Trombose en Longembolie
2
De arts heeft bij u trombose en/of een longembolie geconstateerd. Deze folder geeft algemene informatie over trombose, longembolie en de behandeling. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor iedereen anders kan zijn. Wat is trombose? Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat. Dit stolsel kan geheel of gedeeltelijk een bloedvat afsluiten. Trombose kan in verschillende bloedvaten optreden. In deze folder behandelen we alleen de trombose in een ader; veneuze trombose. Veneuze trombose kan optreden in diepgelegen aders (DVT ofwel diep veneuze trombose) of in oppervlakkige aders (tromboflebitis). Wanneer het woord trombose genoemd wordt, gaat het over het algemeen over de diep veneuze trombose. Dit komt het meeste voor in de beenvaten. Door een trombose stijgt de druk in het bloedvat. Gebeurt dit in beenvaten dan kan het been zwellen, rood en pijnlijk worden. Trombose kan echter ook ongemerkt bestaan. Wat zijn de oorzaken? Het ontstaan van trombose kan verschillende oorzaken hebben: Een belemmering van de bloedstroom door lang stil zitten/liggen, een been in het gips hebben of een operatie. Een verandering van de samenstelling van het bloed. Dit kan door een aantal ziekten, zoals kanker of infecties, maar ook door bepaalde geneesmiddelen of hormonen. Erfelijke factoren kunnen ook van invloed zijn op de samenstelling van het bloed. Een beschadiging van de vaatwand, door bijvoorbeeld een ongeval of operatie. Wat is een longembolie? Kleine delen van een bloedstolsel kunnen losschieten en ergens anders in het lichaam een bloedvat afsluiten. Zo’n losgeschoten stolsel heet een embolus. Wanneer dit stolstel een bloedvat in de longen geheel of gedeeltelijk afsluit, spreekt men van longembolie. Dit losgeschoten stolsel is vaak afkomstig van trombose in het been, bekken of de buik. Verschijnselen Door de afsluiting van het bloedvat krijgt een deel van de longen geen of minder zuurstof. Hierdoor kunnen verschijnselen als kortademigheid, pijn bij de ademhaling en hoesten (soms met een beetje bloed) optreden.
3
In het ergste geval kan een deel van de longen afsterven als gevolg van zuurstoftekort. Deze kans is echter klein omdat de long een dubbele bloedvoorziening heeft. Diagnose Om vast te stellen of er sprake is van trombose let een arts ondermeer op de lichamelijke verschijnselen. Daarnaast kunnen ook röntgenfoto’s, bloedonderzoek, een scan en eventueel een longcatheterisatie nodig zijn. Daarnaast kunnen een scan of echo van de (been)vaten nodig zijn. Omdat de verschijnselen niet uniek zijn voor trombose en longembolie kan soms niet meteen de diagnose worden gesteld. Wanneer bij u een longembolie is aangetoond, wordt u niet altijd verder onderzocht op trombose. Dit vanwege het feit dat de behandeling in beide gevallen hetzelfde is. Behandeling Het doel van de behandeling is het voorkomen van uitbreiding van de trombose en embolie en het oplossen van de bestaande stolsels. Daarnaast worden ook de verschijnselen behandeld.
Antistollingsmedicatie
Er wordt meestal direct, ook wanneer de diagnose nog niet zeker is, gestart met medicijnen die de stolling van het bloed tegen gaan. In de volksmond bloedverdunners. Hiertoe krijgt u onderhuidse injecties, die direct werken. Wanneer de diagnose zeker is, begint u ook met bloedverdunners in tabletvorm. Het duurt een aantal dagen voordat deze goed werken. Daarom krijgt u in het begin van de behandeling een combinatie van tabletten en injecties. Om de juiste stollingswaarde van het bloed te krijgen, wordt er regelmatig bloed afgenomen. De arts bepaalt aan de hand van deze uitslagen de dosering van de medicijnen. Thuis controleert de Trombosedienst uw stollingswaarden. Het is belangrijk om contact met hen op te nemen als u ziek wordt, of een dosering niet heeft ingenomen. Neem de vergeten dosering nooit de volgende dag alsnog in. Uw arts bepaalt hoe lang u de bloedverdunners moet gebruiken. In sommige gevallen is dit levenslang. Door het gebruik van bloedverdunners kunt u sneller blauwe plekken krijgen, een bloedneus of blijft een wondje langer bloeden.
Elastische kous
Als u een trombosebeen heeft, kan het nodig zijn om een elastische kous te dragen. Die zorgt voor een verbetering van de bloeddoorstroming en 4
is dus ter voorkoming van nieuwe stolsels. Totdat er een kous aangemeten kan worden, wordt het been gezwachteld of krijgt u een tijdelijke kous. Draag de elastische kous iedere dag, zo lang de arts voorschrijft! Dit kan soms enkele jaren zijn. Het dragen van de kous voorkomt in belangrijke mate trombose in de toekomst. Het is belangrijk om ieder half jaar de kous te laten vervangen, voor optimaal resultaat. Naast bovenstaande behandeling worden ook de verschijnselen behandeld. Mogelijk heeft u tijdelijk extra zuurstof nodig of medicatie tegen de pijn. Voor een optimale behandeling en het voorkomen van complicaties is het belangrijk om uw klachten goed aan te geven bij de arts of verpleegkundige. Mogelijke complicaties zijn onder meer verlies van longfunctie, houdingsklachten en longontsteking door verminderd doorademen. Ontslag en leefregels Wanneer de stollingswaarden in het bloed goed zijn, de pijn onder controle is en u geen zuurstof meer nodig heeft, mag u naar huis. Dit beslist de arts. Voor een goed herstel en het voorkomen van complicaties en opnieuw trombose is het belangrijk de leefregels in acht te nemen. Naast bovenstaande leefregels is ook het volgende van belang: Vermijd langdurig stilzitten of stilstaan. Als u zit is het goed om uw been zo veel mogelijk omhoog te houden of oefeningen te doen. Vermijd blessure gevoelige sporten en contactsporten (b.v.vechtsport, skiën, schaatsen). Hierdoor beperkt u de kans op bloedingen. Vertel uw (tand)arts dat u onder controle staat van de Trombosedienst. Dit kan belangrijk zijn wanneer u onderzoeken of ingrepen ondergaat. Geef alle medicatieveranderingen door aan de Trombosedienst. Voldoende (water) drinken: tenminste 1,5 liter per dag. Tot slot Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw arts of verpleegkundige. Wij wensen u een voorspoedig herstel!
5
Voor meer informatie kunt u ook terecht bij: Trombosestichting Nederland Telefoon 071-5617717 www.trombosestichting.nl Federatie van Nederlandse Trombosediensten Telefoon 071-5617776 www.fnt.nl (o.a. de folder ‘Nuttige informatie voor Trombosepatienten’) Nederlandse hartstichting Telefoon 0900-3000 300 www.hartstichting.nl
6