Toetsing RI&E & beoordeling Plan van Aanpak. SKB de Veenplas Peuterspeelzaal t Veldmuisje

Toetsing RI&E & beoordeling Plan van Aanpak SKB de Veenplas Peuterspeelzaal ‘t Veldmuisje

ALGEMENE GEGEVENS Bedrijf Naam Locatie Adres Postcode en vestigingsplaats Contactpersoon Functie Telefoonnummer

: SKB de Veenplas : Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje : Vierambachtstraat 31 : 2461 BA Ter Aar : mevrouw C. Leliveld : Verzuimcoördinator / directiesecretaresse : 0172-570204

Uitvoerende organisatie Naam Adres Postcode en vestigingsplaats Contactpersoon Functie Telefoonnummer Faxnummer E-mail adres

: De Arbodienst : Rigastraat 4 : 1531 BV Wormer : mevrouw H. Dekker : Arbeidshygiënist : 088-7002031 : 088-7002020 : [email protected]

Onderzoek Periode datum rapportage eindverantwoordelijke

: 6 juni 2008 : 26 maart en 29 april 2010 : de heer G.J. van de Meent

Rigastraat 4 1531 BV Wormer T 088 700 2000 F 088 700 2020

[email protected]

www.de-arbodienst.nl

00

INHOUDSOPGAVE 00 Inhoudsopgave ..................................................................................................................................2 01 Samenvatting.....................................................................................................................................3 02 Inleiding.............................................................................................................................................3 03 Algemeen............................................................................................................................................4 04 Werkwijze bij de toetsing van de risico-inventarisatie en –evaluatie en beoordeling van Het Plan van Aanpak .......................................................................................................................4 05 Resultaat van de toetsing van de risico- inventarisatie en - evaluatie.....................................5 06 Advies ten aanzien van Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO)...........6 07 Resultaat van de beoordeling van Het Plan van Aanpak ...........................................................6 08 Aanbeveling......................................................................................................................................13 09 Bijlage 1 ...........................................................................................................................................14 10 Bijlage 2...........................................................................................................................................16

3

01

SAMENVATTING Deze rapportage beschrijft de resultaten van de toetsing van het RI&E-rapport en van de beoordeling van het Plan van Aanpak van Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje, onderdeel van SKB de Veenplas. Het RI&E-rapport is goedgekeurd onder voorwaarde van aanpassing. Dan voldoet het rapport aan de eisen uit de Arbo-wet. Het Plan van Aanpak is goedgekeurd onder voorwaarde van aanpassing. Voor het RI&E rapport en het Plan van Aanpak gelden onvolkomenheden. Deze vragen een toevoeging van enkele gegevens. Indien dit gebeurd is, is er sprake van een volledige, inzichtelijke en adequate inventarisatie met een begrijpelijk en consistent Plan van Aanpak. Advies: In dit rapport wordt uitgebreid commentaar gegeven op zowel de RI&E als op het daarbij behorende Plan van Aanpak. In het commentaar zit steeds het advies met betrekking tot aanpassing verweven. Indien de adviezen één op één worden overgenomen, zijn de RI&E en het Plan van Aanpak als goedgekeurd te beschouwen.

02

INLEIDING Een bedrijf mag de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) zelf uitvoeren of door derden laten uitvoeren. De Arbo-wet stelt het dan verplicht om een gecertificeerde arbodienst ten minste voor de volgende zaken in te schakelen: a.

Een arbodienst moet garant staan voor de kwaliteit van de risico-inventarisatie en -evaluatie.

b.

Een arbodienst moet advies uitbrengen over de wijze waarop tekortkomingen in de RI&E kunnen worden verholpen.

c.

Een arbodienst moet een advies uitbrengen over de te treffen verbetermaatregelen en over de prioriteit van de maatregelen.

De Arbodienst heeft op verzoek van SKB de Veenplas de RI&E van Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje (van 3 juni 2008) getoetst om vast te stellen of de uitgevoerde RI&E voldoet aan de wettelijke eisen. Het rapport dat voor u ligt geeft de resultaten van deze toetsing en de beoordeling van de Plan van Aanpak weer. Verder bevat het rapport adviezen over te treffen verbetermaatregelen en over de prioriteit van deze verbetermaatregelen.

Rigastraat 4 1531 BV Wormer T 088 700 2000 F 088 700 2020 [email protected] www.de-arbodienst.nl

4

03

ALGEMEEN Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje heeft de RI&E zelf uitgevoerd. Daarbij is gebruik gemaakt van het RI&E instrument “Arbomeester”, een branchespecifiek instrument, waardoor een kleine toets van de RI&E mogelijk is. De RI&E werd uitgevoerd door B. van Leeuwen van Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje. De RI&E werd verricht middels een invullen van vragenlijsten tijdens een eigen rondgang door het bedrijf.

04

WERKWIJZE BIJ DE TOETSING VAN DE RISICO-INVENTARISATIE EN – EVALUATIE EN BEOORDELING VAN HET PLAN VAN AANPAK

0401 Methodiek van de toetsing van de RI&E De toetsing van de RI&E omvat de volgende items: 1.

de volledigheid;

2.

de betrouwbaarheid van het onderzoek;

3.

evaluatie en prioriteitstelling;

4.

voorgestelde verbetermaatregelen;

5.

rapportage.

De toetsing en de beoordeling hebben betrekking op de volgende documenten: 1.

Risico-inventarisatie en evaluatie van 06-06-2008, rapportnummer: n.v.t.

2.

Plan van Aanpak van 06-06-2008.

De beoordeling is uitgevoerd op 26-03 en 29-04-2010 en bestond uit: • Het beoordelen van de RI&E-rapportage inclusief het Plan van aanpak (zie punten 1 en 2 hierboven). 0402 Methodiek van de beoordeling van het Plan van Aanpak Bij de beoordeling van het Plan van Aanpak is: 1.

gecontroleerd of alle arbo-knelpunten uit de RI&E-rapportage in het Plan van Aanpak zijn opgenomen;

2.

nagegaan of de prioriteitstelling van de werkgever in overeenstemming is met de ernst van het risico (risicoklasse);

3.

zonodig een advies gegeven over de voorgestelde oplossingsrichting van de verschillende arbo-knelpunten;

Rigastraat 4 1531 BV Wormer T 088 700 2000 F 088 700 2020 [email protected]


5

05

4.

nagegaan of er in het Plan van Aanpak voor de verschillende knelpunten een medewerker wordt genoemd die verantwoordelijk is voor de voortgang bij de uitvoering;

5.

een inschatting gemaakt van de wijze waarop het benodigde budget beschikbaar komt;

6.

geverifieerd of er een evaluatiemoment is opgenomen waarbij wordt nagegaan of de aanpak heeft geleid tot het oplossen van het arbo-knelpunt.

RESULTAAT VAN DE TOETSING VAN DE RISICO- INVENTARISATIE EN EVALUATIE De toetsing van de RI&E is uitgewerkt in de schema’s die zijn opgenomen in bijlage 1.

0501 Rapportage De RI&E is niet volledig, omdat er momenteel nog onvoldoende aandacht wordt besteed aan het opsporen en aanpakkenen van de bestaande psychosociale arbeidsrisico’s binnen ‘t Veldmuisje. Dit punt wordt nader toegelicht in paragraaf 07. 0502 Prioriteitstelling en maatregelen Het Plan van Aanpak schiet op een aantal punten te kort als het gaat om het stellen van prioriteiten, het aanwijzen van een verantwoordelijke en het toekennen van maatregelen. Deze vragen een aanpassing van enkele gegevens. Indien dit gebeurd is, is er sprake van een volledige, inzichtelijke en adequate inventarisatie met een begrijpelijk en consistent Plan van Aanpak. Voor advies met betrekking tot het Plan van Aanpak zie 07 en bijlage 2. 0503 Opmerkingen Arbozorgsysteem In de periode juni tot en met november 2007 is er binnen SKB de Veenplas een PAGO uitgezet onder alle medewerkers. Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje was toen nog geen onderdeel van SKB de Veenplas. Deze medewerkers hebben daarom nog geen gelegenheid gekregen om deel te nemen aan een PAGO. De werkgever dient gezien de gevonden risico’s en de status in de bedrijfsgeneeskundige ondersteuning tenminste een PAGO voor deze medewerkers te laten uitvoeren. Bij dit PAGO dient in ieder geval aan de volgende risico’s aandacht te worden besteed: • onderzoek naar werkdruk en ongewenste omgangsvormen bij alle medewerkers; • onderzoek naar het gezichtsvermogen voor medewerkers die ≥ 2 uur per dag beeldschermwerk verrichten;



6

0504 Opmerkingen naar aanleiding van de rondgang N.v.t. 06

ADVIES TEN AANZIEN VAN PERIODIEK ARBEIDSGEZONDHEIDSKUNDIG ONDERZOEK (PAGO) Zie 0503.

07

RESULTAAT VAN DE BEOORDELING VAN HET PLAN VAN AANPAK Het Plan van Aanpak schiet op een aantal punten te kort als het gaat om het vaststellen van de risicoklasse, het aanwijzen van een verantwoordelijke en het toekennen van maatregelen. Deze vragen een aanpassen van enkele gegevens. Indien dit gebeurd is, is er sprake van een volledige, inzichtelijke en adequate inventarisatie met een begrijpelijk en consistent Plan van Aanpak. RI&E en Plan van Aanpak Eén van de grondbeginselen van de Arbowet is de verplichting van de ondernemer om te zorgen voor een zo goed mogelijke gezondheid, veiligheid en welzijn bij de arbeid. Uitgangspunt voor het arbobeleid vormt de risico-inventarisatie en - evaluatie. In dit rapport wordt uitgebreid commentaar gegeven op zowel de RI&E als op het daarbij behorende Plan van Aanpak. In het commentaar zit steeds het advies met betrekking tot aanpassing verweven. Indien de adviezen één op één worden overgenomen, is er sprake van een volledige, inzichtelijke en adequate inventarisatie met een begrijpelijk en consistent Plan van Aanpak. Het is wel belangrijk dat deze RI&E’s ook actueel wordt gehouden. Risicoklasse: 1

Aanbeveling:

•

• •

Draag zorg voor het aanvullen en verder invullen van het plan van aanpak (denk aan verantwoordelijke, budget, enz.). Zorg voor een jaarlijkse (schriftelijke) evaluatie van het Plan van Aanpak, waarin de getroffen maatregelen zijn beschreven. Stel elk jaar een nieuw Plan van Aanpak op. Draag zorg voor het bijstellen (en eventueel opnieuw toetsen) van de RI&E als er op de vestiging iets veranderd in de werkmethoden, de werkomstandigheden of bij technische innovaties. Bijvoorbeeld bij de uitbreiding van het dienstenpakket, een (interne) verhuizing of ingrijpende verbouwing of een ingrijpende wijziging in de taken van werknemers.

Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) Medewerkers moeten in de gelegenheid worden gesteld om zich periodiek te laten onderzoeken. Dit onderzoek moet zijn gericht op de relatie tussen de gezondheid van de medewerkers en de risico’s in het werk.



7

In de periode juni tot en met november 2007 is er binnen SKB de Veenplas een PAGO uitgezet onder alle medewerkers. Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje was toen nog geen onderdeel van SKB de Veenplas. Deze medewerkers hebben dus nog niet de gelegenheid gekregen om deel te nemen aan een PAGO. Risicoklasse: 1

Aanbeveling:

•

Draag zorg voor de uitzetting van een Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) en besteed hierbij ook aandacht aan de bevindingen uit de RI&E. Zo dienen de volgende onderwerpen in ieder geval terug te komen: beeldschermwerk en psychosociale arbeidsbelasting.

Agressie, geweld, pesten en seksuele intimidatie Onder de noemer psychosociale arbeidsbelasting vallen de items: seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk. De Arbowet 2007 verplicht werkgevers om voorlichting en onderricht te verzorgen over de risico’s voor psychosociale arbeidsbelasting, almede over de maatregelen die erop zijn gericht deze belasting te voorkomen dan wel te beperken. Een onderzoek naar de psychosociale arbeidsbelasting onder alle medewerkers van Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje (bijvoorbeeld in de vorm van een medewerkerstevredenheidsonderzoek of een PAGO) heeft tot op heden nog niet plaats gevonden. Hierdoor is momenteel nog onvoldoende duidelijk in hoeverre medewerkers ook daadwerkelijk worden blootgesteld aan psychosociale arbeidsrisico’s. Daarnaast is voor de medewerkers niet duidelijk hoe en bij wie klachten ten aanzien van seksuele intimidatie, agressie, pesten en geweld in vertrouwen gemeld kunnen worden. Ook zijn er nog geen duidelijke afspraken gemaakt over de directe opvang van slachtoffers na incidenten. Binnen SKB de Veenplas is een vertrouwenspersoon aanwezig. Deze vertrouwenspersoon is ook beschikbaar voor de medewerkers van de peuterspeelzalen. Risicoklasse: 1

Aanbeveling:

•

•

•

De RI&E is momenteel nog niet compleet als het gaat om het onderdeel psychosociale arbeidsbelasting en zal daarom aangevuld moeten worden. Hiervoor zijn twee opties denkbaar: • Alsnog een onderzoek psychosociale arbeidsbelasting uitzetten (bijvoorbeeld door gebruik te maken van de Quickscan van de “Arbomeester”) en de resultaten hiervan, te weten de knelpunten of risico’s, nader uitwerken in het plan van aanpak. • De medewerkers een PAGO aanbieden. Dit PAGO dient te worden uitgebreid met een onderzoek naar o.a. de werkdruk/taakinhoud, ongewenste omgangsvormen, etc. De uitkomsten van dit onderzoek dienen alsnog in het plan van aanpak te worden opgenomen. Draag zorg voor het opstellen van een procedure over hoe klachten ten aanzien van agressie, geweld, pesten en seksuele intimidatie kunnen worden ingediend, hoe deze klachten worden afgehandeld en welke maatregelen de school tot nu toe heeft genomen om dergelijke problemen te voorkomen. Landelijk zijn in dit verband procedures voor scholen en onderwijsinstellingen ontwikkeld. Licht medewerkers in over de procedure en bij wie (bijv. de vertrouwenspersoon) dergelijke klachten in vertrouwen gemeld kunnen worden.



8

Functioneringsgesprekken Een functioneringsgesprek is een prachtig middel om één op één stil te staan bij iemands behoeften, toekomstplannen, mogelijkheden en te om praten over wat goed gaat en wat niet. Op 1 januari 2007 is Stichting Peuterspeelzalen ter Aar (met onder andere peuterspeelzaal ‘t Veldmuisje) een samenwerkingsverband aangegaan met SKB de Veenplas. Bij het uitvoeren van de RI&E op 3 juli 2008 hadden er nog geen functioneringsgesprekken plaatsgevonden. Voor 2009 stond het opstellen van een beleid rondom functioneren en beoordelen en het daadwerkelijk in afnemen van deze beoordelings- en functioneringsgesprekken op de planning. Het is onduidelijk in hoeverre dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Risicoklasse: 1

Aanbeveling:

•

•

Draag zorg voor het jaarlijks organiseren van functioneringsgesprekken. Gebruik deze gesprekken om bijvoorbeeld aandacht te besteden aan zaken als uitvoering van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, knelpunten die worden ervaren in het werk, werkbelasting, ongewenste omgangsvormen en verstandshoudingen onderling en om gezamenlijk na te denken over oplossingsrichtingen. Leg de gemaakte afspraken schriftelijk vast en zie toe op de uitvoering hiervan.

Scholing- en ontwikkelingsbeleidbeleid Veel leraren werken hun hele werkzame leven op één school of zelfs in één gebouw. Dat kan tot sleur en afstomping leiden. Het verstrekken van scholing overeenkomstig de wensen van de leerkracht (en binnen de mogelijkheden van de school) kan dit tegengaan. Een andere mogelijkheid om sleur en afstomping tegen te gaan is het werken met een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). In het POP kunnen de leidinggevende en de leerkracht gezamenlijk afspraken maken over de gewenste ontwikkeling van de leerkracht in de naaste toekomst. In de begroting voor 2009 is een post scholing opgenomen. De directeur en de leidsters bepalen samen hoe en waaraan deze gelden uitgegeven worden. Naast persoonlijke ontwikkeling zal er ook aandacht zijn zaken zoals VVE. Risicoklasse: --

Aanbeveling: GEEN Mobiliteitsbeleid Voor de leerkracht kan het soms verstandig zijn om de carrière een heel andere wending te geven: Bijvoorbeeld: een nieuwe groep of een andere taak, een andere school of een hele andere functie kan energie en inspiratie bieden. Het tijdig aanbieden van variatie voorkomt het ‘vastroesten’ van leraren. Een goede doorstroming van leerkrachten biedt kansen voor jonge en oude talenten en houdt het team fris. Momenteel is er binnen Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje nog geen mobiliteitsbeleid opgesteld. Risicoklasse: 2



9

Aanbeveling: •

Draag zorg voor het opstellen en invoeren van een mobiliteitsbeleid. Hierbij kan (indien deze aanwezig is) natuurlijk ook gebruik worden gemaakt van het mobiliteitsbeleid van SKB de Veenplas.

Leeftijdsbewust personeelsbeleid Bij leeftijdsbewust personeelsbeleid praten we zowel over senioren als over junioren. Senioren kunnen (afhankelijk van de eigen voorkeur)ervaringen doorgeven aan junioren (mentortaken), minder drukke groepen toegewezen krijgen en meer ontwikkelingstaken, organisatorische taken e.d. toegewezen krijgen. Een belangrijk aspect hierbij is ook ondersteuning door middel van gespreksgroepen en dergelijke. Aandachtspunten hierbij kunnen zijn: • zoeken naar sterke kanten: waarin heeft iemand zich ontwikkeld? • waar wil iemand in doorgroeien? • zijn bepaalde elementen in de functie te zwaar? • zijn er problemen op het gebied van belastbaarheid en in hoeverre zijn deze beïnvloedbaar (eventueel met een speciaal programma). Er is een standaard leeftijdsbewust personeelsbeleid waarbij medewerkers boven de 60 minder uren hoeven te werken. Verder wordt er ook gekeken naar de individuele behoeften gekeken. Indien noodzakelijk of gewenst kunnen met de werkgever persoonsafhankelijke afspraken worden gemaakt. Risicoklasse: -Aanbeveling: GEEN Bekendheid met afspraken bij mogelijke calamiteit Een bedrijfsnoodplan (ook wel aangeduid met schoolnoodplan) is gericht op een planmatige inzet van BHV-ers tijdens noodsituaties. Het bevat een beschrijving van de potentiële noodsituaties, taakomschrijvingen van de BHV-ers, procedures, telefoonlijsten, e.d. Een ontruimingsplan kan ook onderdeel vormen van het bedrijfsnoodplan. Hetzelfde geldt voor afspraken met o.a. de brandweer, GGD en politie. Op peuterspeelzaal ’t Veldmuisje is wel een bedrijfsnoodplan opgesteld, maar momenteel zijn leerlingen, ouders en personeel nog onvoldoende op de hoogte gesteld van de gemaakte afspraken bij een mogelijke calamiteit. Risicoklasse: 1

Aanbeveling:

• •

Breng alle medewerkers op de hoogte van dit bedrijfsnoodplan. Draag verder zorg voor het opnemen van de BHV-procedure in de schoolgids. Ook is het raadzaam om eens in de zoveel tijd aandacht te besteden aan een ontruimingsoefening in bijvoorbeeld de nieuwsbrief.



10

Privacygevoelige gegevens De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geeft aan wat de rechten zijn van iemand van wie gegevens worden gebruikt en wat de plichten zijn van de instanties of bedrijven die gegevens gebruiken. Binnen peuterspeelzaal ’t Veldmuisje is niet bekend of er vanuit SKB de Veenplas afspraken zijn gemaakt over ‘Hoe om te gaan met privacygevoelige gegevens’ niet bekend. Risicoklasse: 2

Aanbeveling:

•

Draag zorg voor het opstellen van een beleid ten aanzien van de omgang met privacygevoelige gegevens en breng medewerkers en ouders op de hoogte van de gemaakte afspraken.

Ziekteverzuimbeleid Het ziekteverzuimbeleid maakt onderdeel uit van het arbo -en personeelsbeleid en heeft als doel arbeidsongeschiktheid en beroepsziekten te voorkomen, ziekteverzuim tot een minimum te beperken en de wetgeving op dit gebied na te leven. Protocollen ten aanzien van verzuim zijn schriftelijk vastgelegd. Het ziekteverzuim en het verlofprotocol loopt via de directeuren van de peuterspeelzalen. Overzichten van het verzuim worden op bestuursniveau gemaakt en vergeleken met andere peuterspeelzalen. Indien gewenst kunnen deze wekelijkse of maandelijkse overzichten van verzuim bij het bestuursbureau worden opgevraagd. Bij het registreren van verzuim wordt onderscheid gemaakt naar geslacht, duur (kort en langdurig) en frequentie van het verzuim. Oorzaken van verzuim worden zo eerder inzichtelijk. Naar aanleiding hiervan kan ook gerichter geadviseerd en gehandeld worden. Door aansluiting bij De Arbodienst is alles geregeld op het gebied van preventie en verzuimbegeleiding. Zo wordt de situatie van de werknemer na uiterlijk zes weken ziekteverzuim in kaart gebracht door een bedrijfsarts en wordt er bij uiterlijk acht weken verzuim een plan van aanpak opgesteld. Het bestuursbureau stelt in samenwerking met de bedrijfsarts het reïntegratiedossier op. Op peuterspeelzaal ’t Veldmuisje blijkt nog wel veel onduidelijkheid te bestaan over: • het in de tweeënveertigste week van het ziekteverzuim ziekmelden van de medewerker bij het UWV; • het minimaal één maal per zes weken houden van een voortgangsgesprek met de zieke medewerker; • de mogelijkheid tot het aanvragen van een deskundigenoordeel bij onduidelijkheid of onenigheid met betrekking tot de reïntegratie; • het na één jaar ziekteverzuim uitvoeren van een eerstejaars beoordeling; Verder worden de aangeleverde verzuimgegevens als niet makkelijk leesbaar ervaren. Risicoklasse: 2

Aanbeveling:

• •

Biedt de directeur/locatiemanager van peuterspeelzaal ’t Veldmuisje een training Draag zorg voor het kernachtig weergeven van ziekteverzuimgegevens. Hierdoor wordt het voor leidinggevenden gemakkelijker om prioriteiten te stellen.



11

Sanitaire voorzieningen De vloeren van de toiletten zijn door slechte voeging moeilijk te reinigen, met stankoverlast als gevolg. Verder is er in de toiletten geen goede afzuiging aanwezig. Risicoklasse: 3

Aanbeveling: •

•

Voorzie de vloeren van de toiletten van een coating, om zo stankoverlast op korte termijn tegen te gaan. Neem de aanleg van een goed ventilatiesysteem en de uitvoering van de toiletten met een niet poreuze afwerking van wanden en vloeren mee in de toekomstige nieuwbouwplannen.

Nieuwbouw, verbouw en herinrichting Strategische momenten zijn bij uitstek geschikt om de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden te beïnvloeden, met name bij nieuwbouw, verbouw, wijziging van apparatuur of machines. Door systematische aandacht voor arbeidsomstandigheden in de ontwerpfase kunnen vaak kostbare verbeteringen of veranderingen achteraf worden voorkomen. Voor peuterspeelzaal ’t Veldmuisje bestaan plannen voor nieuwbouw. Voor zover bekend is er nog geen programma van eisen voor deze nieuwbouwlocatie opgesteld. Risicoklasse: 2

Aanbeveling:

•

•

•

Betrek tijdig bij de verbouw c.q. nieuwbouwplannen een deskundige op arbeidsomstandighedengebied (bijv. veiligheidskundige, ergonoom, arbeidshygiënist), zodat in het Programma van Eisen (PvE) voldoende rekening wordt gehouden met de toekomstige werkomstandigheden. Adviezen in dit RI&E-rapport kunnen worden opgenomen in het PvE. Denk hierbij ook aan de afwerking van de wanden in het gebouw (niet ruw), het aanbrengen van ventilatiemogelijkheden in de toiletten en het gebruik van veiligheidsglas in het speellokaal en op plekken waar gedrang mogelijk is. Doorgaans wordt bij bedrijven wanneer sprake is van ingrijpende verbouw- c.q. nieuwbouwplannen een “projectgroep” ingesteld, die verantwoordelijk is voor het begeleiden en doorvoeren van de voorgenomen plannen. Zij zijn tevens verantwoordelijk voor het op te stellen Programma van Eisen. Voor zover dit nog niet in de planning ligt, is het advies om een projectgroep in te stellen. Deelnemers kunnen o.a. zijn: management, facilitaire dienst, (toekomstige) gebruiker, ergonoom/arbeidshygiënist. Bij betrekking van de nieuwe locatie dient er ook een nieuwe RI&E te worden opgesteld.

Gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen (ook wel milieugevaarlijke stoffen genoemd) zijn stoffen die brand of ontploffing kunnen veroorzaken, gevaarlijk zijn voor de gezondheid, corrosief of irriterend zijn en gevaarlijk voor het milieu zijn. Enkele voorbeelden zijn: schoonmaakmiddelen, lijm, verf, schuim, thinner, toner, wasbenzine, fotochemicaliën, ammoniak en cleaner. De stoffen zijn herkenbaar aan het etiket met een gevarensymbool op een oranje driehoekig vlak. Er dient een overzicht van alle gevaarlijke stoffen aanwezig te zijn, ook als deze stoffen slechts beperkt aanwezig zijn (gezamenlijk minder dan 25 kilo of liter).



12

De ruimte waarin de stoffen staan, moet afgescheiden zijn (60 minuten brandwerend) van de rest van de organisatie, bijvoorbeeld een keuken, of magazijn. Op de peuterspeelzaal zijn verschillende schoonmaakmiddelen (zoals Ajax) aanwezig. Deze middelen worden opgeborgen in hoge kastjes of zijn terug te vinden in een afsluitbare schoonmaakkast. Het wil echter nog wel eens voorkomen dat schoonmaakmiddelen worden meegenomen naar ruimtes en daar blijven staan. Verder is er nog geen overzicht met aanwezige gevaarlijke stoffen opgesteld. Risicoklasse: 1

Aanbeveling:

• • •

Draag zorg voor het opstellen van een overzicht van aanwezige gevaarlijke stoffen. Bewaar dit overzicht op het kantoor en op de plek waar deze middelen worden opgeborgen. In een omgeving met kinderen dienen schoonmaakmiddelen te allen tijde veilig achter slot en grendel te worden opgeborgen. Maak hier duidelijke afspraken over met al het (schoonmaak)personeel en spreek man hier op aan, wanneer dit niet gebeurt.

Binnenklimaat Een combinatie van temperatuur, luchtvochtigheid en luchtsnelheid vormt het binnenklimaat. De eisen aan de temperatuur zijn de volgende: 's zomers maximaal 26ºC. 's winters minimaal 18ºC. Dit geldt niet als het eens erg warm of erg koud buiten is: deze grenzen mogen maximaal 10% van de werktijd worden overschreden dan wel onderschreden. Daarnaast moet de luchtsnelheid tussen 0,15 en 0,25 m/s liggen. Als er klachten zijn, zal nader onderzoek verricht moeten worden naar het klimaat en naar de capaciteit van de klimaat- en ventilatie-installatie. Het verbeteren van de installatie kan pas nadat over een bepaalde periode een betrouwbare meting van een aantal klimaateigenschappen is gedaan. Laat vervolgens een installateur op basis van deze metingen een voorstel uitwerken ter verbetering van het binnenklimaat. Door het platte dak wordt het in de zomer vaak veel te warm op de peuterspeelzaal. Ook levert het ventileren van de ruimtes vaak een probleem op. Zo zijn er weinig bovenraampjes aanwezig, waardoor er altijd een groot raam geopend moet worden. Dit leidt al snel tot tocht. Risicoklasse: 2

Aanbeveling:

• •

• •

Besteed bij de nieuwbouwplannen aandacht aan het binnenklimaat. Betrek bij nieuwbouw c.q. verbouwplannen tijdig een deskundige op het gebied van arbeidsomstandighedengebied (bijv. veiligheidskundige, ergonoom, arbeidshygiënist), zodat in het Programma van Eisen (PvE) voldoende rekening wordt gehouden met de toekomstige werkomstandigheden. Adviezen in dit RI&E-rapport kunnen worden opgenomen in het PvE. Neem op de huidige locatie tijdelijke maatregelen (bijvoorbeeld mobiele airco’s) om er in ieder geval voor te zorgen dat de temperatuur in de zomer beheersbaar blijft. Beperkt door ophoping van CO2 door ruimtes regelmatig te luchten. Bij luchten wordt het raam verder dan een handbreedte (8 cm) opengezet. Het dagelijks gedurende een kwartier tot een half uur luchten van alle ruimtes voor aanvang, tijdens de pauzes en aan het einde van de dag is voldoende. Omdat er op deze momenten niemand in het lokaal aanwezig is, ontstaan er ook geen tochtproblemen.



13

Asbest In veel gebouwen van voor 1980 is asbest verwerkt, in gevels, scheidingswanden, als isolatie boven plafonds, in vloerbedekking, buisisolatie, in luchtkokers, als spuitasbest op stalen balken enz. Inademing van asbestvezels kan op korte of lange termijn longkanker of kanker aan het buikvlies veroorzaken. Zolang het asbest niet aangeraakt wordt is erg geen gevaar. Men moet weten waar zich asbest bevindt opdat er maatregelen genomen worden indien er onderhoud wordt uitgevoerd of (ver)bouwactiviteiten worden gepland. Momenteel is bij de directeur/locatiemanager van peuterspeelzaal ’t Veldmuisje niet bekend of er asbest in het gebouw aanwezig is. Risicoklasse: 2

Aanbeveling: • •

•

Inventariseer bij de eigenaar van het pand of er bij de bouw gebruik is gemaakt van asbesthoudend materiaal. Indien dit niet meer kan worden achterhaald, maar er wel het vermoeden bestaat dat er asbesthoudend materiaal aanwezig is, laat dan een onderzoek uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf. Maak de resultaten bekend bij de onderhoudsafdeling van SKB de Veenplas, zodat deze bij het uitvoeren van en opdracht geven tot werkzaamheden rekening kunnen houden met de risico's. Laat het asbest verwijderen. Dit moet gebeuren door een door de Arbeidsinspectie erkend asbestverwijderingsbedrijf. Voorafgaand aan de verwijdering is er een meldplicht bij de Arbeidsinspectie.

Opslag in CV ruimte Momenteel wordt de CV ruimte gebruikt voor de opslag van goederen. Hierdoor zijn deze ruimtes niet goed toegankelijk en bestaat er bovendien een verhoogd risico op brand. Risicoklasse: 1

Aanbeveling:

• 08

Voorkom de opslag van spullen in de CV ruimte. Controleer hier regelmatig op en wijs medewerkers op hun verantwoordelijkheid hierin.

AANBEVELING In dit rapport wordt uitgebreid commentaar gegeven op zowel de RI&E rapportage als het daarbij behorende Plan van Aanpak. In het commentaar zit steeds het advies met betrekking tot aanpassing verweven. Indien de adviezen één op één worden overgenomen, zijn de RI&E en Plan van Aanpak van beide locaties als goedgekeurd te beschouwen.



14

09

BIJLAGE 1

0901 Volledigheid Onderwerp VGW-gevaren zijn benoemd Reeds getroffen maatregelen zijn beschreven Risico’s hebben betrekking op de benoemde gevaren Er is eenduidig vermeld op welke populatie deze RI&E betrekking heeft Er is eenduidig vermeld op welke afdelingen deze RI&E betrekking heeft Er is eenduidig vermeld op welke functies deze RI&E betrekking heeft Er is eenduidig vermeld op welke arbeidsmiddelen deze RI&E betrekking heeft Er is eenduidig vermeld op welke chemische stoffen deze RI&E betrekking heeft Er is eenduidig vermeld op welke biologische agentia deze RI&E betrekking heeft Risico's bijzondere risicogroepen zijn benoemd Wijze van inventariseren

Voldoende

Onvoldoende

Opmerkingen

x x x x x x x x x x x

De beoordeelde aandachtsgebieden komen ten minste overeen met die uit het blad AI-1. 0902 Betrouwbaarheid Onderwerp De gehanteerde RI&E-methode is beschikbaar Wijze van inventariseren is aangegeven Wijze van gegevensverwerking Representativiteit

Voldoende

Onvoldoende

Opmerkingen

x x x x



15

0903 Evaluatie en stellen van prioriteiten Onderwerp Gehanteerde criteria Wijze van evalueren Wijze van prioriteitstelling in het Plan van Aanpak

Voldoende

Onvoldoende

Opmerkingen

x x x

0904 Nog te treffen maatregelen om risico's tegen te gaan Onderwerp Gehanteerde criteria Volgens stand der techniek Toepasbaarheid Effectiviteit (zijn doeltreffende maatregelen voorgesteld?)

Voldoende

Onvoldoende

Opmerkingen

Onvoldoende

Opmerkingen

x x x x

0905 Rapportage Onderwerp Structuur Weergave methode Leesbaarheid voor de doelgroep

Voldoende x x x



16

10

BIJLAGE 2 Plan van aanpak (in te vullen door bedrijf)

Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 1. RI&E en Plan van Aanpak

Advies •

In dit rapport wordt uitgebreid commentaar gegeven op zowel de RI&E als op het daarbij • behorende Plan van Aanpak. In het commentaar zit steeds het advies met betrekking tot aanpassing verweven. Indien de adviezen één op één worden overgenomen, is er sprake van een volle- • dige, inzichtelijke en adequate inventarisatie met een begrijpelijk en consistent Plan van Aanpak. Verder is het belangrijk dat deze RI&E’s ook actueel wordt gehouden.

R Maatregel

Draag zorg voor het verder invullen van het 1 plan van aanpak (denk aan verantwoordelijke, budget, enz.). Zorg voor een jaarlijkse (schriftelijke) evaluatie van het Plan van Aanpak, waarin de getroffen maatregelen zijn beschreven. Stel elk jaar een nieuw Plan van Aanpak op. Draag zorg voor het bijstellen (en eventueel opnieuw toetsen) van de RI&E als er op de vestiging iets veranderd in de werkmethoden, de werkomstandigheden of bij technische innovaties. Bijvoorbeeld bij de uitbreiding van het dienstenpakket, een (interne) verhuizing of ingrijpende verbouwing of een ingrijpende wijziging in de taken van werknemers.

Rigastraat 4 1531 BV Wormer T 088 700 2000 F 088 700 2020 [email protected] www.de-arbodienst.nl

P

Verantwoordelijk Einddatum

17 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 2. PAGO In de periode juni tot en met november 2007 is er binnen SKB de Veenplas een PAGO uitgezet onder alle medewerkers. Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje was toen nog geen onderdeel van SKB de Veenplas. Deze medewerkers hebben dus nog niet de gelegenheid gekregen om deel te nemen aan een PAGO.

Plan van aanpak (in te vullen door bedrijf)

Advies

R Maatregel

•

1

Draag zorg voor de uitzetting van een Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) en besteed hierbij ook aandacht aan de bevindingen uit de RI&E. Zo dienen de volgende onderwerpen in ieder geval terug te komen: beeldschermwerk en psychosociale arbeidsbelasting.



P


18 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 3. Psychosociale arbeidsbelasting Een onderzoek naar de psychosociale arbeidsbelasting onder alle medewerkers van Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje (bijvoorbeeld in de vorm van een medewerkerstevredenheidsonderzoek of een PAGO) heeft tot op heden nog niet plaats gevonden. Hierdoor is momenteel nog onvoldoende duidelijk in hoeverre medewerkers ook daadwerkelijk worden blootgesteld aan psychosociale arbeidsrisico’s. Daarnaast is voor de medewerkers niet duidelijk hoe en bij wie klachten ten aanzien van seksuele intimidatie, agressie, pesten en geweld in vertrouwen gemeld kunnen worden. Ook zijn er nog geen duidelijke afspraken gemaakt over de directe opvang van slachtoffers na incidenten. Binnen SKB de Veenplas is een vertrouwenspersoon aanwezig. Deze vertrouwenspersoon is ook beschikbaar voor de medewerkers van de peuterspeelzalen.


Advies

R Maatregel

•

1

De RI&E is momenteel nog niet compleet als het gaat om het onderdeel psychosociale arbeidsbelasting en zal daarom aangevuld moeten worden. Hiervoor zijn twee opties denkbaar: • Alsnog een psychosociale arbeidsbelasting uitzetten (bijvoorbeeld door gebruik te maken van de Quickscan van de “Arbomeester”) en de resultaten hiervan, te weten de knelpunten of risico’s, nader uitwerken in het plan van aanpak. • De medewerkers een PAGO aanbieden. Dit PAGO dient te worden uitgebreid met een onderzoek naar o.a. de werkdruk/taakinhoud, ongewenste omgangsvormen, etc. De uitkomsten van dit onderzoek dienen alsnog te worden verwerkt in het plan van aanpak.



P


19 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie


Advies •

•

R Maatregel

Draag zorg voor het opstellen van een procedure over hoe klachten ten aanzien van agressie, geweld, pesten en seksuele intimidatie kunnen worden ingediend, hoe deze klachten worden afgehandeld en welke maatregelen de school tot nu toe heeft genomen om dergelijke problemen te voorkomen. Landelijk zijn in dit verband procedures voor scholen en onderwijsinstellingen ontwikkeld. Licht medewerkers in over de procedure en bij wie (bijv. de vertrouwenspersoon) dergelijke klachten in vertrouwen gemeld kunnen worden.



P


20 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 4. Functioneringsgesprekken

Advies •

Op 1 januari 2007 is Stichting Peuterspeelzalen ter Aar (met onder andere peuterspeelzaal ‘t Veldmuisje) een samenwerkingsverband aangegaan met SKB de Veenplas. Bij het uitvoeren van de RI&E op 3 juli 2008 hadden er nog geen functioneringsgesprekken plaatsgevonden. Voor 2009 stond het opstellen van een beleid rondom functioneren en beoordelen en het daadwerkelijk in afnemen van deze beoordelings- en functione- • ringsgesprekken op de planning. Het is onduidelijk in hoeverre dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. heeft plaatsgevonden. 5. Mobiliteitsbeleid • Momenteel is er binnen Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje nog geen mobiliteitsbeleid opgesteld.

Plan van aanpak (in te vullen door bedrijf) R Maatregel Draag zorg voor het jaarlijks organiseren van 1 functioneringsgesprekken. Gebruik deze gesprekken om bijvoorbeeld aandacht te besteden aan zaken als uitvoering van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, knelpunten die worden ervaren in het werk, werkbelasting, ongewenste omgangsvormen en verstandshoudingen onderling en om gezamenlijk na te denken over oplossingsrichtingen. Leg de gemaakte afspraken schriftelijk vast en zie toe op de uitvoering hiervan.

2 Draag zorg voor het opstellen en invoeren van een mobiliteitsbeleid. Hierbij kan (indien deze aanwezig is) natuurlijk ook gebruik worden gemaakt van het mobiliteitsbeleid van SKB de Veenplas.



P


21 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 6. Bekendheid met afspraken bij mogelijke calamiteit

Advies •

• Op peuterspeelzaal ’t Veldmuisje is wel een bedrijfsnoodplan opgesteld, maar momenteel zijn leerlingen, ouders en personeel nog onvoldoende op de hoogte gesteld van de gemaakte afspraken bij een mogelijke calamiteit. 7. Privacygevoelige gegevens • Binnen peuterspeelzaal ’t Veldmuisje is niet bekend of er vanuit SKB de Veenplas afspraken zijn gemaakt over ‘Hoe om te gaan met privacygevoelige gegevens’ niet bekend.

Plan van aanpak (in te vullen door bedrijf) R Maatregel Breng alle medewerkers op de hoogte van dit 1 bedrijfsnoodplan. Draag verder zorg voor het opnemen van de BHV-procedure in de schoolgids. Ook is het raadzaam om eens in de zoveel tijd aandacht te besteden aan een ontruimingsoefening in bijvoorbeeld de nieuwsbrief. Draag zorg voor het opstellen van een beleid 2 ten aanzien van de omgang met privacygevoelige gegevens en breng medewerkers en ouders op de hoogte van de gemaakte afspraken.



P


22 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 8. Ziekteverzuimbeleid


Advies •

Op peuterspeelzaal ’t Veldmuisje blijkt nog wel • veel onduidelijkheid te bestaan over: • het in de tweeënveertigste week van het ziekteverzuim ziekmelden van de medewerker bij het UWV; • het minimaal één maal per zes weken houden van een voortgangsgesprek met de zieke medewerker; • de mogelijkheid tot het aanvragen van een deskundigenoordeel bij onduidelijkheid of onenigheid met betrekking tot de reïntegratie; • het na één jaar ziekteverzuim uitvoeren van een eerstejaars beoordeling; Verder worden de aangeleverde verzuimgegevens als niet makkelijk leesbaar ervaren. 9. Sanitaire voorzieningen • De vloeren van de toiletten zijn door slechte voeging moeilijk te reinigen, met stankoverlast • als gevolg. Verder is er in de toiletten geen goede afzuiging aanwezig.

Biedt de directeur/locatiemanager van peuterspeelzaal ’t Veldmuisje een training Draag zorg voor het kernachtig weergeven van ziekteverzuimgegevens. Hierdoor wordt het voor leidinggevenden gemakkelijker om prioriteiten te stellen.

R Maatregel 2

Voorzie de vloeren van de toiletten van een 3 coating, om zo stankoverlast op korte termijn tegen te gaan. Neem de aanleg van een goed ventilatiesysteem en de uitvoering van de toiletten met een niet poreuze afwerking van wanden en vloeren mee in de toekomstige nieuwbouwplannen.



P


23 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 10. Nieuwbouwplannen Voor peuterspeelzaal ’t Veldmuisje bestaan plannen voor nieuwbouw. Voor zover bekend is er nog geen programma van eisen voor deze nieuwbouwlocatie opgesteld.


Advies •

R Maatregel Betrek tijdig bij de verbouw c.q. nieuwbouw- 2 plannen een deskundige op arbeidsomstandighedengebied (bijv. veiligheidskundige, ergonoom, arbeidshygiënist), zodat in het Programma van Eisen (PvE) voldoende rekening wordt gehouden met de toekomstige werkomstandigheden. Adviezen in dit RI&Erapport kunnen worden opgenomen in het PvE. Denk hierbij ook aan de afwerking van de wanden in het gebouw (niet ruw), het aanbrengen van ventilatiemogelijkheden in de toiletten en het gebruik van veiligheidsglas in het speellokaal en op plekken waar gedrang mogelijk is.



P


24 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie

Advies •

• 11. Gevaarlijke stoffen


•

Op de peuterspeelzaal zijn verschillende • schoonmaakmiddelen (zoals Ajax) aanwezig. Deze middelen worden opgeborgen in hoge kast- • jes of zijn terug te vinden in een afsluitbare schoonmaakkast. Het wil echter nog wel eens voorkomen dat schoonmaakmiddelen worden meegenomen naar ruimtes en daar blijven staan. Verder is er nog geen overzicht met aanwezige gevaarlijke stoffen opgesteld.

R Maatregel

Doorgaans wordt bij bedrijven wanneer sprake is van ingrijpende verbouw- c.q. nieuwbouwplannen een “projectgroep” ingesteld, die verantwoordelijk is voor het begeleiden en doorvoeren van de voorgenomen plannen. Zij zijn tevens verantwoordelijk voor het op te stellen Programma van Eisen. Voor zover dit nog niet in de planning ligt, is het advies om een projectgroep in te stellen. Deelnemers kunnen o.a. zijn: management, facilitaire dienst, (toekomstige) gebruiker, ergonoom/arbeidshygiënist. Bij betrekking van de nieuwe locatie dient er ook een nieuwe RI&E te worden opgesteld. 1 Draag zorg voor het opstellen van een overzicht van aanwezige gevaarlijke stoffen. Bewaar dit overzicht op het kantoor en op de plek waar deze middelen worden opgeborgen. In een omgeving met kinderen dienen schoonmaakmiddelen te allen tijde veilig achter slot en grendel te worden opgeborgen. Maak hier duidelijke afspraken over met al het (schoonmaak)personeel en spreek man hier op aan, wanneer dit niet gebeurt.



P


25 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 12. Binnenklimaat


Advies •

Door het platte dak wordt het in de zomer vaak • veel te warm op de peuterspeelzaal. Ook levert het ventileren van de ruimtes een probleem op. Zo zijn er weinig bovenraampjes aanwezig, waardoor er altijd een groot raam geopend moet worden. Dit leidt al snel tot tocht.

•

•

Besteed bij de nieuwbouwplannen aandacht aan het binnenklimaat. Betrek bij nieuwbouw c.q. verbouwplannen tijdig een deskundige op het gebied van arbeidsomstandighedengebied (bijv. veiligheidskundige, ergonoom, arbeidshygiënist), zodat in het Programma van Eisen (PvE) voldoende rekening wordt gehouden met de toekomstige werkomstandigheden. Adviezen in dit RI&Erapport kunnen worden opgenomen in het PvE. Neem op de huidige locatie tijdelijke maatregelen (bijvoorbeeld mobiele airco’s) om er in ieder geval voor te zorgen dat de temperatuur in de zomer beheersbaar blijft. Beperkt door ophoping van CO2 door ruimtes regelmatig te luchten. Bij luchten wordt het raam verder dan een handbreedte (8 cm) opengezet. Het dagelijks gedurende een kwartier tot een half uur luchten van alle ruimtes voor aanvang, tijdens de pauzes en aan het einde van de dag is voldoende. Omdat er op deze momenten niemand in het lokaal aanwezig is, ontstaan er ook geen tochtproblemen.


R Maatregel 2


P


26 Risico-evaluatie (in te vullen door arbodeskundige) Situatie 13. Asbest

Advies •

Momenteel is bij de directeur/locatiemanager van peuterspeelzaal ’t Veldmuisje niet bekend of er • asbest in het gebouw aanwezig is.

•

14. Opslag in CV ruimte Momenteel wordt de CV ruimte gebruikt voor de opslag van goederen. Hierdoor zijn deze ruimtes niet goed toegankelijk en bestaat er bovendien een verhoogd risico op brand.


•

R Maatregel 2

Inventariseer bij de eigenaar van het pand of er bij de bouw gebruik is gemaakt van asbesthoudend materiaal. Indien dit niet meer kan worden achterhaald, maar er wel het vermoeden bestaat dat er asbesthoudend materiaal aanwezig is, laat dan een onderzoek uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf. Maak de resultaten bekend bij de onderhoudsafdeling van SKB de Veenplas, zodat deze bij het uitvoeren van en opdracht geven tot werkzaamheden rekening kunnen houden met de risico's. Laat het asbest verwijderen. Dit moet gebeuren door een door de Arbeidsinspectie erkend asbestverwijderingsbedrijf. Voorafgaand aan de verwijdering is er een meldplicht bij de Arbeidsinspectie. 1 Voorkom de opslag van spullen in de CV ruimte. Controleer hier regelmatig op en wijs medewerkers op hun verantwoordelijkheid hierin.



P


27

Rigastraat 4

1531 BV Wormer

T 088 700 2000

F 088 700 2020

[email protected]


Toetsing RI&E & beoordeling Plan van Aanpak. SKB de Veenplas Peuterspeelzaal t Veldmuisje

Recommend Documents