Toekomstvisie positionering Besturenraad Inleiding Deze notitie vormt de weerslag van een bezinning op de toekomstige positie van de Besturenraad, die in de tweede helft van 2012 heeft plaats gevonden. Directe aanleiding voor deze bezinning vormen het afketsen van de fusie met de Vereniging Katholiek Onderwijs en een rapport van de heer Bormans over de gewenste verhoudingen tussen sectorraden en besturenorganisaties. De bezinning vond plaats aan het einde van een ingrijpende fase van transitie voor de Besturenraad als centrum voor christelijk onderwijs. Oude taken die minder te relateren zijn aan de identiteitskern zijn afgestoten, nieuwe activiteiten zijn voortvarend opgepakt, de organisatie is verhuisd en sterk afgeslankt, de contributie is fors verlaagd. De vereniging staat er in veel opzichten sterk voor, kent een hoge mate van betrokkenheid van leden, ledentrouw en ledentevredenheid. De notitie is opgebouwd vanuit een visie op de school als bezield verband voor waardegedreven onderwijs. Deze scholen vormen samen een lokaal verankerde beweging van christelijk onderwijs in ons land. De Besturenraad vormt de landelijke ondersteuner van die beweging. Deze maakt deel uit van een nog bredere beweging van maatschappelijk geëngageerde en christelijk geïnspireerde mensen en hun organisaties in tal van maatschappelijke sectoren. De meeste van onze leden zijn, behalve in de Besturenraad, ook verenigd in het verband van sectorraden voor de onderwijssector waar zij deel uitmaken. De verhouding tot die raden en tot de andere christelijke organisaties in de onderwijssector en daarbuiten wordt in deze notitie belicht. School als bezield verband voor waardegedreven onderwijs Onderwijs is geen neutrale, technische aangelegenheid. In de pedagogische relatie van docenten en kinderen gaat het om kennisoverdracht en om brede vorming op onder andere sociaal, creatief, moreel en spiritueel vlak. De bezieling van de school als gemeenschap van professionals, leiding, ouders en leerlingen, komt voort uit de waarden en de inspiratie die verbonden zijn met de eigen levensovertuiging. Christelijk onderwijs in al zijn veelkleurigheid is geënt op de boodschap van het Evangelie, op de verhalen van de Bijbel die de waarden van geloof, hoop en liefde uitdragen. Dit wordt dagelijks in veel verschillende contexten vertaald naar een eigen visie op wat goed onderwijs is. Vanuit die visie wordt op christelijke scholen les gegeven. Gelukkig kunnen we dat in ons land doen met volledige overheidsbekostiging. De prijs die daarvoor wordt betaald is dat van de overheid altijd een uniformerende een regulerende kracht uitgaat. Christelijk onderwijs staat steeds weer voor de uitdaging om overheidssturing zoveel mogelijk op te nemen in de eigen waardegedreven visie, maar dit levert soms spanning op. Sterke overheidssturing kan leiden tot het zich laten aanleunen van top-down aangereikte visies, waardoor de eigen authentieke drijfveren op de achtergrond raken en professionele autonomie en beroepseer verminderen. Met een technocratische en economiserende benadering van het onderwijs en uniformerende regelgeving wordt het hart van de mensen in het onderwijs niet geraakt. Om te kunnen kiezen voor een alternatieve benadering, voortkomend uit een christelijke levensovertuiging, is voortdurende bezinning nodig. Met alle betrokkenen binnen en buiten de school moet het gesprek levendig
gehouden worden over de vraag ‘waaruit’ en ‘waartoe’ onderwijs wordt vormgegeven. Dat levert bezieling op. Landelijke beweging van christelijke scholen De kracht van de bezieling is groter als sprake is van gemeenschappelijkheid; dat levert meer verbinding op. Samenbundeling leidt ook waar nodig tot een effectievere tegenkracht tegen bedreigende invloeden. Daarom is het heel natuurlijk dat verbanden van gelijkgezinden zijn e ontstaan. In het midden van de 19 eeuw ontstond er een maatschappelijke beweging om scholen te realiseren waarin de christelijke levensovertuiging als het hart van het onderwijs functioneert. Vanaf het begin hoorde daar ook vanzelfsprekend een eigen landelijke organisatievorm bij, waarvan op dit moment de Besturenraad, centrum voor christelijk onderwijs, een exponent is. Christelijke scholen vertonen een rijke variatie. Qua denominatie zijn ze protestants-christelijk, katholiek, interconfessioneel, gereformeerd, evangelisch of reformatorisch. De invulling van de christelijke identiteit is afgestemd op de doelgroep van ouders en leerlingen en varieert naar regio, buurt en dorp. Deze invulling is sterk persoonlijk gekleurd door de leidinggevenden en het team van docenten en verschilt per leeftijdsgroep van de leerlingen en studenten. Wat hen bindt zijn de Bijbelse verhalen, de waarden en normen die verbonden zijn met het christendom en in het bijzonder met het leven en werken van Jezus Christus. De uitvoering van christelijk onderwijs is veelkleurig; zoekend en tastend of overtuigd, meer impliciet of juist heel expliciet, dicht bij de traditie staand of sterk vernieuwend. Die veelkleurige achterban vormt samen een landelijke beweging. De Besturenraad, centrum voor christelijk onderwijs, wil stem en steun geven aan alle christelijke scholen die zich thuis voelen in ons verband. Dat doen we ook voor schoolbesturen in het bijzonder onderwijs met een andere dan een christelijke grondslag, die zich als geassocieerd lid bij onze beweging kunnen aansluiten. Netwerkondersteuning, belangenbehartiging, dienstverlening en kenniscentrum Een belangrijke functie van het centrum voor christelijk onderwijs is het ondersteunen en faciliteren van netwerken van groepen leden. Het kan daarbij gaan om sectorale en regionale netwerken als PO-Noord, om landelijke sectorale netwerken als de Christelijke Federatie MBO, maar ook om netwerken van actorengroepen als bestuurders en toezichthouders, lectoren in christelijke pabo’s of KVSC, (schoolleiders christelijk (protestants en katholiek) VO). De Besturenraad mengt zich in de politieke en maatschappelijke debatten, landelijk en Europees, over thema’s die het christelijk onderwijs raken. We doen dat vanuit een eigen visie op goed onderwijs, op onderwijsbeleid en de verhouding tussen overheid en scholen. De Besturenraad vormt een kenniscentrum op het vlak van christelijk onderwijs en inspireert de leden op dit gebied. Het gaat daarbij om concrete zaken als onderzoeken, inspirerende bijeenkomsten en leergangen voor bestuurders, leidinggevenden en toezichthouders, infrastructuur van het Diploma Christelijk Basisonderwijs, het blad SBM en de digitale nieuwsbrief en tal van andere publicaties en onderzoeksrapporten. Daarbij hebben we de ambitie om eigen invullingen te geven aan de kwaliteit van christelijk onderwijs en deze de komende jaren te beschermen en te versterken. Wij zijn voor bestuurders, schoolleiders en toezichthouders sparringpartner bij het vervullen van hun opdracht om hoogwaardig christelijk onderwijs te bieden. Ons aanbod is er in de eerste plaats op gericht om hen toe te rusten op het gebied van vormgeven van de identiteit binnen de school als waardengemeenschap. Daartoe is onder andere inspirerend leiderschap nodig dat bijdraagt aan de gewenste organisatiecultuur. Onze dienstverlening richt zich daarom ook op leiderschap, op het verbeteren van samenwerking tussen mensen in de organisatie, vraagstukken van governance en
2
het overbruggen van de kloof tussen de bestuurlijke agenda en het dagelijkse werk en met aandacht voor verbinding met de idealen van medewerkers en de doelen van de organisatie. Om het sparringpartnerschap voor leidinggevenden in het christelijk onderwijs goed in te kunnen vullen, bieden we ook ondersteuning aan op het vlak van bedrijfsvoering, planning en prognoses en juridische zaken. Door gebruik te maken van de kracht van de vereniging als inkoopcollectief worden de lasten van leidinggevenden om keuzes te moeten maken die niet te maken hebben met het primaire proces verminderd en ontstaan financiële voordelen die de kracht en kwaliteit van het onderwijs versterken. Onze aanpak is gericht op de nabijheid van de leden en het verrichten van dienstverlening vanuit het bezielde verband dat de vereniging kan bieden, waarbij de christelijke visie op onderwijs uiteraard ook voor ons leidraad bij ons werk vormt. De afgelopen jaren is gebleken dat de organisatievernieuwingen en de versterkte focus die in gang zijn gezet na de vorming van de sectorraden voor het funderend onderwijs, door onze leden positief gewaardeerd worden. Er is sprake van een zeer hoge aansluitingsgraad en een grote mate van ledentevredenheid. Het belang van onze missie en visie wordt door onze leden onderschreven. De contributie die de leden betalen, is nodig om dit werk te blijven doen. Deze wordt berekend op basis van leerlingenaantal, zodat rekening wordt gehouden met de draagklacht van leden. Bij een dalend leerlingenaantal als gevolg van de demografische ontwikkeling en minder bestedingsruimte voor scholen blijft de contributie onder druk. Er is veel steun bij de leden voor de mix aan activiteiten die zij op dit ogenblik ervaren voor het lidmaatschapsgeld. Samenwerken met anderen: de huidige situatie In ons werk komen we allerlei partijen tegen waar we mee samenwerken om onze missie en visie te realiseren. Het meest nabij zijn de zusterorganisaties VKO, VGS en LVGS die bewegingen vormen van respectievelijk katholiek, reformatorisch en gereformeerd onderwijs en met wie wij de christelijke inspiratie delen. De LVGS-leden zijn tevens lid van de Besturenraad en ons bureau verzorgt de ondersteuning van het LVGS. Met de VKO zijn in de periode 2011-2012 fusiebesprekingen gestart op basis van een door de leden van beide verenigingen breed ondersteunde intentie tot fusie per 1 januari 2013. Naar aanleiding van discussies die daarna binnen de VKO ontstonden over hun eigen koers, zijn de besprekingen in het voorjaar van 2012 opgeschort. Recent hebben wij van de VKO begrepen dat er van hun kant geen animo is om het fusieproces op korte termijn nieuw leven in te blazen. De Besturenraad blijft desondanks positief ten aanzien van een eventuele fusie. Daarbij stellen wij vast dat het gesprek hierover pas kan worden voortgezet wanneer hier vanuit VKO weer animo voor is. Beide bureaus zijn sinds 2010 gezamenlijk gehuisvest. Daar waar wenselijk voor bedrijfsvoering zal de samenwerking voortgezet worden. Samen met deze drie verenigingen voor het christelijk onderwijs en de collega-besturenorganisaties voor het algemeen-bijzonder, openbaar en islamitisch onderwijs zijn wij het gezicht van het veelkleurige onderwijspalet. Als centrum voor christelijk onderwijs zijn we betrokken bij de hele schoolgemeenschap. Hoewel de Besturenraad oorspronkelijk een vereniging van bestuurders, toezichthouders en leidinggevenden is, vinden wij het van belang om samen te werken met organisaties voor anderen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Het gaat daarbij primair om organisaties waarmee wij de christelijke inspiratie delen als Ouders & COO, NKO, CNV-O, CNV-S en confessionele secties van de AOb. In het veld van dienstverleners aan onder andere het christelijk onderwijs komen we ook organisaties tegen die christelijk geïnspireerd zijn, met name CPS en Kwintessens/Edukans. Veel van deze organisaties zijn verbonden in het Netwerk Christelijk Onderwijs (NCO), waar ook de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) deel van uitmaakt. Voor de inhoud van ons werk bestaan nauwe relaties
3
met confessionele instellingen voor hoger en wetenschappelijk onderwijs en instituten en dienstverleners op het vlak van de christelijke identiteit van het onderwijs als IKO. Voorts maken wij landelijk deel uit van de christelijk-sociale beweging (CSC) en in Europees verband van de bewegingen voor vrijheid van onderwijs (ECNAIS) en christelijk onderwijs (IV/ICCS/COGREE). Uit recente gesprekken met Ouders & COO is de gedachte naar voren gekomen van een gezamenlijke doorontwikkeling naar een landelijke beweging voor christelijk onderwijs en kinderopvang. Deze zou zich op alle actoren binnen het christelijk onderwijs moeten richten: bestuurders, schoolleiders, toezichthouders, docenten en ouders/leerlingen. De bekostiging van deze beweging zou mogelijk voor een deel uit ouderbijdragen kunnen bestaan, zoals onder andere ook in de sportwereld gebruikelijk is. Samenvoeging van bestaande bureaus zou kunnen leiden tot vergroting van doelmatigheid. Belangrijker is dat op die manier ook een beweging ontstaat met een grotere maatschappelijke verankering en een mogelijk stevigere positie in de politieke arena. Het rapport Bormans wijst ook op het feit dat organisaties die uitsluitend of primair bestuurders representeren in het huidige krachtenveld op achterstand staan. Wij hebben echter geconstateerd dat er onder de leden onvoldoende draagvlak is om een dergelijke doorontwikkeling op korte termijn uit te voeren. De Besturenraad zal doorgaan met de intensieve samenwerking met gelijkgezinde organisaties, onder andere in het kader van het Netwerk Christelijk Onderwijs. Ook zullen wij alleen of samen met anderen activiteiten op het vlak van onderzoek en toerusting uitvoeren die zich ook op andere dan de traditionele doelgroepen richten. In dat kader kan concreet gedacht worden aan het congres ‘geloven in onderwijs’ en een mogelijk diploma christelijk VO voor docenten. Het is denkbaar dat het bureau van de Besturenraad ook diensten verricht aan verwante organisaties en verenigingen, maar de vereniging Besturenraad zal niet opgaan in bredere associaties. Verhouding tot de sectorraden In de sfeer van de belangenbehartiging komen we als belangrijke samenwerkingspartners de sectorraden tegen. De afgelopen jaren zijn er sectorraden ontstaan voor het primair en voortgezet onderwijs, naast de eerder geformeerde raden voor middelbaar en hoger beroepsonderwijs en universiteiten. Deze sectorale krachtenbundeling kent sterke en zwakke aspecten. Bij onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden met de vakbeweging en onderhandelingen met de rijksoverheid over bijvoorbeeld bekostigingskwesties is het van groot belang om met één mond te spreken en de benodigde expertise te bundelen. Dat geldt ook voor enkele andere meer technische onderwerpen. Over andere kwesties blijft het noodzakelijk om de eigen visie van het christelijk onderwijs actief uit te dragen in de richting van de politiek en de samenleving. In een steeds vijandiger politiek en maatschappelijk klimaat ten opzichte van christelijk onderwijs, is een eigenstandige, krachtige belangenbehartiging, zowel nationaal als Europees, op het vlak van de vrijheid van onderwijs onmisbaar. Dit kan zonder afbreuk te doen aan het grote belang van eenstemmigheid op al die onderwerpen die eveneens voor de desbetreffende sector van groot belang zijn. Daarbij is overigens geen harde grens te trekken. Wat neutraal en technisch lijkt, kan wel degelijk de levensbeschouwelijke invulling raken. De sectorraden als grootste gemene deler van de verscheidenheid hebben een natuurlijke neiging tot een enigszins technocratische benadering van onderwijsbeleid. Zij zijn voor hun positie sterk afhankelijk van een goede relatie met de rijksoverheid en dus geneigd tot het accommoderen van politieke wensen. Gelet op de schaal en diversiteit van de sectoren in het funderend onderwijs is het voor hen moeilijk om een echte ledengemeenschap te vormen en wordt de beleidsbepaling gedomineerd door leden die tijd en middelen hebben om aan de desbetreffende circuits deel te nemen. De Besturenraad is bevrijd van allerlei meer technische ballast en overlegcircuits met de overheid. Daardoor kunnen we ons volledig richten op de nabijheid van onze leden en op het vertolken van een onafhankelijk eigen
4
geluid vanuit het christelijk onderwijs. Dat doen we samen met de raden waar het kan, maar ook zelfstandig en afwijkend van de raden als het moet. Afstemming en samenwerking met de PO- en VO-raad op het vlak van beïnvloeding vinden plaats tijdens periodieke overlegvergaderingen. Vernieuwd pact met de sectorraden Er is aanleiding om de onderlinge band te versterken en om de samenwerking minder vrijblijvend te maken in de vorm van een vernieuwd pact tussen besturenorganisaties en sectorraden. Leden vragen om minder vrijblijvendheid in de samenwerking gebaseerd op heldere afspraken, het voorkomen van overlap, waar mogelijk een meer eenduidig optreden naar buiten toe, onderlinge versterking en kostenreductie. In dat kader is overigens ook de positie van de AVS aan de orde. De ingestelde kamers voor schoolleiders in de PO-Raad en VO-raad zouden tot gevolg moeten hebben dat de AVS zich voortaan strikter beperkt tot vakbondsactiviteiten. Onlangs heeft een externe ‘verkenner’, de heer Bormans, voorzitter CvB Hogeschool Rotterdam, een rapport uitgebracht waarin hij naast een scherpe analyse ook een aantal aanbevelingen doet over een vernieuwde samenwerking. Voor de sector VO hebben alle betrokkenen de intentie uitgesproken om de gegroeide vruchtbare samenwerking te bekrachtigen met een overeenkomst tussen de besturenorganisaties en de VO-raad. Deze is als bijlage bij deze notitie gevoegd, samen met een toelichtend communiqué. De gesprekken met de PO-Raad zullen voortgezet worden op het moment dat de nieuwe governance van deze organisatie ook personeel ingevuld zal zijn. De inzet van de Besturenraad ligt in het verlengde van de aanbevelingen van dhr. Bormans en is gebaseerd op het voorbeeld van de goede samenwerking met de VO-raad. Een vernieuwd pact met de twee sectorraden voor PO en VO, (waarbij maatwerk nodig kan zijn), kan wat de Besturenraad betreft langs de volgende lijnen geconcretiseerd worden: De sectorraden maken optimaal gebruik van de praktijkkennis en van de diversiteit van identiteitsgeladen visies op goed onderwijs van de besturenorganisaties bij hun werk als belangenbehartiger voor de betreffende sector. De besturenorganisaties ondersteunen de sectorraden in hun algemene belangenbehartiging voor de sectoren. Er komen heldere afspraken over niet-vrijblijvende coördinatie, zoveel mogelijk aan de voorkant, adequate informatievoorziening over en weer, openheid voor inbreng in lobbytrajecten en zoveel mogelijk eenduidige woordvoering zonder aantasting van autonomie van de organisaties. De helpdesks werken nauw samen. De sectorraden verwijzen bij meer complexe vragen en verzoeken om dienstverlening naar advocaten en juristen van besturenorganisaties. De sectorraden nemen geen nieuwe initiatieven en bouwen bestaand aanbod af op het vlak van collectieve inkoop/ledenvoordeel/individuele dienstverlening. De besturenorganisaties vergroten hun effectiviteit en efficiëntie op deze taken door meer onderlinge samenwerking. Sectorraden en besturenorganisaties blijven gericht op doelmatigheidsvergroting door het tegengaan en voorkomen van overlap en het versterken van complementariteit. In de discussies over de gewenste relatie tussen de sectorraden en besturenorganisaties is wel gesuggereerd dat deze zouden moeten versmelten tot één organisatie. De besturenorganisaties vormen dan zogenaamde kamers of afdelingen die onder het gezamenlijke dak van een raad voor het funderend onderwijs zijn opgehangen. Voor de Besturenraad is dit ook voor de lange termijn geen wenselijke optie. Het blijft voor het vervullen van de eigen missie van belang om als zelfstandige en autonome organisatie te opereren voor het gehele christelijk onderwijs in alle sectoren.
5
Conclusie Uit het bovenstaande trekken wij voor de Besturenraad, centrum voor christelijk onderwijs, de volgende conclusies. 1. Christelijk onderwijs in al zijn veelkleurigheid is geënt op de boodschap van het Evangelie en hetgeen geschreven is in de Bijbel, waarbij de waarden geloof, hoop en liefde worden uitgedragen. Voor het floreren van dat onderwijs en voor de onderlinge verbinding, inspiratie en bezieling is ook in de toekomst een eigen autonome landelijke beweging nodig. 2. De Besturenraad vormt een belangrijke exponent van die beweging. Het is een vereniging met een duidelijk christelijk profiel, die zich inzet voor kracht en kwaliteit van de brede variëteit van het christelijk onderwijs, in alle onderwijssectoren. 3. De Besturenraad functioneert vanuit de christelijke waarden, visie en missie als netwerkfacilitator, belangenbehartiger, dienstverlener en kenniscentrum. 4. De belangenbehartiging van de Besturenraad vindt plaats vanuit een eigen visie op goed onderwijs, op onderwijsbeleid en de verhouding tussen overheid en scholen en is mede gericht op het laten floreren van de vrijheid van onderwijs. 5. Met andere christelijk geïnspireerde organisaties binnen en buiten de onderwijssector wordt intensief samengewerkt. Op korte termijn streeft de Besturenraad geen fusies na. Het is denkbaar dat het bureau van de Besturenraad ook diensten verricht voor verwante organisaties en verenigingen, maar de vereniging Besturenraad zal niet opgaan in bredere associaties. De Besturenraad blijft openstaan voor een eventuele fusie met de VKO. 6. De Besturenraad zet zich in voor een constructieve samenwerking met de sectorraden. Voor de sectoren PO en VO streven wij naar een vernieuwd pact langs de in de notitie genoemde lijnen. De ledenvergadering van de Besturenraad stemt in met de voorliggende conceptovereenkomst met de andere besturenorganisaties en de VO-raad en streeft naar een vergelijkbare overeenkomst met de PO-Raad.
6