Training:
Voorlichting en belangenbehartiging
Inhoud > Inhoud 2 > Over deze training 3 > Kiezen voor voorlichting geven 6 > Kiezen voor de juiste boodschap in de juiste verpakking 10 > Kiezen voor een voorlichtingsvorm en middel 14 > Belangenbehartiging 22 > Theoriebron1: Klacht, bezwaar en beroep 25 > Theoriebron 2: Voorlichting geven 27 > Theoriebron 3: Feedback 29 > Werkmodel: Voorlichting aan een groep 30 > Werkmodel: Voorbereiding op belangenbehartiging 31 > Werkmodel: Woordenlijst 32 > Werkmodel: Rollenspel 33 > Werkmodel: Zakelijke brief 34 > Werkmodel: Presenteren 35 > Beoordeling 37 > Specificaties 39
Colofon Uitgeverij
Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail:
[email protected] Internet: www.edu-actief.nl
Auteurs Titel Vormgeving Foto’s
Annytssje Pruim en ROC Mondriaan Voorlichting en belangenbehartiging Binnenwerk: DBD design/Ruurd de Boer, omslag Tekst in Beeld/Hubi de Gast Uitgeverij Edu’Actief b.v.
ISBN Copyright
978 90 3720 393 6 © 2010 Uitgeverij Edu’Actief b.v.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
> Over
deze training
In deze training leer je door middel van oefeningen en opdrachten hoe je voorlichting kunt geven aan klanten. En hoe je belangen kunt behartigen door klanten te helpen bij een aanvraag doen of een klacht, bezwaarschrift of beroep indienen.
Doelstellingen van de training • • • • • • •
Je kunt verschillende manieren van voorlichting geven onderscheiden. Je kunt kiezen voor de juiste voorlichtingsvorm voor verschillende groepen. Je kunt kiezen voor de juiste voorlichtingsvorm in verschillende situaties. Je kunt verschillende voorlichtingsvormen gebruiken. Je kunt een opzet maken voor een voorlichtingsprogramma. Je kunt brieven opstellen om een klacht, aanvraag of bezwaarschrift in te dienen. Je kunt formulieren invullen om een klacht, aanvraag of bezwaarschrift in te dienen.
Je toekomstige collega: Naam:
Janneke Haar
Leeftijd:
32 jaar
Werkzaam als:
Sociaal maatschappelijk dienstverlener bij het Wmo-loket van de gemeente
Medewerkers:
Op de afdeling Wmo-loket werken 12 medewerkers.
Soort werkzaamheden:
In het gemeentehuis komen aan het loket mensen die hulp nodig hebben, zoals bij het invullen van formulieren voor het aanvragen voor voorzieningen. Maar ook andere vragen kunnen worden gesteld, zoals: waar moet ik me aanmelden voor de inburgeringscursus? In de backoffice van het loket worden trends en ontwikkelingen uit deze vragen gefilterd. Zo viel het laatst op dat er diverse mensen bij het loket waren gekomen met opvoedingsvragen. In de backoffice zoekt de afdeling dan naar geschikte dienstverlening, zoals voorlichting geven over het onderwerp.
Belangrijkste tool in haar werk:
Goed luisteren naar de vraag en de vraag vertalen naar een geschikte dienstverlening
Uitdaging in haar werk:
Mensen helpen bij lastige vragen
Grootste moeilijkheid:
De vraag achter de vraag ontdekken. Soms vraagt iemand om hulp bij het invullen van een formulier, maar er blijkt veel meer aan de hand te zijn als je even doorvraagt. Je hebt er jammer genoeg zo weinig tijd voor om mensen echt te helpen. Op huisbezoek gaan om eens verder mee te denken met een klant, is al bijna helemaal niet mogelijk.
Wat er moet veranderen:
Meer tijd per klant
Grootste blunder:
Op de voorlichtingsbijeenkomst over opvoeding bleek er een wat oudere moeder bij te zijn, ik dacht dat ze de oma was! Ze was niet erg blij met mijn opmerking. Ik had niet goed gekeken en te snel een conclusie getrokken.
Waaraan wil je werken?:
Ik wil leren individuele vragen van klanten in een groter verband te zien zodat ik betere dienstverlening aan groepen kan organiseren.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
3
Beoordeling Je traint deze vaardigheid veel. In welke mate je vooruit bent gegaan en hoe je meer inzicht hebt verworven in de theorie en praktijk, wordt als volgt beoordeeld: 1. je actieve deelname tijdens de lessen 2. een persoonlijk verslag met daarin: • het trainingslogboek • een reflectie volgens de STARR-methode op de training 3. een demonstratie.
Persoonlijk verslag Het persoonlijk verslag inleveren voor: ____________________________________________________________________________ In het persoonlijk verslag houd je bij wat je gedaan hebt en wat je geleerd hebt. Het persoonlijk verslag bestaat uit een trainingslogboek en een reflectie volgens de STARRmethode. • Het trainingslogboek bestaat uit een schrift of een snelhechter waarin je notities bewaart. Voor elke opdracht of oefening noteer je de antwoorden op de vragen. Na elke oefening leg je ook de reflectie vast op papier. Het trainingslogboek werk je netjes uit. • De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de training. Je kiest, met behulp van je trainingslogboek, een aantal voor jou belangrijke opdrachten en oefeningen uit. Deze opdrachten of oefeningen verwerk je in een reflectie volgens de STARR-methode. Hieronder staat de opzet van een reflectie volgens de STARRmethode. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.
Demonstratie: belangenbehartiging door een klacht, aanvraag, beroep of bezwaar op te stellen Deze demonstratie doe je op: ________________________________________________________________________________________ Aan het eind van de training moet je voor een cliënt een klacht, een aanvraag, een beroep of een bezwaar kunnen opstellen. Gebruik de oefeningen in het hoofdstuk ‘Belangenbehartiging’ bij het uitvoeren van deze demonstatie en de theoriebron ‘Klacht, bezwaar en beroep’. 1.
de casus Lees de onderstaande casus goed door. Bepaal of je bij deze casus een klacht, een aanvraag, een beroep of een bezwaar gaat opstellen. Meneer Van Klarenbeek is 75 jaar. Hij woont nog op zichzelf in een flat. Hij kan zich binnenshuis goed verplaatsen met behulp van een rollator. Hij kan echter geen grote
4
Voorlichting en belangenbehartiging
afstanden lopen. Dat is te vermoeiend. Meneer Van Klarenbeek rijdt zelf nog auto. Op deze manier kan hij zelf naar zijn afspraken, de dokter of de supermarkt rijden. Als hij terugkomt, moet hij de auto vaak ver van zijn portiek parkeren. Meneer Van Klarenbeek zou daarom graag een invalidenparkeerplaats voor zijn portiek willen zodat hij niet zo ver meer hoeft te lopen. 2.
bijzonderheden Je moet voor deze demonstratie een brief schrijven. Afhankelijk van of je een klacht, een aanvraag, een beroep of een bezwaar schrijft, moet je de situatie in de brief goed schetsen. Je moet hiervoor je fantasie aanspreken. Zorg ervoor dat je niet overdrijft. De beschreven situatie moet in de werkelijkheid ook voor kunnen komen.
3.
voorbereiding Het is belangrijk dat de brief er professioneel uitziet. Lees het werkmodel ‘Zakelijke brief’ goed door. Maak eerst een opzet van je brief en werk hem daarna netjes uit.
4.
uitvoering De brief moet je inleveren bij je docent.
5.
beoordeling De punten waarop je wordt beoordeeld tijdens je demonstratie kun je achter in dit boek vinden in het hoofdstuk ‘Beoordeling’.
Taal • • • •
Taal
Taal
Taal
Neem deze training door en onderstreep de woorden die je niet kent. Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze training voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van de training neem je dit overzicht op in je taalportfolio.
Werkmodel: Woordenlijst
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
5
> Kiezen
voor voorlichting geven
Doelstellingen • • •
Je kunt bewust kiezen voor voorlichting als methode om gedrag te beïnvloeden. Je kunt diverse communicatiemiddelen benoemen. Je hebt zicht gekregen op je eigen gedrag en gedragsbeïnvloeding.
1. Opdracht: Voorlichten, gesprek of discussie Kies in de onderstaande voorbeelden of voorlichting het goede middel is om iets aan het gedrag van mensen te veranderen. Deze opdracht doe je in tweetallen. Eerst maak je individueel keuzes met betrekking tot de onderstaande voorbeelden en daarna bespreek je die keuzes met elkaar. Maak een keuze tussen het geven van voorlichting of een instructie of het voeren van een gesprek of discussie. In sommige voorbeelden zijn meer antwoorden mogelijk. Het gaat er bij deze opdracht niet om of je gelijk hebt, maar om te leren een bewuste keuze voor voorlichting te maken.
• • • • • • • • • •
Sommige mensen met een beperking hebben moeite de koppeling te maken tussen seks en het mogelijke gevolg daarvan: een zwangerschap. Veel kinderen willen een huisdier, maar beseffen niet dat de verzorging tijd en aandacht vraagt. Hierdoor worden de huisdieren mogelijk verwaarloosd. Je vindt dat je door je medestudenten niet erg respectvol wordt behandeld. Mensen in de stad weten niet dat ze kunnen moestuinieren in de stadstuin. Een aantal van je medeleerlingen denkt anders over orgaandonatie dan jij. Het brandalarm gaat en er moet een ontruiming plaatsvinden. De docent merkt dat zijn leerlingen nog niet weten dat ze voor het examen een verslag moeten schrijven. Ouders vragen naar het programma van een ochtend op de peuterspeelzaal. Ervoor zorgen dat je met je stageteam hetzelfde tijdschema gebruikt. Het Centrum voor Jeugd en Gezin merkt dat ouders weinig opvoedingsmethodes kennen.
Discussiëren.
6
Voorlichting en belangenbehartiging
Tip: Voorlichting is gedrag positief beïnvloeden met behulp van communicatiemiddelen.
Theoriebron 2: Voorlichting geven
2. Opdracht: Het doel van voorlichting Bespreek in een groepje van vier medeleerlingen de volgende stellingen: • Als je voorlichting geeft, wil je de ander informeren. • Als je voorlichting geeft, wil je de ander beïnvloeden. • Als je voorlichting geeft, wil je de ander helpen zijn gedrag te veranderen. • Als je voorlichting geeft, wil je de ander veranderen. Noteer: het doel van voorlichten is: _____________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________________________________________________
3. Oefening: Communicatiemiddelen Bij voorlichting zet je bewust een of meer communicatiemiddelen in. Communicatiemiddelen zijn de hulpmiddelen die je gebruikt om een boodschap over te brengen. Bedenk in een brainstormsessie met je medestudenten zo veel mogelijk communicatiemiddelen en deel ze vervolgens in rubrieken in. Voorbereiding Je hebt nodig: een rustige ruimte, gele memobriefjes, een spelleider en vijf medestudenten. • Iedereen krijgt een stapeltje memobriefjes en een pen. • Verdeel de taken.
•
Uitvoering • Iedereen krijgt 5 minuten om zo veel mogelijk communicatiemiddelen te bedenken en noteert deze op de gele memobriefjes, één middel per briefje. • De spelleider bewaakt de tijd. • Tot slot ordenen jullie met elkaar de briefjes door een logische indeling te maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan moderne en ouderwetse communicatiemiddelen of bijvoorbeeld non-verbaal en verbaal. De spelleider besluit welk briefje bij welke rubriek hoort. Controle • Is het gelukt om veel verschillende communicatiemiddelen te vinden? • Is het gelukt om de briefjes logisch te ordenen? Reflectie • Noemen medestudenten communicatiemiddelen die jij niet kent? • Welke communicatiemiddelen spreken je aan? Beschrijf het proces en jouw ervaringen in je trainingslogboek.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
7
4. Oefening: Gedragsbeïnvloeding Bij voorlichting geven wil je het gedrag van een groep of een individu positief beïnvloeden. Daarom is het handig dat je begrijpt hoe gedragsbeïnvloeding werkt. Het gedrag van mensen is voorspelbaar en verloopt volgens vaste patronen. Volgens T. Leary, de maker van de Roos van Leary, zijn daarover twee belangrijke dingen te zeggen:
Theoriebron 3: Feedback
1. Streven naar gezamenlijk belang lokt datzelfde gedrag uit Als je respect toont, wil de ander, uit respect, eerder met je samenwerken. Streven naar eigenbelang lokt ook datzelfde gedrag uit. Als je wantrouwen laat zien, is de ander kritisch over wat je vertelt. 2. Leiden lokt volgen uit Als je sterk wilt beïnvloeden, krijgt de ander een passieve houding; volgen lokt leiden uit. Als je je heel bescheiden opstelt, neemt de ander veel ruimte in. Het gedrag van mensen beïnvloedt elkaar. Dat wil zeggen dat het van belang is hoe jij mensen tegemoet treedt omdat jouw gedrag anderen beïnvloedt en andersom. Gedrag is dus niet alleen maar iets wat je overkomt of wat past bij je karakter, al voelt het wel vaak zo! Je kunt keuzes maken voor bepaald gedrag en je gedrag tegenover andere mensen bewust inzetten. In de volgende twee oefeningen kom je erachter wat jouw favoriete gedrag is en vervolgens hoeveel invloed jij op anderen wilt hebben. Van deze kennis over jezelf kun je gebruikmaken als je het gedrag van anderen wilt beïnvloeden, bijvoorbeeld als je voorlichting geeft. Voorbereiding • Zoek op internet naar de Roos van Leary-test op www.123test.nl. Uitvoering • Doe de test volgens de aanwijzingen op de site. Controle • Heb je de test eerlijk en volgens de aanwijzingen ingevuld? • Vraag een medestudent die jou kent of hij jou in de uitslag van de test herkent. Reflectie Roos van Leary. • Nu heb je zicht gekregen op je eigen gedrag. Welk gedrag roept jouw gedrag op bij anderen? Realiseer je hierbij dat je om gedrag te kunnen beïnvloeden de juiste mix moet vinden van een stellige, overtuigende én meeverende, inlevende toon/houding. Ben je vooral leidinggevend of vooral aanpassend? • • Ben je vooral defensief of aanvullend? • Wat betekent dit voor jou als je voorlichting wilt geven? Verwerk je ervaringen in je trainingslogboek.
8
Voorlichting en belangenbehartiging
5. Opdracht: Invloed op werk en anderen? • • • •
Zoek op internet naar de macht- en invloed-test op www.123test.nl. Doe de test volgens de aanwijzingen op de site. Controleer bij je medescholier of hij jou in de uitslag van de test herkent. Nu je weet hoeveel macht en invloed jij wilt, hoe kan jouw gedrag invloed hebben bij voorlichting geven?
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
9
> Theoriebron1:
Klacht, bezwaar
en beroep Klacht Een klacht indienen doe je als een besluit van een organisatie (te) lang uitblijft of als een organisatie het voornemen heeft iets te wijzigen met eventueel nadelige gevolgen voor jou of de klant voor wie je werkt. Als je te snel klaagt, bijvoorbeeld omdat je klant vindt dat een besluit te lang uitblijft, terwijl de termijn waarbinnen de organisatie zou moeten reageren nog niet is verstreken, is dat verspilde moeite. Bovendien zou het zelfs nadelig kunnen zijn voor de klant voor wie je werkt. Gedrag lokt gedrag uit en de meeste functionarissen vinden het niet prettig om op de vingers getikt te worden. Wees dus selectief bij het formuleren van een klacht en check of klagen (al) zin heeft. Adviseer de klant eventueel nog even te wachten met de klachtenbrief. De keuze om een klacht in te dienen door middel van een brief is een keuze voor de formele weg. Het is raadzaam om de afweging te maken eerst nog eens te gaan praten met de betreffende functionaris. Dat is soms effectiever en kan sneller resultaat geven. Klanten kunnen verontwaardigd zijn of boos als ze naar hun zin te lang moeten wachten of zich slecht behandeld voelen. Regelmatig zullen ze hierbij aangeven een klacht te willen indienen. Bedenk dat een goed gesprek, waarbij je goed luistert en de klant bevestigt, soms voldoende is, zeker als de klant volgens de regels nog te vroeg is met zijn klacht. Niet iedere vraag om hulp is wat het lijkt!
Bezwaar Een bezwaar dien je in als er al een besluit is genomen waarmee je het niet eens bent. Bijvoorbeeld: na het indienen van een klacht over het uitblijven van een vergunning voor een invalidenparkeerplaats laat de gemeente weten dat de vergunning niet wordt toegekend. Een bezwaarschrift kun je indienen bij een rechtspersoon. Dat wil zeggen een organisatie die officieel is ingeschreven en dus, net als een privépersoon, schulden mag maken, bezittingen mag hebben, contracten mag sluiten en besluiten mag nemen. Voorbeelden van rechtspersonen zijn het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR, daar doe je rijexamen) en de IB-Groep (waar je studiefinanciering kunt aanvragen). Door een officieel bezwaar in te dienen start je een procedure waarbij je een organisatie verzoekt een genomen besluit in heroverweging te nemen. Omdat organisaties vaak een eigen bezwarenprocedure hebben, is het altijd raadzaam je te informeren over de procedure van de betreffende organisatie. Zodra je een bezwaar indient, begeef je je op de formele weg om gelijk te krijgen. De weg terug naar een schikkelijke oplossing is daarmee een gepasseerd station.
Beroep Een beroepsschrift volgt op een bezwaarschrift. Dat wil zeggen: als een bezwaar is afgewezen, kan een persoon of organisatie vervolgens nog in beroep gaan.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
25
In beroep gaan doet men bij de rechtbank en niet meer bij de organisatie die het besluit heeft genomen. Je laat aan de rechtbank weten dat je het niet eens bent met het besluit van een rechtspersoon. Als je een beroepsschrift indient, moet je er dus behoorlijk zeker van zijn dat de organisatie regels heeft overtreden of verkeerd heeft toegepast bij het afwijzen van een bezwaarschrift. Het heeft geen zin meer om te proberen een beroep te doen op de emoties van de lezer of te vragen om een uitzondering op de regels, dat deed je al in het bezwaarschrift.
Samenvatting Een bezwaar indienen heeft dus alleen zin als een besluit is genomen door de betreffende organisatie, anders dien je een klacht in. Bijvoorbeeld als iets niet gebeurt of als een besluit lang uitblijft. Een beroep dien je vervolgens in als je bezwaar is afgewezen. Tip 1 Organisaties hebben vaak hun eigen formulieren ontwikkeld voor het indienen van klachten en bezwaren. Het heeft de voorkeur het formulier van de organisatie te gebruiken. De kans dat de klacht of het bezwaar goed in behandeling wordt genomen, is groter als het juiste formulier wordt gebruikt. Tip 2 Voor bezwaren en klachten waarbij je geen formulier gebruikt, zijn op internet standaardbrieven te vinden, bijvoorbeeld op sites over rechtshulp. Als je geen gebruikmaakt van een standaardbrief, moet je in een zakelijke brief in ieder geval het volgende vermelden: • naam, geboortedatum en adres van de persoon die het bezwaar indient • gegevens over de afwijzing, het besluit, bijvoorbeeld het nummer dat het besluit kreeg van de instanties • andere relevante gegevens van de persoon • argumenten • wat je verwacht van de organisatie, dat wil zeggen welk besluit je wenst en op welke termijn je een reactie wilt.
26
Voorlichting en belangenbehartiging
> Werkmodel:
Voorlichting aan
een groep Voorlichting is inzicht, informatie, onderricht of een aanwijzing geven. Je geeft bij een voorlichting aan: • hoe iemand iets kan gebruiken • hoe iemand kan handelen • hoe iemand over iets kan denken. Voorlichtingsplan Door een voorlichtingsplan te maken kun je de juiste voorlichting zorgvuldig kiezen met behulp van: • de juiste vorm • het onderwerp • de doelgroep • de boodschap • de vraag 'Wat is het gewenste resultaat?' • de vraag 'Welke toon/taal is effectief?' • de vraag 'Welke voorlichtingsvorm is geschikt?' • de vraag 'Welke communicatiemiddelen zet je in?'. Welke vorm je kiest, is afhankelijk van het onderwerp, de doelgroep(en), de boodschap en de toon/taal. Daarom stel je deze eerst vast. Daarna kies je voor de geschikte vorm en het communicatiemiddel. Voorlichting geven kan in verschillende vormen: mondeling (individueel of in een bijeenkomst) of schriftelijk (individueel of groepsgewijs). Bij een voorlichtingsbijeenkomst bepalen de presentatie en je gedrag het resultaat. Bij een schriftelijke voorlichting bepalen de lay-out en de toon/taal het resultaat. Voorlichting kun je geven met behulp van diverse hulpmiddelen, zoals een affiche, brochure of opstel. Daarnaast kun je gebruikmaken van radio en televisie en andere moderne media. Met behulp van de computer kun je bijvoorbeeld websites bouwen, een film maken of een PowerPoint-presentatie maken. Voorlichting in de vorm van een bijeenkomst vraagt veel voorbereiding: – een ruimte regelen – een taakverdeling voor de bijeenkomst – pr en communicatie om de bijeenkomst aan te kondigen – informatie over het onderwerp zoeken – een presentatie voorbereiden – de materialen die je nodig hebt voor de presentatie regelen – je voorbereiden op mogelijke vragen/discussies. Voorlichting geven • Geef alleen een voorlichting over een onderwerp waarbij de doelgroep belang heeft. • Verdiep je in de doelgroep en het onderwerp. • Maak een presentatie. • Kies geschikte hulpmiddelen. Voorlichting uitvoeren • Kom op tijd en zet alles klaar. • Maak contact met je publiek. • Praat langzaam en check of je aansluiting hebt met je publiek. • Eindig je voorlichting met een vragenronde.
30
Voorlichting en belangenbehartiging
> Beoordeling Naam deelnemer: Namen groepsleden:
Groep: Docent: Blok/periode: Onderwerp: Onderdeel
Criteria
Actieve deelname
• • •
Persoonlijk verslag
Voldoende
Onvoldoende
De student was voldoende aanwezig. De student leverde een positieve bijdrage in zijn groepje. De student leverde een actieve bijdrage in de les.
Persoonlijk verslag • Het verslag bevat alle onderdelen. Trainingslogboek Het is goed bijgehouden. Het is netjes en verzorgd.
• •
STARR Er is van meerdere opdrachten een reflectie volgens de STARR-methode gemaakt. • De reflectie volgens de STARR-methode bevat de onderdelen: situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. • De reflectie volgens de STARR-methode geeft aanleiding tot verbeterpunten.
•
© Uitgeverij Edu’Actief b.v.
37
Onderdeel
Criteria
Demonstratie
• • • •
Taalgebruik
Voldoende
Onvoldoende
De leerling geeft er blijk van te begrijpen wanneer welke vorm van belangenbehartiging ingezet moet worden. De brief is correct in taalgebruik. De brief is geschreven volgens het model van de zakelijke brief. De student geeft blijk van voldoende theoretische achtergrond.
Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik • De schriftelijke producten zijn in correct Nederlands geschreven. Taalopdrachten
Overig
Eindoordeel
Onvoldoende
Voldoende
Goed
Datum: .........................................
Paraaf docent:
Paraaf deelnemer:
………………………………
………………………………
38
Voorlichting en belangenbehartiging
>