Toerist in eigen streek
84
René Willems
Voor Marianne, tien weken lang mijn metgezel.
‘Toerist in eigen streek’ is in eigen beheer uitgegeven. Tekst en foto’s: René Willems Gulpen, augustus 2004
2
Inhoudsopgave 4. Aldenhoven
44. Val Dieu
6. Jülich
46. Eben-Eamael
8. Alsdorf
48. Rijkhoven
10. Herzogenrath
50. Millen
12. Düren
52. Sint-Truiden
14. Eschweiler
54. Hasselt
16. Stolberg
56. Maaseik
18. Würselen
58. Sittard
20. Zülpich
60. Valkenburg
22. Nettersheim
62. Meerssen
24. Blankenheim
64. Eijsden
26. Kronenburg
66. Margraten
28. Hellenthal
68. Wittem
30. Monschau
70. Vaals
32. Krewinkel
72. Simpelveld
34. Bütgenbach
74. Kerkrade
36. Malmedy
76. Hoensbroek
38. Raeren
78. Wijnandsrade
40. Limbourg
80. Ten slotte
42. Verviers
82. Kaartje 83
Kaartje Euregio Inleiding Om het toerisme in eigen streek te stimuleren zetten 38 gemeenten in de Euregio Maas-Rijn hun mooiste gebouw of monument in de schijnwerpers. In de zomer van 2004 hebben we alle 38 gemeenten bezocht om te kijken wat zij ons als ‘toerist in eigen regio’ te bieden hebben. En dat is, hebben we gemerkt, heel veel.
82
3
Aldenhoven Het is even zoeken, maar voorbij Alsdorf verschijnt de naam Aldenhoven eindelijk op de borden. Ze voeren ons naar een klein, rustig stadje waar alles zijn gangetje gaat. Een plaats waar je doorgaans achteloos aan voorbijrijdt. Achter de kerk met haar twee torens – zoals zo veel gebouwen in deze streek van na de oorlog – staat een eenvoudig kapelletje. De voordeur is op slot, maar aan de zijkant kun je naar binnen. ‘Videobewaking’, waarschuwt een bordje boven de ingang. En of dat nog niet genoeg is: de politie kijkt vanuit haar gebouw uit 1661 direct uit op het kapelletje. Binnen hangt een piepklein, koperen Mariabeeldje. Volgens de overleveringen vond ene Dietrich Mülfahrt dat beeldje in 1654 in een lindeboom, badend in ‘een wonderlijk licht’. 4
de dorpen hebben de brokstukken gebruikt om hun eigen huis te verbeteren. Van de ooit zo fiere burchten resten alleen nog oude ruïnes. Maar het zijn wel prachtige ruïnes. De laatste overblijfselen van het kasteel van Valkenbug domineren nog steeds het silhouet van het Geulstadje. En zo zijn er meer. Vooral in de Eifel, waar op elke bergtop ooit een trots kasteel stond: Monschau, Hellenthal/Reifferscheid, Kronenburg en – niet op de Cultour-lijst geplaatst, maar net zo interessant als al die andere – Nideggen. Andere kasteelheren hebben hun burcht op tijd omgebouwd tot luxueus woonpaleis. In die hoedanigheid hebben hun kastelen de tijd overleeft. In kasteel Hoensbroek proef je nog steeds de geest van toen. Datzelfde geldt voor Alden Biesen bij Bilzen en het romantische kasteel van Eijsden. Later, met de opkomst van de handel en de industrie, is de leidende positie van de adel overgenomen door vermogende ondernemers. Ook zij hebben hun rijkdom vrijelijk geëtaleerd, de een in prachtige woonhuizen als het Rotes Haus in Monschau, de ander in fraai opgesmukte fabrieken als de vroegere wolfabriek in Verviers. Wat opvalt is niet één gemeente in dit verband iets doet met de overblijfselen van de mijnbouw, toch ooit de belangrijkste industrie in de streek. Toegegeven, veel is verdwenen. Maar wie goed kijkt ziet nog genoeg herinneringen aan ‘de mijn’. In Heerlen en Kerkrade, in Alsdorf en Hückelhoven, in Luik en in Heusden-Zolder. Wellicht iets voor de volgende ronde?
81
Ten slotte Tien weken rondreizen in de eigen streek maakt duidelijk dat de Euregio Maas-Rijn een land van kastelen, kerken en fabrieken is. Gebouwen die er ooit zijn neergezet door de belangrijkste mensen van toen: de adel, de priesters en de industrielen. Het geloof heeft in de overwegend katholieke streek altijd een belangrijke rol gespeeld in het leven van alledag. Dat is nog steeds te merken. De kerken en de kloosters zijn door de eeuwen heen goed onderhouden, waardoor ze er vandaag de dag nog piekfijn bij liggen. Toch zien slechts een paar plaatsen in de Euregio hun kerk als belangrijkste gebouw in de eigen gemeente. Meerssen spant daarbij de kroon met zijn prachtige basiliek. Malmedy is vooral trots op de status van zijn kerk: je zou het bij de eerste aanblik niet zeggen, maar het is nog steeds een kathedraal. De meeste kastelen hebben hun oorspronkelijke functie – het verdedigen van huis en haard – verloren met de uitvinding van het kanon: ridders met de blanke sabel kun je vanuit zo’n burcht nog wel tegenhouden, maar tegen een kanonskogel is zelfs de dikste vestingmuur niet bestand. Veel kastelen zijn na de laatste verwoesting, meestal ergens in de 17de of de 18de eeuw, niet meer herbouwd. De bewoners van de omringen80
Vijf jaar later liet hertog Philipp Wilhelm uit het naburige Jülich op die plek een kapel bouwen. Tientallen wonderen zouden daar gebeuren, waarna Aldenhoven zich uiteraard snel ontwikkelde tot bedevaartsoord. Nog steeds zoeken mensen troost in het Genadekapelletje van Aldenhoven. Dankborden aan de wand getuigen daarvan: ‘Maria hat geholfen, 1973’, ‘Dank in schw. Krankh. M.H. Holzweiler, 1964-65’. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld Kevelaer is Aldenhoven de bijbehorende kermis bespaard gebleven; het is zichzelf gebleven. 5
Jülich In Jülich, 6 kilometer verderop, is het drukker. Borden dirigeren ons rechtstreeks naar de grote trekpleister van het stadje, de citadel. Hertog Willem V liet dat imposante verdedigingswerk in 1548 ontwerpen door de Italiaanse vestingbouwer Alessandro Pasqualini. Met een oppervlakte van 9 hectare was de citadel destijds groter dan de stad. En ook nu is het een indrukwekkend bouwwerk. Twee poorten geven toegang tot het binnenterrein. Dat wordt bijna volledig in beslag genomen door het stedelijke gymnasium. De school heeft aan het vroegere renaissanceslot van de hertog drie moderne vleugels toegevoegd. Hedendaagse architectuur, gelukkig wel in harmonie met het oude hoofdgebouw. 6
Het kleine ridderzaaltje, de keuken en de kelder zijn elke middag vanaf 14 uur gratis te bezichtigen. De rest van het kasteel niet: "Om het kasteel te kunnen onderhouden hebben we het verhuurd. Op de begane grond zijn kantoren gevestigd, en op de bovenverdieping hebben we zeven appartementen gemaakt. Daar kun je uiteraard niet zo maar binnenlopen." Binnenkort komt echter ook de boerderijvleugel van het kasteel vrij. De stichting zoekt nog naar een nieuwe bestemming voor die ruimte. Berger had daar graag iets met paarden gedaan, "maar ondertussen zijn er zeker vijf maneges bijgekomen in Nuth". Hij hoopt in elk geval een link te kunnen leggen met de landbouw. 79
Wijnandsrade
Vanaf zijn sokkel kijkt Wilhelm van de Bongart, heer van Wijnandsrade, tevreden naar zijn kasteel. De regimentscommandant der cavalerie, in 1631 gesneuveld tijdens de slag bij Breitenfeld, kan weer trots zijn: de stichting tot behoud van kasteel Wijnandsrade heeft het slot de voorbije jaren met veel liefde gerestaureerd. ,,Ellie Coenen, toentertijd burgemeester van Nuth, hoorde in 1990 dat het kasteel te koop stond", zegt voorzitter en penningmeester Jo Berger. "Ze was bang dat het in verkeerde handen zou vallen en stelde voor om het kasteel zelf te kopen." 78
In de wallen waren vroeger kazematten, verbindingsgangen en kruitmagazijnen. Een deel daarvan is nu ingericht als historisch museum. Het is voor 3 euro te bezichtigen, maar wel pas na de middag. Op verzoek zijn er ook rondleidingen, zegt een van de medewerkers, en als u het leuk vindt trekt de gids met plezier het kostuum van hertog Willem aan. Overigens heeft Jülich nog meer vestingwerken. Aan het andere einde van de binnenstad liggen bastions uit de tijd van Napoleon. Sinds enkele jaren is daar het stadspark Brückenkopf gevestigd, met de laatste restanten van de Landesgartenschau uit 1998 en een kleine dierentuin. 7
Alsdorf
Het is even zoeken naar het kasteel van Alsdorf. De bloedrode burcht ligt wat weggestopt aan de rand van het stadje. ,,Eeuwenlang was dit het absolute middelpunt van Alsdorf”, zegt ‘kasteelheer’ Klaus Peschke. ,,Maar met de opkomst van de mijnen heeft zich alles verplaatst naar het gebied rond de Anna I en de Anna II. Naar de burcht kijkt hier niemand om.” Dat is zonde, want op zich is het bloedrode kasteel een juweeltje. Hoe oud de burcht is weet niemand, vertelt Peschke: ,,Wat dat betreft is een kasteel net een vrouw – als je naar haar leeftijd vraagt krijg je elke keer een ander antwoord.” Maar vast staat dat er in de 12de eeuw al een burcht moet hebben gestaan. 8
De ruimte is klein, koud en vochtig. ,,En dan moet je je voorstellen dat hier soms wel zes tot acht man zaten opgesloten”, zegt museummedewerker Rob van Dijck. Een nauwe doorgang verbindt de woontoren met het 17de-eeuwse vleugel van het kasteel. ,,Je komt meteen in een andere wereld terecht”, constateert Van Dijck. ,,De ramen zijn groter, waardoor je veel meer lichtinval hebt. De donjon was gebouwd om de bewoners te beschermen, maar deze vleugel moest vooral de rijkdom van de graven etaleren.” Op allerlei manieren wordt het leven van toen nagebootst in kasteel Hoensbroek. Op de binnenplaats kunnen kinderen spelletjes spelen die ook de kinderen van de graaf speelden. ,,Alles draait hier om romantiek en avontuur”, vat Van Dijck samen. 77
Hoensbroek Wie een echt kasteel van steen en hout wil zien, moet in Hoensbroek zijn. Na een grote restauratie in de tweede helft van de jaren ’80 staat het vroegere paleis van de heren van Hoensbroek weer in zijn volle glorie te pronken in de velden aan de rand van de stad. De ‘stercke huysinghe’ uit de 13de eeuw is verdwenen. Het oudste gedeelte van het huidige kasteel, de ronde woontoren of donjon, dateert uit 1360. Met moderne technieken wordt uitgelegd hoe er vroeger geleefd wordt. In de kerker gaat het licht langzaam uit. Uit verborgen luidsprekers klinken onheilspellende geluiden: rammelende sleutels, krakende deuren, wegstervende voetstappen. 76
In achthonderd jaar tijd hebben slechts vier adellijke families de burcht van Alsdorf bewoond: Von Lovenberg, Von Hoemen, Von Harff en Von Blanckart. Na het vertrek van de laatste Von Blanckart heeft de stad Alsdorf het kasteeltje gekocht. Na een grondige restauratie in 1986 biedt het sinds 1975 onderdak aan de volkshogeschool van Alsdorf en Baesweiler. Belangstellenden zijn altijd welkom, benadrukt Peschke, de directeur van de volkshogeschool. Als hij tijd heeft leidt hij bezoekers zelf rond, waarbij hij menig spannend verhaal weet te vertellen. ,,Tijdens de cursussen kan ik de leslokalen natuurlijk niet laten zien. Maar de kantine is elke middag vanaf 14 uur open.” 9
Herzogenrath
Naar het kasteel van Herzogenrath hoef je niet te zoeken. Burg Rode verheft zich hoog boven het stadje en is al van kilometers afstand te zien. Omgekeerd heb je vanuit het kasteel vrij zicht op de omgeving, waarbij het blikveld tot voorbij Kerkrade reikt. ,,Dat uitzicht is altijd het sterke punt geweest van deze burcht”, zegt Gertraud Wolf, voorzitter van de vereniging die Burg Rode beheert en bewoonster van een van de drie appartementen in het kasteel. ,,Vanuit deze burcht werd de weg van Keulen naar Maastricht en Tongeren bewaakt: niemand kwam hier voorbij zonder tol te betalen.” 10
De meeste ruimten in het klooster zijn niet toegankelijk. In de ene zijvleugel zit het gymnasium, in het andere de priesteropleiding van het bisdom Roermond, en weer een ander gedeelte van het uitgestrekte kloostercomplex fungeert tegenwoordig als hotel en congrescentrum. Maar er blijft nog genoeg moois over dat wel te bezichtigen is. De sober ingerichte abdijkerk blijft indrukwekkend. In de crypte staat een graf waarin Ailbertus, de stichter van Rolduc, zou liggen. Onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat het geraamte in de crypte nooit van Ailbertus kan zijn, daarvoor zijn de beenderen niet oud genoeg. Maar dat zijn details: soms moet je gewoon in zo'n mooi verhaal blijven geloven, zelfs tegen beter weten in. 75
Kerkrade
Een paar keer per week rijdt de stoomtrein naar Kerkrade. Vanaf het station 'Centrum' is het een half uurtje lopen naar Rolduc. Bezoekers hoeven daarvoor slechts de 'loper' te volgen die het stadsbestuur eerder dit jaar heeft uitgerold in de Rolduckerstraat. Achter de Roderlandbaan gaat die stenen 'loper' naadloos over in de oprijlaan van de abdij. Een ronde boog geeft toegang tot de binnenplaats. 'Maagd, zonder smet ontvangen, bescherm dit huis', staat in Latijn boven een nis met een beeld van Onze Lieve Vrouw. Dat heeft ze ook gedaan: met zijn 900 jaar behoort Rolduc tot de oudste kloosters van Nederland. 74
In de burcht is vroeger ook recht gesproken. ,,Recht én onrecht”, benadrukt Wolf. ,,Tijdens de processen tegen de Bokkenrijders is hier tijdens gruwelijke martelingen menige misdaad bekend die nooit is gepleegd. In de kelder staan nog een paar martelwerktuigen waarmee die bekentenissen werden afgedwongen.” Later is Burg Rode aangekocht door rijke industriëlen. Van 1913 tot 1978 heeft het kasteel dienst gedaan als stadhuis van Herzogenrath. Na de opening van het nieuwe raadhuis is het overgedragen aan de vereniging Burg Rode, die de indrukwekkende kasteel gebruikt voor concerten, exposities en congressen. 11
Düren
Terwijl Düren zich voorbereidt op de jaarlijkse Annakermis – met het traditionele kampioenschap kersenpitspugen – heerst een paar kilometer zuidelijker in Niederau nog een landelijke rust. De inwoners van de drukke stad komen er graag heen om te ontspannen in het uitgestrekte park rond kasteel Burgau. De oudste delen van de romantische waterburcht dateren uit de 14de eeuw. ,,We hebben in de kelders eiken balken gevonden die met de hedendaagse technieken zijn gedateerd rond 1330", zegt beeldhouwer Pit Goertz, beheerder van het kasteel ,,en als het moet ook spook." 12
,,Vroeger was dit de visitatieruimte van de douane", vertelt Liesbet Vermeeren van de ZLSM. ,,Het was het laatste station voor de Duitse grens, dus hier werd alle bagage gecontroleerd. Ik heb me laten vertellen dat in deze zaal grote, houten tafels stonden waarop de passagiers hun koffers moesten leegmaken. De controle was streng, want er werd bij het leven gesmokkeld." Vermeeren hoopt de gesloopte zijvleugel van het station ooit herbouwd kan worden. ,,De hele zolder ligt vol met leuke dingen van vroeger", zegt ze, "maar we hebben hier geen ruimte om dat allemaal te laten zien: de mensen moeten ook ergens een kopje koffie kunnen drinken." 73
Simpelveld
De grote klok boven het buffet tikt, tikt, tikt en tikt. Tijd krijgt in het station van Simpelveld opeens een andere dimensie. Het lijkt wel of de minuten er langer duren dan in de jachtige wereld buiten. Het station, gebouwd in 1905, biedt sinds enkele jaren onderdak aan de ZLSM. Van hieruit vertrekken stoomtreinen en ouderwetse railbussen naar Schin op Geul, Kerkrade en Heerlen of het Duitse Vetschau. In de restauratie kunnen de reizigers rustig wachten tot de trein arriveert. 72
De stad heeft de burcht in 1917 aangekocht, inclusief het omringende park. Op 16 november 1944 is het kasteel zwaar beschadigd bij de geallieerde luchtaanvallen op de Düren. Pas vijfentwintig jaar later is op initiatief van enkele verenigingen uit Niederau gestart met de restauratie. In 1998 is het kasteel heropend. Goertz organiseert er met enige regelmaat exposities, concerten en toneelvoorstellingen: de in Burgau gevestigde toneelschool heeft er onlangs nog ‘Macbeth’ uitgevoerd. In de bijgebouwen zijn het schutterslokaal en een cafeetje te vinden. ,,Elke middag geopend", zegt Goert, ,,en hartstikke gezellig." 13
Eschweiler
Ook Eschweiler heeft zijn waterburcht: Haus Kambach ligt aan de rand van het dorp Kitzweiler, vlakbij Alsdorf. Het kasteeltje, gebouwd in 1701, is tot 1991 gebruikt als boerderij. Sindsdien biedt het onderdak aan de golfclub Haus Kambach. Max Krieger van de gemeente Eschweiler heeft Haus Kambach enthousiast aangemeld voor het Cultour-project van de Euregio Maas-Rijn. Maar Hubertus Kuhne van de golfclub geeft eerlijk toe dat toeristen er weinig te zoeken hebben: ,,Je kunt het restaurant huren voor feesten en partijen, dat wel. Maar het is niet zo dat iedereen hier vrij kan in- en uitlopen." 14
Door de uitstekende akoestiek leent het gebouw zich uitstekend voor concerten. ,,Ik ben zelf zangeres en heb al op heel wat plaatsen gezongen", zegt Van den Beuken, ,,maar hier klinkt muziek werkelijk fantastisch." Het absolute pronkstuk van De Kopermolen is het orgel, in 1762 gebouwd door Johann Baptist Hilgers. ,,Een fantastisch orgel dat nog in zijn originele staat verkeert", zegt organist Stolkwijk. ,,Het moet wel dringend gerestaureerd worden. Ik hoop dat daar snel geld voor komt." 71
Vaals Zo open als de kerk van Wittem is, zo open wil museum De Kopermolen in Vaals graag zijn. Met zeven tot acht grote exposities per jaar plus een aantal spraakmakende concerten trekt het museum aan het Von Clermontplein een breed publiek, constateert bestuurslid Marie-José van den Beuken. Het museum is ondergebracht in de voormalige lutherse kerk. Het godshuis is in 1737 ingewijd. Achter de sobere façade – protestantse kerken mochten destijds niet te veel opvallen – gaat een prachtige kerk schuil. Voorzitter André Stolkwijk is vooral trots op de koepel, die via de vakwerktechniek is gemaakt van stro en leem: ,,Bouwkundigen loopt het water uit de mond als ik hen meeneem naar de zolder", zegt hij. 70
Voor wie genoegen neemt met een vluchtige blik op de fraaie waterburcht met haar opvallende woontoren is een ommetje langs Kitzweiler niettemin de moeite waard: het terras van de bistro biedt een fraai uitzicht op het in typisch Rijnlandse stijl opgetrokken kasteeltje. Ook toegankelijk voor niet-golfers, gelukkig. 15
Stolberg
Stolberg leeft al eeuwenlang van wat er ín de aarde zit. Door de aanwezigheid van zinkerts is de industrie al vroeg tot bloei gekomen in het stadje: rond 1650 werd er naar verluidt reeds messing geproduceerd. Toen ze elders zink van een betere kwaliteit vonden was het snel gedaan met de messingmakers van Stolberg. Maar ze waren slim genoeg om tijdig over te schakelen op nieuwe industrieën. Stolberg ging glas maken, textiel, en later ook chemische producten. En de naalden uit Stolberg genoten wereldwijde faam. Tot ook in die industrieën de klad kwam. Veel fabrieken gingen dicht. En Stolberg leed mee. 16
De jong gestorven redemptorist Gerardus Majella is precies een eeuw geleden heilig verklaard. Nog steeds zoeken gelovigen troost bij hem, constateert Hafmans: ,,Elke maand moeten we bij het beeld een nieuw intentieboek neerleggen omdat het vorige vol is." Het Gerardusbeeld staat in de nieuwe kapel uit 1961. De kloosterkerk zelf dateert uit 1732. Zij is ontworpen door Johann von Schlaun, een beroemde architect uit de streek van Münster. ,,Vandaar die voor Zuid-Limburg zo zeldzame bouwstijl", zegt Hafmans. 69
Wittem De deur van de kloosterkerk in Wittem staat open. ,,Altijd", benadrukt pater Jan Hafmans, ,,je kunt hier elke dag terecht van half acht ’s ochtends tot half acht ’s avonds." Door die voelbare gastvrijheid van de paters redemptoristen is de kloosterkerk van de Wittem ongekend populair in de regio. Hoewel bedevaartplaatsen als Banneux, Kevelaer en Scherpenheuvel wellicht veel bekender zijn bij pelgrims staat de immense parkeerplaats van het klooster elke zondag vol. ,,De zeven missen worden bezocht door zo’n 1250 mensen", zegt Hafmans, ,,en ’s middags lopen hier nog eens 1250 mensen binnen om een kaarsje op te steken bij Maria of bij Gerardus Majella." 68
,,De werkloosheid schommelt hier rond de 14 procent", zegt directeur Sebastian Wenzler van het industriemuseum Zinkhütter Hof. ,,En dat zal de komende jaren alleen nog maar erger worden, vrees ik." Toch is dat geen reden om het industriële verleden van Stolberg te vergeten, vindt Wenzler. In tegendeel: ,,De industrie heeft dit stadje groot gemaakt, dat mag je niet uitvlakken." Wenzler probeert dat verleden vast te houden in zijn boeiend museum. Het is ondergebracht in een oude glasfabriek uit de eerste helft van de 19de eeuw. Bezoekers kunnen er zien hoe hun vaders en grootvaders het dagelijks brood verdienden. En dat was hard labeur, ook dat mag niet vergeten worden. 17
Würselen
In het vruchtbare dal van de Worm groeien de bomen nog tot in de hemel. In Bardenberg is het groen metershoog opgeschoten. Het onttrekt burcht Wilhelmstein volledig aan het zicht; alleen de gele vlag van het graafschap Jülich steekt boven het dichte lover uit. Het kasteel werd in de 14de eeuw gebouwd door graaf Willem. Hij vestigde er de rechtbank voor zijn bezittingen aan de Worm. De burcht werd diverse malen vernield. Na de laatste belegering werd ze niet meer herbouwd. Van het oude Wilhelmstein zijn alleen nog de oude woontoren en de voorburcht over. ,,En de oude gracht", zegt Ulrich Pesch van de gemeente Würselen. 18
Daarachter ligt het ereveld, met aan weerszijden lange muren waarin de namen van 1722 vermiste soldaten zijn gebeiteld: gesneuveld, maar nooit teruggevonden of geïdentificeerd. Oorlog is iets vreselijks. Een marmeren trap voert ons naar de eigenlijke begraafplaats. Het blijft een indrukwekkend gezicht: 8302 graven van gevallen Amerikanen, omgekomen bij de bevrijding van een land dat ze hooguit van naam kenden. ‘Stilte en respect’, vragen de beheerders nogmaals. Maar dat is overbodig; hier word je vanzelf stil. 67
Margraten
Van Eijsden is het slechts tien minuten rijden naar Margraten. Langs de grote weg naar Cadier en Keer ligt de Amerikaanse begraafplaats. Bezoekers zijn er welkom, maar de American Battle Monuments Commission vraagt ons wel om respect te tonen voor ‘those interred here’: ga niet in het gras liggen, niet picknicken op de strakke gazons, en kleed jezelf correct. Bij de entree staat een open gebouw met een korte uitleg – zowel in het Nederlands als in het Engels – over de bevrijding van de streek. 66
In die gracht wordt al bijna een eeuw toneel gespeeld. ,,Sinds 1922 bracht de Dilettantenbund hier historische stukken", vertelt Pesch. In 1985 heeft de gemeente Würselen de gracht in gebruik genomen als openluchttheater. Ze organiseert er met enige regelmaat concerten en theatervoorstellingen, waarmee ze publiek uit binnen- en buitenland naar Bardenberg lokt. De burcht zelf is heel populair bij wandelaars. ,,In het weekeinde zie je hier heel wat mensen uit Kerkrade rondlopen", zegt Pesch. ,,Want de burcht ligt bijna letterlijk op een steenworp afstand van Rolduc." 19
Zülpich
Na de slag bij Zülpich bekeerde Clovis, koning der Franken, zich in 496 tot de kerk van Rome. ,,Hij liet zich later met veel pracht en praal dopen in de kathedraal van Reims", zegt historicus HansGerd Dick, ,,maar je mag ervan uitgaan dat de nooddoop plaatsvond in de crypte van onze kerk. Waarmee hier dus de basis werd gelegd voor het christelijke Europa." Zülpich heeft nooit veel gedaan met dat bijzondere stukje historie. Dat komt omdat de persoon van Clovis in Duitsland nogal beladen is, legt Dick uit: ,,De Fransen eren hem als de Frankenkoning die de Germanen versloeg. Onzin, want het ging om een stammenoorlog tussen de Franken en de Alemannen. Maar voor de Duitsers blijft het een moeilijk verhaal." 20
Om de kas van de plaatselijke harmonie te spekken laat hij één keer per jaar pottenkijkers toe, maar voor het overige blijft zijn woonst privé. Het uitgestrekte park rond het kasteel, dat tot aan de boorden van de Maas reikt, is echter het hele jaar door vrij toegankelijk. Het geeft ons de gelegenheid om het fraaie slot van alle kanten te bewonderen. Arnold de Lamargelle liet het kasteel in 1636 bouwen in Maaslandse renaissancestijl, waarmee hij Eijsden een prachtig kleinood schonk dat het dorp tot op de dag van vandaag iets adellijks geeft. 65
Eijsden Het lijkt of in Eijsden de tijd heeft stilgestaan. De chique Diepstraat is bestraat met ongelijke keien. Met een beetje fantasie hoor je de boerenkarren nog over het hobbelige wegdek ratelen, de voerman op de bak gemeen heen en weer schuddend. Daar had de grafelijke familie van het nabijgelegen kasteel geen last van, want haar frêle koetsjes hadden al vering. In het kasteel staat de tijd daadwerkelijk stil. De wijzers van de koperen klok op de toren zijn blijven hangen op kwart over twee. De voordeur staat wijd open, maar is met een rood-witte ketting afgesloten voor vreemden: het kasteel wordt nog steeds bewoond door graaf Marcel de Liedekerke en zijn familie. 64
Gelukkig is in 1929 bij de aansluiting van het heemkundemuseum op de riolering een nog ouder verleden van Zülpich blootgelegd. ,,Bij die graafwerkzaamheden werden de resten van een Romeins badhuis gevonden", zegt Dick. ,,Kleiner dan de thermen van Heerlen, maar wel mooier." Boven die thermen wordt momenteel een nieuw museum gebouwd. Vanaf 2006 is er de geschiedenis van de badcultuur te zien, beginnend bij de Romeinse thermen en eindigend bij een modern whirlpoolbad van de Sphinx uit Maastricht. 21
Nettersheim
In de Eifel zijn nog meer sporen van de Romeinen gevonden. Nettersheim spant daarbij de kroon met een Romeins heiligdom, een Romeinse villa én een Romeinse waterleiding. Het heiligdom, Görresburg, ligt op een berg net buiten Nettersheim. Archeologe Imke Ristow vermoedt dat het werd gebouwd door Romeinse soldaten die de weg van Trier naar Keulen bewaakten. De afbeeldingen - drie moederfiguren hadden ze 'geleend' van de lokale bevolking: ,,De kleren die de vrouwen dragen zijn onmiskenbaar Keltisch-Germaans", zegt Ristow. 22
Het brandwonder van 1465 heeft de basiliek - toegewijd aan de heilige Bartholomeus nog een uitzonder mooi bouwsel opgeleverd: naast het altaar van de basiliek staat een sierlijk torentje waarin de kelk met Christus' bloed veilig bewaard kon worden. "Vanuit de kerk kwam je er alleen met een ladder bij", zegt Geijsen, "maar aan de buitenkant van de kerk zat een deurtje waardoor die kelk bij een brand in veiligheid kon worden gebracht." 63
Meerssen Twee wonderen heeft de basiliek van Meerssen op haar naam staan: het bloedwonder uit 1222 en het brandwonder uit 1465. Bij dat bloedwonder stroomde bloed van Christus uit de hostie toen de pater was vergeten om water en wijn in de kelk te doen voor de heilige mis. En bij het brandwonder redde een boerenknecht de kelk met dat bloed uit de brandende kerk. Door die twee mirakels is Meerssen een druk bezochte bedevaartplaats geworden. De monniken zagen zich genoodzaakt om de kerk telkens weer uit te breiden, waardoor ze alsmaar mooier is geworden. In zijn beschrijving van de basiliek typeert erekerkmeester Joop Geijsen (80) de kerk als 'het pronkstuk van de Maasgotiek', en dat is beslist niet overdreven. 62
In de schoot van de stenen beelden liggen verse bloemen en vruchten. ,,Er zijn nog steeds mensen die daarheen trekken om de natuur te vereren", legt Ristow uit. ,,Die plek heeft kennelijk nog steeds iets magisch, iets mysterieus." Heel bijzonder is ook de Romeinse waterleiding. Via ondergrondse buizen en aquaducten werd het water uit de Groene Put bij Nettersheim naar Keulen getransporteerd - een afstand van bijna honderd kilometer. Hier en daar zijn nog restanten van die waterleiding te zien. Zoals de Groene Put, midden in de bossen langs de Urft. Maar die wordt dan ook al tweeduizend jaar bewaakt door twee stenen Medusakoppen. 23
Blankenheim In de Schalderberg achter het kasteel van Blankenheim zaten merkwaardige deuken. Granaatinslagen uit de oorlog, dachten de inwoners van het Eifelstadje. ,,Maar dat kon niet”, zegt Erich Schell van de toeristische dienst. ,,In die kuilen stonden bomen van tweehonderd jaar, dus moesten ook die holtes minstens twee eeuwen oud zijn.” In 1998 bekeek archeoloog Klaus Grewe uit Bonn de vreemde inslagen. Hij ontdekte dat er dwars door de berg een tunnel liep. In die middeleeuwse gang vond hij restanten van een houten buizenstelsel: een oude waterleiding naar de burcht van de graven van Manderscheid-Blankenheim. ,,Door de groei van de burcht was het water uit de kleine bron bij het kasteel niet meer toereikend”, legt Schell uit, ,,zodat extra drinkwater moest worden aangevoerd van een grotere bron die ongeveer een kilometer verderop lag.” 24
Wellicht is dat ook maar goed. Want de huidige ruïne hoort bij Valkenburg als het kruis op de Wilhelminatoren. Al drie eeuwen domineren de restanten van het eens zo machtige kasteel het silhouet van het Geulstadje. De brokstukken prikkelen de fantasie: Valkenburgers vertellen elkaar graag het verhaal van de joffer zonder hoofd die ’s nachts door het kasteel zwerft, op zoek naar de rust die ze nooit zal vinden. Wie dat nog niet spannend genoeg vindt kan met een gids afdalen in de donkere spelonken van de Fluweelengrot onder het kasteel. 61
Valkenburg Aan de balie melden zich wel eens bezoekers uit Holland die boos zijn dat ze voor 3 euro ‘slechts een hoop stenen’ te zien krijgen. Maar dat is hun eigen schuld. Want het waren uitgerekend de Hollanders die het kasteel van Valkenburg in 1672 opbliezen: ze waren bang dat de vesting in handen zou vallen van de oprukkende Fransen. Er zijn wel eens plannen opgesteld om het kasteel te herbouwen. ,,Om de vijf jaar valt dat plan weer uit de kast”, zegt Greet Stolwijk van de stichting Kasteel van Valkenburg. ,,Maar het is niet te realiseren. Financieel niet, en ook bouwkundig niet: bij het opblazen van het kasteel is de fundering dermate ontzet dat ze niet meer te gebruiken is.” 60
De Tiergartentunnel – zo genoemd omdat hij onder de ‘dierentuin’ liep waarin de graven reeën en ander wild hielden voor hun feestdis – werd met hulp van plaatselijke vrijwilligers blootgelegd. In 2002 werd hij feestelijke geopend Tijdens rondleidingen kunnen belangstellenden via die tunnel door de berg lopen. Wie de tunnel op eigen gelegenheid wil verkennen moet genoegen nemen met blik door het hek waarmee de onderaardse gang is afgesloten. Maar ook die is indrukwekkend. 25
Kronenburg Kronenburg, een paar kilometer verderop in buurgemeente Dahlem, moet het al sinds de 18de eeuw zonder burcht doen. Met de brokstukken van de verwoeste vesting, die al 1277 werd genoemd in een akte van het klooster in Stavelot, bouwde de toenmalige rentmeester Lafontaine in 1766 aan de voet van de ruïne een comfortabel paleisje. Maar het stadje dat rond de burcht was ontstaan is tot op de dag van vandaag intact gebleven. Wellicht omdat het zo moeilijk te bereiken was, vermoedt Reinhold Rader, leraar en in zijn vrije tijd gids in Kronenburg: ,,Het stadje is alleen te bereiken via de stadspoort, en die is zo klein dat er geen vrachtwagen doorheen kan.” 26
De kerk, in 1668 gebouwd door de dominicanen, blijkt veel ruimer te zijn dan ze van buiten lijkt. De lange zijwanden zijn bekleed met een donkere lambrisering waarin prachtige beelden zijn gesneden. Rechts alleen mannenkoppen, links enkel vrouwenhoofden. Alleen Sint-Petrus heeft een plekje kunnen veroveren tussen al die heilige dames. Leden van het kerkwachtgilde houden een oogje in het zeil. Desgewenst kunnen zij ook iets vertellen over de kerk, maar achterin liggen informatiebladen waarop het hele verhaal is na te lezen. ‘Wel terugleggen’, staat er voor alle zekerheid onder. 59
Sittard
Het silhouet van Sittard wordt gedomineerd door de sierlijke toren van de SintPetruskerk. Het ranke bouwsel torent hoog boven de stad uit, omgeven door de kleinere torens van de kloosters. Ze geven Sittard vanuit de verte al het aanzicht van een gelovige stad die de Heer haar hand reikt. Toch is het een andere kerk die Sittard in de vitrine zet voor het project ‘Cultour 2004’: de stad wil ons graag de Michielskerk laten zien, de kerk met een torentje dat die naam nauwelijks verdient. In de zomermaanden is de kerk aan de Markt – net als de Sint-Petrus – van 14 tot 16 uur open. 58
Achter dat stadspoortje heerst een ongekende rust. ,,Overdag heb je de toeristen”, zegt Rader, ,,maar als die ’s avonds zijn vertrokken is het hier muisstil. Er wonen maar een paar mensen, en verkeer heb je hier dus niet. Alleen tijdens de jaarlijkse braderie is het in Kronenburg druk, en met Kerstmis, als er een schitterende kerstmarkt is.” Een stenen trap van honderd treden voert belangstellenden naar de burcht. ,,Die opgang is overigens nieuw”, benadrukt Rader. Boven zijn slechts een paar oude muren te zien, het enige dat nog resteert van de vroegere burcht. Het uitzicht is echter schitterend: ,,Je kijkt uit op het dal van de Kyll”, verduidelijkt Rader. ,,Waarmee meteen duidelijk is waarom de heren van Kronenburg juist op deze plek hun burcht bouwden: van hieruit konden ze de hele omgeving overzien.” 27
Hellenthal Het nieuwe café aan de voet van de burcht van Reifferscheid heet 'Till Eulenspiegel'. Bakte die losbol hier zijn poetsen? ,,Nee", zegt Winfried Kaiser van de gemeente Hellenthal, ,,Tijl Uilenspiegel was nooit op onze burcht; de eigenaren van het café hebben die naam gewoon gekozen omdat er in de Eifel al zo veel zaken die 'Zur Burg' heten." Reifferscheid is een burcht zonder verhaal. Maar wel een mooie burcht. De witte woon8toren van Reifferscheid, dat al in een akte uit 1130 wordt vermeld, staat nog fier overeind. De rest van het kasteel is in 1689 door de Franse troepen gesloopt en nooit meer verbouwd, al zijn ridderzaal en keuken nog duidelijk te herkennen in het patroon van de bestrating. 28
De apotheek werd in 1704 gesticht door Engelbert Langbein, een rondtrekkende kruidendokter uit Aken. In de museumapotheek is veel te zien. Potjes en flesjes, eeuwenoude vijzels, de gifkast uit de tijd van Napoleon. Maar de verhalen van de gids over pillendraaiers, vergulde pillen voor de rijken en de likkepot voor de armen maken het pas echt interessant. 57
Maaseik
Vanuit Sittard is het slechts een kattensprongetje naar Maaseik. In een verscholen hoekje van de Markt ligt een van de oudste gebouwen van Maaseik: De Blauwe Leeuw. Het pand herbergt liefst drie musea: een archeologisch museum (waarin momenteel de expositie ‘100.000 jaar sex’ loopt), een bakkerijmuseum en de museumapotheek. Het Cultour-logo prijkt op de apotheek. ,,Het is de oudste privé-apotheek van België", zegt gids Francine Beirnaert trots. ,,Brugge heeft een apotheek die nog ouder is, maar die was verbonden aan het SintJansgasthuis." 56
De charme van Reifferscheid komt vooral van het dorp dat rond het kasteel is ontstaan. Dat dorp is, anders dan de burcht zelf, nog intact. ,,Veel huizen zijn de laatste twintig jaar aangekocht door mensen uit de stad", constateert Kaiser, ,,die ze met veel oog voor historie in de oude staat hebben teruggebracht." Voor spannende verhalen moet je een paar kilometer verderop zijn, vertelt Kaiser, in de - kleinere - burcht van Wildenburg. In 1628 zijn daar heel wat vermeende heksen verbrand. Tegenwoordig is het eigendom van het bisdom Aken. Maar met een beetje fantasie hoor je de toverkollen in de heksenkamer nog steeds gillen. 29
Monschau Monschau is een plaatje: de pittoreske binnenstad met haar romantische vakwerkhuisjes, de burcht en de ruïne, het glasblazersmuseum en het brouwerijmuseum. Sinds 1755 wordt het straatbeeld in Monschau gedomineerd door het Rode Huis. De dubbele patriciërswoning is destijds gebouwd door Heinrich Scheibler, de rijkste lakenwever van de Eifel. ,,Het zachte water van Rur en Laufenbach leende zich uitstekend voor het wassen van de wol", legt Bettina Gonnermann uit. ,,Bovendien gebruikte Scheibler geen wol van inheemse schapen, die door het ruige klimaat vrij ruw was, maar importeerde hij fijne Merino-schapenwol uit Spanje. Daarmee veroverde hij snel de hele wereld, wat hem een ongekende rijkdom opleverde." 30
Een wonderbaarlijk vocht dat de pest bestreed, dachten ze in de middeleeuwen. Die medicinale werking van het gedistilleerde water werd later in twijfel getrokken. Al blijft zo’n lekkere ‘druppel’ een goede remedie tegen hartzeer: ‘Het suyvert den mensche sijn vijf sinnen van melancolyen’, schreef een wetenschapper al in de 16de eeuw. Het museum aan de Witte Nonnenstraat is in de vakantieperiode dagelijks geopend van 10 tot 17 uur. De entree bedraagt 3 euro. Bezoekers krijgen een korte beschrijving mee die hen door het boeiende museum loodst. De rondgang eindigt in het proeflokaal van het museum waar iedereen een glaasje huisgestookte jenever krijgt aangeboden. Want ééntje, dat moet kunnen. 55
Hasselt De juffrouw aan de balie drinkt gewoon mineraalwater. Zou dat geen jonge klare moeten zijn? ,,Dat zou je in een jenevermuseum wellicht verwachten”, zegt ze, met een brede glimlach rond haar lippen. ,,Maar je kunt hier moeilijk met een zatte kop gaan zitten. . .” Het nationaal jenevermuseum van België is ondergebracht in de vroegere kloosterhoeve van de franciscanessen – de witte nonnen – in Hasselt. Nadat de bezittingen van de zusters door de Fransen waren geconfisqueerd begon J. Bamps in de boerderij een jeneverstokerij. De stad Hasselt heeft het complex in de jaren ’70 aangekocht en ingericht als jenevermuseum. Bezoekers kunnen er bekijken hoe uit graan ‘eau de vie’ of ‘levenswater’ wordt gewonnen. 54
De familie Scheibler is later verhuisd naar Keulen, waar ze nóg rijker is geworden door de handel in kunstmest. Maar het Rode Huis in Monschau heeft ze altijd aangehouden als weekendwoning. Bettina en Dietmar Gonnermann beheren het. In de zomermaanden stellen zij de compleet ingerichte woonvertrekken open voor bezoekers. De bovenste etage blijft overigens dicht: daar logeren van tijd tot tijd nog Scheiblers. 31
Krewinkel In Büllingen gaan we op zoek naar de kapel van Krewinkel. Dat gehucht staat echter niet op de kaart. Het blijkt een heel eind verderop te liggen, voorbij Manderfeld nog, tegen de Duitse grens aan. De kapel dateert uit de middeleeuwen. Volgens Albert Peters, lid van de plaatselijke werkgroep die de kapel beheert, moet er rond 1000 al een godshuis hebben gestaan: ,,Bij de restauratie hebben we onder de fundering nog schedels uit die tijd gevonden." Tot 1964 heeft de kapel dienst gedaan als kerk. In dat jaar hebben de inwoners van de dorpen Krewinkel, Afst en Kehr een nieuwe kerk gebouwd. 32
De akoestiek van de Academiezaal is uitzonderlijk goed. ,,Qua klank behoort dit theater tot de beste van West-Europa”, benadrukt Ottenbourgs. ,,Sinds de restauratie in 1998 zijn hier al meer dan honderd cd’s opgenomen.” Dat heeft één nadeel: de zaal is alleen op zondag geopend voor publiek, van 14 tot 18 uur. De entree is overigens gratis. Achter de zaal zijn nog de fundamenten te zien van de kerk van de benedictijnen van de heilige Trudo, de stichter van de stad. Na de grote brand van 1975 staat alleen nog de toren overeind. Daarnaast ligt de abdij met het schitterende abtenhuis. Ook dat is op zondagmiddag gratis te bezichtigen 53
Sint-Truiden Sint-Truiden, de fruitstad van België, heeft zijn schatten goed verborgen. Achter een saaie, grijze gevel aan de sobere Plankstraat blijkt een schattig theatertje te liggen: de Academiezaal, tussen 1843 en 1845 gebouwd door architect Louis Roelandt, naar het voorbeeld van de ronde Shakespeare-theaters in Engeland. ,,Het theater werd hier gebouwd voor het kleinseminarie, dat na de afscheiding van België werd verplaatst van Rolduc naar Sint-Truiden”, legt directeur Stefaan Ottenbourgs van cultureel centrum De Bogaard uit. ,,Het werd gebruikt voor toneel en muziek, maar er werd ook les gegeven. Vandaar die schrijftafeltjes bij de bankjes.” 52
De kapel is daarna snel in verval geraakt. Tot er in 2002 eindelijk geld is gevonden voor de restauratie. ,,In deze streek vind je niet veel kapellen uit die tijd", zegt Peters. ,,Gelukkig is dat op tijd onderkend." De werkgroep gebruikt de kapel voor concerten en tentoonstellingen. Voor de rest is de kapel alleen in het weekeinde te bezichtigen. ,,We hebben geen geld om hier continu een beheerder neer te zetten", legt Peters uit. Maar wie de kapel echt wil zien kan doordeweeks altijd de sleutel halen bij een van de omwonenden. 33
Bütgenbach Al zou er in Bütgenbach niets te zien zijn, dan nog was de reis erheen de moeite waard. De route erheen voert dwars door de Ardennen, langs diverse stuwmeren en het weerstation van Botrange, met 694 meter het hoogste punt van België. Een prachtige tocht. In Bütgenbach zelf is het even zoeken naar de Bütgenbacher Hof. Er zijn er twee: een deftig hotel en een eenvoudig vakantiehuis. Maar beide zien er niet uit alsof ze tot het cultureel erfgoed van de Duitstalige gemeenschap in België behoren. De Bütgenbacher Hof die we zoeken blijkt de Hof Bütgenbach te zijn, een eeuwenoude hoeve aan de rand van het dorp. 34
De waterburcht doet ook dienst als uitvalsbasis voor fiets- en autotochten door de omgeving. Volgens Sonja Vos van de toeristische dienst is daar veel belangstelling voor, ,,zelfs in een verregende zomer als deze". Het informatiecentrum is dagelijks geopend tot één uur ’s nachts. Dat kan, legt uitbater Johan Cloosen uit, omdat er altijd volk is: ,,Het is tevens dorpscafé van Millen." De toegang is gratis. 51
Millen
In vergelijking met Alden Biesen is de waterburcht van Millen in buurgemeente Riemst eerder bescheiden. Van de versterkte burcht van weleer is nog maar weinig over. ,,Toen wij het kochten was het een ruïne", vertelt schepen Ivo Thijs van toerisme. De gemeente heeft het kasteeltje met zorg gerestaureerd. De moderne vormgeving van de nieuwbouw geeft aan wat uit deze tijd stamt. Binnen staan computerschermen die de geschiedenis doen verleven: bezoekers kunnen informatie oproepen over de historie van Millen, maar ook over het eten uit die tijd, de muziek en de spelletjes die mensen toentertijd speelden. 50
In 1993 is het complex verbouwd tot bejaardencentrum. ,,De voormalige herenboerderij stond al een hele tijd leeg", vertelt directeur Peter Steffens. ,,Door deze nieuwe bestemming werd het mogelijk om de hoeve, die al in de 15de eeuw werd genoemd als leen van het graafschap Vianden, te restaureren." Een van de ruimten bij de ingang is ingericht als expositielokaal. Toeristen kunnen daar elke middag vanaf 14 uur gratis binnenlopen. Het bejaardenhuis zelf is in principe niet te bezichtigen, maar op afspraak wil Steffens belangstellenden wel een korte rondleiding geven. 35
Malmedy
Op het altaar van de grote kerk staat nog steeds een bisschopstroon. Het fluweel oogt nog als nieuw. Er heeft dan ook al tachtig jaar geen episcopale bips meer op gezeten, zegt stadsgids Ghisele De Backer: ,,De bisschop van Luik zien we zelden in Malmedy." De bisschopszetel dateert uit 1920. Na de Eerste Wereldoorlog gold voor de Oostkantons een overgangsregeling die de integratie in België moest vergemakkelijken. Malmedy was destijds de hoofdzetel van het tijdelijke bisdom EupenMalmedy. Aan dat intermezzo heeft de kerk de status van kathedraal te danken: een kathedraal zonder bisschop. 36
In 1971 brandt het kasteel af. ,,Vermoedelijk na het aansteken van de open haard”, zegt pr-medewerkster Ingrid Willems, de rechterhand van directeur Lies Kerkhofs. De Vlaamse Gemeenschap herbouwt Alden Biesen. Sindsdien biedt het als internationaal cultuurcentrum van Vlaanderen onderdak aan evenementen, concerten, exposities en congressen. Het complex is vrij toegankelijk. Alleen voor de waterburcht – met een vaste tentoonstelling over de geschiedenis – en de Franse tuin wordt 3 euro entree gevraagd. 49
Rijkhoven De vruchtbare lössgrond heeft de Haspengouw – dé fruitstreek van België – welvaart gebracht. Maar zelfs voor deze gezegende streek rond Bilzen is Alden Biesen een weelderig huis. De voormalige landcommanderij van de Duitse Orde ligt aan de rand van de deelgemeente Rijkhoven, langs de eeuwenoude weg naar Tongeren. De geschiedenis van het indrukwekkende complex gaat terug tot 1220, legt gids Gilberte Mercken uit, als graaf Arnold III van Loon de vrome ridders van de Duitse Orde na de derde Kruistocht een kapel en de bijbehorende gronden schenkt. Op dat domein ontstaat in de 16de, 17de en 18de eeuw een imposant kasteel met voorburcht, tiendschuur, manege, buitenhof en romantische tuinen. 48
Malmedy kent een roerige geschiedenis. ,,In twee eeuwen tijd zijn we vijf keer van nationaliteit veranderd", legt De Backer uit. ,,Tot de Franse tijd waren we zelfstandig. Daarna werden we een departement van Frankrijk. Na de val van Napoleon kwamen we bij Pruisen. In 1925 werden we, na die overgangsperiode, voor het eerst Belgisch. In 1940 lijfde Duitsland ons in, waarna we in 1945 weer bij België kwamen." Dat verleden bracht Malmedy veel ellende, maar soms ook welvaart. De papier- en leerindustrie zorgde voor rijkdom, waar Malmedy mooie gebouwen aan overhield. Elke woensdagmiddag is er een rondleiding door de stad. Gratis. 37
Raeren
Twee kastelen domineren het straatbeeld in Raeren. Stille getuigen van grote rijkdom? Ralph Mennicken, conservator van het pottenbakkersmuseum, fronst zijn wenkbrauwen: ,,De enigen die goed verdienden aan de keramiek waren de handelaren. Voor de ambachtslieden die dat aardewerk maakten was het geen vetpot." In Raeren, Belgisch maar onder de rook van Aken, werd al sinds de 11de eeuw aardewerk gemaakt. ,,De klei was hier uitermate geschikt voor de productie van aardewerk", legt Mennicken uit. ,,Bovendien was er in de omringende bossen voldoende hout te vinden om de ovens te stoken." 38
Bovendien pasten de Duitsers bij de aanval op Eben-Emael een nieuwe tactiek toe. Ze landden met zweefvliegtuigen bovenop het fort, waardoor de Belgen volkomen verrast werden. Een idee van Hitler zelf, wordt gezegd. Sinds 1986 beheert de stichting FEE het fort van Eben-Emael. Eenmaal per maand is er een open-deur-dag, maar groepen kunnen het fort op afspraak ook op andere dagen bezoeken. Veertig gidsen staan klaar om hen rond te leiden, onder wie Joop Peeters uit Maarn bij Utrecht: ,,Forten hebben mij altijd al gefascineerd. Maar dan wel forten waar ook daadwerkelijk iets gebeurd is.” 47
Eben-Emael Fort Eben-Emael in Bassenge, net over de taalgrens bij Kanne, werd na de Eerste Wereldoorlog gebouwd om de vesting Luik te versterken. Vanuit het fort werden onder meer de drie bruggen over het Albertkanaal bewaakt. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers aan. Na anderhalve dag moest fortcommandant Jottrand zich overgeven. ,,Maar eigenlijk was de strijd al na een half uur beslist”, constateert Peeters. Het was een ongelijke strijd. ,,De Belgische soldaten die het fort bemanden waren nog in opleiding”, legt Peeters uit. ,,De Duitse para’s waren echter doorgewinterde beroepsmilitairen die de aanval al maanden van tevoren in het diepste geheim hadden geoefend op een exact nagebouwde bunker nabij Hannover.” 46
In de gloriedagen waren er in Raeren en omgeving zeker vijftig ovens. De potten uit Raeren werden over de hele wereld verkocht: ,,Plaatselijke voermannen brachten ze naar Oost-Europa", zegt Mennicken, ,,maar via organisaties als het Hanzeverbond en de VOC kwamen ze ook in Amerika en Australië op de markt." Misbaksels werden naast de ovens weggegooid. Bij opgravingen werden die dan ook in groten getale teruggevonden. Ze vormen het hart van de uitgebreide collectie keramiek die in het pottenbakkersmuseum van Raeren te zien is. ,,Maar we hebben niet alleen misbaksels", benadrukt Mennicken. ,,We hebben ook hele mooie stukken die het vakmanschap van de Raerense pottenbakkers tonen." 39
Limbourg Limbourg heeft eigenlijk geen museum nodig: het eeuwenoude stadje aan de Vesdre is een openluchtmuseum op zich. In 1999 is het dorpscentrum aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Sindsdien mogen bewoners niets veranderen aan hun huis; zelfs voor het schilderen van de voordeur hebben ze permissie van de Waalse monumentenzorg nodig. In het vroegere stadhuis staat een mooie maquette van de vesting in 1632. Daarop is duidelijk te zien hoe het stadje zich achter het kasteel verborg. ,,Het kasteel lag op de punt van de rots”, zegt voorzitter Jean-Paul Pauquet – ‘nee, geen familie van Regine’ – van de toeristische dienst. ,,Het bood dus bescherming tegen aanvallen vanuit het dal.” 40
,,De huidige kerk is de vijfde", vertelt historicus Filiep Lagast. ,,Tot vier keer toe is het klooster plat gebrand." Gek genoeg heeft Val Dieu de moeilijkste tijd, de Franse revolutie, ongeschonden overleefd. De neergang kwam in de jaren '60 en '70, toen het katholicisme overal terrein verloor. De laatste drie paters vertrokken in 2001 uit Val Dieu. Sindsdien wordt het klooster bewoond door een gemeenschap van leken. Ze houden Val Dieu in stand met de verkoop van bier, kaas en vlees. ,,Maar mensen zijn hier ook altijd welkom voor een gesprek", benadrukt Schenkelaars. 45
Val Dieu Het klooster van Onze Lieve Vrouw van Val Dieu ligt inderdaad in een goddelijk dal. De cisterciënzers hebben de abdij in 1216 gesticht langs de Berwinne, een dartel riviertje dat zich kletterend door het land van Herve wringt. De monniken zochten in het 'Godsdal' vooral rust. ,,Het waren volgelingen van de heilige Bernardus", legt rector JeanPierre Schenkelaars uit, ,,die terug wilden naar de oorsprong van het kloosterleven: via een eenvoudig leven van bidden en hard werken - ora et labora - op zoek gaan naar God." Die rust was de kloosterlingen niet gegund. Val Dieu lag op de grens van het hertogdom Limburg en het graafschap Dalhem, waardoor het telkens weer getroffen werd door oorlogsgeweld. 44
Het stadje weerstond aanvallen van de Fransen, de Hollanders, de Spanjaarden en de Oostenrijkers. Maar de laatste belegering door de troepen van Lodewijk XIV was er te veel aan: in 1675 maakten de Fransen kasteel en vesting met de grond gelijk. Met de brokstukken van de oude vestingwerken hebben de Limbourgers hun stadje herbouwd. Daarna is Limbourg in slaap gesukkeld: alleen de geparkeerde auto’s verraden dat het ook hier inmiddels 2004 is. Als het aan Pauquet ligt blijft dat ook zo: ,,We zitten niet te wachten op bussen met toeristen. Beneden in het dal staat geen bord dat hierheen verwijst. Dat is geen vergissing: wie al dit moois wil zien moet er enige moeite voor doen.” 41
Verviers De onstuimige Vesdre kabbelt rustig door het centrum van Verviers. ,,Vroeger was het een wispelturige rivier”, zegt Regine Pauquet van het wol- en modemuseum in Verviers. ,,Maar dat was lastig voor de textielfabrieken. Daarom werd eind 19de eeuw de stuwdam van Gileppe gebouwd, die sindsdien zorgt voor een regelmatige waterafvoer in de Vesdre.” De Vesdre heeft in de 19de eeuw gezorgd voor een opbloei van de wolindustrie in Verviers. ,,Het water heeft een hoge zuurgraad”, legt Pauquet uit. ,,Bovendien zit er weinig kalk in. Die twee factoren maken het water uitermate geschikt voor het wassen van de schapenwol.” Uiteindelijk heeft ook Verviers het pleit verloren van de laagloonlanden. De stad heeft nog maar twee textielfabrieken 42
,Die hebben zich gespecialiseerd”, zegt Pauquet, ,,waardoor ze de concurrentie nog steeds aan kunnen.” De rest van de gebouwen staat leeg. Een van de oudste fabrieken, Dethier in de voorstad Hodimont, is in 1999 ingericht als wol- en modemuseum. Met oude machines, gebruiksvoorwerpen en filmpjes wordt uitgelegd hoe wol vroeger werd bewerkt. Verder is er te zien welke kleding door de eeuwen heen werd gemaakt met de stoffen uit de plaatselijke fabrieken. ,,Al is Verviers nooit een echte modestad geweest”, geeft Pauquet toe. Het museum is dagelijks geopend van 10 tot 18 uur. De entree bedraagt 5 euro. Wie dat te duur vindt kan zich overigens gratis vergapen aan de machines die her en der in de stad zijn neergezet als herinnering aan de wolindustrie van vroeger. 43