Datum Versie
15 december 2010 Versie 1.0
Richtlijn Informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
………………………………………………………………………………………………….……………………… Colofon Uitgegeven door: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart Postbus 5044 2600 GA Delft Informatie: Hans Remeijn (afdeling Verkeersmanagement Hoofdwegennet) Telefoon: 088 – 798 2555 (DVS-loket) E-mail:
[email protected]
Datum
Status
Opmerkingen
15-12-2010
versie 1.0
Definitief
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Inhoud
1
Inleiding
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Uitgangspunten Algemeen Verschillen in gebruik van DRIP en bermDRIP Reikwijdte dynamische verkeersinformatie Beperken van de hoeveelheid informatie Standaard lay-outs voor bermDRIP afbeeldingen Te gebruiken fonts en lettergroottes
7 7 7 8 8 9 10
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.11.1 3.11.2 3.11.3 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18
Regels voor tekst en pictogrammen Algemeen Gebruik hoofdletters en leestekens Aanduidingen Voorkeurswoorden Het gebruik van afkortingen Het gebruik van datum- en tijdaanduidingen Het gebruik van extra spatiëring Pijlsymbolen internetadressen Kleurgebruik Uitlijning Uitlijning op DRIPs Uitlijning op bermDRIPs Verticale uitlijning en lege regels Regeluitval Volgorde tekstblokken bij handteksten Regelpictogrammen Te gebruiken pictogrammen Volgorde bij gebruik van 2 pictogrammen (bij lay-out Medium-Dubbel) Ontwerpelementen voor grafische fileplaatjes op bermDRIPs Passen en meten
11 11 11 12 12 13 13 14 14 14 15 15 15 16 17 18 19 20 22 23 24 25
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.5
Dynamische verkeersinformatie Uitgangspunten Algemeen Informeren over alternatieve routes Niet-alternatieve routes Niet-alternatieve routes – de standaard informatievoorziening Niet-alternatieve routes - opdelen van één van de routes in twee delen Informeren over files die verderop, of op een andere route aanwezig zijn (alleen op bermDRIPs) Aanpassen teksten in geval van onvoldoende informatie Tekstaanpassing in het geval van een extreem grote reistijd P+R verwijzingen
27 27 27 28 30 30 31
4.6 4.7 4.8
5
Pagina 3 van 67
32 33 33 34
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Werk in uitvoering (WIU) Algemeen Uitgangspunten Boodschappen bij werkzaamheden kort na de (berm)DRIP Boodschappen bij werkzaamheden verderop of op een andere weg Vooraankondigingen van Werk in Uitvoering
35 35 35 36 37 38
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Onvoorziene omstandigheden Algemeen Uitgangspunten Gebruik van scenario’s bij regelmatig terugkerende gebeurtenissen Boodschappen bij onvoorziene omstandigheden Handmatig aanpassen van dynamische afbeeldingen (Combiteksten)
39 39 39 39 40 41
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Verwijzingen bij Evenementen (o.a. Parkeren) Algemeen Uitgangspunten evenementen Boodschappen bij evenementen Vooraankondigingen van evenementen
43 43 43 44 45
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Landelijke en regionale boodschappen Algemeen Motto’s en Landelijke acties Amber Alert boodschappen Regionale boodschappen en publiekscampagnes
47 47 47 48 48
9
Ondersteuning van verkeersmaatregelen
49
10
Prioriteiten
51
11
Index
53
Bijlage A.1 A.2 A.3 A.4 A.5 A.6
A Detaillering lay-out Lay-out Large Lay-out Medium-Links Lay-out Medium-Midden Lay-out Medium-Dubbel Lay-out Small Lay-out Tekst
57 57 58 59 60 61 62
Bijlage B.1 B.2 B.3 B.4
B Gebruikte pictogrammen Regelpictogrammen RVV waarschuwingsborden RVV ge- en verbodsborden Overige pictogrammen
63 63 65 66 66
Pagina 4 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
1
15 december 2010
Inleiding
Deze richtlijn geeft regels voor het tonen van teksten en pictogrammen op DRIPs (Dynamische Route Informatie Panelen) en bermDRIPs. De richtlijn behandelt uitsluitend de standaard tekstDRIPs en de standaard bermDRIPs. Overigens zijn de panelen op de nieuwste generatie informatiewagens identiek aan die van een bermDRIP Type 3; ook daarvoor kan deze richtlijn worden gehanteerd. De richtlijn is vooral bedoeld voor de verkeerskundige medewerkers en de wegverkeersleiders; zowel bij Rijkswaterstaat (met name in verkeerscentrales en districten) als bij provinciale en gemeentelijke wegbeheerders.
De richtlijn geeft regels per soort gebruik. Zo zijn er teksten voor: • Dynamische verkeersinformatie (hoofdstuk 4) Route-informatie, maar ook bijvoorbeeld Park and Ride (P+R) verwijzingen. Automatisch, op grond van ingewonnen verkeersinformatie, door het besturingssysteem gegenereerd. • Werk in uitvoering (hoofdstuk 5) Bedoeld voor situaties waarin de rijbaan als gevolg van werkzaamheden geheel of gedeeltelijk dicht is, inclusief een eventueel daarbij behorende omleiding. Hieronder vallen ook vooraankondigingen van werk in uitvoering. • Onvoorziene omstandigheden (hoofdstuk 6) Bedoeld voor situaties waarin de rijbaan als gevolg van een onvoorziene gebeurtenis geheel of gedeeltelijk dicht is, inclusief een eventueel daarbij behorende omleiding. • Verwijzingen bij evenementen (hoofdstuk 7) Bedoeld voor bijvoorbeeld Parkeer en P+R verwijzingen voor evenementen. • Landelijke en regionale boodschappen (hoofdstuk 8) Landelijke, maar soms ook regionale, aankondigingen. Meestal gepland. Dit kunnen motto’s zijn, maar bijvoorbeeld ook aankondigingen van regiooverschrijdende aard, en • Ondersteuning verkeersmaatregelen (hoofdstuk 9) Gericht op het begeleiden en/of toelichten van DVM maatregelen waar de weggebruiker mee wordt geconfronteerd.
Pagina 5 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0 15 december 2010 Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs
Hoofdstuk 2 geeft een aantal uitgangspunten en in hoofdstuk 3 worden regels voor het gebruik van teksten en pictogrammen gegeven. In de hoofdstukken 4 t/m 9 worden de regels beschreven per soort gebruik. In hoofdstuk 10 wordt het prioriteitsmechanisme uitgelegd dat de uiteindelijk te tonen afbeelding bepaalt. Sommige boodschappen worden volledig automatisch op DRIPs geplaatst. Andere, bijvoorbeeld evenementverwijzingen, kunnen worden gepland. Daarnaast zijn er ook boodschappen vanuit het operationeel bedrijf; direct door de wegverkeersleider handmatig in te voeren. Onderstaand schema toont de relatie tussen de hoofdstukken van de richtlijn en de onderverdeling in Automatisch, Gepland en Operationeel.
De in tekstgedeelten van dit document vet afgedrukte teksten zijn voorbeelden van teksten die daadwerkelijk op (berm)DRIPs kunnen worden getoond. De diverse voorbeelden komen deels uit de praktijk, maar sommige zijn ook fictief.
Pagina 6 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
2
Uitgangspunten
2.1
Algemeen
15 december 2010
In deze richtlijn wordt zowel over “boodschappen” als over “afbeeldingen” op (berm)DRIPs gesproken. De boodschap is daarbij letterlijk de mededeling die we willen overbrengen met tekst en (regel)pictogrammen, de afbeelding is het letterlijke “plaatje” dat op de (berm)DRIP verschijnt. Omdat gewenning een belangrijke rol speelt bij het snel kunnen begrijpen van een boodschap moeten de lay-out en de tekstopbouw onder verschillende omstandigheden zoveel mogelijk hetzelfde zijn. Deze richtlijn geeft regels die bedoeld zijn om een uniforme presentatie van de getoonde boodschap te bewerkstelligen. De Europese FIVE richtlijn (FIVE Framework 3.0, 2000) wordt zo veel mogelijk gevolgd. Deze schrijft voor dat de volgorde van het aanbieden van informatie, zowel bij het tonen van waarschuwingen en/of verbodsaanduidingen als bij het informeren van de weggebruiker, als volgt is: I. Aangeven WAT er aan de hand is; II. Aangeven WAAR er iets aan de hand is, en III. Geven van advies en/of aanvullende informatie. (hierbij heeft een advies voorrang). Nadere uitwerking is te vinden in paragraaf 3.13. Daarbij moet wel worden aangetekend dat in veel (andere) Europese landen op DRIPs pictogrammen worden gebruikt, waarmee het WAT wordt verbeeld. Bij gebruik van uitsluitend tekst, zoals op de meeste Nederlandse DRIPs, is deze volgorde niet altijd te handhaven.
2.2
Verschillen in gebruik van DRIP en bermDRIP DRIPs worden in de regel voornamelijk gebruikt voor het tonen van dynamische verkeersinformatie en slechts incidenteel voor andere boodschappen. Ze tonen, wanneer er buiten de spits geen filevorming is, vaak motto’s. DRIPs staan normaliter dan ook nooit “uit”. BermDRIPs daarentegen zijn bedoeld voor het tonen van boodschappen in geval van incidenten, evenementen, werkzaamheden, etc., en staan normaliter “uit”. Toch wordt er ook regelmatig dynamische verkeersinformatie op bermDRIPs getoond, vooral op het onderliggend wegennet. Ook worden bermDRIPs soms ingezet om de fileteksten grafisch te ondersteunen met een afbeelding van bijvoorbeeld een ringweg waarop men kan waarnemen waar eventueel files staan. Op bermDRIPs worden normaliter geen motto’s getoond. Voor zowel DRIPs als bermDRIPs geldt dat er, indien het bord “uit” staat, geen indicatie wordt gegeven dat het bord nog wel functioneert (de zogenaamde “ontstoringsstip”. Een bord dat bewust uit staat is “zwart”.
Pagina 7 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
2.3
15 december 2010
Reikwijdte dynamische verkeersinformatie Bij het tonen van dynamische verkeersinformatie geldt dat de getoonde informatie alleen betrekking mag hebben op (een) weggedeelte(n) waarvan informatie beschikbaar is en waarvan het einde niet verder dan 50 km verwijderd is van de (berm)DRIP. Dit geldt niet voor boodschappen over omleidingsroutes of Cross Border Management. De reikwijdte moet zo exact mogelijk worden aangegeven met de eindaanduiding tot ...., gevolgd door een knooppuntnaam of een afritaanduiding. Bijvoorbeeld: tot ¡Badhoevedorp,
tot
¡ A1/A6 of tot ¥ Gouda
In de meeste gevallen is er sprake van een vast eindpunt. Voor teksten vanwege Cross Border Management kan dit, in het geval van in het buitenland gelegen knooppunten of afritten, worden verduidelijkt door middel van een landafkorting tussen haakjes, bijvoorbeeld: Brecht (B).
2.4
Beperken van de hoeveelheid informatie Het is belangrijk dat de over te brengen boodschap zo duidelijk mogelijk is. Immers, de automobilist heeft slechts een paar seconden om de boodschap te zien, te lezen en te verwerken. Daarom is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk overbodige informatie wordt getoond. De boodschap moet kort en krachtig zijn. Dit kan worden bereikt door het aantal “informatie-eenheden” zo veel mogelijk te beperken. Een informatie-eenheid is een homogeen blok van bijeenhorende tekst. Zo bestaat de boodschap:
uit 4 informatie-eenheden: pictogram, “N211 ri A4”, “dicht“ en “volg s105/s106”. Het is aan te bevelen om: naast een pictogram (dit is ook een informatie-eenheid) niet meer dan 4 informatie-eenheden in het tekstgedeelte te gebruiken, en bij een boodschap met alléén tekst het aantal informatie-eenheden te beperken tot maximaal 5. Wisselende afbeeldingen dienen niet te worden gebruikt op de auto(snel)weg, aangezien men dan in de korte leestijd te veel informatie zou moeten verwerken.
Pagina 8 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
2.5
15 december 2010
Standaard lay-outs voor bermDRIP afbeeldingen Op bermDRIPs worden de afbeeldingen conform de onderstaande standaard lay-outs getoond. Regels voor tekst en pictogrammen staan beschreven in hoofdstuk 3. Een detaillering van de diverse lay-outs staat in Bijlage A. Grafisch Een volledig grafisch plaatje. Zie 3.17. Daarnaast wordt ook bij automatisch gegenereerde P+R verwijzingen soms een afwijkende lay-out gebruikt; zie 4.8.
Large Eén groot pictogram + tekst.
Medium Eén of twee middelgrote pictogrammen en tekst, met drie uitvoeringsvormen: Medium-Links: één middelgroot pictogram, links boven geplaatst, met: • maximaal 2 tekstregels naast het pictogram, en • maximaal 2 tekstregels onder het pictogram.
Medium-Midden: één middelgroot pictogram, midden boven op het bord, met maximaal 2 tekstregels daaronder.
Medium-Dubbel: idem, maar dan met twee middelgrote pictogrammen. (zie paragraaf 3.16)
Small één klein pictogram, met: • maximaal 1 tekstregel naast het pictogram en • maximaal 3 tekstregels onder het pictogram.
Tekst (uitsluitend tekst, maximaal 4 tekstregels). Aangezien het bord iets meer ruimte biedt dan voor 4 tekstregels nodig is, kan met een extra zwartruimte “gespeeld” worden om een scheiding aan te brengen tussen twee te onderscheiden delen van de tekst. Meestal (bij een vierregelige tekst) tussen regel 2 en 3, maar de scheiding kan ook elders gelegd worden.
Pagina 9 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
BermDRIPs zijn er in 3 Typen. Type 1 is bedoeld voor autosnelwegen (100-130 km/h), Type 2 voor 70-80 km/h wegen en Type 3 voor een meer stedelijke omgeving (50-60 km/h). Niet alle bovenstaande lay-outs zijn overigens voor alle typen bermDRIPs bruikbaar; hieronder is voor de diverse typen aangegeven welke lay-outs kunnen worden gebruikt: Type bermDRIP 1
2
3A
3B
3C
3D
rood/
rood/
geel
geel
Full
Full
wit 192x128
wit 144x96
112x80
80x80
colour 112x80
colour 80x80
Grafisch
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Large
Ja
Ja
Ja*
Ja*
Ja
Ja
Medium-Links
Ja
Ja
Ja*
-
Ja
-
Medium-Midden
Ja
Ja
Ja*
Ja*
Ja
Ja
Medium-Dubbel
Ja
Ja
Ja*
-
Ja
-
Small
Ja
-
-
-
-
-
Tekst
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Kleur Pixels (b/h)
* Aangezien hier de kleur rood niet beschikbaar is, alleen voor geheel gele pictogrammen, en geen ge- of verbodsborden.
2.6
Te gebruiken fonts en lettergroottes De afstand waarop een VMS te lezen is, is afhankelijk van de gebruikte letterhoogte. Uit onderzoek is gebleken dat de minimale leesafstand (in meters) gelijk is aan ongeveer 6 maal de (hoofd)letterhoogte (in centimeters). De DRIPs die op autosnelwegen worden gebruikt hebben een font met een hoofdletterhoogte van circa 36 cm. Deze DRIP fonts zijn gebaseerd op het RWS-Ee lettertype dat ook op de bewegwijzering wordt gebruikt. Op de bermDRIPs wordt een iets afwijkend lettertype gebruikt; dit springt wat zuiniger met de horizontaal beschikbare ruimte om en blijkt toch zeer goed leesbaar. De voor bermDRIPs Typen 1-3 standaard in het CDMS beschikbare fonts hebben een hoofdlettergrootte van respectievelijk 36, 30 en 22 cm. Deze fonts zijn bekend als respectievelijk CdmsBdType1, CdmsBdType2 en CdmsBdType3. BermDRIPs van Type 1 worden normaliter langs autosnelwegen geplaatst. Soms wordt, in plaats hiervan, voor een kleiner type gekozen. Bijvoorbeeld als zo’n paneel uitsluitend voor zeer compacte boodschappen wordt gebruikt. Maar ook in dat geval zal een lettertype moeten worden gebruikt dat past bij de gereden snelheid, zie onderstaande tabel: Maximum Snelheid 100-130 70-80 50-60
Mininum leesafstand (meter) 200 180 130
Te gebruiken lettertype CdmsBdType1 CdmsBdType2 CdmsBdType3
Pagina 10 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
3
Regels voor tekst en pictogrammen
3.1
Algemeen In verband met de leesbaarheid moet worden gestreefd naar korte teksten op de (berm)DRIP. Maar de boodschap moet wel duidelijk zijn; een flink dilemma dus. Ook voor internationale begrijpelijkheid moeten indien mogelijk regelpictogrammen worden toegepast in het tekstgedeelte; dit kan tevens winst opleveren voor wat betreft de beschikbare ruimte.
3.2
Gebruik hoofdletters en leestekens Teksten met alléén hoofdletters worden uitsluitend gebruikt in het geval van specifieke toepassingen (zoals P+R, VRIJ, VOL) én bij objectnamen die normaliter zo worden geschreven (IKEA, RAI, ArenA,..). Hoofdletters worden toegepast voor wegnummers en als eerste letter(s) van plaatsnamen, objectnamen en de aanduiding Rijkswaterstaat. Voor hoofdletters in plaatsaanduidingen en objectnamen wordt de op bewegwijzering of straatnaamborden gebruikte schrijfwijze gevolgd, bijvoorbeeld: Centrum, Breda-Noord, Ring, of RAI Bij specifieke begrippen als “Amber Alert” of “vanAnaarBeter” worden ook hoofdletters gebruikt indien dit de gebruikelijke schrijfwijze is. Verder worden geen hoofdletters gebruikt, behalve in sommige landelijke teksten zoals mottoteksten, etc.; deze teksten worden door VCNL voorgeschreven. Bij mottoteksten begint iedere nieuwe zin met een hoofdletter; indien een zin over meerdere regels wordt verdeeld staat de hoofdletter alleen op de bovenste tekstregel. In geval van een motto met twee aparte zinnen op één tekstregel wordt alleen de eerste zin afgesloten met een punt. Punten aan het eind van een zin, of na een afkorting, worden op (berm)DRIPs niet gebruikt. Een apostrof kan worden gebruikt in afkortingen als A’dam, etc. Vraagtekens en uitroeptekens worden normaliter niet gebruikt. Een afbreekstreepje, in het geval een woord of benaming over 2 regels is verdeeld, wordt alleen gebruikt als verwarring kan ontstaan bij het ontbreken daarvan, bijvoorbeeld: Hubertustunnel
Pagina 11 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
3.3
15 december 2010
Aanduidingen Voor de aanduiding van weggedeelten, en ook voor eventuele vermelding van (uitwijk)routes, worden de gebruikelijke aanduidingen gebruikt, bijvoorbeeld: A16, N11, s112 of U14 Combinaties van wegnummers worden gescheiden door een schuine streep bijvoorbeeld: A16/A58 of A44/N44 Een dergelijke combinatie mag uit maximaal twee wegnummers bestaan. Om onderscheid te maken tussen verschillende delen van een gelijkluidende route (bijvoorbeeld Ring of A16) is een toevoeging met kompasrichting of een plaatsaanduiding soms noodzakelijk. In dat geval wordt het koppelteken “-“ gebruikt om beide aanduidingen te verbinden. In aardrijkskundige namen wordt na een koppelteken een hoofdletter gebruikt, bijvoorbeeld: Breda-Noord, (of Breda-N), of A4-Sloten Bij combinaties van wegnummers met kompasrichtingen, en ook bij benoeming van Ringwegen of delen daarvan wordt de aanduiding gebruikt die op de bewegwijzering voorkomt, bijvoorbeeld: A10 zuid, Ring, Ring-Zuid (of Ring-Z). Bij het publiek bekende namen van tunnels, bruggen en andere objecten en plaatsen kunnen worden vermeld, bijvoorbeeld: Coentunnel, Brienenoordbrug, Jaarbeurs of Centrum Wanneer in een tekst meerdere plaatsnamen achter elkaar worden gebruikt worden deze gescheiden middels een schuine streep (/). Ook kan, indien wenselijk, een “dubbele vermelding” (plaats- of objectnaam gecombineerd met een wegnummer) worden gebruikt als de ruimte het toelaat, bijvoorbeeld: Zeelandbrug/N256 Buitenlandse plaatsnamen worden geschreven op de wijze zoals dat ook in het betreffende land wordt gedaan. Voor Belgische plaatsnamen wordt de Nederlandstalige versie gebruikt.
3.4
Voorkeurswoorden Op (berm)DRIPs worden de volgende woorden gebruikt: tot voor het aanduiden van de reikwijdte van de verstrekte informatie, via bij een aanduiding van een volledige alternatieve route waarbij file-, reistijd- of doorstromingsinformatie wordt getoond, volg bij een aanduiding van een alternatieve route in het geval een omleiding wordt geadviseerd, richting als richtingaanduiding, bereikbaar om aan te geven welke locaties(s) nog wel bereikbaar is / zijn, dicht bij afsluiting van één of meer rijstroken, een afrit of een rijbaan, open indien de rijbaan, rijstroken, afrit, etc. (weer) opengesteld is / zijn, na, en bij als nadere locatieaanduiding, tot, t/m als verbindingswoorden bij vermelding van data, wegens om een oorzaak aan te geven en tegenverkeer als in een tunnelbuis sprake is van tegenverkeer (bij Werk in Uitvoering en incidenten). Dit alles in kleine letters.
Pagina 12 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
3.5
15 december 2010
Het gebruik van afkortingen Het gebruik van afkortingen of het weglaten van delen van woorden moet zoveel mogelijk worden beperkt. In twee situaties is het toegestaan: • als de tekst anders te lang zou worden, en • als het gebruik van kortere woorden in combinatie met de uitlijning bijdraagt aan een sneller begrip van de informatie, bijvoorbeeld: Brienenoord in plaats van Brienenoordbrug Oudenrijn in plaats van knooppunt Oudenrijn (Prins) Clausplein in plaats van knooppunt Prins Clausplein Het woord
minuten kan afgekort worden tot uur tot knooppunt tot kruispunt tot kilometer tot laan tot plein tot richting tot straat tot en het woord tunnel tot maar dit laatste alleen in combinatie met een tunnelnaam.
min h knp krp km ln pln ri str tnl,
Kompasrichtingen worden als volgt afgekort: Noord wordt N, Zuid wordt Z, Oost wordt O en West wordt W. Plaatsnamen worden afgekort op een wijze die zoveel mogelijk overeenkomt met het heersend gebruik; afkorten met een apostrof (bijvoorbeeld R’dam) is ook toegestaan. Afkortingen worden niet voorzien van een punt.
3.6
Het gebruik van datum- en tijdaanduidingen Afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare ruimte kan een datum volledig, afgekort of in “cijfercode” worden aangegeven. Een volledige datumaanduiding kan, indien dit nuttig geacht wordt, ook voorafgegaan worden door de naam van de dag. Een jaaraanduiding wordt nooit getoond. Bijvoorbeeld: 14 januari, of dinsdag 15 juni Is er minder ruimte beschikbaar dan kan de dagaanduiding en/of de maandnaam ingekort worden tot: ma, di, wo, do, vr, za of zo voor de dagen en jan, feb, mrt, apr, mei, jun, jul, aug, sep, okt, nov of dec voor de maanden. In het uiterste geval mag een datum ook met uitsluitend cijfers worden weergegeven, met schuine streep tussen dag en maand en zonder “0” bij dag- en maandnummers <10, bijvoorbeeld: 26/11 , 3/8 of 31/7. Mocht het ook nodig zijn om uren aan te geven, dan wordt hierbij het internationale teken “h” gebruikt. Hele uren worden aangeduid met getallen zonder toevoeging
Pagina 13 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
van een “0” (nul), met een spatie tussen het getal en de h. Ook mogen halve uren worden gebruikt, door “.30” achter de uuraanduiding te plaatsen. Indien de aanduiding een periode betreft wordt gebruik gemaakt van tot, t/m, of een koppelteken (-). Bij gebruik van een begin- en eindtijd wordt slechts 1 maal de h gebruikt, achter de periode. Bijvoorbeeld: 14 h, 7-14 h, of 14.30 h 14 t/m 17 januari, tot 17 h, 7.30-18.00 h In plaats van het vermelden van datum en/of tijd kan het gewenst zijn algemenere termen te gebruiken als: ’s nachts, komend weekend, etc.
3.7
Het gebruik van extra spatiëring Wanneer in een regel twee getallen direct naast elkaar staan moeten tussen de getallen 2 spaties worden aangebracht om verwarring te voorkomen bijvoorbeeld: via A10 4 km ¢
3.8
Pijlsymbolen Ter ondersteuning van een correct tekstbegrip wordt een pijlsymbool aan de tekst toegevoegd als de tekst betrekking heeft op een weggedeelte dat: • zich direct na de (berm)DRIP bevindt of • kort (< 2 km) na de (berm)DRIP aansluit op het zich direct na de (berm)DRIP bevindende weggedeelte. De volgende pijlsymbolen kunnen worden gebruikt: • een pijl schuin rechts omhoog, • een pijl schuin links omhoog, • een pijl recht omhoog, of • een horizontale pijl naar links of rechts. Pijl en tekst worden gescheiden door een spatie. Pijlsymbolen worden gebruikt om aan te geven hoe de route(s) waarover wordt geïnformeerd na de (berm)DRIP wordt/worden bereikt. Op DRIPs mogen deze pijlen ook gebruikt worden naast een locatieaanduiding (het “WAAR” in paragraaf 2.1 en 3.13) als dat de duidelijkheid bevordert; op bermDRIPs worden pijlen uitsluitend gebruikt naast dynamische verkeersinformatie en in geval van omleidingsadviezen. Indien bij geadviseerde omleidingen een pijl wordt gebruikt op de regel beginnende met het woord volg moet dit een zogenaamde Centrico-pijl zijn (zie 3.14 en 6.2).
3.9
internetadressen Wanneer op een (berm)DRIP een internetadres wordt vermeld mag het inleidende “www.” weggelaten worden. bijvoorbeeld:
vanAnaarBeter.nl
Pagina 14 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
3.10
Kleurgebruik In pictogrammen worden uitsluitend de kleuren wit en rood gebruikt. Bij DRIPs is de tekstkleur afhankelijk van de gebruikte techniek, variërend van geel (amber) tot helder wit. Op bermDRIPs is alle tekst wit, met uitzondering van het woord VOL in P- en P+R verwijzingen. Dit wordt in rood getoond. Andere kleuren worden vooralsnog niet toegepast.
3.11
Uitlijning
3.11.1
Uitlijning op DRIPs Op DRIPs wordt een tekstregel alleen links of rechts uitgelijnd indien aan de linkerof rechterzijde van de regel een pijlsymbool wordt getoond. Alle andere tekstregels, inclusief “filevrij” met pijl links en rechts daarvan, worden gecentreerd. Tussen pijl en tekst wordt 1 spatie ruimte aangehouden. Voor de regels waarop links of rechts een pijlsymbool wordt geplaatst geldt normaliter dat: • de tekst rechts uitgelijnd wordt als men na de DRIP rechts moet aanhouden om de route waarover geïnformeerd wordt te bereiken; met rechts van de tekst een schuin rechts omhoog wijzende pijl. Als er geen sprake is van rechts afslaan maar uitsluitend van rechts aanhouden kan een recht omhoog wijzende pijl rechts van de tekst worden geplaatst. • de tekst links uitgelijnd wordt als men na de DRIP de hoofdrijbaan moet volgen om de aangegeven route waarover geïnformeerd wordt te bereiken; met links van de tekst een recht omhoog wijzende pijl. Uitsluitend wanneer de hoofdrijbaan sterk naar links afbuigt wordt een schuin links omhoog wijzende pijl gebruikt. • Is er sprake van linksaf respectievelijk rechtsaf slaan dan wordt een horizontale pijl getoond en wordt links respectievelijk rechts uitgelijnd. In bijzondere gevallen, als de wegsituatie na de DRIP daartoe aanleiding geeft, kan de pijl op een afwijkende plaats worden getoond. Indien de tekst geen directe relatie met een te kiezen rijrichting heeft, of een relatie met beide rijrichtingen, wordt geen pijl gebruikt en wordt de tekst gecentreerd. In het geval van een “filevrij” aanduiding op alle routes wordt deze gecentreerd getoond, met de pijlen direct naast de tekst maar daarvan gescheiden door (een) spatie(s). Voorbeelden:
Pagina 15 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
3.11.2
15 december 2010
Uitlijning op bermDRIPs In het volgende wordt er van uitgegaan dat de tekst op een bermDRIP bestaat uit één of meer tekstblokken. Een tekstblok is een logische informatie-eenheid, soms op 1 regel geplaatst maar vaak ook verdeeld over meer regels. Wanneer een pictogram wordt gebruikt is de voorkeursvolgorde bij het kiezen van een lay-out, afhankelijk van de benodigde hoeveelheid tekst: 1. Large 2. Medium-Midden 3. Medium-Links 4. Small Dit geldt niet voor parkeerverwijzingen (met de P en P+R in een rechthoek); hierbij wordt de lay-out Small toegepast, of een apart voorbereide afbeelding in het geval van automatisch gegenereerde afbeeldingen. De lay-out Medium-Dubbel dient uitsluitend te worden gebruikt indien 2 pictogrammen gelijktijdig moeten worden getoond. Indien er geen pijlsymbolen worden gebruikt wordt de tekst op bermDRIPs gecentreerd. Indien er tekst naast een pictogram wordt getoond (Lay-out Small en MediumLinks) wordt deze tekst zo centraal mogelijk in het vrije gedeelte rechts van het pictogram geplaatst. Voorbeelden:
Zijn er wel pijlsymbolen in het spel, bijvoorbeeld bij het weergeven van dynamische verkeersinformatie, dan wordt alle tekst van de regel, of het tekstblok, links of rechts uitgelijnd conform de regels voor de (standaard) DRIP (zie 3.11.1). Op een bermDRIP mag een pijl in het onderste tekstblok eventueel ook op de onderste regel worden geplaatst als dat de begrijpelijkheid bevordert. Een eventueel “filevrij” met pijl links en rechts daarvan, wordt op de bermDRIP eveneens gecentreerd getoond met één spatie tussen pijlen en tekst.
Pagina 16 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Voorbeelden:
3.11.3
Verticale uitlijning en lege regels Er moet worden gestreefd naar zoveel mogelijk zwartruimte tussen van elkaar te onderscheiden delen van een boodschap. Een DRIP-tekst die slechts 1 regel beslaat wordt op de middelste regel geplaatst; een tekst die qua ruimte meer dan één regel vereist wordt op de bovenste 2 regels geplaatst. Voorbeelden:
Bij bermDRIPs is in de lay-out Tekst tussen de tekstblokken extra zwartruimte aanwezig. Deze kan zo gepositioneerd worden dat een duidelijke scheiding tussen tekstblokken ontstaat. Naar keuze na regel 1, 2, 3 of zelfs 4. Op bermDRIPs mag, in het geval niet alle regels van een tekstblok worden gebruikt, per tekstblok gekozen worden welke regels leeg wordt/worden gelaten. Voorbeelden:
Pagina 17 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Ook bij de lay-outs Medium of Small kan soms extra zwartruimte worden gecreëerd tussen de te onderscheiden delen van de boodschap. Voorbeelden:
3.12
Regeluitval Bij uitval van regels van de DRIP mag de informatie worden getoond door gebruik te maken van niet-defecte regels. De volgorde waarin de tekst op het paneel wordt getoond mag echter niet worden veranderd. Per regel kan worden bepaald of de tekst bij defecten aan de DRIP eventueel mag komen te vervallen. Zo kan bij een drieregelige DRIP tekst die informatie bevat over twee routes, bij een defect aan regel twee of drie de kopregel desgewenst vervallen, zodat ondanks het defect de file-informatie toch kan worden getoond. In het geval van “opgeknipte routes” (zie 4.4.2) wordt, indien een vervangende regel nodig is, hiervoor regel 1 gebruikt en de “filevrij” melding die eventueel hier kan verschijnen daarvoor opgeofferd. De hierboven geschetste functionaliteit is ingebracht in het besturingssysteem (CDMS) en vereist geen ingrijpen van de wegverkeersleider.
Pagina 18 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
3.13
15 december 2010
Volgorde tekstblokken bij handteksten Voor alle handmatig ingevoerde teksten (de zogenaamde “handteksten”) geldt t.a.v. de volgorde waarin de informatie wordt aangeboden: Indien een pictogram kan worden gebruikt (zoals meestal op bermDRIPs) dan wordt de boodschap opgebouwd volgens de in 2.1. beschreven volgorde (WAT, WAAR, advies en/of aanvullende info). Indien mogelijk ieder op een eigen regel, maar dat is niet strikt noodzakelijk; het gaat vooral om de volgorde. Is er sprake van alleen tekst (zoals meestal op DRIPs) dan wordt eerst het WAAR vermeld, vervolgens het WAT en tenslotte het advies of de aanvullende informatie. Is een weg dicht, dan wordt het WAAR en het WAT bij voorkeur gecombineerd, bijvoorbeeld: A10 west dicht
Op bermDRIPs volstaat vaak een pictogram voor het WAT, maar soms is aanvullende tekst nodig. De aanvullende tekstelementen worden zo goed mogelijk visueel gescheiden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de extra zwartruimte bij de lay-outs Medium-Links of Tekst. Het WAAR kan achterwege blijven als geïnformeerd wordt over een situatie die zich kort na de (berm)DRIP bevindt.
Voorbeelden:
Pagina 19 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Bij voorwaarschuwingen wordt bewust van de standaardvolgorde afgeweken en wordt er begonnen met een WANNEER aanduiding (datum- en/of tijdinformatie). Op die manier kan de weggebruiker al na het lezen van de eerste regel concluderen dat het in dit geval geen urgente boodschap betreft. Voorbeeld:
De hier beschreven volgordes zijn niet strikt gekoppeld aan tekstregels; vaak is het mogelijk (en zelfs duidelijker) om twee tekstonderdelen (WAAR en WAT) op één regel na elkaar te plaatsen. Voorbeeld:
3.14
Regelpictogrammen Op (berm)DRIPs moet, waar nuttig en mogelijk 1, gebruik worden gemaakt van regelpictogrammen. Deze kunnen bijdragen tot kortere regels en een snellere herkenning, zeker door buitenlandse weggebruikers. De volgende regelpictogrammen zijn beschikbaar:
File
WIU
Parkeren
P+R
Ongeval
Brug open
Ziekenhuis
Afrit Kooppunt
Luchthaven
Bus
Auto
Trein
Vrachtwagen
Voetbalstadion
Dierentuin
Bedrijventerrein
Het vliegtuigpictogram is er in 3 uitvoeringen omdat dit ook bij bewegwijzering meerdere varianten kent, afhankelijk van de aanbevolen rijrichting. De regelpictogrammen worden behandeld als een woord in de regel en worden met een spatie van de overige woorden gescheiden. Een overmatig gebruik dient vermeden te worden; het is niet de bedoeling de weggebruiker met een rebus te confronteren.
1
Niet alle typen DRIPs hebben de mogelijkheid om pictogrammen af te beelden.
Pagina 20 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
De “normale” richtingpijlen en de “Centrico-pijlen” (voor omleidingsadviezen):
worden op een vergelijkbare manier aan de tekst gekoppeld. Zie ook 3.8. File, Knooppunt en Afrit: Deze regelpictogrammen worden gebruikt in plaats van de woorden “file”, “knooppunt” en “afrit”. Werk in uitvoering: Het WIU pictogram wordt getoond in plaats van het woord “werkzaamheden”. Ongeval: - Het ongevalpictogram wordt getoond in plaats van het woord “ongeval”. Brug: Het Brug pictogram dient niet als vervanging van het woord brug maar als extra attentiesymbool in het geval een beweegbare brug open is of gaat. Voetbalstadion: Het voetbal (stadion) pictogram wordt toegepast bij P en P+R verwijzingen in geval van voetbalwedstrijden. P en P+R: P en P+R symbolen worden op een DRIP regel, net als bij de grotere versies op de bermDRIP, vóór het object getoond, op de eerste regel. Bij P+R toepassingen worden soms ook auto, bus en/of trein pictogrammen gebruikt. Ziekenhuis: Te gebruiken in combinatie met de naam van het ziekenhuis waarnaar wordt verwezen. Vliegtuigen: Een vliegtuig wordt getoond zoals bij bewegwijzering; aanvullend op de naam van het vliegveld. Net als op de bewegwijzering moet de richting van het vliegtuig worden aangepast aan de aanbevolen richting. Trein, Auto en Bus: Te gebruiken bij P+R aanduidingen; het Bus pictogram soms ook in combinatie met de naam van een locatieaanduiding in geval van parkeerverwijzing. Vrachtwagen: Het regelpictogram wordt getoond als vervanging van het woord “vrachtwagen(s)”. Bedrijventerrein en Dierentuin: In geval van verwijzingen naar dit soort locaties.
Pagina 21 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Voorbeelden:
3.15
Te gebruiken pictogrammen De op bermDRIPs te gebruiken pictogrammen zijn opgenomen in bijlage B. In sommige gevallen zijn er twee versies van een pictogram beschikbaar. Eén met een rode driehoek er om heen, en één met een witte rechthoek. Het pictogram met rode driehoek is een RVV waarschuwingsteken. Gebruik hiervan wordt aanbevolen in de volgende gevallen: Indien er kort na het bord een gevaarlijke situatie is (< 5km op autosnelwegen); Indien, in het geval van een grotere afstand tot het gevaar, er vóór de gevaarlijke situatie geen aansluiting of afrit is; Indien het niet zien van de boodschap grote consequenties kan hebben. Het pictogram in witte rechthoek is uitsluitend bedoeld als attentiesignaal, en gebruik hiervan wordt aanbevolen bij: Vooraankondigingen, of Het vermelden van gebeurtenissen, ver van het bord verwijderd, die slechts voor een deel van de passanten van belang zijn.
Pagina 22 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
3.16
15 december 2010
Volgorde bij gebruik van 2 pictogrammen (bij lay-out Medium-Dubbel) Betreft het twee ge- of verbodsborden en is één daarvan een snelheidslimiet, dan wordt de snelheidslimiet aan de linkerzijde geplaatst. Indien één van de pictogrammen een RVV waarschuwingsbord is en het andere een ge- of verbodsbord dan wordt het ge- of verbodsbord aan de linkerzijde getoond. Is slechts één van de pictogrammen een RVV teken, dan wordt dit aan de linkerzijde geplaatst.
In het geval van twee waarschuwingsborden is de volgorde vrij te kiezen. Deze prioriteitsvolgorde komt overeen met de nummervolgorde in het RVV.
Pagina 23 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
3.17
15 december 2010
Ontwerpelementen voor grafische fileplaatjes op bermDRIPs Grafische fileplaatjes op bermDRIPs worden opgebouwd met behulp van gestandaardiseerde ontwerpelementen. Deze standaardelementen zijn hieronder aangegeven. In detail zijn ze beschreven in de Richtlijn ontwerp bermDRIP Lay-out (op de site Verkeerskundige Afspraken te vinden).
Pagina 24 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
3.18
15 december 2010
Passen en meten De regels in dit hoofdstuk kunnen niet altijd “keihard” worden toegepast. Bijvoorbeeld bij onvoldoende beschikbare ruimte. Dan wordt het ontwerpen van een acceptabele oplossing een kwestie van “passen en meten”. Zo kan, wanneer “tot knp” of “tot ¡” te veel plaats inneemt, knp of ¡ soms worden weggelaten. Zeker als het een bekend knooppunt betreft, of er bijvoorbeeld al de toevoeging “plein” bij staat. Eventueel kan ook het tot worden weggelaten, indien de bestemming duidelijk is. Dan kan worden volstaan met bijvoorbeeld R’dam Centrum. Hetzelfde geldt voor het woord via, indien dit samen met een routeaanduiding niet meer op de regel past. Een wegnummer kan helpen om te verhelderen over welke route wordt geïnformeerd, maar zal niet altijd bij de overige tekst passen. Op bermDRIPs is het soms nodig een tekst over 2, misschien wel 3, regels te verspreiden. Door de beperkte ruimte kan op bermDRIPs in sommige gevallen het weglaten van richtingpijlen een duidelijker beeld opleveren. Zeker bij nieuwe toepassingen is er soms sprake van “planmatig experimenteren”. Dat is op zich niet fout, zolang de ervaringen maar worden gecommuniceerd met het doel deze richtlijn te verbeteren. Bij automatisch gegenereerde verkeersinformatie blijkt soms dat er een ruimtetekort kan ontstaan wanneer de vertragingstijd (“xx min +y”) of de teksten “geen info” of “> 60 min”, moeten worden getoond. Zie respectievelijk de paragrafen 4,2, 4.6 en 4.7. In dat geval moet er, voor die gevallen waarin de regel te lang zou worden, extra ruimte worden gezocht. De oplossing moet in eerste instantie worden gezocht in het afkorten van de objectnaam of de eindpuntaanduiding. Indien dit niet tot een acceptabele afkorting leidt (dit ter beoordeling van de operationeel verkeerskundige) kunnen woorden of regelpictogrammen worden weggelaten. Wanneer over alternatieve routes wordt geïnformeerd (zie 4.3) zal het probleem niet zo snel optreden; in incidentele gevallen kan het “via” worden weggelaten. Bij niet-alternatieve routes (zie 4.4) wordt de bij het eindpunt behorende aanduiding (“knp”, ¡, “krp” of ¥, indien aanwezig) het eerst opgeofferd, daarna “tot”. Is er, in het geval van automatisch gegenereerde verkeersinformatie, geen sprake van ruimtegebrek dan is het soms zinvol de afbeeldingen iets aan te passen ter verbetering van de leesbaarheid. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van twee spaties in plaats van één direct vóór het aantal minuten freeflow, of het enigszins uitlijnen van twee onder elkaar gelegen tekstgedeelten.
Pagina 25 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Pagina 26 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
4
Dynamische verkeersinformatie
4.1
Uitgangspunten Dit hoofdstuk behandelt voornamelijk de boodschappen die automatisch op grond van ingewonnen verkeersinformatie door het systeem worden gegenereerd, maar ook (in paragraaf 4.8) automatisch gegenereerde P+R boodschappen. Dit soort boodschappen zijn voornamelijk bedoeld voor de ter plaatse bekende weggebruiker.
4.2
Algemeen Bij verkeersinformatie worden de volgende situaties onderscheiden: • Informeren over alternatieve routes: er wordt kort voor een “splitspunt” informatie gegeven over verschillende routes naar een gemeenschappelijk, met name genoemd, eindpunt (convergentiepunt). Deze routes vormen ten opzichte van elkaar een alternatief om dit eindpunt vanaf de (berm)DRIP te bereiken; zie 4.3. • Informeren over niet-alternatieve routes: er wordt informatie gegeven over verschillende routes die t.o.v. elkaar geen alternatief vormen; zie 4.4. • Informeren over files die verderop, of op een andere route aanwezig zijn: meestal betreft dit bermDRIPs op het onderliggend wegennet die informeren over een nabij gelegen autosnelweg; zie 4.5. Deze vorm van informatie wordt meestal op DRIPs, maar soms ook op bermDRIPs, getoond. De informatie kan in tekstvorm worden aangeboden in de vorm van reistijd of filelengte; in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de gegevensinwinning te wensen overlaat, ook wel als kwaliteit van doorstroming. Vindt de informatieverschaffing plaats in de vorm van filelengte, dan wordt filevrij gemeld indien er geen file op het traject aanwezig is. Bij reistijdvermelding gebeurt dit niet; daar wordt in dat geval de minimale reistijd getoond. Ook kan de verkeerssituatie, inclusief eventuele files, op bermDRIPs op een grafische wijze worden getoond (zie 3.17). Bij reistijdvermelding wordt de zogenaamde “freeflow” waarde aangegeven indien er op een traject geen sprake is van vertraging. Is er wel sprake van vertraging dan kan dit worden aangegeven door de vertragingstijd direct achter de freeflow-waarde te vermelden, op de volgende manier: xx min +y NB:
In 2010 is voor de meeste (berm)DRIPs op het hoofdwegennet die dynamische verkeersinformatie tonen overgeschakeld naar reistijden. Aangezien het niet uitgesloten is dat het beleid op termijn wijzigt beschrijft deze richtlijn ook de mogelijkheid van het tonen van filelengte in kilometers.
Pagina 27 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
4.3
15 december 2010
Informeren over alternatieve routes Normaliter wordt steeds geïnformeerd over een vast netwerk, met twee routes die direct te berijden zijn na het passeren van de (berm)DRIP en die leiden naar het op de eerste regel benoemde eindpunt. In bijzondere gevallen kan er sprake zijn van informatieverschaffing over slechts één route; dan is er wel sprake van een alternatieve route maar is er van deze route (nog) geen informatie beschikbaar. Er wordt op DRIPs een drieregelige strategie gehanteerd: • de eerste regel beschrijft de reikwijdte van de informatie • de tweede regel beschrijft de filesituatie op de meest voor de hand liggende route naar het eindpunt en • de derde regel beschrijft de filesituatie op de alternatieve route. Op DRIPs begint, indien mogelijk, de tekst op de 2e en 3e regel met via. De boodschap wordt begonnen met het woord “tot”, gevolgd door een aanduiding van het eindpunt, bijvoorbeeld: tot knp Galder, of tot ¡ Galder Beide • • •
onderste regels bestaan uit de volgende elementen: een pijlsymbool, een aanduiding van de route waarop de informatie betrekking heeft en een aanduiding van de verkeerssituatie; afhankelijk van de gekozen strategie kan dat zijn: • Reistijd: reistijd in minuten; • Filelengte: kilometers file of filevrij; • Afwikkelingsniveau: goed, matig of slecht
Op bermDRIPs wordt voor dit soort boodschappen de lay-out Tekst gebruikt, met de extra zwartruimte tussen de tot aanduiding en de dynamische informatie. Zie voor de regels omtrent de eventueel toe te voegen pijlen paragraaf 3.11. De dynamische informatie mag over twee regels worden verdeeld indien dit de leesbaarheid bevordert. Vanwege de beperkte beschikbare ruimte wordt op bermDRIPs het woord via zelden gebruikt. Indien er op beide routes geen file staat, vervallen de aanduidingen van de weggedeelten en worden de beide richtingpijlen gecombineerd met de minimale reistijd, of de aanduiding filevrij (bij vermelding van filelengte), of goed (bij vermelding van afwikkelingsniveau). Deze aanduiding wordt gecentreerd weergegeven. Bij een DRIP op de middelste regel; bij een bermDRIP op regel 3 of 4, met één lege regel onder de tot aanduiding. De pijlen worden direct naast de tekst geplaatst, daarvan gescheiden door een spatie.
Pagina 28 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Voorbeelden:
Pagina 29 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
4.4
Niet-alternatieve routes Ook deze vorm van dynamische informatievoorziening is bedoeld om te informeren over routes die direct te berijden zijn na het passeren van de (berm)DRIP, maar ze hebben geen gemeenschappelijk eindpunt. Soms kan het evenwel nuttig zijn om één van de routes op te knippen in twee delen, zodat ook over een wat verderaf gelegen filesituatie kan worden geïnformeerd. Zie hiervoor 4.4.2.
4.4.1
Niet-alternatieve routes – de standaard informatievoorziening Op DRIPs wordt geïnformeerd over één, twee of drie routes Elke regel bestaat uit de volgende elementen: • een pijlsymbool, • een aanduiding van de reikwijdte van de informatie en • een aanduiding van de verkeerssituatie, afhankelijk van de gekozen strategie kan dat zijn: • reistijd in minuten, • kilometers file of filevrij, of • goed, matig of slecht Indien geïnformeerd wordt over een andere weg dan die waarop men rijdt wordt het wegnummer vermeld indien dit past. Op bermDRIPs wordt geïnformeerd over één of meer routes. De informatie wordt hier getoond in de lay-out Tekst (met zwartruimte in het midden). Informatie over de doorgaande route wordt boven de informatie over aftakkende routes geplaatst. Normaliter wordt een route op een DRIP op één tekstregel afgebeeld. Voorbeelden:
Pagina 30 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
4.4.2
15 december 2010
Niet-alternatieve routes - opdelen van één van de routes in twee delen
Het is ook mogelijk om, in het geval er sprake is van twee niet-alternatieve routes, één van de routes op te knippen in twee trajecten. Zie onderstaand voorbeeld waarbij de DRIP kan informeren over 3 routes (a, a+b en c), die alle direct na de DRIP beginnen. a
DRIP
Oudenrijn
b
Holendrecht
c
Rijnsweerd
Hierbij worden voor het “opgeknipte” traject de twee routes direct onder elkaar op de (berm)DRIP getoond, met de kortste route (a) boven de langere (a+b).
Voorbeeld:
de DRIP op de A2, die informatie geeft over de A2, met als eindpunten Oudenrijn en Holendrecht, en de A27 (eindpunt Rijnsweerd).
Bij bermDRIPs zal er meestal geen plaats meer zijn voor een derde vermelding, maar ook hier kan 1 route in 2 delen worden opgeknipt. Voorbeeld:
Pagina 31 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
4.5
15 december 2010
Informeren over files die verderop, of op een andere route aanwezig zijn (alleen op bermDRIPs) BermDRIPs worden regelmatig op het onderliggend wegennet gebruikt om informatie te verstrekken over de filesituatie op de verderop gelegen autosnelweg. De automobilist kan dan op grond van deze informatie zijn keuze bepalen: de autosnelweg nemen of de rit vervolgen op het onderliggend wegennet. Omdat deze informatie een andere weg betreft is het belangrijk allereerst te vermelden over welke weg geïnformeerd wordt. Aangezien het maken van dit soort afbeeldingen “maatwerk” vereist om de boodschap duidelijk te kunnen overbrengen is er geen vast lay-out voorschrift, maar wel dient de volgende volgorde te worden aangehouden bij het presenteren van de informatie: 1. Wegnummer(s), 2. “tot” aanduiding, 3. (eventueel) richtingsaanduiding, en 4. een aanduiding van de verkeerssituatie, afhankelijk van de gekozen strategie kan dat zijn: • reistijd in minuten, • kilometers file of filevrij, of • goed, matig of slecht Indien de ruimte het toelaat kan gekozen worden voor het tonen van een filepictogram (alleen in het geval er file op de aangegeven route staat) om in één oogopslag duidelijk te kunnen maken of er wel of niet file op het betreffende traject staat. Aangezien de eventuele file elders staat is er geen sprake van een acuut gevaar en wordt dit pictogram niet in een rode driehoek maar in een witte rechthoek getoond. De aanbevolen lay-outs zijn: Tekst of Medium-Links (bij gebruik pictogram).
Voorbeelden Type 2:
Voorbeelden Type 3:
Pagina 32 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
4.6
15 december 2010
Aanpassen teksten in geval van onvoldoende informatie Bij uitval van (een deel van) de informatievoorziening kan er soms geen informatie meer worden gegeven over de verkeerssituatie op een (deel van het) traject. Hier wordt als volgt mee omgegaan: • •
Geen informatie op een traject: “geen info” getoond voor dat traject. Geen informatie op alle trajecten: DRIP naar blank.
Voorbeelden:
4.7
Tekstaanpassing in het geval van een extreem grote reistijd In het geval de berekende reistijd op een traject zeer groot wordt (hiervoor is de grens van 60 minuten gekozen) wordt de reis- en vertragingstijd niet langer getoond maar wordt in plaats daarvan de volgende standaardtekst getoond: > 60 min Voorbeelden:
Pagina 33 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
4.8
15 december 2010
P+R verwijzingen Het betreft hier automatisch gegenereerde afbeeldingen, waarbij er in de meeste gevallen sprake is van een reistijdvergelijking tussen de auto en het openbaar vervoer, en soms informatie over de beschikbaarheid van P+R. De OV aanduidingen worden uitsluitend getoond als deze reëel zijn (men moet kunnen parkeren, een kaartje kopen en instappen). In het geval van uitval van één of meer gegevensbronnen worden soms alternatieve afbeeldingen gekozen, en ter promotie wordt in de rustige uren soms een motto getoond op deze panelen. NB: Omdat het bij deze toepassing om vooraf gekozen afbeeldingen gaat kan een op de situatie toegesneden ontwerp (soms enigszins afwijkend van de standaard lay-outs) worden gebruikt; zo wordt bijvoorbeeld vaak een horizontale streep toegevoegd als scheiding tussen de locatieaanduiding en de reistijdinformatie. De uitvoeringsvorm is overigens sterk afhankelijk van de betreffende locatie en de beschikbare informatie. Uitgangspunten: • Niet meer dan één eindbestemming; altijd (globaal) te benoemen • Symbolen voor auto, trein of bus • De standaard fonts voor het betreffende type bermDRIP gebruiken • Niet te veel dynamische info • P+R symbool gebruiken • Duidelijk aangeven hoe het P+R terrein bereikt moet worden, en liefst ook waarschuwen indien dit vol is. Het woord VOL wordt altijd met hoofdletters en in de kleur rood getoond. Voorbeelden:
Pagina 34 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
5
Werk in uitvoering (WIU)
5.1
Algemeen Boodschappen bij WIU kunnen worden getoond op zowel DRIPs als bermDRIPs. Indien op een bepaalde locatie zowel een DRIP als een bermDRIP aanwezig is dan wordt de boodschap op de bermDRIP geplaatst. Alleen in het geval van ernstige verkeersverstoringen wordt in zo’n geval de “gewone” DRIP gebruikt. De boodschappen kunnen betrekking hebben op: • Werkzaamheden die kort na de (berm)DRIP plaats vinden; Bij “kort na” moet gedacht worden aan < 10 km. • Werkzaamheden die verderop, of op een andere weg, plaats vinden; Hierbij zal niet iedereen met de werkzaamheden geconfronteerd worden, omdat men bijvoorbeeld een andere route volgt, of eerder de weg verlaat. • Toekomstige werkzaamheden Dit betreft vooraankondigingen van geplande werkzaamheden.
5.2
Uitgangspunten Voor het tonen van boodschappen bij werk in uitvoering (WIU) gelden de volgende uitgangspunten: • •
•
• • •
•
Boodschappen over WIU worden alleen getoond indien er sprake is van tenminste enige kans op verkeershinder. Op bermDRIPs wordt de boodschap altijd vergezeld van een pictogram (het “mannetje met de schep”). In een rode driehoek (RVV bord) bij werkzaamheden die kort na de bermDRIP plaats vinden en in een witte rechthoek in alle andere gevallen. Op DRIPs wordt, indien mogelijk, bij werk in uitvoering altijd het betreffende regelpictogram gebruikt. Bij gebruik van algemene aanduidingen als werkzaamheden wordt dit regelpictogram zowel links als rechts van de tekst geplaatst, gescheiden door een spatie. Na de werkzaamheden worden geen zogenaamde ‘Dank voor uw begrip’ teksten getoond. De ernst van verkeershinder kan in algemene zin worden weergegeven, bijvoorbeeld met ernstige verkeershinder of met ernstige vertraging, maar ook meer gedetailleerd met bijvoorbeeld slechts één rijstrook open. Een eventueel omleidingsadvies wordt, indien een deel van het verkeer hierbij baat heeft, aangegeven met de aanduiding volg, bijvoorbeeld Utrecht volg A50/A15 (met Centrico-pijl). Geldt de omleiding voor alle verkeer, dan wordt de plaatsaanduiding weggelaten. In het geval van grootschalige werkzaamheden wordt de (berm)DRIP tekst afgestemd op de tekst van de eventuele dagbladadvertenties van de wegbeheerder.
Pagina 35 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
5.3
15 december 2010
Boodschappen bij werkzaamheden kort na de (berm)DRIP In geval de (berm)DRIP nabij de werkzaamheden staat en vermelden van een afrit of knooppunt geen optie is, kan de locatie worden weggelaten. Eventueel kan wel een indicatie van de afstand tot en/of de lengte van het werk worden gegeven. In paragraaf 3.13. wordt de gewenste tekstvolgorde beschreven, en in 3.11. de regels voor wat betreft de uitlijning. De lay-out Tekst is alleen te gebruiken als het betreffende RVV bord (J16) niet kan worden getoond, bijvoorbeeld op een geel Type 3 paneel; in dat geval kan met het WIU regelpictogram worden aangegeven dat het werkzaamheden betreft. Voorbeelden:
Pagina 36 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
5.4
15 december 2010
Boodschappen bij werkzaamheden verderop of op een andere weg Op bermDRIPs volstaat in dit soort gevallen het (vierkante) WIU pictogram voor het WAT, aanvullende tekst is niet nodig. In paragraaf 3.13. wordt de gewenste tekstvolgorde beschreven, en in 3.11. de regels voor wat betreft de uitlijning. De lay-out Tekst is alleen te gebruiken als het betreffende WIU pictogram niet kan worden getoond; in dat geval kan met het WIU regelpictogram worden aangegeven dat het werkzaamheden betreft. Op een DRIP mag dit regelpictogram ook zowel links als rechts van het woord “werkzaamheden” worden gebruikt. Voorbeelden:
Pagina 37 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
5.5
15 december 2010
Vooraankondigingen van Werk in Uitvoering Vooraankondigingen worden maximaal 7 dagen vóór de voorgenomen werkzaamheden geplaatst, als mottotekst. Bij vooraankondigingen wordt bewust van de standaardvolgorde van de elementen van de boodschap afgeweken. Door met het WANNEER te beginnen is duidelijker dat het geen urgente boodschap betreft. De • • • • •
boodschap bevat de volgende elementen: Op bermDRIPs het WIU pictogram (rechthoek); Informeren over wanneer er gewerkt gaat worden; Informatie over de locatie; Informatie over de werkzaamheden; Eventueel advies of aanvullende informatie.
WANNEER WAAR WAT
Op bermDRIPs volstaat het (vierkante) WIU pictogram voor het WAT, aanvullende tekst is niet nodig. De lay-out Tekst is alleen te gebruiken als het betreffende WIU pictogram niet kan worden getoond; in dat geval kan met het WIU regelpictogram worden aangegeven dat het werkzaamheden betreft.
Voorbeelden:
Pagina 38 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
6
Onvoorziene omstandigheden
6.1
Algemeen Bij een onvoorziene gebeurtenis die leidt (of kan leiden) tot substantiële filevorming moet dikwijls een niet tevoren geplande boodschap worden getoond. Deze zal vaak met de hand moeten worden samengesteld, eventueel gebruik makend van reeds voorbereide “handteksten”. In veel gevallen gaat het naast waarschuwen ook om een omleidingsadvies. Voorbeelden van onvoorziene gebeurtenissen zijn: • ongeval • afgevallen lading • olie op de weg • gesloten verklaringen bij harde windstoten • schade aan de weg • schade aan wegmeubilair • vakantieverkeer Vakantieverkeer kan doorgaans goed worden voorzien. Qua tekststrategie wordt deze situatie echter onder onvoorziene omstandigheden geschaard.
6.2
Uitgangspunten Voor boodschappen bij onvoorziene omstandigheden gelden de volgende uitgangspunten: • Boodschappen bij onvoorziene omstandigheden worden getoond vanaf het moment dat er sprake is van substantiële verkeershinder. • Dit soort boodschappen kunnen ook betrekking hebben op weggedeelten die direct aansluiten op de wegvakken waarover normaliter wordt geïnformeerd. • Een eventueel omleidingsadvies wordt aangegeven met de aanduiding volg, bijvoorbeeld Utrecht volg A50/A15. • Wordt de omleiding aangegeven met een pijl dan dient dit een zogenaamde Centrico-pijl (zwarte pijl in een licht kader) te zijn. Zie ook 3.8.
6.3
Gebruik van scenario’s bij regelmatig terugkerende gebeurtenissen Voor gebeurtenissen waarbij het moment van optreden onbekend is, maar de te tonen beelden iedere keer identiek zijn, kan met scenario’s worden gewerkt. Soms moet zo’n scenario door de wegverkeersleider worden geëffectueerd (bijvoorbeeld een waarschuwing voor een brugopening), soms kunnen scenario’s ook automatisch ingrijpen (bijvoorbeeld de waarschuwingen, geadviseerde omleidingen en mogelijke verboden in het geval van harde wind ter plaatse van de Oosterscheldekering). Voorbeelden:
Pagina 39 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
6.4
15 december 2010
Boodschappen bij onvoorziene omstandigheden In geval de (berm)DRIP dicht bij de locatie staat waar het probleem zich voordoet en vermelden van een afrit of knooppunt geen optie is, kan de locatie worden weggelaten. Eventueel kan wel een indicatie van de afstand tot en/of de lengte van het werk worden gegeven. Op bermDRIPs kan het betreffende RVV bord vaak volstaan voor het WAT, zodat er geen aanvullende tekst nodig is. In paragraaf 3.13. wordt de gewenste tekstvolgorde beschreven, en in 3.11. de regels voor wat betreft de uitlijning. De lay-out Tekst is alleen te gebruiken als het betreffende RVV bord (J16) niet kan worden getoond, bijvoorbeeld op een geel Type 3 paneel; in dat geval kan de gebeurtenis (het WAT) mogelijk wel met een regelpictogram worden gevisualiseerd. Voorbeelden:
Pagina 40 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
6.5
15 december 2010
Handmatig aanpassen van dynamische afbeeldingen (Combiteksten) Dynamische verkeersinformatie wordt in principe automatisch gegenereerd. Soms kan het toch nodig zijn dat de wegverkeersleider in dit mechanisme “inbreekt”. Bijvoorbeeld als een (lange) file het gevolg is van een ongeval, werkzaamheden of een (langdurige) brugopening. Het “Combitekst” mechanisme maakt het dan mogelijk om zowel in de statische regels (de kopregel of een ongebruikte regel) als in de dynamische regels een wijziging of aanvulling aan te brengen. Het werkt als volgt: • Een “statische” regel kan tijdelijk vervangen worden door een vaste tekst • Een dynamische regel waarop reistijd wordt vermeld kan tijdelijk worden aangepast; overal in de regel, met uitzondering het gedeelte “xx min”. Meestal zal de aanpassing bestaan uit het toevoegen van een regelpictogram (bijvoorbeeld ongeval, brug of WIU). • Andere dynamische regels (met filelengte of afwikkelingsniveau) kunnen niet handmatig worden aangepast. • Zo lang minimaal één handmatige aanpassing van kracht is ziet de wegverkeersleider dit op het bedieningsscherm door een afwijkende kleur van het (berm)DRIP icoon. • De handmatig aangebrachte wijziging(en) kan/kunnen alleen handmatig worden verwijderd. • Als, terwijl de handmatige wijziging(en) in de dynamische regel(s) nog niet verwijderd is/zijn, de situatie “free flow” ontstaat blijven alle aangebrachte wijzigingen getoond, eventueel samen met de minimale reistijd(en). • Terwijl minimaal één wijziging van kracht is wordt, ook bij “free flow” niet op motto’s overgeschakeld.
Voorbeelden:
Pagina 41 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Pagina 42 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
7
Verwijzingen bij Evenementen (o.a. Parkeren)
7.1
Algemeen Bij evenementen gaat het doorgaans om verwijzing naar parkeerplaatsen (P) rond stadions, beurzen, etc. en soms ook naar P+R mogelijkheden. Voor wegen in beheer bij Rijkswaterstaat is het aanduidingenbeleid van Rijkswaterstaat leidend om te bepalen over welke (soort) evenementen wel en niet geïnformeerd wordt.
7.2
Uitgangspunten evenementen Voor het tonen van boodschappen bij evenementen gelden de volgende voorwaarden: • Er is sprake van (enige kans op) verkeershinder. • De aanbevolen route wijkt af van de normaal bewegwijzerde route. Daarnaast dient er, wanneer er op de desbetreffende (berm)DRIPs regulier al informatie getoond wordt (zoals dynamische verkeersinformatie) een verkeerskundige afweging gemaakt te worden welke informatie prioriteit heeft. Hoe minder aan de randvoorwaarden hierboven voldaan wordt, hoe eerder er bij een verslechterende verkeerssituatie teruggegrepen zal worden naar de reguliere informatie zoals dynamische verkeersinformatie. Dit speelt zowel bij de voorbereiding als tijdens het tonen van de tekst. Bij het maken van beelden voor evenementen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: • • • • • • •
Op bermDRIPs wordt de boodschap vergezeld van het P(+R) pictogram indien het gaat om parkeer- of P+R verwijzingen. Op DRIPs worden, indien mogelijk, bij parkeerverwijzingen ook altijd het betreffende regelpictogram gebruikt. Een advies wordt aangegeven met de aanduiding volg, gevolgd door een aanduiding die aansluit op de ter plaatse aanwezige bebording; bijvoorbeeld volg s102. Bij evenementen wordt verwezen naar de betreffende locatie en wordt eventueel het soort evenement vermeld; de naam van het evenement wordt normaliter niet getoond. Bijvoorbeeld ArenA, gevolgd door concert. Uitsluitend wanneer een locatieaanduiding niet goed mogelijk is, of onvoldoende herkenbaar is voor de weggebruiker, kan in plaats daarvan de naam van het evenement worden gebruikt; bijvoorbeeld Concert at Sea. De locatie wordt niet aangeduid met logo’s. Reclame wordt zoveel mogelijk vermeden. Alleen als bij een zeer gewilde locatie die niet goed anders is aan te duiden verkeersprobleem (kunnen) ontstaan mag een boodschap als ¥ naar IKEA dicht worden gebruikt.
Pagina 43 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
7.3
15 december 2010
Boodschappen bij evenementen Op DRIPs wordt de eerste regel gebruikt voor het P(+R) regelpictogram en het WAAR (of in uitzonderingsgevallen de naam van het evenement), de derde regel voor advies en/of aanvullende informatie. De tweede regel blijft leeg, tenzij deze ruimte nodig blijkt ten gevolge van ruimtetekort op regel 1 of 3. Is het tonen van regelpictogrammen niet mogelijk dan kan de tekst parkeren op regel 1 worden gebruikt. Op bermDRIPs wordt voor deze boodschappen bij Type 1 de lay-out Small aanbevolen. Voor Type 2 en 3 wordt de lay-out Medium-Links aanbevolen. De layout Tekst is alleen te gebruiken als een P- of P+R pictogram niet kan worden getoond, bijvoorbeeld op een geel Type 3 paneel; in dat geval kan voor het aanduiden van parkeren of P+R een regelpictogram worden gebruikt. De diverse elementen van het tekstgedeelte dienen zo goed mogelijk visueel gescheiden te worden.
Voorbeelden:
Pagina 44 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
7.4
15 december 2010
Vooraankondigingen van evenementen Vooraankondigingen worden maximaal 7 dagen vóór de evenementdatum geplaatst, als mottotekst. Bij vooraankondigingen wordt bewust van de standaardvolgorde van de elementen van de boodschap afgeweken. Door met het WANNEER te beginnen is duidelijker dat het geen urgente boodschap betreft. Op bermDRIPs wordt de lay-out Tekst gebruikt. Op de overige regels wordt aangegeven welk evenement het betreft, alsmede de eventuele consequenties. Hierbij is de volgorde vrij te kiezen. Voorbeelden:
Pagina 45 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Pagina 46 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
8
Landelijke en regionale boodschappen
8.1
Algemeen Regio-overschrijdende boodschappen worden door het Verkeerscentrum Nederland (VCNL) aangeleverd; aan de betrokken verkeerscentrales wordt gevraagd deze te plaatsen. De meest bekende landelijke boodschappen zijn de motto’s, die op DRIPs getoond worden als er buiten de spitsuren geen vertraging is. Daarnaast kan het nodig zijn om in andere bijzondere gevallen landelijk tot plaatsing van een boodschap over te gaan, zoals bij extreme weersomstandigheden, grootschalige landelijke verkeersproblemen, ontvoeringszaken of bijzondere landelijke evenementen. Boodschappen met een regionaal belang kunnen eventueel tijdelijk een hogere prioriteit krijgen dan bijvoorbeeld een landelijke mottoboodschap.
8.2
Motto’s en Landelijke acties De RWS motto’s worden vastgesteld door Verkeerscentrum Nederland in overleg met het Bureau DG sectie Communicatie van het Hoofdkantoor. Hierbij wordt aangesloten bij de verkeersveiligheidscampagnes van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Jaarlijks wordt in de Campagnekalender Verkeersveiligheid opgenomen welke dat zijn. De motto’s worden in dezelfde periode getoond waarin de motto’s op de vaste mottoborden staan. Per campagnethema wordt een inzetschema opgesteld, dat door het Verkeerscentrum Nederland wordt verstrekt aan de verkeerscentrales. In bijzondere gevallen kan er sprake zijn van boodschappen die in meerdere regio’s moeten worden getoond. We spreken dan van een “Landelijke actie”. Ook in zo’n geval wordt de boodschap door VCNL aangeleverd. Ook bij jaarlijks terugkerende gebeurtenissen zoals nieuwjaarsdag en dodenherdenking worden motto’s gebruikt volgens een VCNL protocol. Voorbeelden:
Pagina 47 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
8.3
15 december 2010
Amber Alert boodschappen Amber Alert boodschappen worden op verzoek van VCNL geplaatst. VCNL levert daarbij de exact te plaatsen tekst toe, op basis van een protocol. Vooralsnog worden deze boodschappen alleen op DRIPs geplaatst, en niet op bermDRIPs. In principe hebben deze boodschappen een hogere prioriteit dan alle andere DRIP boodschappen; alleen in het geval van een bijzondere verkeerssituatie (als het tonen van een omleidingsadvies of een waarschuwing op een bepaalde DRIP belangrijker wordt geacht) kan hiervan worden afgeweken. Voorbeeld:
8.4
Regionale boodschappen en publiekscampagnes In het geval van “regionale” afbeeldingen worden deze door de betrokken verkeerscentrale opgesteld. Daarbij wordt VCNL geïnformeerd als het om een (soort) boodschap gaat die al vaker is getoond, en wordt VCNL om toestemming gevraagd als het om een nieuw soort boodschap gaat. Soms worden DRIPs gebruikt bij publiekscampagnes, zoals bijvoorbeeld het promoten van een “autovrije zondag”. Ook hier wordt, net als bij andere vooraankondigingen, met WANNEER begonnen om aan te geven dat het geen urgente boodschap betreft. De • • •
boodschap bevat de volgende elementen: Informeren over wanneer een gebeurtenis plaats vindt Informatie over de gebeurtenis Advies, en eventuele aanvullende informatie.
Voorbeeld:
Pagina 48 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
9
15 december 2010
Ondersteuning van verkeersmaatregelen
Boodschappen voor het ondersteunen van verkeersmaatregelen zijn gericht op het uitleggen van DVM maatregelen waar de weggebruiker mee geconfronteerd wordt. Deze boodschappen hebben mogelijk geen directe relatie met het actuele verkeersbeeld, maar komen voort uit een samenhang van gecoördineerd in te zetten maatregelen. De tekst is dan een onderdeel van een regelscenario. Voor deze boodschappen kunnen alle lay-outs worden gebruikt. Regelscenario’s worden nu voor vier situaties gemaakt: • reguliere spitsen, • incidenten, • evenementen en • werk in uitvoering. Gezien deze categorieën kan globaal gesteld worden dat de tekststrategie zoveel mogelijk overeen moet komen met die van de reeds behandelde tekstsoorten. De boodschappen voor scenario´s zijn zo divers dat een strakke richtlijn niet wenselijk en zelfs niet mogelijk is. Wel dienen de regels voor tekst en pictogrammen uit hoofdstuk 3 zo veel mogelijk te worden gevolgd.
Voorbeelden:
Pagina 49 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Pagina 50 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
10
15 december 2010
Prioriteiten
In het Centraal DRIPs Management Systeem (CDMS) kan voor elke soort boodschap (in het CDMS “afbeelding” genoemd) een prioriteit worden vastgelegd. De boodschap met de “hoogste” prioriteit wint het, en wordt getoond, in het geval er tegelijkertijd meerdere wensen voor het tonen van een afbeelding op een (berm)DRIP bestaan. Op deze manier wordt bijvoorbeeld bereikt dat een mottotekst alleen verschijnt als er geen handtekst gewenst is en er ook geen file te melden is. Handteksten zullen altijd de hoogste prioriteit hebben, gevolgd door Stremmingsteksten, urgente Werk in Uitvoering boodschappen en daarna reistijden filemeldingen. Motto’s worden uitsluitend getoond in een “freeflow” situatie; er kan een “tijdvenster” worden opgegeven, waardoor wordt bereikt dat een motto alleen buiten de spitsperiode wordt getoond. Er bestaan meer typen afbeeldingen dan de hierboven genoemde, met ieder weer hun eigen prioriteit; voor nadere informatie wordt verwezen naar de Handleiding CDMS.
Pagina 51 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Pagina 52 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
11
15 december 2010
Index
A aanduidingen 12; 21; 28; 34; 35 aanduidingenbeleid 43 aankondigingen 5 advies 7; 19; 38; 43; 44 afbeeldingen 7; 8; 9; 16; 32; 34; 41; 48; 51 afbreekstreepje 11 afkorten 13; 25 afkortingen 11; 13 afrit 12; 21; 36; 40 afritaanduiding 8 afsluiting(en) 12; 48 afwikkelingsniveau 28; 41 alternatief 27 alternatieve route 12; 28 Amber Alert 11; 48 apostrof 11; 13 B bebording 43 bedrijventerrein 21 benaming 11 besturingssysteem 5; 18 bewegwijzering 10; 11; 12; 20; 21 blank 33 boodschap(pen) 5; 7; 8; 10; 11; 17; 18; 19; 20; 27; 28; 32; 35; 38; 39; 43; 44; 45; 47; 48; 51 brug(gen) 12; 21; 41 brugopening 39; 41 buitenland(se) 8; 12 bus 21; 34 C Campagnekalender CDMS Centrico combiteksten convergentiepunt Cross Border Management
47 10; 18; 51 14; 21; 35; 39 41 27 8
D dagaanduiding datumaanduiding defecten dicht dierentuin
13 13 18 5; 8; 12; 19; 36; 40; 43; 66 21
dodenherdenking 47 doorstroming(sinformatie) 27; 12 DVM 49 dynamische verkeersinformatie 7; 8; 14; 16; 19; 27; 43 E eindaanduiding 8 eindbestemming 34 eindpunt 8; 27; 28; 30; 31 eindtijd 14 evenementen 5; 7; 43; 44; 45; 47; 49 evenementverwijzingen 6 extra spatiëring 14 extra zwartruimte 9; 17; 18; 19; 28 F file-informatie filepictogram fileplaatjes filevrij FIVE fonts free flow
5; 18 32 24 15; 16; 18; 27; 28; 30; 32 7 10 41
G gecentreerd geen info grafisch grafische fileplaatjes grafische wijze
15; 16; 28 25; 33 9; 10 24 27
H handmatig handtekst(en) hoofdlettergrootte hoofdletter(s) hoofdrijbaan
41 19; 39; 51 10 11; 12; 34 15
I icoon incidenten informatie-eenheden informatie-eenheid informatiewagens internetadressen inzetschema
41 7; 12; 49 8 8; 16 5 14 47
Pagina 53 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
J jaaraanduiding jaarlijks
13 47
K kleur(en) knooppunt knooppuntnaam kompasrichting koppelteken kopregel kruispunt
10; 15; 34; 41 13; 21; 25; 36; 40 8 12 12; 14 41 13
L landafkorting 8 landelijke boodschappen 47 Large 9; 10; 16 lay-out 7; 16; 17; 23; 28; 30; 32; 36; 37; 38; 40; 44; 45 lay-outs 9; 10; 18; 19; 32; 34; 49; 65; 66 leesafstand 10 leesbaarheid 25; 28 leestekens 11 lege regels 17 lettergroottes 10 lettertype 10 locatieaanduiding 12; 14; 21; 34; 43 logo’s 43 luchthaven 20 M maandnaam maandnummers Medium-Dubbel Medium-Links Medium-Midden motto('s) mottoboodschap mottotekst
13 13 9; 10; 16; 23 9; 10; 16; 19; 32; 44 9; 10; 16 5; 7; 11; 34; 41; 47; 51 47 38; 45; 51
N niet-alternatieve routes nieuwjaarsdag
30; 31 47
O objectnamen oeververbindingen omleiding omleidingsadvies omleidingsadviezen omleidingsroutes
11 48 5; 12; 35; 39 35; 39; 48 14; 21 8
15 december 2010
onderliggend wegennet ongeval ontstoringsstip ontvoeringszaken ontwerpelementen onvoorziene gebeurtenis onvoorziene omstandigheden open opgeknipt
7 21; 39; 41 7 47 24 5; 39 5; 39; 40 12; 21; 35 31
P P+R 5; 11; 15; 16; 20; 21; 27; 34; 43; 44 paneel 10; 18; 36; 40; 44 panelen 5; 34 parkeerplaatsen 43 parkeerverwijzingen 16; 43 parkeren 34; 44 passen en meten 25 pictogram 8; 9; 16; 19; 21; 32; 35; 37; 38; 43; 44 pijl(en) 14; 15; 16; 21; 28; 35; 39 pijlsymbolen 14; 16 pijlsymbool 14; 15; 28; 30 pixels 65; 66 plaatsaanduiding 12; 35 plaatsnamen 11; 12 prioriteit 43; 47; 48; 51 prioriteitsmechanisme 6 prioriteitsvolgorde 23 protocol 47; 48 publiekscampagnes 48 R reclame regelpictogram
43 21; 35; 36; 37; 38; 40; 41; 43; 44 regeluitval 18 regionale boodschappen 47 reikwijdte 8; 12; 28; 30 reistijd 12; 27; 28; 30; 32; 33; 41; 51 reistijdvermelding 27 richting 12; 13; 21 richtingaanduiding 12 richtingpijlen 21; 25; 28 routeaanduiding 25 ruimtetekort 44 RVV 22; 23; 35; 36; 40; 65; 66 S scenario’s schrijfwijze
39 11
Pagina 54 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
Small spatie(s) spatiëring spitsperiode spitsuren splitspunt stadion standaardelementen standaardtekst standaardvolgorde stremmingsteksten symbolen
9; 10; 16; 18; 44 14; 15; 16; 20; 25; 28; 35 14 51 47 27 20; 21 24 33 20; 38; 45 51 34
T tegenverkeer Tekst Tekstaanpassing tekstbegrip tekstblok tekstblokken tekstelementen teksten tekstgedeelte tekstkleur tekstonderdelen tekstopbouw tekstregel(s) tekstsoorten tekststrategie tekstvolgorde tekstvorm tijdaanduidingen tijdvenster tot aanduiding traject(en) trein tunnel tunnelbuis
12; 66 9; 10; 17; 19; 28; 30; 32; 36; 37; 38; 40; 44; 45 33 14 16; 17 16; 17; 19 19 5; 6; 8; 11; 19; 33; 35 8; 11 15 20 7 9; 11; 15; 20; 30 49 39; 49 36; 37; 40 27 13 51 28 27; 31; 32; 33 21; 34 11; 12; 13; 66 12
U uitgelijnd uitlijning uitroeptekens uitval uitvoeringsvorm(en) uuraanduiding
15; 16 13; 17; 36; 37; 40 11 18; 33; 34 9; 34 14
15 december 2010
V vakantieverkeer 39 vanAnaarBeter 11; 14 VCNL 11; 47; 48 verbindingswoorden 12 verbodsaanduidingen 7 verbodsbord(en) 10; 23; 66 verkeershinder 35; 39; 43 verkeersinformatie 5; 27; 41; 43 verkeersmaatregelen 5; 49 verkeerssituatie 27; 28; 30; 32; 33; 43; 48 verkeersveiligheid 47 verkeersveiligheidscampagnes 47 vertraging 27; 35; 47 verwijzing(en) 5; 15; 21; 34; 43 visueel gescheiden 19; 44 vliegtuig(pictogram) 20; 21 voetbal(stadion) 20; 21 voetbalwedstrijden 21 VOL 11; 15; 34 volg 8; 12; 14; 35; 39; 43 volgorde 19; 23 vooraankondigingen 5; 35; 38; 45; 48 voorkeursvolgorde 16 voorkeurswoorden 12 voorwaarschuwingen 20; 66 vraagtekens 11 vrachtwagen 20; 21 W waarschuwen 39 waarschuwingsbord 23 weersomstandigheden 47 wegnummers 11; 12 wegverkeersleider 18; 39; 41 wegwerkzaamheden 48 werk in uitvoering 5; 35; 49 werkzaamheden 5; 7; 21; 35; 36; 37; 38; 41; 45 wind(stoten) 39 WIU 20; 21; 35; 36; 37; 38; 41 Z ziekenhuis zwart(e) zwartruimte
20; 21 7; 39 17; 30
Pagina 55 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Pagina 56 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
Bijlage
A
Detaillering lay-out
A.1
Lay-out Large
15 december 2010
Pagina 57 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
A.2
15 december 2010
Lay-out Medium-Links
Opmerkingen: (1) Het aantal voor tekst beschikbare pixels hangt af van de breedte van het gebruikte pictogram. (2) In het geval van een driehoek zal er voor de eerste regel zelfs meer ruimte beschikbaar zijn; per te gebruiken pictogram zal in de configuratiegegevens bijgehouden dienen te worden hoeveel ruimte voor de tekst op regel 1 respectievelijk 2 beschikbaar is. (3) Aangezien het pictogram zich in de linker bovenhoek bevindt mag het, uitsluitend bij deze configuratie ook kleiner (lager) zijn; de naast het pictogram opgegeven maat moet als een maximum worden gezien.
Pagina 58 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
A.3
15 december 2010
Lay-out Medium-Midden
Pagina 59 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
A.4
15 december 2010
Lay-out Medium-Dubbel
Pagina 60 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
A.5
15 december 2010
Lay-out Small
Pagina 61 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
A.6
15 december 2010
Lay-out Tekst
Pagina 62 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
Bijlage
B
Gebruikte pictogrammen
B.1
Regelpictogrammen
15 december 2010
Richtingpijlen
Centrico-pijlen
Knooppunt
Afrit
File
Werk in uitvoering
Ongeval
Brug open
Voetbalstadion
Dierentuin (ZOO)
Bedrijventerrein
Pagina 63 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
P
P+R
Ziekenhuis
Vrachtwagen
Bus
Auto
Trein
Vliegveld
Pagina 64 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
B.2
15 december 2010
RVV waarschuwingsborden
J01
J15
J16
J17
J18
J19
J20
J25
J29
J31
J33
J34
J35
J36
J37
De borden zijn hier afgebeeld in de versie van 70 pixels hoog, maar zijn in alle maten (40, 44, 48, 60, 70 en 92 beschikbaar); zie bijlage A (lay-outs).
Pagina 65 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
B.3
RVV ge- en verbodsborden
A1 (50)
B.4
15 december 2010
A1 (70)
A1 (80)
A1 (90)
A1 (100)
C1
C7
C10
C22
C22
F1
F2
F3
F4
F8
Overige pictogrammen
Bovenstaande pictogrammen zijn te gebruiken als er geen sprake is van direct gevaar (bord ver van incident), of in geval van voorwaarschuwingen.
Parkeren
Park + Ride
Tunnel (buis) dicht
Tegenverkeer in tunnel
Ongeval in tunnel
Alle borden zijn afgebeeld in de versie van 70 pixels hoog, maar zijn in alle maten (40, 44, 48, 60, 70 en 92 beschikbaar); zie bijlage A (lay-outs).
Pagina 66 van 67
Richtlijn informatievoorziening op (berm)DRIPs versie 1.0
15 december 2010
Pagina 67 van 67