Nummer
11
In perspectief
februari 2005
Toegankelijk bouwen voor mensen met een handicap of een allergie De gemiddelde Nederlander is zich intussen bewust, dat mensen met slechtziendheid, slechthorendheid of een allergie, in hun omgeving bepaalde dingen nodig hebben. Goed verlichte trappen, geribbelde sporen over stoepen en treinperrons, synthetisch beddengoed en een extra hygiënische omgeving zijn zulke dingen, maar ook vragen ze soms dat er luider tegen hen wordt gesproken of de TV harder gezet. Dat kan voor anderen weer problemen opleveren.
Dat slechtzienden baat hebben bij meer licht en duidelij-
Visus 0,1
betere verlichting op de herkenbaarheid van voorwerpen
ke contrasten, is direct te begrijpen. Maar daar komen
Het visueel adviescentrum Bartiméus heeft in 1996 een
in een kamer.
zelfs professionals in de gezondheidszorg uit zichzelf
videofilm gemaakt met als titel ‘Visus 0,1’. Een gezichts-
vaak niet op, zeker niet als ze nog jong zijn. Dat slecht-
scherpte (visus) van 0,1 duidt op ernstige slechtziend-
Zo bestaan er ook CD’s die laten horen hoe de verstaan-
zienden ook last kunnen hebben van licht, of slechtho-
heid. Het betekent dat iemand op 10 cm iets herkent,
baarheid van spraak wordt aangetast door het uitzeven
renden overgevoelig kunnen zijn voor geluid, dat is voor
wat een ander op een meter goed ziet. De film laat dat
van de lage of juist de hoge geluidsfrequenties. In de ver-
de meesten volkomen nieuw, ook voor architecten.
zien met het cijfer op een rode brievenbus, dat aangeeft
reweg grootste groep slechthorenden, de ouderen, begint
Zelf ben ik geen deskundige op het gebied van akoestiek,
welke lichting het laatst is geweest. Van een meter
slechthorendheid met het uitvallen van hoge tonen. Het
licht en architectuur, en al helemaal niet op het gebied
afstand is dat voor de toeschouwer met een visus 0,1
gaat dan om klinkers als de -e- en de -i-, en sisklanken.
van allergieën. Maar als arts voor verstandelijk gehandi-
volkomen vaag; op een afstand van 10 cm is het beeld
Heel veel woorden worden dan al snel veel moeilijker ver-
capten, met name ouderen, ben ik veelvuldig geconfron-
echter normaal scherp. Hiermee wordt geïllustreerd dat
staanbaar, ook als het gehoor voor de lagere frequenties
teerd met slechtzienden, slechthorenden en de effecten
de persoon met slechtziendheid twee strategieën ten
nog onaangetast is. Aanvankelijk heeft men daar vooral
van hun gebouwde omgeving. Én met het onoplosbare
dienste staan om zijn zicht te verbeteren: verkorting van
in een rumoerige of galmende omgeving last van.
probleem managers met andere prioriteiten daar wat aan
de kijkafstand, of vergroting van het object. Andere
te laten doen.
beelden in deze video tonen het effect van stapsgewijs
Ook het cahier ‘Toegankelijk bouwen voor mensen met een handicap of allergie’ dat het Bouwcollege onlangs heeft uitgegeven, benadrukt de noodzaak van aandacht voor deze aspecten van het bouwen.
TEN GELEIDE Bandbreedte Dat gebouwen toegankelijk moeten zijn voor mensen die
Dit nummer van In Perspectief vraagt naar aanleiding van
Hoe zit het eigenlijk met die overgevoeligheid voor licht
slecht ter been zijn of aangewezen op een rolstoel, wordt
het cahier aandacht voor toegankelijkheid en gebruik van
en geluid?
doorgaans al in de ontwerpfase meegenomen. Dat gebeurt
gebouwen. Professor Heleen Evenhuis pleit voor meer
Het normale oog heeft een enorme bandbreedte waarbin-
helaas veel minder met de toegankelijkheid voor mensen
begrip onder architecten voor de belangen van haar
nen het zich kan aanpassen, van behoorlijk donker tot fel
met een auditieve of visuele handicap, of een allergie.
patiënten. Architect Jan Meerpoel, zelf blind, geeft uit
licht. Dat geldt ook voor scherpe contrasten tussen licht
zijn ervaring enkele voorbeelden die hilarisch zouden zijn
en schaduw. Amateurfotografen weten dat hun ogen veel
Om opdrachtgevers van gebouwen, en hun
als ze niet zo prangend waren. Mieke Weterings laat zien
meer contrast aankunnen dan hun geavanceerde fototoe-
ontwerpers/architecten, attent te maken op de drempels
dat bij het bouwen goed rekening kan worden gehouden
stel.
waarvoor deze mensen komen te staan, presenteert het
met mensen met allergieën. En Rike de Boer geeft een
Bouwcollege hierbij het cahier “Toegankelijk bouwen voor
beeld van de aanpak van hindernissen voor slechtzienden
mensen met een zintuiglijke handicap of een allergie”.
in het buitenland.
GEBRUIKERS TOEGANKELIJK VAN BOUWEN QIND: COMPLEXE ZIEKENHUISORGANISATIE
Bij mensen die slechtziend zijn, is die bandbreedte sterk aangetast, zowel
HERRIE
aan de donkere als aan de lichte kant. Het gevolg is dat een slechtziende al snel op een schaduwplek alles zwart ziet, en in het volle licht verblind is.
Op een namiddag werd ik voor een spoedvisite gevraagd in een
Slechtzienden hebben daarom enerzijds een goed verlichte omgeving nodig,
klein huis voor verstandelijk gehandicapten. Een vrouw met astma
in alle hoeken. Niet iedere keer het licht uitdoen op de gang en in het toilet,
was ernstig benauwd. Na het bestrijden daarvan bleef ik een kop
ook niet overdag. Voor lezen, borduren en andere werkzaamheden hebben zij
thee drinken, om kennis te maken met het personeel en de aanwe-
extra licht nodig op hun boek en hun handen. Anderzijds moet extra opgelet
zige bewoners.
worden dat dit licht hen niet kan verblinden.
Geleidelijk ging me de enorme herrie daar opvallen. De TV stond
Bij voorkeur wordt dat opgelost door verblindend daglicht af te schermen, en
zachtjes aan. Door de open keukendeur hoorde ik een wasmachine
ook overdag goed kunstlicht te gebruiken. De ervaring is echter dat dit het
dreunen. Boven was iemand aan het timmeren.
veelal jonge personeel in huizen voor ouderen en gehandicapten enorm
Doordat er linoleum op de vloer lag en de gordijnen maar dun
tegen de borst stuit. Dus gaat steeds het zonnescherm weer omhoog en het
waren, was de akoestiek in de kamer onaangenaam hard. En daarin
licht in de dure nieuwe armaturen uit. Behalve in een goed verlichtingsad-
zaten wij met ons allen te praten. De begeleiders reageerden verrast
vies, moet daarom ook geïnvesteerd worden in een goede instructie voor
toen ik hen daarop attendeerde. Het was hen niet eerder opgeval-
medewerkers.
len, maar nu ik het zei, ja ... En dan hadden ze ook nog een afzuigkap in de kamer, waaronder -
Versterken
vanwege die vrouw met astma - ’s avonds de rokers zaten, bij
Ook bij het gehoor kan gesproken worden van een bandbreedte, van weinig
gebrek aan een aparte rokersruimte…
tot veel decibellen, die het normale oor nog horen en verdragen kan. In geval
Er woonden in dat huis meerdere slechthorenden, ouderen en men-
van slechthorendheid, met name door veroudering, wordt die bandbreedte
sen met het Down syndroom. Geen wonder, zei iemand, dat die geen
aan de onderkant aangetast: men hoort zachte geluiden niet meer, en hardere
van allen hun hoortoestellen willen dragen!
geluiden relatief normaal. Als wij dan luider gaan spreken, of met hoortoestellen het geluid gaan versterken, is dat prettig voor de zachte geluiden, maar hardere geluiden worden al snel onaangenaam. Dat is de reden dat de vroegere hoortoestellen door veel ouderen niet gedragen werden. Moderne hoortoestellen zijn in staat gedifferentieerd te verster-
Een harde akoestiek is een ramp voor slechthorenden, met of zonder hoortoe-
ken. Maar plotselinge harde geluiden, zoals pannen in de keuken, blijven een
stellen. Toch is de akoestiek juist in de gezondheidszorg nogal eens hard,
probleem.
door het gebruik van gladde materialen voor vloeren, wanden en meubilair. Ook als er veel geluid is in de omgeving, wat met name het geval kan zijn bij mensen die in een groep leven, beïnvloedt dat het spraakverstaan ongunstig.
Kunstenaars Vooral door de vergrijzing van de bevolking, moeten wij in alle sectoren van
VERBLIND
de gezondheidszorg rekening houden met slechtzienden en slechthorenden. De meeste architecten hebben echter geen weet van deze problematiek. Aart Kooijman, klinisch fysicus en in Groningen hoogleraar in omgevingsaspecten
Een vijftigjarige vrouw met het Down syndroom wilde niet meer
van slechtziendheid, liet eens dia’s zien, gemaakt in het Academisch
naar het dagactiviteitencentrum. Zodra ze in de gang was, waar de
Ziekenhuis aldaar. Van het glas van de receptie, waar het personeel kranten
buitendeur al open stond met de chauffeur van het busje ernaast,
tegenaan had geplakt, omdat het verblind werd door zonlicht via de magnifie-
liet ze zich met jas en tas en al op de grond zakken en verzette zich
ke, metershoge glazen wand in de toegangshal. Van de afdeling
heftig tegen elke poging haar naar buiten te krijgen. Ook wilde ze
Oogheelkunde, een lange, glimmende gang met verblindend zonlicht in het
voor het eten niet meer aan tafel komen. De begeleiders van het
raam aan het einde. Van naambordjes met onleesbaar kleine letters op de
huis vroegen zich af of dit eerste tekenen waren van dementie.
deuren, en van vrijwel onzichtbare witte deurknoppen op witte deuren. Met
Bij onderzoek bleek echter, dat deze mevrouw matig slechtziend
adviezen van Kooijman heeft men dat overigens al jaren geleden goed opge-
was als gevolg van staar. Mensen met staar, d.w.z. ondoorzichtiger
lost.
geworden ooglenzen, hebben als extra probleem, dat zij gauw last hebben van strooilicht. Deze vrouw werd, in de relatief donkere
En ingenieur Lau Nijs, specialist in akoestiek, die aan de TU Delft bouwfysica
gang, volkomen verblind door het daglicht in de deuropening.
doceert, constateerde eens gelaten: ‘de meeste architecten zijn kunstenaars,
Omdat ze verstandelijk gehandicapt was, wist ze niet hoe ze deze
geen fysici.’
nieuwe ervaring onder woorden moest brengen. Ook bleek dat ze aan tafel altijd met haar gezicht naar het raam zat. Een nieuwe
Heleen Evenhuis
plaats met haar rug naar het raam loste het eetprobleem direct op.
Hoogleraar in de Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten
En na de staaroperatie ging ze weer met plezier ‘werken’.
Erasmus MC Rotterdam/De Bruggen, Zwammerdam
Het is voorstelbaar, dat ook bij dementerende ouderen dergelijke situaties kunnen optreden.
ALLERGEENARME WONINGEN
Allergeenarme woningen: perspectief voor mensen met allergisch astma De kwaliteit van het binnenmilieu bepaalt voor mensen met astma en andere luchtwegaandoeningen voor een groot deel de kwaliteit van leven. GGD Rotterdam e.o. heeft voor hen een proefproject met allergeenarme woningen gebouwd.
De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar het verloop van het ontwerpen bouwproces, de kwaliteit van het binnenmilieu (inclusief de blootstelling aan allergenen), de woonbeleving, de voorlichting en de gezondheid van de kinderen.
Techniek en binnenmilieu In Barendrecht zijn in 2002 veertig allergeenarme woningen opgeleverd, en in
Opdrachtgevers voor de woningen in Barendrecht en Utrecht waren respectie-
Utrecht ruim een jaar daarna nog eens twintig. Het programma van eisen kwam
velijk de corporaties VL Wonen - tegenwoordig Com.Wonen - en Mitros. De
tot stand op basis van literatuurstudie gecombineerd met kennis uit verschil-
meerkosten van het maatregelenpakket ‘allergeenarm’ bedroegen ongeveer
lende velden, en een expertmeeting. De bewoners en de kwaliteit van het bin-
1 7.000,— per woning (prijspeil 2002/2003) en zijn grotendeels opgebracht
nenmilieu worden enkele jaren gevolgd met onderzoek. Alles wijst er op dat
door de gemeenten Barendrecht, Rotterdam en Utrecht.
het mogelijk is allergeenarm te bouwen en te beheren. Het principe is toe aan
De evaluatie van de bouwprocessen op de twee locaties bevestigt dat een
een schaalsprong in de woningbouw en aan toepassing in utiliteitsgebouwen.
zorgvuldige uitvoering van allerlei technieken en details soms te wensen overlaat, ondanks alle extra aandacht. Dit versterkt de aanbeveling voor een
Waarom een proefproject?
kritische keuze van (onder)aannemers en voor het hanteren van een goed
Mensen die leven met allergisch astma, weten vaak dat het verstandig is de
uitgewerkt programma van eisen, dat inzet op een combinatie van bouwtech-
inrichting van hun woon- en werkomgeving aan te passen, vooral met het oog
niek, installatietechniek en bewonersgedrag.
op de verwijdering van huisstofmijten en andere micro-organismen. Toch blijkt
De binnenmilieumetingen tonen aan dat vloerverwarming en een goede
dat zo’n ‘sanering’ lang niet altijd leidt tot de gewenste binnenmilieukwaliteit.
basisventilatie zonder meer zorgen voor een voldoende droge binnenlucht.
Voor een woonsituatie waarin de kans op klachten werkelijk klein is, zijn ook
De keuze voor natuurlijke toevoer van ventilatielucht via gevelroosters en te
bouwtechnische voorwaarden nodig, zoals goede isolatie, verwarming en venti-
openen ramen blijkt voordelen te hebben, waardoor deze keuze enige voor-
latie. Tot nu toe waren er echter geen zorgvuldig gebouwde woningen beschik-
keur houdt boven mechanische ventilatieluchttoevoer. Een goede binnen-
baar of herkenbaar, speciaal geschikt voor mensen met allergisch astma.
luchtkwaliteit in slaapkamers is moeilijker te bereiken dan in woonkamers, en
Daarom nam de GGD Rotterdam e.o. in 1997 het initiatief tot de realisatie
vraagt om de realisatie van een mechanische afvoer in hal of trappenhuis,
van allergeenarme woningen. Daarbij is gekozen voor een proef met eenge-
met een verhoogde capaciteit ten opzichte van de gangbare bouwwijze.
zinswoningen voor gezinnen waarvan minstens één kind in de basisschoolleeftijd matig tot ernstig astma heeft. De GG&GD Utrecht en anderen hebben
Bewoners, gebruik en beleving
zich hierbij later aangesloten.
Woonbelevingsonderzoek, uitgevoerd door Bureau voor Woononderzoek uit
Met de ervaringen van het bouwen en onderzoeken van nieuwe allergeenarme
Rotterdam, toont aan dat de bewoners van de allergeenarme woningen in
woningen hopen de GGD-en een evidence-based en zo betaalbaar mogelijk
Barendrecht (zeer) tevreden huurders zijn. Ook het oordeel over de specifieke
programma van eisen op te stellen, op basis waarvan veel meer allergeenar-
maatregelen ‘allergeenarm’ is positief, met name de ligging van badkamer en
me woningen gebouwd kunnen worden. Bovendien zouden de ervaringen
keuken aan de gevel (zodat ramen open kunnen), de vloerverwarming en het
informatie kunnen opleveren voor allergeenarme woningrenovatie en voor
centraal stofzuigsysteem. De tevredenheid blijkt extra groot als de ervaren
allergeenarm bouwen voor werk, zorg en onderwijs.
gezondheid van het kind met allergisch astma de afgelopen periode is toegenomen. De bewoners zijn uitgebreid geïnterviewd over alle informatie die zij hebben
Allergeenarme woningen zijn woningen die speciaal
ontvangen rond werving en selectie, afwerking en inrichting, verwarmen en
geschikt zijn voor mensen met allergisch astma.
ventileren, schoonmaken en tuininrichting. Uit de veelal positieve beoorde-
Deze vorm van astma komt veelvuldig voor (bij één
ling van alle voorlichtingsbijeenkomsten en schriftelijke informatie, alsmede
op de tien Nederlanders), met name bij kinderen.
uit de toename van het kennisniveau, blijkt dat herhaalde instructies aan
Een groot deel van deze groep heeft een allergie voor
bewoners/gebruikers geen overbodige luxe zijn.
deeltjes van huisstofmijten of schimmels, en ook
De eerste resultaten van de gezondheidsonderzoeken zijn gepresenteerd op
voor omgevingsallergenen als kattenharen en pollen.
het congres Gezond Binnen in november 2004 (zie www.sev.nl). De door
De maatregelen in allergeenarme woningen zijn
ouders gerapporteerde gezondheid laat zien dat de gezondheid van de mees-
gericht op een droog en prettig geklimatiseerd bin-
te kinderen met allergisch astma anderhalf jaar na verhuizen verbetert. De
nenmilieu, waarin huisstofmijten en schimmels
longfunctiemetingen en dagboekjes van de kinderen moeten nog worden uit-
slecht gedijen, op het vermijden van irriterende
gewerkt. Een verslag van het totaal wordt verwacht in de zomer van 2005.
stoffen en op een goede schoonmaakbaarheid.
Bij voorbaat moet gezegd worden dat de resultaten voorzichtig gehanteerd
Zoals nevenstaande foto laat zien onderscheiden
moeten worden, omdat het aantal kinderen in het onderzoek aan de kleine
dergelijke huizen zich uiterlijk niet of nauwelijks
kant is voor medisch-wetenschappelijke bewijsvoering.
van minder geavanceerde rijtjeswoningen. (© foto archief V&L)
Mieke Weterings Adviseur duurzaam en gezond bouwen, GGD Rotterdam e.o.
Eindigen bij de voordeur Architect Jan Meerpoel (63) kreeg rond zijn dertigste jaar te horen dat hij op termijn zijn gezichtsvermogen zou verliezen; sinds ruim vier jaar is hij volledig blind. Hij heeft daardoor zijn werk als architect moeten opgeven. Hij is namens de NPCF lid van enkele commissies van het Bouwcollege. Als ervaringsdeskundige kent hij de weerbarstige materie van de toegankelijkheid. PUNAISES
[© B OUWCOLLEGE / TECEER , 2004]
Een gesprek met mensen met een handicap over toegankelijkheid van gebouwen blijft heel gemakkelijk steken bij anekdotes. Die zijn vaak zowel hilarisch als schrijnend. Het interview met Jan Meerpoel loopt al niet
anti-parkeerpaaltjes. Dat heb ik,”zegt hij “in jullie cahier ook een beetje gemist. Jullie eindigen eigenlijk bij de voordeur van de instellingen.”
anders.
Superieur Gevraagd hoe hij een gebouw het liefst ziet, zegt Jan Meerpoel: “Op Curaçao zijn hotels waar binnen en buiten zonder muren in elkaar overgaan. Zo zie ik een gebouw het liefst, als een overdekte marktplaats. Hier is de overgang vaak heel abrupt. Toen ik nog enigszins kon zien, was het heel lastig als ik van een zonverlichte buitenruimte een gebouw binnenkwam, omdat mijn ogen zich niet snel meer konden aanpassen, dat duurde soms tien minuten.” De markering van de ingang is van belang. Meerpoel heeft daarbij graag een luifel. “Dat geeft een bijzonder akoestisch effect,” zegt hij, “en als architect associeer ik een luifel direct met een ingang. Als ik voor de eerste keer ergens kom laat ik mij eigenlijk altijd begeleiden. Ik zou wel alleen kunnen lopen, met mijn stok, maar ik zou geen idee hebben waar ik was. Ik kan me wel oriënteren op geluid, op reuk of op een geleidelijn. Maar het probleem is, dat ziende mensen niet weten hoe ze me moeten vertelGIDSLIJN MET PUNAISES BIJ
NS/ BUSSTATION D UIVENDRECHT [© B OUWCOLLEGE / TECEER , 2004]
len waarop ik moet letten.” Meerpoel illustreert dat probleem met een ervaring bij de TU Delft. “Ik gaf daar gastcolleges en liep vooraf met een groep geblinddoekte studenten over het
Inleven
terrein. Op weg naar de koffie in de sporthal zocht ik met mijn stok de ingang
Meerpoel benadrukt een aantal keren dat vooral onbekendheid met de specifieke
toen opeens een hol metalen geluid klonk. Niemand wist wat dat kon zijn.
belangen van mensen met verschillende handicaps, en zeker geen onwil, de
Tussen twee deurstijlen bleek een stalen kolom te staan. Toen we er later over
reden is dat gebouwen soms zo slecht toegankelijk zijn. Hij illustreert dat met
zaten te praten bleek dat geen van die studenten, die soms meermalen per
een ervaring met de Nederlandse Spoorwegen. “Zo hebben we de architect van
week in die sporthal kwamen, die kolom ooit had gezien! Toen voelde ik me
Station Duivendrecht geadviseerd een gidslijn te maken van de ingang van het
even superieur, omdat ik die kolom als het ware ‘ontdekt’ had.”
station naar de praatpaal van het busstation. Die heeft daarvoor ‘punaises’ ontworpen van roestvrij staal; juweeltjes om te zien, ronde schijven (20 cm), een
Bewustwording
beetje bol met omgebogen randen waar je nooit je schoenen aan beschadigt; in
Essentieel in de ervaringen van Jan Meerpoel is, dat de bereidheid groot is om
een lange rij op de stoep en de weg. We hebben ze afgekeurd. Esthetisch fantas-
maatregelen te nemen die toegankelijkheid voor iedereen bevorderen. En veel
tisch, maar je glijdt er zomaar over uit. We hadden hem uitgelegd wat we wil-
maatregelen hoeven, als ze vroegtijdig in het ontwerp worden ingepast, nauwe-
den, maar hij kon zich totaal niet inleven in onze situatie. Achteraf begreep hij
lijks iets extra te kosten. Wel is er dan altijd het probleem dat verschillende
het wel.”
handicaps om verschillende, en soms strijdige, voorzieningen vragen.
Zo’n gidslijn is van groot belang. Meerpoel “Ik reis veel met taxi’s, die brengen
Geleidelijnen in vloeren, die voor blinden en slechtzienden onontbeerlijk zijn,
me van deur tot deur. Maar bij de meeste instellingen is wel een bushalte, en als
verstoren bijvoorbeeld het gladde vloeroppervlak dat ter wille van de schoon-
instellingen zouden zorgen voor een gidslijn van die halte naar de ingang zou ik
maak en gevoelige transporten (zieken!) zo gewenst is.
zelfstandig kunnen reizen, nadat iemand een paar keer die route met me gelo-
Hij hoopt dat opdrachtgevers en architecten een bewustwordingsproces zullen
pen heeft. Daarbij kan men ook natuurlijke elementen inpassen, een trottoir-
doormaken. Dat ze leren zien dat wat heel mooi is – glimmende trappen, glas,
band, een heg of een grasveld helpt ook goed. En men moet vooral zorgen dat
staal, aluminium – niet altijd praktisch is. En hij weet waarover hij praat, want,
de route vrij is van obstakels zoals verkeersborden, prullenbakken, bomen en
zegt hij, “ik dacht vroeger net zo.”
EUROPESE ONTWIKKELINGEN
Integratie en toegankelijkheid staan bij Europese partners centraal In Europees verband wordt veel onderzoek verricht hoe een zintuiglijke beperking kan worden gecompenseerd vanuit zorg, onderwijs en revalidatie. De invalshoek is daarbij de mens met zijn mogelijkheden. Het doel is om mensen met beperkte mobiliteit volop in de maatschappij te laten functioneren en te laten participeren.
Dat het ministerie van Onderwijs in Denemarken vrij ver is als het gaat om de oriëntatie in de ruimte is duidelijk te zien bij de ingang van Vestermarkskolen in Odder. Het gras en het bloemperk langs het tegelpad vormen natuurlijke gidslijnen. Hard versus zacht is goed hoorbaar en voelbaar met een taststok. De verlichting langs de paden geeft slechtzienden extra oriëntatiepunten, evenals de boog en de gekleurde zuilen. De breedte van het pad is geschikt voor rolstoelen. Op de website van het ministerie is een aantal voorbeelden van best practice te vinden.
Interactie Nederland en Scandinavië zijn de voortrekkers van
OP
HAAR WEBSITE BIEDT DE
R.N.I.B.
ZOWEL INFORMATIE EN DOCUMENTATIE ALS TAL VAN PRAKTISCHE HULPMIDDELEN TE KOOP AAN
Europees onderzoek naar slechtziendheid bij bewoners van instellingen. Het blijkt dat zeer veel ouderen en verstandelijk beperkte mensen slechtziend en/of slechtho-
Levreta
RNIB (www.rnib.org). Er is tijdens dit congres veel aan-
rend zijn, maar dat dit vaak wordt ingeschat als een
Landen als Spanje en Groot Brittannië hebben een tradi-
dacht voor reïntegratie. Op het programma staan verder
gedragsstoornis. Het gevolg is dat in programma’s van
tioneel sterke belangenbehartiging voor en door gehan-
twee onderzoeken over slechtziendheid binnen de doel-
eisen voor toegankelijke gebouwen weinig aandacht
dicapten. De rijke en machtige belangenorganisatie
groep geriatrie en verstandelijk beperkten, en enkele
wordt besteed aan dit type handicaps. Dat leidt tot aan-
Organización Nacional de Ciegos Españoles (ONCE) in
onderzoeken naar inrichtingselementen van gebouwen.
passingen achteraf. In veel gevallen zijn zulke aanpassin-
Spanje en het Royal National Institute of the Blind
gen lastig te realiseren, brengen zij extra kosten met zich
(RNIB) in Groot Brittanië richten zich van oudsher op
Ir. Rike de Boer
mee en wordt het oorspronkelijke ontwerp aangetast.
het functioneren in de maatschappij en niet zozeer op
Bouwadviseur bij Visio (landelijke stichting slechtzienden
Interactie tussen adviseur en architect leidt tot het inte-
het functioneren in instellingen. De invloed van deze
en slechtzienden).
greren van voorzieningen in de ontwerpfase. Voor perso-
organisaties is goed zichtbaar in de grote steden.
De auteur dankt prof. dr. Aart C. Kooijman, hoogleraar op
neel van instellingen kan toegankelijkheid voor blinden
Mondiaal gezien wordt vooral in wereldsteden als Tokio,
de Visio-leerstoel Videologie aan de Rijksuniversiteit
en slechtzienden een verlichting van de zorgtaken bete-
New York en Parijs aandacht besteed aan mobiliteit.
Groningen voor zijn advies.
kenen.
Vanuit het Europese project Training and Education in
Meer informatie www.visioweb.nl
Bij de entree van Visio in Heerhugowaard bijvoorbeeld is
Low Vision for Professionals, waaraan wordt deelgeno-
een duidelijk contrast gehanteerd tussen deur en gebouw,
men door Noorwegen, Groot Brittannië, Spanje, Italië en
en tussen deur en deurgreep. Maar de geleidelijn is ken-
Nederland (vertegenwoordigd door Visio en de
nelijk naderhand aangebracht.
Rijksuniversiteit van Groningen) is het instituut Levreta (Leonardo European Low Vision Rehabilitation, Education and Training Association) voortgekomen. Levreta beheert en ontwikkelt cursussen (fysisch/ medisch gestoeld) voor goede advisering over visuele functies in relatie tot licht, contrast en kleur. Deze advisering is gericht op integratie in de maatschappij en op toeganke-
COLOFON
lijkheid voor blinden en slechtzienden van gebouwen. Levreta neemt examens af en certificeert adviseurs. Om
In perspectief is een uitgave van: College bouw ziekenhuisvoorzieningen
toegankelijkheid van gebouwen een prominente positie
Postbus 3056, 3502 GB Utrecht
te geven heeft Visio advisering over toegankelijkheid als
Bezoekadres: Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht
afzonderlijke dienst in het leven geroepen.
E-mail:
[email protected] Website: www.bouwcollege.nl
Congres Een goed beeld van de stand van zaken geeft het proI NGANG V ISIO H EERHUGOWAARD [© V ISIO, 2004]
gramma van het internationale congres Vision, dat van 4 tot 7 April 2005 Londen gehouden wordt. Gastheer is de
Telefoon: 030-298 31 00 Fax: 030- 298 32 99 Redactie: Tjark Reininga, Stefan van Heumen Vormgeving en druk: Twin Design bv, Culemborg