Titel: Tina-app Module: Afstudeeropdracht Auteur: Eline Bosman Studentnummer: 540316 Groepsnummer: RV409C
Instituut voor Media en Informatie Management
Afstudeeronderzoek Scriptie
RV409C
Eline Bosman
Studentnummer: 540316
Afstudeerbegeleiders
Jan Veenstra Eelco Brancart
Opdrachtgever
Tina Sanoma Media
04-06-2012
Voorwoord Dit rapport is tot stand gekomen voor de afstudeeropdracht van de opleiding Media, Informatie en Communicatie met de afstudeerrichting Redactie en Mediaproductie aan de Hogeschool van Amsterdam. Voor deze afstudeeropdracht wordt een onderzoek uitgevoerd voor Tina, waarmee ik mijn diploma voor de opleiding kan halen. Het onderzoek naar meisjes en hun gebruik van mobile devices en apps is in 2012 uitgevoerd. Het onderwerp spreekt me aan, omdat ik het leuk vind om voor kinderen te schrijven en te werken. Mijn beroepsvoorbereidende stage heb ik bij het tijdschrift Tina en de website Tina.nl gelopen. Daarnaast heb ik een grote interesse voor smartphones, tablets, apps en alle mogelijkheden die je daarmee hebt. Het leek mij interessant om te onderzoeken op welke manier de doelgroep van Tina in aanraking komt met mobile devices. Het rapport is bestemd voor Tina. Tina is een vrolijk weekblad voor meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud. Bij het tijdschrift Tina horen ook de website Tina.nl en de jaarlijkse Tina-dag. Ik wil een aantal mensen bedanken voor hun medewerking aan dit onderzoek, waaronder alle meisjes die de enquête hebben ingevuld en de meisjes die meewerkten aan de usability test, de interviews en het panelgesprek. Ook Tina chefs Mariella en Jannine wil ik bedanken voor hun hulp. Tot slot wil ik mijn vader, mijn moeder en Imanuella bedanken voor het redigeren van mijn scriptie.
Inhoud
Bladzijde
Management samenvatting
9
Samenvatting in het Engels
11
1. Inleiding
13
2. Apple versus Android 2.1 Smartphones, tablets en apps 2.1.1 Smartphones 2.1.2 Tablets 2.1.3 Apps 2.2 Besturingssystemen 2.2.1 Apple iOS 2.2.2 Android 2.2.3 BlackBerry OS 2.2.4 Windows Phone 2.2.5 Bada 2.2.6 Maemo 2.2.7 Symbian 2.3 Verschillen en overeenkomsten 2.3.1 Betrouwbaarheid 2.3.2 Bekendheid 2.3.3 Apps 2.3.4 App winkels 2.3.5 Apps installeren 2.3.6 Uniek 2.3.7 Verkoop en inkomsten 2.3.8 Techniek 2.3.9 Consumentenbond 2.4 Sanoma Media 2.4.1 NU app 2.4.2 Apps voor kinderen 2.5 Gebruik 2.5.1 24/7 online 2.5.2 Gebruiksmoment 2.5.3 Tablets 2.5.4 Smartphones 2.5.5 Doelgroep 2.6 Conclusie
15 15 15 15 15 16 16 17 17 17 18 18 18 18 18 18 19 19 20 20 20 21 21 21 22 22 23 23 23 23 24 24 24
3. Interne analyse 3.1 Sanoma Media 3.2 Tina 3.2.1 Ontwikkeling van Tina
25 25 25 25
3.2.2 Tina nu 3.3 Producten en diensten 3.3.1 Producten 3.3.2 Diensten 3.4 Conclusie
26 26 26 27 29
4. Doelgroepanalyse 4.1 Omvang 4.2 Interesses 4.2.1 Activiteiten in vrije tijd 4.2.2 Media 4.3 Internetgebruik 4.3.1 Tina.nl 4.3.2 Social media 4.3.3 Mediawijsheid 4.4 Platform gebruik 4.5 Smartphone gebruik 4.5.1 Gebruik smartphones neemt toe 4.5.2 Soort telefoon 4.5.3 Kosten 4.5.4 Bezigheden op mobiele telefoon 4.6 Ouders 4.7 Conclusie
31 31 31 31 31 33 33 33 33 34 34 34 35 36 36 37 37
5. Externe analyse 5.1 Concurrenten 5.1.1 Print en apps 5.1.2 Online en apps 5.1.3 Andere apps 5.1.4 Goed of fout 5.2 Trends 5.2.1 Overal actief 5.2.2 Apps 5.2.3 HTML5 5.2.4 Ecosysteem 5.2.5 Mobiel adverteren 5.3 Conclusie
39 39 39 41 41 42 42 42 43 43 43 43 43
6. Winstgevendheid apps 6.1 Consument 6.2 Producent 6.2.1 Kosten en opbrengsten 6.2.2 App prijs 6.2.3 Adverteerders 6.2.4 Advertentie prijzen 6.3 Conclusie
45 45 45 45 46 46 46 46
7. Methoden en technieken 7.1 Enquête 7.1.1 Voordelen en nadelen 7.1.2 Opzet 7.1.3 Betrouwbaarheid 7.1.4 Data-analyse methode 7.2 Usability test 7.2.1 Voordelen en nadelen 7.2.2 Opzet 7.2.3 Betrouwbaarheid 7.2.4 Data-analyse methode 7.3 Interviews 7.3.1 Voordelen en nadelen 7.3.2 Opzet 7.3.3 Betrouwbaarheid 7.3.4 Data-analyse methode 7.4 Panelgesprek 7.4.1 Voordelen en nadelen 7.4.2 Opzet 7.4.3 Betrouwbaarheid 7.4.4 Data-analyse methode
47 47 47 47 48 49 49 49 49 49 50 50 50 50 51 51 51 51 51 53 53
8. Resultaten 8.1 Enquête 8.2 Usability test 8.3 Interviews 8.4 Panelgesprek
55 55 61 61 63
9. Conclusie
67
10. Advies
71
11. Beroepsproduct 11.1 Eerste versie 11.2 Tweede versie 11.2.1 Eindconcept 1 11.2.2 Eindconcept 2
73 73 75 75 76
12. Evaluatie
81
Literatuurlijst
83
Bijlage Bijlage I: deelvragen Bijlage II: figuren hoofdstuk 2 Bijlage III: figuren hoofdstuk 4
89 89 90 93
Bijlage IV: tabellen hoofdstuk 5 Bijlage V: figuren hoofdstuk 6 Bijlage VI: afgenomen enquête Bijlage VII: enquête testers Bijlage VIII: enquêteresultaten Bijlage IX: usability test Bijlage X: tekeningen paper prototyping test Bijlage XI: transcriptie interviews Bijlage XII: transcriptie panelgesprek Bijlage XIII: concepten Tina-app cijfers geven Bijlage XIV: tekeningen Tina-app Bijlage XV: plan van aanpak en goedkeuring
98 100 101 104 116 122 124 131 134 140 149 157
Onderzoek - Tina-app
9
Management samenvatting In dit onderzoek wordt onderzocht op welke manier de doelgroep van Tina – meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud – gebruik maken van mobile devices en hoe Tina daarop in kan spelen met een Tina-app. Het aantal smartphones, tablets en apps groeit elke dag. Besturingssystemen Apple iOS en Google Android zijn de meest gebruikte. Qua bekendheid, kwaliteit, gebruiksgemak, betrouwbaarheid, hoeveelheid apps en inkomsten wint Apple het van Android. Maar Android is wel bezig met een inhaalrace. Meer dan de helft van de doelgroep heeft een eigen smartphone. 18% heeft een iPhone of iPod Touch en ook 18% heeft een Android smartphone. BlackBerry’s (12%), Windows smartphones (4%) en andere smartphones (6%) zijn iets minder populair. Hoe ouder de meisjes zijn, hoe groter de kans is dat ze een smartphone hebben. Twee derde van de doelgroep downloadt zelf apps. De doelgroep speelt graag apps met spelletjes. Angry Birds, Wordfeud, Draw Some, Twitter en Hyves zijn de vijf favoriete apps van de doelgroep. Meer dan een kwart (26%) van de ouders heeft een iPhone of iPod Touch. Iets minder dan een kwart (24%) heeft een Android smartphone. Ook onder ouders zijn de BlackBerry (13%), de Windows smartphone (9%) en andere smartphones (2%) minder populair. 69% van de doelgroep zegt gebruik te mogen maken van de smartphones van ouders. Daarbij mag de doelgroep in bijna alle gevallen ook gebruik maken van de tablet van de ouders. Ouders zijn bereid om voor een app voor hun kinderen te betalen. Meer dan de helft (56%) van de ouders downloadt weleens apps. Of door hun eigen smartphone, ofwel door hun ouders’ smartphone(s) komt 31% van de doelgroep dagelijks in aanraking met een iPhone of iPod Touch. 29% komt dagelijks in aanraking met een Android smartphone en 5% komt dagelijks in aanraking met een Windows smartphone. Qua tablets geeft 30% van de doelgroep aan een iPad te hebben. 13% beschikt over een Android tablet, 1% over een Windows tablet en 3% heeft een ander soort tablet. Meer dan de helft van de doelgroep heeft thuis geen tablet. Print concurrenten van Tina die een app hebben ontwikkeld, zijn Penny en Inkie. Online concurrenten die een app hebben ontwikkeld zijn Girlsgogames.nl en Stardoll.com. Zelfstandige apps, zoals Angry Birds, zijn ook concurrenten van een eventuele Tina-app. Wat de concurrenten goed doen, is dat hun apps in één ding heel goed zijn. Dat is de kracht van een goede app. Merken hebben moeite met het bepalen van een juiste prijs voor hun apps. Enerzijds is het belangrijk dat de app veel gedownload wordt, maar anderzijds kan niet alles gratis weggeven worden. De bereidheid om voor apps te betalen is beperkt. Er wordt weinig winst gemaakt op apps. Gemiddeld kost de ontwikkeling van een app ongeveer
Onderzoek - Tina-app
10
€14.000. Gemiddeld zijn de opbrengsten van een app €8.200. 64% van de doelgroep zegt de Tina-app alleen te downloaden als het gratis is. De doelgroep ziet het liefst strips (79%) in hun ideale Tina-app. De meisjes willen liever elke dag een nieuwe strip dan een aanbod van heel veel strips. Naast strips zouden ze tweets van beroemde sterren, spelletjes en sterrennieuws ook graag in een Tina-app willen. Daarbij vinden ze beeld heel belangrijk. Dat is het eerste waar ze naar kijken. Uit het gehele onderzoek valt te concluderen dat de Tina-app het best voor Apple (iPhone, iPad, iPod Touch) ontwikkeld kan worden, deze een ‘op een functie gebaseerde’-app moet worden, de Tina-app in ieder geval strips, veel beeld en een spelelement moet bevatten en deze er vrolijk (met veel kleuren) uit moet komen te zien.
Onderzoek - Tina-app
11
Management summary This study examines how girls from seven to twelve years old use mobile devices and how Tina can adapt with a Tina-app. The number of smartphones, tablets and apps grows every day. The operating system Apple iOS and Google Android are the most used operating systems. As regards to familiarity, quality, use ease, reliability, amount of apps and the earnings Apple wins from Android, but Android is catching up very fast. More than half of the target group – girls from seven to twelve years old – has their own smartphone. 18% has got an iPhone or iPod Touch and 18% has got an Android smartphone. BlackBerry smartphones (12%), Windows smartphones (4%) and other smartphones (6%) are less popular. The older the girls, the more likely it is they have a smartphone. Two thirds of the target group downloads their own apps. The target group plays preferably games on the smartphone. Angry Birds, Wordfeud, Draw Some, Twitter and Hyves are the five favorite apps of the target group. More than a quarter of the parents of the target group owns an iPhone or iPod Touch. Less than a quarter owns an Android smartphone. Among parents the BlackBerry smartphone (13%), the Windows smartphone (9%) and other smartphones (2%) are also less popular. 69% of the target group may use the smartphone of the parents. Besides, almost everyone may use the tablet of the parents. Parents are willing to pay for apps for their children. More than half of the parents downloads their own apps. Wether with their own smartphone, or with their parents smartphone; 31% of the target group has got daily contact with an iPhone or iPod Touch, 29% has got daily contact with an Android smartphone and 5% has got daily contact with a Windows smartphone. As far as goes tablets, 30% of the target group has got an iPad at home, 13% has got an Android tablet, 1% has got a Windows tablet and 3% has got another kind of tablet. More than half of the target group does not have a tablet at home. Print competitors of Tina who also have designed an app are Penny and Inkie. Online competitors who also have designed an app are Girlsgogames.nl and Stardoll.com. Independent apps like Angry Birds are also competitors of a potential Tina-app. The strength of every good app is being good at one thing. And that is also what the competitors do with their apps. Brands have trouble with making fair prices for their apps. On the one hand it is important that the app will get a lot of downloads, on the other hand brands do not want to give everything away for free. The willingness to pay for apps is limited. There is little profit from apps. The average price to develop an app is €14.000. The average
Onderzoek - Tina-app
12
yield is €8.200. Study shows that 64% of the target group will only download a Tinaapp if it is for free. The target group wants strip cartoons (79%) in their ideal Tina-app. The girls prefer a new strip cartoon every day over a wide offer of different strip cartoons. Beside strip cartoons the target group likes tweets from celebrities, games and news about celebrities in the Tina-app. Moreover they love pictures and images. That is the first thing the girls look at. Looking at the entire study there can be concluded that the Tina-app can be best developed for Apple (iPhone, iPad, iPod Touch), the Tina-app must be a ‘one function’-app, the Tina-app must contain strip cartoons, a lot of images and a game element and the Tina-app must look cheerful (with a lot of colors).
Onderzoek - Tina-app
1.
13
Inleiding
Mobiele technologie is één van de sterkst groeiende technologieën. Tien jaar geleden was het een technologie voor bevoorrechten, maar nu is het een essentiële technologie voor iedereen. (Haan, J. de en Pijpers, R., 2010) Het smartphone en tablet gebruik van meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud staat in dit onderzoek centraal. Tina is de opdrachtgever voor dit onderzoek. Het weekblad Tina valt onder Sanoma Media. Tina is een vrolijk tijdschrift voor spontane meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud. Zij hebben veel vriendinnen, houden van winkelen, zijn nieuwsgierig en creatief. (Sanoma, 2012) Nu wil Tina haar merk, ondanks huidige successen, verder uitbreiden door een Tina-app te ontwikkelen. Tina wil meer contact met haar doelgroep en ook geld met de Tina-app verdienen. Het probleem voor Tina is dat niemand weet met welke smartphones en tablets de doelgroep (en ouders) het meest in aanraking komt en of ouders bereid zijn voor een Tina-app te betalen. Dat is een probleem omdat ze daardoor het app idee (nog) niet door kunnen voeren. Dit probleem is er sinds de doelgroep over mobile devices beschikt. (Mijn Kind Online, 2012) Daaruit volgt het doel van het onderzoek: Tina in juni 2012 een voorstel doen over het platform dat de doelgroep het meest gebruikt en op welke manier Tina het beste een Tina-app kan ontwikkelen. Daarbij zijn de inhoud en vormgeving van de app ook van belang. Het uiteindelijke doel van dit adviesrapport is dan ook dat het bruikbaar is voor Tina en dat er daadwerkelijk een goede Tina-app mee gemaakt kan worden. Smartphones worden steeds populairder onder kinderen. (Qrius, 2012). Voor welk platform kan Tina het beste een Tina-app ontwikkelen en hoe moet deze app er qua inhoud en vormgeving uit komen te zien? Dat is de probleemstelling van het onderzoek. Het onderzoek bestaat uit deskresearch en fieldresearch. De onderzoeksmethoden die worden gebruikt zijn een enquête, interviews, een usability test en een panelgesprek met meisjes. Dit maakt duidelijk hoe zij over Tina denken, of zij en hun ouders over smartphones en tablets beschikken, wat voor besturingssystemen die mobile devices hebben en hoe zij het liefst een Tina-app zouden willen. In het adviesrapport staan eerst de deelvragen die met deskresearch beantwoord zijn, daarna de resultaten van de fieldresearch. Voor alle deelvragen, zie bijlage I op p. 89. Tot slot volgen de conclusie, een advies voor de opdrachtgever en een dummy van een Tina-app concept.
Onderzoek - Tina-app
14
Onderzoek - Tina-app
2.
15
Apple versus Android
Dit hoofdstuk gaat over smartphones, tablets en de verschillende besturingssystemen die daarop draaien. Ook de verschillen en overeenkomsten van de meest gebruikte besturingssystemen komen aan bod. Dit hoofdstuk geeft antwoord op de vragen welke besturingssystemen er het meest gebruikt worden en wat de mogelijkheden en beperkingen van die verschillende besturingssystemen zijn. 2.1
Smartphones, tablets en apps
Het meest gezochte woord op Yahoo in de Verenigde Staten was in 2011 ‘iPhone’. (Dutch Cowboys, 2011) Dat terwijl het overgrote deel van de mensen tien jaar geleden nog niet wist wat een smartphone was. En van tablets had al helemaal niemand gehoord. De digitale wereld van smartphones, tablets en apps is vooral de afgelopen vijf jaar in een stroomversnelling geraakt. (Frankwatching, 2011) 2.1.1
Smartphones
Een smartphone is een mobiele telefoon waar eenvoudig software op geïnstalleerd kan worden. In 2003 werd de smartphone op de telefoniemarkt geïntroduceerd. Sindsdien zijn smartphones niet meer weg te denken. Dit komt door de vele mogelijkheden ervan. (Coppens, K., 2011) Een smartphone is niet alleen een mobiele telefoon. Het kan meer dan bellen en sms’en. Het is een soort minicomputer met vaak een touchscreen en met apps. Dat zijn programmaatjes die eenvoudig op een smartphone geïnstalleerd kunnen worden. Je kunt er bijvoorbeeld mee mailen, internetten, muziek luisteren, sporten, reisschema’s opzoeken, bankieren en spelletjes spelen. (Mijn Kind Online, 2012) Voorbeelden van smartphone types zijn een iPhone 4, Samsung Galaxy S2, BlackBerry Curve, HTC Sensation, LG Optimus, Nokia Lumia en Sony Xperia. 2.1.2
Tablets
Een tablet zit tussen een smartphone en een computer in. Het is een platte, kleine computer met touchscreen en met apps. Het lijkt erg op de smartphone, maar een tablet is groter en je kunt er niet mee bellen. (Trouw, 2012) Voorbeelden van tablet types zijn een iPad 3, Asus Eee Pad Transformer, Samsung Galaxy Tab 10.1, Motorola Xoom en BlackBerry PlayBook. 2.1.3
Apps
App is de afkorting voor applicatie. Het is een programmaatje dat eenvoudig op de smartphone of tablet gedownload en geïnstalleerd kan worden. De consumptie op smartphones en tablets wordt gedreven door apps. Apps zijn de winstgevende vorm van software op mobile devices. (Kienhuis, H., 2012) Voorbeelden van apps zijn
Onderzoek - Tina-app
16
spelletjes, social media apps, ‘gratis sms’-apps zoals Whatsapp en Ping en diensten zoals Buienradar en NS reisschema’s. Apps worden altijd vanuit een virtuele app winkel op een smartphone of tablet geïnstalleerd. (Coppens, K., 2011 en Mijn Kind Online, 2012) Mensen raken langzamerhand steeds meer verslaafd aan apps. Sinds de komst van smartphones en tablets is de manier van leven van gebruikers veranderd. Uit onderzoek van Intomart GfK blijkt dat mobiele apparaten worden gebruikt om overal te kunnen internetten, overal te kunnen mailen en overal sociale contacten bij te houden. Dat deden mensen eerder al op de computer, maar nu zit dat allemaal in hun broekzak. Daardoor krijgen veel smartphone gebruikers de neiging continue te checken of er iets aan de hand is, of ze een berichtje hebben, wat hun vrienden aan het doen zijn, of ze een nieuwe ronde in een spelletje kunnen spelen, wat er op het nieuws is, enzovoorts. En als ze dat niet regelmatig checken, zijn ze bang iets te missen. (NRC Handelsblad, 2011 en Nrc Tech, 2012) Er zijn twee verschillende soorten apps: Native apps: deze zijn uit een app winkel te downloaden en staan op de smartphone of tablet geïnstalleerd. Deze apps worden voor een bepaald platform gebouwd. Ze kunnen alleen geïnstalleerd worden op de smartphone of tablet met het platform waar de apps voor ontwikkeld zijn. Dus de Twitter app in de App Store, gebouwd voor Apple devices, kan niet op een Samsung Galaxy S (Android) gedownload worden. En andersom ook niet. Web apps: deze zijn niet geïnstalleerd op je smartphone of tablet, maar ze zijn via internet te bekijken. Het worden ook wel ‘mobiele websites’ genoemd. Deze apps kunnen wel op meerdere platforms gebruikt worden. Bijvoorbeeld: de mobiele website van Nu.nl. (Coppens, K, 2011) Volgens Sam Warnaars, Business Developer Mobile en Tablets bij Sanoma Media, moet je bij het maken van een app beseffen dat een mobile device geen laptop is. Een app is taakgerichter dan een computerprogramma. En een app heeft meestal maar één taak. Apps zijn er niet om hele websites in te proppen. Daar lenen web apps zich goed voor. (Warnaars, S., 2012) 2.2
Besturingssystemen
Besturingssysteem: samenhangend geheel aan systeemprogramma’s, die de uitvoering van de verwerkingsprogramma’s regelen en zorgen voor de continuïteit van de verwerking, de in/uitvoerbesturing, het toewijzen en beheren van geheugens en periferie-apparatuur, het beheer van gegevens, en andere ondersteunende en organisatorische functies. (Woorden-boek, z.j.) Er zijn talloze smartphones en tablets, maar er is maar een aantal besturingssystemen dat op de smartphones en tablets uit §2.1 draait. 2.2.1
Apple iOS
Apple bestaat sinds 1 april 1976 en is opgericht door Steve Jobs, Ronald Wayne en Steve Wozniak. (One More Thing, 2011) Apple is bekend geworden met zijn
Onderzoek - Tina-app
17
computer, maar het is nu vooral actief op het gebied van mp3-spelers (iPod), mobiele telefoons (iPhone) en tabletcomputers (iPad). Op al deze apparaten draait het besturingssysteem iOS. iOS is simpel en overzichtelijk. Het is ontwikkeld door Apple Inc. en draait alleen maar op producten die van Apple zijn. Er is daardoor weinig keuze in toestellen. Daartegenover staat een grote keuze in apps. Er zijn vele iOS varianten uitgebracht. Voorheen heette het OS (Operating System), maar bij iOS 4 is voor het eerst de naam iOS gebruikt om aan te geven dat het besturingssysteem op meerdere Apple devices te gebruiken is. De laatste uitgave is iOS 5.1.1 uit mei 2012. Apps zijn in de App Store te downloaden. De App Store is een online winkel voor apps. Elke besturingssysteem heeft zijn eigen “app winkel.” (Consumentenbond, z.j. en Wikipedia, 2012) 2.2.2
Android
Het besturingssysteem Android is van Google. Google nam Android Inc. – dat al met de ontwikkeling van besturingssysteem Android was begonnen – in 2005 over. Android werd voor het eerst op 5 november 2007 aan het publiek voorgesteld. Op 21 oktober 2008 was het besturingssysteem ook daadwerkelijk te gebruiken. Er zijn meerdere smartphone en tablet merken die op Android draaien, zoals Motorola, HTC, Samsung, LG, Sony Ericsson en Acer. Apps zijn in Google Play te downloaden. De laatste Android uitgave is 4.0.4 – die ook wel ‘Ice Cream Sandwich’ wordt genoemd – uit maart 2012. (Gadget Review, 2011 en Wikipedia, 2012) 2.2.3
BlackBerry OS
BlackBerry staat bekend om zijn zakelijke smartphones, maar het heeft ook een tablet, de PlayBook. Het besturingssysteem voor BlackBerry’s is ontwikkeld door RIM (Research In Motion). Het draait op alle BlackBerry’s. De laatste uitgave is OS 7.1 uit mei 2012. Apps zijn in de BlackBerry App World te downloaden. Gebruikers hebben de keus uit ongeveer 70.000 apps. (Consumentenbond, z.j. en Wikipedia, 2012) 2.2.4
Windows Phone
Besturingssysteem Windows Phone 7.5 – dat ook wel ‘Mango’ wordt genoemd – bestaat sinds september 2011 en is gemaakt door Microsoft. Dit besturingssysteem werkt op verschillende smartphone merken, zoals LG, HTC, Samsung, Nokia, ZTE, Acer en Toshiba. Apps zijn te downloaden in de Windows Store. (Consumentenbond, z.j. en Wikipedia, 2012) Windows bestaat sinds 22 november 1985. Het heeft altijd heel goed gescoord op de laptop- en computermarkt, maar Windows is nog niet echt doorgebroken met zijn mobile devices. In 2012 verschijnt Windows 8. Dat zal geschikt zijn voor zowel computers als tablets en smartphones. Het wordt een heel ander besturingssysteem dan gebruikers van Windows gewend zijn. (Microsoft, z.j., Nu.nl, 2012 en Wikipedia, 2012)
Onderzoek - Tina-app
18
Volgens Paul Vreeburg, de baas van BelCompany, willen sommige tablet gebruikers een tablet die op Windows draait. Dit omdat ze dat platform kennen van de computer en ze Windows vertrouwen. Paul vindt dit opmerkelijk, omdat Microsoft nog niet is doorgebroken op de smartphonemarkt en er nog maar weinig tablets op Windows draaien. (Algemeen Dagblad, 2011) 2.2.5
Bada
‘Bada’ is Koreaans en betekent ‘oceaan’. Het besturingssysteem Bada is door Samsung Electronics ontwikkeld. Het werd voor het eerst getoond in februari 2010. Bada draait alleen op Samsung toestellen. (Consumentenbond, z.j. en Wikipedia, 2012) 2.2.6
Maemo
Het besturingssysteem Maemo is door Maemo Devices ontwikkeld. Dit was in eerste instantie alleen voor Nokia tablets, maar later ook voor Nokia smartphones. (Consumentenbond, z.j. en Wikipedia, 2012) 2.2.7
Symbian
Het besturingssysteem Symbian is door Nokia, Ericsson, Panasonic, Samsung, Motorola en Psion ontwikkeld. De grootste aandeelhouder is altijd Nokia geweest. Sinds 2010 neemt Nokia de gehele ontwikkeling op zich. Omdat Symbian wat ouderwets is en Nokia meer in Windows Phone ziet, is de toekomst van Symbian onzeker. (Consumentenbond, z.j. en Wikipedia, 2012) 2.3
Verschillen en overeenkomsten
Apple iOS en Google Android zijn de meest gebruikte besturingssystemen. (All about phones, 2012 en Consumentenbond, z.j.) Daarom worden de verschillen en overeenkomsten tussen die twee besturingssystemen in deze paragraaf uitgelicht. 2.3.1
Betrouwbaarheid
Apple maakt zowel zijn apparaten als zijn besturingssysteem zelf. Dat is zeer betrouwbaar voor de gebruikers. Android maakt ook zijn eigen besturingssystemen, maar niet de apparaten waar die systemen op draaien. Android ontwikkelt besturingssystemen voor verschillende merken. Dat is soms lastig, omdat elk telefoonmerk zijn eigen ‘look & feel’ heeft en dat ook door wil voeren in het besturingssysteem. Dat maakt Android kwetsbaarder dan Apple. (Trouw, 2012) 2.3.2
Bekendheid
Zeg je ‘tablet’, dan zeg je ‘iPad’. Het is de eerste goedverkopende tablet ter wereld. De laatste iPad, de iPad 3, staat bekend om zijn zogenoemde retinascherm met haarscherp beeld. Daarbij zit er een camera met 5 megapixels aan de achterzijde van de iPad. Een
Onderzoek - Tina-app
19
ander bijkomend voordeel is dat er voor geen ander tablet zoveel apps beschikbaar zijn. (De Telegraaf, 2012) Volgens Herman Kienhuis, verantwoordelijk voor het app development van Sanoma Media, is Android ontzettend aan het groeien. Daar waar Apple er eerst nog met kop en schouders bovenuit stak, is Android bezig met een snelle inhaalrace. (Kienhuis, H., 2012) 2.3.3
Apps
Apps werden populair op het moment dat de iPhone werd gelanceerd. Toen het besturingssysteem Android op de markt kwam, had het een enorme achterstand op het gebied van apps. Die achterstand is tot op de dag van vandaag niet bijgewerkt. (Trouw, 2012) Toen de App Store in 2008 “open ging”, waren er vijfhonderd apps te downloaden. Nu zijn dat er zo’n 600.000 met meer dan 25 miljard downloads. Google Play heeft 500.000 apps met meer dan 15 miljard downloads. (NRC Handelsblad, 2011 en The Independent, 2012) Zoals in figuur 2.1 in bijlage II op p. 90 te zien is, waren begin 2011 nog veruit de meeste tablet apps van Apple. Het aantal apps in Google Play groeit veel sneller dan het aantal apps in de App Store. (Mediatest, 2011) 2.3.4
App stores
Apple controleert alle apps voordat ze toegelaten worden in de App Store. Elke app moet voldoen aan de richtlijnen die Apple aan een app stelt Het voordeel van die macht is dat alle apps in de App Store van goede kwaliteit zijn. Het nadeel is dat app ontwikkelaars lang moeten wachten of hun apps nog een keer moeten aanpassen voordat deze daadwerkelijk in de App Store worden toegelaten. Google laat in principe alles toe en gaat pas beoordelen na gebruikersklachten. Het voordeel daarvan is dat iedereen gemakkelijk apps in Google Play kan zetten. Maar hierdoor kunnen cybercriminelen makkelijker hun gang gaan en is goede kwaliteit van apps niet gegarandeerd. (Automatiseringgids, 2012 en De Telegraaf, 2011) Naast de specifieke app winkels als de App Store en Google Play zijn er ook onafhankelijke app winkels die voor meerdere apparaten apps ontwikkelen. De grootste is Handango.com met 140.000 apps voor Android, BlackBerry, Palm, Symbian en Windows. Op twee staat Getjar.com met 75.000 apps voor Android. Andere voorbeelden zijn Pocketgear.com, Mobihand.com en App Brain. (Wikipedia, 2012) Apps zijn niet altijd voor smartphones én tablets met hetzelfde besturingssysteem ontwikkeld. Als een app op de iPhone werkt, wil dat niet zeggen dat het automatisch ook op de iPad te installeren is. Er moet dan een speciale HD-versie beschikbaar zijn om de app op vol scherm te kunnen gebruiken. Als er geen HD-versie beschikbaar is, wordt de app op iPhone formaat getoond. In de App Store zijn de iPhone apps
Onderzoek - Tina-app
20
duidelijk van iPad apps gescheiden. In Google Play is dat niet zo duidelijk te zien en moeten gebruikers een beetje gokken. (Trouw, 2012) 2.3.5
Apps installeren
Apps installeren gaat bij Apple en Android hetzelfde. In de App Store heeft iedere gebruiker een account, waar een rekeningnummer of creditcard aan gekoppeld zit. Bij het downloaden of kopen van een app, hoeft de gebruiker alleen op ‘installeer’ te drukken en het wachtwoord van zijn of haar Apple account in te voeren. Eventuele betalingen worden automatisch van de gebruikers rekening afgeschreven. Bij Android werkt dit hetzelfde, alleen daar bevestigen gebruikers met het wachtwoord van hun Gmail account. (Trouw, 2012) 2.3.6
Uniek
Wat uniek is aan iOS 5 zijn iCloud en iMessage. Met iCloud kun je documenten, contacten, foto’s en gegevens heel simpel opslaan op de Apple servers. Daarna zijn ze op alle Apple devices beschikbaar. iMessage is het gratis versturen van berichten, foto’s en filmpjes naar andere Apple gebruikers. Het is een soort WhatsApp (op verschillende besturingssystemen te downloaden), maar dan speciaal voor iPhones, iPods Touch en iPads. Wat uniek is aan Android 4.0 is dat smartphones met gezichtsherkenning kunnen worden ontgrendeld. Ook de Beam functie is uniek. Daar kunnen Android gebruikers bestanden en gegevens mee uitwisselen door hun telefoons tegen elkaar aan te houden. (NRC Handelsblad, 2011 en BN/DeStem, 2011) Daarnaast kan Android Flash-filmpjes afspelen, iets wat Apple niet toestaat. (De Telegraaf, 2012) 2.3.7
Verkoop en inkomsten
Android smartphones zijn de best verkochte telefoons. Ze zijn goedkoper dan iPhones. Android heeft meer dan 52% marktaandeel, tegen 15% marktaandeel van Apple. Dat zegt echter niets over Androids winstgevendheid. Apple blijft tot nu toe de echte grootverdiener. Apple haalt veel meer inkomsten uit apps voor de iPhone en iPad dan Android uit al zijn apps. Dit komt voornamelijk door de gebruikers. Apple gebruikers zijn bereid meer te betalen voor apps dan Android gebruikers. In Nederland zet de App Store elke dag ongeveer €45.000 om. Google Play verdient met zijn apps in Nederland zo’n €6.400 per dag. (NRC Handelsblad, 2011) In 2011 zijn wereldwijd ruim 63 miljoen tablets verkocht. 61% daarvan is een iPad. In Nederland heeft 81% van de tabletbezitters een iPad. Met een marktaandeel van 6% volgt de Samsung Galaxy Tab. (De Gooi- en Eemlander, 2012) De verwachtingen zijn dat Apple, net als bij de smartphones, ook bij tablets in de beginfase domineert, maar daarna niet meer. Geduchte concurrenten op de tabletmarkt zijn Samsung en Asus. Apple heeft met de iPad 60% marktaandeel, maar Samsung en Asus zijn bezig met een inhaalrace. (Nrc Tech, 2012) De Samsung Galaxy Tab zou heel goed met de iPad kunnen concurreren, maar consumenten willen Apple. De iPad is de enige tablet die
Onderzoek - Tina-app
21
echt goede verkoopcijfers heeft. Android tablets komen dichterbij, maar ze kunnen qua gebruiksgemak, bediening en navigatie (nog) niet aan de iPad tippen. (Trouw, 2012 en De Telegraaf, 2011) Toch gaat het aandeel van Android snel omhoog. Paul Vreeburg, baas van BelCompany, denkt dat het Koreaanse Samsung de achterstand snel gaat verkleinen. Hij merkt op (2011): ‘Ze profiteren van hun populaire Galaxy smartphones en het feit dat die allemaal op Google’s besturingssysteem Android draaien’, aldus Vreeburg. (Algemeen Dagblad, 2011) 2.3.8
Techniek
Bij Android apparaten kunnen gebruikers alles naar eigen wens indelen. Daarbij beschikken Android toestellen over widgets, kleine programmaatjes die op het startscherm staan. Er zijn eindeloos veel mogelijkheden en instellingen. Gebruikers kunnen hun smartphone wel helemaal personaliseren, maar het vinden van de juiste instelling kan bij Android lastig zijn. Op iPhones en iPads kunnen gebruikers weinig aanpassen. De indeling van het bureaublad ligt redelijk vast. Er zijn geen widgets op het startscherm. Er is een grote lijst met apps en daar moeten gebruikers het mee doen. De indeling van de apps kunnen gebruikers wel zelf bepalen. Maar in principe werkt elk Apple apparaat precies hetzelfde. Dat verhoogt de kwaliteit en het gebruiksgemak van Apple, terwijl de kwaliteit van apparaten waar Android op draait onderling sterk verschilt. Dat kan voor gebruikers een afweging zijn om voor Android of Apple te kiezen. Volgens Robert Webbe, productspecialist van BelComany, gaat dit in de toekomst nog sterker gelden. Hij denkt dat de techniek van smartphones en tablets steeds belangrijker wordt en dat gebruikers heel bewust gaan kiezen voor de geslotenheid van iOS of de openheid van Android. (Consumentenbond, z.j., De Telegraaf, 2011 en NRC Handelsblad, 2011) 2.3.9
Consumentenbond
Volgens de consumentenbond zijn de Samsung Galaxy Note en Motorola Razr XT910 met een 8 de beste smartphones. De Samsung Galaxy S2, iPhone 4S (16 GB), iPhone 4S (32 GB) en iPhone 4S (64 GB) delen de tweede plek met een 7,9. Daarna volgen met een 7,8 de iPhone 4 (16 GB), HTC Incredible S en Samsung Galaxy Nexus. (Consumentenbond, 2012) 2.4
Sanoma Media
Zoals in figuur 2.2 in bijlage II op p. 90 te zien is, heeft Sanoma Media in 2011 meer dan zestig apps uitgebracht: 35 voor de iPhone, tien voor Android en zestien voor de iPad. Van die gelanceerde apps zijn er in 2011 ongeveer twee miljoen gedownload via smartphones en zo’n 680.000 via tablets. Dat is te zien in figuur 2.3 in bijlage II op p. 91. (Kienhuis, H., 2012)
Onderzoek - Tina-app
2.4.1
22
NU app
Om het verschil tussen Apple en Android bezoekers te laten zien, worden er cijfers van de NU app gebruikt. Bezoekers die via mobile devices de NU app bekijken, bezoeken die voornamelijk via de iPhone (bijna 200 miljoen per maand). Android zit daar vlak achter (bijna 150 miljoen per maand). De iPad en de mobiele site lopen daar ver op achter. Dat is goed te zien in figuur 2.4 in bijlage II op p. 91. Het aantal bezoekers van de NU app via mobile devices groeit met de maand. In figuur 2.5 in bijlage II op p. 92 is te zien dat Android heel erg aan het groeien is. Android is later actief geworden, maar het maakt veel grotere stappen dan Apple. (Kienhuis, H., 2012) 2.4.2
Apps voor kinderen
Sanoma Media heeft verschillende apps voor kinderen ontwikkeld. De apps in deze subparagraaf zijn apps die in de App Store van Apple staan. Fun4Kids Fun4Kids heeft meerdere apps uitgebracht, zoals ‘Fun4Kids woordjes’, ‘Fun4Kids spelletjes’, ‘Fun4Kids tellen en kleuren’ en ‘Fun4Kids memory spel’. De apps zijn gemaakt zodat jonge kinderen spelenderwijs kunnen leren. Het ‘Fun4Kids memory spel’ kost €2,39. De andere Fun4Kids apps kosten €1,59. Ze zijn 5.726, 4.945, 4.915 en 2.951 keer verkocht voor op de iPad. De downloadcijfers van deze apps voor op de iPhone liggen daar net iets onder. (Apple Store, 2012 en Sanoma Media Mobile, 2012) Mieke’s lammetje De app ‘Mieke’s lammetje’ is voor kinderen van twee tot en met zes jaar oud. In de app zitten zes verschillende werelden waar kinderen leren ontdekken, tellen, en muziek maken. Ook leren ze kleuren, dieren, woordjes en patronen herkennen. De app kost €2,39 en is 517 keer gedownload voor op de iPad. (Apple Store, 2012 Sanoma Media Mobile, 2012) Kwaak Wekker De app ‘Kwaak Wekker’ bestaat uit drie onderdelen. Onder het kopje ‘wekker’ kunnen gebruikers de gewenste tijd en een Donald Duck geluid als wekker instellen. Onder het kopje ‘buien’ staan zes emoties met een afbeelding van Donald Duck. Deze zes emoties zijn ook als wekker geluid in te stellen. Tot slot kunnen gebruikers onder het kopje ‘nieuws’ Donald Duck nieuwtjes lezen. (Apple Store, 2012 en Sanoma Media Mobile, 2012) De tuin van Nijntje De app ‘De tuin van Nijntje’ is 22 februari 2012 voor de iPad en 3 april voor de iPhone gelanceerd in de App Store. Het is een app voor jonge kinderen. De app kost voor de iPhone €2,59 en is al 3.215 keer verkocht. De app kost voor de iPad €3,99 en is al 11.636 keer verkocht, maar er komen elke dag downloads bij. Het stond bij de lancering op nummer één in de App store. Er worden nu meer pre-school apps
Onderzoek - Tina-app
23
verkocht dan pre-school boekjes. (Bakel, A. van, 2012 en Sanoma Media Mobile, 2012) Hieruit blijkt dat ouders bereid zijn geld voor een app voor hun kinderen te betalen. Het is interessant om in de fieldresearch verder in te gaan op de prijzen van apps en het bedrag dat de doelgroep maximaal voor een app wil betalen. 2.5
Gebruik
De helft van de mensen in Nederland heeft een smartphone en een kwart van de mensen heeft een tablet. 25% van de smartphone bezitters heeft naast een smartphone ook een tablet. (Kienhuis, H., 2012) 2.5.1
24/7 online
Volgens Herman Kienhuis (2012) is het mobiele gebruik sinds januari 2012 groter dan het gebruik van computers. Het aantal pageviews op Nu.nl via de mobiele telefoon is groter dan het aantal pageviews via de computer. Ook de tablet neemt al een groot deel van de pageviews in. En het gebruik van mobile devices wordt alleen nog maar groter. We gaan naar een wereld waarin de pc een kleine markt bestrijkt en waarin smartphones en tablets de apparaten worden die iedereen gebruikt. Smartphones en tablets zijn altijd binnen handbereik, een pc niet. Je kunt mobile devices op elk tijdstip gebruiken. Gebruikers WhatsAppen in de trein, gebruiken hun smartphone als spiegel tijdens het opmaken en lezen het nieuws tijdens het ontbijt of de lunch. Ze gebruiken hun smartphone of tablet tijdens het sporten, tv kijken en autorijden. Ze gaan er mee naar bed en ze gebruiken het zelfs tijdens het slapen. Smartphone en tablet gebruikers zijn altijd, zeer intensief en de hele dag door bereikbaar. (Kienhuis, H., 2012) 2.5.2
Gebruiksmoment
Zoals in figuur 2.6 in bijlage II op p. 92 te zien is, hebben de smartphone, computer en tablet elk zo hun eigen gebruiksmoment. ’s Ochtends, nog voordat mensen naar hun werk gaan, wordt de smartphone het meest gebruikt. Overdag wint de computer het, omdat bijna iedereen met computers en laptops werkt. ’s Avonds is er een piek te zien bij de iPad. Het is niet gek meer om achter de televisie met je iPad te zitten. (Kienhuis, H., 2012) 2.5.3
Tablets
Een groot deel van de tablet gebruikers heeft een iPad, maar ook andere tabletmerken doen het goed. Dit blijkt uit het onderzoek Trends in Digitale Media van Intomart GfK. De tablet wordt dagelijks gemiddeld door 2,3 mensen per huishouden gebruikt. De meeste gebruikers hebben 20 tot 25 apps op hun tablet. Ze internetten, mailen, maken gebruik van social media, spelen spelletjes en bekijken video’s. YouTube, Uitzending Gemist en NU HD zijn de top drie favoriete apps op de tablet. (Mediaonderzoek, 2011)
Onderzoek - Tina-app
2.5.4
24
Smartphones
Niet alleen de verkoop van tablets groeit, maar ook de verkoop van smartphones groeit gestaag. In december 2011 zijn er bijna 5,5 miljoen mensen in Nederland met een smartphone. Dat is 45% van de internettende bevolking. Ook op de smartphone wordt veel internet, mail en social media gebruikt. Met de smartphone worden meer foto’s gemaakt en wordt er vaker radio geluisterd dan met de tablet. De meeste gebruikers hebben ongeveer vijftien apps op hun smartphone. NU, YouTube en De Telegraaf zijn de top drie favoriete apps op de smartphone. (Mediaonderzoek, 2011) 2.5.5
Doelgroep
Ouders met kinderen van zes tot en met tien jaar laten hun kinderen af en toe (45%) en regelmatig (39%) met hun apparaat spelen. (O4nt.nl, 2012) Daarbij schuiven ouders en oudere broers of zussen hun voorlaatste model regelmatig door naar de jonge kinderen. (Haan, J. de en Pijpers, R., 2010) Naast het gebruik van de smartphones van ouders, neemt ook het aantal smartphones in de doelgroep toe. In 2011 had al 29% van de kinderen tussen de acht en twaalf jaar oud een eigen smartphone. (Oog voor IT-talent, 2011) Meer over het smartphone gebruik van de doelgroep staat in §4.5 op p. 34. 2.6
Conclusie
Het aantal smartphones, tablets en apps groeit nog elke dag. Er zijn verschillende soorten besturingssystemen, maar Apple iOS en Google Android zijn de meest gebruikte. Qua bekendheid, betrouwbaarheid, hoeveelheid apps, kwaliteit, gebruiksgemak en inkomsten wint Apple het van Android. Maar Android is bezig met een inhaalrace. Bij de consumentenbond staat een Android smartphone op de eerste plek. 29% van de doelgroep heeft een eigen smartphone. Kinderen mogen ook gebruik maken van de mobile devices van ouders. De downloadcijfers van apps die door Sanoma Media zijn ontwikkeld, geven aan dat ouders bereid zijn vrij veel geld voor een app voor hun kinderen neer te leggen. In de fieldresearch wordt verder ingegaan op de prijzen van apps en het bedrag dat de doelgroep maximaal voor een app wil betalen.
Onderzoek - Tina-app
3.
25
Interne analyse
Tina is een merk binnen de uitgever Sanoma Media. Elke week een tijdschrift maken is niet het enige wat Tina doet. Dit hoofdstuk geeft antwoord op de vragen waar Tina precies voor staat, wat voor producten en diensten het merk nog meer te bieden heeft en wat Tina’s doelstellingen zijn. 3.1
Sanoma Media
Sanoma Media is Nederlands grootste mediabedrijf in publiekstijdschriften. Maar ook met customer media, televisiezenders, events, websites, mobiele sites en apps heeft Sanoma Media het grootste bereik. Sanoma Media Netherlands B.V. valt onder Sanoma B.V., onderdeel van Sanoma Group. Sanoma Group is een mediagroep in Europa, actief in twintig verschillende landen. (Tina brand experience, 2011) Tina is – samen met veel andere tijdschriften – gevestigd in Hoofddorp. Sanoma Media heeft meer dan 100 A-merken, zoals Autoweek, Donald Duck, Flow, Libelle, Margriet, Delicious, Viva, Nu.nl, Vrouwonline.nl en Startpagina.nl. Er werken meer dan 1600 mensen bij de uitgever. Op 29 juli 2011 heeft Sanoma Media de televisiezender SBS gekocht, samen met Talpa. Sanoma Media bezit 67%, Talpa is voor 33% eigenaar. (Tina brand experience, 2011) 3.2
Tina
Tina is het betrouwbare meisjestijdschrift en het heeft als doel om een combinatie van entertainment (strips) en informatie (redactioneel) aan haar lezeressen te bieden. Het is spannend en hip. Tina draagt altijd bij aan een positief zelfbeeld van de doelgroep. (Tina brand experience, 2011) 3.2.1
Ontwikkeling van Tina
De eerste Tina kwam uit op 10 juni 1967. Toen heette Sanoma Media nog VNU Tijdschriften. Deze eerste editie was een kopie van de Engelse Tina. Het enige verschil tussen de twee tijdschriften was dat de Nederlandse Tina in kleur was en de Engelse Tina zwart-wit was. De eerste Tina’s waren helemaal gevuld met strips, maar vanaf 1983 zitten er ook redactionele pagina’s in Tina. De strips veranderden door de jaren heen. Ze werden in de eerste jaren aangekocht vanuit het buitenland, maar langzamerhand kwamen er strips die speciaal voor de Nederlandse Tina werden gemaakt. Bijvoorbeeld: Noortje, Nick & Simon en Suus & Sas. Zo wordt de strip Noortje al vanaf 1975 gepubliceerd. Nog steeds is de strip in Tina te lezen. De cover werd eerst getekend door de Spaanse Purita Campos. Dit deed ze tot 1983, waarna de cover veranderde. Er stond vanaf toen elke week een foto van een lezeres
Onderzoek - Tina-app
26
op de cover. En sinds 2009 staat er een beroemde ster op de cover. (Tina brand experience, 2011) 3.2.2
Tina nu
Tina is een vrolijk tijdschrift voor meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud (kerndoelgroep: acht tot en met elf jaar oud). De inhoud van het tijdschrift bestaat uit strips, quizzen, lijstjes, interviews, tips, lezersmail, een shoppagina, een horoscoop, bizz (sterrennieuws) en posters. De cover is altijd opvallend en vrolijk door afbeeldingen, achtergronden en de kleurrijke foto’s van nationale en internationale sterren. Het tijdschrift heeft wegens haar lange bestaan een grote naamsbekendheid. (Sanoma, 2012) Tina lezeressen zijn leuke, gewone, spontane, vrolijke en nieuwsgierige meisjes. De gemiddelde leeftijd van Tina lezeressen is 12,1 jaar. De gemiddelde leeftijd van de abonnees is de afgelopen jaren met gemiddeld 0,1 jaar per jaar gedaald. Van 12,6 jaar in 2007 naar 12,1 jaar in 2011. Dat komt door de restyling van Tina in 2008. Tina richt zich vanaf nummer 42 in 2008 op jongere meisjes. Sindsdien stijgt het aantal abonnees heel hard. Bij editie 46 in 2008 is het aantal abonnees 21.826, bij editie 46 in 2010 is dat 29.010 en bij editie 30 in 2011 is het aantal abonnees 32.544. De losse verkoop schommelt tussen de 5.000 en 7.000 per week. Tina heeft een oplage van 45.000 per week. (Sanoma, 2012). 3.3
Producten en diensten
Tina heeft naast het tijdschrift Tina nog meer producten en een aantal diensten voor de doelgroep. 3.3.1
Producten
Tina Specials Tina Specials lijken op gewone Tina’s, maar ze zijn dikker. De voor- en achterkant zijn van dik papier en het binnenwerk is ook van dikker papier dan het weekblad. Een Tina Special is naar aanleiding van een thema en kost meer dan het weekblad. Voorbeelden van Tina Specials: Nick & Simon-special, Justin Bieber-special, Suus & Sas-special en De liefste special. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Tina albums Tina albums lijken op gewone Tina’s, maar zijn dikker. De voor- en achterkant zijn van dik papier en het binnenwerk is ook van dikker papier dan het weekblad. Een Tina album is naar aanleiding van een terugkerend thema en kost meer dan het weekblad. Voorbeelden van Tina albums: Tina Winterboek en het Tina Vakantieboek. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Tina pockets De Tina pockets zijn de zogenoemde Tina Toppers. Dat zijn pockets voor jonge
Onderzoek - Tina-app
27
meisjes met een verhaal, dus zonder strips. Er zijn al heel veel Tina Toppers door verschillende auteurs uitgebracht. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Tina premiums Premiums zijn producten die speciaal voor en door Tina gemaakt worden en via de online shop (abonnement.tina.nl) te koop zijn. Bijvoorbeeld: verzamelbanden. Hier kunnen lezeressen hun Tina’s in bewaren. (Tina operationeel marketingplan, 2011) 3.3.2
Diensten
Tina-dag De Tina-dag is een evenement in Duinrell voor meisjes van zes tot en met twaalf jaar oud (kerndoelgroep: acht tot en met elf jaar oud). Er komen echter ook meiden van dertien, veertien en vijftien op af. Van 1991 tot en met 1998 vond de Tina-dag plaats in Walibi-Flevo. Sinds 1999 vindt het evenement plaats in attractiepark Duinrell in Wassenaar. Op dit moment is het event Tina-dag uniek in deze doelgroep. Het basisproduct is het bieden van entertainment. De uitstraling en sfeer van de Tina-dag sluiten aan bij de stijl van het tijdschrift Tina: vriendelijk, gezellig, overzichtelijk, hip, vrolijk en avontuurlijk. De focus ligt op shoppen, cadeautjes krijgen, idolen ontmoeten en lol hebben in attracties. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Er zijn op de Tina-dag verschillende activiteiten, zoals: de Show & Swing: een groot buitenpodium, met artiesten en optredens. Bijvoorbeeld: Nick & Simon, Ralf Mackenbach, Monique Smit en Shary-An; de Tina Boekenmarkt: een plek waar meisjes met uitgeverijen, schrijvers en striptekenaars in contact kunnen komen; het Tina Plein: een plek voor deelnemers (sponsoren). Deelnemers betalen en krijgen daarvoor een tent. Op deze plek kunnen ze hun eigen activiteit of workshop organiseren. Bijvoorbeeld: Vogue Girl, Hema, Intertoys en Free Record Shop. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Tina-dag 2011 is voor het eerst in de geschiedenis uitverkocht. Een week voordat de Tina-dag plaatsvond, waren er ruim 12.000 kaarten verkocht. De bezoekers brengen gemiddeld 6,9 uur door op de Tina-dag. De gemiddelde besteding is €18,53. De gemiddelde leeftijd van de Tina-dag bezoekers is twaalf jaar. De meeste meisjes komen met hun vriendinnen, anderen komen met hun moeder en zusje(s). Maar 46% van de bezoekers is abonnee van Tina. 80% van de bezoekers heeft voorafgaand aan de Tinadag de website Tinadag.nl bezocht. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Tina.nl Sinds 1999 heeft Tina een website: Tina.nl. Deze is door de jaren heen veel veranderd, mede door nieuwe mogelijkheden en technologieën. Nu is de website bedoeld om verder te gaan waar het tijdschrift stopt. Op de website staan video’s, spelletjes, fanpagina’s, oproepjes, knutsels en recepten, blunders, wallpapers, quizzen, e-cards, elke week een extra strip en informatie over de Tina van de week. (Tina brand experience, 2011)
Onderzoek - Tina-app
28
De website wordt elke week geüpdatet met nieuwe quizjes, recepten, video’s enzovoorts. Elke vrijdag, als er een nieuwe Tina in de winkel ligt, krijgt de website een kleine make-over. Alle info over de Tina van de week, de achtergrond en kleuren veranderen. Er wordt een nieuwe Mazzelmeid (abonnee) van de week gekozen, er is een nieuwe aanbieding voor het nemen van een Tina abonnement, er worden actiepagina’s gemaakt (zoals Tina.nl/mode), er zijn nieuwe dingen te winnen en alle linkjes en verwijzingen die in Tina staan worden doorgevoerd, bijvoorbeeld: Tina.nl/bizz. (Tina.nl, 2012) De website heeft ongeveer 36.000 unieke bezoekers (55.000 totaal aantal bezoekers) per maand. Zij blijven gemiddeld bijna zes minuten op de website en bezoeken gemiddeld 6,64 pagina’s. Er worden per maand 365.000 pagina’s bekeken. Het bouncepercentage is 34%. Dat betekent dat 34% van alle bezoekers de website op de landingspagina ook weer verlaat. In figuur 3.1 is goed te zien dat er elke vrijdag een piek is in het aantal bezoekers op Tina.nl. Op vrijdag krijgen abonnees hun nieuwe Tina en wordt de Tina nieuwsbrief verstuurd. Voorheen werd de nieuwsbrief maandelijks verstuurd, maar sinds 10 februari 2012 is dat wekelijks. Sindsdien zijn deze pieken van bezoekers elke vrijdag te zien. (Google Analytics, 2012)
Figuur 3.1: Bezoekers Tina.nl. (Google Analytics, 2012) Tina Twitter Op Twitter is Tina actief onder de naam @TijdschriftTina. Tina plaatst daar dagelijks filmpjes, weetjes, sterrennieuws, info over de Tina-dag en linkjes naar Tina.nl op. Daarbij biedt het de kans om snel op lezeressen te reageren. @TijdschriftTina heeft ongeveer 1.700 volgers. Dit aantal groeit met tientallen nieuwe volgers per maand. (Twitter, 2012) Tina Hyves Op de netwerksite Hyves is Tina actief onder de naam ‘Tinahyve’. Tina plaatst daar filmpjes, verwijzingen naar Tina.nl, nieuwtjes, info over de Tina-dag en blogs over de Tina van de week op. Daarbij worden er pollen op gezet, is er een forum waar Tina lezeressen met elkaar kunnen kletsen en biedt het de kans snel op lezeressen te reageren door middel van zogeheten “krabbels” en privéberichten. De Tinahyve heeft ruim 24.500 leden. (Hyves, 2012) Tina Facebook Tina is sinds 2012 ook actief op Facebook onder de naam ‘Tijdschrift Tina’. Tina
Onderzoek - Tina-app
29
plaatst daar acties, info over de Tina-dag en info over de Tina van de week op. De Facebook heeft 62 “likes”. (Facebook, 2012) Tina YouTube Op YouTube is Tina actief onder de naam ‘Tijdschrift Tina’. Tina plaatst daar filmpjes op die door de redactie zelf worden gefilmd en gemonteerd. Bijvoorbeeld: kijkjes achter de schermen bij films, kijkjes achter de schermen bij fotoshoots, berichtjes van beroemde sterren en reclames. De filmpjes worden tevens op Tina.nl en de Tinahyve gepubliceerd. (YouTube, 2012) Nieuwsbrief De Tina Nieuwsbrief wordt elke vrijdag verstuurd. Hierin staan nieuwtjes, weetjes, en linkjes naar Tina.nl. De nieuwsbrief heeft 34.000 leden. (Sanoma, 2012) Inkomsten Tina verdient geen geld met de website of de social media, maar wel met het tijdschrift (vooral de abonnees), de andere Tinaproducten en de Tina-dag. 3.4
Conclusie
Tina is een titel van Sanoma Media. Het is een vrolijk tijdschrift voor meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud. Het heeft als doel om een combinatie van entertainment (strips) en informatie (redactioneel) aan haar lezeressen te bieden. De inhoud van het tijdschrift bestaat uit strips, quizzen, lijstjes, interviews, tips, lezersmail, een shoppagina, een horoscoop, bizz en posters. Naast het tijdschrift maakt Tina ook specials, albums, pockets, en premiums. Qua diensten heeft Tina ook veel te bieden, namelijk de jaarlijkse Tina-dag, de website Tina.nl, de nieuwsbrief en de social media Twitter, Hyves, Facebook en YouTube.
Onderzoek - Tina-app
30
Onderzoek - Tina-app
4.
31
Doelgroepanalyse
De doelgroep van Tina bestaat uit meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud. Dit hoofdstuk geeft antwoord op de vragen wat de interesses van de doelgroep zijn, wat de doelgroep op internet doet, hoeveel gebruik de doelgroep en ouders van mobile devices maken en welke apps de doelgroep het leukst vindt. 4.1
Omvang
De omvang van de doelgroep is stabiel. Op 1 september 2011 telt de Nederlandse bevolking 16,7 miljoen inwoners, waarvan 1.408.000 kinderen en waarvan 590.263 meisjes in de leeftijd van zeven tot en met twaalf jaar. Deze groep is als volgt verdeeld: 7 jaar: 94.753; 8 jaar: 97.757; 9 jaar: 98.252; 10 jaar: 99.360; 11 jaar: 101.389; 12 jaar: 98.752. (Tina operationeel marketingplan, 2011 en CBS Statline, 2012) 4.2
Interesses
Onderzoeksbureau Qrius onderzocht de interesses en het mediagebruik van 2.689 kinderen tussen de zes en negentien jaar oud. Na het onderzoek kon Qrius de data in leeftijden en sekse opsplitsen. Daarom gaat deze paragraaf alleen over meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud. (Tina brand experience, 2011) 4.2.1
Activiteiten in vrije tijd
Bijna alle meisjes zien of spreken hun beste vriendin eens per week. De doelgroep speelt graag buiten. Vier op de tien meisjes doet dat elke dag. De doelgroep winkelt niet veel. Meisjes winkelen alleen als ze iets in gedachte hebben om te kopen. De doelgroep vindt het leuk om te koken of te bakken. Bijna de helft van de meisjes doet dat wel eens. Daarnaast houden ze van tekenen en schilderen. 62% van de doelgroep sport. De meest populaire sporten zijn gymnastiek, paardrijden, voetbal en tennis. De doelgroep bezoekt graag pretparken. Bijna de helft doet dat af en toe. (Tina brand experience, 2011) 4.2.2
Media
Televisie Maar 4% van de meisjes kijkt nooit tv. 76% kijkt elke dag tv. Nickelodeon is veruit de populairste tv-zender, gevolgd door Jetix en Z@PP. De doelgroep vindt het fijn om thuis een film te kijken. 51% doet dit minimaal één keer per week. 43% van de doelgroep gaat weleens naar de bioscoop en 12% gaat wel eens naar het theater. (Tina brand experience, 2011)
Onderzoek - Tina-app
32
Online 96% van de doelgroep gebruikt internet. Meer dan de helft internet elke dag. De doelgroep bezoekt vooral de websites Spele.nl, Spelletjes.nl, Hyves.nl , Google.nl, YouTube.com, Spelen.nl en Nickelodeon.nl. Meisjes spelen voornamelijk spelletjes op internet, maar ze chatten ook met vriendinnen en ze checken hun e-mail. Er zijn weinig meisjes die muziek en films downloaden of online producten bestellen. (Tina brand experience, 2011) Tijdschriften en boeken De doelgroep leest veel. Drie kwart van de meisjes leest (strip)boeken en 58% doet dit bijna elke dag. Meisjes lezen ook graag tijdschriften. 68% doet dat eens per week of meer en maar 8% doet dat nooit. Naast Tina zijn Donald Duck (17%), Nickelodeon Magazine (7%), Meiden Magazine (7%) en Girlz (7%) populaire tijdschriften. (Tina brand experience, 2011) Onderwerpen waar de doelgroep graag over leest, zijn: hobby’s (zoals paardrijden en dansen), jongens, verliefd zijn, mode, beroemd zijn en vakantie. Meisjes willen humor en avontuur. Ze dromen en fantaseren graag over dingen zoals beroemd zijn. Ze zoeken meestal naar antwoorden over ouder worden en beroemde sterren. Bij het lezen van een tijdschrift wil de doelgroep: identificeren: meisjes willen zichzelf kunnen identificeren met het blad; ontwikkelen: meisjes willen er iets van leren, bijvoorbeeld: wat zijn de laatste modetrends?; aspireren: meisjes willen ergens naar uitkijken, ze willen weten hoe het voelt om beroemd te zijn, hoe het is om te zoenen en hoe het is om naar de middelbare school gaan; ontsnappen: meisjes willen de werkelijkheid even loslaten en plezier maken. (Tina brand experience, 2011) Ze zoeken niet direct naar identificatie, ontwikkeling, aspiratie en ontsnapping, maar meer indirect tijdens het lezen van tijdschriften. En ook tijdens het kijken van televisieprogramma’s en andere dingen die zij in hun vrije tijd doen. (Tina brand experience, 2011) Tina Uit het onderzoek ‘Nieuwe positionering Tina’ waarin werd onderzocht hoe Tina nog mooier en leuker gemaakt kon worden, blijkt dat meisjes erg van roze en rood houden. Uit dit onderzoek blijkt ook dat de doelgroep van Tina vrijwel geen Engels kan en het ook niet gebruikt. (Tina brand experience, 2011) Uit panelgesprekken die door M.T. Reijngoud in mei 2011 zijn gedaan, blijkt dat meisjes bij Tina aan gezellig, roze, rood, vrolijk, leuke kleuren, strips, bekende mensen, leuke puzzels en populair denken. Ze houden van de strips, de beroemde sterren, de informatie, de posters en de kleuren in Tina. De meeste meisjes kennen de website Tina.nl. Ze zijn zeer enthousiast over de website en vinden het leuk dat ze op de website dingen kunnen zien die ze in het tijdschrift niet kunnen zien, zoals video’s.
Onderzoek - Tina-app
33
Meer dan de helft van de meisjes gebruikt het tijdschrift in combinatie met de website. (Tina brand experience, 2011) Het is interessant om in de fieldresearch verder in te gaan op de kleuren en onderwerpen die de doelgroep geschikt vindt voor een Tina-app. 4.3
Internetgebruik
Meisjes van zeven tot en met twaalf jaar verschillen onderling. Ze ontwikkelen zich in deze jaren van kind tot tiener. Bij die ontwikkelingen hoort ook een ander internetgebruik. (Mijn Kind Online, 2010) 4.3.1
Tina.nl
In figuur 4.1 in bijlage III op p. 93 is te zien dat de doelgroep de homepage, de games, de quizzen en de winacties het leukst vindt op Tina.nl. 6% van de bezoekers van Tina.nl gebruikt zoekwoorden om dingen op de website op te zoeken. In figuur 4.2 in bijlage III op p. 93 is te zien dat voornamelijk filmpjes en spelletjes op de website gezocht worden. 4.3.2
Social media
Bijna de hele doelgroep is actief op één of meer social media. (UPC Nederland, 2011) Hyves, Facebook en Twitter zijn de populairste social media onder kinderen. In figuur 4.3 in bijlage III op p. 94 is te zien hoe deze social media over de doelgroep zijn verdeeld: Van de achtjarigen heeft meer dan de helft een profiel op Hyves, bij de twaalfjarigen is dat 85%. Facebook laat officieel geen kinderen jonger dan dertien jaar toe, maar ze zitten er wel. Van de twaalfjarigen heeft 34% een profiel en van de negenjarigen heeft 11% een profiel op Facebook. Van de kinderen van twaalf jaar zit 30% op Twitter. 14% van de elfjarigen en 3% van de negen- en tienjarigen Twittert. (Mijn Kind Online, 2012) In figuur 4.4 in bijlage III op p. 94 is te zien dat kinderen gemiddeld vier updates per week op Hyves, zeven op Facebook en veertig op Twitter plaatsen. Oudere meisjes updaten het meest. Zoals in figuur 4.5 in bijlage III op p. 95 is te zien, worden Hyves profielen vooral via de computer bijgewerkt. Dat kan om foto’s, filmpjes, krabbels, zogenoemde “respects” en status updates gaan. Facebook updates worden zowel via de computer als via de mobiele telefoon gedaan. Tweets worden het meest via de mobiele telefoon het net ingestuurd. (Mijn Kind Online, 2012) 4.3.3
Mediawijsheid
Jonge kinderen snappen soms niet dat alle informatie die ze online zetten, door in principe iedereen op de hele wereld gezien kan worden. Het is de taak van ouders en
Onderzoek - Tina-app
34
leraren om ze daar goed mee om te laten gaan. Er zijn zowel voor- als nadelen aan de nieuwe media. Kinderen kunnen infobesitas krijgen. Ze raken dan verslaafd aan informatie op internet en willen continue online zijn. Schoolprestaties en vriendschappen kunnen daaronder leiden. Toch stimuleren scholen kinderen om het internet op te gaan. Het draagt bij aan hun sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling. Daarbij krijgen kinderen meer zelfvertrouwen. Ook ouders vinden het prima dat hun (jonge) kinderen internetten, zolang het niet ten koste gaat van de schoolprestaties. Ze denken dat het goed is voor de algemene ontwikkeling. (Dutch Cowboys, 2009 en Haan, J. de en Pijpers, R., 2010) 4.4
Platform gebruik
In figuur 4.6 in bijlage III op p. 95 is te zien dat bezoekers van Tina.nl voornamelijk via Internet Explorer, Google Chrome, Safari en Firefox naar Tina.nl komen. Drie kwart van deze groep gebruikt een Windows computer. Daarna volgen Macintosch (Apple), de iPad (Apple) en de iPod (Apple). Dat blijkt uit figuur 4.7 in bijlage III op p. 95. Van het deel dat Tina.nl met een smartphone of tablet bezoekt, doet bijna de helft (49,5%) dat met de iPad. 19,6% bezoekt de website met een iPod Touch en 9,2% met een iPhone. Dat blijkt uit figuur 4.8 in bijlage III op p. 96. (Google Analytics, 2012) 4.5
Smartphone gebruik
Van de huishoudens met kinderen en met een internetaansluiting heeft 64% een mobiele telefoon met internet. (CBS Statline, 2012) 4.5.1
Gebruik smartphones neemt toe
Internetten via smartphones neemt in een rap tempo toe, ook onder jongeren. Zij vinden het leuk om via de telefoon op Hyves te gaan, om foto’s te maken en om te MSN’en. Jongeren willen altijd en overal met elkaar in contact staan. Vandaar dat ze ook de ‘gratis sms’-apps Ping en WhatsApp gebruiken. (Mijn Kind Online, 2010) Volgens prof. dr. Peter Nikken van het Nederlands Jeugdinstituut kregen kinderen twee jaar geleden een mobieltje of smartphone als ze twaalf werden. Anno 2012 krijgen kinderen tussen hun achtste en hun tiende al hun eerste mobieltje of smartphone. (Wewooz, z.j.) Uit een onderzoek van onderzoeksbureau Qrius blijkt dat het aantal smartphones aan het groeien is. Het gebruik van smartphones onder kinderen tussen de acht en twaalf jaar is van 0% in 2009 naar 29% in 2011 gestegen. Het blijkt dat 14% van de achtjarigen en 68% van de elfjarigen een mobiele telefoon heeft. Hieruit valt te concluderen dat ouders de bereikbaarheid van hun kinderen synchroon laten lopen met de zelfstandigheid van hun kinderen. (Het Parool, 2011 en Oog voor IT-talent, 2011)
Onderzoek - Tina-app
35
Kinderen zijn ook bezig met het volgen van de nieuwste modellen. Ongeveer 20% van de kinderen wil de nieuwste telefoon hebben. Als ouders en oudere broers of zussen een nieuw model kopen, schuiven ze hun voorlaatste model door naar de jonge kinderen. Kinderen vinden een mobiele telefoon leuk omdat ze zich er “groter” door voelen. Ze willen immers graag bij de grote mensen horen. Wat ook meespeelt, is de privacy die ze met hun mobiele telefoon hebben. Op hun eigen slaapkamer contact hebben met vriendinnen vinden ze bijvoorbeeld fijn. Kinderen mogen ook regelmatig de telefoon van hun ouders gebruiken. 41% van de kinderen met een eigen telefoon doet dat en 68% van de kinderen zonder eigen telefoon gebruikt de telefoon van de ouders. (Oog voor IT-talent, 2011 en Haan, J. de en Pijpers, R., 2010) Het is interessant om in de fieldresearch verder in te gaan op het smartphone en tablet gebruik van de doelgroep met de mobiele apparaten van de ouders. In een onderzoek van het Jeugdjournaal naar kinderen van negen tot en met veertien jaar oud en mobiele telefoons zijn dit de belangrijkste resultaten: 75% heeft een mobiele telefoon. Daarvan heeft 45% een smartphone, 55% heeft een telefoon waar je alleen mee kunt bellen en sms’en. 69% heeft een prepaid telefoon, 18% een abonnement zonder internet en 13% een abonnement met internet. 58% van de ouders betaalt de maandelijkse kosten voor de mobieltjes van hun kinderen, 17% moet het zelf betalen, 16% deelt de kosten en 9% doet het op een andere manier. Op de vraag wat ze met hun telefoon doen, wordt sms’en het meest genoemd. Op de tweede plek staat bellen en op de derde plek staat foto’s en filmpjes maken. Muziek luisteren en spelletjes spelen completeren de top vijf. 57% vindt het niet belangrijk om een nieuwe mobiele telefoon te hebben, 43% vindt van wel. 42% zegt niet zonder zijn of haar telefoon te kunnen, 46% legt het mobieltje altijd naast zijn of haar bed en 36% zet zijn of haar mobieltje nooit uit. (Jeugdjournaal, 2011) 4.5.2
Soort telefoon
54% van de acht- tot achttienjarigen heeft een smartphone. De jongere kinderen hebben in dit geval meestal een gewone mobiele telefoon en de oudere kinderen een smartphone. Het omslagpunt ligt rond twaalf jaar. Dat is goed te zien in figuur 4.9 in bijlage III op p. 96. (Mijn Kind Online, 2012) Van de jongeren van acht tot achttien jaar heeft 38% een Samsung, 19% een BlackBerry, 15% een Nokia, 7% een LG, 6% een HTC en 5% een iPhone. Nokia is vooral populair bij jongere kinderen. Samsung is vooral populair bij meisjes. Bijna twee derde van de jongeren geeft aan internet op zijn of haar mobiele telefoon te hebben. Jonge kinderen hebben minder vaak internet op hun mobiele telefoon dan oudere kinderen. Het omslagpunt ligt rond elf jaar. Dat is goed te zien in figuur 4.10 in bijlage III op p. 96. (Mijn Kind Online, 2012)
Onderzoek - Tina-app
36
Van de jongeren met een mobiele telefoon heeft 36% nog een ander mobiel apparaat waarmee ze kunnen internetten (zoals een iPod Touch of een iPad). Van de jongeren zonder mobiele telefoon heeft 17% een ander mobiel apparaat met internet. (Mijn Kind Online, 2012) Het is interessant om in de fieldresearch dieper in te gaan op welke smartphones, tablets en ander mobiele apparaten de doelgroep en ouders hebben. 4.5.3
Kosten
Het grootste deel van de ouders (62%) betaalt de mobiele telefoon(s) van hun kind(eren). Eén op de tien kinderen deelt de kosten en bijna een kwart betaalt hun telefoon zelf. 6% komt op een andere manier aan hun telefoon, bijvoorbeeld gekregen van opa en oma, van Sinterklaas of van een oudere broer of zus. De abonnementskosten worden ook voornamelijk door de ouders betaald (67%). Een vijfde van de kinderen betaalt alles zelf en 13% deelt de gebruikskosten. (Mijn Kind Online, 2012) Een klein deel van de acht- tot twaalfjarigen geeft meer dan €10 per maand uit aan zijn mobiele telefoon. Maar 8% geeft aan wel eens te betalen voor een app. 6% betaalt om te stemmen, bijvoorbeeld tijdens X Factor of The Voice Of Holland. 4% bestelt ringtones of wallpapers. 3% betaalt voor iets in een virtuele wereld, bijvoorbeeld voor Habbo Hotel of GoSupermodel. 3% koopt liedjes via zijn mobiel. Het grootste deel (84%) geeft geen extra geld uit aan hun mobiele telefoon. (Mijn Kind Online, 2012) 4.5.4
Bezigheden op mobiele telefoon
Naast bellen, sms’en, WhatsAppen en Pingen doen kinderen meer met hun mobiele telefoons. Ze spelen er graag spelletjes op. Meer dan de helft doet dat wel eens. 18% van de kinderen tussen de acht en twaalf jaar surft rond op internet en 8% leest het nieuws via de mobiele telefoon, zo is in figuur 4.11 in bijlage III op p. 97 te zien. In 2009 waren Nederlanders gemiddeld 2,9 uur per week bezig met gamen. In 2011 is dat 4,5 uur per week. Dat blijkt uit onderzoek van marktonderzoekbureau Newzoo, dat hun uitkomsten heeft verzameld in het Nationaal Gaming Onderzoek 2011. De enorme stijging is volgens de onderzoekers te danken aan de smartphones, tablets en social media als Hyves en Facebook. Een kwart van alle speeltijd wordt op één van die platforms gespeeld. (iBianca, 2011) Meer dan 60% van de tienjarigen maakt foto’s met zijn of haar telefoon. Filmpjes maken doet meer dan 30% van de tienjarigen. Meisjes maken meer foto’s en filmpjes dan jongens. Muziek luisteren en video’s bekijken via de telefoon doen jonge kinderen heel weinig. Dat is goed te zien in figuur 4.12 in bijlage III op p. 97. Kinderen van acht tot achttien jaar gebruiken de apps WhatsApp, Twitter, Angry Brids (spel), Facebook, Hyves, Wordfeud (spel) en Ping het meest. (Mijn Kind Online, 2012) In de
Onderzoek - Tina-app
37
fieldresearch wordt onderzocht welke apps de doelgroep het meest gebruikt. 4.6
Ouders
Ouders zeggen op de hoogte te zijn van wat hun kinderen op internet doen. Ze zijn bewust bezig hun kinderen mediawijs te maken. Ouders geven zichzelf dan ook een ruime 7 wat betreft internetkennis en computeren in het algemeen. Ouders van kinderen tussen de twee en twaalf jaar oud vinden het belangrijk dat ze vroeg beginnen met internetten. Ze denken dat het meer bijdraagt aan de ontwikkeling dan dat er risico’s aan verbonden zijn. Een derde van de ouders is zelfs bang dat hun kind achterop raakt als hij of zij niet vroeg genoeg begint met internetten. (Mijn Kind Online, 2010) Ouders weten daarentegen niet altijd wat hun kinderen op de smartphone doen. Over het algemeen spreken ouders met hun kinderen af wat ze wel en niet op hun telefoon mogen doen, maar alles in de gaten te houden, lukt niet. (New Kids on the Web, z.j.) Remco Pijpers, directeur van Mijn Kind Online, zegt hierover: Door het mobiele internet is het voor ouders echter juist lastiger geworden toezicht te houden op wat hun kinderen zien en doen op hun telefoon. Terwijl het wel heel belangrijk is kinderen te leren bewust en veilig met hun mobiel te laten omgaan. (Veilig gamen, 2012) Gemiddeld gaat een kind online als het nog geen vier jaar oud is. (NRC Handelsblad, 2011) Volgens onderzoeker Michael Levine, directeur het Joan Ganz Coony Center, worden kinderen intelligenter en socialer van internetten. Hij vindt het verstandig dat kinderen vanaf drie jaar dagelijks met een iPhone, iPad of ander mobiel apparaat in aanraking komen, zowel thuis als op school. Er moet wel goede begeleiding zijn. Het Joan Ganz Coony Center ziet hele positieve ontwikkelingen als kinderen een uurtje per dag met een smartphone of tablet spelen. Hun intelligentieniveau stijgt. (De Telegraaf, 2011) Een gezin heeft gemiddeld 3,7 apparaten, bijvoorbeeld: laptops, computers, smartphones, tablets en spelcomputers. Kinderen houden van smartphones en tablets met touchscreens. Dit komt omdat ze gebruiksvriendelijk zijn en gemakkelijk te bedienen zijn. Er zijn dan ook al ongelooflijk veel apps te downloaden voor baby’s en kleine kinderen. (NRC Handelsblad, 2011) Degene die een iPad aanschaft is in meer dan de helft van de gevallen niet de enige gebruiker van de iPad in dat huishouden. De partner en voor een derde de kinderen mogen ook van de iPad gebruik maken. De iPad wordt het meest thuis gebruikt. Ook tijdens vakanties en reizen is de tablet populair. Meer dan 90% van de mensen met een iPad gebruikt de tablet meerdere keren per dag. Door de iPad worden andere apparaten, zoals de laptop, computer en de mobiele telefoon, minder gebruikt. Op werkplekken is de computer nog wel het meest gebruikte apparaat. (Sanoma, 2011) 4.7
Conclusie
Meisjes van zeven tot en met twaalf jaar oud – de doelgroep van Tina – verschillen onderling, maar het gebruik van mobile devices neemt in de gehele doelgroep in rap
Onderzoek - Tina-app
38
tempo toe. 29% van de doelgroep heeft een smartphone. Meer dan twee derde van de kinderen zonder smartphone mag de smartphone van hun ouders gebruiken. Als ouders en oudere broers of zussen een nieuw model kopen, schuiven ze hun voorlaatste model door naar de jonge kinderen. Ouders zijn bewust bezig hun kinderen mediawijs te maken. Kinderen van acht tot achttien jaar oud gebruiken de apps WhatsApp, Twitter, Angry Birds, Facebook, Hyves, Wordfeud en Ping het meest. In de fieldresearch wordt onderzocht welke apps de doelgroep het meest gebruikt. Op Tina.nl bezoekt de doelgroep het liefst de homepage, de games, de quizzen en de winacties. Van het deel dat Tina.nl met een smartphone of tablet bezoekt, doet bijna de helft dat met de iPad. De doelgroep is actief op de social media Hyves, Facebook en Twitter. Bij Tina denkt de doelgroep aan roze, rood, vrolijk, leuke kleuren en gezellig. In de fieldresearch wordt verder ingegaan op de kleuren en onderwerpen die de doelgroep geschikt vindt voor een Tina-app. Daarbij wordt er onderzocht over welke mobile devices de doelgroep en ouders beschikken en hoeveel gebruik de doelgroep van de mobile devices van ouders maakt.
Onderzoek - Tina-app
5.
39
Externe analyse
Er zijn meer tijdschriften, websites en producten die zich op dezelfde doelgroep als die van Tina richten: de concurrenten. Dit hoofdstuk geeft antwoord op de vragen wie die concurrenten zijn, wat de concurrenten doen, of de concurrenten apps hebben ontwikkeld en wat er goed of fout is aan die apps. 5.1
Concurrenten
Het tijdschrift Tina onderscheid zichzelf door de strips die erin staan. Die kunnen en mogen niet door de concurrent worden gemaakt of uitgegeven. Waar onderscheiden de concurrenten zich in? 5.1.1
Print en apps
Het tijdschrift Tina is met 40% marktaandeel marktleider in het segment meisjes zes tot en met twaalf jaar oud. De losse verkoopoplage stijgt in 2011 met 33% en de abonneeoplage met 15%. Tina heeft een oplage van 55.000 per week waarvan ruim 32.000 abonnees. In tabel 5.1 is te zien dat Tina de meeste abonnees heeft. Qua leeftijd zijn de directe concurrenten Penny en Penny Plus. Hun oplage is echter een stuk lager. Qua oplage is Girlz een geduchte concurrent. Girlz valt qua leeftijd alleen niet helemaal in de doelgroep zes tot en met twaalf jaar. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Tabel 5.1: Tina concurrenten printmedia (Tina operationeel marketingplan, 2011) Concurrentie tijdschriften Gemiddelde Totaal betaalde meisjes zes tot en met twaalf leeftijd doelgroep abonnee-oplage Q2 jaar 2011 Katrien (HOI) 10 2.784 Penny (IRI/HOI) 9 20.021 Penny Plus (IRI/HOI) 9 19.977 Meiden Magazine, Jetix (HOI) Tina (HOI) Hoe overleef ik (HOI) Hitkrant (HOI) Girlz (HOI) TOTALE SEGMENT
12 9 12 14 14
17.441 31.751 10.375 19.584 29.616 151.549
In tabel 5.2 in bijlage IV op p. 98 is te zien dat qua totaal betaalde kernoplage Girlz het het beste doet. Meiden Magazine, Hoe overleef ik, Penny en Penny Plus zijn directe concurrenten, omdat ze zich ook op één van de leeftijden richten waar Tina zich op richt; namelijk zeven tot en met twaalf jaar oud. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Meiden Magazine Meiden Magazine is een maandblad en gaat over mode, lifestyle en sterren. De
Onderzoek - Tina-app
40
lezeressen zijn iets ouder dan Tina lezeressen. Het heeft een totaal betaalde gerichte oplage van 216.108 per jaar. Het tijdschrift heeft geen eigen app. (HOI, 2012) Hoe overleef ik Van de ‘Hoe overleef ik’-boeken bestaat ook een tijdschrift, waar Francine Oomen voor schrijft. In het maandelijkse tijdschrift staan tips, interviews, reportages, testjes, strips, doe-dingen en weetjes. Het tijdschrift is bedoeld voor meisjes van negen tot en met veertien jaar oud. Naast de boeken en het tijdschrift heeft ‘Hoe overleef ik’ nog meer producten zoals een kaartspel, een bordspel, een agenda, een dagboek, een film en een musical. Het heeft een totaal betaalde gerichte oplage van 190.864 per jaar. Het tijdschrift heeft geen eigen app. (HOI, 2012 en Zwijssen, z.j.) Penny Het striptijdschrift Penny is voor de echte paardengek. Het komt eens per maand uit en heeft een totaal betaalde gerichte oplage van 145.385 per jaar. (HOI, 2012) Penny heeft een app genaamd ‘Penny’s Boomerang’ (Apple). In de app kunnen meisjes een hele lange paardenstrip lezen of beluisteren. Het verhaal gaat over het paard Boomerang en over April en May, twee zusjes. Door het slecht voorspelde weer moeten de zusjes, hun ouders en Boomerang vluchten. Er gebeuren allerlei spannende dingen in de strip. (App Store, 2012) Penny Plus Het striptijdschrift Penny Plus is ook voor de echte paardengek. Het komt eens per maand uit en is iets dikker dan de gewone Penny. Het heeft een totaal betaalde gerichte oplage van 126.644 per jaar. (HOI, 2012) Alle oplagecijfers staan in tabel 5.2 in bijlage IV op p. 98. Inkie Maandblad Inkie is voor een iets jongere doelgroep dan de doelgroep van Tina. Het richt zich op groep 4, groep 5 en groep 6. Er staan leuke weetjes, verhalen, een dagboek en receptjes in en het gaat over vriendinnen. (Zwijssen, z.j.) Inkie heeft een app genaamd ‘Inkie’ (Apple). In de app kunnen gebruikers een meisje aankleden. Er zijn verschillende kledingstukken en kleurtjes die ze kunnen gebruiken. Het ziet er vrolijk uit, maar het is wel een simpele app. Er zijn niet oneindig veel mogelijkheden. Als de outfit klaar is, danst het meisje. (App Store, 2012) Merkbekendheid Onder meisjes van zes tot en met acht jaar hebben Donald Duck (56%) en Tina (25%) de grootste spontane merkbekendheid. Onder meisjes van negen tot en met twaalf jaar hebben ook Donald Duck (49%) en Tina (62%) de grootste spontane merkbekendheid. Dat is te zien in tabel 5.3 en tabel 5.4 in bijlage IV op p. 99. (Tina operationeel marketingplan, 2011)
Onderzoek - Tina-app
5.1.2
41
Online en apps
Op online gebied richt de markt voor Tina’s doelgroep zich vooral op spelletjes en social media. Spelletjes zijn het allerbelangrijkst voor de doelgroep van Tina. Ook virtuele werelden (Habbo Hotel) zijn populair. De doelgroep krijgt ook steeds meer interesse in YouTube. (Tina operationeel marketingplan, 2011) Algemeen De doelgroep bezoekt de volgende vijf websites het meest: 1. Hyves.nl: 49,8%. Het aantal Hyves-leden in de doelgroep is 936.000. 2. Spele.nl: 44,0% 3. Spelletjes.nl: 41,6% 4. YouTube.com: 37,8%. YouTube is eigenlijk helemaal niet bedoeld voor kinderen. Youngtube.nl wel. Het is een kindvriendelijke versie van YouTube.com. 5. Google: 37,7% (Tina operationeel marketingplan, 2011) Spelletjes De doelgroep van Tina speelt vooral spelletjes op Spellenvoormeisjes.nl, Girlsgogames.nl, Gosupermodel.nl, Stardoll.com en Girlmakeover.nl. Ze spelen daar aankleedspelletjes (68%), kaart- en bordspelletjes (28%) en puzzel- en woordspelletjes (53%). (Tina operationeel marketingplan, 2011) Omdat Tina ook spelletjes op haar website Tina.nl heeft staan, zijn deze websites directe concurrenten van Tina.nl. Girlsgogames.nl en Stardoll.com hebben ook spelletjes apps ontwikkeld. Girlsgogames.nl Girlsgogames.nl (onderdeel van Spil Games Spring BV) heeft de app ‘Dol op winkelen’ (Apple) uitgebracht. Hier kunnen gebruikers winkelen, hun kledingkast vullen, modellen aankleden en favoriete outfits delen. Elke gebruiker krijgt elke dag €500 zakgeld, maar met een bijbaantje valt ook geld te verdienen. Stardoll.com Stardoll.com (onderdeel van Stardoll AB) heeft meerdere apps uitgebracht. In de app ‘Stardoll Fashion Spin’ (Apple) kunnen gebruikers een model aankleden en favoriete outfits delen. In de app ‘Cut it!’ (Apple en Android) zijn 75 levels waarin gebruikers vijanden moet ontwijken en modeartikelen als het ware kunnen uitknippen. Op deze app heeft Stardoll.com twee varianten gemaakt, namelijk ‘Cut it! Valentines’ en ‘Cut it! Halloween’. Deze werken exact hetzelfde als ‘Cut it!’, maar de apps hebben andere achtergrondjes. Met de app Stardoll Access (Apple en Android) vinden gebruikers de nieuwste trends en kunnen ze inloggen met hun Stardoll account. Alle apps van Stardoll zijn in het Engels. 5.1.3
Andere apps
Zoals uit §5.1.2 blijkt, zijn kinderen dol op spelletjes. Daarom zijn populaire spelletjes apps die niet aan een tijdschrift of website verbonden zijn, maar zelfstandig populair zijn geworden, ook concurrenten van een eventuele Tina-app. Spelletjes die op dit
Onderzoek - Tina-app
42
moment in de App Store populair zijn, zijn: Angry Birds Space, Where’s My Water, Fruit Ninja, Wie ben ik? HD, Angry Birds, Rumble, Logos Quiz Game, Line Surfer, Highway Rider, Wolfenstein 3D en 100 Floors. (App Store, 2012) In Google Play worden de spelletjes Wordfeud, Where’s My Water, SwiftKey X Keyboard, Cut the rope, Draw Something en Angry Birds Space het meest gedownload. (Google Play, 2012) Deze spelletjes zijn niet alleen onder de doelgroep, maar onder alle gebruikers van mobile devices populair. Het is daarom interessant om in de fieldresearch dieper in te gaan op de favoriete apps van de doelgroep. 5.1.4
Goed of fout
Wat doen de concurrerende apps goed? Ze hebben allemaal één functie. Of het is een spelletje, of het is een lang stripverhaal, of je kunt een model aankleden of het is een social network. Er zijn geen concurrerende apps die meerdere functies binnen hun app hebben. Volgens Sam Warnaars, Business Developer Mobile en Tablets bij Sanoma Media, moet je ook niet te veel in één app proppen. Een app moet vooral in één ding heel goed zijn. (Warnaars, S., 2012) Vaak willen merken teveel functionaliteiten in een app stoppen. Quinton Alsbury, mede-oprichter van ontwikkelaar Mellmo, adviseert merken om geen “monster apps” te maken, maar de verschillende functionaliteiten over meerdere apps te verdelen. Een generieke app met te veel functies heeft weinig kans van slagen. Een app is nu eenmaal geen website. App ontwikkelaars moeten goed nadenken over wat wel en wat niet in de app mee te nemen. De meest succesvolle apps zijn dan ook de apps met een duidelijke taak. (Computerworld, 2011 en Zoink by Zaptronic, z.j.) Wat minder slim is van sommige concurrerende apps is dat ze de apps alleen in het Engels aanbieden. De doelgroep van Tina begrijpt geen Engels. Dat blijkt uit eerder onderzoek. (Tina brand experience, 2011) 5.2
Trends
Wat zijn de trends van 2012? En waar krijgen merken (waaronder Tina) en consumenten mee te maken? 5.2.1
Overal actief
Om de relatie met klanten goed te onderhouden, zullen bedrijven op alle kanalen actief moeten zijn. Denk aan m-commerce (via mobiele telefoons), t-commerce (via tablets), f-commerce (via Facebook) en tv-commerce. Dat is de manier om langdurige relaties te onderhouden. Daarom is het noodzakelijk dat Tina een app gaat ontwikkelen. En ook omdat volgens het Platform Internet Bureaus Nederland (PIBN) bedrijven veel kosten besparen met het online bedienen van klanten. Communiceren via het internetkanaal is namelijk een stuk goedkoper dan via het fysieke kanaal. De juiste content moet wel op het juiste apparaat worden gecommuniceerd, op de juiste plaats en op de goede tijd. (Dutch Cowboys, 2012)
Onderzoek - Tina-app
5.2.2
43
Apps
De groei van apps gaat in 2012 door en door. Niet alleen voor smartphones, maar ook voor tablets en televisie. Volgens het PIBN gaat de internettelevisie in 2012 doorbreken. Zij denken dat de Olympische Spelen daar een grote rol in gaan spelen. (Dutch Cowboys, 2012) 5.2.3
HTML5
HTML5, de nieuwste versie van HTML, zal steeds meer gebruikt worden en daardoor sommige native apps vervangen. Pagina’s met een compleet nieuwe interface gaan gebruikers steeds vaker terugzien. (Dutch Cowboys, 2012) Een web app is wellicht ook interessant om voor Tina.nl te ontwikkelen. 5.2.4
Ecosysteem
In de smartphone en tablet wereld houdt een ecosysteem het volgende in: een besturingssysteem, een app winkel en online synchronisatie op meerdere apparaten. Apple doet dat met de App Store (software) en de iTunes Store (films, boeken, muziek). Gedownloade apps zijn op alle Apple devices te bekijken en worden gesynchroniseerd door middel van iCloud. iCloud zorgt ervoor dat apps, muziek, foto’s, documenten en meer automatisch naar alle Apple apparaten wordt gepusht. Android doet iets vergelijkbaars met Google Play, Google Music en Google TV. Dat een merk zo’n ecosysteem bouwt, wordt steeds belangrijker. Want hoe meer apps de gebruikers downloaden, hoe meer ze die apparaten gebruiken en hoe minder snel ze zullen overstappen op een ander merk. (Apple, z.j. en Nrc Tech, 2012) Als Tina bijvoorbeeld een app voor Apple ontwikkelt, zal deze app op verschillende Apple apparaten te gebruiken zijn. 5.2.5
Mobiel adverteren
Wereldwijd internet 8% van de internetgebruikers via de mobiele telefoon. Dat biedt voor bedrijven een goede mogelijkheid om in apps te adverteren. En apps kunnen door adverteerders weer veel geld verdienen. (Nrc Tech, 2012) Adverteerders zijn essentieel voor de inkomsten van een Tina-app. 5.3
Conclusie
Directe print concurrenten van Tina zijn Meiden Magazine, Hoe overleef ik, Penny, Penny Plus en Inkie. Alleen Penny en Inkie hebben ook een app. Websites die de doelgroep van Tina bezoekt en die een app hebben ontwikkeld zijn Girlsgogames.nl en Stardoll.com. Zelfstandige apps zoals Angry Birds en Wordfeud zijn ook concurrenten van een eventuele Tina-app. Wat de concurrenten goed doen is dat hun apps in één ding heel goed zijn. Minder goed zijn de apps die alleen in het Engels beschikbaar zijn. De doelgroep begrijpt geen Engels. In de fieldresearch wordt dieper ingegaan op de favoriete apps van de doelgroep.
Onderzoek - Tina-app
44
Qua trends moeten merken en bedrijven steeds meer via mobile devices doen. Merken moeten anno 2012 altijd en overal actief zijn.
Onderzoek - Tina-app
6.
45
Winstgevendheid apps
Er wordt weinig winst gemaakt op apps. Hoe komt dat? En vanaf wanneer maakt een app eigenlijk winst? 6.1
Consument
Volgens onderzoeker Rob Does is de bereidheid om voor apps te betalen beperkt. Dit zei hij tijdens het Stimuleringsfonds voor de Pers. Mensen zijn nog wel bereid voor spelletjes te betalen. Dat blijkt uit de top 10 betaalde apps in Google Play en de App Store. Volgens Does gaat het niet langer om het bereik, maar om de inhoud van de app. Het moet succesvol zijn, de inhoud moet uniek zijn en de app moet voortdurend aanpasbaar zijn, willen mensen er nog voor betalen. En altijd belangrijk: de “stickiness” – het vasthouden van gebruikers – van de app. (Mediatest, 2012) Daarom is het belangrijk dat de Tina-app aan deze voorwaarden voldoet. De top 10 betaalde apps (14 mei): 1. WhatsApp 2. Spy Glass 3. Angry Birds Space 4. Gratis muziek downloaden 5. iTranslate Voice 6. Where’s My Water 7. Fruit Ninja 8. Wie ben ik? HD 9. Angry Birds 10. Hipstamatic (App Store, 2012) 6.2
De top 10 betaalde apps (14 mei): 1. Office Suite Pro 6 2. Wordfeud 3. Where’s My Water 4. SwiftKey X Keyboard 5. Weather Pro 6. Cut the rope 7. Draw Something 8. Titaniu Backup PRO Key 9. Angry Birds Space 10. Endomondo Sports Tracker (Google Play, 2012)
Producent
De App Store van Apple heeft meer dan 25 miljard downloads in de App Store. Geen andere softwarewinkel heeft zoveel apps verkocht. Android heeft 15 miljard gedownloade apps. (Het Financiële Dagblad, 2012) 6.2.1
Kosten en opbrengsten
Er wordt heel weinig winst gemaakt op apps, want het maken van een app kost geld. Gemiddeld kost de ontwikkeling van een app ongeveer €14.000. Gemiddeld zijn de opbrengsten €8.200 voor een app: €6.200 van partners en adverteerders en €2.000 van gebruikers. De inkomsten dekken de investering niet, zoals ook in figuur 6.1 in bijlage V op p. 100 te zien is. (Mediatest, 2011) Softwarebedrijven vragen meestal veel geld voor het maken van een app. Ieder merk wil een app, omdat iedereen denkt dat de consument loyaler is naar een merk met merk gerelateerde app dan naar een merk zonder merk gerelateerde app. (Coppens, K, 2011) Een app in de App Store van Apple hebben staan, kost ook geld. Apple houdt zelf 30% van de opbrengsten van
Onderzoek - Tina-app
46
elke app. Android doet dat niet. (Het Financiële Dagblad, 2012) 6.2.2
App prijs
Figuur 6.2 in bijlage V op p. 100 laat zien dat 42% van de tablet apps gratis is, 29% betaald is en 29% gratis en betaald is. Merken hebben moeite met het bepalen van een juiste prijs. Er wordt veel afgewogen, want enerzijds is het belangrijk dat de app veel gedownload wordt, maar anderzijds kan niet alles gratis weggegeven worden. Daarom doen sommigen het beiden. Daar zijn twee manieren voor: Het merk laat de consument de eerste (twee) versie(s) gratis downloaden, maar voor een volgende versie moet de consument betalen, zoals de app ‘Angry Birds’, het spel waarbij je vogeltjes afschiet om wezentjes te doden en punten te scoren. De app ‘Angry Birds Free’ is hetzelfde als de betaalde versie, maar er zijn veel minder levels beschikbaar. Wil de gebruiker die levels hebben, dan zal hij of zij moeten betalen. De app zelf gratis aanbieden maar binnen de app dingen verkopen of de consument voor edities laten betalen. Bijvoorbeeld: de app FD e-paper, de app van de krant Het Financiële Dagblad. Abonnees van de krant kunnen de krant ook gratis op hun mobile device downloaden. Niet abonnees kunnen per editie (dus per dag) voor een krant betalen en die digitaal op hun iPhone of iPad lezen. (Mediatest, 2011) 6.2.3
Adverteerders
De inkomsten uit advertenties boksen nog niet op tegen de kosten, maar er wordt wel steeds meer geadverteerd in de mobiele wereld. Uit cijfers blijkt dat er vanaf volgend jaar wereldwijd meer geld aan reclame in digitale kanalen dan in printmedia wordt uitgegeven. Dat is voor het eerst in de geschiedenis. Volgens Carat, onderdeel van Aegis Group, gaat het adverteren op internet met 15% groeien. Carat denkt dat adverteerders steeds meer naar digitale kanalen gaan kijken. Zo gebruiken ze digitale en traditionele media tegelijkertijd. (Emerce, 2012) 6.2.4
Advertentie prijzen
Volgens Norman van Ameyden van Duym zijn €25, €40 en €50 normale prijzen om te vragen voor advertenties in een app. Het gaat dan om kleine advertenties die blijven staan tot ze duizend clicks hebben bereikt. (Ameyden van Duym, N. van, 2012) 6.3
Conclusie
De bereidheid om voor apps te betalen is heel beperkt. Daardoor wordt er weinig winst gemaakt op apps. Daarbij houdt Apple zelf 30% van de opbrengsten van elke app. Merken hebben dan ook moeite met het bepalen van een juiste prijs voor apps. Er staan veel spelletjes in de top 10 van Google Play en de Apple Store, dus voor spelletjes wordt nog wel betaald.
Onderzoek - Tina-app
7.
47
Methoden en technieken
Na het verwerken van de deskresearch zijn nog niet alle deelvragen beantwoord. Het onderzoek bestaat daarom verder uit fieldresearch. In dit hoofdstuk wordt duidelijk hoe het kwantitatieve en kwalitatieve onderzoek zijn uitgevoerd en welke methoden en technieken daarbij zijn gebruikt. 7.1
Enquête
Naar aanleiding van de deskresearch, worden er enquêtevragen geformuleerd. 7.1.1
Voordelen en nadelen
Een voordeel van enquêteren is dat je op een snelle en goedkope manier meningen, opinies, houdingen en kennis van een grote groep personen kunt meten. Een tweede voordeel is dat respondenten hun naam niet hoeven in te vullen en dus anoniem hun mening kunnen geven. Hierdoor zullen veel respondenten de vragen naar waarheid invullen. Een voordeel van internetenquêtes is dat de elektronisch verzonden gegevens direct in een database worden geplaatst. (Verhoeven, N.) Een nadeel kan de lengte van de enquête zijn. De enquête moet genoeg vragen bevatten om tot goede resultaten te komen, maar deze mag niet te lang zijn. Ondervraagden kunnen geïrriteerd raken en de vragen niet meer naar waarheid invullen. Wat ook een nadeel kan zijn, zijn de antwoordmogelijkheden van een enquête. De vraagstelling staat van tevoren vast en respondenten kunnen uit een beperkt aantal antwoorden kiezen. (Verhoeven, N.) 7.1.2
Opzet
De enquête is een internetenquête. Deze wordt via de website Tina.nl, de Tina nieuwsbrief en de Tinahyve gecommuniceerd naar de lezeressen en websitegebruikers. De enquête bestaat uit zeventien vragen. Naar aanleiding van de resultaten van de deskresearch, worden de enquêtevragen geformuleerd. De enquête moet antwoord geven op onderstaande vragen: Wat vindt de doelgroep van bepaalde onderdelen op de website Tina.nl? Heeft de doelgroep zelf een smartphone? Hebben de ouders van de doelgroep een smartphone? Mag de doelgroep de smartphone(s) van de ouders wel eens gebruiken? Heeft de doelgroep thuis een tablet? Komt de doelgroep op een andere manier in aanraking met mobile devices? Downloaden de doelgroep en hun ouders weleens apps? Downloadt de doelgroep betaalde of gratis apps? Wat vind de doelgroep belangrijk aan een app? Wat zijn de meest gebruikte en favoriete apps van de doelgroep? Wat wil de doelgroep in een ideale Tina-app? Zou de doelgroep de Tina-app downloaden?
Onderzoek - Tina-app
48
De enquête wordt voor deze online gaat door vier personen nagekeken en getest: Sanne Bisschops (marketing), Jannine Berkelaar (chef Tina) en meisjes Iris en Christine. In bijlage VII op p. 104 staan de geteste enquêtes met opmerkingen. De uiteindelijke afgenomen enquête staat in bijlage VI op p. 101. Verantwoording van de steekproef De populatie bestaat uit de lezeressen van Tina en de bezoekers van Tina.nl. Er zijn ongeveer 40.000 Tina lezeressen en maandelijks zo’n 45.500 bezoekers op Tina.nl. (Tina, 2012, Google Analytics, 2012). Bij elkaar zijn dat 90.500 meisjes. Met een foutmarge van 5% (er kunnen dingen verkeerd ingevuld worden), een betrouwbaarheidsmarge van 95% (de betrouwbaarheid van de resultaten van de enquête), een populatie van 90.500 en een spreiding van 50% (maximale steekproefgrootte), moeten er minimaal 383 enquêtes afgenomen worden om tot representatieve enquêteresultaten te komen. (Journalinks, 2012) De steekproef wordt aselect getrokken. Ieder persoon uit de doelgroep heeft dus evenveel kans om de enquête in te vullen. Als de steekproef in belangrijke kenmerken op de populatie lijkt en voldoende groot is, zijn de resultaten te generaliseren en is er sprake van een representatieve steekproef. Daardoor zullen de resultaten representatief zijn voor de gehele doelgroep. (Verhoeven, N.) 7.1.3
Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid van de enquête hangt af van toevallige fouten. Het kan zo zijn dat de respondenten niet alle vragen kunnen beantwoorden. Omgeving speelt ook een rol. Waar vullen zij de enquête in? Zijn ze ondertussen aan het kletsen of muziek aan het luisteren of zijn ze stil en geconcentreerd? Respondenten kunnen een vraag verkeerd invullen. En de onderzoeker kan bij het verwerken van de enquêtes fouten maken. Om de resultaten zo min mogelijk te laten beïnvloeden door deze toevallige fouten, worden er voor dit onderzoek meer enquêtes afgenomen dan werkelijk nodig. Hoe groter de steekproef is, hoe nauwkeuriger de resultaten zijn. Validiteit De validiteit van de enquête gaat een stap verder. Deze bepaalt de mate waarin deze vrij is van systematische fouten. Het belangrijkste van validiteit zijn de geldigheid van het meetinstrument en die van de onderzoeksgroep. Een systematische fout zou kunnen zijn dat respondenten expres een verkeerd antwoord geven omdat de vraag te persoonlijk of het onderwerp te gevoelig is. En zijn de vragen wel duidelijk? Kan de groep die onderzocht wordt, spreken voor de gehele populatie? De steekproef moet in een bepaald aantal relevante kenmerken lijken op de populatie. Als dat het geval is, is er sprake van populatievaliditeit. Bruikbaarheid Als er toevallige of systematische fouten worden gemaakt waardoor de betrouwbaarheid en de validiteit in gevaar komen, kan de bruikbaarheid van het
Onderzoek - Tina-app
49
onderzoek nog steeds goed zijn. Tina zou ondanks eventuele fouten toch nog iets aan het onderzoek kunnen hebben. Tina kan door het onderzoek gaan discussiëren over de Tina-app en haar beleid voor de komende jaren uitstippelen. 7.1.4
Data-analyse methode
Het kwantitatieve onderzoek is in grafieken en tabellen geresulteerd. De belangrijkste resultaten staan in H8 op p. 55. Alle resultaten staan in bijlage VIII op p. 116. 7.2
Usability test
Naar aanleiding van de enquêteresultaten wordt er een paper prototyping test gedaan. Dat is een vorm van usability testing. Hierbij worden meerdere representatieve gebruikers gevraagd om taken uit te voeren op een papieren versie van een app. De onderzoeker vraagt ze ergens naartoe te navigeren, terwijl de testers nog niet weten hoe de app werkt. (Paperprototyping.com) 7.2.1
Voordelen en nadelen
Het voordeel van een paper prototyping test is dat je heel snel feedback krijgt op de interface van de app. Er komt geen codering of vormgeving aan te pas. Je kunt de app dus al aanpassen voordat je het hebt gemaakt. Daarbij heb je minimaal vijf testers nodig om te kunnen zien wat er fout gaat bij de interface van de app. (Paperprototyping.com) Een nadeel is dat er nog geen daadwerkelijk product is. De testers kunnen de app er daardoor onprofessioneel uit vinden zien. (Paperprototyping.com) 7.2.2
Opzet
Uit de enquête blijkt dat de doelgroep graag meerdere dingen in de Tina-app wil terugzien. Daarom zijn de onderdelen die het meest zijn gekozen in de paper prototyping test verwerkt: strips, filmpjes, horoscoop, spelletjes, blunderplaza en sterrennieuws. Vijf representatieve testers krijgen een papieren versie van de Tina-app voor zich. Hierop zien zij niet een mooie, vormgegeven app, maar puur de knoppen die de navigatie van de Tina-app laten zien. De paper prototyping test is wel vrolijk vormgegeven, omdat uit de deskresearch blijkt dat de doelgroep bij Tina aan vrolijk en veel kleuren denkt. Er wordt de testers een paar keer gevraagd iets op te zoeken binnen de app. Daaruit blijkt of ze begrijpen hoe de app navigeert. Er wordt ze bijvoorbeeld gevraagd een filmpje op te zoeken, de strip van de dag op te zoeken en een horoscoop op te zoeken. Alle taken staan in bijlage IX op p. 122. 7.2.3
Betrouwbaarheid
Er worden vijf meisjes gevraagd om fouten in de interface te ontdekken en om de
Onderzoek - Tina-app
50
betrouwbaarheid van de usability test te verhogen. Naar aanleiding van hun reacties worden de navigatie en de knoppen aangepast. 7.2.4
Data-analyse methode
De handelingen van de paper prototyping test worden opgenomen. Het filmpje daarvan staat in bijlage IX op p. 123. De belangrijkste resultaten staan in H8 op p. 55. 7.3
Interviews
Om dieper op het gebruik van meisjes en mobile devices in te gaan, worden er ook face-to-face interviews gedaan met twee meisjes. 7.3.1
Voordelen en nadelen
Een voordeel van het face-to-face interview is dat de ondervraagde het interview serieus neemt. Je hebt face-to-face langer de tijd om op de stof in te gaan dan bij een telefonisch interview, wat al gauw haastig gebeurt. En op e-mailvragen kun je moeilijk doorvragen, dus dat is ook niet ideaal. (Verhoeven, N.) Een nadeel van interviewen is dat het een intensief en tijdrovend karwei is. Het uitwerken van een interview kan wel zes keer zo lang duren dan het interview zelf heeft geduurd. (Verhoeven, N.) 7.3.2
Opzet
De interviews worden halfgestructureerd. De onderzoeker stelt vooraf onderwerpen, stellingen en vragen vast die behandeld worden, maar stelt zich ook flexibel op en speelt in op de situatie. In de interviews zullen veel dezelfde vragen gesteld worden die ook in de enquête staan, maar bij de interviews is er de mogelijkheid tot doorvragen. De beleving, motieven en ervaringen van de geïnterviewden staan voorop. Om de geïnterviewden zo veel mogelijk op hun gemak te stellen, zal de onderzoeker op een logische volgorde vragen stellen: eerst de persoonsgegevens en makkelijke vragen over gedrag en activiteiten, daarna volgen de moeilijkere vragen over gevoel en belevingen. (Zee, F van der) De interviews moeten antwoord geven op de volgende vragen: Wat voor telefoon heb je? Wat doe je allemaal met je telefoon? Hebben je ouders een telefoon? Zo ja, wat voor? Hebben jullie thuis een tablet? Zo ja, wat voor? Mag je wel eens op de telefoon/tablet van jouw ouders? Download of koop je wel eens apps? Zo ja, wat voor apps download je? Wat is jouw favoriete app? Als Tina een app gaat maken, wat voor app moet dat dan worden? Wat is je lievelingskleur? Zit je weleens op Tina.nl?
Onderzoek - Tina-app
51
Als je Tina.nl zo ziet, zijn er dan dingen die je ook in de Tina-app wil terugzien? Of moet dat juist iets heel anders worden? Zou je de Tina-app downloaden? Hoeveel zou je maximaal voor de Tina-app betalen? 7.3.3
Betrouwbaarheid
De ideaalsituatie is dat er een meisje van negen jaar en een meisje van elf jaar worden geïnterviewd. Zij vallen goed in de doelgroep, maar verschillen toch twee jaar. Het is belangrijk meisjes met verschillende leeftijden te interviewen om verschillen in meningen en belevingen te achterhalen. Dat verhoogt de betrouwbaarheid van de resultaten van de interviews. 7.3.4
Data-analyse methode
De gesprekken van de interviews worden opgenomen en volledig uitgetypt tot transcripties. Die transcripties staan in bijlage XI op p. 131. De belangrijkste resultaten staan in H8 op p. 55. 7.4
Panelgesprek
Om dieper op het gebruik van meisjes en mobile devices in te gaan, wordt er ook een panelgesprek georganiseerd. 7.4.1
Voordelen en nadelen
Het gebruik van smartphones en tablets komt goed naar voren door meisjes rechtstreeks vragen te stellen over hun gebruik ervan. Dit is een voordeel omdat er interactie is en een discussie ontstaat. Dat leidt mogelijk tot andere invalshoeken dan bij een enquête. Een ander voordeel is dat het onderwerp waarover wordt gesproken niet ingewikkeld of gevoelig is. Ondervraagden zullen dus snel de waarheid vertellen. Dat is belangrijk voor de validiteit van het onderzoek. (Verhoeven, N.) Een nadeel van een panelgesprek kan zijn dat sommige ondervraagden onzeker of verlegen zijn en daardoor niet durven spreken. Daarbij is het een tijdrovend karwei. Het uitwerken van het panelgesprek kan wel zes keer zo lang duren dan het panelgesprek zelf heeft geduurd. (Verhoeven, N.) 7.4.2
Opzet
Naar aanleiding van de enquêteresultaten en de paper prototyping test worden er vijf verschillende Tina-app concepten in Adobe Photoshop vormgegeven. De doelgroep gaat die in het panelgesprek becijferen. Na het panelgesprek wordt de app nog een keer aangepast. Naast het becijferen van deze concepten, gaat de doelgroep zelf een Tina-app tekenen. De onderzoeker zal ze ook vragen stellen over mobile devices. Het panelgesprek heeft als doel om een zo uitgebreid mogelijk palet van aspecten te
Onderzoek - Tina-app
52
verkrijgen dat met het onderwerp samenhangt. De beleving, motieven en ervaringen van de ondervraagden staan voorop. De volgende vragen moeten in het panelgesprek beantwoord worden: Hebben jullie zelf een telefoon? Zo ja, wat voor telefoon hebben jullie? Weten jullie wat een iPhone is? En een Samsung Galaxy S/BlackBerry? Waar en wanneer hebben jullie je telefoon bij je? Wat doen jullie allemaal met jullie telefoon? Hebben jullie ouders een telefoon? Wat voor? Hebben jullie thuis een tablet? Zo ja, welke? Mogen jullie wel eens op de telefoon/tablet van jullie ouders? Downloaden jullie wel eens apps? Zo ja, wat voor apps downloaden jullie? Zo nee, waarom niet? Kopen jullie wel eens apps? Zo ja, wie betaalt dat dan? Hoeveel geld geven jullie uit aan apps? Hoe betalen jullie het liefst? Wat vinden jullie belangrijk aan een app? (iets van leren, een spelletje spelen, filmpjes bekijken, tegenstander hebben, actuele nieuwtjes lezen, stripje lezen) Wat is jullie favoriete app? Waarom? Als Tina een app gaat maken, wat voor app moet dat dan worden? Wat moet er sowieso in de Tina-app komen? (bijvoorbeeld strips, tips, sterrennieuws, spelletjes, quizzen, filmpjes, tweets horoscoop, informatie over de Tina-dag, informatie de Tina van die week, of iets heel anders) Willen jullie bijvoorbeeld een ‘filmpje van de dag’/’strip van de dag’ of heel veel filmpjes/strips? Wat is jullie lievelingskleur? Zitten jullie weleens op Tina.nl? Hoe vaak? Wat voor pagina’s bekijken jullie op Tina.nl? Wat vinden jullie daar leuk aan? Als jullie Tina.nl zo zien, zijn er dan dingen die jullie ook in de Tina-app willen terugzien? Of moet dat juist iets heel anders worden? Zouden jullie de Tina-app downloaden? Voor hoeveel maximaal? Samenstelling Het panelgesprek wordt met zes tot acht meisjes gevoerd. Deze worden door een zogenoemd ‘key informant recruiment’ bij elkaar gebracht. (Peek & Forthergill) De opdrachtgever helpt bij het benaderen van de doelgroep voor het panelgesprek. Die heeft zelf ook belang bij het panelgesprek en de resultaten ervan. De grootte van de groep draagt bij aan het succes van het gesprek. Volgens Krueger (1988) moet de groep klein genoeg zijn om iedereen voldoende aan het woord te laten en moet de groep groot genoeg zijn om het gesprek van diverse percepties te kunnen voorzien. (Peek & Fothergill) Daarom is het aantal zes tot acht bewust gekozen: de onderzoeker moet overzicht hebben, chaos voorkomen en iedereen moet aan het woord komen. Omdat er altijd mensen onverhoopt afwezig kunnen zijn, worden er acht meisjes benaderd voor dit panelgesprek. Bij de selectie van de deelnemers wordt er rekening gehouden met onderlinge relaties, leeftijd en demografie. De samenstelling moet divers zijn, zodat verschillende soorten
Onderzoek - Tina-app
53
meisjes hun mening kunnen geven. Volgens Morgan (1997) stuurt segmentatie de deelnemers in een groep naar één mening. Ze voelen zich sneller op hun gemak, maar je krijgt veel meer gelijksoortige antwoorden. Ze hebben een eigen mening, maar wel dezelfde achtergrond en karakteristieken. Daarbij denken Agar en MacDonald (1995) dat vrienden in één panelgesprek terughoudend kunnen zijn of anders antwoorden omdat er bekenden bij zitten. (Peek & Fothergill) Daarom wordt erop gelet dat de deelnemers elkaar onderling niet kennen en ze demografisch gezien en qua leeftijd verschillen. De ideaalsituatie voor dit onderzoek zouden vijf verschillende panelgesprekken zijn; per leeftijd (zeven tot twaalf jaar) één panelgesprek. Zo discussiëren er steeds leeftijdsgenoten over Tina, beantwoorden zij vragen en stellingen die de onderzoeker ze voorlegt en wordt er per leeftijd bekeken hoe de doelgroep met mobile devices omgaat. Als je alle leeftijden in één panelgesprek zet, kunnen de jongere kinderen onderdanig zijn aan de oudere kinderen. Het panelgesprek vindt plaats op 2 mei in Hoofddorp bij Sanoma Media. Na afloop krijgen de deelnemers een lunch, een kijkje op de redactie van Tina en een goedgevuld goodiebag mee. 7.4.3
Betrouwbaarheid
Er moet wel bij gezegd worden dat één panelgesprek eigenlijk niet voor de gehele populatie kan spreken. Acht meisjes kunnen niet voor de gehele doelgroep spreken. (Verhoeven, N.) 7.4.4
Data-analyse methode
De gesprekken en handelingen van het panelgesprek worden opgenomen en volledig uitgetypt tot transcriptie. Die transcriptie staat in bijlage XII op p. 134. De belangrijkste resultaten staan in H8 op p. 55.
Onderzoek - Tina-app
54
Onderzoek - Tina-app
8.
55
Resultaten
In dit hoofdstuk staan de resultaten van de enquête, de usability test, de interviews en het panelgesprek. 8.1
Enquête
De enquête is door 505 respondenten ingevuld. Tijdschrift Tina In figuur 8.11 in bijlage VIII op p. 116 is te zien dat 98,2% van de respondenten het tijdschrift Tina leest. Tina.nl Een kwart van de respondenten geeft aan elke dag Tina.nl te bezoeken. 52% bezoekt de website elke week, 15% maandelijks en 8% bezoekt de website bijna nooit. Dat is te zien in figuur 8.12 in bijlage VIII op p. 116. Op de vraag ‘Wat vinden jullie van de volgende onderdelen op Tina.nl?’ zegt 77% winacties ‘heel leuk’ te vinden. Het blunderplaza (60%), de filmpjes (57%) en de quizzen (52%) vindt de doelgroep ook ‘heel leuk’. Dat is goed te zien in figuur 8.13 en tabel 8.1 in bijlage VIII op p. 117 en p. 121. Smartphones In figuur 8.1 is te zien dat meer dan de helft van de doelgroep zelf een smartphone heeft. 18% heeft een iPhone of iPod Touch en ook 18% heeft een Android smartphone. BlackBerry’s (12%), Windows smartphones (4%) en andere smartphones (6%) zijn iets minder populair.
Figuur 8.1: Smartphone bezit doelgroep Als het hebben van een smartphone per leeftijd wordt bekeken, blijkt dat hoe ouder de meisjes worden, hoe groter de kans is dat ze een smartphone hebben. Uit figuur 8.2 op de volgende pagina blijkt dat 20% van de meisjes van zeven jaar of jonger en maar
Onderzoek - Tina-app
56
liefst 62% van de meisjes van twaalf jaar of ouder een smartphone heeft. Een derde van de achtjarigen, 23% van de negenjarigen, 40% van de tienjarigen en meer dan de helft van de elfjarigen heeft een eigen smartphone.
Figuur 8.2: Smartphone bezit per leeftijd De ouders van de doelgroep beschikken over meer smartphones dan de doelgroep zelf. Meer dan een kwart van de ouders heeft een iPhone of iPod Touch. Iets minder dan een kwart heeft een Android smartphone. Ook bij de ouders zijn de BlackBerry (13%), de Windows smartphone (9%) en andere smartphones (2%) minder populair. Meer dan een derde van de respondenten geeft aan dat de ouders geen smartphone hebben. Dat is te zien in figuur 8.3.
Figuur 8.3: Smartphone bezit ouders van de doelgroep Als de ouders van de doelgroep een smartphone hebben, betekent dat niet automatisch dat de doelgroep die smartphones mag gebruiken. Uit figuur 8.4 op de volgende pagina blijkt dat 69% van de doelgroep de smartphone van de ouders mag gebruiken.
Onderzoek - Tina-app
57
Figuur 8.4: Gebruik doelgroep smartphone van de ouders Besturingssysteem Om te berekenen met welk besturingssysteem de doelgroep het meest in aanraking komt, wordt het aantal respondenten met een bepaald besturingssysteem bij het aantal respondenten dat dat besturingssysteem zelf niet heeft maar waarvan de ouders dat besturingssysteem wel hebben, en waarvan de respondenten het toestel van hun ouders ook mogen gebruiken, bij elkaar opgeteld. In figuur 8.5 is te zien dat 31% van de doelgroep in aanraking komt met een iPhone of iPod Touch, 29% in aanraking komt met een Android smartphone en 5% in aanraking komt met een Windows smartphone.
Figuur 8.5: Totaal aantal meisjes van de doelgroep dat met een bepaald besturingssysteem in aanraking komt. Tablets Uit figuur 8.6 op de volgende pagina blijkt dat meer dan de helft van de doelgroep thuis geen tablet heeft. 30% geeft aan een iPad te hebben, 13% beschikt over een Android tablet, 1% over een Windows tablet en 3% heeft een ander soort tablet.
Onderzoek - Tina-app
58
Figuur 8.6: Tablet bezit bij de doelgroep thuis In figuur 8.14 in bijlage VIII op p. 117 is te zien dat 46% van de doelgroep ook op andere manieren in aanraking komt met mobile devices. De helft daarvan zegt er via vriendinnen mee in aanraking te komen en vier op de tien noemt familie. Ze noemen hun oom of tante (10%), familie in het algemeen (8%), hun ouders (7%), een opa of oma (7%) en broers of zussen (6%). Via school komt 7% in aanraking met mobile devices. Dat is te zien in figuur 8.15 in bijlage VIII op p. 118. Apps Twee derde (67%) van de doelgroep downloadt zelf apps en meer dan de helft van de ouders (56%) doet dat. Dat is af te lezen uit figuur 8.16 in bijlage VIII op p. 118. Van degenen die apps downloaden, geeft 65% aan alleen gratis apps te downloaden. 35% downloadt zowel gratis als betaalde apps. Dat is te zien in figuur 8.17 in bijlage VIII op p. 118. Op de vraag ‘Wat vind jij belangrijk aan een app?’ springt de mogelijkheid dat je er een spelletje mee kunt spelen (86%) eruit. Het samen met vriendinnen spelen (57%) vindt de doelgroep ook belangrijk. Het minst interessant vindt de doelgroep een tegenstander in een app (24%). Dat is te zien in figuur 8.18 in bijlage VIII op p. 119. Toch zijn Angry Birds (13%), Wordfeud (13%), Draw Some (12%), Twitter (11%) en Hyves (10%) – onder andere apps met tegenstanders – de top vijf favorieten apps van de doelgroep. Dat blijkt uit de antwoorden op de vraag ‘Wat is jouw favoriete app?’. Alle populaire apps staan in figuur 8.19 in bijlage VIII op p. 120. Tina-app Op de vraag ‘Wat moet er sowieso in jouw ideale Tina-app komen?’ heeft de doelgroep meerdere antwoorden aangevinkt. In figuur 8.7 op de volgende pagina is te zien dat strips (79%) en spelletjes (78%) eruit springen. Twee derde van de doelgroep wil een horoscoop en sterrennieuws in de app. Informatie over het tijdschrift Tina (44%) en informatie over de Tina-dag (49%) scoren het laagst op deze vraag.
Onderzoek - Tina-app
59
Figuur 8.7: Inhoud ideale Tina-app Bijna twee derde van de doelgroep zou een Tina-app alleen downloaden als de app gratis is. 22% zou de app voor maximaal €0,79 en 14% voor maximaal €1,59 kopen. Minder dan 1% zou de app niet downloaden. Dit is uit figuur 8.8 af te lezen.
Figuur 8.8: Betalen voor de Tina-app Verdienmodel Voor een Tina-app is geen budget vanuit Sanoma Media zelf. Het is alleen mogelijk met een winstgevend verdienmodel. (Bakel, A. van, 2012) Een app is winstgevend als de opbrengsten hoger zijn dan de kosten. Hieronder worden vier mogelijke verdienmodellen beschreven. Er wordt uitgegaan van een iPhone app, omdat uit de enquêteresultaten blijkt dat de doelgroep daar het meest mee in aanraking komt. Optie 1 (zie tabel 8.2): De Tina-app kost €0,79. De doelgroep bestaat uit 90.500 meisjes. Van de doelgroep komt 31% (28.055 meisjes) dagelijks in aanraking met een iPhone. Daarvan is 36% (10.099 meisjes) van de doelgroep bereid €0,79 voor de app te betalen. Tabel 8.2: verdienmodel betaalde app Opbrengst Bedragen per jaar en in € Aantal x prijs = omzet (opbrengst) Advertentie/sponsoring
Aantal × prijs Adverteerders
10.099 × €0,79 – 30% (Apple) €2.000,-
€5.584,€2.000,-
Onderzoek - Tina-app
60
opbrengst/affiliate marketing Andere opbrengsten
€0,-
Totale opbrengsten
€0,€7.584,-
Optie 2 (zie tabel 8.3): De Tina-app is gratis. Van de doelgroep komt 31% (28.055 meisjes) dagelijks in aanraking met een iPhone. Hiervan wil 99% (27.774 meisjes) van de doelgroep de app downloaden. Het is voor adverteerders aantrekkelijker om hiervoor te adverteren. Tabel 8.3: verdienmodel gratis app Opbrengst Bedragen per jaar en in € Aantal x prijs = omzet (opbrengst) Advertentie/sponsoring opbrengst/affiliate marketing Andere opbrengsten
Adverteerders
Gratis
€0,-
€6.000,-
€6.000,-
€0,-
€0,-
Totale opbrengsten
€6.000,-
Optie 3 (zie tabel 8.4): De Tina-app kost €0,79. Van de doelgroep komt 31% (28.055 meisjes) dagelijks in aanraking met een iPhone. Daarvan is 36% (10.099 meisjes) van de doelgroep bereid van voor de app te betalen. Stel dat 1% (62) van de gebruikers door de app abonnee wordt, dan wordt er indirect verdiend met de Tina-app. Tabel 8.4: verdienmodel betaalde app met werf Opbrengst Bedragen per jaar en in € Aantal x prijs = omzet (opbrengst) Andere opbrengsten
Aantal × prijs
Totale opbrengsten
10.099 × €0,79 – €5.584,30% (Apple) 62 × €49,50 €3.069,(halfjaarabonnement) €8.653,-
Optie 4 (zie tabel 8.5): De Tina-app is gratis. Van de doelgroep komt 31% (28.055 meisjes) dagelijks in aanraking met een iPhone. Hiervan wil 99% (27.774 meisjes) van de doelgroep de app downloaden. Stel dat 1% (277) van de gebruikers door de app abonnee wordt, dan wordt er indirect verdiend met de Tina-app. Tabel 8.5: verdienmodel gratis app met werf Opbrengst Bedragen per jaar en in € Aantal x prijs = omzet (opbrengst) Andere opbrengsten Totale opbrengsten
Aantal × prijs
Gratis
€0,-
185 × €49,50 €13.711,(halfjaarabonnement) €13.711,-
Onderzoek - Tina-app
61
Verdienmodel 4 levert het meeste geld op. Maar stel dat de kosten om een Tina-app te maken €14.000 (de gemiddelde kosten voor een app) zijn, dan zal de app met bovenstaande verdienmodellen geen winst maken. Voor alle enquêteresultaten, zie bijlage VIII op p. 116. 8.2
Usability test
De paper prototyping test is op verschillende data afgenomen bij de testers thuis, bij de onderzoeker thuis of bij Sanoma Media te Hoofddorp. De app is op 22 april door Iris Vink (13 jaar), op 24 april door Dominique Plugers (10 jaar) en Janneke Mooij (10 jaar), op 29 april door Christine van Eijsden (12 jaar) en op 2 mei door Julie van der Geer (11 jaar) getest. De paper prototyping test bestaat uit zes opdrachten. Uit de enquête blijkt dat de doelgroep graag meerdere dingen in de Tina-app wil terugzien. Daarom zijn de onderdelen die bij de enquête het meest zijn gekozen – strips, filmpjes, horoscoop, spelletjes, blunderplaza en sterrennieuws – in de paper prototyping test verwerkt. Van de eerste drie testers heeft een meisje (Dominique) de opdrachten foutloos kunnen doorlopen in de Tina-app. De andere twee meisjes (Iris en Janneke) hebben een of meerdere dingen niet in de Tina-app kunnen vinden. Dit komt voornamelijk door het scrollen. Iris vindt het niet heel duidelijk dat er gescrold kan worden en Janneke heeft er niet bij nagedacht dat het überhaupt kan. De knoppen die meteen bij het openen van de app in beeld zijn, snappen ze alle drie wel. De vragen met betrekking tot die knoppen hebben ze dan ook alle drie goed doorlopen. De paper prototyping test is na de eerste drie meisjes aangepast. Er is in de tweede versie van de paper prototyping test duidelijker gemaakt dat er gescrold kan worden in de Tina-app. De laatste twee testers (Christine en Julie) snappen in één keer dat er gescrold kan worden en doorlopen alle vragen qua navigatie goed. De opdrachten en het filmpje van de paper prototyping test staan in bijlage IX op p. 122, de tekeningen staan in bijlage X op p. 124. 8.3
Interviews
De twee interviews vinden op 2 mei 2012 bij Sanoma Media te Hoofddorp plaats. Interview met Sophie Nijland (9 jaar): Telefoon Sophie heeft een Samsung. Ze kan daar niet mee internetten, maar ze belt en sms’t er wel mee. Haar telefoon heeft ze bij zich als ze naar vriendinnen gaat. Dan kan ze aan haar ouders vragen hoe laat ze thuis moet komen. Ze mag haar telefoon niet mee naar school nemen. Smartphones en tablets Thuis komt Sophie in aanraking met smartphones en tablets. ‘Mijn vader heeft een
Onderzoek - Tina-app
62
iPhone en mijn moeder een BlackBerry. We hebben ook een iPad.’ Sophie mag de telefoons en iPad van haar ouders gebruiken. Apps Ze downloadt wel eens apps op de iPad, bijvoorbeeld spelletjes. Apps kopen doet Sophie niet. Ook haar ouders downloaden alleen gratis apps. Een favoriete app heeft ze niet. Tina-app Als ze één ding mag kiezen wat ze sowieso in haar ideale Tina-app wil, zijn dat strips. Als ze meerdere dingen mag kiezen, zegt ze: ‘Hulp bij liefde, dat je vragen kunt stellen. Tweets van bekende mensen zijn ook leuk in de app. En filmpjes ook.’ Als ze een hoeveelheid van de inhoud aan mag geven, wil ze liever elke dag een nieuw filmpje dan een aanbod van heel veel filmpjes. Daarentegen wil ze wel altijd een aanbod van veel strips. Ze zou de Tina-app alleen downloaden als het gratis is. Tina.nl Sophie bezoekt de website Tina.nl. Ze vindt dat de winacties en spelletjes, zoals op Tina.nl, ook in de app moeten komen. ‘Maar de app moet wel iets anders worden dan Tina.nl.’ Interview met Mathilde de Gans (11 jaar): Telefoon Mathilde heeft een iPhone. Ze neemt die altijd en overal mee naar toe. ‘Ik sms, ik bel, ik ga op internet, ik doe er nieuwe apps op’, zegt ze over haar activiteiten op de iPhone. Ouders De vader van Mathilde heeft een iPad en een iPhone, haar moeder heeft een iPad en een BlackBerry. Van de iPad van haar vader mag Mathilde ook gebruik maken. Apps Mathilde downloadt vooral apps op de iPhone. Soms ook op de iPad. Dat zijn meestal gratis apps, maar heel soms zit er een betaalde app tussen. Ze besteedt gemiddeld €0,30 per maand aan apps. ‘Soms zijn ze duurder en soms niet. Nu heb ik al een paar maanden geen betaalde apps gedownload.’ Een favoriete app heeft Mathilde niet. ‘Twitter en Hyves vind ik wel leuk. Soms speel ik ook spelletjes.’ Tina-app Als Tina een app gaat maken, wil Mathilde er sowieso tweets van sterren in. Als ze meerdere dingen mag kiezen, kiest ze voor bizzkwietjes (sterrennieuws). Als er strips in de app komen, wil ze heel veel korte strips. Ze zou de Tina-app alleen downloaden als het gratis is. Tina.nl Mathilde zit heel soms op Tina.nl. Ze bekijkt dan vaak het blunderplaza. Over dingen
Onderzoek - Tina-app
63
op Tina.nl ook in de Tina-app stoppen, zegt ze: ‘Het moet niet precies hetzelfde worden als Tina.nl. Er mogen wel dingen van de site in de app, maar niet te veel.’ De transcripties van de interviews staan in bijlage XI op p. 131. 8.4
Panelgesprek
Het panelgesprek is op 2 mei 2012 gehouden bij Sanoma Media te Hoofddorp. Er zijn zestien meisjes uitgenodigd om naar Hoofddorp te komen. Daarvan zijn acht meisjes gebruikt voor een panelgesprek. Het panelgesprek vindt plaats met de meisjes Remy (12 jaar) uit Rhoon, Stefanie (11 jaar) uit Den Haag, Manon (11 jaar) uit Uitgeest, Janneke (7 jaar) uit Nijmegen, Zelda (10 jaar) uit Deventer, Sabine (10 jaar) uit Haarlem, Anne (11 jaar) uit Veenendaal en Zoe (10 jaar) uit Hoorn. Alle meisjes zitten op de basisschool. Over het geheel genomen zijn Remy, Stefanie, Sabine, Zoe en Manon het meest aan het woord. Janneke is veruit de jongste en weet heel weinig van het onderwerp af. Daardoor heeft ze weinig verteld. Anne en Zelda zijn verlegen, waardoor ze alleen antwoord geven als ze direct iets gevraagd wordt. Mobiele telefoon Sabine heeft een Samsung: ‘Ik kan ermee bellen en sms’en en thuis kan ik er ook mee internetten. Via Wi-Fi. Ik kan er geen apps op zetten. Wel op mijn iPod Touch.’ Stefanie krijgt een smartphone voor haar verjaardag: ‘Ik krijg de mobiel van mijn moeder. Zij heeft een Samsung Galaxy S. Die zijn we nu aan het veranderen, omdat die van mij wordt.’ Drie meisjes hebben geen mobiele telefoon, drie meisjes hebben een smartphone, één meisje heeft een telefoon zonder internet en twee meisjes krijgen op korte termijn een smartphone. Twee van de meisjes hebben een iPod Touch. Drie meisjes hebben hun telefoon alleen bij zich als ze buiten gaan spelen of als ze naar een vriendin toe gaan. Ze kunnen dan contact met hun ouders opnemen. De oudere meisjes nemen hun telefoon overal mee naar toe. Stefanie: ‘Hij zit altijd in mijn broekzak.’ Remy vindt haar telefoon ook heel handig. ‘Ik sms met vriendinnen. Als ik iets wil lenen van een vriendin dan WhatsApp ik haar of ze het de volgende dag mee naar school wil nemen.’ Manon belt en sms’t niet alleen, zij maakt ook foto’s met haar telefoon. Mobile devices thuis Iedereen weet wat een iPhone is. Sterker nog, bij bijna iedereen is er wel een iPhone of iPad thuis. Of meerdere. Zoe wordt omringd door iPhones. ‘Mijn moeder heeft er een, en mijn vader en mijn zusje.’ Ook Sabine komt in aanraking met Apple devices: ‘Mijn vader heeft een iPhone en we hebben twee iPads thuis en mijn broer heeft een iPod Touch. Mijn vader heeft de nieuwe iPad, maar mijn moeder de iPad 2. En mijn broer krijgt een Samsung Galaxy S2.’ Manon krijgt een iPad voor school: ‘In het tweede jaar van de middelbare school krijg ik ook een iPad. Daar staan het lesrooster en het huiswerk dan op. Mijn vader heeft een iPhone 4 en hij heeft ook een iPad.’
Onderzoek - Tina-app
64
Jannekes en Zoe’s vaders hebben beiden een iPad. Bij Remy thuis is de iPad van iedereen. Zelda heeft geen iPad thuis. ‘Maar mijn oma heeft er wel één.’ Ook Anne komt veel met Apple in aanraking: ‘Mijn vader heeft een iPad en hij heeft een iPhone 4. Mijn stiefmoeder en stiefzus hebben ook een iPhone.’ Op de vraag ‘Mogen jullie de smartphones of tablets van jullie ouders gebruiken?’ antwoordt iedereen met ‘ja’. Apps Alle meisjes spelen graag spelletjes apps, alleen niet iedereen snapt hoe je die precies moet downloaden. Zoe: ‘Ik download geen apps, want ik snap niet hoe dat werkt. Mijn moeder doet dat voor me. Vooral spelletjes. Ik speel heel veel spelletjes.’ Janneke mag ook spelletjes spelen op haar ouders’ iPad: ‘Ik download nooit apps, maar mijn ouders wel.’ Stefanie en Remy snappen heel goed hoe je apps moet downloaden. Remy zegt: ‘Ik mag op mijn moeders iPad. Ik download zelf apps, bijvoorbeeld als ik een app in Tina zie staan, download ik die ook. En ik tik vaak ‘games’ in en dan kijk ik of er wat leuks tussen zit.’ Bijna alle meisjes downloaden alleen gratis apps. Alleen Manon en Sabine betalen heel af en toe voor een app. ‘Maximaal €0,80 cent’, zegt Sabine. ‘Maar dat mag alleen heel soms.’ Annes iPod Touch is gejailbreakt, dus zij kan alle apps gratis krijgen. Op de vraag wat hun favoriete app is, antwoorden de meisjes bijna alleen maar spelletjes apps. Manon: ‘Angry Birds.’ Anne: ‘Draw Some.’ Zelda: ‘Where’s my water.’ Janneke: ‘Angry Birds.’ Stefanie: ‘Ik heb niet echt een favoriete app, ik vind ze allemaal wel leuk. Als ik daar zin in heb, doe ik dat, als ik daar zin in heb, doe ik dat.’ Remy: ‘Wordfeud, Rumble, en als ze iets over je aangeven, bijvoorbeeld een horoscoop.’ Sabine: ‘Ik vind alles wel leuk, Draw Some ook.’ Zoe: ‘Hetzelfde als Zelda.’ Tina-app Als de meisjes één ding mogen kiezen voor in de Tina-app, dan kiezen ze: Manon: ‘Sterrennieuws.’ Stefanie: ‘Quizzen.’ Zoe: ‘Spelletjes.’ Sabine: ‘Minigames en iets om zelf strips te maken.’ Remy: ‘Bijvoorbeeld Suus & Sas, maar dat je dan zelf iets kan maken.’ Stefanie: ‘Ja, dat je eerst een foto van jezelf maakt en dat je die in een strip kan zetten.’ Zoe wil gewoon heel veel strips. Remy wil ook doe-dingen in de Tina-app. Stefanie zegt: ‘Gewoon iets waar je allemaal mogelijkheden op hebt.’ Anne en Zelda vinden dat de app roze moet worden. Als er strips in komen, zegt iedereen elke dag een nieuw stripje te willen lezen in plaats van een aanbod van heel veel strips. Manon zegt: ‘Ja, je kan de strip één dag lezen en daarna niet meer. Als je dan één dag vergeet te kijken, heb je gewoon pech.’ Ook bij filmpjes hebben ze allemaal liever een ‘filmpje van de dag’ dan dat er een aanbod van veel filmpjes is. Op de vraag of ze de Tina-app zouden downloaden, antwoordt iedereen met ‘ja’. Als de Tina-app geld zou kosten, zou een aantal de app niet downloaden. Sabine zou bij
Onderzoek - Tina-app
65
haar ouders gaan zeuren. Manon ook: ‘Ik blijf net zo lang bij mijn vader zeuren tot hij de app heeft gedownload.’ Stefanie snapt niet hoe je voor een app moet betalen. Remy: ‘Ja, ik dacht eerst dat je een app met je beltegoed kon downloaden, maar dat is helemaal niet zo.’ De meisjes komen tot de conclusie dat de Tina-app het best gratis kan worden. Twitter Iedereen, behalve Janneke, weet wat Twitter is. Zelf hebben de meisjes geen Twitter. En als ze een account hebben, gebruiken ze die niet actief. Toch zouden ze het wel leuk vinden om in de Tina-app tweets van beroemde sterren te lezen. ‘Ja, maar dan wel leuke tweets. Niet van ‘ik ben nu een concert aan het geven’, want dat is best wel saai om te lezen’, zegt Remy. Manon vult haar aan: ‘Wel bijvoorbeeld ‘ik ben gestruikeld over een bananenschil’ of zoiets.’ Tina.nl De meisjes in het panelgesprek bezoeken soms op Tina.nl. Ze vinden de blunders op de website zo leuk dat ze die ook in de Tina-app willen. Manon noemt ook sterren voor in de Tina-app. Als de Tina-app teveel op Tina en Tina.nl lijkt, zouden de meisjes de app niet downloaden of niet meer gebruiken. Manon zegt: ‘Maar er kunnen wel een beetje dingen van het blad zelf in de app komen, maar dan op een andere manier.’ Ze zijn wel heel blij met het idee dat Tina een app gaat maken. Remy: ‘Ja, want ik vind het stom dat ik op vakantie Tina moet missen. Dan wil ik bijna naar huis gaan om Tina thuis te halen.’ Manon: ‘Dan kun je Tina zelfs in Amerika checken.’ Remy: ‘Of in Turkije.’ Stefanie: ‘Je neemt Tina dan gewoon overal mee naar toe.’ Op Tina.nl bezoeken de meisjes vooral de homepage. Daarnaast zijn de spelletjes, de quizzen, het knutselhoekje en de filmpjes populair. Stefanie: ‘Ik kijk ook bij de bizz. Want er staat in Tina vaak een opdrachtje en dan kijk ik op Tina.nl/bizz of ik het goed heb.’ Algemeen De lievelingskleuren van de meisjes verschillen heel erg. Zo worden paars en geel beiden twee keer genoemd. Verder worden groen, oceaangroen, turquoise en lichtblauw genoemd. Tina-app concepten De acht meisjes van het panelgesprek en de andere acht meisjes die zijn uitgenodigd (Fleur (12 jaar) uit Rhoon, Mathilde (11 jaar) uit Den Haag, Julie (11 jaar) uit Uitgeest, Maria (7 jaar) uit Nijmegen, Janne (10 jaar) uit Deventer, Hailey (10 jaar) uit Haarlem, Sophie (9 jaar) uit Veenendaal en Salina (10 jaar) uit Hoorn), hebben vijf concepten van Tina-apps genummerd van leuk naar stom. In §11.1 op p. 73 staan de vijf concepten. De cijfers die de meisjes aan de vijf Tina-app concepten hebben gegeven, staan in bijlage XIII op p. 140. In totaal (van alle zestien meisjes) vinden zes meisjes concept 2 het leukst, vijf meisjes concept 5 het leukst, drie meisjes concept 1 het leukst, twee meisjes concept 4 het leukst en vindt niemand concept 3 het leukst.
Onderzoek - Tina-app
66
Welk concept hebben de meisjes uit het panelgesprek op nummer 1 gezet? Concept 1. Janneke: ‘Het ziet er gezellig uit. En het is roze.’ Concept 2. Manon: ‘Die ziet er heel gezellig uit met die verschillende vormpjes.’ Concept 2. Remy: ‘Ik heb die blauwe, omdat ik die er gezellig uit vind zien. Maar dan zou ik wel de tweets erbij doen. Die mag er of bij of in plaats van het filmpje van de dag.’ Concept 2. Sabine: ‘Ik had de tweede van de voorkant. Die vond ik er leuk uitzien, maar dan moeten wel de tweets erbij. En dat je dan kunt scrollen.’ Concept 2. Zoe: ‘Ik heb ook de blauwe, want die zag er gezellig uit.’ Concept 5. Anne: ‘Vanwege de kleurtjes en de inhoud.’ Concept 5. Zelda: ‘Ik vond het er leuk uitzien met de plaatjes.’ Concept 5. Stefanie: ‘Ik zat te twijfelen tussen de tweede van de voorkant en de tweede van de achterkant. Vanwege de tweets heb ik toch voor de tweede van de achterkant gekozen.’ Tot slot hebben alle zestien meisjes hun ideale Tina-app getekend. Iedereen heeft allerlei onderdelen in de app getekend. In tabel 8.6 in bijlage XII op p. 139 staan de genoemde onderdelen voor in de app en hoe vaak ze dat onderdeel hebben genoemd. Strips (13 x), tweets van beroemde sterren (12 x), games (11 x) en sterrennieuws/bizz (11 x) worden het meest genoemd. De tekeningen die de meisjes hebben gemaakt, staan in bijlage XIV op p. 149. De transcriptie van het panelgesprek staat in bijlage XII op p. 134.
Onderzoek - Tina-app
9.
67
Conclusie
De resultaten van de deskresearch en de fieldresearch geven antwoord op de onderzoeksvraag. De probleemstelling is: Voor welk platform kan Tina het beste een Tina-app ontwikkelen en hoe moet deze app er qua inhoud en vormgeving uit komen te zien? De antwoorden op de deelvragen verantwoorden deze conclusie. De conclusies uit de deskresearch en de verschillende soorten fieldresearch vullen elkaar aan en komen deels met elkaar overeen. Het aantal smartphones, tablets en apps groeit nog elke dag. De besturingssystemen Apple iOS en Google Android zijn de meest gebruikte. Qua bekendheid, kwaliteit, gebruiksgemak, betrouwbaarheid, hoeveelheid apps en inkomsten wint Apple het van Android. Maar Android is wel bezig met een inhaalrace. 29% van de doelgroep heeft een eigen smartphone. Dat blijkt uit de deskresearch. Uit de fieldresearch blijkt echter dat iets meer dan de helft van de doelgroep een eigen smartphone heeft en dat de doelgroep zelf over evenveel Apple als Android beschikt. 18% heeft een iPhone of iPod Touch en ook 18% heeft een Android smartphone. BlackBerry’s (12%), Windows smartphones (4%) en andere smartphones (6%) zijn minder populair. Als het smartphone bezit per leeftijd wordt bekeken, blijkt dat hoe ouder de meisjes zijn, hoe groter de kans is dat ze een smartphone hebben. Uit de fieldresearch blijkt dat meer dan een kwart (26%) van de ouders een iPhone of iPod Touch heeft. Iets minder dan een kwart (24%) heeft een Android smartphone. Ook bij de ouders zijn de BlackBerry (13%), de Windows smartphone (9%) en andere smartphones (2%) minder populair. Meer dan twee derde (68%) van de kinderen zonder smartphone mag de smartphone van hun ouders gebruiken. Dat blijkt uit deskresearch. Uit de fieldresearch blijkt zelfs nog iets meer (69%) van de doelgroep gebruik te mogen maken van de smartphone(s) van ouders. Daarbij mogen bijna alle meisjes ook gebruik maken van de tablet van hun ouders. Of door hun eigen smartphone, ofwel door hun ouders’ smartphone(s) komt 31% van de doelgroep dagelijks in aanraking met een Apple smartphone, 29% komt dagelijks in aanraking met een Android smartphone en 5% komt dagelijks in aanraking met een Windows smartphone. Deskresearch wijst uit dat 25% van de Nederlandse huishoudens over een tablet beschikt. Uit de fieldresearch blijkt echter dat bijna de helft van de doelgroep thuis een tablet heeft. 30% geeft aan een iPad te hebben, 13% beschikt over een Android tablet, 1% over een Windows tablet en 3% heeft een ander soort tablet. De doelgroep komt dus het meest met Apple (smartphones en tablets) in aanraking. Daarbij wijst deskresearch uit dat het gebruiksgemak en de betrouwbaarheid van Apple beter zijn dan die van Android. Daarom kan de Tina-app het best voor Apple ontwikkeld worden (iPhone, iPad, iPod Touch), want dan heeft de app het grootste bereik.
Onderzoek - Tina-app
68
Van het deel dat de website Tina.nl met een smartphone of tablet bezoekt, doet bijna de helft dat met de iPad. Een vijfde deel doet dat met de iPod Touch en bijna 10% met de iPhone. De bereidheid om voor apps te betalen is heel beperkt. Daarom wordt er bij het bepalen van een juiste prijs voor apps veel afgewogen, want enerzijds is het belangrijk dat de app veel gedownload wordt, maar anderzijds kan niet alles gratis worden weggegeven. Er wordt weinig winst gemaakt op apps. Gemiddeld kost de ontwikkeling van een app meer dan dat het oplevert. Dat blijkt uit de deskresearch. Uit de fieldresearch blijkt ook dat veel meisjes (65%) alleen maar gratis apps downloaden. 64% van de doelgroep geeft aan de Tina-app alleen te downloaden als deze gratis is. 36% is wel bereid voor de Tina-app te betalen. De downloadcijfers van de door Sanoma ontwikkelde apps voor kinderen geven echter wel aan dat ouders bereid zijn vrij veel geld voor een app voor hun kinderen te betalen. Een Tina-app met werving voor het tijdschrift Tina levert het meeste geld op. Omdat zelfs bij dat verdienmodel de kosten van de app waarschijnlijk niet worden gedekt, is het noodzakelijk een partner te zoeken die samen met Tina een app wil ontwikkelen en bekostigen. Twee derde (67%) van de doelgroep downloadt zelf apps en meer dan de helft (56%) van de ouders downloadt apps. Volgens de deskresearch gebruiken jongeren de apps WhatsApp, Twitter, Angry Birds, Facebook, Hyves, Wordfeud en Ping het meest. Uit de fieldresearch blijken Angry Birds (13%), Wordfeud (13%), Draw Some (12%), Twitter (11%) en Hyves (10%) de top vijf favoriete apps van de doelgroep te zijn. De doelgroep speelt dus graag spelletjes apps. Uit fieldresearch blijkt dat 99% van de doelgroep een Tina-app voor op mobile devices wil. De doelgroep ziet het liefst strips (79%) in hun ideale Tina-app. Strips, tweets van beroemde sterren, games, een horoscoop en sterrennieuws worden het meest genoemd in de enquête en in de tekeningen die de doelgroep heeft gemaakt van de ideale Tina-app. In een brainstorm over de Tina-app komt het idee van een eigen strip maken naar boven. De doelgroep vindt het leuk om eigen foto’s aan bestaande strips toe te voegen in een Tina-app. Als er strips in de Tina-app komen, wil de doelgroep liever elke dag een nieuwe strip dan altijd een aanbod van veel strips. De doelgroep vindt beeld heel belangrijk. Dat is het eerste waar ze naar kijken. Uit zowel deskresearch als fieldresearch blijkt dat de doelgroep vrolijke kleuren – zoals roze en rood – mooi vindt. Als de Tina-app teveel op Tina en Tina.nl lijkt, zou de doelgroep de app niet downloaden of niet meer gebruiken. Er mogen wel dingen van het blad en de website in de app komen, maar dan op een andere manier. Om aan de wensen van de doelgroep te voldoen, kan Tina dus het beste een kleurige app met strips, veel beeld en met een spelelement ontwikkelen.
Onderzoek - Tina-app
69
Directe print concurrenten van Tina zijn Meiden Magazine, Hoe overleef ik, Penny, Penny Plus en Inkie. Alleen Penny en Inkie hebben ook een app. Concurrerende websites die een app hebben ontwikkeld zijn Girlsgogames.nl en Stardoll.com. Zelfstandige apps als Angry Birds en Wordfeud zijn ook concurrenten van een eventuele Tina-app. Wat de concurrerende apps goed doen, is dat de apps alleemaal een hoofdfunctie hebben. Dat is de kracht van een goede app. De Tina-app kan dus ook het best een ‘op een functie gebaseerde’-app worden. Qua trends moeten merken en bedrijven steeds meer via mobile devices doen. Merken moeten anno 2012 altijd en overal actief zijn. Tina moet naast print en online dus ook via mobile devices actief zijn. Uit het gehele onderzoek is te concluderen dat de Tina-app het best voor Apple (iPhone, iPad, iPod Touch) ontwikkeld kan worden, deze een ‘op een functie gebaseerde’-app moet worden, de Tina-app in ieder geval strips, veel beeld en een spelelement moet bevatten en deze er vrolijk (met veel kleuren) uit moet komen te zien.
Onderzoek - Tina-app
70
Onderzoek - Tina-app
10.
71
Advies
Omdat uit dit onderzoek blijkt dat Tina er verstandig aan doet een Tina-app te ontwikkelen, is er een advies voor de opdrachtgever Tina. De Tina-app kan het best voor Apple (iPhone, iPad, iPod Touch) ontwikkeld worden, een ‘op een functie gebaseerde’-app worden met veel strips, veel beeld, en een spelelement en deze moet er vrolijk (met veel kleuren) uit komen te zien. Een indirect advies is om dit onderzoek regelmatig te herhalen, omdat de ontwikkelingen op het gebied van smartphones, tablets en apps heel snel gaan en de uitkomsten daarvan dus ook snel kunnen veranderen. Op dit moment komt de doelgroep het meest in aanraking met Apple, maar dat kan over een half jaar of jaar al heel anders zijn. Daarbij een direct advies om een onderzoek te starten naar een juist verdienmodel voor de Tina-app. Daarin moeten de volgende onderzoeksvragen beantwoord worden: ‘Hoe kan de Tina-app winstgevend worden?’, ‘Welke adverteerders willen in de Tina-app adverteren?’ en ‘Welk merk of welke partner wil en kan samen met Tina een Tina-app ontwikkelen en bekostigen?’ Een Tina-app ontwikkelen met daarin strips is een aanrader, zoals het Tina-app concept in §11.2.2 op p. 76. Een Tina-app zonder partner of zonder genoeg betalende adverteerders ontwikkelen is een afrader, omdat er dan meer kosten dan opbrengsten zijn.
Onderzoek - Tina-app
72
Onderzoek - Tina-app
11.
73
Beroepsproduct
In dit hoofdstuk staan de verschillende dummy’s van de Tina-app. 11.1
Eerste versie
De eerste versies zijn gebaseerd op de resultaten van de enquête en de paper prototyping test. Uit de enquête blijkt dat de doelgroep het liefst strips, sterrennieuws, een horoscoop, filmpjes en spelletjes in een Tina-app terug wil zien. Daarnaast blijkt dat de doelgroep het meest met Apple in aanraking komt. Uit de paper prototyping test blijkt dat het voor de doelgroep duidelijk moet zijn dat er gescrold kan worden in de Tina-app. De onderzoeker heeft die resultaten gebruikt bij het ontwerpen van de volgende Tina-app concepten. Alle concepten (figuur 11.1 tot en met figuur 11.7) zijn in Adobe Photoshop vormgegeven.
Figuur 11.1: concept 1
Onderzoek - Tina-app
Figuur 11.2: concept 2
Figuur 11.3: concept 3
74
Onderzoek - Tina-app
75
Figuur 11.4: concept 4
Figuur 11.5: concept 5 11.2
Tweede versie
Er zijn twee eindconcepten gemaakt. 11.2.1 Eindconcept 1 Het eerste eindconcept is gebaseerd op de reacties uit het panelgesprek. Daaruit blijkt dat de doelgroep vooral en het liefst naar beeld kijkt. Vandaar dat concept 2 en concept 5 de grote favorieten zijn. De meisjes geven net als in de enquête, ook in het
Onderzoek - Tina-app
76
panelgesprek aan meerdere dingen in de Tina-app te willen en dan het liefst strips, spelletjes, sterrennieuws, filmpjes, tweets en een horoscoop. Dat is in eindconcept 1 verwerkt. Uit de deskresearch en fieldresearch blijkt dat de doelgroep bij Tina aan vrolijke kleuren – zoals roze en rood – denkt. Het is wellicht interessant en vernieuwend de achtergrondkleur van de app elke week of maand van (een vrolijke) kleur te laten wisselen.
Figuur 11.6: eindconcept 1 Inhoud Onder het kopje ‘Games’ zitten meerdere games, bijvoorbeeld Bubble Shooter en Nagelstudio. Onder het kopje ‘Strip van de dag’ staat elke dag een kort en nieuw stripje dat gebruikers kunnen lezen. Onder ‘Bizz’ valt al het sterrennieuws dat de doelgroep interessant vindt om te lezen. Dit wordt dagelijks geüpdatet. Bij ‘Filmpje van de dag’ staat elke dag een nieuw en grappig filmpje. Dit kan bijvoorbeeld een videoclip van een beroemde ster of een grappig filmpje over dieren zijn. Onder ‘Tweets’ zijn alle tweets van Tina sterren te lezen, zoals Nick & Simon, Selena Gomez, Monique Smit en One Direction. Dit wordt zodra de sterren een nieuwe tweet op Twitter plaatsen geüpdatet. Tot slot lezen gebruikers bij ‘Horoscoop’ wat hen die dag te wachten staat. Dit wordt dagelijks geüpdatet. 11.2.2 Eindconcept 2 Maar waarom de meeste apps zo krachtig zijn, is vanwege hun (enige) hoofdfunctie. Populaire en goede apps hebben maar een functie. Die bestaan niet uit allerlei opties en keuzemenu’s. De meisjes in het panelgesprek en de meisjes die de enquête hebben ingevuld, tekenden en noemden wel allerlei functies in hun ideale Tina-app, maar hun eigen favoriete apps bestaan allemaal uit een hoofdfunctie. Vanuit Sanoma gezien, worden er ook het liefst ‘op een functie gebaseerde’-apps gemaakt. Daarom is er ook een tweede eindconcept gemaakt.
Onderzoek - Tina-app
77
Onderzoek - Tina-app
78
Figuur 11.7: eindconcept 2 De keuze om dit concept op strips te baseren volgt uit de enquête en het panelgesprek. In de enquête zegt 79% van de doelgroep strips in de app te willen. In het panelgesprek tekenen ook de meeste (dertien van de zestien) meisjes strips in hun ideale Tina-app. Inhoud Er staat elke dag een nieuwe strip in de Tina-app. Naast de strips lezen, kunnen gebruikers de strips ook aanpassen. Ze kunnen een eigen foto maken of een bestaande foto kiezen uit hun fotoalbum, deze bijsnijden en toevoegen aan de strip. De ene dag kun je één foto aan de strip toevoegen, de andere dag twee of meer. Dit kan bij zowel
Onderzoek - Tina-app
79
meisjes- als jongensstripfiguren. Er kunnen ook eigen namen worden toegevoegd. Vervolgens worden de hoofden en namen in de hele strip doorgevoerd. Zo hebben de gebruikers een eigen strip “gemaakt”, die ze plaatje voor plaatje kunnen bekijken en lezen. Aan het einde van de strip – die uit maximaal tien plaatjes bestaat – ziet de gebruiker zijn gemaakte strip in zijn totaal. De gebruiker kan de strip ook als favoriet opslaan en deze later nog eens bekijken. Als gebruikers een dag niet kijken, kunnen ze de strip van de dag ervoor niet meer zien. Aan het einde van elke strip popt er een schermpje op met de mogelijkheid abonnee te worden. Op deze manier zullen gebruikers (en dan vooral niet-abonnees) dagelijks geconfronteerd worden met een abonnement of de losse verkoop van het tijdschrift Tina. Zo kan er met de Tina-app dus indirect geld worden verdiend.
Onderzoek - Tina-app
80
Onderzoek - Tina-app
12.
81
Evaluatie
Het onderzoek is over het algemeen verlopen zoals dat gepland was. De enquête heeft genoeg response gekregen. Daardoor zijn de resultaten representatief voor de hele doelgroep. De paper prototyping test is goed gegaan. En ook de interviews en het panelgesprek zijn bijna naar wens verlopen. Voor het panelgesprek waren acht mensen uitgenodigd en die zijn ook allemaal gekomen. De respondenten waren meisjes tussen de zeven en twaalf jaar oud. Daarbij kwamen ze uit verschillende Nederlandse steden. Sommige respondenten waren verlegen en durfden op sommige vragen niet uit zichzelf antwoord te geven. Daarom heeft de onderzoeker ze soms direct een vraag moeten stellen. Een ander klein obstakel vond plaats tijdens het tekenen van de Tina-apps. Een van de meisjes begon over ‘Strip gemist’ – zoals ‘RTL Gemist’ – waardoor een aantal meisjes ‘Strip gemist’ in de Tina-app tekening heeft gezet. Dat hebben de meisjes er niet ingezet omdat ze dat er ook echt in willen, maar omdat ze melig waren. Omdat uit de conclusie van het onderzoek blijkt dat een Tina-app zonder partner geen winst zal maken, is het verstandig in een volgend onderzoek te onderzoeken welk verdienmodel het best bij een Tina-app gebruikt kan worden en welke partner er mee wil werken aan een Tina-app. Welke bedrijven zijn er überhaupt geschikt? Welke bedrijven hebben iets te bieden dat Tina gerelateerd is? Die vragen zijn belangrijk voor het ontwikkelen van een goede Tina-app.
Onderzoek - Tina-app
82
Onderzoek - Tina-app
83
Literatuurlijst Aerts, L. (29 september 2011). ‘Liefst simpele mobiel’, ‘voor 8-jarige is smartphone heel gewoon, ‘ik ping met meisjes', ‘Geeft niet welk merk’. Het Parool. PS Kind, p. 2. All About Phones. (4 april 2012). iPhone en Android winnen weer marktaandeel. Geraadpleegd op: 5 april 2012, van: http://www.allaboutphones.nl/nieuws/9189/iPhone-en-Android-winnen-weermarktaandeel.html Ameyden van Duym, N. van. [Sanoma lezing; mobile publishing]. 28 maart 2012. App Store. (2012). Geraadpleegd op: 14 mei, van: iPhone. Apple. (z.j.). Wat is iCloud. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://www.apple.com/nl/icloud/what-is.html Apple App Store bereikt mijlpaal. (5 maart 2012). Het Financiële Dagblad. Ondernemen, p. 11. Apple blijft met iPad de baas. (11 januari 2012). De Gooi- en Eemlander. Automatiseringgids. (24 januari 2012). Nep app glipt Apples App Store binnen. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://www.automatiseringgids.nl/nieuws/2012/04/nep-app-glipt-apples-app-storebinnen Bakel, A. van. [Sanoma lezing; mobile publishing]. 28 maart 2012. CBS Statline (26 maart 2012). Bevolking: geslacht, leeftijd, burgerlijke staat en regio. Geraadpleegd op: 26 maart 2012, van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=03759NED&D1=2& D2=8-13&D3=0,5-16&D4=23-24&HDR=T,G1&STB=G2,G3&VW=T CBS Statline. (6 maart 2012). ICT gebruik van huishoudens naar huishoudkenmerken. Geraadpleegd op: 6 maart 2012, van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/default.aspx?DM=SLNL&PA=71102ned &D1=3%2c26-28%2c33&D2=4&D3=a&HDR=G1%2cT&STB=G2&VW=T Computerworld. (18 augustus 2011). Hoe bouw je een zakelijke app. Geraadpleegd op: 31 mei 2012, van: http://computerworld.nl/article/13107/hoe-bouw-je-een-zakelijkeapp.html Consumentenbond. (2012). Testoordeel smartphones 2012. Geraadpleegd op: 5 mei 2012, van: http://www.consumentenbond.nl/test/elektronicacommunicatie/telefonie/mobiele-telefoons/mobiele-telefoon-vergelijken
Onderzoek - Tina-app
84
Consumentenbond. (z.j.). Apps en app-stores. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://www.consumentenbond.nl/test/elektronica-communicatie/telefonie/mobieletelefoons/extra/apps-appstores/#header_anchor_2 Coppens, K. (maart 2011). Merk gerelateerde smartphone applicaties en merkroyaliteit van de consument. Geraadpleegd op: 6 maart 2012, van: http://dare.uva.nl/document/215458 De app-economie is nog maar net begonnen, handel in smartphone-software is een miljardenindustrie. (30 december 2011). NRC Handelsblad. Dutchcowboys. (31 december 2009). Nieuwe media top 10 van 2009. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://www.dutchcowboys.nl/socialmedia/18693 Dutchcowboys. (1 december 2011). Op Yahoo in de VS werd in 2011 het meest op iPhone gezocht. Geraadpleegd op: 6 december, van: http://www.dutchcowboys.nl/search/23614 Dutchcowboys. (13 maart 2012). Trendrapport: ‘Internetbureau dient volledige online kanaal te regisseren’. Geraadpleegd op: 22 maart 2012, van: http://www.dutchcowboys.nl/reports/24313 Eén smaak voor tablets en telefoons. (10 december 2011). NRC Handelsblad. Emerce. (19 maart 2012). Onlinereclame voor het eerst groter dan print. Geraadpleegd op: 25 maart 2012, van: http://www.emerce.nl/nieuws/onlinereclame-eerst-groter-print Facebook. (2012). Tijdschrift Tina. Geraadpleegd op: 6 mei 2012, van: http://www.facebook.com/TijdschriftTina Frankwatching (5 december 2011). De toekomst van het internet. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://www.frankwatching.com/archive/2011/12/05/detoekomst-van-het-internet/ Gadget Review. (30 januari 2011). Android geschiedenis. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://www.gadget-review.org/android-geschiedenis Google Play. (2012). Geraadpleegd op: 14 mei, van: Samsung Galaxy S2. Haan, J. de & R. Pijpers. (2010). Contact!; kinderen en nieuwe media. (p140-155 en p221p233). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. HOI Instituut voor Media Auditing. (2012). Opvraagmodule magazines. Geraadpleegd op: 19 april 2012, van: http://www.hoi-online.nl/798/Opvraagmodule.html Hyves. (2012). Tinahyve!. Geraadpleegd op: 22 maart 2012, van: http://tinahyve.hyves.nl/
Onderzoek - Tina-app
85
iBianca. (4 mei 2011). Nederlanders besteden meer tijd aan games. Geraadpleegd op: 22 maart 2012, van: http://www.ibianca.nl/nederlanders-besteden-meer-tijd-aan-games/ iPad versus de rest. (14 april 2012). De Telegraaf. Advies, p. 8-9. iPad vliegt de winkel uit; Telegraaf.nl begint vragenrubriek over tablets. (17 december 2011). De Telegraaf. p. 12. Jeugdjournaal. (april 2011). Jeugdpeilonderzoek over mobieltjes. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://jeugdjournaal.nl/item/289510-jeugdpeilonderzoek-overmobieltjes.html Journalinks. (2012). Steekproef. Geraadpleegd op: 8 maart 2012, van: http://www.journalinks.be/steekproef/ Kienhuis, H. [Sanoma lezing; mobile publishing]. 28 maart 2012. Mediaonderzoek. (23 december 2011). Sterke groei tablets in 2011. Geraadpleegd op: 25 maart 2011, van: http://www.mediaonderzoek.nl/2382/sterke-groei-tablets-in-2011/ Mediatest. (21 februari 2012). Bereik is niet langer een doel; de bereidheid om te betalen voor apps is bijzonder beperkt. Geraadpleegd op: 22 maart 2012, van: http://www.mediatest.nl/nieuws/142/bereik-is-niet-langer-een-doel-%7C-debereidheid-om-te-betalen-voor-app-8217-s-is-bijzonder-beperkt.html Mediatest. (3 maart 2011). Gemiddeld wordt €14.000 in de ontwikkeling van een app geïnvesteerd. Geraadpleegd op: 22 maart 2012, van: http://www.mediatest.nl/nieuws/56/gemiddeld-wordt-8364-14-000-in-deontwikkeling-van-een-app-geinvesteerd.html Mediatest. (18 januari 2011). iPad als mediatrend bij uitgevers online onderzoek publishr.nl en mediatest. Geraadpleegd op: 22 maart 2012, van: http://www.mediatest.nl/nieuws/53/ipad-als-mediatrend-bij-uitgevers-onlineonderzoek-publishr-nl-en-mediatest.html Microsoft. (z.j.). Windows 8. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://windows.microsoft.com/nl-NL/windows-8/consumer-preview Mijn Kind Online. (maart 2012). Hey, what’s app?; 8-18-jarigen en mobiele telefoons. Geraadpleegd op: 24 maart 2012, van: http://files.smart.pr/90/eb7afb0c9f068dcb711899f07ed7ee/Rapport-MKO-MobielHey-whats-app.pdf Mijn Kind Online. (19 maart 2010). Kinderen en internet; 2-8 jaar. Geraadpleegd op: 24 maart 2012, van: http://www.mijnkindonline.nl/uploads/Kinderen_en_internet_2tot8.pdf
Onderzoek - Tina-app
86
Mijn Kind Online. (januari 2010). Mijn kind mobiel; 6-12 jaar. Geraadpleegd op: 24 maart 2012, van: http://www.mijnkindonline.nl/uploads/1127_Mijn_kind_mobiel_def.pdf Mijn Kind Online. (19 maart 2010). Kinderen en internet; 9-12 jaar. Geraadpleegd op: 24 maart 2012, van: http://www.mijnkindonline.nl/uploads/Kinderen_en_internet_9tot12.pdf New Kids on the Web. (z.j.). Mobiele telefoon. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://www.newkidsontheweb.nl/mobiele-telefoons/ Nrc Tech. (25 februari 2012). Android, Windows en de gouden iPhone-kooi. Geraadpleegd op: 1 april 2012, van: http://www.nrc.nl/tech/2012/02/25/android-windows-en-degouden-iphone-kooi/ Nu.nl. (12 mei 2012). Hp kondigt komt windows 8 tablets. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://www.nu.nl/gadgets/2809255/hp-kondigt-komst-windows-8-tablets.html O4nt.nl. (2012). Onderzoek onder gebruik smartphone en iPad onder jonge kinderen. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://o4nt.nl/wp-content/uploads/2012/03/Onderzoek-onder-gebruikSmartphone-Ipad-onder-jonge-kinderen.pdf Oog voor IT-talent. (4 oktober 2011). Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijden smarthpone. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://www.oogvoorittalent.nl/index.php/ict-nieuws/kinderen-krijgen-op-steedsjongere-leeftijd-smartphone/ One More Thing. (14 december 2011). Apples oprichtingscontract blijkt een hamerstukje. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://www.onemorething.nl/2011/12/applesoprichtingscontract-blijkt-een-hamerstukje/ Paperprototyping. (2003). What is paperprototyping? Geraadpleegd op: 19 maart 2012, van: http://paperprototyping.com/what.html Peek & Fothergill. (2009). Using focus groups: lessons from studying daycare centers, 9/11, and Hurricane Katrina. P. 31-59. Ringelstijn, T. van. (1 november 2011). De strijd Android vs. Apple. BN/DeStem. Sanoma Media. (2012). Tina. Geraadpleegd op: 13 februari 2012, van: http://www.sanomamedia.nl/nl-web-Onze_media-profielen-Tina.php
Onderzoek - Tina-app
87
Sanoma Media Mobile. (25 mei 2012). Mobile Newsletter May. Geraadpleegd op: 29 mei 2012, van: http://service.sanomamedia.nl/optiext/optiextension.dll?ID=MiLMg5BrXTU%2BP GMkWLtHyAqN%2Bm2fga6S_oY9vLGtd7E0Thngv Schipper, N. & M. Visser. (22 februari 2012). Jagen op het succes van Apple. Trouw, De Verdieping (p 2). Tablet-pc breekt door. (14 december 2011). Algemeen Dagblad. Economie, p. 19. The Independent. (6 mei 2012). Googles app sales to go through 15 billion mark. Geraadpleegd op: 7 mei 2012, van: http://www.independent.co.uk/news/business/news/googles-app-sales-to-gothrough-15-billion-mark-7717467.html Tina. (1 november 2011). Operationeel marketingplan Tina-dag. Niet gepubliceerd onderzoek. Hoofddorp: Sanoma Media. Tina. (mei 2011). What is the brand experience of girls within the age of 7-12 of the brand Tina? Niet gepubliceerd onderzoek. Hoofddorp: Sanoma Media. Twitter. (2012). @TijdschriftTina. Geraadpleegd op: 22 maart 2012, van: http://twitter.com/#!/tijdschrifttina UPC Nederland, Digivaardig en Digibewust. (november 2011). Sociale media!?. Geraadpleegd op: 18 februari 2012, van: http://overupc.upc.nl/pdf/over-upcmaatschappelijk-sociale-media.pdf Veilig gamen. (26 maart 2012). Kinderen verslingerd aan mobiel. Geraadpleegd op: 31 mei 2012, van: http://www.veiliggamen.nl/2012/03/kinderen-verslingerd-aan-mobiel/ Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Amsterdam: Boomonderwijs. Warnaars, S. [Media Parade; mobile nu & morgen]. 18 april 2012. Weeda, F. (24 maart 2011). Driekwart kleuters is al actief op internet. NRC Handelsblad. Vooraan. Weg met calvinistisch denken: Amerikaanse goeroe: smartphone voor kinderen is juist goed. (20 oktober 2011). De Telegraaf. P. 5. Wewooz. (z.j.). Gsm en smartphone gebruik bij jonge kinderen, vanaf welke leeftijd? Geraadpleegd op: 13 februari 2012, van: http://www.wezooz.nl/video-baby/gsmsmartphone-kinderen-leeftijd-opvoeding
Onderzoek - Tina-app
88
Wikipedia. (4 april 2012). Apple. Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Apple_Inc. Wikipedia. (8 april 2012). App Store. Geraadpleegd op: 12 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/App_Store Wikipedia. (12 februari 2012). Bada. Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Bada Wikipedia. (18 januari 2012). BlackBerry OS. Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/BlackBerry_OS Wikipedia. (25 maart 2012). Google Android. Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Google_Android Wikipedia. (28 maart 2012). IOS (Apple). Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/IOS_(Apple) Wikipedia. (10 maart 2012). Maemo. Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Maemo Wikipedia. (28 maart 2012). Symbian. Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Symbian Wikipedia. (2 april 2012). Windows 8. Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Windows_8 Wikipedia. (8 februari 2012). Windows Phone 7.5. Geraadpleegd op: 5 april, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Windows_phone_7.5 Woorden-Boek. (z.j.). Besturingssysteem. Geraadpleegd op: 5 april 2012, van: http://www.woorden-boek.nl/woord/besturingssysteem YouTube.com. (2012). Tijdschrift Tina. Geraadpleegd op: 16 april 2012, van: http://www.youtube.com/user/Tinaredactie Zee, F. van der. (2004). Kenniswerving in de Empirische Wetenschappen; de methodologie van wetenschappelijk onderoek. BMOOO, Groningen. Zoink by Zaptronic. (z.j.). Waarom wel apps bouwen. Geraadpleegd op: 31 mei 2012, van: http://zoinkbyzaptronic.nl/2012/04/03/waarom-wel-apps-bouwen/ Zwijssen. (z.j.). Inkie. Geraadpleegd op: 10 mei 2012, van: http://www.zwijsen.nl/web/VoorThuis/Tijdschriften/INKIE.htm
Onderzoek - Tina-app
89
Bijlage Bijlage I: deelvragen In deze bijlage staan de deelvragen die in het onderzoek worden beantwoord. Besturingssystemen - Welk besturingssysteem wordt het meest door de doelgroep gebruikt? - Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende besturingssystemen? - Op welke smartphones en tablets zitten die besturingssystemen? Interne analyse - Wat is Tina? - Wat is de doelstelling van Tina? - Wat voor producten en diensten heeft Tina? - Hoe verdient Tina daar geld mee? Doelgroepanalyse - Wat is de doelgroep van Tina? - Wat zijn de interesses van de doelgroep? - Welke pagina’s bezoekt de doelgroep het meest op Tina.nl? - Hoeveel procent van de doelgroep heeft een smartphone/tablet? - Welk besturingssysteem gebruikt de doelgroep het meest? - Welke apps vindt de doelgroep het leukst op een smartphone/tablet? - Wat wil de doelgroep in een Tina-app? - Hoe wil de doelgroep dat een Tina-app eruit komt te zien? Externe analyse - Wie zijn de concurrenten? - Hebben zij apps? - Welke apps (buiten apps vanuit een tijdschrift) bestaan er al voor de doelgroep? - Wat doen de concurrenten goed? En wat doen ze fout? - Wat zijn de trends? Winstgevendheid - Hoeveel budget is er voor een Tina-app? - Vanaf wanneer is een app winstgevend? - Hoeveel procent van de doelgroep wil een Tina-app op haar smartphone/tablet? - Hoeveel procent van dat deel is bereid om voor een Tina-app te betalen? - Zijn er adverteerders die willen betalen om in een Tina-app te adverteren?
Onderzoek - Tina-app
90
Bijlage II: figuren hoofdstuk 2 In deze bijlage staan de figuren waar in hoofdstuk 2 naar verwezen wordt.
Figuur 2.1: Tablet apps begin 2011. Rood: in store, blauw: in ontwikkeling, lichtblauw: planning 2011. (Mediatest, 2011)
Figuur 2.2: Gelanceerde Sanoma apps in 2011
Onderzoek - Tina-app
Figuur 2.3: Aantal gedownloade Sanoma apps op smartphones en tablets. (Kienhuis, H., 2012)
Figuur 2.4: Herkomst bezoekers NU app via mobile devices. (Kienhuis, H., 2012)
91
Onderzoek - Tina-app
Figuur 2.5: Herkomst bezoekers Nu.nl via mobile devices. (Kienhuis, H., 2012)
Figuur 2.6: Gebruiksmomenten mobile devices. (Kienhuis, H., 2012)
92
Onderzoek - Tina-app
Bijlage III: figuren hoofdstuk 4 In deze bijlage staan de figuren waar in hoofdstuk 4 naar verwezen wordt.
Figuur 4.1: Paginaweergaves op Tina.nl (Google Analytics, 2012)
Figuur 4.2: Zoekwoorden op Tina.nl (Google Analytics, 2012)
93
Onderzoek - Tina-app
Figuur 4.3: Kinderen van acht tot achttien jaar actief op social media. (Mijn Kind Online, 2012)
Figuur 4.4: Het aantal berichten wat door kinderen op social media wordt geplaatst. (Mijn Kind Online, 2012)
94
Onderzoek - Tina-app
Figuur 4.5: Manier waarop updates worden geplaatst. (Mijn Kind Online, 2012)
Figuur 4.6: Browsers waarmee Tina.nl wordt bezocht. (Google Analytics, 2012)
Figuur 4.7: Apparaten waarmee Tina.nl wordt bezocht. (Google Analytics, 2012)
95
Onderzoek - Tina-app
96
Figuur 4.8: Mobile devices waarmee Tina.nl wordt bezocht. (Google Analytics, 2012)
Figuur 4.9: Bezit van een smartphone of ‘gewone’ mobiel van acht- tot achttienjarigen met een mobiele telefoon. (Mijn Kind Online, 2012)
Figuur 4.10: Bezit mobiel met of zonder internet van acht- tot achttienjarigen met een mobiele telefoon. (Mijn Kind Online, 2012)
Onderzoek - Tina-app
Figuur 4.11: Gebruik acht- tot achttienjarigen met een mobiele telefoon. (Mijn Kind Online, 2012)
Figuur 4.12: Gebruik acht- tot achttienjarigen met een mobiele telefoon. (Mijn Kind Online, 2012)
97
Onderzoek - Tina-app
98
Bijlage IV: tabellen hoofdstuk 5 In deze bijlage staan de tabellen waar in hoofdstuk 5 naar verwezen wordt. Tabel 5.2: Oplagecijfers concurrenten printmedia 2011 (HOI, 2012) Totaal betaalde Titel Periodenaam Mediumgroep gerichte oplage Girlz! 2011 Q1 Publiekstijdschriften 85609 Girlz! 2011 Q2 Publiekstijdschriften 99621 Girlz! 2011 Q3 Publiekstijdschriften 92541 Girlz! 2011 Q4 Publiekstijdschriften 79126 Totaal 356.897 Hitkrant Hitkrant Hitkrant Hitkrant
2011 Q1 2011 Q2 2011 Q3 2011 Q4
Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Totaal
32671 30278 30787 28834 122.570
Hoe overleef ik Hoe overleef ik Hoe overleef ik Hoe overleef ik
2011 Q1 2011 Q2 2011 Q3 2011 Q4
Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Totaal
48977 49403 50002 42482 190.864
Meiden Magazine Meiden Magazine Meiden Magazine Meiden Magazine
2011 Q1 2011 Q2 2011 Q3 2011 Q4
Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Totaal
49301 55777 57735 53295 216.108
Penny Plus Penny Plus Penny Plus Penny Plus
2011 Q1 2011 Q2 2011 Q3 2011 Q4
Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Totaal
31605 30631 33168 31240 126.644
Penny Penny Penny Penny
2011 Q1 2011 Q2 2011 Q3 2011 Q4
Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Totaal
34050 38043 37495 35797 145.385
Tina
2011 Q1
Publiekstijdschriften
49296
Onderzoek - Tina-app
99
Tina Tina Tina
2011 Q2 2011 Q3 2011 Q4
Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Publiekstijdschriften Totaal
50715 51573 51177 202.761
Tabel 5.3: Spontane merkbekendheid van meisjes van zes tot en met acht jaar. (Tina operationeel marketingplan, 2011) 2007
2008
2009
2010
2011
Donald Duck
53%
51%
58%
49%
56%
Tina
24%
20%
26%
18%
25%
Boba
19%
31%
21%
17%
19%
Okki
12%
19%
17%
10%
9%
Nickelodeon
11%
13%
17%
7%
10%
Barbie Club
18%
12%
17%
5%
9%
Dora
6%
5%
14%
13%
8%
-
-
3%
4%
6%
Penny
10%
8%
11%
13%
9%
Winx Club
22%
15%
8%
5%
2%
Spontane MB Meisjes 6-8 jaar
Diddle Kaasblad
Tabel 5.4: Spontane merkbekendheid van meisjes van negen tot en met twaalf jaar. (Tina operationeel marketingplan, 2011) 2007
2008
2009
2010
2011
Donald Duck
58%
69%
48%
54%
49%
Tina
52%
56%
44%
50%
62%
Hitrkant
33%
38%
42%
26%
29%
Girlz
20%
23%
29%
19%
27%
Meiden Magazine
25%
26%
25%
21%
25%
Nickelodeon
17%
26%
20%
15%
15%
Jetix
22%
29%
16%
4%
1%
Penny
16%
24%
12%
15%
22%
Taptoe
14%
11%
12%
6%
6%
-
-
11%
15%
10%
Spontane MB Meisjes 9-12 jaar
Hoi
Onderzoek - Tina-app
Bijlage V: figuren hoofdstuk 6 In deze bijlage staan de figuren waar in hoofdstuk 6 naar verwezen wordt.
Figuur 6.1: Investering en inkomsten van gebruikers, adverteerders en partners. (Mediatest, 2011)
Figuur 6.2: Gratis, betaalde en deels betaalde tablet apps. (Mediatest, 2011)
100
Onderzoek - Tina-app
101
Bijlage VI: afgenomen enquête Tina, smartphones, tablets en apps 1. Ben je een meisje of een jongen? o Meisje o Jongen 2. Hoe oud ben je? o 7 jaar of jonger o 8 jaar o 9 jaar o 10 jaar o 11 jaar o 12 jaar of ouder 3. Lees jij het tijdschrift Tina? o Ja, ik heb een abonnement o Ja, ik koop Tina in de winkel o Ja, ik krijg Tina van… o Nee o Anders, namelijk… Tina.nl 4. Hoe vaak bezoek jij de website Tina.nl? o Elke dag o Elke week o Elke maand o Bijna nooit 5. Wat vind jij van de volgende onderdelen op de website Tina.nl? (Bolletje 1: helemaal niet leuk, bolletje 2: niet leuk, bolletje 3: neutraal, bolletje 4: leuk, bolletje 5: heel leuk) Helemaal Niet Neutraal Leuk Heel Ken ik niet leuk leuk leuk niet Winnen Quizzen Games Fanpagina’s Knutselhoekje Blunderplaza Filmpjes Wallpapers Smartphones Een smartphone is een mobiele telefoon met internet. Je kunt er apps (= programmaatjes op je telefoon) op downloaden.
Onderzoek - Tina-app
102
6. Heb jij zelf een smartphone? Ja, een BlackBerry Ja, een iPhone of iPod Touch (van Apple) Ja, een Android telefoon (bijv: Samsung Galaxy, HTC Sensation, Sony Ericsson Xperia) Ja, een Windows telefoon (bijv: Nokia Lumia, HTC Radar, Samsung Omnia) Ja, een… Nee 7. Hebben jouw ouders een smartphone? Ja, een BlackBerry Ja, een iPhone of iPod touch (van Apple) Ja, een Android telefoon (bijv: Samsung Galaxy, HTC Sensation, Sony Ericsson Xperia) Ja, een Windows telefoon (bijv: Nokia Lumia, HTC Radar, Samsung Omnia) Ja, een… Nee (ga door naar vraag 9) 8. Mag jij de smartphone van je ouders wel eens gebruiken? o Ja o Nee Tablets Een tablet is een kleine, platte computer met een touchscreen en met internet. Je kunt er apps op downloaden. 9. Hebben jullie thuis een tablet? Ja, een iPad (van Apple) Ja, een Android tablet (bijv: Samsung Galaxy, HTC Flyer) Ja, een Windows tablet Ja, een… Nee 10. Kom jij op een andere manier in aanraking met smartphones en/of tablets? o Ja, namelijk via… o Nee Heb jij vanaf vraag 6 alles met ‘nee’ beantwoord? Dan mag je de volgende vragen overslaan en onderaan op ‘versturen’ klikken. Bedankt!
Onderzoek - Tina-app
103
Apps 11. Downloaden jij of jouw ouders weleens apps? o Ja, ik zelf o Ja, mijn ouders o Ja, ik zelf en mijn ouders o Nee, allebei niet (ga door naar vraag 13) 12. Downloaden jullie betaalde of gratis apps? o Alleen gratis apps o Gratis en betaalde apps 13. Wat vind jij belangrijk aan een app? (Je mag meerdere antwoorden aankruisen.) Dat je er iets van leert Dat je een spelletje kunt spelen Dat je het samen met vriendinnen kunt spelen Dat je filmpjes kunt bekijken Dat je een tegenstander hebt Dat je actuele nieuwtjes kunt lezen Dat je er (een stripje) kunt lezen 14. Welke apps gebruik jij het meest? 15. Wat zijn op dit moment jouw favoriete apps? 16. Wat moet er sowieso in jouw ideale Tina-app komen? Let op: de Tina-app bestaat nog niet. (Je mag meerdere antwoorden aankruisen.) Strips Tips Sterrennieuws Spelletjes Quizzen Filmpjes Horoscoop Informatie over de Tina-dag Informatie over het tijdschrift Tina Anders, namelijk… 17. Stel dat je een Tina-app zou kunnen downloaden, zou je dat dan doen? o Ja, maar alleen als het gratis is o Ja, maar voor maximaal €0,79 o Ja, maar voor maximaal €1,59 o Nee, omdat…
Onderzoek - Tina-app
104
Bijlage VII: enquête testers De enquête is voordat deze online ging, getest door Iris (13), Christine (12) en door Tina medewerkers Jannine Berkelaar (chef Tina) en Sanne Bisschops (marketing).
Onderzoek - Tina-app
105
Onderzoek - Tina-app
106
Onderzoek - Tina-app
107
Onderzoek - Tina-app
108
Onderzoek - Tina-app
109
Onderzoek - Tina-app
110
Onderzoek - Tina-app
111
Onderzoek - Tina-app
112
Onderzoek - Tina-app
113
Onderzoek - Tina-app
114
Onderzoek - Tina-app
115
Onderzoek - Tina-app
Bijlage VIII: enquêteresultaten Hier staan de resultaten van de enquête. Alle enquêtevragen staan in bijlage VI op p. 101.
Figuur 8.9: Geslacht respondenten.
Figuur 8.10: Leeftijd respondenten.
Figuur 8.11: Hoe de doelgroep in aanraking komt met het tijdschrift Tina.
Figuur 8.12: Hoe vaak de doelgroep Tina.nl bezoekt.
116
Onderzoek - Tina-app
117
Figuur 8.13: Het aantal respondenten dat ‘heel leuk’ op de vraag ‘Wat vind jij van de volgende onderdelen op Tina.nl’ heeft geantwoord.
Figuur 8.14: Komt de doelgroep op een andere manier in aanraking met smartphones/tablets? De respondenten die in figuur 8.14 ‘Ja, namelijk via…’ hebben ingevuld, hebben de volgende dingen ingetypt: Familie: veel respondenten noemen familie (18x), andere zijn specifieker en noemen ouders (16x), opa of oma (16x), een oom of tante (23x), een broer of zus (14x) of neefje of nichtje (4x). Vriendinnen: veruit het meeste contact met smartphones en tablets komt via vrienden of vriendinnen (112x). Een aantal respondenten geeft kennissen (4x) en buren (3x) aan. School: ook via school (15x) komt de doelgroep in contact met smartphones en tablets.
Onderzoek - Tina-app
Figuur 8.15: Hoe komt de doelgroep naast eigen smartphones/tablets met andere smartphones/tablets in aanraking?
Figuur 8.16: Downloaden de doelgroep en de ouders van de doelgroep apps?
Figuur 8.17: Downloadt de doelgroep gratis of betaalde apps?
118
Onderzoek - Tina-app
119
Figuur 8.18: Wat vindt de doelgroep belangrijk aan een app? De 88 respondenten die in figuur 8.7 in H8 op p. 59 ‘anders’ aanvinkten op de vraag ‘Wat moet er sowieso in jouw ideale Tina-app komen?’, hebben ingevuld: Vermaak (19x): Blunders (6x), muziek (3x), moppen (2x), leuke dingen om te doen, meer leuke apps voor meiden, verhalen, hunk van de maand, interviews, quizzen, iets met woorden maken, best friend forever lol. Mode & beauty (15x): Mode (5x), beauty (3x), kledingtips (3x), eigen stripfiguur maken en aankleden, make-up die Rihanna draagt, Tina shopping, een schoonheidsboekje. Strips (5x): Suus & Sas (4x), De Babysittersclub. Weetjes (14x): Leuke weetjes (2x), pubertijd nieuwtjes, dokter liefde, info over schrijvers en schrijfsters, probleemrubriek, vragen stellen over liefde, paarden, Tina tips, over dieren, dingen die je kunt kopen, de online versie van het magazine, over alles wat in de nieuwste Tina komt, nieuwtjes. Recepten en knutsels (6x): Recepten van cake, kookworkshop, lekkere recepten, recepten, knutselideeën, knutsels. Sterren (4x): Top 10-beroemdheden, interview met beroemde mensen, tips van Ashley Tisdale, Justin Bieber-foto’s. Spelletje (4x): Een echte Tina game, een spelletje, mode game, een tegenstander spelletje. Foto’s (4x): Foto’s bewerken, fotohoek, posters en plaatjes, dierenplaatjes. Interactief (3x): Chat, chatbox, dat je met andere meisjes kan praten. Overig: Alles (5x), prijsvragen (7x), winnen (6x). De twee respondenten die ‘nee’ hebben geantwoord op de vraag ‘Stel dat je een Tinaapp zou kunnen downloaden, zou je dat dan doen?’, hebben ingevuld: ‘weet ik niet’ en ‘ik het altijd zou kopen’. Op de vraag ‘Wat zijn op dit moment jouw favoriete apps?’ hebben 369 respondenten antwoord gegeven. In figuur 8.19 staan de meest voorkomende antwoorden.
Onderzoek - Tina-app
120
Figuur 8.19: Lievelingsapps van de doelgroep. Alle antwoorden: 101 in 1 game (1x) Abduction (1x) Air pinguin (1x) Ajax (1x) Alchemy (1x) Angry Birds (47x) Anubis (1x) App shopper (1x) Bakery story (3x) Ball balance (1x) Block puzzle (1x) Bowling Alley 3D (1x) Bubble blast (1x) Bubble shooter (2x) Burger (1x) Camera (2x) Clouds and sheep (1x) Coin Dozer (6x) Cookie dozer (1x) Copter (5x)
Cut the Rope (9x) Denkspel (1x) Doodle Jump (11x) Dragonfly (2x) Draw Some (43x) Dream pet house (3x) Dress up stars (1x) E-buddy (2x) Egg punch (1x) Facebook (20x) Facetime (3x) Falldown (1x) Farm story (1x) Fashion story (2x) Fatbooth (2x) Foursquare (1x) Froggy jump (1x) Fruit Ninja (10x) Fruit slice (1x) Fumbie (1x)
Girlz (1x) Glow Hockey (1x) Google (1x) Google Maps (1x) Gratis apps Nederland (1x) Gta Chinatown (1x) H&M (2x) Handlezer (1x) Hyves (36x) iBooks (1x) iMovie (1x) Jumping now (1x) Leps world (1x) Line runner (1x) Maak me kaal (1x) Magister (2x) Maybelinne New York (2x) Mega jump (4x)
Onderzoek - Tina-app
121
Minecraft (1x) Monkey flight (1x) MSN (10x) My horse (1x) Nightclub story (1x) Ninja chicken (1x) Ninja jump (1x) Nu (2x) Nu Sport (1x) Pacman (2x) Papa screen (1x) Papi jump (1x) Parking (1x) Pet hotel (2x) Pet shop story (2x) Photo effect studio (2x) Pic collage (1x) Pig rush (1x) Ping (4x) Pricsart (1x) Puss in boots (1x) Rat on a scooter (1x) Rat on a snowboard (3x) Restaurant story (2x) Rode kater (2x) RTL XL (8x)
Run jump fly (1x) Rumble (8x) Shakyshops (2x) Shampy (1x) Shazam (1x) Sims (3x) Skype (3x) Smurfs’ Village (6x) Songify (1x) Squla (1x) Spelletjes (23x) Spray can (1x) Spy mouse (1x) Supermarket (1x) Talking Ben/Tom (7x) Tap tap muggets (1x) Tap the frog (3x) Tap zoo (1x) Telebankieren (1x) Telegraaf (2x) Temple Run (17x) Tetris (1x) The impossible test (1x) Tiny zoo friends (1x) Touch (2x) Tower heigst (1x) Truth or dare (1x)
Tumblr (1x) Tweetdeck (1x) Twitter (39x) Uitzending Gemist (5x) Unblock me (2x) Uno (1x) V&D (1x) Verkeersexamen (1x) Verzorgen (1x) What to wear (1x) WhatsApp (31x) Where’s my Water (12x) Wie ben ik (1x) Winfeud (1x) Woordjacht (1x) Woordzoeker (1x) Wordfeud (47x) YouTube (13x) Zedge (1x) Ziggo (2x) Zoek de verschillen (1x) Zombie booth (1x) Zoo story (1x) Zuma (1x)
Tabel 8.1: Wat vindt de doelgroep van de volgende onderdelen op Tina.nl? Helemaal Niet Neutraal Leuk Heel leuk Ken ik niet niet leuk leuk Winnen
0,2%
0,8%
4,4%
16,3%
77,4%
1,4%
Quizzen Games
0,6% 1,4%
1,2% 3,8%
9,8% 16,3%
33,7% 31,9%
52,4% 44,2%
2,4% 2,8%
Fanpagina’s
1,0%
3,8%
20,5%
29,5%
37,5%
9,4%
Knutselhoekje
1,8%
4,2%
16,5%
30,7%
40,4%
6,6%
Blunderplaza
0,6%
2,6%
7,6%
23,5%
59,8%
6,6%
Filmpjes Wallpapers
0,4% 2,8%
2,2% 4,4%
9,3% 15,2%
28,4% 29,7%
57,1% 33,9%
2,6% 15,4%
Onderzoek - Tina-app
122
Bijlage IX: usability test De volgende taken zijn uitgevoerd: Taak #1: strips - Doel: de strip van de dag opzoeken in de Tina-app. - Benodigdheden/veronderstellingen: Tina-app, respondent is niet bekend met de app. - Stappenplan: open de app, klik op de knop Strip van de dag, lees de strip. - Tijd voor expert: 10 seconden. - Instructies: zoek de strip van de dag op. - Aantekeningen: het is vijf keer wel gevonden. Taak #2: filmpje - Doel: een filmpje van een zanger opzoeken in de Tina-app. - Benodigdheden/veronderstellingen: Tina-app, respondent is niet bekend met de app. - Stappenplan: open de app, scroll naar beneden, klik op de knop Filmpjes, klik op de artiest Justin Bieber, klik op het filmpje Boyfriend, bekijk het filmpje. - Tijd voor expert: 30 seconden. - Instructies: zoek de videoclip Boyfriend van Justin Bieber op. - Aantekeningen: er is twee keer op ‘sterrennieuws’ geklikt, het is drie keer wel gevonden. Taak #2: spelletje - Doel: een specifiek spelletje opzoeken in de Tina-app. - Benodigdheden/veronderstellingen: Tina-app, respondent is niet bekend met de app. - Stappenplan: open de app, klik op de knop Games, klik op het spel Tina restaurant, speel het spelletje. - Tijd voor expert: 20 seconden. - Instructies: zoek het spelletje Tina restaurant op. - Aantekeningen: het is vijf keer wel gevonden. Taak #4: horoscoop - Doel: een horoscoop opzoeken in de Tina-app. - Benodigdheden/veronderstellingen: Tina-app, respondent is niet bekend met de app. - Stappenplan: open de app, scroll naar beneden (tweede versie), klik op de knop Horoscoop, klik op de knop Leeuw, lees de horoscoop. - Tijd voor expert: 20 seconden. - Instructies: zoek op wat er deze week bij de horoscoop leeuw staat. - Aantekeningen: het is vijf keer wel gevonden. Taak #5: blunderplaza - Doel: een blunder opzoeken in de Tina-app. - Benodigdheden/veronderstellingen: Tina-app, respondent is niet bekend met de app. - Stappenplan: open de app, scroll naar beneden, klik op de knop Blunderplaza, klik een blunder aan, lees de blunder. - Tijd voor expert: 20 seconden.
Onderzoek - Tina-app
123
- Instructies: zoek een blunder op. - Aantekeningen: er is een keer op ‘sterrennieuws’ geklikt, het is vier keer wel gevonden. Taak #6: sterrennieuws - Doel: een actueel nieuwtje van een beroemde ster opzoeken in de Tina-app. - Benodigdheden/veronderstellingen: Tina-app, respondent is niet bekend met de app. - Stappenplan: open de app, klik op de knop Bizz, klik op het bovenste nieuwsbericht, lees het nieuwsbericht. - Tijd voor expert: 20 seconden. - Instructies: zoek het meest actuele nieuwtje over een beroemde ster op. - Aantekeningen: er is een keer niet op het meest actuele nieuwtje geklikt, het is vier keer wel gevonden. Filmpje
Onderzoek - Tina-app
124
Bijlage X: tekeningen paper prototyping test In deze bijlage staan de tekeningen die zijn gebruikt voor de paper prototyping test.
Onderzoek - Tina-app
125
Onderzoek - Tina-app
126
Onderzoek - Tina-app
127
Onderzoek - Tina-app
128
Onderzoek - Tina-app
129
Onderzoek - Tina-app
130
Onderzoek - Tina-app
131
Bijlage XI: transcriptie interviews In deze bijlage staan de transcripties van de interviews. Interview 1: Sophie Nijland (9 jaar) Wat voor telefoon heb je? ‘Een Samsung.’ Waar en wanneer heb je je telefoon bij je? ‘Als ik naar een vriendinnetje ga, weet ik hoe laat ik thuis moet komen. Niet naar school.’ Wat doe je allemaal met je telefoon? ‘Bellen en sms’en.’ Hebben je ouders een telefoon? Wat voor? ‘Ja, mijn vader heeft een iPhone en mijn moeder heeft een BlackBerry.’ Hebben jullie thuis een tablet? Zo ja, welke? ‘Ja, een iPad.’ Mag je wel eens op de telefoon/tablet van jouw ouders? ‘Ja.’ Download je wel eens apps? ‘Ja, op de iPad.’ Wat voor apps download je? ‘Bijvoorbeeld spelletjes.’ Koop je wel eens apps? ‘Nee, ik download alleen gratis apps. Mijn ouders downloaden ook alleen gratis apps.’ Wat is jouw favoriete app? ‘Ik heb geen favoriete app of spelletje.’ Als Tina een app gaat maken, wat moet er dan sowieso in komen als je één ding mag kiezen? ‘Strips.’ En als je meerdere dingen mag kiezen? ‘Hulp bij liefde. Dat je vragen kunt stellen. En tweets van bekende mensen zijn ook leuk in de app. Filmpjes zijn ook leuk.’
Onderzoek - Tina-app
132
Als al die dingen erin komen, wil je dan heel veel daarvan of bijvoorbeeld filmpje van de dag en strip van de dag? ‘Elke dag een nieuw filmpje, maar wel altijd heel veel strips.’ Wat is je lievelingskleur? ‘Roze.’ Zit je weleens op Tina.nl? ‘Ja.’ Als je Tina.nl zo ziet, zijn er dan dingen die je ook in de Tina-app wil terugzien? Of moet dat juist iets heel anders worden? ‘Ja, doe & win en games. De app moet iets anders worden dan Tina.nl. Bijvoorbeeld iPhone 5 van de concepten.’ Zou je de app downloaden? Voor hoeveel maximaal? ‘Ja, maar alleen als het gratis is.’ Interview 2: Mathilde de Gans (11 jaar) Wat voor telefoon heb je? ‘Een iPhone.’ Waar en wanneer heb je je telefoon bij je? ‘Meestal als ik buiten ben. Eigenlijk altijd. Ook naar school. Eigenlijk bijna overal naar toe.’ Wat doe je allemaal met je telefoon? ‘Ik sms, ik bel, ik ga op internet, ik doe er nieuwe apps op.’ Hebben je ouders een telefoon? Wat voor? ‘Mijn vader heeft een iPhone en mijn moeder heeft een BlackBerry.’ Hebben jullie thuis een tablet? ‘Ja, mijn vader en moeder hebben allebei een eigen iPad.’ Mag je wel eens op de telefoon/tablet van jouw ouders? ‘Ja, op die van mijn vader.’ Download je wel eens apps? ‘Ja, op de iPhone en iPad. Meestal op de iPhone.’ Koop je wel eens apps? ‘Heel soms. Het zijn meestal gratis apps.’ Hoeveel geld geef je uit aan apps?
Onderzoek - Tina-app
133
‘€0,30 per maand. Gemiddeld. Soms zijn ze duurder en soms niet. Nu heb ik al een paar maanden geen betaalde apps gedownload.’ Wat is jouw favoriete app? ‘Heb ik eigenlijk niet, maar Twitter en Hyves vind ik wel leuk. Soms speel ik ook wel spelletjes.’ Als Tina een app gaat maken, wat moet er dan sowieso in komen als je één ding mag kiezen? ‘Tweets van sterren.’ En als je meerdere dingen mag kiezen? ‘En bizzkwietjes.’ Als al die dingen erin komen, wil je dan heel veel daarvan of bijvoorbeeld filmpje van de dag en strip van de dag? ‘Heel veel korte strips.’ Wat is je lievelingskleur? ‘Geel.’ Zit je weleens op Tina.nl? ‘Heel soms.’ Wat voor pagina’s bekijk je op Tina.nl? ‘Blunderplaza.’ Als je Tina.nl zo ziet, zijn er dan dingen die je ook in de Tina-app wil terugzien? Of moet dat juist iets heel anders worden? ‘Het moet niet precies hetzelfde worden als Tina.nl. Er mogen wel dingen van de site in de app, maar niet te veel.’ Zou je de app downloaden? Voor hoeveel maximaal? ‘Ja, maar alleen als het gratis is.’
Onderzoek - Tina-app
134
Bijlage XII: transcriptie panelgesprek In deze bijlage staat de transcriptie van het panelgesprek. Hebben jullie zelf een telefoon? Zoe: ‘Nee’ Sabine: ‘Ja, een Samsung. Ik kan ermee bellen en sms’en en thuis kan ik er ook mee internetten. Via Wi-Fi. Ik kan er geen apps opzetten. Wel op mijn iPod Touch.’ Remy: ‘Ja, een Samsung. Ik kan ermee bellen en sms’en en internetten met Wi-Fi.’ Stefanie: ‘Ja, maar ik krijg de mobiel van mijn moeder. Zij heeft een Samsung Galaxy S. Die zijn we nu aan het veranderen, omdat die van mij wordt. Ik krijg het met mijn verjaardag.’ Janneke: ‘Ik heb geen mobiele telefoon, wel een iPod.’ Zelda: ‘Ik heb wel een telefoon, maar daar kun je niet mee op internet en zo.’ Anne: ‘Ik krijg er één met internet en zo, en ik heb een iPod Touch.’ Manon: ‘Ik had eerst een iPhone, maar de aan- en uitknop was stuk. En nu heb ik een Nokia C3 en daar kan ik mee internetten, bellen en sms’en.’ Weten jullie allemaal wat een iPhone is? Allemaal: ‘Ja.’ Zoe: ‘Mijn moeder heeft er een, en mijn vader en mijn zusje.’ Sabine: ‘Mijn vader heeft een iPhone en we hebben twee iPads thuis en mijn broer heeft een iPod Touch. Mijn vader heeft de nieuwe iPad, maar mijn moeder de iPad 2.’ Manon: ‘Mijn vader heeft een iPhone 4 en hij heeft ook een iPad. En in het tweede jaar van de middelbare school krijg ik ook een iPad. Daar staan het lesrooster en het huiswerk dan op.’ Sabine: ‘En mijn broer krijgt een Samsung Galaxy S2.’ Janneke: ‘Mijn vader heeft een iPad.’ Zoe: ‘Mijn vader ook.’ Remy: ‘Wij hebben thuis een iPad.’ Zelda: ‘Wij hebben thuis geen iPad, maar mijn oma wel.’ Anne: ‘Mijn vader heeft een iPad en hij heeft een iPhone 4. Mijn stiefmoeder heeft een iPhone, en mijn stiefzus heeft ook een iPhone.’ Sabine: ‘Je kunt er apps opzetten, spelletjes mee doen, je kan er van alles opzetten.’ Wanneer en waar hebben jullie je telefoon bij je? Sabine: ‘Die heb ik vaak mee gewoon als ik ga buiten spelen. Of als ik naar een vriendinnetje toe ga. Als ik naar school ga, laat ik mijn telefoon thuis.’ Manon: ‘Als we uitjes hebben met school mogen we hem mee. Ook om foto’s te maken. Als ik buiten speel of naar vriendinnen ga, neem ik mijn telefoon ook mee. Soms WhatsApp ik met de jongens uit mijn klas. Maar in de klas heb ik mijn telefoon wel uitstaan.’ Anne: ‘Mijn telefoon neem ik mee naar vriendinnen.’ Zelda: ‘Ik neem mijn telefoon mee naar buiten om met mijn ouders te bellen. En ik sms met vriendinnen en met mijn nicht, want die woont helemaal in Veenendaal.’ Janneke: ‘Ik laat mijn iPod altijd thuis.’
Onderzoek - Tina-app
135
Stefanie: ‘Overal eigenlijk. Hij zit altijd in mijn broekzak.’ Manon: ‘Ik heb een op hol geslagen trein als ringtone.’ Remy: ‘Ik neem mijn telefoon overal mee naar toe, ook naar school. Ik sms met vriendinnen. Als ik iets wil lenen van een vriendin dan WhatsApp ik haar of ze het de volgende dag mee naar school wil nemen.’ Zitten jullie allemaal op de basisschool? Allemaal: ‘Ja.’ Mogen jullie de smartphone of tablet van jullie ouders gebruiken? Allemaal: ‘Ja.’ Zoe: ‘Ja, eigenlijk wel vaak. Als ik het vraag, mag het, behalve als het bijna leeg is. Ik download geen apps, want ik snap niet hoe dat werkt. Mijn moeder doet dat voor me. Vooral spelletjes. Ik speel heel veel spelletjes.’ Sabine: ‘Mijn vaders iPad is voor zijn werk, dus daar mag ik niet op. Maar op mijn ouders telefoons soms wel. Maar mijn moeders telefoon is altijd leeg, dus dan mag het niet. Op de iPad van mijn moeder mag het bijna altijd. En op mijn iPod zit ik ook weleens te spelen. Het zijn vooral spelletjes.’ Remy: ‘Ik mag wel op mijn moeders iPad. Ik download zelf apps, bijvoorbeeld als ik een app in Tina zie staan, download ik die ook. En ik tik vaak ‘games’ in en dan kijk ik of er wat leuks tussen zit.’ Stefanie: ‘Ik mag altijd en ik download ook heel veel apps. Vaak spelletjes, behendigheidsspelletjes, Wordfeud en Draw Some.’ Janneke: ‘Ik download nooit apps, maar mijn ouders wel. Ik mag wel spelletjes spelen op de iPad.’ Zelda: ‘Soms mag ik op mijn oma’s iPad spelletjes downloaden en soms ga ik op internet.’ Anne: ‘Ik speel Wordfeud en Draw Some met mijn vader. Dat doe ik op mijn iPod Touch. Maar we hebben thuis geen draadloos internet, dus ik ga meestal op het onbeveiligde netwerk van de buren.’ Manon: ‘Ik speel vaak op de iPad van mijn vader. Ik had één keer stiekem een app gedownload, maar daar was mijn vader achter gekomen. Toen heeft hij de app eraf gehaald. Er staan nu wel weer apps op. Mijn zusje pikt vaak de telefoon van mijn moeder om daar spelletjes op te doen.’ Als jullie apps downloaden, zijn ze dan gratis of betaald? Aantal: ‘Gratis.’ Manon: ‘Ligt eraan wat het is.’ Remy: ‘Gratis.’ Sabine: ‘Bijna altijd gratis, alleen als het niet zo heel duur is.’ Anne: ‘Meestal gratis, maar mijn iPod is ook gejailbreakt, dus dan kan ik ook betaalde apps gratis krijgen.’ Tot welk bedrag mag je apps downloaden? Sabine: ‘Tot €0,80 cent. Maar dat mag alleen heel soms.’
Onderzoek - Tina-app
136
Als jullie één app mogen kiezen, wat is dan jullie favoriete app? Manon: ‘Angry Birds.’ Anne: ‘Draw Some.’ Zelda: ‘Where’s my water.’ Janneke: ‘Angry Birds.’ Stefanie: ‘Ik heb niet echt een favoriete, ik vind ze allemaal wel leuk. Als ik daar zin in heb, doe ik dat, als ik daar zin in heb, doe ik dat.’ Remy: ‘Wordfeud, Rumble en als ze iets over je aangeven, bijvoorbeeld een horoscoop.’ Sabine: ‘Ik vind alles wel leuk, Draw Some ook.’ Zoe: ‘Hetzelfde als Zelda.’ Stel dat jullie één ding mogen kiezen om in een Tina-app te doen… Wat kiezen jullie dan? Manon: ‘Sterrennieuws.’ Stefanie: ‘Quizzen.’ Zoe: ‘Spelletjes.’ Sabine: ‘Minigames en iets om zelf strips te maken.’ Remy: ‘Dat je zelf een strip kan maken. Bijvoorbeeld Suus & Sas, maar dat je dan zelf iets kan maken.’ Stefanie: ‘Ja, dat je eerst een foto van jezelf maakt en dat je die in een strip kan zetten.’ Remy: ‘Dat is cool!’ Zoe: ‘Er is ook een spel dat je een foto van iemand kan maken en dan kan je iemands haar veranderen.’ Anne en Zelda: ‘Het moet een roze app worden.’ Zoe: ‘Heel veel strips.’ Remy: ‘Maar ook veel doe-dingen.’ Manon: ‘Of een strip waar je zelf het einde van kan maken.’ Remy: ‘Of het begin juist.’ Stefanie: ‘Gewoon iets waar je allemaal mogelijkheden op hebt.’ Remy: ‘Of dat je eerst een quiz doet en uit die antwoorden komt dan een strip die je kunt maken. Dat is eigenlijk alles in één.’ Weet iedereen wat Twitter is? Aantal: ‘Ja.’ Janneke: ‘Nee.’ Hebben jullie Twitter? Sabine: ‘Ik heb wel Twitter, maar ik zit er echt nooit op.’ Zoe: ‘Dat doen mijn vader en moeder de hele dag door.’ Remy: ‘Daar ontstaan echt de grootste roddels.’ Manon: ‘Lady Gaga heeft twintig miljoen volgers.’ Zouden jullie het leuk vinden om in de Tina-app tweets te lezen van beroemde sterren? Dan weet je bijvoorbeeld wat Nick & Simon aan het doen zijn. Allemaal: ‘Ja.’
Onderzoek - Tina-app
137
Remy: ‘Ja, maar dan wel leuke tweets. Niet van ‘ik ben nu een concert aan het geven’, want dat is best wel saai om te lezen.’ Manon: ‘Ja, wel bijvoorbeeld ‘ik ben gestruikeld over een bananenschil’ of zoiets.’ Als er strips in komen, hebben jullie dan liever elke dag een nieuwe strip of heel veel strips? Allemaal: ‘Elke dag.’ Manon: ‘Ja, bijvoorbeeld zeven stripjes. Elke dag één. En dan heb je het gelezen en dan gaat de strip weg.’ Remy: ‘Wat als je de strip dan aan iemand wil laten zien?’ Manon: ‘Ja, je kan de strip één dag lezen en daarna niet meer. Als je dan één dag vergeet te kijken, heb je gewoon pech.’ En met filmpjes, is het dan leuker om filmpje van de dag te doen of heel veel filmpjes. Allemaal: ‘Van de dag.’ Wat is jullie lievelingskleur? Manon: ‘Paars.’ Anne: ‘Geel.’ Zelda: ‘Groen.’ Janneke: ‘Paars.’ Stefanie: ‘Geel.’ Remy: ‘Oceaangroen.’ Sabine: ‘Turquoise.’ Zoe: ‘Heel lichtblauw.’ Zitten jullie wel eens op Tina.nl? Aantal: ‘Ja.’ Aantal: ‘Soms.’ Zijn er dingen op de website die volgens jullie in de Tina-app moeten komen? Aantal: ‘Blunders.’ Manon: ‘Sterren.’ Remy: ‘Maar dan wel grappige sterren.’ Stefanie: ‘Ja, maar bij sterren kan je dan beter tweets doen. Anders heb je tweets en sterren.’ Remy: ‘Dat is waar.’ Zouden jullie de app nog wel downloaden als er hetzelfde in staat als in Tina en op Tina.nl? Sabine: ‘Dat niet.’ Remy: ‘Dat is dubbel, want eigenlijk lees je het al.’ Manon: ‘Maar er kunnen wel een beetje dingen van het blad zelf in de app komen, maar dan op een andere manier.’ Remy: ‘Voor de mensen zonder internet thuis is de Tina-app heel handig, want dan kun je het bij iemand anders downloaden, maar wel thuis spelen.’
Onderzoek - Tina-app
138
Manon: ‘Dan kun je zelfs in Amerika checken.’ Remy: ‘Of in Turkije.’ Stefanie: ‘Je neemt Tina dan gewoon overal mee naar toe.’ Remy: ‘Ja, want ik vind het stom dat ik op vakantie Tina moet missen. Dan wil ik bijna naar huis gaan om Tina thuis te halen.’ Hebben jullie een abonnement? Aantal: ‘Ja.’ Manon: ‘Ik krijg Tina van mijn vader.’ Anne: ‘Mijn zusje heeft een abonnement.’ Zelda: ‘Nee, maar ik lees Tina wel.’ Janneke: ‘Nee.’ Als jullie op Tina.nl zitten, waar klikken jullie dan op? Zoe: ‘Of bij de spelletjes of gewoon op de voorpagina.’ Sabine: ‘Bij de quizzen en bij de spelletjes.’ Remy: ‘Quizzen en op de voorkant kijk ik. Bijvoorbeeld nu klik ik op Tina’s trouwdag.’ Stefanie: ‘Quizzen en spelletjes, maar ook de bizz. Want er staat in Tina vaak een opdrachtje en dan kijk ik op Tina.nl/bizz of ik het goed had. Soms als ik spelletjes klik, komt er een ander spelletje.’ Janneke: ‘Ik zit nooit op de website.’ Zelda: ‘Knutselhoekje en op de voorpagina, dan vul ik de poll in.’ Anne: ‘Filmpje van de week.’ Manon: ‘Ik kijk meestal op de voorpagina. En als er dan iets staat wat me interessant lijkt, ga ik dat lezen.’ Als Tina een app zou maken, zouden jullie die dan downloaden? Allemaal: ‘Ja.’ En zouden jullie de Tina-app ook downloaden als het niet gratis is? Aantal: ‘Nee.’ Sabine: ‘Dan ga ik heel veel zeuren bij mijn ouders.’ Manon: ‘Ik blijf net zo lang bij mijn vader zeuren tot hij de app heeft gedownload.’ Stefanie: ‘Wij snappen niet hoe je voor een app moet betalen.’ Remy: ‘Ja, ik dacht eerst dat je een app met je beltegoed kon downloaden, maar dat is helemaal niet zo.’ Allemaal: ‘Beter gratis.’ De meisjes hebben na het gesprek vijf concepten van Tina-apps genummerd van leuk naar stom. Zie bijlage XIII op p. 140 voor de cijfers die de meisjes hebben gegeven. In totaal vinden zes meisjes concept 2 het leukst, vijf meisjes concept 5, drie meisjes concept 1, twee meisjes concept 4 en nul meisjes concept 3. Welk concept hebben jullie op 1 gezet en waarom?
Onderzoek - Tina-app
139
Manon: ‘Ik heb die blauwe op de voorkant, de middelste op 1. Die ziet er heel gezellig uit met die verschillende vormpjes.’ Anne: ‘Tweede van achteren. Vanwege de kleurtjes en de inhoud.’ Zelda: ‘Ik heb ook de tweede van achteren. Ik vond het er leuk uitzien met de plaatjes.’ Janneke: ‘Op de voorkant de eerste. Het ziet er gezellig uit. En het is roze.’ Stefanie: ‘Ik zat te twijfelen tussen de tweede van voor en de tweede van achteren. Vanwege de tweets heb ik toch de tweede van achteren gekozen.’ Remy: ‘Ik heb die blauwe, omdat ik die er gezellig uit vind zien. Maar dan zou ik wel de tweets erbij doen. Die mag er of bij of in plaats van het filmpje van de dag.’ Sabine: ‘Ik had de tweede van de voorkant. Die vond ik er leuk uitzien, maar dan moeten wel de tweets erbij. En dat je dan kunt scrollen.’ Zoe: ‘Ik heb ook de blauwe, want die zag er gezellig uit.’ Tot slot hebben de meisjes allemaal een ideale Tina-app getekend. Tabel 8.6: Inhoud tekeningen Inhoud Strips Tweets van beroemde sterren Games Bizz Filmpjes Horoscoop Shoppen/Mode Blunders Quizzen Tips Hulp Foto’s Wedstrijd/Winnen Tekenen Muziek Events Tina-dag Mails Tinanieuws
De panelgroep
Frequentie 13 12 11 11 8 8 5 5 3 3 2 2 2 1 1 1 1 1 1
Onderzoek - Tina-app
140
Bijlage XIII: concepten Tina-app cijfers geven In deze bijlage staan de Tina-app concepten met de cijfers die de meisjes tijdens het panelgesprek gegeven hebben. 1 = mooist, 5 = minst mooi.
Onderzoek - Tina-app
141
Onderzoek - Tina-app
142
Onderzoek - Tina-app
143
Onderzoek - Tina-app
144
Onderzoek - Tina-app
145
Onderzoek - Tina-app
146
Onderzoek - Tina-app
147
Onderzoek - Tina-app
148
Onderzoek - Tina-app
Bijlage XIV: tekeningen Tina-app In deze bijlage staan de tekeningen die de meisjes tijdens het panelgesprek hebben getekend.
149
Onderzoek - Tina-app
150
Onderzoek - Tina-app
151
Onderzoek - Tina-app
152
Onderzoek - Tina-app
153
Onderzoek - Tina-app
154
Onderzoek - Tina-app
155
Onderzoek - Tina-app
156
Onderzoek - Tina-app
157
Bijlage XV: plan van aanpak en goedkeuring
Instituut voor Media en Informatie Management
Afstuderen Plan van aanpak
RV409C
Eline Bosman
Afstudeerbegeleiders
Jan Veenstra Eelco Brancart
Opdrachtgever
Tina Joan Lommen (hoofdredacteur)
19-03-2012
Onderzoek - Tina-app
1.
158
Gegevens
Student Naam student: Eline Bosman Studentnummer: 540316 Profiel: RMP Groep: RV409C E-mailadres:
[email protected] Telefoonnummer: 0650120479 Paraaf voor akkoord student: E.B. Datum: 07-03-2012 Naam eerste begeleider: Jan Veenstra Naam tweede begeleider: Eelco Brancart Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent: Datum: Paraaf voor akkoord afstudeercommissie: Datum: Gegevens opdrachtgever: Bedrijf: Tina Naam begeleider vanuit het bedrijf: Joan Lommen Functie: hoofdredacteur Tina 2.
Inleiding
Koningin Beatrix over smartphones: “De moderne technische mogelijkheden lijken mensen wel dichter bij elkaar te brengen, maar ze blijven op veilige afstand, schuilgaand achter hun schermen,” vertelde zij in haar kersttoespraak. (Volkskrant, 2010). Het smartphone- en tabletgebruik van meisjes tussen de zeven en twaalf jaar staat in dit onderzoek centraal. Tina is de opdrachtgever voor dit onderzoek. Het weekblad Tina valt onder Sanoma Media. Het is een vrolijk tijdschrift voor spontane meiden van zeven tot en met twaalf jaar oud. Zij hebben veel vriendinnen, houden van winkelen, zijn nieuwsgierig en creatief. (Sanoma, 2012) Nu wil Tina haar merk, ondanks huidige successen, verder uitbreiden. Ze wil meer contact met haar doelgroep en daar het liefst ook geld mee verdienen. Daarom wil Tina een applicatie ontwikkelen. Het probleem voor Tina is dat ze niet weten welke smartphones en tablets de Tinameiden (en hun ouders) hebben en of hun ouders bereid zijn voor een applicatie te betalen. Dat is een probleem omdat ze daardoor het applicatie-idee (nog) niet door kunnen voeren. Dit probleem is er sinds de smartphones en tablets populair zijn geworden onder kinderen. Smartphones worden steeds populairder onder kinderen. (Qrius, 2012). Voor welk platform kan Tina het beste een Tina-applicatie ontwikkelen en hoe moet deze
Onderzoek - Tina-app
159
app eruit komen te zien (qua vormgeving en inhoud)? Dat is de probleemstelling van het onderzoek. Het onderzoek bestaat uit deskresearch en fieldresearch. De onderzoeksmethoden die worden gebruikt zijn een enquête, interviews, een usability test en een panelgesprek met Tina-lezeressen. Dit maakt duidelijk hoe zij over Tina denken, of ze smartphones of tablets bezitten, wat voor platforms dat zijn en hoe zij graag een Tina-applicatie zouden willen. In het adviesrapport staan eerst de deelvragen die met deskresearch beantwoord zijn, daarna volgen de resultaten van de fieldresearch. Daaruit volgt het doel van de probleemstelling: het bedrijf Tina in juni 2012 een voorstel doen over welk format het meest door de doelgroep wordt gebruikt en op welke manier Tina het beste een Tina-applicatie kan ontwikkelen. Daarbij is het ook belangrijk hoe deze app er qua vormgeving en inhoud uit moet komen te zien. Het uiteindelijke doel van dit adviesrapport is dan ook dat het bruikbaar is voor Tina en dat zij er daadwerkelijk een goede applicatie mee kan maken. Naast een adviesrapport, wordt er ook een dummy van de app gemaakt. Deze zal na de usability test in Adobe Photoshop worden vormgegeven. De dummy wordt door de doelgroep getest. Begrijpen ze hoe het werkt? Vinden ze het leuk? Wat kan er beter? Na de evaluatie zal de app worden aangepast. 3.
Deelvragen
3.1
Deelvragen
Hieronder staan de deelvragen die ik in het onderzoek ga beantwoorden. Besturingssystemen - Welke besturingssysteem wordt het meest gebruikt? - Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende besturingssystemen? - Op welke smartphones en tablets zitten die besturingssystemen? Interne analyse - Wat is Tina? - Wat is de doelstelling van Tina? - Wat voor producten en diensten heeft Tina? - Hoe verdient Tina daar geld mee? Doelgroepanalyse - Wat is de doelgroep van Tina? - Wat zijn de interesses van de doelgroep? - Welke pagina’s bezoekt de doelgroep het meest op Tina.nl? - Hoeveel procent van de doelgroep heeft een smartphone/tablet? - Welk format gebruikt de doelgroep het meest? - Welke applicaties en activiteiten vindt de doelgroep het leukst op een smartphone/tablet? - Wat wil de doelgroep in een Tina-app?
Onderzoek - Tina-app
160
- Hoe wil de doelgroep dat een Tina-app eruit komt te zien? Externe analyse - Wie zijn de concurrenten? - Hebben zij apps? - Welke apps (buiten apps vanuit een tijdschrift) bestaan er al voor de doelgroep? - Wat doen de concurrenten goed? En wat doen ze fout? - Wat zijn de trends? Winstgevendheid - Hoeveel budget is er voor een Tina-app? - Vanaf wanneer is app winstgevend? - Hoeveel procent van de doelgroep wilt een Tina-applicatie op haar smartphone/tablet? - Hoeveel procent van dat deel is bereid om voor een Tina-applicatie te betalen? - Zijn er adverteerders die willen betalen om in een Tina-applicatie te adverteren? 3.2
Matrix
Matrix deelvragen/methode van onderzoek Deskresearch Fieldresearch Kwantitafief onderzoek
Kwalitatief onderzoek
Deelvraag 1 Deelvraag 2
Deskresearch
Deelvraag 3 Deelvraag 4
Deskresearch Deskresearch
Surveyonderzoek Panelgesprek en interview Surveyonderzoek
Deelvraag 5
Deskresearch
Surveyonderzoek
4.
Internationale component
Deskresearch
Zijn er vergelijkbare tijdschriften in het buitenland?
Zijn er vergelijkbare Tinaapplicaties in het buitenland?
Verantwoording methode van onderzoek
Na het verwerken van de deskresearch zullen nog niet alle deelvragen beantwoord zijn. Daarom zal het onderzoek verder bestaan uit fieldresearch. In dit hoofdstuk wordt duidelijk hoe het kwalitatieve onderzoek wordt uitgevoerd en welke methoden en technieken daarbij worden gebruikt.
Onderzoek - Tina-app
4.1
161
Verantwoording van de wijze van informatie verzamelen
Voor dit onderzoek wordt er deskresearch toegepast om meer over besturingssystemen, Tina, de doelgroep en de concurrentie te weten te komen. Daarna wordt er een enquête afgenomen. Er zullen ook interviews met meisjes gehouden worden, er wordt een usability test gedaan en er wordt een panelgesprek georganiseerd. Door vier methoden van onderzoeken te gebruiken, is het onderzoek een stuk betrouwbaarder dan dat het op één onderzoeksmethode zou berusten. Je controleert als het ware of verkregen informatie juist is. Dit noem je triangulatie. (Verhoeven, N.) De onderzoeksinstrumenten staan hieronder per methode beschreven. 4.1.1 Enquête De enquête wordt een internetenquête. Deze enquête zal via de website en de Tinanieuwsbrief gecommuniceerd worden naar de lezeressen en websitegebruikers. Een voordeel van enquêteren is dat je op een snelle en goedkope manier meningen, opinies, houdingen en kennis van een grote groep personen kunt meten. Een tweede voordeel is dat respondenten hun naam niet hoeven in te vullen en dus anoniem hun mening kunnen geven. Hierdoor zullen veel respondenten de vragen naar waarheid invullen. Een derde voordeel is dat bij internetenquêtes de elektronisch verzonden gegevens direct in een database worden geplaatst. (Verhoeven, N.) Een nadeel kan de lengte van de enquête zijn. De enquête moet genoeg vragen bevatten om tot goede resultaten te komen, maar deze mag niet te lang zijn. Ondervraagden kunnen geïrriteerd raken en de vragen niet meer naar waarheid invullen. Wat ook een nadeel kan zijn, zijn de antwoordmogelijkheden van een enquête. De vraagstelling staat van tevoren vast en respondenten kunnen uit een beperkt aantal antwoorden kiezen. (Verhoeven, N.) De enquête wordt voor deze online gaat door vier personen nagekeken en getest: Amanda Leeninga (marketing), Jannine Berkelaar (chef Tina) en Tinameisjes Iris en Christine. Vragen De enquête heet ‘Smartphones, tablets en apps’. Het moet in ieder geval de volgende vragen bevatten: 1. Ben je een meisje of een jongen? o Meisje o Jongen 2. Hoe oud ben je? o 7 jaar of jonger o 8 jaar
Onderzoek - Tina-app
o o o o
162
9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar of ouder
3. In welke klas zit je? o Groep 4 of lager o Groep 5 o Groep 6 o Groep 7 o Groep 8 o Brugklas of hoger 4. Heb je een abonnement op het tijdschrift Tina? o Ja o Nee Tina.nl 5. Hoe vaak bezoek jij de website Tina.nl? o Elke dag o Elke week o Elke maand o Bijna nooit 6. Wat vind jij van de volgende dingen op de website Tina.nl? Helemaal Niet leuk Normaal Leuk niet leuk Winnen Quizzen Games Fanpagina’s Knutselhoekje Blunderplaza Filmpjes Wallpapers Smartphone Een smartphone is een mobiele telefoon met internet. Je kunt er apps (= programmaatjes op je telefoon) op downloaden.
Heel leuk
Onderzoek - Tina-app
163
7. Heb jij zelf een smartphone? Ja, een Blackberry Ja, een iPhone of iPod Touch (van Apple) Ja, een Android-telefoon (bijv: Samsung Galaxy, HTC Sensation, Sony Ericsson Xperia) Ja, een Windows-telefoon (bijv: Nokia Lumia, HTC Radar, Samsung Omnia) Ja, een [open vakje] Nee 8. Hebben jouw ouders een smartphone? Ja, een Blackberry Ja, een iPhone of iPod touch (van Apple) Ja, een Android-telefoon (bijv: Samsung Galaxy, HTC Sensation, Sony Ericsson Xperia) Ja, een Windows-telefoon (bijv: Nokia Lumia, HTC Radar, Samsung Omnia) Ja, een [open vakje] Nee Tablet Een tablet is een kleine, platte computer met touchscreen en met internet. Je kunt er apps op downloaden. 9. Hebben jullie thuis een tablet? Ja, een iPad (van Apple) Ja, een Android-tablet (bijv: Samsung Galaxy, HTC Flyer) Ja, een Windows-tablet Ja, een [open vakje] Nee Apps 10. Downloaden jij of jouw ouders weleens apps? o Ja, alleen gratis apps o Ja, zowel gratis als betaalde apps o Nee, nooit
Onderzoek - Tina-app
164
11. Wat vind jij belangrijk aan een app? (Je mag meerdere antwoorden aanklikken.) Dat je er iets van leert Dat je een spelletje kunt spelen Dat je het samen met vriendinnen kunt doen Dat je filmpjes kunt bekijken Dat je een tegenstander hebt Dat je actuele nieuwtjes kunt lezen Dat je er (een stripje) kunt lezen 12. Wat is jouw favoriete app? [klein open vakje] 13. Stel dat je een Tina-app zou kunnen downloaden, zou je dat dan doen? o Ja, maar alleen als het gratis is o Ja, maar voor maximaal €0,79 o Ja, maar voor maximaal €1,59 o Nee Verantwoording van de steekproef De populatie bestaat uit de lezeressen van Tina en de bezoekers van Tina.nl. Er zijn ongeveer 40.000 Tina lezeressen en maandelijks zo’n 45.500 bezoekers op Tina.nl. (Tina, 2012, Google Analytics, 2012). Bij elkaar zijn dat 90.500 meiden. Met een foutmarge van 5%, een betrouwbaarheidsmarge van 95%, een populatie van 90.500 en een spreiding van 50%, zouden er minimaal 383 enquêtes afgenomen moeten worden om tot representatieve enquêteresultaten te komen. (Journalinks, 2012) De steekproef wordt aselect getrokken. Ieder persoon uit de doelgroep heeft dus evenveel kans om de enquête in te vullen. Als de steekproef in belangrijke kenmerken op de populatie lijkt en voldoende groot is, mag je de resultaten generaliseren en is er sprake van een representatieve steekproef. Daardoor zullen de resultaten representatief zijn voor de gehele doelgroep. (Verhoeven, N.) Als de enquêteresultaten bekend zijn en de onderzoeker globaal weet hoe de doelgroep over bepaalde dingen denkt, kunnen de usability test, het panelgesprek en de interviews plaatsvinden. 4.1.2 Usability test Er wordt een paper prototyping test gedaan, een vorm van usability testing. Hierbij worden meerdere representatieve gebruikers gevraagd om taken uit te voeren op een papieren versie van een applicatie. De onderzoeker vraagt ze ergens naartoe te navigeren, terwijl de testers nog niet weten hoe de applicatie behoort te werken. (Paperprototyping.com) Een aantal respondenten krijgt een papieren versie van de Tina-applicatie voor zich. Hierop zien zij niet een mooie, vormgegeven app, maar puur de knoppen die de
Onderzoek - Tina-app
165
navigatie van de Tina-app laten zien. Er wordt ze een paar keer gevraagd iets op te zoeken binnen de app om te onderzoeken of ze begrijpen hoe de app navigeert. Naar aanleiding van hun reacties worden de navigatie en knoppen aangepast. Er worden minimaal vijf meisjes gevraagd om de betrouwbaarheid van de usability test te verhogen. Het voordeel van paper prototyping is dat je heel snel feedback krijgt op de interface van de app. Er komt geen codering of vormgeving aan te pas. Je kunt de app dus al aanpassen voordat je het hebt gemaakt. Daarbij heb je een kleine groep respondenten nodig om te kunnen zien wat er fout gaat bij de interface van de app. (Paperprototyping.com) Een nadeel is dat er nog geen daadwerkelijk product is. De respondenten kunnen de app er daardoor onprofessioneel uit vinden zien. (Paperprototyping.com) 4.1.3 Panelgesprek Als de aanpassingen van het paper prototyping zijn doorgevoerd en de app is vormgegeven, testen de meisjes in het panelgesprek het “nieuwe” concept. Begrijpen ze hoe het werkt? Vinden ze het leuk? Wat kan er beter? Na de evaluatie zal de applicatie zo nodig nog een keer worden aangepast. Het panelgesprek heeft als doel om een zo uitgebreid mogelijk pallet van aspecten te verkrijgen die met het onderwerp samenhangen. De beleving, motieven en ervaringen van de ondervraagden staan voorop. Het panelgesprek wordt opgenomen. Het gebruik van smartphones en tablets komt goed naar voren door meisjes rechtstreeks vragen te stellen over hun gebruik ervan. Dit is een voordeel omdat er interactie is en een discussie ontstaat. Dat leidt mogelijk tot andere invalshoeken dan bij een enquête. Een ander voordeel is dat het onderwerp waarover wordt gesproken niet ingewikkeld of gevoelig is. Ondervraagden zullen dus snel de waarheid vertellen. Dat is belangrijk voor de validiteit van het onderzoek. (Verhoeven, N.) Een nadeel van een panelgesprek kan zijn dat sommige respondenten onzeker of verlegen zijn en daardoor niet durven spreken. (Verhoeven, N.) Topics Tijdens het panelgesprek zal er een laptop of beamer aan staan om alles met beeld te verduidelijken. Mogelijke topics en vragen voor het panelgesprek: Interactieve gedeelte: Verschillende concepten van apps op volgorde leggen. Waarom is het één mooier dan het andere? Komt het door de kleur of de inhoud? Zelf een app proberen te tekenen met stiften en potloden. Van de ene naar de andere kant van de zaal lopen om meningen te meten naar aanleiding van stellingen: o Wat vinden jullie mooier? (n.a.v. beeld)
Onderzoek - Tina-app
166
o Wat vinden jullie leuker? (n.a.v. onderwerpen) Over smartphones en apps: Hebben jullie zelf een smartphone? Zo ja, welke? Hebben jullie thuis een smartphone of tablet? Zo ja, welke? Mogen jullie wel eens op de smartphone/tablet van jouw ouders? Waar en wanneer hebben jullie je smartphone bij je? Wat doen jullie allemaal met jullie smartphone? Kopen jullie applicaties? Wat voor applicaties downloaden/kopen jullie? Wat vinden jullie belangrijk aan een applicatie? (er iets van leren, er plezier in hebben, actief spelen, samen met vriendinnen spelen, enzovoorts.) Wat is jullie lievelingsapplicatie? Waarom? Wat verwachten jullie bij een Tina-app? Wat voor kleuren vinden jullie mooi? Of is het leuker om elke week een andere kleur te doen? Algemeen: Zitten jullie wel eens op Tina.nl? Hoe vaak? Wat voor pagina’s bekijken jullie op Tina.nl? Wat is daar leuk aan? Wat vinden jullie mooi aan Tina.nl? En wat vind je niet mooi? Samenstelling Het panelgesprek wordt met zes tot acht meisjes gevoerd. Deze worden door een zogenoemd ‘key informant recruiment’ bij elkaar gebracht. (Peek & Forthergill) Collega’s van de onderzoeker helpen bij het benaderen van de doelgroep voor het panelgesprek. Zij hebben zelf ook belang bij het panelgesprek en de resultaten ervan. De grootte van de groep draagt bij aan het succes van het gesprek. Volgens Krueger (1988) moet de groep klein genoeg zijn om iedereen voldoende aan het woord te laten en moet de groep groot genoeg zijn om het gesprek van diverse percepties te kunnen voorzien. (Peek & Fothergill) Daarom is het aantal zes tot acht bewust gekozen: de onderzoeker moet overzicht hebben, chaos voorkomen en iedereen moet aan het woord komen. Omdat er altijd mensen onverhoopt afwezig kunnen zijn, worden er acht meisjes benaderd voor dit panelgesprek. Bij de selectie van de deelnemers wordt rekening gehouden met onderlinge relaties, leeftijd en demografie. De samenstelling moet divers zijn, zodat verschillende soorten meisjes hun mening kunnen geven. Volgens Morgan (1997) stuurt segmentatie de deelnemers in een groep naar één mening. Ze voelen zich sneller op hun gemak, maar je krijgt veel meer gelijksoortige antwoorden. Ze hebben een eigen mening, maar wel dezelfde achtergrond en karakteristieken. Daarbij denken Agar en MacDonald (1995) dat vrienden in één panelgesprek terughoudend kunnen zijn of anders antwoorden omdat er bekenden bijzitten. (Peek & Fothergill) Daarom zal de onderzoeker erop letten dat de deelnemers elkaar onderling niet kennen en demografisch gezien verschillen.
Onderzoek - Tina-app
167
Er moet wel bij gezegd worden dat één panelgesprek eigenlijk niet voor de gehele populatie kan spreken. Acht meisjes kunnen niet voor de gehele doelgroep spreken. (Verhoeven, N.) De ideaalsituatie voor dit onderzoek zouden vijf verschillende panelgesprekken zijn. Per leeftijd (zeven tot twaalf jaar) één panelgesprek. Zo discussiëren er steeds leeftijdsgenoten over Tina, beantwoorden zij vragen en stellingen die de onderzoeker ze voorlegt en wordt er per leeftijd bekeken hoe de lezeressen met smartphones en tablets omgaan. Als je alle leeftijden in één panelgesprek zet, zouden de jongere kinderen onderdanig kunnen zijn aan de oudere kinderen. Het onderzoek vindt 2 mei in Hoofddorp bij Sanoma Media. Na het panelgesprek krijgen de deelnemers een lekkere lunch, een kijkje op de redactie van Tina en een goedgevuld goodiebag mee. 4.1.4 Interview Om nog dieper op het onderwerp in te gaan, worden er ook face-to-face interviews gedaan met twee meisjes. De interviews worden halfgestructureerd. De onderzoeker stelt vooraf onderwerpen, stellingen en vragen vast die behandeld worden, maar stelt zich ook flexibel op en speelt in op de situatie. De beleving, motieven en ervaringen van de geïnterviewden staan voorop. Om de geïnterviewden zo veel mogelijk op hun gemak te stellen, zal de onderzoeker op een logische volgorde vragen stellen: eerst de persoonsgegevens en makkelijke vragen stellen over gedrag en activiteiten. Daarna volgen de moeilijkere vragen over gevoel en belevingen. (Zee, F van der) De ideaalsituatie is dat er een meisje van negen jaar en een meisje van elf jaar wordt geïnterviewd. Zij vallen goed in de doelgroep, maar verschillen toch twee jaar. Het is belangrijk verschillende leeftijden te interviewen om verschillen in meningen en belevingen te achterhalen. De interviews worden opgenomen. Een voordeel van het face-to-face interview is dat de ondervraagde het interview serieus neemt. Je hebt face-to-face langer de tijd om op de stof in te gaan dan bij een telefonisch interview, wat al gauw haastig gebeurt. En op e-mailvragen kun je moeilijk doorvragen, dus dat is ook niet ideaal. (Verhoeven, N.) Een nadeel van interviewen is dat het een intensief en tijdrovend karwei is. Het uitwerken van een interview kan wel zes keer zo lang duren dan het interview zelf heeft geduurd. (Verhoeven, N.) Topics Tijdens de interviews zal er een laptop aan staan om alles met beeld te verduidelijken. De topics voor de interviews zijn hetzelfde als voor het panelgesprek, maar bij het interview gaat de onderzoeker dieper in op alle onderwerpen. Bijvoorbeeld: als het over de website Tina.nl gaat, vraagt de onderzoeker gericht per pagina wat de geïnterviewde er wel of niet leuk aan vindt. En waarom wel of niet. Als het over de vormgeving van de Tina-app gaat, vraagt de onderzoeker waarom de geïnterviewde
Onderzoek - Tina-app
168
precies dat concept het mooist vindt en waarom. Verder gaat de onderzoeker dieper in op het smartphone gebruik. Welke apps gebruikt de geïnterviewde vaak en waarom precies die apps? Eén op één kun je gemakkelijk doorvragen en er precies achter komen hoe de geïnterviewde over bepaalde dingen denkt. 4.2
Verantwoording van de diepgang van het literatuuronderzoek
Voor dit onderzoek zal ik deskresearch doen in boeken en documenten, op websites en in eerder uitgevoerde onderzoeken. Van gevonden informatie op internet zal ik een bronnenlijst bijhouden, zodat ik de informatie later gemakkelijk terug kan vinden. Verder zal ik eigenlijk tot de laatste week deskresearch op internet moeten blijven doen, omdat er elke week weer nieuwe ontwikkelingen zijn op het gebied van applicaties. 4.3
Kwaliteit van de onderzoekinstrumenten
Het onderzoek mag niet op toeval berusten, maar moet betrouwbaar zijn. Als iemand anders hetzelfde onderzoek nog een keer zou uitvoeren, zou dat tot dezelfde resultaten moeten leiden. De kwaliteit van het onderzoek wordt bepaald door de methodologische kwaliteit, de betrouwbaarheid, de validiteit en de bruikbaarheid. (Verhoeven, N.) 4.3.1 Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid van de enquête hangt af van toevallige fouten. Het kan zo zijn dat de respondenten niet alle vragen kunnen beantwoorden. Omgeving speelt ook een rol. Waar vullen zij de enquête in? Zijn ze ondertussen aan het kletsen of muziek aan het luisteren of zijn ze stil en geconcentreerd? Respondenten kunnen een vraag verkeerd invullen. En de onderzoeker kan bij het verwerken van de enquêtes fouten maken. Om de resultaten zo min mogelijk te laten beïnvloeden door deze toevallige fouten, zullen er voor dit onderzoek meer enquêtes worden afgenomen dan werkelijk nodig. Hoe groter de steekproef is, hoe nauwkeuriger de resultaten zijn. 4.3.2 Validiteit De validiteit van de enquête gaat een stap verder. Deze bepaalt de mate waarin deze vrij is van systematische fouten. Het belangrijkste van validiteit zijn de geldigheid van je meetinstrument en die van de onderzoeksgroep. Een systematische fout zou kunnen zijn dat respondenten expres een verkeerd antwoord geven omdat de vraag te persoonlijk of het onderwerp te gevoelig is. En zijn de vragen wel duidelijk? Kan de groep die onderzocht is spreken voor de gehele populatie? De steekproef moet in een bepaald aantal relevante kenmerken lijken op de populatie. Als dat het geval is, is er sprake van populatievaliditeit.
Onderzoek - Tina-app
169
4.3.3 Bruikbaarheid Als er toevallige of systematische fouten worden gemaakt waardoor de betrouwbaarheid en de validiteit in gevaar komen, kan de bruikbaarheid van het onderzoek nog steeds goed zijn. Tina zou er ondanks die fouten toch nog iets aan kunnen hebben. Tina kan door het onderzoek gaan discussiëren over de Tinaapplicatie en haar beleid voor de komende jaren uitstippelen. Wat ook meespeelt bij de bruikbaarheid van het onderzoek is de nauwe samenwerking met de opdrachtgever. In dit geval is de onderzoeker werkzaam bij Tina dus zeer nauw betrokken bij de opdrachtgever. 4.4
Beschrijving van de data-analysemethode
Het kwantitatieve onderzoek (enquêtes) wordt in grafieken en tabellen geresulteerd. Die komen in de bijlage en de belangrijkste resultaten komen in het hoofdstuk ‘Resultaten’. Bij het kwalitatieve onderzoek (de interviews, de paper prototyping test en het panelgesprek) worden de handelingen en gesprekken opgenomen en uitgetypt. Die komen in de bijlage en de belangrijkste resultaten komen in het hoofdstuk ‘Resultaten’. 4.5
Gebruik van referenties en oude onderzoeken
Tina heeft zelf ook onderzoeken gedaan. Dit zijn recente onderzoeken die goede informatie kunnen bieden over de doelgroep: Mei - 2011: What is the brand experience of girls within the age of 7 – 12 of the brand Tina?, September - 2011: Mening Tina-dag bezoekers, November - 2011: Operationeel Marketingplan Tina-dag. 5.
Concept hoofdstukindeling
Titelblad Voorwoord Managementsamenvatting Samenvatting in het Engels Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Besturingssystemen en applicaties (begripsafbakening) 2.1 Besturingssystemen
Onderzoek - Tina-app
2.2 Smartphones en tablets 2.3 Applicaties 3. Interne analyse 3.1 Tina 3.2 Producten en diensten 4. Doelgroepanalyse 4.1 Algemeen 4.2 Tina.nl 4.3 Formatgebruik 5. Externe analyse 5.1 Concurrenten 5.2 Trends 6. Winstgevendheid 6.1 Verdienmodel 7. Methoden en technieken 7.1 Onderzoeksmotivatie 7.2 Enquête 7.3 Panelgesprek 7.4 Interview 8. Resultaten 8.1 Enquête 8.2 Usability test 8.3 Panelgesprek 8.4 Interview 9. Conclusie 10. Advies 11. Beroepsproduct 12. Evaluatie Literatuurlijst Bijlage 6.
Tijdsplanning
6.1
Tijdsplanning
170
Onderzoek - Tina-app
Wanneer Week 5 Week 5 Week 7 Week 10 Week 7-20 Week 9-10 Week 12-14 Week 16 Week 18 Week 18+19 Week 18-20 Week 19 Week 21-22 Week 23 Week 26 6.2
Wat Eerste versie plan van aanpak inleveren Eerste gesprek met eerste afstudeerdocent Tweede versie plan van aanpak inleveren Derde versie plan van aanpak inleveren Deskresearch Enquête opstellen Enquête-invulmoment Paper prototyping test Panelgesprek met meisjes Interview houden met meisjes Resultaten verwerken Voorleggen concept-hoofdstuk Scriptie redigeren Scriptie inleveren Afstuderen
171
Opmerkingen
2 mei o.a. 2 mei
5 juni 29 juni
Afspraken over de begeleiding
- Hoe vaak we elkaar gaan zien tijdens de afstudeerperiode? 7.
Literatuurlijst
Aerts, L. (29 september 2011). 'Liefst simpele mobiel' Voor 8-jarige is smartphone heel gewoon 'Ik ping met meisjes' 'Geeft niet welk merk'. Het Parool. PS Kind, p. 2. Blanken, H. en Deuze, M. (2007). De media heeft het gedaan. In: PopUp. De botsing tussen oude en nieuwe media. (p. 27-44). Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas. CBS Statline (6 maart 2012). ICT gebruik van huishoudens naar huishoudkenmerken. Geraadpleegd op: 6 maart 2012, van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/default.aspx?DM=SLNL&PA=71102ned &D1=3%2c26-28%2c33&D2=4&D3=a&HDR=G1%2cT&STB=G2&VW=T Coppens, K. (maart 2011). Merk gerelateerde smartphone applicaties en merkroyaliteit van de consument. Geraadpleegd op: 6 maart 2012, van: http://dare.uva.nl/document/215458 Dutchcowboys (1 december 2011). Op Yahoo in de VS werd in 2011 het meest op iPhone gezocht. Geraadpleegd op: 6 december, van: http://www.dutchcowboys.nl/search/23614 Dutchcowboys (28 februari 2012). Wie koopt de iPad 3 en waarom? Geraadpleegd op: 29 februari 2012, van: http://www.dutchcowboys.nl/apple/24190
Onderzoek - Tina-app
172
Frankwatching (5 december 2011). De toekomst van het internet. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://www.frankwatching.com/archive/2011/12/05/detoekomst-van-het-internet/ Frankwatching (26 februari 2012).Smartblets: hier komt de medische revolutie. Geraadpleegd op: 29 februari 2012, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/02/26/desmartblet/ Haan, J. de en Pijpers, R. (2010). Contact! Kinderen en nieuwe media. (p140-155 en p221p233). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Hei, Y en Groenewoud, P van. (2009). iPhone tweede editie. Amsterdam: Pearson Education Benelux. I. Klaver, E.G. Rietberg (juni 2011). Mediafeitenboekje. Mediabureau Carat, Amsterdam. iPadproducties. (z.j.). Apps. Geraadpleegd op: 18 februari 2012, van: http://www.ipadproducties.nl/ Jeugdjournaal (april 2011). Jeugdpeilonderzoek over mobieltjes. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://jeugdjournaal.nl/item/289510-jeugdpeilonderzoek-overmobieltjes.html Journalinks (2012). Steekproef. Geraadpleegd op: 8 maart 2012, van: http://www.journalinks.be/steekproef/ Lee, P en Steward, D. (2012). Technology, Media & Telecommunications. Predictions 2012. Geraadpleegd op: 6 maart 2012, van: http://www.deloitte.com/assets/DcomNetherlands/Local%20Assets/Documents/nl/branches/tmt/nl_nl_tmt_predict_201 2.pdf Magazine iPhone. iPhone App 500. Mediaonderzoek (30 november 2011). Groei online video vooral via mobiel. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://www.mediaonderzoek.nl/2363/groei-online-videovooral-via-mobiel/ Mediaonderzoek (14 oktober 2011). iPad vooral populair in Rusland. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://www.mediaonderzoek.nl/2270/ipad-vooral-populair-inrusland/ Mediaonderzoek (17 november 2011). We zijn dagelijks 3 uur online. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://www.mediaonderzoek.nl/2334/we-zijn-dagelijks-3-uuronline/
Onderzoek - Tina-app
173
Mijnkindonline (december 2011). Internet voor fun. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://mijnkindonline.nl/137/internet-voor-fun.htm Nieuws7. (2012). Nieuws over smartphonegebruik. Geraadpleegd op: 13 februari 2012, van: http://www.nieuws7.nl/smartphonegebruik.html Nu.nl (29 maart 2011). Populariteit smartphone groeit sterk. Geraadpleegd op: 6 december 2011, van: http://www.nuzakelijk.nl/e-business/2479268/populariteit-smartphonegroeit-sterk.html Oogvoorittalent (4 oktober 2011). Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijden smarthpone. Geraadpleegd op: 6 december, van: http://www.oogvoorittalent.nl/index.php/ictnieuws/kinderen-krijgen-op-steeds-jongere-leeftijd-smartphone/ Paperprototyping. (2003). What is paperprototyping? Geraadpleegd op: 19 maart 2012, van: http://paperprototyping.com/what.html Peek & Fothergill. (2009). Using focus groups: lessons from studying daycare centers, 9/11, and Hurricane Katrina. P. 31-59. Qrius mediaonderzoek (2011). Jongerenonderzoek. Rogmans, D. (2009). Heeft gratis op internet zijn langste tijd gehad? De Journalist. 114: 14. (p 8-9). Sanoma Media. (2012). Tina. Geraadpleegd op: 13 februari 2012, van: http://www.sanomamedia.nl/nl-web-Onze_media-profielen-Tina.php Snappii. (2011). The fast, easy and inexpensive way to make iPhone, iPad and Android apps. Geraadpleegd op: 19 februari 2012, van: http://www.snappii.com/ Tablet-pc breekt door. (14 december 2011). Algemeen Dagbald. Economie, p. 19. Talkaboutapps.nl (19 januari 2012). Weetje smartphonegebruik wereldwijd. Geraadpleegd op: 13 februari 2012, van: http://www.talkaboutapps.nl/weetje-smartphonegebruikwereldwijd Telecompaper (18 november 2011). Groei van het aantal smartphones vlakt af. Geraadpleegd op: 5 december 2011, van: http://www.telecompaper.com/nieuws/groei-van-het-aantal-smartphones-vlakt-af Tina.nl (2 december 2011). Poll: heb jij een smartphone? Geraadpleegd op: 9 december 2011, van: http://www.tina.nl UPC Nederland, Digivaardig en Digibewust. (november 2011). Sociale media!?. Geraadpleegd op: 18 februari 2012, van: http://overupc.upc.nl/pdf/over-upcmaatschappelijk-sociale-media.pdf
Onderzoek - Tina-app
174
Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Amsterdam: Boomonderwijs. Visual. (z.j.). How to make successful app? Geraadpleegd op: 18 februari 2012, van: http://visual.ly/how-make-successful-app Volkskrant (10 maart 2010). Balkenende weerspreekt Beatrix over sociale media. Geraadpleegd op: 7 september 2010, van: http://www.volkskrant.nl/multimedia/article1357543.ece/Balkenende_weerspreekt_ Beatrix_over_sociale_media Weeda, Frederiek. (24 maart 2011). Driekwart kleuters is al actief op internet. NRC Handelsblad. Vooraan. Weg met calvinistisch denken: Amerikaanse goeroe: smartphone voor kinderen is juist goed. (20 oktober 2011). De Telegraaf. P. 5. Wewooz. (z.j.). Gsm en smartphone gebruik bij jonge kinderen, vanaf welke leeftijd? Geraadpleegd op: 13 februari 2012, van: http://www.wezooz.nl/video-baby/gsmsmartphone-kinderen-leeftijd-opvoeding Zee, F van der. (2004). Kenniswerving in de Empirische Wetenschappen, de methodologie van wetenschappelijk onderoek. BMOOO, Groningen.
Onderzoek - Tina-app
175
02 April 2012 13:57 E.M. Brancart [
[email protected]] To: E Bosman Cc: J.G. Veenstra Beste Eline, Maandag 2 april 2012 is je plan van aanpak besproken in de commissie. Bij deze geven we groen licht om het plan zo verder uit te werken. Succes met de verder uitwerking! Met vriendelijke groet, E.M. Brancart Docent ICT & Onderzoek Hogeschool van Amsterdam Postbus 1025 1000 BA Amsterdam Tel: 020-5951787 Fax: 020-5951720