Dit artikel is eerder verschenen in Al Nisa, Islamitisch maandblad voor vrouwen, juli 2008. © Al Nisa en de auteur.
Thuisgevoelens van Marokkaans-Nederlandse vrouwen en de dubbele loyaliteitenkwestie Marjo Buitelaar
In december 2007 en januari 2008 had ik het genoegen vijftien academisch en HBOgeschoolde vrouwen van Marokkaanse afkomst die acht tot tien jaar eerder hadden meegewerkt aan een levensverhalenproject, opnieuw te interviewen over het verloop van hun leven sindsdien. Het was hartverwarmend elkaar weer te spreken en indrukwekkend om te horen wat de individuele vrouwen de afgelopen jaren zoal hadden meegemaakt. Van ‘pionierende’ migrantendochters die destijds als een van de eerste moslimvrouwen de Nederlandse arbeidsmarkt betraden, hadden zij zich ontwikkeld tot zelfver1 zekerde, gesettelde carrièrevrouwen en in veel gevallen toegewijde moeders. Marokkaanse en Nederlandse thuisgevoelens Een van de onderwerpen waarover ik de vrouwen deze keer in het bijzonder wilde spreken, is de betekenis van het land van herkomst in hun leven. Zowel hun eerdere verhalen als vertellingen over de afgelopen jaren illustreren dat migranten en hun nakomelingen zich verbonden voelen met meerdere plekken tegelijk; de betekenis van „thuis‟ heeft voor hen verschillende dimensies. Zo gaven vrijwel alle vrouwen aan dat in hun beleving de basis van hun identiteit werd gelegd in Marokko, en dat ze zich in Nederland hebben ontwikkeld tot wie ze nu zijn. Beide landen spelen dus een eigen rol in hun identiteit. De manieren waarop de geïnterviewden zich in Nederland en Marokko thuis voelen, verschillen. „Thuis‟ in Marokko is voor de meesten vooral gekoppeld aan de band met hun familie bij wie ze zich thuis voelen, terwijl in Nederland thuisgevoelens vaak beschreven worden in termen van een eigen plek waar de geïnterviewden zich thuis voelen. Vertellingen over Marokko gaan dan ook vaak over verbondenheid met familieleden, terwijl vertellingen over het leven in Nederland vaker betrekking hebben op autonomie. De meeste geïnterviewden zijn zich vanaf de puberteit steeds sterker bewust geworden van verschillen tussen hun eigen leven in Nederland en dat van leeftijdgenoten in het land van herkomst. Juist in de confrontatie met lokale omgangsvormen realiseren ze zich mede te zijn gevormd door Nederlandse vanzelfsprekendheden, waaronder individuele vrijheid en privacy. Anders dan hun ouders willen de meesten hun vakanties in Marokko dan ook niet alleen doorbrengen met familie, maar gaan ze graag naar het strand en vinden ze het leuk om er op uit te trekken en het land te verkennen. Marokko is bij wijze van spreken voor hen een dierbaar „vakantieland van herkomst‟. In hun verhalen is Nederland daarentegen het land waar hun huidige leven en de toekomst zich afspelen, zeker als het gaat om het waarborgen van een thuisplek aan hun eigen kinderen. Samenvattend is het Marokkaanse thuisgevoel vooral verbonden met nestgeur, het Nederlandse met het huidige leven dat de vrouwen leiden. Nu krijgen de vrouwen zowel in Nederland als in Marokko signalen waaruit ze afleiden dat ze in de ogen van anderen anders zijn en er niet helemaal bijhoren. Hoewel ook de verhalen uit de eerste interviewronde eind jaren negentig anekdotes bevatten over incidenten en discussies die geïnterviewden ervoeren als buitensluitend, is het klimaat in Nederland sindsdien aanzienlijk verhard.
1
Een eigen huis in Marokko: voor de zomervakantie of voor het geval dat? Op de vraag wat er in de beleving van de geïnterviewden in Nederland is veranderd sinds de vorige interviewronde, bestonden veel eerste reacties uit one-liners als: “De ratten zijn uit de kelders gekropen”, “Wij moslims zijn vogelvrij verklaard”, “verWildersing”. Verschillende vrouwen die ik eind 2007 sprak, vertelden dat er onder nakomelingen van Marokkaanse migranten de laatste jaren een groeiende vraag is naar huizen in Marokko. De prijzen zouden hierdoor flink zijn gestegen, zodat je tegenwoordig al blij mag zijn als je je een bescheiden appartement kunt veroorloven. De tendens om te investeren in huisvesting in het land van herkomst heeft volgens de geïnterviewden niet alleen te maken met de aantrekkingskracht van Marokko als vakantieland, maar ook met de ontwikkelingen in Nederland de afgelopen jaren, waar moslims in de woorden van een vrouw de „pispaal‟ zijn geworden waar je alles op kunt afschuiven wat niet goed gaat in het land. De meesten vinden het moeilijk in te schatten of wat ze ervaren als een „antimoslimklimaat‟ zal overwaaien, of dat het nog erger zal worden. Meerdere geïnterviewden zeiden dat, hoewel ze het zich eigenlijk niet kunnen voorstellen, ze in hun achterhoofd toch rekening houden met de mogelijkheid dat moslims op een gegeven moment tot ongewenste ingezetenen worden verklaard. Samira bijvoorbeeld, gaat er niet van uit dat ze de vakantiewoning in Marokko waarvoor ze spaart, ooit nodig zal hebben om Nederland te ontvluchten. Toch vindt ze het een geruststellende gedachte iets achter de hand te hebben in Marokko. “Voor het geval dat”, voegde ze er met een verontschuldigend lachje aan toe, alsof ze zich tegenover mij een beetje schaamde voor deze gedachte. Hennia liet zich in soortgelijke bewoordingen uit. Vlak na de moord op Pim Fortuyn had ze er rekening mee gehouden dat de haat tegen moslims in Nederland zou escaleren en ertoe zou kunnen leiden dat Marokkanen op den duur hun Nederlandse paspoorten zouden worden afgepakt. Zij en haar echtgenoot maakten er meteen werk van om in Marokko een eigen huis te gaan bouwen: “Ik dacht destijds: we moeten er als de sodemieter werk van maken om te zorgen dat je niet dakloos raakt. Thuisloos worden kun je niet voorkomen, maar dakloos worden wel. Dus vond ik dat we moesten zorgen dat we daar wel iets hebben. Toen hebben we grond gekocht met de bedoeling er iets op te bouwen. Dat was echt een noodgreep. We hebben geld gestuurd naar Marokko en de vader van mijn man heeft daar toen een lap grond voor ons gekocht.” Enige tijd later hebben Hennia en haar echtgenoot de grond weer verkocht, want ze wilden toch liever iets aan zee dan in het Rifgebergte. Inmiddels hebben ze niet langer het idee dat het in Nederland acuut uit de hand zou kunnen lopen en zoeken liever door tot ze in Marokko een plek hebben gevonden die hun goed bevalt. Maar de gedachte dat je naar Marokko moet kunnen vluchten mocht de nood aan de man komen, heeft Hennia nog niet losgelaten. Haar eigen vader heeft als jongeman meegemaakt dat hij zijn biezen moest pakken toen in de jaren zestig een conflict tussen Marokko en Algerije zo op de spits gedreven werd, dat alle Marokkanen in Algerije hals over kop het land moesten verlaten. Zijn verhalen daarover hebben veel indruk op Hennia gemaakt: “En daarom zeg ik: thuisloos worden kun je niet voorkomen, maar dakloos worden wel.” De ‘dubbele loyaliteiten’ discussie Het is veelzeggend dat vooral de kwestie die in 2007 speelde rond de zogenaamde „dubbele loyaliteiten‟ van Nederlanders met een Marokkaans of Turks paspoort hard is aangekomen bij de geïnterviewden. In maart 2007 werd die discussie door Geert Wilders aangezwengeld naar aanleiding van de dubbele paspoorten van de zojuist geïnstalleerde kamerleden Albayrak en Aboetaleb. Door deze discussie nam de vrees bij verschillende geïnterviewden weer even toe ooit tot ongewenste ingezetene te kunnen worden verklaard.
2
Nasira wees daarnaast op het optreden van minister Verdonk, die in 2006 dreigde Ayaan Hirsi Ali het Nederlands staatburgerschap te ontnemen, als voorbeeld dat het zo maar kan gebeuren. Dat de politica van Somalische afkomst probeerde vrouwenmishandeling aan de kaak te stellen, had Nasira destijds goedgekeurd, maar ze was afgehaakt toen Hirsi Ali „verkeerde vrienden‟ kreeg en ongenuanceerde uitspraken over de islam lanceerde. Dat neemt niet weg dat ze het schandalig vindt dat minister Verdonk Hirsi Ali‟s Nederlandse paspoort wilde afnemen toen het de bewindsvrouw uitkwam, hoewel allang bekend was dat Hirsi Ali niet de hele waarheid had gesproken in haar vluchtverhaal. Nasira vindt het ook een schande dat Hirsi Ali als Nederlands staatsburger geen bescherming krijgt in de Verenigde Staten en concludeert daar het volgende uit: “Uiteindelijk is ze dus toch niet een van hen, maar blijft ze er een van ons. Ik vind het schandalig dat ze niet beschermd wordt en dat ze op deze wijze door de Nederlandse staat aan de kant geschoven wordt, terwijl ze parlementariër is geweest, terwijl ze gevoed is door de Nederlandse politiek. Als Hirsi Ali al niet erbij hoort, wie ben ik dan?” De meeste onderzochten ervoeren de vraagtekens die bij de dubbele paspoortenkwestie gezet werden bij de loyaliteiten van Nederlanders met twee paspoorten als een klap in het gezicht. Nasira heeft zich bijvoorbeeld erg boos gemaakt: “Ik ben heel boos om die dingen. Zoals ik zei: die twee paspoorten zijn met mijn identiteit verweven. Het is niet zo dat ik mij persoonlijk beledigd voel als iemand de islam aanvalt. Maar dat dubbele paspoort; ik kan toch nauwelijks zeggen dat die discussie niet over mij gaat? Het gáát over mij! Ik heb dat dubbele paspoort. En zij hebben het over loyaliteit? Ik heb potverdorie mijn hele werkzame leven geïnvesteerd in de Nederlandse samenleving en nu wordt dat in twijfel getrokken. Ze vragen zich af of ik wel zuiver ben. Mijn integriteit wordt in twijfel getrokken. Terwijl ik hier geworteld ben, me hier jarenlang Nederlander heb gevoeld.” Nasira heeft geen idee wat ze zou doen als haar het Nederlanderschap ontnomen zou worden, laat staan als ze het land zou moeten verlaten: “Ik zou niet weten waar ik anders naar toe moet. Marokko is hartstikke leuk, maar ik voel me daar niet thuis, ik kan daar niet aarden en ik word er niet gelukkig. Ik hoor hier thuis. Als ik niet meer in Nederland welkom ben, dan zal ik in een ander westers land asiel moeten vragen, ha ha! Nasira peinst er niet over om haar Nederlandse paspoort in te leveren, mocht ze afstand moeten doen van een van beide paspoorten. Een paar andere vrouwen vond het dermate krenkend dat er vanwege hun Marokkaanse paspoort vraagtekens werden geplaatst bij hun integriteit als Nederlands staatsburger, dat ze verklaarden uit protest het Nederlandse paspoort in te leveren als ze voor de keuze gesteld werden. Desgevraagd legde Hennia bijvoorbeeld uit waarom ze „haar rooie paspoort‟, oftewel het Nederlandse, zou inleveren: “Omdat ik daar bewust voor gekozen heb. Maar als ik nog een keer bewust moet kiezen, dan liggen de kaarten anders. Een land dat mij nogmaals laat kiezen nadat ik al een keus heb gemaakt en mij daar niet serieus in neemt, dat land is het niet waard om nog een keer voor te kiezen. Ik kies voor Nederland, vanwege het staatssysteem hier. In de praktijk klopt het niet altijd, maar de inzet is er. Maar als je op zulke basale elementen mensen de maat gaat nemen, dan ben je niet goed bezig.” Samira kan zich een reactie als die van Hennia wel voorstellen, want ook zij vond dat er iets dreigends uitging van de discussie over dubbele paspoorten: “Die discussie met die dubbele paspoorten of dubbele loyaliteiten had iets bedreigends. Zo van: je moet met me zijn of tegen me zijn. Het was alsof mensen zich niet kunnen voorstellen dat je je beide zou kunnen voelen, of beide niet zou kunnen voelen. Dat vind ik jammer. Ik maak me er ook zorgen om. Dan denk ik: potverdorie, ik heb drie meiden en die moeten straks hier hun weg gaan, hun plek gaan vinden. Ik denk dat het voor hen moeilijker zal worden dan dat het voor mij geweest is.” Mocht Samira gedwongen worden te kiezen tussen haar twee paspoorten, dan zou ze evenwel voor haar Nederlandse paspoort kiezen: ze is hier opgegroeid, werkt hier en haar kinderen hebben hier hun toekomst. Net als sommige andere vrouwen noemt ze voor haar keuze ook een pragmatische reden: met een Nederlands paspoort kun je gemakkelijker reizen. Samira
3
wijst erop dat je helemaal niet zelf kunt kiezen, want de Marokkaanse staat accepteert het niet dat mensen hun paspoort teruggeven. Tot in de derde generatie zitten nakomelingen van migranten nu al aan dat Marokkaanse paspoort vast. Over de dubbele loyaliteiten van de meeste Marokkanen hoeft Geert Wilders zich volgens Samira overigens geen zorgen te maken. Ze vertelde dat ze in de zomer van 2007 op uitnodiging van het Marokkaanse koninghuis een congres in Marokko heeft bijgewoond dat ging over de band van Marokkanen in Europa met het land van herkomst: “Waar het uiteindelijk op neerkwam is dat ze eens wilden praten over hoe Marokko ervoor kan zorgen de band met haar burgers in het buitenland te versterken. Waar hebben de Marokkanen bijvoorbeeld behoefte aan? Een van de dingen die gaan gebeuren is dat wij mee mogen stemmen met de verkiezingen in Marokko. Maar er waren ook mensen die zeiden: ik wil geen stemrecht! Dat had ik zelf ook. Wat ik wel wil heeft met zoiets als erfenissen te maken. Als mijn vader overlijdt, dan ben ik huizenbezitter in Marokko. Dan wil ik op een goede en makkelijke manier mijn zaakjes regelen en niet vier jaar lang in de zomervakantie achter elke ambtenaar aanhollen. Dat soort dingen willen wij. We willen helemaal geen stemrecht. Maar ik merkte dat de hele teneur was van: hoe kan Marokko de band met haar burgers versterken? Daar ging het hun eigenlijk om: de Marokkaan blijft een Marokkaan.” Samira vergelijkt de zorg over dubbele loyaliteiten in Nederland met die van de Marokkaanse overheid en wordt daar niet vrolijk van: “Die hele discussie, of het nou een Nederlands tintje heeft of een Marokkaans tintje, het blijft een kampendiscussie. Je hoort bij „ons‟ en niet bij die „anderen‟. Maar dat is niet de realiteit. En als je wel zo wilt denken dan krijg je waar we nu een beetje in zitten. Het westen versus het oosten, of de moslims versus de niet-moslims. Dat is in ieder geval niet de wereld waarin ik wil leven en ook niet iets waar ik mijn kinderen mee groot wil brengen.” Tot slot: geen dubbele maar verweven loyaliteiten Dat juist de discussie over dubbele nationaliteiten bij de vrouwen er zo heeft ingehakt, komt waarschijnlijk ook doordat deze „pioniers‟ enorm veel geïnvesteerd hebben om te integreren. De meesten hebben thuis strijd moeten leveren om te mogen participeren in de Nederlandse samenleving en in die samenleving hebben ze slechts met veel vallen en opstaan hun weg gevonden. Nederlands staatsburgerschap is voor hen dus een hard bevochten verworvenheid. Dat er vraagtekens geplaatst worden bij de loyaliteiten van Nederlanders met twee paspoorten, raakt de onderzochten niet alleen omdat het hun inzet voor de Nederlandse samenleving miskent, maar ook omdat ze zoals Nasira het uitdrukte „niet zou weten waar ze naar toe zou moeten‟. Uit de vertellingen over de manier waarop de onderzochten zich in Marokko en Nederland thuis voelen, blijkt dat hun loyaliteiten jegens beide landen niet complementair zijn maar verweven. Het begrip „dubbele loyaliteiten‟ roept dan ook verkeerde associaties op. „Dubbel‟ suggereert „dubbelop‟, hetgeen in het dagelijks taalgebruik meestal „te veel van het goede‟ betekent. Het is echter niet zo dat de Nederlandse loyaliteit bovenop de Marokkaanse loyaliteit van de onderzochten is gekomen. Evenmin kunnen de twee van elkaar gescheiden worden. In plaats van verdubbeling is er sprake van vergroeiing: de loyaliteiten van de vrouwen zijn te vergelijken met een Siamese tweeling met één hart; als je die van elkaar probeert te scheiden, is het risico groot dat beide patiënten overlijden. Een vrouw vatte de kwestie van de verwevenheid van verschillende loyaliteiten pakkend samen door Marokko de grond onder haar voeten en Nederland het dak boven haar hoofd te noemen. Zonder een dak boven je hoofd houd je het iets langer uit dan zonder grond onder je voeten, maar uiteindelijk kun je zonder geen van tweeën.
4
1
Dit artikel is een bewerking van een fragment uit een boek over de erfenissen van de migratie in levensverhalen van Nederlands-Marokkaanse vrouwen. Het boek zal in het najaar van 2008 verschijnen bij uitgeverij Bulaaq.
[email protected].
5