CULTUUR
Visie Bierman Henket architecten
Visie Bierman Henket architecten
Traditie als bron voor vernieuwing Volgens Hubert-Jan Henket zijn traditie en vernieuwing onlosmakelijk met elkaar verbonden. Niet verwonderlijk dus dat hij een voorliefde heeft voor musea: bij uitstek
CULTUUR
plaatsen waar heden en verleden samenkomen.
20
PIP006_Bierma Henket.indd 20
06-12-13 09:52
TEKST
Eva Vroom
FOTO LINKS Museum De Fundatie in Zwolle, gezien vanaf de Van Roijensingel. (Foto: Joep Jacobs) FOTO BOVEN Interieur van de nieuwbouw in Museum de Fundatie. (Foto: Joep Jacobs) Visie Bierman Henket architecten
FOTO ONDER Centrale vide met lift in Museum De Fundatie. (Foto: Joep Jacobs)
CULTUUR
Voor iemand die naar eigen zeggen het liefst een museum ontwerpt, moet het afgelopen jaar bijzonder veel voldoening hebben gebracht. Bierman Henket architecten, het bureau dat Hubert-Jan Henket samen met Janneke Bierman runt, leverde in 2013 maar liefst drie indrukwekkende projecten op: Museum de Fundatie, het Museumkwartier ‘s-Hertogenbosch en het Fries Museum. Wie even terugkijkt in het portfolio van Henket, ziet dat deze liefde voor musea er al heel vroeg inzat: in 1988 kreeg hij van de toenmalige directeur Wim Crouwel de opdracht een uitbreiding te ontwerpen voor museum Boijmans van Beuningen. Het werd een paviljoen dat de museumtuin insteekt, met een glazen expositiezaal. “Boijmans
gaat me aan het hart, omdat het mijn eerste museum was. Wim Crouwel is een ongelooflijk inspirerende man, en die opdracht was goed voor mijn zelfvertrouwen. We hebben wel discussies gehad over de licht gebogen voorgevel van de expositiezaal, als pure functionalist vond hij dat een onnodige omweg. Maar hij liet me mijn gang gaan en gaf me later gelijk: de gebogen gevel was toch beter.” In 1999 volgde een heel ander project, de verbouwing van het oudste museum van Nederland, het achttiende-eeuwse Teylers Museum in Haarlem. “Het Teylers vertegenwoordigt de oervorm van het museum als middel tot verlichting, een plaats waar wordt verzameld en gearchiveerd met als doel de opgeslagen kennis te gebruiken voor het laboratorium van het nieuwe. Aan het museum was in 120 jaar tijd eigenlijk niets veranderd. Nu moest er een nieuw klimaatsysteem in komen en een aantal nieuwe ruimten waaronder een zaal voor wisselexposities.” Ruimte om uit te breiden bood alleen de museumtuin, waarin twee monumentale bomen stonden die gespaard moesten blijven. Om de wortels van de bomen te ontzien, legde Henket de nieuwbouw 60 cm zwevend boven het maaiveld aan.Voor het prentenkabinet was geen ruimte in de nieuwbouw, daarom werd dit ondergebracht in een daartoe verbouwde kamer. Benodigde installaties werden weggewerkt in een eilandplafond, waaromheen je de oorspronkelijke plafondschilderingen nog kunt zien. Deze kleine ingreep toont aan dat het soms beter is te historiseren in plaats van te moderniseren: “Wij hebben het oorspronkelijke gebouw in zijn waarde gelaten, en wie nu door het museum loopt, heeft daar het gevoel alsof het er altijd zo heeft uitgezien.” DECEMBER 2013 - JANUARI 2014 | #6 | JAARGANG 24
PIP006_Bierma Henket.indd 21
21
06-12-13 10:05
BOVEN Dwarsdoorsneden van Museum De Fundatie.
Visie Bierman Henket architecten
FOTO BOVEN Uitzicht vanuit de nieuwbouw van Museum de Fundatie over de Zwolse binnenstad. (Foto: Joep Jacobs)
CULTUUR
FOTO ONDER Het Fries Museum in Leeuwarden. (Foto: Michel Kievits)
Empirisch De uitbreiding van Museum de Fundatie in Zwolle, inmiddels bekroond met een Dutch Design Award, is wél zeer duidelijk aanwezig en al van verre herkenbaar. Het museum – een voormalig gerechtsgebouw – ligt als een solitair tussen de compacte, naar binnen gekeerde vesting en de parkachtige Van Roijensingel. “In 1790 werden de vestingwerken geslecht en kwamen er parken voor in de plaats. Rond 1840 moesten de rechtbanken in Nederland eenzelfde visie uitstralen en dus werden er allemaal neoclassicistische tempeltjes neergezet. Aan het eind van de twintigste eeuw is de Zwolse rechtbank getransfor-
meerd tot museum. Directeur Ralph Keuning vroeg of ik het museum wilde uitbreiden met een glazen aanbouw. Dat vond ik niet passend bij een tweezijdig symmetrisch gebouw; de uitbreiding moest dus of ondergronds komen of boven op het gebouw.” Het werd bovenop: “Ik ging met een maquette naar Ralph Keuning, die me eerst aankeek alsof ik gek was. Toen zei hij: “Dat gaan we doen”. Ik mocht aan het werk, maar het moest binnen twee jaar af en binnen het budget. In recordtijd waren alle benodigde vergunningen geregeld – de gemeente Zwolle heeft echt op alle vlakken enorm meegewerkt.” Het classicistische gebouw vormde dankzij zijn symmetrie eigenlijk
22
PIP006_Bierma Henket.indd 22
06-12-13 10:05
Visie Bierman Henket architecten CULTUUR
FOTO BOVEN Het Fries Museum bezit de grootste collectie van alle provinciale musea. (Foto: Michel Kievits) FOTO ONDER Entree van het Fries Museum. (Foto: Michel Kievits)
een bijzonder simpele opgave. De centrale hal was de aangewezen plaats voor de entreebalie en de transparante liftkoker. De ellipsvormige uitbreiding op het dak betekende een veel grotere uitdaging: “We wilden een dakbedekking waarop het regenwater geen lelijke strepen zou achterlaten; gebouwen moeten mettertijd mooier worden.” De keus viel op tegels, ontwikkeld in samenwerking met Koninklijke Tichelaar. “Ze mochten geen patroon vormen, want dat gaat vervelen. Maar hoe organiseer je chaos? Met computerberekeningen kwamen we er niet uit, dus we hebben het uiteindelijk empirisch opgelost samen met de tegelzetter, Andries Planting.” Het ogenschijnlijk random leggen van de tegels resulteerde in een organisch aandoende structuur, die associaties oproept met een reptielenhuid. “Ralph Keuning wilde een groot raam in de opbouw. Bij een museum kan dat alleen op het noorden. Dat leverde meteen een cadeautje op: als je naar buiten kijkt, zie je de toren van de Onze Lieve Vrouwenkerk, de ‘Peperbus’.”
Zaailand Zo soepel als in Zwolle ging het helaas niet overal. “Met het Fries Museum in Leeuwarden zijn we elf jaar bezig geweest.” Henket werd in 2001 gebeld door de Stichting Abe Bonnema, met de vraag of hij een nieuw Fries Museum wilde ontwerpen. “Bonnema had 40 miljoen gulden nagelaten voor een nieuw museum, op voorwaarde dat ik het samen met zijn oude bureau Bonnema architecten zou ontwerpen op het Zaailand.” In Leeuwarden werd niet onverdeeld positief gereageerd op het royale gebaar. Toenmalig interim-burgemeester Margreet de Boer wist de politiek aanvankelijk in goede banen te leiden, maar na haar ambtsperiode brak een dusdanig getouwtrek los dat Bierman Henket architecten pas negen jaar later met de bouw kon beginnen. Op het Zaailand werden DECEMBER 2013 - JANUARI 2014 | #6 | JAARGANG 24
PIP006_Bierma Henket.indd 23
23
06-12-13 10:05
FOTO BOVEN Panoramazaal, Fries Museum. (Foto Michel Kievits)
CULTUUR
Visie Bierman Henket architecten
ONDER Doorsnede Fries Museum.
vroeger jaar- en veemarkten gehouden. In 1874 bouwde stadsarchitect Romein er het Paleis van Justitie en met de komst van enkele andere grote gebouwen werd het Zaailand onderdeel van de stedelijke omgeving. Maar zelfs na de bouw van een winkelcentrum in de jaren tachtig bleef het een grote vlakte die eigenlijk niet in verhouding stond tot de schaal van de stad. “Zo’n onbestemde plek waar kermissen en circussen terechtkomen.” Bierman Henket architecten loste dit probleem op met een museum, dat zijn royale luifel beschermend uitstrekt naar de omringende bebouwing. Om het Zaailand minder uitgestrekt te maken, is het museum voor het bestaande winkelcentrum geplaatst. Hiermee ontstond een wandelroute vanaf het Paleis van Justitie over het plein, door het museum en het achterliggende winkelcentrum naar de winkels aan de Wirdummerdijk. Ook de breedte van het plein is teruggebracht
door middel van een strook winkels met woningen erboven aan de noordzijde.
Laboratorium “Die strook zouden wij eerst ook ontwerpen, maar de projectontwikkelaar vond onze plannen voor een gaanderij langs de winkels te kostbaar. Een projectontwikkelaar kijkt anders naar de kwaliteit van de openbare ruimte dan een belegger. Een belegger wil ook in de toekomst kwaliteit, een projectontwikkelaar denkt in vierkante meters en directe winst.” Het Fries Museum bezit de grootste collectie van alle provinciale musea en maakt het collectieve verleden van Friesland zichtbaar voor een breed publiek. “Het heeft eigenlijk dezelfde doelstelling als het Teylers Museum: je verzamelt en bewaart wat er is, om op het bestaande te kunnen reflecteren.” Een modern museum moet archief en laboratorium tegelijk zijn, een plaats voor reflectie, inspiratie en contemplatie voor bezoekers uit alle geledingen van de samenleving. “Om de drempel naar het museum zo laag mogelijk te maken, moet je het opnemen in het stedelijk patroon en moet het een open karakter hebben. Daarom kun je via de wandelroute dwars door het museum lopen en ligt de hoofdingang van de parkeergarage in het museum. De onderste laag van het gebouw hebben we met zoveel mogelijk glas heel open en uitnodigend gemaakt. ’s Avonds kun je hier naar het filmhuis en het café, dus ook dan is er levendigheid. De museumdoos zelf is gericht op contemplatie en inspiratie. Ze heeft een klassiek moderne structuur met kabinetten rondom een grote zaal voor wisseltentoonstellingen.”
24
PIP006_Bierma Henket.indd 24
06-12-13 10:05
Visie Bierman Henket architecten CULTUUR
Binnentuin Ook het Museumkwartier ’s-Hertogenbosch kwam niet zonder slag of stoot tot stand. Het idee om de nieuwbouw voor het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch (voorheen SM’s, en nog langer geleden Museum Het Kruithuis) bij het Noordbrabants Museum te plaatsen, stuitte op veel verzet.Yvonne Joris, die als directeur van SM’s een collectie hedendaags keramiek en sieraden had opgebouwd, zag aanvankelijk niets in een associatie met het op een veel breder publiek gerichte Noordbrabants Museum. Toch bood deze combinatie van musea in de binnen-
stad de perfecte mogelijkheid om de bezoekers van het traditionele Noordbrabants Museum ook kennis te laten maken met hedendaagse kunst. De locatie van het Noordbrabants Museum – het voormalige gouvernementspaleis – beschikte over een prachtige tuin, een verborgen parel in de binnenstad die een perfecte publieke oase zou kunnen zijn. Deze tuin moest vanzelfsprekend het hart van het complex gaan vormen. Bierman Henket architecten voorzag de in 1984 door Wim Quist ontworpen zijvleugel van een uitbreiding. Deze vernieuwde vleugel sluit aan op de nieuwbouw van het Stedelijk Museum
FOTO BOVEN De binnentuin van het Museumkwartier ’s-Hertogenbosch. (Foto: Joep Jacobs) FOTO ONDER Het interieur van de begane grond van het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch, ontworpen door Estudio Campana. (Foto: Joep Jacobs)
DECEMBER 2013 - JANUARI 2014 | #6 | JAARGANG 24
PIP006_Bierma Henket.indd 25
25
06-12-13 10:05
FOTO BOVEN Ingang van het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch aan De Mortel. (Foto Joep Jacobs)
CULTUUR
Visie Bierman Henket architecten
ONDER Plattegrond Museumkwartier ’s-Hertogenbosch.
‘s-Hertogenbosch. De begane grond van het museum met museumwinkel, auditorium en entreebalie is vrij toegankelijk. De entreebalie en de wanden van het auditorium zijn ontworpen door Estudio Campana; de organische gelaagde structuur van hun interieur sluit aan bij de eeuwenoude bomen in de binnentuin. Deze bomen bepalen het karakter van de tuin, en werden dan ook op één na gespaard. Het Stedelijk Museum is toegankelijk vanuit het Noordbrabants Museum, maar het heeft ook een eigen entree aan De Mortel.Van buitenaf kun je daar al de sculpturale witte trap zien, die de bezoekers naar de bovengelegen museumzalen brengt.
Luisteren Om te zorgen dat bezoekers letterlijk een rondgang kunnen maken door de gebouwen van het complex, kwam er een glazen gaanderij langs de andere zijde van de binnentuin. Deze gaanderij is openbaar toegankelijk, zodat je ook zonder kaartje een bezoek kunt brengen aan de tuin en het museumrestaurant. Dit maakt dat het Museumkwartier geen afgesloten domein voor kunstliefhebbers is geworden, maar een waardevolle en aantrekkelijke toevoeging aan de publieke ruimte. De zorgvuldige aandacht die bij Bierman Henket architecten wordt besteed aan de inbedding van projecten in het omringende stedelijke weefsel, omschrijft Henket als ‘luisteren naar het geheugen van de stad’, een werkwijze die je feitelijk ook kunt zien als een vorm van ‘reflecteren op het bestaande’. “Je gaat rondwandelen door de omgeving en je laat die enorme variatie in historische gelaagdheid op je inwerken: wat is de essentie van het bestaande? Dat ga je vervolgens onderstrepen en op de juiste manier tot zijn recht laten komen. Ik heb me altijd erg aangetrokken gevoeld door de idealen van de Modernen. Maar de nadruk op dynamiek en het constant nieuwe die bij de Moderne Beweging hoort, bracht met zich mee dat traditie is weggegooid. Ik vind juist dat traditie en vernieuwing bij elkaar horen.Voor mijn werk houdt dit in dat je zoveel mogelijk respect toont voor het bestaande, maar nooit op een dusdanige manier dat je er niet meer aan durft te komen. In mijn boek ‘Waar nieuw en oud raken, een pleidooi voor houdbare moderniteit’ heb ik dit uitgebreid beschreven. Gelukkig wordt deze zienswijze ook gehanteerd door Janneke Bierman, die sinds enige jaren de leiding van het bureau heeft overgenomen.” www.biermanhenket.nl
26
PIP006_Bierma Henket.indd 26
06-12-13 10:06