Treasurystatuut 15 december 2010
RWS partner in wonen Stationspark 30 4462 DZ GOES Postbus 158 4460 AD GOES T (0113) 23 16 74 F (0113) 23 38 11
[email protected] www.rwsgoes.nl
Treasurystatuut
Inhoudsopgave
1.
Inleiding ............................................................................................................ 3
2.
Financieren, beleggen en rentemanagement ................................................ 4
2.1.
Doelstellingen treasury ................................................................................................................ 4
2.2.
Financieren .................................................................................................................................. 4
2.3.
Beleggen ...................................................................................................................................... 4
2.4.
Renterisicobeheer ........................................................................................................................ 5
2.5.
Liquiditeitenbeheer ....................................................................................................................... 6
3.
Treasury organisatie ....................................................................................... 6
3.1.
Organisatie ................................................................................................................................... 6
3.2.
Algemeen ..................................................................................................................................... 7
3.3.
Betrokkenen in het treasuryproces .............................................................................................. 7
3.4.
Besluitvorming inzake van financieren, beleggen en renterisicobeheer ..................................... 8
3.5.
Verantwoording ............................................................................................................................ 8
3.6.
Treasurycommissie ...................................................................................................................... 8
3.7.
In- en externe controle ................................................................................................................. 8
4.
Informatievoorziening ..................................................................................... 9
5.
Bijlagen ............................................................................................................. 9
5.1.
Informatievoorziening ................................................................................................................... 9
5.2.
Begrippenlijst.............................................................................................................................. 10
RWS partner in wonen
2
Treasurystatuut
1.
Inleiding
Het treasurystatuut van de Regionale Woningbouwvereniging Samenwerking (RWS) is een gedragscode als het gaat om financiering- en beleggingsbeslissingen, alsmede voor beslissingen voor de inzet van derivaten. In het statuut is het volgende vastgelegd: De hoofdlijnen van het financiering- en beleggingsbeleid; De bevoegdheden en verantwoordelijkheden ten aanzien van de uitvoering van dit beleid; De informatievoorziening. De RWS kent statutair een directeur-bestuurder en een Raad van Commissarissen. Het statuut heeft de status van bestuursbesluit. De directeur-bestuurder van de RWS stelt het treasurystatuut vast. Aan de Raad van Commissarissen wordt gevraagd in te stemmen met dit statuut. Voor de Raad van Commissarissen, de directeur-bestuurder en de werkorganisatie is dit statuut het kader waarbinnen uitvoering wordt gegeven aan de treasury van de RWS. Voor de dagelijkse beslissingen op het terrein van financieren en beleggingen biedt het statuut voldoende ruimte om slagvaardig te kunnen opereren. Voor oplossingen voor financiering-, belegging- of renterisicovraagstukken die niet binnen het kader van het statuut vallen, wordt altijd (vooraf) instemming van de Raad van Commissarissen gevraagd. Het treasurystatuut wordt jaarlijks op actualiteitswaarde getoetst en zo nodig aangepast.
Vastgesteld d.d.
15 december 2010
Directeur-bestuurder
M. Sas
Handtekening
Goedgekeurd d.d.
15 december 2010
Raad van Commissarissen
W. van Eijk
Handtekening
RWS partner in wonen
3
Treasurystatuut
2.
Financieren, beleggen en rentemanagement
2.1. Doelstellingen treasury Binnen de RWS wordt aan de treasury geen winstverantwoordelijkheid toegekend. De primaire taak van de treasury is het beheren en beheersen van de financiële posities die voortvloeien uit de bedrijfsvoering. En dit op een zodanige wijze dat de daaraan verbonden risico‟s worden beperkt en de daarmee gepaard gaande kosten worden geminimaliseerd en opbrengsten worden geoptimaliseerd. De doelstellingen van het financierings- en beleggingsbeleid - ofwel treasury - van de RWS zijn hiernavolgend in volgorde van toegekende prioriteit vermeld. 1. Het waarborgen van een blijvende toegang tot de geld- en kapitaalmarkt teneinde voldoende financiële middelen voor de bedrijfsactiviteiten op korte en lange termijn te garanderen. 2. Het beheersen van rente- en rendementsrisico's die samenhangen met financiering, belegging en liquide middelen. 3. Het realiseren, binnen de kaders van dit statuut, van een zo hoog mogelijk rendement op het eigen vermogen door: a. Een optimaal rendement op liquide en belegde middelen; b. Een zo laag mogelijke vermogenskostenvoet van het vreemd vermogen.
2.2. Financieren Doelstellingen Financiering op bedrijfsniveau De meerjaren kasstroomprognose is het uitgangspunt voor het aantrekken van financiering. Er wordt niet voor een langere periode financiering aangetrokken dan op grond van deze prognose noodzakelijk is. Flexibiliteit Er wordt naar gestreefd om in de toekomst de leningenomvang aan te kunnen passen aan de vreemd vermogensbehoefte. Interne financiering Alleen in specifieke situaties (niet binnen de kaders van het treasurystatuut), bijvoorbeeld in een omgekeerde rentestructuur of spreiding van renterisico's, kan hiervan worden afgeweken. In deze situaties wordt de Raad van Commissarissen vooraf om toestemming verzocht. Minimaliseren van de vermogenskosten onder voorwaarde van een evenwichtige spreiding van het renterisico. Randvoorwaarden Er wordt geen financiering aangetrokken voor financieringsbehoeften die verder dan drie jaar in de toekomst liggen. Bij een renteniveau van 6% of hoger bedraagt de rentevastperiode op aan te trekken financiering maximaal 10 jaar. De coupondata dienen zoveel mogelijk over de maanden van het jaar verspreid te liggen. Dit vereenvoudigt het liquiditeitenbeheer. Maximaal 7½% van de omvang van het balanstotaal mag rentetypisch kort gefinancierd worden.
2.3. Beleggen Doelstellingen In beginsel worden beschikbare middelen intern aangewend. Indien dat niet direct mogelijk is, worden middelen zodanig belegd dat ze vrijkomen op het moment dat zich naar verwachting een financieringsbehoefte of renteconversie voordoet. De RWS trekt geen middelen aan uitsluitend met het doel deze te beleggen. Het aantrekken van extern vermogen dat voor kortere of langere tijd wordt belegd om grote renterisicovolumen af te vlakken is wel toegestaan. Beleggingsopbrengsten dienen binnen de geformuleerde randvoorwaarden gemaximaliseerd te worden.
4
RWS partner in wonen
Treasurystatuut
Randvoorwaarden De volgende beleggingscategorieën komen in aanmerking: Voor de korte termijn (tot één jaar): Rekening-courant; Onderhandse leningen, callgeld, deposito's of vergelijkbare beleggingsvormen. Voor de lange termijn (vanaf één jaar): Inkoop van leningen; Onderhandse leningen; Deposito's of met deposito's vergelijkbare beleggings- en spaarvormen; Staatsobligaties; Medium term notes. Beleggingen mogen alleen plaatsvinden in solide debiteuren met het hoofdkantoor in Nederland. De kredietwaardigheid van tegenpartijen dient door een onafhankelijk “rating agency” te worden vastgesteld. De kredietwaardigheid, vastgesteld door minimaal één “rating agency” bedraagt “Extremely Strong” (zie begrippenlijst: “Rating”) en zal zo kort mogelijk voor uitzetting worden getoetst.
Koersrisico’s over beleggingen worden vermeden. Om koersrisico over de hoofdsom te vermijden, mag niet worden belegd in obligaties en medium term notes met een looptijd die langer is dan de beschikbaarheid van middelen of de beleggingshorizon. De beleggingshorizon volgt uit de (meerjaren)kasstroomprognose en betreft de structureel overtollige middelen.
2.4. Renterisicobeheer Doelstelling In een periode van 12 maanden dient het renterisico zich te bevinden tussen 5% en 15% van de netto-financieringsbehoefte. In een periode van 36 maanden mag het renterisico niet meer dan 40% bedragen. Door jaarlijks een deel van de leningen een renteaanpassing te laten ondergaan wordt de rente op de leningenportefeuille minder gevoelig voor renteschommelingen in enig jaar. Randvoorwaarden Er worden geen renteafspraken gemaakt voor renteconversies die verder dan drie jaar in de toekomst liggen. De contractvolumen en de aard van de instrumenten dienen aan te sluiten bij de gesignaleerde risico's. De relatie tussen het contractvolume en het risico moet onderbouwd en in de tijd gevolgd worden. Oplossingen om renterisico‟s te reduceren worden voorzien van een kosten/batenanalyse en een alternatief. De RWS vindt het gebruik van rente-instrumenten uitsluitend toelaatbaar om het rentetype van de leningenportefeuille te veranderen (renteswap) en om renterisico's te reduceren. Voor alle derivaten geldt dat deze afgesloten worden bij solide debiteuren (minimale rating „double A‟) en noteren in Euro‟s (zie beleggen).
RWS partner in wonen
5
Treasurystatuut
2.5. Liquiditeitenbeheer Doelstellingen Het liquiditeitenbeheer van de RWS is erop gericht om te allen tijde aan de lopende verplichtingen te kunnen voldoen (transactiekas). Het streven is niet meer middelen in kas en/of op bankrekeningen en rekening-courantverhoudingen te hebben staan dan nodig is om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. De RWS beschikt over een direct opvraagbare kredietfaciliteit teneinde: op onverwachte ontwikkelingen te kunnen inspelen (flexibiliteit); kortstondige liquiditeitstekorten te kunnen opvangen; binnen de kaders van dit statuut te kunnen financieren op basis van een geldmarktrente. Randvoorwaarden Er wordt gebruik gemaakt van een meerjaren kasstroomprognose en een korte termijn liquiditeitsprognose. Op basis van deze prognoses en op basis van renteverhoudingen wordt bepaald wanneer middelen uiterlijk moeten worden aangetrokken of hoe lang ze kunnen worden uitgezet. Maximaal 7,5% van de omvang van het balanstotaal mag gebruikt worden als kortgeld faciliteit.
3.
Treasury organisatie
3.1. Organisatie De organisatiestructuur van de RWS is, voor zover van belang in het kader van de treasury, op hoofdlijnen in het volgende schema weergegeven.
Raad van Commissarissen Raad van Commissarissen
Directeurbestuurder
Woonservice
Bedrijfsvoering
Financiën
Planning & Control, Treasury
6
RWS partner in wonen
Treasurystatuut
De directeur-bestuurder stelt het treasurystatuut van de RWS vast. Het treasurystatuut behoeft de instemming van de Raad van Commissarissen. De sectormanager Bedrijfsvoering draagt zorg voor het treasurybeleid en -beheer. De teammanager Financiën en de medewerker Planning & Control, Treasury leveren een bijdrage aan het liquiditeitenbeheer, de samenstelling van de (meerjaren)kasstroomprognoses, de bewaking van de liquiditeitspositie en de voorbereiding, bewaking, beheer en uitvoering van treasurytransacties. De administratieve verwerking van de treasurytransacties gebeurt door het team Financiën.
3.2. Algemeen
Met betrekking tot de verantwoordelijkheden, ook met betrekking tot de treasury activiteiten gelden onverminderd de vigerende statuten van de RWS. Iedere treasurytransactie dient in de financiële administratie te worden vastgelegd. Tevens dienen rechten en verplichtingen als gevolg van het afsluiten van financieringen en/of het afsluiten van contracten in het kader van het gebruik van rente instrumenten in de administratie geregistreerd te worden. De financiële administratie wordt verzorgd door medewerkers van het team Financiën. Er wordt zorg gedragen voor een deugdelijke archivering van contracten en daaraan ten grondslag liggende in- en externe documenten. De directeur-bestuurder is bevoegd tot het openen en beëindigen van bankrekeningen. Bij iedere derivaten-, financierings- en beleggingstransactie worden ten minste twee vergelijkbare offertes opgevraagd. In principe wordt zaken gedaan met de partij die de gunstigste voorwaarden offreert.
3.3. Betrokkenen in het treasuryproces Onderstaand zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de betrokkenen in het treasuryproces opgenomen: Raad van Commissarissen Instemmen met het treasurystatuut en de eventuele wijzigingen daarin; Toezicht houden op het financieel beleid en beheer van de directeur-bestuurder; Decharge verlenen aan de directeur-bestuurder. Directeur-bestuurder Vaststellen van het treasurystatuut en de eventuele wijzigingen daarin; Besluiten nemen op grond van transactievoorstellen; Periodiek verantwoording afleggen aan de Raad van Commissarissen. Sectormanager Bedrijfsvoering (op het gebied van treasury) Het initiëren en coördineren van de beleidsvoorbereidende informatievoorziening; Het afleggen van verantwoording (aan de directeur-bestuurder) over de uitgevoerde transacties op het gebied van het treasurybeleid en –beheer; Het doen van voorstellen voor actualiseren (waar nodig) van het treasurystatuut; Het bijhouden van de beschikbare financieringsruimte bij het WSW; Het zorgdragen voor aanvragen van (bereidstellingsverklaring tot) borging/garantie bij gemeenten of het WSW; Treedt in de markt op als contactpersoon van de corporatie. Teammanager Financiën Het bewaken van de verplichtingen welke geldnemers dienen na te komen tegenover de RWS; Het zorgdragen voor nakoming van de verplichtingen van de RWS tegenover geldgevers.
RWS partner in wonen
7
Treasurystatuut
Medewerker Planning & Control, Treasury Het voorbereiden van (informatie voor) de bijeenkomsten van de treasurycommissie; Het bijhouden en interpreteren van marktinformatie; Het uitvoeren van operationele treasury activiteiten betreffende het liquiditeitenbeheer; Het identificeren, actualiseren en beoordelen van risicoposities; Het doen van transactievoorstellen; Het uitvoeren van de operationele treasury activiteiten betreffende financieren, beleggen en renterisicobeheer.
3.4. Besluitvorming inzake van financieren, beleggen en renterisicobeheer Het sluiten van een transactie, dient plaats te vinden op basis van een transactievoorstel opgesteld door de medewerker Planning & Control. In het transactievoorstel dient minimaal het navolgende vermeld en gemotiveerd te worden: Nummer; Datum; Beschrijving van de situatie; Doel van de transactie; Marktomstandigheden en -verwachtingen; Eventuele alternatieven met voor- en nadelen; Indicatie van tarieven, c.q. geoffreerde tarieven van andere (tegen)partijen; Randvoorwaarden waarbinnen de transactie kan worden uitgevoerd; Cijfermatige onderbouwing dat de transactie plaatsvindt binnen de gestelde doelstellingen en randvoorwaarden als vermeld in dit statuut; De spread ten opzichte van de swapcurve (indien van toepassing). De directeur-bestuurder is gemachtigd, binnen de kaders van het treasurystatuut en de begroting, op basis van een transactievoorstel, besluiten inzake financierings-, beleggings- en derivatentransacties te nemen. Daarnaast mogen de sectormanagers Woonservice en Bedrijfsvoering de directeur-bestuurder vervangen zoals vastgesteld in het RWS directiestatuut. Besluiten die niet passen binnen het treasurystatuut worden altijd ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Commissarissen.
3.5. Verantwoording De sectormanager Bedrijfsvoering stelt, direct na uitvoering van het geaccordeerde transactievoorstel de directeur-bestuurder in kennis van de transactiegegevens. De definitieve vaststelling van de transactiegegevens vindt plaats in het managementteam via de MT besluitenlijst. Registratie van de transactie vindt plaats door het team Financiën.
3.6. Treasurycommissie De treasurycommissie is een adviesorgaan. Zij adviseert de directeur-bestuurder gevraagd en ongevraagd over treasuryvraagstukken. De samenstelling van de treasurycommissie bestaat uit de directeur-bestuurder, de sectormanager Bedrijfsvoering (treasurer), de medewerker Planning & Control en de treasuryconsultant (Thésor). De treasurycommissie komt één keer per kwartaal bijeen. Thésor stelt maandelijks een rentevisie op/bij welke in de treasurycommissie wordt besproken en toegelicht.
3.7. In- en externe controle De werkzaamheden die gemoeid zijn met de interne controle worden vastgelegd in het Interne Controleplan van de RWS. De opzet en uitvoering van het Interne Controleplan vindt plaats in overleg met de externe accountant. De externe accountant betrekt de interne controle in haar controlewerkzaamheden en rapporteert daarover rechtstreeks aan de directeur-bestuurder met een afschrift aan de Raad van Commissarissen.
8
RWS partner in wonen
Treasurystatuut
4.
Informatievoorziening
De directeur-bestuurder, de sectormanager Bedrijfsvoering en de medewerker Planning & Control moeten over adequate informatie beschikken om het beleid ten aanzien van treasury te kunnen voorbereiden en uitvoeren. De Raad van Commissarissen moet over voldoende informatie beschikken om haar toezichthoudende rol te kunnen vervullen. In het in bijlage 1 opgenomen schema wordt weergegeven welke informatie door de RWS wordt opgesteld. Daarnaast blijkt uit het schema wie de informatie opstelt, wie vaststelt, wie instemt en met welke frequentie de informatie wordt verzorgd.
5.
Bijlagen
5.1. Informatievoorziening Informatie
Frequentie Opgesteld door Vastgesteld door door
Ingestemd
Meerjarenprognoses volgens Begroting (begrotingsjaar + 15 boekjaren): - Winst & verliesrekening - Balans - Staat van herkomst- en besteding van middelen - Overzicht renteresultaat - Planningen nieuwbouw en herstructurering - Financiële kengetallen - Kasstroomoverzichten
2 x per jaar
Team Financiën
MT / Dir-best RvC
Rapportage per 4 maanden
3 x per jaar
Team Financiën
MT / Dir-best RvC
- Liquiditeitsprognose boekjaar (maand) - Kasstroomprognose komende 3 jaar - Rapportage realisatie treasurytransacties - Meest actuele rentevisie Thésor -Tussentijdse verantwoording realisatie begroting Renteverwachtingen banken
maandelijks Thésor
n.v.t.
n.v.t.
Besluitenlijst managementteam: Realisatie treasurytransacties
Volgens planning
Melding Sectm Bedrijfsv.
MT / Dir-best RvC *1
Jaarrekening - Actualisaties meerjarenprognoses begroting (zie begroting) treasuryjaarplan (onderdeel begroting)
1 x per jaar (z.s.m.) 1 x per jaar
Team Financiën
MT / Dir-best RvC
*1 RvC stemt alleen in bij afwijkingen
RWS partner in wonen
9
Treasurystatuut
5.2. Begrippenlijst Aandeel: Verhandelbaar bewijs van deelname in het eigen vermogen van een onderneming waarbij de vergoeding (dividend) en terugbetaling bij eventuele liquidatie volledig afhankelijk is van het resultaat van de onderneming. Aflossingsvrije (=fixe) lening: Lening waarbij gedurende de looptijd alleen rentebetalingen plaatsvinden. Aflossing van de hoofdsom vindt plaats aan het eind van de looptijd. Annuïtaire lening: Lening waarbij jaarlijks een vast bedrag aan rente en aflossing wordt betaald. In de beginjaren zal de jaarlijkse betaling voor het grootste deel uit rente bestaan, in de eindjaren voor het grootste deel uit aflossing op de hoofdsom. Beleggingsfonds: Financiële instelling die voor rekening en risico van de deelnemers belegt in (van te voren) bepaalde financiële waarden. Callgeld: Een overeenkomst tussen twee partijen om voor 1 dag een vast bedrag tegen een vaste vergoeding met elkaar uit te wisselen. Wanneer de overeenkomst geldt voor enkele dagen spreekt men van een Callfixe. Cap: Een Cap is een renteoptie met een afschermende werking. De koper van de Cap ontvangt, als de geldmarktrente op vooraf bepaalde data hoger is dan de contractrente (strike), het verschil van de verkoper. Bij een lagere geldmarktrente vindt geen verrekening plaats. De koper van een Cap betaalt een premie die onder meer afhankelijk is van de looptijd en de contractrente. Collar: Door een Cap en Floor te combineren ontstaat een Collar. De koper van een Collar koopt gelijktijdig een Cap met een hoge contractrente en verkoopt een Floor met een lage contractrente. Er wordt hiermee een bandbreedte gecreëerd waarbinnen de rente kan fluctueren. Deposito: Het beleggen van een vast bedrag gedurende een vaste periode (meestal een veelvoud van een maand) tegen een van te voren afgesproken vergoeding. Derivaten: Zie rente-instrumenten. Euribor Staat voor European InterBank Offered Rate. Het is het tarief dat banken elkaar in rekening brengen voor kortlopende financiering. Het geldt als de gangbare referentierente voor kortlopende leningen. Financieringsrisico: Het risico dat geen nieuwe financiering kan worden aangetrokken. Floor: Een Floor is een renteoptie met een afschermende werking. De koper van de Floor ontvangt, als de geldmarktrente op vooraf bepaalde data lager is dan de contractrente (strike), het verschil van de verkoper. Bij een hogere geldmarktrente vindt geen verrekening plaats. De koper van een Floor betaalt een premie die onder meer afhankelijk is van de looptijd en de contractrente.
10
RWS partner in wonen
Treasurystatuut
Forward Rate Agreement (FRA): Een FRA is een rente-instrument met een fixerend karakter. Een FRA is een overeenkomst tussen twee partijen om het verschil tussen een afgesproken contractrente (strike) en een toekomstig renteniveau te verrekenen. Het instrument heeft betrekking op de geldmarktrente (Euribor). Kasgeldlening: Het lenen van een vast bedrag gedurende een vaste periode (meestal een veelvoud van een maand) tegen een van te voren afgesproken vergoeding. Lineaire lening: Lening waarbij periodiek een vast bedrag aan aflossing wordt betaald. De rentebetaling wordt berekend over de nog openstaande hoofdsom. De totale betaling aan rente en aflossing zal elk jaar verminderen. Looptijd: De periode die resteert tot het moment dat de voorwaarden van een lening of belegging wijzigingen. Onderscheid wordt gemaakt naar: Liquiditeitstypische looptijd: de periode die resteert tot het moment dat de lening (o/g) moet worden afgelost dan wel een belegging (u/g) vrijvalt. Rentetypische looptijd: de periode die resteert tot het moment dat de rente op een lening of belegging een herziening ondergaat. Medium Term Note (MTN): Een standaard schuldtitel waarin de kenmerken van een obligatie en een onderhandse lening zijn samengevoegd. MTN‟s zijn courant verhandelbaar. Netto financiering(sbehoefte): Het totaal van opgenomen leningen waarop de aanwezige beleggingen en liquide middelen in mindering zijn gebracht. Bij een negatief saldo liquide middelen heeft dit het effect dat de netto financieringsbehoefte toeneemt. Obligatie: Verhandelbaar bewijs van deelname in het vreemde vermogen van een onderneming voor een van te voren overeengekomen periode tegen een van te voren overeengekomen vergoeding (couponrente). Optie: Een optie is een rente-instrument waaraan de koper, tegen betaling van een premie, bepaalde vast omschreven rechten kan ontlenen. Tegen ontvangst van een premie gaat de verkoper bepaalde vast omschreven verplichtingen aan. Gangbare renteopties zijn Cap, Floor, en Swaption. Onderhandse lening: Onverhandelbaar bewijs van deelname in het vreemde vermogen van een onderneming voor een van te voren overeengekomen periode tegen een van te voren overeengekomen vergoeding. Rating: Kredietwaardigheidsbeoordeling van debiteuren door instituten. Voorbeelden van deze instituten zijn Moody‟s en Standard & Poor‟s. Aaa of AAA (triple A): Extreme kredietwaardigheid Aa of AA: Zeer kredietwaardig, veiligheidsmarge echter niet zo hoog als bij de Aaa of AAA categorie. A of a: Zeer kredietwaardig. Er zijn echter factoren aanwezig waardoor afbetaling in de toekomst enig gevaar kan lopen
RWS partner in wonen
11
Treasurystatuut
Rating agency: Onafhankelijke organisatie die zich onder meer toelegt op de beoordeling van de lange termijn kredietwaardigheid van debiteuren. Bekende rating agencies zijn Standard & Poor (S&P), Moody‟s en Fitch. Kwalificaties voor een goede kredietwaardigheid zijn als volgt:
Extremely strong Very strong Strong
S&P AAA AA A
Moody‟s Aaa Aa A
Fitch AAA AA A
Renteconversie: Bij een renteconversie dient over een bestaande lening de rente voor de opvolgende rentevastperiode opnieuw te worden overeengekomen. Rente-instrument: Een rente-instrument (derivaat) is een financieel contract waarmee het renterisico over een lening of belegging kan worden veranderd of beïnvloed. Onderscheid wordt gemaakt naar instrumenten met een fixerende werking (het tarief wordt vastgelegd) en instrumenten met een beschermende werking (het tarief wordt gelimiteerd). Een rente-instrument kan het (her)financieringsrisico niet beïnvloeden. Renterisico: De mogelijkheid dat het toekomstige resultaat en/of vermogensverhoudingen nadelig worden beïnvloed als gevolg van ontwikkelingen in de rente. Het risico in absolute zin is de optelsom van jaarlijkse cashflow en renteaanpassingen in een bepaalde periode (meestal van 12 maanden). Aanpassingen in de rente kunnen betrekking hebben op leningen en beleggingen, maar ook op rente-instrumenten. Bij het risico in relatieve zin wordt het absolute renterisico gedurende een bepaalde periode (meestal 12 maanden) in een percentage van de netto financieringsbehoefte ultimo periode uitgedrukt. Roll-over lening: Een Roll-over lening is een overeenkomst tussen twee partijen om gedurende een langere periode (meestal tussen 2 en 10 jaar) geld te lenen waarbij de rente periodiek wordt herzien. De rente is meestal gekoppeld aan het Euribortarief. Bij een Roll-over met variabele hoofdsom kan bij renteaanpassing eveneens de hoofdsom worden gewijzigd (tussen 20% en 100%). Een Roll-over met variabele hoofdsom combineert de voordelen van een lange financiering (lage bancaire opslagen, langdurige beschikbaarheid) met de voordelen van kasgeldfinanciering (grote flexibiliteit, lage tariefstelling) Swap: Het Engelse woord Swap staat voor ruil. Bij een Swap (ook wel Renteswap) komen twee partijen overeen renteverplichtingen met elkaar te ruilen. De ene partij betaalt gedurende de looptijd van de swap een vaste rente aan de tegenpartij waarbij de tegenpartij als tegenprestatie een variabele rente betaalt (meestal Euribor). De onderliggende hoofdsom waarover de renteberekening plaats vindt, wordt niet uitgewisseld. De hoogte van de vaste rente wordt aan het begin van de looptijd van de Swap afgesproken. De variabele rente hangt af van de ontwikkeling van de geldmarktrente (meestal Euribor). De gangbare rentetypische looptijd voor de vaste rente is twee tot tien jaar, de gangbare variabele rente is drie of zes maanden. Er wordt onderscheid gemaakt naar: Payers Swap: de koper van een Payers Swap betaalt een lange rente (Swaptarief) in ruil voor de ontvangst van een korte rente (Euribor) Receivers Swap: de koper van een Receivers Swap betaalt een korte rente (Euribor) in ruil voor de ontvangst van een lange rente (Swaptarief). Swaprate: Het is het tarief dat banken met een hoge kredietwaardigheid (AA-rating) elkaar in rekening brengen bij het aangaan van een renteswap. Het tarief geldt als de gangbare referentierente voor langlopende leningen.
12
RWS partner in wonen
Treasurystatuut
Swaption: De Swaption is een optie op deelname in een renteswap. Tegen betaling van een premie heeft de koper het recht op één bepaald tijdstip tegen een vastgesteld renteniveau deel te nemen in een Swap. Een Swaption heeft betrekking op de kapitaalmarktrente. De koper van een „Payers Swaption‟ heeft het recht om op een bepaald tijdstip een Swap aan te gaan en een vooraf bepaalde vaste rente te gaan betalen voor een bepaalde periode en een variabele rente te ontvangen. De koper zal van zijn recht gebruik maken indien de marktrente op expiratiedatum hoger is dan de overeengekomen rente in de Swaption. De koper van een „Receivers Swaption‟ heeft het recht om op een bepaald tijdstip een Swap aan te gaan en een vooraf bepaalde vaste rente te gaan ontvangen voor een bepaalde periode en een variabele rente te betalen. De koper zal van zijn recht gebruik maken indien de marktrente op expiratiedatum lager blijkt te zijn dan de overeengekomen rente in de Swaption. Treasury: Alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico‟s. Voorwaartse fixatie: Ruim voor de contractuele conversiedatum wordt met de geldgever de rente op een lopende lening voor de opvolgende rentevastperiode overeengekomen.
RWS partner in wonen
13