patiënteninformatie
longembolie Bij u is het vermoeden van en longembolie, of is de diagnose longembolie gesteld. Wat is een longembolie eigenlijk? Hoe ontstaat een longembolie en hoe kan het worden behandeld? Dat en meer leest u in deze folder. Wat is een longembolie? We spreken van een longembolie, als er een bloedprop (stolsel) is vastgelopen in een of meer bloedvaten (slagaders) van de long. Sommige mensen merken hier heel weinig van, andere mensen juist heel veel. Klachten die vaak voorkomen bij een longembolie zijn: kortademigheid, pijn op de borst en hoesten (soms komt er een beetje bloed mee). Klachten die minder vaak voorkomen zijn koorts en hartkloppingen. long
Longvat met embolie
Wat zijn de oorzaken van een longembolie? Bij sommige patiënten met een longembolie is niet duidelijk wat de oorzaak is. Meestal ontstaat een longembolie op dezelfde manier als een trombosebeen: er ontstaat dan een stolsel in de bloedvaten in de benen (trombosebeen) of het bekken. Vanuit het been wordt het stolsel met het bloed meegevoerd naar de longen. Hier belemmert het vervolgens de bloeddoorstroming. Een longembolie ontstaat vaak na een operatie of een botbreuk. Ook kunnen stolsels makkelijk in de benen (of op andere plaatsen in het lichaam) ontstaan als bloed te langzaam stroomt. Bijvoorbeeld na langdurige bedrust of een lange vliegreis. Soms ontstaat een longembolie doordat het bloed uit zichzelf snel stolt. Dit kan komen door een aangeboren afwijking in het stollingssysteem, maar ook door bijvoorbeeld zwangerschap en kraambed.
2
Heb ik echt een longembolie? Als we vermoeden dat u een longembolie heeft, is het belangrijk om meer onderzoek te doen. De klachten kunnen namelijk ook symptomen zijn van een andere longziekte. Daarom gebruiken we verschillende onderzoeksmethoden: • Bloed afnemen om de zogenoemde D-dimeerwaarde te bepalen. Met deze test meten we afbraakproducten van de stolling. Hoe meer van die afbraakproducten in het bloed zitten, hoe groter de kans op een longembolie. • Een hartfilmpje (ECG) maken. Als we hierop zien dat de rechterhelft van het hart harder moet pompen dan de linkerhelft, kan dat een teken zijn dat er een longembolie aanwezig is. • Een gewone röntgenfoto van uw longen maken. Dit om zeker te weten dat uw klachten niet worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een longontsteking of een klaplong. • Is er na dit onderzoek nog steeds een vermoeden op een longembolie? Dan wordt een CT-scan van de longen gemaakt. U krijgt dan contrastvloeistof toegediend via een infuusnaaldje in een bloedvat in de arm. Als er inderdaad een stolsel in een bloedvat zit, zal naar het gebied achter het stolsel minder bloed (contrast) stromen.
• Soms maakt de laborant een perfusiescan van de longen in plaats van een CT-scan. Bij dit onderzoek spuit hij een radioactief contrast in de arm om de bloedvaten zichtbaar te maken. Het contrastmiddel is volkomen veilig voor de gezondheid. • Soms maakt een laborant een echo van de benen, als we vermoeden dat er stolsels in de benen zijn (trombosebeen). De behandeling Het doel van de behandeling is voorkomen dat bloedstolsels groter worden, en dat er nieuwe stolsels ontstaan. Het lichaam ruimt zelf de aanwezige bloedstolsels op. De behandeling bestaat uit 2 verschillende delen, die tegelijkertijd starten: • Behandeling met heparine. Heparine werkt direct en zorgt ervoor dat het er geen nieuwe stolsels kunnen ontstaan. Het wordt gegeven via een infuus of in de vorm van zogenoemd ‘laag moleculair gewicht heparine’ (LMWH) via spuitjes onder de huid. • Ook start u direct met tabletten acenocoumarol (Sintrom mitis®) of fenprocoumon (Marcoumar®). Deze tabletten hebben ook als doel het bloed te verdunnen zodat er geen stolsels meer kunnen ontstaan. Hoeveel tabletten u nodig heeft, is heel persoonlijk en wisselt per
persoon. Instellen op deze tabletten duurt meestal 5 tot 7 dagen. Pas als u goed bent ingesteld op deze tabletten wordt de heparine gestopt. De trombosedienst verricht regelmatig bloedcontroles om te bepalen of u de juiste balans heeft bereikt. Als het bloed er te lang over doet om te stollen, dan bestaat er een kleine kans op bloedingen. Dan zal de trombosedienst u adviseren om minder tabletten te nemen. Maar als het bloed te snel stolt, bestaat er een kleine kans dat de trombose weer terugkomt. In dat geval adviseert de trombosedienst om meer tabletten te nemen. De behandeling met deze tabletten duurt meestal 3 tot 6 maanden. In de beginfase van een longembolie hebben sommige mensen te weinig zuurstof in het bloed. Om dit te verhelpen, kan het nodig zijn om tijdelijk zuurstof toe te dienen via een zogeheten neusbrilletje. Bij een zeer ernstige vorm van longembolie, waardoor ook de bloeddruk daalt, wachten we niet tot het lichaam het stolsel opruimt. U krijgt dan medicatie die de stolsels oplossen. Het nadeel hiervan is dat ook ‘goede stolsels’ (bijvoorbeeld helende (operatie) wonden) kunnen oplossen en kunnen gaan bloeden, of dat er juist nieuwe bloedingen ontstaan. 3
Behandeling thuis of in het ziekenhuis? Kunt u de behandeling thuis volgen, of wordt u kort opgenomen in het ziekenhuis? Dat is afhankelijk van uw klachten en van uitkomsten bij het aanvullend onderzoek. De behandeling in het ziekenhuis is in principe hetzelfde als thuis. We adviseren om de eerste 24 uur zo veel mogelijk te rusten. Als u zich beter voelt, mag u daarna geleidelijk wat meer doen. Meestal zijn na 1 tot 2 weken de ergste klachten verdwenen. Als u daar weer toe in staat bent, mag u uw werk en eventuele sportactiviteiten hervatten. Let op: Nemen de bestaande klachten toe, of ontstaan er juist nieuwe klachten? Bespreek dit altijd met de behandelend arts of uw eigen huisarts. Pijn? Een longembolie kan erg pijnlijk zijn. Als pijnstiller adviseren wij paracetamol, eventueel paracetamol met codeïne. Andere pijnstillers zijn niet geschikt, omdat die het antistollende effect van de voorgeschreven behandeling versterken, en zo het risico op (spontane) bloedingen vergroten. Helpt de paracetamol onvoldoende? Neem dan contact op met uw behandelend arts of uw huisarts. 4
Zeldzaam Bijna alle mensen die een longembolie hebben, herstellen weer volledig. In 1 tot 4% van de gevallen geneest een patiënt niet of niet helemaal, doordat zijn lichaam de bloedstolsels niet goed zelf kan opruimen. Als deze stolsels na langere tijd meerdere bloedvaten afsluiten, kan dit tot klachten leiden. Het bloed kan immers minder goed door de longen wegstromen. Deze aandoening heet chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH). CTEPH is een ziekte met gevolgen als kortademigheid bij (geringe) inspanning, hartkloppingen en sneller dan normaal optredende vermoeidheid. Deze symptomen kunnen steeds erger worden. Maar gelukkig is de ziekte vaak met een operatie te genezen, of tenminste af te remmen met medicijnen. Merkt u dat uw klachten in de maanden of jaren na de longembolie verergeren, of herkent u symptomen van CTEPH? Bespreek dit altijd met uw behandeld arts of uw huisarts.
Leven na een longembolie De meeste mensen kunnen na hun herstel weer alles doen wat zij gewend waren vóór de periode van de longembolie. Mensen die gewend waren te sporten, blijven dit doen. Een uitzondering vormen sporten zoals krachtsporten en gewichtheffen: die kunt u beter niet doen. Wandelen, hardlopen, fietsen en zwemmen vormen over het algemeen geen probleem bij patiënten die een longembolie hebben gehad. Verder adviseren wij een gezonde levenshouding, niet te roken en regelmatig te bewegen.
Vragen? Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de afdeling Longgeneeskunde of de afdeling Interne Geneeskunde. Afdeling Longgeneeskunde B4 Bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 en van 13.00 tot 16.00 uur via ' (020) 599 28 30 of de website www.olvg.nl. Afdeling Interne Geneeskunde Bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 en van 13.00 tot 16.00 uur via ' (020) 599 30 37 of de website www.olvg.nl.
5
Ruimte voor aantekeningen
6
7
onze lieve vrouwe gasthuis postbus 95500 1090 hm amsterdam ' (020) 599 91 11 www.olvg.nl algemene voorwaarden, kijk op www.olvg.nl/algemene_voorwaarden klacht of opmerking, ga naar www.olvg.nl/klacht
Redactie en uitgave Marketing en Communicatie juni 2013/longgeneeskunde/301-914/2010857