TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën
Bepoederde pruiken, bruisende ideeën
Tijd van Pruiken en Revoluties • 1700-1800 Vroegmoderne Tijd
Kenmerkende aspecten Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’, dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen Voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Europese overheersing In de 18de eeuw breidde de Europese overheersing zich verder uit: • Tussen Europa, Afrika en Amerika ontstond een geheel door Europeanen gecontroleerde driehoekshandel • In Amerika stichtten de Europeanen plantagekoloniën, waar exportgewassen voor de Europese markt werden verbouwd • In deze handel speelde de WIC een belangrijke rol
‘Zwart goud’ • De grondslag van het plantagesysteem werd gevormd door slavenarbeid • miljoenen zwarte Afrikanen werden het slachtoffer van de winstgevende transatlantische slavenhandel • Het abolitionisme, de beweging voor afschaffing van de slavernij, won geleidelijk aan kracht, maar pas in de 19de eeuw werd die in de meeste landen afgeschaft
Licht in de duisternis ‘Verlichting betekent de bevrijding van de mens uit zijn schuldige onmondigheid’
De Verlichting was een intellectuele en culturele beweging die er vanuit ging dat de mens met behulp van de rede alle problemen kon overwinnen
Ten strijde tegen onverdraagzaamheid ‘Wat u ook moge doen, verpletter het verachtelijke …’ Voltaire
Het rationalisme van de verlichte filosofen botste met godsdienstige onverdraagzaamheid, bijgeloof en de grote macht van de Kerk
Vrij en gelijk • De filosofen van de Verlichting pasten hun ideeën niet alleen toe op de Kerk en het geloof, maar op alle terreinen van de samenleving • Wat betreft de sociale verhoudingen stelden zij dat alle mensen van nature vrij en gelijk zijn • De standenmaatschappij, waarin iedereen op basis van zijn afkomst rechten en plichten had, vonden zij onrechtvaardig
Machtenscheiding en volkswil Het absolutisme, gebaseerd op het ‘goddelijk recht’, was ook niet langer acceptabel: • Montesquieu was voorstander van de ‘trias politica’ of machtenscheiding • Rousseau pleitte voor volkssoevereiniteit: de wil van het volk was de bron van alle macht
Verlichte despoten • De verlichte filosofen bespraken hun ideeën in koffiehuizen en salons • Ook waren de beroemdste filosofen welkom aan de vorstenhoven
• Sommige vorsten probeerden de verlichte ideeën over bestuur, onderwijs en economie in praktijk te brengen • Dit verlicht absolutisme verminderde de macht van de vorst echter niet • In Frankrijk duurde het absolutisme tijdens het Ancien Régime onverminderd voort
Revolutie in de Republiek • De Republiek maakte in de 18de eeuw een periode van verval door • Er was veel kritiek op stadhouder Willem V (1751-1795)
• De patriotten eisten onder invloed van de ideeën van de Verlichting een modernisering van het bestuur • In 1787 brak er zelfs een kleine revolutie uit, maar door tussenkomst van Pruisen werd de oude orde hersteld
Opstandige kolonisten De late 18de eeuw zag een aantal democratische revoluties, waarvan de eerste plaats vond in de Britse kolonies van Noord-Amerika: • onder de kolonisten heerste ontevredenheid vanwege de hoge belastingen en het gebrek aan inspraak • in 1775 begon de Amerikaanse Vrijheidsoorlog, die zou duren tot 1783
• tijdens de oorlog werd op 4 juli 1776 de Onafhankelijkheidsverklaring aangenomen, die was geïnspireerd op de idealen van de Verlichting
De Amerikaanse Constitutie In 1787 namen de Founding Fathers de grondwet aan: • de VS werden een federatie • er kwam machtenscheiding • in 1791 werd aan de grondwet de Bill of Rights toegevoegd, die de grondrechten garandeert van iedereen die het staatsburgerschap bezit Congress shall make no law respecting an establishment of religion, or prohibiting the free exercise thereof; or abridging the freedom of speech, or of the press; or the right of the people peaceably to assemble, and to petition the Government for a redress of grievances. First Amendment
Revolutie in Frankrijk • Ook in Frankrijk nam de ontevredenheid met het Ancien Régime toe • Toen Lodewijk XVI, door financiële nood gedwongen, in 1789 de Staten-Generaal bijeenriep, kwam de spanning tot ontlading • De leden van de Derde Stand riepen de Nationale Vergadering uit
Mensenrechten én terreur • Op 26 augustus werd de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger aangenomen • De revolutie liep in 1792 uit op de Terreur: talloze tegenstanders van de revolutie kwamen onder de guillotine • In 1793 werd ook Lodewijk XVI terechtgesteld
Marionet van Frankrijk De periode tussen 1795 en 1813 was voor Nederland de zogenaamde ‘Franse Tijd’: • de Bataafse Republiek (17951806) was erg afhankelijk van Frankrijk • in 1806 maakte keizer Napoléon zijn broer Lodewijk tot koning van Holland • in 1810 werd Nederland zelfs ingelijfd bij Frankrijk • Na de definitieve nederlaag van Napoléon in 1815 werd Nederland een koninkrijk onder Willem I