Kennisportfolio P1 Management inleiding I Model: DESTEP Auteur:Vakgebied: management Beschrijving: de DESTEP factoren beschrijven de omgeving van een organisatie Te gebruiken voor: een analyse van je omgevingsfactoren Theorie: SMART Auteur: Vakgebied: management Beschrijving: een manier om doelen te beschrijven Te gebruiken voor: je doelen makkelijk meetbaar te maken Theorie: kwaliteitscyclus (PDCA) Auteur: Deming Vakgebied: management Beschrijving: een rijtje stappen om je kwaliteit te verbeteren Te gebruiken voor: het behouden of verbeteren van kwaliteit van processen Theorie: klassieke organisatiekunde Auteur: Taylor en Fayol Vakgebied: management Beschrijving: economisch denken binnen een bedrijf Relevantie: eerste richtlijnen van management binnen een bedrijf Theorie: gedragskundige benadering Auteur: Mayo Vakgebied: management Beschrijving: meer kijken naar de medewerkers in het bedrijf, meer aandacht geven Relevantie: een andere kijk op het managen van een bedrijf Theorie: ‘linking-pin’ principe Auteur: Likert Vakgebied: management Beschrijving: managers zijn schakels tussen top management en medewerkers Relevantie: samenvoeging gedragskundig en klassieke stroming Theorie: x en y theorie Auteur: McGregor Vakgebied: Management Beschrijving: er zijn verschillende soorten mensen dus verschillende management stijlen Relevantie: ieder mens is verschillend dus moet verschillend behandeld worden
Theorie: managerial grid Auteur: Blake en Mouton Vakgebied: management Beschrijving: een ruitjes tabel waarin 81 mogelijke management stijlen gezet kunnen worden Relevantie: kijken naar de manier waarop jou manager mensen aanstuurt Theorie: leiderschapstijlen op een zevenpuntsschaal Auteur: Kunst e.a Vakgebied: management Beschrijving: de mate van inspraak verdeeld op zeven punten van veel naar weinig inspraak Relevantie: kijken naar de mate waarop je inspraak krijgt in een bedrijf Model: ui- model Auteur: Sanders en Neuijen Vakgebied: Management Beschrijving: de verschillende lagen van een bedrijf uitgebeeld in een ui vorm Relevantie: het ontdekken van gewoontes, normen en waarden en helden in een bedrijf Model: de waardeketen van Porter Auteur: porter Vakgebied: management Beschrijving: het meten van interne prestaties aan de hand van een waardeketen Te gebruiken voor: het zo goed mogelijk laten verlopen van interne processen
Communicatie Model: communicatie proces Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: het communicatie proces van verzenden tot ontvangen van een boodschap Te gebruiken voor: het beschrijven van een communicatie proces
Theorie: one step flow theorie Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: massamedia waren machtig, mensen geloofde alles wat zij zeiden Relevantie: de invloed van de eerste massa media beschrijven Theorie: two step flow theorie Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: mensen namen sneller iets aan van een opinie leider dan van de media zelf Relevantie: mensen worden al minder snel beïnvloedbaar
Theorie: agendasetting theorie Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: de media bepaald waar mensen over praten Relevantie: mensen praten snel over iets wat ze horen in de media Theorie: the medium is the message Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: mensen praten over een nieuw opkomend medium Relevantie: opkomende media hebben veel invloed op mensen Theorie: uses- and- gratifications theorie Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: mensen gebruiken de media om in eigen behoefte te voorzien Relevantie: de media wordt actief gebruikt door mensen Theorie: selectieve perceptie Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: mensen nemen waar wat ze waar willen nemen Relevantie: mensen nemen niet meer zomaar alles op wat ze horen Theorie: corporate communicatie Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: het beleidsinstrument dat verantwoordelijk is voor communicatie processen Relevantie: communicatie neemt een vaste plaats in een bedrijf Theorie: concerncommunicatie Auteur:Vakgebied: communicatie Beschrijving: het bevorderen van een gunstig klimaat voor de organisatie Relevantie: mensen moeten een imago in hun hoofd hebben dat gelijk is met de identiteit Theorie: interne communicatie Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: zorgen dat mensen weten wat ze moeten doen en wat er intern speelt Relevantie: medewerkers betrokken laten voelen bij het bedrijf Theorie: marketingcommunicatie Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: het bevorderen van de verkoop van producten Relevantie: levert een bijdrage bij het behalen van marketing doelstellingen
Theorie: communicatie plan Auteur: Vakgebied: communicatie Beschrijving: een plan maken om communicatie problemen op te lossen Relevantie: het zien van verbanden tussen bepaalde stappen van het plan
Bedrijfseconomie Theorie: Balans Auteur: Vakgebied: bedrijfseconomie Beschrijving: een overzicht van bezittingen en schulden op een bepaald moment Relevantie: een duidelijk overzicht van wat een bedrijf heeft Theorie: winst en verlies rekening Auteur: Vakgebied: bedrijfseconomie Beschrijving: een overzicht van opbrengsten en kosten in een periode Relevantie: zien of een bedrijf winst of verlies maakt Theorie: liquiditeitsoverzicht Auteur: Vakgebied: bedrijfseconomie Beschrijving: een overzicht van ontvangsten en uitgaven in een periode Relevantie: zien of een bedrijf een positief of negatief bank saldo heeft
Theorie: kolommenbalans Auteur: Vakgebied: bedrijfseconomie Beschrijving: hulpmiddel bij het samenvoegen van een grootboekrekening tot balans Relevantie: een hulpmiddel Theorie: journaalposten Auteur: Vakgebied: bedrijfseconomie Beschrijving: bij veel transacties in plaats van deel balans Relevantie: bij veel transacties makkelijker dan deel balans Recht Theorie: stappenplan oplossen casus Auteur:Vakgebied: recht Beschrijving: een stappenplan waarmee recht vragen makkelijk opgelost kunnen worden Relevantie: een makkelijk hulpmiddel
Algemene economie Model: SWOT analyse Auteur: Vakgebied: algemene economie Beschrijving: een model waarmee je de sterke en zwakke, kansen en bedreigingen voor je bedrijf kunt onderzoeken en opschrijven Te gebruiken voor: een overzicht te maken van sterkte en zwakte, kansen en bedreigingen voor je bedrijf Theorie: kapitalisme Auteur: Vakgebied: algemene economie Beschrijving: de overheid regelt vrijwel niets in de economie in het land Relevantie: te zien wat de overheid doet aan de economie in het land Theorie: centraal geleide planeconomie Auteur: Vakgebied: algemene economie Beschrijving: de overheid regelt vrijwel alles in de economie van het land Relevantie: te zien wat de overheid doet voor de economie in het land Theorie: de elasticiteit Auteur: Vakgebied: algemene economie Beschrijving: laat zien in welke mate de een procentueel verandert als de ander verandert Te gebruiken voor: het zien of de vraag elastisch of inelastisch is en of je te maken hebt met een substitutie of complementair goed
P2 Management inleiding II Theorie: waardediscipline Auteur: Treacy en Wiersema Vakgebied: management Beschrijving: een bedrijf kiest een waarde discipline en houdt zich hier consequent aan Relevantie: een bedrijf moet zich consequent houden aan de waarde discipline, het is de basis voor de strategie van een bedrijf Model: interne diffrentiatie en interne specialisatie Auteur: Vakgebied: management Beschrijving: de manier waarop de organisatie ingedeeld is Relevantie: aan te zien hoe een bedrijf werkt, en hoe de structuur is Model: de matrix/project structuur Auteur: Vakgebied: management Beschrijving: speciale manieren om je bedrijf te organiseren Relevantie: het zien hoe bedrijven zijn georganiseerd die op andere manieren werken
Model: een flowchart Auteur: Vakgebied: management Beschrijving: een schematische weergave van een proces Relevantie: makkelijk te zien hoe processen werken in een bedrijf Model: PDCA cyclus Auteur: Vakgebied: management Beschrijving: het controleren en waarborgen van de kwaliteit binnen het bedrijf Relevantie: de kwaliteit binnen een bedrijf behouden Theorie: situationeel leiding geven Auteur: Vakgebied: management Beschrijving: combinatie tussen taak en relatie gericht leiding geven Relevantie: zien hoe jou leider leiding geeft Theorie: transformerend/ transactioneel leiderschap Auteur: Vakgebied: management Beschrijving: manieren van leiding geven in verschillende situaties Relevantie: zien hoe iemand leiding geeft Model: 4 typen cultuur Auteur: Harrison en Handy Vakgebied: management Beschrijving: 4 verschillende types van cultuur in een bedrijf Relevantie: zien hoe de cultuur is in een bedrijf, waar de macht ligt en hoe er wordt samen gewerkt Model: 6 dimensies Auteur: Hofstede Vakgebied: management Beschrijving: een andere kijk op een bedrijf Relevantie: zien welke keuzes bedrijven maken Marketing Theorie: 4 P’s Auteur: Vakgebied: marketing Beschrijving: de 4 P’s helpen je bij het bereiken van marketing doelen Te gebruiken voor: je kunt marketing relaties opbouwen en behouden Model: confrontatie matrix Auteur: Vakgebied: marketing Beschrijving: op basis van de SWOT analyse kiezen wat de beste strategische keuze is Te gebruiken voor: het eventueel veranderen van je strategische keuzes
Model: 5 krachten model van Porter Auteur: Vakgebied: marketing Beschrijving: op basis van 5 krachten je MESO omgeving analyseren Te gebruiken voor: een analyse van je MESO omgeving Model: generieke concurrentie strategieën Auteur: Porter Vakgebied: marketing Beschrijving: een manier vinden om je te onderscheiden van je concurrenten Te gebruiken voor: een eventuele aanpassing van je strategie tegenover je concurrentie Model: Ansoff matrix Auteur: Ansoff Vakgebied: marketing Beschrijving: vanuit je bedrijf kijken op welke markt je met je product zit en met nieuwe producten op moet belanden Te gebruiken voor: om te zien wat je het beste kunt doen met nieuwe producten en nieuwe markten aan doen met bestaande producten Model: portofolio analyse Auteur: Vakgebied: marketing Beschrijving: evalueren van alle producten en activiteiten binnen een bedrijf Te gebruiken voor: het beoordelen van je producten aan de hand van een BCG matrix of MABA analyse Theorie: product niveaus Auteur: Vakgebied: marketing Beschrijving: de producten die een bedrijf aanbied en uitsorteren op verschillende niveaus Te gebruiken voor: ontdekken wat het centrale product is in een bedrijf Theorie: productlevenscyclus Auteur: Vakgebied: marketing Beschrijving: te zien in welke ‘fase van leven’ je product zit Te gebruiken voor: eventueel vernieuwen van je product Model: merkstrategie Auteur: Vakgebied: marketing Beschrijving: nieuwe/ bestaande producten uitbrengen onder een nieuw/ bestaand merk Te gebruiken voor: het op de markt brengen van nieuwe producten
Theorie: promotie mix strategieën Auteur: Vakgebied: marketing Beschrijving: push/ pull strategie
Te gebruiken voor: moet je vraag voor je product creëren bij de detaillist of de consument Recht Theorie: Eenmanszaak, VOF, een maatschap, commanditaire vennootschap Auteur:Vakgebied: recht Beschrijving: de verschillende vormen van organisatie Te gebruiken voor: als je weet welke vorm een organisatie heeft kom je makkelijk bij de juridische regelgeving Theorie: rechtsfeiten Auteur:Vakgebied: recht Beschrijving: er zijn verschillende soorten rechtsfeiten, juridische handelingen Te gebruiken voor: het oplossen van juridische problemen HRM Model: Fombrun model Auteur: Vakgebied: HRM Beschrijving: instroom doorstroom en uitstroom instrumenten Te gebruiken voor: het goed begeleiden van je personeel Bedrijfseconomie Theorie: winstverdeling Auteur: Vakgebied: bedrijfseconomie Beschrijving: de winstverdeling binnen een organisatie met aandelen Te gebruiken voor: een duidelijk overzicht van hoe de winst wordt verdeeld Theorie: Liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit Auteur: Vakgebied: bedrijfseconomie Beschrijving: bedrijven met elkaar vergelijken op basis van vermogen Te gebruiken voor: het vergelijken van bedrijven uit verschillende branches en grote, ontdekken of een bedrijf verbeterd of juist verslechterd
P3 Algemene economie (macro) De economische kringloop Dr. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam Economie Binnen de economie is er een economische kringloop. De aspecten hierin zijn gezinnen, overheid, bedrijven en het buitenland. Van en naar deze aspecten vloeien geldstromen. Gebruiken om te kijken hoe geldstromen lopen. Behoeftehiërarchie van Maslow Maslow Menselijke behoefte De behoeftehiërarchie laat stapje voor stapje zien waar mensen behoefte aan hebben. Het is een vaste volgorde en eenmaal bereikt is er geen prikkel meer. Je kunt wel terugvallen op de ladder. Te gebruiken om de motivatie van mensen vast te stellen om te gaan werken. Collectieve sector Dr. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam Collectieve sector De collectieve sector bestaat uit de overheid en de sociale fondsen. De overheid bestaat uit de rijksoverheid, provincies en gemeenten. De collectieve sector heeft een aantal taken, namelijk allocatie bestaande uit collectief, quasi-collectief, merit en demerit. Een andere taak is herverdeling en de laatste taak is regulering. Te gebruiken bij het controleren of de collectieve sector de juiste taken uitvoert. Economische groei Dr. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam Groei De economie kan op twee manieren groeien, aan de structuurzijde en de conjunctuurzijde. Bij de structuurzijde spelen de aanbodzijde en de productiecapaciteit een grote rol, bij de conjunctuurzijde spelen de vraagzijde en bestedingen een grote rol. De structuurzijde bestaat uit arbeid, kapitaal, ondernemingsschap en natuur, de conjunctuurzijde bestaat uit gezinnen, bedrijven, overheid en het buitenland. Te gebruiken bij economische groei in een land.
Bedrijfseconomie Kostensoorten A. Heezen Kosten Kosten kunnen onderverdeeld worden in variabel en constant, direct en indirect, verdeling naar functies, doelmatigheid en kostensoorten. Kostensoorten bestaan uit kosten van grond- en hulpstoffen, arbeid, duurzame productiemiddelen, grond, diensten van derden, kostprijsverhogende belastingen en vermogen. Te gebruiken bij het onderverdelen van kosten binnen een bedrijf. Rationele en irrationele overcapaciteit A. Heezen Capaciteiten Bij de productie kan er wel eens overcapaciteit zijn. deze capaciteit is onder te verdelen in rationele capaciteit, ondeelbaarheid DPM, reservecapaciteit en seizoensinvloeden. Daar buiten valt de irrationele overcapaciteit. Rationele capaciteit is de rationele overcapaciteit met de normale bezetting. Te gebruiken bij het onderverdelen van capaciteit in deelcapaciteiten. Er kan dan gezien worden waar het meeste overcapaciteit is en wellicht kan daar iets aan gedaan worden. A.C. Methode A. Heezen Bedrijfsresultaten Bedrijfsresultaten kunnen uitgerekend worden met begrote en werkelijke cijfers. Deze twee kunnen weer uitgerekend worden op een klassieke of geanalyseerde manier. Bij zowel de klassieke als de geanalyseerde manier moet hetzelfde bedrag uitkomen. Te gebruiken voor het uitrekenen van het resultaat van een bedrijf.
Belastingrecht Dienstbetrekking Art. 7:610 BW, art. 3 en 4 wet LB, hfdst. 2 Uitv.Besl.LB Belastingrecht Als er sprake is van een dienstbetrekking moet er loonbelasting worden betaald. Er kan sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking en een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Gebruiken om te kijken of iemand LB moet betalen. Loonbelasting Wet LB Belastingrecht LB is de voorheffing op de inkomstenbelasting. Belangrijkste belastingplichtige is de werknemer, werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingspichtige in privaatrechtelijke of publiekrechterlijke dienstbetrekking staat. LB wordt betaald over gezamenlijke bedrag aan loon waar onder vallen loon in geld, loon in nature en fictief loon. Kijken of iemand en zo ja hoeveel iemand aan loonbelasting moet betalen. Inkomstenbelasting Wet IB Belastingrecht IB kent een aantal boxen. Je kunt vallen onder box 1 werk en winst uit onderneming, box 2 aanmerkelijk belang en box 3 inkomen uit sparen en belegen. Bij de berekening van de belasting mogen verschillende aspecten in aftrek worden genomen. Er zijn vrijstellingen en andere voordelen bij de berekening van de belasting. Deze zijn allemaal terug te vinden in de wet IB. Uitrekenen hoeveel iemand terug krijgt of moet betalen aan IB. Vennootschapsbelasting Wet VPB Belastingrecht De BV/NV vallen onder een andere wet als het gaat om belasting betalen bij winst. De VPB heeft een progressief schijventarief. De eerste 200000 moet 20% over worden betaalt, bij meer dan 200000 moet er 25% over worden betaald. Het uitgekeerde dividend valt bij aandeelhouder in box 2 of 3 van IB. Uitrekenen hoeveel een BV/NV moet betalen aan belasting.
HRM Arbeidsmarktcommunicatieplan Irene Schoenmaker en Fons Koopmans Arbeidsmarktcommunicatie Arbeidmarktcommunicatie is van groot belang voor een bedrijf. De doelstelling kunnen zijn directe werving, employer branding of relatiemanagement. Om de communicatie goed te laten verlopen is er een plan dat nagestreefd kan worden. De onderwerpen uit het plan zijn: probleemstelling, doelstelling, doelgroep, boodschap, strategie, werving- en selectiemiddelen, organisatie en planning, budget en evaluatie. Te gebruiken voor het laten slagen van een arbeidsmarktcampagne. Werven/Selecteren op competenties Irene Schoenmakers en Fons Koopmans Werving en selectie Het is van belang voor een bedrijf om te werven en te selecteren op compententies. Competenties zeggen iets over de vaardigheden, houding en kennis van een persoon die een bedrijf zoekt. Er kan geworven en geselecteerd worden op competenties door middel van een schema. Dit schema begint bij het organisatieniveau waar visie, missie en kernwaarden worden vastgesteld. Dit vertaald zich naar groepsniveau, afdelingen, teams, doelen en plannen en dit vertaald zich weer in een individueel niveau, nieuwe medewerkers en de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en competenties. Gebruiken met het werven en selecteren van personeel op basis van competenties. Werving Irene Schoenmakers en Fons Koopmans Werving Als een bedrijf een vacature open heeft staan zullen zij kandidaten gaan werven. Hiervoor kunnen zij een aantal middelen inzetten namelijk internet, dag-weekvakbladen, face to face, netwerk, radio en tv en intermediairs. Per kanaal zijn er verschillende middelen die ingezet kunnen worden zoals onder andere nieuwe media, congressen en UWV. Werving loopt altijd volgens een procedure. Eerste beslissen tot interne of externe vacaturestelling daarna analyseren van benodigde competenties, keuze van wervingsmethode en tot slot samenstellen van de boodschap en/of informatie. Te gebruiken bij het werven van nieuw personeel. Selectie Irene Schoenmakers en Fons Koopmans Selectie Als er eenmaal kandidaten geworven zijn moeten de beste geselecteerd worden. Hiervoor kunnen een aantal selectiemiddelen worden ingezet zoals sollicitatiebrieven/ CV’s, sollicitatieformulieren, referenties, sollicitatie-interview, tests/assessments. Ook de selectie van personeel loopt via een procedure. Er wordt eerst een grove selectie gemaakt uit de brieven en CV’s, daarna wordt aan ongeschikte kandidaten duidelijk gemaakt dat ze niet in aanmerking komen voor de baan, vervolgens wordt een groep van ong. 10 mensen uitgenodigd, daarna ong. 3 mensen voor een vervolggesprek of tests, als het dan nog niet helemaal
duidelijk is komt er een selectie waarbij de arbeidsvoorwaarden worden besproken en eventueel nog een gesprek wordt aangegaan, daarna wordt de aanname bevestigt en worden de arbeidsvoorwaarden opgesteld en de medewerkers geïnformeerd. Tot slot vindt er een introductie plaats die belangrijk is om een medewerker succesvol te laten worden. Te gebruiken bij het selecteren van de juiste kandidaten.
PDCA-cyclus Deming Beheersen/ verbeteren van systemen De doelen van de cyclus zijn continue procesverbetering n kwalitatieve verbetering van productieprocessen. De demingcirkel werkt als volgt, plan is het vaststellen van een plan, do is het vaststellen van een voortgang van uitvoering, check is het vergelijken van gemeten prestaties met normen en standaards van het plan, act is het bijsturen indien afwijkingen te groot zijn. Te gebruiken voor het verbeteren van de kwaliteit van processen.
Management (groeistrategieën) Groeimodel Keuning Keuning Bedrijfsgroei Het groeimodel van keuning bestaat uit 7 groeistadia, 4 groeifase en 6 kenmerken per fase. Per stadium doet zich een probleem voor, per fase verschilt de structuur van een bedrijf. Te gebruiken voor de groei van een bedrijf. Groeimodel Scott Scott Bedrijfsgroei Het groeimodel van Scott ziet er vrijwel hetzelfde uit als het model van Keuning. Scott kent alleen geen stadia. Daarnaast heeft Scott fase 3 en 4 van Keuning samengevoegd in een fase genaamd de multidivisionele organisatie. Te gebruiken voor groei in een bedrijf. Groeimodel Greiner Greiner Bedrijfsgroei en managementstijl Greiner heeft 5 + 2 fasen (deze worden door Keuning stadia genoemd). Elke fase vereist een eigen managementstijl. De fasen worden afgewisseld door een crisis en na de crisis volgt er een trendbreuk. Het overwinnen van een interne crisis is vaak dominant bij ontwikkelingen en elke overgang betekent veranderingen. Te gebruiken voor de groei in een bedrijf en de bijbehorende managementstijl. Veranderingsmodel Lewin Lewin Bedrijfsverandering Lewin stelt dat er verschillende fasen zijn binnen een veranderingsproces in een bedrijf. Zo is er de unfreezing waarbij medewerkers voorbereid moeten worden op de verandering, moving waarbij de verandering wordt doorgevoerd en freezing waarbij het nu gedrag wordt vast geankerd. Te gebruiken bij het doorvoeren van een verandering in een bedrijf. Veranderen volgens Ezerman Ezerman Bedrijfsverandering Volgens Ezerman krijg je altijd weerstand bij een verandering in een bedrijf. Door de fasen te doorlopen die Ezerman heeft vastgesteld kan een bedrijf acceptatie krijgen van zijn medewerkers. Er zijn 6 fasen: ontwijken,
informeren ,ondersteunen, onderhandelen, overtuigen en afdwingen. Te gebruiken voor het verkrijgen van acceptatie van medewerkers bij een verandering in het bedrijf.
P4 Bedrijfseconomie Ondernemingsplan A. Heezen Onderneming Een ondernemingsplan van een bestaande onderneming bestaat uit een aantal onderdelen, namelijk: omschrijving van de activiteiten, marketingplan, investeringsbegroting, personeelsplan, financieringsplan, liquiditeitsbegroting, resultatenbegroting en begrote eindbalans. Het ondernemingsplan van een nieuwe onderneming bestaat uit verschillende delen, namelijk: idee, voorschriften, markt, financieel plan en beslissing. Te gebruiken bij het opstellen van een ondernemingsplan. Balans Auteur onbekend Financiën Overzicht van bezittingen en de wijze van financiering Overzicht maken van de bezittingen, schulden, en het eigen vermogen van een onderneming
Winst
en verliesrekening Auteur onbekend Financiën Kasstroomoverzicht van een onderneming, overzicht van opbrengsten en kosten van een onderneming Het opstellen van de jaarrekening, saldo van de winst en verliesrekening is de behaalde winst of het behaalde verlies.
Liquiditeitsoverzicht Auteur onbekend Financiën Is een periode overzicht en bevat mutaties op de liquide middelen (kas/bank). Bevat de ontvangsten en uitgaven, geeft verandering van de kas/bank weer, verandering kan positief en negatief zijn. Gebruiken als controlemiddel, schatting van de inkomende en uitgaande geldstromen in een onderneming.
Innovatie theorie Business Model Canvas Osterwalder en Pigneur Interne en externe bedrijfsvoering Elk bedrijf zou het Business Model Canvas in moeten kunnen vullen. Het model bestaat uit 9 bouwstenen: klantrelaties, waardeproposities, klantensegmenten, inkomstenstromen, kostenstructuur, kanalen, key activities, key partners en key resources. Te gebruiken bij het analyseren van het bedrijf op de interne en externe manier. Door het invullen van het model is voor een bedrijf duidelijk wat ze doen en wie ze zijn op intern en extern gebied.
Theorie van Ansoff Ansoff Ondernemingsgroei De groeistrategie laat verschillende manieren zien hoe een organisatie kan groeien, dit kan door middel van: productontwikkeling, marktpenetratie, marktontwikkeling en diversificatie. Te gebruiken voor groei in een organisatie.
BCG Matrix Boston Consulting Group Evaluatie producten en activiteiten Door de BCG matrix in beeld brengen van de belangrijkste strategische business units. Twee dimensies: groei van de markt en marktaandeel. Te gebruiken om te kijken hoe aantrekkelijk verschillende SBU’s zijn.
De marketingomgeving Kotler en Armstrong Omgevingsanalyse De marketingomgeving laat zien op welke gebieden je allemaal moet analyseren voor een goed marketingbeleid. Daarnaast wordt er duidelijk wat je in grote mate kan beïnvloeden en wat niet. De omgeving bestaat uit een micro, macro en meso
omgeving. Bij de macro-omgevingsanalyse kan er gebruik gemaakt worden van de DESTEP. Deze staat voor Demografisch, Economisch, Sociaal-cultureel, Technologisch, Ecologisch en Politiek. Te gebruiken bij het analyseren van de omgeving van een bedrijf.
Vijfkrachtenmodel Porter Porter Concurrentie Door middel van het vijfkrachtemodel van Porter kan de concurrentie worden geanalyseerd op de gebieden leveranciers, substituten, huidige concurrenten, afnemers en potentiële toetreders. Te gebruiken voor het analyseren van de concurrent. Value
Chain Porter Productlevering De Value chain van Porter beschrijft welke activiteiten er uiteindelijk nodig zijn om een product bij de klant te brengen. Te gebruiken voor het opstellen van activiteiten die nodig zijn om een product te leveren.
Trendcanvas Osterwalder en Pigneur Trends Door het trend canvas door te lopen weet je wat je moet doen om in te spelen op trends in de omgeving. Je vraag je eerst af wat je ziet in je omgeving. Dan vormen die antwoorden een trend. Je gaat voor de trends bekijken welke van invloed zijn op je organisatie en gaat zo twee trends tegen elkaar opzetten. Vervolgens formuleer je SMART doelen en dan kom je tot taken die je nu uit moet voeren. Te gebruiken bij het inspelen op trends in de omgeving. 3 Core business typen Hagel en Singer productinnovatie, klantrelatie management, infrastructuur management Bedrijven zijn samengesteld uit drie zeer verschillende typen businesses met verschillende economische, concurrentie en culturele eisen. Elke type business wordt aangestuurd met verschillende factoren waardoor er conflicten kunnen ontstaan of ongewenste compromissen binnen dezelfde organisatie.
Te gebruiken bij het kiezen van het type business.
Productlevenscyclus Kotler en Armstrong Producten Een product doorloopt een cyclus. Het begint bij het ontwikkelingsstadium, dan introductiefase, groeifase, volwassenfase en neergang. Te gebruiken om te kijken in welke fase een product zich vindt.
Innovation Adoption curve Rogers Accepteren nieuwe producten Verschillende mensen nemen op verschillende manieren nieuwe producten aan. Sommige liggen om 12 uur ’s nachts voor de winkel om als eerste het product te hebben, anderen kopen het product pas als het in de sale is. Te gebruiken bij het kijken naar je eigen klanten. Op welke manier nemen zij nieuwe producten aan. Productontwikkeling Kotler en Armstrong Producten Een nieuw product ontstaat niet zomaar. Het ondergaat eerste een aantal stappen tot dat het product echt geïntroduceerd wordt. De volgende stappen worden afgegaan: ideeën generen, ideeën screenen, concept ontwikkelen en testen, marketingstrategie, bedrijfseconomische analyse, productontwikkeling, test marketing en tot slot de introductie. Te gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Co-Creatie Kotler Trends Een trend die zich op dit moment voordoet is cocreatie. De klant maakt zelf onderdeel uit van het product. De klant helpt bij het ontwikkelen van het product. De invloed van de consument is in 5 fasen te onderscheiden namelijk: selector, personaliser, inspirator, participant en creator. Ook de invloed van een bedrijf heeft verschillen fasen namelijk: developer, mass cusomizer, idea collector, integrator
en facilitator. Te gebruiken bij het bekijken in hoeverre een consument of bedrijf invloed heeft bij het ontwikkelen van nieuwe producten.
Open
innovatie Chesbrough Innovatie Chesbrough bepleit dat in een wereld die wordt gekenmerkt door verspreide kennis, organisaties meer warde kunnen creëren en hun eigen research beter kunnen exploiteren door externe kennis, intellectuele eigendom en producten te integreren in hun innovatieprocessen. Er bestaat outside-in en inside-out innovatie. Waarbij bij de eerste van buiten naar binnen ideeën worden ingebracht. Te gebruiken bij het opstellen van de principes van gesloten en open innovatie.
Ontbundeling Hagel en Singer Innovatie Bedrijven zijn samengesteld uit drie zeer verschillende typen businesses met verschillende economische, concurrentie en culturele eisen. Elke type business wordt aangestuurd met verschillende factoren waardoor er conflicten kunnen ontstaan of ongewenste compromissen binnen dezelfde organisatie. Het patroon kan gebruikt worden om het businessmodel te innoveren. Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel van Hagel en Singer. Long Tail Osterwalder en Pigneur Innovatie Voorheen had je een beperkt aantal producten met grote volumes, nu is het aantal producten heel groot in kleine volumes. Dit is als gevolg van lagere kosten en hogere beschikbaarheid van productietools, distributiemogelijkheden en mogelijkheden om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel Multi sided platforms Osterwalde en Pigneur Innovatie Hierbij kunnen twee of meer verschillende maar onderling afhankelijke groepen klanten worden samengebracht. Het creëert waarde door de interacties tussen groepen te bevorderen en deelname van de ene groep bepaalt de waarde voor de andere groep. Het netwerkeffect waarde groeit naarmate gebruikersaantal toeneemt en vaak wordt de ene doelgroep gesubsidieerd om het gebruikersaandeel te vergroten. Daarmee wordt waarde verhoogt voor de andere doelgroep of product. Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel Free
Osterwalder en Pigneur Innovatie
Één substantieel klantsegment kan continu profiteren van een kosteloos aanbod. Er zijn verschillende patronen die een gratis aanbod mogelijk maken: Multi-sided platforms, freemium en bait & hook. Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel
Strategie: de businessmodel omgeving Osterwalder en Pigneur Omgevingsanalyse bedrijven moeten continu hun omgeving analyseren. Op macroniveau via het DESTEP model, op meso niveau via het 5 krachten model, trendanalyse. Het model kan ook nog op een andere manier worden geanalyseerd. Er kan gekeken worden naar de industry forces, key trend, market forces en macro economic forces. Te gebruiken bij het analyseren van de omgeving en komen tot innovatie van het model Blue ocean strategy Osterwalder en Pigneur Innovatie Bedrijven blijven vaak dicht bij het oude vertrouwde als ze gaan innoveren. Ze doen wat concurrenten ook doen en proberen dat te verbeteren. Echte innovatie is out of the box denken. Hierbij kan de Blue Ocean Strategy in worden gezet. De vier elementen van deze strategie zijn verminder, verwijder, creëer en verhoog. Te gebruiken bij het innoveren en opnieuw leveren van waarde Managen van businessmodellen Osterwalder en Pigneur Managen Bedrijven plaatsen vaak een nieuw businessmodel naast hun bestaande bedrijfsmodel via een aparte werkmaatschappij of een joint venture. Wanneer het nieuwe businessmodel groeit dan doen zich verschillende vragen voor bijvoorbeeld of het bestaande businessmodel opgeheven moet worden, bestaande businessmodel integreren, autonoom laten voorbestaan of afsplitsen. Het businessmodel moet op de juiste manier gemanaged worden en dan kan er dus gekozen worden uit bijvoorbeeld integreren, autonomie of afsplitsen. Te gebruiken bij het managen van een nieuw businessmodel Businessplan Osterwalder en Pigneur Businessmodellen Een businessplan beschrijft de projectmatige invoering van een nieuw businessmodel obv de canvas analyse om: het nieuwe businessmodel te verkopen aan de besluitvormers zoals hoger management etc. Daarnaast wordt er een kosten en baten afweging gemaakt. Risico’s worden beschreven en de te nemen maatregelen. De invoering wordt beschreven aan belanghebbenden. Onderdelen van het businessplan zijn het team, businessmodel, financiële analyse, externe omgeving, implementatieroadmap en risico-analyse. Te gebruiken bij het overtuigen van de besluitvormende groepen als het gaat om een nieuw businessmodel.
Innovatie praktijk Business Model Canvas Osterwalder en Pigneur Interne en externe bedrijfsvoering Elk bedrijf zou het Business Model Canvas in moeten kunnen vullen. Het model bestaat uit 9 bouwstenen: klantrelaties, waardeproposities, klantensegmenten, inkomstenstromen, kostenstructuur, kanalen, key activities, key partners en key resources. Te gebruiken bij het analyseren van het bedrijf op de interne en externe manier. Door het invullen van het model is voor een bedrijf duidelijk wat ze doen en wie ze zijn op intern en extern gebied. Trendcanvas Osterwalder en Pigneur Trends Door het trend canvas door te lopen weet je wat je moet doen om in te spelen op trends in de omgeving. Je vraag je eerst af wat je ziet in je omgeving. Dan vormen die antwoorden een trend. Je gaat voor de trends bekijken welke van invloed zijn op je organisatie en gaat zo twee trends tegen elkaar opzetten. Vervolgens formuleer je SMART doelen en dan kom je tot taken die je nu uit moet voeren. Te gebruiken bij het inspelen op trends in de omgeving. De marketingomgeving Kotler en Armstrong Omgevingsanalyse De marketingomgeving laat zien op welke gebieden je allemaal moet analyseren voor een goed marketingbeleid. Daarnaast wordt er duidelijk wat je in grote mate kan beïnvloeden en wat niet. De omgeving bestaat uit een micro, macro en meso omgeving. Bij de macro-omgevingsanalyse kan er gebruik gemaakt worden van de DESTEP. Deze staat voor Demografisch, Economisch, Sociaal-cultureel, Technologisch, Ecologisch en Politiek. Te gebruiken bij het analyseren van de omgeving van een bedrijf. Productlevenscyclus Kotler en Armstrong Producten Een product doorloopt een cyclus. Het begint bij het ontwikkelingsstadium, dan introductiefase, groeifase, volwassenfase en neergang. Te gebruiken om te kijken in welke fase een product zich vindt.
Innovation Adoption curve Rogers Accepteren nieuwe producten Verschillende mensen nemen op verschillende manieren nieuwe producten aan. Sommige liggen om 12 uur ’s nachts voor de winkel om als eerste het product te hebben, anderen kopen het product pas als het in de sale is. Te gebruiken bij het kijken naar je eigen klanten. Op welke manier nemen zij nieuwe producten aan. Productontwikkeling Kotler en Armstrong Producten Een nieuw product ontstaat niet zomaar. Het ondergaat eerste een aantal stappen tot dat het product echt geïntroduceerd wordt. De volgende stappen worden afgegaan: ideeën generen, ideeën screenen, concept ontwikkelen en testen, marketingstrategie, bedrijfseconomische analyse, productontwikkeling, test marketing en tot slot de introductie. Te gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Co-Creatie Kotler Trends Een trend die zich op dit moment voordoet is cocreatie. De klant maakt zelf onderdeel uit van het product. De klant helpt bij het ontwikkelen van het product. De invloed van de consument is in 5 fasen te onderscheiden namelijk: selector, personaliser, inspirator, participant en creator. Ook de invloed van een bedrijf heeft verschillen fasen namelijk: developer, mass cusomizer, idea collector, integrator en facilitator. Te gebruiken bij het bekijken in hoeverre een consument of bedrijf invloed heeft bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Ontbundeling Hagel en Singer Innovatie Bedrijven zijn samengesteld uit drie zeer verschillende typen businesses met verschillende economische, concurrentie en culturele eisen. Elke type business wordt aangestuurd met verschillende factoren waardoor er conflicten kunnen ontstaan of ongewenste compromissen binnen dezelfde organisatie. Het patroon kan gebruikt worden om het businessmodel te innoveren. Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel van Hagel en Singer.
Long Tail Osterwalder en Pigneur Innovatie Voorheen had je een beperkt aantal producten met grote volumes, nu is het aantal producten heel groot in kleine volumes. Dit is als gevolg van lagere kosten en hogere beschikbaarheid van productietools, distributiemogelijkheden en mogelijkheden om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel Multi sided platforms Osterwalde en Pigneur Innovatie Hierbij kunnen twee of meer verschillende maar onderling afhankelijke groepen klanten worden samengebracht. Het creëert waarde door de interacties tussen groepen te bevorderen en deelname van de ene groep bepaalt de waarde voor de andere groep. Het netwerkeffect waarde groeit naarmate gebruikersaantal toeneemt en vaak wordt de ene doelgroep gesubsidieerd om het gebruikersaandeel te vergroten. Daarmee wordt waarde verhoogt voor de andere doelgroep of product. Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel Free
Osterwalder en Pigneur Innovatie Één substantieel klantsegment kan continu profiteren van een kosteloos aanbod. Er zijn verschillende patronen die een gratis aanbod mogelijk maken: Multi-sided platforms, freemium en bait & hook. Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel
Blue ocean strategy Osterwalder en Pigneur Innovatie Bedrijven blijven vaak dicht bij het oude vertrouwde als ze gaan innoveren. Ze doen wat concurrenten ook doen en proberen dat te verbeteren. Echte innovatie is out of the box denken. Hierbij kan de Blue Ocean Strategy in worden gezet. De vier elementen van deze strategie zijn verminder, verwijder, creëer en verhoog. Te gebruiken bij het innoveren en opnieuw leveren van waarde Intellectueel Eigendomsrecht Potretrecht Art 20/art. 21 auteurswet Potretrecht Het auteursrecht geldt voor een potret. In opdracht, auteursrecht potret komt auteur toe, auteur niet bevoegd tot openbaarmaking tenzij is overeengekomen. Bij openbaarmaking art. 21 geldt potret zonder opdracht openbaarmaking niet geoorloofd voor zover een redelijk belang zich verzet. Te gebruiken bij het potrechtrecht, het publiceren van een potret. Auteursrecht Art. 1/ art. 10/ art. 4/ art. 7 auteurswet
Rechten van auteur Auteursrecht is het uitsluiten recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit te openbaren en te verveelvoudigen. Op de verschillende facetten van auteursrecht hangen nog allemaal weten omheen. Te gebruiken om te kijken of een auteur op de juiste manier gehandeld heeft.
Octrooirecht Rijksoctrooiwet art. 4/ art. 6/ art. 7, art. 24/ art. 70/ art. 75 octrooiwet, art. 6:162 BW Octrooi/ patent Alleenrecht van de uitvinder om zijn uitvinding commercieel uit te baten. Het is een eigendomsrecht en hetzelfde als een patent. Te gebruiken om te kijken of het recht van het octrooi ook goed wordt uitgevoerd. Merkenrecht Art. 2.1 e.v. Benelux vedrag intellectueel eigendomsrecht Merken Kenmerken om een merk vast te kunnen leggen zijn: het is een teken, een dienst of waar en het heeft onderscheidend vermogen. Functies van een merk kunnen zijn herkomst, garantie en reclame. Merkenrecht moet aangevraagd worden. Dit kost geld. Je moet je aanmelden en na de bevestiging dat alles goed is wordt het merk gedeponeerd. Er kan ook inbreuk worden gemaakt. Vormen hiervan zijn associatie, piraterij, grappenmakers en ongerechtvaardigd voordeel. Te gebruiken om te kijken of het merkenrecht op de juiste manier wordt nageleefd. Handelsnaam Art. 1 t/m 11 Handelsnaamwet Handelsnaam Iedere onderneming die aan het rechtsverkeer deelneemt presenteert zich onder een handelsnaam. Om overeenstemmende handelsnamen te verkomen is er een wet in het leven geroepen. Het is niet verplicht je in te schrijven of een depot aan te vragen. In het handelsregister van de Kamer van Koophandel is dat wel verplicht. Er zijn enkele voorwaarden. Je mag geen handelsnaam voeren die misleidend is en in strijd is met andere handelsnamen. Het recht is beperkt tot de regio waarin de handelsnaam wordt gebruikt. Te gebruiken om te kijken of het handelsnaamrecht op de juiste manier wordt toegepast