situatie
Treinreis 1 2 3 4 5
Lees de situatie in het kader en lees bij Kennis over roken de Redenen om wel of niet te gaan roken. Verdeel de rollen. Bedenk wat je gaat zeggen. Speel de beschreven situatie na.
Treinreis Wie: twee broers/zussen of broer en zus
Bedenk nu zelf een situatie en
Waar: Op het station op het perron
speel de situatie.
Situatie: De oudste broer/zus wil nog een sigaret roken en wil daarom bij de rookpaal op de trein wachten. De jongste broer/zus heeft daar geen zin in. Jullie hebben jullie ouders
Wie:
beloofd dat jullie bij elkaar zouden blijven. Jullie krijgen ruzie. Speler 1 (de jongste): Je hebt geen zin om bij de rookpaal te staan. Je vindt het daar stinken en je ademt smerige rook in. Je probeert je broer/zus te overtuigen om ergens anders op de trein te wachten.
Waar:
Speler 2 (de oudste): Je wilt je broertje/zusje overtuigen om toch bij de rookpaal te gaan staan. Tijdens het gesprek kun je de volgende zinnen gebruiken: • Doe niet zo flauw. • Ga gezellig mee, dan mag je een week
Situatie:
mijn Nintendo gebruiken. • Waarom wil je niet?
Speler 1:
Speler 2:
6
Schrijf samen drie zinnen op die je kunt zeggen als je een sigaret weigert. 1
2
3
situatie
stiekem roken 1
Lees de situatie in het kader en lees bij Kennis over roken de Redenen om wel of niet te gaan roken.
Stiekem roken Wie: twee beste vrienden/vriendinnen Waar: Schoolkamp Situatie: speler 2 nodigt speler 1 uit om stiekem ’s avonds naar buiten te gaan om een sigaret te roken. Speler 1 en speler 2 hebben allebei nog nooit gerookt. Speler 2 is door een vriend gevraagd om het een keer te proberen.
2 3 4 5
Verdeel de rollen. Bedenk wat je gaat zeggen. Speel de beschreven situatie na. Bedenk nu zelf een situatie en speel de situatie.
Speler 1: Je hebt er geen zin in en wilt absoluut niet gaan. Speler 2: Je bent nieuwsgierig en wilt het wel een keer proberen. Maar je wilt heel graag dat je vriend/vriendin mee gaat.
Wie:
Waar:
Situatie:
Speler 1:
Speler 2:
6
Schrijf samen drie zinnen op die je kunt zeggen als je een sigaret weigert. 1
2
3
situatie
Kermis 1
Lees de situatie in het kader en lees bij Kennis over roken de Redenen om wel of niet te gaan roken.
Kermis Wie: twee vrienden /vriendinnen Waar: Op weg naar de kermis Situatie: Speler 2 vertelt over zijn oudere broer die rookt. De vrienden praten samen over hun voornemen om niet te gaan roken. Speler 1: Je bent er van overtuigd dat je nooit zult gaan roken. Je legt aan je vriend(in) uit waarom niet. Speler 2: Je bent eigenlijk niet van plan om te gaan roken. Maar je twijfelt ook of je het vol kunt houden om niet te roken.
2 3 4 5
Verdeel de rollen. Bedenk wat je gaat zeggen. Speel de beschreven situatie na. Bedenk nu zelf een situatie en speel de situatie.
Wie:
Waar:
Situatie:
Speler 1:
Speler 2:
6
Schrijf samen drie zinnen op die je kunt zeggen als je een sigaret weigert. 1
2
3
situatie
Gevonden sigaret 1 2 3 4 5
Lees de situatie in het kader en lees bij Kennis over roken de Redenen om wel of niet te gaan roken. Verdeel de rollen. Bedenk wat je gaat zeggen.
Gevonden sigaret
Speel de beschreven situatie na.
Wie: twee vrienden/vriendinnen
Bedenk nu zelf een situatie en speel de situatie.
Waar: Bij speler 1 thuis Situatie: Jullie zijn alleen thuis. Op de
Wie:
keukentafel ligt een sigaret met aansteker. Speler 2 stelt voor om de sigaret buiten op te steken en te proberen. Speler 1 vindt het geen goed idee. Speler 1: Je bent echt niet van plan om te
Waar:
gaan roken. Je hebt ook helemaal geen zin om het een keer te proberen. Speler 2: Je bent nieuwsgierig. Het lijkt je leuk om het een keer te proberen. Maar natuurlijk ben je niet van plan om echt te
Situatie:
gaan roken.
Speler 1:
Speler 2:
6 1
2
3
Schrijf samen drie zinnen op die je kunt zeggen als je een sigaret weigert.
situatie
Vervelende autorit 1
Lees de situatie in het kader en lees bij Kennis over roken de Redenen om wel of niet te gaan roken.
Vervelende autorit Wie: twee vrienden/ vriendinnen en een vader en moeder. Waar: in de auto van de vader van speler 2. Situatie: De vader van speler 2 steekt een sigaret op. Speler 1 heeft hier veel
uit doen. Moeder wordt boos op vader.
2 3 4 5
Speler 2 schaamt zich voor zijn vader.
Wie:
last van. Na lang twijfelen besluit speler 1 te vragen of de sigaret uit mag. De vader reageert boos en wil de sigaret niet
Verdeel de rollen. Bedenk wat je gaat zeggen. Speel de beschreven situatie na. Bedenk nu zelf een situatie en speel de situatie.
Speler 1: Je wilt niet flauw doen maar je hebt echt last van de rook. Je vindt het heel spannend om te vragen of de sigaret uit mag. Je schrikt van de reactie van de vader. Speler 2: Je schaamt je voor je vader. Je probeert hem er van te overtuigen om
Waar:
de sigaret toch uit te doen. Vader: Je rookt altijd in de auto en bent niet van plan om nu een uitzondering te maken. Je vindt Speler 1 een leuk kind maar hebt echt geen zin om je rookgedrag aan te passen. En dan begint je eigen kind zich er ook nog mee te bemoeien. Moeder: Je bent blij dat vader nu ook eens van iemand anders hoort dat het asociaal is om in de auto te roken. Je vindt dat vader al lang had moeten stoppen met roken. Of in ieder geval niet moet roken waar de kinderen bij zijn.
Situatie:
situatie
Vervelende autorit Speler 1:
Speler 2:
Speler 3:
Speler 4:
6
Schrijf samen drie zinnen op die je kunt zeggen als je een sigaret weigert.
1
2
3
situatie
Kantine sportclub 1 2 3 4 5
Lees de situatie in het kader en lees bij Kennis over roken de Redenen om wel of niet te gaan roken. Verdeel de rollen. Bedenk wat je gaat zeggen.
Kantine sportclub
Speel de beschreven situatie na.
Wie: twee vrienden/vriendinnen van
Bedenk nu zelf een situatie en speel de situatie.
team A en twee vrienden/vriendinnen van team B. (de vriendengroepen
Wie:
kennen elkaar niet) Waar: Kantine sportclub Situatie: Speler 1 en 2 zitten een patatje te eten. Speler 3 en 4 zitten aan de volgende tafel. Speler 3 steekt een sigaret op. Speler 1 en 2 weten dat je
Waar:
in de kantine niet mag roken. Ze vragen speler 3 om de sigaret uit te doen. Speler 3 en 4 vinden dit belachelijk. Speler 1/2: Jullie vinden het zonde dat jullie patat nu naar sigarettenrook smaakt. Ook hebben jullie een hekel aan stinkende kleren en vinden jullie
Situatie:
het raar om na het gezonde sporten meteen te gaan roken. Bovendien mag er volgens de wet niet gerookt worden in een sportkantine. Jullie proberen aardig te blijven. Speler 3/4: Jullie vinden speler 1 en 2 maar bemoeials. Jullie moeten toch zelf weten of jullie roken. Jullie zijn niet van plan om de sigaret uit te doen. De baas van de kantine hoort en ziet jullie toch niet.
situatie
Kantine sportclub Speler 1:
Speler 2:
Speler 3:
Speler 4:
6
Schrijf samen drie zinnen op die je kunt zeggen als je een sigaret weigert.
1
2
3