Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 1
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Inhoudsopgave
A. Uitgangspunten van het project. ................................................................................................... 3 1. Aanleiding van het project .......................................................................................................... 3 2. Doelen, resultaten en effecten .................................................................................................. 4 2.1 Doelstellling............................................................................................................................ 4 2. 2 Resultaten ............................................................................................................................. 5 2.2 Doelgroepen en effecten ..................................................................................................... 6 3. Het project inhoudelijk ................................................................................................................ 9 3.1 Inhoudelijk experiment ......................................................................................................... 9 3.2 Aansluiting met en verdieping en verbetering van de huidige praktijk ............................ 11 3.3. De actieve bijdrage van de projectpartners ....................................................................... 12 4. De innovatie in het project........................................................................................................ 13 B. Inhoudelijke aspecten TBTOP..................................................................................................... 14 5. Projectfasering, activiteiten en resultaten .............................................................................. 14 Fase 0: Projectaansturing en monitoring ................................................................................... 16 Fase 1: Projectopstart ................................................................................................................... 17 Fase 2: Het oefenen van de innovatieve opzet ......................................................................... 20 Fase 3: Doorontwikkelen ML‟s en het multidisciplinaire leren en werken ............................. 22 Fase 4: Eindevaluatie en vastlegging ......................................................................................... 24 C. Samenwerkingsverband en projectorganisatie. ....................................................................... 25 6. Beschrijving samenwerkingsverband ..................................................................................... 25 D. Monitoring en onderzoek ............................................................................................................. 27 7. Onderzoeksvragen .................................................................................................................... 27 E. Communicatie ................................................................................................................................ 30 8. Samenvatting voor communicatiedoeleinden ....................................................................... 30
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 2
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
A. Uitgangspunten van het project. 1. Aanleiding van het project In Parkstad Limburg voeren onderwijsinstellingen en bedrijfsleven het unieke project De Wijk van Morgen uit. De Wijk van Morgen (DWvM) is een onderwijs- en onderzoeksprogramma waarin VMBO, MBO en HBO leerlingen en docenten samen met het bedrijfsleven een duurzame wijk ontwikkelen. Er worden vier energiezuinige en slimme gebouwen ontwikkeld, gerealiseerd, geëxposeerd en geëxploiteerd. Naast deze gebouwen wordt ook een duurzame publieke ruimte ingericht. De duurzaamheid is mogelijk door het gebruik van nieuwe technologieën. Het eerste gebouw staat inmiddels letterlijk in de steigers en het tweede ligt op de ontwerptafel. Met dit programma is een enthousiaste en doelgerichte samenwerking ontstaan tussen opleidingen, onderwijsinstellingen en bedrijven. Door het samenwerken wordt steeds duidelijker hoe de werknemer van morgen er uit moet zien. In de sector techniek is behoefte aan personeel dat vertrouwd is met state of the art technieken in hun vakgebied. Tegelijkertijd moeten de werknemers de competenties hebben om over hun vakgebied heen te kijken en in een team innovaties in het totale proces of project tot stand te brengen. Wanneer deelnemers van school komen is het belangrijk dat ze naast een brede inhoudelijke kennis van zaken een nieuwsgierige houding bezitten en het zelfvertrouwen hebben om steeds weer, in een team, innovaties te ontwikkelen of toe te passen. Onderwijsinstellingen kunnen op dit moment niet voldoen aan de hierboven beschreven behoefte van de regionale arbeidsmarkt aan breed, sectoroverschrijdend, opgeleide medewerkers. De kaders van opleidingen en onderwijsorganisaties blijken hardnekkige barrières te vormen voor sectoroverschrijdend opleiden. Daarnaast kampt de regio Parkstad met een teruglopend aantal leerlingen in met name in de technieksector. Door de lagere inkomsten komt de kwaliteit van het onderwijs onder druk te staan. Deze ontwikkeling dwingt tot keuzes maken. De onderwijspartners streven naar een gezamenlijk herontwerp van het techniek onderwijs in Parkstad. Hierover wordt reeds overleg gevoerd met het ministerie OCW. Belangrijke facetten van het herontwerp zijn een goed toeleidingstraject, dat jongeren stimuleert om Techiek te kiezen, een goed zorgtraject en kwalitatief hoogwaardig techniek onderwijs dat aansluit bij de huidige én toekomstige beroepspraktijk. Deze vaststelling vraagt om een essentiële kwaliteitsverbetering van beroepsopleidingen en van de samenwerking van onderwijsinstellingen. Deze samenwerking is er enerzijds via het Strategisch Overleg Parkstad, waarin door de instellingen voor VMBO en MBO gezamenlijk onderzocht wordt hoe op termijn de techniekopleidingen in stand gehouden en verbeterd kunnen worden. Anderzijds is de samenwerking tussen het MBO (niv. 4) en het HBO geïntensiveerd. De intentie is er om op termijn de MBO niv. 4 techniek opleidingen te lokaliseren bij Hogeschool Zuyd gegeven worden. Deze samenwerking is bestendigd onder de naam Xperience Parkstad. Dit is de naam voor het samenwerkingsverband tussen Arcus College, Hogeschool Zuyd, Open Universiteit, Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg (SVOPL). Deze instellingen gaan gezamenlijk een onderwijscampus realiseren met doorlopende en samenhangende onderwijsprogramma‟s. Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs (LVO) doet mee aan de samenwerking gericht op de doorlopende en samenhangende onderwijsprogramma‟s, maar zal geen fysieke locatie op de campus hebben.
De kwaliteitsverbetering van het onderwijs is in gang gezet door het implementeren van leren in een multidisciplinaire, innovatieve praktijkomgeving, waar De Wijk van Morgen een eerste voorbeeld van is. Deze nieuwe manier van werken en leren is echter nog niet geïncorporeerd in het techniek onderwijs. Dat wil zeggen: het leren in De Wijk van Morgen vindt op dit moment plaats in de vorm van Versie 2, 10 september 2010
Pag. 3
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
een project, waarbij allerlei organisatorische, pedagogische en vakinhoudelijk hobbels gedurende het project genomen worden. Met dit project willen we de kennis en ervaring die we nu op doen, omzetten in een methodiek die het mogelijk maakt om leren in multidisciplinaire, innovatieve praktijkomgevingen structureel onderdeel uit te laten maken van de techniekopleidingen op zowel VMBO, MBO als HBO niveau. Hiertoe wordt in dit project veel aandacht besteed aan het professionaliseren van docenten, via het oprichten van leergemeenschappen. Het project Toekomstbestendig Techniek Onderwijs Parkstad (TBTOP) moet eveneens bijdragen aan het vinden van regionale oplossingen in het onderwijs in Zuid-Limburg voor het afnemende aantal leerlingen en studenten, in het bijzonder in de techniek.
2. Doelen, resultaten en effecten 2.1 Doelstellling Doelstelling van het project is om het techniek onderwijs op VMBO, MBO en HBO zodanig in te richten dat gezamenlijk leren met leerlingen, deelnemers en studenten 1 van verschillende opleidingen en niveaus in een multidisciplinaire praktijkomgeving structureel onderdeel is van het onderwijs. Het techniek onderwijs moet hierdoor ook voortdurend up-to-date zijn met de ontwikkelingen in de maatschappij. Zo geeft het onderwijs de studenten de benodigde actuele bagage mee om in de beroepspraktijk innovaties in processen en producten mogelijk te maken. TBTOP beoogt hiermee het techniek onderwijs in Zuid Limburg toekomstbestendig maken. Dat wil zeggen: - Toekomstbestendig doordat het onderwijs permanent wordt aangepast aan vakinhoudelijke en regionale veranderingen - Toekomstbestendig doordat de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven de krachten bundelen om aantrekkelijk onderwijs voor een afnemend leerlingenaantal, financieel en organisatorisch mogelijk te maken. - Toekomstbestendig doordat de toeleiding, begeleiding en doorstroom van studenten in het techniekonderwijs, vanuit een gezamenlijke visie en werkwijze wordt geïntensiveerd. Dit kan 2 de afnemende instroom waar mogelijk doen remmen . Om deze doelstelling te realiseren heeft het project TBTOP twee concrete doelen: 1) Het realiseren van multidisciplinaire leergemeenschappen die onderwijsvernieuwingen ontwikkelen en implementeren om het onderwijs continu te laten aansluiten met de actuele en toekomstige beroepspraktijk. 2) Het realiseren van leerarrangementen die het leren in de multidisciplinaire beroepspraktijk met studenten van verschillende opleidingen en verschillende opleidingsniveau‟s mogelijk maken. Onder leerarrangementen verstaan we alle mogelijke onderwijselementen die ervoor zorgen dat een student het gewenste leerresultaat bereikt.
1 In het vervolg van de tekst wordt het begrip studenten gebruikt. Hiermee worden zowel leerlingen (VMBO), deelnemers (MBO) als studenten (HBO) bedoeld. 2
Cijfers van het CBS laten zien dat het leerlingenaantal in het primair onderwijs in Zuid Limburg tussen 2000 en 2008 met 11 % is gedaald. De verwachting is dat dit leerlingenaantal tussen 2007 en 2025 met 23 procent afneemt. Bron: SBO notitie Krimpregio‟s in Nederland, de gevolgen voor het onderwijs, 17 juni 2010.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 4
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
2. 2 Resultaten Na afloop van het project dienen de volgende resultaten bereikt te zijn: Resultaat 1: multidisciplinaire leergemeenschappen. Dit resultaat bestaat uit twee meetbare deelresultaten: 6 multidisciplinaire leergemeenschappen* hebben goed gefunctioneerd. Het goed functioneren is af te meten aan de producten en processen die worden ontwikkeld en aan de verhoging van de didactische en vakinhoudelijke competenties van de docenten. Streefwaarde hierbij is “50% van de docenten van de deelnemende opleidingen en van de praktijkbegeleiders van de deelnemende bedrijven hebben hun didactische of vakinhoudelijke competenties verhoogd”.
Een multidisciplinaire leergemeenschap is een groep van 5 tot 10 deelnemers uit docenten van technische opleidingen van HBO, MBO, VMBO en uit medewerkers van bedrijven, die samen een opdracht op het gebied van integraal ontwerpen en integraal uitvoeren, met als doel: - professionaliseren van de deelnemers en
-
opleveren van een product of proces dat de aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk verbetert.
In het eerste jaar werken docenten van verschillende opleidingen binnen hetzelfde opleidingsniveau, met bedrijfsmedewerkers, samen in een ML. Dit noemen we horizontale ML’s Vanuit deze ervaring worden na een jaar ML’s van de verschillende opleidingsniveau’s met elkaar samengevoegd. Dit noemen we verticale en horizontale ML’s. Er is een samenwerking ontstaan tussen opleidingen binnen een niveau en tussen aansluitende opleidingsnivea’s (VMBO / MBO 2MBO3 en MBO 4- HBO). Het samenwerken in multidisciplinaire leergemeenschappen is een nieuw proces voor docenten en bedrijfsmedewerkers. Dit proces zal, los van de concrete producten en processen, een cultuurverandering in het onderwijs in gang zetten. Groepen docenten worden getriggerd om over de grenzen van hun vakgebied te kijken en naar het onderwijs te kijken, vanuit de bril van de praktijk. De multidisciplinaire leergemeenschappen dienen hun ervaringen met andere docenten te delen, zodat deze mee kunnen gaan in de ingang gezette verandering.
Minimaal xx docenten en directieleden hebben deelgenomen aan bijeenkomsten gericht op kennisdeling gerelateerd aan het leren en werken in de multidisciplinaire beroepspraktijk . Deze multidisciplinaire beroepspraktijk is in eerste instantie De Wijk van Morgen. In de loop van het project kunnen ander praktijkcases met een multidisciplinair karakter als input dienen. Resultaat 2: Leren in de multidisciplinaire praktijk. Minimaal xx studenten hebben opdrachten uitgevoerd gerelateerd aan integraal ontwerpen en uitvoeren bij DWvM, waarvan xx studenten en leerlingen deze opdrachten in multidisciplinaire of instellingsoverschrijdende teams hebben uitgevoerd.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 5
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Resultaat 3: Overdraagbare onderwijsmethodiek Dit resultaat bestaat uit 3 kwalitatieve deelresultaten: De resultaten van de leergemeenschappen in termen van producten en processen hebben geleid tot veranderingen in het onderwijs, waardoor het leren in een multidisciplinaire praktijkomgeving een regulier onderdeel van het onderwijs is geworden. Het proces van leergemeenschappen is ook ingebed bij de taken van docenten. De begeleiding- en zorgstructuur van de onderwijsinstellingen zijn op elkaar afgestemd, zodat de begeleiding van multidisciplinaire studentgroep goed verloopt en doorstoom van leerlingen in de onderwijskolom vergemakkelijkt wordt. De ontwikkelde onderwijsmethodiek is vastgelegd in de vorm van een handboek en wordt actief overgedragen naar andere projecten en sectoren. In paragraaf 5 zijn de activiteiten met de bijbehorende deelresultaten beschreven die bijdragen aan de bovenstaande resultaten.
2.2 Doelgroepen en effecten Op de volgende pagina‟s is beschreven welke effecten het project op elke doelgroep zal hebben.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 6
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Doelgroep Docenten
Studenten en leerlingen
Bedrijfbegeleiders
Leerlingen VMBO-T / VMBO-kader, basisonderwijs, HAVO,
Effect van het project op de doelgroep - Het vakmanschap van de docenten verbetert doordat zij (1) buiten hun vakgebied samenwerken met elkaar en met medewerkers uit het bedrijfsleven en (2) doordat zij leerlingen begeleiden in een innovatieve beroepspraktijk en daarmee uitgedaagd worden hun pedagogisch en vakinhoudelijk kennis en vaardigheden op peil te houden. - Het inzicht van de docenten in de verticale leerweg vmbo-mbo-hbo vergroot doordat zij buiten hun onderwijsniveau samenwerken met elkaar en leerlingen begeleiden en daarmee de aansluitingsproblematiek van vmbo naar mbo en van mbo naar hbo beter zullen aanpakken. - Leerlingen in het VMBO krijgen een breed en realistisch beroepsbeeld van diverse beroepen in de bouw en techniek sector. Doordat het project gericht is op duurzaam bouwen gaat dit beroepsbeeld verder dan beroepen in de traditionele bouwsector. Leerlingen maken ook kennis met beroepen gerelateerd aan bijvoorbeeld het ontwikkelen en installeren van zonnepanelen of nieuwe manieren van warmteterugwinning. Dit maakt de doorstroom naar het techniek onderwijs op het VMBO niveau aantrekkelijker. Tegelijkertijd kunnen leerlingen ook een betere afweging maken indien zij niet verder willen in de techniek sector. - De talenten studenten worden meer ontwikkeld, doordat zij via flexibele leerroutes die gekoppeld zijn aan leren in een multidisciplinaire praktijkomgeving, meer invulling kunnen geven aan hun eigen leerroute. De ontschotting van de opleidingsgebieden bouwkunde en werktuigbouwkunde, elektro- en installatietechniek en technische bedrijfskunde (HBO), verruimt de keuzemogelijkheden voor studenten. - MBO- en HBO studenten leren interdisciplinair werken. Deze vaardigheid wordt bij zowel breed als specialistisch opgeleide studenten versterkt. Dit leidt op tot beroepsbeoefenaars die gewend zijn over de grenzen van hun vakgebied heen te kijken en effectief samen te werken met andere beroepen. - MBO- en HBO studenten krijgen meer mogelijkheden om op een integrale manier begeleidingstaken (bijv. leidinggeven, communiceren met medewerkers en opdrachtgever) in een realistische context te oefenen, waardoor zij beter hun algemene competenties en vaardigheden ontwikkelen. - Studenten krijgen een beter beeld van het vervolgonderwijs en zullen hun studiekeuze bewuster maken met het gevolg dat het aantal “switchers” in de vervolgopleiding zal afnemen. - De bedrijfsbegeleiders zijn meer tevreden over de kwantiteit en kwaliteit van de stagiaires en afgestudeerden van het MBO en HBO. - De begeleidingstaken bij VMBO, MBO en HBO leerlingen worden beter uitgevoerd, doordat de bedrijfsbegeleiders meer inzicht in en invloed op het onderwijs hebben. - Leerlingen krijgen een breed en aantrekkelijk beeld van het vakgebied bouw en techniek.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 7
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
VWO Onderwijs ondersteuning Besturen
Directies van onderwijsinstellingen en bedrijven
-
Medewerkers werken samen met de instellingsprojectleider om flexibel, praktijkgericht onderwijs mogelijk te maken.
-
Instellingsbesturen werken op strategisch en tactisch niveau met elkaar samen en nemen de benodigde maatregelen om het techniekonderwijs in Zuid Limburg toekomstbestendig te maken en te houden. Instellingsbesturen stimuleren de innovatie van het onderwijs in de andere sectoren van de eigen instelling. Directies faciliteren en organiseren de deelname van docenten en bedrijfsbegeleiders in dit project. Na afloop van het project blijven zij de samenwerking tussen scholen onderling en bedrijven faciliteren en stimuleren.
-
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 8
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
3. Het project inhoudelijk 3.1 Inhoudelijk experiment Bij een bouwproject worden procesmatig vier fases onderscheiden: het ontwerp, de projectvoorbereiding, de uitvoering en het beheer. De Wijk van Morgen bestaat uit vier gebouwen, elk gebouw wordt in die vier fases gerealiseerd. Dit geldt ook voor de openbare ruimte. In oktober 2010 is het eerste gebouw voor de helft gerealiseerd, worden de tekeningen voor gebouw 2 verder gedetailleerd en is er een winnend voorlopig ontwerp voor gebouw 3. MBO-leerlingen hebben een e voorlopig ontwerp voor de inrichting van het 1 gebouw. Enkele belangrijke knelpunten zijn: - Te weinig studenten zijn betrokken bij multidisciplinair onderzoek. - De door de studenten gemaakte ontwerpen zijn onvoldoende uitgewerkt op het gebied van het gebouw zelf en de technische installaties. Dit komt omdat de systematiek van integraal ontwerpen niet terugkomt in de opleidingen. - Met name bij bouwvoorbereiding dient een betere afstemming tussen HBO, MBO en VMBO. - De afstemming en synchronisatie van kwantiteit en kwaliteit van studenten/leerlingen bij de uitvoering is onvoldoende. - De exploitatie komt (te) laat aan bod; gebruikers hebben te weinig invloed bij de start. - Kennisoverdracht vanuit DWvM naar studenten en partners is onderbelicht. Bij een onderwijsproject kunnen ook vier fases worden onderscheiden: de onderwijsontwikkelgroep maakt een ontwerp, de onderwijsplanner maakt een rooster op basis waarvan het onderwijs zal worden uitgevoerd, de docenten en de begeleiders verzorgen de uitvoering van het onderwijs met de toetsing van de resultaten, en het beheer van het gehele onderwijsproces wordt uitgevoerd door de onderwijsadministraties. Bij het verzorgen van het onderwijsproces wordt de praktische component zoveel mogelijk gekoppeld aan de werkelijke activiteiten van het bouwproces om het praktijknabij leren mogelijk te maken. Het project TBTOP is bedoeld om de beschreven huidige situatie te veranderen naar een situatie waar het proces integraal bouwen en het onderwijsproces goed op elkaar aansluiten. Deze synchronisatie vergt de nodige vernieuwing en innovatie van de huidige onderwijspraktijk. De belangrijkste interventies die hiervoor worden ingezet zijn: A. Het opstarten van multidisciplinaire leergemeenschappen (ML‟s). De ML‟s herontwerpen het onderwijs, zowel vakinhoudelijk als didactisch, om de onderwijspraktijk voor de lange termijn, te laten aansluiten bij het proces van integraal bouwen. Of te wel: het zodanig inrichten van het onderwijs dat flexibeler en beter ingespeeld kan worden op de beroepspraktijk. De scope van de ML‟s is het gehele onderwijsproces van VMBO tot en met HBO. Belangrijke aandachtsgebied is de afstemming van processen in de aansluiting VMBO- MBO en MBO- HBO, waaronder loopbaanoriëntatie en de begeleidings- en zorgstructuren. Daarnaast zijn de ML‟s verantwoordelijk voor de borging van hun resultaten en de kennisdeling binnen en buiten het project. In het eerste projectjaar worden 6 ML‟s opgericht. De ML‟s werken als een probleemgestuurd samenwerkingsverband. Dat wil zeggen: knelpunten uit het werkelijke integrale en duurzame bouwproject DWvM, vormen de basis voor gezamenlijk onderzoeks- en ontwerpopdrachten. De opdrachten zijn gericht op het ontwerpen van onderwijs waarmee de gesignaleerde knelpunten opgepakt worden. De ML‟s worden gekoppeld aan het bouwproces DWvM, wat leidt tot de volgende indeling:
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 9
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
ML 1: integraal ontwerpen Leden: HBO en MBO docenten (niv. 4) van de verschillende technische opleidingen en bedrijfsmedewerkers (architect, installateur, electro-technicus, aannemer, enz). ML 2: detaillering ontwerp en bouwvoorbereiding Leden: HBO en MBO docenten (niv. 4) van de verschillende technische opleidingen en bedrijfsmedewerkers (architect, installateur, electro-technicus, aannemer, enz). ML 3: uitvoering Leden: MBO en VMBO docenten (niv 2 en 3) van de verschillende technische opleidingen en bedrijfsmedewerkers (aannemers, bouwbedrijven, installateur, enz.) ML 4 exploitatie gebouw Leden: HBO en MBO docenten (niv. 4) van de verschillende technische opleidingen en bedrijfsmedewerkers (woningcorporaties, bedrijventerrein DWvM, enz.) ML 5: onderzoek naar duurzaam integraal bouwen, overkoepeld voor geheel DWvM Leden: Lectoren en HBO docenten van de verschillende technische opleidingen en bedrijfsmedewerkers (architect, installateur, aannemer enz.) ML 6: integraal ontwerpen van het terrein Leden: Lectoren en HBO docenten van de verschillende technische opleidingen en bedrijfsmedewerkers (planoloog, aannemer weg- en waterbouw, infratechniek enz.) In kalenderjaar 2011 werken de ML‟s 1 t/m 4 en ML 6 in aparte ML‟s per onderwijsniveau. Bijvoorbeeld: er starten twee ML‟s gericht op het ontwerpproces, een in het MBO en een in het HBO. In een ML nemen dan docenten van verschillende opleidingen deel allen van één onderwijsniveau. In kalenderjaar 2012 t/m het einde van het project worden deze ML‟s samengevoegd tot een ML. Dan werken docenten uit verschillende opleidingen van verschillende onderwijsniveaus. ML 5, gericht op het onderzoek op het gebied van integraal bouwen is gedurende het gehele project bemenst door mensen uit het HBO. Waar mogelijk zullen docenten van VMBO T en –kader, Havo en VWO gevraagd worden tijdelijk mee te doen in een ML. Deze inzet zal samenvallen met de profiel- en sectorwerkstukken die door leerlingen gemaakt worden. Door docenten kennis te laten maken met DWvM en met de ML‟s kunnen zij de leerlingen beter begeleiden bij hun loopbaanoriëntatie. Het bouwproces van DWvM is leidend als praktijkomgeving. Dit betekent dat de opdrachten van de ML‟s in eerste instantie voortkomen uit het leren en werken in deze multidisciplinaire praktijksituatie. Anderzijds moet hetgeen de ML‟s ontwikkelen, direct implementeerbaar zijn ten behoeve van het onderwijs bij DWvM. Een verdere beschrijving de ML‟s is gegeven bij de beschrijving van de activiteiten bij onderdeel C. B. Het opstarten van een expertisegroep onderwijsinnovatie. De expertisegroep heeft als taak om de beoogde onderwijsvernieuwingen van de ML‟s vooraf te toetsen op haalbaarheid en wenselijkheid. Deze groep wordt bemenst door experts op gebied van onderwijsinnovatie uit het VMBO, MBO en HBO. Deze groep heeft een belangrijke rol in het project. Zij geven richting aan de onderwijskundige vernieuwingen die door de ML‟s onderzocht en ontwikkeld worden. Zij stemmen de ontwikkelingen af met andere interne- en externe ontwikkelingen (bijv. landelijke ontwikkelingen). Zij geven advies aan de projectleiders en de stuurgroep. C. Het aanstellen van een medewerker leerwerkbedrijf DWvM, werkzaam op het bouwproject. Deze functionaris is werkzaam voor alle deelnemende onderwijsinstellingen. Zijn of haar primaire taak is het vertalen van opdrachten uit het bouwproces naar studentopdrachten, of vice versa, het zoeken Versie 2, 10 september 2010
Pag. 10
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
van juiste opdrachten voor studenten en leerlingen in het integrale bouwproces. Deze opdrachten ontwerper zorgt ervoor dat op korte termijn meer leerlingen en studenten samen werken aan multidisciplinaire praktijkopdrachten. De medewerker begeleidt de studenten en studentgroepen. Daarnaast signaleert de medewerker welke knelpunten waar het bouwproces en het onderwijsproces niet op elkaar aansluiten. Dit kan zowel vakinhoudelijk als organisatorisch zijn. Deze knelpunten vormen uitgangspunten voor de opdrachten van de ML‟s. D. Het ontschotten van opleidingen wordt ingang gezet doordat de ML‟s vanuit meerdere disciplines een thema onderzoeken en onderwijs hiervoor ontwerpen en organiseren. Ontschotten is geen doel op zich, maar komt logischer wijs naar voren wanneer de aansluiting van de technische opleidingen met de praktijk te vergroot wordt. Ontschotten dient flexibiliteit voor de student op te leveren. Tegelijkertijd kan de uitvoerbaarheid van het onderwijs wordt vergroot worden door standaardisatie van opleidingsmodules tussen opleidingen. Door bepaalde opleidingsmodules gezamenlijk te standaardiseren, is het financieel en organisatorisch haalbaar om flexibiliteit voor de studenten en leerlingen te realiseren. E. Het implementeren van Building Information Management (BIM) in het onderwijs op het MBO en HBO. BIM staat voor een nieuwe manier van ontwerpen, waarbij verschillende disciplines zoals de architect, de installateur, de constructeur en de bouwvoorbereider werken aan één digitaal ontwerp van een gebouw. BIM wordt momenteel op diverse plekken in Nederland toegepast door bouwcombinaties. Enkele hogescholen passen het al toe in hun onderwijs. Het gebruik van BIM vergt de samenwerking van disciplines en dus van opleidingen en is hiermee een eerste stap naar multidisciplinaire werken binnen opleidingen, zowel horizontaal 3 als verticaal.
3.2 Aansluiting met en verdieping en verbetering van de huidige praktijk De partners van TBTOP werken al vele jaren met elkaar samen, in wisselende vorm en samenstelling. TBTOP sluit aan bij de innovatiepraktijk van de instellingen en sluit dan ook aan bij verschillende lopende projecten van de partners. Een opsomming hiervan wordt gegeven in de onderstaande tabel. Naam project De Wijk van Morgen 6- jarig MBO-HBO opleiding Clustering VMBO techniek leerjaar 3 en 4. Matchmaker
BPV Generator
Inhoud Onderzoek, ontwerp, realisatie en exploitatie van 4 duurzame gebouwen en het omliggende terrein. Project van Arcus College en HsZuyd op een doorlopende leerlijn techniek te ontwikkelen, met een 6 jarig MBO-HBO traject. Initiatief om de VMBO techniek opleidingen (leerjaar 3 en 4) te clusteren op een locatie in Parkstad, nabij het Arcus College. Ontwikkeling van de flex-kompas4 door Arcus College, opleiding WEI waarmee het profiel van een opdracht en van een student, grafisch inzichtelijk wordt gemaakt
Experimentele tool om op basis van een kwalificatie uit het
Partners Alle partners van TBTOP Arcus College en HsZuyd
SVOPL en LVO?
Landelijk samenwerkings verband met scholen en bedrijven, waaronder Arcus College, LVO en Hogeschool Zuyd. Arcus College
3
Met horizontaal samenwerken bedoelen we het samenwerking tussen verschillende opleidingen op hetzelfde opleidingsniveau. Met verticaal bedoelen we samenwerken van verschillende opleidingen van verschillende opleidingsniveaus. 4
Flex-kompas is een methode waarbij de beroepscontext vanuit drie dimensies in samenhang zichtbaar wordt gemaakt: sector, rol en regio. Flex-kompas geeft de studenten, het onderwijs en het bedrijfsleven inzicht in de flexibele leerroutes die een student kan volgen of gevolgd heeft.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 11
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Grensverleggend Opleiden
IPO
kwalificatiedossier een op maat BPV-opdracht te genereren passend bij de ontwikkelingsfase van de deelnemer en mogelijkheden van het bedrijf. Biedt daardoor een optimale borging van de competentieontwikkeling van de deelnemer. Ontwerp mechatronica opleiding. De projectpartners uit het MBO en het VMBO hebben hier al ervaring op gedaan met onderwijsontwikkelgroepen binnen een daarvoor ingerichte docentenwerkplaats. In dit project zal deze ervaring gebruikt worden voor het oprichten van de multidisciplinaire leergemeenschappen.
ROC Eindhoven
Ontwerpen van Integrale Praktijk Opdrachten in het kader van Competentie Gericht Onderwijs binnen het Arcus College. Doelstelling: instellingsbreed met eenzelfde visie en methodiek ontwerpen van opdrachten in een contextrijke leeromgeving.
Arcus College
VMBO en MBO scholen uit Zuid Limburg en uit Aken en diverse bedrijven en bedrijfsvertegenwoordigin g.
Daarnaast draagt het project op verschillende manieren bij aan het verdiepen en verbeteren van de huidige praktijk. Zo is binnen het MBO is veel ervaring met competentiegericht opleiden. Sinds 2009 5 is de opleiding WEI, niv 4 flexibel ingericht , waarbij leerlingen via opdrachten kennis maken met diverse vakgebieden binnen Werktuigbouwkunde, Elektro- en Installatietechniek. Deze ontschotting is succesvol verlopen. De opgedane ervaring zal bijdragen aan de gewenste ontschotting in bij TBTOP. Op Hogeschool Zuyd is het onderwijs in wisselende mate al flexibel ingericht, door de invoering van het VCM onderwijsmodel (Vraag- en Competentiegericht, Maatwerk onderwijs). TBTOP zal gebruik maken van de opgedane kennis en ervaring bij het flexibiliseren van opleidingen. Verder sluit TBTOP aan bij de in gang gezette ontwikkeling van verschillende VM2 trajecten in de techniek sectoren en een toekomstig, nog te ontwikkelen, VM3 traject. Via deze trajecten worden de curricula op het VMBO en het MBO bij elkaar gebracht wat kwaliteits- en tijdswinst voor de leerlingen oplevert. De partners hebben de ambitie om een op elkaar aansluitende portfolio te ontwikkelen. Arcus college werkt met een e-portfolio. In TBTOP kan hierop voort ontwikkeld worden. Tenslotte draagt TBTOP bij aan de koppeling van het VMBO aan het brede vakgebied duurzaam bouwen, in plaats van alleen aan een opleiding van de afdelingen Werktuigbouw, Elektro- en Installatietechniek of Bouw/Infra zoals nu ontwikkeld wordt.
3.3. De actieve bijdrage van de projectpartners De actieve bijdrage van de partners is als volgt: - De directies van de onderwijsinstellingen nemen samen met directies van enkele bedrijven zitting in de stuurgroep van TBTOP. - Er wordt een medewerker leerwerkbedrijf DWvM aangesteld, die werkzaam is voor alle partners. - Alle onderwijsinstellingen leveren docenten die deelnemen aan de leergemeenschappen. Ook praktijkbegeleiders nemen deel aan de leergemeenschappen. Op verzoek nemen andere deskundigen uit het bedrijfsleven deel aan de leergemeenschappen. - De onderwijsinstellingen richten gezamenlijk een expertisegroep onderwijsinnovatie in. - De docenten betrekken waarnodig de stafmedewerkers uit hun instellingen bij de leergemeenschappen om de gewenste innovaties in de praktijk te kunnen toepassen. De
5
Op basis van het 4C/ID model van Merriënboer.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 12
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
directies faciliteren de benodigde vakinhoudelijke, didactische en organisatorische vernieuwingen binnen hun eigen instelling. Voor een verdere uitwerking van de inbreng per partners, zie paragraaf 6.
4. De innovatie in het project Uniek en innovatief aan het onderhavige project is dat beoogd wordt het onderwijs te kantelen naar de actuele beroepspraktijk van integraal bouwen en duurzaam bouwen. Hierdoor betreft het project een breed palet aan opleidingen, op VMBO, MBO en HBO niveau en een brede groep bedrijven. Duurzaam bouwen en integraal bouwen betekent dat veel verschillende disciplines met elkaar moeten samenwerken, van architecten tot aannemers, van installateurs tot bouwvoorbereiders, tot de producenten van duurzame bouwmaterialen. Het bestaande onderwijs en de bestaande vormen van praktijkleren zijn veelal gericht op een afgebakende bedrijfstak of op één opleidingstype (bijv. alleen installatietechniek) of één opleidingsniveau. De leeromgeving die bij dit project gecreëerd wordt, moet juist een afspiegeling zijn van de werkelijkheid en dus een diversiteit aan vakgebieden in de bouw weergeven, met bijbehorende diverse opleidingen en diverse werknemers, leerlingen en studenten. Dit brengt de uitdaging met zich mee dat de opleidingen onderling zowel inhoudelijk als organisatorisch op elkaar afgestemd moeten zijn en dat docenten van alle opleidingen en praktijkbegeleiders nauw moeten samenwerken. Daarnaast is het een grote uitdaging dat er voortdurend multidisciplinaire leeromgevingen aan het onderwijs gekoppeld zijn. Deze leergemeenschappen zijn er voor om de vernieuwing in gang te zetten die nodig is om de aansluiting tussen onderwijs en de praktijk van duurzaam bouwen mogelijk te maken. Het eerste doel, de multidisciplinaire leergemeenschappen, is een onderwerp waar kennis en ervaring voor is opgedaan in het lerarenonderwijs. Vele Pabo‟s en hieraan gelieerde lectoraten, werken met en doen onderzoek naar leergemeenschappen. In deze leergemeenschappen nemen docenten van de Pabo, leerkrachten van het basisonderwijs en studenten van de Pabo deel. Landelijk zijn geen projecten bekend waar gelijksoortige gemeenschappen functioneren met deelnemers vanuit verschillende opleidingen, vanuit onderwijsinstellingen en vanuit verschillende disciplines uit het werkveld. Dit maakt de leergemeenschappen uit het TBTOP uniek en innovatief. Bij het oprichten van de leergemeenschappen wordt gebruik gemaakt van de kennis die hierover in het land opgebouwd is, ondermeer via het boek Samen Wijs, Bouwstenen voor professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2004) en diverse proefschriften (Verdonschot, 2009). Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de kennis die bij Hogeschool Zuyd beschikbaar is, via haar afdeling ZuydPlein, een ondersteunende afdeling gericht op het kenniscirculatie en innovatie. Deze afdeling initieert en ondersteunt lerende netwerken op het gebied van onderwijs, innovatie en ICT op Hogeschool Zuyd. Tenslotte zal mogelijk ook expertise ingekocht worden voor de oprichting en begeleiding van de leergemeenschappen. Het tweede doel van het project, de gezamenlijk leren en werken van studenten in de multidisciplinaire beroepspraktijk, sluit aan bij en bouwt voort op verschillende op de projecten van de projectpartners (zie ook paragraaf 3.2). Ook landelijk zijn verschillende projecten bekend waar het leren in een praktijk, met VMBO, MBO en HBO studenten gerealiseerd wordt. Hogeschool Zuyd heeft hier ook al ervaring in opgedaan met de bouw van de opleidingswoningen in Horst en Weert. Dit project is uniek doordat het doel is om dit type leren volledig in te bedden in het techniek onderwijs in Parkstad en hiermee niet alleen plaatsvindt op projectmatige basis.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 13
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
B. Inhoudelijke aspecten TBTOP 5. Projectfasering, activiteiten en resultaten In TBTOP worden 4 fasen (F1 t/m F4) onderkend, met in totaal 8 activiteiten: Fase 0: Projectaansturing en monitoring (gehele projectperiode) Activiteit 1: Projectmanagement en communicatie Activiteit 2: Ontwerpen en uitvoeren onderzoek Fase 1: Projectopstart (1-9-2010 t/m 1-1-2011) Activiteit 3: Opstarten van het project. Fase 2: Oefenen van de innovatieve opzet, gekoppeld aan de werkprocessen onderzoek, ontwerp, bouwvoorbereiding en uitvoering in DWvM. (1-1-2011 t/m 31-12-2011) Activiteit 4: Het uitvoeren van opdrachten door ML‟s Activiteit 5: Gezamenlijk leren en werken in de multidisciplinaire praktijk. Activiteit 6: Evalueren van de ML‟s en onderwijsontwikkelingen. Fase 3: Doorontwikkelen ML‟s en het multidisciplinaire leren en werken (1-1-2012 t/m 31-8-2013) Activiteit 7: Het uitvoeren van opdrachten door ML‟s. Activiteit 8: Intensiveren en verbeteren van gezamenlijk leren en werken in de multidisciplinaire praktijk, mbv de resultaten uit de ML‟s Fase 4: Eindevaluatie en vastlegging (1-1-2013 t/m 31-8-2010) Activiteit 9: De eindevaluatie van de ML‟s en de ontwikkelde onderwijsmethodiek. Activiteit 10: Het vastleggen en overdragen onderwijsmethodiek. Achtereenvolgens wordt hieronder deze fasering besproken inclusief de activiteiten (A1 tm/ A10). De activiteiten van TBTOP lopen parallel aan het proces van integraal ontwerpen en uitvoeren van de 4 gebouwen (G1 t/m G4) en het terrein (T5)
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 14
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Planning TBTOP
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 15
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Fase 0: Projectaansturing en monitoring Activiteit 1: Projectmanagement en communicatie Omschrijving: gedurende de projectperiode aansturen van de gehele projectorganisatie en bewaking van het project in termen van Geld, Organisatie, Tijd, Informatie en Kwaliteit. Deze activiteit wordt uitgevoerd door een 3 projectleiders (1 per onderwijsinstelling), waarvan 1 de eindverantwoordelijkheid richting de stuurgroep draagt. De projectleiders worden ondersteund door een projectsecretariaat en een communicatiemedewerker. De projectleiders starten met de inrichting van de projectorganisatie: bemensing, administratie, communicatie, facilitering ML‟s (zoals gemeenschappelijke kantoorruimte, gemeenschappelijke werktijden, inrichting elektronische werkomgeving). Het projectmanagement verzorgt de tussen- en eindrapportages. Bij de inrichting én de uitvoering van het programma “Toekomstbestendig Techniekonderwijs Parkstad” is communicatie een fundamentaal onderdeel. Daarbij worden drie doelgroepen onderkend: Stakeholders van het project TBTOP Interne stakeholder van de uitvoering DWvM Externe stakeholders (o.a. van toeleverende PO en VO) Doel van de communicatie is ten eerste om zo breed mogelijk draagvlak voor het project te krijgen. Het tweede doel is om belanghebbende, die nog geen actieve rol vervullen in het project, te enthousiasmeren voor de inhoud van het project. Het derde doel is om resultaten van het project en de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen (lessons learned) te verspreiden, zodat anderen hiervan kunnen leren. De projectleiders ontwikkelen samen een communicatieplan en voeren dit uit. Hierbij wordt deels gebruik worden gemaakt van het communicatieplan van DWvM. Ook wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de reguliere communicatiemiddelen van de projectpartners, zoals nieuwsbrieven, websites, bijeenkomsten waaronder het jaarlijkse evenement “Kennis in Bedrijf” van Hogeschool Zuyd” en communicatie en overlegstructuren rondom de profiel- en sectorwerkstukken. Tijdsplanning: gehele projectperiode Deelresultaten: FASE 0
Deelresultaten AKTIVITEIT 1 Het projectmanagement en communicatie Deelresultaten -
Projectplan uitgewerkt naar werkpakketen met bemensing van de taken.
-
Communicatieplan voor intern en extern ( zie verder onderdeel E).
-
Tussen- en eindrapportage.
-
Elektronische werk- en leeromgeving medewerkers, studenten en leerlingen.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 16
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Activiteit 2: Ontwerpen en uitvoeren onderzoek In paragraaf 6 is de opzet en uitvoering van het onderzoek nader beschreven.
Fase 1: Projectopstart Activiteit 3: Het opstarten van het project Omschrijving: Opstarten van de multidisciplinaire leergemeenschappen en de expertisegroep en het formuleren van de eerste onderzoeksopdrachten. De projectleiding dient bij de opstart van het project, samen met de expertisegroep de werkpakketen van het project, te specificeren. Samen geven zij richting aan de ML‟s. De expertisegroep start met een onderzoek naar de huidige praktijk en naar kansrijke ontwikkelingen waar de ML‟s gebruik van kunnen maken. Het is belangrijk dat bij de start van de ML‟s alle leden “dezelfde taal spreken” en een zelfde beeld hebben van de huidige en de gewenste situatie. De expertisegroep zal bij de opstart van elke ML tijd besteden aan het overbrengen van een gezamenlijke visie en een gelijk kennisniveau. De projectleiders maken een planning voor het opleveren van deelresultaten (mijlpalen) en de kennisdeling tussen ML‟s. Deelactiviteiten: 1. Selecteren van docenten en praktijkbegeleiders voor ML‟s op basis van vooraf opgestelde criteria (enthousiasme, vakgebied, enz) en organiseren kick-off bijeenkomst. 2. Opstarten leergemeenschappen op VMBO, MBO en HBO niveau, met docenten, studenten en praktijkbegeleiders van verschillende vakgebieden. De leergemeenschappen worden ondersteund door experts (ZuydPlein/HsZuyd, OU, extern bureau). De ondersteuning is gericht op het ontwikkelen van competenties op gebied van onderzoeken, innoveren, samenwerken en begeleiden. 3. Formuleren van opdrachten voor en door ML‟s. De opdrachten zijn gelieerd aan het proces waar de ML zich op richt (zie pag. 12). Bij de opdrachtformulering dienen de leergemeenschappen onder andere aan te geven hoe het te ontwikkelen product of proces in het onderwijsproces geborgd kunnen worden en hoe de opgedane kennis met een grotere groep betrokkenen (docenten en bedrijfsmedewerkers) gedeeld wordt. 4. Aanstellen van een medewerker om multidisciplinaire praktijkopdrachten voor studenten te organiseren en te begeleiden. 5. Organiseren van de begeleidingsstructuur van studenten die opdrachten gaan uitvoeren t.b.v DWvM. Tijdsplanning: - TBTOP => 2010, sept. 2010 tot jan. 2011. Beoogde deelresultaten in proces- en productopbrengsten gerelateerd aan de 3 resultaatgebieden van het project:
1
FASE 1
Deelresultaten AKTIVITEIT 3 Het opstarten van multidisciplinaire leergemeenschappen
Resultaatgebied:
Deelresultaat
Multidisciplinaire leergemeenschappen
-
Versie 2, 10 september 2010
Eén kick-off bijeenkomst voor alle projectdeelnemers bij DWvM.
Pag. 17
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
2
Leren in multidisciplinaire praktijkomgeving
-
Expertisegroep opgestart.
-
Zes opgestarte ML‟s, uiterlijk januari 2011.
-
Goedkeuring opdrachten ML‟s door expertisegroep en stuurgroep.
-
Medewerker leerwerkbedrijf DWvM aangesteld.
-
Begeleiders vanuit het VMBO, MBO en HBO vrijgemaakt voor begeleiding bij DWvM
Verder uitleg ML‟s: De leden van de ML‟s worden geselecteerd op instellingsniveau, Selectie vindt plaats op basis van hun interesse, ervaring en expertise (of juist het ontbreken daarvan). Definitieve selectie van deelnemers geschiedt via een sollicitatie. Elk ML legt verantwoording af aan een projectleider, die verantwoordelijk is voor de organisatie, procesbegeleiding, randvoorwaarden, het totaaloverzicht en de afstemming tussen de ML‟s onderling. De projectleiding wordt hierin ondersteund door de expertise groep, die vanuit de onderwijskundige inhoud de opdrachten van de ML‟s op elkaar af kan stemmen. In kalenderjaar 2011 werken de ML‟s 1 t/m 4 en ML 6 in aparte ML‟s per onderwijsniveau. Bijvoorbeeld: er starten twee ML‟s gericht op het ontwerpproces, een in het MBO en een in het HBO. In een ML nemen dan docenten van verschillende opleidingen deel allen van één onderwijsniveau. In kalenderjaar 2012 t/m het einde van het project worden deze ML‟s samengevoegd tot een ML. Dan werken docenten uit verschillende opleidingen van verschillende onderwijsniveaus. ML 5, gericht op het onderzoek op het gebied van integraal bouwen is gedurende het gehele project bemenst door mensen uit het HBO. Elke ML heeft een voorzitter die de ML aanstuurt. Deze voorzitter is een inspirerende, inhoudelijke expert op het thema waar de ML zich op richt. De voorzitter wordt ondersteund door een projectmedewerker die ML procesmatig ondersteunt (jaarplanning, notulen, bijhouden elektronische werkomgeving enz.). De projectleiders zijn verantwoordelijk voor de communicatie tussen de ML‟s. Meerdere malen komend ML‟s bij elkaar om ervaring en kennis met elkaar te delen .
Hoe werkt een ML? De ML‟s werken vanuit een projectopdracht en een zelf op te stellen startdocument. Het werk van elke ML dient te resulteren in een product, dat kan variëren van een nieuwe of aangepaste, onderwijsmodule, een tool voor het beoordelen van studenten in de praktijk van verschillende opleidingen tot trainingen voor docenten. De opdrachten aan de ML‟s zijn verschillend van aard, maar altijd opgesteld rondom thema‟s met betrekking tot integraal ontwerpen en bouwen bij in eerste instantie DWvM. Enerzijds zijn de thema‟s interessant en leerzaam voor de deelnemers aan de ML zelf en anderzijds dienen ze te leiden tot een innovatief „product‟ dat relevant is voor meerdere partners. Een voorbeeld van een knelpunten is:
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 18
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad De kennis op het gebied “brandveiligheid” van de diverse studenten van diverse disciplines is onvoldoende op elkaar afgestemd, wat het ontwerp en bouwproces belemmert. Daarnaast sluit de kennis over “brandveiligheid” niet aan bij innovatieve praktijk van duurzaam bouwen. Succesfactoren van een ML Belangrijk succesfactoren voor het welslagen van de ML‟s zijn: - De ML‟s hebben invloed op de opdracht die ze gaan uitvoeren. - Er is ruimte voor visieontwikkeling én praktijkwerk. - De opdracht laat het eigen werk samen gaan met leren en innoveren. - De ML‟s kunnen nieuwe wegen inslaan en tegelijk wél ergens naar toewerken. - De ML‟s kunnen gebruik maken van de verschillen tussen de deelnemers in de ML. Deelnemers aan een ML In eerste instantie zijn docenten en praktijkbegeleiders uit volgende opleidingsrichtingen bij de leergemeenschappen betrokken: VMBO beroepsgerichte leerwegen - sector Techniek, VMBO kader en gemengde leerweg, HAVO, VWO (docenten betrokken bij de profielwerkstukken), MBO opleidingen van de afdelingen Bouw / Infratechniek en Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en 6 Installatietechniek (in het vervolg: WEI), HBO opleidingen Built Enviroment , Werktuigbouw, Elektrotechniek, Technische Bedrijfskunde en Facility Management. Uit deze disciplines worden ook medewerkers van het ondernemingen, overheid, onderzoek en waarnodig van andere partners in de omgeving bij de leergemeenschappen betrokken Wat levert een ML op? Een ML levert drie belangrijke zaken op: - inhoudelijke en onderwijskundige producten of processen die gericht op de behoefte uit de praktijk en afgestemd zijn tussen de deelnemende techniekopleidingen op VMBO, MBO en HBO niveau. - verhoging van de vakkundige en didactische competenties van docenten en praktijkbegeleiders. Dit doordat docenten en praktijkbegeleiders samen, on the job, werken aan onderwijsvernieuwing. - een kanteling in het denken van docenten, naar méér denken vanuit de praktijk en over de grens van een vakgebied heen. Tijdens en na afloop van het project kunnen de ML‟s uitgebreid worden naar andere vakgebieden en opleidingen die relevant zijn voor integraal werken. Dit zijn enerzijds vakgebieden die relevant zijn voor integraal werken in de bouw. Een relevante praktijkomgeving is dan bijvoorbeeld het herontwerp van een woonwijk in Kerkrade naar een duurzame wijk. Anderzijds kunnen vakgebieden waar integraal werken een belangrijke actuele ontwikkeling is bij de leergemeenschappen betrokken worden, zoals in het vakgebied techniek in de zorg of duurzame mobiliteit. Opleidingen die op termijn deel kunnen nemen aan de leergemeenschappen zijn bijvoorbeeld: ICT, Life Sciences / Chemie (materiaal ontwikkeling), Motorvoertuigentechniek en Verpleegkunde.
6
De opleiding Built Enviroment leidt op tot volgende uitstroomprofielen Bouwkunde, Bouwmanagement, Civiele Techniek (wegen waterbouw), Civielmanagement, Bouwtechnische Bedrijfskunde.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 19
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Fase 2: Het oefenen van de innovatieve opzet Activiteit 4: Het uitvoeren van opdrachten door ML’s Omschrijving: Tijdens deze activiteit voeren de ML‟‟s hun eerste opdrachten uit. De opdrachten zijn gelieerd aan het proces waar de ML‟s zich oprichten, zijnde: - onderzoek naar duurzaam integraal bouwen; - integraal ontwerpen van gebouw en terrein. - uitwerken definitieve ontwerp en de bouwvoorbereidingen; - het uitvoeren (integraal); - de exploitatie; Het bouwproces van DWvM is leidend als praktijkomgeving. Dit betekent dat de opdrachten van de ML‟s in eerste instantie voortkomen uit het leren en werken in deze multidisciplinaire praktijksituatie. Anderzijds moet hetgeen de ML‟s ontwikkelen, direct implementeerbaar zijn ten behoeve van het onderwijs bij DWvM. De opdrachten worden geformuleerd in samenspraak met de expertise groep. De stuurgroep stelt de Voorbeelden van actuele thema’s in het bouwproces zijn: -
Het onderwijsproces is niet gericht op integraal ontwerpen, waarbij studenten van verschillende opleidingen tegelijkertijd aan een ontwerp werken. Bij het ontwerp van het vierde huis kan dit plaatsvinden, met zowel studenten MBO en HBO als docenten. De docenten kunnen onderzoeken hoe integraal ontwerpen in het onderwijs van de deelnemende techniek opleidingen op het MBO en HBO ingebed kan worden. Zij kunnen hiertoe de benodigde producten en processen ontwikkelen en testen. Een van de technieken die hierbij getest dient te worden is Building Information Management (BIM). BIM staat voor een ontwerpproces waarbij alle relevante partijen gezamenlijk werken aan het ontwerp in eenzelfde digitale tekening. De kans op fouten in het ontwerp wordt hierdoor verkleind en het ontwerp proces verloopt efficiënter. BIM is een ontwikkeling die zowel in de praktijk als in het onderwijs nieuw is.
Het inhoudelijke onderwijs op het gebied van brandveiligheid is onvoldoende aanwezig. Tevens komen bij duurzaam bouwen nieuwe aspecten op het gebied van brandveiligheid aan de orde. De kennis hierover is nog nieuw en voortdurend in ontwikkeling. Denk aan het recentelijk nieuwsitem over hoe om te gaan met het blussen van een brand bij zonnepanelen. Brandveiligheid is bovendien een onderwerp waar diverse disciplines kennis van dienen te hebben. Samenwerking rondom dit thema levert mogelijk een veiliger gebouw op en een efficiëntere inzet van middelen. Deze samenwerking dient zowel in de praktijk als in het onderwijs gestalte te krijgen. Een ML kan bijvoorbeeld de brandveiligheid van gebouw 3, bij het maken vanmaakt het definitief ontwerp, Dit kan leiden tot opdrachten vast en de benodigde tijdonderzoeken. en middelen vrij. onderwijsontwikkelingen. -
Tijdsplanning: -
TBTOP => jan 2011 t/m dec 2011 Bouwproces => uitvoering gebouw 1 en 2, gedetailleerd ontwerp en werkvoorbereiding gebouw 3 en ontwerp gebouw 4
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 20
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Beoogde deelresultaten in proces- en productopbrengsten gerelateerd aan de 3 resultaatgebieden van het project:
1
FASE 2
Deelresultaten AKTIVITEIT 4 Het uitvoeren van opdrachten van ML’s
Resultaatgebied:
Korte omschrijving
Multidisciplinaire leergemeenschap
-
Verhoogde competenties deelnemers ML‟s
-
Producten en processen ontwikkeld door de ML‟s.
-
Kennisdeling over ontwikkelde producten en processen met een bredere groep betrokkenen.
Activiteit 5: Organiseren en begeleiden van gezamenlijk leren en werken in de multidisciplinaire praktijk. Omschrijving: De medewerker leerwerkbedrijf DWvM, docenten en praktijkbegeleiders werken samen bij het begeleiden van leerlingen en studenten bij het uitvoeren van opdrachten bij DWvM. De leerlingen en studenten voeren gezamenlijk opdrachten uit voor het onderzoek, het ontwerp, de bouwvoorbereiding en de uitvoering van de gebouwen en het terrein van DWvM. Een voorbeeld van knelpunt dat zich voordoet bij de bouwvoorbereiding van gebouw 2 is: Bij gebouw 2 wil men textiel gebruiken, in plaats van cement, voor het zelfkerend maken van de onder de grond liggende wanden. In de weg- en waterbouw is ervaring met dit principe, maar niet in de woningbouw. Studenten van verschillende opleidingen kunnen dit onderzoek uitvoeren.
Tijdsplanning: - TBTOP => jan 2011 t/m dec 2011 Beoogde deelresultaten in proces- en productopbrengsten gerelateerd aan de 3 resultaatgebieden van het project: FASE 2 Deelresultaten AKTIVITEIT 5 Organiseren en begeleiden van gezamenlijk leren en werken in de multidisciplinaire praktijk. 2
Resultaatgebied:
Korte omschrijving
Leren in multidisciplinaire praktijkomgeving
-
XX studenten en leerlingen voeren opdrachten uit, ontworpen door de medewerker leerbedrijf DWvM, ten behoeve van het onderzoek, ontwerpt, bouwvoorbereiding en de uitvoering van de gebouwen en het terrein van DWvM.
-
Xx docenten en praktijkbegeleiders werken samen bij de begeleiding van de studentopdrachten.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 21
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Activiteit 6: Evalueren van de projectopbrengsten en doorvoeren verbeteringen Omschrijving: Onderzoeken hoe ML‟s functioneren en wat de succes- en faalfactoren zijn. Hierbij wordt gekeken naar “helder eigenaarschap, inspirerend concept, professionele aanpak, duidelijke resultaten, expliciet leren). Mogelijke verbeteringen worden doorgevoerd bij het werken in ML‟s. Daarnaast wordt onderzocht welke producten en processen de ML‟s ontwikkeld hebben en hoe deze bijdrage aan een overdraagbare onderwijsmethodiek. Tenslotte wordt onderzocht hoe de begeleiding van het gezamenlijk leren in de praktijk geschiedt en worden hier verbeteringen voor aandragen. Tijdsplanning: - TBTOP => jan 2012 t/m juli 2012 Beoogde deelresultaten in proces- en productopbrengsten gerelateerd aan de 3 resultaatgebieden van het project: FASE 2
Deelresultaten AKTIVITEIT 6 Het evalueren van de projectopbrengsten
Resultaatgebied:
Korte omschrijving
1
Multidisciplinaire leergemeenschap
-
Evaluatierapport over ML‟s, inclusief verbeterplan ML‟s Bijeenkomst met deelnemers ML‟s over verbeterde aanpak
2
Leren in multidisciplinaire praktijkomgeving
-
Evaluatierapport over begeleiding bij multidisciplinair werken, inclusief verbeterplan
3
Onderwijsmethodi ek
-
Eerste beschrijving van overdraagbare onderdelen van de ontwikkelde producten en processen / blauwdruk van ontwikkelde onderwijsmethodiek (eerste concept, geschreven door expertisegroep).
Fase 3: Doorontwikkelen ML’s en het multidisciplinaire leren en werken Activiteit 7: Het uitvoeren van opdrachten door ML’s. Doel is om de leergemeenschappen op te schalen naar zowel verticale als horizontale multidisciplinaire teams, of te wel teams met docenten van het VMBO , MBO en HBO van verschillende vakgebieden. In het eerste projectjaar zijn leergemeenschappen niet zowel instellingsstijgende als opleidingsoverstijgende geweest. Dit zal nu wel plaatsvinden. Deelactiviteiten: 1. Opschalen leergemeenschappen naar leergemeenschappen voor VMBO, MBO en HBO docenten en praktijkbegeleiders van meer disciplines. 2. Formuleren nieuwe onderzoeksopdrachten door leergemeenschappen. Tijdsplanning: - TBTOP => jan 2012 tot en met einde project. - Bouwproces => uitvoering gebouw 3, bouwvoorbereiding gebouw 4, exploitatie gebouw 2.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 22
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Beoogde deelresultaten in proces- en productopbrengsten gerelateerd aan de 3 resultaatgebieden van het project:
1
FASE 3
Deelresultaten AKTIVITEIT 7 Het uitvoeren van opdrachten van ML’s
Resultaatgebied:
Korte omschrijving
Multidisciplinaire leergemeenschap
-
Opdrachtformuleringen van (minimaal) 6 verticale en horizontale ML‟s. Producten en processen ontwikkeld door (minimaal) de ML‟s. Verhoging competenties van deelnemers in ML‟s. Kennisdeling van resultaten met belanghebbenden
Activiteit 8: Intensiveren en verbeteren van gezamenlijk leren en werken in de multidisciplinaire praktijk, mbv de resultaten uit de ML’s. Deze activiteit bestaat uit het testen van de nieuwe onderwijsmethodiek, door deze toe te passen bij de studenten en leerlingen die gezamenlijk leren in DWvM. Deelactiviteiten: - Toepassen en testen van de door de ML‟s ontwikkelde producten en processen in het onderwijs van de partners en in de praktijk. - Studenten en leerlingen voeren opdrachten uit ten behoeve van onderzoek, ontwerp, bouwvoorbereiding, uitvoering en exploitatie van de gebouwen en het terrein van DWvM Tijdsplanning: - TBTOP
=> jan 2012 tot en met einde project.
Beoogde deelresultaten in proces- en productopbrengsten gerelateerd aan de 3 resultaatgebieden van het project:
2
FASE 3
Deelresultaten AKTIVITEIT 8 Het leren en werken in de multidisciplinaire praktijk op basis van de nieuwe onderwijsmethodiek.
Resultaatgebied:
Korte omschrijving
Leren in multidisciplinaire praktijkomgeving
-
XX studenten en leerlingen voeren opdrachten uit, ontworpen door de opdrachtenontwerper, ten behoeven van het onderzoek, ontwerpt, bouwvoorbereiding en de uitvoering van de gebouwen en het terrein van DWvM. De ontwikkelde producten en processen van de ML‟s worden bij de uitvoering van opdrachten gebruikt.
-
XX docenten en praktijkbegeleiders werken samen bij de begeleiding van de studentopdrachten. De ontwikkelde producten en processen van de ML‟s worden hierbij gebruikt.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 23
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Fase 4: Eindevaluatie en vastlegging Activiteit 9: De eindevaluatie van de ML’s en de ontwikkelde onderwijsmethodiek Doel is om te evalueren hoe de opgeschaalde leergemeenschappen hebben gefunctioneerd en of deze hebben bijgedragen aan de professionalisering van de docenten. Hierbij zal met name ook onderzocht worden of de vaardigheden op het gebied van multidisciplinaire werken en het begeleiden van deelnemers bij multidisciplinair werken zijn toegenomen. Daarnaast is het doel om te meten wat de effecten van de geïmplementeerde producten en processen zijn (zie ook het onderzoeksplan). Tijdsplanning: - TBTOP => juni – juli 2012 - Bouwproces => uitvoering gebouw 3, bouwvoorbereiding gebouw 4 Beoogde deelresultaten in proces- en productopbrengsten gerelateerd aan de 3 resultaatgebieden van het project: FASE 4
Deelresultaten AKTIVITEIT 9 De eindevaluatie van de ML’s en de ontwikkelde onderwijsmethodiek
Resultaatgebied:
Korte omschrijving
1
Multidisciplinaire leergemeenschap
Eindevaluatie van ML‟en ontwikkelde producten en processen.
3
Onderwijsmethodiek
Beschrijving foor expertisegroep van overdraagbare onderdelen van de ontwikkelde producten en processen, zijnde een beschrijving van de ontwikkelde onderwijsmethodiek.
Activiteit 10: Het vastleggen en overdragen van de methodiek Doel is om de ontwikkelde en geteste werkwijze van TBTOP vast te leggen en over te dragen naar andere opleidingen binnen en buiten de projectpartners. Hierbij worden alle producten en processen vastgelegd en overdraagbaar gemaakt. Tijdsplanning: - TBTOP => jan 2013 t/m aug. 2013 Beoogde deelresultaten in proces- en productopbrengsten gerelateerd aan de 3 resultaatgebieden van het project:
3
FASE 4
Deelresultaten AKTIVITEIT 10 Het vastleggen en overdragen van de ontwikkelde onderwijsmethodiek.
Resultaatgebied:
Korte omschrijving
Onderwijsmethodiek
-
Versie 2, 10 september 2010
Website en handboek met kennis die binnen de leergemeenschap ontwikkeld is en trainingsklapper in de Nederlandse en Engelse taal. Overgedragen methodiek aan andere projecten Publicatie over methodiek en ervaringen inclusief presentatie op een onderwijskundig congres, zoals o.a. HBO-jaarcongres Afgerond en overdraagbaar projectinformatiesysteem waarmee project ondersteund wordt + kennisdeling met externen mogelijk blijft.
Pag. 24
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
C. Samenwerkingsverband en projectorganisatie. 6. Beschrijving samenwerkingsverband Nog verder beschrijven Naam samenwerkingspartner
Hogeschool Zuyd Arcus College Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg (SVO|PL)
Rol en inhoudelijke inbreng Voorzitter stuurgroep Projectleiding Lector/onderzoeker Lid stuurgroep
Omschrijving deskundigheid
Lid Stuurgroep
Herle College (SVOPL) Charlemagne College (SVOPL) Carbooncollege (LVO) Sophianumcollege (LVO) BOZ IWZO Hestia Wonen Limburg Woonpunt PRC Avantis GOB Caubergh Huyghen (ism EOS) Palte Laudy Bouw en Ontwikkeling Jongen Bouwbedrijven Gubbels Bouw Dreessen Architecten SatijnPlus Architecten Imtech Cofely Dassen Eurostroom Burgers Ergon HVL TBI Techniek Thyssen Installatietechniek Cadac
Lid MT
Lid MT Lid Stuurgroep
Gemeente Heerlen Provincie Limburg Agentschap NL Fundeon Kenteq
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 25
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Rol en inhuur derden Doel: Begeleiden van de opstart van ML‟s waarbij aandacht uit gaat naar het multidisciplinair samenwerken, samen innoveren en het begeleiden van studenten in een multidisciplinaire praktijkomgeving.
Beschrijving projectorganisatie Doel: Is een goede inrichting van projectorganisatie om het goed functioneren van de ML‟s mogelijk te maken en de beoogde resultaten, binnen de gesteld tijd en middelen, te behalen. In de onderstaande tabel zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aangegeven van de belangrijkste actoren in het project. Naam Stuurgroep
Leden Bestuur/ directieleden van 4 onderwijsinstellingen van DWvM b.v. en Avantis b.v..
PIP projectleider
Ir. Ludo Kockelkorn, expertisemanager HsZuyd Dhr. M. Theelen, opleidingscoordinator Arcus College, Dhr. W. Horsch, beleidsmdw. SVOPL, Drs. L. Kockelkorn (zie boven).
Projectleiders
Expertisegroep
Deelnemers ML‟s
Mdw. Leerwerkbedrijf DWvM
Dhr. W. Horsch, beleidsmdw. SVOPL, Dhr. G. Colombi, beleidsmedewerker Arcus College, Mw. I. Kaeles, docente en onderzoeker HsZuyd. Nog te bepalen
Vacature
Taak Vaststellen projectplan en evt. wijzigingen. Aansturen van het project, via onder meer de stuurgroepvergaderingen (2x) per jaar. Middelen vrijmaken in eigen organisaties voor project. Beslissen over budgetoverschrijdingen Vaststellen projectresultaten. Rapporteren aan stuurgroep namens de 3 projectleiders
Verantwoordelijkheid Beschikbaarheid van benodigde tijd en middelen. Eindverantwoordelijk voor de resultaten en ingezette middelen van het project. Borging van projectresultaten in reguliere organisatie. Zie projectleiders
Bevoegdheid Alloceren financiële middelen in het project. Selecteren medewerkers expertisegroep.
Dagelijkse aansturing van het project, via overleg met ML‟s, expertisegroep en directe aansturing van mdw. leerwerkbedrijf. Opstellen rapportages Aansturen communicatiemdw en secretariële ondersteuning. Ontwikkelen gezamenlijke visie over werkwijze, startsituatie en gewenst resultaat tbv van de ML‟s. Begeleiden ML‟s om tot een goede opdracht te komen en adviseren aan stuurgroep over opdrachten ML‟s. Uitvoeren vastgestelde opdrachten. Communiceren over behaalde resultaten. Generen van opdrachten voor studenten bij DWvM. Begeleiden multidisciplinaire studentgroepen. Signaleren van knelpunten tbv opdrachten ML‟s.
Voortgang van het project en kwaliteit de resultaten, conform de afspraken in het projectplan. Afstemmen tussen ML‟s.
Selecteren deelnemers voor ML‟s. Geven van opdrachten en aanwijzigingen aan ML‟s. Inhuur externen
Kwaliteit van de opdrachten en behaalde resultaten van de ML‟s.
In overleg met projectleiders, bepalen van samenstelling en werkwijze ML‟s. Inhuur externen
Kwaliteit uitgevoerde activiteiten
Operationele beslissingen binnen gestelde kaders.
Kwaliteit en aantal opdrachten bij DWvM.
Operationele beslissingen binnen gestelde kaders.
Zie projectleiders
Op de volgende pagina staat het organogram van de projectorganisatie.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 26
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
D. Monitoring en onderzoek 7. Onderzoeksvragen Onderzoeksvragen (versie 1, door Kitty Kwakman) In aansluiting bij de tweeledige doelstelling van het project Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad en bij de eisen gesteld aan innovatiearrangementen van het Platform Beroepsonderwijs, worden in het onderzoek de volgende onderzoeksvragen gesteld: 1. Welke consequenties heeft de leer- en werkpraktijk van de Wijk van morgen voor het onderwijs in het vmbo, mbo en hbo? a) Welke vernieuwingen worden van het onderwijs gevraagd en wat is de aard van deze vernieuwingen? b) Welke nieuwe vormen van techniekonderwijs zijn ontwikkeld en wat zijn de kenmerken daarvan? c) In hoeverre zijn de nieuwe vormen van techniekonderwijs structureel onderdeel van het curriculum in de diverse scholen en in de beroepspraktijk van de Wijk van morgen (buitenschools curriculum)? d) Wat bevordert en belemmert de structurele inbedding van nieuwe vormen van techniekonderwijs in school en beroepspraktijk? 2. In hoeverre voldoen de multidisciplinaire leergemeenschappen aan condities van effectief innoveren als eigenaarschap, inspirerend concept, professionele aanpak, duidelijke resultaten, expliciet leren?
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 27
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Toelichting en aanpak per vraag Ad 1 De eerdere ervaringen uit het project de Wijk van morgen wijzen uit dat een dergelijke innovatieve beroepspraktijk vraagt om competenties als multidisciplinair samenwerken en gezamenlijk innovaties kunnen vormgeven. De veronderstelling achter dit project is dat het verwerven van deze competenties door studenten vraagt om andere en nieuwe vormen van beroepsonderwijs, zowel in het vmbo, mbo als hbo. Deze nieuwe vormen van beroepsonderwijs kunnen zowel de inhoud en organisatie als pedagogisch-didactische vormgeving en aanpak van het binnen- en buitenschoolse onderwijs betreffen, maar ook de samenwerking tussen de verschillende onderwijssectoren en tussen onderwijs en de beroepspraktijk. Veranderingen ten aanzien van al deze aspecten zullen worden geïnventariseerd, via de beantwoording van de vier subvragen. 1a. De opdrachten die de 8 multidisciplinaire leergemeenschappen krijgen, betreffen het vormgeven en ontwikkelen van oplossingen voor betere aansluiting bij de beroepspraktijk van de Wijk van Morgen. De verschillende oplossingen zullen, na oplevering, worden geanalyseerd en geordend naar type vernieuwing. Daarin is specifieke aandacht voor de interdisciplinariteit van de leerinhouden en de samenwerking van studenten uit verschillende onderwijsniveaus. Daarnaast vindt een half jaar na de start van een leergemeenschap een groepsinterview (focusinterview) plaats met elke leergemeenschap over de aard van de vernieuwing die centraal staat in de oplossing. 1b. Om de inhoud van de innovatie te kunnen duiden, wordt elke leergemeenschap gevraagd om, als stap in de ontwerpfase, een 0-meting uit te voeren naar de huidige vormgeving van een onderdeel van het techniekonderwijs dat zij gaan (her)ontwerpen. Voor deze 0-meting wordt een format ontwikkeld door de onderzoekers. Aan de hand van deze 0-meting kunnen alle nieuwe ontwerpen en oplossingen geanalyseerd worden op hun vernieuwingswaarde die geordend worden naar een aantal kenmerken en gerelateerd aan de verschillende aspecten van onderwijs. 1c. Nieuwe vormen van onderwijs ontwerpen betekent nog niet vanzelfsprekend dat deze ook daadwerkelijk in het onderwijs worden ingevoerd. Alle producten die door leergemeenschappen zijn ontwikkeld zullen worden gevolgd in hun doorwerking op het curriculum in alle verschillende sectoren en in de beroepspraktijk. Dit gebeurt door middel van een gestructureerd interview bij de curriculumverantwoordelijke of de praktijkbegeleider van het desbetreffende leerjaar of curriculumonderdeel en door middel van groepsgesprekken met studenten. Uitkomst is een typering van de mate van inbedding van de betreffende nieuwe onderwijsvorm. 1d. In dit project zijn de effecten van de innovatie vooral gelegen in de structurele inbedding van innovatieve vormen van techniekonderwijs in het curriculum en het buitenschoolse curriculum. Daarom wordt niet alleen de mate van inbedding onderzocht, maar ook de bevorderende en belemmerende factoren voor deze structurele inbedding. Dit gebeurt door middel van een casestudyonderzoek waarin in ieder geval 2 nieuwe onderwijsvormen (met de grootste en geringste mate van inbedding) als case worden bestudeerd en met elkaar vergeleken. Meetinstrumenten zijn voornamelijk interviews bij relevante betrokkenen waaronder docenten, management en praktijkbegeleiders. De condities van effectief innovateren zoals gegeven door het HPBO, zullen in de casestudie worden meegenomen, evenals de uitkomsten uit de vorige deelvragen.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 28
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
Ad 2 Met betrekking tot het innovatieproces is in dit project de keuze gemaakt voor innoveren van onderwijs via multidisciplinaire leergemeenschappen. Er zal daarom worden onderzocht in hoeverre de 8 in te richten multidisciplinaire leergemeenschappen voldoen aan de condities van effectief innoveren zoals vastgesteld door het HPBO: eigenaarschap, inspirerend concept, professionele aanpak, duidelijke resultaten, expliciet leren. Hiertoe zal een literatuurstudie worden verricht om te achterhalen wat dergelijke condities betekenen voor de inrichting en het functioneren van leergemeenschappen. Tegelijkertijd worden andere relevante inrichtingskenmerken achterhaald. Uitkomsten uit de literatuurstudie zullen in de vorm van richtlijnen en aanbevelingen aan de projectleiders worden verstrekt. Ook wordt een opdracht gegeven aan de projectleider om samen met deelnemers aan deze condities vorm te geven, hierover afspraken te maken en deze schriftelijk vast te leggen. Via participerende observatie zullen in ieder geval twee leergemeenschappen worden gevolgd met het doel te achterhalen hoe zij vormgeven aan de condities. Op grond van de bevindingen wordt een vragenlijst samengesteld, die twee maal aan de deelnemers van de leergemeenschappen inclusief de projectleider wordt voorgelegd: tussentijds en na beëindiging van de leergemeenschap. In de nameting wordt ook het leereffect van deelname aan de leergemeenschap voor docenten meegenomen. De tussentijdse resultaten worden door de onderzoekers mondeling teruggekoppeld naar iedere leergemeenschap en vormen input voor de tussentijdse audit door de auditcommissie.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 29
Projectplan Toekomstbestendig Techniek Onderwijs in Parkstad
E. Communicatie 8. Samenvatting voor communicatiedoeleinden Aanleiding Sinds enkele jaren werken onderwijsinstellingen en bedrijven samen in het project De Wijk van Morgen. De Wijk van Morgen is een onderwijs- en onderzoeksprogramma waarin VMBO, MBO en HBO leerlingen en docenten samen met het bedrijfsleven een duurzame wijk ontwikkelen. Het werken aan dit project maakt duidelijk dat het onderwijs onvoldoende is afgestemd op leren en het werken in een innovatieve beroepspraktijk. Zowel inhoudelijk als organisatorisch zijn er knelpunten die inzet en 7 het leerproces van studenten belemmeren. Tegelijkertijd is het duidelijk dat het aantal leerlingen in de sector techniek de komende jaren, door demografisch ontwikkelingen, afneemt. Dit terwijl nieuwe medewerkers met kennis van integraal en duurzaam bouwen (en uitvoeren) in de praktijk hard nodig zijn. Doelstelling Doelstelling van het project is om het techniek onderwijs op VMBO, MBO en HBO zodanig in te richten dat gezamenlijk leren met studenten van verschillende opleidingen en niveaus in een multidisciplinaire praktijkomgeving structureel onderdeel is van het onderwijs. Het techniek onderwijs moet hierdoor ook voortdurend up-to-date zijn met de ontwikkelingen in de maatschappij. Zo geeft het onderwijs de studenten de benodigde actuele bagage mee om in de beroepspraktijk innovaties in processen en producten mogelijk te maken. TBTOP beoogt hiermee het techniek onderwijs in Zuid Limburg toekomstbestendig maken. Dat wil zeggen: - Toekomstbestendig doordat het onderwijs permanent wordt aangepast aan vakinhoudelijke en regionale veranderingen - Toekomstbestendig doordat de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven de krachten bundelen om aantrekkelijk onderwijs voor een afnemend leerlingenaantal, financieel en organisatorisch mogelijk te maken. - Toekomstbestendig doordat de toeleiding, begeleiding en doorstroom van studenten in het techniekonderwijs, vanuit een gezamenlijke visie en werkwijze wordt geïntensiveerd. Dit kan 8 de afnemende instroom waar mogelijk doen remmen . Om deze doelstelling te realiseren heeft het project TBTOP twee concrete doelen: 3) Het realiseren van multidisciplinaire leergemeenschappen die onderwijsvernieuwingen ontwikkelen en implementeren om het onderwijs continu te laten aansluiten met de actuele en toekomstige beroepspraktijk. 4) Het realiseren van leerarrangementen die het leren in de multidisciplinaire beroepspraktijk met studenten van verschillende opleidingen en verschillende opleidingsniveau‟s mogelijk maken.
Projectpartners zijn: Nog opsommen voor samenvatting.
7 Met studenten bedoelen we leerlingen van het VMBO, deelnemers van het MBO en studenten uit het HBO. 8
Cijfers van het CBS laten zien dat het leerlingenaantal in het primair onderwijs in Zuid Limburg tussen 2000 en 2008 met 11 % is gedaald. De verwachting is dat dit leerlingenaantal tussen 2007 en 2025 met 23 procent afneemt. Bron: SBO notitie Krimpregio‟s in Nederland, de gevolgen voor het onderwijs, 17 juni 2010.
Versie 2, 10 september 2010
Pag. 30