Bijlage 6a BV UFA 26 januari 2016
18 december 2015 Evaluatie Intervisietraject doktersassistentes Opdrachtgever : Stichting Utrechts fonds achterstandswijken Uitvoering: Pauline Tielrooij namens Raedelijn Deze eindevaluatie met advies is gericht op de mogelijkheid voor een bredere uitrol van intervisie voor assistentes in huisartsenpraktijken in achterstandswijken en verbetermogelijkheden van het opleidingsprogramma van het ROC. Voor een brede uitrolmogelijkheid van een intervisiemodel binnen de achterstandswijken ligt in het advies focus op de benodigde proces- en organisatiestructuur en competenties van een intervisie begeleider. De verbetermogelijkheden voor het opleidingsprogramma ROC zijn gericht op een betere aansluiting op de problematiek in de achterstandswijken. De zichtbare leemtes van de op vlak kennis, tools en vaardigheden van de intervisanten uit dit traject worden terug gekoppeld aan de opdrachtgever met een advies voor competentie en vaardigheden ontwikkeling. Aanleiding In 2014 zijn door Stichting UFA twee praktijk overstijgende projecten gestart. Het project gericht op de beschikbaarheid en het behoud van geschikte doktersassistenten in de achterstandswijken is daar één van. Er bestaat op dit moment een tekort aan goed opgeleide doktersassistenten in de achterstandswijken en het verloop is hoog. Veel opgeleide doktersassistenten verkiezen een plek in het ziekenhuis, of een niet-achterstandswijk boven een werkplek in een achterstandswijk. De trekkers Afke Dam en Barbara Benard hebben met projectadviseur Renée Geerse binnen dit project o.a. besloten tot opstart intervisie groep in januari 2015 incl. vergoeding begeleider en urenbesteding doktersassistenten. Stichting UFA heeft Esther van Eck de opdracht gegund voor het begeleiden van 1 intervisiegroep. Esther is zelf doktersassistente in een achterstandspraktijk en heeft de Cursus Intervisiebegeleider Doktersassistentes NVDA gevolgd. Gezien de nog beperkte intervisiebegeleiding ervaring van Esther en de complexiteit van de context van de doktersassistentes in achterstandspraktijken met de problematiek die daarbij naar voren komt is besloten dat Esther de begeleiding van deze intervisiegroep samen met Pauline Tielrooij, een ervaren intervisiebegeleider namens Raedelijn, zal uitvoeren. Uw vraag • Het begeleiden van Esther van Eck bij haar opdracht tot het begeleiden van een intervisiegroep • Het begeleiden van een tweede intervisiegroep alleen door Pauline Tielrooij namens Raedelijn • Het evalueren van de opbrengsten van beide intervisiegroepen met advies over: • een brede uitrolmogelijkheid van een intervisiemodel binnen de achterstandswijken • Verbetermogelijkheden opleidingsprogramma ROC gericht op de problematiek in de achterstandswijken. Het proces Eind 2014 waren er 13 aanmeldingen voor de intervisie. Er zijn op basis van dit aantal 2 intervisiegroepen geformeerd van 6-7 deelnemers. Waarbij 1 groep begeleid werd door Esther en Pauline en 1 groep alleen door Pauline. Bij de daadwerkelijke start van de van de intervisie, in maart 2015, bleek een deel van de deelnemers af te vallen, zich terug te trekken. Door verschillende redenen; ziekte, te lang moeten wachten en daardoor afgehaakt en onbekende redenen. Het traject is gestart met 2 groepen van 5 deelnemers. De eerste 3 bijeenkomsten van beide groepen waren er wisselend deelnemers niet door ziekte of druk in de praktijk waardoor ze niet weg konden. Ook is een deelnemers tussentijds gestopt door uit diensttreding. Effectief hebben we de eerste 3 bijeenkomsten met 3-4 deelnemers gewerkt. Na bijeenkomst 3 hebben de intervisiebegeleiders de keuze gemaakt om de groep samen te voegen tot een groep van 6-7 deelnemers. In tweegroepen was het aantal deelnemers te
kritisch voor voortgang. De zomervakantie kwam na bijeenkomst 3. Deze was zeer gespreid van de deelnemers waardoor er een langere periode zat tussen bijeenkomst 3 en 4 waardoor de deelnemers er een beetje uit raakte. Bijeenkomst 4 is gestart met 3 deelnemers van de 6, door afmeldingen van gelijke orde als hierboven omschreven. Dit is voor intervisie een te kleine groep om echt waarde toe te voegen. Met deze groep is op dat moment geëvalueerd en zijn er afspraken gemaakt voor de laatste 2 bijeenkomsten. Samenvatting van dit gesprek: Door drukte op de praktijk (veel werk, zieken enz) is het heel lastig om jezelf vrij te krijgen/weg te komen en het bepaalt ook hoe je in de intervisie zit (heb je bv tijd vrij kunnen maken om over een casus na te denken) Intervisie is wel waardevol om van en met elkaar te leren: · het is fijn te horen hoe het elders gaat en hier bruikbare dingen van mee te nemen · Het is fijn om te kunnen "spuien" en door de structuur van intervisie hier van te leren en er anders mee om te kunnen gaan · Het leren meer/anders vragen te stellen en dit ook toe te passen in de praktijk · Fijn om dit met gelijkgestemden (praktijken in achterstandswijk) te doen maar dat hoeft niet perse. De gelijkgestemdheid maakt wel dat we snel in onze eigen denkbeelden blijven hangen omdat we het herkennen en graag willen oplossen. Tip 1. Intervisie in de avond, 2. Per bijeenkomst een thema nemen waar ieder zijn casus over in kan brengen. Voorstel van dit groepje De 2 keer die we nog hebben op een avond plannen, 19.30-21.30. Afspraakplanner per mail. 1e intervisie avond eind oktober en 2e eind november Per bijeenkomst een thema nemen waar ieder haar casus over in kan brengen. 1e intervisie avond thema "de veeleisende patient" 2e intervisie avond thema Samenwerking in de praktijk Randvoorwaarden van de intervisiebegeleiders is dat alle 5 overgebleven deelnemers zich hieraan committeren
De twee deelnemers die niet bij bijeenkomst 4 aanwezig waren konden zich niet aan het voorstel voor een avondbijeenkomst committeren. De intervisiebegeleiders hebben toen besloten het traject af te ronden en dit gecommuniceerd naar de deelnemers. Inhoudelijk Er is gekozen voor de incidentmethode, deze methode is de basis van de NVDA cursus voor intervisiebegeleiding, die door Esther was gevolgd. De incidentmethode is een zeer eenvoudige en redelijk strak gestructureerde methode, die bedoeld is om een incident (casus) met collega’s, volgens een bepaalde structuur, in een groep te bespreken. De incidentmethode is er op gericht om de casus zodanig met elkaar te bespreken dat er verschillende oplossingsrichtingen uitrollen. De structuur van de methode biedt zekerheid en veiligheid en voldoende openheid, rust en tijd om verhaal te doen. De incidentmethode werkt goed om in een beperkte tijdsspanne, doelmatig en effectief aan een situatie / probleem te werken. Bij de incidentmethode brengt een deelnemer een recente gebeurtenis uit zijn/haar professie, die nog niet volledig is uitgewerkt, verwerkt of opgelost, in de groep. De probleeminbrenger dient betrokken te zijn bij het voorval (incident). Er was veel verschil in aanwezige competenties, ervaring en manier van werken in eigen praktijk tussen de deelnemers. Dit is op zich een mooi uitgangspunt voor intervisie. Dit
2
vraagt van de deelnemers openheid kwetsbaarheid en krachtig reflectief vermogen en vraagt daarmee ook stevige vaardigheden van de intervisor om dit te begeleiden. Waarnemingen • De deelnemers zijn allen enthousiast ingestapt • De deelnemers hebben in de eerste 3 bijeenkomsten teruggegeven reflectie met collega’s op het eigen handelen waardevol te vinden. Daarnaast heeft het ook praktische resultaten opgeleverd op het werk • De deelnemers moesten echt leren om via een vaste structuur met elkaar in gesprek te gaan en van elkaar te leren. Het grootste deel van de groep had nog nooit intervisie gedaan en een deel daarvan had de verwachting gezellig bij te kletsen. Aan de start van het traject hebben we hier veel aandacht aan besteed. In de 2e en 3e bijeenkomst ervoeren de deelnemers de waarde van de structuur. • De deelnemers vinden het in basis best lastig om te reflecteren op casuïstiek en hebben veel ondersteuning nodig van de intervisor op de persoonlijke reflectie op eigen handelen. • De deelnemers zijn zeer oplossingsgericht en praktisch ingesteld. De verleiding om de inbrenger van een casus gelijk een oplossing te geven zonder de context en de werkelijke vraag te hebbend verkend was heel erg groot. Ook hiervoor was de vaste structuur heel helpend, ook al leidde dit soms ook wel tot frustratie van deelnemers. • Per intervisie groep zaten er ook deelnemers uit dezelfde praktijk. Het effect hiervan was dat de beide deelnemers zich met een ingebrachte casus van de ander identificeerden en hier niet meer met afstand naar konden kijken en daarmee minder helpend konden zijn voor de inbrenger. Gezien de kleine groep was dit te bepalend voor de persoonlijke opbrengst van de reflectie • In een intervisiegroep zaten er ook deelnemers met een hiërarchische verhouding. Het effect was dat er een relatieve onveiligheid was tussen die deelnemers, om werkelijk kwetsbare dingen in leren, in te brengen. • De ingebrachte casuïstiek richtte zich in bijna alle gevallen op communicatie en gedrag. Zowel tussen assistentes en de patiënten als binnen de praktijk tussen collega’s. • Een groot deel van de groep mist een deel van de competenties, vaardigheden en collectieve praktijkafspraken voor de complexere casussen in een complexe context gericht op gedrag en communicatie. Het effect hiervan is dat de intervisie met haar reflectie niet de gewenste verdieping kan krijgen. Het blijft dan hangen op bevestiging van de zichtbare leemtes van de deelnemer. Randvoorwaarden Een vaste locatie bij Raedelijn werd als prettig ervaren Het gekozen tijdsstip 15.00-17.00 was niet voor alle deelnemers haalbaar en of wenselijk. Er was geen uniformiteit in welk tijdstip beter zou passen. Er was een bepaalde mate van vrijblijvendheid in het volgen van de intervisie. Het werd niet door alle werkgevers gestimuleerd om te gaan. Intervisiebegeleiders Belangrijke competenties, vaardigheden en ervaringen voor een intervisor zijn: • Een coachende basishouding met als doel de deelnemers leren eigen oplossingen te laten vinden en individuen en groep een spiegel voor te houden. • Door metacommunicatie zichtbaar kunnen en durven maken wat er gebeurt tussen de deelnemers en laten zien en ervaren wat het effect daarvan is • Goede communicatieve- en gespreksvaardigheden en hierin een voorbeeldrol kunnen vervullen tijdens de intervisiebijeenkomsten. • Het leiden en begeleiden van groepsprocessen met de juiste interventies. • Het kunnen scheppen van een veilige sfeer in de groep. Hierbij gaat het om een goede balans tussen sturen en loslaten on daarmee onderling leren te faciliteren. • Vertrouwen hebben in de eigen dynamiek van de individuele leerprocessen van de deelnemers.
3
•
•
Een intervisor stelt het leerproces boven de inhoud, respecteert en volgt het proces van een individu en van de groep. Zowel het individu als de groep een eigen proces gunnen en dit proces niet te forceren doordat je bijvoorbeeld bij een deelnemer zo graag een inzicht wilt laten ontstaan. Als intervisor is het belangrijk je bewust te zijn van je sterke en zwakke kanten, je leerpunten en je eigen waarden en normen. Indien nodig moet je in staat zijn je eigen rol of je eigen proces bespreekbaar te maken en ook de eigen emoties te kunnen reguleren
De keuze van een startende intervisor in dit traject maakt dat je impliciet kiest voor een leerproces van de intervisor op bovenstaande thema’s tijdens het intervisie traject. Al lerend begeleiden van deelnemers die zelf nog moeten leren hoe intervisie werkt, wat dat van hen vraagt en wat het op kan leveren, is een zeer uitdagende taak. Esther heeft de structuur van de intervisie goed neer kunnen zetten. Het bleek effectief om de groep door Esther en Pauline samen te laten begeleiden. Daar waar Esther competenties, vaardigheden en ervaringen tekort kwam kon Pauline dit aanvullen. Advies richting UFA Op basis van bovenstaande waarneming en ervaring lijkt intervisie voor deze doelgroep, met mogelijke brede uitrol van een intervisiemodel binnen de achterstandswijken, alleen waardevol als er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan: •
• •
• • • •
Deelnemers hebben in de opleiding DA (ROC) of door nascholing en of training specifieke communicatieve tools en vaardigheden opgedaan gericht op met werken met patiënten uit complexe populaties; Indien deze nascholing en of trainingen nog gegeven gaan worden is intervisie een natuurlijk vervolg voor leren op het werk op deze thema’s; De verwachtingen rondom intervisie vooraf helder kaderen en de intrinsieke motivatie voor leren en reflectie op eigen handelen vooraf aan de intervisie toetsen bij de deelnemers; Intervisie wordt gefaciliteerd door praktijkhouder/leidinggevende van de deelnemers, door tijd en ruimte te geven aan de deelnemers, ook als het druk is; Bij de start van intervisietraject de keuze voor thematische bijeenkomsten voorleggen aan de deelnemers; Groepen laten intekenen op basis van middag of avond dagdeel en hierbij een symbolisch contract maken waardoor men het als minder vrijblijvendheid ervaart; De intervisie laten begeleiden door een ervaren intervisiebegeleider.
Advies richting ROC De werkgroep van het UFA heeft geen actie meer gezet richting het ROC na het vertrek van Monique van Engelen (ingang Barbara bij ROC) en de werkzaamheden van Barbara die het niet toelieten om daar opnieuw op in te zetten. Mocht het contact weer gelegd worden dan lijkt het raadzaam het curriculum van de opleiding voor doktersassistenten te leggen naast de behoefte aan inzichten, tools en vaardigheden gericht op effectieve communicatie en gedrag specifiek voor de patiëntenpopulatie met bijbehorend gedrag van de achterstandspraktijken. Hierin zullen ook grensoverschrijdend en/of agressief gedrag, de taalbarrière, de cultuurverschillen en gedragsafwijkingen op basis van psychopathologie moeten worden meegenomen.
4
5