Tobit een Bijbelboek vol vragen Astene 22 mei 2008
PROGRAMMA
Vanaf 8u30 welkom met een tas koffie (PAG II en III) 9u00 We lezen samen het sprookjesachtig Bijbelboek Tobit en wisselen eerste indrukken uit. 9u45 Blinde vlekken opsporen en samen ‘vissen’ naar hoe het (nog) beter kan… Een sterkte- en zwakteanalyse vanuit ideeën die Peter en Frank op vormingsdagen van DBVA opdeden…
??u?? Pauze ??u?? Met een engel op weg door het voorbije en het komende schooljaar… Bezorgde vaders/moeders evalueren het vorige werkjaar en plannen het volgende voor hun ‘zonen/dochters’
12u00 Aperitief (welkom aan de PAGadders!!!) en maaltijd 13u10 PAG II & III ruimen op en doen de afwas?
Met PAGadder lezen samen het sprookjesachtig Bijbelboek Tobit
13u30 Drie vragen voor de pastoraal vanuit het boek Tobit A. Je gelovige identiteit behouden temidden van de ‘heidenen’ B. Bidden vanuit woede, dankbaarheid, wanhoop, liefde… C. De zorg voor de doden ----- Persoonlijk ----- per PAG ----- in de grote groep ----15u30 Pauze 15u45 Afsluitend kapelmoment
2
VOORMIDDAG A DE BOEKROL TOBIT Bij het binnenkomen ligt er voor elke deelnemer een kleine boekrol klaar met daarin de volledige tekst van het boek Tobit :
Het gaat om een hertaling van de oorspronkelijke tekst door Nico Ter Linden. De boekrol heeft als functie om de tekst als een zelfstandig geheel te presenteren en vooral ook om de tekst te laten functioneren zoals dat bij Joodse rabbi’s en hun leerlingen de gewoonte was: de tekst is er om van te vertrekken. Dat wil zeggen dat je de tekst neemt zoals hij er staat en dat alle denken daarover, alle interpretatie vertrekt vanuit het ‘gegevene’. Niet omdat we het woord van God klakkeloos moeten aanvaarden maar juist omdat we de uitdaging willen aangaan om door een dialoog met elkaar en door samen te spreken over de verschillende betekenissen tot een hedendaagse interpretatie zouden komen. Een interpretatie die evenwel trouw blijft aan de bedoelingen van de Bijbelse auteur(s). De tekst is afgedrukt in verschillende kleuren volgens de personages die spreken. Op die manier kunnen zo’n 12 deelnemers zich echt inleven en een ‘gesproken rol’ op zich nemen. We voorzien daarbij ook wat attributen (hoofddeksels, ed) die het allemaal ook wat speels kunnen inkaderen. Na de lectuur volgt een eerste ronde waarbij iedereen in stilte en persoonlijk probeert te verwoorden (op te schrijven) wat hen het meest heeft getroffen als een element in het verhaal dat ons vandaag nog iets kan ‘leren’. Daarna wisselen we dat uit met elkaar en kunnen wellicht al enkele hoofdthema’s afgelijnd worden. Op de volgende bladzijden kan je de tekst van de boekrollen vinden. (de eigenlijke boekrollen werden wel op A3 formaat gedrukt en zijn daardoor veel leesbaarder…)
3
5
6
B BLINDE VLEKKEN OPSPOREN EN SAMEN ‘VISSEN’ NAAR HOE HET (NOG) BETER KAN… Een sterkte- en zwakteanalyse vanuit ideeën die Peter en Frank op vormingsdagen van DBVA opdeden…
We nodigen elk PAG-lid uit om de geschiedenis van de PAG in een tijdslijn te tekenen voor zover die hen bekend zijn. Niet alleen de gebeurtenissen maar vooral ook de hoogte- en dieptepunten zijn daarbij belangrijk, periodes van bloei en moeizame periodes, personen die een belangrijke rol speelden.
In een tweede opdracht is het de bedoeling om die lijn eens samen te bekijken om vooral de sterktes op het spoor te komen: welke krachten zorgden ervoor dat de groep door dieptepunten en moeizame periodes gesparteld zijn?
C BEZORGDE VADERS/M VADERS/MOEDERS /MOEDERS EVALUEREN HET VORIGE WERKJAAR EN PLANNEN HET VOLGENDE VOLGENDE VOOR HUN ‘ZONEN/DOCHTERS ‘ZONEN/DOCHTERS’ /DOCHTERS’ Naar jaarlijkse gewoonte voorzien we ook tijd om terug te blikken naar het vorige werkjaar en van daaruit de plannen te formuleren voor het komende werkjaar
NAMIDDAG: DRIE VRAGEN VOOR DE PASTORAAL VAN VANUIT HET BOEK TOBIT A JE GELOVIGE IDENTITEIT IDENTITEIT BEHOUDEN TEMIDDEN VAN DE ‘HEIDENEN’ ‘HEIDENEN’ DE VRAAG NAAR ONZE ‘MISSIE’ OP SCHOOL… Het Bijbelboek Tobit vertelt over de tijd van de Assyrische ballingschap. Over de lotgevallen van een braaf, vroom Joods koppel: Tobit en Anna. Zij staan symbool voor ‘de oudere genereratie’ en worden nogal karikaturaal uitgewerkt, nogal zwart-wit getekend. Het is opvallend hoe Tobit krampachtig probeert om zijn gelovige identiteit vast te houden: vroeger al in Galilea en zelfs nu nog in die vreemde grootstad Nineve. Zo ging hij naar de tempel offeren, toen al zijn stamgenoten dat al lang onnozel vonden. Hij houdt zich aan de reinheidsvoorschriften en Joodse voedselwetten. Hij geeft geld aan wezen, weduwen en vreemdelingen zoals de Thora hem dat voorschrijft en deelt zijn brood met wie honger lijdt. Je hoort hen heel regelmatig bidden en hij zet zelfs zijn leven op het spel om de doden te kunnen (kerkelijk) begraven… Dat is zijn manier om zijn geloof te beleven, met gedachten, met woorden en met daden. Je mag Tobit zelfs daarin koppig noemen maar tegelijk trouw en standvastig, in het besef dat je misschien wel de laatste bent in een lange traditie, dat er na jou wellicht niemand meer komt om jou geloof door te geven. De oude man Tobit die uiteindelijk blind wordt van het verdriet en verblind door de onzin die hij moet aanzien. Want het is letterlijk de stinkende verdorvenheid, de vuiligheid van de wereld die hem als een mesthoop in de ogen is gevallen, die zijn netvlies aanvreet en hem elk toekomstperspectief ontneemt In vele opzichten is dit sprookje, een tijdloos verhaal waarin we ook onze eigen leefwereld kunnen herkennen. Want ook wij leven, als gelovigen, toch wel wat als ‘zonderlingen’ temidden van een geseculariseerde samenleving. In onze tijd leven gelovigen ook in een soort ballingschap en het vraagt veel moed en innerlijke sterkte om dat christelijk geloof in gedachten, woorden en daden te beleven. Wellicht voel je dat niet alleen in je privéleven maar ook in school. Een morgengebed, een kapelmoment, advent en vasten,… het is voor de meeste leerlingen en voor vele collega’s niet meer evident. Er worden vragen bij gesteld: Of het nog wel moet? Of het wel zin heeft? Of je als niet-gelovige dan misschien minder goed bent? Het is een vraag die we ook als PAG ernstig moeten durven nemen: Is er eigenlijk wel een PAG nodig op school? Of positief geformuleerd: Het zou ongelofelijk jammer zijn als er geen PAG zou zijn, maar kan je ook verwoorden wat er dan zou ontbreken? Eigenlijk is het de vraag naar de missie van onze PAG. Kunnen we zeggen waarom we zo enthousiast en vol vuur willen meedenken en -werken aan de initiatieven van de PAG? Natuurlijk hebben ze waarde! Natuurlijk maken ze deel uit van de kern van wat onze school ten diepste is! Maar wellicht is het ook goed om eens luidop te zeggen wat ons aanvoelen, onze gevoelens en overtuigingen hieromtrent zijn. Wellicht schuilt daarin alleen al een enorme rijkdom ! Vandaar de volgende twee vragen:
8
1
Wat is voor jou de bestaansreden van de PAG? Wat zou de school verliezen als de PAG er niet zou zijn? (opgelet: het gaat niet om de activiteiten op zich die de PAG organiseert, meer maar om de doelstelling die je daarmee beoogt)
2
Tot wie moet een PAG zich richten? Wie zijn onze doelgroepen ?
9
B BIDDEN VANUIT WOEDE, DANKBAARHEID, DANKBAARHEID, WANHOOP, LIEFDE… LIEFDE… Het is heel opvallend hoe dikwijls er in het boek Tobit wordt gebeden. Maar wat mij nog meer opviel, was de verscheidenheid van situaties die uitnodigen om God aan te spreken. Hoe zit het in onze graad met de kapelmomenten en de kansen om te bidden. Doen we dat omdat het moet? Omdat de salesiaanse doorlichting vraagt dat we wat plichtsmatiger zouden een gebed voorzien bij het begin van de (namid)dag? Hebben we eigenlijk wel genoeg oog voor de momenten van ontgoocheling, dankbaarheid, vertwijfeling, warmte, … wanneer het écht past om samen stil te worden, te bezinnen of juist uitbundig en met vreugde, zingen en dansen tot God te spreken? Is dat belangrijk voor jou dat we daar aandacht voor hebben op school ? Hoe zie je dat gebeuren (kapelmomenten of juist niet…) ?
10
C DE ZORG VOOR DE DODEN In heel het Bijbelboek Tobit, hoor je de zorg voor sterven, doden begraven, … klinken. Die zorg is ook op school heel belangrijk, vooral omdat we in een maatschappij leven waar sterven verbannen wordt naar de rand, de marge van ons ‘gewone’ leven. Zelfs aftakelen, dement worden, afhankelijk worden van anderen zijn, … wordt als onverdraaglijk ervaren en velen zeggen luidop dat je zo’n situaties beter kan vermijden en op voorhand bij de notaris regelen. En ondanks alle goede bedoelingen, versterkt het de taboesfeer rond alles wat met lijden, ziekte en dood te maken heeft. Toch is het een dagelijkse realiteit dat leerlingen elke morgen met hun vreugde en verdriet de schoolpoort binnenkomen. Ze zitten in de klas met hun gedachten bij hun oma die op sterven ligt. Of het is net 1 jaar geleden dat hun vriend stierf… Hoe kunnen wij daar op onze school de gepaste aandacht aan besteden? Hoe zie jij dat? In de volgende bladzijden volgen hierover in elk geval al twee aanzetten: In verschillende scholen in Vlaanderen heeft men in de afgelopen jaren een rouw- of herdenkingsplaats gemaakt waar de namen van overledenen (soms ook nieuwgeborenen) een plaats kunnen krijgen. Hieronder volgen enkele foto’s die Belinda Staelens (diocesaan begeleidster voor schoolpastoraal) me doorstuurde. Je zal meteen merken dat ze heel verschillend zijn van opzet en vormgeving. Wellicht kunnen ze ons sowieso inspiratie en ideeën geven. Tegelijk zou ik nog willen vragen om ons LeDoS document van enkele jaren geleden nog eens te bekijken. Naar aanleiding van een vorming rond Leven en Dood op School hebben we toen (2001) geprobeerd om een draaiboek samen te stellen waarin de verschillende fases in de begeleiding van sterfgeval (met banden naar de school toe) worden overlopen. Eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat het draaiboek enkele jaren zoek is geweest en dat het daarom goed zou zijn om het eerst kritisch opnieuw te bekijken, vooraleer we het opnieuw als scenario in de school introduceren. Alle bedenkingen, opmerkingen en correcties zijn welkom.
11
1
De idee van een rouwrouw of herdenkingsplaats op school:
12
13
2
Draaiboeken bij een overlijden op onze school
1.
het gebeuren
2.
melding
Sterfgeval van een leerling
Indien de melding gebeurt via telefoon : naar directie doorverbinden. Indien de melding gebeurt via het secretariaat : melder begeleiden tot bij de directie Directie zorgt voor :
controle + opvragen van bijkomende informatie (zo snel mogelijk om twijfels, fantasie en gissingen uit te sluiten)
opvang en nazorg van de melder
in overleg met de ouders worden de betrokken familieleden die op school zijn verwittigd
op de hoogte brengen van andere directieleden en graadcoördinator
3.
organisatie
4.
informatie aan personeel, lln, ouders instanties, schoolarts, CLB
klastitularis wordt door de directie persoonlijk op de hoogte gebracht (via telefoon indien klastitularis niet aanwezig is op school) Graadcoördinator zorgt voor:
opvang en informatie doorgeven naar de verschillende vakleerkrachten en CLB-medewerksters. Met de mogelijkheid om even langs te komen bij de klas zodat de eerstvolgende ‘les’ niet het eerste contact met de klas is na de feiten.
brengt studiemeester op de hoogte
Er wordt een sleuteltrio (crisisteam) samengesteld : directie – titularis – godsdienstleerkracht. graadcoördinator en/of studiemeester regelt eventuele vervangingen crisisteam zoekt contact met de ouders en bezoekt hen zo snel mogelijk na telefonische afspraak. Tijd en ruimte vrijmaken voor leerlingen en leerkrachten
ruimte : kapel ?
De klas wordt uitgenodigd naar de kapel ? door de directeur (iemand van crisisteam) en begeleidende leerkracht: nog geen enkele informatie
Eenmaal ter plaatste rustig plaats nemen en het bericht kort en duidelijk overbrengen: b.v. « Ik heb slecht nieuws voor jullie : X is overleden « + concrete feiten : waar – wanneer – hoe (informatie die toegelaten is door ouders)
ruimte voor emoties en vragen
voor wie : klasgenoten, leerkrachten (wacht), broers, zussen, vrienden en vriendinnen slecht-nieuws-gesprek :
aandachtspunten en opmerkingen Ondertussen wordt geheimhouding gegarandeerd. (Iedereen die het bericht gehoord heeft, zwijgt hierover tot er officiële zekerheid is)
Is het de taak van de school om ouders van leerling die op school komt te overlijden te verwittigen ? In geval het weekend/vakantie is: alle klasgenoten, klasgenoten van broers en zussen, vrienden, en vakleerkrachten verwittigen.
Indien de leerling overlijdt in het begin van het schooljaar, werkt de nieuwe titularis nauw samen met de titularis van het vorig schooljaar. opmerking : map met bruikbare teksten, gedichten zou zeer nuttig zijn en best beschikbaar bij directie ?
suggesties doen voor eerste verwerking van emoties en polsen waarvoor er interesse is : schrijven van teksten, wandelen, sporten, praten, muziek beluisteren ? (klastitularis en godsdienstleerkracht begeleiden) Bericht & foto uithangen voor personeel in het leraarslokaal en de drie bureautjes. Bericht & foto uithangen ad valvas in de respectievelijke graden voor de leerlingen.
14
5.
Opvang van diegenen die het meest emotioneel betrokken zijn
6.
ouders
7.
afscheid
8.
nazorg in het dagelijkse ritme
In principe wordt er minstens een ganse dag tijd genomen voor deze opvang In de kapel ruimte en tijd geven voor verwerking van emoties: eerder individueel of in kleine groepjes b.v. wat lezen en snuisteren in teksten, boeken, briefje schrijven naar gestorvene of familie van de overledene, een wandeling maken, muziek beluisteren, een bezinningsmoment voorbereiden, expressieve vormen (met verf en klei werken) toetsen van de verliesgeschiedenis van aanwezige leerlingen en persoonlijke opvang van deze leerlingen. Aandacht voor wat er de volgende dagen in de klas gebeurt (bij het hernemen van de lessen) In de klas zetten we op de bank een foto, een brandende kaars en eventueel wat bloemen. Problemen zo vlug mogelijk aan klastitularis of godsdienstleerkracht melden. voorbereiding met enkele vrijwilligers van een herdenkingsmoment op school. Een bezoek aan de ouders door het crisisteam, concrete afspraken voor afscheidsviering met ouders, voorganger en eventueel begrafenisondernemer. Laatste groet aan overleden klasgenoot (tweede, derde dag)
Indien mogelijk bezoekt iemand van het crisisteam vooraf de overledene zodat deze de klas kan voorbereiden op het bezoek
alle leerlingen gaan mee (met enkele begeleiders). Alle leerlingen worden uitgenodigd om de overledene een laatste groet te brengen maar worden niet verplicht. Ze maken hun keuze ter plaatse.
samen terug naar kapel – napraten in groep.
Ouders uit te nodigen voor dit herdenkingsmoment op school.
Afscheidsviering voorbereiden :
Een kader schetsen en enkele losse ideeën aanbrengen…
Leerlingen zelf ideeën aanbrengen
Leerlingen en leerkrachten actief betrekken : Wie wil/kan wat doen ? (muziekinstrument bespelen ?, zingen, muziek kiezen, teksten schrijven/uitzoeken, het lichaam binnendragen, bloemen, symbolen, …. ?)
bloemstuk voorzien namens de school Leerlingen tijd en kans geven om te rouwen. de godsdienstlessen geven misschien het kader om na enkele weken/maanden het gebeuren nog eens klassikaal bespreekbaar te maken. (bezoek aan kerkhof en ouders met de klas) In de kapel wordt de foto en een symbool aangebracht. Hoe laten we de overleden klasgenoot aanwezig blijven in onze klas : foto achteraan in de klas ophangen bloemen en kaars van de bank wegnemen Indien bij sommige leerlingen rouwverwerking problemen oplevert, crisisteam (of CLB) inschakelen (leerkracht moet eigen grenzen kennen en stellen) Herdenking op school
een permanente rouw- of herdenkingshoek in de school?
Herdenkingsdienst op school (na vakantie of als niemand of slechts enkelen bij de plechtigheid konden of mochten aanwezig zijn) in samenwerking met de leerlingen.
15
9.
administratie
10. opvolging
1.
het gebeuren
2.
melding
organisatie
Onmiddellijk alle uitgaande post blokkeren Naam van de leerling wordt niet geschrapt, wel een andere code in de administratie toepassen in samenspraak met het secretariaat. secretariaat noteert de verliessituatie in dossiers van alle betrokken familieleden Samenkomst van crisisteam na twee weken én na twee maanden om te evalueren en draaiboek eventueel te corrigeren of aan te vullen. Contacten met de familie onderhouden (opdracht voor het crisisteam) B.v. jaar na jaar telefoontje, bloem of kaartje op de sterfdag tot ze afgestudeerd zouden zijn maar let op : wel aangeven wanneer het de laatste keer is. wie onderhoudt de contacten met de ouders bvb. regelmatig bezoek, een bloemstuk met Allerheiligen op het kerkhof….? Persoonlijke bezittingen teruggeven bij een bezoek aan de ouders van het crisisteam. (crisisteam kiest meest geschikte moment uit) Speciale vermelding bij proclamatie in het jaar dat ze zouden afgestudeerd zijn. Ouders uitnodigen.
Sterfgeval van een personeelslid
3.
Verdere blijvende herdenking : • jaarlijkse herdenkingsviering voor de overledenen van onze school • zolang de klas nog op school is, houden we een herdenkingsviering op de dag van het overlijden waarbij de familie wordt uitgenodigd • bij eucharistieviering of gebedsdienst : overledene vermelden en/of speciaal gebed vragen • bij eerstvolgende schoolkrant overlijden vermelden + passende tekst, artikel, lied, gedicht
Indien de melding gebeurt via telefoon : naar directie doorverbinden. Indien de melding gebeurt via secretariaat : meegaan tot bij de directie Directie zorgt voor :
Indien noodzakelijk (afhankelijk van wie de melder is) controle + opvragen van bijkomende informatie (zo snel mogelijk om twijfels, fantasie en gissingen uit te sluiten)
opvang en nazorg van de melder
alle betrokken familieleden die op school zijn worden door de directie persoonlijk op de hoogte gebracht secretariaat zorgt voor vervangingen indien nodig. directie bezoekt nabestaanden na telefonische afspraak. afhankelijk van het tijdstip : eerst collega’s verwittigen, nadien ganse schoolbevolking op de hoogte brengen.
aandachtspunten en opmerkingen Ondertussen wordt geheimhouding gegarandeerd. (Iedereen die het bericht gehoord heeft, zwijgt hierover tot er officiële zekerheid is)
opmerking : map met bruikbare teksten, gedichten zou zeer nuttig zijn en best beschikbaar bij directie ?
N.B. : Bij overlijden van een personeelslid tijdens een vakantie : via adressenlijst collega’s en andere personeelsleden verwittigen ; betrokken leerlingen via rouwadvertentie of via persoonlijke brief.
16
4.
informatie aan personeel, lln, ouders instanties, schoolarts, CLB
Ook aandacht voor oud-leerlingen, oud-collega’s , CLB, inrichtende macht en pedagogische begeleiders. slecht-nieuws-gesprek :
De collega’s worden in de kapel bijeengebracht tijdens de eerstvolgende pauze
Directie: bericht kort en duidelijk : b.v. « Ik heb slecht nieuws voor jullie : X is overleden « + concrete feiten : waar – wanneer – hoe (informatie die toegelaten is door nabestaanden)
5.
Opvang van diegenen die het meest emotioneel betrokken zijn
6.
nabestaanden
7.
afscheid
Ruimte voor emoties en vragen Leerkrachten geven eerstvolgende lesuur het slechte nieuws door aan de leerlingen. Bericht uithangen (+ foto) ad valvas + bericht in de kastjes voor eventuele afwezige collega’s Bericht (+foto) uithangen in verschillende graden voor de leerlingen + symbool of kaars Brief meegeven voor de ouders van de leerlingen. collega’s begeleiden leerlingen naar de klas of worden vervangen, afhankelijk van hun emotionele betrokkenheid en mogelijkheden. Leerlingen en collega’s worden, indien nodig in de kapel opgevangen, afhankelijk van hun persoonlijke betrokkenheid. Rouwregister openen voor leerlingen en leerkrachten op het secretariaat. Op rouwbezoek door crisisteam + concrete afspraken voor eventuele actieve betrokkenheid bij de afscheidsviering met pastoor en begrafenisondernemer. Laatste groet aan overleden personeelslid
Afspraken maken met leerlingen voor eventuele laatste groet aan overledene . Zeker in geval van klastitularisschap.
samen terug naar school – napraten in groep. Moment tijdesn de uitvaartplechtigheid voorbereiden indien gevraagd.
toelichting aan de leerlingen bij symboliek, gebruiken, gewoontes, rituelen van een uitvaartplechtigheid.
8.
nazorg in het dagelijkse ritme
Leerlingen en leerkrachten actief betrekken (indien gewenst door nabestaanden) : Wie wil/kan wat doen ? (muziekinstrument bespelen ?, zingen, muziek kiezen, teksten maken/uitzoeken, kist dragen, bloemen, dodendoek, symbolen, …. ?) Hoe laten we de overledene aanwezig blijven in onze school, leraarskamer ? (foto ? kaars ? tekening ? symbool ?) Herdenking op school
Herdenkingsdienst op school (na vakantie of als niemand of slechts enkelen bij de plechtigheid konden of mochten aanwezig zijn) in samenwerking met de leerlingen.
9.
administratie
10. afronding
Verdere blijvende herdenking : • bij eucharistieviering of gebedsdienst : overledene vermelden en/of speciaal gebed vragen • bij eerstvolgende schoolkrant overlijden vermelden + passende tekst, artikel, lied, gedicht Naam van het personeelslid wordt niet geschrapt, wel een andere code in de administratie toepassen in samenspraak met het secretariaat. Samenkomst van betrokken na twee weken én na twee maan-
17
1.
den om te evalueren en draaiboek eventueel te corrigeren of aan te vullen. Contacten met de familie onderhouden (opdracht voor het crisisteam) Kan b.v. jaar na jaar telefoontje, bloem of kaartje op de sterfdag? Persoonlijke bezittingen teruggeven bij een bezoek aan de nabestaanden door het crisisteam. (crisisteam kiest meest geschikte moment uit) Speciale vermelding bij afscheidsviering op einde van het schooljaar Blijvende aanwezigheid van overleden personeelslid door symbool en foto in de kapel
het gebeuren
Sterfgeval van een gezinslid van een leerling
aandachtspunten en opmerkingen
(ouder, broer of zus) 2.
melding
Indien de melding gebeurt via telefoon : naar directie doorverbinden. Indien de melding gebeurt via secretariaat : meegaan tot bij de directie Directie zorgt voor :
controle + opvragen van bijkomende informatie (zo snel mogelijk om twijfels, fantasie en gissingen uit te sluiten)
opvang en nazorg van de melder
secretariaat noteert de verliessituatie in dossiers van leerling en alle betrokken familieleden
Ondertussen wordt geheimhouding gegarandeerd. (Iedereen die het bericht gehoord heeft, zwijgt hierover tot er officiële zekerheid is)
alle betrokken familieleden die op school zijn + klastitularis worden door de directie persoonlijk op de hoogte gebracht (via telefoon indien klastitularis niet aanwezig op school)
3.
organisatie
4.
informatie aan personeel, lln, CLB
5.
Opvang van diegenen die het meest emotioneel
controle verliesgeschiedenis van de betrokken leerlingen door het secretariaat Er wordt een sleutelduo (crisisteam) samengesteld : directie – titularis . crisisteam bezoekt ouders na telefonische afspraak. De betrokken leerlingen de kans geven om eventueel samen met vriend(in) de klas te verlaten. N.B. : Bij overlijden van een gezinslid van een leerling tijdens een vakantie : via adressenlijst klasgenoten en leerkrachten verwittigen slecht-nieuws-gesprek :
bericht kort en duidelijk aan de klasgenoten : b.v. « Ik heb slecht nieuws voor jullie : X is overleden « + concrete feiten : waar – wanneer – hoe (informatie die toegelaten is door nabestaanden)
ruimte voor emoties en vragen
suggesties doen in verband met passende opvang en/of troost van klasgenoot Bericht uithangen voor personeel + bericht in kastjes van leerkrachten die lesgeven aan de leerling. persoonlijke opvang van leerling klasgenoten stimuleren om op persoonlijke manier medeleven te betuigen. De betrokken leerling de kans geven om op elk moment, even-
verliesgeschiedenis van betrokken leerlingen controleren
opmerking : map met bruikbare teksten, gedichten zou zeer nuttig zijn …
18
6. 7.
betrokken zijn afscheid nazorg in het dagelijkse ritme
8.
9.
administratie afronding
1.
tueel samen met vriend(in) de klas te verlaten. Uitvaartplechtigheid klassikaal bijwonen. Waakzaam blijven : is hulp van buitenaf voor leerling nodig ? Herdenking op school : bij eerstvolgende eucharistieviering of gebedsdienst : overledene vermelden en/of speciaal gebed vragen Bij eerstvolgende schoolkrant overlijden vermelden + passende tekst, artikel, lied, gedicht adressenbestand aanpassen (in geval een ouder gestorven is) op oudercontact : waakzaam zijn. Leerlingendossier aanpassen Samenkomst van crisisteam na twee weken én na twee maanden om te evalueren en draaiboek eventueel te corrigeren of aan te vullen. Hoe functioneert de leerling in de klas regelmatig controleren in klassenraad en eventuele problemen onmiddellijk doorspelen. Extra aandacht besteden aan de leerling op de sterfdag van gezinslid.
het gebeuren
Sterfgeval van een gezinslid van een personeelslid
een permanente rouw- of herdenkingshoek in de school?
aandachtspunten en opmerkingen
(partner, kind of inwonende moeder, vader,…) 2.
melding
3.
organisatie
4.
informatie aan personeel, lln
5.
Opvang van diegenen die het meest emotioneel betrokken zijn nabestaanden
6.
Indien de melding gebeurt via telefoon : naar directie doorverbinden. Indien de melding gebeurt via poort : meegaan tot bij de directie Directie zorgt voor :
afhankelijk van wie de melder is : controle + opvragen van bijkomende informatie (zo snel mogelijk om twijfels, fantasie en gissingen uit te sluiten)
opvang en nazorg van de melder
Ondertussen wordt geheimhouding gegarandeerd. (Iedereen die het bericht gehoord heeft, zwijgt hierover tot er officiële zekerheid is)
alle betrokken familieleden die op school zijn, worden door de directie persoonlijk op de hoogte gebracht.
Er wordt een crisisteam samengesteld : directie & een collega’s die heel goeie contacten heeft crisisteam bezoekt nabestaanden na telefonische afspraak. N.B. : Bij overlijden van een gezinslid van een personeelslid tijdens een vakantie : via adressenlijst alle personeelsleden verwittigen Bericht kort en duidelijk aan collega’s wat gebeurd is (bericht ad valvas) met vraag om in de klassen te beginnen met een moment van bezinning. leerlingen die les krijgen van de getroffen leerkracht stimuleren om op persoonlijke manier medeleven te betuigen (eventueel in een soort rouwregister/ kaart).
opmerking : map met bruikbare teksten, gedichten zou zeer nuttig zijn voor de schoolbibliotheek
crisisduo bezoekt nabestaanden na telefonische afspraak.
19
7.
afscheid
8.
nazorg in het dagelijkse ritme
9. administratie 10. afronding
het gebeuren
Uitvaartplechtigheid bijwonen door collega’s + uitnodiging van alle betrokken (zeker indien collega klastitularis is) leerlingen voor de uitvaartplechtigheid. Herdenking op school : bij eerstvolgende eucharistieviering of gebedsdienst : overledene vermelden en/of speciaal gebed vragen. Bij eerstvolgende schoolkrant overlijden vermelden + passende tekst, artikel, lied, gedicht
Een permanente rouw- of herdenkingshoek in de school?
Extra aandacht besteden aan de collega op de sterfdag van gezinslid…
aandachtspunten en opmerkingen
Sterfgeval van een familielid van een leerling (grootouder, oom, tante, neef of nicht)
het gebeuren
Bericht uithangen voor personeel. klasgenoten stimuleren om op persoonlijke manier medeleven te betuigen. De betrokken leerling de kans geven om op elk moment, eventueel met vriend(in) de klas te verlaten. Herdenking op school : gebedsdienst voor alle overledenen. Bij eerstvolgende schoolkrant overlijden vermelden.
Sterfgeval van een familielid van een personeelslid
aandachtspunten en opmerkingen
(ouder, broer, zus, schoonfamilie)
Bericht uithangen voor personeel. Herdenking op school : gebedsdienst voor alle overledenen. Bij eerstvolgende schoolkrant overlijden vermelden.
Moeten we ondertussen meer denken ook aan gebruik van internet/SmartSchool ?
20
ONZE ‘MISSIE MISSIE’ MISSIE ZOALS ZE ENKELE JAREN JAREN GELEDEN WERD GEFORMULEERD GEFORMULEERD
Pastoraal betekent voor ons: herderlijke zorg voor mensen..Daarom is pastoraal een essentieel onderdeel van de opvoedingstaak, zeker in een Don Boscoschool. Wij opteren ervoor om deze grondgedachte sterk te promoten, zodat alle collega's aanvoelen dat zij - elk op hun eigen manier en met hun eigen talenten kunnen bijdragen aan een pastorale sfeer in onze school. Wij hopen en geloven dat concrete ontmoetingen tussen mensen uiteindelijk vragen oproepen naar de diepere grond en inspiratie van dat pastorale handelen. Pastoraal begint daarom voor ons op het werkterrein, daar waar leerkrachten en leerlingen met elkaar omgaan. Dit moet de onderstroom zijn in onze school. De wijze waarop wij aandacht hebben voor leerlingen, in het bijzonder voor hen die dreigen uit de boot te vallen of die het (tijdelijk) wat moeilijker hebben, is een eerste en fundamentele uitdrukking van onze herderlijke zorg. Daarom is pastoraal ook altijd en overal mogelijk: tijdens de lessen, tijdens de middagactiviteiten, tijdens de 'kapelmomenten', voor en na de schooluren. De Pastorale Animatiegroep (PAG) heeft binnen de schoolpastoraal enkel een animatie- en coördinerende taak. Dit betekent allereerst dat wij iedereen willen bemoedigen en bevestigen die dag in dag uit probeert leerlingbetrokken te handelen. De PAG wil impulsen geven en mensen in beweging zetten. Daarom bieden de verschillende pastorale groepen ook expliciete momenten aan waarin wij jongeren en collega's de kans bieden stil te staan en na te denken rond een bepaald thema. In deze momenten willen wij mogelijkheden creëren waardoor zij God op het spoor kunnen komen (een Bijbelfragment, een getuigenis, ...). Het aanbod en de inhoud zijn gedifferentieerd, zodat iedereen van de groep zich in bepaalde aspecten van deze momenten kan herkennen. Daarnaast doen we een aanbod voor jongeren en collega's die er bewust voor kiezen. Heel belangrijk lijkt ons dat dit alles gebeurt in een sfeer van 'mogen' en van 'aanbieden'. Wij willen geen deuren forceren, maar wel langzaam deuren openen die tot nu toe gesloten bleven. God toont zich immers niet In een bruisende storm, maar wel in een zachte bries. De Pastorale animatiegroep in Don Bosco Zwijnaarde is een heterogene groep. Dat is haar rijkdom en we willen ook dat dat zo blijft. Iedereen vanuit zijn of haar invalshoek kan een bijdrage leveren aan de schoolpastoraal. De informele momenten tussen collega's vinden we in die zin ook heel belangrijk. Informele en formele momenten moeten elkaar aanvullen. Wij beseffen zeer goed, dat we 'wegbereiders' zijn. Wij vinden onze doelstelling bereikt, wanneer jongeren die op DBZ afstuderen een openheid hebben voor het diepere Levensmysterie, wanneer God geen taboe meer hoeft te zijn en wanneer er voor het christelijk gedachtegoed respect en interesse is. Wij zijn ervan overtuigd dat jongeren hierop verder bouwen om uiteindelijk tot een eigen mens-, wereld- en Godsbeeld te komen.
21
k ap e lm o me n t W ie W il er m ee n aa r en gel - lan d v ar en ?
Hoe zit dat eigenlijk met de engelen als Rafaël in het Bijbelboek Tobit? ’t Is opvallend dat ze in de bijbel geen lichtgevederde ruimtevaarders, geen hoogverheven wezens zijn. In de taal van de bijbel zijn ze wel een bode van God, maar dan meer in de zin van een mens in de rol van God, een gewoon mens, God incognito. Engelen zijn er niet uit de lucht gegrepen, ze komen op onze weg en treden ons tegemoet als wij het tuinhek van onze argwaan en de deur van ons ongeloof openmaken. Maar waar treedt God mij tegemoet? Waar zitten de engelen in mijn leven? Het antwoord is tegelijk eenvoudig en moeilijk tegelijk. Want je ziet het aangezicht van God zodra een mens, een leerling, een collega jou aankijkt en met of zonder woorden vraagt: “Wil jij mij zegenen met het licht van jouw ogen. Wil je mij respecteren als de mens die ik ben. Ik ben al zo vaak ontgoocheld geweest”. En je wordt een engel als je dan kunt antwoorden: “Vreest niet! Ik zal er zijn voor jou.’ Het is de diepste troost voor een mens als hij erkend wordt door een ander mens. Zo kunnen uit heel veel dagelijkse gebeurtenissen, uit veel ontmoetingen met mensen, engelen ontstaan. Zoals God stem noch gelaat heeft, zo hebben deze beeldjes, deze engelen, nog geen gezicht. Want God kunnen we niet zien of ontmoeten, maar zijn engelen wel. Ze openbaren zich in elke naaste, en ieder mens die voor ons en tochtgenoot wil zijn. Zoals in de Emmaüsgangers, iemand die zomaar een stukje van de weg meegaat. Engelen zijn dan mensen in wie wij plotseling aanschouwen: dat het te doen is, je leven veranderen; dat het kan, je wreedheid beteugelen, je angst overwinnen, opstaan uit je onderworpenheid, jonger worden in plaats van ouder… Zo kunnen wij voor elkaar en voor onze leerlingen boodschappers zijn van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Maar meer nog kunnen we een gids zijn voor elkaar en de reisgenoot daarheen. We kunnen onze jongeren meenemen op de weg naar het beste van henzelf; hun angsten overwinnen, hun watermonster en hun zeven demonen. We kunnen hun nieuwsgierigheid stimuleren, waarden voorleven,… Engelengeduld is er soms nodig. Maar het is de moeite waard. Zo worden wij Azarias voor elkaar, dat wil zeggen:”God helpt”; of Rafaël: “God geneest”. (Naar teksten uit het boek “Altijd Onderweg” van Geert Dedecker)
Grote hoogstbescheiden liefde God jij die gehuld in zwijgzaamheid de eeuwen door op onze drempel zit en wacht op onze wederliefde jij die de hoop niet opgeeft en in stilte waakt aan het ziekbed van ons onvermogen jij die heet ‘Ik-zal-er-zijn’ en van geen wijken weet aan onze zijde kom binnen en leg die naam ‘Ik zal-er-zijn’ op ons doe hem leven als het kleinste van de zaden in de diepte van ons hart zodat wij in staat zijn om te zeggen tot een ander: ik zal er zijn voor jou leer ons zwijgend op jouw manier de wacht optrekken bij een ander
leer ons af te eisen en te heersen zodat een mens kan opengaan en zich gewonnen geven gun ons een e plek in jouw stilte om te leren wachten en net als jij het leven lief te hebben doe ons vinden en hervinden een lieve mens een tere huid een zachte plek waar wij niet te kijk staan met enkel onze buitenkant maar elkander aan den lijve doen verstaan: ik zal er zijn voor jou dat wij met twee of meer die elkaar gevonden hebben ons niet afzijdig houden maar toegang scheppen en dat uit ons wederzijds geborgen zijn nieuw leven wordt geboren voor zovelen
(H.V. – kompasliturgie)
23