Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL tel. 02 507 06 31 www.katholiekonderwijs.vlaanderen
MEDEDELING Referentienummer:
M-VVKSO-2008-021
Datum:
2008-03-04
Gewijzigd:
2015-10-06
Contact:
Dienst Personeel –
[email protected] tel.: 02 507 07 01
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten in het gewoon so: bepaalde duur of doorlopende duur INHOUD
1
Inleiding ..........................................................................................................3
2
Reglementering ................................................................................................3
3
Tijdelijke aanstelling van bepaalde duur ...................................................................4 3.1
Aanstellingsvoorwaarden ..............................................................................4
3.2
Subsidiëringsvoorwaarden .............................................................................5
3.2.1
Nationaliteit ............................................................................................5
3.2.2
Burgerlijke en politieke rechten ....................................................................5
3.2.3
Gezondheidstoestand ...............................................................................5
3.2.4
Onberispelijk gedrag .................................................................................5
3.2.5
Dienstplichtwetten ....................................................................................5
3.2.6
Bekwaamheidsbewijs ................................................................................6
3.2.7
Taalvereisten ..........................................................................................7
3.2.8
Geen leeftijdsgrens voor tijdelijke aanstelling (bepaalde duur) ...............................9
3.2.9
Beperking i.g.v. langdurige VVP om medische redenen .......................................9
3.3 4
Einddatum van de tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur ................................... 10
Recht op TADD .............................................................................................. 11 4.1
Anciënniteitsvoorwaarde ............................................................................. 11
4.2
Kandidaatstelling ...................................................................................... 12
4.3
Draagwijdte van het recht op TADD: ambten, vakken en puntenwaarde .................... 13
4.3.1
Ambt .................................................................................................. 13
4.3.2
Ambt van leraar: vakken .......................................................................... 14
4.3.3
Ondersteunend personeel: puntenwaarde van de betrekking .............................. 15
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur 1 van 35
4.4
Recht op TADD geldt binnen de hele scholengemeenschap .................................. 17
4.5 Gevolgen van ontslag, afzetting of evaluatie “onvoldoende” op de anciënniteit en het recht op TADD .......................................................................................................... 18 4.5.1
Tijdelijke van bepaalde duur: gevolg van ontslag om dringende redenen ................ 18
4.5.2 Tijdelijke van bepaalde duur: gevolgen van ontslag omwille van tekortkoming aan plichten of na definitieve evaluatie “onvoldoende” ...................................................... 18 4.5.3
Tijdelijke van doorlopende duur: gevolgen van ontslag na tuchtprocedure ............... 19
4.5.4 Tijdelijke van doorlopende duur: gevolgen van ontslag na definitieve evaluaties met eindconclusie “onvoldoende” ............................................................................... 19
5
6
4.5.5
Tijdelijke van doorlopende duur: gevolgen van één evaluatie “onvoldoende” ............ 20
4.5.6
Vastbenoemde: gevolgen van een ontslag of afzetting na tuchtprocedure ............... 21
4.5.7
Vastbenoemde: gevolgen van een ontslag na definitieve evaluaties “onvoldoende” .... 21
4.6
Verlies van het recht op TADD na 5 schooljaren zonder dienstprestaties ................... 21
4.7
Beperking van TADD-recht in geval van langdurige VVP/med................................. 22
Het aanbieden van betrekkingen aan TADD’ers ........................................................ 22 5.1
In welke fase kunnen betrekkingen worden aangeboden aan TADD’ers .................... 22
5.2
Verplichtingen om de betrekkingen aan te bieden aan TADD’ers ............................. 24
5.3
Verplichting om aan TADD’ers bij voorrang vacante betrekkingen aan te bieden .......... 25
5.4
Welke betrekkingen moeten niet worden aangeboden aan TADD’ers? ...................... 26
5.5
Voorrangsregels onder de tijdelijke personeelsleden ............................................ 26
5.5.1
Eerste groep voorrangsgerechtigden: TADD’ers die deeltijds vastbenoemd zijn ........ 27
5.5.2
Tweede groep van voorrangsgerechtigden: volledig tijdelijk van doorlopende duur .... 27
5.5.3
Niet-voorrangsgerechtigden: tijdelijken van bepaalde duur en TAO ....................... 28
5.6
Het aanvaarden of weigeren van de aangeboden betrekking .................................. 28
5.7
TADD’ers die de toegewezen betrekking niet onmiddellijk effectief opnemen .............. 29
5.8
Mogelijke betwistingen ................................................................................ 30
Het dóórlopen van de TADD ............................................................................... 30 6.1
Verplichte verlenging van TADD in een vacante betrekking .................................... 30
6.2
Verplichte verlenging van TADD in een niet-vacante betrekking .............................. 31
6.3
Niet-vacante betrekking wordt vacant .............................................................. 32
7
Einde van de aanstelling voor doorlopende duur ....................................................... 33
8
Administratief dossier ........................................................................................ 34
Bijlagen ............................................................................................................. 34
2 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
1
Inleiding
Deze Mededeling beperkt zich tot de tijdelijke aanstelling in wervingsambten in het gewoon secundair onderwijs. Voor het gewoon secundair onderwijs zijn dat de ambten van leraar, godsdienstleraar, opvoeder en administratief medewerker. Op basis van het decreet Rechtspositie kunnen schoolbesturen gesubsidieerde personeelsleden in wervingsambten aanstellen voor bepaalde duur of voor doorlopende duur. Tijdelijke personeelsleden worden in het begin van hun loopbaan steeds voor bepaalde duur aangesteld. Na opbouw van dienstanciënniteit in een scholengemeenschap verwerven ze het recht op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur; dit recht creëert voor alle schoolbesturen van de scholengemeenschap verplichtingen tegenover de betrokken personeelsleden. Eenmaal een personeelslid voor doorlopende duur is aangesteld, loopt die aanstelling in principe door over de schooljaren heen. De wijze waarop een einde kan komen aan dergelijke aanstelling voor doorlopende duur, is uiteengezet in de Mededeling “Einde aanstelling en ontslag van gesubsidieerde personeelsleden”, M-VVKSO-2008-008. Voor “tijdelijke aanstelling van bepaalde duur” gebruiken we het letterwoord TABD, en voor "tijdelijke aanstelling van doorlopende duur TADD. Voor “een personeelslid dat van doorlopende duur is aangesteld” gebruiken we TADD’er. Verder hanteren we de gebruikelijke afkorting DRP voor het decreet Rechtspositie Personeelsleden Gesubsidieerd Onderwijs (zie punt 2 hierna). Op verschillende plaatsen komt het begrip “pedagogische entiteit” ter sprake. Voor de toepassingen van het DRP wordt hieronder verstaan: een school die bestaat uit enerzijds één instelling met een eerste graad en anderzijds één instelling met een tweede en een derde graad en eventueel het hoger beroepsonderwijs niveau 5 (Verpleegkunde), die behoren tot hetzelfde schoolbestuur en die in hetzelfde gebouwencomplex zijn gelegen. Voor tijdelijke aanstellingen in selectie- en bevorderingsambten verwijzen we naar onze Mededeling "Aanstelling en benoeming in selectie- en bevorderingsambten", M-VVKSO-2003-106. Merk op dat het decreet Rechtspositie voor selectie- en bevorderingsambten enkel spreekt van "tijdelijke aanstelling", zonder de specificatie "voor bepaalde duur" of "voor doorlopende duur". TABD en TADD bestaan dus enkel voor wervingsambten.
2
Reglementering
•
Artikelen 19 tot en met 23bis en 74ter van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, zoals gewijzigd. http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > wetgeving > personeel > administratief statuut > gesubsidieerd onderwijs (uitsluitend) > 27/03/1991.
•
Ministeriële omzendbrief “Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur”, ref. PERS/2003/05. http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > tijdelijke aanstelling.
•
Ministeriële omzendbrief PERS/2010/01 "Vereiste taalkennis bij een aanstelling in het onderwijs". http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > vereiste taalkennis bij aanstelling.
•
Ministeriële omzendbrief PERS/2005/09 "Indiensttreding van een tijdelijk personeelslid in het onderwijs: mededeling aan het ministerie van Onderwijs en vorming". http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken >omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > administratieve documenten.
•
Ministeriële omzendbrief PERS/2009/11 "Een gepensioneerde die in het onderwijs of bij de inspectie in dienst treedt". http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > gepensioneerde die in dienst treedt.
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur 3 van 35
Ministeriële omzendbrief PERS/2012/05 "Langer werken dan 65 jaar". http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > rechtspositie.
•
3
Tijdelijke aanstelling van bepaalde duur
Alvorens een tijdelijk personeelslid voor bepaalde duur aan te stellen, dient het schoolbestuur na te gaan of het daarbij de rechten van andere personeelsleden respecteert, m.a.w. of voldaan is aan de aanstellingsvoorwaarden (punt 3.1). Is dat het geval, dan dient te worden geverifieerd of het tijdelijke personeelslid aanspraak kan maken op salaristoelagen, m.a.w. of het voldoet aan de subsidiëringsvoorwaarden (punt 3.2). Als het gaat om een niet-vacante betrekking zal het schoolbestuur bovendien goed nagaan of er wel een vervanger kan worden bezoldigd; we vestigen hierbij de aandacht op de beperking die sinds 2015-2016 geldt indien de afwezigheid van het te vervangen personeelslid pas start in de periode van 14 kalenderdagen voor (of tijdens) de herfst-, kerst-, krokus- of paasvakantie. Zie hiervoor de Mededeling “Tijdelijke vervanging van gesubsidieerde personeelsleden in het secundair onderwijs vanaf 2015-2016”, M-VVKSO-2010-001, evenals bijlage 2 daarbij. 3.1
Aanstellingsvoorwaarden
Een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur en een aanstelling voor een tijdelijk andere opdracht (TAO in een wervingsambt is immers steeds een aanstelling voor bepaalde duur) zijn pas mogelijk nadat de rechten zijn gerespecteerd die hierna zijn opgesomd. Voor de eerste vier punten hierna verwijzen we naar onze Mededeling "De verdeling van de betrekkingen; reaffectatie en wedertewerkstelling", M-VVKSO-2003-071. Het gaat om: •
het recht op een betrekking van personeelsleden die vastbenoemd zijn aan dezelfde school of (enkel voor leraars en godsdienstleraars) aan dezelfde pedagogische entiteit 1;
•
het recht op nieuwe affectatie (bij wijze van voorafgaande maatregelen) voor vastbenoemde personeelsleden die geaffecteerd zijn aan een school van het eigen schoolbestuur die gelegen is op het grondgebied van dezelfde fusiegemeente, en bedreigd zijn door terbeschikkingstelling; het gaat hier om de maatregelen voorafgaand aan terbeschikkingstelling;
•
het recht op verplichte reaffectatie en de mogelijkheid tot vrijwillige wedertewerkstelling binnen de eigen personeelscategorie van vastbenoemde personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking aan een school van hetzelfde schoolbestuur die behoort tot dezelfde scholengemeenschap. Merk op: een reaffectatie in een niet-organieke betrekking wordt verplicht opgeschort wanneer een R/W in een organieke betrekking mogelijk is;
•
het recht op reaffectatie of wedertewerkstelling van de personeelsleden die binnen de scholengemeenschap in dezelfde categorie (bestuurs- en onderwijzend personeel, resp. ondersteunend personeel) ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Merk op: 1. een reaffectatie in een niet-organieke betrekking wordt verplicht opgeschort wanneer een R/W in een organieke betrekking mogelijk is; 2. reeds bij de aanvang van het schooljaar kan een tijdelijk personeelslid worden aangesteld in afwachting van de werking van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap; de toewijzingen daarvan moeten uiterlijk op 15 september ingaan. Uiterlijk tot die datum kan een tijdelijk personeelslid aangesteld en gesubsidieerd blijven. Maar ook wanneer zich in de loop van het schooljaar een vacature voordoet (in een vacante of niet-vacante betrekking), moeten de reaffectatie- en wedertewerkstellingsverplichtingen worden nagekomen tot op het niveau van de scholengemeenschap alvorens een tijdelijk personeelslid wordt aangesteld.
1
Zie punt 1 voor de definitie van “pedagogische entiteit”.
4 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
•
het voorrangsrecht van de personeelsleden die in het betrokken ambt aanspraak kunnen maken op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (zie punten 4 en 5 van deze Mededeling).
Het bezit van een vereist bekwaamheidsbewijs (VE) verleent een tijdelijke van bepaalde duur géén voorrangsrecht tegenover tijdelijken van bepaalde duur die slechts beschikken over een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs (VO). Het schoolbestuur heeft m.a.w. de vrijheid om te kiezen tussen een tijdelijke van bepaalde duur met VE en een met VO. Bij de aanstelling van een personeelslid met een "ander bekwaamheidsbewijs" moet het schoolbestuur in vele gevallen op eer verklaren dat er geen kandidaat met VE of VO kon worden aangesteld. Voor verdere inlichtingen hierover verwijzen we naar punt 5.3 van onze Mededeling "Vakken en bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van leraar", M-VVKSO-2006-042. 3.2
Subsidiëringsvoorwaarden
Indien is voldaan aan de aanstellingsvoorwaarden voor een TABD (punt 3.1), zal het schoolbestuur degelijk verifiëren of de sollicitant wel subsidieerbaar is, d.w.z. of hij voldoet aan alle voorwaarden die zijn opgenomen in art. 19 van het DRP, en die we hierna toelichten onder de punten 3.2.1 tot 3.2.7. Voor de administratieve afhandeling van de indiensttreding verwijzen we naar de Ministeriële omzendbrief PERS/2005/09 "Indiensttreding van een tijdelijk personeelslid in het onderwijs: mededeling aan het ministerie van Onderwijs en vorming".2 3.2.1 Nationaliteit Het personeelslid moet Belg zijn of onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Vrijhandelsassociatie (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland). De Vlaamse regering kan een afwijking toestaan op deze nationaliteitsvereiste; in dat geval moet het personeelslid wel beschikken over een arbeidskaart. 3.2.2 Burgerlijke en politieke rechten Het personeelslid moet de burgerlijke en politieke rechten genieten. Indien de betrokkene daaruit ontzet is, blijkt dit uit het uittreksel van het strafregister model 2 (zie punt 3.2.4 hierna). Ook hierop kan de Vlaamse regering een afwijking toestaan, doch steeds in samenhang met een afwijking op de nationaliteitsvoorwaarde die hierboven vermeld is. 3.2.3 Gezondheidstoestand Het personeelslid moet over een gezondheidstoestand beschikken die geen gevaar kan opleveren voor de gezondheid van de leerlingen. Dit moet geattesteerd worden door een arts, doch enkel bij de eerste aanstelling in het onderwijs. 3.2.4 Onberispelijk gedrag Het personeelslid moet van onberispelijk gedrag zijn, zoals blijkt uit een uittreksel uit het strafregister "model 2" dat niet langer dan één jaar tevoren werd afgeleverd. 3.2.5 Dienstplichtwetten Het personeelslid moet voldoen aan de dienstplichtwetten (voor zover deze decretale voorwaarde nog relevant is).
2 http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveauoverschrijdend) > administratieve documenten. M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur 5 van 35
3.2.6 Bekwaamheidsbewijs Het personeelslid moet beschikken over een vereist (VE) of voldoende geacht (VO) bekwaamheidsbewijs of, bij gebrek aan kandidaten met een VE of VO, beschikken over een "ander" bekwaamheidsbewijs. Let wel: bij de aanstelling van een personeelslid mag men enkel rekening houden met de diploma’s, attesten, getuigschriften … die hem op de datum van indiensttreding reeds zijn uitgereikt. Het criterium is dus de datum die op het diploma wordt vermeld, ook indien die verschilt van de datum van de proclamatie. Indien een personeelslid gedurende een zekere periode is aangesteld terwijl het zelfs geen "ander" bekwaamheidsbewijs bezit, zal het schoolbestuur voor die periode zelf moeten instaan voor de bezoldiging. De exacte aanduiding van de diploma's die een sollicitant bezit, kan worden geverifieerd via de website "Leer- en Ervaringsbewijzen Databank (LED)" van de overheid, http://www.ond.vlaanderen.be/led . Deze bevat momenteel o.a. de studiebewijzen die zijn behaald in het Vlaams secundair onderwijs en de diploma's en getuigschriften die zijn behaald aan een Vlaamse hogeschool of universiteit, en dit vanaf ongeveer 2001; geleidelijk zal deze databank verder naar het verleden worden uitgebouwd. Voor de verificatie van het studiebewijs via deze website is de elektronische identiteitskaart of het federaal "token" van de bezitter van het studiebewijs vereist. •
De organieke bekwaamheidsbewijzen (VE, VO en "andere") kunt u enkel raadplegen via de databank "Bekwaamheidsbewijzen online" op de website van het departement Onderwijs. U surft naar http://www.ond.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen > in het gewoon secundair onderwijs.
•
Indien het gaat om een buitenlands diploma, moet het personeelslid uiterlijk op datum van de aanstelling beschikken over een conformiteitsattest of een gelijkvormigheidsattest. Zie hierover punt 8 van onze Mededeling "Vakken en bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van leraar", M-VVKSO-2006-042.
•
Indien het diploma van een leraar moet worden aangevuld met een aantal jaren nuttige ervaring om een subsidieerbaar bekwaamheidsbewijs te hebben, moet de nuttige ervaring vóór de indiensttreding erkend zijn door de overheid. Zie punt 6.3 van diezelfde Mededeling.
•
Ook een leraar-in-opleiding3 (LIO) moet minstens over een bekwaamheidsbewijs “andere” beschikken om subsidieerbaar te zijn. Ook voor een LIO hangt dit laatste enkel af van de diploma's die de betrokkene reeds verworven heeft; het LIO-statuut op zich wijzigt daar niets aan.
Zie verder ook de Mededeling "Vakken en bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van leraar", MVVKSO-2006-042. Indien een personeelslid wordt aangesteld als opvoeder of administratief medewerker in een betrekking met een puntenwaarde die lager ligt dan zijn hoogste diplomaniveau, zal hij ook maar worden bezoldigd aan een lager barema. Daarom is het noodzakelijk dat die puntenwaarde vooraf duidelijk wordt meegedeeld aan het personeelslid en ook wordt vermeld in de arbeidsovereenkomst (zie het model in bijlage 5 bij deze Mededeling). De puntenwaarde en de daaraan gekoppelde salarisschaal kunnen voor het personeelslid immers een argument zijn om de aangeboden betrekking al dan niet te aanvaarden. Zie verder de punten 3 en 10.2 van de Mededeling “Het ondersteunend personeel vanaf 2015-2016”, M-VVKSO-2009-057, zoals gewijzigd.
3
Meer over het statuut van LIO in de Mededeling “Organisatie en begeleiding van de praktijkcomponent in de lerarenopleiding”, M-VVKSO-2007-013, alsook in de Ministeriële omzendbrief NO/2011/01 " Specifieke lerarenopleiding: de leraar-in-opleidingbaan (lio-baan)": http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > tijdelijke aanstelling.
6 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
3.2.7 Taalvereisten Het personeelslid moet voldoen aan de taalvereisten; deze slaan op zijn kennis van het Nederlands als onderwijstaal. Volgens de regeling die van kracht is sinds 1 september 2009 voldoet een personeelslid aan de taalvereisten in de volgende gevallen: •
indien het is aangesteld op basis van een bekwaamheidsbewijs dat is behaald in het Nederlands. Indien dit bekwaamheidsbewijs bestaat uit een basisdiploma en een bewijs van pedagogische bekwaamheid, volstaat het dat één van beide in het Nederlands is behaald (zie voorbeeld 1 hierna). Nuttige ervaring als onderdeel van een bekwaamheidsbewijs wordt niet in aanmerking genomen als bewijs van de vereiste taalkennis.
•
of indien het beschikt over een Nederlandstalig studiebewijs van onderwijs dat door de Vlaamse gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd is en dat weliswaar niet het bekwaamheidsbewijs waarop zijn aanstelling steunt, maar dat wel een vereist, voldoende geacht of "ander" bekwaamheidsbewijs zou zijn voor het ambt waarin het personeelslid wordt aangesteld. Ook hier wordt nuttige ervaring niet in aanmerking genomen als bewijs van de vereiste taalkennis. Voor het ambt van leraar hoeft het niet noodzakelijk te gaan om het vak waarin de betrokkene is aangesteld, maar volstaat het dat het studiebewijs een VE, VO of "ander" bekwaamheidsbewijs zou zijn voor een ander vak (zie voorbeeld 2 hierna).
•
of indien het personeelslid het vereiste niveau van taalkennis van het Nederlands kan aantonen. Binnen het Europese referentiekader voor Talen 4 gaat het om niveau B2 voor leden van het ondersteunend personeel en voor leraars die uitsluitend moderne vreemde talen onderwijzen of belast zijn met een opdracht die uitsluitend in een vreemde taal wordt gegeven in het kader van Content and Language Integrated Learning (CLIL)5, en niveau C1 voor alle andere gesubsidieerde personeelsleden. Dit niveau van taalkennis bewijst het personeelslid a.d.h.v. o
een Nederlandstalig studiebewijs (certificaat of getuigschrift) dat het niveau van taalkennis vermeldt en na 1 september 2004 is afgeleverd door een centrum voor volwassenenonderwijs (opleiding Nederlands Tweede Taal, NT2). Dit certificaat moet gelden voor de volledige opleiding, zodat het personeelslid zijn taalkennis van het Nederlands zowel voor de mondelinge als schriftelijke vaardigheden aantoont;
o
of een Nederlandstalig studiebewijs van een universitaire taalopleiding of een taalopleiding aan een hogeschool;
o
of een niet-Nederlandstalig studiebewijs dat is afgeleverd door een instelling die erkend en gemachtigd is door het CNaVT6,
o
of een getuigschrift dat is behaald bij een examencommissie. De Vlaamse regering vertrouwt deze taalexamens toe aan één enkel centrum voor volwassenenonderwijs7, en dit voor de kandidaten uit heel Vlaanderen en uit Brussel. Per schooljaar is er slechts één examenperiode, nl. in de maand november.
4
Niveau A = basisgebruiker; niveau B = onafhankelijke gebruiker; niveau C = vaardige gebruiker; hierbij worden telkens twee tussenniveaus onderscheiden, aldus is A1 het laagste niveau in het ERK, en C2 het hoogste. Meer informatie over het Europees Referentiekader voor Talen vindt u in punt 7 van de Mededeling "Een visie op het onderwijs in moderne vreemde talen", M-VVKSO-2007-062 en in bijlage 2 daarbij.
5
Het onderwijzen van zaakvakken in het Frans, Engels of Duits is decretaal mogelijk vanaf 2014-2015 onder de voorwaarden die de Vlaamse regering heeft vastgelegd. Zie verder de Mededeling “Starten met CLILonderwijs in Vlaanderen”, M-VVKSO-2014-020.
6
Certificaat Nederlands als Vreemde taal. Meer informatie: http://www.cnavt.org.
7
Zie hierover punt 3.2.2.3 van de Ministeriële omzendbrief PERS/2010/01 "vereiste taalkennis bij een aanstelling in het onderwijs". http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > personeel (niveau-overschrijdend) > vereiste taalkennis. Zie ook http://www.ond.vlaanderen.be/wetwijs/ > T > Taalexamens.
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur 7 van 35
Personeelsleden die reeds vóór 1 september 2009, dus vóór het van kracht worden van bovenvermelde regeling, in een ambt in het onderwijs waren aangesteld en d.m.v. hun bekwaamheidsbewijs of getuigschrift voldeden aan de toen geldende taalvereisten (d.w.z. een grondige, resp. voldoende kennis van het Nederlands bezaten), worden geacht te voldoen aan de nieuwe regeling inzake taalvereisten, en kunnen in dat ambt aangesteld blijven of een nieuwe aanstelling verkrijgen. Deze overgangsmaatregel geldt niet voor de personeelsleden die vóór 1 september 2009 waren aangesteld op basis van een taalafwijking. Indien een schoolbestuur moeilijkheden ondervindt om een kandidaat aan te werven die de vereiste taalkennis bezit, kan het een andere kandidaat aanwerven, d.w.z. iemand die de vereiste taalkennis niet bezit. Daartoe vraagt het voor de betrokkene een taalafwijking aan, hetgeen eenvoudig gebeurt door in de elektronische opdrachtmelding 8 RL-1 het veld "Geen kandidaat vereiste taalkennis" aan te kruisen. De overheid deelt de toelating tot taalafwijking nadien schriftelijk mee aan het schoolbestuur en aan het personeelslid. Deze tijdelijke afwijking geldt voor één termijn van drie kalenderjaren, te rekenen vanaf de eerste aanstelling in een gesubsidieerde of gefinancierde betrekking in het onderwijs. Deze afwijking is eenmalig en is nadien niet vernieuwbaar9. Zodra de periode van drie jaar verstreken is (dag op dag berekend), is het personeelslid niet meer subsidieerbaar. Verdere bijzonderheden i.v.m. de taalafwijking: •
Wanneer het personeelslid opnieuw wordt aangesteld in een ambt waarvoor over een hoger niveau van taalkennis vereist is (bv. eerst aangesteld als opvoeder, nadien als leraar), moet een nieuwe taalafwijking worden aangevraagd.
•
Taalafwijkingen die waren toegestaan vóór 1 september 2009 (oude regeling), zijn niet meer geldig. Voor de betrokken personeelsleden kan het schoolbestuur wel eenmalig een nieuwe taalafwijking aanvragen.
•
Vaste benoeming en tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur zijn niet mogelijk zo lang het personeelslid is aangesteld op basis van een taalafwijking.
Voorbeelden 1. Een leraar is aangesteld op basis van een bekwaamheidsbewijs van master (behaald aan een Franstalige universiteit in België) en een Nederlandstalig diploma van leraar. Door dit laatste voldoet hij aan de vereisten voor de taalkennis van het Nederlands. 2. Een sollicitant heeft een Engelstalig diploma van de lerarenopleiding en beschikt over een conformiteitsattest dat hem een vereist bekwaamheidsbewijs voor AV Engels oplevert; daarnaast heeft hij een Vlaams diploma van secundair onderwijs. Dit laatste bewijst dat hij de vereiste taalkennis van het Nederlands bezit, aangezien dit een "ander" bekwaamheidsbewijs is voor het ambt van leraar – weliswaar niet voor AV Engels, maar wel voor bv. TV Handelscorrespondentie Engels. De taalkennis wordt dus getoetst op het niveau van het ambt, niet noodzakelijk op het niveau van het vak waarin de betrokkene is aangesteld10. Voor verdere informatie betreffende de vereiste taalkennis bij aanstelling verwijzen we naar de Ministeriële omzendbrief PERS/2010/01 (zie 2. reglementering).
8
De vroegere procedure voor aanvraag van een taalafwijking via een papieren formulier is dus vervallen.
9
Aldus meegedeeld door de overheid op het informeel middagoverleg met de onderwijskoepels en de vakorganisaties d.d. 25 maart 2010.
10
Aldus bevestigd door de overheid op het informeel middagoverleg met de onderwijskoepels en de vakorganisaties d.d. 25 maart 2010.
8 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
3.2.8 Geen leeftijdsgrens voor tijdelijke aanstelling (bepaalde duur) Sinds 2009-2010 zijn personeelsleden subsidieerbaar ongeacht hun leeftijd. Een nieuwe tijdelijke aanstelling voor bepaalde11 duur (of in wervings- en selectieambten: een tijdelijke aanstelling) is ook na de leeftijd van 65 mogelijk, en dit zowel in een vacante als in een niet-vacante betrekking. Die aanstelling eindigt in elk geval op het einde van het schooljaar, maar kan nadien eventueel vernieuwd worden. Ook gepensioneerden die "herindiensttreden12" vanuit pensioen of TBS voorafgaand aan het rustpensioen kunnen aangesteld worden en salaristoelagen ontvangen, ongeacht hun vroegere sector van tewerkstelling: binnen of buiten het onderwijs. Slechts één specifieke groep gepensioneerden kan niet opnieuw worden aangesteld, te weten de personeelsleden die door de Pensioencommissie van Medex tijdelijk vroegtijdig met pensioen zijn gesteld. Het schoolbestuur kan een gepensioneerde enkel aanstellen op voorwaarde dat er geen geschikte kandidaat kan worden gevonden die voldoet aan de aanstellingsvoorwaarden van het decreet Rechtspositie en deze betrekking kan opnemen in hoofdambt. Hiervan moet het schoolbestuur geen verklaring op eer afleggen of melding doen bij de VDAB/Actiris, maar indien het gaat om een aanstelling voor initieel meer dan 104 dagen kan iemand anders hiertegen bezwaar aantekenen bij het schoolbestuur als hij daarbij kan bewijzen dat hij zich bij het schoolbestuur kandidaat had gesteld. Opgelet: terwijl het bedrag van de pensioenuitkeringen voortaan geen invloed meer heeft op de omvang van de betrekking waarvoor gepensioneerden kunnen worden bezoldigd in het onderwijs, heeft de grootte van de bezoldiging in het onderwijs nog wel belang voor het behoud van hun (recht op) pensioenuitkeringen of wachtgeldtoelagen bij TBS voorafgaand aan het rustpensioen voor dat kalenderjaar. Zie hiervoor de brochure van de Pensioendienst voor de Overheidssector “Cumulatie van pensioenen van de overheidssector”13. Tegenover de pensioendienst moet dus nog een cumulatieverklaring worden afgelegd. Hierbij moet rekening worden gehouden met alle bestanddelen van de bezoldiging die het personeelslid voor zijn onderwijsprestaties ontvangt: niet enkel de maandsalarissen, maar ook het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en de uitgestelde bezoldiging. Verdere informatie hierover in de Ministeriële omzendbrief PERS/2009/11 "Een gepensioneerde die in het onderwijs of bij de inspectie in dienst treedt". http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveauoverschrijdend) > gepensioneerde die in dienst treedt. 3.2.9
Beperking i.g.v. langdurige VVP om medische redenen
Het personeelslid dat de goedkeuring heeft gekregen om een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen op te nemen 14 kan tijdens de duur van deze VVP/med zijn tijdelijke aanstelling niet uitbreiden in vergelijking tot het volume van zijn tijdelijke aanstelling
11
Het recht op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur kan een personeelslid echter niet meer verwerven na de leeftijd van 65: zie punt 4.1.
12
Herindiensttreding uit TBS58+ of pensioen (jonger dan 65) was reeds langer mogelijk: zie de Ministeriële omzendbrief 13CC/IF/GDH "Schaarste aan onderwijsverstrekkers - overwerk, bijbetrekking en opnieuw in actieve dienst treden". http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveauoverschrijdend) > tekort onderwijsverstrekkers, overwerk, bijbetrekking en opnieuw in actieve dienst treden. 13 http://www. pdos.be > publicaties > brochures 14
Zie punt 6 van de Ministeriële omzendbrief PERS/2007/07 “Het ziekteverlof, het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte, het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen en de terbeschikkingstelling wegens ziekte voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding”. http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > verloven.
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur 9 van 35
op de vooravond van dit verlof. Deze beperking geldt ook voor personeelsleden die recht hebben op tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur: zie punt 4.7 van deze Mededeling. 3.3
Einddatum van de tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur
Hoewel de regelgeving spreekt over een "tijdelijke aanstelling van bepaalde duur", kan in de arbeidsovereenkomst met een gesubsidieerd personeelslid geen einddatum worden vermeld. Het is dan ook niet mogelijk om bv. in een proefperiode te voorzien. Als het softwarepakket voorstelt om een einddatum te vermelden, verwijdert u die passage uit de arbeidsovereenkomst. Voorbeelden 1. Een schoolbestuur stelt op 1 september een tijdelijk personeelslid aan in een vacante betrekking. Het schoolbestuur zou willen voorzien in een proefperiode van twee maanden, d.w.z. tot einde oktober. Dit is echter niet mogelijk omdat een aanstelling met een vastgelegde einddatum niet conform het DRP is. Op 1 november kan het schoolbestuur geen ander tijdelijk personeelslid aanstellen in deze betrekking. 2. Bij het begin van het schooljaar zegt een sollicitant bereid te zijn een betrekking als leraar op te nemen, maar pas vanaf 1 december. Momenteel is hij immers nog tewerkgesteld in de privésector, en daaruit kan hij pas ontslag geven na een opzeggingsperiode van drie maanden. Het schoolbestuur kan deze sollicitant aanwerven, maar indien het in de tussenperiode een ander personeelslid in deze betrekking zou aanstellen, kan het diens aanstelling niet zomaar beëindigen op 1 december: de arbeidsovereenkomst kan immers geen einddatum vermelden.
Wanneer een aanstelling van bepaalde duur dan wel eindigt, hangt af van de betrekking waarin het personeelslid is aangesteld: in een vacante of in een niet-vacante betrekking. •
In een vacante betrekking loopt een aanstelling van bepaalde duur tot het einde van het schooljaar, d.i. tot 31 augustus15. Het DRP definieert een schooljaar immers als “de periode van 1 september tot 31 augustus van het daaropvolgende jaar 16”.
•
Indien een schoolbestuur een tijdelijke van bepaalde duur aanstelt in een niet-vacante betrekking, dan loopt deze aanstelling tot aan de terugkeer van de titularis, maar uiterlijk tot het einde van het schooljaar, d.i. 31 augustus (zie vorige alinea).
Elke aanstelling van bepaalde duur eindigt van rechtswege ten laatste op het einde van het schooljaar. Indien hetzelfde personeelslid het daaropvolgende schooljaar opnieuw wordt aangesteld, dan is dat een nieuwe aanstelling waarvoor het schoolbestuur een nieuwe arbeidsovereenkomst afsluit met het personeelslid. Dit is ook het geval indien het personeelslid op 1 september een eerste maal voor doorlopende duur zal worden aangesteld in precies dezelfde betrekking die hij/zij het voorgaande schooljaar had uitgeoefend als tijdelijke van bepaalde duur: ook die aanstelling van bepaalde duur is van rechtswege geëindigd op het einde van het schooljaar. Voor de andere gebeurtenissen die de aanstelling beëindigen van rechtswege en voor de ontslagmogelijkheden op initiatief van het personeelslid of van het schoolbestuur verwijzen we naar de
15
Enkel in functie van de bezoldiging worden tijdelijke personeelsleden die zijn aangesteld voor de duur van een volledig schooljaar, bij het werkstation uit dienst gemeld op 30 juni. Juridisch daarentegen blijft de tijdelijke aanstelling in een vacante betrekking doorlopen tot het einde van het schooljaar, dus tot 31 augustus. Daarom wordt aangeraden om bij het RL-1 bericht de volgende opmerking te vermelden: “De uitdienstmelding met als einddatum 30 juni gebeurt louter in functie van de bezoldiging". Aldus wordt verduidelijkt dat de betrokkene ook in de zomervakantie nog rechten en plichten heeft als personeelslid, bv. wat betreft arbeidsongevallenverzekering of arbeidsprestaties (zie art. 18 van het Algemeen reglement zoals gewijzigd met ingang van 1 september 2010).
16
Artikel 5, 6° van het DRP (zie punt 2 van deze Mededeling).
10 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
Mededeling “Einde aanstelling en ontslag van gesubsidieerde personeelsleden”, M-VVKSO-2008008. Indien de aanstelling van rechtswege is geëindigd, gaat het niet om een ontslag, en hoeft het schoolbestuur geen initiatief te nemen (door middel van een schrijven o.d.). Vanzelfsprekend zal het tijdelijke personeelslid minstens mondeling worden geïnformeerd over de reden en de datum van de beëindiging van de aanstelling.
4
Recht op TADD
Personeelsleden die aan een aantal voorwaarden voldoen, verwerven het recht op TADD. Dit recht op TADD houdt in eerste instantie een voorrangsrecht voor aanstelling in tegenover de personeelsleden die dit recht nog niet kunnen laten gelden. In punt 4 gaan we in op het verwerven en verliezen van dit recht en op de draagwijdte ervan. In punt 5 zetten we uiteen welke verplichtingen hieruit voortvloeien voor de schoolbesturen, meer bepaald bij het aanbieden van tijdelijke betrekkingen. 4.1
Anciënniteitsvoorwaarde
Een personeelslid kan het recht op TADD inroepen (op de wijze die is uiteengezet in punt 4.2) indien het gespreid over ten minste drie schooljaren in één of meer scholen van de scholengemeenschap op 30 juni een dienstanciënniteit heeft bereikt van ten minste 720 dagen, waarvan 600 effectief gepresteerd. In functie van de draagwijdte van dit recht op TADD wordt enkel de anciënniteit in een bepaald ambt in aanmerking genomen: zie punt 4.3. Bij deze berekening worden eveneens als effectief gepresteerde dagen beschouwd: zaterdagen, zondagen, wettelijke verlofdagen en schoolvakanties, voor zover deze binnen de aanstellingsperiode vallen. Het zwangerschapsverlof en de periode van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte en/of moederschapsbescherming worden tot een maximum van 210 dagen meegerekend als effectief gepresteerde dagen voor zover die dagen binnen de aanstellingsperiode vallen. Deze anciënniteit wordt voor alle ambten (ook de administratief medewerker) vastgesteld op 30 juni van het voorafgaande schooljaar; het recht op TADD kan bijgevolg niet worden verworven in de loop van het schooljaar. Voor de berekening van de dienstanciënniteit verwijzen wij naar de Mededeling betreffende dienstanciënniteit ref. M-VVKSO-2007-005. Voorbeeld Een leraar bereikt pas op 12 oktober 2015 de vereiste anciënniteit van 720 dagen. In het schooljaar 2015-2016 kan hij in geen geval aanspraak maken op een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur. In punt 4.5 hierna zetten we uiteen in welke situaties de gepresteerde diensten toch niet in aanmerking mogen worden genomen i.f.v. het recht op TADD; het gaat met name om ontslag door het schoolbestuur en om definitieve evaluatie(s) “onvoldoende”. In punt 4.6 gaan we in op het verlies van het recht op TADD na 5 schooljaren zonder dienstactiviteit in de scholengemeenschap. In bijlage 3 bij deze Mededeling zetten we uiteen welke gevolgen een wijziging van de samenstelling van de scholengemeenschap meebrengt voor de anciënniteit en de rechten van de personeelsleden. Na de leeftijd van 65 jaar kan een personeelslid zijn aanstelling voor doorlopende duur onder bepaalde voorwaarden nog wel behouden (zie punt 7 van deze Mededeling), maar kan het geen recht op TADD meer verwerven17.
17
Art. 21 § 1 van het DRP stelt immers: "Om tegemoet te komen aan een tekort op de arbeidsmarkt, kan de Vlaamse Regering de voorwaarden bepalen waaronder een definitief gepensioneerde na de leeftijdsgrens
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur11 van 35
4.2
Kandidaatstelling
Een personeelslid dat de nodige anciënniteit verworven heeft (zie 4.1) en voor de eerste maal binnen de scholengemeenschap wenst te worden aangesteld voor doorlopende duur in een bepaald ambt, moet zich met een aangetekende brief kandidaat stellen. Een model hiervoor vindt u als bijlage 10 bij deze Mededeling. Deze aangetekende kandidaatstelling dient vóór 15 juni te gebeuren bij één van de schoolbesturen van de scholengemeenschap. Bij deze kandidaatstelling moeten enkel de dienstattesten van andere schoolbesturen worden gevoegd, niet de attesten van de diensten bij het schoolbestuur waar men zijn kandidatuur stelt. De kandidaatstelling voor de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur en de kandidaatstelling voor de vaste benoeming zijn aparte procedures en dienen dus apart te gebeuren. Aangezien het recht op TADD geldt voor alle scholen binnen de scholengemeenschap, heeft het schoolbestuur dat een kandidaatstelling voor TADD ontvangt de verantwoordelijkheid om de andere schoolbesturen hierover te informeren; doorgaans zal dit gebeuren via de centrale diensten van de scholengemeenschap (zie punt 4.4). In bijlage 3 bij deze Mededeling zetten we uiteen in welke scholengemeenschappen / scholen de kandidaatstelling geldt in geval van wijziging van samenstelling van de scholengemeenschap. Eenmaal een personeelslid effectief voor doorlopende duur aangesteld werd in een bepaald ambt, hoeft het in die scholengemeenschap niet meer aangetekend te kandideren in dat ambt. De eerste effectieve (d.w.z. administratieve) aanstelling voor doorlopende duur geldt immers als een over de schooljaren doorlopende kandidaatstelling voor TADD in dat ambt. Het hoeft daarbij niet te gaan om effectieve diensten, maar enkel om een administratieve aanstelling voor doorlopende duur: ook personeelsleden die voor doorlopende duur worden aangesteld en een verlofstelsel opnemen, bijvoorbeeld TBSPA, loopbaanonderbreking o.d., hoeven nadien niet meer aangetekend te kandideren voor TADD in dat ambt in die scholengemeenschap. Personeelsleden die de laatste 5 schooljaren in de scholengemeenschap in geen enkel ambt diensten hebben gepresteerd, verliezen hun recht op TADD; dit wordt verduidelijkt in punt 4.6. Voor alle scholen in de scholengemeenschap betekent dit dat ze rekening moeten houden met •
alle personeelsleden die aangetekend gekandideerd hebben vóór 15 juni van het vorige schooljaar
•
én met alle personeelsleden die in het verleden in de scholengemeenschap een administratieve aanstelling voor doorlopende duur hebben verkregen in een bepaald ambt en bovendien in de loop van de laatste 5 schooljaren een aanstelling in om het even welk ambt hebben gehad. Het feit dat de TADD onderbroken werd, doet geen afbreuk aan het behoud van hun kandidaatstelling voor TADD.
Voorbeeld Een personeelslid was in een scholengemeenschap in 2010-2011 voor doorlopende duur aangesteld in het ambt van leraar in een niet-vacante betrekking. Op 1 september 2011 is de titularis daarvan teruggekeerd en vanaf dan weigerde de TADD'er elke andere aanstelling in deze scholengemeenschap. Tot en met 2015-2016 heeft hij nog steeds zonder schriftelijke kandidaatstelling recht op TADD in het ambt van leraar. Door het principe van de doorlopende kandidaatstelling moet de scholengemeenschap ook rekening houden met een eventuele uitbreiding van het TADD-recht van een leraar tot VO-vakken (zie ook punt 4.3). Het is immers mogelijk dat een leraar aanvankelijk enkel in VE-vakken recht op TADD heeft, maar dat hij nadien nog prestaties levert in een VO-vak en aldus de draagwijdte van zijn TADD-recht uitbreidt met een VO-vak of -specialiteit. Ook in dit geval hoeft hij niet opnieuw
bedoeld onder g) als tijdelijk personeelslid in een wervingsambt kan worden aangesteld. Deze aanstelling gebeurt met behoud van de toepassing van de bepalingen van dit decreet. Het personeelslid wordt aangesteld voor een bepaalde duur en verwerft geen recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur." 12 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
aangetekend te kandideren voor TADD indien hij reeds een eerste maal voor doorlopende duur aangesteld is geweest in het ambt van leraar: deze vorm van kandidaatstelling loopt over de schooljaren heen, en geldt vanaf dan zowel voor zijn VE-vakken als voor de VO-vakken/-specialiteit. We illustreren dit met een voorbeeld. Voorbeeld Een Master Wiskunde + BPB is sinds 1 september 2009 voor doorlopende duur aangesteld in het ambt van leraar. Deze aanstelling geldt over de schooljaren heen als kandidaatstelling voor doorlopende duur in het ambt van leraar. Op 30 juni 2015 bereikt hij ook in het VO-vak AV Chemie de nodige 720 dagen anciënniteit. Voor de uitbreiding van zijn TADD-recht met dit VO-vak hoeft hij niet meer aangetekend te kandideren: zijn kandidatuur voor TADD in het ambt van leraar loopt immers door. Toch dient de scholengemeenschap vanaf het schooljaar 2015-2016 rekening te houden met de uitbreiding van zijn recht op TADD met AV Chemie. Indien dit personeelslid ondertussen ook recht op TADD zou hebben opgebouwd in het ambt van opvoeder, is daarvoor wél een aangetekende kandidaatstelling vereist. Het principe van de doorlopende kandidaatstelling beperkt zich immers tot het ambt waarin het personeelslid effectief (d.w.z. administratief) aangesteld is geweest voor doorlopende duur: leraar, godsdienstleraar, opvoeder of administratief medewerker. 4.3
Draagwijdte van het recht op TADD: ambten, vakken en puntenwaarde
4.3.1 Ambt De draagwijdte van het recht op TADD hangt af van het ambt waarin het personeelslid de anciënniteit heeft verworven, en tevens van het bekwaamheidsbewijs dat het bezit. In functie van het recht op TADD18 wordt het bekwaamheidsbewijs vastgesteld op 1 september van het schooljaar waarin het personeelslid het recht wil laten gelden; voor een aanstelling voor doorlopende duur in 2015-2016 is dit dus op 1 september 2015. Indien het gaat om het ambt van godsdienstleraar, opvoeder of administratief medewerker, geldt het recht op TADD voor het ambt waarin de anciënniteit is verworven en waarvoor het personeelslid op 1 september van het lopende schooljaar een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs bezit. Voor TADD in deze drie ambten wordt geen onderscheid gemaakt tussen een vereist en een voldoende geachte bekwaamheidsbewijs. In punt 4.3.2 gaan we na in welke vakken een leraar zijn voorrangsrecht kan laten gelden; in 4.3.3 lichten we toe op welke betrekkingen een opvoeder of een administratief medewerker TADD-recht heeft. Verschil en overeenkomst met de ambten buiten het gewoon voltijds secundair onderwijs In de (autonome of aangehechte) centra voor deeltijds bso gaat het om dezelfde ambten als in het voltijds so. Meer informatie hierover in onze Mededeling "Indeling van de ambten in het gewoon secundair onderwijs", M-VVKSO-2003-064. De ambten van leraar en godsdienstleraar in OV4 (opleidingsvorm 4) van het buitengewoon secundair onderwijs zijn dezelfde als in het gewoon so. Dit betekent dat de diensten die in buso OV4 gepresteerd zijn in het ambt van leraar resp. godsdienstleraar, in aanmerking komen voor de anciënniteit i.f.v. het recht TADD in het gewoon so en omgekeerd. De ambten van het ondersteunend personeel (alle opleidingsvormen van het buso) en de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel van OV1, OV2 en OV3 (opleidingsvormen 1, 2 en
18
Tot in 2014-2015 gold 31 augustus van het voorgaande schooljaar als referentiedatum. Door Onderwijsdecreet XXV is de referentiedatum vanaf 2015-2016 echter gewijzigd in 1 september van het schooljaar waarin het personeelslid zijn recht wil laten gelden. Daardoor geldt inzake bekwaamheidsbewijs dezelfde referentiedatum voor TADD als voor de definitie van “hetzelfde ambt” (voor de opdracht als vastbenoemde en voor reaffectatie).
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur13 van 35
3) worden voor de toepassingen van het decreet Rechtspositie (waaronder TADD) aangezien als verschillend van de ambten in het gewoon so, zelfs indien de benaming dezelfde is (bv. opvoeder of administratief medewerker). De anciënniteit die in deze ambten is opgebouwd in het gewoon so creëert m.a.w. geen recht op TADD in het buso of omgekeerd. Het ambt van studiemeester-opvoeder in een internaat (categorie van het opvoedend hulppersoneel) is strikt te onderscheiden van het ambt van opvoeder (categorie van het ondersteunend personeel) dat we kennen in de scholen voor secundair onderwijs. Anciënniteit in het ambt van studiemeester-opvoeder in een internaat levert dus geen rechten op in het ambt van opvoeder of omgekeerd. 4.3.2 Ambt van leraar: vakken Binnen het ambt van leraar (zie ook reeds punt 4.3.1 i.v.m. buso en deeltijds bso) wordt voor het recht op TADD nog een verder onderscheid gemaakt tussen de vakken en specialiteiten waarvoor het personeelslid een vereist bekwaamheidsbewijs heeft en die waarvoor het een voldoende geacht heeft. Zoals gesteld in punt 4.3.1 wordt het bekwaamheidsbewijs in functie van het recht op TADD vastgesteld op 1 september van het schooljaar waarin het personeelslid zijn recht wil laten gelden. Onder "specialiteit" vallen zowel het technisch als het praktisch vak, resp. het kunstvak en het praktisch vak. •
Is de anciënniteit verworven in het ambt van leraar, dan geldt het TADD-recht voor dit ambt en voor alle vakken en specialiteiten waarvoor het personeelslid op 1 september een vereist bekwaamheidsbewijs bezit, organiek of bij overgangsmaatregel · (VE of OM/VE).
•
Is de anciënniteit verworven in het ambt van leraar voor een vak of een specialiteit waarvoor het personeelslid op 1 september een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs bezit, organiek of bij overgangsmaatregel (VO, OM/VO), dan geldt dit recht in dit ambt van leraar: –
voor dit VO-vak of deze VO-specialiteit
–
en daarenboven ook voor alle vakken en specialiteiten waarvoor het personeelslid een vereist bekwaamheidsbewijs bezit, bij organieke bepaling of bij overgangsmaatregel (VE, OM/VE).
Dit betekent dus dat •
een personeelslid dat slechts beschikt over een bekwaamheidsbewijs "andere", in geen geval het recht kan inroepen op een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur;
•
een leraar die recht heeft op TADD in een VO-vak of VO-specialiteit, dit recht automatisch ook geniet in de vakken en specialiteiten waarvoor hij een VE heeft.
Voor de verdere uitdieping van dit aspect en voor de berekening van de dienstanciënniteit verwijzen wij naar de Mededeling betreffende dienstanciënniteit ref. M-VVKSO-2007-005. Voorbeelden 1. Een leraar heeft een vereist bekwaamheidsbewijs voor AV Economie. Hij heeft de nodige anciënniteit uitsluitend in het VO-vak AV Wiskunde opgebouwd. Eenmaal hij het recht op TADD heeft verworven in het ambt van leraar, heeft hij dit zowel voor AV Wiskunde (VO-vak) als voor AV Economie en de andere VE-vakken. 2. Een leraar heeft een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor de specialiteit Hotel in alle graden: zowel voor PV als voor TV. Tot nu toe heeft hij uitsluitend in PV Hotel in de eerste graad diensten gepresteerd. Eenmaal hij het recht op TADD heeft verworven in het ambt van leraar, geniet hij dit recht voor de hele specialiteit Hotel, d.w.z. zowel voor PV als voor TV in alle graden, alsook voor zijn VE-vakken. 3. Een leraar met het diploma van master werd, zonder een bewijs van pedagogische bekwaamheid te bezitten, 3 volledige schooljaren voltijds belast met het vak AV Informatica. Hij kandideert begin juni 2015 voor TADD en behaalt op 10 juli nadien een bewijs van pedagogische bekwaamheid. Hierdoor beschikt hij op 1 september 2015 over een voldoende geachte bekwaamheidsbewijs voor het vak AV Informatica. Vanaf 2015-2016 heeft hij recht op TADD in het ambt
14 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
van leraar in dit VO-vak AV Informatica alsook in de vakken waarvoor hij nu een vereist bekwaamheidsbewijs bezit. Concordanties en overgangsmaatregelen voor bepaalde vakken Wanneer de overheid wijzigingen aanbrengt aan de benaming van vakken of aan de opsomming van vakken die behoren tot de basisvorming, dan kan deze ingreep in principe leiden tot verlies van rechten van personeelsleden. Meestal zal de overheid hieraan echter tegemoet komen door te voorzien in een concordantie en/of overgangsmaatregelen, zodat de rechten die een personeelslid kon laten gelden in het "oude" vak, onder bepaalde voorwaarden ook gelden voor het "nieuwe" vak. Zo werd in 2010 voorzien in een concordantie van TV Technologische opvoeding naar TV Techniek, en in 2010 en 2011 in concordantie van AV Biologie (eerste graad) naar AV Natuurwetenschappen. Voor verdere informatie hierover verwijzen we u in eerste instantie naar punt 9 van de Mededeling "Vakken en bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van leraar", M-VVKSO-2006-042. Bekwaamheidsbewijs (academisch of professioneel) bachelor + BPB Sinds 1 september 2013 maakt de wetgeving betreffende de bekwaamheidsbewijzen geen onderscheid meer tussen het diploma van academisch bachelor en dat van professioneel bachelor: beide worden nu begrepen onder de term “bachelor”. Sindsdien heeft de bezitter van een academisch bachelor + BPB een VO voor alle algemene vakken in de eerste graad (barema 301) 19. Let wel: dit geldt niet voor het vroegere universitair diploma van kandidaat, maar enkel voor dat van academisch bachelor. De inzetbaarheid van de bachelor+BPB voor de algemene vakken in de eerste graad vanaf 1 september 2013 geldt ook voor de leraars met een bekwaamheidsbewijs van master + BPB: onderliggend onder hun masterdiploma hebben zij in de regel immers het diploma van (academisch) bachelor; daardoor hebben ook zij een VO voor de algemene vakken in de eerste graad (barema 301). Let wel: ook voor de vakken van hun opleiding hebben ze in die eerste graad geen VE, maar een VO. Voorbeeld Een leraar met diploma Master in de Wiskunde + BPB heeft een VE voor AV Wiskunde en AV Wetenschappelijk tekenen in de tweede graad (aso, tso en kso), in de derde graad (alle onderwijsvormen) en in HBO5 Verpleegkunde. Sinds 1 september 2013 heeft hij bovendien op basis van zijn onderliggende diploma (academisch) bachelor + BPB een VO voor de algemene vakken in de eerste graad; ook AV Wiskunde in de eerste graad is voor hem geen VE-vak, maar een VO-vak. De VO die hij voordien reeds had in de tweede graad bso, heeft hij ook nog steeds. 4.3.3 Ondersteunend personeel: puntenwaarde van de betrekking Terwijl een opvoeder of administratief medewerker tot in 2014-2015 enkel kon worden aangesteld op het niveau van zijn hoogste bekwaamheidsbewijs, is dit sinds 1 september 2015 niet meer verplicht. Eenmaal een personeelslid het recht op TADD heeft verworven in het ambt van opvoeder of in dat van administratief medewerker, geniet het dit voorrangsrecht:
voor alle vacante betrekkingen in dat bepaalde ambt waarvoor het personeelslid ten minste het overeenstemmende diplomaniveau bezit: zowel voor de betrekkingen van een puntenwaarde die overeenstemt met zijn diplomaniveau, als voor de betrekkingen van een lagere
19
NB In de hele tweede graad, in de derde graad bso en in HBO5 Verpleegkunde gold het bekwaamheidsbewijs “ten minste PBA + BPB” reeds voorheen als een VO; dat blijft ook zo onder de nieuwe niveaubepaling “ten minste bachelor + BPB”
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur15 van 35
puntenwaarde. Bij een lagere puntenwaarde zal de betrokkene dan wel worden bezoldigd aan een lager barema:
o
een vacante betrekking van 63 (of 31,5) punten moet worden aangeboden aan TADD’ers met een diploma “ten minste HSO” (of hoger), dus ook aan TADD’ers met een bachelorof masterdiploma. Zij worden hierin allen bezoldigd aan barema 202;
o
een vacante betrekking van 82 (of 41) punten moet worden aangeboden aan TADD’ers met een diploma “ten minste bachelor”, dus ook aan die met een masterdiploma. De bezoldiging gebeurt in elk geval aan barema 158;
o
een vacante betrekking van 120 (of 60) punten moet enkel worden aangeboden aan TADD’ers met een diploma van het niveau “ten minste master”; de bezoldiging gebeurt aan barema 542.
voor alle niet-vacante betrekkingen in desbetreffend ambt, ongeacht de initiële puntenwaarde van de betrekking voor de titularis. Elke TADD’er met diploma “ten minste HSO” of hoger kan dus zijn voorrangsrecht laten gelden voor elke niet-vacante betrekking in dat bepaalde ambt van 63, 82 of 120 punten. Het barema van een interimaris kan niet hoger liggen dan het barema dat overeenstemt met zijn eigen diplomaniveau maar kan evenmin hoger liggen dan het barema van de (initiële) titularis, tenzij het schoolbestuur de puntenwaarde van de betrekking verhoogt in functie van het bekwaamheidsbewijs van de interimaris. In schemavorm voorgesteld: puntenwaarde van de titularis
diploma en salarisschaal van de interimaris
63 (of 31,5) punten
ten minste HSO barema 202
ten minste bachelor barema 202
ten minste master barema 202
82 (of 41) punten
ten minste HSO barema 202
ten minste bachelor barema 158
ten minste master barema 158
120 (of 60) punten
ten minste HSO barema 202
ten minste bachelor barema 158
ten minste master barema 542
Voor verdere informatie verwijzen we naar de punten 3 en 10.2 van de Mededeling “Het ondersteunend personeel vanaf 2015-2016”, M-VVKSO-2009-057, zoals gewijzigd.
Aangezien de bezoldiging van een opvoeder of administratief medewerker niet meer uitsluitend afhangt van zijn hoogste diplomaniveau maar voortaan ook van de puntenwaarde van de betrekking, is het noodzakelijk dat die puntenwaarde vooraf duidelijk wordt meegedeeld aan het personeelslid en ook wordt vermeld in de arbeidsovereenkomst (zie het model in bijlage 6 bij deze Mededeling). De puntenwaarde en de daaraan gekoppelde salarisschaal kunnen voor het personeelslid immers een argument zijn om de aangeboden betrekking al dan niet te aanvaarden. Zie verder punt 5.6 over het recht tot weigering van een betrekking. Het schoolbestuur is vrij om het ambt en het diplomaniveau (en daaraan gekoppeld de puntenwaarde) te kiezen van de betrekkingen die ze opricht. Het feit dat er het voorgaande schooljaar bepaalde betrekkingen waren opgericht, of dat er binnen de scholengemeenschap tijdelijken zijn met recht op TADD, brengt niet de verplichting mee om voor dat tijdelijke personeelslid een betrekking op te richten waarin het kan worden aangesteld op zijn hoogste diplomaniveau. Voorbeeld Een administratief medewerker met een bekwaamheidsbewijs van het niveau master heeft in verschillende niet-vacante betrekkingen de nodige anciënniteit opgebouwd en heeft aldus recht verworven op TADD. Toch is geen enkel schoolbestuur verplicht om in dat ambt een vacante betrekking van 120 punten op te richten waarin de betrokkene de salarisschaal zou genieten die overeenstemt met zijn masterdiploma. Het spreekt echter vanzelf dat aan dit personeelslid reeds
16 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
tijdens de opbouw van de anciënniteit moet worden verduidelijkt welke zijn toekomstperspectieven zijn. 4.4
Recht op TADD geldt binnen de hele scholengemeenschap
Wanneer een personeelslid het recht op TADD heeft verworven, dan geldt dit recht voor de betrekkingen in alle scholen van de scholengemeenschap. Wat dit betekent bij wijziging in de samenstelling van een scholengemeenschap, zetten we uiteen in bijlage 3 bij deze Mededeling. Omdat decretaal verankerd is dat dit recht geldt voor alle scholen van de scholengemeenschap, kan hiervan niet worden afgeweken. Het is bijgevolg niet mogelijk dat een personeelslid bij de kandidaatstelling zijn recht op voorrang inroept voor een beperkt aantal scholen van de scholengemeenschap. Het decreet voorziet wel dat het personeelslid een aangeboden betrekking kan weigeren. Indien het personeelslid een aangeboden betrekking weigert, dan verliest het zijn recht op die bepaalde betrekking, maar niet op andere betrekkingen in de scholengemeenschap. We verwijzen hiervoor naar punt 5.6 van deze Mededeling. Voorbeelden 1. Een personeelslid heeft recht op TADD. In twee scholen van de scholengemeenschap zijn er betrekkingen waarvoor de betrokkene in aanmerking komt. School A doet een aanbod; de betrokkene weigert dit. Nadien zal school B verplicht zijn om hem de betrekking aan te bieden, tenzij ze die aanbiedt aan andere kandidaten met gelijke voorrangsrechten. 2. Een personeelslid heeft de vereiste dienstanciënniteit volledig opgebouwd in school A, en heeft aldus op 1 september het recht op TADD verworven. Op die datum is er in school A echter enkel een niet-vacante betrekking; er is wel een vacante betrekking in school B binnen dezelfde scholengemeenschap. Deze vacante betrekking moet eerst worden aangeboden aan de TADD'ers binnen de scholengemeenschap. Daarbij speelt het geen rol of zij al dan niet voordien reeds gefungeerd hebben in school B. Het feit dat het TADD-recht geldt in alle scholen van de scholengemeenschap, betekent niet dat alle betrekkingen tegelijk als keuze moeten worden voorgelegd aan de voorrangsgerechtigde personeelsleden: zie punt 5.2. Doordat het recht op TADD binnen de hele scholengemeenschap geldt, is het ook op dit niveau dat de rechten van de personeelsleden moeten worden geregistreerd en gecommuniceerd naar alle scholen: •
Welke tijdelijken van bepaalde duur zullen op het einde van volgend schooljaar de nodige 720 dagen anciënniteit bereiken indien ze op 1 september opnieuw zullen worden aangesteld? (zie punt 4.1)
•
Welke personeelsleden hebben geldig gekandideerd voor TADD? (zie punt 4.1 en 4.2)
•
In welk ambt hebben ze recht op TADD, en voor de leraars: in welke vakken? Dat houdt o.m. in dat jaarlijks via de website Bekwaamheidsbewijzen online wordt gecontroleerd welke hun VE-vakken zijn, en dat wordt geregistreerd in welke VO-vakken zij anciënniteit opbouwen en desgevallend de nodige 720 dagen bereiken. (zie punt 4.3)
•
Welke TADD'ers zijn voorrangsgerechtigd door hun deeltijdse vaste benoeming in een school van de scholengemeenschap? (zie punt 5.5)
•
Welke TADD'ers zijn reeds titularis van een voltijdse vacante betrekking, en hoeven dus geen andere betrekkingen meer aangeboden te krijgen? (zie punt 5.5)
•
Welke personeelsleden verliezen (een deel van) hun anciënniteit i.f.v. TADD ten gevolge van een ontslag of afzetting of evaluatie(s) onvoldoende, en bij welke school/scholen? (zie punt 4.5)
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur17 van 35
Welke personeelsleden hebben de voorgaande 5 schooljaren geen diensten gepresteerd binnen de scholengemeenschap, en hebben bijgevolg geen recht meer op TADD? (zie punt 4.6)
•
4.5
Gevolgen van ontslag, afzetting of evaluatie “onvoldoende” op de anciënniteit en het recht op TADD
Een ontslag dat uitgaat van het personeelslid zelf of een beëindiging van de aanstelling van rechtswege heeft geen invloed op de rechten of de anciënniteit van het personeelslid. Indien een personeelslid werd ontslagen of afgezet door het schoolbestuur, heeft dit gevolgen op de berekening van zijn dienstanciënniteit in functie van TADD. Welke diensten niet in aanmerking worden genomen, hangt af van de reden tot het ontslag. In elk geval gaat het enkel om verlies van anciënniteit in functie van het recht op TADD; dit heeft geen gevolgen voor bv. de salaris- of sociale anciënniteit of de anciënniteit die nodig is om vrij te zijn van reaffectatie. De gevolgen van een ontslag of afzetting door het schoolbestuur of een definitieve evaluatie “onvoldoende” zijn anders voor een TADD’er of vastbenoemde dan voor een tijdelijke van bepaalde duur. Indien een personeelslid zich in verschillende statuten bevindt (bv. een leraar die deeltijds TADD is deeltijds TABD), zijn de gevolgen voor elk statuut afzonderlijk te onderzoeken. 4.5.1 Tijdelijke van bepaalde duur: gevolg van ontslag om dringende redenen Een personeelslid dat aangesteld is voor bepaalde duur en dat wordt ontslagen om dringende redenen (overeenkomstig artikel 25 van het DRP), kan de diensten die het vóór het ontslag presteerde in alle scholen van de scholengemeenschap in het ambt waarin het werd ontslagen, niet meer in aanmerking nemen voor de berekening van de anciënniteit die vereist is om recht te kunnen hebben op TADD. Dit is ook het geval indien hij na dit ontslag opnieuw wordt aangesteld in een school van de scholengemeenschap. Een nieuwe aanstelling (een volgend schooljaar) binnen de scholengemeenschap zal dan ook ernstig in vraag worden gesteld. Voorbeeld Een leraar werd op 1 september 2011 aangesteld voor bepaalde duur: halftijds in school A, en halftijds in school B, beide behorend tot verschillende schoolbesturen maar binnen dezelfde scholengemeenschap. Op 1 september 2012 werden deze aanstellingen vernieuwd. Op 29 januari 2013 werd hij om dringende redenen ontslagen in school A; in school B is hij verder blijven functioneren. Omwille van dit ontslag om dringende redenen worden de diensten die hij voordien in de scholengemeenschap leverde in het ambt van leraar, niet in aanmerking genomen voor de berekening van de 720 dagen die nodig zijn voor het recht op TADD. In school B, waar hij verder is blijven presteren, bouwt hij pas vanaf 30 januari 2013 opnieuw anciënniteit op i.f.v. TADD. 4.5.2 Tijdelijke van bepaalde duur: gevolgen van ontslag omwille van tekortkoming aan plichten of na definitieve evaluatie “onvoldoende” Een personeelslid dat aangesteld is voor bepaalde duur en dat wordt ontslagen met een opzeggingsperiode van 30 kalenderdagen om redenen die verband houden met een tekortkoming aan zijn plichten (overeenkomstig artikel 24 van het DRP), ofwel na één definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" (overeenkomstig artikel 47quaterdecies van het DRP): •
20
kan de diensten die het vóór het ontslag presteerde in de school of de pedagogische entiteit20 waar het werd ontslagen, niet meer in aanmerking nemen voor de berekening van de anciënniteit die vereist is om recht te kunnen hebben op TADD, althans niet de diensten die gepresteerd werden in het ambt waarvoor het werd ontslagen,
Zie punt 1 van deze Mededeling voor de omschrijving van het begrip “pedagogische entiteit”.
18 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
en kan daarenboven de diensten die het gepresteerd heeft bij andere scholen van de scholengemeenschap in het ambt waarvoor het werd ontslagen, niet aanwenden om in de school of de pedagogische entiteit waar het werd ontslagen het recht op TADD in te roepen.
•
Als een personeelslid na deze vormen van ontslag opnieuw wordt aangeworven door het schoolbestuur in de school of de pedagogische entiteit én in het ambt waarin hij werd ontslagen, kan hij voor het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur wel opnieuw een beroep doen op de diensten die hij vóór het ontslag presteerde. Voorbeelden 1. Een personeelslid is in school C aangesteld voor bepaalde duur: halftijds als leraar, halftijds als opvoeder. Omwille van de tekortkoming aan zijn plichten wordt hij uit het ambt van leraar ontslagen met een opzeggingsperiode van 30 kalenderdagen. De diensten in het ambt van leraar die hij in deze school presteerde voor het ontslag, komen niet meer in aanmerking voor de berekening van de anciënniteit i.f.v. TADD. De diensten in het ambt van opvoeder (waaruit hij niet werd ontslagen) blijven echter wel in aanmerking komen voor zijn rechten in dat ambt. Zelfs indien dit personeelslid nog de vereiste 720 dagen in het ambt van leraar bereikt, bv. doordat hij ook in andere scholen binnen de scholengemeenschap als leraar is tewerkgesteld, kan hij toch geen TADD als leraar opeisen in school C. 2. Een administratief medewerker is voltijds voor bepaalde duur aangesteld in eerstegraadsschool D; deze school vormt een pedagogische entiteit met bovenbouwschool E, die gelegen is in hetzelfde gebouwencomplex en behoort tot hetzelfde schoolbestuur. Dit personeelslid wordt ontslagen na een definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende". Ook indien dit personeelslid elders in de scholengemeenschap nog de vereiste 720 dagen in het ambt van administratief medewerker bereikt, kan het geen TADD in het ambt van administratief medewerker meer opeisen in scholen D en E. 4.5.3 Tijdelijke van doorlopende duur: gevolgen van ontslag na tuchtprocedure Een personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur en wordt ontslagen of afgezet 21 na een tuchtprocedure (overeenkomstig artikel 64, 6° of 7 °van het DRP), kan de diensten die het vóór het ontslag presteerde in alle scholen van de scholengemeenschap in het ambt waarin het werd ontslagen, niet meer in aanmerking nemen voor de berekening van de anciënniteit die vereist is voor het recht op TADD. Dit is ook het geval indien hij na dit ontslag of deze afzetting opnieuw wordt aangesteld in een school van de scholengemeenschap. Voorbeeld Een opvoeder die voor doorlopende duur was aangesteld in school F, werd ontslagen na een tuchtprocedure. De diensten die dit personeelslid tot op de datum van het ontslag heeft gepresteerd in het ambt van opvoeder in de scholen van de scholengemeenschap, kunnen niet meer worden ingeroepen voor het recht op TADD binnen de scholengemeenschap: noch in school F, noch elders in de scholengemeenschap. 4.5.4 Tijdelijke van doorlopende duur: gevolgen van ontslag na definitieve evaluaties met eindconclusie “onvoldoende” Een personeelslid dat was aangesteld voor doorlopende duur en is ontslagen na twee of drie definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" (overeenkomstig artikel 47terdecies van het DRP) kan de diensten die het vóór het ontslag presteerde in de school of de pedagogische entiteit22 waar het werd ontslagen niet meer in aanmerking nemen voor de berekening van de an-
•
21
De afzetting werd op 1 september 2009 in het DRP ingevoegd als hoogste tuchtmaatregel voor tijdelijken van doorlopende duur en vastbenoemden. Voor een TADD'er zijn de gevolgen van een afzetting dezelfde als die van een ontslag.
22
Zie punt 1 van deze Mededeling voor de omschrijving van het begrip “pedagogische entiteit”.
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur19 van 35
ciënniteit die vereist is voor het recht op TADD, althans niet de diensten die gepresteerd werden in het ambt waarvoor het werd ontslagen; •
verliest het recht op TADD enkel in de school of de pedagogische entiteit waar het werd ontslagen, althans voor het ambt waarin het werd ontslagen;
•
kan vanaf het ogenblik van het ontslag op basis van diensten gepresteerd in een andere school van de scholengemeenschap ook geen recht meer laten gelden op TADD in de school of de pedagogische entiteit waar het werd ontslagen, althans niet in het ambt waarin het werd ontslagen.
Als een personeelslid na deze vorm van ontslag opnieuw wordt aangeworven door het schoolbestuur in de school of de pedagogische entiteit én in het ambt waarin hij werd ontslagen, kan hij voor het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur opnieuw een beroep doen op de diensten die hij vóór het ontslag presteerde. Voorbeeld Een personeelslid is voor doorlopende duur aangesteld in school G: halftijds als leraar, halftijds als opvoeder. Na twee opeenvolgende definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" wordt hij ontslagen uit het ambt van leraar, maar niet uit dat van opvoeder. Door dit ontslag als leraar kan hij de diensten die hij vóór dit ontslag in school G geleverd heeft in het ambt van leraar niet meer in aanmerking nemen bij de anciënniteit die nodig is voor het recht op TADD. Indien hij nog voldoende anciënniteit zou kunnen inbrengen op basis van prestaties in het ambt van leraar in andere scholen van de scholengemeenschap, heeft hij nog wel recht op TADD in de andere scholen van de scholengemeenschap, maar niet in school G. Het ontslag in het ambt van leraar heeft geen gevolgen voor zijn rechten en zijn anciënniteit in het ambt van opvoeder. 4.5.5 Tijdelijke van doorlopende duur: gevolgen van één evaluatie “onvoldoende” Een personeelslid dat is aangesteld voor doorlopende duur en één definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" heeft gekregen, kan in afwachting van een nieuwe evaluatie geen aanspraak maken op een uitbreiding van zijn tijdelijke aanstelling van doorlopende duur in het betrokken ambt in de school of de pedagogische entiteit23 waar het de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" heeft gekregen. Let wel: één definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" brengt voor een TADD'er nog geen ontslag mee. Pas na een tweede opeenvolgende of na een derde definitieve evaluatie "onvoldoende" zijn de gevolgen vérstrekkender: zie punt 4.5.4. Voorbeeld Een godsdienstleraar is aangesteld voor doorlopende duur in een opdracht van 12/20 in school H en heeft een definitieve evaluatie gekregen met eindconclusie "onvoldoende". Alvorens hij een nieuwe evaluatie24 heeft gekregen kan hij in school H geen aanspraak maken op een uitbreiding van zijn opdracht. Indien de opdracht van rechtswege wordt beëindigd (bv. door de terugkeer van de titularis), kan hij in H ook geen andere uren opeisen alvorens hij opnieuw werd geëvalueerd. Deze eindconclusie "onvoldoende" perkt echter zijn recht op TADD niet in bij de andere scholen van de scholengemeenschap. Indien de opdracht doorloopt en het personeelslid een tweede evaluatie krijgt, die ditmaal leidt tot de eindconclusie "voldoende", kan het vanaf dat ogenblik opnieuw aanspraak maken op een uitbreiding van zijn TADD in school H.
23
Zie punt 1 voor de omschrijving van het begrip “pedagogische entiteit”.
24
Zie art. 47undecies § 3 van het decreet Rechtspositie voor de termijn waarna een nieuwe evaluatie kan gebeuren.
20 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
4.5.6 Vastbenoemde: gevolgen van een ontslag of afzetting na tuchtprocedure Een personeelslid dat vastbenoemd is en wordt ontslagen of afgezet 25 na een tuchtprocedure (overeenkomstig art. 64, 6° of 7° van het DRP), kan de diensten die het vóór het ontslag of de afzetting presteerde in alle scholen van de scholengemeenschap in het ambt waarin het werd ontslagen, niet meer in aanmerking nemen voor de berekening van de anciënniteit die nodig is om het recht op TADD te kunnen inroepen. Dit is ook het geval indien hij na dit ontslag opnieuw wordt aangesteld in een school van de scholengemeenschap. Voorbeeld Een administratief medewerker, vastbenoemd in school J, werd ontslagen na een tuchtprocedure. De diensten die dit personeelslid tot op de datum van het ontslag heeft gepresteerd in het ambt van administratief medewerker in de scholen van de scholengemeenschap, kunnen niet meer worden ingeroepen voor het recht op TADD binnen de scholengemeenschap: noch in school J, noch elders in de scholengemeenschap. 4.5.7 Vastbenoemde: gevolgen van een ontslag na definitieve evaluaties “onvoldoende” Een personeelslid dat vastbenoemd was en ontslagen is na twee of drie definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" (artikel 47terdecies van het DRP), kan de diensten die het vóór het ontslag presteerde in de school of de pedagogische entiteit26 waar het werd ontslagen niet meer in aanmerking nemen voor de berekening van de anciënniteit die vereist is voor het recht op TADD, althans niet de diensten die gepresteerd werden in het ambt waarvoor het werd ontslagen. Vanaf het ogenblik van het ontslag kan het personeelslid op basis van diensten gepresteerd in een andere school van de scholengemeenschap ook geen recht meer laten gelden op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur in de school of de pedagogische entiteit waar het werd ontslagen, voor zover het gaat om een aanstelling in het ambt waarin het werd ontslagen. Als een personeelslid na deze vorm van ontslag opnieuw wordt aangeworven door het schoolbestuur in de school of de pedagogische entiteit én in het ambt waarin hij werd ontslagen, kan hij voor het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur opnieuw een beroep doen op de diensten die hij vóór het ontslag presteerde. Voorbeeld Een personeelslid is vastbenoemd in school H: halftijds als leraar, halftijds als opvoeder. Na twee opeenvolgende definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" wordt hij ontslagen uit het ambt van leraar, maar niet uit dat van opvoeder. Door dit ontslag als leraar kan hij de diensten die hij vóór dit ontslag in school H geleverd heeft in het ambt van leraar, niet meer in aanmerking nemen bij de anciënniteit die nodig is voor het recht op TADD. Indien hij nog voldoende anciënniteit zou kunnen inbrengen op basis van prestaties in het ambt van leraar in andere scholen van de scholengemeenschap, heeft hij nog wel recht op TADD in de andere scholen van de scholengemeenschap, maar niet in school H. Het ontslag in het ambt van leraar heeft geen gevolgen voor zijn rechten en zijn anciënniteit in het ambt van opvoeder. 4.6
Verlies van het recht op TADD na 5 schooljaren zonder dienstprestaties
Een personeelslid verliest zijn recht op TADD in alle scholen van de scholengemeenschap wanneer het vijf opeenvolgende schooljaren in geen enkel ambt diensten heeft gepresteerd in scholen van deze scholengemeenschap. Let wel: door deze onderbreking van 5 jaar verliest het personeelslid niet de opgebouwde anciënniteit, doch enkel het recht op TADD. Indien het na die 5 jaar
25
De afzetting werd op 1 september 2009 in het DRP ingevoegd als hoogste tuchtmaatregel voor tijdelijken van doorlopende duur en vastbenoemden. Voor een vastbenoemde brengt de afzetting ook het verlies van het recht op overheidspensioen mee, hetgeen niet het geval is bij een ontslag.
26
Zie punt 1 van deze Mededeling voor de definitie van “pedagogische entiteit”.
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur21 van 35
voor de eerste maal opnieuw wordt aangesteld in de scholengemeenschap, kan dit in geen geval een aanstelling voor doorlopende duur zijn, maar hooguit voor bepaalde duur. Eenmaal het na die 5 jaar een eerste maal opnieuw is aangesteld in om het even welk ambt binnen de scholengemeenschap, kan het vanaf het volgende jaar opnieuw een beroep doen op zijn recht op TADD, althans indien het daarvoor gekandideerd heeft op een van beide manieren die zijn toegelicht in punt 4.2. Voorbeeld Een opvoeder was in 2009-2010 voor de laatste maal aangesteld voor doorlopende duur; de volgende 5 schooljaren had hij nergens nog een aanstelling binnen de scholengemeenschap. Indien hij in 2015-2016 voor de eerste maal opnieuw wordt aangesteld in deze scholengemeenschap (in om het even welk ambt) •
is dit in geen geval een aanstelling voor doorlopende duur;
•
kan hij vanaf het schooljaar nadien (2016-2017) opnieuw recht opeisen op TADD in het ambt van opvoeder. Zijn aanstelling voor doorlopende duur in 2009-2010 geldt immers als een over de schooljaren doorlopende kandidatuur voor TADD in het ambt van opvoeder.
4.7
Beperking van TADD-recht in geval van langdurige VVP/med
Het personeelslid dat de goedkeuring heeft gekregen om een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen op te nemen 27 kan tijdens de duur van deze VVP/med zijn tijdelijke aanstelling niet uitbreiden in vergelijking tot het volume van zijn tijdelijke aanstelling op de vooravond van het verlof. Voorbeeld Een leraar heeft een opdracht van 16/20, waarvan 10/20 als vastbenoemde en 6/20 als tijdelijke. Hij krijgt de toelating om een langdurige VVP/med aan te vangen. Nadien ontstaat er binnen de scholengemeenschap een vacature van 4/20 in een vak waarvoor hij een vereist bekwaamheidsbewijs heeft. Ondanks zijn TADD-recht kan de betrokkene zijn tijdelijke aanstelling echter niet uitbreiden tot méér dan 6/20, zijnde het volume van zijn tijdelijke aanstelling op de vooravond van de VVP/med.
5
Het aanbieden van betrekkingen aan TADD’ers
5.1
In welke fase kunnen betrekkingen worden aangeboden aan TADD’ers
Een betrekking kan pas worden aangeboden aan personeelsleden met recht op TADD indien volgende rechten zijn gerespecteerd (zie hierover ook onze Mededeling "De verdeling van de betrekkingen; reaffectatie en wedertewerkstelling", M-VVKSO-2003-071): •
het recht op een betrekking van personeelsleden die vastbenoemd zijn aan dezelfde school of (enkel voor leraars en godsdienstleraars) aan dezelfde pedagogische entiteit 28;
•
het recht op nieuwe affectatie bij wijze van voorafgaande maatregelen voor vastbenoemde personeelsleden die geaffecteerd zijn aan een school van het eigen schoolbestuur die gelegen is op het grondgebied van dezelfde fusiegemeente en behoort tot dezelfde scholengemeenschap, en die bedreigd zijn door terbeschikkingstelling; het gaat hier om de maatregelen voorafgaand aan terbeschikkingstelling;
27
Zie punt 6 van de Ministeriële omzendbrief PERS/2007/07 “Het ziekteverlof, het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte, het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen en de terbeschikkingstelling wegens ziekte voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding”. http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > verloven.
28
Zie punt 1 voor de omschrijving van het begrip “pedagogische entiteit”.
22 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
•
het recht op verplichte reaffectatie en vrijwillige wedertewerkstelling binnen de eigen personeelscategorie van vastbenoemde personeelsleden (van dezelfde personeelscategorie) die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking aan een school van hetzelfde schoolbestuur die behoort tot dezelfde scholengemeenschap. Merk op: een reaffectatie in een niet-organieke betrekking wordt verplicht opgeschort wanneer een R/W in een organieke betrekking mogelijk is;
•
het recht op reaffectatie of wedertewerkstelling van de personeelsleden die binnen de scholengemeenschap in dezelfde categorie (bestuurs- en onderwijzend personeel, resp. ondersteunend personeel) ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Merk op: 1. Een reaffectatie in een niet-organieke betrekking wordt verplicht opgeschort wanneer een R/W in een organieke betrekking mogelijk is. 2. Bbij de aanvang van het schooljaar kan reeds een tijdelijk personeelslid worden aangesteld in afwachting van de werking van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap; de toewijzingen van die commissie moeten uiterlijk op 15 september ingaan; uiterlijk tot die datum is de aangestelde tijdelijke subsidieerbaar29. Maar ook indien zich in de loop van het schooljaar een vacature voordoet (in een vacante of niet-vacante betrekking), moeten de reaffectatie- en wedertewerkstellingsverplichtingen worden nagekomen tot op het niveau van de scholengemeenschap alvorens een tijdelijk personeelslid wordt aangesteld. het behoud van de aanstelling voor doorlopende duur van TADD'ers, zelfs indien die aanstelling een vorig schooljaar is gebeurd (maar nog niet van rechtswege werd beëindigd). Een betrekking waarin reeds een TADD'er is aangesteld, kan immers niet worden aangeboden aan andere TADD'ers, zelfs niet indien die een hoger voorrangsrecht hebben. De aanstelling voor doorlopende duur eindigt immers niet van rechtswege op het einde van het schooljaar; op 1 september ontstaat er dus geen vacature (d.w.z. vacante of niet-vacante betrekking) die aan andere personeelsleden kan worden aangeboden. Zie hierover ook punt 6 van deze Mededeling.
•
Voorbeelden 1. Een personeelslid wordt in een interimbetrekking aangesteld voor doorlopende duur tijdens het volledige schooljaar 2014-2015. Indien de titularis van de betrekking afwezig blijft tot 31 augustus 2015 en opnieuw afwezig is vanaf 1 september 2015, loopt ook de aanstelling van de TADD'er verder. De interimaris die onder dat statuut was aangesteld in 2014-2015 kan op 1 september 2015 niet worden verdrongen door een andere tijdelijke die recht heeft op TADD, zelfs niet indien die voorrangsrecht heeft op basis van een deeltijdse vaste benoeming binnen de SG. 2. Opvoeder A is deeltijds vastbenoemd en deeltijds TADD. Op 1 september 2014 werd hij als TADD'er aangesteld in een vacante betrekking. In dezelfde scholengemeenschap is opvoeder B een volledig tijdelijke TADD'er. B werd op 1 september 2014 voor doorlopende duur aangesteld in een niet-vacante betrekking, ter vervanging van een collega die een loopbaanonderbreking neemt tot 31 augustus. Op 1 september 2015 valt de halftijdse vacante betrekking van TADD'er A echter weg door een verlies van punten, terwijl de titularis van de betrekking van B zijn loopbaanonderbreking verderzet; B blijft dus voor doorlopende duur aangesteld als vervanger. De betrekking van B mag niet worden aangeboden aan A, ondanks diens hoger voorrangsrecht als deeltijds vastbenoemde TADD'er. De aanstelling voor doorlopende duur van B is immers niet geeindigd; er is bijgevolg geen vacature ontstaan die aan A zou kunnen worden aangeboden. Een aanstelling van bepaalde duur (of bij wijze van tijdelijk andere opdracht in een wervingsambt) daarentegen eindigt uiterlijk op 31 augustus van rechtswege. Op 1 september is daar dus
29
Om te vermijden dat een TADD'er op 1 september wordt aangesteld in een betrekking die 15 dagen later wordt toegewezen aan een TBS/OB'er, is het aangewezen om de reaffectaties en wedertewerkstellingen op niveau van de SG in de mate van het mogelijke reeds uit te werken en te laten ingaan alvorens TADD'ers worden aangesteld.
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur23 van 35
wél sprake van een vacature die aan de TADD'ers van de scholengemeenschap moet worden aangeboden. 5.2
Verplichtingen om de betrekkingen aan te bieden aan TADD’ers
Nadat het schoolbestuur de rechten heeft gerespecteerd van de vastbenoemde personeelsleden, de terbeschikkinggestelden en van de TADD'ers die reeds voorheen waren aangesteld (zie punt 5.1), is het verplicht om de resterende vacatures (d.w.z. vacante of niet-vacante betrekkingen) aan te bieden aan de personeelsleden die recht hebben op TADD binnen de scholengemeenschap, ongeacht de school waar ze de nodige anciënniteit hebben opgebouwd. Indien een personeelslid echter reeds als titularis voor doorlopende duur is aangesteld voor een voltijdse betrekking, kan het zijn recht op TADD niet meer laten gelden op een andere betrekking. Deze verplichting geldt telkens er zich een vacature voordoet, dit is een voltijdse of deeltijdse betrekking die ofwel definitief vacant is (zgn. administratieve toestand 2), ofwel tijdelijk vacant is (interim-betrekking, d.w.z. administratieve toestand 1). Een vacature kan zich voordoen bij het begin van het schooljaar of in de loop ervan, bv. ten gevolge van een pensionering of een ziekteverlof. Het aanbieden van een vacature aan de personeelsleden die recht hebben op TADD, laat hen toe hun voorrangsrecht uit te oefenen: een tijdelijke betrekking kan immers pas aan een TABD’er worden aangeboden wanneer alle personeelsleden met recht op TADD die betrekking hebben geweigerd. De verplichting tot aanbieden van de betrekkingen houdt evenwel niet in dat het schoolbestuur aan de personeelsleden met recht op TADD alle beschikbare betrekkingen tegelijk zou moeten aanbieden, waaruit de betrokkenen dan een keuze zouden kunnen maken. Het aanbod gebeurt in de regel per afzonderlijke betrekking, waarbij het personeelslid dan onmiddellijk de keuze maakt of het die bepaalde betrekking aanvaardt dan wel weigert. Na een weigering behoudt het personeelslid zijn voorrangsrecht voor de eventueel nog resterende betrekkingen, maar ook die worden afzonderlijk aangeboden, en in de regel niet als een geheel van betrekkingen waarbinnen de betrokkene zijn keuze kan maken. Zie voorbeeld 3 hierna. Eenmaal een personeelslid (voor bepaalde duur of voor doorlopende duur) is aangesteld in een betrekking, kan die betrekking niet meer worden aangeboden aan andere tijdelijke personeelsleden, zelfs niet aan tijdelijken met hogere voorrangsrechten. •
Een tijdelijk personeelslid met recht op TADD wiens opdracht in de loop van het schooljaar eindigt (bijvoorbeeld door de terugkeer van de titularis) kan dus geen ander tijdelijk personeelslid verdringen dat reeds was aangesteld in een andere betrekking: er is immers geen sprake van een vacature.
•
Een betrekking die aanvankelijk niet-vacant was en nadien (bv. door de pensionering van de titularis) vacant wordt, mag evenmin beschouwd worden als een vacature: het personeelslid dat aanvankelijk als interimaris was aangesteld, wordt nu titularis, doch dit gegeven stelt geen einde aan zijn tijdelijke aanstelling. Er is bijgevolg geen vacature die aan een andere tijdelijke kan worden aangeboden, zelfs niet aan een TADD'er.
Als het gaat om een niet-vacante betrekking zal het schoolbestuur eerst goed nagaan of er wel een vervanger kan worden bezoldigd; we vestigen hierbij de aandacht op de beperking die sinds 2015-2016 geldt indien de afwezigheid van het te vervangen personeelslid pas start in de periode van 14 kalenderdagen voor (of tijdens) de herfst-, kerst-, krokus- of paasvakantie. Zie hiervoor de Mededeling “Tijdelijke vervanging van gesubsidieerde personeelsleden in het secundair onderwijs vanaf 2015-2016”, M-VVKSO-2010-001, evenals bijlage 2 daarbij. Voorbeelden 1. Op 1 september wordt een TADD'er (met een VE voor AV Biologie en Lichamelijke opvoeding) aangesteld in een vacante betrekking in AV Biologie, terwijl in dezelfde scholengemeenschap een tijdelijke van bepaalde duur wordt aangesteld in een interimbetrekking AV Lichamelijke opvoeding. De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap moet een TBS/OB'er toewijzen die enkel een VE heeft voor AV Biologie, en ze heeft geen andere mogelijkheid dan hem te reaffecteren in de opdracht van de TADD'er. Hierdoor verliest deze zijn betrekking op 15 september. Hij
24 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
kan op dat ogenblik echter geen aanspraak meer maken op de uren AV Lichamelijke opvoeding waarin de tijdelijke van bepaalde duur rechtmatig was aangesteld. Deze spijtige situatie was te vermijden indien de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap haar toewijzingen had uitgesproken alvorens de betrekkingen werden aangeboden aan de TADD'ers en de andere tijdelijke personeelsleden. 2. Zowel een TADD'er als een tijdelijke van bepaalde duur is aangesteld als interimaris. Op 1 januari komt de titularis van de betrekking van de TADD'er vroegtijdig opnieuw in effectieve dienst; de titularis van de betrekking van de tijdelijke van bepaalde duur daarentegen gaat met pensioen. Dit pensioen heeft enkel tot gevolg dat de tijdelijke van bepaalde duur zelf de titularis wordt van de betrekking, maar dit brengt geen einde mee aan zijn aanstelling. Er is dus geen vacature die aan de TADD'er kan worden aangeboden, en de tijdelijke van doorlopende duur kan de tijdelijke van bepaalde duur niet verdringen uit zijn betrekking. 3. Binnen de scholengemeenschap is er één personeelslid dat recht heeft op TADD in het vak AV Informatica. Enkele scholen kunnen hem een voltijdse vacante betrekking in dit vak aanbieden. Deze betrekkingen moeten hem niet allemaal tegelijk worden aangeboden om hem daaruit een keuze te laten maken: het volstaat dat hem een van de betrekkingen wordt aangeboden. Indien hij die weigert moet hem een andere betrekking worden aangeboden, en zo verder. Zodra een betrekking is geweigerd door deze enige voorrangsgerechtigde, kan het schoolbestuur er een tijdelijke van bepaalde duur in aanstellen. 4. Een godsdienstleraar is met bevallingsverlof vanaf 13 dagen voor het begin van de herfstvakantie. Een vervanger zal pas worden bezoldigd vanaf de eerste dag na die vakantie; eerder kan geen tijdelijke vervanger30 worden aangesteld en hoeft dan ook geen betrekking te worden aangeboden. Een personeelslid kan zelf een einde stellen aan zijn tijdelijke aanstelling: zie onze Mededeling “Einde aanstelling en ontslag van gesubsidieerde personeelsleden”, M-VVKSO-2008-008. Vanaf het moment dat het personeelslid niet meer voor doorlopende duur is aangesteld, komt het opnieuw in aanmerking voor alle vacatures (d.w.z. vacante en niet-vacante betrekkingen) in de scholengemeenschap binnen de draagwijdte van zijn recht op TADD. Wanneer een TADD'er zelf ontslag geeft, behoudt hij m.a.w. zijn voorrangsrecht voor andere betrekkingen. Indien hij echter gedurende vijf opeenvolgende schooljaren geen diensten heeft gepresteerd in de scholengemeenschap, verliest hij wel het recht op TADD: zie punt 4.6. 5.3
Verplichting om aan TADD’ers bij voorrang vacante betrekkingen aan te bieden
Het decreet Rechtspositie verplicht een schoolbestuur om in eerste instantie een vacante betrekking aan te bieden aan personeelsleden met recht op TADD (althans indien ze nog geen titularis zijn van een voltijdse vacante betrekking: zie punt 5.5). Deze verplichting geldt ook voor betrekkingen die in de loop van het schooljaar vacant worden (bv. door een pensionering) maar waarin nog geen personeelslid was aangesteld 31. Nadat alle vacante betrekkingen zijn aangeboden, moeten ook de niet-vacante betrekkingen worden aangeboden aan de personeelsleden met recht op TADD die nog niet voltijds zijn aangesteld voor doorlopende duur. Bij het aanbieden van betrekkingen moet het schoolbestuur rekening houden met het voorrangsrecht van deeltijds vastbenoemde TADD'ers: zie punt 5.5.
30
In de geschetste situatie kan een vervanger enkel worden gesubsidieerd als het gaat om een ter beschikking gesteld personeelslid dat in die interim wordt aangesteld bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling (niet via TAO!). Zie punt 3.2. van de Mededeling “Tijdelijke vervanging van gesubsidieerde personeelsleden in het secundair onderwijs vanaf 2015-2016”, M-VVKSO-2010-001.
31
Indien de betrekking voorheen niet-vacant was en werd waargenomen door een interimaris, ontstaat er geen vacature wanneer de oorspronkelijke titularis uit dienst treedt en de oorspronkelijke interimaris nu titularis wordt: cfr. punt 6.3 van deze Mededeling.
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur25 van 35
Een TADD’er kan ervoor opteren om een aangeboden betrekking te weigeren, bv. om zijn nietvacante betrekking verder uit te blijven oefenen: zie punt 5.6. Voorbeeld Een TADD’er werd in 2014-2015 aangesteld in een niet-vacante betrekking die verder loopt tijdens het schooljaar 2015-2016. Op 1 april 2016 ontstaat er in de scholengemeenschap binnen de draagwijdte van de TADD van betrokkene een vacante betrekking. Deze moet hem door het schoolbestuur worden aangeboden. 5.4
Welke betrekkingen moeten niet worden aangeboden aan TADD’ers?
Op twee uitzonderingen na moeten alle gesubsidieerde betrekkingen worden aangeboden aan de TADD'ers; die verplichting geldt ook voor de betrekkingen die worden opgericht op basis van de werkingstoelagen (zgn. PWB-betrekkingen): zie voor dit laatste de Mededeling “Personeelsleden ten laste van het werkingsbudget”, M-VVKSO-2014-068. Slechts voor een beperkt aantal "gekleurde middelen" bepaalt de wetgeving dat desbetreffende betrekkingen niet moeten worden aangeboden aan personeelsleden met recht op TADD. Het gaat om: •
betrekkingen die zijn opgericht met de punten voor ICT-coördinatie;
•
betrekkingen die zijn opgericht met punten van de globale enveloppe die door de scholengemeenschap werden voorafgenomen ter ondersteuning van haar werking.
Meer informatie over deze betrekkingen vindt u in onze Mededeling "Omkadering op het niveau van de scholengemeenschap", M-VVKSO-2003-069. 5.5
Voorrangsregels onder de tijdelijke personeelsleden
Nadat de rechten vermeld onder punt 5.1 zijn gerespecteerd, moet het schoolbestuur rekening houden met de voorrangsrechten onder de tijdelijke personeelsleden binnen de scholengemeenschap: •
de voorrang van TADD'ers op gewone tijdelijken (zie 5.5.2 en 5.5.3);
•
binnen de groep TADD'ers: de voorrang van deeltijds vastbenoemden (zie 5.5.1).
Het schoolbestuur heeft de vrijheid om te kiezen tussen de personeelsleden met gelijke decretale voorrangsrechten. Decretaal is de deeltijdse vaste benoeming in een school van de scholengemeenschap het enige voorrangscriterium onder de TADD'ers. Dit betekent dat een TADD'er wettelijk geen hoger voorrangsrecht kan putten uit het feit dat hij een grotere anciënniteit heeft of in het verleden reeds (in een andere betrekking) aangesteld is geweest voor doorlopende duur (zie ook het laatste voorbeeld onder punt 6.2). Een personeelslid kan zijn recht als TADD'er op een vacature echter niet meer laten gelden indien het als titularis voor doorlopende duur is aangesteld voor een voltijdse betrekking. Wie reeds titularis is van een voltijdse vacante betrekking als tijdelijke of als vastbenoemde, kan dus geen recht meer laten gelden op andere (vacante of vacante of niet-vacante) betrekkingen. Tijdelijken die reeds voor doorlopende duur zijn aangesteld, behouden die aanstelling in de regel op 1 september, aangezien de TADD doorloopt over de schooljaren heen. •
Indien ze reeds een voltijdse vacante betrekking hebben, dient het schoolbestuur hen geen andere betrekkingen meer aan te bieden.
•
Indien ze reeds een niet-vacante voltijdse betrekking hebben voor een volledig schooljaar, dient het schoolbestuur hen geen andere niet-vacante betrekkingen aan te bieden, maar is het wel verplicht hen vacante betrekkingen aan te bieden.
Voorbeelden 1. Een personeelslid wordt op 1 september voor doorlopende duur aangesteld in een voltijdse vacante betrekking in school A. Het volgende schooljaar loopt deze aanstelling verder, en ontstaat er tevens een vacature in school B van dezelfde scholengemeenschap. Het schoolbestuur
26 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
van school B dient deze vacature niet aan dit personeelslid aan te bieden, aangezien het reeds een aanstelling in een vacante betrekking heeft. 2. Een opvoeder heeft sinds het vorige schooljaar een aanstelling voor doorlopende duur in een interimbetrekking. De titularis daarvan blijft afwezig tot 31 augustus en aansluitend opnieuw vanaf 1 september, zodat de aanstelling van de TADD'er doorloopt. Elders in de scholengemeenschap ontstaan er dan twee bijkomende betrekkingen van opvoeder: een niet-vacante en een vacante. De vacante betrekking moet hem worden aangeboden, doch de interimbetrekking niet. 5.5.1 Eerste groep voorrangsgerechtigden: TADD’ers die deeltijds vastbenoemd zijn Personeelsleden die in één of meer scholen van de scholengemeenschap deeltijds vastbenoemd zijn, hebben voor TADD voorrang op personeelsleden die nog geen vaste benoeming hebben in de scholen van deze scholengemeenschap. In welk ambt ze deeltijds vastbenoemd zijn, speelt hierbij geen rol. Deze personeelsleden zijn als deeltijds vastbenoemden enkel voorrangsgerechtigd indien ze •
voldoen aan de voorwaarden van de TADD in de betrekking die wordt aangeboden,
•
en nog niet als titularis voor doorlopende duur zijn aangesteld tot een voltijdse betrekking (aanvullend bij hun deeltijdse benoeming)
•
en bovendien op een geldige manier gekandideerd hebben (zie punt 4.2 van deze Mededeling).
Binnen deze groep van de TADD'ers die binnen de scholengemeenschap deeltijds vastbenoemd zijn, is er geen rangorde. Het volume van vaste benoeming speelt geen rol: een vaste benoeming voor één uur binnen de scholengemeenschap is voldoende om de prioriteit van deeltijds vastbenoemde te kunnen inroepen. Indien het schoolbestuur een keuze dient te maken binnen de groep van de deeltijds vastbenoemde personeelsleden met recht op TADD, dan is ook de anciënniteit geen wettelijk opgelegd criterium (zie punt 5.5). Voorbeelden 1. Een Master Wiskunde + BPB is vastbenoemd voor 15/20 AV Wiskunde en werd in het verleden enkel aangesteld voor AV Wiskunde. Op 1 september is er een vacature voor 5/20 AV Informatica, waarvoor de betrokkene een VO heeft. Aangezien deze leraar geen anciënniteit heeft opgebouwd in dit VO-vak, heeft hij daarin geen recht op TADD en kan hij zijn voorrang als deeltijds vastbenoemde hierop niet laten gelden. 2. Een personeelslid is halftijds vastbenoemd als opvoeder, en heeft binnen dezelfde scholengemeenschap ook recht op TADD in het ambt van leraar. Door zijn deeltijdse benoeming (als opvoeder) heeft hij ook binnen het ambt van leraar voorrang op TADD'ers die nog niet deeltijds vastbenoemd zijn in de scholengemeenschap. 3. Op 1 september 2015 ontstaat er in een scholengemeenschap een vacante betrekking. Personeelslid X is volledig tijdelijke TADD’er, wiens aanstelling was geëindigd op 30 juni voordien door het einde van het ziekteverlof van de titularis. Personeelslid Y is een deeltijds vastbenoemde die als TADD'er was aangesteld in een niet-vacante betrekking die nog doorloopt tijdens het schooljaar 2015-2016. Hoewel Y reeds voor doorlopende duur is aangesteld in een niet-vacante betrekking, heeft hij bij voorrang recht op de vacante betrekking: als deeltijds vastbenoemde TADD'er heeft hij immers het hoogste voorrangsrecht. Hij kan de aangeboden betrekking eventueel wel weigeren om zijn aanstelling in de niet-vacante betrekking verder te zetten. 5.5.2 Tweede groep van voorrangsgerechtigden: volledig tijdelijk van doorlopende duur Als men de verplichtingen is nagekomen tegenover de vastbenoemden, de boventalligen en de TADD'ers die deeltijds vastbenoemd zijn, kan de school tijdelijken aanstellen die recht hebben op TADD, maar nog in geen enkel ambt deeltijds benoemd zijn binnen de SG. Aan de personeelsleden die reeds als titularis voor doorlopende duur zijn aangesteld voor een voltijdse betrekking, hoeven echter geen andere betrekkingen meer te worden aangeboden. M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur27 van 35
Eenmaal een personeelslid voldoende anciënniteit heeft om recht te hebben op tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (zie punt 4), speelt het aantal dagen anciënniteit geen rol meer: de deeltijdse vaste benoeming binnen de scholengemeenschap is het enige wettelijke voorrangsrecht onder de TADD'ers. Voorbeeld Een scholengemeenschap heeft één vacature (interimbetrekking). Twee kandidaten hebben recht op TADD, maar geen van beide kandidaten is deeltijds vastbenoemd. De eerste heeft een anciënniteit van 728 dagen, de tweede van 1818 dagen. Het schoolbestuur heeft de vrije keuze tussen deze kandidaten. 5.5.3 Niet-voorrangsgerechtigden: tijdelijken van bepaalde duur en TAO Pas nadat alle TADD’ers binnen de scholengemeenschap zijn aangesteld of alle aangeboden betrekkingen hebben geweigerd, kunnen tijdelijke personeelsleden worden aangesteld voor bepaalde duur. Indien een personeelslid gebruik maakt van een verlof voor tijdelijk andere opdracht (TAO) 32, dan wordt zijn tijdelijke aanstelling in een wervingsambt steeds beschouwd als een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur voor het volume waarvoor het personeelslid verlof voor TAO heeft verkregen. Ook TAO is dus pas mogelijk nadat alle TADD’ers binnen de scholengemeenschap zijn aangesteld of alle aangeboden betrekkingen hebben geweigerd. Voorbeelden 1. Een voltijds vastbenoemd leraar wil graag een niet-vacante betrekking in het ambt van opvoeder opnemen via een verlof voor tijdelijk andere opdracht (TAO). Deze TAO is echter pas mogelijk nadat alle personeelsleden in de scholengemeenschap die recht hebben op TADD in het ambt van opvoeder, deze betrekking aangeboden hebben gekregen of indien ze al een voltijdse betrekking hebben. 2. Een personeelslid is benoemd voor 18/22 (8 181 / 10 000) in school 1. Het neemt uit deze vastbenoemde opdracht een verlof voor TAO en neemt een voltijdse opdracht op in school 2 van dezelfde scholengemeenschap. Tot een volume van 8 181 / 10 000 (naar boven af te ronden tot een volledig lesuur) is de aanstelling in school 2 een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur, waarvoor geen voorrangsrechten kunnen worden ingeroepen. Indien de betrokkene daarnaast nog andere uren presteert, is TADD daarin wel mogelijk. 5.6
Het aanvaarden of weigeren van de aangeboden betrekking
Een TADD'er moet een aangeboden betrekking in haar geheel aanvaarden, tenzij het gaat om een van de twee hierna genoemde uitzonderingen of tenzij het personeelslid met het schoolbestuur overeenkomt om slechts een deel van de aangeboden betrekking op te nemen. Indien het personeelslid een aangeboden betrekking weigert, dan verliest het zijn recht op de aangeboden betrekking. Het personeelslid behoudt wel het recht op de andere vacatures die zich op dat ogenblik of later in het schooljaar in de scholengemeenschap voordoen. Het kan hier gaan om vacatures in dezelfde school of in andere scholen van de scholengemeenschap. Bij het aanbieden van een betrekking in het ondersteunend personeel is het belangrijk om het personeelslid duidelijk te informeren over de puntenwaarde ervan: de daaraan gekoppelde salarisschaal kan immers een argument vormen om het aanbod al dan niet te aanvaarden. Zie reeds punt 4.3.3 van deze Mededeling. Voorbeelden
32
Zie de Mededeling "Tijdelijk andere opdracht", M-VVKSO-2006-080.
28 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
1. Een personeelslid met recht op TADD weigert op 1 september een betrekking van 12/20 AV Frans in school A. Op 1 januari is er in dezelfde school een vacature van 14/21 AV Frans door de pensionering van de titularis. Het schoolbestuur is verplicht om op 1 januari de 14/21 AV Frans aan hetzelfde personeelslid aan te bieden, zelfs al heeft dat op 1 september voorafgaand de 12/20 geweigerd. 2. Een opvoeder met diploma “ten minste bachelor” krijgt een vacante betrekking van 63 punten aangeboden, waarin hij zou worden bezoldigd aan barema 202. Om die reden zou de TADD’er kunnen beslissen om dit aanbod te weigeren. Hij behoudt daarbij zijn voorrangsrecht voor andere betrekkingen. Indien hij wordt aangesteld in een vacante betrekking van 82 punten of een interimbetrekking van 82 of 120 punten, zal hij immers worden bezoldigd aan barema 158. Het is aangewezen de weigering schriftelijk te laten bevestigen. Een modelformulier hiervoor vindt u als bijlage 7 bij deze Mededeling. Een personeelslid dient de betrekking in haar geheel te aanvaarden, tenzij met het schoolbestuur anders wordt overeengekomen; hierop bestaan er echter twee uitzonderingen: •
Personeelsleden die in de scholengemeenschap al een deeltijdse betrekking uitoefenen, kunnen een kleiner pakket opeisen, d.w.z. om hun betrekking uit te breiden tot een voltijdse opdracht. Dit mag echter niet leiden tot een pedagogisch onverantwoorde opsplitsing van een opdracht.
•
Uren "Seminaries" moeten afzonderlijk worden aangeboden; bovendien vereist de gelijkstelling van Seminaries met een vak steeds het akkoord van de betrokken leraar. Meer informatie over Seminaries in onze Mededeling "Seminaries: personeelsconsequenties", M-VVKSO-2004041.
Voorbeelden 1. Een personeelslid heeft recht op TADD. Het schoolbestuur biedt een betrekking van 22/22 TV Huishoudkunde aan. Het personeelslid wenst maar 18/22 op te nemen. Het personeelslid moet de 22/22 echter als geheel aanvaarden. Een weigering betekent automatisch een weigering voor de volledige betrekking, d.i. 22/22. Schoolbestuur en personeelslid kunnen wel vrijwillig overeenkomen dat de betrokkene slechts 18/22 opneemt. 2. Een personeelslid heeft als vastbenoemde leraar een opdracht van 16/21 AV Wiskunde. Binnen de draagwijdte van zijn recht op TADD worden hem nog 2 pedagogische pakketten van 4 u./week aangeboden. Deze leraar mag 4 van deze uren opeisen, ook al is dit slechts een deel van het aangeboden totaal van 8 uur. Het schoolbestuur is echter niet verplicht om hem van het laatste pakket van 4 nog één uur afzonderlijk aan te bieden. Dat zou immers leiden tot een pedagogisch onverantwoorde opsplitsing van de opdracht. 3. Het schoolbestuur biedt een volledig tijdelijke TADD'er een betrekking van 20/20 aan, waarvan 2 uur Seminaries. De betrokken leraar kan deze uren Seminaries weigeren, en toch nog zijn voorrangsrecht laten gelden op de resterende 18/20. De weigering van een aangeboden betrekking mag niet worden verward met het ontslag uit een doorlopende aanstelling. Een weigering kan immers enkel slaan op een betrekking waarin het personeelslid nog niet is aangesteld. Eenmaal een personeelslid echter is aangesteld in een betrekking, kan het zelf die aanstelling enkel beëindigen d.m.v. een ontslag: zie punt 9 van de Mededeling "Einde aanstelling en ontslag van gesubsidieerde personeelsleden", M-VVKSO-2008-008. Dit geldt ook indien de aanstelling voor doorlopende duur in een betrekking reeds een voorgaand schooljaar heeft plaatsgevonden. 5.7
TADD’ers die de toegewezen betrekking niet onmiddellijk effectief opnemen
Personeelsleden die recht hebben op TADD maar hun betrekking omwille van ziekte, arbeidsongeval of bevallingsverlof niet effectief kunnen opnemen, behouden hun recht op aanstelling. De arbeidsovereenkomst vermeldt (bij het begin van het schooljaar) de datum van 1 september of de datum waarop de vacature (al dan niet vacante betrekking) is ontstaan, ook al zal het personeels-
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur29 van 35
lid pas op latere datum de betrekking effectief waarnemen. Ditzelfde principe geldt indien het personeelslid met recht op een TADD gebruik maakt van een verlofstelsel zoals loopbaanonderbreking, terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden e.a. In deze gevallen wordt de betrekking voorlopig waargenomen door een vervanger. De aanstelling van de vervanger wordt van rechtswege beëindigd op het moment dat de TADD’er zijn betrekking effectief opneemt. Voorbeeld Een personeelslid voldoet op 30 juni 2015 aan de voorwaarden voor TADD. Het wordt op 1 september voor doorlopende duur aangesteld en gaat onmiddellijk in bevallingsverlof. Op de arbeidsovereenkomst wordt als begindatum 1 september 2015 vermeld. Wanneer de titularis haar dienstactiviteit hervat na het bevallingsverlof of na andere aansluitende dienstonderbrekingen, neemt ze de betrekking effectief op. 5.8
Mogelijke betwistingen
Indien een personeelslid met recht op TADD de aanstelling van een ander personeelslid betwist, geeft het schoolbestuur inzage in de administratieve documenten. Bij deze betwisting kan een personeelslid zich laten bijstaan door een raadsman, d.i. een advocaat, een personeelslid van een school of een vertegenwoordiger van een erkende vakorganisatie.
6
Het dóórlopen van de TADD
Een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur eindigt niet van rechtswege op het einde van het schooljaar, maar loopt in principe door over de schooljaren heen. Ze eindigt enkel in de gevallen die zijn opgesomd in punt 7 van deze Mededeling. De beëindiging van TADD moet steeds schriftelijk worden gemotiveerd en aan het personeelslid worden meegedeeld. Een modelformulier daarvoor vindt u als bijlage 8 bij deze Mededeling. Een wijziging in de samenstelling van een scholengemeenschap stelt geen einde aan de aanstelling voor doorlopende duur die een personeelslid had: zie hiervoor bijlage 3 bij deze Mededeling. 6.1
Verplichte verlenging van TADD in een vacante betrekking
Een schoolbestuur is verplicht een TADD’er die is aangesteld in een vacante betrekking, op 1 september daaropvolgend in dienst te houden indien er binnen de school (per instellingsnummer beschouwd)33 nog een vacante betrekking is binnen de draagwijdte van zijn recht op TADD. De draagwijdte van het recht op TADD is verduidelijkt in punt 4.3 van deze Mededeling en is opgenomen in de arbeidsovereenkomst die tussen het schoolbestuur en het personeelslid werd afgesloten. Eenmaal een personeelslid voor doorlopende duur is aangesteld in een vacante betrekking, behoudt het zijn aanstelling •
in een vacante betrekking in de school waar het op 31 augustus voorafgaand van doorlopende duur was aangesteld
•
en dit binnen de draagwijdte van zijn recht op TADD
•
mits de rechten zijn gerespecteerd van de vastbenoemden en de personeelsleden die ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking, zoals uiteengezet in punt 5.1.
Voorbeelden 1. Leraar A is tijdens het schooljaar 2014-2015 voor doorlopende duur aangesteld in een vacante betrekking AV Geschiedenis in school 1. Deze vacante betrekking loopt door tijdens het school33
De tijdelijke aanstelling van doorlopende duur is steeds verbonden aan een school (instellingsnummer), niet aan een pedagogische entiteit.
30 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
jaar 2015-2016. Het schoolbestuur overweegt om deze leraar vanaf 1 september 2015 voor doorlopende duur aan te stellen in school 2 binnen dezelfde scholengemeenschap. Deze verschuiving kan enkel indien het personeelslid ermee akkoord gaat én op voorwaarde dat de betrekking in school 2 niet moet worden aangeboden aan een deeltijds vastbenoemde TADD’er; zo niet blijft leraar A voor doorlopende duur aangesteld in school 1. 2. Personeelslid B is sinds 1 september 2014 voor doorlopende duur aangesteld in een vacante betrekking AV Frans waarvoor het een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs heeft. Het heeft bovendien een vereist bekwaamheidsbewijs voor AV Nederlands. Op 1 september 2015 is er in de school geen betrekking in AV Frans meer, maar ontstaat er wel een vacante betrekking in AV Nederlands. Het schoolbestuur is verplicht om de TADD-aanstelling te bestendigen binnen de draagwijdte van het recht op TADD van de betrokkene, en zal dus de opdracht van TADD'er B verschuiven naar AV Nederlands. Een TADD’er die reeds voorheen was aangesteld in een betrekking die doorloopt, kan ook op 1 september niet verdrongen worden door een ander personeelslid dat recht heeft op TADD. De TADD loopt over de schooljaren heen en kan niet beëindigd worden voor een andere voorrangsgerechtigde tijdelijke, zelfs niet indien die door zijn deeltijdse benoeming hogere voorrangsrechten geniet. Er is immers geen vacature ontstaan die aan een andere TADD'er zou kunnen worden aangeboden. Voorbeeld Personeelslid C is sinds 1 september 2014 voor doorlopende duur aangesteld in vacante uren AV Latijn. Die vacante uren Latijn zijn er in dezelfde school nog steeds op 1 september 2015. Het personeelslid blijft dan ook aangesteld voor doorlopende duur in deze school. Dit betekent dat het schoolbestuur er niet kan voor opteren om een ander personeelslid aan te stellen dat recht heeft op TADD in de scholengemeenschap maar nog niet effectief voor doorlopende duur is aangesteld in die school. De tijdelijke aanstelling van personeelslid C kan niet beeindigd worden door een andere tijdelijke aan te stellen, zelfs niet indien het gaat om een deeltijds vastbenoemde TADD'er. Indien de vacante betrekking die er voorheen was in de school, niet meer voorhanden is binnen het recht op TADD van de betrokkene, maar er nu een niet-vacante betrekking is, dan gaat het om een andere betrekking, en is er geen sprake van het doorlopen van de aanstelling. Bij het aanbieden van die interimbetrekking moet het schoolbestuur de voorrangsrechten onder de TADD'ers respecteren (zie punt 5.5). Het feit dat een personeelslid een voorgaand schooljaar voor doorlopende duur was aangesteld, verleent hem geen groter voorrangsrecht voor een nieuwe aanstelling. Voorbeeld Personeelslid D was in 2014-2015 voltijds voor doorlopende duur aangesteld in een vacante betrekking van opvoeder in school 1. Op 1 september 2015 valt deze betrekking weg door een vermindering van punten, maar ontstaat er in diezelfde school wel een niet-vacante betrekking van opvoeder. Indien er binnen de scholengemeenschap deeltijds vastbenoemden zijn die recht hebben op TADD in dit ambt, moet deze interimbetrekking eerst aan hen worden aangeboden. Pas wanneer deze betrekking is geweigerd door de deeltijds vastbenoemde TADD'ers, kan ze aan personeelslid D worden aangeboden. 6.2
Verplichte verlenging van TADD in een niet-vacante betrekking
Ook in niet-vacante betrekkingen (d.w.z. ter vervanging van een titularis) kunnen tijdelijke personeelsleden voor doorlopende duur worden aangesteld. Hun arbeidsovereenkomst vermeldt dan de naam van de titularis die vervangen wordt. Op basis van het decreet Rechtspositie moet de arbeidsovereenkomst van de vervanger wel de naam van de titularis vermelden, doch geen einddatum. De TADD in een niet-vacante betrekking eindigt dan ook pas op het ogenblik dat de titularis terugkeert, ook indien de reden van de afwezigheid ondertussen is gewijzigd of indien de titularis pas een of meer schooljaren later terugM-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur31 van 35
keert. Het einde van het schooljaar brengt immers geen einde van rechtswege mee voor de aanstelling van een TADD'er. Indien de betrekking van de titularis echter valt buiten de draagwijdte van het TADD-recht van de vervanger, eindigt diens aanstelling (zie voorbeeld 2). Voorbeelden 1. Personeelslid A is sinds 1 september 2014 voor doorlopende duur aangesteld in 20/20 AV Wiskunde ter vervanging van personeelslid B. Op 1 september 2015 blijft personeelslid B afwezig. Personeelslid A blijft aangesteld voor doorlopende duur. Personeelslid C is deeltijds vastbenoemd en was binnen de scholengemeenschap voor doorlopende duur aangesteld in AV Wiskunde, maar verliest zijn tijdelijke betrekking op 1 september 2015. Toch kan C personeelslid A niet verdringen. Er is immers geen decretale grondslag om de aanstelling van personeelslid A te beëindigen. Er is bijgevolg geen sprake van een vacature, en een TADD'er kan zijn recht op voorrang enkel laten gelden wanneer zich een vacature voordoet in een vacante of niet-vacante betrekking. 2. Personeelslid D is sinds 1 september 2014 voor doorlopende duur aangesteld in AV Frans ter vervanging van titularis X. Op 1 september 2015 keert X terug; de TADD-aanstelling van D eindigt dus op 31 augustus 2015. Personeelslid D kan zijn recht doen gelden op alle vacatures (vacante en niet-vacante betrekkingen) in de scholengemeenschap. Op 1 september 2015 neemt in dezelfde school titularis Y (20/20 AV Frans) een verlofstelsel. Er zijn twee TADD’ers: personeelslid D en een deeltijds vastbenoemd personeelslid E. Personeelslid E heeft voorrang op deze interimbetrekking omdat het op 1 september 2015 om een nieuwe vacature gaat (in casu een niet-vacante betrekking) en E als deeltijds vastbenoemde het hoogste voorrangsrecht heeft voor TADD. 3. TADD’er F (bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Frans en geschiedenis) vervangt in het schooljaar 2014-2015 vastbenoemde leraar G (GLSO Engels, geschiedenis en economie) in loopbaanonderbreking voor 22/22 AV Geschiedenis. G zet zijn loopbaanonderbreking verder vanaf 1 september 2015 maar wordt dan titularis van 22/22 AV Engels. De TADD-aanstelling van F eindigt omdat de betrekking niet meer binnen de draagwijdte van zijn recht op TADD valt. 6.3
Niet-vacante betrekking wordt vacant
Een niet-vacante betrekking kan vacant worden door de uitdiensttreding van de titularis in de loop van het schooljaar, bv. bij pensionering of ontslag. De tijdelijke aanstelling loopt in dat geval gewoon door: het schoolbestuur heeft immers geen grond om diens aanstelling te beëindigen. Het tijdelijke personeelslid blijft m.a.w. aangesteld, maar verschuift van een niet-vacante betrekking naar een vacante betrekking; het personeelslid is dus niet langer interimaris maar wordt titularis. Omdat de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst vermeldde dat het om een vervanging ging, dient het schoolbestuur wel een nieuwe arbeidsovereenkomst op te maken, waarbij het tijdelijke personeelslid ditmaal zelf als titularis wordt vermeld. Indien de vervanger een TADD’er is, loopt zijn aanstelling ook verder als de niet-vacante betrekking op 1 september vacant wordt. Voorbeeld Personeelslid A wordt tijdens het schooljaar 2014-2015 in school 1 aangesteld als vervanger van personeelslid X. Personeelslid X gaat op 1 september 2015 met pensioen. De TADD van personeelslid A loopt verder. Personeelslid B was tijdens het schooljaar 2014-2015 voor doorlopende duur aangesteld in school 2 binnen dezelfde scholengemeenschap en is bovendien deeltijds vastbenoemd. Op 1 september 2015 valt de tijdelijke betrekking van B weg. Personeelslid A kan niet worden verdrongen door personeelslid B. Er ontstaat immers geen vacature.
32 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021
7
Einde van de aanstelling voor doorlopende duur
Zoals uiteengezet in punt 6 eindigt de TADD niet op het einde van het schooljaar, maar loopt de aanstelling in principe over de schooljaren heen. Eenmaal een personeelslid is aangesteld voor doorlopende duur, is het niet meer vatbaar voor een ontslag met de opzegtermijn van dertig kalenderdagen of ontslag om dringende redenen. Tegenover een TADD'er gelden dezelfde ontslagmogelijkheden als tegenover personeelsleden die vastbenoemd zijn in wervingsambten. Hiervoor verwijzen we naar de Mededelingen "Einde aanstelling en ontslag van gesubsidieerde personeelsleden", M-VVKSO-2008-008 en “Tuchtmaatregelen voor personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs”, M-VVKSO-2004-073. De belangrijkste redenen tot beëindiging van de TADD zijn: van rechtswege:
•
o
bij de terugkeer van de titularis van de betrekking;
o
door de vaste benoeming van een ander personeelslid;
o
door toepassing van de reaffectatiereglementering;
o
door de mutatie of nieuwe affectatie van een ander personeelslid;
o
door de vaste benoeming van de TADD'er zelf;
o
doordat de betrekking niet meer subsidieerbaar is, bv. indien er in de school geen uren meer worden georganiseerd binnen de draagwijdte van het recht op TADD van de betrokkene (zie voorbeeld hierna);
o
bij het bereiken van de leeftijdsgrens. Een personeelslid kan niet meer voor doorlopende duur aangesteld (of benoemd) worden of blijven vanaf de 1ste september nadat het de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, tenzij onder de hierna aangeduide voorwaarden.
•
het ontslag uitgaande van het personeelslid zelf;
•
specifieke ontslagredenen die zijn uiteengezet in onze Mededeling "Einde aanstelling en ontslag van gesubsidieerde personeelsleden", M-VVKSO-2008-008. Het kan o.m. gaan om ontslag na twee of drie definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende"; ontslag bij tuchtmaatregel; definitieve ambtsneerlegging.
Sinds 1 september 2012 is het mogelijk34 om de aanstelling voor doorlopende duur (of benoeming) na het bereiken van de leeftijdsgrens telkens voor maximaal één schooljaar te verlengen, doch enkel op voorwaarde dat het betrokken personeelslid én het schoolbestuur hierover een akkoord bereiken, en dat er bovendien op dat ogenblik in de school waaraan het personeelslid geaffecteerd is, geen personeelslid in "hetzelfde ambt" ter beschikking is gesteld of wordt gesteld wegens ontstentenis van betrekking, tenzij dat terbeschikkinggestelde personeelslid kan worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in een vacante betrekking. Het akkoord tussen het schoolbestuur en het personeelslid om de aanstelling (of benoeming) te verlengen kan voor maximaal één schooljaar gelden: de periode kan ook korter zijn, maar kan nooit verder reiken dan het einde van het schooljaar (31 augustus). Aansluitend kan eventueel een nieuw akkoord worden bereikt voor een verdere verlenging van de aanstelling of benoeming, doch onder dezelfde voorwaarden en opnieuw tot maximaal het einde van het schooljaar. Voorbeelden 1. Personeelslid A werd op 1 september 2015 voor doorlopende duur aangesteld in vacante uren AV Chemie. Op 1 oktober 2015 of op 1 juli 2016 kan zijn TADD worden beëindigd door de benoeming van personeelslid B in deze uren.
34
Art. 21 en 62 van het DRP, zoals gewijzigd. Zie ook de Ministeriële omzendbrief PERS/2012/05 http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > overschrijdend) > rechtspositie.
"Langer werken dan 65 jaar". omzendbrieven > personeel (niveau-
M-VVKSO-2008-021 Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur33 van 35
2. Op 1 september 2014 is zowel leraar C als leraar D voltijds (22/22) voor doorlopende duur aangesteld in vacante uren AV Nederlands in de eerste graad. Op 1 september 2015 moet het schoolbestuur deze vacante uren aanbieden aan vastbenoemde leraar X die in een andere school (zelfde gemeente) bedreigd is door terbeschikkingstelling. Indien X de nieuwe affectatie in deze betrekking aanvaardt, wordt hierdoor van rechtswege een eind gesteld aan de aanstelling voor doorlopende duur: ofwel van C, ofwel van D, ofwel verdeeld over beiden. Aangezien beide TADD’ers in eenzelfde betrekking zijn aangesteld, moet de keuze gemaakt worden door het schoolbestuur. De beëindiging van TADD moet steeds schriftelijk worden gemotiveerd en aan het personeelslid worden meegedeeld. Als het gaat om een beëindiging van rechtswege, kunt u hiervoor het model gebruiken dat u vindt als bijlage 8 bij deze Mededeling.
8
Administratief dossier
Elke tijdelijke aanstelling moet schriftelijk worden vastgelegd in een arbeidsovereenkomst (contract) tussen het schoolbestuur en het personeelslid. In bijlagen 5 en 6 bij deze Mededeling bezorgen we u het modelcontract voor een tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur resp. voor doorlopende duur. Daarnaast moet de opdracht van het personeelslid ook worden gemeld aan het werkstation. Hiervoor verwijzen we naar de Ministeriële omzendbrief PERS/2005/09 “Indiensttreding van een tijdelijk personeelslid in het onderwijs: mededeling aan het ministerie van Onderwijs en vorming”.35
Bijlagen •
M-VVKSO-2008-021-B01: TADD - Oefeningen bij de navormingssessie van voorjaar 2007 (pdf)
•
M-VVKSO-2008-021-B02: TADD - Oplossingen van de oefeningen (pdf)
•
M-VVKSO-2008-021-B03: TADD bij wijziging in de samenstelling van de scholengemeenschap (pdf)
•
M-VVKSO-2008-021-B04: De verdeling van de betrekkingen in de scholengemeenschap (cursusmateriaal 2012) (pdf)
•
M-VVKSO-2008-021-B05: Overeenkomst tijdelijke aanstelling van bepaalde duur (gewijzigd) Word
•
M-VVKSO-2008-021-B06: Overeenkomst tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (gewijzigd) Word
•
M-VVKSO-2008-021-B07: Weigering van betrekking die werd aangeboden voor aanstelling van doorlopen de duur (Word)
•
M-VVKSO-2008-021-B08: Beëindiging van aanstelling van doorlopende duur van rechtswege (Word)
•
M-VVKSO-2008-021-B09: Kandidaatstelling voor tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur (Word)
35
http://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex > rubrieken > omzendbrieven > personeel (niveau-overschrijdend) > administratieve documenten.
34 van 35
Tijdelijke aanstelling in wervingsambten: bepaalde duur of doorlopende duur M-VVKSO-2008-021