TOETSREGLEMENT JvO Vanaf 16 maart 2015
1
Toetsvormen: De volgende toetsvormen komen voor; zij leveren cijfers op die meetellen op het rapport: - Repetities Op het JvO wordt onderscheid gemaakt tussen centrale repetities en niet-centrale repetities. De centrale repetities zijn voor een hele jaarlaag gelijk, met gelijke normering. De nietcentrale repetities zijn in ieder geval gelijkwaardig. Op het JvO worden beide soorten repetities afgenomen volgens een repetitierooster. Buiten het repetitierooster om kunnen geen repetities worden afgenomen. Centrale repetities worden afgenomen in een toetsbanduur. Niet-centrale repetities worden afgenomen tijdens de vaklessen. - Schriftelijke overhoringen - Mondelinge overhoringen - Praktische opdrachten Voorbeelden van praktische opdrachten zijn: o werkstukken o practica o spreekbeurten o luistertoetsen o presentaties o portfolio’s
2
Afspraken/regels: Bij toetsen gelden de volgende regels en uitgangspunten: - Voor elk trimester wordt ruim van tevoren een repetitierooster gepubliceerd. De repetitieroosters voor de centrale en de niet-centrale repetitie worden op de website van de school gepubliceerd en aan leerlingen en docenten op papier uitgereikt. Repetities worden daarnaast altijd opgenomen in de Magister-agenda van de leerlingen. - De stof voor een repetitie wordt tenminste één week van tevoren opgegeven en de stof die opgegeven wordt is tenminste éénmaal als huiswerkstof opgegeven geweest. Leerlingen worden in de gelegenheid gesteld om tijdens een les die voorafgaat aan de repetitie aan de docent vragen te stellen over de stof. Op deze vragen krijgen ze tijdens de les antwoord. - Een schriftelijke overhoring is een overhoring over de als huiswerk opgegeven stof, of over een deel van de stof van de eerstvolgende repetitie dat substantieel kleiner is dan de gehele stof voor de repetitie. Het gaat om reproduceerbare lesstof en de nabespreking moet plaatsvinden voordat de volgende repetitie gegeven wordt, als de stof van de schriftelijke overhoring terugkomt in de repetitie. - Er kunnen geen onverwachte repetities en schriftelijke/mondelinge overhoringen worden gegeven voor een cijfer; uiteraard wel diagnostische toetsen. - In klas 1 worden gedurende de eerste twee trimesters geen cijfers lager dan 3,0 voor toetsen gegeven.
3
Beoordeling van toetsen: De beoordeling van een toets wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers op één decimaal. Iedere leerling mag het beoordeelde werk inzien en het cijfer controleren.
4
Herkansing: Herkansingsregels hebben alleen betrekking op schoolexamentoetsen: zie het examenreglement.
1
5
Cijfers voor zittenblijvers: Voor zittenblijvers gelden de volgende regels: - een afgesloten vak hoeft niet te worden overgedaan; dat geldt voor ANW en maatschappijleer in klas 5 en wiskunde D in klas 6. Als een leerling er voor kiest om het vak toch over te doen, vervallen alle reeds behaalde cijfe rs in het betreffende leerjaar. - het profielwerkstuk, indien afgesloten in klas 5 of 6, hoeft niet te worden overgedaan. - alle overige cijfers voor toetsen en Praktische Opdrachten vervallen bij overdoen van een leerjaar.
6
Regels met betrekking tot het maken van toetsen en het inleveren van opdrachten: - Een leerling die op school is doet aan alle toetsen mee. - Voor de start van een Praktische Opdracht krijgt iedere leerling een protocol met daarin een omschrijving van de opdracht, de wijze van beoordeling en de inleverdatum. - Als een Praktische Opdracht niet binnen de gestelde termijn wordt ingeleverd, is er sprake van een onregelmatigheid. Wanneer de Praktische Opdracht alsnog wordt ingeleverd en beoordeeld, wordt het cijfer verlaagd met 1 punt per te laat ingeleverde kalenderdag.
7
Aantallen rapporten: Het schooljaar is ingedeeld in trimesters. De leerlingen van klas 1 t/m 4 ontvangen drie keer per jaar een rapport: na elk trimester één. Het derde rapport is het overgangsrapport. Dit rapport bepaalt of een leerling kan worden bevorderd. De leerlingen van klas 5 ontvangen twee keer per jaar een rapport: na het tweede en na het derde trimester. Het tweede rapport is het overgangsrapport. Dit rapport bepaalt of een leerling kan worden bevorderd. Op elk rapport staan per vak de gemiddelde cijfers van de voorafgaande rapportperiodes en het voortschrijdend gemiddelde.
8
Aantallen toetsen: Klas 1 t/m 3: Gedurende het schooljaar neemt elk vak 6 tot 8 repetities of grotere praktische opdrachten per klas af (luistertoetsen vallen buiten dit aantal). Bij vakken die als gevolg van periodisering gedurende een semester worden gegeven, geldt de helft van dit aantal. Daarnaast neemt elk vak een aantal schriftelijke overhoringen per klas af (of kleine praktische opdrachten). Het totaal aantal repetities mag niet meer zijn dan drie per week per klas. Er mag maximaal één repetitie per dag per klas worden gegeven. Het totaal aantal schriftelijke overhoringen mag niet meer zijn dan vijf per week per klas. Het totaal aantal schriftelijke toetsen mag niet meer zijn dan twee per dag per klas. De genoemde maximumaantallen toetsen gelden niet voor inhaaltoetsen. Klas 4: Gedurende het schooljaar neemt elk vak 6 tot 8 repetities of grotere praktische opdrachten per leerling af (luistertoetsen vallen buiten dit aantal). Daarnaast neemt elk vak een aantal schriftelijke overhoringen per leerling af (of kleine praktische opdrachten): in trimester 1 maximaal 3, in trimester 2 maximaal 2 en in trimester 3 maximaal 1. Het totaal aantal repetities mag niet meer zijn dan vier per week per leerling. (Voor leerlingen met één of meer extra vakken kunnen dat er meer zijn.) Er mag slechts één repetitie per dag per leerling worden gegeven. Het totaal aantal schriftelijke toetsen mag niet meer zijn dan twee per dag per leerling. De genoemde maximumaantallen toetsen gelden niet voor inhaaltoetsen. Klas 5: Gedurende het schooljaar neemt elk vak 6 tot 8 repetities of grotere praktische opdrachten per leerling af (luistertoetsen vallen buiten dit aantal). Er worden geen schriftelijke overhoringen gegeven. Het totaal aantal repetities mag niet meer zijn dan vier per week per leerling. (Voor leerlingen met één of meer extra vakken kunnen dat er meer zijn.) Er mag slechts één repetitie per dag per leerling worden gegeven. De genoemde maximumaantallen toetsen gelden niet voor inhaaltoetsen.
2
9
Toetsweek: Het schooljaar wordt afgesloten met een toetsweek. In principe neemt elk vak dat in een leerjaar gegeven wordt in deze toetsweek een toets af. Afwijkingen van deze regel worden tevoren door de betreffende sectie besproken met de betrokken conrector. In de klassen 1 t/m 4 duurt een toets in de toetsweek altijd 50 minuten. In klas 5 kan een toets 50 of 110 minuten duren.
10
Toetsvrije dagen: De vijf lesdagen voorafgaande aan de toetsweek worden er geen toetsen meer afgenomen. Ook kunnen er geen inlevermomenten voor praktische opdrachten worden gesteld. Dit geldt niet voor inhaaltoetsen en ander inhaalwerk.
11
Weging: Klas 1 t/m 3: Er zijn verschillen in de weegfactoren voor schriftelijke overhoringen en voor repetities. Luistertoetsen hebben dezelfde weging als een schriftelijke overhoring. Er zijn twee varianten voor de verschillende vakken, die in onderstaande tabel zijn weergegeven. trimester 1 vakken
trimester 2
trimester 3
weegfactor weegfactor weegfactor weegfactor weegfactor weegfactor schriftelijke repetitie / schriftelijke repetitie / schriftelijke repetitie / overhoring grote overhoring grote overhoring grote / kleine praktische / kleine praktische / kleine praktische praktische opdracht praktische opdracht praktische opdracht opdracht opdracht opdracht
Aardrijkskunde, Biologie, Economie, Muziek, Lichamelijke Opvoeding, Tekenen
1
2 of 3
1
2 of 3
1
2 of 3
Duits, Engels, Frans, Geschiedenis, Grieks, Latijn, Natuurscheikunde, Nederlands, Wiskunde
1
2 of 3
2
4 of 6
2
4 of 6
Klas 4: - In klas 4 geldt voor alle drie trimesters dat voor de overgang een schriftelijke overhoring een weegfactor 1 heeft en een repetitie een weegfactor 2 of 3. Luistertoetsen hebben dezelfde weging als een schriftelijke overhoring. Voor de weegpercentages van schoolexamentoetsen: zie het PTA klas 4. Klas 5: - In klas 5 geldt voor alle drie trimesters alle repetities voor een vak dezelfde weegfactor hebben. Luistertoetsen hebben dezelfde weging als een repetitie. Voor de weegpercentages van schoolexamentoetsen: zie het PTA klas 5.
3
12
Beoordeling, bespreking en verwerking: - Repetities en schriftelijke overhoringen worden binnen 10 werkdagen gecorrigeerd teruggegeven en nabesproken in de les op een zodanige wijze dat dit door de leerlingen als voldoende wordt ervaren. - Praktische opdrachten worden binnen 20 werkdagen gecorrigeerd teruggegeven en nabesproken in de les op een zodanige wijze dat dit door de leerlingen als voldoende wordt ervaren. - De behaalde cijfers worden dezelfde dag nog door de docent ingevoerd in Magister. - Een toets die voortbouwt op een vorige, wordt slechts gegeven als die vorige toets tenminste één dag tevoren besproken is en de cijfers daarvan bekend zijn gemaakt. - Bij praktische opdrachten moet vooraf bekend zijn aan welke normen voldaan moet worden en wanneer de opdracht gereed moet zijn. Deze gegevens worden tijdig en schriftelijk aan de leerlingen meegedeeld. - Als een praktische opdracht niet binnen de gestelde termijn wordt ingeleverd is er sprake van een onregelmatigheid. Wanneer de opdracht alsnog wordt ingeleverd en beoordeeld, wordt het cijfer verlaagd met 1 punt per te laat ingeleverde kalenderdag.
13
Inhalen: Gemiste repetities moeten door leerlingen worden ingehaald. Het Inhalen gebeurt op korte termijn in onderling overleg tussen docent en leerling. Hierbij mag afgeweken worden van de dag- en weekmaxima. In principe vindt het inhalen plaats op de inhaalmomenten op maandag of donderdag e gedurende het 8e uur. Voor klas 4 en 5 kan dat ook nog op vrijdag gedurende het 8 uur. Als een leerling les heeft kan niet van deze mogelijkheid gebruik gemaakt worden. In overleg tussen leerling en docent kan een ander tijdstip worden bepaald. Indien een leerling zich niet aan de afspraak houdt en zonder geldige reden niet verschijnt op het inhaalmoment, is er sprake van een onregelmatigheid (zie artikel 16).
14
Regelingen voor leerlingen met specifieke problemen: Een leerling die officieel is gediagnostiseerd als dyslectisch, heeft recht op extra tijd bij het maken van toetsen. De extra tijd bedraagt bij een toets van 50 minuten 15 minuten en bij een toets van 100 of 110 minuten 30 minuten. Ook een leerling met een andersoortige handicap, zoals bijvoorbeeld ADHD of diabetes, kan een verzoek indienen bij de commissie ‘toetsfaciliteiten’ om extra tijd te krijgen bij toetsen. De aanvraag moet vergezeld gaan van een deskundigenrapport. De commissie adviseert vervolgens de rector, die een besluit neemt over toekenning van extra tijd bij toetsen.
15
Toetsbanden: In klas 1 t/m 5 zijn er wekelijks toetsbanden. In deze toetsbanden worden repetities gegeven die per jaarlaag hetzelfde zijn: dezelfde stof wordt opgegeven, dezelfde vaardigheden worden getoetst, en dezelfde weging wordt toegepast. Daarnaast is er een toetsrooster voor de overige repetities. Deze repetities worden afgenomen door de docent zelf tijdens de les. Roosters voor de toetsbanden en voor de reguliere toetsen worden in principe gepubliceerd aan het begin van het schooljaar. Afwijkingen van het toetsrooster kunnen alleen plaatsvinden in en na overleg met de conrector die verantwoordelijk is voor de roosters.
4
16
Onregelmatigheden: Indien een leerling zich ten aanzien van toetsen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de conrector van de betreffende jaarlaag maatregelen nemen. Onder ”onregelmatigheid” wordt verstaan: iedere omstandigheid of iedere gebeurtenis, een toets betreffende, die in strijd is met dit toetsreglement en/of enige omstandigheid die de behaalde resultaten van een toets heeft beïnvloed en de behaalde resultaten, naar het oordeel van de conrector, redelijkerwijs niet had mogen beïnvloeden. Daaronder vallen dus in ieder geval alle vormen van onrechtmatige voorkennis, fraude en spieken, maar ook: Het bij zich dragen van mobiele telefoon, I-pod, I-pad, smartwatch, google-glass o.i.d. Het zich onttrekken aan een toets. Hieronder wordt in ieder geval verstaan het afwezig zijn dan wel te laat komen bij een toets en/of het niet inleveren binnen de gestelde termijn van schriftelijk werk anders dan door ziekte of andere vormen van overmacht, zulks naar het oordeel van de conrector. Het plegen van plagiaat. Van plagiaat is sprake wanneer een leerling passages en ideeën uit andermans werk citeert of parafraseert en deze als eigen werk presenteert zonder dat eigen inbreng in voldoende mate zichtbaar dan wel herkenbaar is. Onder andermans werk valt bijvoorbeeld het werk van een medeleerling, een internetbron, een studieboek enz. In geval van aantoonbaar plagiaat wordt één van de onderstaande sancties opgelegd. Maatregelen die in geval van geconstateerde onregelmatigheid (al dan niet in combinatie met elkaar) genomen kunnen worden, zijn: het toekennen door de conrector van het cijfer 0,9 voor een Praktische Opdracht of een toets; het toekennen door de conrector van het cijfer 0,9 voor een toets, waarvoor een leerling heeft gespijbeld; aftrek door de conrector van punten van het eindcijfer; het ongeldig verklaren van een of meer toetsen; Voordat de conrector beslist tot het nemen van een van bovengenoemde maatregelen wordt de leerling in de gelegenheid gesteld zijn standpunt aan de conrector mondeling en/of schriftelijk, naar zijn keuze, kenbaar te maken. De leerling mag een meerderjarige uitkiezen om zich te laten bijstaan. De conrector deelt de beslissing binnen een week mee aan de leerling en ook aan zijn of haar ouder(s).
17
Bezwaar en beroep: Wanneer een leerling vindt dat er bij de afname van een toets sprake is geweest van een onjuiste gang van zaken, kan er schriftelijk bezwaar worden aangetekend bij de conrector van de betreffende jaarlaag, binnen een termijn van 3 schooldagen na die toets. De conrector neemt een besluit en de leerling krijgt de beslissing binnen een week, met de toelichting daarbij, schriftelijk meegedeeld. Voor bezwaren tegen de beoordeling van een toets, die niet in overleg met de docent opgelost kunnen worden, geldt een termijn van 3 schooldagen na de bespreking van de toets. De conrector neemt een besluit en de leerling krijgt de beslissing binnen een week, met de toelichting daarbij, schriftelijk meegedeeld. De leerling kan tegen een beslissing van de conrector in beroep gaan bij de rector. Dit beroep moet binnen 3 schooldagen na ontvangst van de beslissing van de conrector schriftelijk (per e-mail of via Magister berichten) worden ingediend. Indien de leerling ook bezwaar maakt tegen de beslissing van de rector, kan de leerling nog in beroep gaan bij het College van Bestuur van Onderwijsgroep Amersfoort (Postbus 1771, 3800 BT Amersfoort)
18
Wijziging en aanpassing van het toetsreglement Iedere wijziging of aanpassing van het toetsreglement behoeft de voorafgaande toestemming van de Medezeggenschapsraad van het JvO.
5