Toelichting op: Beleidsregel Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave Wat te doen als u een (bouw)plan heeft dat niet past in het bestemmingsplan? Ieder bouwplan toetsen wij aan de bepalingen uit het, voor dat perceel geldende bestemmingsplan. Het kan gebeuren dat een bouwplan strijdig is met dat bestemmingsplan. In die gevallen kunnen wij besluiten alsnog medewerking te verlenen maar dan is er wel een aanvullende procedure noodzakelijk. Er zijn diverse van dit soort aanvullende procedures, variërend in zwaarte. Zo zijn er de zogenaamde binnenplanse ontheffingen en de ontheffingen op basis van artikel 3.23 van de Wro. Die procedures zijn relatief eenvoudig te doorlopen. Sommige afwijkingen zijn echter ook met dat soort ontheffingen niet vergunbaar. Dan resteert vaak alleen een (partiële) herziening van het bestemmingsplan of een projectbesluit. Wat er dan nodig is, leest u in deze toelichting.
Eerst een principeverzoek? Bij het daadwerkelijk opstellen van een (partiële) herziening van het bestemmingsplan of een projectbesluit, zijn diverse onderzoeken nodig. Wij adviseren u daarom altijd eerst een principeverzoek in te dienen. Dit om te voorkomen dat u onnodige kosten maakt. U dient er rekening mee te houden dat de minimale behandelingstermijn van dergelijke verzoeken 3 maanden bedraagt. Welke informatie hebben wij nodig om uw principeverzoek goed te kunnen beoordelen en een weloverwogen besluit te kunnen nemen?
Informatie over wat uw initiatief inhoudt: een huis bouwen, een bedrijf beginnen, een bedrijfsruimte bouwen, etc. Het liefst zo concreet en volledig mogelijk beschrijven.
De locatie van het initiatief: (bij voorkeur) een kadastraal kaartje van het betreffende perceel met daarop aangegeven de precieze locatie.
De omvang van het initiatief: hoe groot wordt de woning / het bedrijfsgebouw (hoogte/breedte/diepte). Eventueel al een eerste schets van het bouwplan.
Bij (af)splitsing van percelen: hoe groot zijn het afgesplitste en af te splitsen perce(e)l(en).
Waarom u dit initiatief (op de aangegeven locatie en manier) wilt uitvoeren.
Afhankelijk van de soort vraag kan u later nog om aanvullende informatie worden gevraagd. Wij verzoeken u gebruik te maken van het standaardformulier voor het in behandeling nemen van een principeverzoek. Dit formulier kunt u op de website vinden of kosteloos bij ons opvragen. Nadat het college een principebesluit heeft genomen, ontvangt u hierover bericht. Dan wordt u ook verder geïnformeerd over het vervolg van de procedure. Indien u vervolgens besluit de formele procedure in te zetten, worden de betaalde leges voor uw principeverzoek verrekend met de leges voor het vervolgtraject. Deze verrekening vindt alleen plaats indien wij uw definitieve aanvraag binnen zes maanden na mededeling van het principebesluit ontvangen. Tot slot wijzen wij u erop dat het college van Burgemeester en wethouders niet in alle gevallen het uiteindelijk besluitnemend orgaan is. Bij een bestemmingsplan is dat de gemeenteraad, bij sommige projectbesluiten ook. In dergelijke gevallen zal de principe-uitspraak altijd met een voorbehoud worden gedaan, namelijk dat het uiteindelijke definitieve besluit aan de gemeenteraad is voorbehouden en die mogelijk anders zullen beslissen.
Toelichting Beleidsregel Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave
1/7
Een (partiële) herziening van het bestemmingplan of projectbesluit nodig? Voordat begonnen kan worden met de procedure van een (partiële) herziening van het bestemmingsplan, zult u veel informatie aan moeten leveren. Wij hebben van u een (voor-) ontwerpbestemmingsplan nodig met de daarbij horende bijlagen. Wij accepteren alleen bestemmingsplannen en projectbesluiten die door een gecertificeerd stedenbouwkundig bureau zijn opgesteld, ingeschreven in het Register SBA (Stedenbouwkundige en architecten). Inschrijving van een stedenbouwkundig bureau bij een vergelijkbaar register in het buitenland voldoet ook. Deze bijlagen kunnen, afhankelijk van de specifieke situatie, zijn: een akoestisch onderzoek, archeologisch onderzoek, bodemonderzoek, onderzoek naar mogelijke planschade etc. Alle onderzoeken moeten door een ter zake deskundige instantie op verantwoorde wijze worden opgesteld. Houdt er rekening mee dat sommige van deze verplichte onderzoeken veel geld kosten. Onderzoeken die op grond van wettelijke verplichtingen in ieder geval noodzakelijk zijn:
Akoestisch onderzoek Het doel van het akoestisch onderzoek bij ruimtelijke plannen is het voorkomen van geluidshinder bij geluidsgevoelige objecten (scholen, woningen, etc.) door het aanhouden van voldoende afstand ten opzichte van geluidsproducenten (industrie, railverkeer, een klokkentoren etc.) of het treffen van andere maatregelen. De verplichting tot uitvoering van een akoestisch onderzoek is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai. Het akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen.
Archeologisch (voor)onderzoek Doel van het archeologisch (voor)onderzoek is het waar nodig beschermen van archeologische waarden en het streven naar behoud van de waarden in de bodem (in situ). De essentie van het archeologisch (voor)onderzoek is het verkrijgen van gegevens over de archeologische resten in de bodem teneinde in een vroeg stadium een goede afweging te kunnen maken van alle bij een ruimtelijk besluit betrokken belangen. Het onderzoek kenmerkt zicht doordat het start met een globale inventarisatie van eventuele archeologische waarden of verwachtingen. Afhankelijk van de aard en het detailniveau van het plan kan vervolgens verder worden ingezoomd op aanwezige waarden.
Bodemonderzoek Het doel van de bodemtoets bij ruimtelijke plannen is de bescherming van de bodem. Een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de bodem geschikt is voor de geplande functie en of sprake is van een eventuele saneringsnoodzaak. Er is minimaal een verkennend bodemonderzoek noodzakelijk. Afhankelijk van de uitkomsten van dit Verkennend onderzoek kan een aanvullend onderzoek nodig zijn.
Flora & Fauna-onderzoek Het beschermen, ontwikkelen en beheren van natuurgebieden is niet altijd genoeg om de verscheidenheid aan planten- en diersoorten in stand te houden. Bovendien komen veel soorten ook buiten natuurgebieden voor. De Flora- en Faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. De Flora- en Faunawet beschermt soorten, niet individuele planten of dieren, om te voorkomen dat het voortbestaan van de soort in gevaar komt. Er is minimaal een zogenaamde Quick-scan noodzakelijk. Afhankelijk van de uitkomsten van deze Quick-Scan kunnen wij aanvullend onderzoek verplicht stellen.
Toelichting Beleidsregel Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave
2/7
Geur Voor sommige ontwikkelingen, met name indien er (agrarische) bedrijfsactiviteiten zijn voorzien, is een geuronderzoek noodzakelijk.
Planschade(risico)analyse Uit iedere planologische maatregel kan schade voortvloeien als bedoeld in artikel 6.1 van de Wro. Om in te kunnen schatten of sprake is van een dergelijk risico en zo ja, wat het te verwachten schadebedrag zal zijn, vragen wij u een planschaderisico-analyse te (laten) uitvoeren. Deze analyse moet worden opgesteld door een extern, deskundig adviesbureau. Daarnaast dient u de gemeente te vrijwaren van alle schade, als gevolg van eventuele aanvragen om tegemoetkoming in planschade. Hiertoe zal een overeenkomst worden opgesteld.
Overige onderwerpen Naast voornoemde onderzoeken, moet in de toelichting bij het plan in ieder geval ook aandacht worden besteed aan de volgende onderwerpen. Deze worden apart genoemd omdat niet in alle gevallen een apart onderzoek nodig is. -
Cultuurhistorisch en landschappelijke waarden
-
Ecologische hoofdstructuur
-
Externe veiligheid
-
Luchtkwaliteit
-
Watertoets
-
Parkeren/verkeer
-
Kabels en leidingen
Wij behouden ons het recht voor om, aanvullend op de voornoemde onderzoeken en onderwerpen, in voorkomende gevallen om andere informatie te vragen. In voorkomende gevallen zullen wij gemotiveerd aangeven waarom de aard van het plan of project een dergelijk verzoek rechtvaardigt. U kunt hierbij denken aan de Distributief Planologisch Onderzoek (indien het een commerciële inrichting betreft), een woningmarktonderzoek etc. Alle onderdelen dienen gebaseerd te zijn op actuele onderzoeksgegevens. De aan te leveren gegevens zijn afhankelijk van de aard en omvang van de voorgenomen activiteiten en het gebied waarin die activiteiten plaats zullen vinden, de mate van ingrijpendheid in relatie tot de aanwezige en toekomstige stedenbouwkundige structuur van het gebied. Indien één van bovenstaande aspecten niet aan de orde is, dan moet dit gemotiveerd worden aangegeven. Indien ondanks uitdrukkelijk verzoek niet voldoende of onjuiste gegevens worden verstrekt, kunnen wij besluiten de aanvraag niet ontvankelijk te verklaren.
Grondexploitatie Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, is kostenverhaal verplicht geworden. Dit wil zeggen dat alle kosten die de gemeente maakt in het kader van de procedure en de feitelijke realisatie, voor uw rekening komen. De Grondexploitatiewet, in het vervolg te noemen de Grex, regelt de financieel-technische en juridische kanten van de grondexploitatie en alles wat direct of indirect met grondexploitaties en locatieontwikkeling te maken heeft. In de Grondexploitatiewet staan zaken beschreven die persé in een zogenaamd exploitatieplan opgenomen moeten worden. Ook zijn bepaalde werkzaamheden facultatief, dus niet verplicht voorgeschreven. Tevens is sprake van uitzonderingen, ontheffingen et cetera in diverse gevallen, zoals uit de wet blijkt.
Toelichting Beleidsregel Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave
3/7
De toepassing van de Grondexploitatiewet richt zich voor het afdwingbare kostenverhaal, op bouwplannen. De definitie van wat onder een bouwplan wordt verstaan is opgenomen in het Bro: a. de bouw van een of meer woningen; b. de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen; c. de uitbreiding van een hoofdgebouw met ten minste 1000 m² of met een of meer woningen; d. de verbouwing van een of meer aangesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of e. ingericht waren, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd; f. de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik g. of ingericht waren, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies ten minste 1000 m² h. bedraagt; i. de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1000 m²; (met uitzondering van bouwplannen waarvoor bouwvergunning kon worden verleend op grond van een vorig planologisch besluit). Deze omschrijving van de bouwplannen is erg ruim zodat u in veel gevallen met de bepalingen van de Grex te maken krijgt. De toepassing geldt bijvoorbeeld ook voor de bouw van een individuele woning. Naast het opstellen van een exploitatieplan, is er nog een tweede mogelijkheid om kostenverhaal zeker te stellen. Als het verhaal van de kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd en het niet nodig is locatie-eisen of eisen m.b.t. fasering te stellen, hoeft de gemeente geen exploitatieplan op te stellen. In dat geval kan volstaan worden met het opstellen van een zogenaamde anterieure overeenkomst, oftewel exploitatieovereenkomst. Vanwege het voorgaande, dient u er rekening mee te houden dat er volledig inzicht geboden moet worden in de financiële kant van het plan en er dus een overeenkomst of exploitatieplan opgesteld wordt. Uitgangspunt is dat alle kosten voor rekening van initiatiefnemer komen.
Digitalisering Met ingang van 1 januari 2010 moeten alle ruimtelijke plannen, waaronder bestemmingsplannen en projectbesluiten, digitaal beschikbaar zijn. Doelstelling is dat alle ruimtelijke plannen in heel Nederland op dezelfde herkenbare wijze zijn opgebouwd en voor eenieder toegankelijk zijn. De gemeente beheert haar bestemmingsplannen met software van Croonen®. Plannen worden beheerd en ontsloten naar RO-online met de software Crotec. Naast de vereisten zoals neergelegd in het ´Handboek digitale bestemmingsplannen gemeenten Land van Cuijck 2009´ of diens opvolger, gelden de volgende eisen. Vereisten digitaal plan Het bestemmingsplan moet zowel in analoge als digitale vorm voldoen aan: - de Regeling Standaarden Ruimtelijke Ordening 2008 - SVBP2008 - IMRO2008 - STRI2008 - Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen PRBP2008 - Als ondergrond voor de bestemmingsverbeelding wordt gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN) en de kadastrale kaart. - De verbeelding is helder en duidelijk leesbaar. De verbeelding bevat daarom naast de ondergrond, alleen informatie die juridisch relevant is. Wat op de verbeelding staat, komt terug in de planregels. - In de legenda (of renvooi) van een analoge of digitale kaart, worden de in het plan voorkomende bestemmingen, bouwvlakken, dubbelbestemmingen, aanduidingen en de verklaringen van lijnen, symbolen en arceringen overeenkomstig het SVBP2008 aangegeven. De legenda wordt op (elke) verbeelding in de rechterbovenhoek geplaatst. - Het transfer (of de stempel) wordt in de rechteronderhoek van de verbeelding geplaatst, onder de legenda. Op het transfer worden de volgende onderdelen opgenomen: - De naam van de gemeente met algemene contactgegevens; - De naam van het bestemmingsplan/projectbesluit; - Het identificatienummer (IMRO-plannummer); - De fase van het bestemmingsplan/projectbesluit; - De datum van de versie;
Toelichting Beleidsregel Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave
4/7
-
De schaal; De noordpijl; Het formaat; De datum en bestandsnaam van de gebruikte ondergrond.
Vereisten analoge plan: De toelichting, regels en kaarten worden in één boekwerk opgenomen. De indeling van het boekwerk is als volgt: - transparante kaft; - harde kaft met gemeentelogo rechtsboven, de naam van het bestemmingsplan (eventueel) in combinatie met een illustratie gecentreerd op 1/3 van de kaft en ruimte voor de stempel van het vaststellingsbesluit of de status van het bestemmingsplan gecentreerd aan onderzijde kaft; - pagina met bestemmingsplannaam op 1/3 van de pagina en naam of logo van de opsteller van het plan aan onderzijde pagina; - pagina met algemene inhoudsopgave; - geheel gekleurde pagina van zwaarder papier met het opschrift ‘Toelichting’; - pagina(s) met de inhoudsopgave van de toelichting; - pagina’s met de toelichting; - geheel gekleurde pagina van zwaarder papier met het opschrift ‘Regels’; - pagina(s) met de inhoudsopgave van de regels; - pagina’s met de regels; - geheel gekleurde pagina van zwaarder papier met het opschrift ‘Verbeelding’; - pagina met de inhoudsopgave van de verbeelding(en); - pagina(s) met plastic insteekmogelijkheid voor de analoge verbeelding, zodat deze integraal bij het boekwerk hoort; - harde kaft; - transparante kaft. De pagina’s van de toelichting en de regels worden afzonderlijk genummerd. Op de pagina’s wordt als subscript de status en de plannaam weergegeven. In het hoofdstuk ‘regels’ begint elke bestemming op een nieuwe pagina. Het eindverslag van de inspraakprocedure en het vooroverleg worden als bijlage bij de toelichting opgenomen. De onderzoeksrapporten die bij de toelichting horen, worden als bijlage bijgevoegd. Deze bijlage maakt onderdeel uit van het analoge boekwerk en wordt niet als apart boekwerk aangeleverd. De onderzoeksrapporten mogen alleen na toestemming van de gemeente als aparte bijlage worden aangeleverd. De conclusies uit de onderzoeken worden verwerkt in de toelichting. De aan te leveren bestanden door de gemeente De door de gemeente aan het externe stedenbouwkundige bureau te leveren bestanden zijn: - het ‘Handboek digitale bestemmingsplannen gemeenten Land van Cuijk’; - de gemeentelijke CBS-code: 0786; - het plangebied in dgn-formaat; - de grootschalige basiskaart Nederland (GBKN) in dgn-formaat; - de kadastrale kaart in dgn-formaat; - het identificatienummer van het plangebied; - de plannaam van het bestemmingsplan; - diverse beleidstukken met ruimtelijke relevantie in diverse formaten. De op te leveren bestanden door het bureau De door het externe stedenbouwkundige bureau aan de gemeente op te leveren bestanden zijn: - een door de gemeente nader te bepalen aantal analoge exemplaren van het bestemmingsplan; - een zipfile met daarin de volgende bestanden:
Onderdeel plan IMRO Regels
Bestandstype GML HTML
Aanleveren Altijd Altijd
Toelichting Beleidsregel Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave
5/7
Toelichting Vaststellingsbesluit Geleideformulier Bijlagen bij de regels Bijlagen bij de toelichting Illustratie Plantekst Overige technische onderdelen
-
-
PDF PDF XML PDF PDF JPEG XML CSS, GLG, IGS, LOG
Altijd Altijd Altijd Indien van toepassing Indien van toepassing Indien van toepassing Indien van toepassing Indien van toepassing
de zipfile wordt direct ingeladen in RoBeheer en mag dus géén submappen bevatten; een tweede zipfile met daarin de toelichting, de regels, de verbeelding en alle bijbehorende bijlagen in pdf-formaat. Deze stukken worden onder andere gebruikt voor het plaatsen op de gemeentelijke website. De verbeelding dient op de correcte schaal te plotten zijn; een derde zipfile met daarin de gebruikte kadastrale en topografische ondergronden; aanleveren van de bestanden via de email of een opslagservice als you-send-it. Indien dit niet mogelijk is, dan de bestanden aanleveren op een CD-rom. Ook op de CD-rom is sprake van minimaal drie zipfiles. De CD-rom wordt voorzien van een label en een hoesje met de gegevens: gemeentenaam, plannaam, fase, versie, datum en bureaunaam; voor de naamgeving van de bestanden dienen de naamconventies uit de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten 2008 (STRI2008) gehanteerd te worden.
De bestanden voldoen aan de volgende voorwaarden: - de regels moeten in HTML-formaat worden opgeleverd, waarbij gebruik wordt gemaakt van de voorgeschreven vormgeving uit het Handboek Land van Cuijk en de technische eisen uit de STRI2008; - voor het toepassen van IMRO2008 op de (juridisch) relevante ruimtelijke objecten moet gebruik worden gemaakt van de PRBP2008. Als juridisch relevant worden beschouwd die objecten die in de planteksten als zodanig zijn benoemd; - de verwijzing naar de regels dient op basis van relatieve in plaatse van absolute hyperlinks aangeleverd te worden; - de koppelingen tussen de verbeelding en de regels moeten daar waar een verplichte koppeling moet worden opgenomen, verwijzen naar het juiste artikel uit de bijbehorende regels; - de verbeelding dient als een gevalideerd IMRO2008 GML-bestand aangeleverd te worden, voorzien van een validatierapport zonder fouten van de Validator; - het ter beschikking gesteld plangebied dient als exacte locatie van het plangebied. Dit gebied zal na aanlevering exact dezelfde omtrek en hoeveelheid punten bevatten als het origineel; - de gebruikte GBKN ondergrond in DGN of DGW wordt aangeleverd bij het ruimtelijke plan; - alle geometrische objecten moeten in het Rijksdriehoeksstelsel in millimeters opgenomen worden; - er wordt in de ontwerpfase een leeg vaststellingsbesluit aangemaakt en opgenomen in het geleideformulier. Per planfase (voorontwerp, ontwerp, vaststelling) wordt een aparte digitale versie aangeleverd, omdat deze ook afzonderlijk digitaal gepubliceerd en gearchiveerd moeten worden. Van de externe partij wordt het volgende verwacht: - bij tegenstrijdigheden tussen de werkwijze van de externe partij en het Handboek, neemt de externe partij contact op met de beheerder van de desbetreffende gemeente. In goed overleg wordt de tegenstrijdigheid opgelost. Het Handboek wordt (indien noodzakelijk) aangepast na overleg met de andere beheerders; - ervaringen, oplossingen en aanvullingen die interessant zijn voor het Handboek, worden actief door de externe partij naar voren gebracht.
Toelichting Beleidsregel Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave
6/7
Welke procedure wordt gevolgd? Afhankelijk van de aard van het bestemmingsplan of projectbesluit, bijvoorbeeld als het een algehele herziening betreft of als het een bestemmingsplan of projectbesluit is met tegenstrijdige belangen, wordt eerst de mogelijkheid van inspraak geboden. Dan begint de procedure bij stap 1, anders geldt alleen de procedure zoals aangegeven in stap 4 t/m 9. 1. Publicatie van terinzagelegging van het voorontwerp in De Graafsche Courant. 2. Het voorontwerp ligt 6 weken ter inzage in het gemeentehuis. Ook is het bestemmingsplan/projectbesluit via onze website (kunnen wij u helpen?/ bestemmingsplannen) in te zien. Tijdens de terinzagelegging mag iedereen een inspraakreactie indienen bij de gemeente. In sommige gevallen wordt een inspraakbijeenkomst georganiseerd. 3. Aan de hand van de inspraakreacties wordt beoordeeld of het zinvol is het bestemmingsplan of projectbesluit verder in procedure te brengen. Als het plan of besluit verder in procedure kan worden gebracht, wordt een ontwerpversie opgesteld. De insprekers krijgen antwoord op de ingediende inspraakreacties. 4. Publicatie van terinzagelegging van het ontwerp in De Graafsche Courant en via 'www.officiëlebekendmakingen.nl'. 5. Het ontwerp ligt 6 weken ter inzage in het gemeentehuis. Ook is het bestemmingsplan/projectbesluit via onze website en via http://www.ruimtelijkeplannen.nl/ in te zien. Tijdens de terinzagelegging mag iedereen zienswijzen indienen bij de gemeente. 6. Binnen 12 weken na de terinzagelegging beslist de gemeenteraad over vaststelling van het bestemmingsplan/projectbesluit. Dit is een termijn van orde. In sommige gevallen is voor het vaststellen van een projectbesluit het college van Burgemeester en wethouders bevoegd en kan een gang naar de gemeenteraad uitblijven. 7. De vaststelling van het bestemmingsplan of projectbesluit wordt binnen 2 weken na vaststelling in De Graafsche Courant en via 'officiële bekendmakingen.nl bekend gemaakt. Bij een gewijzigde vaststelling of indien door Gedeputeerde Staten of de Inspecteur een zienswijze is ingediend, wordt het vaststellingsbesluit pas zes weken na vaststelling bekendgemaakt. 8. Het vastgestelde bestemmingsplan of projectbesluit ligt gedurende 6 weken ter inzage in het gemeentehuis. Ook is het bestemmingsplan/projectbesluit via onze website en via http://www.ruimtelijkeplannen.nl/ in te zien. Als men eerder een zienswijze heeft ingediend en men vindt dat daar niet voldoende rekening mee is gehouden, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Eenieder mag in beroep gaan tegen wijzigingen die bij de vaststelling in het bestemmingsplan/projectbesluit zijn aangebracht en waartegen niet eerder zienswijzen konden worden ingediend. Tenslotte mogen die belanghebbenden, die kunnen aantonen dat zij redelijkerwijs niet in staat zijn geweest overeenkomstig het bepaalde bij artikel 3.11 lid 1 sub d van de Wet ruimtelijke ordening hun zienswijzen bij de gemeenteraad in te dienen, in beroep gaan. 9. Het bestemmingsplan of projectbesluit treedt in werking nadat de beroepstermijn van 6 weken is verstreken. De gemeente of initiatiefnemer kan dan beginnen met de uitvoering van het plan of onderdelen daarvan. Indien men wil voorkomen dat het plan in werking treedt, moet men tegelijk met het beroep dat bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is ingesteld, bij de voorzitter van die afdeling een 'verzoek om een voorlopige voorziening' worden aangevraagd. Hiermee wordt, voor het onderdeel van het plan waar men het niet mee eens is, om een schorsing van het besluit van de gemeenteraad of in voorkomende gevallen het college van B&W gevraagd. Dat betekent dat, als de voorzitter instemt, het bestemmingsplan niet in werking treedt en de gemeente bijvoorbeeld geen bouwvergunning kan afgeven.
Toelichting Beleidsregel Indieningsvereisten Bestemmingsplannen en Projectbesluiten gemeente Grave
7/7