Toelichting BenW-adviesnota Onderwerp:
Afdeling/team
: Grondgebied
Programma Greenport Venlo, het plan van aanpak
Afdelingshoofd
: Halffman, R.R.M.
Auteur
: Lommerse, H.C.J.
Datum vergadering :
1. Aanleiding De Provincie heeft het initiatief genomen om een langjarig programma inclusief financiering voor Greenport Venlo op te stellen. Op 26 september hebben wij het "plan van aanpak programma Greenport Venlo" ontvangen.
2. Uitgangssituatie en doelstelling Doel van dit voorstel is u op hooflijnen inzicht te geven in het programma Greenport Venlo, en daarbij waar mogelijk (er is nu geen tijd om het plan van aanpak vanuit alle gezichtpunten te beschouwen) de raakvlakken met gemeente Beesel aan te geven en daar mogelijk kanttekening bij te plaatsen.
3. Rol gemeente en visie en strategie participatie Niet van toepassing
4. Toelichting HET TIJDPAD Allereerst het tijdspad voor het besluitvormingtraject voor dit plan van aanpak. Zoals gezegd hebben de gemeenten in de regio dit plan van aanpak op 26 september ontvangen. Op 26 september heb ik een RIB naar onze raad gestuurd. Op 27 september worden de raden bijgepraat tijdens de jaarlijks regiobijeenkomst van de raden. In week 40 (dus voor ons op maandag 29 september) zijn de colleges van de regiogemeente in de gelegenheid een (eerste) reactie te geven op het plan van aanpak; gemeente Venlo heeft hiervoor op 26 september al een aanzet aangeleverd. Deze is onderstaand verwerkt. Uiterlijk 3 oktober levert gemeente Venlo namens de regiogemeenten een concept-reactie aan. Deze dient u dan in uw collegevergadering van 6 oktober te bespreken. Vervolgens stuurt gemeente Venlo namens de regiogemeenten de formele reactie naar GS en PS. Behandeling van het plan van aanpak in de statencommissie is op 10 oktober. Vaststelling eind oktober in PS. U ziet, dit een enorm krap tijdtraject. Het lijkt mij voor de hand liggend om dit plan van aanpak ook op de thematafels op 30 september te bespreken en hierover de discussie te voeren, maar hierin voorziet het tijdtraject en ook de agenda's van de thematafels niet.
Verseon kenmerk:
1
HET PLAN VAN AANPAK Aanleiding In het Masterplan Klavertje 4 (2009) is de volgende ambitie neergelegd: "De regio Noord-Limburg wil met Greenport Venlo een toppositie innemen als centrum van agribusiness en (vers)logistiek. Innovatie en het versterken van de agro-logistieke keten zijn speerpunten. De ontwikkeling van een hoogwaardig en aantrekkelijk werklandschap dat letterlijk ruimte geeft aan de ambities hoort daarbij. De greenport en het werklandschap leveren samen een impuls voor de economie en de leefbaarheid van de regio op." In de afgelopen jaren is hier op verschillende manieren invulling aan gegeven onder meer door de Floriade. De ambitie die in 2009 is neergelegd, staat nog steeds als een paal boven water. De Provincie Limburg constateert in haar Plan van Aanpak dat de ambitie in de afgelopen periode successen en uitdagingen heeft gekend. Een uitdaging die de centrale onderlegger vormt voor het Plan van Aanpak is de governance waar sprake is van een 'spaghetti' met hulpstructuren en te veel overhead. Het plan van aanpak Greenport Venlo dat de Provincie Limburg op 25 september naar buiten heeft gebracht, heeft onder meer tot doel een eenduidige aansturing dichterbij te brengen teneinde het innovatief klimaat en het ondernemerspotentieel van de regio verder te ontwikkelen. Om dat doel te bereiken, is een mix van randvoorwaarden en maatregelen neergelegd om de huidige situatie die zich kenmerkt als diffuus en ondoorzichtig definitief om te vormen tot een effectieve en efficiënte infrastructuur voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid, innovatie en kennisontwikkeling. Dat geldt zowel t.a.v. fysieke component waar het gaat om grondbeleid, grondposities, OV-aansluiting, gebiedsontwikkeling, rail- bargeterminal, woonaanbod voor nieuwe doelgroepen. Als voor de brede kennisinfrastructuur variërend van MBO, HBO, WO en kennisinstituten. Urgentie De ontwikkeling van de Greenport Venlo is voor de stad Venlo en de Regio Venlo van evident belang. Het is de nieuwe totempaal voor de regio met de Brightslands Campus Greenport Venlo als fysiek middelpunt en katalysator van de regio. De Greenportcampus vormt samen met de andere Limburgse campussen de ankerpunten van de kennisinfrastructuur in triple helix verband én van onderzoek. Mede op verzoek van de Provincie heeft de regio in 2012 een verkenning laten uitvoeren naar de mogelijkheden van een campusontwikkeling voor Greenport Venlo. Deze verkenning heeft geleid tot meer inzicht in de economische competenties van de regio en de potentie om te komen tot een Brightlands Campus Greenport Venlo. Daarbij is de Brightlands Campus Greenport Venlo geen doel op zich maar een middel om inhoudelijke focus te brengen en de juiste partijen snel met elkaar in verbinding te brengen om innovatie en kennisontwikkeling- en verspreiding te versnellen. En ook om het vestigingsklimaat in de regio te verbeteren, het bedrijfsleven (mn. MKB) te faciliteren en de economische structuur van de regio te versterken. Greenport Venlo richt zich daarbij op het DNA van de deze regio namelijk agro/food en gezondheid/gezonde voeding, maakindustrie, logistiek en services. Kijkend naar de sectoren die in de regio sterk vertegenwoordigd zijn, en kijkend naar de synergie die met kennisinstellingen te vinden is, komt nadrukkelijk 'gezonde en veilige voeding' - met daaraan gekoppeld de biobased verwerking en distributie van primaire agrarische grondstoffen - als centraal thema naar voren. Internationaal is 'gezonde en veilige voeding' een steeds urgenter thema, waarbij het niet alleen gaat om de kwaliteit, voedingswaarde en gezondheidseffecten van het voedsel maar vooral ook om veilige en slimme (CO2-arme) distributie, versheid en transparante productinformatie. Vanuit het centrale thema 'gezonde en veilige voeding' zullen de bestaande kwaliteiten van de regio worden uitgebouwd en vertaald naar export van kennis, technologie en producten. Op deze wijze wordt vanuit kennis en innovatie een stevige positie ontwikkeld en bijgedragen aan de economische agenda voor de regio en Limburg. Met de uitvoering van de Greenport Venlo wordt de regio sterker en blijft ze een krachtige en vitale regio waar het goed leven, werken en een boterham verdienen is. Een regio waar jongeren, gezinnen en bedrijven willen wonen en ondernemen. Dit wordt ook door de Regio Venlo in de Regio in Balans, visie van de 7 regiogemeenten, en de hieraan gekoppelde regionale programmering als hoofdopgave voor een florerende toekomst voor het gebied onderkent. Hoofdlijnen Plan van Aanpak programma Greenport Venlo
Verseon kenmerk:
2
Om innovatie en werkgelegenheid te kunnen verstevigen, is in de optiek van de provincie, een eenduidige en eenvoudige structuur nodig zodat de krachten van instellingen en bedrijven in de regio optimaal tot bloei komen. Het plan van aanpak Greenport Venlo schets de contouren, randvoorwaarden en governance om in de komende jaren de drie programmalijnen te bewerkstelligen. Allemaal stappen in de voorwaardelijke sfeer waarbij de juiste fasering van groot belang is. De Provincie geeft aan de regie hierover te nemen. Waarbij wordt aangemerkt dat het de regiogemeenten echter niet ontslaat om in relatie tot ontwikkelingen uit het verleden verantwoordelijkheid te nemen. Daarbij denkt de Provincie onder meer om samen met de gemeenten toe te werken naar een goed toegerust en qua organisatie en exploitatie adequaat 'werklandschap'. Daarnaast zal de Provincie een aantal noodzakelijke infrastructurele voorwaarden realiseren. Ook zal de gemeente Venlo volgens de Provincie de schouders dienen te zetten onder het stedelijke woon- en werkklimaat. En tenslotte wordt er tegelijkertijd een eerste begin gemaakt met een campusorganisatie die in de eerste jaren primair zal zorgen dat de kennisinstellingen die in de regio al actief zijn of binnenkort actief worden zich ook maximaal gaan richten op de vragen en kansen zoals eerder aangegeven. Het plan van aanpak kent een drietal programmalijnen. Ten eerste, een aantrekkelijk en wervend werklandschap (bedrijventerreinen) met adequate organisatie, exploitatie(s) en concurrerende grondprijzen. De gemeenten Venlo, Horst aan de Maas, Peel en Maas en de Provincie hebben in 2006 de ambitie inzake de ontwikkeling van het Klavertje 4-gebied onderschreven. Daarbij is ervoor gekozen om het gebied te ontwikkelen onder de regie van één 'gebiedsautoriteit'. Om deze ambitie te realiseren, is de afgelopen jaren veel in de regio geïnvesteerd. Dit heeft geleid tot een aaneengesloten werklandschap (5400 ha) aan de A67 en de A73, met bedrijven op het vlak van logistiek en agro/food en met veel cross-overs. De Provincie Limburg constateert dat niet alles naar wens loopt. Gronduitgiften blijven achter. Er is onvoldoende ingespeeld op de crisis en de toename van de concurrentie van andere regio's door bijvoorbeeld het flexibiliseren van de grondprijzen of de inzet van erfpacht. Het gebied kent meerdere entiteiten die zich bezighouden met de ontwikkeling van een deel van het Klavertje 4-gebied en de uitgifte van gronden binnen dit gebied. Van een integrale aansturing door één gebiedsautoriteit is nog geen sprake. De geschetste versnippering maakt het volgens de Provincie Limburg lastig om in de regio tot besluitvorming te komen en om de acquisitie gezamenlijk en doeltreffend in te richten. Ook voor bedrijven die gevestigd zijn - of zich willen vestigen - is de situatie onoverzichtelijk; bij wie moet men aankloppen? Meer dan ooit is er behoefte aan één gebiedsautoriteit die effectief sturing kan geven aan de gewenste ontwikkelingen. In het traject om te komen tot een goed toegerust en qua organisatie en exploitatie adequaat 'werklandschap', zal de Provincie de regie voeren op de vorming van één ontwikkelbedrijf. Het vervlechten van de uitvoeringsorganisaties van Development Company Greenport Venlo (DCGV) en Trade Port Noord (TPN) per 1 januari 2015 is een eerste stap naar de vorming van één krachtig ontwikkelbedrijf. En de uitvoeringsorganisatie van Greenpark Venlo zal hierbij aansluiten. Daarnaast zal in de loop van 2015 worden bekeken op welke wijze de vervlechtingen van de bestaande entiteiten het beste vorm kunnen worden gegeven; hierbij kan onder meer worden gedacht aan één entiteit met één exploitatie of één beherende entiteit met daaronder twee of drie exploitaties. Uitgangspunt daarbij is dat de exploitaties op orde dienen te zijn en dat binnen het werklandschap 'marktconforme grondprijzen' worden gehanteerd. Ten tweede, een toegesneden kennislandschap met in het hart daarvan de Brightlands Campus Greenport Venlo. De Brightslands Campus Greenport Venlo wordt ingericht vanuit het 'spoke and hub' model. In dit model is er geen noodzaak om alle innovatie- en R&D-faciliteiten binnen het fysieke domein van het kennislandschap (Villa Flora, Innovatoren en de 16 hectaren rondom beide landmarks) te laten landen. Er is sprake van een centraal deel met enkele satellieten in de omgeving die de decentrale innovatiepunten vormen voor agro/food en gezondheid/gezonde voeding, maakindustrie, logistiek en services. Denk daarbij aan Océ, Nunhems Nederland en Feed Design Lab. Ook zijn er natuurlijke en directe verbindingen met de Brightlands Chemelot Campus (biobased economy) en Brightlands Maastricht Health Campus (gezonde Voeding). Hiermee wordt een innovatie-ecosysteem
Verseon kenmerk:
3
gecreëerd waar de regio zijn vruchten van kan plukken. De Brightlands Campus Greenport Venlo bestaat uit drie samenhangende delen.: 1. In de stad gaan Venlo University College (Universiteit Maastricht), Fontys Venlo en HAS Hogeschool Venlo een samenhangend totaalpakket aan opleidingen bieden op het vlak van voeding en gezondheid, logistiek, economie en bedrijfskunde, en techniek met een extra accent op ondernemerschap. Gekoppeld aan onderwijs en onderzoek geven de onderwijsinstellingen mede invulling aan innovatie, kennistransfer en valorisatie. 2.
Het Kennislandschap met de Innovatoren en Villa Flora als landmarks biedt voor de opleidingen, voor startende ondernemers en ondernemers uit de regio laboratoria, proeflocaties, trainingsmogelijkheden en ontmoeting. Door een unieke combinatie van K2B, B2C, K2C, B2B, B2K en B2D uit de sectoren waarin de campus actief is (agro/food, voedsel voeding - gezondheid, logistiek, techniek en services) kunnen nieuwe initiatieven sneller ontstaan, begeleid worden, draagvlak vinden en groeien. Doorgroeiende ondernemingen en ondernemingen van elders die willen profiteren van de unieke sterktes van de campus kunnen geaccommodeerd worden op het Businesspark en het Werklandschap.
3.
De campus is tevens een netwerkorganisatie waarin vragen uit het bedrijfsleven, innovatieactiviteiten, ontmoetingen, ontwikkeling en implementatie van nieuwe bedrijfsconcepten, nieuwe verdienmodellen, ontwikkel- en stimuleringsprojecten zoals Limburgse Land en Tuinbouw Loont (LLTL) en dergelijke gekoppeld worden aan de kennis van de onderwijsinstellingen en de mogelijkheden die opleidingen en studenten bieden. Hierdoor krijgt het onderwijs permanent impulsen vanuit de ondernemerspraktijk en kan daardoor beter inspelen op opleidingsvragen. Bij dit netwerk horen nadrukkelijk ook de bedrijven die zelf al aan de slag zijn met research, development en innovatie en bedrijven die de keyenabling technologies van maakindustrie en logistiek ontwikkelen. De huidige functionaliteiten van de Stichting Greenport Venlo (opheffing uiterlijk 1/1/2015) en Greenport Venlo Innovation Centre (opheffing uiterlijk 1/1/2016) zullen hier in op gaan.
En ten derde de programmalijn, infrastructuur en faciliteiten die o.m. moet zorgen voor een goede (stedelijke) infrastructuur om de (nieuwe) bedrijvigheid optimaal te ontsluiten. Om de ambitie van Greenport Venlo te laten slagen, zijn de volgende randvoorwaardelijke investeringen van belang. Huisvesting en sport- en recreatievoorzieningen voor studenten en kenniswerkers in Venlo, dat moet uitgroeien tot een levendige studentenstad. En tevens het verbeteren van de bestaande infrastructuur in de regio. Denk aan een derde railterminal, uitbreiding van de bargeterminal Venlo en het verbeteren van de bereikbaarheid van (de Brightlands Campus) Greenport Venlo. Deze derde programmalijn bestaat uit diverse complexe projecten en processen met een diversiteit aan opdrachtgevers. Een integrale programmatische sturing door de Provincie wordt door de Provincie Limburg als niet effectief gezien. De nadruk zal liggen op het uitwisselen van kennis en informatie. De Provincie zal samen met de accountmanagers uit de Regio Venlo zorgdragen voor de relevante uitwisseling. Hierin heeft de Regio Venlo en de centrumstad Venlo in de ogen van de Provincie een regisserende rol om het woonwerk en leefklimaat voor de inwoners en bedrijfsleven te faciliteren. Uitgangspunten voor de Provincie Limburg De Provincie Limburg hanteert drie uitgangspunten t.a.v. haar deelname en (financieel) commitment in de uitrol van deze programmalijnen: 1)
Het werklandschap en kennislandschap dient vanaf de start en structureel onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn ('het een kan niet zonder het ander'-principe). Essentieel punt voor de Provincie Limburg is dat de campusontwikkeling alleen succesvol zal zijn als sprake is van een goed toegerust en qua organisatie en exploitatie adequaat 'werklandschap'. Omgekeerd geldt ook dat het 'werklandschap' alleen kan floreren als de campus de innovatie en groei van de regio faciliteert en bevordert. De ontwikkeling van het werklandschap en de ontwikkeling van het kennislandschap zijn van meet af aan en structureel onlosmakelijk met elkaar verbonden. De trits campus - businesspark / pilotplants - bedrijventerrein is daarbij veelzeggend. Overall geldt dat sprake
Verseon kenmerk:
4
dient te zijn van een eenduidige en simpele governance. Alleen binnen deze context zal de Provincie partij zijn. 2)
Het werklandschap en de exploitaties moeten op 31/12/2015 op orde zijn én er gelden binnen het werklandschap marktconforme prijzen. Alle betrokken partijen dienen hierin nadrukkelijk zelf (financiële) verantwoordelijkheid te nemen.
Hier zijn een tweetal urgenties bij aan te merken voor Venlo en de Regio Venlo die het uitgangspunt onder druk zetten. Ten eerste, zijn de afgelopen jaren door meerdere partijen vraagtekens gezet bij met name de hoogte van de gehanteerde grondprijzen in de grondexploitatie. Door het forse aanbod van bedrijfskavels in de regio en de geringe vraag staan de grondprijzen al langere tijd onder druk. in de omliggende gebieden worden bedrijfskavels aangeboden tegen aanmerkelijk lagere prijzen dan de grondprijzen die worden gehanteerd in de grondexploitatie van Venlo Greenpark. Ten tweede, is er de mogelijke insteek om (een deel van) het kennislandschap van Venlo Greenpark te verkopen aan de Provincie Limburg voor het realiseren van de campus. Mogelijk worden dan op termijn de nog uit te geven gronden in het werklandschap vervolgens overgedragen aan DCGV. Na de overdracht van de laatste gronden kan Venlo Greenpark worden ontbonden. De vraag is echter wanneer de Provincie Limburg een besluit neemt over de realisatie van de Greenportcampus, de aankoop van de gronden in het kennislandschap van Venlo Greenpark en de daarbij behorende condities zoals de omvang van de grondverwerving en de grondprijzen. Hierover bestaat momenteel veel onduidelijkheid. En dringt zich steeds meer de noodzaak oom kritisch te kijken naar de hoogte van de gehanteerde grondprijzen in de grondexploitatie en het verwachte uitgiftetempo van de gronden. 3) In het kennislandschap heeft de triple helix op 31/12/2015 in volle omvang, zowel qua partners, inhoud als participatie, gestalte gekregen. Governance In de optiek van de Provincie is de governance in Greenport Venlo op dit moment vergelijkbaar met een 'sturend lappendeken'. Het gebied ontbeert een grote trekker die de lead neemt. Echter de bereidheid in de regio om de handen ineen te slaan is groot. Om de doorontwikkeling op gang te brengen en daarmee de strategische positie van Greenport Venlo verder te verstevigen, wil de Provincie investeren in de regio en bij de start de regie te nemen. De innovatie en de feitelijke ontwikkelingen in de regio zullen structureel echter van het bedrijfsleven en het onderwijs moeten komen. Om het bedrijfsleven meer in positie te brengen, schetst de Provincie de inrichting van een Economic Development Board (EDB) naast een stuurgroep, kwartiermaker campusontwikkeling en een directeurenoverleg. In deze EDB hebben boegbeelden van de aangesloten netwerken in de agribusiness, logistiek, maakindustrie en services, een vertegenwoordiger van de overheden (i.c. de Provincie) en een vertegenwoordiger van de kennisinstellingen zitting. De EDB treedt op als strategisch adviseur van de sturingsorganen van het nieuwe ontwikkelbedrijf en de centrale campusorganisatie voor wat betreft de innovatieve / groei-agenda van Greenport Venlo. De EDB kan een rol vervullen bij het versterken van de genoemde regionale netwerken en in het kader van Brainport 2020 en het Greenport Holland Netwerk. Daarnaast heeft de bestaande stuurgroep Campus Greenport Venlo, waarin vertegenwoordigers van de onderwijsinstellingen (UM, HAS Hogeschool Venlo en Fontys Venlo), de gemeenten, de regio en de Provinciezitting hebben, gekozen voor een model van regiesturing. Kernpunt van regiesturing is dat er geen sprake is van een formele positie van boven- en ondergeschiktheid. Maar iedere partij is vanuit een gelijkwaardige, zelfstandige positie bereid zijn ideeën en acties te onderwerpen aan een gezamenlijk beoordeling m.b.t. de bijdrage aan het gemeenschappelijke doel. Iedere partij is bereid op grond daarvan de acties af te stemmen, aan te passen en/of gezamenlijk uit te voeren. Iedere partij is bereid met het oog op het gemeenschappelijk doel andere partijen gebruik te laten maken van eigen sterktes, contacten, netwerken e.d.. De regiesturing vindt zoals eerder vermeld op twee niveaus plaats, namelijk via de stuurgroep/kwartiermaker en daarnaast is er een directeurenoverleg. De stuurgroep stelt de
Verseon kenmerk:
5
hoofddoelen van de campusontwikkeling vast en de grote lijnen van de structuur waarin deze doelen hun beslag moeten krijgen. De stuurgroep bewaakt de uitwerking en geeft zo nodig impulsen en richting. In de stuurgroep hebben op dat moment de Provincie(voorzitter), Universiteit Maastricht en twee of drie vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven in de regio in de sectoren agro/food, logistiek en maakindustrie zitting. In de loop van het transitiejaar wijzigt de samenstelling van de stuurgroep. De kwartiermaker voert de feitelijke regie over de ontwikkeling van de campus. En krijgt de opdracht om het masterplan voor de campusontwikkeling op te stellen. De kwartiermaker legt voorstellen aan de stuurgroep voor, is verantwoordelijk voor de aansturing van de uitvoering van besluiten van de stuurgroep en legt periodiek verantwoording af over de voortgang. Tenslotte vindt er op ambtelijk niveau een directeurenoverleg plaats. Dit overleg heeft tot doel om enerzijds zaken die aan de stuurgroep worden voorgelegd voor te bespreken en anderzijds plooien glad te strijken en oplossingen te vinden voor knelpunten in de campusontwikkeling. Het directeurenoverleg treedt niet in de verantwoordelijkheid van stuurgroep en/of kwartiermaker. Hierbij ziet de Provincie Limburg een verdeling van rollen en verantwoordelijkheden over de vier onderdelen van de ontwikkeling van de campus (zonder bemoeienis van de stuurgroep). 1. Onderwijs en onderzoek: Primaire verantwoordelijken zijn UM, Fontys en HAS. De Provincie en de gemeente Venlo hebben eveneens zitting in deze werkgroep. Desgewenst vindt op onderdelen ook aanhaking plaats van Gilde en Citaverde. 2. Centrale campusorganisatie: Primair verantwoordelijke is de Provincie. Op basis van de uitwerking van de actiepunten betrekt de Provincie de partners en/of richt (tijdelijke) werkgroepen in waarin ook de partners kunnen participeren. 3. Kennislandschap/vastgoed: Dit is de verantwoordelijkheid van de Provincie. Die betrekt voor zover relevant partners bij de uitwerking van onderdelen. 4. Stedelijke ontwikkeling / Optimaliseren woon-, werk- en leefklimaat: Dit is de primaire verantwoordelijkheid van Venlo en de regiogemeenten. Vervolgproces regionale reactie op Plan van Aanpak programma Greenport Venlo De Regio Venlo heeft zich in de loop der jaren meermaals uitgesproken om de ontwikkeling van de Greenport Venlo mede mogelijk te maken. Daarbij is de nadere invulling van de programmalijnen, de implicaties van de randvoorwaarden en de governance op dit moment nog niet allemaal en in detail te overzien (met name de financiële impact t.a.v. grondexploitaties, vervlechting TPN/DCGV als ook de politieke regionale opvattingen t.a.v. de fasering om te komen tot een krachtig ontwikkelbedrijf). Het is zaak om als stad en Regio Venlo deze contouren tot ons te nemen en de komende tijd constructief, met een eigen koers en open vizier de invulling van de drie programmalijnen met de Provincie nader uit te werken. Hierin zal Venlo proactief de handschoen oppakken om zowel voor de stad Venlo als voor de regiogemeenten in de Regio Venlo samen met de Provincie nader vorm en inhoud te geven aan het uitvoeringsprogramma Greenport Venlo. Als coördinerende gemeente en aanspreekpunt voor de Provincie Limburg, heeft Venlo een concept-reactie op het Plan van Aanpak programma Greenport Venlo opgesteld (zie bijlage 1) die de Colleges van de regiogemeenten kunnen benutten t.b.v. de behandeling van het plan. Waarna op 8 oktober a.s. een integrale regionale reactie vanuit Venlo wordt aangeboden aan de Provincie Limburg. Intern vervolgaanpak uitvoeringsprogramma Greenport Venlo Zoals hierboven aangegeven heeft de gemeente Venlo als centrumstad een informerende en faciliterende rol in de regio om de andere gemeenten mee te nemen in de ontwikkelingen van de Greenport Campus in de meest brede zin. Daarnaast heeft Venlo zich uitgesproken om de komende tijd, en dat zal tenminste een doorlooptijd hebben van één jaar, in het samenspel met de Provincie proactief richting te geven in het verder brengen van de drie eerder genoemde programmalijnen. Venlo stelt voor om daarvoor een gemeentelijke stuurgroep in te stellen waarbij een brede verankering binnen het college plaatsvindt en via de Stuurgroep de informatie, voortgang en beoordeling periodiek wordt geagendeerd in het portefeuillehouders overleg EZ van de Regio. Daarnaast wordt een projectgroep ingericht waar experts vanuit de organisatie aan deelnemen,
Verseon kenmerk:
6
aangevuld zo nodig met externe expertise. De opdracht en invulling van zowel de Stuurgroep als de projectgroep wordt in afstemming met de algemeen directeur van Venlo de komende week uitgewerkt. Een dergelijke aanpak is noodzakelijk, mede vanwege de complexe thema's ten aanzien van de vorming van het werklandschap. De onderscheidende grondexploitaties/business-cases van Venlo Greenpark, Trade Port Noord en DCGV, alsmede het vastgoed Villa Flora vragen om een integrale benadering en aanpak, waarbij de uitdaging gevonden moeten worden om te komen tot een package deal met de provincie. In de projectmatige aanpak van deze majeure ontwikkeling zullen diverse thema's/sporen verder uitgewerkt worden. Een van de belangrijkste onderdelen is het bestuurlijke besluitvormingsproces en de strategische communicatie daarbij. Het verhaal, de keuzes, de consequenties daarvan en het perspectief zal in één keer goed gebracht moeten worden. Hieraan zal dus meer dan buitengewone aandacht moeten worden besteed. Wat betekent dit voor Beesel? Beesel speelt in dit plan van aanpak een uiterst bescheiden rol. Programmalijn 1 (het werklandschap) is voor Beesel nauwelijks een item; immers, wij zijn geen partner in het Klavertje 4-gebied. Herijking van grondprijzen zou een klein effect kunnen hebben op ons eigen grondprijzenbeleid, met dien verstande dat wij nauwelijks nog bedrijfskavels heben uit te geven (alleen nog de 10 woon-werkkavels in bp Oppe Brik). Ook bij programmalijn 2 (kennislandschap) staat Beesel vooral aan de zijlijn. Het kennislandschap moet fysiek landen in het gebied rondom VillaFlora en de Innovatoren. Wij zijn hierin geen partner. Ook in de kennisontwikkeling heeft Beesel geen rol: dit ligt bij HAS, Fontys en UM. Wel is het zaak dat wij ons bedrijfsleven aangehaakt houden bij deze ontwikkeling en de netwerken die zukllen ontstaan. En wellicht dat er in programmalijn 3 (infrastructuur/faciliteiten) nog wat kansen voor Beesel komen. Ik denk dan aan het voorzien in behoefte aan studentenhuisvesting: Beesel ligt dicht bij Venlo en heeft goede verbindingen met Venlo. Concept-reactie aan GS/PS Gemeente Venlo heeft al een concpet-reactie gereed. Ik heb deze bijgevoegd. De concept-reactie geeft voor ons geen aanleidng tot opmerkingen.
5. Toekomstvisie
Samenwerkende gemeente Beesel is een van de partners in de regio Venlo.
Verseon kenmerk:
7
6. Integrale afstemming Niet van toepassing
a. Communicatief (denk aan: Gemeente Info, pers, website, klantenbalie en Apropos) Niet van toepassing b. Financieel Niet van toepassing.
c. Juridisch Niet van toepassing.
d. Collegeprogramma Niet van toepassing
e. Risico’s Geen.
7. Voorstel / advies 1. Kennis nemen van plan van aanpak programma Greenport Venlo. 2. Instemmen met concept-resactie aan GS/PS
Verseon kenmerk:
8