Tijdvak 10 hv123 Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
19 May 2016
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/73224
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Inleiding Thema Leerdoelen Planning Werkplan
Opdrachten Dekolonisatie De wereld in blokken NAVO Verzorgingsstaat in Ned Welvaartsstaat in Ned Jeugdculturen in Ned Begin Europese integratie Europese Unie
Afsluiting Eindopdracht Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Stap5 Stap6
Verderkijker Verderkijker
Voortgang Voortgang
Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Tijdvak 10 hv123
Inleiding Thema Tijdvak 10 is de tijd van Televisie en Computer.
Dit tijdvak begint in het jaar 1950 en duurt tot 2000. Het tijdvak beslaat de tweede helft van de twintigste eeuw. In dit tijdvak stonden Oost en West een tijdlang tegenover elkaar. Een belangrijk kenmerk van deze periode is de dekolonisatie . Ook veranderde Nederland in deze periode van een verzuild land in een verzorgingsstaat met een consumptiemaatschappij. De jeugd kreeg meer invloed en de burgers meer inspraak. Over deze ontwikkelingen ga je een aantal opdrachten maken. Als eindopdracht bij dit thema organiseer je samen met je klasgenoten een debat.
Leerdoelen
Aan het eind van het thema: ken je de belangrijkste oorzaken van de dekolonisatie na de Eerste en Tweede Wereldoorlog, ook voor Nederland; kun je verband leggen tussen de afloop van de Tweede Wereldoorlog en het ontstaan van de Koude Oorlog, de wapenwedloop en het IJzeren Gordijn; ken je voorbeelden van gewapende conflicten ten gevolge van de Koude Oorlog;
Pagina 2
Tijdvak 10 hv123
begrijp je het verschil in levenswijze tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oostblok; begrijp je hoe in Nederland tijdens de Wederopbouw een verzorgingsstaat kon ontstaan en hoe deze zich ontwikkelde tot een consumptiemaatschappij; ken je oorzaken en gevolgen van de emancipatie van de jeugd en de invloed van de media op de maatschappij in Nederland; ken je enkele belangrijke historische personen uit dit tijdvak en hun betekenis voor de tijd waarin ze leefden; kun je zelfstandig en samen onderzoek doen naar historische gebeurtenissen in deze periode, ook in je eigen omgeving.
Planning
Planning
'Tijdvak 10' bestaat uit de volgende onderdelen: Onderdeel
Tijd
Eindproduct
Inleiding
0,5 lesuur
-
Opdracht: Dekolonisatie
3 lesuren
Fotopresentatie
Opdracht: Wereld in blokken
3 lesuren
Toerstische excursie
Opdracht: NAVO
3 lesuren
Verslag
Opdracht: Verzorgingsstaat
3 lesuren
Vergelijking
Opdracht: Welvaartsstaat
3 lesuren
Quiz
Opdracht: Jeugdculturen
3 lesuren
Verslag
Opdracht: Europese integratie: het begin 3 lesuren
Spel
Opdracht: Europese integratie: EU
2 lesuren
Puzzel
Afsluiting
3 lesuren
Debat
Pagina 3
Tijdvak 10 hv123
Totaal
26,5 lesuren
Werkplan
De Tijd van televisie en computer bestudeer je door negen opdrachten te maken. In iedere opdracht wordt een ander aspect van het tijdvak belicht. In dit thema gaat het om de volgende opdrachten: Opdracht
Tijd
Eindproduct
Dekolonisatie
3 lessen
Fotopresentatie over Nederlandse kolonies
Wereld in blokken
3 lessen
Toeristische excursie door Berlijn
NAVO
3 lessen
Verslag van het onderzoek
Verzorgingsstaat
3 lessen
Vergelijking: gezinsleven in jaren 50 en nu
Welvaartsstaat
3 lessen
Quiz over jaren zestig en zeventig
Jeugdculturen
3 lessen
Verslag van het onderzoek
Europese integratie: het begin 3 lessen
Landenspel over Europese samenwerking
Europese integratie: EU
2 lessen
Puzzel over de EU
Eindopdracht
2 à 3 lessen Debat
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt. Download hier het Werkplan Tijdvak 10
Pagina 4
Tijdvak 10 hv123
Opdrachten Dekolonisatie
De eerste opdracht gaat over de dekolonisatie van de Europese wereldrijken. Eeuwenlang heersten Britten, Fransen, Nederlanders over verre streken, soms al vanaf de tijd van Ontdekkers en Hervormers. Na de Tweede Wereldoorlog werden vrijwel al deze landen in snel tempo zelfstandig. Hoe kon dat zo snel veranderen? Klik op de link om de opdracht te openen > Dekolonisatie
De wereld in blokken
In de eerste opdracht onderzoek je, hoe tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog nieuwe spanningen ontstonden. De VS, Groot-Brittannië en de Sowjetunie hadden samen Duitsland verslagen. Maar er was veel wantrouwen tussen de overwinnaars ontstaan. Was de derde wereldoorlog in zicht,
Pagina 5
Tijdvak 10 hv123
met de enorme tegenstellingen tussen communisme en kapitalisme, en het bezit van de atoombom? Klik op de link om de opdracht te openen: > Wereld in blokken
NAVO
Deze onderzoeksopdracht gaat over de NAVO, het bondgenootschap van Westerse landen waar ook Nederland lid van is. Je onderzoekt waarom de NAVO is opgericht, bij welke gebeurtenissen de NAVO een rol speelde en wat de plaats van Nederland is in de NAVO. Hierbij gebruik je allerlei bronnen. mDaarmee beantwoord je vier hoofdvragen. Tenslotte test je je kennis met een digitale toets. Klik op de link om de opdracht te openen: > NAVO
Verzorgingsstaat in Ned De vierde opdracht gaat over de wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog.
In Nederland waren grote verwoestingen aangericht. Tegelijkertijd kwamen er steeds meer mensen bij door de geboortegolf.
Pagina 6
Tijdvak 10 hv123
Lukte het om Nederland op te bouwen en iedereen werk en een inkomen te geven? Klik op de link om de opdracht te openen: > Verzorgingsstaat
Welvaartsstaat in Ned De vijfde opdracht gaat over de ontwikkeling van Nederland tot een welvaartsstaat.
In Nederland was de wederopbouw een groot succes. Door sober te leven en hard te werken werd er meer geld verdiend. Nu kwam er ruimte om meer te kopen en meer te genieten van vrijheid en vrije tijd. Nederlanders gingen een ander leven leiden: de verzuiling maakte plaats voor pluriformiteit. Mensen, ook jongeren, gingen een eigen leefstijl kiezen en er kwam kritiek op de traditionele samenleving en zijn leiders. Klik op de link om de opdracht te openen: > Welvaartsstaat
Jeugdculturen in Ned Deze onderzoeksopdracht gaat over de vele jeugdculturen die Nederland kent,
sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Tot nu toe heb je vooral gelezen over de nozems maar er waren veel meer groepen met heel grote onderlinge verschillen. Sommige was het vooral om plezier en muziek te doen, andere waren bezig met politiek en verbetering van de maatschappij. Klik op de link om de opdracht te openen:
Pagina 7
Tijdvak 10 hv123
> Jeugdculturen
Begin Europese integratie De zevende opdracht gaat over de opbouw van vreedzame samenwerking tussen landen in Europa.
Twee wereldoorlogen binnen een halve eeuw: het leek of het nooit meer goed zou komen tussen de belangrijkste Europese staten. Toch gebeurde vlak na de oorlog het ongelooflijke: onder de dreiging van de Koude Oorlog sloten de Europese landen zich nauwer aaneen, om elkaars gezamenlijke problemen op te lossen. Klik op de link om de opdracht te openen: > Europese integratie: het begin
Europese Unie
De achtste opdracht gaat over de uitbouw van de samenwerking in Europa. De EEG werd een groot economisch succes. Maar dat was niet genoeg. Echte samenwerking gaat verder dan de economie. Ook kwamen er na de val van het IJzeren Gordijn veel nieuwe Europese landen bij. De EU kreeg gaandeweg meer zeggenschap in de aangesloten landen en niet iedereen is daar blij mee.
Pagina 8
Tijdvak 10 hv123
Klik op de link om de opdracht te openen: > Europese integratie: EU
Pagina 9
Tijdvak 10 hv123
Afsluiting Eindopdracht Je weet nu veel over Tijdvak 10, de tijd van de televisie en computer.
De eindopdracht gaat over problemen en standpunten,
die te maken hebben met de geschiedenis van Tijdvak 10. Ze zijn samengevat in stellingen waar je voor of tegen kunt zijn. Problemen: in de stelling wordt een voorstel gedaan, hoe we een bepaald probleem moeten aanpakken. Bijvoorbeeld: Om jongeren meer bij de politiek te betrekken, moet de kiesgerechtigde leeftijd worden verlaagd naar zestien jaar. Standpunten: in de stelling wordt beweerd dat iets goed of slecht is. Bijvoorbeeld: het is goed dat de EU verder wordt uitgebreid. Het eindproduct van de eindopdracht is de organsatie van een debat met de klas over enkele stellingen. Groepsgrootte Je doet de voorbereiding samen met enkele klasgenoten. Tijdens het debat doet de hele klas mee. Tijd Je hebt ongeveer twee lessen nodig voor de voorbereiding en één les om het debat te houden.
Stap1
Pagina 10
Tijdvak 10 hv123
Debatteren kun je leren
Een debat is géén discussie, waarin iedereen meedoet en vrij kan meepraten. In een debat is alles netjes geregeld. Er is een voorzitter die het debat leidt. Voor- en tegenstanders krijgen evenveel spreektijd. Je mag niet zomaar een spreker interrumperen (in de rede vallen). Na afloop wordt bepaald wie het debat gewonnen hebben. Daarvoor is er een jury, en natuurlijk stemt het publiek mee. De regels voor een goed debat worden besproken in de handleiding Debatteren voor bovenbouw havovwo van het Nederlands Debatinstituut, dat ook officiële scholierendebatten organiseert. Bestudeer van deze handleiding de paragrafen 2 en 4. Beantwoord daarna de vragen hieronder om te zien of je de hoofdzaken begrepen hebt.
Toets kn.nu/fb81x
1 Wat is een belangrijk verschil tussen een discussie en een debat? a. Een discussie duurt kort, een debat veel langer. b. Een discussie is iets voor iedereen, een debat voor politici. c. Een discussie is aan regels gebonden, een debat is vrij. d. Een discussie is onderling, een debat richt zich op het publiek.
2 Welke deelnemers zijn nodig voor een debat?
Pagina 11
Tijdvak 10 hv123
Meerdere antwoorden mogelijk. a. tegenstanders b. een voorzitter c. een scheidsrechter d. publiek e. een advocaat f. een jury
3 Wat is een POI? a. Een Point of Interest: een tegenstander mag een vraag stellen ter verduidelijking. b. Een Probleem over Inzicht: een tegenstander mag een spreker uitleggen dat hij een fout maakt. c. Een Point of Interruption: een voorstander mag de spreker helpen met een opmerking. d. Een Pauze voor Overleg (Intern): de spreker mag even overleggen met zijn groep.
4 Hoe zijn de spreektijden geregeld tijdens een debat? a. Ieder krijgt zoveel spreektijd als de voorzitter toestaat, maar minimaal 3 minuten. b. Iedere spreker krijgt precies evenveel spreektijd, bijv. 3 minuten per beurt. c. Als het publiek boe! gaat roepen, is de spreektijd van een spreker om. d. Als de meerderheid van de jury de handen opsteekt, is de spreektijd om.
5 Wat zijn voorbeelden van zaken waar de EG zich mee ging bemoeien? Meerdere antwoorden mogelijk. a. Hoeveel financiële steun krijgt een boerenbedrijf dat kaas wil exporteren? b. Hoe kunnen we zorgen dat overal dezelfde verkeersborden worden gebruikt? c. Op welke manier worden burgemeesters van grote steden benoemd? d. Hoe kunnen we wetten van lidstaten goed op elkaar laten aansluiten? e. Hoeveel BTW moeten burgers betalen als ze een huis kopen? f. Hoe kunnen we regelen dat je gemakkelijk kunt betalen in en ander Europees land?
6 "Om de criminaliteit tegen te gaan, moet er weer douanecontrole worden ingesteld." Is dit een beleidsstelling of een waardestelling? a. Een waardestelling, want het gaat over normen en waarden. b. Een waardestelling, want het gaat over een voorstel voor concrete actie. c. Een beleidsstelling, want het gaat over wat je goed of verkeerd vindt. d. Een beleidsstelling, want het gaat over een voorstel voor concrete actie.
Pagina 12
Tijdvak 10 hv123
7 Waarop let de jury o.a. bij het bepalen van de winnaar? a. Op wie de beste argumenten had. b. Op wie de meeste aanhangers had. c. Op wie de beste spreker was. d. Op wie er gelijk had.
Stap2 De stellingen De gebeurtenissen in Tijdvak 10 hebben veel sporen achtergelaten in onze maatschappij.
Daardoor hebben we nog steeds te maken met problemen die erfenissen zijn van het verleden. Op de volgende pagina volgen enkele voorbeelden van stellingen die je voor het debat kunt gebruiken. Natuurlijk kun je ook zelf met voorstellen komen. Bespreek een eigen stelling eerst met anderen en daarna met je docent. Ook een eigen stelling moet aansluiten bij Tijdvak 10. Deze opdracht is voor de hele klas en voor de docent: die heeft de leiding bij de bespreking. Lees de stellingen en praat met enkele klasgenoten over de vraag: Welke stellingen zijn interessant en geschikt om over te debatteren? Welke stellingen zijn volgens jullie beleidsstellingen? De docent verzamelt jullie reacties en maakt een definitieve keuze. De docent verdeelt ook de rollen in overleg met jullie: - Wie is voorzitter? - Wie vormen de jury? - Wie zijn voorstanders/tegenstanders van de stelling? Je hoeft het niet zelf met de stelling eens te zijn om toch voorstander te spelen. Stellingen
Pagina 13
Tijdvak 10 hv123
Stelling 1: Nederland moet Indonesië schadevergoeding betalen voor de politionele acties. Stelling 2: De manier waarop het westen profiteert van goedkope (kinder-)arbeid in arme landen, is erger dan kolonialisme. B Over: TV 10 - Blokvorming tussen Oost en West Stelling 3: In de tijd van de blokvorming was de wereld veiliger dan nu. Stelling 4: Om een kernoorlog te voorkomen, moeten alle landen hun kernwapens bij de VN inleveren ter vernietiging. C Over: TV 10 - Toenemende pluriformiteit Stelling 5: Nederland zou een fijner land zijn als we meer harmonie en minder wel vaart hadden, zoals tijdens de Wederopbouw. Stelling 6: De ontkerkelijking en ontzuiling hebben van Nederland een vrijer land gemaakt. D Over: TV 10 - Europese integratie Stelling 7: De EU moet een gezamenlijk leger krijgen, om sterker te staan tegenover de bedreigingen van oorlog en terrorisme. Stelling 8: De EU en de euro hebben Nederland vooral veel ellende gebracht.
Stap3 De organisatie
Maak met je docent afspraken over de volgende zaken: Pagina 14
Tijdvak 10 hv123
1. Wie is voorzitter? 2. Wie komen in de jury (4 personen)? Tip: vraag andere docenten of oudere leerlingen om in de jury plaats te nemen. 3. Hoe stellen we de debatersgroepen samen (twee groepen van 4 leerlingen)? Tip: de groepen kunnen bijv. door loting worden samengesteld, of door eerst twee opponenten te kiezen die daarna elk drie medestanders mogen kiezen. 4. Wanneer kan het debat plaatsvinden? (Datum, tijd) 5. Wie coacht de groepen - zijn hier twee docenten voor te vinden? 6. Hoe wordt het lokaal ingericht? 7. Hoeveel spreektijd krijgt een deelnemer per ronde? 8. Zijn POI's toegestaan, en wanneer en hoe lang? 9. Hoe wordt er verslag gelegd (opnames, aantekeningen) en wie doen dat? Tip: zorg dat er iemand van de schoolkrant bij is. 10. Welke rol heeft het publiek in de verkiezing? Tip: laat na elke debatronde stemmen. 11. Wat gebeurt er met de winnaars en de verliezers? Tip: zorg voor een of enkele prijsjes.
Stap4
Pagina 15
Tijdvak 10 hv123
De voorbereiding
Of je nu deelnemer bent, jurylid of publiek: zorg dat je goed voorbereid in de strijd komt. Dat betekent: ga je nog eens verdiepen in elk onderdeel waar de stelling bij hoort. Maak notities van feiten, namen, jaartallen en gebeurtenissen die je belangrijk lijken voor de stelling. Maak notities van argumenten, die je voor of tegen de stelling kunt vinden in het lesmateriaal. Ga ook buiten het lesmateriaal op zoek naar argumenten die je kunt gebruiken. Bedenk tenslotte, welke argumenten de andere partij waarschijnlijk zal gebruiken en zoek daarbij dus ook weer tegenargumenten. Maak ook hiervan notities. Deel je notites en discussieer erover: maar alleen met degenen die geen tegenpartij zijn in het debat. Bewaar je notities goed en neem ze voor het debat (als huiswerk...) nog eens door.
Stap5
Pagina 16
Tijdvak 10 hv123
Meer dan woorden
Een maaltijd is niet alleen lekker als er goede ingrediënten worden gebruikt. Het moet er ook smakelijk uitzien en de sfeer aan tafel speelt ook mee. Een debat wordt ook niet alleen gewonnen met goede argumenten. Je moet zorgen dat ze prettig worden 'opgediend'. Bedenk dat je het publiek moet overtuigen! Hoe krijg je de zaal op je hand? Verdiep je in de volgende middelen: Humor helpt Lichaamstaal Je stem Gebaren en houding Verleiden en uitdagen Respect en goede manieren Goed luisteren en reageren Geef je verhaal een kop, romp en staart De kracht van de herhaling Voorbeelden geven Bespreek met je medestanders, op welke manier je deze tien middelen kunt gebruiken bij het verdedigen van jullie stelling.
Stap6
Pagina 17
Tijdvak 10 hv123
Het debat: terugkijken
We hopen dat het debat een succes was en een leuke ervaring! Tijd om eens terug te kijken en te leren van je ervaringen. Schrijf een email aan je docent. Geef hierin een kort verslag van jouw ervaringen met het debat. Wat vond je van de sfeer van het debat? Heeft volgens jou de beste gewonnen? Heb je belangrijke argumenten gemist? Vond je dat het debat goed verliep - hoe kwam dat? Werd het debat goed geleid? Wat vind je achteraf van je eigen bijdrage aan het debat: was je goed voorbereid? Kon je je argumenten goed naar voren brengen? Wat zou je nog meer / beter willen leren over debatteren? Zou je vaker aan debatten willen meedoen?
Pagina 18
Tijdvak 10 hv123
Verderkijker Verderkijker Verderkijker Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'. De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid. Voor thema 10 zijn de tien fragmenten bij vijf verschillende onderwerpen geselecteerd. Om de Teleblik fragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op teleblik. Voor meer informatie over het inloggen ga naar: teleblik.nl/faq/hoe-krijg-ik-toegang-tot-teleblik 1 Dekolonisatie Fragment over (de resten van) de koloniale oorlog in Indonesië en het overdragen van de soevereiniteit van Nederlands-Indië aan Mohammed Hatta. Zuilenland in oorlog Na de Tweede Wereldoorlog probeert Nederland weer terug te gaan naar de oude situatie van voor de oorlog, ook in Nederlands-Indië. Dat de Indonesische bevolking hier anders over denkt, is volgens de Nederlandse regering allemaal de schuld van de Japanners. Het Verdrag van Linggadjati 2 De wereld in blokken Na de machtsovername in Praag in 1948, de blokkade van Berlijn en de vorming van de NAVO is de omslag compleet: het communisme staat voor het 'Russisch gevaar'. Koude oorlog Compilatie van de val van de Berlijnse Muur; (zw/w) diverse vluchtpogingen over de Berlijnse Muur; interview met een gevluchte Oost-Duitser (1981); politieke reacties na de val van de Berlijnse Muur. Terugblik op de val van de Berlijnse Muur
3 Verzorgingsstaat in Nederland
Column van filosoof Rob Wijnberg over de Nederlandse Verzorgingsstaat. Er is veel goed aan de verzorgingsstaat, maar er is ook veel op aan te merken. Verzorgingsstaat Door een reeks van wetten die Willem Drees als minister-president maakte, kwam er voor ouderen, zieken, werklozen financiele hulp. Dit maakte van Drees een polpulair man. Canon: Willem Drees
4 Jeugdculturen in Nederland Pagina 19
Tijdvak 10 hv123
Fragment over het ontstaan van de hippiecultuur in de jaren '50. Een eeuw jeugdcultuur Fragment over de punkcultuur. Een eeuw jeugdcultuur 5 Begin Europese integratie Ondertekening van het vredesverdrag tussen de Geallieerden en Duitsland in Bonn, op 26 mei 1952, waardoor West-Duitsland een soevereine staat wordt. Ondertekenaars zijn achtereenvolgens de Engelse minister Anthony Eden, de Franse minister Robert Schuman, de Amerikaanse minister Dean Acheson en de Duitse bondskanselier Konrad Adenauer. Gevolgd door beelden van de ondertekening van het verdrag, waarmee de Europese Defensie Gemeenschap wordt opgericht op 27 mei 1952 in Parijs, en de legers van de EGKS. Polygoons Wereldnieuws Programma over het ontstaan van de Europese Unie. Aan de orde komen de oorsprong en uitbreiding van de EU (met oa EGKS). Daarnaast komen verschillende verdragen aan de orde, t/m het Verdrag van Maastricht. De Europese Unie
Pagina 20
Tijdvak 10 hv123
Voortgang Voortgang
Pagina 21
Tijdvak 10 hv123
Over dit lesmateriaal Colofon Het thema 'Tijdvak 10' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO. Fair Use In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content. Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
19 May 2016 om 11:15
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau
HAVO 3;
Leerinhoud en doelen De tijd van televisie en computer (vanaf 1950); Geschiedenis; Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
27 uur en 0 minuten
Pagina 22
Tijdvak 10 hv123