NOVEMBER 2012
Transparant over renterisico’s Jaarrekeningonderzoek Pensioenfondsen
Samenvatting Gebruikers van de jaarrekening van pensioenfondsen zullen steeds meer geïnteresseerd zijn in de wijze waarop pensioenfondsen omgaan met het renterisico. Uit verkennend jaarrekeningonderzoek van KPMG blijkt dat pensioenfondsen de informatieverschaffing over dit onderwerp op een aantal punten kunnen verbeteren: • Het duidelijk toelichten van het effect van de (in)effectiviteit van de afdekking van het renterisico op de staat van baten en lasten. • Het toelichten van de (potentiële) effecten van wijzigingen in de rente op de dekkingsgraad door middel van een gevoeligheidsanalyse. • Informatieverschaffing over de gevolgen van ontwikkelingen in de waarde van rentederivaten op de hoogte van de te ontvangen of te verstrekken onderpandposities (collateral). Door middel van een gevoeligheidsanalyse kan de impact hiervan op de liquiditeit inzichtelijk worden gemaakt.
1 | Transparant over renterisico’s
2 | Transparant over renterisico’s
1. Inleiding
Pensioenfondsen staan meer dan ooit in de maatschappelijke belangstelling. Transparante verslaggeving over de risico’s waaraan pensioenfondsen blootstaan en de wijze waarop pensioenfondsen hiermee omgaan (risicomanagement) worden steeds belangrijker. In deze publicatie wordt stilgestaan bij één van deze risico’s, namelijk het renterisico. Samen met de beleggingsrisico’s heeft dit risico de meeste financiële impact voor pensioenfondsen. Het belang van een goede toelichting op het renterisico en de uitzonderlijke marktomstandigheden van de laatste jaren, zijn voor ons redenen geweest om een verkennend jaarrekeningonderzoek uit te voeren naar de informatieverschaffing van pensioenfondsen over het renterisico en het beleid hieromtrent. Het doel van het onderzoek en deze publicatie is het in kaart brengen van de wijze waarop pensioenfondsen hun belanghebbenden informeren over het door hen gevoerde renterisicobeleid en hoe deze informatieverschaffing van elkaar verschilt. Op basis van het onderzoek presenteren wij u een aantal voorbeeldteksten. Hiermee willen we pensioenfondsen handvatten bieden om op eenvoudige wijze de verslaggeving verder te verbeteren. Daarom is geprobeerd de tekstuele toelichtingen te beperken en de nadruk te leggen op de voorbeeldteksten.
© 2012 KPMG Accountants N.V.
1.1
Beschrijving van het onderzoek
In het onderzoek zijn de aard en omvang van de verslaggeving over renterisico’s geïnventariseerd. Wij hebben de 25 grootste pensioenfondsen van Nederland hierin meegenomen (zie de bijlage voor een overzicht). Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de jaarrekeningen 2010, omdat deze ten tijde van het onderzoek allen beschikbaar waren. Daarnaast zijn de uitkomsten gestaafd aan de toelichtingen zoals opgenomen in de jaarrekening over 2011 van een aantal pensioenfondsen. De jaarrekeningen zijn beoordeeld op basis van een vragenlijst met elementen
gerelateerd aan het renterisico waarover al dan niet een toelichting wordt verschaft. Deze onderzoeksmethode waarborgt dat de informatie uit de jaarrekeningen op een eenduidige en consistente wijze is verzameld en beoordeeld. Uitgangspunt voor de vragenlijst zijn de toelichtingsvereisten en -aanbevelingen van RJ 610 Pensioenfondsen. In RJ 610 wordt verwezen naar andere standaarden, waaronder RJ 290 Financiële Instrumenten. Het onderzoek is nadrukkelijk niet bedoeld om vast te stellen of deze voldoen aan de wettelijke eisen. De voorbeeldteksten zijn gebaseerd op de inventarisatie van de jaarverslagen.
Transparant over renterisico’s | 3
2. Onderzoeksresultaten en aanbevelingen
2.1 Algemene uitgangspunten en beleid Het eerste onderdeel van het onderzoek richt zich op de algemene uitgangspunten ten aanzien van het renterisicobeleid en de wijze van presentatie in de jaarrekening. Dit begint met het geven van een duidelijke omschrijving van wat het renterisico precies inhoudt. Uit het onderzoek blijkt dat alle onderzochte pensioenfondsen duidelijke definities opnemen. De gevonden definities zijn inhoudelijk nagenoeg aan elkaar gelijk. Daarnaast is het belangrijk dat pensioenfondsen aangeven hoe zij met het geïdentificeerde renterisico om willen gaan. Met andere woorden, wat is het beleid van het pensioenfonds en waarom hebben zij hiervoor gekozen. In
welke mate is het pensioenfonds bereid renterisico te accepteren? Hoe verhoudt deze risk appetite zich tot de wensen van deelnemers en sponsor(en), en de formele grondslagen van het pensioenfonds, zoals het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst? Uit het onderzoek blijkt dat het antwoord op deze vragen niet altijd duidelijk naar voren komt in het jaarverslag.
elementen consistent en eenduidig op te nemen in het jaarverslag, kan het inzicht in de strategische beleidskeuzes van het pensioenfonds, de onderliggende overwegingen en de uitwerking van dit beleid over het boekjaar worden vergroot. Uit het onderzoek blijkt dat 80% van de onderzochte pensioenfondsen expliciet aangeeft in hoeverre zij het renterisico (procentueel) willen afdekken. Ongeveer de helft van de pensioenfondsen besteedt daarbij ook aandacht aan de onderliggende argumenten voor het kiezen van een bepaald percentage van afdekking. Naar onze mening is dit juist interessante informatie voor gebruikers van de jaarrekening. Vooral kan nadrukkelijker worden stilgestaan bij de afwegingen die zijn gemaakt voor de verschillende deelnemersgroepen. Als belangrijkste
Tevens is de koppeling naar de daadwerkelijke effectiviteit van het beleid van belang. Hierbij kan worden toegelicht of de daadwerkelijke renteafdekking in overeenstemming met de doelstelling heeft plaatsgevonden en wat de oorzaak is van eventuele verschillen. Figuur 1 geeft een overzicht van de samenhang tussen beleid, uitvoering en verslaggeving. Door bovengenoemde
Beleid
Uitvoering
Verslaglegging
Pensioenreglement
Uitvoeringsorganisatie (Systemen, processen en mensen)
Jaarverslaggeving
Uitbesteding (SLA’s, mandaten)
Rendements- en mandaatrapportages
Uitvoeringsovereenkomst ABTN ALM
Toezichtrapportages
SLA en In Control rapportages Risico-identificatie Kwantificering en Risk appetite
=
Risicobeheersing
=
Risicoverantwoording
Monitoring en evaluatie Bestuur, Beleggingscommissie, Verantwoordingsorgaan, Visitatiecommissie, (ALM studie, Risicorapportage, Verslagleggingsrapportages) Figuur 1: Samenhang tussen beleid, uitvoering en verslaggeving van risico’s
© 2012 KPMG Accountants N.V.
4 | Transparant over renterisico’s
argument dat in de onderzochte jaarrekeningen wordt genoemd voor het niet volledig afdekken van renterisico’s is dat dit niet past binnen de reële rendementsdoelstelling van het fonds. Meer afdekken brengt extra kosten met zich mee, wat ten koste kan gaan van het indexatievermogen van het fonds. Tevens wordt hiermee de herstelkracht, ofwel de mogelijkheid om te profiteren van een stijgende trend van de rente, beperkt. Ongeveer 60% van de onderzochte pensioenfondsen benoemt vervolgens de mate waarin het renterisico daadwerkelijk op balansdatum is afgedekt. Naar onze mening is het noemen van een concreet percentage belangrijk, omdat de mate van effectiviteit veelal niet eenduidig uit de jaarrekening is te herleiden. Daarnaast is het belangrijk om ook in te gaan op ontwikkelingen die gedurende het jaar plaatsvinden; immers, zowel de doelstelling als de daadwerkelijke effectiviteit van renteafdekking kan gedurende het jaar aan verandering overhevig zijn. Voor het jaarverslag over 2012 kan hier bijvoorbeeld worden gedacht aan het effect van de invoering van de Ultimate Forward Rate (UFR) op het gevoerde renterisicobeleid en de effectiviteit hiervan. Op basis van onze bevindingen hebben wij de volgende voorbeeldtekst opgesteld:
Voorbeeldtekst: toelichting renterisico en renterisicobeleid Het renterisico is het risico dat de waarde van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ontwikkelingen in de marktrente. Een hoge markrente heeft in het algemeen een positief effect op de dekkingsgraad. Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente omdat de omvang en duratie van de beleggingen niet gelijk zijn aan de omvang en duratie van de verplichtingen. De duratie is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Hiermee kan de rentegevoeligheid worden gemeten. Een hoge duratie betekent dat de dekkingsgraad van het fonds gevoeliger is voor ontwikkelingen in de marktrente, zowel naar boven als naar beneden. Het beleid van het fonds is erop gericht om de ‘duratiemismatch’ te verkleinen door het renterisico voor ...% af te dekken (2011: ...%). Dit betekent dat het fonds in principe voor …% bescherming heeft tegen rentedaling, maar mogelijk ook geen voordeel heeft van rentestijgingen (afhankelijk van het type afdekkingsinstrument). Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en nadelen (minder rendement, kosten) van meer of minder duratiematching af ten opzichte van alternatieve strategieën. Voor actieve deelnemers is de keuze van het bestuur... en voor gepensioneerde en gewezen deelnemers is dit beleid... Vanwege de gekozen afdekking betekent dit voor de dekkingsgraad dat deze langzaam/snel zal meebewegen als de marktrente stijgt. De renteafdekking is ondergebracht bij…Het bestuur is belast met de monitoring van de uitvoering. Over het boekjaar is de feitelijke renteafdekking…% geweest. Het verschil tussen de gewenste en feitelijke afdekking (…%) is veroorzaakt door…. Gedurende het jaar hebben de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden die invloed hebben gehad op de feitelijke renteafdekking…
2.2 Toelichting op afdekkings instrumenten Pensioenfondsen hebben meerdere instrumenten tot hun beschikking om het renterisico af te dekken in overeenstemming met het gekozen beleid. Uit het onderzoek blijkt dat 24 van de 25 onderzochte pensioenfondsen (96%) expliciet in
© 2012 KPMG Accountants N.V.
hun jaarrekening aangeven welke afdekkingsinstrumenten zij gebruiken. Vanzelfsprekend investeren alle onderzochte pensioenfondsen in langlopende (staats)obligaties, om op deze manier de duratie van de beleggingen (meer) in lijn te brengen met de duratie van de pensioenverplichtingen. Hierbij komen vooral investeringen in Nederlandse en Duitse staatsobligaties veel voor.
Transparant over renterisico’s | 5
Met staatsobligaties alleen kunnen pensioenfondsen de duratie van de beleggingen niet voldoende verlengen om deze in lijn te brengen met de duratie van de verplichtingen. Mede om deze reden maken 24 van de 25 pensioenfondsen gebruik van renteswaps. Met een renteswap worden een variabele en vaste rente over een vastgestelde hoofdsom (nominal) uitgewisseld met de tegenpartij. Tien pensioenfondsen (40%) maken naast swaps ook gebruik van swaptions. Een swaption is een optie op een renteswap, dus het recht om binnen de afgesproken periode een renteswap aan te gaan tegen vooraf vastgestelde voorwaarden. Tot slot kunnen ook caps, floors en forwards gebruikt worden, hoewel uit het onderzoek blijkt dat pensioenfondsen nauwelijks gebruikmaken van deze instrumenten om hun renterisico’s af te dekken.
De precieze werking van de genoemde instrumenten blijkt niet altijd even duidelijk uit de jaarrekening. Wel wordt in alle gevallen een definitie van rentederivaten, swaps of swaptions opgenomen in de begrippenlijst, maar een duidelijke uitleg over hoe en in welke mate de instrumenten bijdragen aan de renteafdekking ontbreekt vaak. De voorbeeldteksten in deze factsheet bevatten een aantal concrete mogelijkheden hiertoe. Bij het benoemen van de afdekkingsinstrumenten die het pensioenfonds gebruikt, verdient het aanbeveling duidelijk te maken of derivaten worden afgesloten op basis van algemeen geaccepteerde standaarden, zoals de ISDA (International Swap Derivatives Association) of de RFD (Raamovereenkomst Financiële Derivaten). Hierbij kan worden toegelicht welke rechten en
plichten hieruit voortvloeien, bijvoorbeeld in het kader van verstrekken of opeisen van extra zekerheden (zie paragraaf 2.4). Hierbij kan ook worden ingegaan op aanvullende risico’s die het gebruik van derivaten met zich meebrengt. Een voorbeeld hiervan is het liquiditeitsrisico, indien op basis van de swapovereenkomst aanvullend onderpand gestort dient te worden. Daarnaast zijn er juridische risico’s die vooral van belang zijn bij complexere structuren. Tot slot speelt ook hier het tegenpartijrisico een belangrijke rol, omdat altijd de kans aanwezig is dat de contractuele tegenpartij niet aan haar overeengekomen verplichtingen kan voldoen.
Voorbeeldtekst: gebruik van financiële instrumenten om renterisico’s af te dekken Het beleid van het fonds is erop gericht om het renterisico voor ...% af te dekken. Het fonds realiseert afdekking tegen renterisico door meer langlopende (staats)obligaties te kopen in plaats van aandelen. Daarnaast maakt het fonds gebruik van renteswaps en swaptions. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het pensioenfonds ontvangt in dit geval een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor). Het fonds betaalt hiervoor een swappremie. Bij het afsluiten van een swap of swaption wordt de ‘duratiemismatch’ verkleind, maar ontstaan nieuwe risico’s zoals tegenpartij-, liquiditeits- en juridische risico’s. Deze risico’s worden door het fonds acceptabel geacht. Het fonds heeft interne beheersingsmaatregelen geïmplementeerd die een continue monitoring van deze risico’s waarborgt, zoals …. [concreet benoemen] Hieronder wordt een overzicht gegeven van de posities in (rente)derivaten ultimo boekjaar:
Type derivaat Nominale waarde Saldo waarde Positieve waarde Negatieve waarde Gemiddelde looptijd contract Renteswaps … … … … … Swaptions …
© 2012 KPMG Accountants N.V.
…
…
…
…
6 | Transparant over renterisico’s
2.3 Duraties en rentegevoeligheid Het derde onderdeel van het onderzoek richt zich op de presentatie van de duratie van beleggingen en pensioenverplichtingen. Hiermee kan de gevoeligheid van het pensioenfonds voor renteontwikkelingen inzichtelijk worden gemaakt. Wij hebben onderzocht in hoeverre pensioenfondsen de duratie van de verschillende balanscategorieën presenteren in het jaarverslag. Uit het onderzoek blijkt dat 80% van de onderzochte pensioenfondsen de duratie van de verplichtingen weergeeft. Daarnaast geeft 76% ook de duratie van de vastrentende waarden. Hierdoor kan een beoordeling van de ‘duratie-mismatch’ worden gemaakt. De helft van de pensioenfondsen geeft aan wat de totale invloed was van de gehanteerde derivaten op de duratie van de vastrentende waarde. Met andere woorden, in welke mate dragen de derivaten bij aan de verlenging van de duratie van vastrentende waarden om
zo de ‘duratiemismatch’ te beperken. Slechts 13% van de onderzochte pensioenfondsen heeft dit per type instrumenten gegeven. Naar onze mening kan de ‘duratiemismatch’ op een duidelijke wijze in een figuur worden opgenomen. Hierbij kan de duratie van de vastrentende waarden worden vergeleken met de duratie van de pensioenverplichtingen. De duratie van de vastrentende waarden kan voor en na het effect van rentederivaten worden opgenomen, zodat het effect van de derivaten zichtbaar wordt. Een aantal pensioenfondsen biedt ook een looptijdanalyse van vastrentende waarden en verplichtingen per periode in nominale termen. Ook dit geeft een helder beeld. Uit het onderzoek blijkt dat nagenoeg alle onderzochte pensioenfondsen een vorm van een gevoeligheidsanalyse in hun jaarrekening opnemen, waaruit blijkt wat de effecten zijn van wijzigingen in de marktrente. Hierbij hebben wij verschillende varianten geïdentificeerd. Een aantal pensioenfondsen presenteert de effecten van rentewijzigingen op de rentebaten en -lasten, andere pensioenfondsen nemen hier de waarde van de balansposten en weer andere beschrijven de effecten op de dekkingsgraad. Deze laatste variant heeft, al dan niet in combinatie met andere varianten, onze voorkeur. Naar onze mening is de gevoeligheidsanalyse een belangrijk instrument om toekomstige risico’s uit hoofde van rente-effecten inzichtelijk te maken. Hierbij mag dan ook nadrukkelijk worden stilgestaan. Wij beschouwen een grafische weergave waarin de impact van rentewijzigingen op zowel het pensioenvermogen, de verplichtingen als de dekkingsgraad worden gepresenteerd als het meest informatief.
© 2012 KPMG Accountants N.V.
Transparant over renterisico’s | 7
Voorbeeldtekst: toelichting op duraties
Duratie Balanswaarde 31 dec. 2012 31 dec. 2011 EUR EUR EUR Vastrentende waarden (exclusief rentederivaten) … … … Rentederivaten
… … …
Vastrentende waarden (inclusief derivaten)
…
…
…
Pensioenverplichtingen (nominaal)
…
…
…
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de duratie van de vastrentende waarden circa xx jaar bedraagt, zonder het effect van rentederivaten. Het fonds is rentederivaten aangegaan, waarmee de duratie met xx jaar wordt verlengd. De totale duratie van de vastrentende waarden komt hiermee op xx (2011:xx). De duratie van de nominale pensioenverplichtingen bedraagt xx jaar, wat de rentegevoeligheid veroorzaakt. Overigens kan de duratie van de vastrentende waarden niet een-op-een worden vergeleken met de duratie van de verplichtingen, omdat ook rekening gehouden moet worden met de absolute omvang van de beleggingen en de pensioenverplichtingen. Rentegevoeligheidanalyse
Stand bij 1% Stand ultimo rentedaling boekjaar
Stand bij 1% rentestijging
Vastrentende waarden (exclusief derivaten)
…
…
Rentederivaten
… … …
Saldo
… … …
Pensioenvermogen
… … …
Pensioenverplichtingen (nominaal)
…
…
…
Dekkingsgraad
…%
…%
…%
© 2012 KPMG Accountants N.V.
…
Stand bij 1% Stand ultimo rentedaling boekjaar
Stand bij 1% rentestijging
8 | Transparant over renterisico’s
2.4 Onderpanden Zoals aangegeven in paragraaf 3.2 worden renteswaps veelal opgesteld op basis van de standaardvoorwaarden (ISDA, RFD). Op het moment dat een derivaat een negatieve marktwaarde heeft voor één van de partijen, wordt door de tegenpartij veelal onderpand (collateral) geëist ter compensatie van het tegenpartijrisico. Veelal wordt onderpand gevraagd in de vorm van te storten liquiditeiten op een geblokkeerde rekening of stukken. Vaak gaat het hier om aanzienlijke bedragen, wat (in geval van liquiditeiten) een extra
© 2012 KPMG Accountants N.V.
beslag betekent op de liquide middelen van pensioenfondsen. Dit brengt dus extra liquiditeitsrisico’s met zich mee. Het is daarom belangrijk dat de jaarrekening een goed inzicht biedt in de aard en omvang van ontvangen en verstrekte zekerheden. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de onderzochte pensioenfondsen zowel de hoeveelheid als de aard van ontvangen en gestorte zekerheden presenteert. Hier valt op dat de meeste pensioenfondsen de zekerheden op totaalniveau presenteren, en geen uitsplitsing opnemen voor de verschillende typen derivaten.
Transparant over renterisico’s | 9
Voorbeeldtekst: verstrekte en verkregen onderpanden Door het aangaan van (rente)derivaten loopt het pensioenfonds aanvullende risico’s, zoals tegenpartij-, liquiditeits- en juridische risico’s. Om het tegenpartijrisico te beperken met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA (Credit Support Annex)-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door verkregen onderpanden en zekerheden. Het fonds heeft ultimo boekjaar EUR xx miljoen aan onderpand ontvangen in de vorm van liquiditeiten en (staats)obligaties als gevolg van positieve waardeontwikkeling van de rentederivaten. Het ontvangen onderpand in de vorm van liquiditeiten is herbelegd in xxxx en verantwoord onder xxx. Het ontvangen onderpand staat wel/niet ter vrije beschikking voor het fonds. Daarnaast heeft het fonds voor een totaalbedrag van EUR xx aan (staats)obligaties als onderpand verstrekt als gevolg van een negatieve waardeontwikkeling van rentederivaten. Dit bedrag is verantwoord onder de vastrentende waarden. Het verstrekte onderpand staat wel/niet ter vrije beschikking voor het fonds. De details van de beleggingen die als onderpand zijn verstrekt zijn opgenomen in het volgende overzicht:
Land Looptijd
Interest- Hoofdsom percentage
Reële waarde ultimo boekjaar
… … … … … … … … … … … … … … …
Het fonds heeft verschillende maatregelen genomen om de posities in verstrekte en ontvangen zekerheden te beheersen en te monitoren. Zo stelt het fonds limieten aan tegenpartijen op totaalniveau en worden extra zekerheden bij het uitlenen van effecten (securities lending) gevraagd. Bij een wijziging van de marktrente verandert de waarde van de afgesloten rentederivaten. Hierdoor kan het recht of de verplichting ontstaan om aanvullend onderpand te ontvangen of te moeten storten. Onderstaand overzicht geeft aan wat de geschatte gevolgen zijn voor de omvang van ontvangen en verstrekte zekerheden bij een wijziging van de marktrente.
Bedrag collateral bij 1% rentedaling
Huidig bedrag collateral ultimo boekjaar
Bedrag collateral bij 1% rentestijging
Onderpand ontvangen in liquiditeiten
…
…
…
Onderpand betaald in liquiditeiten
…
…
…
Onderpand ontvangen in de vorm van (staats)obligaties
…
…
…
Onderpand betaald in de vorm van (staats)obligaties
…
…
…
© 2012 KPMG Accountants N.V.
10 | Transparant over renterisico’s
3. Conclusies
In deze publicatie zijn de belangrijkste resultaten van een verkennend jaarrekeningonderzoek naar de toelichting op renterisico’s in de jaarrekening van de 25 grootste Nederlandse pensioenfondsen gepresenteerd. Op basis van de verzamelde informatie is een aantal voorbeeldteksten opgesteld. Deze voorbeeldteksten kunnen waar nodig gebruikt worden als handvat voor een verdere verbetering van de kwaliteit van verslaggeving op dit belangrijke aspect. Uiteraard dienen deze voorbeeldteksten aangepast, en waar nodig uitgebreid te worden, om een optimale weergave van de fondsspecifieke situatie te bieden.
door aandacht te besteden aan compacte, kernachtige toelichtingen ten aanzien van renterisico’s en de beheersing hiervan. Bij voorkeur wordt deze informatie gepresenteerd in een separate paragraaf. Onze ervaring is dat het opnemen van grafische weergaven, tabellen en figuren erg transparant en duidelijk voor de lezer is. Op deze manier kan de informatiewaarde van de jaarrekening verder worden verhoogd. Wij hopen dat u de publicatie als nuttig zult ervaren. Wij zijn graag bereid onze specifieke bevindingen nader toe te lichten en staan open voor eventuele opmerkingen of suggesties.
Deze publicatie is uitgebracht door de afdeling FS STARS Pensions (Vaktechniek bij Financial Services in Amstelveen) van KPMG Accountants N.V. Andere relevante publicaties die binnenkort verschijnen: Voorbeeldjaarrekening Pensioenfondsen Model 2012 (november 2012) De Pensioenwereld in 2013 (januari 2013)
Samengevat menen wij dat de verslaggeving verder verbeterd kan worden
Bijlage Overzicht van onderzochte jaarrekeningen 1 Stichting Pensioenfonds ABP 2 Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn 3 Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek 4 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid 5 Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) 6 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg 7 Pensioenfonds Grafische Bedrijven 8 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel 9 Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw 10 Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties 11 Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering 12 Stichting Pensioenfonds voor de Architectenbureaus
© 2012 KPMG Accountants N.V.
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Stichting Pensioenfonds Werk- en (re)Integratie Stichting Spoorwegpensioenfonds Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Media PNO Stichting Shell Pensioenfonds Stichting Philips Pensioenfonds Stichting Pensioenfonds ING Stichting Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Stichting Pensioenfonds UWV Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers
Over KPMG KPMG biedt dienstverlening op het gebied van audit, tax en advisory. We werken voor een brede groep opdrachtgevers: grote (inter)nationale ondernemingen, middelgrote bedrijven, non-profitorganisaties en overheden. De ingewikkelde problematiek van onze klanten vraagt om een multidisciplinaire aanpak die helpt orde te scheppen in de complexiteit. Onze professionals blinken uit in hun eigen specialisme, maar werken tegelijkertijd nauw samen om zo de toegevoegde waarde te bieden die onze klanten helpt om te excelleren. Daarbij putten we uit een rijke bron van kennis en ervaring, opgedaan in uiteenlopende organisaties en markten.
KPMG Laan van Langerhuize 1 1186 DS Amstelveen Postbus 74105 1070 BC Amsterdam Frans Glorie Tel. +31 (0) 20 656 7505
[email protected] Jacco van Kleef Tel. +31 (0) 30 658 2388
[email protected] Wilfred Kevelam Tel.+31 (0) 30 658 2404
[email protected] www.kpmg.nl/pensions
De in dit document vervatte informatie is van algemene aard en is niet toegespitst op de specifieke omstandigheden van een bepaalde persoon of entiteit. Wij streven ernaar juiste en tijdige informatie te verstrekken. Wij kunnen echter geen garantie geven dat dergelijke informatie op de datum waarop zij wordt ontvangen nog juist is of in de toekomst blijft. Daarom adviseren wij u op grond van deze informatie geen beslissingen te nemen behoudens op grond van advies van deskundigen na een grondig onderzoek van de desbetreffende situatie. © 2012 KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263683, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG, het logo en ‘cutting through complexity’ zijn geregistreerde merken van KPMG International. November 2012.