TOEKOMSTAGENDA CULTUUR ZAANSTAD
2014 - 2017
Domein Stedelijke Ontwikkeling Oktober 2013
1
1.
INLEIDING
1.1
AANLEIDING
Het cultuurbeleid van Zaanstad is toe aan herijking. Sinds het verschijnen van de Cultuurnota 2005 2008 heeft er geen discussie meer plaatsgevonden over cultuur ‘in de breedte’. In 2008 vond alleen een tussentijdse actualisatie plaats in de vorm van het Actieprogramma Cultuur in Uitvoering 20092012. Zaanstad wil een aantrekkelijke, leefbare en toekomstbestendige stad zijn en cultuur draagt hier aan bij. Maar de omstandigheden waarbinnen aan deze ambitie wordt gewerkt zijn intussen ingrijpend veranderd en leiden er toe dat de gemeente haar takenpakket op een aantal beleidsterreinen opnieuw onder de loep neemt. In de gemeentebegroting 2013-2016 van Zaanstad zijn forse financiële ingrepen opgenomen. De afname van het gemeentelijke budget houdt vooral verband met bezuinigingen en decentralisaties van wettelijke taken en regelingen vanuit het Rijk. De gemeente is daardoor gedwongen om gemeentelijke uitgaven omlaag te brengen door o.a. fors te bezuinigen op een aantal (niet-wettelijke) taken en subsidies zoals cultuur. Het college geeft daarom in december 2012 opdracht om vóór 1 mei 2013 een Toekomstagenda Cultuur op te stellen met daarin: Richting aan de toekomstige gemeentelijke verantwoordelijkheid en taak op het gebied van kunst en cultuur; Duidelijkheid over de wijze waarop de financiële taakstelling kan worden ingevuld; Inzicht in het vervolg-/implementatietraject.
1.2
DE TOEKOMSTAGENDA ALS ONDERDEEL VAN DE HERVORMINGSAGENDA
De gemeente heeft nog steeds de ambitie om Zaanstad op cultureel gebied aantrekkelijk te maken en te houden, maar dat vraagt voor de toekomst een andere manier van werken. De Toekomstagenda Cultuur is niet alleen bedoeld om richting te geven aan de visie op cultuur, maar vooral ook aan de rol en verantwoordelijkheid van de gemeente. In de begroting 2013-2016 staat dit als volgt verwoord: “Bij hervormen gaan we uit van de kracht van inwoners, instellingen, verenigingen, bedrijven en andere partners. We zullen vanuit onze gemeentelijke rol het benutten van hun eigen mogelijkheden stimuleren. Waar nodig ondersteunen we hen daarbij. Dit doen we vanuit de gedachte dat we hiermee de motor op gang helpen, zodat die daarna zelf kan draaien. Voor onze rol betekent dit dat we meer gaan faciliteren en dat eigen initiatief en ondernemerschap de ruimte krijgen”. De huidige financiële opgave van Zaanstad vraagt om scherpe keuzes. Niet eerder moest Zaanstad op zo’n fundamentele manier nadenken over de vraag tot hoe ver de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor cultuur reikt. Dat vergt met een andere ‘bril’ kijken naar ons culturele veld dat zich in de loop van vele jaren heeft gevormd en je opnieuw de vraag stellen: kan het ook anders? De gemeente moet op het gebied van cultuur een forse aderlating doen, maar dat laat onverlet dat er in de toekomst nog steeds een substantieel bedrag - € 9.400.000 - beschikbaar blijft.
1.3
PROCESGANG
In januari 2013 start de uitvoering van dit traject. Het adviesbureau BMC wordt ingehuurd om procesbegeleiding en inhoudelijke feedback te geven. Op 5 februari vindt een aftrapbijeenkomst plaats met de gemeenteraad, waarin een aantal vraagstukken en dilemma’s worden voorgelegd en bediscussieerd. In een startnotitie worden achtergrondinformatie en basisgegevens over cultuur in Zaanstad op een rijtje gezet. In maart start een serie thematische werkateliers. Met een brede vertegenwoordiging van lokale culturele organisaties, instellingen en verenigingen (zowel gesubsidieerd als ongesubsidieerd) wordt gediscussieerd over actuele ontwikkelingen binnen het werkveld, de op handen zijnde bezuinigingen,
2
de veranderende rol van de gemeente en de mogelijke gevolgen voor het werkveld en de eigen organisatie. In de bijeenkomsten passeren ook ontwikkelingen en ervaringen uit andere steden de revue. Veel gemeenten staan voor vergelijkbare opgaven en Zaanstad hoeft niet in alles opnieuw het wiel uit te vinden. In deze periode wordt ook een aantal interviews gehouden met sleutelfiguren uit het culturele veld. Tevens wordt aan het Zaanpanel een aantal vragen over de waarde van cultuur en de rol van de gemeente voorgelegd. Op 16 april wordt de ‘oogst’ van de consultatieronde gepresenteerd in een bijeenkomst met gemeenteraadsleden en vertegenwoordigers van grote culturele instellingen. Op basis van een aantal stellingen, bedoeld om de discussie los te maken, kunnen de aanwezigen met behulp van stemkastjes hun mening en voorkeur uitspreken. Werd bij de bestuursopdracht nog uitgegaan van een taakstelling van € 900.000 op cultuur, in de Kadernota 2014-2017 die eind april verschijnt wordt duidelijk dat het financiële perspectief voor de gemeente nog somberder is. Om die reden wordt besloten tot een zoekopdracht naar vermindering van de subsidies voor welzijn, sport en cultuur. Deze interventie heeft uiteraard gevolgen voor de inhoud en planning van de toekomstagenda. Op 9 juli keurt het college de ontwerp Toekomstagenda Cultuur goed voor inspraak. Het document schetst de nieuwe koers plus de uitwerking op onderdelen vanaf 2015 en geeft de financiële gevolgen aan voor de verschillende culturele functies. Aan de financiële taakstelling van € 900.000 is een extra bezuiniging van € 548.000 toegevoegd, waarmee het totaal van de bezuiniging op € 1.448.000 komt. Tot 4 september is er gelegenheid om zienswijzen op de toekomstagenda in te dienen. Er komen 78 reacties binnen, waarvan 43 namens organisaties en instellingen en 35 op persoonlijke titel. Uit de zienswijzen kan geconcludeerd worden dat de hoofdlijnen van de toekomstagenda worden onderschreven en daarmee de keuze voor de vier pijlers: ‘cultuur ‘aan de basis’ voor ieder kind, een gevarieerde stedelijke culturele infrastructuur, versterken van identiteit en imago en meer ruimte voor dynamiek. De reacties spitsen zich vooral toe op de gevolgen voor De Bieb, FluXus, de amateurkunst en De Zaansche Molen. Op voorhand was de gemeente er zich van bewust dat de voorstellen en bezuinigingen voor een aantal organisaties ingrijpende gevolgen zouden hebben. Om die reden wordt vanaf augustus zowel ambtelijk als bestuurlijk met de meest direct betrokken partijen contact gezocht. Doel van de gesprekken is: toelichting geven op de voorgestelde koerswijzigingen en bezuinigingen en overleggen over hoe nu verder. Het is duidelijk dat de opgaven complex zijn en dat gemeente en organisaties elkaar daarbij nodig hebben. De gesprekken zijn zonder uitzondering kritisch maar constructief en leiden tot een aantal handreikingen en aanpassingen in de toekomstagenda. Direct na de besluitvorming in de raad start een intensief traject, waarin de plannen en maatregelen verder zullen worden uitgewerkt (zie bijlage). 1
1
Hierbij moet overigens opgemerkt worden dat ook de ambtelijke organisatie (c.q. het domein Stedelijke Ontwikkeling) vanaf 2014 te maken krijgt met formatieve afslanking.
3
2.
VISIE EN AANPAK OP HOOFDLIJNEN
2.1
WAARDE EN BETEKENIS VAN CULTUUR IN ZAANSTAD
Cultuur heeft zowel waarde voor onze bewoners als voor de stad als geheel. Cultuur stimuleert creativiteit en een kritische blik en biedt je de kans om even weg uit het alledaagse te geraken en een andere kant van jezelf te ontdekken. Juist om die reden levert cultuur bijvoorbeeld binnen het onderwijs een toegevoegde waarde naast alle cognitieve vakken. Cultuur speelt ook dikwijls een sociale en verbindende rol tussen groepen. Het staat iedereen vrij om zelf te kiezen of en zo ja hoe je cultureel actief wilt zijn. Maar dat veronderstelt wel dat je eerder al in aanraking bent gebracht met cultuur. Natuurlijk moet er ook wel iets te kiezen zijn. Daarnaast verhogen culturele functies en voorzieningen de aantrekkingskracht van een stad. Ze kunnen de eigen identiteit en bijzondere kenmerken van een stad accentueren en brengen sfeer en reuring. Beide aspecten - persoonlijke ontplooiing en een cultureel aantrekkelijke een veelzijdige stad - vormen al jaren de ruggengraat van ons gemeentelijk cultuurbeleid2. Cultuur staat niet op zichzelf, maar heeft ook samenhang met andere ambities en ontwikkelingen in de stad. Zaans Evenwicht schetst een integrale toekomstvisie voor Zaanstad, beschrijft een aantal kernkwaliteiten en kiest voor zes strategische hoofdlijnen. Vertaald naar cultuur zijn vooral de volgende elementen bepalend en richtinggevend: -
2.3
aandacht voor ontplooiing en talentontwikkeling van de jeugd het belang van culturele voorzieningen voor een levendige en aantrekkelijke stad koesteren en versterken van de eigen (cultuurhistorische) identiteit positionering van Zaanstad als onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam
VIER PIJLERS VAN DE TOEKOMSTAGENDA CULTUUR
In deze toekomstagenda richten we de structuur van ons cultuurbeleid opnieuw in, bepalen we opnieuw onze rol als gemeente en geven we aan hoe we onze financiële middelen gaan inzetten. We gaan daarbij uit van functies en niet van organisaties. Hervormingen gaan nooit zonder slag of stoot. Deze toekomstagenda brengt ingrijpende veranderingen met zich mee. Daar zijn we ons van bewust. De gemeente wil daarom samen met organisaties en instellingen werken aan de uitvoering en implementatie.Tegelijk zijn we er van overtuigd dat hervormingen ook nieuwe dynamiek en kansen kunnen opleveren. Op basis van de ambities uit Zaans Evenwicht en de uitgangspunten van de hervormingsopgave kiezen we in deze Toekomstagenda Cultuur voor vier pijlers: Cultuur ‘aan de basis’ voor ieder kind Cultuureducatie staat aan de basis van ontplooiing en talentontwikkeling. Het biedt de kans om kennis te maken, te proeven en vooral zelf te doen. Van daaruit kunnen mensen hun kunstzinnige en creatieve talenten en competenties zelf verder ontwikkelen, door actief aan de slag te gaan en/of door te genieten van kunst en cultuur van anderen. Op jonge leeftijd beginnen met cultuureducatie betekent
2
Het Zaanpanel is een panel van belangstellende inwoners van Zaanstad, dat via internet een paar keer per jaar meedoet aan
een kort opinieonderzoek.. De scores zijn indicatief, maar niet representatief. ‘Speelt kunst en cultuur een belangrijke rol in uw leven?’vroegen we aan het Zaanpanel. 53% antwoordde hierop met ´een enigszins belangrijke rol´, 25% gaf aan ´geen belangrijke rol´ en 23% ‘een heel belangrijke rol’. De meningen lopen duidelijk uiteen. 59% is het (helemaal mee) eens met de stelling dat kunst en cultuur het wonen in Zaanstad aangenamer maakt, maar slechts een minderheid (32%) vindt dat er in Zaanstad op dit gebied veel te doen is (44% antwoordt met ‘neutraal’). Als het gaat om het belang van cultuur voor de ontwikkeling van kinderen is het panel opmerkelijk eensgezind. Een grote meerderheid (90% van de ondervraagden) is het helemaal eens met de stelling dat het belangrijk is dat kinderen op jonge leeftijd in contact komen met kunst en cultuur.
4
een diepte investering voor later. Hoe meer culturele en creatieve bagage je als kind mee krijgt, hoe meer en langer je daar in je verdere leven van kan profiteren. Als lokale overheid hebben we hierin ook een verantwoordelijkheid. We kiezen er voor om - in samenwerking met het onderwijs – onze focus vooral te richten op cultuureducatie van de jeugd in en om de basisscholen. Een gevarieerde stedelijke culturele infrastructuur Een stad met meer dan 150.000 inwoners verdient een gevarieerd cultureel aanbod. Met Amsterdam bijna letterlijk ‘om de hoek’ wordt wel eens getwijfeld of daarvoor wel voldoende draagvlak is, maar de deelnemers- en bezoekersaantallen leveren daarvoor de bevestiging. Onderzoek binnen de Metropoolregio Amsterdam laat zien dat de meeste regiobewoners voor hun uitgaans- en culturele activiteiten gericht zijn op de eigen gemeente en op Amsterdam. Verder geldt over het algemeen: hoe hoger het inkomen, des te meer activiteiten gedaan worden en des te groter de afstand die daarvoor wordt afgelegd. 3 Omgekeerd wordt ook van het Zaanse culturele aanbod zowel lokaal als regionaal gebruik gemaakt. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Zaantheater. Zaanse culturele instellingen leveren over het algemeen goede kwaliteit. In de afgelopen jaren behaalden diverse Zaanse cultuurinstellingen nominaties voor landelijke prijzen. We willen de huidige culturele variëteit in Zaanstad behouden. In het besef dat er in de toekomst minder overheidsmiddelen beschikbaar zijn kiest de gemeente voor een veranderende rol: minder subsidiegever en meer aanjager en facilitator, minder ‘zorgen voor’ en meer ‘zorgen dat’. Dat betekent dat we een groter beroep doen op eigen verantwoordelijkheid en ondernemerschap van organisaties en instellingen. Versterken van identiteit en imago Zaans Evenwicht spreekt over ‘uitgaan van eigen kracht’ en ‘verbinden van verleden, heden en toekomst’. “Cultureel erfgoed is één van de mooiste thema’s die Zaanstad heeft”4. Historisch besef en liefde en toewijding voor het erfgoed zijn van oudsher sterk aanwezig in onze stad en vormden de basis voor de Zaanse Schans, het pre-industriële dorpsensemble dat uitgroeide tot een internationale toeristische trekker van formaat, en voor talloze cultuurhistorische organisaties zoals de vereniging De Zaansche Molen. Erfgoed gaat niet alleen over gebouwen, maar ook over tradities en verhalen. “Een monument krijgt meer betekenis als je de historische functie en betekenis ervan kent en weet wat er zich heeft afgespeeld”. 5 Zaanse evenementen en festivals laten zich dikwijls inspireren door cultuurhistorische thema’s en/of locaties. Zaanstad werkt de laatste jaren doelgericht aan het versterken van de eigen identiteit. De gemeente wil samen met organisaties en verenigingen cultuurhistorie beter zichtbaar, voelbaar en beleefbaar maken voor een breder publiek, zowel bewoners als bezoekers, toeristen en ondernemers. Meer ruimte voor dynamiek Cultuur is bij uitstek dynamisch. Er ontwikkelingen zich ook steeds nieuwe cultuurstromingen en – uitingen, buiten de gangbare cultuurdisciplines om, die niet zomaar in een hokje te vatten zijn. Wij zien nieuwe initiatieven in de stad van de grond komen zonder financiële steun vanuit de gemeente. ‘Geef ons de ruimte om het op onze eigen manier te doen’, was de boodschap die we meekregen in het werkatelier dat door RAAZ werd georganiseerd. Cultuur en beeldende kunst worden regelmatig ingezet bij processen van stedelijke ontwikkeling en herstructurering en voor economische en sociale doelstellingen. In het werkatelier met de gemeentelijke culturele adviesraden kwam naar voren dat scheidslijnen tussen cultuur, beeldende kunst, vormgeving, architectuur en creatieve industrie vervagen en steeds meer dwarsverbanden ontstaan. We vinden het belangrijk dat creatieve individuen, groepen en organisaties zich uitgedaagd voelen om in onze stad initiatieven te ontplooien, ondernemerschap te tonen en zelf kansen te creëren. De gemeente wil dat ondersteunen in de vorm van projectsubsidies. Daarnaast kan Zaanstad door versoepeling van regelgeving, zoals bijvoorbeeld de drank- en horecawet, beter faciliteren. In dit kader wordt overwogen om de precarioheffing voor evenementen tot € 6.000 vrij te stellen.
3
Bron: “Betekenis van de Metropoolregio Amsterdam”; Gemeente Amsterdam/Dienst Onderzoek en Statistiek (2010) Quote uit verslag werkatelier Erfgoed & Identiteit. De waardering voor erfgoed blijkt ook uit de scores van het Zaanpanel, waarin 74% aangeeft de Zaanse Schans belangrijk tot zeer belangrijk voor Zaanstad te vinden. 5 Erfgoedvisie Zaanstad2011-2018 4
5
2.4
CLUSTERING VAN CULTUURFUNCTIES
Op 30 mei 2013 besluit de gemeenteraad dat op de locatie Figaro “een multifunctionele accommodatie (cultuurcluster met vergaderzalen) met een modulaire opbouw wordt ontwikkeld, waarmee eventueel latere functiewisselingen flexibel kunnen worden gerealiseerd”6. Met een nieuw cultuurcluster kiest de gemeente voor een nieuwe impuls aan de culturele infrastructuur. Een cultuurcluster in het centrumgebied maakt het mogelijk om de huidige variëteit aan culturele functies voor de toekomst beter te bestendigen. Een plek met meerdere functies onder één dak op een goed bereikbare locatie kan een goede basis bieden voor les- en cursusaanbod (nu onderdeel van FluXus) en een filmhuis. Daarnaast biedt nieuwbouw de mogelijkheid om een goed geoutilleerd poppodium in Zaanstad terug te brengen. Deze functies zorgen met elkaar voor een flink bereik onder een breed publiek. De in het cultuurcluster beoogde leestafelfunctie kan door een commerciële partij in combinatie met horeca worden aangeboden. Medegebruik door andere organisaties – waaronder de lokale omroep, architectuurcentrum Babel en jongerenplatform RAAZ - behoort eveneens tot de mogelijkheden. De beoogde multifunctionele opzet met mogelijkheden voor gedeeld gebruik van ruimten en gezamenlijk beheer sluit bovendien goed aan bij de wens vanuit de gemeente tot verdere efficiëntieverbetering. Een nieuw cultuurcluster draagt ook bij aan versterking van de identiteit en het imago van de stad. Clustering van cultuurfuncties zorgt voor meer reuring in het centrumgebied; niet alleen overdag, maar vooral ook in de avonduren. Mede daarom is – naast het poppodium - toevoeging van een filmhuisfunctie met een dagelijkse avondprogrammering van belang. De beoogde locatie - in het centrumgebied, direct naast het trein- en busstation - zorgt voor een optimale herkenbaarheid en bereikbaarheid voor bezoekers vanuit de stad en de omliggende regio. Daarnaast levert een nieuw gebouw van architectonisch hoge kwaliteit op zo’n prominente zichtlocatie een imagoversterkende toevoeging aan het nu al spraakmakende centrumgebied van Zaandam. Wij zijn er van overtuigd dat door het combineren van culturele functies nieuwe dynamiek ontstaat. Amateurkunstenaars uit allerlei disciplines zoals muziek, dans, theater en visuele kunst komen om te repeteren, te improviseren en voorstellingen te geven. Bezoekersstromen kruisen elkaar. Filmhuis en poppodium trekken veel actieve vrijwilligers. Zo’n ambiance kan een magneetfunctie krijgen, andere groepen aantrekken en stimuleren tot nieuwe contacten en nieuwe vormen van samenwerking. Daarnaast kunnen aanpalende commerciële functies versterkend werken op de functie en uitstraling van het cluster. Uit de reacties vanuit de stad en de discussies binnen de gemeenteraad blijkt dat kritisch wordt gedacht over verplaatsing van het huidige filmhuis De Fabriek naar het nieuw te bouwen cultuurcluster. De Fabriek wil liever op de huidige locatie blijven, maar kiest voor een open en constructieve houding. Vanaf oktober 2013 wordt samen met alle betrokken partijen gewerkt aan het opstellen van een Programma van Eisen. Onderzocht wordt hoe de wensen en eisen van de afzonderlijke partijen op een verantwoorde manier kunnen worden gecombineerd en ruimtelijk vertaald. Bij de ontwikkeling van het Programma van Eisen worden tevens de mogelijkheden voor toevoeging van commerciële functies onderzocht. De raad heeft hier expliciet om gevraagd.
6
Letterlijke tekst van het raadsbesluit. In het debat met de raad is afgesproken dat (aanvullen)d onderzoek zal worden gedaan naar de combinatie van culturele functies c.q. instellingen en commerciële functies
6
3.
CULTUUR ‘AAN DE BASIS’ VOOR IEDER KIND
3.1
HUIDIGE SITUATIE
Voor relatief veel kinderen begint de eerste kennismaking met cultuur op de basisschool. Cultuureducatie is vastgelegd in de kerndoelen van het basisonderwijs, maar in de praktijk hebben veel basisscholen moeite om cultuureducatie in de klas op een goede manier vorm en inhoud te geven. Het Rijk is daarom vanaf 2013 gestart met het stimuleringsprogramma Cultuureducatie met kwaliteit om samen met gemeenten de actieve kunstbeoefening in het basisonderwijs te verbeteren. Vrijwel alle basisscholen in Zaanstad maken gebruik van het Cultuurmenu, waarmee iedere basisschoolleerling in schooltijd zowel actief als passief (receptief) kennismaakt met een breed scala aan activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed. Lokale kunst- en erfgoedinstellingen zijn actief betrokken bij de organisatie en uitvoering van het menu en krijgen daarmee jaarlijks enkele honderden tot duizenden kinderen over de vloer. Een culturele commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de scholen, bepaalt de inhoud en bewaakt de kwaliteit. FluXus/Centrum voor de Kunsten is momenteel verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit en voor het Cultuurmenu. De huidige aanpak is het resultaat van jarenlange samenwerking en verloopt naar wederzijdse tevredenheid. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 kunnen de Brede Scholen7 in Zaanstad vanuit de regeling voor combinatiefuncties plannen indienen voor laagdrempelige naschoolse activiteiten op het gebied van cultuur, sport en welzijn. Vervolgens kan in principe iedere aanbieder van culturele activiteiten hierop intekenen. Het ROC treedt op als bemiddelingsorganisatie tussen vraag en aanbod. Kinderen die zich daarna verder willen bekwamen in een specifieke kunstvorm of instrument kunnen gebruik maken van het FluXus les- en cursusaanbod of lid worden van een amateurkunstvereniging. In het kader van leesbevordering maakt De Bieb - naast educatieve activiteiten in de diverse bibliotheekfilialen - gebruik van twee speciale bussen met uitschuifbare zeecontainers, die 15 plekken verspreid over de stad ‘aandoen’ om vanuit de basisscholen het lezen van kinderen te stimuleren. Op de begane grond staan de boeken; in de ‘bovenkamer’ werken leerlingen aan groepsopdrachten en kunnen ze na schooltijd vertoeven, al of niet lezend. Daarnaast verzorgt de Bieb voor een tweetal clusters van scholen de gezamenlijke schoolbibliotheekcollectie. Alle kinderen van de deelnemende scholen zijn (verplicht) lid van De Bieb.8 Via de Hotze de Roosprijs werkt de gemeente ook mee aan leesbevordering. Basisscholen ontvangen ieder jaar een aantal nieuwe kinderboeken, prominente Zaankanters komen in de klas voorlezen en een kinderjury kiest later de winnaar van de prijs, die tijdens de kinderboekenmarkt wordt uitgereikt.
De gemeente ondersteunt op projectbasis enkele cultuureducatieve activiteiten in het voortgezet onderwijs. Met subsidie van de gemeente werd in de afgelopen jaren een cultuureducatieaanbod binnen het VMBO ontwikkeld. Ook het beeldende kunst project ‘Klik, dit ben ik’ wordt al enige jaren vanuit de gemeente ondersteund.
3.2
TOEKOMSTAGENDA
De gemeente beschouwt het als haar taak om er samen met het onderwijs voor te zorgen dat ieder kind in Zaanstad in aanraking komt met cultuur. Onze aandacht concentreert zich in de komende jaren op een educatief basisaanbod voor de jeugd in en om de basisschool. Onderwijsveld en gemeente zijn partners binnen het programma Cultuureducatie met Kwaliteit, dat in 2012 van start is gegaan. In dit stimuleringsprogramma ligt het zwaartepunt van de cultuureducatie in de school. In de komende vier jaren krijgen zo’n 20 basisscholen in
7
de brede school is een samenwerkingsverband in een wijk tussen één of meerdere scholen en (buitenschoolse) partnerorganisaties 8 Deze regel beïnvloedt uiteraard het totaal aantal ingeschreven leden.
7
Zaanstad elk een dagdeel per week een coach, die leerkrachten in de klas praktische begeleiding geeft en de school ondersteunt bij de verdere uitbouw en verankering in het onderwijsprogramma. Wij beschouwen het huidige programma als een groeimodel dat geleidelijk verder kan worden ‘uitgerold’ over alle scholen.9 De gemeente zet haar bijdrage aan de organisatie van het Cultuurmenu voort. Met het Cultuurmenu snijdt het mes aan twee kanten. Enerzijds komen kinderen in contact met een brede variëteit aan kunst en cultuur, anderzijds biedt het lokale culturele organisaties en verenigingen de kans om zich te presenteren. Het aanbod komt in nauw overleg met de Interne Cultuur Coördinatoren (ICC’ers) op de basisscholen tot stand. Alle deelnemende basisscholen stellen een basisbudget beschikbaar voor de programmatische invulling10. De aanpak rond de naschoolse activiteiten in het kader van de brede school is pas kort geleden van start gegaan. Uit de aanvragen vanuit de scholen blijkt grote belangstelling voor culturele activiteiten. Voor de uitvoering van dit naschoolse activiteitenaanbod kunnen meerdere aanbieders intekenen. Het ROC is door de gemeente aangewezen als bemiddelingsorganisatie, die via een aanbestedingsprocedure vraag en aanbod matcht. Punt van aandacht is een goede aansluiting tussen de binnen- en buitenschoolse educatieve activiteiten. Door het aanbieden van faciliteiten dichtbij de basisscholen kunnen veel kinderen worden bereikt. De inzet van de biebbussen in het kader van leesbevordering sluit daar goed op aan. De Bieb biedt de faciliteiten, maar de scholen zijn in principe zelf verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van activiteiten. De inzet is bedoeld als ondersteunend op het reguliere lesprogramma. Bij de inzet van de biebbussen wordt rekening gehouden met een zo goed mogelijke spreiding, maar een volledig dekkend netwerk over alle scholen kan niet worden gegarandeerd. Scholen kunnen eventueel ondersteuning vragen om de kwaliteit van hun schoolbibliotheek te verbeteren. In 2015 start de nieuwe programmaperiode van het onderwijsachterstandenbeleid. Onderzocht wordt of vanuit onderwijsachterstandenbeleid aan De Bieb aanvullende middelen in het kader van leesbevordering beschikbaar kunnen worden gesteld. De gemeente stopt met de jaarlijkse ondersteuning van de cultuureducatieactiviteiten in het voortgezet onderwijs (zoals het kunstproject ‘Klik, dit ben ik’). Voor bijzondere activiteiten of projecten kunnen scholen in het voortgezet onderwijs voortaan een beroep doen op incidentele of projectsubsidie. De organisatie rond de Hotze de Roosprijs is in principe geen kerntaak van de gemeente. We gaan onderzoeken of en zo ja hoe deze taak kan worden overdragen aan een externe organisatie. Eerder al werd de organisatie van de Kinderboekenmarkt door de gemeente overgedragen.
9
voortzetting na 2017 is mede afhankelijk van continuering van het rijksprogramma Elk schoolbestuur in Nederland ontvangt €10,90 per leerling voor cultuureducatie. In Zaanstad wordt het grootste deel hiervan (€ 8,50) beschikbaar gesteld voor het Cultuurmenu (kunst en erfgoed).In 2015 beoordeelt het Rijkof de middelen goed worden besteed, c.q. de hiermee gefinancierde aanpak voldoende bijdraagt aan doorlopende leerlijnen.
10
8
4.
EEN GEVARIEERDE STEDELIJKE CULTURELE INFRASTRUCTUUR
4.1.
ACTIEVE CULTUURBEOEFENING IN DE VRIJE TIJD
4.1.1
Huidige situatie
Stedelijke cultureel les- en cursusaanbod In Zaanstad is een breed cursus- en lesaanbod op het gebied van muziek, beeldende kunst & media en podiumkunsten, zowel voor jeugd als voor volwassenen, zowel individueel als groepsgewijs, op verschillende niveaus en op diverse locaties in de stad. Uit de cijfers van FluXus blijkt dat de afdeling Muziek verreweg de meeste deelnemers trekt (1.909 cursisten ten opzichte van 818 cursisten Beeldende Kunst en 727 cursisten Podiumkunsten). 70% van de cursisten voor muziek is jonger dan 18 jaar en voor de podiumkunst is dat zelfs 95%. De jeugd heeft weinig belangstelling voor beeldende kunst (10%)11. Behalve cursussen worden ook concerten, uitvoeringen, voorstellingen, presentaties en tentoonstellingen georganiseerd, waardoor cursisten hun prestaties kunnen laten zien en horen aan anderen. Naast FluXus biedt ook een aantal muziekverenigingen lessen aan voor hun leden. Buiten het gesubsidieerde aanbod zijn er beeldende kunstenaars en musici, die lessen aan huis of cursussen in het eigen atelier geven. Met enige regelmaat vestigen zich nieuwe particuliere dansstudio’s, theaterscholen en oefenruimten voor bands in Zaanstad. Met een aantal van deze culturele ondernemers hebben we in de werkateliers kennis gemaakt. Hoewel er geen onderzoek naar gedaan is hebben we op basis van publicaties in de lokale media de indruk dat het cursusaanbod op de particuliere markt groeit 12. Digitale kunstvormen zijn sterk in opkomst. Fora zoals Flickr en Zoom.nl (voor fotografie) worden gebruikt om eigen werk/foto’s/filmpjes onderling uit te wisselen en te becommentariëren. YouTube wordt niet alleen gebruikt als podium voor uitwisseling van allerlei creatieve initiatieven en filmpjes, maar ook voor instructie- en reviewfilmpjes. Daarnaast zijn er websites waarop digitale muzieklessen worden gegeven. Kenmerkend is dat het aanbod zich snel aanpast aan de gebruikers. Amateurkunst Zaanstad kent een breed scala aan amateurkunstverenigingen, die niet alleen bijdragen aan een aantrekkelijk cultureel klimaat en individuele ontplooiing, maar ook uiting geven aan betrokkenheid bij de gemeenschap. Een aantal verenigingen biedt met name aan jeugd de kans om hun talenten te ontplooien. Jaarlijks subsidieert de gemeente zo’n 50 koren, harmonie/fanfare/ brassbands en toneelverenigingen. De meeste verenigingen beschouwen de subsidie van de gemeente vooral als een waardering en ‘steun in de rug’. Er zijn grote verschillen tussen verenigingen onderling; qua ledental, leeftijdsopbouw en activiteitenaanbod. De huidige wijze van subsidiëring roept vraagtekens op. Bij een aantal verenigingen is de subsidie per lid bijvoorbeeld veel hoger dan de eigen bijdrage die de leden zelf betalen. Andere verenigingen hebben maar een zeer gering aantal leden. Verder biedt de huidige subsidiesystematiek nauwelijks mogelijkheden voor nieuwe organisaties om aan te sluiten. Overige culturele organisaties Zaanstad telt meerdere kleinschalige culturele organisaties, doorgaans op vrijwillige basis, die ieder op hun eigen manier een bijdrage leveren aan het culturele klimaat in Zaanstad. Het gaat hierbij o.a. om cultuurhistorische verenigingen, muziekpodia op bijzondere cultuurhistorische locaties, maar ook
11
bron: Jaarverslag FluXus 2011/2012 volgens het digitale netwerk Cultuurnetwerk.nl vormen particuliere instellingen en docenten het grootste aanbod op het gebied van kunsteducatie. Doordat de overheid steeds meer op projectbasis subsidieert is echter het onderscheid tussen welen niet gesubsidieerde organisaties niet altijd goed te maken. 12
9
om organisaties als Babel (architectuur & vormgeving) en Tengel (beeldende kunst). De gemeente verstrekt jaarlijks subsidie aan zo’n 25 kleine culturele organisaties.
4.1.2. Toekomstagenda Stedelijk cultureel les- en cursusaanbod De gemeente vindt het belangrijk dat bewoners in Zaanstad de kans krijgen om zelf cultuur te beoefenen. Kinderen, die in het onderwijs kennismaken met cultuur, krijgen hierdoor de kans om hun talenten verder te ontwikkelen. De huidige deelnemersaantallen van FluXus tonen aan dat in Zaanstad voldoende draagvlak is voor een breed stedelijk cultureel les- en cursusaanbod. We zien kansen om dit aanbod voortaan op een andere manier en met minder overheidssubsidie in te richten. De huidige cursusorganisatie van FluXus kan worden omgebouwd tot een zelfstandige netwerkorganisatie. Een dergelijke organisatie doet een aanzienlijk appèl op eigen verantwoordelijkheid en ondernemerschap van docenten.13 FluXus is bereid om deze nieuwe koers in te zetten, maar vraagt steun vanuit de gemeente om een dergelijke nieuwe netrwerkorganisatie te kunnen ontwikkelen. De gemeente is bereid om - onder de voorwaarde van een uitgewerkte businesscase - een structurele financiële bijdrage te leveren aan de nieuwe netwerkorganisatie. Daarnaast faciliteert de gemeente via het cultuurcluster lesruimten, waarin zelfstandige docenten lessen en cursussen kunnen verzorgen14. De ligging van het cultuurcluster, de geboden faciliteiten en de nabijheid en samenwerkingsmogelijkheden met andere professionals vormen daarbij een belangrijke meerwaarde. De omvorming naar de nieuwe situatie vergt een intensieve voorbereiding, waarin gemeente en FluXus – mede gelet op de samenhang met het cultuurcluster – gezamenlijk optrekken. Amateurkunst De gemeente handhaaft het huidige budget voor amateurkunst , maar wil in de toekomst daarbinnen een sterker accent leggen op activiteiten voor jeugd en meer mogelijkheden creëren voor nieuwe organisaties evenals voor tijdelijke of eenmalige initiatieven. Daarnaast zien we kansen voor meer samenwerking.15 Met deze ingrediënten gaan we in 2014 nieuwe subsidiespelregels opstellen. Dat doen we in overleg met de amateurkunstverenigingen en het Adviespanel Cultuur Zaanstad. Overige culturele organisaties Net als bij de amateurkunstverenigingen willen we in 2014 ook nieuwe subsidiespelregels opstellen voor de overige kleine culturele organisaties. Aan onze culturele adviesorganen vragen we om hierover een advies uit te brengen.
13
De gemeente Leeuwarden laat een voorbeeld van zo’n andere aanpak zien. Hier is een coöperatieve netwerkorganisatie gevormd met zelfstandige docenten, die voorheen verbonden waren aan het lokale centrum voor de kunsten, gefaciliteerd door een kleine organisatiebureau voor beheer en gebruik van ruimten, inning van lesgelden en voor het beheer van een gezamenlijke website. Ook in kleinere gemeenten zoals Houten en Deurne hebben organisaties voor deze nieuwe weg gekozen. 14 Ingevolge de aanpassing van de Mededingingswet (Wet Markt en Overheid) is de gemeente verplicht de integrale kostprijs van het cultuurcluster door te berekenen aan de huurders. De kans bestaat dat daardoor de betaalbaarheid in het geding komt. De raad kan in dat geval lagere huren mogelijk maken door het aanbieden van de faciliteiten van het cultuurcluster aan te merken als een economische activiteit van algemeen belang. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente een beheerstichting opdraagt betaalbare lesruimten aan te bieden. Als dit in het algemeen belang gebeurt kan deze dienst worden aangewezen als een dienst van algemeen economisch belang (DAEB). Dit heeft tot gevolg dat vergoeding aan deze beheersstichting niet kan worden aangemerkt als staatssteun. 15 Het huidige digitale Zaanse Cultuurplein kan bijvoorbeeld worden omgevormd tot een collectieve website, waarop het totale lokale les- en cursusaanbod voor iedereen zichtbaar en toegankelijk is. In Leeuwarden werkt de website www.kunstkade.nl als een digitale vindplaats voor vraag en aanbod van het totale aanbod aan cultuurbeoefening in de vrije tijd.
10
Financiële ondersteuning voor jeugd uit lage inkomensgroepen Vanuit het minimabeleid ziet de gemeente het als haar taak om een financieel vangnet te bieden voor kinderen uit gezinnen met lage inkomens. Het Jeugdcultuurfonds neemt samen met het Jeugdsportfonds deel aan de nieuwe Stuurgroep van “Meedoen Zaanstad”. Deze maatregel gaat gepaard met ophoging van het totale budget en verruiming van de voorwaarden. Voortaan kan iedere ouder zelf een aanvraag indienen. Na toekenning gaat de gemeentelijke bijdrage rechtstreeks naar de cursusinstelling, vereniging op de leverancier van een muziekinstrument. De huidige stichting Jeugdcultuurfonds blijft bestaan om in uitzonderingsgevallen te adviseren en te honoreren en te lobbyen ten behoeve van bredere fondsenwerving.
4.2
BIBLIOTHEEK
4.2.1
Huidige situatie
Vrijwel iedere Zaankanter is opgegroeid met ‘de bieb’. Voor veel mensen is het een niet weg te denken functie. Van de ondervraagden in het Zaanpanel vindt dan ook 72% dat de bibliotheek (heel erg) belangrijk is voor de bewoners van Zaanstad. In tegenstelling tot landelijks trends is er in Zaanstad nog geen afname van het ledental en het aantal bezoekers zichtbaar16. De meeste leden zijn jonger dan 12 of ouder dan 40 jaar. Vooral na 18 jaar valt er een gat. De meeste (studerende) jongeren maken gebruik van faciliteiten die door de opleiding wordt geboden. Tijdens de werkateliers werd aangegeven dat jongeren uit Zaanstad ook gebruik maken van de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA). De bibliotheek is een openbare voorziening, die van maandag t/m zaterdag geopend is17. De hoofdvestiging in Zaandam is ook op zondag geopend. Naast de uitleenservice voor leden – die in Zaanstad voor een deel van de tijd onbemand is en als selfservice fungeert – kan iedereen er gratis terecht om boeken in te zien, kranten en tijdschriften te lezen, internet te raadplegen, te studeren of om te computeren met vrienden. Bibliotheken worden daarnaast ook gebruikt voor lezingen en kleine tentoonstellingen. De laatste jaren zien we dat de Biebvestigingen steeds meer nevenfuncties krijgen: een plek om elkaar te ontmoeten, om te werken, te spelen of te studeren. In 2012 trok De Bieb zo’n 800.000 bezoekers. “De bibliotheek biedt minder ruimte voor boeken, maar meer ruimte voor mensen”. 18 Deze trend kwam ook in de werkateliers aan de orde. 4.2.2
Toekomstagenda bibliotheek
De functie van de bibliotheek is in verandering.19 Door de opmars van de digitale media hebben de meeste mensen continu een enorme informatiestroom tot hun beschikking en neemt het gebruik van fysieke boeken af. Verwacht wordt dat tot 2016 de uitleen van boeken met 9% zal dalen. Daar tegenover staat een verwachte stijging van uitlening van E-books van 23%20. Het rijk werkt aan de totstandkoming van een landelijke digitale bibliotheek, waarop alle lokale bibliotheken zijn aangesloten en waardoor gebruikers voortaan alle collecties kunnen raadplegen en e-books21 kunnen lezen. Ook ‘streaming’ van boeken (downloaden zoals muziek via Spotify) ligt in het verschiet. Niettemin gaan wij er van uit dat in Zaanstad ook in de komende jaren behoefte zal blijven bestaan aan een fysieke voorziening voor uitleen van boeken.
16
Hierbij dient vermeld te worden dat alle leerlingen die gebruik maken van de biebbussen verplicht zijn om lid te worden van de Bieb 17 De openingstijden verschillen per filiaal 18 aldus Francien van Bohemen van de Vereniging Openbare Bibliotheken in de Volkskrant (‘De zo geliefde bieb zoekt nieuwe rol’, 1 maart 2013) 19 Dit was één van de redenen waarom de gemeente besloot om af te zien van de bouw van een nieuwe hoofdbibliotheek in Inverdan. 20 bron: Stichting Marktonderzoek Boekenvak 2011 21 Op 10 april 2013 zijn voor 2013-2014 over de ontwikkeling van het openbare bibliotheekwerk bestuurlijke afspraken gemaakt door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
11
Uit een eigen gebruikersonderzoek van De Bieb in 2012 blijkt dat meer dan 70% gebruik maakt van internet om vanuit huis de collectie te raadplegen en online artikelen te verlengen. Door de opmars van technische en digitale mogelijkheden zal de noodzaak van fysieke nabijheid van een bibliotheekfunctie afnemen. De gemeente wil de bibliotheekfunctie in Zaanstad Noord en Zuid behouden, in combinatie met de biebbussen voor schoolkinderen in de wijken en een haal- en brengservice voor ouderen en gehandicapten.22 Samen met De Bieb wordt onderzocht in hoeverre andere mogelijkheden kunnen worden benut om de bibliotheekinfrastructuur te versterken, zoals ten aanzien van leesbevordering in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid. (zie ook onder 3.2.) De gemeente is zich er van bewust dat de voorgestelde bezuiniging diep ingrijpt op de bedrijfsvoering van De Bieb. Om die reden is besloten om een ‘oude’ financiële taakstelling, die vanaf 2014 zou moeten ingaan, niet te effectueren. In de komende maanden gaan instelling en gemeente gezamenlijk onderzoeken hoe de taakstelling gerealiseerd kan worden, waarbij fasering en mogelijke frictiekosten in kaart worden gebracht, maar ook nieuwe vormen van inkomsten worden onderzocht.
4.3.
PODIA, FILM EN MEDIA
4.3.1
Huidige situatie
Podia Onderzoeken zoals de Atlas voor Gemeenten laten zien dat cultuur belangrijk is voor de versterking van de economische aantrekkingskracht van een stad. Steden worden steeds meer plekken waar niet alleen geproduceerd, maar ook geconsumeerd wordt. Podia hebben daarin een belangrijke functie. Van de ondervraagden in het Zaanpanel vindt 73% het theater een (zeer) belangrijke functie voor de inwoners van Zaanstad. Het Zaantheater heeft te maken met een teruglopende kaartverkoop. In 2011 waren er 150.000 bezoekers en werden er 98.500 kaartjes verkocht. In 2012 waren dat 140.000 bezoekers en 88.500 kaartjes. Deze afname heeft niet alleen te maken met de - inmiddels terug gedraaide – verhoging van de BTW-heffing op de kaartverkoop, maar houdt ook verband met de gevolgen van de huidige economische crisis. In de loop van 2011 werd besloten om poppodium De Kade om te vormen tot een Productiehuis. Op die manier kon het vloeroppervlak (en daarmee de vaste kosten) flink teruggebracht worden en had de organisatie de handen vrij om per evenement een voor dat evenement geschikte locatie te zoeken. Medio 2012 werd echter duidelijk dat het bestuur van Productiehuis De Kade niet meer kon voldoen aan de beoogde prestatie. De gemeente heeft daarop besloten de subsidie per 1 februari 2013 definitief in te trekken, waarna het faillissement werd uitgesproken. Via het tijdelijke productiehuis De FluX kan het Centrum voor de Kunsten FluXus een aantal activiteiten voorlopig voortzetten. Film Er is grote waardering en breed draagvlak voor de functie van het filmhuis. Die waardering komt niet in de laatste plaats door de huidige aanpak en directievoering en de inzet van veel vrijwilligers. In enkele jaren tijd is het aantal bezoekers flink gestegen. In 2012 kwamen er 30.000 bezoekers naar het filmhuis.
22 Sluiting van één of meer filialen is al vaker onderwerp van besluitvorming (raadsbesluit 2003/56417 d.d. 18-12-2003) geweest. Het oorspronkelijke plan voor een nieuwe hoofdvestiging in Inverdan ging gepaard met sluiting van de filialen ’t Kalf (01-07-2004) en Westerkoog (zodra de hoofdbilbiotheek in Inverdan gerealiseerd zou zijn). Het gemeenschappelijke filiaal Wormerweer/Wormerland in Wormerland kwam tot stand na opheffing van het filiaal in Wormerveer.
12
Media Zaanstad is op basis van landelijke regelgeving gehouden aan een financiële bijdrage voor de lokale omroep. RTVI/Radio Televisie Internet - voorheen bekend als “Zaanradio” - is in transitie naar een nieuwe organisatie, die een breder aanbod wil bieden dan alleen maar lokale radio. De transitie houdt niet alleen een verbreding van het aanbod in, maar ook en vooral kwaliteitsverbetering. Dat is geen geringe opgave voor een organisatie, waarvan niet alleen de “medewerkers”, maar ook de “leidinggevenden” allemaal vrijwilliger zijn. Toch slaagt men er in een 24 uurs programmering te realiseren.
4.3.2
Toekomstagenda podia, film en media
Podia De gemeente beschouwt het theater als een waardevolle en onmisbare functie voor de stad. Het leeuwendeel van de gemeentelijke subsidie voor het theater is bestemd voor de exploitatie van het gebouw. Er is sprake van toenemende samenwerking tussen de theaters in de regio op het gebied van programmering, kaartverkoop, pr, maar ook met betrekking tot energie inkoop. In het kader van de hervormingsagenda zien wij in de komende jaren kansen op extra verdienvermogen. Het Zaantheater noemt in dit verband zelf bijvoorbeeld de invoering van prijsdifferentiatie/rangen. Ook samenwerking met het nieuwe cultuurcluster in de vorm van aanbieding van expertise behoort tot de mogelijkheden. Vanaf 2015 zal een korting van 5% op de subsidie worden toegepast. De Zaanstreek kent een lange poptraditie. Uit de reacties op de sluiting van De Kade maken we op dat er behoefte is aan en draagvlak voor een poppodium. De bouw van een nieuw cultuurcluster biedt de kans om deze ambitie te realiseren. Het huidige podium De FluX is opgezet als tijdelijke overbrugging in de aanloop naar een mogelijk nieuw poppodium. We beseffen dat we hiermee een extra financiële verplichting aangaan. Het combineren van een poppodium met andere voorzieningen levert weliswaar efficiëntievoordelen op (zoals multifunctionele zaalruimte en gezamenlijk beheer) maar de ervaringen uit het verleden hebben geleerd dat we moeten uitgaan van reële kosten en inkomsten. De raming voor het poppodium is afgeleid van gemiddelde exploitatiecijfers, gebaseerd op gegevens van andere middelgrote poppodia. Film De functie filmhuis sluit aan bij onze ambitie om Zaanstad aantrekkelijk te houden (en te maken) voor hoger opgeleiden. Met de bouw van het cultuurcluster biedt de gemeente een nieuwe, aantrekkelijke en goed geoutilleerde accommodatie, op een centraal gelegen en uitstekend bereikbare plek. Het filmhuis behoort tot de functies, die in de opzet voor het nieuwe cultuurcluster wordt meegenomen, en neemt deel aan de voorbereidingen voor het Programma van Eisen. Meedoen in een vestiging met meerdere functies kan voor een relatief kleine organisatie als het filmhuis mogelijk aantrekkelijke perspectieven bieden. Media De lokale omroep past naar onze mening in het lokale basisaanbod. Het bestuur van RTVI zet ook in op het verwerven van meer eigen inkomsten. De lokale omroep is één van de organisaties, die de intentieverklaring voor deelname in het cultuurcluster heeft ondertekend.
13
5.
VERSTERKING VAN IDENTITEIT EN IMAGO
5.1
HUIDIGE SITUATIE
In 2011 stelde de gemeentraad de Erfgoedvisie vast. De visie gaat over behoud, restauratie en herbestemming van de Zaanse monumenten, maar ook over de betekenis van het erfgoed voor sociale binding, economische versterking, identiteit en het versterken en uitdragen van ‘het verhaal van de Zaanstreek’. In het toeristische beleid van Zaanstad speelt het industriële erfgoed een cruciale rol. Zaanse Schans In 2010 besloot de gemeente dat de Zaanse Schans organisatorisch en financieel op eigen benen moet kunnen staan. Deze koerswijziging ging gepaard met een investeringsimpuls (deels gefinancierd vanuit Europese subsidies), gericht op behoud van het erfgoed en verbetering van het toeristische product en mogelijk gemaakt dankzij de aankoop van de panden door N.V. Stadsherstel Zaanstreek. Sindsdien neemt de gemeente weliswaar alleen het onderhoud van de openbare ruimte nog voor haar rekening, maar blijft de Zaanse Schans beleidsmatig en strategisch voor Zaanstad van groot belang. Musea Het Zaans Museum toont de bezoeker de industriële ontwikkeling van de Zaanstreek door de eeuwen heen. Sinds de komst van de Verkadevleugel zijn de bezoekersaantallen flink gestegen. Het museum scoort met gemiddeld zo’n 60.000 bezoekers per jaar landelijk gezien goed in haar genre. Het Zaans Museum beheert tevens het Czaar Peterhuisje in Zaandam en de collectie van het Honig Breethuis in Zaandijk. Zaanstad telt daarnaast een groot aantal kleinere musea en diverse (bedrijven-)collecties, waarvan het merendeel op vrijwilligers draait. Een aantal collecties komt voort uit privé- of bedrijfsverzamelingen en zijn niet specifiek streekgebonden. In de Atlas voor Gemeenten scoort Zaanstad als één van de steden met de grootste ‘museumdichtheid’. Het Molenmuseum en het Museum van het Nederlandse Uurwerk ontvangen een subsidie van de gemeente. Evenementen, festivals, manifestaties Erfgoed en cultuurhistorie vormen een belangrijke inspiratiebron voor culturele manifestaties, festivals en evenementen. Monumentale complexen worden gebruikt als podia voor evenementen, festivals en concerten, zoals Midzomerzaan (De Chocoladefabriek / vml. Verkadecomplex), de Kinderboekenmarkt (Zaanse Schans) en klassieke recitals (de doopsgezinde vermaningen). De Zaan zelf was jarenlang het podium voor het evenement Zingen op de Zaan. Streekverhalen en historische gebeurtenissen stonden aan de basis van geslaagde theaterproducties, zoals Maria Maria en Vivo, en voor het Zaanstad-Ruslandjaar. Op het Hembrugterrein worden tentoonstellingen, zoals Art Zaanstad, en worden culturele evenementen ingezet als gangmaker voor reuring en bekendheid en aanjager voor gebiedsontwikkeling. In 2012 was het terrein voor de eerste keer onderdeel van het Amsterdamse Grachtenfestival en het Over het IJ Festival. Behalve culturele evenementen zijn ook diverse sportevenementen opgenomen in het programma Cultuur. De Dam tot Damloop vormt op evenementengebied een ‘buitencategorie’ met jaarlijks 70.000 lopers en 200.000 bezoekers en is daarmee een belangrijke troef in het kader van stad-/streekpromotie. Sinds een aantal jaren kent Zaanstad zowel een stadsdichter als een stadscomponist, die - gevraagd en ongevraagd - een persoonlijk accent geven aan belangrijke gebeurtenissen in de stad. Soms werken stadsdichter en –componist samen aan projecten. Er is geen sprake van een vaste vergoeding. Beiden ontvangen een financiële bijdrage uit specifieke opdrachten en/of deelname aan projecten.
14
5.2
TOEKOMSTAGENDA
Zaanse Schans De stichting Zaanse Schans heeft in het ambitiedocument ‘(in) Balans op de Schans’ voor de komende jaren een planmatige ontwikkelingstrategie uitgestippeld. Vanuit onze veranderende overheidsrol zien wij de Zaanse Schans als een belangrijke lokale partner, met wie we op verschillende manieren verbonden zijn (erfgoed, cultuur, economie, gebiedsontwikkeling Zaan IJ) en willen blijven samenwerken. In de komende jaren zal daarbij een sterker accent komen te liggen op de beoogde toeristisch-economische spin-off voor Zaanstad. Musea en molens De gemeente wil de veranderende rol, die eerder is ingezet voor de Zaanse Schans, doortrekken naar de musea. De Nederlandse Museumvereniging noemt een aantal kansrijke trends, die voor het cultuurhistorische karakter van het Zaanse museale aanbod van belang zijn. De vergrijzing zorgt voor een groeiende doelgroep met tijd, geld en een brede culturele belangstelling. Daarnaast is ook sprake van een toenemende belangstelling voor cultuur en erfgoed onder internationale toeristen.23 De nabijheid van Amsterdam en aantrekkingskracht van de Zaanse Schans zorgen voor een grote stroom aan bezoekers en internationale toeristen. De aanleg van de riviercruisevaartsteiger zal naar verwachting nog meer bezoekers tot gevolg hebben. Het Zaans Museum heeft een spilfunctie in het Zaanse museale aanbod. Naast behoud en beheer van een integrale streekgebonden collectie biedt het Zaans Museum een plek, waar bezoekers – jong en oud - het overall verhaal van de streek kunnen beleven en ervaren. De Zaanstreek onderscheidt zich binnen de Metropoolregio Amsterdam door het industriële erfgoed. De presentatie van het Zaans Museum sluit daar op aan. Volgens het Ambitiedocument Zaanse Schans 2020 ‘(in)Balans op de schans’ biedt de Zaanse Schans het beeld en het museum de verdieping. De gemeente kiest er voor om het Zaans Museum – in combinatie met het beheer en de openstelling van het Czaar Peterhuisje en het Honig Breethuis – in de toekomst te blijven subsidiëren. Het museum wil vernieuwen om voldoende aantrekkelijk te blijven en meer bezoekers te kunnen trekken. Er ligt een investeringsplan klaar voor een meer eigentijdse en interactieve presentatie van de collectie. Net als bij de bouw van de Verkadevleugel en de restauratie van het Czaar Peterhuisje is de directie er in geslaagd om aanzienlijke investeringsbijdragen via fondsen en bedrijfsleven binnen te halen. Het Zaans Museum heeft bij de gemeente een verzoek ingediend tot het verlenen van gemeentegarantie op een lening. Op basis van de voorwaarden, die in de Nota Borgstellingen zijn geformuleerd, wordt onderzocht of deze garantie kan worden verstrekt.24 Door deze kwaliteitsimpuls kan het eigen verdienvermogen van het museum groeien. Tijdelijke tentoonstellingen en programmatische samenwerking met musea in de regio zoals in het kader van het Nederland-Ruslandjaar of met lokale organisaties zoals het Gemeentearchief kunnen bijdragen aan meer naamsbekendheid en meer bezoekers. Daardoor hebben ook bewoners uit de directe omgeving een aanleiding om vaker terug te komen. Omdat wij verwachten dat het Zaans Museum groeipotentie heeft hebben we besloten om de gemeentelijke subsidie met 5% te verminderen. De gemeente heeft grote waardering voor de inzet van de Zaansche Molen. De vereniging De Zaansche Molen draagt al vele decennia zorg voor de instandhouding van de molens in de Zaanstreek. De molens vormen belangrijke cultuurhistorische iconen in het Zaanse landschap en complementeren het panorama van de Zaanse Schans. Daarnaast exploiteert de vereniging het Molenmuseum. Dit museum heeft in de bestaande opzet en op de huidige locatie nauwelijks ontwikkelingsmogelijkheden. De vereniging heeft plannen om het museum te verplaatsen naar de Zaanse Schans. Door een nieuwe opzet en inrichting wil men meer bezoekers trekken. De vereniging heeft aangegeven op korte termijn hiervoor de
23
“Agenda 2026”, toekomstverkenning voor de Nederlandse museumsector
24
Dit onder voorwaarde van een goede businesscase en met het gebouw en de grond als onderpand. De Zaanse Schans heeft haar bereidheid uitgesproken om hier aan medewerking te verlenen.
15
planuitwerking te starten. De gemeente juicht deze ontwikkeling toe en wil graag meedenken. Wij vinden het belangrijk dat ook het Zaans Museum hierbij betrokken wordt. Wij zien hierdoor meer verdienmogelijkheden voor de vereniging en zijn van mening dat de gemeentelijke subsidie om die reden kan worden beëindigd. De gemeente is zich er van bewust dat de overgang naar een nieuwe toekomst ingrijpend is. Daarom zijn wij bereid om voor 2015 een overbruggingsbijdrage beschikbaar te stellen, zodat de vereniging meer tijd heeft om de beoogde veranderingen voor te bereiden. Op basis van een sluitende businesscase kan in een later stadium besloten worden tot een eenmalige investeringsbijdrage. Wij zijn van plan om de subsidie aan het Museum van het Nederlandse Uurwerk met ingang van 2015 te beëindigen. Dit museum herbergt een hele specifieke collectie met een relatief klein publieksbereik, ondanks de gunstige ligging op de Zaanse Schans. Met de aanleg van de riviercruisesteiger en de aanpassing van het entreegebied rond de Julianabrug krijgt het museum kans op meer aanloop van bezoekers. In het komende jaar kan de organisatie werken aan een plan om het eigen verdienvermogen te vergroten[1]. De stichting Zaanse Schans heeft aangeboden hierbij te willen ondersteunen.
Evenementen, festivals, manifestaties ‘Reuring en bekaiks’ zijn belangrijk om een aantrekkelijke stad te kunnen zijn voor zowel bewoners als bezoekers. Daarom houden we het budget, dat jaarlijks aan evenementen wordt besteed, op het huidige peil. De evenementennota Zaanse Smaakmakers dateert uit 2008. We vinden het daarom tijd om te evalueren: wat voor resultaten zijn er behaald, wat vinden we van het huidige aanbod en wat zijn de kansen voor de toekomst. We gaan er van uit dat structurele subsidies in de toekomst minder vanzelfsprekend zullen worden. Lokale en regionale programmatische samenwerking, zoals in het kader van het Zaans Ruslandjaar 2013 of op het Hembrugterrein, verdient in onze ogen navolging. Sail 2015 biedt interessante aanknopingspunten, ook in het kader van de promotie van Zaan IJ25. De regionale promotiecampagne Amsterdam Bezoeken Holland Zien biedt eveneens kansen om Zaanse evenementen ook regionaal te presenteren. Het functioneren van de stadsdichter en stadcomponist wordt regelmatig geëvalueerd. Voorwaarde voor continuering is dat kwaliteit kan worden gewaarborgd.
[1]
De Zaanse Schans heeft aangeboden assistentie te willen leveren bij het opstellen van een nieuwe businesscase We gaan er van uit dat de stichting bij de uitwerking van haar businesscase rekening houdt met de lening van € 76.500, die momenteel nog uitstaat. 25 op het Hembrugterrein worden in het kader van het project Recreative culturele evenementen en festivals ingezet om de bekendheid van het gebied te vergroten.
16
6.
RUIMTE BIEDEN AAN DYNAMIEK EN CREATIVITEIT
6.1
huidige situatie
Beeldende Kunst & Vormgeving / Adviescommissie Beeldende Kunst Beeldende kunst is een belangrijk middel om kwaliteit en identiteit van de stad te verbeteren. Dat gebeurt op meerdere manieren. In de afgelopen jaren is veel ingezet op aantrekkelijkheid, leefbaarheid en identiteit van een bepaalde wijk of plek. Tijdens herstructureringsprocessen draagt beeldende kunst in de vorm van community art bij aan sociale cohesie en betrokkenheid van bewoners. Beeldende kunst kan ook een bijdrage leveren in relatie tot het bedrijfsleven. Kunstenaars en vormgevers brengen nieuwe verbindingen tot stand, waarbij Zaanse bedrijven op een innovatieve manier van hun expertise gebruik kunnen maken. Het THFEL (Think First Eat Later)-project is daar een voorbeeld van. De Adviescommissie Beeldende Kunst (ABK) fungeert als een belangrijk scharnierpunt ten aanzien van de gemeentelijke inzet op het gebied van beeldende kunst & vormgeving. Was haar rol in het verleden vooral die van – gevraagd en ongevraagd - adviseur, tegenwoordig opereert de ABK steeds vaker als initiator en stimulator van nieuwe activiteiten en projecten. Adviespanel Cultuur Zaanstad Het adviespanel cultuur Zaanstad adviseert het college gevraagd en ongevraagd over het cultuurbeleid van de gemeente Zaanstad en subsidieaanvragen voor culturele en educatieve (school)projecten. Tevens adviseert het panel over de toekenning van de aanmoedigingsprijzen cultuur. 6.2
Toekomstagenda
De gemeente wil vrij besteedbaar budget beschikbaar houden voor nieuwe ontwikkelingen en initiatieven, die waardevol zijn voor versterking van de kunst en cultuur in onze stad en een bijdrage kunnen leveren aan onze stedelijke, sociale en economische ambities en opgaven. Dat kunnen activiteiten en projecten zijn van velerlei aard, zowel door amateurs als professionals. Het gaat om één breed projectbudget voor cultuur, beeldende kunst, vormgeving en architectuur. De gemeente wil in principe niet zelf activiteiten ontwikkelen, maar vooral creativiteit en initiatief van anderen uit de stad genereren en stimuleren. Dat vraagt om een andere, meer integrale adviesstructuur. Daarbij denken we aan één overkoepelende adviesraad, die meerdere malen per jaar adviseert over ingediende plannen en projectvoorstellen. Door de aanvraag en toekenningprocedure te structureren in termijnen besparen we op overheadkosten. De adviesraad fungeert tevens als een barometer, die ontwikkelingen in de samenleving signaleert en ons beleidsmatig scherp houdt. De leden hebben feeling met de lokale samenleving en zijn op de hoogte van ontwikkelingen op landelijk niveau. De adviesraad kan tevens adviseren over de gemeentelijke culturele aanmoedigingsprijs en bij benoemingen van de stadscomponist en stadsdichter. We willen deze nieuwe opzet in samenspraak met onze huidige adviesraden uitwerken.
17
Bijlage 1: IMPLEMENTATIE Na de vaststelling van de Toekomstagenda start een intensief implementatietraject, dat om maatwerk vraagt voor de verschillende culturele functies. 2014 wordt een cruciaal overgangsjaar, waarin gemeente, organisaties en instellingen nauw met elkaar in contact zullen blijven. Cultuurcluster Begin volgend jaar moet het Programma van Eisen voor het nieuwe cultuurcluster gereed zijn, dat dient als basis voor het ontwerp. Dit programma wordt in nauwe samenspraak met de betrokken culturele organisaties opgesteld. Naast bouwkundige en financiële randvoorwaarden komen punten aan de orde als beheer, inhoud/programmering, profilering en samenwerking. Op verzoek van de raad wordt tevens onderzocht of commerciële activiteiten aan het cultuurcluster kunnen worden toegevoegd. Met alle betrokken culturele organisaties26 en mogelijk andere gegadigden zal de organisatie(vorm) van het cultuurcluster daarna verder worden uitgewerkt. FluXus De Toekomstagenda gaat er van uit van verzelfstandiging van het les- en cursusaanbod. De directie streeft naar een nieuwe organisatievorm per 1 september 2014 en zal nog voor eind 2013 bij de gemeente een plan van aanpak indienen, waarin de personele gevolgen en fasering in kaart worden gebracht. Op voorhand moet rekening gehouden worden met een substantieel bedrag aan frictiekosten als gevolg van CAO-verplichtingen. FluXus staat als organisatie voor een ingrijpende organisatorische verandering, die bovendien nauw verweven is met de ontwikkeling van het cultuurcluster. Daarom zal de transitie van FluXus in nauwe samenspraak met de gemeente tot stand moeten komen. De Bieb Voor 1 februari 2014 wordt in kaart gebracht hoe invulling/uitvoering gegeven kan worden aan het in de toekomstagenda opgenomen takenpakket van De Bieb en wat de gevolgen zijn voor fasering en frictiekosten. Gemeente en instelling zullen in deze periode nauw contact houden. De uitkomst hiervan wordt betrokken bij het opstellen van Kadernota 2015-2018. Zaantheater / Zaans Museum Aan het Zaantheater en het Zaans Museum wordt gevraagd om voor 1 februari 2014 aan te geven hoe zij uitvoering willen gaan geven aan de in deze toekomstagenda gestelde doelen en taakstellingen. Aan de hand van de voorstellen willen wij per 1 januari 2015 tot nieuwe prestatieafspraken komen. Vereniging De Zaansche Molen Op korte termijn wordt gestart met de uitwerking van een plan en businesscase voor verplaatsing van het molenmuseum. Gemeente en instelling zullen in deze periode met elkaar overleggen over inhoud, financiering en fasering. Museum van het Nederlandse Uurwerk Het Museum van het Nederlandse Uurwerk krijgt gedurende 2014 de gelegenheid om te werken aan een strategie om het eigen verdienvermogen te vergroten. Op basis hiervan wordt beoordeeld hoe met de gemeentegarantie voor de huidige uitstaande lening wordt omgegaan. Evenementen In 2014 vindt actualisering en herijking plaats van de Evenementennota Zaanse Smaakmakers. De gemeente wil hierover o.a. in overleg treden met de partners binnen de stichting Marketing Zaanstreek. Amateurkunst en overige culturele organisaties In 2014 worden nieuwe subsidiespelregels voor de amateurkunst opgesteld. Bij dit proces worden de verenigingen en het Adviespanel Cultuur Zaanstad betrokken.
26
Hierbij dient rekening te worden gehouden met de uitkomst van de eerder genoemde discussie over het al dan niet verhuizen van filmtheater De Fabriek
18
Tevens wordt in 2014 bepaald welke kleine culturele organisaties voortaan in aanmerking komen voor jaarlijkse subsidie. Ook hierbij vragen we onze huidige adviesraden om afwegingscriteria op te stellen en advies uit te brengen.
FINANCIEEL OVERZICHT De financiële taakstelling op het programma Cultuur is bij de vaststelling van de begroting 2013-2016 vastgesteld op € 900.000. Aan de genoemde taakstelling is in de ontwerp Programmabegroting 20142017 voor cultuur een extra bezuiniging toegevoegd van € 548.000. In de toekomstagenda zijn enkele eerdere taakstellingen verwerkt. Uit de begroting van 2011-2014 resteert een niet ingevulde bezuinigingsopgave van € 100.000 op organisatorische efficiëntieverbetering en € 89.000 op ambtelijke inzet. De bezuiniging op efficiëntieverbetering kan worden gevonden binnen het exploitatiebeheer van het toekomstige cultuurcluster en wordt vanaf 2017 gerealiseerd. Dit is als mutatie in de ontwerp Programmabegroting 2014-2017 opgenomen. Voor het huidige jaar dient er bij de najaarrapportage gemeld te worden dat de taakstelling die oorspronkelijk vanaf 2012 liep, niet behaald wordt. De personele bezuinigingspost (ambtelijk inzet) maakt onderdeel uit van de totaalopgave in het kader van de hervormingsagenda binnen het domein Stedelijke Ontwikkeling. De extra taakstelling uit 2010 van € 127.000 voor De Bieb, ingezet als ‘verdien’-effect van de te verwachte digitalisering, is verwerkt in de Bieb-taakstelling van € 880.000. Dit heeft geen gevolgen voor de begroting 2014. Op de programmabegroting Cultuur wordt als volgt dekking gevonden voor de € 150.000 voor de nieuwe netwerkorganisatie voor het cultureel les- en cursusaanbod: 1. Post Cultuurparticipatie van € 153.000. Uit deze post worden vooral projecten en incidentele activiteiten bekostigd. Een deel van dit geld is van 2009 – 2012 gebruikt als matchingsgeld voor de regeling van het Fonds Cultuurparticipatie. FluXus ontvangt tot nu toe hieruit € 32.000 voor het Zaans Cultuurplein en € 35.000 voor de Week van de Amateurkunst, samen € 67.000. Dit geld kan opnieuw worden ingezet voor FluXus maar krijgt dan een andere besteding. Daarnaast kan nog eens € 30.000 onttrokken worden aan dit budget. Hierdoor zijn er minder middelen voor projecten en incidentele activiteiten beschikbaar. 2. Post Evenementen: Uit deze post kunnen we een budget van € 53.000 onttrekken, dat beschikbaar was voor incidentele evenementen. Voor de huidige structurele evenementen resteert nog een budget beschikbaar van € 150.000. Deze aanpassing wordt verwerkt in de najaarsrapportage 2013 (structureel vanaf de jaarschijf 2015). Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2014-2017 is besloten om € 150.000 incidenteel voor 2015 vrij te maken, waarmee de Vereniging de Zaansche Molen meer tijd krijgt om de veranderingen binnen de organisatie door te voeren. Het incidentele overbruggingskrediet (€ 152.588) t.b.v. de Zaansche Molen wordt gedekt doordat de bezuiniging voor de Zaansche Molen met 1 jaar (van 2015 naar 2016) wordt opgeschort. Hieronder het beeld van de taakstellingen op cultuur en daarbij aangegeven de te verwachten realistische effectuering van die taakstellingen.
19
In totaal is het haalbaar om structureel € 1.448.000 te bezuinigen op het programmatische deel van het cultuurprogramma. Dit is exclusief de besparingen27 onder andere van de organisatorische efficiëntieverbetering € 100.000 die voortkomen uit de samenvoeging naar één cultuurcluster.
Uit het onderstaande financiële overzichten blijkt dat cultuur € 548.000 bijdraagt aan de nieuwe financiële opgave uit de ontwerp Programmabegroting 2014-2017 (namelijk € 1.448.000 minus de 1e taakstellende bezuiniging van € 900.000). Organisaties/functies/onderdelen (x € 1.000,‐)
Bezuiniging
De Bieb
‐880
Fluxus
‐570
Zaantheater
‐130
Museum van het Nederlands Uurwerk
‐45
Zaans Museum
‐50
Vereniging De Zaanse Molens
‐153
Intensivering
De Flux / voorheen de Kade
380
Totale bezuiniging
Organisatie/functies
‐1.448
Subsidie haalbaar
Nieuw Wijziging
Oud
Bibliotheek
2,42
‐0,88
3,30
RTVI / Zaanradio
0,09
0,00
0,09
FluXus*
1,48
‐0,57
2,05
Ver. de Zaansche Molens
0,00
‐0,15
0,15
Zaans Museum
0,80
‐0,05
0,85
Museum van het Nederlandse Uurwerk
0,00
‐0,05
0,05
Zaantheater
2,37
‐0,13
2,50
Filmhuis*
0,17
0,00
0,17
Poppodium *
+ 0,38
+ 0,38
0,00
Evenementen
0,15
0,00
0,15
27
Bron: Rapport BMC Tussenstand Cultuurcluster Zaanstad
20
Amateurkunst
0,14
0,00
0,14
Kleine culturele organisaties
0,10
0,00
0,10
Beeldende kunst
0,15
0,00
0,15
Reservering cultuurcluster*
1,30
0,00
1,30
Totaal
9,55
‐1,45
11,00
* = onderdeel functies cultuurcluster
3,33
‐0,19
3,52
programmatisch
1,74
‐0,19
1,93
huisvesting
1,59
0,00
1,59
bedragen * € 1.000
In bovenstaande financiële tabel is uitgegaan van afgeronde bedragen. De ‘oude’ tabel is aangevuld met de subsidies aan RTVI/Zaanradio en kleine culturele organisaties (waarvan abusievelijk een deel in het subsidiebedrag voor amateurkunst was opgenomen). Het bedrag van € 137.000 bij amateurkunst is dus geen bezuiniging, maar gebaseerd op de werkelijke situatie. De berekening van de posten voor het cultuurcluster laat zien dat de toekomstagenda tot programmatische aanpassing leidt maar geen effect heeft op de bijdragen in de huisvestingslasten. In de tabel is niet de bijdrage à € 150.000 ten behoeve van de nieuwe netwerkorganisatie voor het lesen cursusaanbod verwerkt. Deze komt uit de bestaande begroting en gaat niet ten koste van de bezuiniging. Het Zaans Museum heeft bij de gemeente een verzoek ingediend tot het verlenen van gemeentegarantie op een lening. Op basis van de voorwaarden, die in de Nota Borgstellingen zijn geformuleerd, wordt onderzocht of deze garantie kan worden verstrekt. FluXus wil de beoogde organisatieverandering met ingang van het cursusjaar 2014-2015 doorvoeren en levert om die reden al in de loop van november 2013 een onderbouwing van de frictiekosten. Begin 2014 kunnen ook onderbouwde cijfers over eventuele frictiekosten van De Bieb worden gepresenteerd. De voorbereidingen voor de ombuigingen kunnen door FluXus en De Bieb al in 2014 worden gestart. Dit is mogelijk van invloed op de activiteiten en prestaties, die door de instellingen in 2014 kunnen worden geleverd.
21