Programma Idensys Contactpersoon Huub Janssen Datum 17 september 2015 Aantal pagina's 5
Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015
Naar aanleiding van het SEO-rapport d.d. 27 augustus 2015 en de geplande consultatiebijeenkomsten op 22 en 23 september 2015, zijn er verschillende vragen gesteld over het onderzoek en de onderliggende problematiek. In deze toelichting wordt, als voorbereiding op de bespreking tijdens de consultatiebijeenkomsten, op een aantal onderwerpen ingegaan. Dat zijn achtereenvolgend: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Probleemstelling Oplossingsrichting Consequenties Uitgangspunten model Verplichte koppeling en terugvalprijs Uitkomsten model Besluitvormingsproces
1. Probleemstelling Uitgangspunt bij het afsprakenstelsel van de merken Idensys en eHerkenning is dat er bilaterale prijsafspraken gemaakt worden; vrije marktwerking. De vraag is echter of het afsprakenstelsel (hierna aangeduid als Idensys) dan voldoende snel van de grond komt. De kern van het probleem is dat gebruikers (burgers en bedrijven) in de beginfase naar verwachting niet of in mindere mate bereid zijn om een middel aan te schaffen, omdat ze de voordelen er nog niet van in zien, omdat ze met het inlogmiddel bij weinig dienstaanbieders terecht kunnen. Dienstaanbieders zijn pas bereid om aan te sluiten op het Idensys op het moment dat hun klanten over een middel beschikken. Zo blijven beide partijen op elkaar wachten. Dit is de probleemstelling zoals deze in 2014 door zowel de stuurgroep eID (publiek) als door het eID Platform (publiek-privaat) is bevestigd. Dit dilemma speelde de eerste jaren ook bij eHerkenning en komt ook weer terug bij de discussies over de pilots voor Idensys: wie betaalt de middelen? De verwachting is dat dit ook na de pilots bij Idensys aan de orde is, omdat grootschalige uitrol en middelen en aansluiting van dienstaanbieders nog van de grond moet komen. Het is aan de betrokkenen zelf (gebruikers, dienstaanbieders en leveranciers), die zitting hebben in de governance van Idensys, om met elkaar moeten bepalen of
Pagina 1 van 5
dit dilemma volgens hen nog steeds actueel is. Tijdens de consultatie kunnen aanwezigen ook hierop hun visie op geven.
Datum 17 september 2015
2. Oplossingsrichting Op basis van de besluitvorming over de probleemstelling is er een uitwerking gemaakt van het businessmodel. Deze is gebaseerd op het uitgangspunt dat er bilaterale prijsafspraken gemaakt worden tussen partijen, maar wanneer er geen overeenstemming hierover tussen de authenticatiedienst en de makelaar komt, er een terugvalprijs gehanteerd wordt. Dit betekent dat er feitelijk een financieringsstroom richting de authenticatiedienst/middelenuitgever komt vanuit de makelaars. En de makelaars zullen die kosten naar verwachting weer doorbelasten richting de dienstaanbieders. In onderdeel 5 wordt nog ingegaan op de relatie tussen aansluitverplichting tussen leveranciers en prijsvorming. Op deze wijze dragen de dienstaanbieders bij aan de financiering van de middelen; waardoor de gebruiker weinig kosten heeft voor de aanschaf van een middel. De exacte kosten die de gebruiker nog wel heeft, zal afhankelijk zijn van het aanbod dat de middelenleveranciers doen aan de gebruiker. In het onderzoek van SEO is een inschatting gemaakt van de hoogte van de terugvalprijs die voor voldoende medefinanciering vanuit de dienstaanbieders zorgt, waardoor de prijs van de middelen onder de (verwachte) betaalbereidheid komt van de gebruiker. Tevens verwacht SEO dat zo’n terugvalprijs voor circa 3 jaar van kracht zou moeten zijn om Idensys tot ontwikkeling te laten komen. Een alternatief voor verrekening binnen Idensys, is om een financiering van middelen buiten Idensys om te regelen. In dit alternatief gaan een of meerdere dienstaanbieders rechtstreeks middelen financieren voor hun klanten. Dit model is eerder besproken met potentiële dienstaanbieders, maar heeft tot op heden niet geleid tot concrete voorstellen. Belangrijke bottleneck hierin is het “free riders” gedrag. De dienstaanbieders die niet meefinancieren profiteren wel van de financiering van middelen voor gebruikers van hun dienstverlening. Verrekening via Idensys is een manier om de lasten meer gelijkmatig te verdelen over alle dienstaanbieders die profiteren van de gefinancierde middelen. 3. Consequenties In het Strategisch Beraad moet een besluit genomen worden over de wenselijkheid van dit businessmodel. Daar moeten alle partijen een eigen afweging maken. De hoofdlijn wordt hieronder per rol geschetst. Voor de rol van een dienstaanbieder betekent een positief besluit over het businessmodel dat zijn klanten (burgers/consumenten) sneller over een middel kunnen beschikken. Immers, het doel van het businessmodel is te zorgen dat de financiering van de middelen niet volledig bij de burger komt te liggen maar (grotendeels) bij de dienstaanbieders. En daarmee kunnen de voordelen ook eerder gerealiseerd worden. Daar staat tegenover dat de dienstaanbieders in de eerste jaren moet betalen. Naar verwachting zal het wel goedkoper zijn om samen met alle andere dienstaanbieders die middelen mee te financieren dan wanneer je
Pagina 2 van 5
alleen voor je eigen organisatie of sector middelen moet financieren. Een dienstaanbieder zal waarschijnlijk de kosten van de transacties afwegen tegen ofwel de toegevoegde waarde van de (hoogwaardigere) Idensys transacties ofwel tegen zijn reguliere kosten voor authenticatie (ook bestaande authenticatiesystemen zijn niet gratis).
Datum 17 september 2015
Voor de rol van de authenticatiedienst betekent het businessmodel dat er, naast de inkomsten vanuit de gebruiker, aanvullende inkomsten vanuit de makelaar beschikbaar komen. Deze middelen zijn afhankelijk van het aantal en gebruik van de middelen. Hoe meer, hoe sneller en hoe klantvriendelijker de middelen, hoe groter je inkomsten uit deze aanvullende financiering zal zijn. Tevens zal de inkomsten kunnen toenemen als door het businessmodel het stelsel sneller van de grond komt. Daar staat tegenover dat er geen volledige marktwerking in de opstartfase is en dat er bilaterale prijsafspraken met makelaars gemaakt moeten worden. Voor de rol van de makelaar betekent het dat er meer kosten doorbelast moeten worden aan de dienstaanbieders. De offertes worden dus duurder. En er moeten bilaterale prijsafspraken met authenticatiediensten gemaakt worden. Daar staat tegenover dat als Idensys sneller van de grond komt, en de markt voor makelaars snel toeneemt. Voor de gebruikers, betekent het dat ze goedkoper aan een middel kunnen komen. Zij kunnen met een middel dan gebruik maken van de transactie waarvoor ze in eerste instantie het middel aanschaffen. In de loop van de tijd zullen ze het middel voor steeds meer transacties kunnen gebruiken. Hierdoor zal naar verwachting hun betaalbereidheid (de hoogte van het bedrag dat en bereid is te betalen voor zo’n middel) toenemen. 4. Uitgangspunten SEO rapport a. Opzet model Het model dat SEO heeft gekozen is gebaseerd op de vraagstelling die voorlag: Gegeven de probleemstelling en de voorgestelde uitwerking van het businessmodel, hoe hoog dient de terugvalverrekenprijs te zijn en hoe lang dient deze van kracht te blijven? De uitkomsten van het SEO onderzoek is een bijdrage in de besluitvorming. Het ontwikkelde model is geen voorspelling van de uitkomsten van de markt maar een hulpmiddel. b. Betaalbereidheid gebruiker In het model is uitgegaan van een gemiddelde betaalbereidheid van de gebruiker van €1 per middel per jaar voor een laag betrouwbaarheidsniveau en €5 per jaar voor een middel op hoog niveau. In tabel 5.3 van het rapport zijn andere varianten van deze bedragen opgenomen en de verschillende effecten die ze hebben op de terugvalprijs. c. Betaalbereidheid dienstaanbieder Er is in het model ook rekening gehouden met de betaalbereidheid van de dienstaanbieder. Daarvoor was echter beperkt informatie over beschikbaar en dus is er ook naar ervaringen in andere stelsels (betalingssystemen, telecom) gekeken.
Pagina 3 van 5
Ook bij de uitwerking wordt hiermee rekening gehouden. De prijs per transactie is gekoppeld aan de authenticaties die een dienstaanbieder ontvangt (response) en niet aan de authenticatieverzoeken (request). Tevens wordt verondersteld dat eventuele attributen (zoals leeftijdsverificatie en gevalideerde persoonsgegevens) die in hetzelfde bericht (bij betrouwbaarheidsniveau hoog) worden meegestuurd bij de prijs zijn inbegrepen.
Datum 17 september 2015
d. Transacties via Idensys Een van de veronderstellingen in het model is dat er geen rivaliserende, concurrerende stelsels zijn. Er is dus niet ingegaan op specifieke situaties, nu er pilots gaan plaats vinden met bankenmiddelen en publieke eID-middelen. Het model is middelenneutraal, maar er zit een veronderstelling in over de groei van transacties. Daarbij is er niet van uitgegaan dat er een concurrerend stelsel is waar die transacties naar toe gaan. De groei van de overheidstransacties lopen in het model gelijk op met de groei in de private sector. Dit impliceert een verschuiving van transacties die momenteel via DigiD lopen naar transacties die via Idensys lopen. Tevens is de veronderstelling dat de overheid het gebruik van Idensys voor transacties bij de overheid niet verplicht stelt. Mocht dat wel het geval zijn, dan zou dat tot een andere verrekenprijs leiden. Dit is uitgewerkt in paragraaf 5.3 van het rapport. 5. Verplichte koppeling en prijsregulering Binnen Idensys is er een verplichte koppeling (interconnectie) tussen alle authenticatiediensten en makelaars. Dit is een vaker voorkomend verschijnsel, onder andere bij telefonie en bij pinbetalingen. In beide situaties geldt er een verplichting om met alle andere deelnemers te connecteren. Bij telefonie is het hierdoor zeker dat alle gebruikers naar elkaar kunnen bellen en bij pinbetalingen wordt het daardoor zeker dat alle winkeliers pinbetalingen van al hun klanten kunnen accepteren, ongeacht de bank waarbij deze gebruikers bankieren. Alleen hierdoor kan de dienst zinvol bestaan. Dit geldt ook bij Idensys. De vraag is wat zo’n aansluitverplichting voor de prijs betekent. Als makelaars verplicht moeten aansluiten op de authenticatiediensten ongeacht de prijs die ze vragen, zou de marktmacht bij de authenticatiediensten liggen. In zo’n situatie zou de authenticatiedienst een zodanige hoge prijs kunnen vragen aan de makelaar (en daarmee aan de dienstaanbieder) tot het moment dat dienstaanbieders indifferent zijn om aan te sluiten op Idensys. Als de authenticatiediensten verplicht zijn aan te sluiten op de makelaars, ook als die er niet voor willen betalen, ligt de marktmacht bij de makelaars. In zo’n geval is te verwachten dat makelaars geen vergoeding zullen afdragen aan de authenticatiediensten. De ervaring bij eHerkenning geeft aan dat deze laatste situatie zich voordoet. Er wordt voor zover bekend niet betaald tussen authenticatiedienstverleners en makelaars. In dit geval moeten de authenticatiediensten alle kosten doorbelasten aan de gebruikers.
Pagina 4 van 5
Een tussenvariant tussen een maximale vergoeding of geen vergoeding, een tussenvariant, kan bereikt worden door met een vorm van prijsregulering (de terugvalprijs) te werken. Dit gebeurt ook zo in de telecomsector. Gegeven de geformuleerde probleemstelling zal deze prijsregulering slechts tijdelijk gewenst zijn.
Datum 17 september 2015
6. Uitkomsten van het model In de samenvatting van het SEO-rapport is opgenomen dat het model aangeeft dat een prijs van €0,024 voor een transactie op betrouwbaarheidsniveau laag en €0,0110 voor een transactie op niveau hoog een geschikt prijs is. Tevens komt eruit naar voren dat er gedurende 3 jaar met een terugvalprijs gewerkt moet worden. Deze prijzen zijn gebaseerd op de doelstelling en bepaalde uitgangspunten. De uitgangspunten zijn van grote invloed op het model. Op basis van de consultatie van 22 en 23 september wordt naar verwachting in oktober a.s. aan het Tactisch Beraad voorgelegd of de uitgangspunten acceptabel zijn of dat er andere uitgangspunten gehanteerd moeten worden en derhalve het model opnieuw doorgerekend moet worden. 7. Besluitvorming Voor de besluitvorming over het businessmodel, zijn verschillende zaken noodzakelijk: - het SEO-rapport - de feedback uit de consultatie - feedback van de ACM - uitwerking van de implementatie van het businessmodel (definitie en registratie van een transactie, de ingangsdatum, en dergelijke) Het is aan het Strategisch Beraad om te besluiten, op basis van de kennis en ervaring op dat moment te bepalen, of zij vindt dat er een terugvalprijs moeten komen en met welke duur. Dit besluit zal in de vorm van een advies naar de Minister van EZ worden gestuurd. De Minister van EZ zal dit advies overnemen, tenzij wet- en regelgeving of het nationaal belang zich hiertegen verzet.
Pagina 5 van 5