Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
INGEKo¡4EN
|
tl
JA¡t. 20t5
Stichting Regionaal Opleidingen Centrum AVENTUS 27DV
r
Ln van de Mensenrechten 500
7337V2
APELDOORN
/c:c¡ S-fo /ll'tfçtJ..--airl r
t.a.v. het college van bestuur
tt
4 C"O €D5 Y¿tC ¡.7
Datum Betreft
09 januari 2015
Verlenging vsv-instrumentariu m
Geachte heer, mevrouw, Scholen en gemeenten werken met succes samen aan het terugdringen van
voortijdig schoolverlaten in het vooftgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Het aantal van 71.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2002 is teruggebracl'tttot27.760 in het schooljaar 2Ot2/2073.1 We zijn gezamenlijk goed op weg om de doelstelling van 25.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2016 te halen. De focus op een regionale aanpak met vo-, mboinstellingen, gemeenten en andere ketenpartners, de resultaatafhankelijke beloning, transparantie over resultaten van onderwijsinstellingen dragen bij aan het succesvol bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Daarom heb ik in mijn brief "Sfa¡tkwalificatie met perspectief, voor iedereen een
passende plek" 2 aangegeven de succesvolle elementen van deze aanpak ook na afloop van de convenantperiode vooft te willen zetten door deze te verankeren in bestaande wet- en regelgeving. Om dit mogelijk te maken, wil ik het huidige vsvinstrumentarium met één jaar verlengen. Ik grijp dit moment bovendien aan om
ook enkele voorgenomen inhoudelijke wijzigingen door te voeren.
In deze brief licht ik toe wat dit voor u als convenantpaftner betekent. Waarom verlengen? Verankering van het vsv-instrumentarium moet zorgvuldig gebeuren. In 2012 heb ik een extern onderzoeksbureau gevraagd een beleidsevaluatie uit te voeren. Deze evaluatie geeft inzicht in de uitvoering en effecten van regionale maatregelen en wordt in het begin van 2015 afgerond. De uitkomsten ervan betrek ik bij de afweging welke elementen van het vsv-instrumentarium een structureel vervolg krijgen. Verlenging van het vsv-instrumentarium met één jaar is daarom noodzakelijk.
I Voorlopige cijfers over het schooljaar 2013/2014 verschijnen 2
¡n
januar¡ 2015.
(Kamerstukken 26 695, nr, 94). Pagina 1 van 6
Wat blijft hetzelfde? Het huidige vsv-instrumentarium wordt met één jaar verlengd, met dezelfde doelstelling en beschikbare middelen : De vsv-doelstelling wordt een jaar doorgetrokken: de landelijke vsvdoelstelling van maximaal 25.000 vsv'ers in 2016 gaat ook gelden voor het jaar 2Ot7. . De normpercentages over schooljaar 2Ot4-2075 gaan ook voor schooljaar 2015-2016 gelden. In bijlage 1 vindt u hiervan een overzicht; . Vo- en mbo-instellingen blijven ook in 2015-2016 aanspraak maken op het vaste en variabele deel van de vsv-prestatiesubsidie; . De subsidies voor regionale middelen (waaronder de middelen voor de plusvoorzieningen) blijven ook beschikbaar in 2}t5-20t6; . De decentralisatie-uitkering vsv voor de G4-regio's wordt eveneens met één jaar verlengd; . De informatieproducten van DUO, zoals de maandrappoftages uitschrijvingen zonder staftkwalificatie blijven verschijnen in 2015-2016'
.
Wat verandert? De verlenging met één jaar grijp ik aan om de vsv-aanpak op enkele voorgenomen inhoudelijke punten aan te passen.
zetten de samenwerking voott Onderwijsinstellingen en gemeenten hebben de afgelopen jaren met succes de handen ineen geslagen om voortijdig schoolverlaten te bestrijden. De basis voor deze succesvolle samenwerking is in 2OO7-2008 gelegd met het eerste vsvconvenant; veruolgens is in 2012 een nieuw convenant gesloten dat in 2015 afloopt. Gezien de stevige samenwerking die er regionaal is, en met het oog op de verankering in wet- en regelgeving, ga ik voor het verlengingsjaar geen nieuw convenant afsluiten. Als gevolg hiervan komt de subsidievoorwaarde om tenminste één vsv-convenant ondertekend te hebben te vervallen' We
Wijziging in de clausule bii de normpercentages Om in aanmerking te komen voor vsv-prestatiesubsidie moet de uitval onder een vastgestelde norm komen. Bij het ontwerp van het vsv-instrumentarium is voor mbo niveau 3 en 4 gekozen voor een gecombineerde norm vanwege de inschatting dat het hier om vergelijkbare groepen leerlingen zou gaan. Voor instellingen die deze norm niet halen, maar wel een substantiële daling van het aantal vsv'ers laten zien, bestaat een clausule waarmee ze toch in aanmerking komen voor prestatiesubsidie. In de praktijk blijkt er een aantal mbo-instellingen met substantiële verschillen in de uitval op de mbo-niveaus 3 en 4 te zijn' Hierdoor kan bijvoorbeeld een slechte score op niveau 3 een goede score op niveau 4 teniet doen. Ik zou het jammer vinden als mbo-instellingen hierdoor worden ontmoedigd. Daarom ben ik voornemens de clausule voor niveau 3-4 voor het schoolja ar 2oL5-20t6 te verruimen van -lolo-punt naar -0,7o/o-punt.3
Om ¡n aanmerking te komen voor prestatiesubsidie moet de uitval van vo-scholen en mbo-instellingen onder een vastgestelde nórm uitkomen. Om ook mbo-instellingen die te ver verwijderd zijn van deze norm te motiveren hun vsv-þercentage te verminderen, is een spec¡ale clausule opgesteld, Als mbo-instellingen een substantiële daling van 1olo-pu-nt laten zien ten opzichte van het voorgaande jaar komen ze toch in aanmerking voor prestãtiesubsidie, ook al hebben ze de vsv-norm niet gehaald. NB Voor mbo-l/entreeopleiding geldt een dal¡ng van 2olo-punt als substantieel. 3
Pagina 2 van 6
Instellingen die een daling van -0,7o/o of meer laten zien ten opzichte van het voorgaande jaar komen dan ook in aanmerking voor prestatiesubsidie.
Inzet van regiomiddelen voor kwetsbare longeren In mijn brief "Extra kansen voor jongeren ¡n een kwetsbare positie" heb ik aangegeven dat circa 30.000 jongeren in het vo, vso, pro, vmbo-bb en de entreeopleiding en niveau 2 binnen het mbo kwetsbaar zijn als gevolg van een bijzondere thuissituatie, gedragsmoeilijkheden of specifieke leerbehoeften. Hoewel de RMC-regio's reeds de wettelijke taak hebben om deze kwetsbare jongeren, inclusief leerlingen uit het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, te bedienen, ligt de focus van hun zorg in de huidige praktijk vooral op de leerlingen die uitvallen in het vo en mbo. Ik vind het belangrijk dat ook deze jongeren de ondersteuning krijgen die hen leidt naar een startkwalificatie, duu rzame arbeidsinzetbaarheid of maatschappelijke paft ici patie.4 Vanaf het schooljaar 2OL6-2077 wordt de focus van de RMC-regio's verruimd naar de hele doelgroep kwetsbare jongeren. Vooruitlopend hierop wil ik het mogelijk maken om de regionale middelen al in het verlengingsjaar 2015-2016 voor alle kwetsbare jongeren in te zetten. Hoe nu verder? De komende maanden worden deze voornemens voor de verlenging van het vsvinstrumentarium verder uitgewerkt en getoetst op uitvoerbaarheid. Daarbij streef ik ernaar om de administratieve lasten voor onderwijsinstellingen en gemeenten zoveel mogelijk te beperken. In Bijlage 2 vindt u een overzicht van de consequenties van de verlenging van de vsv-regeling.
Ik hoop u hiermee duidelijkheid te hebben gegeven over de vormgeving van het verlengingsjaar. Ik reken ook in het schooljaar 2075-2016 op uw inzet, zodat we in de toekomst door kunnen gaan met de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten. In het begin van 2016 zal ik u nader informeren over de aanpak van voortijdig schooluitval vanaf het schooljaar 2Ot6-2O17. Voor vragen kunt u zich richten tot uw accountmanager. Met vriendel ijke groet,
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Jet Bussemaker
4
In mijn brief'Extra kansen voorjongeren ¡n een kwetsbare pos,te' licht ik verder toe hoe ik dat voornemen
vorm ga geven Pag¡na 3 van 6
Bijfage 1: Normpercentages 2OI2
-
ãOLG
Tabel 7: Normpercentages aantal vsv'ers t.o.v. het totaal aantal deelnemers voor 2012-2016.
vo
Onderbouw
Bovenbouw vmbo
Bovenbouw
20t2-2073 20t3-20t4 20t4-2015 2015-2016
!.Oo/o
4,Oo/o
O.5o/o
\.oo/o
4,0o/o
O.5o/o
!.Oo/o
4,Oo/o
O.5o/o
L,Oolo
4,Oo/o
O.5o/o
MBO
MBOl
MBO2
MBO 3-4
2072-20t3 2073-20t4 2074-20L5 2015-2016
32.5o/o 27.5o/o 22.5o/o
73.5o/o
4,250/o
7t.5o/o
3.5o/o
10%"
2,750/o
22.5o/o
LOolo
2.75olo
Tabel
havo/vwo
2: Clausule voor mbo-instellingen voor 2014 - 2016
MBO
MBO 1
MBO 2
MBO 314
20t2-2073 2013-2074 20t4-2015 2015-2016
2o/o
Lo/o
2o/o
!o/o lo/o lo/o
2o/o
Lolo
O,7olo
2o/o
to/o Lo/o
Pag¡na 4 van 6
Bijlage 2: Consequenties van de verlenging van de vsv-regeling Regionaal programma
Om in aanmerking te komen voor subsidie ten behoeve van regionale middelen voor het schooljaar 2015-2016 moet een regionaal programma zijn ingediend bij DUO. U kunt er - nadrukkelijk in overleg met uw accountmanager - voor kiezen om het bestaande regionaal programma als uitgangspunt te nemen en op onderdelen aan te passen. Het regionaal programma kan worden ingediend zodra de voor het schooljaar 2015-2016 aangepaste regelingen zijn gepubliceerd. De streefdatum van publicatie is 1 mei 2015. Prestatiesubsidie De onderwijsinstellingen ontvangen het vaste deel van de prestatiesubsidie voor het kalenderjaar 2016 in oktober 2Ot5. Zij ontvangen het variabele deel in oktober 2OL7, indien ze aan de gestelde normen voldoen. Gemeentes onãrangen dezelfde uitkering uit het Gemeentefonds De 39 RMC-regio's ontvangen in 2015 een uitkering uit het Gemeentefonds van ongeveer € 31 mln. voor de uitvoering van de RMC-functie. Daarmee bekostigen ze onder meer de formatie van RMC-functionarissen. Deze uitkering wordt ook in
2016 vooftgezet.
Pagina 5 van 6
Pagina 6 van 6