIJKE CENTRA
(53
TIJDVAK Nieuwbouw 1939 Voor het jaar 1940 Voor het jaar
Herbouw en verbouwingen
I
-
11.196 3.727
5.156 527
1940 September October November December 1941 Januari Februari
CENTRA
39 80 78 110 ) 100 (1) 94 (2
113
GEMEENTEN)
Totaal
16.352 4.254
337 457 444 482 373 (1) 400 (2)
376 537 522 692 473 (1) 494 (2)
(1) 110 gemeenten op 113. -- (2) 105 gemeenten op 113.
58
VOORTBRENGING VAN ELECTRISCHEN STROOM. PRODUCTIE van de 121 voornaamste industrieels centrales Bron : Association des Centrales électriques industrielles de Belgique
TOTALE PRODUCTIE (Centrales van 100 kWh. en meer) Bron : Ministerie van Openbare Werken PRODUCTIE
TIJDVAK Aantal centrales
Unie der Verbond der electrische bedrijven van industrieele centrales België
(duizenden kWh.)
Niet aangesloten Gemeenmaatschap- telijke regieën pijen
Totaal
Totale productie (duiz. kWh.)
Gemiddelde dagproductie (millioenen kWh.)
1939 Maandgemiddelde 1940 Maandgemiddelde
351 (1) 339 (1)
198.272 155.683
216.844 157.432
29.850 21.073
21.037 14.650
466.003 348.838
191.131 141.366
7,51 5,60
1940 Maart April Mei Jun i Juli Augustus September October November December 1941 Januari Februari Maart
348 347 342 342 340 339 339 339 339 339 338 338 338
213.495 206.200 87.583 62.626 88.674 112.813 132.611 157.134 172.797 193.081 201.431 184.958 190.131
236.690 242.122 93.681 52.769 78.744 102.602 122.230 159.898 162.635 172.610 175.134 160.274 182.836
28.526 29.783 11.570 6.728 11.838 15.341 18.611 23.640 23.635 23.566 22.246 21.808 24.205
22.292 20.937 8.291 3.204 3:857 6.897 11.043 18.158 15.293 15.349 16.351 14.825 15.103
501.003 499.042 201.125 125.317 183.113 237.653 284.495 358.831 374.360 404.587 415.162 381.865 412.275
210.754 215.814 83.998 49.210 71.236 93.266 111.822 144.218 149.001 153.105
8,10 8,30 3,23 1,97 2,73 3,82 4,47 6,35 5,98 5,90
(1) Op het eind van het jaar.
--- 214 ---
GASDISTRIBUTIE (1) (duizenden kubieke meters). Bron : Ministerie van Openbare Werken.
-
die zelf het gas, die zelf het gas, dat zij verdeelen, die het gas, dat zij verdeelen, geheel dat zij verdeelen, geheel aankoopen of gedeeltelijk of gedeeltelijk voortbrengen voortbrengen
TIJDVAK
die het gas, dat zij verdeelen, geheel of ggedeeltelijk aankoopen
Gasvoortaenpdiej en, nijverheidsmaatschappijen, bre die rechtstreeks verbruikende inrichtingen voeden
TOTAAL
GASVERDEELINOSIVIAATSCHAPPIJEN
GEMEENTEBEDRIJVEN
1939 Maandgemiddelde 1940 Maandgemiddelde
5.645 4.511
439 270
1.146 929
40.276 33.618
14.515 9.651
62.022 48.980
1940 Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November December 1941 Januari Februari Maart
5.102 4.848 3.738 3.029 3.658 4.259 4.462 4.436 4.126 4.644 4.964 4.279 4.632
370 345 246 122 264 • 300 237 194 201 224 284 244 273
1.060 1.014 495 551 912 931 1.204 885 835 929 1.058 862 921
40.556 38.954 20.078 19.528 27.171 32.536 32.445 35.318 33.580 37.635 39.671 36.161 38.283
19.826 21.411 7.744 74 77 1.998 6.604 7.674 9.809 9.888 7.556 9.551 12.615
66.914 66.572 32.301 23.304 32.083 40.024 44.952 48.507 48.551 53.320 53.532 51.097 56.664
(1) Deze statistiek betreft de verdeeling van gas, verkregen door droge distillatie van steenkool. Zij omvat dus niet het soortgelijk gas, voortgebracht in de mijn-, metaal- en chemische cokesfabrieken of in de andere bedrijven en door de voortbrengers voor eigen gebruik gebezigd.
VERBRUIK. N. B. - Voor het verbruik van suiker, lucifers, margarine en toebereide vetten, zie tabel nr 56. INDEXCIJFERS VAN DEN VERKOOP AAN DE VERBRUIKERS.
Basistijdvak
Meubelen
Kleeding
1939 April Mei Juni Juli Augustus September October November December
106 118 103 97 60 118 114 80 91
Januari Februari Maart
Huishoudelijke artikelen en andere
Voedingswaren
1939 1940 1939 1939 1940 (940 ==== ==== ==== ==== ==== ==== 61 103 126 109 87 128 26 74 104 109 51 104 23 106 114 103 91 63 94 59 121 99 111 160 73 132 116 128 118 254 62 149 140 126 151 212 119 159 113 155 57 248 188 198 129 108 43 235 149 189 164 130 166 60
1940 89 70 107
1941 43 46 78
1941 1940 ==== ==== 47 88 42 103 119 56
1938 = 100.
Winkels met bijhuizen
GIIOOTE WARENIIIJIZEN
TIJDVAK
tot
1936
1940 100 101 125
COOPERATIES EN PATROONWINKELS
Voedingswaren
Bakkerij
1940
1940 === 125 (*) 78 (*) 76 (*) 91 (C) 92 (*) 90 (*) 110 (*) 102 (*) 101 (*)
1939 86 86 90 86 83 87 85 86 99
114 65 56 49 48 45 48 45 48
1941 1940 1941 ==== -==== = ==(= 110 135 88 *) 80 (*) 126 107 131 85 (*) (*) 113
1940
1941
101 101 111
53 49 57
(•) Voorloopige cijfers.
- 215
1939 ==== 116 110 108 114 127 153 119 104 123
Kleeding
1940 === 136 82 88 105 106 102 103 95 96
1939
1941 1940 ==== ==== 85 113 76 114 77 124
1940
1940 134 63 64 109 152 131 155 138 122
120 111 96 87 84 161 151 100 112
108 100 132
=
1941 61 47 58
TABAKVERBRULS. (Productie + invoer.)
66
Sigaren
Sigarillos
Sigaretten Rook-, snuiten pruimtabak
TIJDVAK (millioenen stuks)
1939 1940 1939 4e kwartaal 1940 1010 2e 30 4e 1941 lin°
id. id id.
(tong)
180 175
556 429
5.128
14.335
4.150
11.572
56 36 27
174 107 94 131 97 79
1.278 947 906 1.310 987 921
4.093 2.793 2.353 3.511 2.915 2.636
64 49 38
SLACHTINGEN IN DE 13 VOORNAAMSTE SLACHTHUIZEN VAN HET LAND.
67
Grootvee (Ossen, stieren, kooien, vaarzen)
TIJDVAK
Paarden
Kalveren
Varkens, biggen
Schapen, lammeren, geiten
1939 Maandgemiddelde 1940 Maandgemiddelde
19.688 19.315
902 827
12.774 10.808
23.475 19.707
6.703 7.074
1940 November December 1941 Januari Februari Maart April
19.434 23.782 21.096 5.779 10.716 20.489
1.073 1.166 515 179 124 91
6.353 8.038 8.443 702 380 1.359
7.568 10.849 7.454 506 427 623
7.848 6.350 2.930 74 24 38
• WERKLOOSHEID. AANTAL GECONTROLEERDE WER8LOOZEN.
van ! tot
Voor het Rijk
Antwerpen
Brabant
WestVlaand.
OostVlaand.
Henegouwen
Luik
Limburg
Luxemburg
Namen
i
Week STATISTISCH MAAND
weekdagen
Bron : Nationale Dienst voor Arbeid.
1 Aantal
80
Daggemiddelde van de maand. 1940 Februari . Maart April
24 23 29
213.616 163.462 151.112
45.802 38.726 37.487
31.063 24.078 21.940
39.389 28.849 27.511
45.356 35.860 33.343
27.661 19.521 17.167
13.902 10.061 8.788
4.575 2.639 1.934
1.408 851 540
4.460 2.956 2.403
December . 1941 Januari Februari Maart April
23 29 24 24 29
218.714 244.844 202.796 173.224 150.959
55.666 58.803 50.310 44.447 39.736
36.709 39.905 35.980 31.396 27.943
31.022 32.459 25.973 23.015 18.952
44.547 50.988 38.036 31.453 27.498
26.038 27.346 22.794 19.155 16.707
24.106 26.684 23.303 18.861 15.987
2.703 3.716 2.582 1.745 1.417
399 616 619 553 382
2.907 4.326 3.199 2.601 2.343
24.810 24.017 22.659 21.727 20.355 19.119 18.319 17.652 17.048 16.486 15.840 15.381 15.178
3.201 2.554 2.384 2.189 1.914 1.760 1.745 1.560 1.476 1.447 1.404 1.370 1.390
546 677 639 613 606 575 540 490 406 398 393 350 361
3.437 3.286 3.094 2.979 2.787 2.647 2.531 2.441 2.449 2.454 2.424 2.276 2.112
Daggemiddelde van de week. 1941 Februari .
Maart
April
2 9 16 23 2 9 16 23 30
6 13 20 27
8 15 22 1 8 15 22 29 5 12 19 26 3
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 5
6 6
220.134 205.785 94.604 90.661 82.259 75.614 69.404 65.631 61.592 55.800 50.996 44.886 41.525
54.405 50.607 48.747 47.481 45.775 45.090 43.907 43.015 41.885 40.406 39.830 38.414 38.147
38.101 36.663 35.152 34.006 32.494 31.665 31.045 30.380 29.367 28.727 27.840 27.316 26.467
27.793 25.773 25.195 25.133 24.661 23.644 22.225 21.531 20.957 19.899 19.265 17.882 16.757
- 216 -
43.165 39.215 34.780 34.983 33.413 31.702 30.369 30.330 30.034 27.826 27.564 26.242 25.822
24.679 22.993 21.954 21.550 20.254 19.412 18.723 18.231 18.000 18.157 16.436 15.655 15.289
BANKSTATISTIEKEN. ALGEMEENE KWARTAALSTAAT DER BELGISCHE BANKEN
(1)
Als gevolg van de omstandigheden, zijn in den hierna gepubliceerden staat de activa- en passiva-bestanddeelen van de bij huizen en agentschappen gevestigd in het buitenland en in de Kolonie niet vervat.
(millioenen franken). POSTEN
30 Juni 1940 30 Sept. 1940131 Dec. 1940 131 Maart 1941
ACTIVA. A. Spaargelden (artikel 15, koninklijk besluit 42 B. Beschikbare en vlottende middelen : Kas, Nationale Bank, Postrekening Daggeld Bankiers Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen Andere te innen waarden op kort termijn Wissels Prolongaties en voorschotten op effecten Debiteuren wegens verstrekte acceptaties Diverse debiteuren Effecten a) Belegde wettelijke reserve b) Belgische overheidsfondsen c) Buitenlandsche overheidsfondsen d) Bankaandeelen e) Andere fondsen Diversen Niet gestort kapitaal
2.750 22 1.914 309 724 2.233 581 571 5.370 5.685
1.040 644 1.996 284 502 4.751 553 451 4.708 4.756
2.205 234 2.007 234 655 6.210 477 398 4.632 4.289
1.681 249 2.178 205 652 8.962 387 346 4.491 4.305
106 4.551 114 298 616
106 3.575 115 337 623
105 3.160 100 296 628
107 3.092 114 259
242 53
228 51
213 51
733 226 35
20.454
19.964
21.605
23.717
7 297 • 144 82 12
4 295 145 82 12
4 290 145 80 10
3 290 129 81 9
Totaal vastgelegde middelen...
542
538
529
512
Algemeen totaal der activa ...
20.998
20.502
22.134
24.229
2.459 4 1.456 190 582 262 544 12.144 11.195
152 31 1.348 206 475 224 445 14.264
38 1.359 155 400 248 432 16.070
144 45 1.347 161 346 306 369 18.075
949
13 245 1.019
14.841 1.229
16.632 1.443
28 251 355
28 290 306
28 282 370
28 283 442
18.275
17.767
19 .382
21.546
2.201 64 108 227 121
2.191 64 108 233 139
2.165 64 108 218 197
2.144 64 109 228 138
Totaal beschikbare en vlottende middelen... C. Vastgelegde middelen : Oprichtings. en eerste inrichtingskosten Gebouwen Participaties in dochtermaatschappijen voor immobiliën Vorderingen op dochtermaatschappijen voor immobiliën Materieel en meubilair
PASSIVA. A. Spaargelden (artikel 15, koninklijk besluit 42) B. Opvraagbaar : Bevoorrechte of gewaarborgde schuldeischers Daggeld Bankiers Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen Geaccepteerde wissels Andere te betalen waarden op kort termijn Crediteuren wegens wissels ter incasso Deposito's en crediteuren a) Dadelijk opvraagbaar en op ten hoogste 30 dagen b) Op meer dan 30 dagen Obligaties en kasbons Nog te storten bedragen op fondsen en participaties Diversen
Totaal opvraagbaar... C. Niet opvraagbaar
Kapitaal Niet beschikbare reserve wegens uitgiftepremie Wettelijke reserve (artikel 13, koninklijk besluit 185) Beschikbare reserve Reservefonds
Totaal niet opvraagbaar... Algemeen totaal passiva ...
(1) Omloopssnelheid van het geld
in
de banken, zie tabel nr 35.
- 217 -
2.721
2.735
2.752
2.683
20.996
20.502
22.134
24.229
STATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (millioenen franken,).
85
3-4-1941
9-4-1941
117-4-1941 124-4-1941
1
1-5-1941
1
8-5-1941 115-5-1941
ACTIVA. Goud Bankbiljetten en specie te leveren door de a Banque de France a Vorderingen in vreemde munt Reichskreditkasse, girorekening (in Reichsmarken) Buitenlandsche bankbiljetten en specie Emissiebank te Brussel Crediet aan het particuliere bedrijfsleven Crediet aan den Staat en de openbare lichamen Overheidsfondsen Gebouwen, materieel en meubelen Diversen TOTAAL
21.655
--
21.655
--
21.655
21.655
21.655
21.655
21.655
452 50
452 60
452 50
2.921 1.602 588 11.667 1.667 153 52
452 50 -2.963 2.109 560 11.493 1.672 153 53
-1.527 3.650 549 11.724 1.748 153 66
662 4.503 527 11.576 1.735 153 57
40.807
41.160
41.564
41.370
2.713 2.048 666 10.968 1.759 153 51
2.765 2.041 613 11.489 1.738 153 53
452 50 1 2.851 1.875 576 11.530 1.688 153 51
40.515
41.009
40.882
452 50
452 50
--
PASSIVA. Bankbiljetten in omloop Rekening-courantsaldi Diversen Kapitaal Reserves en afschrij vingsrekeningen TOTAAL
38.257 1.470 164 200 424
38.551 1.67(1 164 200 424
38.683 1.408 167 200 424
38.569 1.444 170 200 424
38.907 1.457 172 200 424
39.154 1.614 172 200 424
39.207 1.365 174 200 424
40.515
41.009
40.882
40.807
41.160
41.564
41.370
STATEN VAN DE EMISSIEBANK TE BRUSSEL (millioenen franken.). ACTIVA. Goud Vorderingen in vreemde munt Reichskreditkasse, girorekening (in Reiohsmarken) Reichskreditkasse, Ruilrekening Reichskreditkasseuscheine (in belgische frk.) Buitenlandsche bankbiljetten en specie Crediet aan het particuliere bedrijfsleven Crediet aan den Staat en de openbare lichamen Bankbiljetten van de Nationale Bank van België Diversen Niet gestort kapitaal TOTAAL
1 1.530 249
2 1.542 244
1 1.502 234
2 1.561 245
3 1.709 265
3 1.628 251
2 1.790 300
450 646 7 3.309 44
450 645 10 3.309 46
450 643 14 3.059 45
450 631 18 3.059 39
1.905 632 6 3.159 40 -120
2.804 635 11 3.059 39 1 120
--
120
--
120
--
120
120
450 629 -3.059 40 -120
6.125
6.275
7.744
8.761
3.650 3.489
4.503 3.464
6.356
6.368
6.068
2.048 3.452
2.041 3.432
1.875 3.440
1.602 3.461
2.109 3.423
4.181 729
4.106 674
4.114 674
4.135
674
4.141 718
4.242 753
4.192 728
695 6 150 5
733 6 150 6
590 7 150 6
899 7 150 6
580 7 150 6
441 8 150 6
629 9 150 6
6.356
6.368
6.068
6.125
6.275
7.744
8.761
PASSIVA. Nationale Bank van België Postchèqueambt
waarvan : tegoed van derden af : beleggingen voor eigen rekening Rekening-courantsaldi Diversen Kapitaal Reserves TOTAAL
GEZAMENLIJKE STATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE EN VAN DE EMISSIEBANK TE BRUSSEL (millioenen franken). ACTIVA. Goud Bankbiljetten en specie te leveren door de a Banque de France » Vorderingen in vreemde munt Reichskreditkasse, girorekening (in Reichsmarken) ReichskreditkassenReichskreditkasse, Ruilrekening scheine (in belgische frk.) Buitenlandsche bankbiljetten en specie Crediet aan het particuliere bedrijfsleven Crediet aan den Staat en de openbare lichamen Overheidsfondsen Gebouwen, materieel en meubelen Diversen Niet gestort kapitaal TOTAAL
21.656
21.656
21.656
21.657
21.658
21.657
21.657
452 1.580 249
452 1.592 244
452 1.551 235
452 1.610 245
452 1.759 265
452 1.678 251
452 1.840 300
450 3.359 672 14.278 1.759 153 51 120
450 3.411 624 14.798 1.738 153 53 120
450 3.494 590 14.590 1.688 153 51 120
450 3.552 606 14.726 1.667 153 52 120
450 3.591 560 14.553 1.672 153 63 120
1.905 2.160 555 14.883 1.748 153 56 120
2.804 1.297 538 14.635 1.735 153 58 120
44.779
45.291
45.030
45.290
45.286
45.618
45.589
38.213 3.452 2.165 170 350 429
38.505 3.432 2.403 171 350 429
38.638 3.441 1.998 174 350 429
38.530 3.461 2.342 178 350 429
38.867 3.423 2.038 179 350 429
39.114 3.489 2.056 180 350 429
39.168 3.465 1.994 183 350 429
44.779
45.291
45.030
45.290
45.286
45.618
45.589
PASSIVA. Bankbiljetten van de Nationale Bank in omloop Postchèqueambt Rekening-courantsaldi Diversen Kapitaal Reserve en afschrijvingsrekeningen TOTAAL
LIJST DER WAARDEN
die door de NATIONALE BANK VAN BELGIE in ONDERPAND worden aanvaard. A. Genoteerde effecten. Openbare Schuld van België, 2 1/2 pCt. Openbare Schuld van België, 3 pCt., le, 2e en 3 , reeks. Gefinificeerde Schuld, 4 pCt., le en 2. reeks. Schuld, 3 1/2 pCt., 1937 Tienjaarlijksche Schatkistobligatiën, 4 pet., 1940-1950, 1 0 en- 2 0 reeks. Schatkistbons, 2 1/2 pCt., op 5 jaar, 1937-1942. Lotenleening, 4 pCt., 1932. Lotenleening, 4 pet., 1933. Lotenleening, 4 pCt., 1938 (3 1/2 pet. gedurende de eerste tien jaren, daarna 4 pet.). Caisse d'annuités dues par l'Etat, 2 1/2 pet. (Kas van annuiteiten welke door den Staat verschuldigd zijn.) Caisse d'annuités dues par l'Etat, 3 pet. Caisse d'annuités dues par l'Etat, 4 pet. Caisse d'annuités dues par l'Etat, 4 1/2 pet. Verbond der samenwerk. vennootschap. voor Oorlogsschade, 1921, 4 pa. Verbond der samenwerk. vennootschap. voor Oorlogsschade, 1922, 4 pCt. Verbond der samenwerk. vennootschap. voor Oorlogsschade, 1923, 4 pCt. Spoorwegmaatschappij Anvers á Rotterdam, 3 pet. le, 2e, 3e en 4 0 reeks. IJzerenwegs van Eekloo naar Gent, 3 pet. Spoorweg van den Est Beige, 3 pet. IJzerenwegen van West-Vlaanderen, 3 pet., r, 30 en 40 emissie. IJzerenwegen van West-Vlaanderen, vastrendeerende aandeelen. Spoorwegmaatschappij Liége-Maastricht, 3 pet. Spoorwegmaatschap. Liégeois-Luxembourgeois et des prolongem., 3 pCt. Lloyd Royal beige, 4 pCt., reeks A. Spoorweg van Maaseik, 4 pCt., bewijzen van prefer. aandeelen. s 3 pCt., bewijzen van gewone aandeelen. Spoorweg van Spoorwegmaatschappij Entre-Sambre-et-Meuse, 3 pCt. Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, preferente aandeden, 6 pet., Zwitsersche schijf, reeks A. Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, preferente aandeelen, 6 pa., Nederlandsche schijf, reeks B. Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, preferente aandeden, 4 pCt., Belgische schijf, reeksen C tot J. Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, 3 pCt., Januari-Juli. Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, 3 pet., Mei-November. Intercommunale Maatschappij van den linker Scheldeoever, 4 1/4 pet. Nationale Maatschappij der Waterleidingen, 4 pet. Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, premiënleening, 2 1/2 pCt. Etat indépendant du Congo, obligaties met loten, 1888. Etat indépendant du Congo, 2 1/2 pet., 1887. Etat indépendant du Congo, 3 pet., 1904. Etat indépendant du Congo, 4 pet., 1896-1898. Etat indépendant du Congo, 4 pet., 1901. Congo-Kolonie, 4 pet., 1906. Congo-Kolonie, 4 pet., 1909. Koloniale Schuld, 4 pet., 1936. Koloniale Schuld, 3 1/2 pet. 1937. Congo supérieur aux Grands 'Lacs africains, 6 pet. Congo supérieur aux Grands Lacs africains, 4 pCt. Congo supérieur aux Grands Lacs africains, kapitaalsaandeelen.
Particip. Transports fluviaux c Unatra », 4 pCt. Chemins de fer au Kivu, kapitaalsaandeelen. Chemins de fer Leokadi, pref. Chemins de fer vicinaux du Congo, pref. B. Niet genoteerde effecten. Schatkistbons. Schatkistcertificaten. Vijfjarige 3 1/2 pet. Schatkistcertificaten 1941-1946. Schatkistcertificaten der Onafhankelijkheidsleening. Koloniale Schuld, 4 pet., 1937. Schatkistbons der Kolonie. Kasbons der Regie van Telegraaf en Telefoon. Nationale Maatschap. voor Krediet aan de Nijverheid, obligaties en kasbons. Schatkistcertificaten Herdisconteerings- en Waarborginstituut. Gemeentekrediet kasbons (leen. van 250 millioen fr., K. B. van 13 October 1939). Paleis der Schoone Kunsten van Brussel, 6 pCt., 1923. Belgisch Nationaal Instituut voor Radioomroep, 5 pCt., 1932. Tijdelijk Fonds voor Crediet aan den Middenstand, 3 pet. Nationale Credietkas ten behoeve van den Middenstand, 3 1/4 pet. Sabena e, kasbons op 1 jaar, aan toonder. Centraal Bureau voor Hypothecair Crediet, 4 pCt., op 10 jaar. Nationale Maatschappij voor den kleinen Landeigendom. Niet in deze lijst opgenomen overheidsfondsen mogen eventueel in onderpand aangenomen worden in bijzondere gevallen en hij speciale beslissing van het Directiecomité. Pet. van het voorschot. 95 pCt. Overheidsfondsen met ten hoogste 120 dagen looptijd. Schatkistcertificaten en certificaten der Onafhankelijkheidsleening. Kasbons op 1 jaar van de N. M. K. N. 90 pet. Tienjaarlijksche obligaties 1940.1950. Vijfjarige 3 1/2 pCt. Schatkistcertificaten 1941-1946. 80 pet. Andere overheidsfondsen. Het pet. van het voorschot wordt als volgt berekend: a) Genoteerde effecten : op de beurswaarde, voor zoover deze kleiner is dan of gelijk aan do nominale waarde, zooniet op de nominale waarde; b) Niet genoteerde effecten op de nominale waarde. Rentetarief. 2 pet. op overheidsfondsen met ten hoogste 120 dagen looptijd. 3 pet. op overheidsfondsen met meer dan 120 dagen looptijd.
LIJST DER WAARDEN ALGEMEENE SPAAREN LIJPRENTEKAS in ONDERPAND worden aanvaard. die door de Het bedrag der voorschotten, te berekenen op grond van de of ficieele beursnoteering, is boven de effectengroepen aangeduid. De lijst volgt de orde van de of ficieele noteering der Beurs van Brussel : de nummers of letters boven elke groep stemmen overeen met de nummers of letters welke op de noteering voorkomen. 80 pCt. Al de waarden, voorkomende onder de rubrieken : 2. Leeningen van het Gemeentekrediet van België. 3. Leeningen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen 4-5. Leeningen van Provinciën, Steden en Gemeenten. 75 pCt. 6. Obligatiën, Aandeelen met vaste rente. Al de ter Beurs genoteerde obligatiën en kasbons, uitgegeven door de onder rubrieken 8 en 9 vermelde venootschappen.
Worden eveneens aanvaard, buiten deze obligatiën en kasbons, volgende waarden : Société Générale (vroegere obl. Manuf. de Glaces). Société Générale (vroegere obl. Nord de la Belgique). Galeries Saint-Hubert. Charleroi á la Frontière de France (aand.). Liégeois-Namurois. Malines-Terneuzen (Chem. de Fer Internat.). Mons-Haumont (obl. en gew. aand.). Nord-Belge (Chem.de.Fer).' Réunis (Chem. de Fer).
Worden bovendien aanvaard tot 75 pCt. van hun nominale waarde de nietgenoteerde obligatiën of kasbons van onderstaande vennootschappen : Assurances Générales sur la Vie, les Fonds dotaux et les survivances (Comp. Belge d'). Caisse Générale de Reports et de Dépêts. Antwerpsche Hypotheekkas. Crédit Foncier de Belgique. Société Générale de Belgique. 75 pCt. 7. Obligatiën met veranderlijke rente. Chimay (Chem. de Fer).
50 pet. 8. Aandeelen. A. Verzekeringsmaatschappijen : Assurances Générales sur la Vie, les Fonds dotaux et les Survivances (Comp. Beige d'). B. Deposito- en Kredietbanken : Banque d'Anvers. Banque du Commerce (kap.). Banque du Congo Belge. Banque Italo-Belge (kap.). Nationale Bank van België (75 pet.). Krediet aan de Nijverheid (Nationale Maatsch. voor). Worden insgelijks aangenomen tot 50 pet. van hun waarde bij de laatste
veiling te Brussel, de aandeelen : Banque de Bruxelles. Banque de la Société Générale de Belgique. C. Effectenbanken : Brufina (Soc. Brux. pour la Fin. et l'Industrie). Société Générale de Belgique (res. a.). Union des Industries. D. ImmObiliën-, Hypothecaire en Hotelondernemingen : Crédit Foncier et Immobilier Sud-Américain (m. a.). Hypothéc. Belge-Améric. (kap.) Immobilière de Belgique. Indust. Past. Belge-Sud-Américaine (pref.). E. Spoorwegen en Vervoer te Water : Braine-le-Comte á Gand (pref. en w. a.). Bruxelles á Lille et Calais (w. a.). Congo Sup. aux Grands Laos (kap. 4 pCt. oud. en nieuw.). Katanga (Chem. de Fer) (gew.). Transports Fluviaux (Unatra). Welkenraedt (Jont. Belge-Pruss.) (w. a.).
85
P. Trams, Economische en Buurtspoorwegen : Alexandrie (Egypte) (w. a.). Auto-Transports (m. a.). Bruxellois (m. a.). Gand (kap.). Liége et Extens. (Tr. Un. de). Liége-Seraing (gew. a.). Pays de Charleroi (kap.). Verviétois (m. a.). G. Trusts van Tram - en Electriciteitsmaatschappijen : Anvers. Part. Fin. d'Entrepr. (Cie) (w. a.). Centrale. Ind. Electr. (r. A. 1/6 kap. en r. B. kap.). Chem. de Fer et Entrepr. (Cie Beige) (m. a.). Electrafina (kap.). Electrobel (kap.). Electrorail (Réun. d'Elec. Tr.) (kap.). Electro-Trust (pref.). Orient (Electr. et Tramw. en) (kap.). Traction et Electricité (Soc. de) (kap.). Transports et Entr. Industr. (Sofina) (gew. en 1/500 gew. a.). H. Gas - en Electriciteltsondernemingen : Auxiliaire d'Electricité (Cie) (pref. en gew. a.). Auxiliaire des Mines (ni a ) Eclairage du Bassin Houiller de Mons (m. a.). Electricité de la Basse-Meuse (kap.). Electricité Base. de Charleroi (pref. en gew. a.). Electricitó du Borinage (5 pet. pref. kap. en gew. kap.). Electricité (Bruxelloise d') (prior.). Electricité de la Campine (Soc. d') (aand.). Electricité de la Dendre (prof., m. a. en kap.). Electricité de 1'Escaut (kap.). Electricité Eet de la Belgique (5 pet. pref. kap. en gew. kap.). Electricité (Intercommunale Beige d') (m. a.). Electricité du Littoral (kap.). Electricité (Luxembourgeoise d') (prior. en kap.). Electricité Nord de la Belgique (5 pet. pref. kap en kap.). Electricité de l'Ouest de la Belgique (kap.). Electricité du Pays de Liége (prof. en prior.). Electricité de la Prov. de Luxemb. (Sodelux) (kap.). Electricité de Seraing et ext. (prior. en pref.). Fabrication du Gaz á Liége. Gaz et Electricité du Hainaut (m. a.). Générale de Gaz et d'Electr. (m. a.). I. Metaalnijverheid : Aciéries de Haine-Saint-Pierre et Lesquin. Atel. de Constr. Electr. de Charleroi (kap.). Baume ot Marpent (kap.). Cábleries et Corderies du Hainaut (m. a.). Centrale de Construction, á Haine-Saint-Pierre (in. a.). Cockerill (John). Febr. C&,bles et Fils Electr. (m. a.). Fabrique de Fer de Charleroi. Ford Motor Cy of Belgium. (m. a.). Forges de Clabecq (m. a.). Forges de la Providence. Maison Beer (m. a.). Man. Cables Electr. et de Caoutchouc. Métal. Espérance-Londoz, à Liége. Métal. d'Hoboken. Métal. Sambre et Moselle (gew. a.). Ougrée-Marihaye (Soc. Anon. d'). Phenix-Works. Tréfileries Sambre-Escaut (m. a.). Usines et Boulon. de La Louvière (m. a.). Usines Gilson (ra. a.). Usines á Tubes de la Meuse. J. Steenkoolmijnen en Cokesovens : Aiseau-Presle (gew. a.). Amerco3ur. André Dumont. Beeringen. Bernissart. Bonne-Espérance 1. Lambusart (m. a.). Bonnier. Carabinier. Centro de Jumet (m. a.). Elisabeth. Espérance et Bonne-Fortune. Fours b, Coke (Syst. Lecocq S. G.) (kap.). Gouffre. Grande-Bacnure. Hensies-Pommerceul. Kessales et Concorde Réunis. Laura et Vereeniging. Limbourg-Meuse (kap.). Mariemont et Bascoup (1/5 aand.). Maurage. Monceau-Fontaine (m. a.). Noël-Sart-Culpart, à Gilly. Nord Charleroi. Nord de Gilly. Patience et Beaujonc Réunis. Petit-Try, á Lambusart. Sacré-Madame. Strépy-Bracquegnies. Wérister (ra. a.).
K. Zink - , Lood - en Mijnbouwnijverheid : Prayon (Métallurgique de) (m. a.). Rothem (m.a.). Vieille-Montagne (1/10e aand. r. A.). L. Spiegelglasfabrieken : Auvelais. Charleroi. Moustier-sur-Sambre (m. a.). Saint-Roth (in. a. en 1/20° m. a.). M. Glasfabrieken : Libbey-Owens (Fabr. du Verre) (m. a.). Pays de Liége (Cie des Verr. du). N. Waterleidingen : Conduites d'Eau. Eau x d'Utrecht. 0. Bouwnijverheid : Cannon Brand (kap.). Carrières de Porphyre Cosyns (m. a.). 'Carrières de Porphyre de Quenast. Carrières Unies de Porphyre. Ciments d'Harmignies (m. a.). Ciments Liégeois (m. a.). Ciments Portland Artif. do Buda. Ciments de Visó (pref. on gew. a.). Cimfina (Fin. des Ciments). P. Textielnijverheid en Zijdefabrieken : Baertsoen et Buysse (aand.). Ensivaloise (L') (m. a.). Filterie Imperiale d'Alost. Gratry (Etabl. Américains) (kap.). Kammgarnwerke. La Lainière de l'Escaut (prof. en kap.). La Lainière, á Verviers. L'Ile-Adam (Soc. Anon. de) (m. a.). Linière Gantoise. Linière La Lys. Morel et Verbekc, á Gand (Anc. Etabl.) (pref.). Nouvelle-Orléans, á Gand (nl. a.). Peignage d'Eecloo (m. a.). Peignage et Fil. Laine (S. Verv.) (in. a.). Roos, Geerinckx-De Nacyer. Union Cotonniè.re. Q. Scheikundige Producten : Beige de l'Azote et Produits Ch. Floridienne (m. a.). Laeken. Oxhydrique Internationale. Photo-Produits Gevaert (1/10e aand.). R. Koloniale Ondernemingen :
Mijnen : Aux. Ch. de Fer Grands Lacs (kap.). Géomines (Géol. et Min.) (kap.). Katanga (pref. en gew., 1/70° pref. en 1/60e gew.). Kilo-Moto (pref. en w. a.). Minière des Grands Lacs Africains (1/10e kap. aand.). Union Minière du Haut-Katanga (m. a.).
Nijverheden : Pétroles au Congo (m. a.). Sogefor (F. Hydro-El. du Katanga) (aand.). Sogelec. (Soc. Gén. Afr. d'Electr.) (kap.).
Diverse : Congo (etc pour le Commerce et I'Ind.) (kap.). Haut-Congo (Soc. Beige pour le Comm.) (gew.). Kasai (pref. en kap.). S. Plantages : Financière des Caoutchoucs (aand. fr . 100 en aand. V.). T. Voedingswaren : Moulins do Trois-Fontaines (m. a.).
Brouwerijen: Brasserie Impérial (m.a.). Brasserie de Haecht (m. a.). Brasserie de Koekelberg (m. a.). U. Allerhande Nijverheden : Bougies de la Cour, á Cureghem (m. a.). Couperie Belge-Américaine (m. a.). De Naeyer, L. (Anc. Etabl.) (pref.). Galeries Anspach. Grand Bazar Saint-Lambert, á Liége. Grands Magasin de 1'Innovation (kap.). Hoedhaar (Société Anonyme) (m. a.). Tabacofina (I'Un. F.-Belge Tab.) (kap.).
Papierfabrieken : Papeteries Catala-Ondulium. Papeteries Delcroix (gew. a.). Papeteries de Saventhem (m. a.).
Peiroieumwaarden: Petrofina (Fin. Beige des Pétroles).
BUITENLANDSCHE CIRCULATIEBANKEN. Nederlandsche Bank (millioenen guldens). Beleeningen
Wissels DATUM
Goudvoorraad
Binnen. landsche
op Fluiten. op effecten goederen landsche en ceelen
Diverse rekeningen
Bankbiljetten
Totaal
Credit. • saldi in:rekeningDekkinga , eouran. percentag∎ .(partion. lieren en Schatkist)
1939 Jaargemiddelde [940 Jaargemiddelde
1.213 1.101
25,5 80,1
2,3 2,7
233 224
1,5 2,2
235 226
16 43
1.056 1.260
466 214
79,64 74,67
1940 1941
1.100 1.102 1.097 1.096 1.072 1.022
225,7 267,9 214,6 131,5 209,7 235,7
15,4 15,4 15,4 22,9 22,9 122,9
197 188 192 207 198 190
0,8 0,8. 0,6 0,5 0,3 0,3
198 189 193 208 199 191
112 127 176 195 230 213
1.492 1.544 1.556 1.550 1.593 1.631
187 183 168 131 166 162
65,50 63,82 63,58 65,25 60,95 57,--
terstond opvorderbare verplichting.
Dekkingspercentage
9 December 6 Januari 10 Februari 10 Maart 7 April 5 Mei
Nationale Bank van Zwitserland (millioenen Zwitsersche franken). DATUM
Goud. voorraad
Tegoed in het buitenland
Binnenlandsche wissels
Beleeningen
Binnenlandsche °omspon. denten
Bank. biljetten in circulatie
1939 Jaargemiddelde 1940 Jaargemiddelde
2.525 2.148
281 516
93,4 210,8
36,9 66,9
6,2 7,1
1.806 2.087
1.179 861
94,01 90,36
1940 6 December 1941 7 Januari 7 Februari 7 Maart 7 April 7 Mei
2.173 2.173 2.251 2.282 2.282 2.283
959 1.013 1.108 1.143 1.193 1.206
226,0 223,4 134,3 119,4 211,9 260,0
35,4 38,8 33,3 34,0 25,0 23,7
6,4 9,3 4,9 5,8 5,2 6,0
2.165 2.194 2.090 2.099 2.115 2.101
1.231 1.261 1.442 1.481 1.589 1.646
92,25 92,22 95,09 95,68 93,80 93,13
Deutsche Reichsbank (miljoenen RM.). RIpier pekkin gs.
DATUM
1939 Gemiddeldevan23JucitM einde December 1940 Jaargemiddelde 1940 1941
7 December 7 Januari 7 Februari 7 Maart 7 April 7 Mei •
reserve aan goud en deviezen
Wissels, cheques en Schat. kistmdssels
krachtens § 13, nr 3 (als toegevoegde dekking
B eleeningen op onderpand
Pas m unt
Elekkingspercentage ercentage .van goud Bankbiljetten Verschillende en deviezen t. o. v. de in circulatie opeischbare gezamenlijke schulden opeischbare verplichtingen
76,9 77,5
9.350 12.276
1.063 143
32,2 25,5
236 334
9.987 12.220
1.391 1.675
0,68 0,56
77,8 77,6 77,7 77,6 77,5 77,5
13.364 14.483 14.390 14.885 15.105 15.473
51 26 25 32 28 19
23,5 25,7 24,0 28,4 22,0 22,9
157 142 148 147 144 143
13.080 13.575 13.491 13.750 14.025 14.423
1.749 1.934 1.818 1.891 1.988 2.056
0,53 0,50 0,51 0,50 0,48 0,47
Federal Reserve Banks (millioenen 8). Wissere
MUNTVOORRAAD
DATUM
Goudcertificaten op de Schatkist
Andere reserves
in herdisconto van de member. banks
1939 Jaargemiddelde 1940 Jaargemiddelde
13.561 17.594
362 349
5,1 4,0
1940 9 October 6 November 4 December 1941 8 Januari 5 Februari 5 Maart
19.044 19.334 19.606 19.814 19.913 20.040
319 310 274 324 351 320
8,0 4,5 4,1 2,8 2,1 2,2
- 221 -
in de markt gekoeht
Nationale ublieke fondsen fondsen
Bankbiljetten Deposito's in circulatie (aangesloten banken, (Federal Reserve Schatkist, enz.) Notes)
Dekkin g apercentage
-
2.581 2.414
4.553 5.223
11.753 14.946
85,4 88,9
--------
2.399 2.327 2.195 2.184 2.184 2.184
5.479 5.630 5.773 5.877 5.906 6.040
16.080 16.125 16.117 16.244 16.318 16.299
89,8 90,3 90,8 91,0 91,2 91,1
0,4
ECONOMISCHE WETGEVING Deze rubriek bevat de besluiten, verordeningen en officieele bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemeene economie en via het Belgisch Staatsblad en het Verordnungsblatt werden afgekondigd, gedurende de periode 15 April tot 15 Mei 1941. Alleen de gewichtigste besluiten en verordeningen hebben wij in extenso overgenomen. Voor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desnoods door een verklarende nota verduidelijkt. Om het naslaan, ervan te vergemakkelijken, hebben wij hooger bedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht : VII. Wetgeving betreffende prijzen en loonen.
I. Algemeene economische en sociale wetgeving. H. Wetgeving betreffende openbare en private financiën,. Binnenlandsche handelswetgeving.
VIII. IX.
IV. Buitenlandsche handelswetgeving.
Wetgeving betreffende rantsoeneering tailleering.
en. ravi-
Arbeidswetgeving.
X. Wetgeving betreffende herstel en oorlogsschade.
V. Nijverheidswetgeving.
XI.
VI. Landbouwwetgeving.
Internationale wetgeving.
I. — ALGEMEENE ECONOMISCHE EN SOCIALE WETGEVING. Besluit van 16 April 1941 betreffende het ontslag en aanstelling van burgemeesters (Staatsblad, 18 April 1941, bl. 2712).
Besluit van 28 April 1941 betreffende de huurovereenkomsten. — Uitzonderingsbepalingen van tijdelijken aard. — Besluit tot wijziging en aanvulling van het besluit van 20 September 1940 (Staatsblad, 28-29 April 1941, bl. 2950). De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Justitie, Gelet op artikel 5 van de wet van 10 Mei 1940; — Herzien het besluit van 20 September 1940, houdende uitzonderingsbepalingen van tijdelijken aard in zake huurovereenkomsten, gewijzigd en aangevuld bij de besluiten van 24 December 1940 en 26 Februari 1941; — Overwegende dat het volstrekt noodig is onverwijld maatregelen te nemen om de met uitzetting bedreigde huurders huisvesting te verzekeren; — Gezien de onmogelijkheid de hoogere overheden te raadplegen, — Besluit :
Artikel 1. Artikel 21 van het besluit van 20 September 1940, houdende uitzonderingsbepalingen van tijdelijken aard in zake huurovereenkomsten, wordt door de volgende bepalingen vervangen : « Art. 21. Onverminderd de toepassing van de artikelen 6, 7 en 8, zijn de zonder geschrift, vóór 10 Mei 1940 gesloten huurovereenkomsten verlengd tijdens gansch den toepassingsduur van dit besluit : » a) Voor de onroerende goederen waarvan de jaarlijksche huurprijs niet meer dan 3.600 frank bedraagt en voor de gedeelten van onroerende goederen waarvan. de jaarlijksche huurprijs niet meer dan 2.400 fr. bedraagt, in de gemeenten die, volgens de laatste in het .Staatsblad verschenen tienjaarlijksche volkstelling, meer dan 100.000 inwoners tellen, alsmede in de gemeenten van de A.ntwerpsche, Brusselsche, Gentsche en Luiksche agglomeratie; » b) Voor de onroerende goederen waarvan de jaarlijksche huurprijs niet meer dan 2.700 frank bedraagt en voor de gedeelten van onroerende goederen waarvan de jaarlijksche huurprijs niet meer dan 1.800 fr. bedraagt, in de gemeenten met 20.000 tot 100.000 inwoners, alsmede in de gemeenten van de agglomeratie Charleroi ;
» c) Voor de onroerende goederen waarvan de jaarlijksche huurprijs niet meer dan 1.200 frank bedraagt en voca4 de gedeelten van onroerende goederen waarvan de jaarlijksche huurprijs niet meer dan 800 fr. bedraagt, in de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. » Voor de toepassing van deze bepaling : 1° is de huurprijs die welke bij de aanvankelijke overeenkomst werd vastgesteld, tenware hij naderhand hetzij bij een minnelijk accoord, hetzij bij een vonnis, werd verminderd; 2° zijn de agglomeraties Antwerpen, Brussel, Charleroi, Gent en Luik vastgesteld als volgt : » De Antwerpsche agglomeratie omvat : » Antwerpen, Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem, Mortsel, Wilrijk. » De Brusselsche agglomeratie omvat : » Anderlecht, Brussel, Elsene, Etterbeek, Evere, Danshoren, Koekelberg, Oudergein, Schaarbeek, SintSint-Jans-Molenbeek, Agatha-Berchem, Sint-Gillis, Sint-Joost-ten-Noode, Sint-Lambrechts-Woluwe, SintPieters-Jette, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst, Watermaal-Boschvoorde. » De agglomeratie Charleroi omvat : » Charleroi, Chátelet, Chátelineau, Couillet, Courcelles, Dampremy, Gilly, Jumet, Lodelinsart, Loverval, Marchienne-au-Pont, Marcinelle, Monceau-surSambre, Montignies-le-Tilleul, Montignies-sur-Sambre, Mont-sur-Marchienne, Roux, Souvret. » De Gentsche agglomeratie omvat : » Gent, Gentbrugge, Ledeberg, Mariakerke, SintAmandsberg, Sint-Denijs-Westrem. » De Luiksche agglomeratie omvat : » Angleur, Ans, Bressoux, Chênée, FlémalleGrande, Flémalle-Haute, Gráce-Berleur, Grivegnée, Herstal, Hollogne-aux-Pierres, Jemeppe-sur-Meuse, Jupille, Luik, Montegnée, Ougrée, Rocour, SaintNicolas-Liége, Seraing, Tilleur, Vottem. » Art. 21bis. De zonder geschrift vóór 10 Mei 1940 gesloten huurovereenkomsten betreffende onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die
222 —
niet behooren tot de bij artikel 21 vastgestelde categorieën, worden verlengd tot 30 September 1941. » De rechter, uitspraak doende naar billijkheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 17, kan bovendien, in uitzonderingsgevallen, de huurovereenkomst verlengen voor een termijn dien hij vaststelt en die kan verlengd worden, zonder dat de totale duur er van den toepassingsduur van dit besluit mag overschrijden. » Art. 21ter. De bij de artikelen 21 en 21his bedoelde verlengingen zijn afhankelijk gesteld van de naleving, door den huurder, van zijn tegenover den verhuurder bestaande verplichtingen, zooals die verplichtingen uit hun overeenkomsten blijken of eventueel zooals zij bij vonnis werden gewijzigd. » Zij kunnen bovendien bij beschikking van den rechter, op grond van bijzonder gewichtige redenen, den huurder worden ontnomen. » Art. 2. Zijn opgeheven, de bepalingen van het besluit van 24 December 1940, betreffende de tenuitvoerlegging van het besluit van 20 September 1940, houdende uitzonderingsbepalingen van tijdelijken aard in zake huurovereenkomsten, alsmede de bepalingen van het besluit van 26 Februari 1941, tot wijziging van voornoemd besluit van 24 December 1940. Art. 3. Dit besluit treedt in werking den dag waarop het is bekendgemaakt. Brussel, den 28n April 1941.
Tweede besluit van 28 April 1941 getroffen in uitvoering van het besluit van 10 Februari 1941, betreffende de ordening van het bedrijfsleven en houdende voorschriften nopens de aansluiting der ondernemingen (Staatsblad, / Mei 1941, bl. 3022). De Secretaris-Generaal van liet Ministerie van Economische .Zaken, Gelet op het eerste uitvoeringsbesluit van 5 Maart 1941, getroffen op grond van liet besluit van 10 Februari 1941, betreffende de ordening van liet bedrijfsleven, en inzonderheid op de bepalingen van hoofdstuk II van dit uitvoeringsbesluit, — Besluit
Bedrijvigheid der ondernemingen. Artikel 1. Voor de vaststelling van het hoofd- en bijkomend lidmaatschap eener hoofdgroepeering is te aanzien als Hoofdbedrijvigheid eener onderneming, deze waarin het zwaargewicht van de bedrijvigheid der onderneming gelegen is. Hulpbedrijvigheid eener onderneming, elke onderscheiden bedrijvigheid welke hoofdzakelijk uitgeoefend wordt voor de behoeften van de onderneming en slechts, in voorkomend geval, ook voor de markt. Nevenbedrijvigheid eener onderneming, elke bedrijvigheid welke nevens de hoofdbedrijvigheid uitgeoefend wordt. Bedrijven met eigen rechtspersoonlijkheid kunnen niet als hulp- of nevenbedrijven worden aangezien. Onbelangrijke hulp- of nevenbedrijvigheid eener onderneming, elke hulp- of nevenbedrijvigheid waarvan de omvang, op grond van door de onderneming verstrekte cijfers, beneden een vastgestelde grens ligt. Deze grens wordt bepaald door den omvang van de hulp- of nevenbedrijvigheid in verhouding tot den bedrijfsomvang van de gansche onderneming en in verhouding tot den gemiddelden omzet der bedrijven van den economischen tak waartoe deze hulp- of nevenbedrijvigheid behoort.
De grenzen worden door den leider der hoofdgroepeering vastgesteld en zijn aan het Hoofd van het Ministerie van Economische Zaken mede te deelen. Wanneer er nopens dergelijke grenzen meeningsverschillen zouden oprijzen tusschen meerdere bij hun bepaling betrokken hoofdgroepeeringen, zullen deze grenzen door het, Hoofd van het Ministerie van Economische Zaken worden vastgesteld. Aansluiting.
Art. 2. Elke onderneming wordt hoofdlid van de met haar hoofdbedrijvigheid overeenstemmende hoofdgroepeering. Elke onderneming die een belangrijke hulp- of nevenbedrijvigheid uitoefent, wordt insgelijks hoofdlid van de met deze bedrijvigheid overeenstemmende hoofdgroepeering. Elke onderneming die een onbelangrijke hulp- of nevenbedrijvigheid uitoefent, wordt insgelijks bijkomend lid van de met deze bedrijvigheid overeenstemmende hoofdgroepeering. Elke klacht betreffende de aansluiting of de nietaansluiting bij een hoofdgroepeering is aan den leider dezer hoofdgroepeering in een met redenen omkleed verzetschrift over te maken. Art. 3. De hoofdgroepeering bepaalt, onder toepassing van de voorschriften van onderhavig besluit, in welke b edrijfs- of b edrijfsondergroepeeringen de ondernemingen zullen ondergebracht worden. Art. 4. Onderhavig besluit wordt van kracht op datum zijner bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Brussel, den 28n April 1941.
Besluit van 1 Mei 1941 betreffende de ordening van het bedrijfsleven en houdende oprichting van de Hoofdgroepeering textielnijverheid (Staatsblad, 5-6 Mei 1941, bl. 3164). De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Economische Zaken, Gelet op de besluitwet van 10 Februari 1941, betreffende de ordening van liet bedrijfsleven, en op het eerste uitvoeringsbesluit van 5 Maart 1941 alsmede op het tweede uitvoeringsbesluit van 28 April 1941, houdende voorschriften nopens de aansluiting der ondernemingen, — Besluit :
Artikel 1. Er wordt op grond van de besluitwet van 10 Februari 1941 en van het eerste uitvoeringsbesluit van 5 Maart 1941, tot ordening van het bedrijfsleven, de Hoofdgroepeering textielnijverheid opgericht, hebbende het karakter van openbare instelling en de uitsluitende vertegenwoordiging van haar economisch ressort. Art: 2. Bij de Hoofdgroepeering textielnijverheid worden, inzonderheid op grond van de bepalingen van hoofdstuk II van het eerste uitvoeringsbesluit en van het besluit van 28 April 1941, houdende voorschriften betreffende de aansluiting der ondernemingen, aangesloten Als hoofdlid : Alle ondernemingen, zoo natuurlijk als rechtspersonen, die zelfstandig doch niet ambachtsgewijze, bedrijvig zijn met de be- of verwerking van textielstoffen in de diverse stadia van het omvormingsproces tot en er in begrepen de afgewerkte artikelen, alsook met de fabricage van bijkomstige artikelen van de kleedings- en confectienijverheid en deze bedrijvigheid als eenige bedrijvigheid of als hoofdbedrijvig-
— 223 —
heidi beoefenen, alsmede alle ondernemingen die dergelijke bedrijvigheid als belangrijke hulp- of nevenbedrijvigheid uitoefenen; Als bijkomend lid : Alle ondernemingen, zoo natuurlijk als rechtspersonen, die, zelfstandig doch niet ambachtsgewijze, dergelijke bedrijvigheid als onbelangrijke hulp- of nevenbedrijvigheid uitoefenen. De leider der Hoofdgroepeering zal bepalen in welke ondergeschikte groepeeringen de bij de Hoofdgroepeering aangesloten ondernemingen zullen worden 'ondergebracht. Art. 3. Ieder onderneming, welke overeenkomstig de bepalingen van artikel 2 als dusdanig onder de Hoofdgroepeering textielnijverheid ressorteert, moet de uitoefening, het begin en de beëindiging van de bedrijvigheid, welke tot deze onderhoorigheid aanleiding geeft, bij de Hoofdgroepeering textielnijverheid, 14, Congresstraat, te Brussel, door middel van een door deze of op een der hiernavolgende adressen ter beschikking gesteld, doch aan te vragen, formulier aanmelden, binnen de maand na het van kracht worden van onderhavig besluit en, vervolgens, binnen de veertien dagen na het aanvangen of beëindigen van de bedrijvigheid : West-Vlaanderen : Pieter Tacklaan 8, te Kortrijk ; Gent-Eekloo : Kalanderberg 1, te Gent; Bonse-Oudenaarde : Saint-Sauveurstraat 7, te Ronse ; Sint-Niklaas-Waas : O.-L.-Vrouwstraat 28, te SintNiklaas-Waas ;
Brabant : Cbngresstraat 14, te Brussel; Luik-Luxemburg : rue du Collège 8, te Verviers. De aansluiting moet door den leider der Hoofdgroepeering schriftelijk bevestigd worden. Art. .4. De leider der Hoofdgroepeering textielnijverheid zal haar statuut onder goedkeuring van het hoofd van het Ministerie van Economische Zaken uitvaardigen. Art. 5. Komt een ondernemer de door artikel 3 gegeven voorschriften niet na, zoo stelt hij zich bloot aan de straffen voorzien bij artikelen 6 of 7 van de voormelde besluitwet van 10 Februari 1941. Art. 6. Onderhavig besluit wordt van kracht op datum zijner bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Brussel, den 1" Mei 1941. Besluit van 1 Mei 1941
betreffende de ordening van het bedrijfsleven en • houdende benoeming van den leider der Hoofdgroepeering textielnijverheid (Staatsblad, .5-6 Mei 1941, bl. 3165).
Besluit van 1 Mei 1941
betreffende de pleegvormen welke dienen nageleefd bij het indienen eener octrooiaanvraag (Staatsblad, 12-13 Mei 1941, bl. 3390).
II. — WETGEVING BETREFFENDE OPENBARE EN PRIVATE FINANCIEN. Besluit van 30 Januari 1941.
Besluit van 30 Januari 1941.
Rijksmiddelenbegrooting voor het dienstjaar 1941 5-6 Mei 1941, bl. 3141).
(Staatsblad,
De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Financiën, Gelet op de wet van 7 September 1939 die alle afwijkingen van de bepalingen, betreffende 's Rijks inkomsten en uitgaven, toelaat; — Gelet op de wet van 10 Mei 1940, betreffende overdracht van bevoegdheid in oorlogstijd; — Gelet op de dringende noodzakelijkheid en de onmogelijkheid de hoogere overheid te raadplegen, — Besluit :
Artikel 1. Voor het dienstjaar 1941, worden de ontvangsten van den Staat geraamd : Voor de gewone ontvangsten, op fr. 11.906.517.269 Voor de uitzonderingsontvangsten, op 60.000.500 Voor de compensatieontvangsten, op 131.939.753 Voor de herstelontvangsten, op 10.400.000 Voor de terugbetaling van uitgaven voortvloeiende uit den oorlog, op 50.000.000 Voor de buitengewone ontvangsten, op 14.453.491 Te zamen ....fr.
12.173.311.013
Art. 2. Het excedent van de uitgaven van de begrooting van 1941 op de ontvangsten zal door leening mogen gedekt worden. Het is toegelaten aan deze leening alle fiskale ontheffingen te verbinden. Het is toegelaten, ten beloope van het bedrag van de zoo noodig aan te gane leeningen, rentegevende Schatkistbons uit te geven, betaalbaar op een vervaltermijn die vijf jaar niet mag te boven gaan. Alle fiskale vrijstellingen mogen daaraan verbonden worden. Brussel, den 30" Januari 1941.
Rijksschuldbegrooting voor het dienstjaar 1941 5-6 Mei 1941, bl. 3157).
(Staatsblad,
De Secretaris-Generaal van het Ministerie van FinanGelet op deeiën, wet van 7 September 1939, die alle afwijkingen van de bepalingen, betreffende 's Rijks inkomsten en uitgaven toelaat; — Gelet op de wet van 10 Met 1940, betreffende overdracht van bevoegdheid in oorlogstijd; — Gelet op de dringende noodzakelijkheid en de onmogelijkheid de hoogere overheid te raadplegen, — Besluit :
Eenig artikel. Voor de aan dienstjaar 1941 verbonden... uitgaven van de Rijksschuldbegrooting zijn kredieten geopend die de som van fr. 2.686.777.975,14 beloopen. Brussel, den 30" Januari 1941.
Besluit van 30 Januari 1941.
Begrooting van het Ministerie van Justitie voor het dienstjaar 1941 (Staatsblad, 11 Mei 1941, bl. 3310).
Besluit van 30 Januari 1941.
Begrooting van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid en van de Rijkswacht voor het dienstjaar 1941 (Staatsblad, 12-13 Mei 1941, bl. 3358).
Besluit van 30 Januari 1941.
Begrooting van het Ministerie van Openbaar Onderwijs voor het dienstjaar 1941 (Staatsblad, 12-13 Mei 1941, bl. 3368).
— 224 —
Voor de inteeningen welke na 24 Mei 1941 binnenkomen wordt deze prijs verhoogd met de intresten tegen 3 1/2 pet. 's jaars, verloopen van 15 Mei 1941 af tot op den dag der betaling.
Besluit van 30 Januari 1941. Begrooting van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening voor het dienstjaar 1941 (Staatsblad, 15 Mei 1941, bl. 3428).
Art. 3. De certificaten zullen bestaan uit stukken van 1.000, 5.000, 10.000 en 25.000 frank Zij zijn voorzien van tien halfjaarlijksche coupons voor de vervaldagen van 15 November 1941 tot 15 Mei 1946. Zij worden voorzien van den naamstempel van den Directeur-Generaal der Thesaurie en Staatsschuld en van dien van den Directeur der Schuld aan Toonder; zij worden door het Rekenhof geviseerd. Zij dragen den stempel van het Ministerie van Financiën en dien van het Rekenhof. De coupons dragen den naamstempel van den Directeur-Generaal der Thesaurie, zoomede den afdruk van den specialen controlestempel van de Schuld aan toonder.
Besluit van 30 Januari 1941. Begrooting van het Ministerie van Openbare Werken voor het dienstjaar 1941 (Staatsblad, 15 Mei 1941, bl. 3438).
VERORDENING VAN 28 APRIL 1941 betreffende het buiten koers stellen en het aan den omloop onttrekken van muntstukken uitgegeven door de « Reichskreditkasse » (Verordnungsblatt, 29 April 1941, bl. 584).
BEKENDMAKING VAN 28 APRIL 1941
Art. 4. De betaling der coupons en de terugbetaling der certificaten geschieden aan de loketten van den Staatskassier (Nationale Bank van België), te Brussel en buiten de hoofdstad.
betreffende de invordering en de onttrekking aan den omloop van muntstukken uitgegeven door de « Reichskreditkasse » (Verordnungsblatt, 29 April 1941, bl. 585).
Art. 5. De rentecoupons en de aflossingspremie zijn vrij van alle om het even welke tegenwoordige of toekomstige werkelijke belastingen of taxes ten bate van Staat, provinciën en gemeenten.
Besluit van 3 Mei 1941 betreffende de uitgifte van vijfjarige 3,5 pCt. Schatkistcertificaten (1941-1946) (Staatsblad, 4 Mei 1941, bl. 3113).
Art. 6. De in België gevestigde bankiers, financieele instellingen en effectenmakelaars, zoomede de parastatale instellingen zullen één ten honderd commissieloon ontvangen op het door hun bemiddeling ingeteekend nominaal kapitaal. De Directeur-Generaal der Thesaurie en Staatsschuld is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, den 3" Mei 1941.
De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Financiën, Gelet op artikel 5 der wet van 10 Mei 1940; — Overwegende dat maatregelen dienen getroffen om te voorzien in de Thesauriebehoeften voortspruitend uit den oorlog en uit den buitengewonen toestand waarin het land verkeert; — Gelet op de onmogelijkheid beroep te doen op de hoogere overheid, — Besluit :
Artikel 1. Met ingang van 15 Mei 1941 zal er worden overgegaan tot de uitgifte, bij openbare inteekening, van vijfjarige Schatkistcertificaten; deze certificaten zullen te rekenen van 15 Mei 1941 rente geven tegen drie en een half ten honderd (3 1/2 pet.) 's jaars en á pari terugbetaalbaar zijn op 15 Mei 1946. De inteekeningen worden aangenomen in de Nationale Bank van België te Brussel en buiten de hoofdstad, hetzij rechtstreeks, hetzij door bemiddeling van in België gevestigde banken, financieele instellingen en effectenmakelaars. De datum van afsluiting van de inteekening en die van toelating der effecten tot de officieele noteering zullen bij besluit worden bepaald.
Besluit van 7 Mei 1941 houdende vaststelling van het percentage van rente en commissieloon van de Schatkistcertificaten der Onafhankelijkheidsleening (Staatsblad, 9 Mei 1941, bl. 3248). Besluit van 7 Mei 1941 houdende wijziging van het besluit van 22 Januari 1941 tot regeling van de vernieuwing of de terugbetaling van de Schatkistcertificaten van de Onafhankelijkheidsleening (Staatsblad, 9 Mei 1941, bl. 3248). Besluit van 9 Mei 1941
Art. 2. De uitgifteprijs der certificaten is vastgesteld op 99 pCt. van de nominale waarde. Hij moet, bij de inteekening, ineens worden uitgekeerd in geldspecie.
betreffende de taxe op de beurs- en prolongatieverrichtingen (Staatsblad, 12-13 Mei 1941, bl. 3387).
III. — BINNENLANDSCHE HANDELSWETGEVING. Besluit van 30 Maart 1941
Besluit van 9 April 1941
houdende verlenging tot 6 April 1942 van het koninklijk besluit dd. 13 Januari 1935, zooals de tekst ervan werd vastgesteld bij koninklijk besluit dd. 30 Maart 1936 betreffende de reglementeering van het gebruik der benamingen waaronder koopwaren worden in den handel gebracht (Staatsblad, 18 April 1941, bl. 2716). —
houdende intrekking van bepaalde besluiten betreffende de telling der voorraden en de reglementeering van de fabricage van zekere goederen (Staatsblad, 23 April 1941, bl. 2835).
225 —
Besluit van 28 April 1941
Besluit van 7 Mei 1941
tot wijziging van hei ministerieel besluit van 31 October 1939 en het besluit van 5 Juli 1940 tot inrichting van de telling der voorraden gezaagd en ongezaagd hout (Staatsblad, 30 April 1941, bl. 2978).
tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 April 1940 betreffende den handel in asperges (Staatsblad, 11 Mei 1941, bl. 3319).
IV. — BUITENLANDSCHE HANDELSWETGEVING. Besluit van 31 Maart 1941 betreffende den invoer van mijnhout 1941, bl. 2899).
(Staatsblad, 26
April
glas- en fleschnijverheid worden onderworpen aan de voorafgaande overlegging van een machtiging afgeleverd door het Ministerie van Economische Zaken.
Besluit van 3 April 1941
BEKENDMAKING VAN
betreffende den in-, uit- en doorvoer van zekere goederen. — Erratum (Staatsblad, 7 Mei 1941, bl. 3181).
23
APRIL
1941
betreffende de inrichting van een « clearing » tusschen België en de Unie der Socialistische Sovjet Republieken (Verordnungsblatt, 26 April 1941, bl. 577).
Besluit van 13 April 1941 waarbij in den school van de Algemeene Directie van den buitenlandschen handel en de deviezen een Bureau voor de regeling van goederenverzendingen van of naar het buitenland wordt ingericht (Staatsblad, 27 April 1941, bl. 2923).
Besluit van 18 April 1941 betreffende de uil- en doorvoer van zekere goederen blad, 2.3 April 1941, bl. 2836).
(Staats-
Besluit van 28 April 1941 betreffende de uit- en doorvoer van zekere goederen blad, 30 April 1941, bl. 2980).
(Staats-
De uit- en doorvoer van zekere producten van de glas- en spiegelglasnijverheid worden onderworpen aan de voorafgaande overlegging van een, machtiging afgeleverd door het Ministerie van Economische Zaken.
De uit- en doorvoer van zekere producten van de V. — NIJVERHEIDSWETGEVING. Besluit van 12 Februari 1941 houdende oprichting eener Centrale voor petroleum- en teerproducten. — Erratum (Staatsblad, 9 Mei 1941, bl. 3258).
of hinderlijk ingedeelde inrichtingen 1941, bl. 2715).
(Staatsblad, 18 April
Het gebruik van acetyleen voor autodrijfkracht is verboden. Besluit van 21 April 1941
Besluit van 1 Maart 1941 houdende oprichting van den « Dienst der generatoren en persgasinstallaties » (Staatsblad, 15 Mei 1941, bl. 3450).
Oprichting van den Dienst gelast met de reglementeering van het gebruik van gasvormige motorbrandstoffen voor motorvoertuigen alsmede den bouw en den invoer van gasgeneratoren.
Besluit van 29 Maart 1941
tot bepaling der voorwaarden waaraan moeten beantwoorden de recipiënten bestemd tot het inhouden van vloeibaargemaakt, samengeperst of onder drukking opgelost gehouden gas (Staatsblad, 1 Mei 1941, bl. 3013).
Besluit van 29 April 1941 waarbij het besluit van 27 Juli 1940 betreffende de fabricage en den verkoop van grondstoffen bestemd voor de spinnerijen en voor de producten van spinnerijen wordt gewijzigd (Staatsblad, 1 Mei 1941, bl. 3023).
houdende reglementeering van het monteeren van gasgeneratoren op motorvoertuigen (Staatsblad, 25 April 1941, bl. 2879).
VERORDENING VAN 29 APRIL 1941 (Verordnungs-
betreffende de bedrijfsgevolmachtigden blatt, 7 Mei 1941, bl. 600).
Besluit van 30 April 1941
Besluit van 31 Maart 1941 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 20 April 1929 waarbij de algemeene voorwaarden worden gewijzigd en aangevuld, toepasselijk op de opslagruimten voor carbide, op het voortbrengen van acetyleen en op het gebruik van acetyleen voor het autogeenlasschen en het snijden van metalen door middel van snijbranders- in de als gevaarlijk, ongezond
tot wijziging van het besluit van 19 Februari 1941 houdende reglementeering van het gebruik van gasvormige motorbrandstoffen voor motorvoertuigen alsmede van den bouw en den invoer van gasgeneratoren (Staatsblad, 9 Mei 1941, bl. 3250).
-- 226 —
Besluit van 1 Mei 1941 houdende verlenging van de economische reglementeering ingesteld in de draad- en nagelnijverheid (Staatsblad, 5-6 Mei 1941, bl. 3162).
centrale en der Centrale voor petroleum- en teerproducten (Staatsblad, 15 Mei 1941, bl. 3451).
Besluit van 5 Mei 1941 houdende reglementeering van de fabricage van bier en instelling van de brouwkaart (Staatsblad, 9 Mei 1941, bl. 3250).
Besluit van 2 Mei 1941 houdende verlenging der mandaten van de directeurs der Papier-
VI. — LANDBOUWWETGEVING. Besluit van 8 Maart 1941 tot wijziging van het besluit van 7 Januari 1941 betreffende verkoop, levering en transport van stroo. — Erratum (Staatsblad, 19 April 1941, bl. 2739).
Besluit van 17 April 1941 betreffende de telling van de op 20 April 1941 beteelde oppervlakten. — Contróle der aangiften (Staatsblad, 27 April 1941, bl. 2924).
Besluit van 19 April 1941 betreffende de instelling van een bestendig inventaris van den rundveestapel (Staatsblad, 21-22 April 1941, bl. 2807).
A. — Territoriale bevoegdheid, -zetel. Artik,e1 1. De bevoegdheid van de hoofdgrOepeering strekt zich uit over het grondgebied van den Belgischen Staat. Haar zetel is in de Brusselsche agglomeratie gevestigd. 13. — Rechtspersoonlijkheid. De hoofdgroepeering is een openbare RijksArt. 2. instelling. Zij kan over een vermogen beschikken en de roerende en onroerende goederen verwerven die noodig zijn tot het volbrengen van hare taak. Zij kan, 't zij als eischeres, 't zij als gedaagde, voor de rechtbank verschijnen en, in het algemeen, alle daden van beheer en beschikking stellen welke met hare taak overeenstemmen. De hoofdgroepeering mag noch rechtstreeks, noch door hare organen, om 't even welke handelsbedrijvigbeid uitoefenen.
Besluit van 24 April 1941 waarbij de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie en de van haar afhangende hoofdgroepeeringen als openbaar Rijksinstellingen worden erkend (Staatsblad, 28-29 April 1941, bl. 2951).
C. — Onderhoorigen. Art. 3. Vallen onder de bevoegdheid van de hoof dgroepeering, alle natuurlijke en juridische personen wier bedrijvigheid binnen het gebied van de hoofdgroepeering wordt< uitgeoefend en die tot een van de volgende groepen behooren :
Besluit van 25 April 1941
I. — IbinitviDUEELE
houdende gedeeltelijke intrekking van de besluiten van 18 September, 27 December 1940 en 1 Februari 1941, tot vaststelling van de voorloopige statuten van sommige hoofdgroepeeringen der Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie (Staatsblad, 30 April 1941, bl. 2977).
Verordening tot vaststelling van de statuten der hoofdgroepeeringen van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie (Staatsblad, 30 April 1941, bl. 2985). De Leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, Gezien het besluit van 27 'Augustus 1940, waarbij de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie wordt opgericht, inzonderheid de artikelen 9 en 17; — Gezien het besluit van 24 April 1941, waarbij aan de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie en aan de hoofdgroepeeringen welke er van afhangen, het karakter van openbare Rijksinstelling verleend wordt,. — Verordent
De hoofdgroepeeringen « Grondstoffen voor den Landbouw », « Suiker- en Nijverheidsteelten », « Aardappelen », « Visschen en Visscherijproducten », « Brouwerij, Mouterij, Stokerij, Dranken in 't algemeen », « Koloniale Waren » worden opgericht. Hun statuten en deze van de hoofdgroepeeringen « Vee, Vleesch en Bijproducten », « Graangewassen en Veevoeders », « Zuivel, Vetten en Eieren », « Tuinbouwproducten, Groenten, Fruit », opgericht door besluiten van 18 September en 17 December 1940, worden vastgesteld als volgt :
ONDERHOORIGEN.
1. Hoofdgroepeerin,g « Graangewassen, en Veevoeders ». a) Groep der voortbrengers : De bedrijven die graangewassen, veevoeders, boekweit, hooi en stroo, welke hun bestemming ook zijn moge, peulvruchten voor de voeding der menschen en der dieren voortbrengen, doch met uitzondering van het zaaigoed dezer producten. b) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : De bedrijven welke de onder a) genoemde producten en bijproducten van in- en uitheemschen oorsprong en van rijst be- en/of verwerken, alsook de fabrikanten van veevoeders (gemengde veevoeders inbegrepen). Behooren daar niet bij, degenen die graangewassen voor de brouwerijen mouten of die ze be- en/of verwerken voor de toebereiding van koffiesurrogaten. c) Groep der verdeelers : Bedrijven die met de onder a) en b) genoemde producten handel drijven, inbegrepen de handel in vischmeel, diermeel, bloedmeel, beendermeel en vleeschmeel, doch met uitsluiting van den handel in rijst. 2. Hoofdgroepeering « Melk, Vetten, en Eieren ». a) Groep der voortbrengers : De bedrijven die melk en oliehoudende akkervruchten en noten voor het fabriceeren van olie voortbrengen of die pluimvee en bijen houden.
- 227 --
b) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : De bedrijven die de onder a) genoemde producten van in- of uitheemschen oorsprong en deze die er van voortkomen voor de voeding der menschen en der dieren bewerken en/of verwerken, met uitzondering der fabricage van conserven van gevogelte. c) Groep der verdeelers : Bedrijven die in de onder a) en b) genoemde producten, alsmede in honig en eieren handel drijven. 3. Hoofdgroepeering « Vee, Vleesch en Bijproducten
)).
a) Groep der voortbrengers : Eigenaars of houders van paarden en andere eenhoevigen, van rundvee, zwijnen, schapen, geiten en kleinvee (gevogelte en bijen uitgezonderd). b) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : Bedrijven welke de producten, van in- of uitheemschen oorsprong, voortkomend van de dieren van groep a), van wild en van gevogelte (met uitzondering van zuivelproducten, haren en vellen) be- en/of verwerken. c) Groep der verdeelers : Bedrijven die handel drijven in dieren en in producten van dierlijke herkomst, in het wild en het gevogelte, bedoeld onder a) en b). 4. Hoofdgroepeering « Tuinbouwproducten, groenten en fruit ». a) Groep der voortbrengers : Bedrijven die de hierna vermelde producten verbouwen : 1. Fruit, met inbegrip van bessen, rabarber, groenten, met inbegrip van witloof en uien, paddestoelen; 2. Bloemen, sierplanten, bolgewassen, kweekerijplanten, met uitsluiting van boschplanten; 3. Zaden en plantgoed der onder 1 en 2 opgenoemde producten; 4. Inzamelaars van in het wild groeiende bessen, paddestoelen, bloemen en veldsla. b) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : Bedrijven die de onder a), 1 en 4, genoemde producten van in- of uitheemschen oorsprong, alsook zuidervruchten en droge vruchten bewerken en/of verwerken. c) Groep der verdeelers : Bedrijven die in de onder a) en b) genoemde producten, inbegrepen noten van allen aard, voor zoover deze niet voor oliefabricage bestemd zijn, handel drijven.
6. Hoofdgroepeering « Suiker en Yijverheidsteelten ». a) Groep der voortbrengers : Bedrijven welke de suikerbeet verbouwen. De bedrijven welke voortbrengen : cichorei, geneeskundige en specerijplanten, hop, vezelplanten, mosterd, tabak, bindwilg (wijmen). b) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : Bedrijven welke suikerhoudende grondstoffen van in- of uitheemschen oorsprong bewerken en/of verwerken, alsmede de fabrikanten van bonbons en suikergoed. De bedrijven welke de cichorei of granen tot koffiesurrogaten bewerken en/of verwerken. c) Groep der verdeelers : De bedrijven welke handel drijven in de sub a) en b) vermelde producten, met uitzondering van de tabak, de vezelplanten en de mosterd. 7. Hoofdgroepeering « Aardappelen ». a) Groep der voortbrengers : Bedrijven die aardappelen verbouwen, inbegrepen plantaardappelen. b) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : Bedrijven die aardappelen be- of verwerken en aardappel- en bijproducten van in- of uitheemschen oorsprong vervaardigen ten behoeve van menschenen dierenvoeding. c) Groep der verdeelers : Bedrijven welke handel drijven in de onder a) en b) vermelde producten. 8. Hoofdgroepeering « Visch en Visscherijproducten. ». a) Groep der voortbrengers : Bedrijven voor : zee-, kust- en binnenvisscherij, met inbegrip van mossel-, krabben- en oestervangst en vischteelt. Tot de bevoegdheid van de hoofdgroepeering behooren alle soorten van visch-, schaal- en weekdieren. b) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : Bedrijven voor voortbrenging, be- en verwerking van de onder a) vermelde producten van in- of uitheemschen oorsprong, met inbegrip van het inmaken van vischsoorten, gerookte, gekookte, gedroogde of gezouten visch en de vervaardiging van vischmeel. c) Groep der verdeelers : Bedrijven die handel drijven in de onder a) en b) vermelde producten, met uitsluiting van deze die handel drijven in vischmeel.
5. Hoofdgroepeering « Grondstoffen voor den Landbouw ».
9. Hoofdgroepeering « Brouwerij, 'Mouterij,
a) Groep der voortbrengers : Bedrijven die zaden en plantgoed voortbrengen, met uitzondering van zaden en plantgoed van groenten, fruit, bloemen en aardappelen. b) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : Bedrijven die de onder a) aangehaalde producten van in- en uitheemschen oorsprong bewerken. c) Groep der verdeelers : Bedrijven die handel drijven in de onder a) en b) genoemde producten, in landbouwmachienen, in chemische producten bestemd voor de voedingsindustrie, in alle soorten van organische en anorganische meststoffen, in producten tot behoud van dieren en planten en in middelen tot bestrijding van ongedierte en ziekten in land- en tuinbouw.
a) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : Bedrijven die een van onderstaande producten of bijproducten van in- of uitheemschen oorsprong vervaardigen of voortbrengen : bier, mout — als het niet tot koffiesurrogaat dient, — gist, lemonade, tafel- en bronwater, fruitsap, alcohol, wijn van druiven of fruit, met inbegrip van bessen, kunstwijn, cider, perenwijn en dergelijke producten, likeuren, vruchtenessence, azijn, evenals de uit de be- of vervaardiging van bovengenoemde producten ontstane bijproducten, als ze voor menschen- en dierenvoeding bestemd zijn. b) Groep der verdeelers : Bedrijven die in de onder a) genoemde producten handel drijven.
Stokerij, Dranken in het algemeen ».
228 --
10. hoofdgroepeering « Koloniale Waren )›.
3. Voorzitter. Art.
a) Groep der fabrikanten, be- en verwerkers : Bedrijven die cacao, zout, specerijen, thee, koffie, mosterd, enz., be- en/of verwerken. b) Groep der verdeelers : Bedrijven die handel drijven in de producten bedoeld onder a), rijst inbegrepen.
De hoofdgroepecring staat onder het gezag van een voorzitter, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de opdracht der hoofdgroepeering.
Art. 7. De voorzitter wordt, mits toestemming van den Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening, door den leider der Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie benoemd en afgezet. Vooraleer in functie te treden, gaat hij tegenover den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie de verbintenis aan zijn taak gewetensvol en juist uit te voeren en tegenover derden het stilzwijgen te bewaren omtrent alle feiten die hem, uit hoofde zijner functies, bekend gemaakt worden.
Bepalingen toepasselijk op alle hoofdgroepeeringen. De tusschenpersonen en voorraadhouders hooren bij de verdeelers. Worden als bewerkers beschouwd, de uitbaters van bedrijven die het bevriezen, het afkoelen of het drogen der waren ten doel hebben. De verzendingsbedrijven of -agentschappen hooren niet bij de hoofdgroepeeringen.
Art. 8. De voorzitter is de wettelijke vertegenwoordiger van de hoofdgroepeering. Hij beschikt over de macht tot reglementeeren bepaald in artikel 18. In overeenstemming met den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie stelt hij het huishoudelijk reglement van de hoofdgroepeering vast. Is de voorzitter afwezig of verhinderd, dan wordt hij door den directeur vervangen. De• voorzitter 'wordt niet bezoldigd. Nochtans kunnen, bij beslissing van den leider der Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, genomen met toestemming van den Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening, vergoedingen toegestaan worden. Ook verplaatsings- en verblijfsonkosten kunnen terugbetaald.
II. - GEZAMENLIJKE ONDERHOORIGEN. De beroepsorganisaties, vennootschappen, vereenigingen, federaties, syndikaten, enz., welke hun juridische vorm ook zij, die bedrijven groepeeren welke een der onder 1° bedoelde werkzaamheden uitoefenen. D. — Inrichting en beheer. 1. Bedrijfsgroepeeringen.
Art. 4. De leider der Nationale Landbouw- cri Voedingscorporatie kan, in den schobt der hoofdgroepeering, bedrijfsgroepeeringen oprichten en hun statuut vaststellen. De bedrijfsgroepeering staat onder het gezag van een voorzitter, benoemd en afgezet door den voorzitter der hoofdgroepeering, mits toestemming van den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie. De voorzitter wordt bijgestaan door een bijraad, waarvan de leden, op voorstel van den voorzitter der bedrijfsgroepeering, door den voorzitter der hoofdgroepeering benoemd en afgezet worden. De bedrijfsgroepeeringen hebben een uitvoerende en raadgevende taak, betreffende een product of reeks van producten vallende onder de bevoegdheid van de hoofdgroepeering. Zij bezitten het recht van initiatief.
4. De bijraad. . Art. 9. De voorzitter wordt door een bijraad met
2. V akgroepeeringen.
Art. 5. De voorzitter van de hoofdgroepeering kan, met toestemming van den leider van de Nationale Landbouw- én Voedingscorporatie, vakgroepeeringen oprichten en hun statuten bepalen. De vakgroepeering omvat het geheel of een gedeelte van de natuurlijke of juridische personen, onderhoorigen van de hoOfdgroepeering, die eenzelfde beroep uitoefenen. De vakgroepeering staat onder het gezag van een voorzitter, benoemd en afgezet door den voorzitter van de hoofdgroepeering, mits toestemming van den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie. De voorzitter Van de hoofdgroepeering kan o.m. de bestaande vereenigingen aanvaarden, samensmelten, schorsen of afschaffen. Hij kan nieuwe vereenigingen stichten, de stichting ervan uitlokken of deze laatste van zijn machtiging afhankelijk maken. De vakgroepeeringen hebben een uitvoerende en raadgevende taak eh bezitten tevens het recht van initiatief. —
6.
raadgevend karakter bijgestaan. Deze bijraad bestaat uit minstens zes en hoogstens tien leden. Zijn tusschenkomst wordt vereischt : 1. In de gevallen uitdrukkelijk door deze statuten voorzien; 2. In de gevallen uitdrukkelijk voorzien door de economische reglementen, getroffen tot uitvoering van de opdrachli der hoofdgroepeering; 3. Telkens de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening of de leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie het vraagt.
Art. 10. De leden van den bijraad worden door den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, op voorstel van den voorzitter der hoofdgroepeering, benoemd. Zij worden aangesteld voor een termijn van twee jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar. De voorzitters van de bedrijfsgroepeeringen maken uit hoofde van hun ambt deel uit van den bijraad. De overige leden worden derwijze aangeduid dat de drie resp. twee groepen, voorzien bij artikel 3, I, vertegenwoordigd zijn. De verbruikers worden door één lid, de voortbrengers door twee leden vertegenwoordigd. Art. 11. Om tot lid van den bijraad benoemd te worden, wordt vereischt : 10 Belg zijn en de burgerlijke rechten genieten; 2° Ressorteeren van de hoofdgroepeering en een van de in artikel 3 bedoelde activiteiten sedert minstens drie jaar uitoefenen; deze voorwaarde is niet toepasselijk op den vertegenwoordiger der verbruikers;
229
—
3° Geen gefailleerde noch concordatair verzoeker of schuldenaar zijn. Blijkt het na de benoeming dat een der bovenvermelde voorwaarden niet vervuld is, dan wordt het lid door den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie onmiddellijk afgezet. Ontstaat het beletsel na de benoeming, dan vervalt het lidmaatschap van rechtswege. De voorzitter der hoofdgroepeering brengt dit onmiddellijk ter kennis van den leider der Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie. Art. 12. Ieder lid van den bijraad verplicht zich ertoe zijn functies trouw en gewetensvol uit te oefenen, voornamelijk de gemeenschappelijke boven de eigen belangen te stellen, en tegenover derden het stilzwijgen te bewaren omtrent alle feiten hem als lid bekend. De leden die hun verplichtingen niet naleven, kunnen door den leider van de Nationale Landbouwen Voedingscorporatie afgezet worden, op voorstel van den voorzitter van de hoofdgroepeering. De functies als lid van den bijraad worden niet bezoldigd. Alleen de reis- en verblijfskosten worden terugbetaald. De wijze van samenroepen en vergaderen van den bijraad, wordt bij een huishoudelijk reglement bepaald. Art. 13. Buiten zijn raadgevende functie ten opzichtq van den voorzitter, heeft de bijraad de volgende opdrachten : 1. Hij moet, vóór het publiceeren van de economische reglementen, door den voorzitter gehoord worden; 2. Hij moet stelling nemen ten opzichte van het door den voorzitter voor te stellen reglement op de bijdragen; 3. Hij moet in het bezit gesteld worden van de jaarlijksche rekening en begrooting en schriftelijk den voorzitter zijn meening daaromtrent te kennen geven. Stemt zijn opvatting niet overeen met het ontwerp van den voorzitter, dan zal deze laatste binnen de vijftien dagen het verslag en de meening van den bijraad aan den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie voorleggen. Indien de tusschenkomst van den corporatieleider niet leidt tot een akkoord tusschen den voorzitter en den bijraad, dient de vraag aan den Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening, wiens beslissing definitief zal zijn, voorgelegd te worden. Art. 14. De bijraad moet minstens om de maand samengeroepen worden. De voorzitter van de hoofdgroepeering roept den bijraad samen op aanvraag van den leider der Nationale Landbouw- en Voedingscorpordtie, die er ten allen tijde toe gemachtigd is persoonlijk de vergaderingen bij te wonen of zich er te laten vertegenwoordigen. Daarenboven zal de bijraad ook samengeroepen worden wanneer meer dan de helft van de leden het schriftelijk en met vermelding van de reden aanvragen.
Art. 15. De voorzitter van de hoofdgroepeering kan commissies met raadgevend karakter samenroepen, ten einde speciale vraagstukken te bestudeeren, die als voorwerp hebben het vaststellen van leverings- en verrekeningsvoorwaarden, het bepalen van qualiteiten, van verwerkingsvoorwaarden, enz. Benevens de door den voorzitter aangewezen deskundigen, moeten ook de bedrijfs- en vakgroepeeringen in deze commissies vertegenwoordigd zijn.
De leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie kan een vertegenwoordiger afvaardigen in den schoot van deze commissies. De voorzitter van de hoofdgroepeering maakt den corporatieleider zonder verwijl met de oprichting en de samenstelling van de commissies, alsmede met de haar toevertrouwde opdracht bekend. De commissie wordt van ambtswege opgeheven zoodra haar opdracht uitgevoerd is. De bepalingen van artikelen 11 én 12 zijn toepasselijk op de commissies; nochtans zullen de leden van de commissies, slechts na schriftelijke aanvraag, vergoeding voor hun kleine uitgaven bekomen. 5. Beheer. Art. 16. De bestuurlijke diensten van de hoofdgroepeering zijn rechtstreeks afhankelijk van een directeur, verantwoordelijk tegenover den voorzitter van de hoofdgroepeering. De directeur wordt benoemd en afgezet door den adjunct-leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, op voorstel . van den voorzitter van de hoofdgroepeering. Het personeel van de bestuurlijke diensten wordt benoemd en afgezet door den directeur, mits goedkeuring van den voorzitter en van den adjunct-corporatieleider. De directeur bepaalt insgelijks, met goedkeuring van den adjunct-leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, het statuut van het personeel.
Art. 17. De directeur voert de beslissingen van den voorzitter uit en beveelt alle daartoe noodige verrichtingen. Hij regelt het werk van het personeel der hoofdgroepeering en neemt het toezicht ervan op zich. Hij is rekenplichtig over de gelden en de waarden van de hoofdgroepeering; hij is van borgstelling ontslagen. Elke maand legt hij den voorzitter en den adjunctleider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie de bescheiden der boekhouding en den geldelijken toestand van de hoofdgroepeering voor. Hij vertegenwoordigt de hoofdgroepeering in de authentieke en onderhandsche akten, in zoover hij daartoe door den voorzitter gemachtigd werd. Hij oefent, in den bijraad, het ambt uit van verslaggever. Bij afwezigheid of verhindering van den directeur duidt de voorzitter een lid van het personeel aan om hem tijdelijk te vervangen. E. — Opdracht en bevoegdheid van de hoofdgroepeering.
Art. 18. De hoofdgroepeering heeft als opdracht de marktordening van de producten en waren bedoeld in artikel 3. In de uitvoering van deze opdracht houdt zij rekening met de behoeften van de algemeene economie en het algemeen belang. Binnen het kader van deze opdracht kan zij o.m. : 1. Voor de tot haar bevoegdheid behoorende bedrijven : de voortbrengst, de fabricage, de bewerking, de verwerking, de verdeeling en het stockeeren regelen van de producten die het voorwerp van hun werkzaamheid uitmaken. Zij heeft bevoegdheid om a) Den verkoop van waren in het algemeen of in afzonderlijke gevallen van haar goedkeuring afhankelijk te maken; b) De tot haar bevoegdheid behoorende bedrijven te verplichten zekere waren of warenssoorten te ver-
— 230 —
knopen aan,door haar aangeduide koopers; zich bij bepaalde leveranciers van voorraden te voorzien; sommige waren op te slaan en zekere stocks in bewaring te houden ; c) De verpakking, de behandeling, de presentatie, de wijze van levering en den afzet te regelen; d) Keuringen verplicht te maken; e) Voor bepaalde producten en warensoorten, binnen het kader van de wettelijke voorschriften, de qualiteit en de benaming te bepalen, alsmede te dien einde het gebruik van zekere grondstoffen en materialen op te leggen of te verbieden; f) De tot haar bevoegdheid behoorende bedrijven eert bepaalde boekhouding, alsmede het opstellen en bewaren van bescheiden omtrent den gang van de zaken op te leggen; g) Van een tot haar bevoegdheid behoorende bedrijf zoo mondelingen als schriftelijken uitleg over den gang van de zaken te vergen, de handelsboeken en handelsdocumenten -van eiken aard na te zien en de bedrijven en inrichtingen te doen inspecteeren. Het nazien van de handelsboeken en documenten en de inspectie der bedrijven mogen slechts toevertrouwd worden aan agenten, 't zij van de hoofdgroepeering, 't zij van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, 't zij ook van Staatsorganismen, met uitzondering van de uitbaters of bedienden van bedrijven die handelsbetrekkingen onderhouden met het aan controle onderworpen bedrijf. 2. Zij kan de oprichting, de uitbreiding, de verplaatsing van bedrijven, het weder in gang zetten van tijdelijk stilgelegde bedrijven, het verplaatsen van het terrein der bedrijvigheid, het te huur stellen, den verkoop en elke andere overdracht van bedrijven, van haar toelating afhankelijk maken. 3. Zij kan het in stand houden van een bedrijf afhankelijk maken van een minimum omzet of van een minimum productie-, fabricage-, werkings- en verwerkings-, verdeelings- en stockeeringsmogelijkheid, de werkzaamheid van bedrijven die onder het oogpunt van de algemeene economie overtollig zijn, schorsen of definitief stilleggen. Het schorsen of stilleggen van het bedrijf geeft den uitbater recht op schadeloosstelling. Deze mag evenwel nooit de handelswaarde van het bedrijf te boven gaan. Indien zekere bedrijven of groepen van gelijkaardige bedrijven uit voormelde schorsing of stillegging een economisch voordeel trekken, wordt het bedrag der schadeloosstelling naar verhouding geheven op de begunstigde bedrijven. 4. Zij kan markten inrichten, afgevaardigden benoemen en afzetten, den handel en den omzet op de markten aan zekere voorwaarden ondergeschikt maken. 5. Tegenover de tot haar bevoegdheid behoorende bedrijven kan zij de volgende tuchtmaatregelen treffen : a) Waarschuwing vóór toepassing van geldboeten of sluiting van het bedrijf ; b) Tuchtboete die tot 10.000 frank per overtreding kan gaan; c) Sluiting van het bedrijf gedurende hoogstens vijftien dagen; d> Tijdelijk of definitief verbod, persoonlijk of door tusschenpersoon, een bedrijf behoorend tot de bevoegdheid van de hoofdgroepeering, uit te oefenen. De Rijkswacht, de burgemeesters en de plaatselijke politieoverheden zorgen, op verzoek van den voorzitter, voor de uitvoering van het sluitingsbevel en -
de naleving van voormeld verbod. Bij gebrek aan vrijwillige betaling van de geldboeten worden deze door de ontvangers der boeten en gerechtskosten ten voordeele van de hoofdgroepeering geïnd.
Art. 19. De economische reglementen, krachtens artikel 18 door den voorzitter van de hoofdgroepeering getroffen, worden slechts van kracht na goedkeuring door den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie en door den Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening. De goedkeuring van den Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening wordt niet vereischt voor de reglementen waarvan het voorwerp geen invloed heeft op de beroepsbelangen van de tot de bevoegdheid der hoofdgroepeering behoorende bedrijven. Art. 20. De voorzitter van de hoofdgroepeering kan, binnen bepaalde perken, zijn bevoegdheid overdragen, met het oog op de uitvoering van bijzondere opdrachten. De overdracht kan steeds herroepen worden. De mandatarissen zijn dragers van een geschreven commissie die hun opdracht bepaalt, hun bevoegdheden omschrijft. Een vergoeding en de terugbetaling van hun uitgaven kunnen aan de mandatarissen toegekend worden. F. — Geldelijk beheer.
Art. 21. Ten einde de door de hoofdgroepeering te dragen onkosten te dekken, kan de voorzitter : 1. Gewone bijdragen heffen ten laste van de tot zijn bevoegdheid behoorende bedrijven, om de onkosten van het beheer te dekken; 2. Compensatiebijdragen opleggen; 3. Vergoedingen innen. De gewone bijdragen worden overeenkomstig een bijzonder reglement geïnd. Hun bedrag zal de som, die noodig is tot het uitvoeren van de opdracht van de hoofdgroepeering, niet te boven gaan. Het reglement op de bijdragen wordt aan het oordeel van den bijraad onderworpen. Het wordt getroffen door den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, met instemming van den Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening. De leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie bepaalt het bedrag dat door de hoofdgroepeering aan de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie afgedragen wordt voor het dekken van hare algemeene onkosten. De compensatiebijdragen worden betaald door de bedrijven die uit de algemeene reglementen en de speciale maatregelen, door den voorzitter van de hoofdgroepeering uitgevaardigd, economische voordeelen getrokken hebben. De voorzitter der hoofdgroepeering kan een bijzonder compensatiefonds oprichten. In algemeenen regel zullen de compen-
satiebijdragen dienen tot schadeloosstelling van de bedrijven die, volgens de statuten, recht op schadeloosstelling hebben. De onderhoorigen kunnen ertoe gehouden worden vergoedingen te betalen voor bijzondere door de hoofdgroepeering betuigde diensten. Deze vergoedingen moeten evenredig blijven met de onkosten van de hoofdgroepeering, rekening houdend met het economisch belang van het bedrijf. Bevindt een onderhoorige zich in een bijzonderen moeilijken economischen toestand, dan kan de voor-
— 231 —
zitter hem, op zijn aanvraag, volledig of gedeeltelijk van de betaling der vergoedingen ontslaan, ofwel hem uitstel verleenen. Art. a. Het bedrijfsjaar van de hoofdgroepeering valt samen met het burgerlijk jaar. Het eerste jaar begint op den dag van de oprichting van de hoofdgroepeering; het eindigt op 31 December 1941. Ten laatste den 1" December van elk jaar wordt de begrooting voor het volgend jaar door den voorzitter van de hoofdgroepeering aan de goedkeuring van den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie onderworpen, onverminderd de toepassing van artikel 13, 3°. De uitvoering van de begrooting staat onder het toezicht van den adjunct-leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie. Jaarlijks, vóór 1 Februari, en voor de eerste maal vóór 1 Februari 1942, wordt de balans van het bedrijfsjaar door den voorzitter van de hoofdgroepeering aan de goedkeuring van den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie onderworpen.' De financieele verrichtingen van de hoofdgroepeering geschieden overeenkomstig de richtlijnen van den adjunct-leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie. Art. 23. De verbintenissen van de hoofdgroepeering worden door haar gezamenlijk bezit gewaarborgd. Indien het bezit de aan de schuldeischers te betalen sommen niet dekt, legt de voorzitter van de hoofdgroepeering aan de onderhoorigen een aanvullende vergoeding op, ten einde de betaling van de nog verschuldigde bedragen te verzekeren. De aanvullende vergoeding mag slechts, nadat de bijraad gehoord werd, vastgesteld worden. Keurt de bijraad de door den voorzitter voorgestelde vergoeding niet goed, dan is het deze die, in overeenstemming met den leider van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, de beslissing treft. Deze beslissing is niet vatbaar voor' verhaal. G. — Algeméene beschikkingen. Art. 24. De door den voorzitter van de hoofdgroepeering getroffen reglementen met betrekking tot alle
of tot een deel der onderhoorigen, worden in het officieel orgaan van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie bekendgemaakt en zoo zij het gansche land betreffen of van overwegend belang zijn; in het Belgisch Staatsblad. De beslissingen die bepaalde onderhoorigen in het bijzonder treffen, zullen hun schriftelijk ter kennis gebracht worden. Ingeval de statuten of reglementen een recht van verhaal toekennen, moet de beschikking gerechtvaardigd en door ter post aangeteekenden brief opgestuurd, tenzij ze onmiddellijk tegen kwijtbrief kan afgegeven worden. Art. 25. De wetgeving op het gebruik der talen in bestuurszaken is toepasselijk op de hoofdgroepeering en haar organen. Art. 26. Elke overeenkomst tussehen onderhoorigen in tegenstrijd met deze statuten is nietig. Art. 27. Geen schadeloosstelling is, verschuldigd voor schade, veroorzaakt door een maatregel van algerneenen aard, krachtens deze statuten, met het oog op de marktordening getroffen. Art. 28. Bij de hoofdgroepeering zal een scheidsgerecht opgericht worden. Dit scheidsgerecht is bevoegd om te oordeelen over de bezwaren door de betrokkenen ingediend in de gevallen door de krachtens de statuten getroffen economische reglementen voorzien. Bevoegdheid, samenstelling en rechtspleging zullen het voorwerp uitmaken van een bijzonder besluit. Art. 29. Deze verordening treedt in werking op den dag harer bekendmaking in het Belgisch ,titaatsblad.
Brussel, den 25" April 1941.
Besluit van 2 Mei 1941 Landbouw- en tuinbouwtelling op 15 Mei 1941 9 Mei 1941, bl. 3252).
(Staatsblad,
VII. — WETGEVING BETREFFENDE PRIJZEN EN LOONEN. Besluit van 7 April 1941
Besluit van 5 Februari 1941 houdende vaststelling der maximumprijzen van dierenhaar (uit staarten en manen van paarden en runderen) en van hun afval. — Errata (Staatsblad, 3 Mei 1941, bl. 3093).
Besluit van 5 Februari 1941
tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 Juni 1931 betreffende het medisch en pharmaceutisch tarief, bij artikel 3 van de wet betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen voorzien (Staatsblad, 27 April 1941, bl. 2921).
houdende vaststelling der maximumprijzen van varkenshaar. — Errata (Staatsblad, 3 Mei 1941, bl. 3093):
Besluit van 9 April 1941 houdende aanvulling van hef besluit dd. 9 Augustus 1940, betreffende vaststelling der prijzen. — Afwijking (Staatsblad, 3 Mei 1941, bl. 3090).
Besluit van 25 Maart 1941 houdende organisatie der overheidsorganen voor prijsregeling en prijzencontróle en omschrijving hunner. bevoegdheid. — Errata (Staatsblad, 7 Mei 1941, bl. 3180).
Besluit van 12 April 1941 houdende vaststelling der prijzen • voor klompen 18 April 1941, bl. 2716).
Besluit n' 1 van 4 April 1941 getroffen ter uitvoering van dit van 25 Maart 1941, houdende organisatie der overheidsorganen voor prijsregeling en prijzencoritrae en omschrijving hunner bevoegdheid (Staatsblad, 2 Mei 1941, bl. 3065).
(Staatsblad,
Besluit van 25 April 1941 houdende vaststelling der prijzen van suikerbieten 26 April 1941, bl. 2898).
— 232 —
(Staatsblad,
Besluit van 28 April 1941
Besluit van 3 Mei 1941
tot aanvulling van het besluit van 7 Januari 1941 houdende wijziging van de maximumverkoopprijzen van stroo (Staatsblad, 1 Mei 1941, bl. 3022).
betreffende de vrachtprijzen voor de binnenscheepvaart (Staatsblad, 15 Mei 1941, bl. 3427). Besluit van 5 Mei 1941
Besluit van 1 Mei 1941
betreffende de gemiddelde prijzen der huisdieren op 9 Mei 1941 (Staatsblad, 15 Mei 1941, bl. 3449).
tot regeling der prijzen van samengestelde voeders bestemd voor de voeding der dieren (Staatsblad, 8 Mei 1941, bl. 3208).
VIII. — WETGEVING BETREFFENDE RANTSOENEERING EN RAVITAILLEERING. Besluit van 8 April 1941
TWEEDE BEKENDMAKING VAN 4 MEI 1941
betreffende de uitvoering van bestellingen van textielproducten gedaan vóér 25 December, 1940. — Overgangsbepalingen voos de afschaffing (Staatsblad, 17 April 1941, bl. 2685).
tot uitvoering van de verordening betreffende de levering van gerantsoeneerde waren (Verordnungsblatt, 7 Mei 1941, bl. 596).
Aanvullend besluit van 10 April 1941
betreffende het verleenen van bijrantsoenen brood, margarine en vleesch aan sommige categorieën van werklieden (Staatsblad, 17 April 1941, bl. 2684).
Besluit van 3 Mei 1941 houdende regeling van het verbruik van textielproducten. — Invoering der kleerderkaart (Staatsblad, 1941, bl. 3210,
11 Mei 1941, bl. 3320 en 12-13 Mei 1941, bl. 3391).
Besluit van 12 April 1941
betreffende de oprichting van een Interdepartementaal Comité van vervoer voor de ravitailleering en voor de noodwendigheden van 's lands economie (Staatsblad, 27 April 1941, bl. 2922). Besluit van 24 April 1941
De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Economische Zaken, Gelet op het besluit van 29 October 1940, houdende oprichting van de diensten voor de bevoorrading en de rantsoeneering; — Herzien het besluit van 23 December 1940, houdende regeling van het verbruik van textielproducten, en zijn uitvoeringsbesluiten; — Gelet op de wet van 10 Mei 1940, betreffende de overdracht van bevoegdheid in oorlogstijd; — Gelet op de onmogelijkheid de hoogere overheid te raadplegen, — Besluit :
I.
betreffende het vervaardigen en den verkoop van deegwaren (Staatsblad, 25 April 1941, bl. 2877). Besluit van 28 April 1941
houdende regeling van het verbruik van textielproducten. — Overgangsbepalingen betreffende de aflevering van machtigingen tot bevoorrading (Staatsblad, 30 April 1941, bl. 2979). Besluit van 29 April 1941
betreffende de rantsoeneering van zeep 1941, bl. 3024).
(Staatsblad, 1
Mei
Vierde uitvoeringsbesluit van 29 April 1941
van het besluit van 23 October 1940, houdende regeling van het verbruik van zeep en allerhande waschmiddelen (Staatsblad, 1 Mei 1941, bl. 3025). TWEEDE VERORDENING VAN 1 MEI 1941
houdende wijziging van de verordening betreffende de levering van gerantsoeneerde waren (Verordnungsblatt, 7 Mei 1941, bl. 590). Besluit van 2 Mei 1941
betreffende de rantsoeneering der eetwaren voor de maand Mei 1941 (Staatsblad, 4 Mei 1941, bl. 3115). EERSTE BEKENDMAKING VAN 4 MEI 1941
tot uitvoering van de verordening betreffende de levering van gerantsoeneerde waren (Verordnungsblatt, 7 Mei 1941, bl. 591).
—
Producten waarvan de herbevoorrading aan beperking onderworpen is.
A rtikel 1. 1° De textielproducten kunnen slechts aan verbruikers worden afgegeven en door deze worden betrokken op grond van een kleerderkaart of van een machtiging tot bevoorrading; uitzondering wordt gemaakt voor de textielproducten opgesomd in de bijlage I, waarvan de verkoop niet aan beperking is onderworpen. 2° De producten opgesomd in de bijlage II worden aan de verbruikers slechts afgegeven op grond van de kleederkaart. Bij de aflevering, moeten de verkoopers van de kleederkaarten der klanten het aantal punten losmaken voorzien voor het textielproduet waarvan spraak. 3° De textielproducten opgesomd in de bijlage III kunnen slechts worden afgegeven of aangekocht op. grond van een machtiging tot bevoorrading. 4° In de uitvoeringsbesluiten van onderhavig besluit zal worden bepaald in welke bijzondere gevallen textielproducten, die slechts op grond van een kleederkaart kunnen worden verhandeld, ook met behulp van een machtiging tot bevoorrading kunnen werden aangekocht of afgeleverd. 5° Tweedehandsche producten zijn niet aan beperking onderworpen. Dit geldt echter niet voor de aflevering of den aankoop van dergelijke artikelen door handelaren. 6° Eigenaars of leiders van bedrijven in dewelke textielproducten die aan beperking onderworpen zijn worden voortgebracht of verhandeld mogen zich, voor hud eigen gebruik, deze producten slechts toeëigenen op grond van een kleederkaart of van een machtiging tot bevoorrading; hetzelfde geldt voor hun familieleden alsook voor de bedienden en de arbeiders dezer ondernemingen.
— 233 —
II. — Kleederkaarten. Art. 2. 1° De volgende categorieën kleederkaarten . worden uitgegeven : Kleederkaart A, voor jongelingen en mannen van vijftien: jaar en meer (bijlage IV); Kleederkaart B, voor meisjes en vrouwen van vijftien jaar en meer (bijlage V); Kleederkaart C, voor jongens van drie tot vijftien jaar (bijlage VI); Kleederkaart D, voor meisjes van drie tot vijftien jaar (bijlage VII); Kleederkaart E, voor kinderen van één tot drie jaar (bijlage VIII). De ouderdom moet telkenmale berekend worden op 1 Januari 1941. Wanneer de houders of houdsters van kleederkaarten den leeftijd van drie of vijftien jaar bereiken na dezen datum, blijft zulks gedurende den geldigheidsduur der kleederkaart, zonder invloed. De kinderen die gedurende den geldigheidsduur der kleederkaart hun eerste levensjaar beëindigen, bekomen een kaart voor kinderen van één tot drie jaar. Van deze kaart worden 12 vakjes (punten) afgetrokken voor elke volle maand, verloopen sinds den 1° Januari 1941 tot op den verjaardag van het kind. 2° De eerste kleederkaart is geldig voor het tijdperk gaande van 1 Januari 1941 tot 31 Augustus 1941. Art. 3. 1° De kleederkaarten A en B bevatten elk 80 puntenvakjes; de andere kleederkaarten, elk 100. 2" De kleederkaarten A, B, C en D zijn voorzien van aankoopbons voor kousen of sokken. Bij de aflevering van kousen of sokken aan de verbruikers moet tegelijkertijd met het noodige aantal punten een aankoopbon van de kleederkaart worden losgemaakt; voor de sokjes is het voldoende het noodige aantal punten af te geven. 3° Naaigaren kan slechts aan de verbruikers worden afgeleverd tegen afgifte van één der drie aankoopbons voor naaigaren der kleederkaarten; voor naaigaren moeten geen puntenvakjes worden afgeleverd. Elk dezer aankoopbons geeft recht op naai- of stopgaren voor een bedrag van ten hoogste 3 frank, ofwel op zijden of kunstzijden naaigarens voor een bedrag van ten hoogste 6 frank. 4° Het voorwerp en de waarde van de overige op de kleederkaart voorkomende vakjes met Romeinsche cijfers (bijzondere vakjes), zullen gebeurlijk later worden aangeduid. Art. 4. 1° De kleederkaarten mogen slechts gebruikt worden tot het dekken der persoonlijke behoeften van de houders of houdsters. 2° Bij de afschaffing van huishoud-, tafel- en beddelinnen zoowel als beddegoed, mogen nochtans de kaarten van al de leden van het huisgezin collectief worden gebruikt. De kooper zal dan bepalen van welke kaarten de punten moeten worden, losgemaakt. 3° De puntenvakjes zijn slechts geldig wanneer zij tegelijkertijd met de kaart (dus nog niet afgeknipt) worden aangeboden. 4° In geval van aanschaffing van textielproducten door middel van een verzendingsdienSt, kan de verbruiker de noodige puntenvakjes der kleederkaart door den plaatselijken gemeentedienst voor de bevoorrading en de rantsoeneering laten afknippen, tegen afgifte van een machtiging tot bevoorrading. Art. 5. 1° Op grond van artikel 2, 3°, van het besluit van 23 December 1940, worden de machtigingen tot bevoorrading welke sinds 1 Januari 1941 aan de ver-
bruikers werden afgegeven voor textielproducten die met behulp van een kleederkaart kunnen worden aangekocht, op rekening gebracht van de kleederkaart. De aftrekking van punten zal geschieden op grond van het aantal punten dat voor elk der gerantsoeneerde artikelen voorzien is in de bijlage II (Puntenlijst). 2° In elk geval zal aan den verbruiker een kleederkaart worden afgegeven met een minimum van 20 punten, zelfs indien de door hem sinds 1 Januari 1941 ontvangen gerantsoeneerde textielproducten dit aantal niet zouden wettigen. 3° Het gedeelte der punten dat ingevolge het 2° hierboven niet van de kleederkaart kon worden afgetrokken, zal op rekening worden gebracht van de tweede kleederkaart die op 1 September van kracht zal worden. 4° De punten welke beantwoorden aan de machtigingen tot bevoorrading sinds 1 Januari 1941 afgeleverd voor huishoud-, tafel- en beddelinnen, zoowel als beddegoed, worden evenredig afgehouden van alle kaarten der gezinsleden. Art. 6. 1° Met het oog op een doelmatige verdeeling van den afzet van textielproducten over den geldigheidsduur van de kleederkaart, zullen gedurende de maanden Mei en Juni 1941, alleen de punten nrs 1 tot 50 van de kaarten A tot E voor den aankoop van textielproducten mogen gebruikt en door de verkoopers aangenomen worden. Deze punten blijven echter geldig voor den ganschen duur van de kleederkaart. 2° Het recht op een voortijdige benuttiging der punten n `'8 51 tot 80 of nr. 51 tot 100, aan personen die textielproducten wenschen te koopen voor dewelke meer dan 50 punten vereischt worden, op grond van de bijlage II, kan gedurende de maanden Mei en Juni in geen geval gegeven worden. Art. 7. 1° De kleederkaarten worden door de Gemeentediensten voor de bevoorrading en de rantsoeneering afgeleverd. 2° De modaliteiten van aflevering worden bepaald bij het uitvoeringsbesluit dat tegelijkertijd met dit besluit zal verschijnen. III.
—
Zuigelingenkaarten.
Art. 8. 1° Voor zuigelingen (kinderen vanaf hun geboorte tot den dag waarop zij één jaar worden) wordt een zuigelingenkaart F afgeleverd (bijlage IX). 2° De zuigelingenkaart bevat 150 punten, drie aankoopbons voor naaigaren, twee aankoopbons voor waterdichte onderleggers, alsmede bijzondere bons waarvan het voorwerp en de waarde gebeurlijk later zullen worden aangeduid. 3° De textielproducten opgesomd in de bijlage II, groep 6 (zuigelingen), mogen slechts aan de aankoopers worden afgeleverd of door deze worden aangekocht, tegen afgifte van het voorziene aantal punten dat van de zuigelingenkaart zal worden losgemaakt door den verkooper. 4° Het totaal der puntenvakjes van de zuigelingenkaart F, kan van af de uitreiking der kaart worden aangewend. Art. 9. 1° De zwangere vrouwen vanaf de vijfde maand der zwangerschap, zoowel als de moeders van de kinderen die geboren zijn tusschen den 1° Januari 1941 en het van kracht worden van onderhavige verordening, hebben recht op de zuigelingenkaart. 2° De vrouwen die op grond van het 10 hierboven rechthebbenden zijn, bekomen :
- 234 —
a) Voor het eerste kind de volledige zuigelingenkaart met 150 puntenvakjes; b) Voor elk der volgende kinderen een zuigelingenkaart met 100 puntenvakjes; wanneer er minstens drie jaar verloopen tusschen twee geboorten : 150 puntenvakjes; c) Voor de kinderen die geboren werden tusschen den 1° Januari 1941 en liet van kracht worden dezer verordening een zuigelingenkaart met 100 puntenvakjes. Art. 20. Aanvragen tot het bekomen van een zuigelingenkaart, moeten, vergezeld van een geneeskundig attest betreffende de zwangerschap of van een geboorteuittreksel, door de moeders ingediend worden bij den bevoegden Gemeentedienst voor de Bevoorrading en de Rantsoeneering. IV. — Bijzondere bepalingen.
Art. 11. 1° Voor de textielproducten opgesomd in de bijlage III, zullen op grond van het besluit van 23 December 1940, door den Gemeentedienst voor de Bevoorrading en de Rantsoeneering machtigingen tot bevoorrading worden afgeleverd. 2° Gemeenschappen van verbruikers zullen hun behoeften aan textielproducten slechts kunnen dekken door middel van een machtiging tot bevoorrading. Als gemeenschap van verbruikers moeten worden aangezien de openbare en private instellingen, omschreven in het rondschrijven nr 16. De bepalingen die totnogtoe dienaangaande verschenen zijn, blijven van kracht. Art. 12. De omruiling, naar de gebruiken van den handel, der artikelen die met behulp van de kleederkaart of van een machtiging tot bevoorrading worden aangekocht tegen gelijkaardige artikelen, is toegelaten. Art. 13. De verkoop bij opbod van aan rantsoeneering onderworpen textielproducten, is verboden. Art. 14. 1° De verloren kleederkaart wordt in geen enkel geval vervangen. 2° Degene die zijn kleederkaart heeft verloren zal één of meerdere machtigingen tot bevoorrading mogen aanvragen bij den Gemeéntedienst voor de bevoorrading en de rantsoeneering. Deze zal, gebeurlijk, de aangevraagde machtiging(en) afleveren, na grondig onderzoek, en mits zich te schikken naar de bepalingen van het besluit van 23 December 1940 en van zijn uitvoeringsbesluiten. Art. 15. De inbreuken op de bepalingen van onderhavig besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft, overeenkomstig de beschikkingen
van hoofdstuk III van de besluitwet dd. 27 October 1939 (gewijzigd bij de besluitwetten dd. 11 en 14 Mei 1940 en bij de besluiten dd. 25 November en 12 December 1940), en van het besluit dd. 15 Februari 1941. I. Voorziene straffen : 1° Gevangenzetting van vijftien dagen tot drie jaar; 2° Geldboete met inbegrip van de opdecimes, van 700 tot 700.000 frank; 3° Verbeurdverklaring der eet- en koopwaren; 4° Sluiting van de inrichting.
Bij herhaling worden gevangenisstraf en geldboete verdubbeld. II. Administratieve sancties : 1° Geldboete tot 700.000 frank; 2° Tijdelijke of definitieve sluiting der inrichting; 3° Verbeurdverklaring van de goederen; 4° Ontzegging op beperking van het recht het beroep of een aanverwant beroep uit te oefenen; 5° Verbeurdverklaring der onrechtmatig verwezenlijkte winst. Art. 16. Het sluiten der inrichting, voorzien door § III van artikel 9 van do besluitwet dd. 27 October 1939 (gewijzigd bij de besluitwetten dd. 11 en 14 Mei 1940 en bij de besluiten dd. 25 November en 12 December 1940) kan, volgens het geval, verordend worden door den procureur des Konings of door den onderzoeksrechter, na het vaststellen der inbreuken. De duur der aldus ten uitvoer gebrachte sluiting wordt afgetrokken van den door de rechtbank uitgesproken duur.
Art. 17. Dit besluit treedt in werking op den dag van zijn bekendmaking in het Staatsblad. Brussel, den 30 Mei 1941. (N. B. — Voor de Bijlagen, zie Belgisch. Staats-
blad.) Uitvoeringsbesluit van 5 Mei 1941
van het besluit van 3 Mei 1941, houdende regeling van het verbruik van textielproducten (Staatsblad, 8 Mei 1941, bl. 3227 en 12-13 Mei 1941, bl. 3391). Besluit van 5 Mei 1941
nopens de herbevoorrading in textielproducten (Staatsblad, 8 Mei 1941, bl. 3231 en 12-13 Mei 1941, bl. 3391).
IX. — ARBEIDSWETGEVING. Besluit van 31 Maart 1941
Besluit van 11 April 1941
tot wijziging van rubriek B van het besluit dd. 18 December 1940 tot vaststelling der bijdragen voor het dienstjaar 1940, te betalen door de bedrijfshoofden aan de wet van 24 Juli 1927, betreffende schadeloosstelling in zake beroepsziekten, onderworpen (Staatsblad, 17 April 1941, bl. 2683).
tot vaststelling van de waarborgfondsbijdrage te vorderen voor
het dienstjaar 1941 overeenkomstig de. wel betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen (Staatsblad, 2 Mei 1941, bl. 3066). Besluit van 29 April 1941
Besluit van 31 Maart 1941
tot wijziging van de bepalingen van artikel 21 van de wet van 24 Juli 1927 betreffende schadeloosstelling in zake beroepsziekten (Staatsblad, 25 April 1941, bl. 2872).
-
tot wijziging van artikel 7 van het besluit van 12 October 1940 tot bepaling der speciale modaliteiten voor het innen van sociale en fiscale lasten, betreffende de arbeiders door de Duitsche overheid en door zekere Duitsche werkgevers tewerkgesteld (Staatsblad, 2 Mei 1941, bl. 3067).
Besluit van 29 April 1941
Besluit van 7 Mei 1941
tot wijziging van artikel 7 van het besluit van 15 October 1940, tot bepaling der statuten van de Centrale Kas tot reparatie der sociale en fiscale bijdragen (Staatsblad, 2 Mei 1941, bl. 3068).
over kortwerk (Staatsblad, 11 Mei 1941, bl. 3305).
X. — WETGEVING BETREFFENDE HERSTEL EN OORLOGSSCHADE. Besluit van 30 April 1941
houdende overdracht van het recht van opéisching van beschadigde onroerende goederen of van gronden die noodig zijn voor het aanvangen van werken van wederopbouw door de openbare besturen (8taatsblad, 7 Mei 1941, bl. 3180).
Voorheen Drukkeriigesticht .
TH. DEWARICHET J., M., G. en L. Dewarichet. Brs & Zrs, maat. in gez. naam Wildewoudstr. 16, Brussel. 18526