Top-of-Holland Nieuwsbrief, Jaargang 8, zomer 2012 Wij van de Top-of-Holland willen ons altijd erg graag meten met de grote mediagiganten. En wat zie je daar ook veelvuldig? Juist! Zomeredities! Ingekort, uitgekleed, sober doch zeer leeswaardig met de focus op dát wat écht nieuws dan wel écht wetenswaardig is. Wij kunnen bij deze trend niet achterblijven, dus hier is ‘ie dan: de zomereditie van de ToH-Nieuwsbrief. Géén waarnemingen, géén gedicht, slechts verhalen van waarnemers die het geluk hadden tegen een vet-rode soort aan te blunderen dan wel aan te varen! Ja, u raadt het al: wij hebben het exclusieve verhaal van de ontdekking van dé soort van dit vogeljaar tot nu toe, de Kortbekzeekoet van Lauwersoog. Daarnaast echter nog veel meer prachtigs, zoals bijvoorbeeld verhalen achter de vondst van een Amerikaanse Goudplevier op Ameland, de Griel van Terschelling, een verhaal over de Grote Franjepoot, de Lammergier, de Dwerguil van Holwerd en nog veel meer. We kunnen ons voorstellen dat u nauwelijks kunt wachten, dus ga er lekker voor zitten. Omdat er geen gedicht is, willen we ter compensatie toch afsluiten met een spreuk. Zomer, komkommertijd? Zó 2009! Veel plezier! Martijn Bot Peter de Vries
Grote Franjepoot, 14 mei 2012 Het is een maandag als zo velen. Om kwart over vijf stap ik uit de trein, dan de kinderen ophalen bij de BSO, eten klaarmaken, eten en daarna tennissen. En dat allemaal in een tijdsbestek van ongeveer anderhalf uur. Al met al is het soms behoorlijk stressen als er iets tegen zit. Gelukkig lijkt het daar vandaag niet op en ik begin dan ook voorspoedig met het schillen van de aardappelen. Dan gaat de telefoon. Met vieze en natte handen probeer ik de telefoon uit mijn broekzak te halen, dit lukt zowaar. Jaap Liefting! Wat moet hij op dit tijdstip? “Marchel, ik heb waarschijnlijk een Grote Franjepoot in beeld in de Ezumakeeg”. Hoezo waarschijnlijk, vraag ik? Jaap geeft aan dat hij alleen in de hut staat, geen boek bij zich heeft en vanwege de zeldzaamheid toch wel zeker wil weten dat het er één is. Ik pak de ANWBgids er bij en samen lopen we één voor één de kenmerken na. Na het 2e kenmerk is het voor mij al duidelijk, dit is een Grote Franjepoot, een adult vrouwtje welteverstaan. Ik feliciteer Jaap en ik stel hem voor dat ik de vogel ga piepen en daarbij nog een kleine slag om de arm houdend wat betreft de zekere determinatie. Helaas kan ik zelf nog niet die kant uit omdat vrouwlief nog niet thuis is van het werk. Ondertussen staat het eten nog niet op het gas. Ik stuur nog wat sms’jes en ga verder met het eten. Dan belt Jaap weer met de mededeling dat hij gezelschap heeft gekregen van een andere vogelaar en dat die er een zekere Grote Franjepoot van maakt. Ik vertel dat ik zo snel als mogelijk die kant uit kom zodra Anita thuis is. Ik zoek mijn spullen alvast bij elkaar, zodat ik die minuten alvast gewonnen heb. Om iets over zessen komt Anita thuis, ik vertel haar dat het eten nog maar net op gas staat, dat er een zeldzame vogel in de Keeg zit en dat ik nu die kant uit ga! Ik geef Anita en de kinderen een kus en laat ze verbouwereerd achter. Onderweg naar de Keeg komt er een piepje van Martin Olthoff dat het een zekere Grote Franjepoot is en dat de vogel nu in het noord zit. De gaspedaal wordt nog iets dieper ingedrukt en om iets over half zeven kom ik aan de Keeg.
Er zijn al een paar vogelaars aanwezig, waaronder Martin Olthoff, Andries Zijlstra en Rick de Groot. Snel kijk ik door een al klaar staande scoop. Super, een nieuwe Friese soort is een feit. Wat is toch een mooie vogel en ook nog eens op korte afstand. Ik had eerder de vogel van het Oude Robbengat (Groningen) al eens gezien. Die was vrij lastig, liep continue in greppels en zat ook nog eens op een behoorlijke afstand. Ondertussen komen er steeds meer vogelaars ter plaatse, waaronder ook Jaap op z’n vouwfietsje. Ik feliciteer hem nogmaals met deze leuke ontdekking. Jaap glundert logischerwijs van oor tot oor. Na ongeveer drie kwartiertjes hou ik het voor gezien, ik moet weer naar huis. Toch wel jammer, want een aantal Friese vogelaars, waaronder Vincent, Durk en Harm, zijn nog onderweg naar de Keeg. Ach, ik zie ze wel weer in het veld of bij een volgende twitch. Jaap vraagt of ik hem een lift kan geven naar Hurdegaryp. Hier stapt hij dan op de trein richting Leeuwarden. Natuurlijk is dit geen probleem, ik gooi de fiets achterin, we nemen afscheid van de aanwezige vogelaars en vertrekken. Onderweg praten we natuurlijk alleen maar over vogels en in het bijzonder over de ontdekking van Jaap, de Grote Franjepoot! Tekst: Marchel Stienstra Foto: Jan Bosch
Jakob over het Lauwersmeer! Op zaterdag 19 mei 2012 was ik samen met mijn vriendin Anke van der Meulen vogels aan het kijken in het Lauwersmeer. We waren de dag redelijk vroeg begonnen op de telpost langs de Kustweg. Hier vloog niet echt veel langs, maar op het moment dat enkele vogelaars er aan begonnen te denken weg te gaan, zag ik tijdens het inklappen van mijn statief een vrij grote vogel zeer hoog overvliegen. Het bleek een Zwarte ooievaar! Een erg leuke waarneming, want zo vaak zie ik ze niet en zeker niet in het voorjaar! Bijgekomen van deze waarneming gingen we toch verder met het opruimen van onze spullen toen er plotseling 2 Kraanvogels boven de Marnewaard cirkelden. De vogels waren vrij lang vliegend aanwezig en hebben zelfs even kort op de grond gezeten, maar verdwenen uiteindelijk toch. Na deze leuke waarnemingen besloten we toch om verder het Lauwersmeer in te gaan. We hebben nog meerdere vogelplekjes bezocht zonder echt veel bijzonders te zien. Rond 14.00 uur besloten we om naar de Ezumakeeg te gaan. Hier was nog steeds de op 14 mei ontdekte Grote Franjepoot aanwezig dus er was in ieder geval iets leuks te bekijken.
Aangekomen in de Ezumakeeg gingen we eerst naar het noordelijke deel. Vanwege de eerder genoemde Grote Franjepoot waren er behoorlijk veel vogelaars aanwezig in de Keeg, vooral in het zuidelijke deel, waar deze vogel zich bevond. In het noordelijke deel was het wat rustiger en konden we lekker genieten van alle vogels die zich mooi lieten bekijken. Veel bijzonderheden zagen we niet totdat mijn oog viel op een afwijkende steltloper die redelijk ver achterin liep. De determinatie was niet zo lastig, Gestreepte Strandloper! Na de vogel doorgepiept te hebben kwamen veel vogelaars van het zuidelijke deel naar ons toe om de vogel te zien. De Gestreepte Strandloper was intussen opgevlogen om helemaal vooraan weer te gaan zitten zodat iedereen de vogel mooi kon bekijken.
Nu het wat rustiger was geworden in het zuidelijke deel besloten Anke en ik daar nu eens te gaan kijken. Hier aangekomen was de Grote Franjepoot snel gevonden. Helaas zat de vogel ver achterin zodat de aandacht al snel naar alle andere vogels ging. Alle vogels in het zuidelijke deel werden bekeken, maar hier zat verder weinig aparts tussen. Hierop besloot ik het weiland aan de andere kant van de weg even te bekijken. Hier zaten de laatste paar dag
meerdere Goudplevieren en wie weet zat er nu wel een Amerikaanse- of Aziatische Goudplevier tussen. Al kijkend over het weiland viel mijn oog op een roofvogel die ver weg boven de dijk vloog. De vogel vloog nog erg ver weg, maar het formaat viel direct op! Om mij heen stonden nog enkele vogelaars die naar de Grote Franjepoot aan het kijken waren. Ik waarschuwde ze door te zeggen dat er een erg grote roofvogel aan kwam vliegen. Hun reactie was dat het wel een van de Zeearenden zou zijn, maar daar deed het mij niet aan denken. Gelukkig kwam de vogel langzaam onze kant op, zodat al snel duidelijk was dat het niet een van de Zeearenden was. Het formaat, de lange staart en de algehele jizz bracht mij al snel tot de conclusie dat het de Lammergier wel moest zijn! De anderen waren nog niet zo snel overtuigd, maar toen de vogel ging cirkelen zag iedereen het. Het is inderdaad de Lammergier! Tijdens het cirkelen waren de gebleekte pennen soms ook zichtbaar. De vogel vloog, en cirkelde, intussen ten zuidwesten van de Ezumakeeg waarbij de vogel soms verdween achter de bomen. Nadat Anke de vogel ook had gezien, besloot ik de vogel door te piepen, zodat onder andere de vogelaars in het noordelijke deel de vogel ook konden zien. Al snel belden er enkele vogelaars en met behulp van de hoge mast die nabij Dokkumernieuwezijlen staat was het makkelijk uitleggen waar de vogel vloog. Enkele vogelaars besloten in de auto te stappen om de vogel ergens nabij Dokkumernieuwezijlen weer op te pikken. Ik bleef in de Ezumakeeg en zag de vogel langzaam verdwijnen richting zuid-zuid-oost. Zoekacties hebben helaas niks meer opgeleverd. De Lammergier was de dagen hiervoor al waargenomen in Noord-Holland en op Texel, Vlieland en Terschelling. Op dit laatste waddeneiland was de vogel 's ochtends nog waargenomen vliegend in oostelijke richting. Ergens heeft de vogel dus de Waddenzee overgestoken om op te duiken bij het Lauwersmeer! De herkomst van de vogel was intussen ook bekend. Jakob, zoals de vogel heet, is in gevangenschap geboren op 24 maart 2011 in Centro de Cria Guadalentin, Spanje, en is vrijgelaten op 21 juni 2011 in Habachtal, Bramberg, Nationalpark Hohe Tauern, Oostenrijk. Behalve dat hij te herkennen is aan een code van gebleekte vleugelveren is hij ook gekleurringd, met links zilver, rechts violet. Hij draagt een satellietzender die tien keer per dag een positie doorgeeft. Door deze zender werd duidelijk dat de vogel zich op 21 mei bevond tussen Balk en Koudum. En een dag hiervoor was de vogel gepeild nabij Kampen. Op 31 mei
werd duidelijk dat de vogel zich prima kon redden, want toen was de vogel alweer in zijn natuurlijke habitat, de Franse Alpen! Omdat de vogel in gevangenschap is geboren is de Jakob niet telbaar als wilde vogel, maar ik vind het toch erg leuk om de vogel gezien te hebben! Tekst: Rommert Cazemier Foto: Sjaak Schilperoord (gemaakt op Texel, 17 mei 2012)
Blonde Ruiter, Friesland Buitendijks Als het dan eindelijk weer voorjaar is, wil je natuurlijk leuke soorten zien en vinden. Het weer kan veel bepalend zijn welke vogels er dan zoal te vinden zijn. Oostenwind heeft vaak de beste papieren, maar bij een gebrek daaraan zul je de tactieken aan moeten passen. Zo was 8 mei een dag met stevige zuid oostenwind met buiige regen. De dag begint in het Lauwersmeer waarna een wissel van tactiek z'n vruchten afwerpt. Doordat het in de vroege ochtend stevig waait uit de goede hoek besluit ik eerst om wat te trektellen bij de sluizen van Lauweroog, hier kan ik mooi achter de sluizen uit de wind staan en als het begint te regenen ben ik snel bij een droge plek. Om half zeven in de ochtend sta ik dan tussen de vele langsvliegende zwaluwen en kwikstaarten, ja.. het vliegt goed! Er vliegen o.a. enkele tientallen Noordse kwikstaarten, paapjes een Rouwkwikstaart, Tapuiten, Bruine kiekendieven en een krentje in de vorm van een Zwarte wouw langs. Helaas begint het net over achten licht te regen en even later gaat het serieus regenen, de trek van de zang- en roofvogels is dan ook direct afgelopen alleen de zwaluwen vliegen door. Ik druip letterlijk en figuurlijk van het telpostje af.. Wat nu? ik heb nog een hele dag voor me. Bosjes checken natuurlijk! Lauwersoog, Friese parkeerplaats, bosjes Bantpolder-oost leveren vele zangvogels op o.a. meerdere Gekraagde roodstaarten, Paapjes, Grauwe vliegenvangers en een mooi donker type mannetje Bonte vliegenvanger vertoeven in de bosjes. In de Bantpolder laat een Engelse kwikstaart samen met meerdere noordse kwikken zich leuk bekijken. Het is ondertussen wel weer harder gaan regenen en ik ben al verbannen tot het vanuit de auto vogelen. Boven het Lauwersmeer vliegen gigantische aantallen zwaluwen,
vanaf Oostmahorn check ik ze zo goed als mogelijk. Dit resulteert in een onvolwassen Dwergmeeuw maar veel spannender word het niet. In de Ezumakeeg zijn vele steltjes aanwezig, deze bevinden zich helaas helemaal in het zuidelijkste deel en lopen wat uit de wind achter het riet. Inmiddels is het al een uurtje of 11 en het regent nog steeds.. Omdat het opkomend water is op het wad rijd ik richting de veerdam bij Holwerd, hier is het mogelijk om mooi steltlopers te kijken vanuit de auto. Er zijn vandaag leuke aantallen aanwezig die met het opkomende tij steeds dichtbij komen. Het blijft bij de algemenere soorten een krentje zit er niet tussen. Maar ik blijf positief want ik heb echt het gevoel dat er vandaag meer in zit dan een “gewoon” rondje vogelen.
Ik vervolg m'n weg richting Friesland buitendijks waar ik eerst aan de binnenkant van de waddendijk langs de akkers rijd en daarna de waddendijk oversteek en de zomerpolders en kwelders op de waddenkant check. Doordat het hoogwater is overtijen er vele vogels op de velden buitendijks. Totdat ik bijna ter hoogte van Blija ben het ik oa Engelse en Noordse kwikstaarten, paapjes, Smellekens, tapuiten, Kleine strandlopers en leuke groepen Bontbekplevieren gevonden. Ter hoogte van Blija loopt er weer een groepje
van ongeveer 30 bontbekplevieren op een veld. Ik scan zoals gewoonlijk eerst even met m'n kijker het groepje af, al snel zie ik een iets groter steltje die vooral op de borst erg opvallend buff gekleurd is. M'n eerste gedachte is Blonde ruiter! Een blik door m'n telescoop doet m'n vermoedens bevestigen. De combinatie van kenmerken als Gele poten, rommelige en donker gevlekte rug, kort en dun snaveltje, gestreept petje op kop, lange vleugel projectie en later in vlucht zichtbare halve maantjes ter hoogte van de polsen op de ondervleugel passen alleen op een adulte Blonder ruiter. Ik maak wat bewijsplaatjes die door de te grote afstand (ca. 300 meter) wel heel erg matig zijn geworden, en geef deze leuke vondst door aan o.a. Rommert en Marchel. Marchel maakt via het alerts systeem deze waarneming wereldkundig en komt zelf ook naar het Friese buitendijkse. Helaas vliegt het groepje steltjes met de Bloru na een 20 minuten op en vliegen richting de kwelders achter de zomerpolder en daarachter raak ik ze kwijt. Ik ga bovenop de waddendijk staan van waaraf ik een beter zicht heb op de kwelders. Niet veel later arriveert Marchel, ik heb in tussentijd helaas geen spoor meer kunnen ontdekken van de Blonde ruiter of het groepje Bontbekjes. Misschien zijn ze allemaal ook wel door gevlogen naar het wad waar het inmiddels alweer laag water aan het worden is. Ik leg Marchel het hoe en waarom achter de waarneming uit, en moet dan zelf weer richting huis, Marchel gaat nog een uurtje zoeken/posten in de hoop dat de hij weer terug keert maar helaas dit blijkt later tevergeefs te zijn. Na een Blonde ruiter in augustus 2009 in de Ezumakeeg is dit m'n 2e bloru die ik zelf heb gevonden, het is echt een soort die zomaar op een onverwacht moment je dag kan maken! Tekst en foto: Jacob Bosma (FR)
ToH Vogeldag, 14 mei 2012: BIG DAY! Leekstermeer (00:00-01:00) Al vele weken (Maanden) leefden we toe naar deze dag. Op vrijdag 11 mei 2012 zouden Willem Bosma, Theo van Veenendaal, Gijs Baller, Robert Pater en ik in de auto stappen om te beginnen aan een Big Day in de noordelijke 3 provincies. Op die vrijdag kregen we helaas bericht dat Robert niet mee kon
vanwege familieverplichting. Om 23.10 stapten we in Groningen in de auto en reden via een tankstation richting het leekstermeer. Voor de Snor moesten we een aardig stuk lopen dus om 23.45 parkeerden we de auto en liepen naar de plek. Om 00.04 konden we na Meerkoet en Wilde Eend de Snor bijvoegen en liepen we terug naar de auto. Willem en ik hoorden in de verte kort een porseleinhoen, maar 2 uit 4 telt helaas niet. Op de plek waar ik enkele dagen eerder nog 2 porseleinhoentjes had riep er helaas niet één. Hier wel een Roerdomp, flink veel Waterrallen en een jagende Kerkuil. De volgende stop was de Ooievaar van Roderwolde die mooi zichtbaar was zitten op zijn paal in het licht van een straatlamp. Op de weg tussen Roderwolde en Leutingewolde had ik tijdens een voorbereidend rondje Kerkuil, Ransuil en Steenuil. Deze avond liet niets zich horen. We treuren niet want voor de uilen hebben we vele plekken en kerkuil hebben we immers al. Bij het volgende bosje voor ransuil geeft er weer geen ransuil thuis. Polder Leutingewolde ligt in het verschiet alwaar wij een poging doen een Kleinst Waterhoen te ontdekken. Dat lukt natuurlijk niet en hier was ook geen Porseleinhoen te vinden. Ook hier staat een bosje waar Ransuil zou kunnen dus op de heenweg stoppen we er even, maar niks. Op de terugweg zie ik in de lichten van mijn auto een uil op de weg zitten. Het blijkt een Velduil. De vogel vliegt op en gaat jagen. Hiervoor stappen we de auto wel even uit en bekijken hoe de uil zich over het veld beweegt. Plots roept er een ook een Bosuil! We gaan verder richting Knosse in een volgende poging voor porseleinhoen, maar ook dit mislukt. Het valt mij op dat het zoveel rustiger is dan de voorgaande dagen (toen ook veel roepende ganzen, eenden en rietzangers), nu heerst er haast een doodse stilte. We sluiten het Leekstermeer af met de volgende soorten: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
meerkoet wilde eend snor kleine karekiet grutto waterral roerdomp kerkuil ooievaar oeverloper (roepend overvliegend)
11 12
velduil bosuil
Drenthe (01.15-04.30) De volgende stop is polder oude riet waar we een poging doen voor Kwartel en Kwartelkoning. Ze zitten hier elk jaar, maar de eerste roepende vogels worden pas enige tijd na de TOH dag waargenomen. We proberen het toch, maar vinden alleen een Sprinkhaanzanger. Dan volgt een nieuwe poging voor Steenuil in de omgeving van roden. Hier hadden we er vorig jaar meerdere, maar dit jaar ontbreekt ieder spoor. Niet getreurd, voor steenuil hebben we nog twee plekken. Daarna ligt Diependal (via Fochteloërveen) op de route, maar we besluiten toch om nogmaals langs Roderwolde te gaan voor de laatste 2 uilen. 2 nachten geleden had ik ze beide zo makkelijk dat ze nu toch ook zouden moeten lukken, maar helaas, het mag niet baten. Dan rijden we via het Fochteloërveen (we hopen porseleinhoen en watersnip, maar horen alleen een waterral) naar Diependal. Bij de parkeerplek hopen we nog stiekem op een Ransuil, maar of hier 1 zit zullen we die nacht niet weten. Er roept in ieder geval niets. Ook de Roodhalsfuten geven geen kick en dus gaan we richting de alom bekende Steenuil van Wateren. Na eerst een Boomleeuwerik en Zanglijster te hebben kunnen bijschrijven laat dan eindelijk de Steenuil van zich horen. Het is dan inmiddels half 4 en we gaan een poging doen voor Nachtzwaluw en Houtsnip. Later blijkt dat we net verkeerd zaten. De Nachtzwaluw riep op de Kale Duinen en niet op het alom bekende heideveld bij de Ganzenpoel. Ook geen Houtsnip (wellicht nog te vroeg). De laatste nachtelijke pitstop is het Wasperveen. We weten dat er Wilde Zwanen zitten, maar hebben hier niet voorbereid. Wel weten we dat Watersnip hier goed te doen moet zijn en dat Nachtegaal zeker tot de mogelijkheden behoort. In lijn met alle verwachting missen we Wilde Zwaan. Watersnip laat zich wel horen en nachtegaal blijft stil (kan later nog makkelijk in de Lauwers). We sluiten de nachtsessie af en rijden naar het Dwingelderveld. Onderweg zit er ineens weer een uil op de weg, dit blijkt een Steenuil. 13 14 15 16
sprinkhaanzanger krakeend scholekster spreeuw
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
boomleeuwerik zanglijster steenuil grauwe gans blauwborst watersnip wintertaling rietgors rietzanger kievit
Dwingelderveld (04:45-7:15) Door tijdverlies komen we pas 4.45 aan op het Dwingelderveld. Net te laat voor Houtsnip en Nachtzwaluw (als ze er al zitten. Vorig jaar wel, dit jaar niet voorbereid). We lopen ons bosrondje en zonder dat we enig nest weten te vinden scoren we de ene soort na de andere. Eerst lopen we een rondje door het gebied aan de noordkant van de 100km weg die dwars door het gebied loopt en later volgt een ronde in het zuidelijk gebied. Bij het noordelijk gebied zijn we blij met appelvink, maar worden we helemaal euforisch als ik een mannetje goudvink vind (vorig jaar gemist en in mei altijd erg lastig). Bij het zuidelijk rondje wordt de euforie vergroot door Kuifmezen (ook zo’n lastig soort in mei). Het zuidelijk deel ben ik vrijdag al doorgekomen in de zoektocht naar een Hop en zo weet ik wat leuke plekjes. Sijs geeft op de eerste plek niet thuis, maar iets verderop roept er wel 1. Op de plek waar ik vrijdag een roepende (mogelijke) Kortsnavelboomkruiper vond zit er nu weer 1 constant te roepen. We zoeken de vogel, maar deze houd zich verscholen in de stop van een Douglasspar. Om willen van de Big Day lopen we door. Ik geeft de vogel door, maar vergeet het vakje zeker uit te vinken waardoor ik gelijk een berichtje van Frank Neijts krijg ;) We lopen dan direct richting de plek van de hop. In de hop heb ik niet veel vertrouwen, maar vrijdag had ik een Vuurgoudhaan. Deze zingt nu niet op de aangegeven plek, maar ik vind iets verderop een geschikt plekje. Hier zie ik een “goudhaan” door de bosjes schieten, maar de vogel laat zich verder niet zien of horen. We lopen verder en prompt zit een paar honderd meter verder een Vuurgoudhaan te zingen. De weg wordt vervolgd langs het fietspad, maar er is
geen hop meer te bekennen. Wel worden Fluiters gehoord en horen we overal Wielewalen. Een Dodaars op een vennetje is zeer welkom evenals Grote canadese gans. We sluiten deze goede ronde af met een topper: Zomertortel zit mooi te koeren. 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 59 50 51 52 53 54 55 56 57
merel roodborst zwarte mees winterkoning goudhaan koolmees boompieper graspieper kuifeend fitis bonte vliegenvanger grote lijster pimpelmees grauwe vliegenvanger (erg veel vogels) buizerd vink tjiftjaf zwartkop boomkruiper grote canadese gans appelvink geelgors matkop goudvink grote bonte specht gekraagde roodstaart (laat, meestal 1 van de eerste) kuifmees houtduif zwarte kraai gaai wielewaal
58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
fluiter sijs glanskop grasmus roodborsttapuit groene specht vuurgoudhaan witte kwikstaart boomklever dodaars koekoek blauwe reiger zomertortel
Diependal, Fochteloërveen e.o. (07:30-10:10) 70 soorten is voor ons een erg leuke score en een dikke verbetering van vorig jaar. Wel blijft het gemis van Ransuil, Nachtzwaluw en Houtsnip knagen en worden er concrete plannen gemaakt voor de avondinvulling. We vervolgens onze weg via Diependal naar het Fochteloërveen. Bij Diependal is naast roodhalsfuut, ringmus een main target geworden. Omdat op het laatste moment de route van Appelscha naar Dwingeloo werd gewijzigd hadden we plots geen plek voor Ringmus meer. Ik had bij de boerderij van Diependal wel eens een Ringmus gezien dus op hoop van zegen dan maar. Op de heenweg zien we Holenduif op het dak. Vanaf het dijkje zien we geen Roodhalsfuut en moeten dus de hut in. Ook hier geen Roodhalsfuut maar wel verre steltjes. Hadden we dat geweten dan hadden we ook even een scope gepakt. Gelukkig zwemt er even later mooi een Roodhalsfuut zodat tijdverlies beperkt blijft. Door een scoop van een andere vogelaar blijken de vogels Bontbekplevieren. Altijd leuk voor Drenthe, maar wij hadden meer gehad aan Kleine Plevier. Bij de boerderij aangekomen zoeken we angstvallig de mussen af tot het verlossende woord van Willem: Ringmus daar in topje van die spar. Spullen pakken en in de auto. Onderweg wordt het Oranjekanaal nog druk afgezocht naar Waterhoen (die wil je niet missen) en die wordt dan ook gevonden. Bij het Fochteloërveen zien we op een akker veel kraaiachtigen en vinden een Roek. Hier helaas geen Kraanvogel. In het dorpje Ravenswoud
aangekomen zien we tot onze verbazing een paartje Goudvink foerageren in de slootkant. Vanuit de hut worden wederom geen Kraanvogels gezien, maar ik merk Staartmezen op (ook zon soort die je makkelijk mist in mei). We horen hier ook een Tuinfluiter en gaan dan naar het haviknest. De Havik geeft niet thuis, maar Willem merkt heel scherp roepende Kruisbekken op. Ook zingt er weer een Vuurgoudhaan. We zien dan een Zwarte Specht door het bos vliegen en later horen we deze nog veelvuldig. Het verbaast ons echter dat we geen Raven horen terwijl die er altijd zo luidruchtig aanwezig zijn. De oorzaak wordt gevonden als we zien dat het paartje op een modderhoop in het tegenoverliggende weiland foerageert. De mooie score hier doet ons beseffen dat we nagenoeg alle bossoorten hebben op Kleine Bonte Specht en Heggenmus na. Na een snelle stop in het veen (Paapje) en bij het informatiecentrum (Spotvogel en Sperwer) vervolgen wij onze reis. De volgende target is Grote gele kwikstaart. Die broedden ooit bij de sluizen rondom het veen, maar zijn verjaagd door werkzaamheden. Ze hebben er overigens wel hun best voor gedaan het weer zo aangenaam mogelijk te maken voor de kwikstaarten door stenen langs de slootrand te leggen en nestkasten in de sluizen op te hangen. Tot dusver mag het nog niet baten, de vogels zijn nog steeds weg. Wel jagen we per ongeluk een Havik weg bij 1 van de sluizen, roept er een Zwarte roodstaart en zitten er Putters. We zoeken nog in de weilanden naar kraanvogel, maar deze zal de lijst niet halen. Toch een mooie score 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82
kauw waterhoen boerenzwaluw holenduif gele kwikstaart knobbelzwaan roodhalsfuut bontbekplevier veldleeuwerik ringmus huismus roek
83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106
kokmeeuw aalscholver kleine mantelmeeuw huiszwaluw zwarte specht raaf staartmees tuinfluiter kruisbek gierzwaluw turkse tortel ekster tapuit paapje spotvogel sperwer torenvalk havik (100e soort om 10.03) zwarte roodstaart putter kneu geoorde fuut fuut bontbekplevier
Drentse A, Veenhuizerstukken en Blauwe stad. (10:20-12:30) Dit had ik dan wel voorbereid: Grauwe klauwier op de drentse A. Echter vond ik die toen niet. Vandaag is de eerste plek gelukkig gelijk raak. Met 4 mannen scannen we het gebied af totdat Willem een Grauwe klauwier vind en dit aan ons overbrengt alsof hij net een mega had ontdekt. Erg ongelijk kan ik hem niet geven. Een Grauwe klauwier is een prachtsoort en erg welkom op een big day. Met open ramen (we moeten nog Groenling, Heggenmus en Braamsluiper) rijden we naar de Veenhuizerstukken. Theo en Gijs zijn dan achterin in slaap gevallen, waardoor alleen Willem en ik vanuit de rijdende auto een Groenling horen. We roepen de andere mannen tot de orde en rijden een stukje terug. Gelukkig roept de Groenling nog steeds. Vanaf dat moment worden ook alle
ogen gericht op roofvogels. Er kan zo een Wespendief boven je hangen weten we van het voorgaande jaar. Bij de Veenhuizerstukken aangekomen is het wat gaan regenen. Targets zijn Zwarte stern en Kleine plevier. Beide zitten er niet, maar gelukkig komen er toch 2 Zwarte sterns aangevlogen. We zoeken nog 10 minuten naar Kleine plevier, maar helaas. Vanuit hier rijden we linea recta naar Blauwe stad. Een mooie plek met goede soorten (Oeverzwaluw, Zwartkopmeeuw en Krooneend). We liepen achter op schema en om dit in te halen gaan we niet meer naar ter apel. Dat hoeft ook eigenlijk niet, omdat we nagenoeg alle bossoorten hebben en Grote gele kwikstaart er dit jaar niet gevonden is. Voor enkel een Kleine bonte specht is 1,5 uur wel veel tijd. Blauwe stad betaalt in contanten uit wat onze gemoedstoestand verder bevordert. 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118
grauwe klauwier groenling zwarte stern bergeend slobeend visdief bruine kiekendief groenpootruiter krooneend tafeleend oeverzwaluw zwartkopmeeuw
Breedbaartpolder en Eemshaven (12:45-15:15) Vanuit de Blauwe stad rijden we via Finsterwolde en de Reiderwolderpolder richting Termunten. Dit met het oog op blauwe en grauwe kiekendief. We vinden alleen bruine en bruine en bruine en bruine…..zucht…. Bij de Breedbaartpolder kijken we eerst vanaf de dijk. Hier vind Gijs een Brilduiker. Verder wordt Zwarte ruiter en wat eenden ingekopt. Vanuit de hut wordt niet aan de lijst toegevoegd. Dan zoeken naar de Woestijnplevier. Eerst komen lepelaars over en vind ik tot grote vreugde een Regenwulp (vorig jaar niet). Na wat bellen met de ontdekker weten we ook de Woestijnplevier terug te vinden, maar geen Strandplevier. We besluiten ook niet te lang te zoeken want we hebben nog wat te doen in de Eemshaven. Hier rijden we via het
kleine schakelstation (waar we Braamsluiper en Heggemus proberen) naar de duintjes. Hier komen we Lazar Brinkhuizen tegen die ons van waardevolle tips voorziet: Heggenmus zingend in een haag verderop, een Grote stern tussen Visdieven in de uitlaat, Slechtvalk op de pijp, Patrijzen voor het douanekantoor en Noordse sterns op de sternenbroedplek. Heggenmus vinden we gelijk, maar de Grote stern wordt niet gevonden. We verspillen hier teveel tijd dat we niet zoeken naar de Slechtvalk en Noordse sterns, maar alleen naar Patrijs. Deze vinden we niet. Dan snel door naar het Lauwersmeer. 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129
brandgans tureluur zwarte ruiter brilduiker smient zilvermeeuw kluut woestijnplevier lepelaar regenwulp heggenmus
Lauwersmeer (16:00-22:30) De planning was om rond 15.00 op de Bantpolderdijk te zitten. Inmiddels is het bijna 16.00 en staat het water veel te hoog. Er is geen stelt te bekennen. We besluiten via Zwarte rotgans (ik vind deze snel, maar het uitleggen aan de teamleden bleek niet makkelijk, ook wilde Jarinka nog graag even kijken zodat ze een nieuwe soort aan haar levenslijst kon toevoegen) en Morinelplevier (snel gevonden) naar Peassens te rijden, maar ook hier staat het water te hoog. Wel vliegen er 2 Noordse sterns. We krijgen de piep van een Breedbekstrandloper bij Holwerd. Even het gaspedaal intrappen en bijtikken. Dacht we…Dat eerste ging goed, dat tweede wat minder. Er werd vanuit de auto gekeken, omdat de vogels maar op enkele meters zaten. Om ons heen werd de vogel gezien, maar wij zagen niks. Een vrachtwagen reed langs en de groep vloog op. Weg Breedbek. Waarschijnlijk zat ie vanuit ons oogpunt achter wat troep of een kloet modder. Gelukkig werd de vogel even later teruggevonden en was deze mooi te bekijken. Kanoet kon helaas nog steeds
niet worden bijgeschreven, maar het werd tijd voor de Ezumakeeg. We begonnen in Noord waar we snel de Steltkluten vonden. Ook andere soortjes rolden we makkelijk op, maar van Kleine plevier ontbrak ieder spoor. Zuid leverde helemaal niets op, maar ik had mijn zinnen gezet op het nog zuidelijkere punt van de Keeg (alleen vanaf de dijk te zien) Om nog iets te ontdekken. Met onze scopen zaten we gezellig tussen de koeien en het ontdekken kon beginnen. Ontdekken deed ik. Echter niet in de vorm waarmee je prijzen wint, maar wel waarmee de daglijst groter werd. Een Grote zilverreiger, Grote mantelmeeuw en Dwergmeeuw werden bijgeschreven. Tijd om een Wulp te zoeken in de Bantpolder kregen we niet, want Lazar had opnieuw toegeslagen met een Poelruiter. Deze werd snel gevonden en ook Wulp, Eider en Kanoet zaten er. We namen even de tijd voor patat en de prijsuitreiking waarna we gingen zoeken naar de laatste soortjes. Grauwe kiekendief werd door een aanwijzing van Jeroen Breidenbach (Hij zit tussen de weilanden op de grond) snel gevonden. Baardman riep in het riet en Noordse kwikstaart zat er ook. Van kolgans en Zomertaling ontbrak ieder spoor. Rond half 10 riep kort een Porseleinhoen vlak achter het uitkijkbultje, maar toch wist Theo het te presteren deze niet te horen. Dan nog eens de bosjes in voor Bosrietzanger, Nachtegaal en Braamsluiper. Voor laatstgenoemde was het allicht te laat, maar de andere 2 moesten te doen zijn. Nachtegalen vonden we genoeg, maar Bosrietzanger helaas niet. Hier wederom een Porseleinhoen roepend, maar weer niet door Theo. Dan toch maar even langs de SBB schuur waar er meerdere zaten te roepen (wij schatten minstens 4!!) zodat Theo deze niet kon missen. De laatste stop was de proefboerderij. Kwartel bleef stil en kwartelkoning zal nog wel niet terug zijn. 130 131 132 133 134 135 136 137 138
zwarte rotgans stormmeeuw rotgans morinelplevier bonte strandloper steenloper noordse stern rosse grutto zilverplevier
139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158
temmincks strandloper kleine strandloper drieteenstrandloper breedbekstrandloper bosruiter kemphaan steltkluut pijlstaart grote mantelmeeuw dwergmeeuw grote zilverreiger poelruiter eider wulp grauwe kiekendief slechtvalk baardman noordse kwikstaart porseleinhoen nachtgaal
We besluiten dat het mooi is geweest en dat we geen ultieme poging voor ransuil, nachtzwaluw en houtsnip doen. We hebben een goed resultaat neergezet om volgend jaar als richtpunt te hebben en zo hou je ook nog iets over. Soorten die we dit jaar mistten: Ransuil, Kwartel, Nachtzwaluw, Houtsnip, Kleine bonte specht, Braamsluiper, Krombekstrandloper, Zomertaling, Kolgans, Boomvalk, Patrijs, Kraanvogel, Kleine zilverreiger, Rouwkwikstaart, Engelse kwikstaart, Strandplevier, Kleine plevier, Goudplevier, Zeearend, Blauwe kiekendief, Witbuikrotgans, Grote stern, Dwergstern en Casarca. Voor IJsvogel, Kwartelkoning, Grote karekiet, Grote gele kwikstaart, Grauwe gors en Buidelmees waren op dit moment geen plekken bekend in de TOH. Plekken waar Reuzenstern, Purperreiger, Middelste bonte specht en Middelste zaagbek zaten werden niet meer bezocht. Voor Kortsnavelboomkruiper is het jammer dat we geen bewijs konden leveren en de vogel niet heeft gezongen.
Hadden we dat nog allemaal gehad zouden we op 194 zijn uitgekomen wat een verbetering van het nationale record zou zijn. In theorie is in de TOH dus alles mogelijk. Dit jaar in ieder geval weer wijze lessen voor volgend jaar geleerd. Als laatste nog een dankwoord aan de volgende mensen: Uiteraard De gebroeders Brinkhuizen voor de ontdekkingen van Woestijnplevier en poelruiter, maar daarnaast ook de waardevolle tips in de Eemshaven, Rommert Cazemier voor het live bijhouden van Lauwersmeer.com en het vinden van de Morinelplevieren, Martijn Bot en Peter de Vries voor het organiseren van deze dag, De vogelaar die ons in Diependal door zijn scope liet kijken, De vogelaars bij de Breedbekstrandloper die de vogel terugvonden en daarnaast alle overige vogelaars die live hun waarnemingen hebben ingevoerd wat erg waardevol was. Wat eigenlijk ook niet vergeten mag worden zijn alle mensen die zich inzetten voor natuurbescherming. Door deze mensen die de natuur in stand houden is het mede mogelijk nog zoveel vogelsoorten op 1 dag te zien. We hopen dan ook van harte dat dit doorzet zodat we steeds meer vogels en vogelsoorten in de TOH gaan zien. Tekst: Folkert-Jan Hoogstra
Over ‘guts’ en een glorieuze Griel ! “Heb 5 dagen Terschelling geboekt eind april-begin mei. Dus: lekker Don Quichotten op het mooiste waddeneiland én de plek met de hoogste dwaalgast-helemaal-alleen-voor-je-zelf-coëfficiënt.” “Wat voor jou, Eddy, toch ook vaak neer komt op een dwaalgast-helemaal-alleen-door-mij-gemist ergens anders in Nederland, toch?” “ ha ha Martijn, ik vrees dat je gelijk hebt. Moet overigens altijd een beetje glimlachen om die "no guts, no glory" slogan van de Vlielandgangers……Nee, dan vogelen op Terschelling. Heel veel guts voor heel weinig glory inderdaad. Maar ik droom dan maar lekker verder: er komt een dag” Bron: Forum, waarneming.nl
Zoals vooraf dus al aangekondigd op het forum van waarneming.nl had ik een paar dagen Terschelling met m’n gezin geboekt. Doel: behalve lekker uitwaaien, fietsen en vakantie te vieren ook de tijd nemen voor het zoeken naar die ene knaller. In een vorige nieuwsbrief heb ik al eens uitgelegd dat Terschelling voor mij nou eenmaal dé plek is. Maar inderdaad: het is een veel
te groot eiland, het is slecht te bereiken (én in allerijl te verlaten), het heeft géén overzichtelijke aankomst- en vertrekplekken zoals de oostpunt van Vlieland of de Noordpunt van Texel en yep: er zijn echt heel weinig andere vogelaars die er rondlopen. Dus met dat Don Quichotte- gevoel zit het daar wel goed! Zeker dit jaar, omdat het weer tamelijk dramatisch was. Terwijl in Limburg rokjesdag werd gevierd en in Zeeland de strandtenten uitpuilden, moesten wij het 100 kilometer noordelijker met bijna 15 graden minder doen en kregen we er gratis een straffe en schrale noordooster bij. Brrr. Het leek wel november. Maar goed, voor ieder weertype een aanvalsplan, dus de focus werd al snel verlegd van “bosjes met zangvogels” naar “polders en wad voor zwemvliezen en steltlopers”. En na twee dagen vogelen was ik behalve tegen een verkoudheid ook tegen een stuk of 5 Witbuikrotganzen, 2 Roodhalsganzen én een Zwarte Rotgans aangelopen. Niet echt de soorten waarmee je thuis hoopt te komen na een bezoek aan de Wadden begin mei, maar toch: Zwarte Rotgans had ik nog nooit zelf gevonden en ik was eigenlijk best wel blij met deze nieuwe zelfontdek(schaam)soort. Maar gelukkig werd het weer op Koninginnedag aanzienlijk beter. De wind ging liggen, de zon brak door, de temperatuur ging omhoog en er gebeurde duidelijk wat in de lucht: aardig wat roofvogeltrek, gele kwikken, zwaluwen, tapuiten. Als er gepiekt moest worden, dan was het toch wel vandaag! Hein Prinsen, ook op het eiland, belde dat ie een Draaihals had en even later een Zwarte Wouw, een andere vogelaar had vlak voor me een Visarend. Hmm, dat wil ik ook! Maar verder dan een Smelleken en wat Beflijsters kwam ik niet. Maar als je het zelf niet kan vinden dan zijn er altijd nog de vondsten van anderen en dus kon ik deze dag nog genieten van die prachtige Witbandkruisbekken die een paar dagen eerder door stadsgenoot Harvey van Diek ontdekt waren. Fraaie beestjes hoor! De volgende dag, 1 mei, was het alweer de laatste dag van dit korte tripje! Nog één keer heel vroeg op om de Boschplaat af te struinen. Uiteraard weer geen vogelaar te bekennen, maar jammer genoeg ook nauwelijks leuke vogels. Na een paar uur struinen blijft er niets anders over dan de tas in te pakken. We besluiten nog één keertje met z’n allen op de fiets naar het strand bij Paal 18 te gaan om nog een keer de zee en een koffie mee te pikken bij het Heartbreak
Hotel. Rond 12.00 uur is het ook hier mooi geweest en sta ik op het punt weg te rijden. Nog één allerlaatste blik op dat mooie grasveld en dan naar de bus…….””. “Hé !!! Die vogel daar! achteraan het veld tegen de duinreep aan?! Waar is zijn snavel? … dat is écht geen Wulp!”. “fietsen jullie maar vast door: ik geloof dat papa een best wel zeldzame vogel ziet!”. Op een paar honderd meter van mij af loopt een vogel die ook van deze afstand, ook zónder de al ingepakte telescoop maar 1 soort kan zijn: daar staat een Griel!! De vogel foerageert rustig op een kort grasveld tegen de stuifduinen aan, dicht tegen een grasveld met hoger gras. Maar nog wel op een flinke afstand en om de vogel beter te bekijken moet ik voorzichtig een stuk langs de duinrand lopen. Dilemma: m’n bus vertrekt over 20 minuten! Dus met veel moeite loop ik vooral heel RUSTIG langs de duinrand naar de vogel toe en als ik een meter of 100 dichterbij ben gekomen kijk ik nog eens. Nu kan ik alle kenmerken goed zien. De bruinige kop met witte wenkbrauw en witte rand onder het oog, de bruine gestreepte hals, keel en bruine rug en vleugels, lichte buik, het karakteristiek ‘langwerpige’ postuur, de lange gele poten, de korte stevige snavel met een gele snavelbasis, het gele oog en de kenmerkende zwarte en witte tekening op de gesloten vleugel. Ik heb nu echt alle kenmerken gezien en besluit niet verder te lopen, maar de op het eiland aanwezige vogelaars te bellen. Terwijl ik Hein Prinsen bel zie ik dat de twee roofvogels die laag over de Griel naar het oosten vliegen, Zwarte wouwen zijn, met een wat verwarrend gesprek tot gevolg: “Hein ik zie nu 2 Zwarte Wouwen, maar ik zie ook een Griel!” Helaas blijken de op het eiland aanwezige vogelaars niet direct naar de vogel toe te kunnen komen. Er rest mij niets anders dan de nog steeds rustig foeragerende vogel nog één keer goed te bekijken en naar de bus te racen. De bus haal ik nét en enigszins verhit en opgewonden kan ik tijdens de rit naar de veerboot het semafoonbericht versturen. Achteraf blijkt dat bij een zoektocht twee uur later de vogel niet meer kan worden teruggevonden. Voorkomen In de periode 1800 – 1958 was de Griel nog een schaarse broedvogel in de duinen van Noord- en Zuid - Holland. De broedaantallen liepen in de jaren 50 sterk af.
In de periode 1980 – 2009 werd de soort in Nederland 58 keer aanvaard door het CDNA. Gemiddeld dus 2 a 3 waarnemingen per jaar. Sinds 1 januari 2009 wordt de soort niet meer beoordeeld. Waarnemingen Griel in de TOH 6 mei 1969 Hollumerduin, Ameland, Friesland 14 april 1972 Kooiduinen, Schiermonnikoog, Friesland 29 juli 1975 Paal 9 Terschelling, Friesland 16 augustus 1980 Boschplaat, Terschelling, Friesland 24-29 mei 1981 Buurderduinen, Ameland, Friesland 24 augustus 1983 Striep, Terschelling, Friesland 3 oktober 2000 Kooisplek Vlieland, Friesland 28 mei 2002 Drachten, Smallingerland , Friesland 6 mei 2004, Moddergat, Dongeradeel, Friesland 5 – 10 juni 2007 Aelingerzand, Appelscha, Drenthe 1 mei 2012 paal 18 oosterend Terschelling, Friesland 7 juni 2012 Oostermeer, Tietjersteradeel, Friesland
Zoals uit dit overzicht blijkt is de Griel in de TOH een zeldzame soort, met slechts 11 waarnemingen. Opvallend is dat het grootste deel van de waarneming betrekking heeft op waarnemingen van 1 van de Waddeneilanden. Op het ‘vaste land ‘slechts 2 waarnemingen in Friesland, één waarneming in Drenthe en nul in Groningen. Net als in de rest van Nederland betreft het overgrote deel ééndagswaarnemingen. Dus: voor de vogelaars die ‘m graag aan een TOH-lijstje willen toevoegen is het devies: zelf gaan zoeken! ‘Place to be’ met 4 van de 11 waarnemingen is….. Terschelling natuurlijk! Eddy Nieuwstraten
Amerikaanse Goudplevier op Ameland, mei 2012 De derde week van mei 2012 zal ik niet snel vergeten. Op de maandag werd namelijk m’n tweede dochtertje geboren. Na enkele vrije dagen ging ik op Hemelvaartsdag 17 mei weer aan de slag met veldwerk voor SOVON. Ditmaal naar Ameland, waar in de polder Vogelpolle onder Hollum een proefvlak van zo’n 175 hectare ligt. Dit plot tel ik jaarlijks op broedvogels in het kader van de trilaterale waddenmonitoring. En dat is uiteraard geen vervelende klus met hier nog steeds mooie aantallen weidevogels (bijvoorbeeld ca. 170 paar Scholeksters, 80 paar Kieviten, 40-50 paar Grutto’s). Rond 13:00 viel mijn oog op drie goudplevieren. Twee ervan waren nog niet volledig uitgekleurde goudplevieren. Maar de andere viel direct op door de pikzwarte buik, flanken en onderstaartdekveren, in combinatie met een prachtig scherp afgetekende
witte sjaal. De vogels vlogen op en hierbij was de vuilgrijze ondervleugel goed te zien. De vogel was dus volledig in zomerkleed en ik was vrijwel zeker van een Amerikaanse Goudplevier. Ik twijfelde echter nog even met een Aziaat aangezien ik mij een afbeelding in de ANWB-vogelgids van een exemplaar met volledig zwarte onderdelen herinnerde. Bovendien had ik geen telescoop bij me, alleen een 8 x 45 kijker. Helaas had ik nog geen uitsluitsel, en omdat ik verder moest met de kartering heb ik niet verder naar de vogel gezocht.
Toen ik klaar was met tellen, en ik nog wat tijd had voor ik de boot terug naar huis moest nemen, ging ik rond 15:30 weer naar het perceel waar ik de vogel voor het laatst zag. Nu zat er een grotere groep goudplevieren. Vrijwel direct vond ik de vogel daarin terug. Daarop even een telefoontje gepleegd met collega Roy Slaterus om de kenmerken nog even goed door te nemen, en om de vogel bekend te maken. Op dat moment hebben we het exemplaar als vrij zekere Amerikaan doorgegeven. Ik kreeg daarna de kans om de vogel dichterbij te zien zodat ik de lange handpenprojectie nu ook goed kon zien. Nu was de determinatie zeker en met enige moeite kon ik met de combinatie van mijn kijker en de camera op de mobiele telefoon nog wat bewijsplaatjes schieten. Toen werd het om 16:00 wel erg tijd om de boot van half vijf nog te kunnen halen. Met het zweet op het voorhoofd kon ik terugkijken op een fantastische dag. Indien aanvaard betreft deze vogel waarschijnlijk het 32e geval voor Nederland en het eerste voor Ameland. De vogel was de volgende dag ook nog
aanwezig en is door een aantal mensen gezien, door wie ook goede foto’s zijn gemaakt. De vogel doet me weer denken aan de Amerikaanse Goudplevier die ik op Texel in oktober 1989 kon zien. Dat was toen de eerste voor Nederland (later de tweede door een herzien geval uit november 1900). Tekst: Jelle Postma Foto: Folkert-Jan Hoogstra
Ontdekking tijdens ToH Vogeldag: Woestijnplevier bij Punt van Reide! Het was zaterdag 12 mei en de Top-of-Holland Vogeldag 2012 ging van start. Mijn broer (Dušan) en ik (Lazar) hadden een top-secret route uitgestippeld die in onze ogen wel een goede potentie had voor iets zeldzaams. Ons plan was om al vroeg in de ochtend bij polder Breedbaart te zijn in verband met hoog water. Tijdens hoog water gaan vaak veel wadvogels mooi voor de hut zitten. Hier hoopten we natuurlijk op een zeldzame steltloper, maar dat zat er het eerste half uurtje helaas niet in. Na vele Bontbekplevieren, Bonte Strandlopers, Rosse Grutto’s en Zilverplevieren te hebben afgekeken besloten wij op een andere plek te gaan zoeken. Ik wilde graag de route nemen dat via een schelpenpad dwars door de Breedbaartpolder heen gaat naar de dijk toe. Dušan wilde juist het tegenovergestelde en wilde linksom via de dijk naar de Punt van Reide lopen. Ik vertelde hem dat er waarschijnlijk niet veel te zien zou zijn vanwege de harde noordelijke wind. Hier kregen wij een meningsverschilletje dat al snel was opgelost want oude wijze broer Dušan had me al snel overgehaald met beloften over zeldzame soorten die daar achter de dijk zouden zitten. Nog in discussie liepen we de dijk op richting de Punt. We waren al een aardig stuk langs de dijk gelopen maar voor de zekerheid checkte ik nog even achter ons of we iets over het hoofd hadden gezien. Direct viel mij een eenzame zandkleurige plevier op die we tijdens ons “conflictje” op een paar meter voorbij gelopen waren. Het eerste wat ik tegen me broer riep was: ’’Kijk snel, een gekke lichte plevier, geef me de scoop”. Je gaat er natuurlijk eerst van uit dat het een Strandplevier moet zijn en het beestje oogde ook best klein. De plevier zat met de rug naar ons toe en ingedoken in een greppel dus we moesten wat dichterbij. ”Wat is de pootkleur?” , vroeg me broer. “Gelig”, antwoordde ik, kijkend door de scoop. “Oei, dat is dus fout, Strandplevier heeft
zwarte pootjes, weet je het zeker?” Hier begonnen we pas echt zenuwachtig te worden! Ondanks de harde wind begon de plevier ineens met foerageren en liep recht op ons af en vol in beeld. “Dit is zeker geen Strandplevier!”, riepen we in koor. De plevier had een mooi rossig borstbandje en op basis van de redelijk forse snavel konden we (helaas) Mongoolse Plevier al snel uitsluiten. Dušan besloot in alle rust wat foto’s van de vogel te maken die nog steeds dichtbij en op zijn gemak aan het foerageren was. Ook een ander team (De Borrelaars) kwam net na de ontdekking de dijk opgelopen maar vanaf de andere kant. Dušan wees naar de vogel die vlak voor z’n neus liep en al snel had het andere team door dat we iets “leuks” hadden. Aan de opgewonden bewegingen was te zien dat ze de Woestijnplevier in beeld hadden gekregen en ook als zodanig herkend hadden. Een komisch moment maar het moet ook frustrerend geweest zijn voor het andere team; ze liepen de vogel namelijk net mis omdat De Borrelaars juist wel hadden besloten via het schelpenpad te lopen. In de tussentijd zat ik aan de andere kant van de dijk te vloeken en te doen want mij telefoon had vreemd genoeg op dat moment geen bereik (Duitsland ligt vlakbij) en uiteindelijk kon ik met nog net een half streepje bereik een aantal vogelaars bellen en hen op de hoogte stellen. Zo kon Pieter van Veelen de Woestijnplevier doorvoeren op de DB-alerts. Na een half uur stroomde de dijk vol met vogelaars en konden wij met z’n allen genieten van dit prachtige (maar gesleten) beest dat zich ook nog eens goed liet zien (soms op c. 10m). Dit was de tweede Woestijnplevier voor de provincie Groningen en de soort van de ToH dag met de hoogste puntentelling. Het eerste geval voor Groningen was komisch genoeg ontdekt door m’n broer in 2006 in de Eemshaven, dus nu was ik eindelijk aan de beurt! De vogel van de Eemshaven was slechts een uurtje twitchbaar dus het was een hele mooie inhaler voor vele
Groningers. De Woestijnplevier van Punt van Reide werd ook de volgende dagen druk bezocht en werd hier voor het laatst gezien op 20 Mei. Tekst: Lazar Brinkhuizen Foto: Guido Meeuwissen
Dwerguil op pier Holwerd ! Op donderdag 2 augustus hadden Mark de Vries en ik afgesproken een ‘marathondag’ te gaan houden. Ofwel, de hele dag van s’ ochtends vroeg tot s’ avonds laat fotograferen. We besloten om in de vroege ochtend op het wad te gaan liggen nabij Holwerd om te kijken welke strandlopertjes we voor de lens konden krijgen. Na 3 uren liggen en een doorweekt en smerig pak verlieten we het wad omdat het water inmiddels te hoog was geworden. Helaas weinig succesvol maar wel veel dwergsterns gezien en een drieteenstrandloper. Op de pier maar even gaan zitten met onze thermoskan koffie en de kleding in de zon geprobeerd te drogen. Na een half uur pauze besloten we verder te gaan en troffen we aan het begin van de pier veel oeverlopers aan. Altijd een leuke soort om te fotograferen en als er dan ineens een strandplevier naast staat dan gaat je hart sneller kloppen. Die hadden we beide nog nooit op de foto en dan meteen op slechts 6 meter. Op dat moment werd het weer er echter niet beter op en besloten we in de bui naar de haven van Lauwersoog te rijden om geen zo geen tijd te verdoen. Daar aangekomen op zoek naar dwergsterns. Er zaten er twee maar helaas was het geen mooi beeld voor een foto. Omdat we aardig honger begonnen te krijgen hebben we een visrestaurant opgezocht om daar even rustig wat te eten en op de telefoon even te kijken of er in de buurt nog wat leuks zat, lees zwarte ooievaar. Die wilden we beide graag voor de lens hebben. En terwijl de kibbeling voor ons neergezet wordt zien we een zwarte ooievaar overvliegen en dalen rondom robbenoord. Weg rustig eten. Tasje gevraagd, kibbeling erin geleegd en gaan! Maar zoals wel vaker valt dat niet mee. Uur rondgereden en alle veldjes en ondiepe waters bekeken maar geen Zwarte ooievaar. Na een rondje Zoutkamp, Ezumakeech, Anjum met nog een Grauwe kiek man, Temmincks en Kleine Strandlopers, besloten we weer naar Holwerd te gaan. Wie weet nog kans op een mooie dwergstern. Dit alles viel echter tegen. Het water was nog te laag en de krombekken, kanoeten en
dwergsterns zaten helaas te ver weg. We besloten de pier weer eens af te rijden want wie weet zat er aan de andere kant wel weer wat leuks. We kwamen vanaf de zijde waar je de boot verlaat en reden de weg op richting het einde van de pier. Binnen 5meter zagen we rechts van ons een propje op de weg zitten. Echt het kon van alles zijn, oud papier, blikje fris maar ook wel een spreeuw ofzo. Dus stoppen achterom kijken en op dat moment konden wij onze ogen nauwelijks geloven. Het was dus toch een vogel en wel een Dwerguil!! De adrenaline vloog omhoog en we legden de lenzen klaar. Op dat moment was het natuurlijk smoordruk met ander verkeer en van alle stress sloeg de auto nog drie keer af maar we moesten snel die foto’s maken, al was het maar als bewijs. Uiteindelijk lukte dit, al was het lastig zijlicht. Omdat de uil haast op de weg zat en er ‘’zwak’’ uitzag, besloten we de uil daar weg te halen. Wij waren er van overtuigd dat het uiltje een auto geraakt had, wad doe je hier anders op de pier van Holwerd tussen alle vakantiedrukte. RJ liep naar de uil toe en stond op een halve meter. Hij had de uil haast te pakken toen deze toch een teken van leven gaf en over hem heen vloog, over het parkeerdek en uit het zicht. Toch fitter dan we dachten, oftewel gewoon fit. (eenmaal thuis aangekomen lazen we ook dat de soort niet schuw is). Op dat moment is Mark de pier weer rond gaan rijden en is RJ het parkeerterrein af gaan zoeken. Dit leek wel hoopvol maar eenmaal tussen de honderden auto’s zakte de moed in de schoenen. Dat kleine ding kruipt weg achter en band en die zie je nooit weer. Ondertussen met Rommert gebeld of hij de melding de wereld in wilde sturen zodat de rest van de vogelaars nog een kans had de uil te zoeken. Wij waren inmiddels kapot van een lange dag met uiteenlopende emoties en besloten naar huis te gaan. Zo blijft Holwerd voor ons een bizarre plek! Hele winter geprobeerd er drieteenmeeuw te
fotograferen, helaas zonder succes. Vorig week niks gezien in Holwerd, we zouden weg , zit er ineens drieteenmeeuw voor onze neus, zie je daar zelden in deze tijd. Nu uiteindelijk ook weer hele andere soorten gefotografeerd dan van te voren bedacht en werd de dwergstern uiteindelijk een Dwerguil!! Tekst en foto: Ruurd-Jelle van der Leij
Een Kleinst waterhoen die niet aan de “grote klok” gehangen heeft... Elk voorjaar ga ik wel een aantal nachten vogelen, op zoek naar vogels die voornamelijk in het donker roepen, zoals bv ralletjes. Ik doe dit al sinds een jaar of 10 en dan voornamelijk regionaal omdat er onze regio voldoende kansrijke laagveengebieden en natte hooilandjes te vinden zijn waar best het een en ander kan zitten. Tot afgelopen juni leverde het op enkele hoogtepuntjes na zoals bv een Grote karekiet nog niet echt hele spannende dingen op. Maar met de gedachte dat er ooit een soort zal roepen die ik heel graag zou willen horen, bleef de motivatie er goed in zitten. Een van die soorten is het Kleinst waterhoen, een soort die de laatste jaren in steeds gebieden in Nederland word aangetroffen. Eind juni 2010 liep ik weer eens een rondje om het laagveengebied de Houtwiel bij Broeksterwoude, dit is een van de gebieden die ik sinds 2002 jaarlijks enkele keren bezoek voor nachtvogels. In het zuidelijke deel van het gebied bleek het waterpeil na mijn weten hoger te staan dan de voorgaande jaren. Tussen de vele pollen Pitrus die anders op vrij droog grasland stonden groeiden nu oa Gele lissen en meerdere zeggesoorten waartussen nu waterpartijen met mooie slikrandjes waren ontstaan. Een tijdje posten bij een paar slikrandjes leverde toen enkele zichtwaarnemingen van Waterrallen en een Porseleinhoen op. Het Houtwiel was altijd al de van een van de beter plekken in onze regio om ‘s nacht naar vogels te luisteren. Bijna altijd roepen er wel Waterrallen, Roepdompen en ook Porseleinhoen laat zich met enige regelmaat horen. Maar met deze hogere waterstanden was de kans op een “hardere soort” aanzienlijk groter. Helaas was het toen al eind juni en was het al wat te laat in het seizoen om een aantal keren goed te gaan zoeken. Een zoektocht in de nacht en
overdag leverde niet het gewenste resultaat op. In 2011 zou ik het gebied vanaf begin mei geregelder gaan bezoeken. Maar het voorjaar van 2011 was zo gortdroog dat het mooie stuk moeras van 2010 geheel was uitgedroogd en er helemaal geen ralletjes te verwachten waren. Ook andere soorten die gebonden zijn aan waterrijke moerassen waren hier in 2011 slecht vertegenwoordigd. Dit voorjaar is het al weer beter, veel beter zelfs! Terreinbeheer SBB heeft het waterpeil nog een keer verhoogd en ook viel er genoeg regen zodat de Houtwiel er weer veelbelovend bij ligt. Vanaf half april worden in het gebied er al ongewoon veel Porseleinhoentjes gehoord en ook soorten als Roerdomp en Waterral, Wulp en Watersnip zijn heel goed vertegenwoordigd. Vanaf de laatste week van Mei worden er in verschillende gebieden weer Kleinst waterhoentjes in Nederland gehoord. Op 6 juni doe ik m'n derde nachtelijke poging in Houtwiel. Voorgaande keren was het in het donker en luisterde ik alleen vanaf het doorgaande fietspad wat door het gebied loopt, vanaf dit fietspad is maar een heel klein gedeelte van het gebied te horen. Deze avond pak ik het anders aan en loop ik om 8 uur het gebied in en volg de wandelroute tegen de klok in richting het westen. Over negenen ben ik bij de zoveel belovende zuidrand en speur ik de open plekken en slikrandjes af naar verdachte schimmen. Baltsende Watersnippen, Wulpen, Roerdompen, Porseleinhoen, Zomertalingen en een mooi aantal weidevogels met jongen tref ik iig aan, het ziet geweldig uit! Om half tien hoor ik vaag een kort krakend rateltje ergens links voor me, tegelijkertijd vliegen er 3 Krakeenden laag over. Ik denk in eerste instantie dat het geluidje door een van die krakeenden is gemaakt, maar helemaal vertrouw ik het niet. Ik blijf nog even staan maar er volgen geen verdachte geluiden meer. Ik loop de wandelroute verder af, en tegen 10 uur de loop ik terug naar de plek van het krakende rateltje, het duurde niet lang of ik hoor weer vaag het roepje. Ik weet nu ongeveer waar het vandaan komt en weet ook wel zeker dat het niet van een Krakeend is. Ik loop wat in de richting van het roepje en na een paar minuten word het roepje herhaald, en heb ik het nu beter gehoord. Even denk ik terug aan de roepjes die het Kleinst waterhoen van de Tjamme bij Beerta een jaar of 9 geleden liet horen.
In een half uur tijd liet hij zo om de 3 minuten een enkel roepje horen, en ik ben ervan overtuigd dat het werkelijk een Kleinst waterhoen is! Het absolute hoogtepunt van mijn voorjaar en een fraaie beloning voor de gemaakte nachtelijke uurtjes. Het word ondertussen iets schemerig en ik laat via een sms aan wat vogelaars weten dat ik in de Houtwiel naar een Kleinst waterhoen sta te luisteren! Marchel Stienstra heeft tijd en een tijdje later kan hij zo aan schuiven. In de tussen liggende tijd word het hoentje alsmaar actiever en laat steeds regelmatiger een contactroepje horen en zit ik me te bedenken of het misschien verstandig is om deze waarneming niet aan de “Grote klok” te hangen . Niet dat er een massale zal ontstaan door deze vondst, maar meer om enkele regionale kiekjesmakers en nestenzoekers op afstand te houden. Er zijn in het nabije verleden toch wel dingen gepasseerd bij regionale zeldzaamheden die gewoonweg niet door de beugel kunnen. Zoals bv met een bootje urenlang dichtbij een rietkraag gaan liggen wachten, net zo lang tot een van de Grote karekieten weer met voer bij het nest durft te komen of over eilandjes heen walsen waar Steltkluten op broeden, want het is wel heel belangrijk om te weten hoeveel eieren er in een nest liggen... Het Houtwiel is een gebied waar een wandelroute omheen loopt waar je het jaarrond mag wandelen, doordat het best afgelegen is word hiervan maar bitter weinig gebruik gemaakt. Mede hierdoor zit het hoentje en de vele andere broedvogels in veel gevallen vaak vlak langs het pad, tussen het wandelpad en deze broedvogels ligt niet een barrière door b.v. een sloot. Het is voor de net iets te nieuwsgierigen dan ook veel te gemakkelijk om een stukje het moeras in te lopen en zo de hele boel te verstoren. Ik ben niet iemand die er snel voor kiest om een waarneming grotendeels stil te houden, maar in dit geval heb ik daar toch voor gekozen. Wel heb ik terreinbeheerder SBB en een aantal mensen waarvan ik wist dat ze deze goede regiosoort graag wilden meemaken ingelicht, mensen waarvan ik weet dat ze zich verantwoordelijk zullen opstellen in een sitatie als deze. Ik weet niet zeker of ik van al deze mensen een recent telefoonnummer of E-mailadres heb, het kan dus zijn dat er enkelen zijn die helemaal niet of niet tijdig zijn ingelicht. Excuses hiervoor. Gelukkig werden in de zelfde week als mijn waarneming, meerdere roepende Kleinst waterhoentjes gevonden in de Drentse Peizermaden. Deze waren goed te doen vanaf de openbare weg. Ieder heeft dit voorjaar dan ook volop van dit
spannende hoentje kunnen genieten. De vogel van de Houtwiel werd iig tot 14 juni gehoord, het is nog niet duidelijk of het ook een broedgeval is geweest. Dit was dus de eerste keer dat ik een vogel bewust heb stil gehouden. Het was voor mij erg leerzaam hoe in de toekomst eventueel te handelen bij een soort van dit kaliber in deze omstandigheden. Het word al wat lastiger als er bv in de toekomst ergens een Veldrietzanger zit te zingen in een kwetsbare situatie. Helaas lijkt ook de rest van Nederland met dit zelfde probleem te zitten en moeten er oplossingen worden gezocht. Tekst: Jacob Bosma (FR)
Big Day Groningen 2012: een nieuw record!
Het team van rechts naar links: Jaap Hennevanger, Willem Wind, Andre-Willem Faber, Pieter van Veelen, Alwin van Lubeck, Lazar Brinkhuizen, Joren van Schie en Dušan Brinkhuizen. Deze foto werd genomen in de avond van 27 mei 2012 vlak na het verbreken van het oude Big Day record op de plek van de Kwartelkoning van Zoutkamp (soort # 164).
Inleiding Het thema “Big Day Groningen” kwam serieus ter sprake tijdens een borrel aan de Koninginnelaan op donderdag 24 mei. Een clubje jonge honden had toen
besloten om op zondag 27 mei een poging te wagen om een nieuw record neer te zetten. Het was een spontane actie zonder al te veel voorbereidingen en we zouden in de loop van de dag wel zien waar het schip zou stranden. Het was immers eind mei, een beetje “laat” voor een Big Day. Ons doel was om in elk geval binnen 24 uur zoveel mogelijk vogelsoorten te scoren in de provincie Groningen. Naarmate de dag vorderde werden wij steeds fanatieker en de adrenaline hield ons scherp. Zou het ons dan toch lukken het oude record te verbreken? Niet alleen hadden we mooi weer, maar ook de vogels werkten goed mee. Er was namelijk nog steeds sprake van lichte trek terwijl de meeste broedvogels hun territoria al bezet hadden. De ene na de andere “bonussoort” werd ingekopt en het record kwam steeds dichterbij. Aan het einde van de middag stond de druk pas echt op de ketel en was het sprokkelen. Ons dagtotaal kwam uit op maar liefst 165 soorten: het nieuwe record! Een korte terugblik in de geschiedenis De Groninger Big Day geschiedenis gaat bijna dertig jaar terug. De meesten van ons team waren toen nog niet geboren! Het eerste record was dat van maar liefst 145 soorten op 13 mei 1983 door Henk van den Brink, Enno Ebels, Gernant Magnin en Erik van Ommen. Hetzelfde team verbeterde het record met 147 soorten in 1985. Op 14 mei 1989 werd het record verbroken met 148 soorten door Eddie Nieuwstraten, Martin Olthoff, Willem Steenge en Laurens Steijn. Slechts twee dagen later werd dit weer verbroken met 150 soorten door Bert de Bruin, Sybrand de Bruin en Iwe de Bruin. Op 16 mei 1993 werd het “legendarische” record van 159 soorten neergezet door Anne van Dijk, Henk van der Jeugd, Eric Koops en Martin Olthoff. Naast de bovenstaande Big Days zijn er natuurlijk nog veel meer Big Days gehouden in de afgelopen dertig jaar. Doorgewinterde Big Day-ers zoals o.a. Anne van Dijk, Loek Scholtens, Egbert Boekema, Egge Boerma, Emo Klunder, Eric Koops en trio de Bruin hebben meerdere malen gestreden binnen de provincie Groningen. Ook de Verenging Avifauna Groningen heeft jarenlang autoloze Big Days gehouden waarbij o.a. Alco van Klinken en Wim Woudman actief betrokken waren in de organisatie. Hieronder een schematisch overzicht van diverse provincie Groningen Big Days: Datum
Jaar
Team
Dag totaal
13
1983 1984 1985 1985
Henk van den Brink, Enno Ebels, Gernant Magnin, Erik van Ommen Henk van den Brink, Enno Ebels, Gernant Magnin, Erik van Ommen Henk van den Brink, Enno Ebels, Gernant Magnin, Erik van Ommen Egbert Boekema en Egge Boerma
145 135 147 132
4
mei mei mei mei
14 16 9 16
mei mei mei mei
1989 1989 1992 1993
Eddie Nieuwstraten, Martin Olthoff, Willem Steenge, Laurens Steijn Bert de Bruin, Sybrand de Bruin, Iwe de Bruin Leo Boon, Anne van Dijk, Rob ter Ellen, Laurens Steijn Anne van Dijk, Henk van der Jeugd, Eric Koops, Martin Olthoff
148 150 143 159
Onze buren hebben ook meerdere malen gestreden in provincie Friesland. Het Friese Big Day record staat op 163 soorten en werd neergezet op 15 mei 2010 door Rommert Cazemier, David Hoekstra en Roelf Hovinga. Toen en nu In de loop van de jaren zijn er zeker een aantal zaken veranderd betreffende het vogels kijken in Groningen en omstreken. Er zijn soorten bijgekomen en soorten verdwenen. Het record van 16 mei 1993 heeft maar liefst 19 jaar gestaan. Het totaal van toen (159 soorten) zou op dit moment zelfs 163 soorten moeten zijn aangezien Engelse Kwikstaart, Noordse Kwikstaart, Bonte Kraai en Grote Canadese Gans destijds niet telbaar waren. Soorten die vroeger makkelijker te doen waren zijn o.a. Velduil, Patrijs, Buidelmees, Dwergstern en Strandplevier. Steenuilen broeden waarschijnlijk nog wel in de provincie maar de laatste locaties worden stilgehouden. De Kuifleeuwerik is zo goed als verdwenen. Daarentegen zijn er ook soorten makkelijker geworden in de loop der jaren. Ooievaars zijn nu een eitje en Grote Zilverreigers kunnen het hele jaar door gezien worden (maar niet door ons). Krooneend en Zwartkopmeeuw zijn hedendaags goed te doen bij Blauwe stad en Grauwe Klauwier lijkt op te rukken. De toename in kennis betreffende de herkenning van Pontische en Geelpootmeeuw is ook noemenswaardig. Een mooie nieuwe aanwinst is natuurlijk de Middelste Bonte Specht bij Ter Apel. De communicatie tussen vogelaars heeft natuurlijk een grote vooruitgang gemaakt de laatste jaren. Vooral met het (mobiele) internet is het een stuk makkelijker geworden om routes en “targetsoorten” te plannen. Een groot verschil is dat wij met acht man (in twee auto’s) gestreden hebben, terwijl de vorige Big Days teams meestal uit vier man bestonden. Voorbereidingen & route Zoals eerder vermeld hadden wij niet veel aan de voorbereiding gedaan. Twee dagen ervoor hadden we wel de Westerbroekstermadepolder bezocht waar onder andere Witwangstern, Steltkluut, Geoorde Fuut, Snor, Grote Karekiet en Buidelmees zaten. De route was verder redelijk "traditioneel". Ter Apel in de ochtend en eindigen in het Lauwersmeer. De gebroeders Brinkhuizen hadden
de leiding over de route omdat zij al tweemaal eerder een Big Day hadden gehouden in de provincie Groningen. In de loop van de dag is de route wel aangepast in verband met een tekort aan tijd: de Veenhuizerstukken en de Breebaartpolder werden overgeslagen terwijl een gebiedje bij Blijham juist werd toegevoegd aan de route. Onze Big Day route was uiteindelijk als volgt: Haren, Groningen-Zuid, Onnerpolder, Foxhol, Muntendam, Ekamp, De Tjamme, Finsterwolde, Ter Borg, Sellingerbossen, Roelagebos, Vloeivelden van Ter Apel, Klooster van Ter Apel, Blijham, Blauwestad, Westerbroeksemadepolder, Wolfsbarge, Eemshaven, Ruidhorn, Lauwersmeer, Zoutkamp, Kommerzijl, Onnen, Onnerpolder.
Soorten sprokkelen bij Wolfsbarge. Van links naar rechts: Pieter, Joren, Dušan en Lazar
Het verslag van “de dag” Klokslag twaalf uur, 27 mei 2012, vertrokken wij met twee volle auto's vanaf de parkeerplaats bij de Hortus te Haren. Bosuil was onze eerste target, maar geen enkel spoor van de soort ondanks zoeken bij de Quintuslaan, park Groenestein en het Sterrebos. Noodgedwongen werd de soort “on hold” gezet. We hadden immers nog een kans in de bossen bij Ter Apel of desnoods de volgende avond. De eerste soort van de dag was een roepende Scholekster. We vervolgden onze weg naar het gemaal in de Onnerpolder ten zuiden van de Westerbroeksemadepolder. Porseleinhoen was snel binnen met enkele roepende exemplaren. Andere soorten die gehoord werden waren Rietzanger,
Zomertaling, Kokmeeuw en Bosruiter. De verwachtte Watersnip werd helaas niet gehoord en we moesten weer verder volgens schema. Onze volgende stop was aan de energieweg bij het Foxholstermeer. Hier werden beide targets Snor en Grote Karekiet al snel gehoord. Een "stake-out" voor Kerkuil bij Muntendam leverde alleen een zingende Spotvogel op. Het was erg stilletjes bij De Tjamme: geen spoor van Waterral maar wel een roepende Kwartel. Even later werden er meerdere Kwartels gehoord aan de Kerkeweg bij Finsterwolde. Er werden hier echter geen Kwartelkoningen aangetroffen. Een vermoedelijke locatie voor Steenuil werd geprobeerd maar zonder succes. We hadden nog steeds geen enkele uil gescoord en mede daardoor was de nacht een beetje teleurstellend kwa doelsoorten. We hadden er al een paar misgelopen en het was alweer tijd om naar Ter Borg te gaan. In de buurt van Vlagtwedde ging Lazar ineens in de ankers: hij had een Ransuil zien vliegen in de koplampen! Binnen enkele seconden was iedereen de auto uit en een dichtbij roepende Ransuil werd gescoord. Erg fijn en door rijden maar weer! Een paar honderd meter verder stond Lazar weer op de rem omdat er een Kerkuil voor de auto langs vloog. Helaas werd deze soort alleen door twee andere teamleden gezien en kon zodoende niet opgeschreven worden. Rond 4:30 kwamen we aan bij de heide van Ter Borg en het was al aardig licht aan het worden. We hadden stiekem gehoopt op Houtsnip en Nachtzwaluw maar misschien was het wel "wishfull thinking". Wielewalen zongen volop en een Bonte Vliegenvanger bij de parkeerplaats was een mooie aanwinst. Boomleeuwerik was een belangrijke target op deze plek. Tijdens het eerste half uur op de heide werd de soort echter niet gehoord. We waren genoodzaakt het bandje af te spelen en binnen enkele seconden landde er een prachtige Boomleeuwerik (schaars in Groningen) voor onze neus! We vervolgden onze weg naar een klein vennetje waar Kuifeend en Dodaars werden gezien. Bij het pompstation in de Sellingerbossen werd gehoopt op de Zwarte Specht. Goede soorten zoals Matkop, Kuifmees, Zwarte Mees en Appelvink werden gevonden, maar de specht bleef uit. Een Sijs in het dennenbos was daarentegen een echte bonus. Staartmees en Turkse Tortel werden gezien tijdens een snelle stop in het dorp Sellingen. Onze volgende bestemming was het Roelagebos. Het begon lekker met een paartje Grauwe Klauwier bij de ingang. Een paar slome achterblijvers ontdekten een paartje Goudvink en de meesten van ons moesten terug rennen. Gelukkig werd deze goede soort al snel door alle teamleden gezien. In het bos zelf werden goede soorten als Groene Specht, Havik, Glanskop en Fluiter binnengehaald. Bij het sluisje langs het Ruiten A-Kanaal werden we verrast door een adult zomerkleed man Grote Gele Kwikstaart. Een
geweldige bonussoort in een geweldig mooi kleed! Een paar van onze teamleden wilden graag de auto uit om een foto van de vogel te maken maar ons strakke tijdschema liet dat helaas niet toe. Bij het klooster van Ter Apel hadden we druk gezocht naar de Middelste Bonte Specht. Verspreid liepen we door het bos maar een schreeuw van Pieter deed ons allen bij elkaar komen. Gelukkig was iedereen net op tijd om de Bosuil te zien zitten, open en bloot op een tak! Een zeer welkome soort op een onverwacht tijdstip. Na onze (deels geslaagde) zoektocht bij het klooster reden we naar de vloeivelden van Ter Apel. De verwachtte Zomertortel werkte mooi mee en we konden snel weer door. Vervolgens besloten we om de westzijde van het Roelagebos te proberen voor spechten maar dat plannetje pakte helaas negatief uit. De tijd was ondertussen aangebroken om het bos gebied te verlaten en we reden met een tevreden score door naar het noorden. Ter hoogte van Sellingen kregen we een melding van Middelste Bonte Specht (foto) bij het klooster van Ter Apel door Mark de Vries! Na kort overleg besloten we terug te rijden en een poging te wagen. Toen we aankwamen (na een korte omweg) waren we helaas net te laat. De vogel was al enkele minuten uit beeld. We hadden de hoop al bijna opgegeven maar het was Mark die de vogel terug vond minder dan 30 meter van onze auto's vandaan. Een geweldig mooie soort voor een Groningen Big Day! Een gebiedje genaamd "De Gaast", iets ten oosten van Blijham, was op de route en zou broedende Paapjes en Velduilen hebben. Binnen enkele minuten vonden we maar liefst vier Paapjes. Geen Velduil maar een hele fijne bonus was een Wespendief die dichtbij langs schroefde. Onze volgende stop was de Kokmeeuwen-kolonie van Blauwestad. Eén van de eerste vogels die we daar zagen was een onverwachte knaller in de vorm van een Casarca! Een Zwarte Stern werd opgepikt en daar waren we ook heel blij mee omdat we de Veenhuizerstukken juist hadden overgeslagen. Al redelijk snel hadden we een adulte Zwartkopmeeuw op nest te pakken. Het duurde wel even voordat we de Krooneend zagen. Gelukkig kwam er even later een woerd aangevlogen die snel door iedereen werd opgepikt.
Via de A-7 reden we verder richting Westerbroekstermadepolder. Eenmaal op de snelweg werd er een mannetje Grauwe Kiekendief gespot door inzittenden van de voorste auto. Met diverse signalen en handgebaren werd de waarneming overgebracht naar de teamleden in de andere auto. Het was een prachtig moment dat we al snel "thumbs up" als gebaar terug kregen. Bij de Westerbroekstermadepolder was de Steltkluut al snel gevonden vanaf het heuveltje aan de energieweg. Voor de Buidelmees hoefden we letterlijk de auto niet uit. Het territoriale beestje was constant aan het roepen (misschien was er een vrouwtje in de buurt?). Ook bij de Witwangsterns van de Kropswoldebuitenpolder konden we zo aanschuiven. Cock Reijnders en Theo Admiraal stonden op de plek en hadden een paar minuten terug een Visarend gezien. Ook hadden zij een half uurtje terug twee Zwarte Ibissen langsvliegend! Wij hadden nog wel veel geluk met een fraaie Rode Wouw (foto) die pal over ons heen kwam. Voor de Geoorde Fuut moesten we even terug naar de Westerbroekstermadepolder maar die soort was daar al snel in beeld. Bij Wolfsbarge hebben we als gekken gescant voor de Visarend boven het Zuidlaardermeer. De vogel was de afgelopen dagen redelijk “steady” maar op de dag zelf wilde het gewoon niet lukken. Willem spotte wel mooi een Ooievaar boven het meer. Het was Alwin die op afstand de twee Zwarte Ibissen oppikte. Een geweldige bonus soort! Op de Visarend na werkte alles zo lekker mee! De Eemshaven was onze volgende bestemming. Helaas was de Eemshavenweg afgesloten en liepen we wat tijdverlies op. We moesten via Appingedam maar het leverde ons wel een Sperwer op! Eenmaal bij het grote schakelstation hadden we een korte periode zonder nieuwe aanwinst. De Kramsvogel zat er niet meer en er was ook geen spoor van Grote Stern. De Slechtvalk van de centrale zat er gelukkig wel. Rotgans, Oeverzwaluw en Oeverloper waren nieuwe soorten die we bij de telpost zagen. Een mooie bonus was een 2kj Pontische Meeuw die even ter plaatste was. Ook mooi meegenomen was een groepje Noordse Kwikstaarten foeragerend op de binnendijk. In de haven vonden we een late Tapuit. Het duurde alleen even voordat alle teamleden de
vogel in beeld hadden. De vogel was achter de hekken het haventerrein opgevlogen en dat zorgde voor een korte frustratie. Bij de sternkolonie zaten er flink wat Noordse Sterns op nest. Buitendijks bij Ruidhorn hadden we een rits aan nieuwe steltlopers met o.a. onze enige Kanoeten. Binnendijks lukte het ons niet om nieuwe soorten te vinden. Na Ruidhorn vervolgden we onze weg door de polders naar het Lauwersmeer. Een man Blauwe Kiekendief was een verrassing die we onderweg meepikten. Voor steltlopers was het water eigenlijk iets te hoog bij de kustweg dus we besloten iets later terug te gaan. Wel zaten er een paar Regenwulpen op de kwelder. Bij de Zoute Kwel hoopten we op iets geks maar alleen Pijlstaart werd aan de lijst toegevoegd. Toen schreeuwde Lazar ineens: burrie! Tegen de wind in kwam een fantastische Kleine Burgemeester (foto) over de dijk aanvliegen pal voor onze neuzen! Wat een Big Day soort! Wat een waarneming voor eind mei! De dag kon niet meer stuk. Eenmaal terug bij de kustweg liepen er aardig wat steltjes en de Drieteenstrandlopers waren er al snel uitgepikt. Een Nachtegaal zong bij Robbenoort maar IJsvogel en Barmsijs bleven helaas uit. In de haven van Lauwersoog konden we geen nieuwe soorten vinden en het was alweer tijd om naar Achter de Zwarten te gaan. Dit bleek een top plek te zijn met maar liefst acht nieuwe soorten. Kleine Strandloper, Krombekstrandloper en Kemphaan waren steltlopers die we bij konden schrijven. Ook Smient en Wintertaling waren nieuw. Dwergmeeuw en Reuzenstern waren hele goede toevoegingen maar de grootste verrassing was toch wel een adulte Kleine Zwaan! Een adulte Boomvalk bij het Oude Robbengat was een mooie vondst van Andre-Willem. Bij de Vlinderbalg vonden we nog een vrouwtje Brilduiker. Bij het Roodkeelplasje werden Waterral en Baardman toegevoegd aan de lijst. Ons totaal stond nu op 163 soorten: nog eentje te gaan voor het nieuwe record! Een Kwartelkoning bij Zoutkamp was eigenlijk zo goed als gegarandeerd en vol vertrouwen reden we die kant op. Eenmaal op de plek kregen we goed nieuws van Marcel Stienstra en Jacob Bosma te horen: "de vogel riep twee minuten geleden nog". De vogel hield echter de kaken stijf op
elkaar en de euforie maakte langzaam aan plaats voor vertwijfeling. Met een romantisch zonnetje aan de horizon stonden wij ineens als idioten te springen, te juichen en elkaar te omhelzen aan de rand van een graanveld. De vogel had luid en duidelijk enkele seconden geroepen en daarmee was het record van 1993 verbroken! Het was tijd voor een groepsfoto en met nog een kleine twee uur op de teller besloten we verder te zoeken naar Roerdomp in het Lauwersmeer. Na een tijdje luisteren bij de kazerne besloten we terug te rijden via Kommerzijl (Steenuil) naar Onnen voor een boerderij met Kerkuil. Onze zoektocht in Onnen verliep helaas niet als gehoopt. We hadden twee adressen maar op beide plekken geen spoor van een Kerkuil. We gingen nog even snel naar het gemaal in de Onnerpolder proberen voor Watersnip. Precies vijf minuten voor twaalf begon een Roerdomp te roepen: onze laatste en 165ste soort op de valreep! Wij namen hierna slaapdronken maar zeer voldaan afscheid van elkaar en de beide auto’s kachelden over de stoffige weg door de polder huiswaarts. Een werkelijk hilarische dag kwam ten einde waarbij we weer eens goed konden genieten van de algemeenste vogelsoorten. Missers De Kerkuil was een echte misser en werd helaas door maar drie man waargenomen. Deze soort had met een goede voorbereiding makkelijk te doen moeten zijn in de provincie. We hadden gewoon pech met Watersnip. Baltsende vogels worden vaak met gemak rond het Zuidlaardermeer gehoord maar misschien was het te laat in het jaar? De soort was mogelijk op grote afstand gehoord vanaf het gemaal maar dat had ook best "wishfull thinking" kunnen zijn. De Visarend hadden we letterlijk op enkele minuten gemist. De voorgaande dagen hadden we de soort met gemak bij Wolfsbarge maar op de Big Day zelf dus niet (misschien had de vogel net een vis te pakken?). Temmincks Strandloper was een echte misser aangezien de soort de voorgaande dagen met redelijke aantallen gezien was bij Wolfsbarge. Patrijs is tegenwoordig een moeilijke soort in de provincie. De voorgaande weken hadden we een paartje dat redelijk hokvast was bij de Kamstra-singel in de Eemshaven maar eveneens op de dag zelf lukte de soort gewoon niet. Zaten ze misschien op nest? Met een beetje voorbereiding hadden we Kolgans gewoon moeten hebben. We hebben vele ganzen afgekeken maar hij zat er gewoon niet tussen. Witgat was in de ochtend gemeld bij het Jaap Deensgat maar hier konden we enkel een solitaire Bosruiter vinden. Grote Zilverreigers waren op 27 mei spoorloos. Frustrerend genoeg hadden we twee dagen na de Big Day drie Witgatten, een paartje Kolganzen en een Grote Zilverreiger ter plaatste bij Kolham. Dat zou een mooie score zijn geweest! Volgende keer Kolham toch
maar even meepakken dus. In de bossen van Sellingen en Ter Apel waren zowel Kleine Bonte Specht als Zwarte Specht niet gelukt. Zwarte Specht is sowieso een lastige soort in de provincie Groningen en eind mei is niet bepaald een goede spechten periode. We moeten zeker tevreden zijn met de drie soorten spechten die we wel hadden! We hebben IJsvogel geprobeerd op broedplaatsen bij Foxhol en Ter Apel maar de soort is gewoon lastig eind mei. Barmsijs wordt regelmatig gezien in de omgeving van Lauwersoog maar is eveneens een zeer lastige soort voor eind mei. Heden ten dage lijkt Steenuil alleen mogelijk met "classified information". Helaas hadden we geen toegang tot deze informatie en hadden dus geen zekere locatie voor deze soort. Velduil schijnt te broeden nabij Blijham dus we hadden theoretisch een kans kunnen hebben op deze lastige soort. Houtsnip is een zeer lastige Big Day soort in Groningen maar met wat "scouting" vooraf hadden we deze in de vroege ochtend in de bosgebieden best kunnen hebben. Ook Nachtzwaluw was een kleine mogelijkheid geweest nabij Sellingen. Strandplevier is zeer lastig geworden in Groningen maar kan met veel geluk nog wel langs de kust. Hetzelfde geldt voor Dwergstern. We hadden een redelijke kans op Grote Stern op de zandplaten achter de centrale van de Eemshaven en ook bij Lauwersoog is de soort mogelijk. Het was opvallend dat er geen Grauwe Franjepoten waren gemeld dit voorjaar. Al met al hadden we er dus (theoretisch) nog zo'n twintig soorten bij kunnen hebben! Blokkers Ons record van 165 soorten was nooit mogelijk geweest zonder bonussoorten. Een geluksfactor is een belangrijke component voor een succesvolle Big Day. Op 27 mei stond geluk zeker aan onze kant. De grootste knaller was misschien wel de Kleine Burgemeester. Er was een duidelijke influx van de soort geweest de afgelopen winter maar wie had er nog eentje verwacht eind mei. De Zwarte Ibis valt ook zeker onder de categorie "zware blokker". Het is een dwaalgast in de provincie met maar een paar gevallen. De vogels werden op het juiste moment ontdekt en ook nog eens door ons teruggevonden. De Casarca was een grote verrassing. De soort duikt regelmatig op in het Lauwersmeer maar dat moet dan wel toevallig even gebeuren op een Big Day. Steltkluut, Witwangstern, Buidelmees en Grote Karekiet waren van te voren al bekend maar desalniettemin zijn het echte bonussoorten voor in de provincie. Een Kleine Zwaan eind mei is gewoon een blokker. Brilduikers zijn er vaak nog wel in mei maar je moet ze wel weten te vinden. Wespendief en Rode Wouw zijn soorten die je met geluk op trek moet hebben. Gunstig weer en veel mankracht vergroten de kans op dit type overvliegende soorten. Ons mannetje Blauwe
Kiekendief was zeker een bonus hoewel de soort in kleine aantallen in OostGroningen schijnt te broeden. Pontische Meeuwen zijn tegenwoordig redelijk algemeen in Nederland maar je moet ze wel weten te herkennen. Reuzenstern is een schaarse vogel maar in mei duikt de soort regelmatig op in het Lauwersmeer. Ook was er eentje gezien bij het Zuidlaardermeer maar die konden we niet vinden. Grauwe Klauwier was in ons geval een bonus maar met een beetje voorbereiding moet de soort te doen zijn in Oost-Groningen. Hetzelfde geldt voor Paapje. De Middelste Bonte Specht is een nieuwe aanwinst voor de provincie maar toch zal het een hele lastige soort blijven voor eind mei. Grote Gele Kwikstaart broedt vermoedelijk in zeer kleine aantallen in de provincie maar je moet wel veel geluk hebben om er eentje te vinden eind mei. Ook Sijs is een hele goede Big Day soort waar bijna geen pijl op valt te trekken in mei. Big Day 1993 vs. 2012 De volgende 21 soorten werden niet door ons waargenomen maar wel door het team op 16 mei 1993: Kerkuil, Patrijs, Kleine Bonte Specht, Watersnip, Dwergstern, Wilde Zwaan, Kleine Rietgans, Kolgans, Ruigpootbuizerd, Visarend, Kuifleeuwerik, Toppereend, Barmsijs, Morinelplevier, Strandplevier, Goudplevier, Velduil, Temmincks Strandloper, Steenuil, Engelse Kwikstaart en Bonte Kraai. De volgende 23 soorten hadden wij wel maar het team uit 1993 niet: Waterral, Groene Specht, Baardman, Casarca, Krooneend, Zwarte Ibis, Rode Wouw, Wespendief, Blauwe Kiekendief, Steltkluut, Zwartkopmeeuw, Pontische Meeuw, Kleine Burgemeester, Witwangstern, Reuzenstern, Middelste Bonte Specht, Grote Gele Kwikstaart, Grote Karekiet, Geoorde Fuut, Kwartelkoning, Slechtvalk, Krombekstrandloper en Grauwe Klauwier. De soortenlijst van 2012 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Knobbelzwaan Kleine Zwaan Grauwe Gans Grote Canadese Gans Brandgans Rotgans Casarca Bergeend Krooneend Tafeleend
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
Drieteenstrandloper Kleine Strandloper Krombekstrandloper Bonte Strandloper Kemphaan Grutto Rosse Grutto Regenwulp Wulp Zwarte Ruiter
111 112 113 114 115 116 117 118 119 120
Zwarte Roodstaart Gekraagde Roodstaart Paap Roodborsttapuit Tapuit Merel Zanglijster Grote Lijster Sprinkhaanzanger Snor
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54
Kuifeend Eider Brilduiker Krakeend Smient Slobeend Wilde Eend Pijlstaart Zomertaling Wintertaling Kwartel Dodaars Fuut Geoorde Fuut Aalscholver Roerdomp Zwarte Ibis Blauwe Reiger Ooievaar Lepelaar Wespendief Rode Wouw Bruine Kiekendief Blauwe Kiekendief Grauwe Kiekendief Havik Sperwer Buizerd Torenvalk Boomvalk Slechtvalk Waterral Porseleinhoen Kwartelkoning Waterhoen Meerkoet Scholekster Steltkluut Kluut Kleine Plevier Bontbekplevier Zilverplevier Kievit Kanoet
65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110
Tureluur Groenpootruiter Bosruiter Oeverloper Steenloper Zwartkopmeeuw Dwergmeeuw Kokmeeuw Stormmeeuw Zilvermeeuw Kleine Mantelmeeuw Pontische Meeuw Grote Mantelmeeuw Kleine Burgemeester Reuzenstern Visdief Noordse Stern Witwangstern Zwarte Stern Holenduif Houtduif Turkse Tortel Zomertortel Koekoek Bosuil Ransuil Gierzwaluw Groene Specht Grote Bonte Specht Middelste Bonte Specht Boomleeuwerik Veldleeuwerik Oeverzwaluw Boerenzwaluw Huiszwaluw Boompieper Graspieper Gele Kwikstaart Noordse Kwikstaart Grote Gele Kwikstaart Witte Kwikstaart Winterkoning Heggenmus Roodborst Nachtegaal Blauwborst
121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165
Spotvogel Bosrietzanger Kleine Karekiet Rietzanger Grote Karekiet Braamsluiper Grasmus Tuinfluiter Zwartkop Fluiter Tjiftjaf Fitis Goudhaan Grauwe Vliegenvanger Bonte Vliegenvanger Baardman Staartmees Glanskop Matkop Kuifmees Zwarte Mees Pimpelmees Koolmees Boomklever Boomkruiper Buidelmees Wielewaal Grauwe Klauwier Gaai Ekster Kauw Roek Zwarte Kraai Spreeuw Huismus Ringmus Vink Groenling Putter Sijs Kneu Goudvink Appelvink Geelgors Rietgors
Kortbekzeekoet, haven Lauwersoog, 28 juli 2012 Het is zaterdag 28 juli, op het eerste gezicht geen bijzondere dag. Wij hadden een wadlooptocht naar Schiermonnikoog geboekt en in verband met de Zwarte Ibis die de dag ervoor op het wad bij Schier gezien was, verrekijkers en fototoestel meegenomen. Tijdens de tocht zagen we Grote stern en Strandplevier, Bonte strandloper en Lepelaar, Kluut en Scholekster. Altijd leuk om te zien en met het zonnetje erbij genoten we van de oversteek. Eenmaal op het eiland was het voetjes van de vloer en zijn we neergestreken op het eerste terrasje dat we tegenkwamen. Om 16.00 vertrokken we met een boot van de wadloopstichting richting Lauwersoog. Ook op de boot hebben we ons volop geamuseerd met vogels kijken, ook al zat daar niets bijzonders tussen. Maar toen.. Toen kwam de haven van Lauwersoog in zicht. Atze stond voorop de boeg en zag een vreemde vogel op het water. Roepend en gebarend naar mij: “Wat is dat? Maak er een foto van!” Zo gezegd, zo gedaan. Tijdens het maken van de foto’s viel mij als eerste gedachte in dat het een kleine alk was. Ik weet dat ze niet echt op elkaar lijken. In Schotland en Wales heb ik veel zeekoeten gezien. Toch herkende ik het dier in eerste instantie niet als Zeekoet, door de donkere kleur op de rug van de vogel. Een zeekoet is bruin, niet zwart. Zodra we aan land stonden en de foto’s bekeken met het ANWB gidsje erbij, bleek wel dat het geen kleine alk was. Het was duidelijk een zeekoet. Jammer, dacht ik nog. Maar ja, die donkere rug en bij bestudering en inzoomen van de foto’s ook het streepje bij de snavel, dat klopte toch niet met zeekoet. Toen begonnen we de beschrijvingen goed door te nemen en eenmaal thuis zijn we ook op internet gaan speuren naar foto’s van beide soorten zeekoeten in zomerkleed. En toen begon het te kriebelen, want de argumenten en bewijsstukken voor Kortbekzeekoet waren toch groter dan die voor zeekoet. Natuurlijk denk je: “zo’n zeldzaam dier, dat zal het echt niet zijn”. Vooral niet als nog eens overal benadrukt wordt dat de zeekoet een erg variabel kleed
heeft. Maar met veel getwijfel, uiteindelijk toch ’s avonds besloten om met argumentatie de hele boel maar op het forum van Waarneming te zetten. En zelfs toen twijfelden we nog. Zelfs toen ik het eerste antwoord (van Frank Neijts) las, zelfs toen dacht ik nog dat hij zou zeggen, “ja, het lijkt inderdaad op een Kortbekzeekoet, maar het is toch helaas een gewone Zeekoet”. Maar dat zei hij niet en daarmee is een balletje gaan rollen, iets wat, naar later bleek, echt een enorm sneeuwbaleffect heeft veroorzaakt. Op het moment van dit schrijven, 29 juli, staan er van vandaag 200 meldingen van de kortbekzeekoet op Waarneming.nl. Ik ben gebeld door Dutch Birding voor een kort interview, ik kom erachter dat ik met naam en al genoemd wordt in een filmpje op Wadden.tv, ik heb het formulier voor het indienen van deze soort bij het CDNA al klaar, het moet alleen nog even verstuurd worden, en ik ben benaderd door Martijn Bot om een stukje te schrijven, waar ik nu dan ook mee bezig ben. Komt er nog meer? Erg leuk om mee te maken hoe blij iedereen is met het zien van deze vogel. Een hoop mensen hebben deze soort van hun lijstje kunnen bijschrijven en hebben vandaag een topdag gehad. Voor ons is het vooral erg leuk om de ontdekkers te zijn van deze zeer zeldzame soort en wij genieten dan ook enorm van alle aandacht die er momenteel aan wordt besteed. Dat kriebeltje dat je in je buik voelt wanneer je iets leuks ontdekt, zullen we de komende tijd nog wel even blijven voelen.. Tekst en foto: Atze Witteveen en Merel Zweemer