Portfoliotoepassingen in de volwasseneneducatie Welkom in Portfoliowereld Verkorte PABO-opleiding voor studenten mét
toetsvisie
nummer 9 jaargang 3 juni 2003
3 3
Hoofdredactioneel
Willem Spee, directeur units BVE en HO
Op 15 mei jongstleden was ik aanwezig bij de officiële start van Het Platform Beroepsonderwijs. Een bijzondere bijeenkomst, omdat vertegenwoordigers van de hele beroepskolom (vmbo-mbo-hbo) samen waren gekomen om met elkaar kennis te maken en kennis te nemen van een aantal voorbeelden van goede samenwerking.
4
Portfoliotoepassingen in de volwasseneneducatie
De aanwezigen kregen negen inspirerende filmpjes te zien.
Anne-Marie Speijers (Citogroep)
6
BPV-trainingen voor externen
Wil Knappers (Citogroep) en Joke Groffen (Gildevaart, Zorg & Welzijn)
8
Verkorte PABO-opleiding voor studenten mét
Marianne van Delden
10
Welkom in portfoliowereld
Deel 2 van een drieluik door Nelleke Louwerse
14
Willem Spee directeur units BVE en HO
[email protected]
‘Het kan altijd beter’ In deze Toetsvisie vindt u een aantal artikelen die goed aansluiten op deze opdracht. Zo wordt in deze Toetsvisie wederom verslag gedaan van de vorderingen in het project Portfoliowereld. In dit project wordt, samen met een 70-tal vertegenwoordigers uit de ROC´s, gezocht naar een verantwoorde en hanteerbare vorm van portfoliogebruik. Het portfolio gaat in onze visie een belangrijke rol spelen in de ondersteuning van de doorlopende leerlijnen. Zeker in de overgang van vmbo naar mbo en van de educatie naar het mbo is een goed zicht op wat een deelnemer
Marianne van Delden
17
Wat mij vooral opviel is dat in alle getoonde voorbeelden, of het nu om vmbo-mbo of mbohbo ging, de aandacht voor de individuele deelnemer/ student niet alleen in woord, maar vooral in daad zichtbaar was. Ook viel op dat in veel situaties directe betrokkenheid van het bedrijfsleven een krachtige motor voor samenwerking in de beroepskolom is. Mijns inziens heeft Het Platform Beroepsonderwijs met deze bijeenkomst een hele mooie start gemaakt, maar ook een duidelijke opdracht bij ons gelegd om aan te sluiten op en mee vorm te geven aan de ontwikkeling van goede doorlopende leerlijnen.
Toetsing van oudkomers met NT2-toetsen van de Citogroep
Martine Jetten en Claudia van Nistelrooy (Citogroep)
inhoudsopgave
hoofdredactioneel
meeneemt van groot belang voor een goede plaatsing. Daarbij gaat het niet alleen om de cognitieve en vaardigheidsaspecten, maar ook om een goed beroepsbeeld en zicht op het leervermogen. De afdelingen VMBO, BVE en HO van de Citogroep gaan de komende tijd dan ook intensief samenwerken om te komen tot een doorlopende portfoliobenadering. De artikelen van Nelleke Louwerse en Anne-Marie Speijers voeren u weer een stukje verder in de wondere wereld van het portfolio. De betrokkenheid van het bedrijfsleven in de beroepskolom krijgt met name vorm in de Beroeps Praktijk Vorming (BPV). Zeker in een meer competentiegerichte benadering wordt de rol van de praktijk als de plek waar contextrijk aan de ontwikkeling van competenties kan worden gewerkt, zeer belangrijk. Een adequate beoordeling van de BPV is al sinds jaar en dag een probleem, dat gedeeltelijk kan worden verholpen door het op dit punt professionaliseren van de BPV-begeleiders. Het artikel van Joke Groffen (van Gildevaart Zorg&Welzijn) en Wil Knappers gaat hier op in.
De laatste tijd is er veel aan de hand rond het thema Inburgering. Niet alleen zijn de gemeenten verblijd met een aantal regelingen voor specifieke doelgroepen, maar in die regelingen is ook een duidelijke aanscherping te merken van de manier waarop het succes van de inburgeringstrajecten moet worden gemeten. In het artikel van Martine Jetten en Claudia van Nistelrooij wordt ingegaan op de manier waarop dat binnen één van die regelingen, die voor de zogenaamde niet G-54 gemeenten, vorm gaat krijgen. Met de hier genoemde en de overige bijdragen hopen wij u weer een inspirerende Toetsvisie te kunnen aanbieden. En ik hoor natuurlijk graag of dat zo is, dus aarzel niet om mij hierover of over andere zaken te mailen!
Willem Spee, directeur units BVE en HO ✍ deskundigheid
portfolio
5 Portfolio’s zijn ‘in’. In ongeveer alle sectoren van het onderwijs verzamelen leerlingen, studenten en cursisten voor hun loopbaan
Portfolioproces
❷
relevante informatie over hun kennis, vaardigheden en prestaties in een al dan niet digitale map. Ook in de volwasseneneducatie. Daar
Inventariseren • Over welke bagage beschik ik?
zijn drie varianten te onderscheiden: het ontwikkelingsportfolio, beoordelingsportfolio en showcaseportfolio.
❷ Kiezen • Welke voorkeursoptie voor uitstroom ga ik verder uitwerken?
Portfoliotoepassingen in de
❷
volwasseneneducatie De laatste jaren is hard gewerkt aan het bevorderen van een zelfstandige en actieve leerhouding van Educatiedeelnemers. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor een benadering waarbij eerder en vaak informeel verworven competenties van de cursist worden zichtbaar gemaakt en gewaardeerd. Het competentieniveau fungeert als startpunt voor diens leertraject. In deze benadering is inmiddels enige ervaring opgedaan met de portfoliomethodiek.
Ontwikkelingsportfolio Het ontwikkelingsportfolio is erop gericht sturing te geven aan het leerproces van de cursisten. Ze moeten leren hun leeractiviteiten te benoemen, te plannen en te evalueren. Het ontwikkelingsportfolio zien we terug in maatwerkprogramma’s als Taal en Opvoedingsondersteuning. Dit type portfolio kent vaste onderdelen als een biografie, checklist en een dossier.
Portfolio voor opvoeders Een voorbeeld van een ontwikkelingsportfolio is het Portfolio voor opvoeders. In de biografie inventariseren de deelneemsters (allochtone moeders) hun formele en informele ervaringen met hun eigen onderwijs en dat van hun kinderen. Die inventarisatie is de basis voor de feitelijke inhoud van de cursus, vastgesteld in termen van leerdoelen of kerntaken. Vervolgens wordt in de checklist een aantal kerntaken uitgewerkt, bijvoorbeeld
‘communiceren met de basisschool’ of ‘kiezen van vervolgonderwijs’. Van elke kerntaak geeft de deelneemster in de beginfase aan in welke mate ze die denkt te beheersen en of ze eraan verder wil werken. Tijdens het verloop van de cursus bekijken de moeders de checklists regelmatig opnieuw en spreken ze zich uit over hun vorderingen en leerwensen. Zo leren zij ook andere vaardigheden, zoals reflecteren, oordelen en discussiëren. Tegelijkertijd verschaft deze vorm van zelfbeoordeling begeleiders inzichten om de lessen en werkwijze bij te stellen. De vorderingen, bij voorkeur in de vorm van concrete bewijzen van de resultaten, krijgen een plaats in het dossier.
NT2 en de sleutelvaardigheden die nodig zijn in toekomstige handelingssituaties.
Beoordelingsportfolio Taalportfolio’s zullen op termijn ook een beoordelende functie krijgen en daarmee is in de opzet al rekening gehouden. Zo is het Portfolio NT2 gerelateerd aan de taalniveaus die zijn vastgelegd in het Common European Framework of Reference (CEFR). Op basis hiervan is voor de Nederlandse situatie een specifiek raamwerk ontwikkeld. Het Portfolio NT2 is gevalideerd door de Europese valideringscommissie en kreeg daarmee een formele status.
Portfolio NT2 en afsluitende toetsing In 2000 kreeg een projectgroep, waarin Cinop, Citogroep en ICE samenwerkten, van het Ministerie van OCenW de opdracht een model te ontwikkelen voor een portfolio NT2 en een advies uit te brengen over een NT2instellingsexamen. Inmiddels heeft de projectgroep geadviseerd om binnen het instellingsexamen gebruik te maken van een examendossier, dat tot stand zou moeten komen met behulp van de portfolio-aanpak. Het portfolio is dan een verzameling van bewijsstukken, die aantoont dat de eigenaar de eindtermen op één van de beschreven CEFR-niveaus beheerst. Helaas heeft het ministerie nog steeds geen beslissing over dit voorstel genomen.
Taalportfolio Ook taalportfolio’s richten zich op het leerproces. Met behulp van bijvoorbeeld het Portfolio NT2 leert de cursist niet alleen te kijken naar zijn eigen taalverwervingsproces, maar dat ook te sturen. De opzet van een dergelijk portfolio komt in grote lijnen overeen met het hierboven omschreven model. De checklists van het Portfolio NT2 beschrijven per taalniveau en per taalvaardigheid concrete voorbeelden van situaties en taalhandelingen. Citogroep onderzoekt of die voorbeelden nog wat meer geconcretiseerd kunnen worden, zodat ook zeer laagopgeleide en/of analfabete cursisten ze kunnen gebruiken. Verder willen we er nadrukkelijk een koppeling in maken tussen
✍
Anne-Marie Speijers (Citogroep)
Kwaliteitsborging Ten aanzien van de kwaliteitsborging binnen het portfolio moet nog het een en ander gebeuren. Allereerst moet er een beschrijving komen van de eisen waaraan het bewijsmateriaal moet voldoen dat in een portfolio mag worden opgenomen. Vervolgens moeten de bewijzen gewogen worden. Begin dit jaar startte de Citogroep met de ontwikkeling van een methode om bewijzen die tijdens en aan het eind van een leertraject verzameld zijn, op een eenduidige en gestructureerde manier te beoordelen.
Nader expliciteren • Welke competenties heb ik? Eventueel vergelijken met een standaard en bewijzen zoeken van competenties
❷ Persoonlijk actieplan opstellen • Welke stappen moet ik ondernemen om mijn doel te bereiken?
Showcaseportfolio Binnen de Volwasseneneducatie is het Loopbaanportfolio het meest aansprekende voorbeeld van een showcaseportfolio. Het is een persoonlijke biografie, waarin de cursist aangeeft over welke competenties hij beschikt. De biografie gaat vergezeld van een dossier met formele en informele bewijzen van de beschreven competenties. In een persoonlijk actieplan geeft de deelnemer aan welke acties hij onderneemt om plannen voor de toekomst (scholing, toeleiding naar werk of maatschappelijke participatie) te realiseren. Samen met zijn begeleider en andere deskundigen beoordeelt de cursist de stappen die hij wil zetten op haalbaarheid (bij voorkeur in de praktijk), zowel voor zijn persoonlijke situatie als naar eisen van de arbeidsmarkt.
Het portfolio in zijn showcasefunctie wordt gebruikt bij sollicitaties, bij instroom in opleidingen of in maatschappelijke situaties waarin de cursist moet laten zien wat hij kan. In deze functie is het een dynamisch document, dat voortdurend wordt aangevuld en waaruit de eigenaar naar behoefte selecties kan maken voor specifieke situaties. Het spreekt vanzelf dat het Showcaseportfolio vraagt om een makkelijk hanteerbare en interactieve, digitale opzet.
Beroeps Praktijk Vorming
7
kort nieuws
Opleidingen zijn volledig verantwoordelijk voor hun toetsing en examinering,
Het afnemen ervan en de beoordeling van de resultaten gebeurt door
worden. Daarbij komen zaken aan de orde als het toetsplan, de toetsmatrijs (met eindtermen en taxonomiecodes), beoordelingsaspecten, beoordelingsmodellen, toetsopdrachten, instructies voor deelnemers (cursisten) en beoordelaars (praktijkmensen) en normering/cesuur.
de praktijkbegeleiders. Dat vraagt om een goede onderlinge afstemming.
Verhelderende discussies
ook binnen de Beroeps Praktijk Vorming (BPV). Veel toetsconstructeurs hebben zich daarvoor geschoold in het maken van valide, transparante en betrouwbare toetsen.
van ROC Utrecht) zich tot Wil Knappers, trainer/adviseur van de unit BVE en HO van de Citogroep. Samen werkten zij de vraag ‘hoe te komen tot verdergaande fijnafstemming’ uit tot een concrete opdracht en de uitvoering daarvan. Dat resulteerde in de opzet van een training, Beoordelen in de BPV voor externen, die als doel heeft om praktijkbegeleiders niet alleen te informeren over een goed systeem van toetsing en beoordeling binnen de BPV, maar hen daarbij ook inhoudelijk nauwer te betrekken. Daarom is de cursus enerzijds gebaseerd op bestaande trainingen van de Citogroep voor docenten, toetsconstructeurs en managementleden van scholen en anderzijds op de ervaringen van BPV-begeleiders van Gildevaart.
Gildevaart stelt voor de training een aantal hand- en werkboeken beschikbaar waarin hun bestaande opdrachten en toetsen zijn opgenomen. Verder nemen de deelnemers eigen formulieren en andere materialen mee, zodat expliciet gewerkt wordt met producten uit de dagelijkse praktijk. Dat zorgt voor zeer herkenbare situaties. Het uitgangspunt van de training is steeds dat de toetsing zo valide, betrouwbaar, transparant, specifiek en haalbaar mogelijk ingericht en opgezet moet worden voor alle partijen. Dat die partijen het niet altijd met elkaar eens zijn, is geen verrassing. Zo bleek tijdens de training in april dat Gildevaart bepaalde zaken wilde meten en beoordelen die door het beroepenveld op grond van steekhoudende argumenten tot niet uitvoerbaar of niet zinvol (valide) bestempeld werden. Aan de andere kant stelde de beroepspraktijk bepaalde manieren van beoordelen voor die de opleiding terecht niet betrouwbaar of onvol-doende transparant vond. Dergelijke discussies verbreden het zicht van de deelnemers. Juist door hun diversiteit (Zorg en Welzijn vanuit verschillende instellingen in één cursusgroep) worden zij er nu soms toe gedwongen zaken abstract te benaderen (visieontwikkeling) en dan weer heel concreet te werken.
Grote belangstelling vanuit beroepspraktijk
Verdergaande samenwerking
Aanvankelijk was Gildevaart bang dat het beroepenveld niet voldoende belangstelling voor de cursus zou hebben. Om iemand drie dagdelen vrij te roosteren, kost tijd en dus geld. De cursus, aangeboden aan praktijkopleiders, werkbegeleiders en cursistenbegeleiders, werd echter in rap tempo ‘overtekend’. Bijna 40 mensen meldden zich aan en verschillende leerbedrijven en instellingen schreven meerdere deelnemers tegelijkertijd in. Om die reden besloten de organisatoren de training twee keer aan te bieden: een cursus in april en een tweede groep in mei/juni. Tijdens de bijeenkomsten verstrekt de Citogroep informatie over randvoorwaarden, criteria en (on)mogelijkheden van BPV-toetsing. Bovendien kunnen de deelnemers volop discussiëren over de manier waarop de toetsen het beste uitgevoerd kunnen
De deelnemers aan de eerste cursus gaven aan bijzonder positief te staan tegenover dit initiatief en de mogelijke vervolgontwikkelingen. De bereidheid om verdergaand samen te werken in het licht van toetsing en examinering is fors toegenomen en er is bovendien meer begrip ontstaan voor elkaars positie. Beide partijen hebben daar voordeel van. Natuurlijk is ook de Citogroep blij met deze ontwikkeling; de kwaliteit van toetsing en examinering is afhankelijk van de inzet van alle partijen en die komt hier goed tot zijn recht. Wij hopen dan ook dat dit voorbeeld navolging zal vinden, zowel binnen als buiten Gildevaart.
BPV-trainingen voor externen Toetsing binnen de BPV vindt - het spreekt voor zich - plaats op het stage- of leerbedrijf of de praktijkinstelling waar de cursist op dat moment is. Dat houdt in dat niet de opleiding, maar zogenoemde ‘externen’ de toetsen afnemen en beoordelen. Dit zijn dus de praktijkbegeleiders, leermeesters of werkbegeleiders. Het is de verantwoordelijkheid van de opleiding ervoor te zorgen dat die afname en beoordeling op een doorzichtige en betrouwbare manier plaatsvinden. Daarvoor is een fijnafstemming nodig tussen opleiding en beroepspraktijk.
Samenwerking Gildevaart - Citogroep Op zoek naar mogelijkheden om te komen tot die fijnafstemming wendde Joke Groffen, opleidingscoördinator van de unit Zorg & Welzijn van Gildevaart in Nieuwegein (een aanbieder van BBL-opleidingen en onderdeel
✍
Wil Knappers (Citogroep) en Joke Groffen (Gildevaart, Zorg & Welzijn)
Meer informatie Ryan Gevers, telefoon (026) 352 12 81 e-mail
[email protected] Joke Groffen, telefoon (030) 607 85 85 e-mail
[email protected]
Nieuw op ToetsWijzer Toetswijzer is de plaats op Kennisnet.nl voor iedereen in het onderwijs die betrokken is bij toetsing, examinering en evaluatie. Toetswijzer bevat nieuws, internetlinks en achtergrondinformatie over toetsing in de breedste zin van het woord. Betrokkenen in de bve-sector kunnen voor informatie terecht in de speciale bve-rubriek. De redactie van Toetswijzer is in handen van de Citogroep. Meer weten? Kijk dan op http://toetswijzer.kennisnet.nl/main.asp?Sector=BVE DIALANG: gratis taaltoetsen op internet DIALANG staat voor European System for Diagnostic Language Assessment. Via dit systeem op internet kan iedereen gratis zijn/haar taalvaardigheid laten beoordelen en diagnosticeren in 14 Europese talen. Scholen kunnen voor meer informatie, met name over hoe het systeem binnen de instelling zou kunnen functioneren, terecht bij José Noijons van de Citogroep. Informatie over DIALANG en de dienstverlening van Citogroep is te vinden in een aankondiging op de homepage van Toetswijzer. http://www.dialang.org http://toetswijzer.kennisnet.nl
Onderwijsverslag over 2002 De Onderwijsinspectie heeft in april haar jaarlijkse verslag over de staat van het Nederlandse onderwijs aangeboden aan de minister van OCenW. Eén hoofdstuk gaat uitgebreid in op de staat van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. http://www.owinsp.nl/producten/onderwijsverslag_2002/ ov2002_tekst.pdf
Definitieve standaarden KCE Eind maart heeft het KwaliteitsCentrum Examinering (KCE) de definitieve standaarden vastgesteld, op basis waarvan het KCE vanaf augustus de kwaliteit van mbo-examens gaat borgen en stimuleren. http://www.kce.nl/site/docs/d46.pdf
Uitgelicht: Kwaliteitszorg in het onderwijs Dit dossier op Toetswijzer informeert alle direct en indirect betrokkenen binnen het onderwijs over aspecten van kwaliteitszorg in het onderwijs. Er is aandacht voor kwaliteitszorg in het algemeen maar ook voor kwaliteitszorg toegespitst op het primair en voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. http://toetswijzer.kennisnet.nl/html/kwaliteitszorg/home.htm
in gesprek met ...
9
Binnen twee jaar je diploma voor leerkracht in het basisonderwijs halen, op de Arnhemse PABO van de HAN kan dat. Voorwaarde is wel dat de aankomende student al een HBO- of WO-diploma heeft.
Verkorte PABO-opleiding voor studenten mét Ciske Davids werkt aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) als coördinator van de zogeheten Z-stroom, de opleidingspoot voor zij-instromers. Dat zijn mensen die al een opleiding hebben gevolgd, maar bij nader inzien voor de klas willen. Hij vertelt waarom zijn PABO de verkorte opleiding is gestart en hoe het programma in grote lijnen in elkaar steekt. Het portfolio neemt daarin een centrale plaats in. En over dat punt vroeg Davids Emiel van Puffelen, accountmanager Hoger Onderwijs bij de Citogroep, een studiedag te organiseren.
Steeds meer studenten met afgeronde opleiding Naast de reguliere dagopleiding kent de HAN al zo’n tien jaar een dag/avondvariant, speciaal bedoeld voor mensen die niet meteen na hun middelbare schooltijd naar de PABO zijn gegaan en daar later toch voor kiezen. Onder hen zaten van meet af aan ook hoogopgeleide studenten met een HBO- of WO-diploma op zak. ‘Omdat ze op bepaalde gebieden een voorsprong hadden, kregen ze een aangepaste leerroute door het bestaande curriculum. Vrijstellingen en een op de persoon toegesneden programma, dat vaak ook versneld werd doorlopen’, vertelt Davids.
‘Toen in de loop der tijd hun aantal enorm toenam tot wel 40 of 50 per jaar, werd het steeds moeilijker om het curriculum te laten aansluiten op hun individuele behoeften. En toen zijn we gaan nadenken over een nieuw programma, speciaal voor deze groep studenten.’
Persoonlijk ontwikkelingsplan De nieuwe opleiding ging in augustus 2002 van start en bestaat uit vier semesters, verdeeld over twee jaar. Elke student begint zijn opleiding met een assessment waarin eerder verworven competenties in kaart worden gebracht. Wat beheerst de kandidaat al wel en wat nog niet? Davids hierover: ‘Iemand die de landbouwuniversiteit gedaan heeft kan een kei zijn in zijn vak en bijvoorbeeld heel veel van biologie weten, maar kan hij dat ook overdragen? Waarschijnlijk zal hij moeten werken aan zijn didactische vaardigheden. Aan de andere kant komen de meesten uit een bestaande werkkring, waarin ze geleerd hebben om samen te werken of leiding te geven. Aan die aspecten hoeven ze waarschijnlijk niet zoveel aandacht meer te besteden.’ Op grond van reflectiegesprekken en een beoordeling door assessoren stellen de studenten een
✍
persoonlijk ontwikkelingsplan op. Daarin geven ze aan waarin ze zich verder moeten ontwikkelen en hoe ze dat gaan doen.
uitgewerkt leggen we die zeker weer aan Emiel voor om zijn mening erover te horen.’
Gestructureerde opzet portfolio
‘Laten zien wat je in huis hebt’
De eerder verworven competenties, dus diploma’s en relevante (werk-)ervaringen, worden ondergebracht in een portfolio. Tijdens de opleiding komt daar een flinke hoeveelheid informatie bij: stagebeoordelingen, de resultaten op een serie diagnostische toetsen en op de voortgangstoetsen die alle studenten vier keer per jaar afleggen. ‘Tot nu toe is het portfolio een map, maar we zijn naarstig op zoek naar een andere vorm, want dit werkt niet’, zegt Ciske Davids. ‘Alleen al het probleem van de opslagruimte, met deze aantallen studenten! Daarbij was er binnen onze PABO enige wildgroei ontstaan, iedereen pakte het portfolio anders aan. We willen toe naar een meer gestructureerde en uniforme opzet en omdat we wisten dat de Citogroep de nodige ervaring heeft op dit gebied, hebben we Emiel van Puffelen gevraagd hierover een studiedag te organiseren. Het was een nuttige bijeenkomst, die resulteerde in de start van een werkgroep portfolio op onze PABO. Als we onze plannen wat verder hebben
Het portfolio is van groot belang, denkt Davids, niet alleen binnen de opleiding, maar zeker ook daarna, ‘omdat je kunt laten zien wat je in huis hebt.’ Hij ondersteunt zijn uitspraak met een voorbeeld: ‘Kijk, in m’n vrije tijd doe ik aan hardlopen. Geen marathon, want daarvoor moet je over een excellente conditie beschikken. Ik heb gewoon een goede conditie. Toch heb ik met een stel vrienden een afstand van tien maal een marathon gelopen in de vorm van een estafette. En dan merk je dat je over meer competenties beschikt dan alleen een goede conditie. Je bent responsief, je kunt samenwerken, elkaar opvangen. Daardoor heb ik die afstand kunnen lopen. Als leerkracht moet je beschikken over feitenkennis, natuurlijk, maar minstens zo belangrijk is het dat je met mensen kunt omgaan, leerstof kunt overdragen, je kunt inleven in een leeftijdsgroep. Die competenties bij elkaar maken je tot een goede leerkracht.’
Marianne van Delden
drieluik deel twee
11 De meeste instellingen achten onderwijsverandering noodzakelijk en streven ernaar een eigentijdse onderwijsroute en aantrekkelijke onderwijssituaties aan te bieden. Hoe verschillend de fasen zijn waarin de deelnemende instellingen zich op dit gebied bevinden bleek tijdens de workshops. Sommige instellingen werken al aan de praktische invulling van het portfolioconcept en zijn gericht op aspecten als interne procedures, leerlingenbegeleiding en training van docenten in het werken met portfolio’s. Bij andere instellingen bleek de discussie over structuur en functie van het portfolio nog in volle gang en werden vraagtekens geplaatst bij meerwaarde, nut, rendement en digitale beheersbaarheid ervan. Het onder de loep nemen van de stand van zaken bij de verschillende instellingen en uitwisselen van ervaringen en visies heeft de deelnemers geholpen bij het opstellen van stappenplannen. Deze worden in de komende maanden uitgewerkt, waarna de resultaten op 10 november worden gepresenteerd tijdens de afsluitende bijeenkomst van Portfoliowereld.
Tussen workshops, koffie en lunch door sprak Toetsvisie een aantal deelnemers en informeerde naar de bevindingen…
…Gabry Karsdorp Gabry werkt als onderwijskundig medewerker bij het Kenniscentrum Handel te Ede. Zij houdt zich voornamelijk bezig met de ontwikkeling van de competentiegerichte kwalificatiestructuur voor het mbo-handelsonderwijs. Verder heeft ze verschillende taken op het gebied van de verbetering van de doorstroom in de beroepskolom (vmbo-mbo-hbo). In het verlengde daarvan worden portfolio’s toepast om deze doorstroom te verbeteren. Wat was voor jou de reden om mee te doen aan Portfoliowereld? Op uitnodiging van de BTG-Handel zijn mijn collega en ik bij Portfoliowereld terecht gekomen. Tijdens de eerste bijeenkomst van Portfoliowereld werd ons duidelijk wat de bedoeling was en toen werden we eigenlijk meteen enthousiast. Binnen Kenniscentrum Handel waren we namelijk al een tijdje bezig met het nadenken over portfolio’s en dit was de kans om onze plannen concreet te maken. Hoe ga je de opgedane kennis straks toepassen? Wij willen een handboek opstellen voor scholen om hen handvatten aan te reiken bij het ontwikkelen en implementeren van portfolio’s. Daarbij willen we graag een visie ontwikkelen op het gebruik van portfolio’s binnen competentiegericht onderwijs. Wat vond je het meest nuttig tijdens de bijeenkomsten? Het onder begeleiding concreet aan de slag gaan vind ik erg nuttig aan deze bijeenkomsten. Na afloop van een bijeenkomst ging je wijzer én een stap verder naar huis!
Proefproject bij ROC Eindhoven Aan het eind van de derde bijeenkomst gaf gastspreker Hans Verhees, adjunct directeur van het ROC Eindhoven, een verhelderende lezing waarin hij het toepassen van portfolio in de praktijk en alle bijkomende struikelblokken levendig wist te illustreren. Bij de School voor Economie en Administratie, onderdeel van het ROC Eindhoven, is besloten om het begeleiden en beoordelen met portfolio’s te ondersteunen. Daarbij zijn deelnemer, mentor, portfoliobegeleider, procesbegeleider, portfoliobeoordelaar en vakdocenten voor de betreffende deelkwalificaties betrokken. In het begin gaven deelnemers eenmaal per drie weken inzage in hun portfolio. Algauw bleek dat zowel docenten als deelnemers moesten leren met het portfolio om te gaan. Gedurende het proces zijn knelpunten opgespoord en verholpen. Hans Verhees wijst erop hoe belangrijk het is dat de begeleider de deelnemer door het proces heen helpt. Portfolio slaat beter aan bij deelnemers en motiveert ze meer als de begeleider ook daadwerkelijk in het instrument gelooft. Training van begeleiders is dan ook essentieel.
In november zullen alle deelnemers de resultaten van het gebruik van portfolio's in het onderwijs presenteren. Heb je al een idee hoe het eindresultaat eruit zal zien? We zijn op dit moment druk bezig om het handboek handen en voeten te geven. We zijn er alleen nog niet helemaal uit welke vorm het gaat krijgen.
Welkom in Portfoliowereld! Was de eerste bijeenkomst van Portfoliowereld nog gewijd aan voorstelrondes, instructies, het uitwisselen van ervaringen en het formuleren van uitgangspunten, tijdens de tweede en
Het bleek uiteindelijk ongewenst dat deelnemers voor elk onderwijstraject weer een nieuw portfolio moeten maken. Het ROC gaat dan ook stapsgewijs over naar de invoering van een volledig generiek portfolio in 2005.
derde bijeenkomst hebben de groepen deelnemers naarstig gewerkt aan de verdere invulling van het portfolioconcept.
✍
Nelleke Louwerse (Citogroep)
…Eudia Fellinger Eudia is inhoudelijk coördinator bij de unit Educatie aan het Deltion College te Zwolle. In deze functie volgt zij inhoudelijke ontwikkelingen, introduceert deze in teams en beantwoordt alle inhoudelijke vragen. Verder onderhoudt zij het landelijke netwerk. Haar aandachtsgebieden zijn alfabetisering, (zeer) laagopgeleiden, geïntegreerde trajecten en portfolio. Daarnaast is ze docent NT2. Wat was voor jou de reden om mee te doen aan Portfoliowereld? In onze unit zetten we in een aantal projecten portfolio in. Voor laagopgeleiden vind ik de huidige versie nogal talig en abstract. De insteek die Portfoliowereld heeft gekozen (concretiseren voor laagopgeleiden) sprak mij zeer aan. Daarnaast is het goed in een ontwikkelfase waarin wij bij Deltion zitten, veel uit te kunnen wisselen met ander ROC’s. Hoe ga je de opgedane kennis straks toepassen? Vanaf september 2003 gaan we intensiever gebruikmaken van de portfoliomethodiek. Binnen de kernteams van profielen voor laagopgeleiden ga ik de opgedane kennis uitdragen en gaan we het product inzetten. Wat vond je het meest nuttig tijdens de bijeenkomsten? Door met mensen vanuit verschillende invalshoeken naar portfolio te kijken, kom je tot betere inzichten. Die inzichten neem je weer mee naar je ROC. In november zullen alle deelnemers de resultaten van het gebruik van portfolio’s in het onderwijs presenteren. Heb je al een idee hoe het eindresultaat eruit zal zien? Volgens mij hebben we straks checklisten sociale competenties, geconcretiseerd naar laag niveau.
Het generieke portfolio Bij de afstemming van het portfolio op de instelling is uitgegaan van een generieke aanpak van portfolio-ondersteuning, omdat dit belangrijke voordelen biedt. Zo kunnen portfolio’s gemakkelijk worden hergebruikt, kunnen verschillende teams met dezelfde portfolio’s werken en is een combinatie van meerdere doelen en ondersteuning van doorstroming v(mb)o-mbo-hbo mogelijk. En dat is precies wat de 100 participanten uit BVE instellingen willen.
vervolg drieluik deel twee
kort nieuws
…Joke de Jonge en Wupke Boog
Hoe gaan jullie de opgedane kennis straks toepassen? Joke: Wat me sterk aanspreekt is de ‘’natuurlijke‘’ plek van portfolio binnen competentiegericht leren. Wat wij van meet aan wilden is, dat niet wij als opleiding zeggen wie wel en niet naar niveau 4 mag, maar dat de deelnemer - samen met haar begeleider - zelf ontdekt wat hij wil en kan en dus eigenlijk zelf een keuze maakt. In dit proces lijkt het portfolio een waardevol instrument: het maakt de deelnemer bewust van de voor niveau 4 benodigde competenties, het is een middel om het gesprek met de deelnemer aan te gaan over of zij hieraan wil gaan werken en als de deelnemer hiervoor kiest is het portfolio ook de plek waarin de deelnemer kan bewijzen dat hij aan deze competenties voldoet. Met name daarvoor willen we het portfolio vanaf volgend schooljaar gaan gebruiken.
13
Met behulp van de Kwaliteitsmonitor® Examinering 2.0 brengen organisatorische
Joke en Wupke werken beiden aan het Noorderpoortcollege te Groningen. Joke in de functie van stafmedewerker onderwijs voor de unit gezondheidszorg. In die hoedanigheid ondersteunt ze het project onderwijsvernieuwing Verpleging & Verzorging niveau 3 en 4. Wupke is trajectcoördinator van de opleiding verpleegkundige niveau 4 BOL en voorzitter van de projectgroep onderwijsvernieuwing V&V niveau 3 en 4. Wat was voor jullie de reden om mee te doen aan Portfoliowereld? Wij - dat wil zeggen de opleidingen Verzorgende (niveau 3) en Verpleegkundige (niveau 4) zijn sinds het voorjaar van 2002 bezig met de overgang naar een competentiegericht opleidingsmodel. In het kader van dit onderwijsvernieuwingsproces willen we ook de aansluiting vmbo-mbo verbeteren. Uitgangspunt hierbij is dat we wettelijke doorstroom-rechten van deelnemers vanuit de kader-, gemengde en theoretische leerweg willen respecteren en allen dus toelaatbaar zijn voor niveau 3 en 4. Daarom richten we een gemeenschappelijke niveau 3 en 4 basisfase in in leerjaar 1. In deze basisfase krijgen de deelnemers de generieke deelkwalificaties aangeboden. Wanneer de deelnemer deze gehaald heeft is zij toelaatbaar tot de hoofdfase, maar dan is de vraag: van niveau 3 of niveau 4? Wij kwamen er niet goed uit op welke manier we dit tijdens de basisfase voor niveau 3 of niveau 4 moesten gaan selecteren. Hiervoor hebben we vlak voor de zomervakantie van vorig jaar een SLOA-aanvraag ingediend. Deze is gehonoreerd en geïntegreerd in Portfoliowereld.
11
eenheden van een ROC hun examenkwaliteit op een gestandaardiseerde wijze in kaart. Output is een gedetailleerd en operationeel verbeterplan, inclusief prioritering. Met de ontwikkeling van dit instrument wil de Citogroep een structurele bijdrage leveren aan het zelfcorrigerend vermogen van instellingen.
Borging van examenkwaliteit
Eindconferentie Portfoliowereld Nu de drie sessiedagen bij de Citogroep in Arnhem achter de rug zijn, zijn de 100 participanten uit bve-instellingen bezig met het opzetten van portfolio-ondersteuning voor hun onderwijs. Het inzicht, de standaarden en onderlinge afspraken die de deelnemers tijdens de sessies hebben verkregen vormen de basis voor maatwerk binnen de eigen instelling.
met de Kwaliteitsmonitor® Examinering
Wat vonden jullie het meest nuttig tijdens de bijeenkomsten? Joke: We hebben de cursus gevolgd met een groep docenten van verschillende locaties en verschillende opleidingsniveaus. Door de cursus zijn we drie dagen intensief met portfolio en de relatie tot toetsing, examinering en studievoortgangsbesluitvorming binnen competentiegericht opleiden bezig geweest. Door de levendige discussies ontwikkel je een gemeenschappelijke visie: waar willen we naar toe. Competentiegericht opleiden is veel meer dan het zoveelste onderwijsmodel; het is een totaal andere benadering van deelnemers, leren en beoordelen! Het gezamenlijke enthousiasme straalt uit naar andere collega’s; dat is heel belangrijk om draagvlak te krijgen voor de grote veranderingen die ingevoerd gaan worden.
Sinds de invoering van de WEB zijn onderwijsinstellingen zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun examens. Het Kwaliteitscentrum Examinering (KCE) heeft een aantal standaarden opgesteld om die kwaliteit te meten, te borgen en te stimuleren. ROC's die niet of niet in voldoende mate aan de standaarden voldoen, lopen het risico de bevoegdheid te verliezen om examens af te nemen en diploma's uit te reiken. Dit jaar onderging een aantal opleidingen op basis van vrijwilligheid de KCE-audits; vanaf 2004 zijn ze verplicht. Instellingen hebben dus nog net even tijd om ervoor te zorgen dat ze ‘KCE-proof’ zijn.
In november zullen alle deelnemers de resultaten van het gebruik van portfolio's in het onderwijs presenteren. Hebben jullie al een idee van het eindresultaat? Joke: We zijn nu zover dat we de uitgangspunten ten aanzien van toetsing, examinering en studievoortgangsbesluitvorming hebben beschreven; inclusief de toelatingscriteria voor niveau 4. Om toegelaten te worden tot niveau 4 zal de deelnemer een aantal extra taken moeten uitvoeren en behalen. In dit proces vormt het portfolio een belangrijk begeleidingsinstrument en wordt het ook gebruikt voor de beoordeling. We staan nu op het punt het portfolio op zich te ontwerpen, zowel qua vormgeving als inhoud. Omdat het portfolio de verantwoordelijkheid van de deelnemer is, zijn we ook bezig met het ontwerpen van het deelnemervolgsysteem, waarin we als opleiding de studievoortgang van de deelnemer registeren.
Voordelen Kwaliteitsmonitor® Examinering In de meest ideale situatie heeft de onderwijsinstelling over de hele linie de gegevens over de examenkwaliteit op orde vóórdat de audits van KCE plaatsvinden. Dat betekent dat vooraf duidelijkheid bestaat over de huidige kwaliteit en de stappen die nodig zijn om aan
Op 10 november presenteren de deelnemers de resultaten van het gebruik van portfolio’s in het onderwijs tijdens de eindconferentie in de Reehorst te Ede. De Citogroep organiseert die conferentie in samenwerking met de Bve Raad. Een verslag hiervan, tevens deel 3 van dit drieluik, leest u in de daaropvolgende Toetsvisie.
✍
de KCE-standaarden te voldoen. Die informatie moet op een eenduidige en efficiënte manier worden verzameld. Dat kan met behulp van de Kwaliteitsmonitor® Examinering 2.0, via een aantal digitale invulbladen. Voordelen van het werken met dit instrument: • iedere organisatorische eenheid (opleidingencluster) heeft een eenduidig houvast bij het afmeten én verbeteren van de kwaliteit van de examens • de school hoeft geen speciale procedures en documenten te ontwikkelen voor een zelfevaluatie • organisatorische eenheden rapporteren op een volstrekt vergelijkbare en inzichtelijke wijze • verbeteracties worden op een systematische wijze geformuleerd en gebundeld • advisering door de Citogroep zorgt ervoor dat er geen zaken over het hoofd worden gezien Voor alle duidelijkheid, het gaat hier dus niet om de Kwaliteitsmonitor® die de BVE-Raad in 2002 ter beschikking van de scholen stelde en die bedoeld
Jan van Weeren (Citogroep)
was om de discussie over de kwaliteit van examens op gang te brengen. Eenvoudige werkwijze De Kwaliteitsmonitor® Examinering 2.0 is helemaal afgestemd op de KCEstandaarden. Organisatorische eenheden kunnen er precies mee nagaan in hoeverre ze daaraan voldoen, simpelweg door een aantal vragen met Ja of Nee te beantwoorden. Als alle vragen met Ja zijn beantwoord voldoen ze voor 100 procent aan de standaarden. Bij ieder Nee-antwoord formuleert het opleidingencluster een concreet actiepunt om van dat Nee een Ja te maken. De Kwaliteitsmonitor® Examinering 2.0 maakt automatisch een verzamellijst van al die actiepunten, compleet met verantwoordelijke personen en data. Als alle vragenlijsten zijn ingevuld stuurt het opleidingencluster ze met de actielijst elektronisch naar de Citogroep, die deze gegevens analyseert en op grond daarvan een schriftelijk advies uitbrengt voor verbetermaatregelen.
Meer informatie Als u meer informatie wilt over het werken met de Kwaliteitsmonitor® Examinering 2.0, dan kunt u contact opnemen met de coördinator van het accountmanagement, mevrouw Ryan Gevers, telefoon (026) 352 12 81
[email protected] of met accountmanager Peter Kraft telefoon (026) 352 14 49
[email protected].
kwaliteit examinering ROC ’s
15
De standaarden die het KCE heeft
Eén examensysteem voor alle clusters Toen het KCE in 2001 werd ingesteld, besloot de raad van bestuur van Landstede dat alle zes clusters volgens eenzelfde stramien van examinering moesten gaan werken. De clusterdirecteuren vormden onder leiding van Van Vliet de stuurgroep die zich met deze materie ging bezighouden. Vervolgens verzamelde een werkgroep, bestaande uit docenten uit de verschillende clusters, alle toetsen, examens en bijbehorende formulieren en procedures die op dat moment in omloop waren. Op basis daarvan stelde de werkgroep een Handboek Examinering samen en legde dat ter screening voor aan Cito-medewerker Bosman, met wie al contacten bestonden. ‘En dan kom je op het punt van de implementatie’, zegt Van Vliet. ‘Mensen moeten er echt mee gaan werken, en daar gaat wel even tijd overheen. Veel hangt dan af van de houding van de clusterdirecteur. Als die niet stimulerend optreedt en blijft hameren op het belang van de vastgelegde werkwijzen, dan verdwijnt zo’n boek in de la.’
opgesteld voor toetsing en examinering in het middelbaar beroepsonderwijs liegen er niet om. Ze zijn ook zeker niet vrijblijvend. Opleidingen die er bij herhaling in onvoldoende mate aan voldoen, lopen het risico hun examenbevoegdheid te verliezen. Toch is ROC Landstede niet bang voor een bezoek van het KCE. Via interne audits nam de instelling het eigen systeem van toetsing en examinering alvast onder de loep.
‘Eye-opener’ 'Ik vind dat ze het leuk doen daar bij Landstede', zegt Bosman. 'Ze blijven niet zitten wachten tot de KCE langskomt, ze ontplooien op eigen initiatief allerlei activiteiten om te komen tot een betere toetsings- en examensystematiek.' Toen Landstede het plan opvatte om interne audits te gaan houden, werd Bosman gevraagd een training op te zetten om de leden van de werkgroep de vaardigheden bij te brengen die nodig zijn om zo’n controle te kunnen uitvoeren. Tijdens de twee cursusdagen kregen de deelnemers informatie over de KCE-standaarden en daarbij behorende processen. Met die kennis van zaken hielden ze vervolgens een aantal van hun eigen toetsen en examens tegen het licht. ‘Dat was in een aantal gevallen wel een eye-opener’, aldus Van Vliet. ‘Er zat een examen bij dat bestond uit niet meer dan 20 meerkeuzeopgaven. Bij een aantal toetsen ontbrak de toetsmatrijs. En aan het punt ‘evaluatie van het examen’ kwam eigenlijk niemand toe.’
‘Het kan áltijd beter’
Fred Bosman (Citogroep)
De KCE-standaarden - KCE staat voor Kwaliteitscentrum Examinering - hebben betrekking op de volgende domeinen: 1. Examenmanagement 2. Deskundigheid, inkoop en uitbesteding 3. Examenproces 4. Examenproducten 5. Onderzoek en verantwoording De KCE-systematiek is in plaats gekomen van de externe legitimering. Fred Bosman,
binnen de unit BVE van de Citogroep, vindt de standaarden in bepaalde opzichten een verbetering ten opzichte van de oude situatie. ‘Er wordt niet alleen meer gekeken naar de toets of het examen, maar naar het hele proces. Tegelijkertijd schuilt er een gevaar in die standaarden. Veel scholen zien ze als doel op zich, maar dat zijn ze natuurlijk niet. Ze vormen een middel omte komen tot betere examens.’
‘Beetje beschamend’ Ton van Vliet is projectleider ‘examinering nieuwe stijl’ bij ROC Landstede in Zwolle. Ook hij ziet meer in de KCE-standaarden dan in het systeem van externe legitimering, dat hij als ‘omslachtig’ en ‘bureaucratisch’ bestempelt. Vrijblijvend was het ook, vindt hij. ‘Je kon de op- en aanmerkingen van een externe- legitimeringsinstantie gewoon naast je neer leggen. Met de standaarden lukt dat niet meer. Opleidingen worden gedwongen zich te verdiepen in de functie van toetsen en de inhoud en organisatie van examens. Datis een goede zaak. Tegelijkertijd is het een beetje beschamend dat het nodig was dat er zoiets kwam als het KCE. Jammer dat de ROC’s zelf niet meer hebben gedaan om de kwaliteit van hun toetsing en examinering te verbeteren.’
Aanknopingspunten voor verbetering De kersverse auditoren hebben inmiddels de interne audits uitgevoerd bij telkens twee opleidingen van ieder cluster. Elke opleiding legde tien toetsen en examens op tafel die door de betreffende docenten als ‘goed’ waren gekwalificeerd. De uitkomsten van de audits werden in een follow-up van
✍
Marianne van Delden
Ton van Vliet (ROC Landstede)
Op veel ROC’s zijn inmiddels tal van werkgroepen met de Kwaliteitsmonitor van de BVE Raad aan de slag om de examinering systematisch op een hoger plan te brengen. de cursus besproken. ‘Er kwam heel wat boven tafel’, zegt Van Vliet, ‘en ik had niet anders verwacht. De audits hebben aanknopings-punten voor verbetering opgeleverd. Je ziet duidelijk wat nog niet in orde is en daarmee kun je aan de slag.’ Hij verwacht dat de KCE-standaarden zeker een positief effect zullen hebben op het middelbaar beroepsonderwijs. ‘Je moet kunnen aantonen dat je een goed en verantwoord systeem van toetsing en examinering hebt. Daar blijf je aan werken, want het kan áltijd beter.’
kort nieuws
NT2 toetsen
Ruim 500 medewerkers van ROC Friese Poort worden geschoold
Een grote groep allochtonen die vóór de inwerkingtreding van de Wet
17
Inburgering Nieuwkomers (1989) naar ons land kwam heeft nog steeds onvoldoende kennis van de Nederlandse taal en cultuur. Eind vorig jaar kende de regering aan kleinere gemeenten een rijksbijdrage toe waarmee
Woensdag 20 mei jl. is de Raamovereenkomst officieel ondertekend door Sjouke Tuinier, voorzitter van het College van Bestuur van Friese Poort en Willem Spee, directeur Unit BVE van de Citogroep.
ze inburgeringscursussen voor deze ‘oudkomers’ konden verzorgen. Voor de afsluiting van dit traject adviseert de overheid onder andere gebruik te maken van de NT2 Profieltoets en NT2-CAT* , beide afkomstig van de Citogroep.
Met het ondertekenen van de overeenkomst ziet ROC Friese Poort het scholingstraject met vertrouwen tegemoet. Vanaf juni 2003 tot en met juni 2004 worden ruim 500 medewerkers door de Citogroep geschoold. De deskundigheidsbevordering vindt plaats binnen het project ‘Standaardisering van de examenpraktijk’, welke een onderdeel is van de totale kwaliteitsverbetering van de toetsing en examinering binnen ROC Friese Poort. Daarbij wordt tevens aangesloten op de standaarden van het KCE. Een aantal trainingen is reeds gepland in juni 2003, zoals de basistraining Toetsconstructie en de training Vaststellingsbeleid. De meeste trainingen vinden plaats in het nieuwe cursusjaar 2003/2004.
Toetsing van oudkomers met
NT2-toetsen van de Citogroep Duurzaam huishouden
NT2 Profieltoets
Het doel van deze inburgeringscursussen is om oudkomers beter Nederlands te leren en hun maatschappelijke competenties te vergroten. Vaak zal het ROC de partij zijn die het inburgeringstraject aanbiedt en de daaraan gekoppelde toetsen afneemt. Zowel ROC’s als gemeenten hebben belang bij een goed beeld van het rendement van een dergelijk traject. ROC’s weten uiteraard als geen ander dat valide en betrouwbare beoordelingsinstrumenten een voorwaarde zijn om het resultaat van cursisten goed te kunnen meten. Voor de gemeenten geldt dat de financiële bijdrage van de overheid hoger wordt als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De gemeente moet dan kunnen aantonen dat er zowel een begin- als eindtoets wordt afgenomen en dat de cursist een niveaustap in lezen, schrijven, spreken en/of luisteren heeft gemaakt. De NT2 Profieltoets en NT2-CAT lenen zich daar uitstekend voor.
De NT2 Profieltoets meet de vaardigheden lezen, luisteren, spreken en schrijven. De score bepaalt het NT2-niveau van de cursist en de resultaten geven een beeld van de beheersing van de NT2-niveaus 1 tot en met 3. De toets kent twee varianten: de A-versie is wat gemakkelijker, de B-versie moeilijker. Het toetspakket bestaat uit een serie opgavenboekjes, een handleiding, cassettes voor de onderdelen luisteren en spreken, correctievoorschriften en scoreformulieren. De NT2 Profieltoets is ontwikkeld in samenwerking met Bureau ICE en wordt zowel voor nieuwkomers als voor oudkomers gebruikt. In tegenstelling tot de toetsing van nieuwkomers betaalt het ministerie echter niet voor de levering van de Profieltoets voor oudkomers, waardoor de afnemers de toets nu zelf moeten aanschaffen. Op het interesse- en bestelformulier in dit nummer van Toetsvisie vindt u meer informatie over prijzen en voorwaarden.
* Regeling inburgering oudkomers, nr.CIM2002/85189 d.d. 11 september 2002
✍
Martine Jetten en Claudia van Nistelrooy (Citogroep)
De Citogroep heeft in april voor ROC Friese Poort op basis van een behoeftepeiling een scholingsaanbod gemaakt. Uit de enorme inschrijving is gebleken dat het aanbod van de Citogroep aanspreekt. Ruim 500 medewerkers van ROC Friese Poort hebben zich ingeschreven voor één of meerdere trainingen. Het aanbod varieert van een ééndaagse basiscursus toetsconstructie tot en met een vierdaagse training competentiegericht opleiden en beoordelen. De uitvoering van de trainingen is beschreven in een Raamovereenkomst Deskundigheidsbevordering ROC Friese Poort april 2003 juni 2004.
vervolg NT2 toetsen
bestelformulier
NT2-CAT computergestuurd en adaptief
Een demo van NT2-CAT vindt u op onze website:
Met NT2-CAT wordt met behulp van de computer de lees- en luistervaardigheid NT2 getoetst. De afkorting CAT staat voor Computergestuurde Adaptieve Toets. Adaptief wil zeggen dat de moeilijkheidsgraad van de opgaven zich automatisch aanpast aan het niveau van de cursist. Beantwoordt die een vraag goed, dan zal de volgende opgave wat moeilijker zijn. Geeft de cursist een fout antwoord, dan verschijnt een wat makkelijker vraag op het beeldscherm. De toets meet zeer nauwkeurig en neemt niet veel tijd in beslag, want hij stopt op het moment dat duidelijk is welk niveau de cursist heeft. De uitslag is onmiddellijk beschikbaar. In de administratiemodule voor de docent worden de vorderingen van de cursisten op overzichtelijke wijze bijgehouden. Bijkomend voordeel van adaptieve toetsen is ook dat ze per deelnemer verschillen, waardoor het doorgeven van toetsantwoorden een zinloze aangelegenheid wordt.
http://www.citogroep.nl/bve/CBT/eind_fr.htm. Desgewenst verzorgen we ook in company demonstraties van NT2-CAT. Als u daarin geïnteresseerd bent kunt u dat aangeven op het interesse-en bestelformulier in dit nummer. Uw bestelling kunt u daar natuurlijk ook op kwijt (met een aantrekkelijke korting!). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze medewerkster Mandy Paryanto: telefoon (026) 352 12 12 e-mail [email protected]
19
Interesse-bestelformulier NT2-toetsing van oudkomers Met dit formulier kunt u zich aanmelden voor een productdemonstratie en/of de NT2 Profieltoets en NT2-CAT bestellen. U vinkt dan het desbetreffende vakje aan en vult indien van toepassing ook het gewenste aantal in.
58332 58333
x NT2 Profieltoets versie A x NT2 Profieltoets versie B
Een volledig pakket van 20 toetsen (incl. docentmateriaal in tweevoud) kost € 199,- per variant. De Citogroep levert de NT2 Profieltoets alleen aan de daartoe geautoriseerde bestellers. Hiervoor vragen wij zowel van de onderwijsinstelling als van de gemeente een kopie van het tussen hen gesloten contract. 57948 x NT2-CAT Lezen 58141 x NT2-CAT Lezen, extra toetspakket* 58119 x NT2-CAT Luisteren 58142 x NT2-CAT Luisteren, extra toetspakket* Ik wil graag meer informatie over NT2-CAT ontvangen Een pakket NT2-CAT Lezen of Luisteren kost € 1.375,- (in licentie, per jaar). Een licentie geldt voor een totale unit Educatie van een ROC. Daarnaast wordt een bedrag per afname in rekening gebracht, variërend van € 1,05 tot € 2,55. Dit bedrag is afhankelijk van het totaal aantal afnames en de functie van de toets (een intaketoets is goedkoper dan een vorderingentoets). Bij aanschaf van beide NT2-CAT’s (Lezen én Luisteren) ontvangt u een korting van 25 procent op het tweede pakket!
NT2-CAT bestaat uit twee pakketten: een voor lezen en een voor luisteren. Ze zijn geschikt voor de intake, voor het bijhouden van de vorderingen van cursisten en voor de afsluiting van het inburgeringstraject. De resultaten geven inzicht in de mate waarin de cursist het Nederlands beheerst op de NT2-niveaus 1, 2 en 3 in de Volwasseneneducatie. Beide pakketten bestaan uit een handleiding, computergestuurde audiovisuele instructie voor de cursist, een opgavenbank met honderden zorgvuldig geselecteerde opgaven, een toetsmodule en een administratiemodule om toetsafnames te plannen en de vorderingen van cursisten te volgen en te vergelijken.
* Als u op meer locaties gebruik wilt maken van NT2-CAT kunt u een extra toetspakket aanvragen. Dit pakket kost € 70,-.
Productdemonstratie NT2-CAT In company demonstratie Wilt u een in company demonstratie, vink dan het hokje hierboven aan. Onze coördinator accountmanagement neemt dan op korte termijn contact met u op om nadere afspraken te maken. De kosten van een in company demonstratie zijn € 150,-. Bij aanschaf van een computergestuurde toets brengen wij deze kosten in mindering.
Naam Functie Instelling Aantal cursisten Adres
Vergelijking van de resultaten van cursisten in NT2-CAT
Telefoon
E-mail
Datum
Handtekening
U kunt dit formulier (of een kopie hiervan) per post of fax sturen aan: Citogroep, unit BVE/HO, Antwoordnummer 573, Fax: (026) 352 13 56 t.a.v. Mandy Paryanto, 6800 VB Arnhem (een postzegel is niet nodig)
Citogroep Postbus 1034 6801 MG Arnhem T (026) 352 11 11 www.citogroep.nl Algemene informatie units BVE en HO T (026) 352 10 75 E [email protected]
Toetsvisie is een uitgave van de units BVE en HO van de Citogroep. Toetsvisie verschijnt driemaal per jaar in een oplage van 2500. De uitgave is bestemd voor management en docenten in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie Overname van artikelen of illustraties wordt in overleg met de eindredacteur toegestaan.
Colofon
Hoofdredactie Willem Spee Redactie Karin den Daas, Ger van der Kroft, Nelleke Louwerse (eindredacteur) Tekst Marianne van Delden en medewerkers unit BVE Citogroep Foto’s Ron Steemers Fotografie (Arnhem) Vormgeving Criterium (Arnhem) Druk Tamminga (Duiven) Redactieadres Citogroep, Karin den Daas, Unit BVE, Postbus 1034, 6801 MG Arnhem, E [email protected] , T (026) 352 14 77
opnieuw plaatsten !!!